Rijkswaterstaat Adviesdienst Geo-informatie en ICT
OBSTAKEL Geautomatiseerde obstakelverwerking luchthavens rapportnr. AGI-2005-GPMP-019
Rapport Project OBSTAKEL Versie 1.3 rapportnr. AGI-2005-GPMP-019 Status Definitief
Registratienummer P4411-R-4 Datum 20 juni 2005
Samengesteld door Arend van Ingen e.a.
In opdracht van Adviesdienst Geo-informatie en ICT
Gecontroleerd door Sander Kluin (MX), Rob van der Schoot (AGI), Klaas Monster (IVW)
Datum controle 20 juni 2005
Geautomatiseerde obstakelverwerking luchthavens
De afbeelding op het voorblad toont de maatgevende hoogtebeperkingsvlakken rond Schiphol volgens het Luchthavenindelingsbesluit van 26 november 2002. De in dit document beschreven geautomatiseerde obstakelverwerking toetst obstakels aan een aantal van deze vlakken. De afbeelding heeft verder geen directe relatie tot de beschreven obstakelverwerking.
MX . Systems Patrijsweg 32 2289 EX Rijswijk Nederland Tel.: 31(0)70-30 73 737 Fax: 31(0)70-30 73 700 e-mail:
[email protected]
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Document Historie Revisie Datum 1 maart 2005
Uitvoerder Arend van Ingen
Versie 0.1
23 maart 2005
Arend van Ingen
0.2
22 april 2005
Arend van Ingen
0.3
25 april 2005
Sander Kluin
0.4
26 april 2005
Sander Kluin
0.5
28 april 2005
Sander Kluin
0.6
9 mei 2005
Sander Kluin
0.7
13 mei
Wouter Sanders
0.9
13 mei
Arend van Ingen
0.8
23 mei 31 mei
1.0 1.1
20 juni
Sander Kluin Sander Kluin & Wouter Sanders Sander Kluin
27 juni
Sander Kluin
1.3
1.2
Indicatie wijzigingen Eerste versie met hoofdstuk 1, 2 en 8 ter commentaar. Concept versie met resultaat functioneel traject ter beoordeling opdrachtgever. Verwerking commentaar IVW en AGI. Marktpakketten onderzoek en architectuur toegevoegd. Laatste wijzigingen m.b.t. marktpakketten toegevoegd. Conclusie aangepast en grammatica en spellingscontrole doorlopen. Conclusie bijgewerkt. Scenario Infolution als bijlage opgenomen. Opmerkingen AGI en Arend verwerkt. Architectuur aangepast. Bijlage Infolution verwijderd. Lijst verbetervoorstellen aangepast en op en aanmerkingen IVW verwerkt. Op en aanmerkingen AGI en IVW, d.d. 26 en 27 mei 2005, verwerkt. Op en aanmerkingen AGI, d.d. 6 en 15 juni 2005, verwerkt. Structuur en in houd van de Conclusies en aanbevelingen aangepast.
Goedkeuring Naam MX.Systems
Handtekening
Datum
Versie
IVW
AGI
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 2 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Inhoudsopgave 1
Inleiding ................................................................................................... 7
1.1 1.2
1.3
Introductie............................................................................................................ 7 Aanleiding............................................................................................................ 7 1.2.1 Aanleiding bij Inspectiedienst Divisie Luchtvaart .................................... 7 1.2.2 Aanleiding bij Adviesdienst Geo-informatie en ICT................................. 8 Vraagstelling........................................................................................................ 8
2
Overzicht van de obstakelverwerking................................................. 10
2.1 2.2 2.3 2.4
Inleiding............................................................................................................. 10 Huidige werkwijze............................................................................................. 12 Werkwijze in de nabije toekomst....................................................................... 13 Mogelijke werkwijzen in de verdere toekomst .................................................. 14 2.4.1 Toetsing aan Annex-14 door gemeenten, provincies etc......................... 14 2.4.2 Geen obstakelverwerking door AGI........................................................ 14 2.4.3 Luchthavens verantwoordelijk voor verwerking actuele obstakels......... 14 2.4.4 Grotere rol voor de luchtverkeersleiding................................................. 14 2.4.5 Landelijk beheer obstakels ...................................................................... 15
3
Werkproces ............................................................................................ 16
3.1
Verwerken actuele obstakels ............................................................................. 16 3.1.1 Verstrekken meetopdracht....................................................................... 18 3.1.2 Verwerken meetopdracht......................................................................... 18 3.1.3 Inmeten obstakels .................................................................................... 19 3.1.4 Corrigeren gegevens ingemeten obstakels .............................................. 20 3.1.5 Onderhoud gegevens actuele obstakels ................................................... 20 3.1.6 Toetsen actuele obstakelsituatie .............................................................. 21 3.1.7 Exporteren gegevens actuele obstakels ................................................... 21 Verwerken planobstakels................................................................................... 21 3.2.1 Onderhoud gegevens planobstakels......................................................... 21 3.2.2 Toetsen planobstakels (IVW) .................................................................. 22 3.2.3 Toetsen planobstakel (publiek)................................................................ 22 Beheer ................................................................................................................ 22 3.3.1 Beheer obstakelverwerking ..................................................................... 22
3.2
3.3
4
Functionaliteit........................................................................................ 24
4.1
Functies.............................................................................................................. 24 4.1.1 Export obstakelgegevens t.b.v. meetinstructie ........................................ 24 4.1.2 Export vlakgeometrie t.b.v. meetinstructie.............................................. 25 4.1.3 Aanmaken kopie-database ingemeten obstakels ..................................... 26 4.1.4 Import meetresultaten.............................................................................. 26 4.1.5 Onderhoud gegevens en overzichten actuele obstakels........................... 29 4.1.6 Onderhoud gegevens planobstakels......................................................... 30 4.1.7 Rapportage doorsteking obstakelvlakken (Annex-14, OFZ, VSS) ......... 31 4.1.8 Rapportage obstakels in protectievlakken (PANS-OPS)......................... 33 4.1.9 Rapportage OCA/OCH waarde ............................................................... 35 4.1.10 Rapportage experttoetsing planobstakels ................................................ 37 4.1.11 Rapportage publiekstoetsing planobstakel .............................................. 40 4.1.12 Export naar CRM .................................................................................... 43
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 3 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
4.3
4.1.13 Beheer obstakelverwerking ..................................................................... 45 Toelichting functies ........................................................................................... 46 4.2.1 Identificatie obstakels en obstakelpunten ................................................ 46 4.2.2 Invoer obstakelpuntlocatie en -hoogte..................................................... 47 4.2.3 Tekstuele rapportages, mutatieverslagen en overzichten ........................ 47 4.2.4 GIS rapportages en overzichten............................................................... 48 4.2.5 Doorsteking van vlakken; snij- en randpunten ........................................ 49 User interface..................................................................................................... 50
5
Logisch gegevensmodel ......................................................................... 52
5.1 5.2
Entiteit-Relatie Diagram (ERD) ........................................................................ 52 Entiteiten............................................................................................................ 53 5.2.1 Actueel Obstakel ..................................................................................... 54 5.2.2 Actueel Obstakelpunt .............................................................................. 54 5.2.3 Beheersgebied.......................................................................................... 54 5.2.4 Gebruiker................................................................................................. 55 5.2.5 Gepubliceerde OCA/OCH Waarde ......................................................... 56 5.2.6 Kwaliteitskenmerk................................................................................... 56 5.2.7 Baan 57 5.2.8 Luchthaven .............................................................................................. 57 5.2.9 Obstakelsoort........................................................................................... 57 5.2.10 Obstakeltype ............................................................................................ 58 5.2.11 Obstakelverwerking................................................................................. 58 5.2.12 Organisatie............................................................................................... 58 5.2.13 Planobstakel............................................................................................. 59 5.2.14 Planobstakelpunt...................................................................................... 59 5.2.15 Programma .............................................................................................. 59 5.2.16 Toegepast Programma ............................................................................. 60
6
Aanvullende eisen.................................................................................. 61
4.2
6.1.1 Beschikbaarheid ...................................................................................... 61 6.1.2 Integriteit ................................................................................................. 61 6.1.3 Exclusiviteit............................................................................................. 62
7
Conclusies en aanbevelingen ................................................................ 63
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Keuze t.a.v. een gezamenlijk systeem voor IVW en AGI ................................. 63 Toepassing marktpakketten ............................................................................... 64 Conclusies scenario´s......................................................................................... 64 Kosten................................................................................................................ 65 Vervolgstappen .................................................................................................. 66
8
Begrippen ............................................................................................... 68
Bijlage A Programma's .................................................................................. 70 A.1 A.2 A.3 A.4 A.5 A.6 A.7
©
Progr. A1a: Annex-14 landingsvlakken Schiphol etc........................................ 71 A1b: Annex-14 landingsvlakken Budel............................................................. 72 A1c: Annex-14 landingsvlakken Eelde 01-19 ................................................... 73 A1d: Annex-14 landingsvlakken Ameland 14-32 etc........................................ 74 A1e: Annex-14 landingsvlakken Texel 04-22 etc ............................................. 75 A1f: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Schiphol etc ................................. 76 A1g: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Budel ........................................... 77
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 4 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
A.8 A.9 A.10 A.11 A.12 A.13 A.14 A.15 A.16 A.17 A.18 A.19
Registratienummer P4411-R-4
A1h: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Hilversum.................................... 78 A1i: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Texel etc....................................... 79 A2a: Annex-14 startvlakken Schiphol etc. ........................................................ 81 A2b: Annex-14 startvlakken Budel ................................................................... 82 A3: OFZ Schiphol etc........................................................................................ 83 A4: VSS Schiphol etc. ....................................................................................... 84 PANS-OPS algemene bepaling OCA en OCH waarde ..................................... 85 B2: PANS-OPS protectiegebied GP-INOP procedure ...................................... 86 B3: PANS-OPS protectiegebied VOR/DME procedure.................................... 87 B4: PANS-OPS protectiegebied NDB procedure.............................................. 88 B5: PANS-OPS protectiegebied SRE procedure............................................... 90 B6: PANS-OPS circling procedure (visual manoeuvring) ................................ 91
Bijlage B Inventarisatie functionele eisen..................................................... 94 B.1 B.2 B.3 B.4 B.5 B.6 B.7 B.8 B.9 B.10 B.11
Algemeen........................................................................................................... 94 Landelijk beheer ................................................................................................ 94 Onderscheid ingemeten, nieuwe/tijdelijke en planobstakels ............................. 95 Opslag obstakelgegevens................................................................................... 95 Verwerking meetopdracht.................................................................................. 97 Invoer obstakelcoördinaten................................................................................ 98 Rapportages ....................................................................................................... 99 Snijpunt berekening ......................................................................................... 103 Opslag resultaat OCA/OCH bepaling.............................................................. 103 Functionaliteit t.b.v. beheer ............................................................................. 103 Export CRM..................................................................................................... 105
Bijlage C Architectuur ................................................................................. 106 C.1 C.2 C.3 C.4 C.5
Toepasbare architecturen ................................................................................. 106 Kenmerken gebruik ......................................................................................... 106 Technische omgeving ...................................................................................... 107 Gewenste architectuur...................................................................................... 108 Toepassing Geoservices binnen Obstakel........................................................ 109
Bijlage D Toepassing standaardpakketten ................................................. 112 D.1 D.2 D.3 D.4 D.5 D.6 D.7 D.8 D.9 D.10
©
Opdracht .......................................................................................................... 112 Gegevens WX Systems.................................................................................... 113 Gegevens Infolution......................................................................................... 113 Software van WX Systems .............................................................................. 114 Software van Infolution ................................................................................... 114 Inventarisatie bij WX Systems ........................................................................ 115 Inventarisatie bij Infolution ............................................................................. 122 Samenvatting WX Systems ............................................................................. 132 Samenvatting Infolution .................................................................................. 132 Conclusie ......................................................................................................... 132
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 5 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bijlage E Verbeterpunten ............................................................................ 134 Bijlage F Consequenties medewerkers ....................................................... 136 Bijlage G Functiepuntentelling .................................................................... 138
Tabellen Tabel 1 : Velden export naar CRM .............................................................................. 44 Tabel 2 : Overzicht toegepaste programma's ............................................................... 71
Figuren Figuur 1 : Overzicht werkproces met verantwoordelijkheden ..................................... 17 Figuur 2 : Rapportage doorsteking obstakelvlakken (tekstvorm) ................................ 33 Figuur 3 : Rapportage obstakels in protectievlakken (tekstvorm) ............................... 35 Figuur 4 : Rapportage OCA/OCH waarde (tekstvorm) ............................................... 36 Figuur 5 : Rapportage experttoetsing planobstakels (tekstvorm)................................. 39 Figuur 6 : Rapportage publiekstoetsing planobstakel .................................................. 42 Figuur 7 : Interpolatie obstakelpunten bij export naar CRM (bovenaanzicht)............. 44 Figuur 8 : Snij- en randpunten bij doorsteking vlakken (bovenaanzicht) .................... 49 Figuur 9 : Boomstructuur selectie toegepast programma............................................. 51 Figuur 10 : Entiteit-Relatie Diagram (ERD) ................................................................ 53 Figuur 11 : Programma A1a: Annex-14 landingsvlakken Schiphol etc....................... 71 Figuur 12 : Programma A1b: Annex-14 landingsvlakken Budel................................. 73 Figuur 13 : Programma A1c: Annex-14 landingsvlakken Eelde 01-19 ....................... 74 Figuur 14 : Programma A1d: Annex-14 landingsvlakken Ameland 14-32 etc............ 75 Figuur 15 : Programma A1e: Annex-14 landingsvlakken Texel 04-22 etc ................. 76 Figuur 16 : Programma A1f: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Schiphol etc ..... 77 Figuur 17 : Programma A1g: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Budel ............... 78 Figuur 18 : Programma A1h: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Hilversum........ 79 Figuur 19 : Programma A1i: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Texel etc........... 80 Figuur 20 : Programma A2a: Annex-14 startvlakken Schiphol etc. ............................ 81 Figuur 21 : Programma A2b: Annex-14 startvlakken Budel ....................................... 82 Figuur 22 : Programma A3: OFZ Schiphol etc............................................................ 83 Figuur 23 : Programma A4: VSS Schiphol etc. ........................................................... 84 Figuur 24 : PANS-OPS algemene bepaling OCA en OCH waarde............................. 85 Figuur 25 : Programma B2: PANS-OPS protectiegebied GP-INOP procedure .......... 86 Figuur 26 : Programma B3: PANS-OPS protectiegebied VOR/DME procedure........ 87 Figuur 27 : Programma B4: PANS-OPS protectiegebied NDB procedure.................. 89 Figuur 28 : Programma B5: PANS-OPS protectiegebied SRE procedure................... 90 Figuur 29 : Programma B6: PANS-OPS circling procedure (visual manoeuvring) .... 92 Figuur 30 : Inzet Geoservices in Obstakel ................................................................. 111
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 6 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
1
Registratienummer P4411-R-4
Inleiding
1.1 Introductie Dit rapport is opgesteld in opdracht van Rijkswaterstaat Adviesdienst Geo-informatie en ICT (AGI). Het beantwoordt een aantal vragen van deze dienst ten aanzien van de ontwikkeling van een geautomatiseerde verwerking van obstakels rond luchthavens. Het document vormt daarmee een aanzet tot een definitief functioneel en technisch ontwerp. De geautomatiseerde obstakelverwerking betreft in principe de verwerking die nu plaatsvindt bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Luchtvaart (IVW) en Rijkswaterstaat Adviesdienst Geo-informatie en ICT (AGI). De functionele eisen aan deze geautomatiseerde obstakelverwerking zijn geïnventariseerd in enkele sessies met toekomstige gebruikers. Bij deze sessies waren aanwezig: • Cok de Booij (AGI) • Ton Heijne den Bak (AGI) • Rob van der Schoot (AGI, projectleider) • Angelo Goedbloed (IVW) • Klaas Monster (IVW) • Rob Schulze (IVW)
1.2 Aanleiding 1.2.1
Aanleiding bij Inspectiedienst Divisie Luchtvaart
Door de IVW wordt jaarlijks de obstakelsituatie op en rond luchthavens gecontroleerd. In opdracht van de IVW worden door de AGI nieuwe obstakels ingemeten en bestaande gecontroleerd. Aan de hand van de aangeleverde obstakelgegevens wordt onder meer gecontroleerd of wordt voldaan aan de internationale veiligheidsvoorschriften die voor de burgerluchtvaart gelden. Obstakels worden door AGI ingemeten volgens een gestandaardiseerd pakket van meetprogramma’s (Standaard Meetopdracht). AGI levert de resultaten aan in gestandaardiseerde kaarten en lijsten met obstakels. Deze resultaten worden door IVW handmatig verwerkt. Ook is het een IVW taak om bouwplannen op en in de omgeving van luchthavens te toetsen aan de hand van de internationale voorschriften. Verder wordt in het kader van toezicht op obstakelhoogtes regelmatig (dagelijks) een luchtvaarttechnisch onderzoek (‘aeronautical studies’) uitgevoerd om te beoordelen welke invloed een tijdelijk of een nieuw obstakel heeft op de vliegveiligheid (vliegprocedures). Het rekenkundig bepalen van de consequenties en een ‘expert judgement’ vormen te samen de zogenaamde ‘aeronautical study’. Voor het uitvoeren van een ‘aeronautical study’ is specifieke kennis vereist. Het rekenkundige deel wordt handmatig uitgevoerd en is niet efficiënt, is gevoelig voor de introductie van fouten en sterk expert afhankelijk. De luchthavenexploitanten, lagere overheden en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) hebben ook een taak in het monitoren van de obstakelsituatie op en rond de
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 7 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
luchthaven. Zoals het beoordelen of nieuwbouwplannen en hoge objecten in buurt van banen van invloed zijn op het veilig gebruik van de luchthaven. De automatisering van de verwerking van obstakels zal in de toekomst ook te gebruiken moeten zijn door de luchthavens, lagere overheden en de LVNL. Met uitzondering van de LVNL is bij deze partijen minder specialistische kennis aanwezig op het gebied van obstakelverwerking. De behoefte bestaat nu om de handmatige obstakelverwerking te automatiseren en daarmee: 1. de controle van aanwezige en toetsing van mogelijke toekomstige obstakels efficiënter en kwalitatief beter uit te voeren en inzichtelijker te rapporteren; 2. het controle- en toetsingsproces minder expertafhankelijk te maken; 3. de randvoorwaarden te scheppen om de taak van de obstakelbewaking en toetsing deels neer te leggen bij de exploitanten van de luchthavens en lagere overheden. De gewenste automatisering betreft het rekenkundige deel, niet het expert judgement.
1.2.2
Aanleiding bij Adviesdienst Geo-informatie en ICT
De AGI voert jaarlijks de meetopdracht van IVW uit. Tot voor kort beschikte de AGI over eigen meetploegen voor de uitvoering van het feitelijke meetwerk. In de toekomst zullen marktpartijen dit werk uitvoeren. De komende jaren zal de AGI nog wel de meetresultaten verwerken, controle en rapporteren naar IVW. De AGI ziet echter ook deze werkzaamheden niet langer als een kerntaak en zal deze op den duur afstoten. Bovendien is het mogelijk dat in de toekomst luchthavens zelf verantwoordelijk worden voor inmeting en controle van aanwezige obstakels. Op dit moment maakt de AGI voor de verwerking, controle en rapportage naar IVW gebruik van een applicatie HINDERNIS en AutoCad. De HINDERNIS applicatie is beschikbaar op een VAX en dateert van 1989. Ook de VAX is verouderd. Het gebruik van de HINDERNIS applicatie is lastig en tijdrovend, en mede daardoor is de gehele verwerking, controle en rapportage zeer tijds- en kennisintensief. De geschatte inzet bedraagt circa één FTE (Full Time Equivalent). De werkzaamheden worden verricht door twee medewerkers die zich al een groot aantal jaren met deze materie bezig houden. Concreet bestaat bij de AGI de volgende aanleiding haar aandeel in de obstakelverwerking opnieuw te automatiseren: 1. de Hindernis applicatie en de VAX omgeving zijn verouderd; 2. de verwerking is zeer arbeidsintensief en moeilijk over te dragen; 3. bij IVW bestaan plannen om de obstakelverwerking te automatiseren; de te verwachten overlap in gegevens en functionaliteit maakt het aantrekkelijk aan te haken bij de plannen van IVW en te zien in hoeverre de gezamenlijke geautomatiseerde verwerking functioneel en technisch geïntegreerd kan worden.
1.3 Vraagstelling Dit rapport dient een aantal door IVW en AGI geformuleerde vragen te beantwoorden. a. Wat zijn de functionele eisen van IVW en AGI? Uitgangspunt is dat deze zoveel mogelijk aansluiten op het huidige werkproces.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 8 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Het antwoord op deze vraag wordt gegeven in: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Bijlage A:
Overzicht van de obstakelverwerking Werkproces Functionaliteit Logisch gegevensmodel Aanvullende eisen Programma's
Een korte inventarisatie van de functionele wensen is te vinden in Bijlage B. De genoemde hoofdstukken geven een uitwerking van deze inventarisatie. De informatie in de hoofdstukken is leidend. b. In welke mate komen de functionele eisen en wensen van IVW en AGI overeen en zijn ze samen te voegen in een systeem? Het antwoord op deze vraag wordt gegeven in paragraaf 7.1: Keuze t.a.v. een gezamenlijk systeem voor IVW en AGI. c. Wat is de beste technische architectuur voor het nieuw te bouwen systeem? In hoeverre sluit deze aan bij de huidige standaarden bij IVW en AGI, qua hardware, software en webstandaarden? Het antwoord op deze vraag wordt gegeven in Bijlage C: Architectuur. d. Is de benodigde functionaliteit te maken met behulp van in de markt aanwezige standaardpakketten? Het antwoord op deze vraag wordt gegeven in Bijlage D: Toepassing standaardpakketten. e. Wat zijn de verbeterpunten in het werkproces, indien het systeem wordt gebouwd? Wat zijn de consequenties voor het functioneel en technisch ontwerp? Het antwoord op deze vragen wordt gegeven in Bijlage E: Verbeterpunten. f.
Wat zijn de consequenties voor de medewerkers bij IVW en AGI die met het systeem gaan werken. Wat zijn de eisen m.b.t. opleiding en ervaring en wat is hun rol in het werkproces? Het antwoord op deze vragen wordt gegeven in Bijlage F: Consequenties medewerkers.
g. Wat is de verwachte inspanning met betrekking tot de bouw en implementatie van het systeem? Wat zijn de consequenties, wat wordt verwacht qua inzet van personeel van AGI en IVW, wat zijn de investeringen qua hard- en software? Het antwoord op deze vragen wordt gegeven in hoofdstuk 7: Conclusies en aanbevelingen.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 9 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
2
Registratienummer P4411-R-4
Overzicht van de obstakelverwerking
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de huidige en toekomstige obstakelverwerking. Het heeft de volgende indeling: • Inleiding • Huidige werkwijze • Werkwijze in de nabije toekomst • Werkwijze in de verdere toekomst Een overzicht van in dit document gebruikte begrippen is opgenomen in hoofdstuk 8.
2.1 Inleiding Een obstakel is een object, zoals een gebouw, installatie of boom, dat door zijn hoogte mogelijk de vliegveiligheid beïnvloedt. De obstakelverwerking heeft tot doel te waarborgen dat obstakels de vliegveiligheid niet ondermijnen. De aanpak hiervan is meerledig. Een eerste aanpak is inmeting en beoordeling van de actuele obstakels. De beoordeling kan resulteren in publicaties naar de luchtvaart. Ook kan besloten worden obstakels te verwijderen of in te korten. Een veelvoorkomend voorbeeld van het laatste is het snoeien van bomen. Een tweede aanpak is via ruimtelijke ordening procedures zorg te dragen dat nieuwe obstakels niet te hoog zijn en waar nodig tijdig verwerkt zijn in publicaties naar de luchtvaart. Dit betekent dat bouwplannen en andere plannen die nieuwe, al dan niet tijdelijke obstakels (planobstakels), met zich brengen vooraf beoordeeld worden. Een mogelijke derde aanpak volgt na de beoordeling dat de vliegveiligheid niet langer gewaarborgd is. In dat geval kan een luchthaven geheel of gedeeltelijk, dat wil zeggen voor bepaald gebruik, gesloten worden. De IVW heeft deze bevoegdheid. De beoordeling van actuele en planobstakels is op te delen in een recht-toe-recht-aan rekenkundig deel en een minder duidelijk gedefinieerd deel, het expert judgement. Het expert judgement valt buiten de 'scope' van de te automatiseren obstakelverwerking. In dit expert judgement worden ook andere eigenschappen van obstakels gewogen, zoals radiografische reflecties (verstoring ILS instrumentatie), windturbulenties en zichtlijnen. Het rekenkundige deel omvat een aantal vaste methodieken. Deze methodieken zijn neergelegd in bepaalde programma's, toegepast op landings- en startbanen, al dan niet voor gebruik in een bepaalde richting. In dit document worden landings- en startbanen ('runways') aangeduid met het begrip 'baan'. Elk van deze programma's benoemt een stelsel van vlakken. Deze vlakken zijn vaak rechthoekig en hebben al dan niet een helling. Ook komen conische of cirkelvormige vlakken voor. Op een bepaalde locatie kan sprake zijn van een opeenstapeling of zelfs wirwar van verschillende vlakken gerelateerd aan verschillende programma's en verschillende banen.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 10 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
De volgende methodieken zullen door de geautomatiseerde obstakelverwerking ondersteund worden: Annex-14:
ICAO Annex-14: in deze methodiek is de doorsteking van vlakken van belang. Steekt een obstakel door een Annex-14 vlak en zo ja, met welke lengte. Annex-14 vlakken zijn in dit document gegroepeerd in landingsvlakken (approach), horizontale en conische vlakken, en startvlakken (take-off).
OFZ:
Obstacle Free Zone t.b.v. het gebruik van ILS (Instrument Landing System) instrumentatie bij landing. Ook bij OFZ vlakken gaat het om doorsteking: steekt een obstakel door een OFZ vlak en zo ja, met welke lengte. De naam zegt het echter al: OFZ vlakken mogen niet doorstoken worden.
VSS:
Visual Segment Surface: vlakken ter bescherming van het visuele deel van een instrument vliegprocedure. Ook bij deze vlakken gaat het om doorsteking: steekt een obstakel door een VSS vlak en zo ja, met welke lengte.
PANS-OPS:
Procedures for Air Navigation Services - Aircraft Operations: PANS-OPS vlakken hebben betrekking op het gebruik van bepaalde instrumenten bij een landing onder beperkte zichtomstandigheden. Zo'n landing kan met instrumenten worden ondersteund. Voorkomende instrumenten zijn GP-INOP, VOR/DME, NDB en SRE; voor elk van deze instrumenten bestaat een PANS-OPS programma. Een laatste PANS-OPS programma heeft betrekking op circling. Bij PANS-OPS gaat het om: 1)
een selectie van de obstakels in het vlakkenstelsel: het hoogste in het grondvlak, de hogere in naburige vlakken, de doorstekende obstakels in nog weer andere vlakken, etc. Dit alles is per programma gespecificeerd in het zogenoemde meetvoorschrift. T.b.v. deze selectie krijgen de PANS-OPS vlakken, die eigenlijk horizontale grondvlakken zijn, soms toch een helling.
2)
de OCA en OCH waarde in het programma. Deze geven een maat voor de bij landing beschikbare obstakelvrije hoogte. De twee waarden worden gepubliceerd naar de luchtvaart en hebben dus betrekking op het landen op een bepaalde baan in een bepaalde richting, gebruik makend van een bepaald instrument, of voor circling.
Opmerking: De meeste programma's zijn bedoeld voor toepassing op een baan, gebruikt in een bepaalde richting. Omdat banen in principe in twee richtingen kunnen worden gebruikt kunnen deze programma's 0, 1 of 2 keer worden toegepast op een baan. Er zijn ook programma's die onafhankelijk van de gebruiksrichting kunnen worden toegepast op een baan (Annex-14 horizontaal/conisch), en programma's die kunnen worden toegepast op een gehele luchthaven (PANS-OPS circling). In de toekomst zijn programma's denkbaar die zelfstandig betekenis hebben, bijvoorbeeld met de definitie van een landelijk vlak op 100 meter hoogte. Technisch kan dan echter ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 11 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
toch onderscheid worden gemaakt tussen het programma zelf en toepassingen ervan (op het gehele land). In het algemeen worden Annex-14 vlakken, OFZ en VSS vlakken ook wel obstakelvlakken genoemd, of bouwbeperkingsvlakken; de PANS-OPS vlakken ook wel protectievlakken. De geautomatiseerde obstakelverwerking betreft in principe de volgende luchthavens: • Schiphol, Rotterdam, Eelde, Maastricht, Budel, Lelystad, Eindhoven en De Kooy; • Texel, Ameland, Drachten, Hoogeveen, Teuge, Seppe, Midden-Zeeland en Hilversum. In totaal beschikken deze 16 luchthavens over 27 banen. De genoemde methodieken zijn vertaald in 18 gestandaardiseerde programma's. Er zijn circa 200 toepassingen van programma's op banen. Een voorbeeld van zo'n toepassing is de toepassing van Annex-14 startvlakken op de baan van luchthaven Rotterdam voor start in oostelijke richting.1 Banen worden aangeduid met een getal. Dit getal geeft de kompasrichting aan waarin de baan gebruikt wordt, in tientallen graden. Het getal kan wordt aangevuld met een letter L, R of C voor Left, Right of Center indien meerdere banen in dezelfde richting naast elkaar liggen. De fysieke baan 36R-18L bij Schiphol loopt dus precies in noordzuid richting. Bij gebruik in noordelijke richting (360 graden) is het de rechter baan, aaangeduid met 36R, bij gebruik in zuidelijke richting (180 graden) de linker baan, aangeduide met 18L.
2.2 Huidige werkwijze Op dit moment is de obstakelverwerking een verantwoordelijkheid van de IVW. De IVW besteedt de inmeting en het rekenkundig deel, uitgezonderd de OCA/OCH bepaling, uit aan de AGI in de vorm van een jaarlijkse meetopdracht. Deze meetopdracht benoemt banen en de daarop van toepassing zijnde programma's met de daarbij horende vlakken. In de meetopdracht wordt geen onderscheid gemaakt in methodiek (Annex-14, PANS-OPS etc) maar direct de vraagstelling per vlak gespecificeerd: welke obstakels steken door dit vlak, wat is het hoogste obstakel in dat vlak, etc. De AGI laat het feitelijke meetwerk uitvoeren door meetploegen. Deze maken bij het meetwerk gebruik van het AGI archief met meetformulieren en foto's, en werken dit waar nodig bij. De meetresultaten (XY coördinaten, hoogte- en andere gegevens van obstakels) worden aangeleverd op papier of in bijvoorbeeld spreadsheet bestanden. Deze meetresultaten bevatten uiteraard meer obstakels dan daadwerkelijk gevraagd; vaak is immers pas na inmeting en verwerking duidelijk of een obstakel voldoet aan de vraagstelling. De meetresultaten worden door de AGI handmatig ingevoerd in een applicatie, HINDERNIS. Met behulp van deze applicatie wordt het rekenkundig deel van de obstakelverwerking, uitgezonderd de OCA/OCH bepaling, uitgevoerd. Dit betreft dus 1
De aantallen zijn gebaseerd op Tabel 2 in Bijlage A. Hierin is één toegepast VSS programma per baan en richting geteld. Indien VSS programma's per landingsinstrument worden toegepast (als bij PANS-OPS) worden de aantallen hoger. ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 12 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
de doorsteking van Annex-14 vlakken en de obstakels in de PANS-OPS vlakken, precies zoals gevraagd in de meetopdracht (VSS en OFZ vlakken spelen geen rol in de huidige werkwijze). Hierbij wordt ook de kwaliteit van het meetwerk gecontroleerd. De resultaten van de verwerking worden gerapporteerd in lijsten en kaarten, het laatste met behulp van AutoCad. De IVW beoordeelt de aangeleverde resultaten van de meetopdracht handmatig. Daarnaast beoordeelt IVW aangemelde planobstakels (mogelijke toekomstige obstakels) in het kader van ruimtelijke ordeningsprocedures. Hierbij spelen de Annex14 vlakken een belangrijke rol: zodra een planobstakel door een Annex-14 vlak steekt is het vliegtechnisch van belang en dient een ruimtelijke ordeningsprocedure gestart te worden om ontheffing voor het obstakel aan te vragen. De gemeente vraagt, voor de vergunning af te wijken van het bestemmingsplan, een ontheffing aan bij de provincie. Deze vraagt hiertoe bij IVW een verklaring van geen bezwaar aan (deze procedure geldt momenteel alleen voor luchthaven Schiphol). Voor tijdelijke objecten zoals bouwkranen wordt een ontheffingsaanvraag rechtstreeks bij de IVW ingediend. Publicaties naar de luchtvaart worden gedaan door de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) te informeren. De LVNL doet de daadwerkelijke publicaties.
2.3 Werkwijze in de nabije toekomst Deze paragraaf schetst de werkwijze rond de obstakelverwerking in de nabije toekomst, met de beoogde automatisering van de obstakelverwerking, en met verantwoordelijkheden en taken zoals die nu bestaan. In de nabije toekomst blijft de obstakelverwerking een taak van de IVW. Jaarlijks wordt een meetopdracht, verstrekt aan de AGI, die het feitelijke meetwerk laat uitvoeren door de externe meetploegen. De AGI is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het verrichte meetwerk, en zal de resultaten controleren en goedkeuren alvorens deze aan IVW te leveren. De AGI wordt bij dit alles ondersteund door de geautomatiseerde obstakelverwerking. De leverantie aan IVW zal niet langer plaatsvinden in de vorm van rapportages en kaarten, maar in de vorm van (mutaties op) een verzameling ingemeten obstakels. De geautomatiseerde obstakelverwerking biedt geen functionaliteit ter ondersteuning van het werk van de meetploegen; het biedt alleen een export- en een importfunctie voor het uitwisselen van obstakelgegevens inclusief foto's met meetploegen. De feitelijke beoordeling van de actuele obstakelsituatie vindt plaats door IVW op basis van de gehele verzameling ingemeten obstakels, eventueel aangevuld met bekende nieuwe en tijdelijke obstakels. De benodigde selecties, berekeningen en rapportages voert de IVW zelf uit met de geautomatiseerde obstakelverwerking. Ook de rekenkundige beoordeling van planobstakels wordt door de IVW uitgevoerd met behulp van de geautomatiseerde obstakelverwerking. Voor het overige is de werkwijze in de nabije toekomst gelijk aan de huidige werkwijze.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 13 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
2.4 Mogelijke werkwijzen in de verdere toekomst Deze paragraaf schetst mogelijke ontwikkelingen in de werkwijze rond de obstakelverwerking in de verdere toekomst. Deze wijzen mogelijk niet allemaal in dezelfde richting. De beoogde geautomatiseerde obstakelverwerking zal de mogelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk moeten ondersteunen. Per mogelijke ontwikkeling is aangegeven hoe dat gebeurt.
2.4.1
Toetsing aan Annex-14 door gemeenten, provincies etc.
Gemeenten, provincies en publiek (waaronder aannemers) zullen mogelijk in staat gesteld worden een planobstakel te toetsen aan Annex-14. Dit ter indicatie van de noodzaak een ruimtelijke ordeningsprocedure voor het obstakel op te starten of om in te schatten of een ontheffing benodigd is voor het obstakel. Hiertoe zal een publiek toegankelijke functie belanghebbenden de mogelijkheid bieden een planobstakel te toetsen. In de nu beoogde geautomatiseerde obstakelverwerking is deze functie opgenomen.
2.4.2
Geen obstakelverwerking door AGI
De AGI rekent het huidige aandeel in de obstakelverwerking niet langer tot haar kerntaken. Het is daarom niet onmogelijk dat de AGI dit aandeel af zal stoten. Het nu gedachte aandeel (aansturing meetploegen, controle meetwerkzaamheden, aanbieding meetresultaten aan IVW) zou door IVW, derden, of door de luchthavens zelf (zie 2.4.3) kunnen worden overgenomen. De nu beoogde geautomatiseerde obstakelverwerking bevat de mogelijkheid de betreffende functionaliteit ook aan andere gebruikers ter beschikking te stellen.
2.4.3
Luchthavens verantwoordelijk voor verwerking actuele obstakels
Het is aannemelijk dat de verwerking van de actuele obstakels een taak van de luchthavens wordt. In dat geval zal voor de IVW een toezichthoudende functie overblijven. Luchthavens zijn dan uiteraard alleen verantwoordelijk voor de obstakels in het 'eigen' beheersgebied. In dat verband is het ook mogelijk dat luchthavens de mogelijkheid krijgen planobstakels te toetsen. Deze toetsing is uitgebreider dan de beschreven publiek beschikbare toetsing. De toetsing betreft Annex-14 en eventueel ook VSS, OFZ of zelfs PANS-OPS. Dit afhankelijk van de beschikbare kennis op een luchthaven. De nu beoogde geautomatiseerde obstakelverwerking bevat de mogelijkheid de betreffende functionaliteit ook aan andere gebruikers ter beschikking te stellen. Bovendien kan elke organisatie een eigen verzameling te toetsen planobstakels aanleggen.
2.4.4
Grotere rol voor de luchtverkeersleiding
De luchtverkeersleiding (LVNL) zou via de geautomatiseerde obstakelverwerking meer inzicht kunnen krijgen in de actuele obstakels, en zelfstandig kunnen besluiten tot wijziging van publicaties. Ook zou de LVNL de mogelijkheid kunnen krijgen planobstakels te toetsen op alle criteria. De nu beoogde geautomatiseerde obstakelverwerking bevat de mogelijkheid de betreffende functionaliteit ook aan andere gebruikers ter beschikking te stellen.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 14 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bovendien kan elke organisatie een eigen verzameling te toetsen planobstakels aanleggen.
2.4.5
Landelijk beheer obstakels
In het huidige systeem (HINDERNIS) zijn obstakels gekoppeld aan één luchthaven: er bestaat per luchthaven een database met ingemeten obstakels. Analyses (selecties) vinden in HINDERNIS plaats per luchthaven op basis van de bij die luchthaven behorende database met obstakels. Bij IVW leeft de wens op den duur te komen tot een landelijk beheer van de obstakels. In dit landelijke beheer is het wellicht mogelijk: • dat er obstakels bestaan die niet gebonden zijn aan één luchthaven (zoals het landelijke bestand van obstakels hoger dan 100 meter); • dat een actueel obstakel meegenomen wordt in de analyse van meerdere vliegvelden zonder het te behoeven verdubbelen in de database; • dat een planobstakel getoetst kan worden voor meerdere vliegvelden tegelijkertijd - of aan niet aan een luchthaven gekoppelde criteria; • dat ook de tientallen heliports, airstrips en zweefvliegvelden in het land meegenomen worden in de verwerking - waarmee de kans dat een obstakel voor meerdere vliegvelden van belang is sterk toeneemt. De nu beoogde geautomatiseerde obstakelverwerking ondersteunt deze mogelijke ontwikkeling door: • obstakels niet te koppelen aan één luchthaven, en • de toetsing van planobstakels niet te beperken tot een bij de toetsing op te geven luchthaven.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 15 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
3
Registratienummer P4411-R-4
Werkproces
Dit hoofdstuk bevat een nadere beschrijving van het beoogde werkproces. Het werkproces bestaat uit 3 hoofdonderdelen: • verwerken actuele obstakels • verwerken planobstakels • beheer Het proces is beschreven voor de werkwijze en taakverdeling in de nabije toekomst. Deze zijn beschreven in paragraaf 2.3. Figuur 1 op bladzijde 17 geeft een globaal overzicht van het gehele werkproces. Voor elk onderdeel is aangegeven welke organisatie het uitvoert. Zoals zichtbaar in deze figuur bestaan er drie verzamelingen met obstakelgegevens: 1. De verzameling ingemeten obstakels (obstakelgegevens afkomstig uit inmeting). 2. De verzameling nieuwe en tijdelijke obstakels. Dit zijn obstakels die bekend zijn bij IVW maar (nog) niet zijn ingemeten bij een meetopdracht. Deze obstakels worden in dit document verder aangeduid met de term 'nieuwe/tijdelijke obstakels'. Dit kunnen ook toekomstige obstakels zijn die met zekerheid gerealiseerd zullen worden en al meegenomen dienen te worden in publicaties naar de luchtvaart. 3. De verzameling te toetsen planobstakels: mogelijke toekomstige obstakels. Er is zo'n verzameling per organisatie met niet-publieke toegang tot de geautomatiseerde obstakelverwerking. Organisaties kunnen alleen de eigen verzameling inzien, onderhouden en toetsen. De verzamelingen van andere organisaties zijn onzichtbaar. In eerste instantie beschikt in elk geval IVW over zo'n verzameling. De ingemeten obstakels en de nieuwe/tijdelijke obstakels vormen samen de verzameling actuele obstakels. Deze verzameling geeft de actuele obstakelsituatie weer. Van de verzameling ingemeten obstakels kan een kopie worden gemaakt (kopieverzameling of -database). Deze kopie speelt alleen een rol bij de controle van meetresultaten en is in het schema niet zichtbaar. Het origineel wordt de operationele verzameling of database genoemd.
3.1 Verwerken actuele obstakels De verwerking van de actuele obstakels bestaat uit: 1.1 Verstrekken meetopdracht 1.2 Verwerken meetopdracht 1.3 Inmeten obstakels 1.4 Corrigeren gegevens ingemeten obstakels 1.5 Onderhoud gegevens actuele obstakels 1.6 Toetsen actuele obstakelsituatie 1.7 Exporteren gegevens actuele obstakels
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 16 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
luchthavens banen programma's gebruikers instelgegevens topograf. kaart maaiveldhoogten GIS layer banen
3.1 Beheer obstakelverwerking (IVW)
3. Beheer
2.3 Toetsen planobstakel (publiek)
2.1 Onderhoud gegevens planobstakels (IVW)
Planobstakels *)
2. Verwerken planobstakels Rapportage planobstakel (publiek)
2.2 Toetsen planobstakels (IVW)
Rapportage planobstakels (expert)
*) Verzameling per organisatie. Elke organisatie onderhoudt de eigen verzameling. Zo ook IVW. Gepubliceerde OCA/OCH waarden
1.5 Onderhoud gegevens actuele obstakels (IVW)
1.1 Verstrekken meetopdracht (IVW)
Ingemeten obstakels
meetopdracht
import goedgekeurde meetresultaten
1.2 Verwerken meetopdracht (AGI)
meetinstructie
1. Verwerken actuele obstakels
Nieuwe/tijdelijke obstakels
verzoek tot correctie of aanvulling
1.4 Corrigeren gegevens ingemeten obstakels (AGI)
1.6 Toetsen actuele obstakelsituatie (IVW) Rapportages actuele obstakels
1.7 Exporteren gegevens actuele obstakels (IVW)
export actuele obstakels tbv CRM
meetresultaten
werkproces 1.3 Inmeten obstakels (meetploeg)
gegevensopslag rapportage rapportage
resultaat gegevensstroom
Figuur 1 : Overzicht werkproces met verantwoordelijkheden
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 17 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
3.1.1
Registratienummer P4411-R-4
Verstrekken meetopdracht
Jaarlijks verstrekt de IVW een meetopdracht aan de AGI. De meetopdracht bestaat in feite uit een lijst op banen toegepaste programma's. De meetopdracht specificeert de vraagstelling per vlak, conform de meetvoorschriften zoals die voor elk programma gedefinieerd zijn, bijvoorbeeld: • alle obstakels (mogelijk) dit vlak doorstekend • het hoogste obstakel in dit vlak • alle obstakels in dit vlak (mogelijk) hoger dan het hoogste obstakel in vlak … • etc. De meetopdracht wordt handmatig aangemaakt, buiten de geautomatiseerde obstakelverwerking om. Wel dient deze alle gevraagde baan/programma combinaties te ondersteunen, zodat de AGI de geautomatiseerde verwerking kan gebruiken bij het aansturen van de meetploegen en het controleren van het meetwerk. Met het verstrekken van de meetopdracht aan de AGI stelt IVW de AGI verantwoordelijk voor de correcte inhoud van de operationele (door IVW gebruikte) verzameling ingemeten obstakels. De AGI is dus verantwoordelijk voor de kwaliteit van het meetwerk en de correcte verwerking van de resultaten in de verzameling.
3.1.2
Verwerken meetopdracht
Het verwerken van de meetopdracht bestaat uit het aansturen van meetploegen, het controleren van de resultaten en het importeren van de goedgekeurde resultaten in de operationele verzameling ingemeten obstakels. Voor de uitvoering van de meetopdracht kan de AGI één of meer meetploegen opdracht geven het feitelijke meetwerk te verrichten. Een meetploeg krijgt de volgende informatie mee (meetinstructie): • de meetopdracht (voor zover toebedeeld aan de meetploeg); • gegevens van relevante eerder ingemeten obstakels, inclusief digitale afbeeldingen voorzover beschikbaar. De gegevens worden eventueel aangevuld met gegevens van relevante nieuwe/tijdelijke obstakels; • geometriegegevens van de relevante vlakken, zodanig zodat de meetploeg deze gegevens kan relateren aan de meetopdracht Eventueel wordt de meetinstructie aangevuld met afbeeldingen van de relevante vlakken en obstakels op een topografische kaart. De obstakel- en geometriegegevens en de eventuele afbeeldingen worden geleverd met de geautomatiseerde obstakelverwerking. Van een meetploeg wordt verwacht dat deze de gegevens zelf kan visualiseren en interpreteren, en zo op basis van de meetinstructie het meetwerk op een verantwoorde wijze uit kan voeren. De meetploeg levert de resultaten van het meetwerk aan in een door de AGI gewenst digitaal formaat, inclusief eventuele nieuwe foto's of tekeningen. Deze zijn in de aanlevering al aan obstakels gekoppeld, zodat de AGI niet de juiste foto aan het juiste obstakel hoeft te koppelen. In de aanlevering is aangegeven welke obstakels nieuw zijn, van welke obstakels gegevens gewijzigd zijn en welke obstakels verwijderd zijn.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 18 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Ter controle van de meetwerkzaamheden importeert de AGI de aanlevering in een kopie van de verzameling ingemeten obstakels, zodat de ongecontroleerde meetresultaten niet de operationele, door IVW gebruikte verzameling niet vervuilen. Bij de import wordt een mutatieverslag aangemaakt. Dit verslag vermeldt: • welke obstakels zijn toegevoegd • welke obstakels zijn verwijderd • welke obstakels zijn gewijzigd De AGI controleert na de import de meetresultaten door: • beoordeling van het mutatieverslag van de import. Dit verslag vermeldt ondermeer bij welke obstakels de locatie (XY) of de hoogte (Ztop of Zmaaiveld) aanzienlijk is gewijzigd; • in standaard rapportages van de automatische obstakelverwerking te checken of de meetresultaten voldoen aan de specifieke vraagstelling in de meetopdracht. Deze rapportages zijn gebaseerd op de ingemeten obstakels in de kopie-verzameling na import van de meetresultaten. De rapportages zijn beschikbaar in tekst- en GISvorm. De controle vindt plaats per toegepast programma (baan/programma combinatie). Bij start van de controle zijn de te controleren toegepaste programma's te selecteren. Bij de controle kan ook gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid obstakelgegevens in de kopie-verzameling in te zien los van de toegepaste programma's, via een functie voor onderhoud van obstakelgegevens. Indien de aanlevering niet in orde is bevonden wordt de meetploeg gevraagd de werkzaamheden aan te vullen of te corrigeren en het resultaat daarvan in de aanlevering op te nemen. Uiteindelijk resulteert op deze wijze een definitieve, goedgekeurde aanlevering. Na goedkeuring van aanlevering wordt deze in overleg met IVW in de operationele verzameling geïmporteerd. Hierbij wordt wederom een mutatieverslag aangemaakt. Dit wordt door IVW gebruikt om de verzameling nieuwe/tijdelijke obstakels bij te werken, zie paragraaf 3.1.5. De bij "verwerken meetopdracht" gebruikte functies van de geautomatiseerde obstakelverwerking zijn: • 4.1.1 Export obstakelgegevens t.b.v. meetinstructie • 4.1.2 Export vlakgeometrie t.b.v. meetinstructie • 4.1.3 Aanmaken kopie-database ingemeten obstakels • 4.1.4 Import meetresultaten • 4.1.5 Onderhoud gegevens en overzichten actuele obstakels • 4.1.7 Rapportage doorsteking obstakelvlakken (Annex-14, OFZ, VSS) • 4.1.8 Rapportage obstakels in protectievlakken (PANS-OPS)
3.1.3
Inmeten obstakels
Een meetploeg verzorgt de inmeting van obstakels op basis van een ontvangen meetinstructie. De meetploeg levert de meetresultaten terug aan de AGI. Uitgangspunt is dat de aangeleverde meetresultaten correct zijn. Op verzoek van de AGI kan de meetploeg de meetresultaten corrigeren of aanvullen. Zie verder paragraaf 3.1.2.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 19 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bij de inmeting van obstakels wordt geen functionaliteit van de geautomatiseerde obstakelverwerking gebruikt.
3.1.4
Corrigeren gegevens ingemeten obstakels
Incidenteel zal de AGI gegevens van ingemeten obstakels in de operationele verzameling willen corrigeren, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van laatste correcties na uitvoering van een meetopdracht De AGI kan daartoe ingemeten obstakels toevoegen, wijzigen en verwijderen in de verzameling. Zoals aangegeven zal dit incidenteel voorkomen. Bovendien dient dit steeds goed afgestemd te worden met IVW. De hierbij gebruikte functies van de geautomatiseerde obstakelverwerking zijn: • 4.1.5 Onderhoud gegevens en overzichten actuele obstakels Opmerking: een tweede benadering voor dit onderdeel van het werkproces is de gewenste correcties door AGI aan IVW te laten melden en deze door IVW in te laten voeren. De IVW kan daarbij gebruik maken van het werkproces in paragraaf 3.1.5. De benodigde mutatierechten verhuizen in dit alternatief van AGI naar IVW. Een derde benadering is de gegevens van ingemeten obstakels in het geheel niet te corrigeren.
3.1.5
Onderhoud gegevens actuele obstakels
IVW onderhoudt de verzameling actuele obstakels. Het onderhoud van ingemeten obstakels door IVW betreft alleen: • de invoer of wijziging van de datum van verwachte verdwijning van een obstakel. Deze datum heeft alleen documentatieve waarde. • de uitsluiting van obstakels van toetsing door wijziging van de indicator 'obstakel toetsen'. Uitsluiting van toetsing kan gewenst zijn voor obstakels die tijdelijk afwezig zijn. IVW heeft hiertoe een beperkt mutatierecht op de gegevens van de ingemeten obstakels. Daarnaast onderhoudt IVW de verzameling nieuwe/tijdelijke obstakels. IVW kan in deze verzameling obstakels toevoegen, wijzigen of verwijderen. De verzameling nieuwe/tijdelijke obstakels wordt niet automatisch gewijzigd bij de verwerking van meetopdrachten (3.1.2). Na import van de resultaten van een meetopdracht in de operationele verzameling ingemeten obstakels vergelijkt de IVW het mutatieverslag met de verzameling nieuwe/tijdelijke obstakels en past deze verzameling waar nodig aan. Veelal komt dit neer op het verwijderen van nieuwe/tijdelijke obstakels, die nu ook beschikbaar zijn als ingemeten obstakel. De bij dit onderhoud gebruikte functies van de geautomatiseerde obstakelverwerking zijn: • 4.1.5 Onderhoud gegevens en overzichten actuele obstakels
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 20 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
3.1.6
Registratienummer P4411-R-4
Toetsen actuele obstakelsituatie
De IVW toetst de actuele obstakelsituatie na gereed melding van een meetopdracht door AGI (bulkverwerking) en incidenteel, bijvoorbeeld na toevoeging van een nieuw actueel obstakel. Actuele obstakels, ingemeten of nieuw/tijdelijk, worden hierbij alleen verwerkt voor zover niet uitgesloten van toetsing. Voor de toetsing maakt IVW gebruik van standaard rapportages van de geautomatiseerde obstakelverwerking. Deze rapportages zijn beschikbaar in tekst- en GIS-vorm. De toetsing vindt plaats per toegepast programma (baan/programma combinatie). Bij start van de toetsing zijn de te toetsen toegepaste programma's te selecteren. Indien bij de toetsing de berekende OCA en OCH waarde voor een op een baan toegepast PANS-OPS programma afwijkt van eerder gepubliceerde waarden, wordt deze laatste, na goedkeuring door de gebruiker, overschreven met de nieuw berekende waarde. Deze opslag dient ter vergelijk bij de toetsing van planobstakels. De daadwerkelijke publicatie vindt buiten de geautomatiseerde obstakelverwerking om plaats. De bij de toetsing gebruikte functies van de geautomatiseerde obstakelverwerking zijn: • 4.1.7 Rapportage doorsteking obstakelvlakken (Annex-14, OFZ, VSS) • 4.1.9 Rapportage OCA/OCH
3.1.7
Exporteren gegevens actuele obstakels
IVW kan de gegevens van de actuele obstakels exporteren voor verdere analyse met externe softwarepakketten. Op dit moment betreft dit alleen het Collision Risc Model in de Infolution PANS-OPS software. De hierbij gebruikte functies van de geautomatiseerde obstakelverwerking zijn: • 4.1.12 Export naar CRM
3.2 Verwerken planobstakels De verwerking van de planobstakels bestaat uit: 2.1 Onderhoud gegevens planobstakels 2.2 Toetsen planobstakels (IVW) 2.3 Toetsen planobstakel (publiek)
3.2.1
Onderhoud gegevens planobstakels
Organisaties kunnen binnen de geautomatiseerde obstakelverwerking over een eigen verzameling te toetsen planobstakels beschikken en in deze eigen verzameling planobstakels toevoegen, wijzigen en verwijderen. In elk geval zal IVW over zo'n eigen verzameling te toetsen planobstakels beschikken.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 21 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
De bij dit onderhoud gebruikte functies van de geautomatiseerde obstakelverwerking zijn: • 4.1.6 Onderhoud gegevens planobstakels
3.2.2
Toetsen planobstakels (IVW)
IVW kan, als elke organisatie met een eigen verzameling planobstakels, geselecteerde obstakels in deze eigen verzameling toetsen aan de bestaande verzameling toegepaste programma's. Voor de toetsing maakt IVW gebruik van standaard rapportages van de geautomatiseerde obstakelverwerking. Deze rapportages zijn beschikbaar in tekst- en GIS-vorm. De bij de toetsing gebruikte functies van de geautomatiseerde obstakelverwerking zijn: • 4.1.10 Rapportage experttoetsing planobstakels
3.2.3
Toetsen planobstakel (publiek)
Gemeenten, provincies en aannemers kunnen een planobstakel toetsen via een publiek beschikbare functie (website). Het resultaat wordt weergegeven in de rapportage toetsing planobstakel. Obstakelgegevens noch resultaten van de toetsing worden binnen de geautomatiseerde obstakelverwerking opgeslagen. Bij de invoer van de obstakelhoogte kan de gebruiker, indien deze geen exacte maaiveldhoogte kent ter plaatse van het planobstakel, een indicatieve maaiveldhoogte gebruiken uit het landelijk bestand met maaiveldhoogten. De obstakelverwerking heeft daartoe toegang tot dit bestand. De bij deze toetsing gebruikte functies van de geautomatiseerde obstakelverwerking zijn: • 4.1.11 Rapportage publiekstoetsing planobstakel
3.3 Beheer Het beheer bestaat uit: 3.1 Beheer obstakelverwerking
3.3.1
Beheer obstakelverwerking
IVW beheert de geautomatiseerde obstakelverwerking. Het uit te voeren beheer betreft: • onderhoud (toevoegen, wijzigen en verwijderen) van: o luchthavens, banen en toegepaste programma’s o organisaties, gebruikers en hun rechten o kwaliteitskenmerken, obstakeltypen etc. • onderhoud (wijzigen) van enkele overige instelgegevens • vervangen GIS layer banen t.b.v. presentatie banen in GIS rapportages
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 22 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
De geautomatiseerde obstakelverwerking ondersteunt dit beheer met de nodige functionaliteit. Programma's en toegepaste programma's IVW kan de programma's op zich niet onderhouden, deze zijn voorgedefinieerd. Wijziging of toevoeging van programma's is alleen mogelijk via wijziging van de software. Wel kan IVW de toepassingen van programma's onderhouden. De informatie betreffende een toegepast programma (geometrie van de vlakken in RD coördinaten en aanvullende gegevens) wordt door IVW aangeleverd in GIS formaat en geïmporteerd. Topografische kaart In GIS rapportages en bij de invoer van coördinaten wordt gebruik gemaakt van een topografische kaart. Hoe deze kaart in de geautomatiseerde obstakelverwerking wordt opgenomen, in hoeverre de kaart beheer nodig heeft en hoe dit dan plaatsvindt is nog onbekend. Dit dient in een detailontwerp uitgewerkt te worden. Landelijk bestand met maaiveldhoogten Bij de invoer van obstakelhoogte van nieuw/tijdelijke obstakels en planobstakels kan gebruik worden gemaakt van een landelijk bestand met maaiveldhoogte. Ook voor dit landelijke bestand met maaiveldhoogte zal het benodigde beheer in een detailontwerp uitgewerkt moeten worden. De bij het beheer gebruikte functies van de geautomatiseerde obstakelverwerking zijn: • 4.1.13 Beheer obstakelverwerking
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 23 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
4
Registratienummer P4411-R-4
Functionaliteit
Dit hoofdstuk beschrijft de functionaliteit van de geautomatiseerde obstakelverwerking. Deze functionaliteit is gedefinieerd op basis van de beoogde werkwijze voor zowel de nabije als de verdere toekomst (zie paragrafen 2.3 en 2.4). De functionaliteit is opgedeeld in een aantal functies. Paragraaf 4.1 beschrijft voor elk van deze functies de volgende aspecten: • • • • •
Doel Invoer Gebruiker Werking Uitvoer Exclusiviteit
Paragraaf 4.2 bevat een aantal toelichtingen op gemeenschappelijke onderdelen van deze functies. Voor een goed begrip van de functionaliteit wordt op deze plaats een meer exacte definitie van het begrip obstakel gegeven: Een obstakel is een object zoals een gebouw, installatie, bouwkraan of boom, dat door zijn hoogte mogelijk de vliegveiligheid beïnvloedt. Een obstakel kan bestaan uit één of meerdere obstakelpunten, elk met een eigen locatie (XY), maaiveldhoogte Zmaaiveld en obstakelhoogte Ztop. Voorbeelden van obstakels met meerdere obstakelpunten zijn bomenrijen, bomengroepen en gebouwen zonder duidelijk hoogste punt.
4.1 Functies 4.1.1
Export obstakelgegevens t.b.v. meetinstructie
Doel De export van obstakelgegevens voor de meetinstructie van meetploegen. Invoer gebruiker • selectie te exporteren obstakelgegevens: o welke beheersgebieden: één, meerdere of alle beheersgebieden o wel/niet gegevens van ingemeten obstakels exporteren o wel/niet gegevens van nieuwe/tijdelijke obstakels exporteren • bestemming export: bestand of map op systeem gebruiker Werking De functie exporteert uit de operationele database gegevens van de geselecteerde obstakels als onder Uitvoer beschreven. Uitvoer Export in een (in detailontwerp) nog vast te stellen format. De export bevat voor elk geëxporteerd obstakel: ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 24 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
•
• • • • • • • • •
Registratienummer P4411-R-4
obstakelidentificatie (zie ook 4.2.1): o code beheersgebied o volgnummer obstakel o categorie (ingemeten of nieuw/tijdelijk) type omschrijving afbeelding (foto/tekening) bijschrift bij afbeelding datum laatste meting datum laatste controle kwaliteitskenmerk leverancier voor elk obstakelpunt van het obstakel: o volgnummer obstakelpunt o locatie (XY, in RD) o maaiveldhoogte t.o.v. NAP (Zmaaiveld) o obstakelhoogte t.o.v. NAP (Ztop)
Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie, en dan alleen voor zover: • de gebruiker recht heeft op het inzien van ingemeten obstakels; • de gebruiker recht heeft op het inzien van nieuwe/tijdelijke obstakels.
4.1.2
Export vlakgeometrie t.b.v. meetinstructie
Doel De export van vlakgeometrie gegevens voor de meetinstructie van meetploegen. Invoer gebruiker • selectie te exporteren toegepaste programma's • bestemming export: bestand of map op systeem gebruiker Werking De functie exporteert de geometriegegevens van de geselecteerde toegepaste programma's als onder Uitvoer beschreven. Uitvoer Export in een (in detailontwerp) nog vast te stellen format. De export bevat voor elk geëxporteerd vlak de volgende gegevens: • identificatie vliegveld • identificatie baan • identificatie vlak volgens programmadefinitie, bijvoorbeeld 'A' • voor elk hoekpunt van het vlak: o identificatie hoekpunt volgens programmadefinitie o RD XYZ coördinaten Hoe hierbij omgegaan wordt met cirkelvormige en conische vlakken dient in een detailontwerp vastgesteld te worden.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 25 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie.
4.1.3
Aanmaken kopie-database ingemeten obstakels
Doel Aanmaken van een kopie-database met ingemeten obstakels t.b.v. het controleren van aangeleverde meetresultaten. Invoer gebruiker • selectie beheersgebieden: één, meerdere of alle beheersgebieden • naam kopie-database (vrij te kiezen unieke naam) Werking De functie maakt uit de operationele database een kopie-database aan met de opgegeven naam. De kopie-database bevat de ingemeten obstakels van de geselecteerde beheersgebieden. Eigenaar van de kopie-database is de organisatie waar de gebruiker toe behoort. Uitvoer n.v.t. Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie, en dan alleen voor zover: • de gebruiker recht heeft op het inzien van ingemeten obstakels. Opmerking Gebruikers behorend tot de organisatie die eigenaar is van de kopie-database kunnen de database ook weer verwijderen. De naam van de kopie-database is daarna weer beschikbaar voor gebruik.
4.1.4
Import meetresultaten
Doel Het importeren van meetresultaten in een database met ingemeten obstakels. Invoer gebruiker • selectie database: operationele database of bestaande kopie-database • bron import: bestand of map op systeem gebruiker Werking De aangeleverde meetresultaten worden geïmporteerd in de geselecteerde database. De meetresultaten worden aangeleverd in een (in detailontwerp) nog vast te stellen format. De meetresultaten bevatten voor elk aangeleverd obstakel tenminste: • status: o ongewijzigd (het obstakel mag in dat geval ook ontbreken in de meetresultaten)
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 26 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
•
• • • • • • • • •
Registratienummer P4411-R-4
o gewijzigd (tenminste één gegeven van het obstakel is gewijzigd) o verwijderd (obstakel is verdwenen, dus te verwijderen uit database) o nieuw (obstakel is nieuw, dus toe te voegen in database) obstakelidentificatie (zie ook 4.2.1): o code beheersgebied o volgnummer obstakel: § voor ongewijzigde, gewijzigde of verwijderde obstakels is dit het in de meetinstructie aangeleverde volgnummer § voor nieuwe obstakels geen volgnummer, dit wordt toegekend bij import in de database. Wel bevatten de meetresultaten voor nieuwe obstakels een door de meetploeg toegekende voorlopige identificatie. o categorie (ingemeten of nieuw/tijdelijk). Omdat het hier aanlevering van meetresultaten betreft is de categorie altijd ingemeten. type omschrijving afbeelding (foto/tekening) bijschrift bij afbeelding datum laatste meting datum laatste controle kwaliteitskenmerk leverancier voor elk obstakelpunt van het obstakel: o volgnummer obstakelpunt o locatie (XY, in RD) o maaiveldhoogte t.o.v. NAP (Zmaaiveld) o obstakelhoogte t.o.v. NAP (Ztop)
Ongewijzigde obstakels mogen ontbreken in de aangeleverde meetresultaten, dit naar keuze van de meetploeg. Voor elk aangeleverd obstakel bevatten de meetresultaten de volledige lijst obstakelpunten, zoals die in de database opgeslagen zal worden. Gewijzigde, toegevoegde of verdwenen obstakelpunten zijn dus niet als zodanig herkenbaar in de meetresultaten. De aangeleverde meetresultaten worden geïmporteerd in de geselecteerde database. De import stopt voortijdig zodra de import op dusdanige fouten stuit in de meetresultaten dat import niet verder mogelijk is. Indien de gegevens van een obstakel niet voldoen aan validatiecriteria of importcriteria worden alleen de gegevens van dat obstakel niet geïmporteerd. Van de import wordt een mutatieverslag gemaakt dat alle bijzonderheden meldt. Importcriteria zijn: • voor elk te importeren obstakel (status gewijzigd, verwijderd of nieuw): o de aangeleverde categorie is 'ingemeten obstakel' • voor elk te importeren obstakel met status gewijzigd of verwijderd: o een obstakel met het aangeleverde volgnummer bestaat in de database; o de meetresultaten bevat geen gewijzigde waarde voor: § categorie § code beheersgebied § type.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 27 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bij de import worden de gegevens van obstakels met status ‘gewijzigd’ in de database geheel vervangen door de aangeleverde gegevens. Hierbij gelden nog enkele aanvullende importcriteria: • bij wijziging van de obstakelpuntcoördinaten is ook de datum laatste meting gewijzigd en de datum laatste controle leeg; • bij gelijkblijvende obstakelpuntcoördinaten blijft ook de datum laatste meting gelijk en is de datum laatste controle gewijzigd. De volgende gegevens behouden hun waarde: • indicator 'obstakel toetsen' • datum verwachte verdwijning • identificatie volgens meetploeg bij eerste inmeting. Obstakels met aanzienlijke wijziging van de locatie of hoogte worden in het mutatieverslag gemeld. De obstakelverwerking bevat criteria voor 'aanzienlijke wijziging' van obstakelpuntcoördinaten. Bij de import worden obstakels met status 'verwijderd' uit de database verwijderd. Obstakels met status 'nieuw' worden in de database toegevoegd. Hierbij wordt een nieuw volgnummer gegenereerd. Dit volgnummer geldt alleen binnen de gebruikte database (zie ook 4.2.1). Verder krijgt: • de indicator 'obstakel toetsen' de waarde JA; • de datum verwachte verdwijning geen waarde; • de 'identificatie volgens meetploeg bij eerste inmeting' de door de meetploeg aangeleverde voorlopige identificatie. Uitvoer Het mutatieverslag. Dit bevat: • datum/tijd import • naam gebruiker • organisatie gebruiker • aanduiding database: operationeel of naam kopie-database • bron import: bestand of map op systeem gebruiker • opsomming in afzonderlijke lijsten van (tussen haakjes de te melden gegevens): o de nieuwe obstakels (obstakelidentificatie, identificatie volgens meetploeg) o de verwijderde obstakels (obstakelidentificatie) o de gecontroleerde obstakels (obstakelidentificatie). Dit zijn obstakels die zijn gewijzigd, echter zonder wijziging van de obstakelpuntcoördinaten. o de opnieuw ingemeten obstakels (obstakelidentificatie). Dit zijn obstakels waarvan obstakelpuntcoördinaten zijn gewijzigd. o de obstakels waarvan de aangeleverde gegevens niet geïmporteerd konden worden (obstakelidentificatie, gedetailleerde vermelding van de reden) o de obstakelpunten waarvan de locatie of hoogte aanzienlijk is gewijzigd (obstakelidentificatie, volgnummer obstakelpunt, nieuwe locatie XY, nieuwe hoogte Zmaaiveld en Ztop, afstand tot oude locatie, verschil met oude hoogte) • de eventuele fout welke tot afbreken van de import heeft geleid. Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie, en dan alleen voor zover: • de gebruiker recht heeft op het importeren van ingemeten obstakels (bij import in de operationele database);
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 28 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
•
Registratienummer P4411-R-4
de organisatie waar de gebruiker toe behoort eigenaar is van de kopie-database (bij import in een kopie-database).
4.1.5
Onderhoud gegevens en overzichten actuele obstakels
Doel Onderhoud (inzien, toevoegen, wijzigen en verwijderen) actuele obstakels. Opvragen van overzichten van actuele obstakels (ongerelateerd aan programma's). Invoer gebruiker • selectie obstakels t.b.v. overzichten aan de hand van de volgende criteria (selectie op meerdere criteria tegelijkertijd is mogelijk): o database: operationele database of bestaande kopie-database o categorie: ingemeten, nieuw/tijdelijke of alle obstakels o beheersgebieden: alle obstakels of die van één beheersgebied o type: alle obstakels of die van één type of die van één soort (groep van obstakeltypes) o datum laatste meting: alle obstakels of die met datum binnen op te geven periode o datum laatste controle: alle obstakels of die met datum binnen op te geven periode o datum verwachte verdwijning: alle obstakels of die met datum binnen op te geven periode o kwaliteitskenmerk: alle obstakels of die van één kenmerk o indicator 'obstakel toetsen': alle obstakels of die met één waarde (Ja of Nee) o geografische locatie: alle obstakels of alle met een locatie XY binnen een opgegeven RD rechthoek. Deze rechthoek is in RD coördinaten op te geven of in een topografische kaart aan te geven. o hoogte: alle obstakels, of alle met obstakelpunten met obstakelhoogte Ztop boven een bepaalde waarde boven NAP. • toevoeging, wijziging en verwijdering van actuele obstakels Werking De gebruiker kan in een schermlijst door de geselecteerde obstakels bladeren en de verdere gegevens van een obstakel opvragen (inclusief afbeelding). De gebruiker kan de geselecteerde obstakels opnemen in een overzicht in tekst- of GIS vorm. De gebruiker kan actuele obstakels toevoegen, wijzigen of verwijderen. Dit omvat tevens het toevoegen of vervangen van de afbeelding bij het obstakel. Bij toevoeging van een nieuw obstakel wordt een volgnummer voor het obstakel gegenereerd, zie 4.2.1. Invoer of wijziging van obstakelpuntcoördinaten en -hoogte vindt plaats zoals beschreven in paragraaf 4.2.2. Het toevoegen, wijzigen en verwijderen van obstakels is alleen mogelijk in de operationele database. Uitvoer Overzicht van de geselecteerde obstakels in tekstvorm (zie 4.2.3) of GIS vorm (zie 4.2.4). ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 29 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Het overzicht in tekstvorm bevat de datum, de selectiecriteria en alle gegevens van de geselecteerde obstakels, met optioneel, naar keuze van de gebruiker, ook de afbeelding. Het overzicht in GIS vorm kan, naar keuze van de gebruiker, de volgende informatie bevatten: • de topografische kaart • de geselecteerde obstakels met identificatie • alle gemeten obstakels • alle nieuw/tijdelijke obstakels • de banen (uit GIS layer). Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie, en dan alleen voor zover: • bij onderhoud van de operationele database: o de gebruiker recht heeft op het inzien van ingemeten obstakels o de gebruiker recht heeft op het inzien van nieuwe/tijdelijke obstakels o de gebruiker recht heeft op het muteren van ingemeten obstakels: § beperkt recht: wijzigen indicator 'obstakel toetsen' en datum verwachte verdwijning § volledig recht o de gebruiker recht heeft op het muteren van nieuwe/tijdelijke obstakels • bij onderhoud van een kopie-database: o de organisatie waar de gebruiker toe behoort eigenaar is van de kopie-database.
4.1.6
Onderhoud gegevens planobstakels
Doel Onderhoud (inzien, toevoegen, wijzigen en verwijderen) van planobstakels behorend tot een organisatie. Invoer gebruiker • toevoeging, wijziging en verwijdering van planobstakels Werking De gebruiker kan in een schermlijst door de planobstakels bladeren en de verdere gegevens van een obstakel opvragen. De gebruiker kan obstakels toevoegen, wijzigen of verwijderen. Bij toevoeging wordt een nieuw volgnummer voor het obstakel gegenereerd zie 4.2.1. Invoer van obstakelpunt coördinaten en -hoogte vindt plaats zoals beschreven in paragraaf 4.2.2. Uitvoer Overzicht van de planobstakels in tekstvorm (zie 4.2.3). Het overzicht bevat de datum, de naam van de organisatie, en de gegevens van de planobstakels.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 30 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie, en dan alleen voor zover: • de gebruiker recht heeft op het inzien van planobstakels • de gebruiker recht heeft op het muteren van planobstakels • het obstakels betreft behorend tot de organisatie waar de gebruiker deel van uitmaakt.
4.1.7
Rapportage doorsteking obstakelvlakken (Annex-14, OFZ, VSS)
Doel Rapporteren welke obstakels door de vlakken van een toegepast Annex-14, OFZ of VSS programma steken. Dit t.b.v.: • controle resultaat meetwerkzaamheden, of • toetsing actuele obstakelsituatie Invoer gebruiker • selectie toegepast Annex-14, OFZ of VSS programma • toepassing functie: o controle resultaat meetwerkzaamheden, of o toetsing actuele obstakelsituatie • bij controle resultaat meetwerkzaamheden: o selectie database: operationele database of bestaande kopie-database Werking De functie rapporteert uit een obstakelverzameling alle obstakels die door de vlakken van het geselecteerde toegepaste programma steken, inclusief eventuele snij- en randpunten (zie 4.2.5). Bij controle resultaat meetwerkzaamheden bestaat deze obstakelverzameling uit alle ingemeten obstakels in de geselecteerde database. Bij toetsing actuele obstakelsituatie bestaat deze obstakelverzameling uit alle actuele (ingemeten en nieuw/tijdelijke) obstakels in de operationele database, voorzover niet uitgesloten van toetsing. Uitvoer Rapportage in tekstvorm (zie 4.2.3) of GIS vorm (zie 4.2.4). De rapportage zal vaak vele tientallen obstakels bevatten. De rapportage in tekstvorm bestaat uit een kop en een deel voor elk vlak van het programma (zie Figuur 2 voor een voorbeeld in een mogelijke opmaak). De kop bevat: • naam luchthaven • identificatie baan (deze geeft waar nodig ook de richting aan) • naam programma • aanduiding obstakelverzameling waaruit gerapporteerd wordt (aanduiding geselecteerde database, obstakelcategorie etc). Voor elk vlak van het programma bevat de rapportage een deel. Dit deel bevat de naam van het vlak en onderstaande gegevens van elk obstakel dat het vlak doorsteekt, in volgorde van oplopend obstakel volgnummer: ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 31 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
obstakelidentificatie (zie ook 4.2.1) type, aantal obstakelpunten (alle), kwaliteitskenmerk, datum laatste meting en controle, obstakel toetsen (ja/nee) • omschrijving • voor elk obstakelpunt dat het vlak doorsteekt en elk eventueel snij- en randpunt: o volgnummer (of 'S' voor snij- of randpunt), locatie (XY), obstakel- en maaiveldhoogte t.o.v. NAP (Ztop en Zmaaiveld), hoogte (Ztop - Zmaaiveld) en doorsteking vlak (hoogte van het obstakelpunt boven het vlak, bij snijpunten is deze altijd 0.0). Alle hoogtegegevens in [m]. • •
Rapportage doorsteking obstakelvlakken
luchthaven baan programma
8 maart 2005
: Eindhoven : 22 : Annex-14 approach
obstakeldatabase : operationeel obstakelcategorie : ingemeten + nieuw/tijdelijk alleen te toetsen obstakels : ja
vlak EH.1076
EH.1080
vlak
: sector A - laagste landingsvlak Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit Gemeten BOOM 1 A 01-12-2003 BERK IN BOMENRIJ W-ZIJDE SPOTTERSWEG Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai Hoogte 1 155336.5 386393.16 37.56 22.04 15.52 Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit Gemeten BOOM 2 A 01-12-2003 EIK NW-ZIJDE KANAAL TUSSEN KANAAL EN ZANDPAD Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai Hoogte 1 155421.96 386366.98 33.79 22.28 11.51 2 155413.17 386395.38 36.30 21.71 14.59
Gecontr Toetsen j DoorVlak 9.80 Gecontr Toetsen j DoorVlak 5.70 7.99
: sector B - midden landingsvlak
geen obstakels gerapporteerd
vlak EH.1120
©
: sector E - grondvlak Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit Gemeten LUCHTVAARTGRONDLICHT 1 A 01-12-2003 NADERINGSLICHT Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai Hoogte 1 154990.29 385806.59 20.20 19.65 0.55
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 32 van 140
Gecontr Toetsen j DoorVlak 0.80
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
EH.1121
Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit Gemeten Gecontr Toetsen LUCHTVAARTGRONDLICHT 2 A 01-04-1996 01-12-2003 j 2 X RODE EINDE BAAN LAMPEN KOP 22 Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai Hoogte DoorVlak 1 154988.19 385786.26 20.21 19.74 0.47 0.81 2 154971.82 385797.75 20.21 19.74 0.47 0.81
EH.2312.A
Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit LUCHTVAARTGRONDLICHT 6 6 LAMPEN BLAUW NW VAN HOOFDBAAN NO VAN ALPHA Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai 1 154957.61 385805.20 19.99 19.72 2 154933.41 385822.34 19.72 19.45 S 154911.49 385837.63 19.81 19.53
Gemeten Hoogte 0.27 0.27 0.28
Figuur 2 : Rapportage doorsteking obstakelvlakken (tekstvorm) De rapportage in GIS vorm kan, naar keuze van de gebruiker, de volgende informatie bevatten: • de topografische kaart • de vlakcontouren van het geselecteerde toegepaste programma (in verticale projectie) • de gerapporteerde obstakels met identificatie • alle gemeten obstakels • alle nieuw/tijdelijke obstakels • de banen (uit GIS layer). Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie t.b.v. controle meetwerkzaamheden of t.b.v. toetsen van de actuele obstakelsituatie, en dan alleen voor zover: • bij rapportage uit de operationele database: o de gebruiker recht heeft op het inzien van ingemeten obstakels o de gebruiker recht heeft op het inzien van nieuwe/tijdelijke obstakels • bij rapportage uit een kopie-database: o de organisatie waar de gebruiker toe behoord eigenaar is van de kopie-database
4.1.8
Rapportage obstakels in protectievlakken (PANS-OPS)
Doel Rapporteren van de obstakels in een toegepast PANS-OPS programma. Dit t.b.v. controle van het resultaat van meetwerkzaamheden. Invoer gebruiker • selectie toegepast PANS-OPS programma • selectie te rapporteren obstakels: o selectie database: operationele database of bestaande kopie-database Werking De functie rapporteert uit een obstakelverzameling alle obstakels die voor het geselecteerde toegepaste PANS-OPS programma voldoen aan de meetvoorschriften van het programma.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 33 van 140
Gecontr Toetsen j DoorVlak 0.39 0.12 0.21
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Gezien de toepassing van de functie bestaat deze obstakelverzameling uit alle ingemeten obstakels in de geselecteerde database. In vlakken waarvoor het meetvoorschrift de doorstekende obstakels vraagt rapporteert de functie tevens eventuele snij- en randpunten (zie 4.2.5). Uitvoer Rapportage in tekstvorm (zie 4.2.3) of GIS vorm (zie 4.2.4). De rapportage zal vaak vele tientallen obstakels bevatten. De rapportage in tekstvorm (zie Figuur 3 voor een voorbeeld in een mogelijke opmaak) bevat dezelfde gegevens als de rapportage doorsteking obstakelvlakken. Voor elk vlak wordt tevens de vraag (meetvoorschrift) vermeldt. De doorsteking van een vlak (hoogte boven het vlak) wordt alleen gerapporteerd indien gevraagd door het meetvoorschrift. Rapportage obstakels in protectievlakken
luchthaven baan programma
8 maart 2005
: Eindhoven : 22 : ILS GP-INOP
obstakeldatabase : test09-03 obstakelcategorie : ingemeten alleen te toetsen obstakels : nee
vlak vraag EH.1203
EH.1204
vlak vraag
: sector A - grondvlak : hoogste 2 obstakels Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit HOOGSPANNINGSMAST 1 A 146 IN BOUWLAND SON 2E MAST N - SONIUSWIJK Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai 1 158308.83 392699.80 74.40 14.89
Gemeten Gecontr Toetsen 01-2-1997 03-02-2004 j
Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit HOOGSPANNINGSMAST 1 A 147 IN BOUWLAND SON 1E MAST N - SONIUSWIJK Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai 1 158640.60 392630.49 73.51 15.29
Gemeten Gecontr Toetsen 01-2-1997 03-02-2004 j
Hoogte 59.51
Hoogte 58.22
: sector B - aanvliegvlak : hoogste 2 obstakels
vlak vraag
: sector C1 - zijvlak links : obstakels hoger dan hoogste in vlak: sector A - grondvlak
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 34 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
vlak vraag
Registratienummer P4411-R-4
: sector C2 - zijvlak rechts : obstakels hoger dan hoogste in vlak : sector A - grondvlak
vlak vraag
: sector D - doorstartvlak : doorstekende obstakels
EH.1386
Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit Gemeten Gecontr Toetsen GEBOUW 1 A 01-07-1992 03-02-2004 j (RKK) KERKGEBOUW WINTELRE Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai Hoogte DoorVlak 1 151762.81 383774.44 63.92 21.76 42.16 2.19
EH.1387
Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit Gemeten Gecontr Toetsen GEBOUW 1 A 01-07-1992 03-02-2004 j (RKK) KERKGEBOUW OERLE Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai Hoogte DoorVlak 1 153768.39 381416.02 66.65 22.87 43.78 4.92
Figuur 3 : Rapportage obstakels in protectievlakken (tekstvorm) De rapportage in GIS vorm is identiek aan die van de rapportage doorsteking obstakelvlakken. Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie en alleen voor zover: • bij rapportage uit de operationele database: o de gebruiker recht heeft op het inzien van ingemeten obstakels • bij rapportage uit een kopie-database: o de organisatie waar de gebruiker toe behoort eigenaar is van de kopie-database.
4.1.9
Rapportage OCA/OCH waarde
Doel Rapporteren van de OCA en OCH waarde en de obstakels in een toegepast PANSOPS programma. Dit t.b.v. toetsing van de actuele obstakelsituatie. Invoer gebruiker • selectie toegepast PANS-OPS programma • opslaan gewijzigde OCA en OCH waarde voor het programma: ja/nee Werking De functie rapporteert uit een obstakelverzameling, voor het geselecteerde toegepaste PANS-OPS programma, de OCA en OCH waarde en alle obstakels die voldoen aan de meetvoorschriften van het programma. Gezien de toepassing van de functie bestaat deze obstakelverzameling uit alle actuele (ingemeten en nieuwe/tijdelijke) obstakels in de operationele database, voorzover niet uitgesloten van toetsing.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 35 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
In vlakken waarvoor het meetvoorschrift de doorstekende obstakels vraagt rapporteert de functie tevens eventuele snij- en randpunten (zie 4.2.5). Indien de berekende OCA en OCH waarde afwijkt van de opgeslagen, 'laatst gepubliceerde' waarde voor het toegepaste programma, wordt dit aan de gebruiker gemeld. Deze kan de nieuw berekende waarden goed- of afkeuren. Na goedkeuren van de waarden worden deze opgeslagen als nieuwe 'laatst gepubliceerde' waarde voor het programma. De opslag dient voor vergelijk bij de toetsing van planobstakels; de gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de daadwerkelijke publicatie. De melding en de eventuele opslag vindt plaats bij afsluiting van de rapportage door de gebruiker. Uitvoer Rapportage in tekstvorm (zie 4.2.3) of GIS vorm (zie 4.2.4). De rapportage zal vaak vele tientallen obstakels bevatten. De rapportage in tekstvorm (zie Figuur 4 voor een voorbeeld in een mogelijke opmaak) is identiek aan de rapportage obstakels in protectievlakken, alleen bevat deze na de kop een extra deel met de OCA en OCH waarden in hele meters en hele feet, en het controlling obstacle (het maatgevende obstakel en obstakelpunt). Rapportage OCA/OCH waarde
luchthaven baan programma
8 maart 2005
: Eindhoven : 22 : ILS GP-INOP
obstakeldatabase : operationeel obstakelcategorie : ingemeten + nieuw/tijdelijk alleen te toetsen obstakels : ja
Controlling Obstacle: EH.1203 OCA: OCH:
149 m 130 m
EH.1203
Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit HOOGSPANNINGSMAST 1 A 146 IN BOUWLAND SON 2E MAST N - SONIUSWIJK Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai 1 158308.83 392699.80 74.40 14.89
vlak vraag EH.1203
(484 ft) (421 ft) Gemeten Gecontr Toetsen 01-2-1997 03-02-2004 j Hoogte 59.51
: sector A - grondvlak : hoogste 2 obstakels Type + Omschrijving Aantal Kwaliteit HOOGSPANNINGSMAST 1 A 146 IN BOUWLAND SON 2E MAST N - SONIUSWIJK Pnr X-rd Y-rd Z-top Z-maai 1 158308.83 392699.80 74.40 14.89
Gemeten Gecontr Toetsen 01-2-1997 03-02-2004 j Hoogte 59.51
Figuur 4 : Rapportage OCA/OCH waarde (tekstvorm)
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 36 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
De GIS rapportage is identiek aan die van de rapportage obstakels in protectievlakken. Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie, en dan alleen voor zover: • de gebruiker recht heeft op het inzien van ingemeten obstakels • de gebruiker recht heeft op het inzien van nieuwe/tijdelijke obstakels • de gebruiker recht heeft op het opslaan van 'laatst gepubliceerde' OCA en OCH waarden
4.1.10 Rapportage experttoetsing planobstakels Doel Uitgebreid toetsen en rapporteren planobstakels. Invoer gebruiker • selectie te toetsen planobstakels (binnen de eigen verzameling, door 'aan vinken') • selectie methodieken (meerdere mogelijk): o Annex-14 o VSS o OFZ o PANS-OPS Werking De functie rapporteert, voor elk geselecteerd planobstakel, alle toegepaste programma's van de geselecteerde methodieken waarin het obstakel zich bevindt. Voor Annex-14, VSS en OFZ programma's rapporteert de functie de eventuele doorsteking van vlakken, voor PANS-OPS programma's de eventuele verhoogde OCA en OCH waarde. Uitvoer Rapportage in tekstvorm (zie 4.2.3) of GIS vorm (zie 4.2.4). De rapportage in tekstvorm bestaat uit een kop en een deel voor elk geselecteerd planobstakel (zie Figuur 2 voor een voorbeeld in een mogelijke opmaak). De kop bevat • naam organisatie • opsomming geselecteerde obstakels • opsomming geselecteerde methodieken Voor elk geselecteerd obstakel bevat het overzicht een deel met: • de volledige gegevens van het planobstakel • voor elk toegepast Annex-14, OFZ of VSS programma waarbinnen het obstakel met één of meer obstakelpunten ligt (geordend naar luchthaven en baan): o naam luchthaven o identificatie baan (deze geeft zonodig ook de richting aan) o naam programma o voor elk vlak van het programma waarbinnen het obstakel met één of meer obstakelpunten ligt: § identificatie vlak
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 37 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
voor elk obstakelpunt dat in het vlak ligt: œ volgnummer van het obstakelpunt œ hoogte van het vlak ter plaatse (t.o.v. NAP). œ de doorsteking (hoogte van het obstakelpunt boven het vlak, '-' indien geen doorsteking). • voor elk toegepast PANS-OPS programma waarbinnen het obstakel met één of meer obstakelpunten ligt (geordend naar luchthaven en baan): o naam luchthaven o identificatie baan (deze geeft zonodig ook de richting aan) o naam programma o de laatste voor het programma gepubliceerde OCA en OCH waarde, in hele meters en hele feet § voor elk obstakelpunt dat binnen het programma ligt: œ volgnummer van het obstakelpunt œ de voor het obstakelpunt alleen berekende OCA en OCH waarde, in hele meters en hele feet, '-' indien de berekende waarde de laatst gepubliceerde waarde niet overschrijdt; œ de maximale hoogte Zmax die het obstakelpunt kan hebben zonder dat de ervoor berekende OCA en OCH waarde de laatst gepubliceerde waarde niet overschrijdt. §
Rappportage toetsing planobstakels organisatie obstakel(s) toetsen aan
8 maart 2005
: IVW : EH.20.P, EH.21.P, EH.22.P : Annex-14, OFZ, VSS, PANS-OPS
obstakel : EH.20.P type : omschrijving : datum vanaf(?): datum tot (?):
GEBOUW nieuwe vlaggemasten op flat de regent (5 meter hoger) 01-03-2006 -
Pnr --1 2
Y-rd --------383262.16 383262.99
X-rd --------161058.64 161056.07
obstakel toetsing aan
Z-top -----125.68 125.67
Z-maai -----17.03 17.03
Hoogte -----108.65 108.64
: EH.20.P : Annex-14, OFZ, VSS
Luchthaven Baan Programma Vlak Pnr Zvlak DoorVlak -------------------- ---- --- ------ --------Eindhoven C 1 120.70 4.98 04 2 120.73 4.94 Annex-14 approach Eindhoven 04 OFZ
©
C 1 2
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
127.21 127.24
-
pagina 38 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Eindhoven 22 Annex-14 take/off
A1 1 2 A2 1 2
122.75 122.77 126.13 126.17
2.93 2.89 -
B 1 2
151.13 151.12
-
Eindhoven 04-22 Annex-14 hor/con
toetsing aan Annex-14,OFZ,VSS verder niet weergegeven in deze figuur> kan nog andere toegepaste programma's voor deze luchthaven bevatten> kan nog toegepaste programma's voor andere vliegvelden bevatten> kan nog niet-vliegveld gebonden programma's bevatten>
obstakel toetsing aan
: EH.20.P : PANS-OPS
Luchthaven gepubliceerde gepubliceerde berekende berekende Baan waarden[m] waarden[ft] waarden[m] waarden[ft] Programma OCA OCH OCA OCH Pnr OCA OCH OCA OCH Zmax -------------------- ------------- ------------- --- ------------ ------------- -----Eindhoven 170 150 551 486 1 - 130.25 04 2 - 130.27 NDB Eindhoven 22 ILS GP-INOP
149
130
484
421 1 2
152.30 132.70 493.84 430.29 122.78 152.29 132.69 493.81 430.25 122.78
Eindhoven 22 NDB
155
135
502
438 1 2
156.65 137.05 507.94 444.39 123.78 156.64 137.04 507.91 444.36 123.78
Eindhoven Luchthaven Circling
195
176
632
571 1 2
-
-
- 140.35 - 140.35
toetsing aan PANS-OPS verder niet weergegeven in deze figuur> kan nog andere toegepaste programma's voor deze luchthaven bevatten> kan nog toegepaste programma's voor andere vliegvelden bevatten> kan nog niet-vliegveld gebonden programma's bevatten>
obstakel
: EH.21.P
type : GEBOUW
obstakel
: EH.22.P
type : GEBOUW
Figuur 5 : Rapportage experttoetsing planobstakels (tekstvorm) De rapportage in GIS vorm kan, naar keuze van de gebruiker, de volgende informatie bevatten: • de topografische kaart • de geselecteerde obstakels met identificatie
©
-
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 39 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
•
•
Registratienummer P4411-R-4
de vlakcontouren van één of meer gerapporteerde toegepaste programma's, met identificatie, in verticale projectie (in de rapportage kunnen dus vlakken door elkaar zijn getekend) de banen (uit GIS layer).
Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie, en dan alleen voor zover: • de gebruiker recht heeft op het toetsen aan Annex-14 • de gebruiker recht heeft op het toetsen aan OFZ • de gebruiker recht heeft op het toetsen aan VSS • de gebruiker recht heeft op het toetsen aan PANS-OPS • het obstakels betreft behorend tot de organisatie waar de gebruiker deel van uitmaakt.
4.1.11 Rapportage publiekstoetsing planobstakel Doel Het publiek, waaronder gemeenten, provincies en aannemers, in de gelegenheid stellen een planobstakel te toetsen aan Annex-14. Invoer gebruiker • gegevens van het planobstakel: o naam of aanduiding o gegevens van 1 of meer obstakelpunten (zie ook 4.2.2): § locatie (XY) § maaiveldhoogte t.o.v. NAP (Zmaaiveld) (optioneel, eventueel afkomstig uit het landelijk bestand met maaiveldhoogte) § obstakelhoogte t.o.v. NAP (Ztop) (optioneel) § obstakelhoogte boven maaiveld (Ztop - Zmaaiveld) (optioneel) • selectie van het in de detailkaart van de rapportage weer te geven geografische gebied Werking De gebruiker kan de gegevens van een obstakel invoeren. Het obstakel kan uit meerdere punten bestaan. De functie rapporteert voor elk obstakelpunt de maximale hoogte waarbij net geen enkel Annex-14 vlak wordt doorstoken. Indien uit de door de gebruiker opgegeven hoogtegegevens een obstakelhoogte boven NAP is op te maken rapporteert de functie tevens of er sprake is van doorsteking van een Annex-14 vlak. Uitvoer Een gecombineerde GIS- en tekstuele rapportage. Deze bevat (zie Figuur 6 voor een voorbeeld in een mogelijke opmaak): • de naam van het obstakel • voor elk door de gebruiker opgegeven obstakelpunt: o het volgnummer van het obstakelpunt o de locatie (XY) o de maaiveldhoogte t.o.v. NAP
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 40 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
o o
de obstakelhoogte boven maaiveld en t.o.v. NAP de maximale obstakelhoogte boven maaiveld en t.o.v. NAP ('onbeperkt' indien locatie niet in Annex-14 vlak ligt) o een indicatie of het obstakelpunt te hoog is (hoger dan de maximale hoogte) • opmerkingen (vaste tekst ingevoerd door de beheerder) • een overzichtskaart met de contouren van de detailkaart • een detailkaart met indicatie van de locatie van het planobstakel Voor onbekende of niet af te leiden hoogtegegevens bevat de rapportage steeds een vraagteken (?). Dit afhankelijk van de door de gebruiker opgegeven gegevens. In het uiterste geval bevat de rapportage alleen een waarde of 'onbeperkt' voor de maximale obstakelhoogte boven NAP. Rapportage toetsing planobstakel naam
8 maart 2005
: antenne op gebouw de valk
maaiveld X Y hoogte Pnr [RD] [RD] [m+NAP] --- ------ ------ -------1 122293 486931 +2.1
opgegeven obst.hoogte [m] [m+NAP] ------------150.3 152.4
maximale obst.hoogte [m] [m+NAP] ------------143.9 146.0
te hoog ------nee
Opmerkingen: - Voor aanvragen, ontheffingen etc.:
IVW-luchtvaart Telefoon: 023-5663300 Op werkdagen tussen 09.00 en 12.00 uur. www.divisieluchtvaart.nl
- Voor vragen over wetgeving etc.:
DG Luchtvaart Telefoon: 023 3517024 www.luchtvaartbeleid.nl
- Maaiveldhoogten, voor de opgegeven locatie opgezocht in het landelijk bestand met maaiveldhoogten, kunnen onjuist of onnauwkeurig zijn. - Aan deze toetsing kunnen geen rechten ontleend worden.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 41 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Overzichtskaart:
Detailkaart:
Figuur 6 : Rapportage publiekstoetsing planobstakel Opmerkingen bij Figuur 6: de GIS afbeeldingen geven slechts een indruk hoe deze er uit zouden kunnen zien. Exclusiviteit • De functie is publiek toegankelijk. ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 42 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
4.1.12 Export naar CRM Doel Export van gegevens van actuele obstakels voor verdere analyse met CRM software. Invoer gebruiker • selectie te exporteren obstakelgegevens: o welke beheersgebieden: één, meerdere of alle beheersgebieden o wel/niet gegevens van ingemeten obstakels exporteren o wel/niet gegevens van nieuwe/tijdelijke obstakels exporteren • bestemming export: bestand op systeem gebruiker • transfer description • interpoleren tussen obstakelpunten: ja/nee, interpolatieafstand Werking De functie exporteert uit de operationele database gegevens van de geselecteerde obstakels. Het format van de export is beschreven in sectie 3.3.5.3 op bladzijde 41 van: Infolution Pans-Ops software User Guide First Edition, January 2003 Tabel 1 bevat voor elk veld van de export aanwijzingen voor de te exporteren waarde. De waarde in velden wordt zonodig ingekort tot de maximale veldlengte. Velden waarvoor geen waarde kan worden bepaald krijgen de waarde 'none' (tekstvelden) of , '1990/01/01' (datumvelden). Pans-Ops software import field Field seperator Record seperator Category Type Description
Latitude + Latitude value Longitude + Longitude value Reference system Elevation (ASL, Above Sea Level) Height (AGL, Above Ground Level) Wall limit Horizontal accuracy Vertical accuracy Verification date
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
Opmerking ascii 59 (semicolon) ascii 13/10 (return/linefeed) CRM categorie behorend bij obstakeltype, zie 5.2.10. obstakel type obstakel met 1 obstakelpunt: obstakelidentificatie. obstakel met n obstakelpunten: obstakelidentificatie + volgnummer obstakelpunt + het eventuele interpolatienummer, bijvoorbeeld: RO.12366.A.3.1 obstakel locatie, in WGS84 obstakel locatie, in WGS84 'WGS 84' obstakelhoogte t.o.v. NAP (Ztop) obstakelhoogte boven maaiveld (Ztop - Zmaaiveld) 'P1' '1' 'C' obstakel datum laatste controle
pagina 43 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Remarks Source type
obstakel omschrijving ingemeten obstakel: 'Survey' nieuw/tijdelijk obstakel: 'Local' plan obstakel: 'Plan' (n.v.t.) obstakel uitvoerder inmeting/controle/invoer obstakel datum meting opgegeven transfer code actuele datum export
Source description Source date Transfer description Transfer date Tabel 1 : Velden export naar CRM
Voor obstakels bestaande uit meerdere obstakelpunten wordt een volledig record geëxporteerd voor elk obstakelpunt met 'Wall limit' waarde 'P1'. Bovendien worden, indien de gebruiker dat heeft aangegeven, tussen twee opeenvolgende obstakelpunten extra punten geïnterpoleerd en geëxporteerd zodat de afstand tussen opeenvolgende geëxporteerde obstakelpunten niet groter is dan de opgegeven interpolatieafstand, zie Figuur 7. De reden hiervoor is de opmerking op bladzijde 40 van de Pans-Ops User Guide: "In this version of the program, wall obstacles can only be imported as a series of pole obstacles. These pole obstacles should be spaced by approximately 60m intervals, an interval being twice the value of the aircraft semi-span. When an existing wall obstacle is exported, it will appear as two obstacles, located at either end of the wall. This should be remembered when exporting, modifying and then re-importing wall obstacles. If necessary, additional pole obstacles should be generated at approximately 60m intervals." obstakelpunt 4
interpolatiepunt 3.2
obstakelpunt 2
interpolatiepunt 3.1
obstakelpunt 3 interpolatiepunt 1.1
obstakelpunt 1 gebruikte interpolatieafstand
Figuur 7 : Interpolatie obstakelpunten bij export naar CRM (bovenaanzicht) Uitvoer Een ascii file in de Pans-Ops software User Guide beschreven formaat met gegevens van de geselecteerde obstakels, zoals onder "Werking" beschreven.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 44 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie, en dan alleen voor zover de gebruiker: • de gebruiker recht heeft op het inzien van ingemeten obstakels; • de gebruiker recht heeft op het inzien van nieuwe/tijdelijke obstakels.
4.1.13 Beheer obstakelverwerking Doel Beheer van diverse gegevens, waaronder gebruikersrechten. Invoer gebruiker • toevoeging, wijziging en verwijdering van: o gebruikersgegevens: § organisaties § gebruikers, inclusief gebruikersrechten o obstakelkenmerken: § beheersgebieden § kwaliteitskenmerken § obstakelsoorten § obstakeltypen o programmagegevens: § luchthavens § banen § toegepaste programma's • wijziging van instelgegevens t.a.v. de obstakelverwerking (attributen entiteit Obstakelverwerking, zie 5.2.11) • naam GIS bestand met layer banen. Werking De gebruiker kan gegevens inzien, toevoegen, wijzigen en verwijderen als opgesomd onder 'Invoer gebruiker'. De gegevens van een toegepast programma zullen worden ingevoerd of gewijzigd door import van een bestand in GIS formaat met ondermeer de geometrie (coördinaten) van de vlakken. Dit bestand en de import ervan dient in detailontwerp te worden uitgewerkt. De gebruiker kan de GIS layer met in GIS presentaties weer te geven banen vervangen door een bestand met de nieuwe layer te importeren. Uitvoer Geen. Exclusiviteit De functie wordt alleen uitgevoerd als de gebruiker recht heeft op het uitvoeren van deze functie, en dan alleen voor zover de gebruiker: • recht heeft op het muteren van obstakelkenmerken; • recht heeft op het muteren van programmagegevens; • recht heeft op het muteren van gebruikersgegevens; ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 45 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
• •
Registratienummer P4411-R-4
recht heeft op het muteren van instelgegevens t.a.v. de obstakelverwerking; recht heeft op het vervangen van GIS layers.
4.2 Toelichting functies 4.2.1
Identificatie obstakels en obstakelpunten
Obstakels worden binnen de geautomatiseerde obstakelverwerking in rapportages, import en export geïdentificeerd met: beheersgebied.volgnummer.categorie Hierin is: beheersgebied volgnummer categorie
: beheersgebied (twee letterige code). : obstakelvolgnummer binnen de database : - ingemeten obstakel (geen aanduiding) - nieuw/tijdelijk obstakel (aanduiding 'A') - planobstakel (aanduiding 'P')
Voorbeelden zijn: AM.10656 : ingemeten obstakel in beheersgebied Amsterdam RO.12366.A : nieuw/tijdelijk obstakel in beheersgebied Rotterdam NL.131.P : planobstakel in beheersgebied (overig) Nederland Volgnummer actuele obstakels Er is één volgnummering voor de gehele verzameling actuele obstakels (ingemeten en nieuwe/tijdelijke obstakels). Het volgnummer alleen is dus al identificerend voor elk van deze obstakels. Het wordt definitief toegekend bij import of invoer in de operationele database. Bij import in een kopie-database wordt een voorlopig volgnummer gegenereerd, dat alleen betekenis heeft in de kopie-database. Het toevoegen van volgnummers in een kopie-database heeft geen invloed op de volgnummering in de operationele database (het eerste vrije volgnummer wordt gekopieerd in de kopie-database). Een eenmaal in een database toegekend volgnummer wordt in die database nooit meer opnieuw toegekend, ook niet na verwijdering van het obstakel waaraan het toegekend was. Volgnummer planobstakels Er is één volgnummering voor de gehele verzameling planobstakels. Elke planobstakel heeft dus een uniek volgnummer, geen twee organisaties kunnen een planobstakel in de eigen verzameling hebben met hetzelfde volgnummer. Ook bij planobstakels wordt een eenmaal toegekend volgnummer nooit meer opnieuw toegekend. Identificatie obstakelpunten Een obstakel kan bestaan uit één of meerdere obstakelpunten, elk met een eigen locatie (XY), maaiveldhoogte Zmaaiveld en obstakelhoogte Ztop.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 46 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Binnen een obstakel worden de obstakelpunten geïdentificeerd door een simpele volgnummering. De obstakelpunten van een obstakel met n obstakelpunten zijn genummerd 1…n. Het is de verantwoordelijkheid van de meetploeg of degene die een obstakel invoert dat de verschillende punten op een logische manier genummerd zijn, zodat de verbindingslijnen van punt 1 naar 2, t/m van n-1 naar n elkaar niet of zo min mogelijk snijden. Dit is vooral van belang voor het tekenen van obstakels in GIS presentaties en bij het berekenen van snij- en randpunten in de doorsteking van obstakel- en protectievlakken (zie 4.2.5).
4.2.2
Invoer obstakelpuntlocatie en -hoogte
Invoer obstakelpuntlocatie De invoer van een obstakelpuntlocatie (XY) is voor alle soorten obstakels mogelijk door de handmatige invoer van RD coördinaten. De invoer van een obstakelpuntlocatie (XY) is voor nieuwe/tijdelijke obstakels en planobstakels bovendien mogelijk door een punt aan te wijzen in een topografische kaart op het scherm. Het is hierbij mogelijk op deze kaart in- en uit te zoomen. Invoer obstakelpunt hoogte De invoer van obstakelpunthoogte (maaiveldhoogte Zmaaiveld en obstakelhoogte Ztop) vindt plaats in meters t.o.v. NAP. De gebruiker kan kiezen uit twee methoden: • Directe invoer van de maaiveldhoogte Zmaaiveld en obstakelhoogte Ztop; • Invoer van twee van de volgende drie gegevens: maaiveldhoogte (Zmaaiveld), obstakelhoogte (Ztop) en obstakelhoogte boven maaiveld (Ztop - Zmaaiveld). De ontbrekende waarde wordt dan berekend uit de invoer. Bij de invoer van obstakelhoogte in de publieksfunctie (zie 4.1.11) is alleen de laatste methode aanwezig. Bij de invoer van planobstakels (ook in de publieksfunctie) en nieuw/tijdelijke obstakels kan de gebruiker de maaiveldhoogte voor de obstakelpuntlocatie opvragen uit het landelijk bestand met maaiveldhoogte. Invoer bouwkraan locatie en -hoogte Bij de invoer van een nieuw/tijdelijk of planobstakel bestaat een versnelde invoermethode voor bouwkranen, met invoer van achtereenvolgens: • de locatie (XY) van een middelpunt (invoer als boven beschreven) • de grootte van een cirkelstraal • hoogtegegevens voor de kraan als geheel (invoer als boven beschreven) Na goedkeuring van de invoer wordt een serie van 8 obstakelpunten berekend op de beschreven cirkel. De ingevoerde hoogtegegevens zijn van toepassing op elk van deze obstakelpunten.
4.2.3
Tekstuele rapportages, mutatieverslagen en overzichten
T.a.v. tekstuele uitvoer (rapportages, mutatieverslagen en overzichten vanuit onderhoud- en beheersfuncties) gelden de volgende algemene eisen: • uitvoer vermeldt coördinaten in RD, hoogten in meters t.o.v. NAP, en OCA en OCH waarden in hele meters en hele feet; ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 47 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
uitvoer vermeldt steeds naam en datum van de uitvoer en alle bij opvraging gemaakte selecties en keuzes; • in alle uitvoer is het onderscheid tussen ingemeten, nieuw/tijdelijke en planobstakels duidelijk. Al deze eisen zijn in de gegeven voorbeelden van rapportages verwerkt. •
Opslag van alle tekstuele uitvoer is mogelijk; deze vindt plaats binnen de geautomatiseerde obstakelverwerking plaats of op (netwerk)-schijven van de gebruiker. Dit nader vast te stellen in detailontwerp. Tekstuele rapportages kunnen naar keuze van de gebruiker worden opgeslagen in tekst of in Word bestanden. Voor opslag in Word format wordt per rapportage gebruik van een standaard template of lay-out. Deze is niet door de beheerder aan te passen of te vervangen. Rapportages opgeslagen in Word format bevatten in elk geval kop- en/of voetregels met paginanummering, naam en datum van rapportage en gemaakte selectie.
4.2.4
GIS rapportages en overzichten
Rapportages en overzichten in GIS vorm (GIS presentaties) bevatten informatie zoals voor de diverse rapportages en overzichten is aangegeven. Terwijl een GIS presentatie op het scherm zichtbaar is kan de gebruiker weergave van deze informatie per onderdeel aan- en uitschakelen. Dit betreft dus, afhankelijk van de presentatie, de topografische kaart, de geselecteerde of gerapporteerde obstakels, etc. Obstakels worden volledig weergegeven, met alle obstakelpunten en verbindingslijnen tussen de opeenvolgende obstakelpunten. Van gerapporteerde vlakdoorstekende obstakels worden alleen de doorstekende obstakelpunten, snij- en randpunten weergegeven, met verbindingslijnen tussen de opeenvolgende punten. Naar keuze van de gebruiker wordt bij de weergegeven obstakels ook de obstakelidentificatie weergegeven. Met deze identificatie is ook het onderscheid tussen ingemeten, nieuw/tijdelijke en planobstakels zichtbaar. Het onderscheid tussen obstakelsoorten is zichtbaar (zie entiteit Obstakel Soort, 5.2.9), bijvoorbeeld door kleurcodering. De gebruiker kan weergave van de verschillende obstakelsoorten afzonderlijk aan- en uitschakelen. De gebruiker kan de gegevens van een obstakel oproepen door het obstakel in een GIS presentatie op het scherm aan te klikken. GIS presentaties kunnen op het scherm worden weergegeven en/of afgedrukt worden. Afdrukken bevatten de naam van de rapportage, de datum en alle gemaakte selecties (welke obstakels, luchthaven, baan, toegepast programma etc), net als bij tekstuele uitvoer. Aan de opmaak worden verder geen eisen gesteld. GIS presentaties kunnen tevens in een algemeen gebruikelijk grafisch formaat (bijvoorbeeld GIF of JPEG) opgeslagen worden. Bij dit alles dient de interactie met de gebruiker simpel te zijn en geen bijzondere kennis van GIS applicaties te vereisen.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 48 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
4.2.5
Registratienummer P4411-R-4
Doorsteking van vlakken; snij- en randpunten
In de rapportage van obstakels die door een vlak steken worden obstakelpunten gerapporteerd waarvan de locatie (XY) in de verticale projectie van het vlak ligt en waarvan de top (Ztop) boven het vlak ligt. Voor obstakels bestaande uit meerdere obstakelpunten worden ook de eventuele snijen randpunten gerapporteerd. Deze bestaan indien één of meer, maar niet alle obstakelpunten van het obstakel door het vlak steken, zie Figuur 8. Hierbij gelden de volgende definities: Snijpunt:
het snijpunt van de verbindingslijn tussen twee opeenvolgende obstakelpunten van een obstakel, gelet op de volgnummering, met het beschouwde vlak.
Randpunt: het punt waarop een dergelijke verbindingslijn het beschouwde vlak verlaat, van bovenaf gezien, en deze lijn zich boven het vlak bevindt. Indien zich dit voordoet op twee aangrenzende vlakken dan wordt het randpunt voor beide vlakken gerapporteerd.
obstakelpunt 4 (boven vlak)
obstakelpunt 2 (boven vlak) snijpunt
snijpunt
obstakelpunt 3 (onder vlak)
randpunt
Vlak obstakelpunt 1 (boven, maar buiten vlak)
verbindingslijn boven vlak verbindingslijn onder vlak
Figuur 8 : Snij- en randpunten bij doorsteking vlakken (bovenaanzicht) Doorstekende obstakelpunten, snijpunten en randpunten van een obstakel worden gerapporteerd in de volgorde op de verbindingslijn tussen de opeenvolgende obstakelpunten. Voor de situatie in Figuur 8 worden dus voor het weergegeven vlak achtereenvolgens gerapporteerd: het randpunt, obstakelpunt 2, het snijpunt tussen obstakelpunten 2 en 3, het snijpunt tussen obstakelpunten 3 en 4, en obstakelpunt 4. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat de berekening van snij- en randpunten betrekking kan hebben op: • 'vlakke' polygoon vormige vlakken, mogelijk niet evenwijdig aan het NAP vlak; • cirkel- of cirkelbaanvormige vlakken; • conische vlakken; • combinaties van bovenstaande vlakken, zoals in programma A1f (zie 8A.6) etc.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 49 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
4.3 User interface De user interface van het publiek toegankelijke deel van de obstakelverwerking met de publiekstoetsing planobstakel moet zodanig zijn dat de publiekstoetsing ook voor iemand zonder kennis van de obstakelverwerking bruikbaar is. Voor de user interface van het niet-publiek toegankelijke deel geldt dat deze na enige introductie direct bruikbaar is voor iemand die thuis is in de obstakelmaterie. Met name dient geen bijzondere kennis van GIS-pakketten en dergelijke nodig te zijn. Een mogelijke structuur voor de user-interface voor dit niet-publieke deel is: • Database o Selectie database o Kopiëren database o Verwijderen database • Obstakels o Import meetresultaten o Actuele obstakels (onderhoud) o Planobstakels (onderhoud) • Rapporteren o Controle meetwerkzaamheden § Doorsteking obstakelvlakken § Obstakels in protectievlakken o Toetsing actuele obstakelsituatie § Doorsteking obstakelvlakken § Obstakels in protectievlakken o Toetsing planobstakels (experttoetsing) • Exports o Export obstakelgegevens t.b.v. meetinstructie o Export vlakgeometrie t.b.v. meetinstructie o Export naar CRM • Beheer o Gebruikersgegevens o Obstakelkenmerken o Programmagegevens o Instelgegevens o GIS layers De gebruiker ziet alleen de menukeuzes die hij kan doen op basis van de hem toegekende gebruiksrechten. Bij keuze voor de rapportage Doorsteking Obstakelvlakken of Obstakels in protectievlakken krijgt de gebruiker de mogelijkheid één of meerdere toegepaste programma's te selecteren. Dit zou kunnen in een boomstructuur als in Figuur 9:
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 50 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
+--Landelijk ---Schiphol | ---Luchthaven | | |--PANS-OPS Circling | ---06-24 | | ---06 | | | |--Annex-14 Approach | | | |--Annex-14 hor/con | | | |--OFZ | | | |--VSS | | | |--PANS-OPS GP-INOP | | | |--PANS-OPS SRE | | +--24 | | +--06-24 | +--36C-18C | +--andere banen schiphol +--Rotterdam +--andere luchthavens
Figuur 9 : Boomstructuur selectie toegepast programma In een dergelijke structuur kan de gebruiker één toegepast programma kiezen, of een serie met alle toegepaste programma's van een baan, of een serie met alle van een vliegveld. Ook kan de gebruiker geheel vrij een serie rapportages samenstellen. Na samenstelling van de serie wordt deze batch-gewijs verwerkt. De batch en de voortgang van de verwerking wordt niet opgeslagen en kan niet onderbroken worden om in een latere sessie hervat te worden. Bij het verwerken van een rapportage kan de gebruiker gelijktijdig de rapportage in GIS- en tekstvorm inzien. In de GIS-vorm kan de gebruiker inzoomen, uitzoomen en de weer te geven informatie selecteren, zie 4.2.4. Bij afsluiting van de rapportage krijgt de gebruiker gelegenheid de tekstuele vorm op te slaan (zie 4.2.3) en, indien aan de orde, de opslag van een nieuwe OCA/OCH waarde op te slaan.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 51 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
5
Registratienummer P4411-R-4
Logisch gegevensmodel
Dit hoofdstuk beschrijft het logische gegevensmodel. Het betreft alle informatie die binnen de geautomatiseerde obstakelverwerking zal worden opgeslagen (vastgelegd), uitgezonderd: • de eventuele opslag van een topografische kaart; • de eventuele opslag van een landelijk bestand met maaiveldhoogte; • de opslag van een GIS layer met banen; • de opslag van gegevens van ingemeten obstakels in kopie-databases. De opslag van gegevens van programma's en toepassingen van programma's is slechts schetsmatig uitgewerkt. Het logisch gegevensmodel bestaat uit een Entiteit-Relatie Diagram (ERD) en een beschrijving van de entiteiten.
5.1 Entiteit-Relatie Diagram (ERD) Het ERD wordt weergegeven in Figuur 10. In het ERD is onderscheid gemaakt tussen twee soorten relaties: 1:n
Een 1:n (één op n) relatie geeft aan dat voor één exemplaar van een entiteit meerdere exemplaren van een andere entiteit kunnen bestaan. Zo kan bijvoorbeeld een obstakel bestaan uit 1 of meerdere obstakelpunten, en dus bestaat er een 1:n relatie tussen de entiteiten Actueel Obstakel en Actueel Obstakelpunt.
1:1
Een 1:1 (één op 1) relatie geeft aan dat voor één exemplaar van een entiteit maximaal één exemplaar van een andere entiteit kan bestaan. Voor een toegepast PANS-OPS programma kan slechts één (laatst) gepubliceerde OCA/OCH waarde bestaan, en dus bestaat er een 1:1 relatie tussen de entiteiten. Toegepast Programma en Gepubliceerde OCA/OCH Waarde.
Let op: de term 'actueel obstakel' in dit document betreft steeds een voorkomen van de entiteit Actueel Obstakel met de bijbehorende voorkomens van entiteit Actueel Obstakelpunt. De term 'planobstakel' betreft steeds een voorkomen van de entiteit Planobstakel met de bijbehorende voorkomens van entiteit Planobstakelpunt.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 52 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
OBSTAKELSOORT
ACTUEEL OBSTAKEL
OBSTAKELTYPE
BEHEERSGEBIED
PLANOBSTAKEL
ACTUEEL OBSTAKELPUNT
KWALITEITSKENMERK
PLANOBSTAKELPUNT
ORGANISATIE
LUCHTHAVEN
GEBRUIKER
LANDINGSBAAN
GEPUBL. OCA/OCH WAARDE
TOEGEPAST PROGRAMMA
OBSTAKEL VERWERKING
PROGRAMMA
1:n relatie 1:1 relatie
Figuur 10 : Entiteit-Relatie Diagram (ERD)
5.2 Entiteiten Deze paragraaf beschrijft de entiteiten met de attributen en de verwachte aantallen voorkomens. Voor de attributen wordt aangegeven: • de naam (t.b.v. koppeling tussen entiteiten) • een omschrijving • het type: o tekst o integer (geheel getal) o float (floating point, en niet-geheel getal) o datum o specifiek waardebereik (ja/nee etc.) • de lengte (met name van tekst attributen) • of deze verplicht van een waarde dient te zijn voorzien.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 53 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
5.2.1
Registratienummer P4411-R-4
Actueel Obstakel
De entiteit Actueel Obstakel benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een actueel obstakel, uitgezonderd de coördinaten en hoogtegegevens van de obstakelpunten: Attribuut AO_volgnummer AO_categorie AO_BG_code AO_OT_type AO_omschrijving AO_afbeelding AO_bijschrift AO_datum_meting AO_datum_controle AO_datum_verdwijning AO_KK_kenmerk AO_leverancier AO_obstakel_toetsen AO_id_meetploeg
Omschrijving volgnummer actueel obstakel (zie 4.2.1) indicator 'ingemeten' (M) of 'nieuw/tijdelijk' (A) code beheersgebied obstakeltype omschrijving foto of tekening bijschrift bij afbeelding datum laatste meting (verplicht bij ingemeten obst.) datum laatste controle datum verwachte verdwijning kwaliteitskenmerk coördinaten bedrijf/persoon inmeting of aanmelding indicator 'obstakel toetsen' t.b.v. uitsluiten obstakel van toetsing identificatie volgens meetploeg bij eerste inmeting
Type int M/A tekst tekst tekst tekst datum datum datum tekst tekst ja/nee
Lengte 2 25 200 40 1 40 -
Verplicht ja ja ja ja ja nee nee nee nee nee ja nee ja
tekst
10
nee
Aantal: Er bestaat nu een onbekend aantal ingemeten obstakels met in totaal ca. 8000 obstakelpunten voor 29 grote en kleine vliegvelden. Er zijn circa 400 obstakel(punten) bekend van landelijke betekenis. Daarnaast zullen er steeds enkele tientallen, maximaal honderden nieuwe/tijdelijke obstakel(punten) bestaan.
5.2.2
Actueel Obstakelpunt
De entiteit Actueel Obstakelpunt benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een obstakelpunt behorend tot een actueel obstakel: Attribuut AP_AO_volgnummer AP_puntvolgnummer AP_X AP_Y AP_Z_maaiveld AP_Z_top
Omschrijving volgnummer actueel obstakel (zie 4.2.1) volgnummer obstakelpunt (zie 4.2.1) locatie X (RD coördinaat) locatie Y (RD coördinaat) maaiveldhoogte Zmaaiveld t.o.v. NAP [m] obstakelhoogte Ztop t.o.v. NAP [m]
Type int int float float float float
Lengte -
Verplicht ja ja ja ja nee ja
Lengte 2
Verplicht ja
Aantal: zie 5.2.1.
5.2.3
Beheersgebied
De entiteit Beheersgebied benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een beheersgebied: Attribuut BG_code
©
Omschrijving code beheersgebied
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
Type tekst
pagina 54 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
BG_omschrijving
Registratienummer P4411-R-4
omschrijving
tekst
40
ja
Type tekst tekst tekst
Lengte ? ? 5
Verplicht ja ja ja
tekst tekst ja/nee
50 10 -
ja ja ja
Doel van de entiteit is de vorming van een eenduidige lijst beheersgebieden ter identificatie en selectie van obstakels. Aantal: enkele tientallen, veelal vliegvelden betreffend.
5.2.4
Gebruiker
De entiteit Gebruiker benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een gebruiker met niet-publieke toegang tot de geautomatiseerde obstakelverwerking: Attribuut GB_login GB_password GB_OR_naam_kort GB_naam GB_telefoon GB_rt_func_...
©
Omschrijving login naam password verkorte naam van de organisatie waar gebruiker deel van uitmaakt volledige naam telefoonnummer gebruiker rechten op het gebruik van functies (1 attribuut per recht): - functie Export obstakelgegevens t.b.v. meetinstructie - functie Export vlakgeometrie t.b.v. meetinstructie - functie Aanmaken kopie-database ingemeten obstakels - functie Import meetresultaten - functie Onderhoud gegevens en overzichten actuele obstakels - functie Onderhoud gegevens planobstakels - functie Rapportage doorsteking obstakelvlakken (Annex-14, OFZ, VSS) - functie Rapportage obstakels in protectievlakken (PANS-OPS) - functie Rapportage OCA/OCH waarde - functie Rapportage experttoetsing planobstakels: - toetsen aan Annex-14 - toetsen aan OFZ - toetsen aan VSS - toetsen aan PANS-OPS - functie Export naar CRM - functie Beheer obstakelverwerking: - muteren gebruikersgegevens - muteren obstakelkenmerken - muteren programmagegevens - muteren instelgegevens - vervangen GIS layers
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 55 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
GB_rt_data_...
rechten op het gebruik van gegevens (1 attribuut per recht): - importeren ingemeten obstakels - inzien ingemeten obstakels - inzien nieuwe/tijdelijke obstakels - muteren ingemeten obstakels (volledig) -muteren ingemeten obstakels (beperkt) - muteren nieuwe/tijdelijke obstakels - inzien planobstakels - muteren planobstakels - opslaan 'laatst gepubliceerde' OCA en OCH waarde
ja/nee
-
ja
Lengte 3 10 20 25 200 -
Verplicht ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee ja
Aantal: enkele tientallen.
5.2.5
Gepubliceerde OCA/OCH Waarde
De entiteit Gepubliceerde OCA/OCH Waarde benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van de laatst gepubliceerde OCA en OCH waarde voor een toegepast programma: Attribuut OO_PR_code OO_LB_identificatie OO_OCA OO_OCH OO_datum OO_co_identificatie OO_co_OT_type OO_co_omschrijving OO_co_volgnummer OO_co_X OO_co_Y OO_co_Z_maaiveld OO_co_Z_top
Omschrijving code programma (PANS-OPS) id baan waarop programma wordt toegepast OCA waarde [m] OCH waarde [m] datum van berekening en opslag contr. obstacle: obstakelidentificatie contr. obstacle: obstakeltype contr. obstacle: obstakelomschrijving contr. obstacle: volgnummer obstakelpunt (zie 4.2.1) contr. obstacle: locatie X (RD coördinaat) contr. obstacle: locatie Y (RD coördinaat) contr. obstacle: maaiveldhoogte Zmaaiveld t.o.v. NAP contr. obstacle: obstakelhoogte Ztop t.o.v. NAP
Type tekst tekst float float datum tekst tekst tekst int float float float float
Bij de opslag van een gepubliceerde OCA/OCH waarde worden ook gegevens van het controlling obstacle vastgelegd. Deze worden gekopieerd zodat geen afhankelijkheid van een verzameling obstakels ontstaat. Aantal: ca. 55 bij de huidige verzameling vliegvelden, banen en programma's.
5.2.6
Kwaliteitskenmerk
De entiteit Kwaliteitskenmerk benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een kwaliteitskenmerk: Attribuut KK_kwaliteitskenmerk KK_omschrijving
Omschrijving kwaliteitskenmerk obstakelcoördinaten omschrijving
Type tekst tekst
Lengte 1 40
Doel van de entiteit is de vorming van een eenduidige lijst met kwaliteitskenmerken.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 56 van 140
Verplicht ja ja
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Aantal: minder dan 10.
5.2.7
Baan
De entiteit Baan benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een baan: Attribuut LB_identificatie LB_LH_code LB_is_pseudo LB_hoogte
Omschrijving identificatie baan, bijvoorbeeld: '06', '24', '06-24', '36C-18C', 'Luchthaven'. code van luchthaven waar de baan onderdeel van uitmaakt indicator 'pseudo baan' voor niet-baan specifieke toepassing van programma's hoogte baan (threshold elevation) t.o.v. NAP [m]
Type tekst
Lengte 10
Verplicht ja
tekst
2
ja
ja/nee
-
ja
float
-
ja
Type tekst tekst
Lengte 2 15
Verplicht ja ja
ja/nee
-
ja
Lengte 25
Verplicht ja
Voor een fysieke baan kunnen maximaal 3 voorkomens van de entiteit bestaan: voor algemeen gebruik, voor gebruik in één richting, en voor gebruik in de andere richting. Koppeling van de verschillende voorkomens van dezelfde fysieke baan is mogelijk door vergelijking van de identificatie. De entiteit kan gebruikt worden om een pseudo baan te creëren, voor de toepassing van programma's die niet op banen maar op vliegvelden worden toegepast. Zo'n programma wordt dan op de pseudo baan van het vliegveld toegepast. Aantal: ca. 80 bij de huidige verzameling vliegvelden, banen en programma's.
5.2.8
Luchthaven
De entiteit Luchthaven benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een luchthaven: Attribuut LH_code LH_naam LH_is_pseudo
Omschrijving code luchthaven naam luchthaven, bijvoorbeeld 'Schiphol', 'Eelde', 'Landelijk'. indicator 'pseudo luchthaven' voor niet-luchthaven specifieke toepassing van programma's
De entiteit kan ook gebruikt worden om een pseudo luchthaven te creëren, voor de toepassing van programma's die niet op banen of vliegvelden maar landelijk of regionaal worden toegepast. Zo'n programma wordt dan op de pseudo baan van een pseudo vliegveld toegepast. Aantal: ca. 16 bij de huidige verzameling vliegvelden, banen en programma's.
5.2.9
Obstakelsoort
De entiteit Obstakelsoort benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een obstakelsoort: Attribuut OS_soort
©
Omschrijving obstakelsoort
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
Type tekst
pagina 57 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
OS_kenmerk
Registratienummer P4411-R-4
voor GIS weergave te gebruiken kenmerk (bijvoorbeeld een bepaalde kleur)
Doel van de entiteit is het onderverdelen van obstakels in enkele, mogelijk afzonderlijk weer te geven soorten, zoals bomen, gebouwen en installaties. Dit door het vormen van enkele groepen van obstakeltypen. Aantal: minder dan 5.
5.2.10 Obstakeltype De entiteit Obstakeltype benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een obstakeltype: Attribuut OT_type OT_OS_soort OT_crm_type
Omschrijving obstakeltype obstakelsoort waar type toe behoort CRM export Category: M, N, U voor Man-made, Natural of Unknown.
Type tekst tekst M/N/U
Lengte 25 25 -
Verplicht ja ja ja
Type float
Lengte -
Verplicht ja
float
-
ja
tekst
>2000
ja
Lengte 5 100
Verplicht ja ja
Doel van de entiteit is de vorming van een eenduidige lijst obstakeltypen voor typering en selectie van obstakels. Aantal: afhankelijk van de gekozen typering gaat het om enkele tot ca. 200 typen.
5.2.11 Obstakelverwerking De entiteit Obstakelverwerking benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van de obstakelverwerking als geheel (instelgegevens t.a.v. de obstakelverwerking): Attribuut OV_dxy_aanzienlijk OV_dz_aanzienlijk OV_tekst_publiek
Omschrijving criterium voor melding aanzienlijke wijziging van XY bij import meetresultaten criterium voor meldiing aanzienlijke wijziging van hoogte bij import meetresultaten vaste tekst t.b.v. publieksrapportage toetsing planobstakel (geformatteerd)
Aantal: 1
5.2.12 Organisatie De entiteit Organisatie benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een organisatie waartoe een gebruiker kan behoren. Attribuut OR_naam_kort OR_naam_volledig
Omschrijving verkorte naam (bijv. 'IVW', 'AGI') volledige naam
Type tekst tekst
Doel van de entiteit is de vorming van een eenduidige lijst organisaties waar gebruikers en verzamelingen planobstakels toe kunnen behoren.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 58 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Aantal: in eerste instantie 2, later mogelijk ca. 10.
5.2.13 Planobstakel De entiteit Planobstakel benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een planobstakel, uitgezonderd de coördinaten en hoogtegegevens van de obstakelpunten: Attribuut PO_volgnummer PO_BG_code PO_OR_naam_kort PO_OT_type PO_omschrijving PO_datum_aanwezig PO_datum_verdwijning
Omschrijving volgnummer planobstakel (zie 4.2.1) code beheersgebied verkorte naam van de organisatie die eigenaar is van het planobstakel obstakeltype omschrijving datum verwachte aanwezigheid datum verwachte verdwijning
Type int tekst tekst
Lengte 2 5
Verplicht ja ja ja
tekst tekst datum datum
25 200 -
ja ja nee nee
Aantal: per organisatie enkele tientallen planobstakels, doorgaans elk met één obstakelpunt.
5.2.14 Planobstakelpunt De entiteit Planobstakelpunt benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een obstakelpunt behorend tot een planobstakel: Attribuut PP_PO_volgnummer PP_puntvolgnummer PP_X PP_Y PP_Z_maaiveld PP_Z_top
Omschrijving volgnummer planobstakel (zie 4.2.1) volgnummer obstakelpunt (zie 4.2.1) locatie X (RD coördinaat) locatie Y (RD coördinaat) maaiveldhoogte Zmaaiveld t.o.v. NAP [m] obstakelhoogte Ztop t.o.v. NAP [m]
Type int int float float float float
Lengte -
Verplicht ja ja ja ja nee ja
Type tekst tekst
Lengte 3 20
Verplicht ja ja
tekst
200
ja
A/V/ O/P
-
ja
Aantal: zie 5.2.13.
5.2.15 Programma De entiteit Programma benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een programma: Attribuut PR_code PR_naam PR_omschrijving
PR_methodiek
©
Omschrijving programmacode naam van het programma t.b.v. rapportage, bijvoorbeeld "Annex-14 approach" volledige omschrijving van het programma, bijvoorbeeld "Annex-14 landingsvlakken Schiphol, Rotterdam, Rotterdam, Eelde baan 05-23, ....." methodiek A,V, O of P: Annex-14, VSS, OFZ of PANS-OPS
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 59 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
PR_....
Registratienummer P4411-R-4
overige attributen
De voorkomens van Programma zijn vooraf gedefinieerd, zie Bijlage A. Welke attributen een voorkomen van Programma precies moet bevatten om de toepassing op een baan mogelijk te maken is onderwerp van detailontwerp. Voorbeelden van mogelijk attributen zijn identificaties en vraagstelling (PANS-OPS meetvoorschrift) voor de verschillende vlakken. Aantal: 18 bij de huidige verzameling vliegvelden, banen en programma's.
5.2.16 Toegepast Programma De entiteit Toegepast Programma benoemt alle vast te leggen gegevens (attributen) van een toegepast programma: Attribuut TP_PR_code TP_LB_identificatie
TP_.....
Omschrijving code programma id baan waarop programma wordt toegepast (mogelijk een pseudo baan van een echte of een pseudo luchthaven) overige attributen
Type tekst tekst
Lengte 3 10
Welke attributen een voorkomen van Toegepast Programma precies moet bevatten om de toepassing van een programma op een baan mogelijk te maken is onderwerp van detailontwerp, in samenhang met het detailontwerp van de entiteit Programma. De entiteit zal waarschijnlijk onderscheid moeten kunnen maken tussen, of zelfs opgedeeld worden in aparte entiteiten voor de verschillende programma's. Tot de attributen zullen in elk geval de coördinaten van de hoekpunten van de verschillende vlakken horen, of verwijzingen naar GIS definities van de vlakken, en eventueel gegevens nodig voor de selectie van obstakels in de vlakken. Aantal: ca. 200 bij de huidige verzameling vliegvelden, banen en programma's (zie voetnoot op bladzijde 12). Opmerking: Het kan zijn dat een programma meerdere keren wordt toegepast op een baan, gebruikt in een bepaalde richting. Programma A4 (VSS) kan voor verschillende landingsinstrumentaties worden toegepast. Ook dit punt dient in detailontwerp uitgewerkt te worden.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 60 van 140
Verplicht ja ja
Rapport Project OBSTAKEL
6
Registratienummer P4411-R-4
Aanvullende eisen
Dit hoofdstuk behandelt enkele aanvullende eisen t.a.v. de geautomatiseerde obstakelverwerking. Deze eisen betreffen beschikbaarheid, integriteit en exclusiviteit. De eisen dienen als randvoorwaarde bij het definitieve ontwerp van de geautomatiseerde obstakelverwerking. De eisen hebben geen relatie tot een eventueel service contract. Voor omschrijving van de eisen zijn definities ontleend aan het Voorschrift Informatie Beveiliging Rijksdienst (VIR). Deze definities en de daarin gebruikte begrippen dienen als referentiekader bij het voldoen aan de eisen.
6.1.1
Beschikbaarheid
Beschikbaarheid is de mate waarin het informatiesysteem in bedrijf is op het moment dat de organisatie het nodig heeft en de informatie daarin kan worden gebruikt. Bij beschikbaarheid gaat het ondermeer om vervangbaarheid, robuustheid en onderhoudbaarheid (bron: VIR). Voor de obstakelverwerking wordt een beschikbaarheideis van 99 % (ca. 3.5 werkdag niet-beschikbaarheid per jaar) gesteld. De helft van deze niet-beschikbaarheid mag ongepland zijn. Deze eis is gebaseerd op de volgende overwegingen: • de verwerking wordt niet continu gebruikt; • publicaties naar de luchtvaart vinden meestal ruim van te voren plaats • reacties op aanvragen in het kader van ruimtelijke ordeningsprocedures vereisen een reactietijd van langer dan enkele dagen. In eerste instantie zal het gebruik van de obstakelverwerking alleen gedurende kantooruren plaats vinden. Op de langere termijn vindt het gebruik mogelijk 24 uur per dag en 7 dagen in de week plaats. Indien de obstakelverwerking als web-applicatie wordt gerealiseerd, zoals in dit document voorgesteld, dienen deze eventuele niet-beschikbaarheid zoveel mogelijk op een 'nette' manier aan gebruikers te melden.
6.1.2
Integriteit
Integriteit is de mate waarin een informatiesysteem zonder fouten is. Bij integriteit gaat het om juistheid, volledigheid, actualiteit, consistentie en controleerbaarheid (bron: VIR). De juistheid en consistentie van gegevens dient door de geautomatiseerde obstakelverwerking afdoende te worden gecontroleerd bij import of invoer van gegevens. Met name betreft het hier gegevens van ingemeten en nieuwe of tijdelijke obstakels, planobstakels en toegepaste programma's. De juistheid van obstakelgegevens wordt ondersteund met een mutatieverslag bij de import van gegevens van ingemeten obstakels.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 61 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
De volledigheid en actualiteit dient vooral door de organisaties betrokken bij de obstakelverwerking bewaakt te worden. Ook hier betreft het de gegevens van obstakels en toegepaste programma's. De kwaliteit en representativiteit van het door meetploegen uitgevoerde meetwerk is hierbij een punt van aandacht. Slechts door te werken met betrouwbare leveranciers en het uitvoeren van controle metingen kan zekerheid verkregen worden dat aangeleverde meetresultaten voldoen aan de vraagstelling. Ten aanzien van nieuw/tijdelijke obstakels en planobstakels geldt dat alleen aan de eisen van volledigheid en actualiteit voldaan kan worden als obstakels tijdig worden gemeld en verwerkt. Voor de toegepaste programma's geldt dat deze door de verantwoordelijke organisatie op verantwoorde wijze beheerd moeten worden. De controleerbaarheid wordt ondersteund door functionaliteit voor het inzien en rapporteren van gegevens. De algehele integriteit van de geautomatiseerde verwerking dient door een minutieuze testprocedure voorafgaand aan de ingebruikname bevestigd te worden.
6.1.3
Exclusiviteit
Exclusiviteit is de mate waarin de toegang tot en de kennisneming van een informatiesysteem en de informatie daarin is beperkt tot een gedefinieerde groep van gerechtigden. Het gaat er dus om wie welke gegevens mag zien (bron: VIR). De exclusiviteit is per functie van de geautomatiseerde obstakelverwerking gedefinieerd, zie hoofdstuk 4. Hierin speelt de gewenste mate van flexibiliteit een grote rol, gezien de mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het gebruik van de obstakelverwerking. De exclusiviteit dient ondersteund te worden door een passende technieken voor de authenticatie van gebruikers (zijn zij wie zij zeggen te zijn).
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 62 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
7
Registratienummer P4411-R-4
Conclusies en aanbevelingen
7.1 Keuze t.a.v. een gezamenlijk systeem voor IVW en AGI De door IVW en AGI gewenste functionaliteit kent grote overlap. Onlogisch is dat niet; de obstakelverwerking door AGI wordt uitgevoerd in opdracht van IVW. De gemeenschappelijke functionaliteit betreft: • de opslag van basale gegevens van dezelfde ingemeten obstakels • de import van gegevens van ingemeten obstakels (eisen op dit gebied zijn afkomstig van AGI maar de import is ook voor IVW noodzakelijk) • selectie en rapportage van obstakels in het kader van toegepaste Annex-14, VSS, OFZ en PANS-OPS programma's • het onderhoud van obstakelgegevens • het beheer van luchthavens, banen, programma's en toegepaste programma's • rapportages in GIS vorm met onder meer een topografische kaart. Specifieke AGI functionaliteit betreft: • de export van gegevens voor meetinstructie • opslag van obstakelgegevens voor de uitvoering en controle van meetwerkzaamheden (ondermeer een afbeelding, bijschrift, datums, leverancier etc.). Specifieke IVW functionaliteit betreft: • de opslag van gegevens van nieuw/tijdelijke obstakels • de berekening, rapportage en opslag van OCA/OCH waarden voor de actuele obstakelsituatie • de opslag van gegevens van planobstakels • de experttoetsing van planobstakels • de publiekstoetsing van een planobstakel • export naar CRM • invoer van locaties door aanwijzing in een topografische kaart • ontlenen van maaiveldhoogte aan een landelijk bestand met maaiveldhoogte • flexibel beheer van gebruikersrechten. Deze opsomming leidt tot de conclusie dat er een grote kern van gemeenschappelijke functionaliteit is, aangevuld met AGI en IVW specifieke, vooral afgeleide functionaliteit. Bovendien bestaat er met de gegevens van ingemeten obstakels en toegepaste programma's een grote hoeveelheid gemeenschappelijke gegevens. De keuze voor een gezamenlijk systeem bestaat in grote lijnen uit een aantal deelkeuzen, te weten: • gezamenlijke ontwikkeling of aanschaf van de gemeenschappelijke onderdelen of de gezamenlijke systemen • een gezamenlijke database (toegankelijk via internet vanaf locale applicaties) • een gezamenlijk web-based applicatie (toegankelijk via internet browsers) Gezamenlijke ontwikkeling van tenminste de gemeenschappelijke onderdelen ligt zeer voor de hand. De architectuur wordt toegelicht en nader uitgewerkt in Bijlage C Architectuur. ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 63 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
De beschrijving van de functionaliteit in dit document is gebaseerd op alleen een gemeenschappelijke database. Meerdere architecturen zijn op basis van de beschreven functionaliteit mogelijk.
7.2 Toepassing marktpakketten Om de mogelijkheden van standaardpakketten te inventariseren is een eenvoudige verkenning uitgevoerd. De verkenning heeft zich gericht op de softwarepakketten van twee bekende leveranciers op het gebied van luchtvaart navigatie software: WX Systems (voorheen Wavionix) en Infolution. Beide pakketten zijn bedoeld voor ondersteuning van het ontwerpproces voor vluchtprocedures. De WX Systems software kent echter geen geïncorporeerde database en slechts beperkte mogelijkheden voor de toetsing van obstakels. Hierdoor kan het pakket aan veel wensen van AGI/IVW niet tegemoet komen. Het lijkt daarom niet bruikbaar als basis voor de beoogde ontwikkeling van het nieuwe obstakelverwerkingspakket. Misschien zou alleen de GIS-functionaliteit nog interessant kunnen zijn en een rol kunnen spelen bij het opzetten van het nieuwe systeem. In tegenstelling tot WX Systems kent Infolution wél een ingebouwde database. Verder biedt het pakket meer functionaliteit op het gebied van obstakelverwerking zoals bijvoorbeeld de programma’s voor het rekenen met obstakelvlakken en de automatische OCA/OCH analyse. Tenslotte kent het pakket een zelf-ontwikkeld GISsysteem, wat het maken van uitbreidingen en aanpassingen eenvoudig maakt. Infolution biedt dus meer mogelijkheden om als uitgangspunt te dienen bij de ontwikkeling van een nieuw systeem. Interessant is daarbij dat het bedrijf aanbiedt om zijn applicaties te laten draaien op een server bij Infolution zelf, en de gebruikers toegang te verlenen via het internet. In hoeverre dit pakket verder nog tegemoetkomt aan de gebruikerswensen is op dit moment niet precies te bepalen; daarvoor zou nog nader onderzoek noodzakelijk zijn.
7.3 Conclusies scenario´s Het toepassen van standaardpakketten wordt afgeraden. Infolution biedt weliswaar meer mogelijkheden dan WX.Systems, maar voldoet minder dan de gestelde 80% eis. Voor het realiseren van een maatwerk applicatie Obstakel zijn er twee scenario’s in Bijlage C uitgewerkt. Het eerste scenario gaat uit van een applicatie die volledig webbased is. Het tweede scenario bestaat uit een publiekstoetsing die via het internet beschikbaar is samen met een stand-alone applicatie. De stand-alone applicatie is gebaseerd op de ervaringen die zijn opgedaan met de eerder vervaardigde CD-ROM Luchthavenbesluit Schiphol. Voordeel van deze oplossing is dat met de Windows omgeving veel functionaliteit standaard beschikbaar is en dat de interface rijk is aan functionaliteit. Daarnaast is de beschikbaarheid en snelheid van werken met de stand-alone applicatie veelal een stuk beter dan een webapplicatie. Bij de webapplicatie is de gebruiker onder meer afhankelijk van gebruikersaantallen en verbindingsnelheden met het internet.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 64 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Het realiseren van een volledige webapplicatie ligt echter voor de hand aangezien het NWR voorschrijft dat alle applicaties en systemen gebruik moeten maken van Webtechnologie. Verder moeten binnen Rijkswaterstaat de Informatiesystemen zoveel mogelijk gecentraliseerd worden. De IVW hanteren geen richtlijnen v.w.b. ICT ontwikkelingen. Op termijn is de organisatorische omgeving van Obstakel onzeker. De wijze waarop de AGI en IVW samenwerken is voor de komende jaren nog niet bepaald. Ook bestaat de mogelijkheid dat de IVW een meer controlerende rol krijgt en dat lokale overheden en luchthavens Obstakel moeten gaan gebruiken. Gezien deze onzekere toekomstige ontwikkelingen is een webapplicatie de meest flexibele oplossing. Het is een schaalbare en makkelijk aanpasbare oplossing. Aangezien releasemanagement zich beperkt tot één locatie, namelijk de centrale webserver, is het aanbrengen van wijzingen en correcties beter te realiseren dan een lokale oplossing. De IVW krijgt door het centraal aanbieden van Obstakel ook meer greep op de controle van obstakelverwerking door Luchthavens indien die in de toekomst zelf verantwoordelijk worden. Samenvattend is het advies van dit rapport om Obstakel in zijn geheel als webapplicatie te ontwikkelen en zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande Geo- en Web-services.
7.4 Kosten Voor de bepaling van de omvang van Obstakel is gebruik gemaakt van een functiepuntentelling. Met deze methodiek kan onafhankelijk van de gebruikte programmeertaal de omvang van een te bouwen informatiesysteem bepaald worden. Een nadere toelichting op de functiepuntentelling is in Bijlage G Functiepuntentelling opgenomen. Op basis van deze telling is het totaal aantal functiepunten bepaald op 425 functiepunten. Dit aantal is een gemiddelde en niet afhankelijk van de scenario keuze. Wel kan bij scenario 2 de realisatie in meerdere fasen worden uitgevoerd, het onderstaande aantal betreft het gehele systeem en is indicatief. Vanuit de functiepunten kunnen uren herleid worden. Omschrijving § Realisatie (3 uur per functiepunt) § Testen (1 uur per functiepunt) § Gebruikersdocumentatie (beperkte gebruikershandleiding) § Projectmanagement ( ca. 15% van de realisatie) Totaal aantal uur
Inzet (uren) 1275 425 40 200 1940
Voor de inspanning aan de kant van de opdrachtgever is de geschatte inzet als volgt: Omschrijving § Projectmanagement § Gebruikersinbreng
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
Inzet (uren) 200 200
pagina 65 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
§ §
Registratienummer P4411-R-4
Vulling en implementatie Inzet AGI voor Geo-services
400 50 Totaal
850
Publieksfunctie apart ontwikkelen Indien de publieksfunctie apart wordt ontwikkeld dan wordt de omvang van het totaal verminderd met 10 functiepunten (2 Uitvoerfuncties). Indien de publieksfunctie apart ontwikkeld wordt (voordat de gehele Obstakel applicatie ontwikkeld wordt) dan moet rekening gehouden worden met het tot stand brengen van een aparte omgeving met daarbij horende gegevensverzamelingen (9 Gegevensverzamelingen, 3 Invoerfuncties, 1 Opvragingsfunctie en 2 Uitvoerfuncties) en functies, in totaal 89 functiepunten. Omschrijving § Realisatie (3 uur per functiepunt) § Testen (1 uur per functiepunt) § Gebruikersdocumentatie (vast) § Projectmanagement
Inzet (uren) 267 89 32 24 Totaal aantal uur
412
Implementatie Nadat Obstakel gerealiseerd is zal het programma beschikbaar gesteld worden. Voor een webapplicatie zijn hier een aantal vormen mogelijk. Men kan specifiek voor Obstakel een eigen webserver inzetten (vanaf circa € 380,-- per maand) of men kan gebruik maken van bestaande servers bij een internet provider (vanaf circa € 200,-- per maand). Voor de publiekstoegang van Obstakel moet minimaal gedacht worden aan deze kosten vermeerderd moeten worden met het technisch-, en applicatiebeheer. De omvang van deze dienstverlening is afhankelijk van het aantal gebruikers, mate van gebruik en mate van (gebruikers)ondersteuning. Het is raadzaam om zoveel mogelijk onder te brengen in bestaande dienstverlenende organisaties van bijvoorbeeld Rijkswaterstaat zoals het NWR. Dit is echter wel afhankelijk hoe de AGI en de IVW hiermee gezamenlijk om willen gaan.
7.5 Vervolgstappen Het huidige ontwerp biedt een prima basis voor de verdere ontwikkeling van Obstakel. Bij het ontwerp is uitgegaan van één centrale database. Voordat een definitieve realisatie van de Obstakel applicatie mogelijk is, is invulling van de volgende onderwerpen noodzakelijk: • • • • •
©
Export formaat obstakelgegevens t.b.v. meetinstructie. Export formaat vlakgeometrie t.b.v. meetinstructie. Import formaat meetresultaten (zie paragraaf 4.1.4) Formaat GIS layer met banen. Lay-out schermen.
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 66 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
• •
Registratienummer P4411-R-4
Hoe omgegaan wordt met cirkelvormige en conische vlakken (zie paragraaf 4.1.2.). Uitwerking beheer topografische kaart (zie paragraaf 3.3.1.)
Inzet voor de uitwerking van de bovenstaande punten bedraagt circa 160 uur. Voordat de Obstakelapplicatie gerealiseerd kan worden is het van groot belang dat de AGI en IVW onderling zo snel mogelijk de werkverdeling rondom het Obstakel proces vast stellen voor de komende jaren.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 67 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
8
Registratienummer P4411-R-4
Begrippen
Dit hoofdstuk geeft een korte verklaring van in dit document gebruikte afkortingen en begrippen. Zie verder ook: • www.eurocontrol.int/eatm/gallery/content/public/library/acronyms.pdf • www.rdnap.nl.
AGI
Rijkswaterstaat Adviesdienst Geo-informatie en ICT.
Annex-14
ICAO Annex 14: internationale regelgeving t.a.v. obstakels.
attribuut
eigenschap
circling
Visual manoeuvring.
controlling obstacle
Het maatgevende obstakel(punt) binnen een op een baan of vliegveld toegepast PANS-OPS programma (een obstakel kan uit meerdere obstakelpunten bestaan, elk met een eigen locatie en hoogte). Het controlling obstacle is het obstakelpunt dat de hoogste OCA/OCH waarde binnen het programma genereert . Dit obstakelpunt is niet noodzakelijkerwijs het hoogste obstakelpunt binnen het programma.
CRM
Collision Risk Model
EAR
Enterpise Architectuur Rijkswaterstaat
FTE
Full Time Equivalent
GIS
Geografisch Informatie Systeem. Een systeem om geografisch gebonden informatie op te slaan en deze bijvoorbeeld in kaartvorm te presenteren.
GP-INOP
Glide Path inoperative non-precision procedure (instrumentatie t.b.v. landen met verminderd zicht).
ICAO
International Civil Aviation Organisation.
ingemeten obstakel
obstakel waarvan met name de locatie (XY) , maaiveldhoogte Zmaaiveld en obstakelhoogte Ztop bepaald zijn door inmeting 'in het veld' en zijn aangeleverd door een meetploeg in het kader van een meetopdracht.
ILS
Instrument Landing System (instrumentatie t.b.v. landen met verminderd zicht).
IVW
Inspectiedienst Verkeer en Waterstaat, divisie Luchtvaart.
baan
rechthoekig stuk grond, al dan niet verhard, met de bestemming er met een vliegtuig op te landen of op te stijgen (engels: runway). Banen worden aangeduid met een getal. Dit getal geeft de kompasrichting aan waarin de baan gebruikt wordt, in tientallen graden. Het getal kan wordt aangevuld met een letter L, R of C voor Left, Right of Center indien meerdere banen in dezelfde richting naast elkaar liggen. De fysieke baan 36R-18L bij Schiphol loopt dus precies in noord-zuid richting. Bij gebruik in noordelijke richting (360 graden) is het de rechter baan, aaangeduid met 36R, bij gebruik in zuidelijke richting (180 graden) de linker baan, aangeduide met 18L.
LVNL
Luchtverkeersleiding Nederland.
NAP
Normaal Amsterdams Peil. In de obstakelverwerking worden obstakel- en maaiveldhoogten weergegeven in meters t.o.v. NAP, in 0.01 m nauwkeurig.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 68 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
NDB
Non-Directional Beacon, non-precision procedure (instrumentatie t.b.v. landen met verminderd zicht).
NWR
Nieuwe Webvoorzieningen Rijkswaterstaat
nieuw/tijdelijk obstakel
een actueel permanent of tijdelijk obstakel dat bekend is bij IVW maar (nog) niet is ingemeten bij een meetopdracht. Dit kan ook een toekomstig obstakel zijn dat met zekerheid gerealiseerd zal worden en al meegenomen dient te worden in publicaties naar de luchtvaart.
obstakel
een object zoals een gebouw, installatie, bouwkraan of boom, dat door zijn hoogte mogelijk de vliegveiligheid beïnvloedt. Een obstakel kan bestaan uit één of meerdere obstakelpunten, elk met een eigen locatie (XY), maaiveldhoogte Zmaaiveld en obstakelhoogte Ztop. Voorbeelden van obstakels met meerdere obstakelpunten zijn bomenrijen, bomengroepen en gebouwen zonder duidelijk hoogste punt.
obstakelidentificatie unieke identificatie van elk obstakel. Zie 4.2.1. obstakelpunt
zie obstakel.
OFZ
Obstacle Free Zone t.b.v. het gebruik van ILS.
PANS-OPS
Procedures for Air Navigation Services - Aircraft Operations.
planobstakel
een mogelijk toekomstig obstakel.
programma
Een selectie- of rekenprogramma binnen de geautomatiseerde obstakelverwerking. De complete verzameling programma's is beschreven in Bijlage A. Een toegepast programma is één van deze programma's, toegepast op een baan, een luchthaven of heel of gedeeltelijk Nederland.
RD
Rijksdriehoekmeting. Coördinatenstelsel t.b.v. punten in Nederland. Bereik van de coördinaten, in meters: X: 14000…280000 Y: 300000…620000 In de obstakelverwerking hebben obstakelcoördinaten in RD een resolutie van 0.01 m.
SRE
Surveillance Radar Element non-precision procedure (instrumentatie t.b.v. landen met verminderd zicht).
user interface
De bediening van een geautomatiseerd systeem en de technieken die daarvoor worden gebruikt. Denk aan beeldschermen, toetsenborden, muizen, windows, invoerschermen, menustructuren, knoppen, kleuren, geluiden etc. etc.
VIR
Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst.
VOR/DME
VHF Omni-directional Ranging / Distance Measurement Equipment, nonprecision procedure (instrumentatie t.b.v. landen met verminderd zicht).
VSS
Visual Segment Surface, een nog experimentele methodiek ter bescherming van het visuele deel van een non-precision procedure.
WGS84
Wereldwijd coördinatenstelsel. Coördinaten in Nederland worden weegegeven in graden, minuten en seconden Northing (Noorderbreedte) en Easting (Oosterlengte).
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 69 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bijlage A Programma's Dit hoofdstuk beschrijft de diverse Annex-14, OFZ, VSS en PANS-OPS programma's. Deze bijlage is grotendeels aangeleverd door IVW. Tabel 2 bevat de verschillende programma's (A1a t/m B6) en de toepassing hiervan op vliegvelden en banen. approach Schiphol baan 06-24 baan 36C18C baan 36R18L baan 09-27 baan 36L18R baan 04-22
06 (A1a) 24 (A1a) 36C (A1a) 18C (A1a) 36R (A1a) 18L (A1a) 09 (A1a) 27 (A1a) 36L (A1a) 18R (A1a) 04 (A1a) 22 (A1a)
Rotterdam baan 06-24 06 (A1a) 24 (A1a) Eelde baan 05-23 05 (A1a) 23 (A1a) baan 01-19 01 (A1c) 19 (A1c) Maastricht baan 04-22 04 (A1a) 22 (A1a) Budel baan 03-21 03 (A1b) 21 (A1b) Lelystad baan 05-23 05 (A1a) 23 (A1a) Eindhoven baan 04 en 04 (A1a) 22 22 (A1a) De Kooy baan 04 en 04 (A1a) 22 22 (A1a) 04 (A1e) Texel 22 (A1e) 13 (A1d) 31 (A1d) Ameland
Drachten
©
Annex-14 hor./con.
OFZ
VSS
take-off
GP-INOP B2
PANS-OPS VOR/DME NDB B3 B4
A3
A4
06 (A2a) 24 (A2a) 36C (A2a) 18C (A2a) 18L (A2a)
06
06 24 36C 18C 36R
06
09 (A2a) 27 (A2a) 36L (A2a)
27
09 27 18R
27
04 (A2a) 22 (A2a)
22
04 22
22
+ (A1f)
06 (A2a) 24 (A2a)
24
06 24
24
06 24
05 (A2a) 23 (A2a) 01 (A2a) 19 (A2a)
23
05 23
23
+ (A1f)
05 23
+ (A1f)
04 (A2a) 22 (A2a)
22 04
04 22
22 04
+ (A1g)
03 (A2b) 21 (A2b)
+ (A1f)
05 (A2a) 23 (A2a)
23
05 23
+ (A1f)
04 (A2a) 22 (A2a)
22 04
+ (A1f)
04 (A2a) 22 (A2a)
22
+ (A1f)
36C 18C 36R
18R
06 24 36C 18C 36R
36C 18C 36R
18R
09 (?) 27 18R
+ (A1i)
07 (A1e) 25 (A1e)
+ (A1i)
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
circling B6
+
09
04 22
21
+ 05 23
05 23
+
04 (?) 22
04 22
+
21
+
23
05 23
+
04 22
22
04 22
+
04 22
22
04 22
+ (A1i)
09 (A1e) 27 (A1e) 14 (A1d) 32 (A1d)
SRE B5
pagina 70 van 140
04 22
+
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Hoogeveen 09 (A1e) 27 (A1e)
+ (A1i)
09 (A1e) 27 (A1e) 03 (A1d) 21 (A1d)
+ (A1i)
07 (A1e) 25 (A1e)
+ (A1i)
M-Zeeland 09 (A1e) 27 (A1e)
+ (A1i)
13 (A1d) 31 (A1d) 18 (A1d) 36 (A1d) 07 (A1d) 25 (A1d)
+ (A1h)
Teuge
Seppe
Hilversum
Tabel 2 : Overzicht toegepaste programma's
A.1
Progr. A1a: Annex-14 landingsvlakken Schiphol etc
Toepassing Luchthaven Schiphol, Rotterdam, Eelde baan 05-23, Maastricht , Lelystad, Eindhoven en De Kooy. Vlakken Grondvlak E (strip of strook):
E runway 60m
315m
60m
300m
D E
A
B
C
D 15% Figuur 11 : Programma A1a: Annex-14 landingsvlakken Schiphol etc Het landingsvlak bestaat uit drie sectoren: Sector A: Basisbreedte van het vlak is 300m Helling landingsvlak 2% Hoogte loopt op van 0m tot 60m
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 71 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Het vlak divergeert 15% aan weerszijden Lengte 3000m Sector B: Sector B sluit aan op sector A Helling 2,5% Hoogte loopt op van 60m tot 150m Divergentie 15% aan weerszijden Lengte 3600m Sector C: Sector C sluit aan op sector B Helling geen Het vlak ligt op een hoogte van 150m t.o.v. de baan Divergentie 15% aan weerszijden Lengte 8400m Zijvlak D: Het zijvlak sluit aan op het grondvlak E en sector A Helling 14,3% (1:7) Hoogte loopt op van 0m tot 45m Lengte 315m Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak in het Rijksdriehoeksstelsel (RD-stelsel). - De hoogteligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak t.o.v. NAP - De hellingspercentages van de obstakelvlakken. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van het grondvlak of het driedimensionale landings- of zijvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
A.2
A1b: Annex-14 landingsvlakken Budel
Toepassing Luchthaven Budel Vlakken
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 72 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Grondvlak E (strip of strook)
E runway 60m
60m
150m
B A B Figuur 12 : Programma A1b: Annex-14 landingsvlakken Budel Het landingsvlak (A) bestaat uit een sector: Basisbreedte van het vlak is 150m Helling vlak 3,33% Hoogte loopt op van 0m tot 83,33m Divergentie 15% aan weerszijden Lengte 2500m Zijvlak B: Het zijvlak sluit aan op het grondvlak en landingsvlak A Helling 20% (1:5) Hoogte loopt op van 0m tot 45m Lengte 225m Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak t.o.v. NAP. - De hellingspercentages van de obstakelvlakken. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van het grondvlak of het driedimensionale landings- of zijvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
A.3
A1c: Annex-14 landingsvlakken Eelde 01-19
Toepassing Luchthaven Eelde baan 01-19 Vlakken
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 73 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Grondvlak E (strip of strook)
E runway 60m
60m
150m
B A B Figuur 13 : Programma A1c: Annex-14 landingsvlakken Eelde 01-19 Het landingsvlak (A) bestaat uit een sector: Basisbreedte van het vlak is 150m Helling vlak 3,33% Hoogte loopt op van 0m tot 83,33m Divergentie 10% aan weerszijden Lengte 3000m Zijvlak B: Het zijvlak sluit aan op het grondvlak en landingsvlak A Helling 14,3% (1:7) Hoogte loopt op van 0m tot 45m Lengte 315m Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak t.o.v. NAP. - De hellingspercentages van de obstakelvlakken. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van het grondvlak of het driedimensionale landings- of zijvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
A.4
A1d: Annex-14 landingsvlakken Ameland 14-32 etc
Toepassing Luchthaven Ameland baan 14-32, Teuge baan 03-21, Texel baan 13-31 en Hilversum Vlakken
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 74 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Grondvlak E (strip of strook)
E runway 30m
30m
90m
B A B Figuur 14 : Programma A1d: Annex-14 landingsvlakken Ameland 14-32 etc Het landingsvlak (A) bestaat uit een sector: Basisbreedte van het vlak is 90m Helling vlak 5% Hoogte loopt op van 0m tot 100m Divergentie 10% aan weerszijden Lengte 2000m Zijvlak B: Het zijvlak sluit aan op het grondvlak en landingsvlak A Helling 20% (1:5) Hoogte loopt op van 0m tot 45m Lengte 225m Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak t.o.v. NAP. - De hellingspercentages van de obstakelvlakken. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van het grondvlak of het driedimensionale landings- of zijvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
A.5
A1e: Annex-14 landingsvlakken Texel 04-22 etc
Toepassing Luchthaven Texel baan 04-22, Ameland baan 09-27, Drachten, Hoogeveen, Teuge baan 09-27, Seppe en Midden Zeeland Vlakken
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 75 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Grondvlak E (strip of strook)
E runway 60m
60m
120m
B A B Figuur 15 : Programma A1e: Annex-14 landingsvlakken Texel 04-22 etc Het landingsvlak (A) bestaat uit een sector: Basisbreedte van het vlak is 120m Helling vlak 4% Hoogte loopt op van 0m tot 100m Divergentie 10% aan weerszijden Lengte 2500m Zijvlak B: Het zijvlak sluit aan op het grondvlak en landingsvlak A Helling 20% (1:5) Hoogte loopt op van 0m tot 45m Lengte 225m Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het grondvlak-, landings- en zijvlak t.o.v. NAP. - De hellingspercentages van de obstakelvlakken. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van het grondvlak of het driedimensionale landings- of zijvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
A.6
A1f: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Schiphol etc
Toepassing Luchthaven Schiphol, Rotterdam, Eelde, Maastricht, Lelystad Eindhoven en De Kooy Vlakken
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 76 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
t
t
3 3
a b
horizontaalvlak (45m)
conischvlak (45m-145m)
Figuur 16 : Programma A1f: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Schiphol etc Het horizontaalvlak ligt op een hoogte van 45m t.o.v. de hoogteligging van de baan. De buitenste grens van dit vlak wordt bepaald door vanuit de baaneinden een cirkel te tekenen met een straal van 4000m (zie a in tekening).Tussen de tangentpunten (t) wordt een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Het conischvlak loopt op onder een helling van 5% en sluit aan op het horizontaalvlak. Dit vlak loopt op vanaf een hoogte van 45m tot een hoogte van 145m. Het bestreken gebied van dit vlak ligt tussen de stralen (t.o.v. de baaneinden) van 4000m en 6000m (zie b in tekening). Tussen de tangentpunten (t) wordt een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het horizontaal- en conischvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het horizontaal- en conischvlak t.o.v. NAP. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van het horizontaal- en conischvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
A.7
A1g: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Budel
Toepassing Annex-14 Horizontaal en conischvlak luchthaven Budel Vlakken
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 77 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
t
t
3 3 b a a b
c binnenste horizontaalvlak (45m) conischvlak (45m-100m) buitenste horizontaalvlak (100m) Figuur 17 : Programma A1g: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Budel Het horizontaalvlak ligt op een hoogte van 45m t.o.v. de hoogteligging van de baan. De buitenste grens van dit vlak wordt bepaald door vanuit de baaneinden een cirkel te tekenen met een straal van 3500m (zie a in tekening).Tussen de tangentpunten (t) wordt een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Het conischvlak sluit aan op het horizontaalvlak en loopt op onder een helling van 5%. Dit vlak loopt op vanaf een hoogte van 45m tot een hoogte van 100m. Het bestreken gebied van dit vlak ligt tussen de stralen (t.o.v. de baaneinden) van 3500m en 4600m (zie b in tekening). Tussen de tangentpunten (t) wordt wederom een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Het buitenste horizontaalvlak ligt op een hoogte van 100m t.o.v. de hoogteligging van de baan. Het bestreken gebied van dit vlak ligt tussen de stralen (t.o.v. de baaneinden) van 4600m en 5100m (zie b en c in tekening). Tussen de tangentpunten (t) wordt wederom een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het horizontaal- en conischvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het horizontaal- en conischvlak t.o.v. NAP. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van het horizontaal- en conischvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
A.8
A1h: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Hilversum
Toepassing Luchthaven Hilversum Vlakken ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 78 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
t
t
3 3 b a a b
c binnenste horizontaalvlak (45m) conischvlak (45m-100m) buitenste horizontaalvlak (100m) Figuur 18 : Programma A1h: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Hilversum Het binnenste horizontaalvlak ligt op een hoogte van 45m t.o.v. de hoogteligging van de baan. De buitenste grens van dit vlak wordt bepaald door vanuit de baaneinden een cirkel te tekenen met een straal van 2000m (zie a in tekening).Tussen de tangentpunten (t) wordt een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Het conischvlak sluit aan op het binnenste horizontaalvlak en loopt op onder een helling van 5%. Dit vlak loopt op vanaf een hoogte van 45m tot een hoogte van 100m. Het bestreken gebied van dit vlak ligt tussen de stralen (t.o.v. de baaneinden) van 2000m en 3100m (zie a en b in tekening). Tussen de tangentpunten (t) wordt wederom een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Het buitenste horizontaalvlak ligt op een hoogte van 100m t.o.v. de hoogteligging van de baan. Het bestreken gebied van dit vlak ligt tussen de stralen (t.o.v. de baaneinden) van 3100m en 5100m (zie b en c in tekening). Tussen de tangentpunten (t) wordt wederom een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het horizontaalvlakken en conischvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het horizontaalvlakken en conischvlak t.o.v. NAP. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van een horizontaalvlak en conischvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
A.9
A1i: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Texel etc.
Toepassing
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 79 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Luchthaven Texel, Ameland, Drachten, Hoogeveen, Teuge, Seppe en Midden Zeeland Vlakken
t
t
3 3 b a a b
c binnenste horizontaalvlak (45m) conischvlak (45m-100m) buitenste horizontaalvlak (100m) Figuur 19 : Programma A1i: Annex-14 horizontaal en conisch vlak Texel etc. Het binnenste horizontaalvlak ligt op een hoogte van 45m t.o.v. de hoogteligging van de baan. De buitenste grens van dit vlak wordt bepaald door vanuit de baaneinden een cirkel te tekenen met een straal van 2500m (zie a in tekening).Tussen de tangentpunten (t) wordt een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Het conischvlak sluit aan op het binnenste horizontaalvlak en loopt op onder een helling van 5%. Dit vlak loopt op vanaf een hoogte van 45m tot een hoogte van 100m. Het bestreken gebied van dit vlak ligt tussen de stralen (t.o.v. de baaneinden) van 2500m en 3600m (zie a en b in tekening). Tussen de tangentpunten (t) wordt wederom een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Het buitenste horizontaalvlak ligt op een hoogte van 100m t.o.v. de hoogteligging van de baan. Het bestreken gebied van dit vlak ligt tussen de stralen (t.o.v. de baaneinden) van 3600m en 5100m (zie b en c in tekening). Tussen de tangentpunten (t) wordt wederom een rechte getrokken waarvan de lengte overeenkomt met de baanlengte. Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het horizontaalvlakken en conischvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het horizontaalvlakken en conischvlak t.o.v. NAP. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van een horizontaalvlak en conischvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 80 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
A.10
Registratienummer P4411-R-4
A2a: Annex-14 startvlakken Schiphol etc.
Toepassing Luchthaven Schiphol, Rotterdam, Eelde , Maastricht , Lelystad, Eindhoven en De Kooy Vlakken grondvlak E (strip of strook)
runway 60m
60m
180m
12,5% A
1800m 15km
helling 2% helling 1,2% zijaanzicht
Figuur 20 : Programma A2a: Annex-14 startvlakken Schiphol etc. Startvlak A: - helling 1,2% en 2% - het vlak divergeert aan beide zijden 12,5% - de basis breedte van het vlak is 180m - lengte van het vlak 15km : voor het 1,2% vlak wordt over een afstand van 15km een hoogte van 180m bereikt : voor het 2% vlak wordt over een afstand van 15km een hoogte van 300 bereikt Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het startvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het startvlak t.o.v. NAP. - De hellingspercentage van het startvlak. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 81 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Berekend wordt: - De penetratie van het 1,2% en het 2% startvlak (hoeveel steekt een obstakel door de gedefinieerde obstakelvlakken).
A.11
A2b: Annex-14 startvlakken Budel
Toepassing Luchthaven Budel Vlakken grondvlak (strip of strook)
runway 60m
60m
80m
10% A
580m 15km Figuur 21 : Programma A2b: Annex-14 startvlakken Budel Startvlak A: - helling 2% - het vlak divergeert aan beide zijden 12,5% - de basis breedte van het vlak is 80m - lengte van het vlak 2500m Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van het startvlak in het RD stelsel. - De hoogteligging van het startvlak t.o.v. NAP. - De hellingspercentage van het startvlak. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van het startvlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 82 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
A.12
Registratienummer P4411-R-4
A3: OFZ Schiphol etc.
Toepassing Luchthaven Schiphol, Rotterdam, Eelde, Maastricht , Lelystad, Eindhoven en De Kooy. Vlakken grondvlak
120m
runway 60m
1800m D A
B
C
h=18m 1800m landingsrichting Figuur 22 : Programma A3: OFZ Schiphol etc. A: - landingsvlak met een helling van 2% en loopt op van 0m tot 18m - de lengte van het landingsvlak is 900m - de breedte van de korte zijde van dit vlak is 120m B: - grondvlak: afmetingen 1800 x 120m C: - doorstartvlak: de basis van dit vlak ligt op een afstand van 1800m vanaf de baandrempel - het doorstartvlak heeft een helling van 3,33% - het vlak divigeert aan beide zijden met 10% D: - het zijvlak sluit aan op het grondvlak, landingsvlak en het doorstartvlak - het zijvlak heeft een helling van 33,3% Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van de OFZ vlakken in het RD stelsel.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 83 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
- De hoogteligging van de OFZ vlakken t.o.v. NAP. - De hellingspercentage van de OFZ vlakken. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van de OFZ vlakken (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd obstakelvlak).
A.13
A4: VSS Schiphol etc.
Opmerking: de inhoud van dit programma staat nog ter discussie. Naar verwachting wordt een VSS programma niet toegepast op een baan, gebruikt in een bepaalde richting, maar op een baan, gebruikt in een bepaalde richting , gebruikmakend van een bepaalde landingsinstrumentatie (GP-INOP, VOR/DME, NDB of SRE). Voor zo'n instrumentatie wordt via een PANS-OPS programma een OCA/OCH waarde bepaald welke bepalend is voor de afmetingen van de vlakken in het toegepaste VSS programma. De OCA/OCH waarde wordt niet door de geautomatiseerde obstakelverwerking verwerkt in de geometrie van de vlakken. Deze wordt, als bij alle andere programma's extern vastgesteld, in dit geval mede op basis van een OCA/OCH waarde. Toepassing Luchthaven Schiphol, Rotterdam, Eelde, Maastricht , Lelystad, Eindhoven, De Kooy en Budel. Vlakken
A
L
Figuur 23 : Programma A4: VSS Schiphol etc. Het landingsvlak bestaat uit een sector: Basisbreedte van het vlak is 300m Helling vlak 1,88˚ = 0,033% Hoogte loopt op van 0m tot de OCH waarde Divergentie 15% aan weerszijden De lengte (L) is een vaste waarde L= OCH x 30 + 500 De OCH waarde is afhankelijk van de respectievelijke non-precision procedure.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 84 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
De OCH waarde zal verwerkt zijn in de aangeleverde geometriegegevens van de vlakken. Berekening Bekend zijn: - De dimensies en ligging van de VSS vlakken in het RD stelsel. - De hoogteligging van het vlak t.o.v. NAP. - De hellingspercentage van het vlak. - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend wordt: - De penetratie van het VSS vlak (hoeveel steekt een obstakel door een gedefinieerd VSS-vlak).
A.14
PANS-OPS algemene bepaling OCA en OCH waarde
OCH
OCA
k
h threshold elevation sea level = NAP
Figuur 24 : PANS-OPS algemene bepaling OCA en OCH waarde OCA : Obstacle Clearance Altitude OCH : Obstacle Clearance Height k = minimum obstakel klaring h = hoogte obstakel t.o.v. sea level threshold elevation = baandrempelhoogte t.o.v. NAP sea level = NAP OCA = h + k OCH = OCA – threshold elevation
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 85 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
A.15
Registratienummer P4411-R-4
B2: PANS-OPS protectiegebied GP-INOP procedure
Vlakken
landingsrichting
C
= obstakel Figuur 25 : Programma B2: PANS-OPS protectiegebied GP-INOP procedure Meetvoorschriften In het gebied A worden de twee hoogste obstakels ingemeten. Ook in gebied B worden de twee hoogste obstakels ingemeten. In gebied C worden alle obstakels ingemeten die hoger zijn dan het hoogste obstakel uit gebied A. Tot slot worden in gebied D die obstakels ingemeten die door het 1:40 vlak steken. De basis van dit hellende vlak is gerelateerd aan de threshold elevation. Opmerking : met hoogste obstakel wordt bedoelt die objecten waarvan de top de hoogste NAP waarde heeft. Met andere woorden een relatief laag object gelegen op een heuveltop kan het hoogste gevraagde obstakel zijn. Berekening Als alle obstakels volgens de voorschriften ingemeten zijn moet worden bepaald welk obstakel de meest bepaalde is voor de vliegprocedure. Van elk obstakel worden aan de hand van onderstaande rekenvoorschriften de OCA en OCH waarden bepaald. Bekend zijn: - Threshold elevatie = de hoogteligging van de baan t.o.v. NAP. - De protectiegebieden (ingevoerd in RD-coördinaten). - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend moeten worden:
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 86 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
- De lengte van a en b in gebied C en de lengte van c in gebied D - De OCA en OCH waarden in meters en feet. Gebied A:
OCA = H(obst) + 75 OCH = OCA – threshold elevation
Gebied B:
OCA = H(obst) + 75 OCH = OCA – threshold elevation
Gebied C:
OCA = H(obst) + (75-(a/b) x 75) OCH = OCA – threshold elevation
Gebied D:
OCA = H(obst) + 30-0,025 x c OCH = OCA – threshold elevation
Het obstakel met de hoogste OCA/OCH waarde is het bepalende obstakel.
A.16
B3: PANS-OPS protectiegebied VOR/DME procedure
Vlakken
landingsrichting
c b
a
= obstakel Figuur 26 : Programma B3: PANS-OPS protectiegebied VOR/DME procedure Meetvoorschriften In het gebied A worden de twee hoogste obstakels ingemeten. In gebied B worden alle obstakels ingemeten die hoger zijn dan het hoogste obstakel uit gebied A.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 87 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Tot slot worden in gebied C die obstakels ingemeten die door het 1:40 vlak steken. De basis van dit hellende vlak is gerelateerd aan de threshold elevation. Opmerking: met hoogste obstakel wordt bedoelt die objecten waarvan de top de hoogste NAP waarde heeft. Met andere woorden een relatief laag object gelegen op een heuveltop kan het hoogste gevraagde obstakel zijn. Berekening Als alle obstakels volgens de voorschriften ingemeten zijn moet worden bepaald welk obstakel de meest bepaalde is voor de vliegprocedure. Van elk obstakel worden aan de hand van onderstaande rekenvoorschriften de OCA en OCH waarden bepaald. Bekend zijn: - Threshold elevatie = de hoogteligging van de baan t.o.v. NAP. - De protectiegebieden (ingevoerd in RD-coördinaten). - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend moeten worden: - De lengte van a en b in gebied B en de lengte van c in gebied C - De OCA en OCH waarden in meters en feet. Gebied A:
OCA = H(obst) + 75 OCH = OCA – threshold elevation
Gebied B:
OCA = H(obst) + (75-(a/b) x 75) OCH = OCA – threshold elevation
Gebied C:
OCA = H(obst) + 30-0,025 x c OCH = OCA – threshold elevation
Het obstakel met de hoogste OCA/OCH waarde is het bepalende obstakel.
A.17
B4: PANS-OPS protectiegebied NDB procedure
Vlakken
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 88 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
landingsrichting
a b c
= obstakel Figuur 27 : Programma B4: PANS-OPS protectiegebied NDB procedure Meetvoorschriften In het gebied A worden de twee hoogste obstakels ingemeten. In gebied B worden alle obstakels ingemeten die hoger zijn dan het hoogste obstakel uit gebied A. Tot slot worden in gebied C die obstakels ingemeten die door het 1:40 vlak steken. De basis van dit hellende vlak is gerelateerd aan de threshold elevation. Opmerking : met hoogste obstakel wordt bedoelt die objecten waarvan de top de hoogste NAP waarde heeft. Met andere woorden een relatief laag object gelegen op een heuveltop kan het hoogste gevraagde obstakel zijn. Berekening Als alle obstakels volgens de voorschriften ingemeten zijn moet worden bepaald welk obstakel de meest bepaalde is voor de vliegprocedure. Van elk obstakel worden aan de hand van onderstaande rekenvoorschriften de OCA en OCH waarden bepaald. Bekend zijn: - Threshold elevatie = de hoogteligging van de baan t.o.v. NAP. - De protectiegebieden (ingevoerd in RD-coördinaten). - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend moeten worden: - De lengte van a en b in gebied B en de lengte van c in gebied C
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 89 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
- De OCA en OCH waarden in meters en feet. Gebied A:
OCA = H(obst) + 75 OCH = OCA – threshold elevation
Gebied B:
OCA = H(obst) + (75-(a/b) x 75) OCH = OCA – threshold elevation
Gebied C:
OCA = H(obst) + 30 - 0,025 x c OCH = OCA – threshold elevation
Het obstakel met de hoogste OCA/OCH waarde is het bepalende obstakel.
A.18
B5: PANS-OPS protectiegebied SRE procedure
Vlakken
landingsrichting
= obstakel Figuur 28 : Programma B5: PANS-OPS protectiegebied SRE procedure Meetvoorschriften In gebied A wordt elk obstakel ingemeten dat door het gedefinieerde obstakelvlak steekt met een helling van 2°.826. In gebied B worden de twee hoogste obstakels ingemeten. Tot slot worden in gebied C die obstakels ingemeten die door het 1:40 vlak steken. De basis van dit hellende vlak is gerelateerd aan de threshold elevation. Opmerking: met hoogste obstakel wordt bedoelt die objecten waarvan de top de hoogste NAP waarde heeft. Met andere woorden een relatief laag object gelegen op een heuveltop kan het hoogste gevraagde obstakel zijn.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 90 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Berekening Als alle obstakels volgens de voorschriften ingemeten zijn moet worden bepaald welk obstakel de meest bepaalde is voor de vliegprocedure. Van elk obstakel worden aan de hand van onderstaande rekenvoorschriften de OCA en OCH waarden bepaald. Bekend zijn: - Threshold elevatie = de hoogteligging van de baan t.o.v. NAP. - De protectiegebieden (ingevoerd in RD-coördinaten). - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend moeten worden: - De lengte van a en b in gebied C. - De OCA en OCH waarden in meters en feet. Gebied A:
OCA = H(obst) + 75 OCH = OCA – threshold elevation
Gebied B:
OCA = H(obst) + 75 OCH = OCA – threshold elevation
Gebied C:
OCA = H(obst) + 30 – 0,025 x a OCH = OCA – threshold elevation
Het obstakel met de hoogste OCA/OCH waarde is het bepalende obstakel.
A.19
B6: PANS-OPS circling procedure (visual manoeuvring)
Vlakken
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 91 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Figuur 29 : Programma B6: PANS-OPS circling procedure (visual manoeuvring) Meetvoorschriften In alle vier de gebieden, A t/m D worden de twee hoogste obstakels ingemeten. Opmerking 1) : met hoogste obstakel wordt bedoelt die objecten waarvan de top de hoogste NAP waarde heeft. Met andere woorden een relatief laag object gelegen op veen heuveltop kan het hoogste gevraagde obstakel zijn. Opmerking 2) : Voor de luchthavens Lelystad, Budel en De Kooy gelden alleen de gebieden A en B. Opmerking 3) : Voor de luchthaven Rotterdam worden alleen de obstakels ingemeten westelijk t.o.v. de verlengde baan-as. Berekening Als alle obstakels volgens de voorschriften ingemeten zijn moet worden bepaald welk obstakel de meest bepaalde is voor de vliegprocedure. Van elk obstakel worden aan de hand van onderstaande rekenvoorschriften de OCA en OCH waarden bepaald. Bekend zijn: - Luchthaven elevatie = de hoogteligging van de luchthaven t.o.v. NAP. - De protectiegebieden (ingevoerd in RD-coördinaten). - H(obst) = de hoogte van het obstakel t.o.v. het NAP. - De positie van het obstakel in RD-coördinaten. Berekend moeten worden: - De OCA en OCH waarden in meters en feet. Gebied A:
©
OCA = H(obst) + 90m
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 92 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
OCH = OCA – luchthaven elevatie Gebied B:
OCA = H(obst) + 90m OCH = OCA – luchthaven elevatie
Gebied C:
OCA = H(obst) + 120m OCH = OCA – luchthaven elevatie
Gebied D:
OCA = H(obst) + 120m OCH = OCA – luchthaven elevatie
Het obstakel met de hoogste OCA/OCH waarde is het bepalende obstakel.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 93 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bijlage B Inventarisatie functionele eisen Deze bijlage bevat de functionele eisen zoals deze in enkele sessies met de toekomstige gebruikers zijn geïnventariseerd. Deze bijlage bevat het eindverslag van deze sessies, beperkt tot de eisen, aangepast aan latere afspraken en op enkele punten gewijzigd qua terminologie. De geïnventariseerde extra functionele wensen die voorlopig nog niet worden meegenomen, zijn opgenomen in de bijlage Verbeterpunten.
B.1
Algemeen
1. Voor elke functionele eis wordt aangegeven van welke organisatie (AGI en/of IVW) deze afkomstig is. 2. Deze bijlage noemt regelmatig AGI en IVW als gebruiker van het systeem. Gezien de toekomstige herverdeling van taken kan dit steeds gelezen worden als 'de organisatie belast met de taak nu berustend bij AGI of IVW'. Wel wordt aangegeven welke rapportages door welke groep toekomstige gebruikers kan worden opgevraagd. De opzet is geen strakke toedeling van functionaliteit aan gebruikers te doen, maar toegang tot functionaliteit door de beheerder toe te laten wijzen aan gebruikers (eis IVW). Een gedetailleerde lijst van de door de beheerder aan gebruikers toe te wijzen functionaliteit is in hoofdstuk 5 opgenomen.
B.2
Landelijk beheer
1. In het huidige systeem (HINDERNIS) zijn obstakels gekoppeld aan één luchthaven: er bestaat per luchthaven een database met ingemeten obstakels. Analyses (selecties) vinden in HINDERNIS plaats per luchthaven op basis van de bij die luchthaven behorende database met obstakels. 2. Het nieuwe Collision Risc Model (CRM) werkt met een landelijk bestand obstakels waarbij per luchthaven de relevante obstakels worden uitgefilterd. In het oude CRM programma werd per luchthaven een database ingevoerd. 3. Bij IVW leeft de wens op den duur te komen tot een landelijk beheer van de obstakels. 4. Om beter voorbereid te zijn op dit landelijk beheer dient het mogelijk te zijn (eisen IVW): 1. dat er obstakels bestaan die niet gebonden zijn aan één luchthaven (zoals het landelijke bestand van obstakels hoger dan 100 meter); 2. dat een actueel obstakel meegenomen wordt in de analyse van meerdere vliegvelden zonder het te behoeven verdubbelen in de database; 3. dat een mogelijk toekomstig obstakel (planobstakel) getoetst kan worden voor meerdere vliegvelden tegelijkertijd - of aan niet aan een luchthaven gekoppelde criteria. Opmerking: Het is niet de bedoeling dat in de rapportage een opsomming wordt gegeven van de luchthavens waar het ingevoerde obstakel geen enkele rol speelt. Wel dient de toetsing elk programma
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 94 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
te rapporteren waarin een obstakel valt, ook al levert het programma geen probleem op; 4. dat ook de tientallen heliports, airstrips en zweefvliegvelden in het land meegenomen worden in de verwerking - waarmee de kans dat een obstakel voor meerdere vliegvelden van belang is sterk toeneemt. 5. Om beheertechnische redenen is het mogelijk om in de obstakelidentificatie te verwijzen naar de eventuele luchthaven waarop of waarbij het obstakel zich bevindt. De obstakelidentificatie dient nog vastgesteld te worden.
B.3
Onderscheid ingemeten, nieuwe/tijdelijke en planobstakels
1. Er is één goedgekeurde, operationele verzameling ingemeten obstakels. Deze is altijd beschikbaar voor IVW voor inspectie, berekeningen, analyses, etc. (eis IVW) 2. IVW kan in deze verzameling ingemeten obstakels uitsluiten van rapportage en berekening, ondermeer omdat sommige obstakels niet voortdurend maar slechts met tussenpozen aanwezig zijn. (eis IVW) 3. In principe is het voor IVW en/of AGI mogelijk in deze verzameling obstakels te wijzigen of te verwijderen (deze bevoegdheid is, als steeds, in te stellen door de beheerder). Dit dient echter hooguit incidenteel plaats te vinden, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van laatste correcties na verwerking van een meetopdracht in de verzameling. Bovendien dient dit steeds goed afgestemd te worden met IVW. (eis IVW en AGI) 4. IVW kan niet-ingemeten nieuwe of tijdelijke obstakels toevoegen en deze wijzigen of verwijderen. Samen met de ingemeten obstakels vormt deze verzameling nieuwe en tijdelijke obstakels de verzameling actuele obstakels. De ingemeten en nieuwe/tijdelijke obstakels worden samen verwerkt in rapportages en analyses. Voor Schiphol zijn er 30 tot 40 tijdelijke obstakels per jaar. Nieuwe/tijdelijke obstakels hebben een onderscheiden identificatie en zijn altijd herkenbaar op rapportages en presentaties. Indien een al ingevoerd nieuw/tijdelijk obstakel wordt ingemeten komt het daarna twee keer voor in de verzameling actuele obstakels; het nieuwe/tijdelijke obstakel wordt niet automatisch verwijderd of overschreven. (eis IVW) 5. IVW kan te toetsen planobstakels toevoegen en deze wijzigen of verwijderen. Let op: in de toekomst kan het zijn dat meerdere organisaties toegang hebben tot deze functionaliteit. Elk van deze organisaties heeft dan zijn eigen verzameling planobstakels, die niet toegankelijk is of zelfs maar zichtbaar is voor gebruikers van andere organisaties. (eis IVW)
B.4
Opslag obstakelgegevens
1. De obstakelidentificatie op basis van gridnummers vervalt. Ook de 'oude', in de praktijk gebruikte obstakelidentificatie met een volgnummer binnen de verzameling obstakels per luchthaven vervalt. Een nieuwe identificatie dient ontwikkeld te worden. Hierin dient in elk geval herkenbaar te zijn of het om een ingemeten of een nieuw/tijdelijk obstakel gaat (eis IVW). Mogelijk dient de identificatie ook een locatie aanduiding (vliegveld? provincie? gemeente?)
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 95 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
te bevatten. 2. De kratten en boeken met meetformulieren en foto's zullen vervangen worden door foto's en gegevens in de obstakeldatabase. Dit betekent dat meetploegen op locatie toegang zullen hebben tot deze gegevens. De database zal geen meethistorie per obstakel bevatten (het meetformulier kan wel historie bevatten). (eis AGI) 3. Van elk ingemeten of nieuw/tijdelijk obstakel zullen de volgende eigenschappen opgeslagen worden: eigenschap indicator ingemeten nieuw/tijdelijk identificatie type omschrijving foto of plaatje bijschrift bij foto of plaatje datum laatste meting datum laatste controle datum verwachte verdwijning kwaliteitskenmerk coörd. bedrijf / persoon meting/contr. indicator t.b.v. rapp/berekening per obstakelpunt: - volgnummer - XY (RD), Zmaai, Ztop (NAP)
gebruik bij ‘ingemeten obstakel’ ‘ingemeten obstakel’ Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
gebruik bij ‘nieuw/tijdelijk obstakel’ ‘nieuw/tijdelijk obstakel’ ja ja ja eventueel eventueel nee nee ja
IVW, AGI IVW, AGI IVW, AGI AGI AGI AGI AGI IVW
ja ja
nee nee
AGI AGI
Ja
ja
IVW
Ja ja, gemeten waarden
ja ja, van diverse herkomst
IVW, AGI IVW, AGI
opslag is eis van: ÍVW
1. Type: dit betreft één type uit een lijst mogelijk typen. Welke lijst gebruikt zal worden is nog niet bekend (type als bij HINDERNIS of BOCO-klasse). De beheerder kan deze lijst aanpassen. 2. Kwaliteitskenmerk coördinaten: één kenmerk uit een lijstje mogelijke kenmerken. De beheerder kan de lijst kwaliteitskenmerken aanpassen. 3. De datum van verwachte verdwijning (bijvoorbeeld dat een bouwkraan naar verwachting afgebroken zal zijn) is alleen van documentatieve waarde. De datum beïnvloedt niet de aanwezigheid van het obstakel in de database, is geen onderwerp van automatische controle en is niet van invloed op het resultaat van berekeningen, etc. 4. Deze tabel doet geen uitspraak over de vraag of eigenschappen verplicht van een waarde voorzien zijn bij opslag of dat deze verplicht leeg moeten zijn bij bepaald gebruik. 5. Per ingemeten obstakel vervalt t.o.v. HINDERNIS de opslag van: - nummers meetformulier, foto en luchtfoto - datum-geldig-tot - meetmethodes XY en Z - nauwkeurigheden XY en Z - datum laatste wijziging
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 96 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
6. Een memo veld zou historie en nadere opmerkingen kunnen bevatten. Besloten is echter geen memo veld toe te passen en eventuele opmerkingen in de omschrijving op te nemen, die daar dus de ruimte voor dient te bieden. 4. Van elk planobstakel zullen de volgende eigenschappen worden opgeslagen (eis IVW): eigenschap organisatie (eigenaar) (obstakel alleen voor deze organisatie) identificatie vaste naam (type) var. naam (omschrijving) datum verwachte aanwezigheid datum verwachte verdwijning per obstakelpunt: - volgnummer - XY (RD), Zmaai, Ztop (NAP)
B.5
Verwerking meetopdracht
1. De meetopdracht als zodanig, en de afhandeling ervan, zullen niet worden opgeslagen in het systeem. 2. De verwerking van een meetopdracht vereist gedurende enige tijd een kopie van de operationele database met ingemeten obstakels (eventueel inclusief nieuw/tijdelijke obstakels). Deze kopie wordt gebruikt om aangeleverde resultaten van meetopdrachten te controleren, ondermeer door het opvragen van relevante rapportages over deze kopie database. Pas na definitieve goedkeuring door AGI worden de resultaten op identieke wijze verwerkt in de operationele database. (eis IVW en AGI) 3. Meetploegen krijgen de volgende informatie mee (eis AGI) 1. concrete meetopdracht op papier (niet door systeem aangemaakt) 2. kopie, export of gegenereerde informatie uit de obstakeldatabase (formaat nader vast te stellen, door meetploeg benodigde functionaliteit geen onderwerp van dit onderzoek). 3. vlakinformatie (identificatie en XYZ hoekpunten van de bij de opdracht betrokken vlakken, aan te leveren in een GIS formaat. Voor de hand ligt hetzelfde formaat te kiezen als waarin deze informatie aan het systeem zelf zal worden aangeleverd, zie blz. 104). Voor de informatie van meetploegen worden geen specifieke grafische presentaties (overzichtskaarten) ontwikkeld. Meetploegen zullen zelf de aangeleverde gegevens moeten kunnen visualiseren. 4. Meetploegen dienen meetresultaten digitaal aan te kunnen leveren, inclusief foto's (gekoppeld aan de meetgegevens). De AGI hoeft dus niet zelf alle meetgegevens in te toetsen, of de juiste foto aan het juiste obstakel te koppelen. In de aanlevering dient aangegeven te zijn welke obstakels nieuw, welke gewijzigd en welke verwijderd zijn. (eis AGI) 5. Invoer en controle van de meetresultaten in de kopie database bij AGI vindt plaats door (eis AGI): 1. Importeren aangeleverde metingen incl. foto’s ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 97 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
2. Controle aan de hand van een mutatieverslag. Dit verslag vermeldt: - welke obstakels zijn toegevoegd - welke obstakels zijn verwijderd - welke obstakels zijn gewijzigd in de x,y en z. Kleine nog nader aan te geven verschillen in wijzigingen in x,y, en z dienen niet voor te komen in de rapportage. Bij deze controle wordt dus automatisch gecheckt: - bij welke obstakels de XY meer dan een op te geven waarde is gewijzigd - bij welke obstakels de Ztop of Zmaai meer dan een op te geven waarde is gewijzigd. 3. Controle d.m.v. rapportages doorsteking obstakelvlakken en obstakels in protectievlakken (zie hieronder). 6. Na controle en eventuele correctie van de aanlevering door de meetploeg wordt de aanlevering verwerkt in de operationele database. (eis IVW en AGI) 1. Twee technieken zijn hiervoor denkbaar: 1. Directe verwerking van de nu goedgekeurde aanlevering van de meetploeg in de operationele database. 2. Gehele of gedeeltelijke vervanging van de operationele database door de kopie database. Omdat de tweede methode problemen op kan leveren met gelijktijdige verwerking van meerdere meetopdrachten is besloten uit te gaan van de eerste methode. 2. Bij de verwerking van de meetresultaten in de operationele database wordt opnieuw een mutatieverslag gemaakt dat vermeldt welke obstakels zijn toegevoegd, welke verwijderd en welke gewijzigd (coördinaten en hoogtegegevens). 7. Bij inmeting van een al door IVW nieuw/tijdelijk obstakel wordt de volgende procedure gevolgd: de meetploeg krijgt de export van het obstakelbestand aangeleverd. Deze bevat eventueel de nieuw/tijdelijke obstakels ter informatie van de meetploeg (keuze te maken door AGI gebruiker op moment van export). De eventuele inmeting levert een nieuw obstakel op, met een nieuwe identificatie. Na verwerking van de meetresultaten in de operationele database kan IVW, mede aan de hand van het laatste mutatieverslag, zien dat het nieuw/tijdelijk obstakel is ingemeten. IVW kan daarna zelf dit obstakel uit de verzameling nieuw/tijdelijke obstakels verwijderen. (eis IVW en AGI) 8. Plots zoals nu door AGI worden geproduceerd als resultaat van de meetopdracht zijn niet meer nodig. Deze worden vervangen door rapportages in GIS vorm, bijvoorbeeld een kaart zichtbaar op het scherm
B.6
Invoer obstakelcoördinaten
1. Bij de invoer van obstakelcoördinaten ten behoeve van nieuw/tijdelijke of planobstakels is dit mogelijk door een punt aan te wijzen in een topografische kaart en door handmatige invoer van de coördinaten. Het is hierbij mogelijk op deze kaart in- en uit te zoomen. (eis IVW)
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 98 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
2. De invoer van Z-coördinaten vindt steeds plaats t.o.v. NAP. (eis IVW, zie ook verbeterpunten op blz. 134.) 3. Voor een obstakel kunnen de XY coördinaten van meerdere obstakelpunten worden opgegeven. (eis IVW) 4. Ook is het mogelijk de XY coördinaten van een middelpunt en de grootte van een cirkelstraal op te geven. Na goedkeuring van de invoer wordt op basis van de opgegeven coördinaten (middelpunt) en de straal een serie van tenminste 8 obstakelpunten berekend op de beschreven cirkel. Deze mogelijkheid is vooral bedoeld voor de toetsing van toekomstige bouwkranen. (eis IVW) 5. Alle invoer van coördinaten vindt plaats in RD-coördinaten. (eis IVW) 6. In de publieksfunctie kan een maaiveldhoogte ontleend worden aan een landelijk bestand met maaiveldhoogte, op basis van de locatie.
B.7
Rapportages
1. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de verschillende rapportages en voor welke gebruikers deze nu of in de toekomst bedoeld zijn. IVW
AGI
"doorsteking obstakelvlakken" Vlakken: Annex-14, VSS, OFZ Obstakels: - AGI: ingemeten - IVW: ingemeten + nieuw/tijdelijk "obstakels in protectievlakken" Vlakken: PANS-OPS Obstakels: ingemeten obstakels
ja, t.b.v. inhoudelijke beoordeling & rapportage
ja, t.b.v. controle op uitvoering meetopdracht
"OCA/OCH waarde", bevat ook "obstakels in protectievlakken" Vlakken: PANS-OPS Obstakels: ingemeten en nieuw/tijdelijk a "experttoetsing planobstakels" t.a.v. Annex-14 b "experttoetsing planobstakels" t.a.v. Annex-14, VSS, OFZ c "experttoetsing planobstakels" Annex-14, VSS, OFZ + PANS-OPS"
ja, t.b.v. inhoudelijke beoordeling & rapportage ja
als IVW
als IVW
IVW
Ja
ja
IVW
ja
Ja
ja
IVW
ja
ja
IVW
"publiekstoetsing planobstakel" t.a.v. Annex-14 alle obstakels in gebied
ja
ja/nee afh. van expertise luchthavens Ja
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
luchthavens als IVW
LVNL
publiek
als IVW
ja, t.b.v. controle op uitvoering meetopdracht
ja
rapp. is eis van AGI, IVW
AGI
ja
ja, t.b.v. controle op uitvoering meetopdracht
ja
IVW AGI
pagina 99 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
2. Uitwerking van de rapportages: 1. rapportage doorsteking obstakelvlakken (Annex-14, OFZ en VSS vlakken) De rapportage betreft een baan en een daarop van toepassing zijnd programma en bevat per vlak de doorstekende obstakels met: 1. identificatie (volgnummer) 2. vaste naam 3. variabele naam 4. meetdatum 5. controledatum 6. XY en Ztop, Zmaai, hoogte en hoogte boven het vlak voor 1. elk doorstekend obstakelpunt 2. eventuele snijpunten en randpunten (zie ook blz. 103). Bij rapportage t.b.v. IVW is de rapportage mede gebaseerd op de door IVW nieuw/tijdelijke obstakels. Deze dienen duidelijk herkenbaar te zijn in de rapportage. De rapportage kan opgevraagd worden voor een geheel vliegveld, voor geselecteerde banen of voor geselecteerde op banen van toepassing zijnde programma's. 2. rapportage obstakels in protectievlakken (PANS-OPS vlakken) De rapportage betreft een baan en een daarop van toepassing zijnd PANS-OPS programma en bevat per vlak alle obstakels gedefinieerd in de meetvoorschriften voor het programma. De rapportage bevat voor elk op te nemen obstakel dezelfde gegevens als beschreven onder 1. De noodzakelijke selecties, gedefinieerd in de meetvoorschriften, liggen voor elk PANS-OPS programma vast in het systeem (niet definieerbaar door gebruiker). De rapportage betreft ingemeten obstakels. De rapportage kan opgevraagd worden voor een geheel vliegveld, voor geselecteerde banen of voor geselecteerde op banen van toepassing zijnde programma's. 3. rapportage OCA/OCH waarde De rapportage betreft een baan en een daarop van toepassing zijnde PANS-OPS programma en bevat de OCA en OCH waarde met de gegevens van het controlling obstacle. Dit is het maatgevende obstakel en obstakelpunt, dat de hoogste OCA/OCH waarde genereert voor het programma. (Een obstakel kan uit meerdere obstakelpunten bestaan. Elk van deze punten genereert een OCA/OCH waarde. Bij zo'n obstakel is het dus niet genoeg alleen het maatgevende obstakel te rapporteren. Ook moet gerapporteerd worden welk obstakelpunt nu precies verantwoordelijk is voor de hoogste OCA/OCH waarde.) Verder bevat het rapport obstakels zoals gedefinieerd onder 2. Dit betreft dan echter ingemeten obstakels en nieuw/tijdelijke obstakels. De rapportage kan opgevraagd worden voor een geheel vliegveld, voor geselecteerde banen of voor geselecteerde op banen van toepassing zijnde programma's.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 100 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
4. rapportage experttoetsing planobstakels De rapportage betreft de verzameling planobstakels van de organisatie waartoe de gebruiker behoort (bijvoorbeeld IVW). De rapportage toetst deze, afhankelijk van aan de gebruiker toegekende rechten aan Annex-14, OFZ, VSS en/of PANS-OPS. Voor elk planobstakel van deze verzameling bevat het overzicht: 1. de gegevens van het planobstakel 2. voor elk Annex-14, OFZ of VSS vlak (obstakelvlak) waarin het valt 1. aanduiding baan/richting 2. aanduiding vlak (programma + vlak) 3. hoogte van het vlak ter plaatse ( = maximale hoogte zonder doorsteking van het vlak) 4. hoogte boven het vlak (indien het obstakel door het vlak steekt) 3. voor elke PANS-OPS gebied (programma) waarin het valt 1. aanduiding baan/richting 2. aanduiding programma 3. laatst gepubliceerde OCA en OCH waarde (gebaseerd op ingemeten en nieuwe/tijdelijke obstakels) 4. OCA en OCH waarde, gebaseerd op alleen het planobstakel en de daarvoor opgegeven hoogte 5. hoogte van het obstakel waarbij de OCA en OCH waarde gebaseerd op alleen het planobstakel (de opgegeven hoogte negerend) gelijk is aan de laatst gepubliceerde. 5. rapportage publiekstoetsing planobstakel Deze rapportage betreft de toetsing van één obstakel aan alle bekende Annex-14 vlakken. De rapportage is bedoeld voor ondermeer gemeenten, provincies en aannemers. Gerapporteerd wordt (per obstakelpunt) of het obstakel door een Annex-14 vlak steekt en wat de maximale hoogte ter plaatse is zonder doorsteking van enig Annex-14 vlak. In de rapportage wordt een door de beheerder in te stellen tekst opgenomen met verdere (contact) informatie. Het te toetsen obstakel dient bij opvraag van de rapportage ingevoerd te worden. Het wordt niet opgeslagen in het systeem. De toetsing wordt niet gelogd en genereert geen verdere informatiestroom. Te denken valt aan een publiek toegankelijke webpagina. 6. rapportage alle obstakels Deze rapportage betreft alle gemeten en nieuwe/tijdelijke obstakels binnen het op het scherm weergegeven gebied van de topografische kaart. Deze rapportage is alleen in grafische vorm beschikbaar. 3. Voor alle rapportages geldt dat een ingemeten of nieuw/tijdelijk obstakel alleen meegenomen wordt in de rapportage en berekeningen indien het obstakel niet is uitgesloten van rapportage en berekening. (eis IVW). Let op: dit zal niet gelden voor rapportages t.a.v. de controle van meetwerkzaamheden.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 101 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
4. Van elke rapportage is grafische weergave mogelijk in een topografische kaart. 1. Aan deze kaart kunnen naar keuze van de gebruiker de volgende grafische gegevens worden toegevoegd (voor zover van toepassing): 1. de contouren van de obstakel- of protectievlakken van het gerapporteerde programma (eis IVW en AGI). Het weergeven van alle obstakel- en protectievlakcontouren is geen eis of wens. 2. de gerapporteerde obstakels met identificatie (eis IVW en AGI) 3. indien de rapportage actuele obstakels betreft (actuele obstakels komen nooit samen met planobstakels voor in één rapportage): 1. alle gemeten obstakels (eis AGI) 2. alle nieuwe/tijdelijke obstakels 4. banen (eis IVW) 5. Bij experttoetsing planobstakels: de vlakken van een programma dat vermeld wordt in de rapportage, dus waarbinnen één of meer van de getoetste planobstakels vallen. De gebruiker kan kiezen van welke gerapporteerde programma's de vlakken worden gepresenteerd. (eis IVW) 2. Onderscheid is zichtbaar tussen: 1. gemeten, nieuwe/tijdelijke obstakels en planobstakels (eis IVW) 2. soort obstakels (groepen van typen, nog nader vast te stellen). Te denken valt aan onderscheid tussen bomen en gebouwen. De gebruiker kan kiezen welke van deze soorten worden weergegeven in de kaart (bijvoorbeeld alleen de bomen). (eis IVW). 3. De grafische rapportage kan op het scherm opgeroepen worden en/of afgedrukt worden. Aan de opmaak worden geen bijzondere eisen gesteld. (eis IVW en AGI) 4. De gegevens van een weergegeven obstakel kunnen opgeroepen worden door het obstakel op het scherm aan te klikken. 5. Bij dit alles dient de interactie met de gebruiker simpel te blijven en geen bijzondere kennis van GIS applicaties te vereisen. (eis IVW) 6. De rapportage van de publiektoetsing planobstakel bevat echter alleen een simpele topografische kaart met de locatie van het planobstakel. 5. Verdere eisen aan de rapportages (eisen IVW en AGI) 1. Coördinaten in rapportages steeds in RD, hoogte in meters t.o.v. NAP. OCA/OCH waarden in meters en feet 2. Rapportages kunnen (in tekstuele vorm) worden opgeslagen in tenminste ASCII formaat (*.txt) en Word-formaat (*.doc). De opslag in Word formaat vereist geen beheer van template. Doel is een verbeterde standaard opmaak, waaronder het gebruik van voet- en kopregels. 3. Rapportages nodig voor de controle op meetwerkzaamheden kunnen naar keuze van de gebruiker gebaseerd worden op de operationele of een kopie database. 4. Rapportages bevatten steeds de naam van het rapport, de bij opvraging gemaakte selectie (naam luchthaven, baan, ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 102 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
rekenprogramma), de datum en een aanduiding van de gebruikte obstakeldatabase (operationeel, kopie). 5. In alle rapportages dient het onderscheid tussen ingemeten, nieuwe/tijdelijke en planobstakels duidelijk te zijn. 6. Rapportages bevatten steeds resultaten gebaseerd op de actuele gegevens in de obstakeldatabase en de actuele verzameling banen en programma's. M.a.w. gerapporteerde obstakelgegevens en OCA/OCH waarden dienen gebaseerd te zijn op de actuele gegevens en zonodig opnieuw bepaald te worden (zie ook "opslag resultaat OCA/OCH bepaling" op blz. 103).
B.8
Snijpunt berekening
1. In de rapportage van obstakels die door vlakken steken wordt voor obstakels met meerdere obstakelpunten ook snij- en randpunten gerapporteerd (eis IVW). 1. Snijpunt: het snijpunt van de verbindingslijn tussen twee opeenvolgende obstakelpunten van een obstakel (gelet op de volgnummering) met het beschouwde vlak. 2. Randpunt: het punt waarop een dergelijke verbindingslijn het beschouwde vlak verlaat (van bovenaf gezien) en deze lijn zich boven het vlak bevindt. Indien zich dit voordoet op twee aangrenzende vlakken dan wordt het randpunt voor beide vlakken gerapporteerd.
B.9
Opslag resultaat OCA/OCH bepaling
1. De laatst voor publicatie bepaalde OCA/OCH waarden dienen opgeslagen te worden voor later gebruik (bijvoorbeeld toetsing planobstakels). (eis IVW) 2.
Opgeslagen worden: (eis IVW) 1. identificatie baan (deze identificatie geeft ook de gebruiksrichting aan) en rekenprogramma 2. datum bepaling 3. OCA en OCH waarde 4. identificatie 'controlling obstacle', het maatgevende obstakel(punt).
3. Indien de OCA/OCH waarde bij berekening (op basis van ingemeten en nieuwe/tijdelijke obstakels) wijzigt t.o.v. de opgeslagen laatst gepubliceerde waarde wordt deze wijziging aan de gebruiker gemeld. De nieuwe waarde wordt opgeslagen na goedkeuring door de gebruiker. (eis IVW) 4. De feitelijke publicatie van OCA/OCH waarden vindt handmatig, of in elk geval buiten het gedachte systeem plaats. Mogelijk wordt de publicatie gebaseerd op opgeslagen OCA/OCH rapportages.
B.10
Functionaliteit t.b.v. beheer
1. onderhoud (toevoegen/wijzigen/verwijderen) van gegevens (eis IVW): 1. vliegvelden: 1. naam 2. verkorte identificatie (standaard codering, bijvoorbeeld "EHAM" ) 2. banen (per richting een baandefinitie): 1. naam
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 103 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
3.
4. 5.
6. 7.
Registratienummer P4411-R-4
2. welk vliegveld 3. verkorte identificatie (standaard codering, bijvoorbeeld "36C") 4. geometrie van de baan (XY van beginpunt, eindpunt en drempel, breedte) t.b.v. presentatie doeleinden. Deze wordt opgenomen als GIS informatie (layer). De informatie wordt onderhouden buiten het systeem en aangeleverd in GIS formaat. toepassing programma’s op banen (relaties vastgelegd in "tabel 1" van bijlage 1 van de offerteaanvraag): 1. welk programma (keuze uit A1a t/m B6). Programma's zijn voorgedefinieerd in systeem met vorm geometrie, obstakelselectie t.b.v. rapportage en eventuele rekenmethode OCA/OCH 2. welke baan 3. naam (bijv. "Annex 14 approach", "VSS", "GP-INOP") 4. locale geometrie (RD coördinaten hoekpunten van de vlakken etc). De geometrie wordt onderhouden buiten het systeem en aangeleverd in GIS formaat. De exacte definitie van deze locale geometrie wordt bepaald door het voorgedefinieerde programma waar deze bij hoort. kwaliteitskenmerken obstakel coördinaten: 1. kenmerk 2. omschrijving typen obstakels: 1. type (bijvoorbeeld BOCO-klasse of huidige HINDERNIS type) 2. omschrijving contactinformatie t.b.v. publieksrapportage toetsing planobstakel andere, nader vast te stellen gegevens.
2. gebruikersbeheer (eis IVW): 1. organisaties: 1. naam 2. gebruikers: 1. naam (volledig) 2. welke organisatie 3. gebruikersnaam 4. wachtwoord 5. lijst ter beschikking staande functionaliteit (juiste en volledige lijst nader vast te stellen). Bijvoorbeeld: 1. beheer organisaties en gebruikers 2. beheer vliegvelden, banen en rekenprogramma's 3. beheer obstakeltypen en kwaliteitskenmerken 4. toetsen ingevoerde planobstakels 5. rapportage doorsteking Annex-14 vlakken door ingemeten obstakels 6. creëren en gebruiken kopie obstakeldatabase t.b.v. meetopdracht 7. importeren in en muteren operationeel obstakelbestand 8. etc. 9. etc. ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 104 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
B.11
Registratienummer P4411-R-4
Export CRM
Het systeem moet gegevens van obstakels kunnen exporteren naar CRM (Collision Risk Model). De X,Y coördinaten dienen in WGS84 formaat te worden aangeleverd. Obstakels bestaande uit meerdere punten worden hierbij omgezet naar afzonderlijke obstakels; CRM ondersteunt geen import van obstakels bestaande uit meerdere punten, al ondersteunt CRM wel obstakels bestaande uit meerdere punten d.m.v. “wall limit” punten P1 en P2. (eis IVW).
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 105 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bijlage C Architectuur C.1
Toepasbare architecturen
Voor de realisatie van Obstakel kunnen zijn op hoofdlijnen een aantal architecturen te overwegen. In een client/server architectuur worden de diensten die aan een server aan een client biedt beschreven in uitvoeringslagen. Wanneer Obstakel gebouwd wordt moeten deze lagen (tiers) herkenbaar zijn. 1. Two-Tier- of Client-Server-Architectuur. Op de Client (PC) bevindt zich de presentatielaag. In de presentatielaag worden alle handelingen opgenomen die te maken hebben met de interface naar de gebruiker van de toepassing. Het grootste deel van de verwerkingslaag (business-logica) die verband houdt met een obstakel is tevens op client (PC) aanwezig. Op de Server bevindt zich het database-management en een deel van de verwerkingslaag (business-logica). Met de business-logica wordt hier bedoeld de logica om obstakels in te kunnen meten, te berekenen, toetsen en te presenteren. 2. Three- of Multi-Tier-Architectuur. In deze uitvoering zijn presentatielaag, verwerkingslaag en de gegevensmanipulatie laag uit elkaar getrokken. Deze architectuur is van toepassing op web-applicaties. Het proces van decompositie –het logisch en fysiek opdelen van systeemdelen in de verschillende lagen- kan verder worden uitgevoerd waardoor andere lagen gedefinieerd kunnen worden. In het volgende model is deze decompositie verder doorgevoerd 3. Service Oriented Architecture (SOA). In deze opzet worden resources, data of business-logica, aan anderen in het netwerk op een gestandaardiseerde wijze beschikbaar gesteld. Hiervoor zijn standaarden aanwezig (zoals SOAP, WSDL en UDDI) in welk geval men spreekt van Webservices. Ook andere protocollen en technieken zijn toepasbaar binnen de SOA. Een volgens SOA opgebouwd systeem bestaat uit ‘losse’ services, die over de verschillende platforms kunnen communiceren en daardoor in hoge mate herbruikbaar zijn. Een voorbeeld van een dergelijke service is een standaard kaartenpakket wat AGI aanbiedt. Deze functionaliteit van Webapplicaties die volgens SOA zijn opgezet of die gebruik maken van Webservices hebben een multi-tier-architectuur.
C.2
Kenmerken gebruik
Bij het bepalen van de gewenste architectuur van Obstakel zijn de volgende kenmerken van belang: • De omvang en geografische verspreiding van de gebruikersorganisatie. • De mate van interactiviteit van de user-interface. • De mate van informatie-uitwisseling met andere processen binnen en buiten de organisatie. De initiële gebruikersgroep van Obstakel bestaat uit enkele medewerkers van de IVW en de AGI. Voor de lange(re) termijn zijn de volgende ontwikkelingen voorzien:
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 106 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
• • •
Registratienummer P4411-R-4
De taken van de AGI worden overgenomen door de luchthavens in Nederland en, met name voor de kleinere luchthavens, de IVW. LVNL krijgt rechtstreeks toegang tot het systeem. Provinciale lokale overheden en aannemers krijgen toegang tot de functionaliteit om hun geplande obstakels volgens Annex-14 te toetsen (zie de publiekstoegang in paragraaf 4.1.11).
De mate van interactiviteit is beperkt. Obstakel heeft geen, tekstuele of grafische, editfaciliteiten waarmee de gebruiker langdurig gegevens invoert en die een zeer directe response vereisen. Wel hebben gebruikers bij tijden intensieve raadpleegsessies waarbij rapportages opgevraagd, ingezien en beoordeeld worden. Hiervoor is een goede response absoluut noodzakelijk. Na een in- of uitzoomactie moet de nieuwe kaart bijvoorbeeld in maximaal 2 seconden getoond kunnen worden. Het systeem moet daarom gebruikersvriendelijk zijn. Obstakel maakt in beperkte mate gebruik van informatie die buiten het eigen primaire proces ontstaat. Het gaat om geografische kaarten die op twee manieren wordt gebruikt: a) Als ondergrond in grafische rapportages. Het gaat hier met name om de Top10-Vector van de Topologische Dienst, en kaartinformatie over de landingsbanen. De Top10Vector wordt gemiddeld eens per vier jaar ververst. landingsbaaninformatie zal vaker kunnen wijzigen, bijvoorbeeld bij opnemen van een nieuw vliegveld in het systeem.] b) Inhoudelijk. De lokale maaiveldhoogte wordt ontleed uit een landelijk beheerd bestand met maaiveldhoogtes. Programma- (met ondermeer vlakgeometrieën) en obstakelinformatie wordt in de nieuwe opzet in vastgestelde bestandsformaten ingevoerd en uitgewisseld via de userinterface. Geautomatiseerde uitwisseling van deze en andere in Obstakel ontstane informatie, zoals programma’s, is niet voorzien.
C.3
Technische omgeving
1. De “Beschrijving NWR, Productlijnen, infrastructuur en standaarden” [NWR] geeft ten aanzien van de te kiezen architectuur de volgende richtlijnen: • Alle applicaties en systemen moeten gebruik maken van Web-technologie. • Informatiesystemen moeten zoveel mogelijk gecentraliseerd worden. • Het gebruik van webservices wordt ondersteund. 2. De AGI ontwikkelt voor Rijkswaterstaat een geo-infrastructuur, Geoservices genaamd. In de huidige situatie of het recente verleden kon de organisatie geoinformatie uitsluitend via CD/DVD distribueren. Met Geoservices wordt het mogelijk om deze informatie te vinden en volkomen transparant, door gebruikende applicaties via het netwerk bij de bron aan te boren. Beheer van de geo-informatie vindt alleen bij de bron plaats en iedere (geautoriseerde) gebruiker heeft op ieder moment de beschikking over de meest recente geografische informatie. Geoservices is niet ontwikkeld als Webservice, dat wil zeggen dat de hiertoe behorende, eerder genoemde protocollen niet toegepast worden. Zie A.1.3 (OGC-webservices sluiten niet aan op W3C webservices, omdat OGC webservices (nog) geen SOAP, UDDI, WSDL gebruiken).Een gevolg van binnen Open Geospatial Consortium, OGC, vastgestelde standaarden. De verwachting is wel dat Geoservices zal migreren richting Webservice. ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 107 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
3. Het IVW wil niet gebruik maken van applicaties als Arcview voor de eindgebruiker.
C.4
Gewenste architectuur
Scenario 1: Webapplicatie
Scenario 2: PC-applicatie/ web applicatie
internet
Geoservices aanbieder 1
Geoservices aanbieder 2
Webserver Obstakel
LAN
Figuur 30: Architectuur scenario's Scenario 1: Volledige webapplicatie (multi-tier architectuur) Obstakel wordt ontwikkeld als webapplicatie volgens een multi-tier-architectuur. Alle kaartinformatie wordt verwerkt met behulp van via Geoservices. Het betreft hier zowel de extern onderhouden kaartinformatie als de in Obstakel gecreëerde geografische informatie. Overwegingen: • Obstakel volgt hiermee de richtlijnen van NWR. • Releasemanagement is beperkt tot de centraal beheerde applicatie. • Het is eenvoudig om toekomstige wijzigingen in de taakverdeling met het systeem te volgen. Hiervoor hoeft slechts de autorisatie aangepast te worden. • De verwerking van geografische informatie is volledig gestandaardiseerd en geïmplementeerd met centraal beschikbaar gestelde tools, met de algemene voordelen: - Benodigde extern onderhouden kaartinformatie hoeft niet lokaal te worden beheerd. - Via Geoservices gepubliceerde geografische informatie is vrijwel direct en zonder grote inspanning beschikbaar binnen Obstakel. Binnen Obstakel gecreëerde geografische informatie - de vlakken en gemeten, toegevoegde of toekomstige obstakels - staat via Geoservices ter beschikking aan geautoriseerde derde partijen.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 108 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Webservices In het verlengde van de toepassing van Geoservices, dan wel daarmee sporend, is de opzet waarin Obstakel ontwikkeld wordt als een webapplicatie bestaande uit webservices. In deze opzet anticipeert de organisatie op mogelijk toekomstig hergebruik van Obstakel-resources, informatie en verwerkings-logica. Zowel het huidige functioneel eisenpakket als de in de Beschrijving NWR [NWR] vastgelegde richtlijnen schrijven deze opzet niet voor. Het is belangrijk bij de definitie van webservices deze functie- en objectgericht te houden. Een organisatorische indeling van de functionaliteit, resulterend in webservices voor de AGI en webservices voor de IVW, is onwenselijk. Een dergelijke indeling is onderhoudsgevoelig en compliceert zaken als autorisatie. Scenario 2: Client-server en openbare publiekstoetsing Die delen die voor de publiekstoetsing van belang zijn worden als webapplicatie ontwikkeld. De overige delen van Obstakel zullen als Windows-forms applicatie (client-server) ontwikkeld worden waarbij de verwerking en opslag op de PC plaatsvindt. Wel zal het mogelijk zijn data via internet te verkrijgen, bijvoorbeeld de topografische kaart en vlakken (zoals genoemd in paragraaf 4.1.13). Het gebruiken van geoservices is hierbij afhankelijk van de produktkeuze mogelijk. Overwegingen • De publiekstoetsing van Obstakel volgt de richtlijnen van NWR. De client-server onderdelen volgen voor een beperkt deel de NWR. Deze afwijking wordt ingegeven door het feit dat Obstakel voor een groot deel buiten RWS gebruikt gaat worden en de NWR daarom minder relevant is. • Releasemanagement dient uitgevoerd te worden. • Licentiebeheer van gebruikte software moet geminimaliseerd worden. Er kan gedacht worden om bijvoorbeeld Open Source software voor bijvoorbeeld de database in te zetten. • Centrale opslag van binnen Obstakel lokaal gecreëerde geografische informatie de vlakken en gemeten, toegevoegde of toekomstige obstakels is niet mogelijk. Centrale opslag in de toekomst is denkbaar, hier moet dan bij de bouw rekening worden gehouden. • De webapplicatie voor de publiekstoetsing is relatief eenvoudig. • De eerder genoemde voordelen van Geoservices blijven bestaan. • Ervaringen opgedaan met de eerder vervaardigde CD-ROM Luchthavenbesluit Schiphol kunnen gebruikt worden.
C.5
Toepassing Geoservices binnen Obstakel
De beschrijving van de inzet van Geoservices binnen Obstakel is gebaseerd op de volgende, door de opdrachtgever ter beschikking gestelde bronnen: • Functioneel ontwerp Geoservices versie 1.0, 22 oktober 2003, ITP03215 -FO, Geodan IT b.v. • Presentatie Geoservices t.b.v. Open Source GIS Conference, 10 juni 2004, Ottawa, Wim de Haas, Chiel Stroeven, Michel Grothe, AGI. • Overleg 29 maart 2005 Rob van der Schoot, Wim de Haas (AGI) en Wouter Sanders (MX.Systems).
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 109 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Figuur 31 toont de geadviseerde multi-tier architectuur voor Obstakel met de inzet van Geoservices.
Services Layer Obstakelapplicatie Obstakel Data Services OpenGis Webclient (Components) OpenGis Web Feature Services OpenGis Web Mapping Services OpenGis Web Catalog/ Registry Services
Data Layer Obstakel Data / Obtakel Geo-Informatie Basispakket Geo-Informatie Metadata ISO/19115 Geo-Informatie X
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
Hoofdapplicatie van Obstakel. Specifieke functies voor het bewerken en opvragen van (administratieve) Obstakel-data. Binnen Geoservices gerealiseerde client-componenten voor het aansturen van de verschillende OpenGIS Web Services. Services voor het bewerken en opvragen van geografische informatie (vlakgeometrieën en obstakels) in GML-formaat. Services voor opvragen van kaartbeelden als bitmap. Services voor het registreren en opvragen van metadata over OpenGIS Web Services en geoinformatie. Geïntegreerde opslag van (administratieve) Obstakeldata en Geo-Informatie in OpenGIS-compliant DBMS. Door de AGI t.b.v. het Ministerie van Verkeer en Waterstaat centraal beschikbaar gestelde geografische informatie. Opslag van metadata volgens ISO-standaard over beschikbare OpenGIS Web Services en geoinformatie. Door andere organisatie-eenheden via Geoservices gepubliceerde geografische informatie.
pagina 110 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Presentation layer
Browser
Service layer Obstakel Applicatie
Obstakel Data Services
Geoservices Client (Components)
Web Feature Services
Web Map Services
Web Catalog Services
Web Map Services
Data layer
Obstakel Data
Obstakel GeoInformatie
Basispakket Geo-Informatie
Metadata ISO/19115
GeoInfo-X GeoInfo-X
Figuur 31 : Inzet Geoservices in Obstakel
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 111 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bijlage D Toepassing standaardpakketten Om de mogelijkheden van standaardpakketten te inventariseren is een eenvoudige verkenning uitgevoerd. De verkenning heeft zich gericht op de softwarepakketten van twee bekende leveranciers op het gebied van luchtvaart navigatie software: WX Systems (voorheen Wavionix) en Infolution. De opdracht is uitgevoerd door informatie op te halen van de websites van beide leveranciers en door een vragenlijst op te stellen en deze - na telefonisch contact - aan deskundigen van de bedrijven toe te zenden. Beide bedrijven hebben gehoor gegeven aan het verzoek de vragenlijst te beantwoorden. In de hiernavolgende paragraaf staat de precieze opdrachtomschrijving. Daarna volgen paragrafen met enkele gegevens van de bedrijven, gevolgd door paragrafen met (globale) beschrijvingen van de softwarepakketten, verkregen van de websites. Tenslotte volgen paragrafen met de vragenlijst en de antwoorden van de respectievelijke bedrijven.
D.1
Opdracht
Onderzoek bij de twee aangegeven twee marktpartijen: 1. Wavionics software limited [=WX Systems] 2. Infolutions [=Infolution] onderstaande vragen: Onderzoeksvragen In welke mate komen de functionele eisen en wensen, genoemd in het eindverslag gebruikersessies, overeen met de bij de twee marktpartijen aanwezige software. • Beschrijf per onderstaand onderwerp beschreven in het eindverslag of het volledig overeenkomt, en indien de eisen niet overeenkomen wat de voornaamste verschillen zijn. • Indien er tijd beschikbaar is binnen de vastgestelde 3 dagen globaal aangeven van het bestaand pakket hoe groot het aandeel van de gewenste functionele eisen en wensen is. • Benoem de overeenkomsten en de verschillen apart voor de verbeterpunten 2 en 3: o 2: Extra rekenprogramma t.b.v. beschermingsvlak ILS Bakens o 3: Extra rekenprogramma t.b.v. rekenmethode RESA. • Beschrijf aan de hand van de verschillen of het mogelijk is om het bestaande pakket aan te passen is. Ofwel is er maatwerk mogelijk bij het pakket. • Geef de standaard aanschafkosten van de pakketten aan en de eventuele overige kosten (jaarlijks onderhoud e.d.). Te onderzoeken onderwerpen • Landelijke beheer • Onderscheid ingemeten, toegevoegde actuele en toekomstige obstakels • Opslag obstakelgegevens • verwerking meetopdracht • invoer obstakelcoördinaten • rapportages ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 112 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
• • • • •
D.2
Registratienummer P4411-R-4
snijpuntberekening opslag resultaat OCA/OCH bepaling functionaliteit t.b.v. beheer export CRM Verbeterpunten, 1,2,3,5,6, 7, 8 en 9
Gegevens WX Systems
Het bedrijf WX Systems is gevestigd in Zwitserland. Adresgegevens WX Systems Limited PO Box 2632 Thun CH-3601 Switzerland Tel : +41 33 221 7910 Fax : +41 33 221 7912 Sales contact : Samuel E. Stucki ([email protected]) Website : www.wx-systems.ch Deskundige : Beat Zimmermann ([email protected]) Het bedrijf was voorheen bekend onder de naam Wavionix Software Limited, gestart in 1990. De naamswijziging dateert van 2003. Het is overigens nog steeds een Brits bedrijf. Softwarepakket: WX1 Series
D.3
Gegevens Infolution
Het bedrijf Infolution inc. is gevestigd in Canada. Adresgegevens 420 Armand-Frappier Blvd. Suite 310, Laval, Quebec, Canada H7V 4B4 Tel. : +1 (450) 682-0488 Fax: :+1 (450) 682-6220 Sales contact : [email protected] Website : www.infolution.ca Deskundige : Pierre-Paul Provost ([email protected]) Softwarepakketten : 1. SoftAirspace 2. PANS-OPS Software 3. SoftAirdrome
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 113 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
D.4
Registratienummer P4411-R-4
Software van WX Systems
Software systeem: WX1 Series De WX1 Series Software representeert de volgende generatie hogere standaard hulpmiddelen voor het ontwerp van instrument landings en vertrek procedures, obstakel verificatie, luchtruim sectorisatie, vliegveld beveiliging, en lawaai vermindering, alles binnen de richtlijnen van de International Civil Aviation Organization. Een complete set van meer dan 90 individuele programma’s voor de constructie en verificatie van alle aspecten van procedure ontwerp tot ICAO PANS OPS Doc. 8168 criteria.
D.5
Software van Infolution
Infolution voert drie software pakketten: 1. SoftAirspace 2. PANS-OPS Software 3. SoftAirdrome SoftAirspace is een expertsysteem voor het ontwikkelen van instrumentprocedures bedoeld voor de luchtvaartwereld. Het werd ontworpen om instrument-vliegprocedure ontwerpers te ondersteunen. Het gebruik van deze software maakt het mogelijk om de veiligheid te verbeteren terwijl ook de integriteit van de informatie bedoeld voor luchtvaartkundige publicaties verzekerd wordt. De PANS-OPS software is ontwikkeld door Infolution Inc, in nauwe samenwerking met de ICAO (International Civil Aviation Organization), en wordt gedistribueerd door de ICAO. De PANS-OPS CD-ROM bevat tevens het ICAO Collision Risk Model (CRM) en andere waardevolle specialiteiten. De PANS-OPS Software voorziet procedure ontwerpers van de kracht en de flexibiliteit om hun productiviteit te verhogen terwijl ook voldaan wordt aan de meest stringente kwaliteitsgarantie- en veiligheids-eisen die de industrie oplegt. Het is vooroplopende technologie ten dienste van nauwkeurigheid en integriteit. Deze nieuwe software heeft het vermogen om gegevens over vliegvelden, landingsbanen, navigatiehulpmiddelen en alle obstakels in één enkele database op te slaan. Met een paar toetsaanslagen en muisklikken in een gebruikersvriendelijke interface lanceert het PANS-OPS Software analysehulpmiddel drie obstakel toetsingsprogramma’s die toegesneden zijn op ieder van de ILS Obstacle Clearance Altitude/Height (OCA/H) berekeningsmethoden: • ILS Basic Surfaces Program • Obstacle Assessment Surfaces (OAS) Program • Collision Risk Model (CRM) Program SoftAirdrome is ontwikkeld om instrument procedure ontwerpers te voorzien van een simpele en effectieve methode om de veelheid aan specificaties en specialiteiten van vliegvelden te evalueren teneinde de geschiktheid van deze faciliteiten te verbeteren en te maximaliseren voor de vliegtuigen waarvoor zij bedoeld zijn.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 114 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
D.6
Registratienummer P4411-R-4
Inventarisatie bij WX Systems
[Opmerking vooraf van WX Systems:] Algemeen: De WX1 Series bestaat uit 2 hoofdfunctionaliteiten. A) Pans-Ops en B) Annex 14 Aerodrome vlakken. Het Annex 14 deel is meer geïntegreerd terwijl het Pans-Ops deel een set diverse functies is. Echter, voor het ontwerpen van procedures is de hele set nodig. De reden voor die onderverdeling is namelijk dat het proces van procedure ontwerp niet verloopt zoals een volledig geautomatiseerd hulpmiddel dat zou uitvoeren. Het creatieve deel van de taak kan niet door een computer gedaan worden. Verder worden overeenkomstige functies (zoals een bochtprotectie) gebruikt in verschillende fasen van de procedure, daarom wordt de software gepresenteerd op een modulaire manier. De ontwerper bestuurt de taak. De computer zal hem helpen, maar neemt geen beslissingen voor de ontwerper. De computer zal de ontwerper ook niet dwingen om te voldoen aan de ICAO criteria. De ontwerper heeft het recht ervan af te wijken als hij weet waar hij mee bezig is. Dat is wat WX aanbeveelt: een hulpmiddel in de hand van een goed getrainde ontwerper. Om deze reden is WX ook in staat om volledige PANS-OPS en Procedure Ontwerp training services te bieden. In het algemeen gesproken is WX1 geen procedure ontwerper, maar een ontwerphulpmiddel. Het feit dat er wereldwijd 80 licenties verkocht zijn laat zien dat de procedure ontwerpers over de hele wereld van deze filosofie houden. 1. Welk deel (programma’s, modulen, enz.) van uw software pakket heeft betrekking op obstakelverwerking? Dit houdt in opslaan en verwerken van (ingemeten) obstakelgegevens, en rapporteren over zaken als doorstekingen van obstakelvlakken, obstakels in protectiegebieden, CRM berekeningen, enz. . [Antwoord van WX:] Obstakel databases of extracten daarvan kunnen geïmporteerd worden indien zij in “.csv” formaat zijn. Dat wil zeggen, extracten van alle formaten databases kunnen geïmporteerd en getoond worden. Echter, er is geen INTERNE opslag van databases in WX1. Dit is een veiligheids- en gegevens-integriteits- probleem: databases moeten alleen opgeslagen en onderhouden worden op één fysieke locatie. Veel mensen vragen me waarom er geen interface is die de software direct aan de database linkt, en wanneer dan iets in de database wijzigt, dan niet ook meteen de tekening van de procedure wijzigt. Antwoord: Een procedure is een “screenshot” van de situatie. Dat is de zowel obstakelsituatie van dag X, de luchtverkeersmanagement-situatie van dag X, als de criteria-situatie van dag X. Een procedure moet daarom bewaard en opgeslagen worden zoals deze origineel werd gepubliceerd. Als deze veranderd moet worden vanwege een nieuwe obstakel-situatie, dan moet de oude bewaard worden en de gewijzigde gescheiden worden opgeslagen. Dit is belangrijk voor de creatie-geschiedenis van de procedure en daarom voor de kwaliteitsgarantie. Als de database de obstakelsituatie dynamisch in de tekening wijzigt, dan is het niet meer mogelijk om terug te vinden waarom een procedure ontworpen is zoals hij ontworpen is op dag X. WX1 kent geen database. Een database kan wel geïmporteerd worden. De gegevens daaruit kunnen gevisualiseerd worden; de gebruiker kan dan de procedureparameters veranderen totdat geen penetratie van vlakken meer
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 115 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
optreedt. WX1 verzamelt de obstakeldata en genereert daarmee een inputfile voor het algemeen beschikbare CRM programma van ICAO. WX1 doet geen obstakeltoetsingen. De gebruiker kan wel één voor één obstakels aanklikken; het programma berekent dan steeds het verschil met het obstakelvlak. Alles wordt steeds visueel afgehandeld. WX1 kent geen rapportagehulpmiddelen voor obstakeltoetsingen. Wel worden vergelijkingen gerapporteerd waarmee de obstakelbegrenzingsvlakken gecreëerd worden. 2. Omvat uw software een database, waarin gegevens van veel obstakels, luchthavens, landingsbanen, en gerelateerde obstakelvlakken enz. opgeslagen kunnen worden? Bijvoorbeeld alle obstakels enz. van een heel land (d.i. Nederland)? Dit betekent ongeveer 8000 obstakels, niet gerelateerd aan enige specifieke luchthaven. Methoden om vlakken en gebieden te definiëren die voorgeschreven zijn door ICAO Annex-14, PANS-OPS enz. en om deze te relateren aan luchthavens en landingsbanen. [Antwoord van WX:] Ook hier geldt: obstakels moeten extern opgeslagen worden. Het is echter mogelijk om obstakels met Excel te administreren (als er geen database beschikbaar is). 3. Kan er onderscheid gemaakt worden tussen verschillende typen obstakels, bijvoorbeeld permanente, tijdelijke en geplande obstakels? En mag elk type verschillende verzamelingen attributen hebben? Kunnen obstakels bestaan uit 2 of meer punten, zodat daarmee muren enz gecreëerd kunnen worden? [Antwoord van WX:] Dit kan bij het importeren gedaan worden. Er zijn verborgen attributen die toegewezen en op elk moment getoond kunnen worden. Ja, obstakels mogen uit meer dan één punt bestaan. Het is in wezen dezelfde methode als “het importeren van luchtruimte”. Het is zelfs mogelijk om cirkelsegmenten te hebben. 4. Is het mogelijk om: a. Een copie te maken van de database en een korte tijd met die kopie te werken om voorbereidende controles uit te voeren? [Antwoord van WX:] Zie boven. b. Gemeten obstakelgegevens in digitale vorm in te voeren en zoja, in welke formaten? [Antwoord van WX:] Zie boven. De programmeurs zijn op dit moment ook bezig met een XML interface. c. Mutatierapporten te genereren met informatie over de invoerverwerking? (welke obstakels zijn toegevoegd, welke gewijzigd, welke verwijderd, enz) [Antwoord van WX:] Nee, het is niet mogelijk om rapportages te
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 116 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
maken over mutaties, omdat WX1 geen database heeft. d. Controleberekeningen uit te voeren op de obstakelinvoergegevens? (doorsteking van obstakelvlakken, obstakels in protectiegebieden {de hoogste obstakels in een gebied enz}, enz) Wat moet daarbij de werkwijze zijn? [Antwoord van WX:] De filosofie van WX is altijd geweest dat veiligheidskritische problemen zoals obstakelpenetratie de verantwoordelijkheid van de ontwerper zijn. Het feit dat WX1 de gebruiker niet simpel attendeert op penetrerende obstakels en in rood weergeeft, betekent dat de ontwerper zich goed bewust moet zijn van de toestand van het gebied waarvoor hij aan het ontwerpen is. 5. Is het mogelijk om: a. Obstakelcoördinaten in te voeren door (interactief) een locatie aan te wijzen in een topografische kaart op het scherm? Is zoomen daarbij mogelijk? b. Obstakelgegevens handmatig in te voeren? (d.i. op basis van een menu op het scherm) c. Een eigen referentievlak te kiezen? (voor Nederland: NAP - Normaal Amsterdams Peil), waarbij t.o.v. dit vlak in centimeters gewerkt wordt? d. Een eigen coördinatenstelsel te kiezen? (voor Nederland: RD - Rijks Driehoek stelsel) e. Een obstakel als een cirkel te definiëren, waarop een aantal (bijv. acht) representatieve punten berekend kunnen worden? (denk aan bouwkranen) [Antwoord van WX:] Ja op alle vragen. WX1 kent een ingebouwde geografische functionaliteit van wereldklasse. Alle wereldwijde referentiesystemen, ellipsoïde-modellen, datums en transformatiemethoden zijn ingebouwd en beschikbaar met een muisklik. Dit is de commercieel verkrijgbare software genaamd “blue marble geographic calculator”, geïntegreerd in de WX1 software. 6. Is het mogelijk om rapporten te genereren over: a. Doorsteking van obstakelvlakken? (Annex-14, VSS, OFZ) [Antwoord van WX:] Nee, het is niet mogelijk om rapportages te genereren over obstakelpenetraties. b. Obstakels in protectiegebieden? (PANS-OPS gebieden) [Antwoord van WX:] Hier geldt hetzelfde antwoord als voor vraag 6a.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 117 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
c. PANS-OPS OCA/OCH waarden? [Antwoord van WX:] Nee, de procedure-ontwerper moet “het rapport genereren”. De reden is weer dat er vele oplossingen zijn om dit probleem op te lossen en het is aan de ontwerper om er een te kiezen. 7. Is het mogelijk om snijpunten en randpunten te berekenen bij de berekeningen voor de doorstekingen van obstakelvlakken? (voor obstakels met 2 of meer punten) [Antwoord van WX:] Nee. 8. Kunnen de OCA/OCH berekeningen worden opgeslagen in de database voor later gebruik en rapportages? [Antwoord van WX:] OCA/OCH moeten berekend worden door de ontwerper. 9. Kunnen alle opgeslagen gegevens (obstakels, luchthavens, enz) eenvoudig onderhouden worden? Kunnen ook de gegevens van organisaties en gebruikers worden opgeslagen en onderhouden? [Antwoord van WX:] Nee, dit kan niet omdat WX1 geen database heeft. 10. Kunnen obstakelgegevens gemakkelijk geëxporteerd worden naar het CRM (Collision Risk Model), in WGS84 coördinaten? Met andere woorden, hoe gemakkelijk kunnen CRM berekeningen gemaakt worden met de obstakelgegevens die zijn opgeslagen in de database? [Antwoord van WX:] Dat is geen probleem. WX1 heeft een geïntegreerde CRM interface. Een obstakelbestand creëren voor CRM gaat gemakkelijk door de obstakels met de muis te slepen. CRM kan daarna gedraaid worden en een CRM rapport wordt gegenereerd. Echter, wees erop bedacht dat CRM niet werkt met WGS84 coördinaten. Een CRM wordt altijd gerefereerd aan de RWY Drempelwaarde (“Threshold”) en wordt getoond in een X, Y, Z rooster. De geïntegreerde CRM functie werkt hiermee. 11. Is het mogelijk om berekeningen te maken die betrekking hebben op protectiegebieden met ILS bakens? Deze berekeningen gaan over gebouwen en constructies die mogelijk ongewenste reflecties of verstoringen van radiosignalen kunnen veroorzaken. [Antwoord van WX:] Nee, dit is geen kwestie die onder de verantwoordelijkheid van de ontwerper valt. Dit zijn technische problemen waarvoor commercieel verkrijgbare software pakketten op de markt zijn die dit probleem aankunnen. 12. Is het mogelijk om berekeningen uit te voeren op basis van de RESA (Runway End Safety Area) methode?
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 118 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
[Antwoord van WX:] Nee. 13. Is het mogelijk om de software op een of andere manier aan te passen, d.w.z. kan de software aangepast worden door scripts te schrijven, of modulen in een bepaalde programmeertaal? [Antwoord van WX:] Ja, omdat WX1 werkt op basis van AutoCAD, is het mogelijk om eigen functies te creëren in ofwel VBA ofwel AutoLISP. 14. De kosten: a. Is het mogelijk om alleen de noodzakelijke modulen te bestellen? [Antwoord van WX:] Alle modulen zijn nodig voor procedure ontwerp. Zelfs als procedure ontwerp (Pans-Ops) en vliegveldbeveiliging [“Aerodrome Safeguarding”] (Annex 14) niet door een en dezelfde persoon uitgevoerd worden, dan zal de ontwerper toch de Annex 14 functie gebruiken voor het ontwerpen van een precisie-approach cat II of III (“inner transitional”, “inner approach” en “balked landing” vlakken zijn de OFZ). b. Wat zijn de initiële prijzen? (single/multi user licentie, enz) [Antwoord van WX:] De officiële verkoopprijs is € 180.000,-, inclusief de training van de gebruikers (alles inclusief trainingspakket, lesgeld, hotel en volpension) plus de eerste jaarlijkse prijs voor onderhoud. c. Wat zijn de onderhoudskosten per jaar? (support, updates, enz) [Antwoord van WX:] € 15.000,- per jaar. Dit geeft de gebruiker recht om toegang te krijgen tot de support website www.wxsupport.ch . Alle updates, fixes zowel als andere nuttige informatie is altijd verkrijgbaar op deze site. Het onderhoud geeft recht op het volgen van alle cursussen (zie www.homepage.hispeed.ch/wxtraining) tegen een gereduceerde prijs. Verder zijn er elke zes maanden International User Group Meetings die voorzien in een platform voor uitwisseling tussen klanten zowel als input ter verbetering van de kwaliteit van de WX diensten. Verslagen van de UGMs zijn altijd beschikbaar op de support website. d. Is er enige ondersteunende software van derden nodig, en zoja welke? [Antwoord van WX:] Autodesk AutoCAD of Autodesk Map. 15. Kan een (gepland) obstakel gecontroleerd worden op vlakken en gebieden die bij meer dan een luchthaven behoren; of zelfs alle vlakken en gebieden, zonder een luchthaven of landingsbaan te kiezen? [Antwoord van WX:] Dit is wederom een taak die de computer niet zal doen.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 119 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
De procedure ontwerper zal zich ervan moeten vergewissen in hoeverre een gepland obstakel invloed zou kunnen hebben op gepubliceerde procedures. 16. Kan elke (kleine) heliport, airstrip, zweefvliegveld enz opgeslagen worden in de database? [Antwoord van WX:] Elk type luchthavengegevens kan geïmporteerd en opgeslagen worden als een basistekening. 17. Kunnen meetactiviteiten ondersteund worden? (afbeeldingen, meetdatum, controles op invoergegevens) [Antwoord van WX:] Nee, dit kan niet omdat WX1 geen database heeft. 18. Kunnen maaiveldhoogten geïmporteerd worden vanuit een landelijk bestand met maaiveldhoogten? [Antwoord van WX:] ACAD, en vandaar ook WX1, werkt in een X, Y, Z coördinatenstelsel dat op elke mogelijke manier aan de gebruikerswensen aangepast kan worden. Daarom luidt het antwoord: ja, het is ook mogelijk om het bovenvermelde bestand te importeren, mits het in een formaat staat wat door de software herkend wordt. 19. Is invoer en uitvoer in GIS formaat mogelijk? Zijn rapportages in GIS vorm (bijv. kaarten op het scherm) mogelijk? [Antwoord van WX:] Invoer van elke soort gegevens lanceert altijd de “geographic engine”. Dus: ja. 20. Is het systeem bruikbaar op meer dan een locatie, met een gezamenlijke database (bereikbaar via het Internet)? Is de functionaliteit distribueerbaar of bereikbaar via het Internet? [Antwoord van WX:] Zie boven. Het systeem is niet “database-driven”, daarom is dit geen probleem. Echter: obstakels, luchtruimten, “navaids” enz die geprepareerd zijn voor import in ”.csv” formaat moeten altijd bij de tekening opgeslagen worden en onderdeel vormen van een apart project. Extracten moeten altijd direct vanuit de database gemaakt worden. 21. Wat zijn de mogelijkheden om verschillende typen gebruikers (organisaties) te definiëren en om hen verschillende rechten op gegevens en functionaliteiten toe te kennen? [Antwoord van WX:] In het algemeen is dit mogelijk, omdat de software een USB key heeft die op vele manieren geprogrammeerd kan worden. Dus als er een key nodig is die alleen het gebruik van Annex 14 toestaat, dan is dit mogelijk.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 120 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
22. Wat zijn de mogelijkheden om de functionaliteit voor een eenvoudige controle van een gepland obstakel algemeen toegankelijk te maken (voor “het publiek”)? [Antwoord van WX:] Nee, dit is niet mogelijk. 23. Kunnen foto’s van ingemeten obstakels opgeslagen worden in de database? [Antwoord van WX:] Niet de database, maar in de tekening. Ze kunnen worden geïmporteerd als onderdeel van het tekeningbestand, of via een externe referentie. 24. Kunnen de attributen (eigenschappen) van een zeker obstakeltype vrijelijk gekozen worden? [Antwoord van WX:] Er is een aantal verplichte velden en een aantal velden die vrijelijk gekozen kunnen worden.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 121 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
D.7
Registratienummer P4411-R-4
Inventarisatie bij Infolution
[Opmerking vooraf:] Naast het beantwoorden van onderstaande vragen heeft Infolution tevens een scenario-voorstel ingezonden. Sommige antwoorden verwijzen naar dit voorstel. Het is als bijlage bijgevoegd. 1. Welk deel (programma’s, modulen, enz.) van uw software pakket heeft betrekking op obstakelverwerking? Dit houdt in opslaan en verwerken van (ingemeten) obstakelgegevens, en rapporteren over zaken als doorstekingen van obstakelvlakken, obstakels in protectiegebieden, CRM berekeningen, enz. . [Uitgebreid antwoord van Infolution:] Over PANS-OPS Software De PANS-OPS Software omvat een database voor de obstakels. Het is mogelijk om zoveel obstakels in te voeren als men maar wenst: •
in breedte- en lengte-graden
•
in het landingsbaancoördinatensysteem d.w.z. afstanden vanaf de drempel (“threshold”)
•
een roostersysteem, d.w.z. afstanden vanaf een referentiepunt
•
een polair systeem, d.w.z. afstand en hoek vanaf een referentiepunt.
Er is ook de mogelijkheid om obstakelbestanden direct in de software te importeren via drie verschillende importfuncties. Na het opnemen van de obstakels in de database kan de gebruiker drie typen evaluaties maken. (Zie ook het scenario-voorstel Annex A) Er zijn drie obstakelbeoordelingsprogramma’s voor precisie-naderingen. Deze programma’s zijn gebaseerd op ieder van de drie ILS methoden voor het berekenen van OCA/H. Deze programma’s zijn: •
Het ILS (Instrument Landing System) Basic Surfaces programma
•
Het OAS (Obstacle Assessment Surfaces) programma
•
Het CRM (Collision Risk Model) programma
Het is van belang om erop te wijzen dat de obstakelevaluaties gedaan worden tegen het precisie ILS basisvlak, het OAS vlak of de CRM berekening; ze houden geen rekening met de non-precisie evaluaties noch de gepubliceerde precisienaderingOCA/H waarden die gebaseerd kunnen zijn op een obstakel dat de protectievlakken reeds doorsteekt. Deze berekeningen geven aan of de protectievlakken doorstoken worden maar vertellen je niet of de aanvliegprocedures aangepast moeten worden. Je zult het berekende resultaat moeten vergelijken met de publicatie om vast te stellen of een NOTAM nodig is. Merk op dat SoftAirspace de enige software is die je dit direct verteld zodra je een obstakel toevoegt of wijzigt. Over SoftAirdrome
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 122 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
©
Registratienummer P4411-R-4
•
Naast de bovengenoemde PANS-OPS Software heeft het SoftAirdrome programma een Geografisch Informatie Systeem (GIS) dat het protectiegebied traceert, bijvoorbeeld Basic Surface, OAS of Annex 14 vlakken. Het toont geografisch waar de obstakels zich bevinden. Het GIS heeft het vermogen en de flexibiliteit om met behoeften en eisen ten aanzien van instrument vluchtprocedure-ontwerp en vliegveld obstakel begrenzingsvlakken om te gaan. Het gebruikte GIS is in-huis ontwikkeld om een omgeving te creëren die aangepast kan worden teneinde om te gaan met gebruikerseisen, terwijl de meeste concurrerende pakketten beperkt zijn tot technologieën die niet specifiek ontworpen zijn voor de instrument-vluchtprocedures of vliegveldvlakkenevaluaties. De client/server technologie opent mogelijkheden om met andere afdelingen gelijksoortige basale informatie uit te wisselen zoals roosterkaarten, gevectoriseerde contour hoogten, of informatie van het Aeronautical Information Publication (AIP) Department. Gespecialiseerde hulpmiddelen zijn ontwikkeld zoals een electronische contour tracer die de gebruiker in staat stelt om hypsometrische lijnen te traceren boven de kaartcontouren in die gevallen waarin gevectoriseerde hoogte contourlijnen niet beschikbaar of niet betaalbaar zijn.
•
Het GIS heeft een “Rolling mapping” systeem, wat de gebruiker in staat stelt om on-screen elk gewenst gebied te scannen en te bekijken op een kaart die een naburig vliegveld bevat.
•
Dit systeem bevat ontwerp-proces management. Het systeem vereenvoudigt het ontwerp/evaluatie-proces met een document en follow-up status waarbij aan elke stap van het ontwerp een label gehangen wordt, zoals “nieuw”, “herzien”, “naar vluchtcontrole”, “naar kwaliteitscontrole”, “naar uitgever”, “uitgegeven”, NOTAM (notice to airmen), “gearchiveerd”. Door toepassing van een stap-voor-stap proces en de electronische doorvoer is het systeem in staat om de informatie aan de sleutelfiguren in de diverse afdelingen te leveren. Het systeem voorziet in essentiële hulpmiddelen om te garanderen dat het instrument procedure ontwerp het productieschema haalt.
•
Dit systeem bezit een verbeterd vermogen om aeronautische informatie en obstakels te creëren en te wijzigen. De gebruiker kan (vanuit de vliegveldmodule of vanuit de obstakelmodule) elke willekeurige obstakel creëren. Deze informatie c.q. obstakels worden behandeld in de evaluatie van de verschillende vlakken zoals Annex 14, Basic, OAS, en CRM berekeningen.
•
De opslag van obstakels omvat typen zoals “man-made obstakel”, “antenne”, “zendstation”, “schoorsteen”, “controletoren”, “licht”, “paal”, “radar”, “tank”, “toren” en “windmolen”. Een eenvoudige obstakel kan ook gecreëerd worden in verschillende coördinatensystemen zoals een landingsbaancoördinatensysteem (X-Y-Z), of een geografisch, polair of rooster- coördinatenstelsel.
•
De opslag van obstakels omvat ook wat we noemen Complexe Obstakels. Dit maatwerkhulpmiddel maakt de creatie van obstakels mogelijk door gebruik te maken van polylijnen of polygonen. Het systeem voert een “geospace” analyse uit om het hoogste punt te vinden en er een specifieke “boven de grond” (above ground) hoogte aan toe te voegen. De beschikbare termen zijn: “antennepark”, “brug/viaduct”, “gebouw”, “bebouwd gebied”, “gespannen kabel”, ‘boerderij”, “heining”, “gebied met geluidsoverlast”, “hoogspanningskabel”, “spoorlijn”, “weg (snelweg, privé weg, openbare weg)”, “telefoonkabel”, “windmolenpark”, enz..
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 123 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
•
Luchtruim Klasse F kan ook worden toegevoegd. Het systeem maakt de creatie van klasse F CYR en CYA mogelijk, met de typen: acrobatisch (A), vliegtuig testgebied (F), deltavliegen {“hanggliding”} (H), militaire operaties (M), parachuteren (P), zweefvliegen {“soaring”} (S), en training (T).
•
Het systeem is gebouwd met een relationele impact analyse functie die de gebruikers in staat stelt een real-time lijst te krijgen van alle beïnvloede vliegveld-vlakken bij het wijzigen van basale informatie zoals bijvoorbeeld het toevoegen van een obstakel, het veranderen van de coördinaten van een landingsbaan, vliegveld of navigatie-assistent (“navigation aid”), of het updaten van magnetische variaties. Deze lijst is niet gelimiteerd tot een fileby-file structuur maar heeft toegang tot een complete relationele database.
•
Dit systeem kan de cascade effecten van modificaties hanteren. Zoals bijvoorbeeld wanneer een wijziging van een landingsbaancoördinaat effect heeft op elk aeronautisch vlak van beide landingsbanen. Dit (hanteren van het) cascade effect spaart enorm veel tijd uit bij de evaluatie.
•
Het vermogen van het systeem om data entry validaties te maken. In het ontwerp van het systeem hebben we vele algoritmische checks gecreëerd die elke keer aangeroepen worden wanneer informatie in de database ingevoerd of gewijzigd wordt. Als voorbeelden: validatie van het landingsbaan-azimut door een geo-calculatie tussen de landingsbaandrempelcoördinaten, THR hoogte niet hoger dan TDZE, TDZE niet hoger dan vliegveldhoogte, RWY azimut versus geodetische calculatie, RWY codegetal versus lengte en breedte, landingsbaanwaypoints collineair (dezelfde vector) verificatie en obstakelpositiecheck versus database-inhoud als de obstakel reeds bestaat op of nabij een geografische coördinaat.
•
Het systeem kan de volgende geodetische berekeningen maken: o
Vind een afstand en richting gegeven 2 punten,
o
Vind een punt gegeven 1 punt, 1 richting en 1 afstand,
o
Vind het snijpunt van 2 richtingen.
•
Het GIS systeem draait in een Windows omgeving. Hierdoor kunnen de meeste bij organisaties reeds aanwezige computers gebruikt worden, waardoor het aankopen van nieuwe apparatuur overbodig is.
•
Het systeem is ontwikkeld met de optie van meerdere talen in het achterhoofd. Op dit moment zijn Engels en Frans beschikbaar. Andere talen kunnen geïmplementeerd worden daar alle labels die in de software aanwezig zijn opgeslagen zijn in specifieke tabellen en plaatsen.
2. Omvat uw software een database, waarin gegevens van veel obstakels, luchthavens, landingsbanen, en gerelateerde obstakelvlakken enz. opgeslagen kunnen worden? Bijvoorbeeld alle obstakels enz. van een heel land (d.i. Nederland)? [Antwoord van Infolution:] Zie het antwoord op Vraag 1. Dit betekent ongeveer 8000 obstakels, niet gerelateerd aan enige specifieke luchthaven.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 124 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
[Antwoord van Infolution:] Er bestaat geen limiet voor aantallen obstakels in PANS-OPS Software of SoftAirdrome. Methoden om vlakken en gebieden te definiëren die voorgeschreven zijn door ICAO Annex-14, PANS-OPS enz. en om deze te relateren aan luchthavens en landingsbanen. [Antwoord van Infolution:] In de PANS-OPS Software is de methodologie die gebruikt wordt om vlakken te definiëren gebaseerd op wiskundige algoritmen en levert de resultaten in tekstvorm. In de SoftAirdrome omgeving presenteert het systeem de resultaten in een GIS. Het systeem wordt getypeerd als Expertsysteem. Het systeem is in staat om automatisch ontwerpen te vervaardigen die de protectiegebieden hertekenen elke keer als een structuurelement zoals (de coördinaten van) een landingsbaan gewijzigd wordt. Dit herdefinieert de manier waarop evaluaties uitgevoerd worden om te bevorderen dat veilige PANS-OPS en TERPS (Terminal Instrument Procedures) constructies gemaakt worden. De protectiegebieden worden automatisch her-ontworpen en geher-evalueerd elke keer als de gebruiker basisinformatie verandert. 3. Kan er onderscheid gemaakt worden tussen verschillende typen obstakels, bijvoorbeeld permanente, tijdelijke en geplande obstakels? En mag elk type verschillende verzamelingen attributen hebben? [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software kent deze mogelijkheid niet. SoftAirdrome kent deze mogelijkheid wel. Het gebruikt een follow-up status waarbij een label gehangen wordt aan elke stap van de obstructie-evaluatie. Kunnen obstakels bestaan uit 2 of meer punten, zodat daarmee muren enz gecreëerd kunnen worden? [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software kent de mogelijkheid om een muur te definiëren waarvoor twee punten gebruikt worden. SoftAirdrome heeft de mogelijkheid om complexe obstakels te maken. Zie verder het antwoord op Vraag 1. 4. Is het mogelijk om: a. Een kopie te maken van de database en een korte tijd met die kopie te werken om voorbereidende controles uit te voeren? [Antwoord van Infolution:] Beide pakketten (PANS-OPS Software en SoftAirdrome) kennen deze mogelijkheid. b. Gemeten obstakelgegevens in digitale vorm in te voeren en zoja, in welke formaten? [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software kent momenteel ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 125 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
alleen de mogelijkheid om muren te evalueren en man-made obstakels. SoftAirdrome kent de mogelijkheid om het GIS systeem te gebruiken om de meest voorkomende formats te behandelen van roosterkaarten, gevectoriseerde contourlijnen, Digital Elevation Model (DTED), “Spot height elevation” en hydrografische gegevens. Het systeem stelt de gebruiker in staat om de topologische informatie te vergelijken om de verschillen tussen de gegevens te analyseren. c. Mutatierapporten te genereren met informatie over de invoerverwerking? (welke obstakels zijn toegevoegd, welke gewijzigd, welke verwijderd, enz) [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software kent deze mogelijkheid niet. SoftAirdrome kan het gewenste door het GIS te analyseren gegeven selecteren en deselecteren. Infolution meent dat topografische afbeeldingen gebaseerd moeten zijn op meer dan één bron van geografsche gegevens omdat discrepanties niet zelden voorkomen. Het systeem biedt een unieke interface om elke categorie van de verschillende gegevenstypen te selecteren en deselecteren. Daarnaast geeft het systeem de gebruiker de mogelijkheid om een uniek hoogtepunt te deselecteren of een deel van de terreingegevens die een onnauwkeurige hoogte zouden kunnen hebben. Om de integriteit van de informatie die betrekking heeft op vluchtprocedures te beschermen en te onderhouden worden de gedeselecteerde gegevens getoond in bijlagen. d. Controleberekeningen uit te voeren op de obstakelinvoergegevens? (doorsteking van obstakelvlakken, obstakels in protectiegebieden {de hoogste obstakels in een gebied enz}, enz) Wat moet daarbij de werkwijze zijn? [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software kent deze mogelijkheid niet in een automatische modus. De gebruiker moet een update maken van de berekeningen om vast te stellen of de vlakken beïnvloed zijn. SoftAirdrome heeft de mogelijkheid om automatisch een obstakel impact analyse te maken die een lijst geeft met vlakken die beïnvloed worden als een obstakel toegevoegd of aangepast wordt. 5. Is het mogelijk om: e. Obstakelcoördinaten in te voeren door (interactief) een locatie aan te wijzen in een topografische kaart op het scherm? Is zoomen daarbij mogelijk? [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software kent deze mogelijkheid niet omdat het geen GIS heeft. ©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 126 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
SoftAirdrome heeft de mogelijkheid om dit alles uit te voeren met de geëiste zoom-in en zoom-out, en heeft nog veel meer hulpmiddelen om het obstakelmanagement te faciliteren. f.
Obstakelgegevens handmatig in te voeren? (d.i. op basis van een menu op het scherm) [Antwoord van Infolution:] Ja, voor beide pakketten.
g. Een eigen referentievlak te kiezen? (voor Nederland: NAP - Normaal Amsterdams Peil), waarbij t.o.v. dit vlak in centimeters gewerkt wordt? [Antwoord van Infolution:] We kunnen onze software aanpassen als er algoritmen beschikbaar zijn. h. Een eigen coördinatenstelsel te kiezen? (voor Nederland: RD - Rijks Driehoek stelsel) [Antwoord van Infolution:] We kunnen onze software aanpassen als er algoritmen beschikbaar zijn. i.
Een obstakel als een cirkel te definiëren, waarop een aantal (bijv. acht) representatieve punten berekend kunnen worden? (denk aan bouwkranen) [Antwoord van Infolution:] De Infolution software kent bijna elk mogelijk type obstakel: bijvoorbeeld een eenvoudige toren of een verzameling objecten of een complex obstakel wat weergegeven wordt als een gebied met polylijnen en polygonen. Echter het aanduiden van een obstakel d.m.v. een cirkel is nog in ontwikkeling. Het principe is als volgt: Creëer een cirkel met een specifieke straal (de waarde is aanpasbaar) met de mogelijkheid om deze als een pie-chart in een aantal stukken te verdelen (het aantal is aanpasbaar). Creëer van deze cirkel een complexe afbeelding met polygonen met de mogelijkheid om per representatief punt de grondhoogte, de hoogte vanaf de grond, en de hoogte vanaf zeeniveau op te geven. Met dit object kan vervolgens een geospace analyse gemaakt worden om de doorsnijding met de Obstacle Assessment Surface en met de Approach Obstacle Clearance Surfaces te vinden. Het is daarbij mogelijk om deze analysefunctie toe te kennen aan een selecte groep gebruikers. Bijvoorbeeld gebruikers die een aanvraag willen doen met behulp van een mobiele telefoon via het Internet om een analyse te maken van een gepland gebouw bij een vliegveld, of een vliegveldmanager die een onderzoek wil doen naar de situatie van bouwkranen rondom het vliegveld. Dit alles zonder deze gebruikers het recht te geven om zelf “approaches” te creëren.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 127 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
6. Is het mogelijk om rapporten te genereren over: j.
Doorsteking van obstakelvlakken? (Annex-14, VSS, OFZ) [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software doet Basic Surface, OAS en CRM berekeningen. SoftAirdrome doet Annex 14 vlakken plus PANS-OPS Software vlakken.
k. Obstakels in protectiegebieden? (PANS-OPS gebieden) [Antwoord van Infolution:] SoftAirspace doet het instrument vluchtprocedure ontwerp en omvat ook SoftAirdrome en PANS-OPS Software. l.
PANS-OPS OCA/OCH waarden? [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software levert OCA/H gebaseerd op Basic Surface, OAS en CRM berekeningen. SoftAirdrome doet Annex 14 vlakken plus PANS-OPS Software vlakken. SoftAirspace levert OCA/H voor instrument vluchtprocedure voor precisie en non-pricisie naderingen.
7. Is het mogelijk om snijpunten en randpunten te berekenen bij de berekeningen voor de doorstekingen van obstakelvlakken? (voor obstakels met 2 of meer punten) [Antwoord van Infolution:] Nee voor PANS-OPS Software. Ja voor SoftAirdrome en SoftAirspace. 8. Kunnen de OCA/OCH berekeningen worden opgeslagen in de database voor later gebruik en rapportages? [Antwoord van Infolution:] Ja voor alle pakketten. 9. Kunnen alle opgeslagen gegevens (obstakels, luchthavens, enz) eenvoudig onderhouden worden? Kunnen ook de gegevens van organisaties en gebruikers worden opgeslagen en onderhouden? [Antwoord van Infolution:] Ja voor alle pakketten. 10. Kunnen obstakelgegevens gemakkelijk geëxporteerd worden naar het CRM (Collision Risk Model), in WGS84 coördinaten? Met andere woorden, hoe gemakkelijk kunnen CRM berekeningen gemaakt worden met de obstakelgegevens die zijn opgeslagen in de database?
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 128 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
[Antwoord van Infolution:] Het is mogelijk om obstakelbestanden rechtstreeks te importeren in de software waarbij drie verschillende importfuncties gebruikt kunnen worden, d.i. door gebruik te maken van (1) de landingsbaan- en vliegveld-referenties, (2) een generiek obstakelbestandimportformaat en (3) het CRM “.obs” bestand. Er zijn twee manieren om obstakels te exporteren, d.i. door gebruik te maken van (1) een generiek obstakelbestand-exportformaat en (2) het CRM “.obs” bestand. 11. Is het mogelijk om berekeningen te maken die betrekking hebben op protectiegebieden met ILS bakens? Deze berekeningen gaan over gebouwen en constructies die mogelijk ongewenste reflecties of verstoringen van radiosignalen kunnen veroorzaken. [Antwoord van Infolution:] SoftAirspace voert de evaluatie uit van de protectiegebieden gebaseerd op ILS maar omvat -op dit moment- niet de evaluatie van de ongewenste reflecties of verstoringen van radio signalen. 12. Is het mogelijk om berekeningen uit te voeren op basis van de RESA (Runway End Safety Area) methode? [Antwoord van Infolution:] Er is meer informatie nodig om dit gebied te definiëren maar we kunnen nieuwe modulen ontwikkelen om een nieuw gebiedstype te beoordelen daar de SoftAirdrome GIS eigendom is van Infolution en daarom uitgebreid kan worden op basis van uw eisen. 13. Is het mogelijk om de software op een of andere manier aan te passen, d.w.z. kan de software aangepast worden door scripts te schrijven, of modulen in een bepaalde programmeertaal? [Antwoord van Infolution:] SoftAirdrome kan aangepast worden om gebruikers input en commentaar te behandelen en toekomstige nieuwe criteria, of criteria updates, of nieuwe interpretaties. Het systeem kan aangepast worden om in specifieke behoeften te voorzien. Het is mogelijk om nieuwe hulpmiddelen te creëren en implementeren omdat het systeem niet afhankelijk is van third-party technologie. Doordat het in-huis gebouwd is, sluit het perfect aan bij de behoeften van de luchtvaart. We leveren een ondersteunings- en onderhouds-overeenkomst die de flexibiliteit biedt om nieuwe CAD hulpmiddelen te creëren, nieuwe GIS hulpmiddelen, nieuwe database hulpmiddelen, of om nieuwe aeronautische criteria te implementeren. De meeste modificaties worden geleverd met een gebruikersvriendelijke installatieprocedure op CD-ROM. 14. De kosten: m. Is het mogelijk om alleen de noodzakelijke modulen te bestellen? [Antwoord van Infolution:] De gebruiker heeft de mogelijkheid om het gewenste type module of instrument vluchtprocedure ontwerp
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 129 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
mogelijkheid te kiezen. n. Wat zijn de initiële prijzen? (single/multi user licentie, enz) [Antwoord van Infolution:] De hier genoemde kosten horen bij het scenariovoorstel (zie vraag 20): SoftAirdrome met embedded PANSOPS Software. Initiële kosten voor één licentie: US$ 38.400,inclusief een jaar onderhoud en support plus een 5-daagse training. o. Wat zijn de onderhoudskosten per jaar? (support, updates, enz) [Antwoord van Infolution:] De hier genoemde kosten horen bij het scenariovoorstel (zie vraag 20): SoftAirdrome met embedded PANSOPS Software. Jaarlijkse onderhoudskosten voor één licentie, plus de “concurrent license”: US$ 9.200,-. p. Is er enige ondersteunende software van derden nodig, en zoja welke? [Antwoord van Infolution:] Er is geen additionele third-party software nodig. 15. Kan een (gepland) obstakel gecontroleerd worden op vlakken en gebieden die bij meer dan een luchthaven behoren; of zelfs alle vlakken en gebieden, zonder een luchthaven of landingsbaan te kiezen? [Antwoord van Infolution:] Het systeem is gebouwd met een relationele impact analyse functie die de gebruikers in staat stelt een real-time lijst te krijgen van alle beïnvloede vliegveld-vlakken bij het wijzigen van basale informatie zoals bijvoorbeeld het toevoegen van een obstakel, het veranderen van de coördinaten van een landingsbaan, vliegveld of navigatie-assistent (“navigation aid”), of het updaten van magnetische variaties. Deze lijst is niet gelimiteerd tot een file-by-file structuur maar heeft toegang tot een complete relationele database. PANS-OPS Software kent deze mogelijkheid niet in een automatische modus. De gebruiker moet een update maken van de berekeningen om vast te stellen of de vlakken beïnvloed zijn. SoftAirdrome heeft de mogelijkheid om automatisch een obstakel impact analyse te maken die een lijst geeft met vlakken die beïnvloed worden als een obstakel toegevoegd of aangepast wordt. 16. Kan elke (kleine) heliport, airstrip, zweefvliegveld enz opgeslagen worden in de database? [Antwoord van Infolution:] Ja voor alle pakketten. 17. Kunnen meetactiviteiten ondersteund worden? (afbeeldingen, meetdatum, controles op invoergegevens)
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 130 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
[Antwoord van Infolution:] Ja voor alle pakketten. 18. Kunnen maaiveldhoogten geïmporteerd worden vanuit een landelijk bestand met maaiveldhoogten? [Antwoord van Infolution:] Ja voor alle pakketten. 19. Is invoer en uitvoer in GIS formaat mogelijk? Zijn rapportages in GIS vorm (bijv. kaarten op het scherm) mogelijk? [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software voorziet niet in een GIS. SoftAirdrome en AoftAirspace kennen de aeronautisch toegesneden GIS van Infolution. 20. Is het systeem bruikbaar op meer dan een locatie, met een gezamenlijke database (bereikbaar via het Internet)? Is de functionaliteit distribueerbaar of bereikbaar via het Internet? [Antwoord van Infolution:] Ja voor alle pakketten. (Infolution heeft een document ingezonden, waarin wordt voorgesteld om de SoftAirdrome software samen te voegen met de PANS-OPS software in één omgeving op een server ten kantore bij Infolution. Gebruikers kunnen dan via het Internet toegang krijgen tot die server. Alle kaarten en gegevens worden centraal op de server opgeslagen. Het onderhoud, de technische ondersteuning voor SoftAirdrome en de hardware ondersteuning zouden daardoor zeer efficiënt uitgevoerd kunnen worden. NB De opgegeven licentiekosten gaan uit van dit voorstel.) 21. Wat zijn de mogelijkheden om verschillende typen gebruikers (organisaties) te definiëren en om hen verschillende rechten op gegevens en functionaliteiten toe te kennen? [Antwoord van Infolution:] PANS-OPS Software kent geen verschillende typen gebruikers management. SoftAirspace en SoftAirdrome leveren wel verschillende typen gebruikers management. 22. Wat zijn de mogelijkheden om de functionaliteit voor een eenvoudige controle van een gepland obstakel algemeen toegankelijk te maken (voor “het publiek”)? [Antwoord van Infolution:] Daar de technologie beschikbaar is op internet, is deze functionaliteit mogelijk. Ik zou de SoftAirdrome omgeving willen voorstellen daar de interface intuïtiever is (met GIS) en omdat het ook de relationele impact analyse functie heeft. PANS-OPS Software is meer geschikt voor vluchtproceduredeskundigen of specialistisch personeel.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 131 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
23. Kunnen foto’s van ingemeten obstakels opgeslagen worden in de database? [Antwoord van Infolution:] SoftAirdrome en SoftAirspace kunnen aangepast worden om dit mogelijk te maken. 24. Kunnen de attributen (eigenschappen) van een zeker obstakeltype vrijelijk gekozen worden? [Antwoord van Infolution:] Ja voor beide pakketten. Merk op dat AoftAirdrome de mogelijkheid heeft om complexe obstakels te managen.
D.8 – – – – – –
Samenvatting WX Systems
Is sterk gericht op het zuiver ondersteunen van het ontwerpproces voor vluchtprocedures. Geen interne opslag van gegevens beschikbaar. Bevat wel geografische functionaliteit d.m.v. de geïntegreerde Blue Marble Geographic Calculator. Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre toetsingsberekeningen mogelijk zijn. OCA/OCH berekeningen zijn niet mogelijk, er is wel een geïntegreerd CRM. Het pakket is gebaseerd op AutoCAD, en derhalve aanpasbaar m.b.v. AutoLISP of VBA.
D.9
Samenvatting Infolution
PANS-OPS Software – Werkt op basis van relationele database concepten en client/server technologie. – Centrale database en datasharing zijn mogelijk. – Automatische OCA/H analyse. – Drie obstacle toetsingsprogramma’s. – Diverse hulpmiddelen voor obstakelverwerking. SoftAirdrome – Rekenen met Obstacle Limitation Surfaces (obstakelvlakken) – Evalueren van het effect van gebouwen rondom het vliegveld. – Managen van de Obstacle Limitation Surface bij een landingsbaan. – Bevat een zelf-ontwikkeld GIS-systeem. – Stand-alone of client/server + datasharing toepassing. Scenariovoorstel van Infolution – PANS-OPS Software plus SoftAirdrome samen draaiend op een server bij Infolution. Gebruikers die via hogesnelheidsinternetverbindingen deze server benaderen. Alle kaarten en gegevens bewaard op deze server.
D.10
Conclusie
Beide pakketten zijn bedoeld voor ondersteuning van het ontwerpproces voor vluchtprocedures.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 132 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
De WX Systems software kent echter geen geïncorporeerde database en slechts beperkte mogelijkheden voor de toetsing van obstakels. Hierdoor kan het pakket aan veel wensen van AGI/IVW niet tegemoet komen. Het lijkt daarom niet bruikbaar als basis voor de beoogde ontwikkeling van het nieuwe obstakelverwerkingspakket. Misschien zou alleen de GIS-functionaliteit nog interessant kunnen zijn en een rol kunnen spelen bij het opzetten van het nieuwe systeem. In tegenstelling tot WX Systems kent Infolution wél een ingebouwde database. Verder biedt het pakket meer functionaliteit op het gebied van obstakelverwerking zoals bijvoorbeeld de programma’s voor het rekenen met obstakelvlakken en de automatische OCA/OCH analyse. Tenslotte kent het pakket een zelf-ontwikkeld GISsysteem, wat het maken van uitbreidingen en aanpassingen eenvoudig maakt. Onderstaande tabel geeft in percentages weer hoeveel van de functionaliteit voldoet aan de gevraagde functionaliteit. Dit is gedaan op basis van gebruikerseisen zoals opgenomen in Bijlage B. Omschrijving Voldoet aan de eis Voldoet niet aan de eis Voldoet voor een deel aan de eis Nog niet duidelijk
Percentage 30 % 30 % 7% 33 %
Infolution biedt meer mogelijkheden dan WX Systems om als uitgangspunt te dienen bij de ontwikkeling van een nieuw systeem. Interessant is daarbij dat het bedrijf aanbiedt om zijn applicaties te laten draaien op een server bij Infolution zelf, en de gebruikers toegang te verlenen via het internet. In hoeverre dit pakket verder nog tegemoetkomt aan de gebruikerswensen is op dit moment niet te bepalen; daarvoor zou nog nader onderzoek noodzakelijk zijn. Tenslotte moet opgemerkt worden dat aanpassingen aan, en uitbreidingen van, het pakket slechts door de leverancier zelf aangebracht kunnen worden. Dit zal moeten meewegen in de beslissing om eventueel van dit pakket gebruik te gaan maken. Bij de eisen t.a.v. het pakket is gesteld dat het systeem aan minimaal 80% van de gevraagde functionaliteit moet voldoen, waarbij de resterende 20% als maatwerk gerealiseerd zou kunnen worden. De onderzochte pakketten, Infolutions en WX1 Series voldoen niet aan de minimum eis. Het pakket Infolutions kwam daarbij echter als beste uit de bus, daarbij moet vermeld worden dat de IVW heeft aangegeven slechte ervaringen met dit systeem te hebben. Concluderend kan er gesteld worden dat voor obstakelverwerking rondom luchthavens een maatwerk oplossing het meest geschikt is. Dit systeem moet in sterke mate gebouwd zijn op basis van reeds bestaande webservices.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 133 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bijlage E Verbeterpunten Deze bijlage geeft antwoord op de vraag: Wat zijn de verbeterpunten in het werkproces, indien het systeem wordt gebouwd? Wat zijn de consequenties voor het functioneel en technisch ontwerp? De verbeterpunten zijn opgenomen in onderstaande tabel. De consequentie is indicatief aangegeven als een percentage van de gepleegde ontwerp inspanning. Verbeterpunten met 'MX' in de kolom 'Van' zijn door MX.Systems gesuggereerde verbeterpunten. Nr.
Verbeterpunt
Van
Consequentie
1.
Integratie CRM rekenmodule t.b.v. bepaling OCA/OCH voor ILS.
IVW
+10%
2.
Extra rekenprogramma t.b.v. beschermingsvlak ILS bakens.
IVW
+7%
3.
Extra rekenprogramma t.b.v. rekenmethode RESA.
IVW
+7%
4.
Opslag van standplaatsgegevens inmeting en foto bij ingemeten obstakels.
AGI
+1%
5.
IVW, +3% AGI (zonder uitwerking algoritmes)
6.
Schaduwwerking. Deze speelt een rol bij de selectie van obstakels in de PANS-OPS doorstartvlakken (wens IVW en AGI). De schaduwwerking is van invloed bij de meetopdracht (beperking hoeveelheid meetwerk) en bij de selectie van obstakels t.b.v. presentatie (beperking aantal obstakels in uitvoer). T.a.v. het laatste zijn er drie mogelijkheden: 1. Geen schaduwwerking (alleen reductie in aangeleverd aantal obstakels). 2. Schaduwwerking zoals toegepast in HINDERNIS. 3. Een alternatief mechanisme gebaseerd op 45m extra clearing in doorstartvlak vanwege 75m minimale clearing boven baan. Invoer van obstakelcoördinaten in WGS84.
IVW
geen
7.
Rapportage van coördinaten in WGS84.
IVW
geen
8.
Meer obstakelgerichte aanpak van de de toetsing van actuele obstakels dan de huidige baan-programma gerichte aanpak, eventueel deze twee combineren. Van een actueel obstakel dat nu een probleem vormt voor een bepaalde baan-programma combinatie, kan niet snel gezien worden waar het nog meer een probleem is, als dat gewenst zou zijn. Vergelijk dit met toetsing planobstakels.
MX
+5%
9.
Samenvoeging programma's per baan. Bijvoorbeeld A1a wordt steeds in twee richtingen toegepast. Het is zeer goed mogelijk 1 gecombineerd programma te maken voor landen in beide richtingen. Dit kan een behoorlijke reductie van het aantal toepassingen van programma's op banen opleveren.
MX
+5%
10.
Reduceren van het aantal programma's door deze verder te parameteriseren.
MX
+5%
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 134 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
11.
Optioneel beperken van de rechten van gebruikers op het muteren van obstakels van een bepaald beheersgebied. Sommige gebruikers mogen dus alleen obstakels van 'hun' beheersgebied muteren, andere mogelijk alle. Te combineren met rechten van gebruikers op het muteren van ingemeten, nieuwe/tijdelijke en/of planobstakels.
MX
+2%
12.
Meer directe ondersteuning van publicaties naar de luchtvaart en informering overige instanties t.a.v. de obstakelsituatie.
MX
?
13.
Flexibiliteit in aanlevering meetresultaten door middel van aanlevering in format dat zelf aangeeft welke obstakelgegevens (attributen) het bevat. Bijvoorbeeld aanlevering in spreadsheet format waarbij kolomkoppen aangeven welke attributen (kolommen) het spreadsheet aanlevert. Uitwerking behoeft daarbij ondermeer hoe met validatie en niet aangeleverde waarden dient te worden omgegaan bij wijziging van bestaande obstakels en toevoeging van nieuwe obstakels.
MX
+5%
14.
Aanpak van het probleem dat in meetresultaten ook irrelevante obstakels worden aangeleverd: obstakels die in geen enkel toegepast programma een rol van betekenis spelen, simpelweg omdat ze te laag zijn of lager dan andere nabijgelegen obstakels. Deze irrelevante obstakels 'vervuilen' de database, leiden tot extra meetwerkzaamheden van meetploegen (controleren en/of opnieuw inmeten van irrelevante obstakels). Een eerste aanpak zou kunnen zijn het als irrelevant aanmerken van dergelijke obstakels in de database.
IVW
+5% of meer
15.
Opslag van historie m.b.t. tot gegevens van obstakels, programma's, toegepaste programma's, OCA/OCH bepalingen etc. Eventueel op eenvoudige wijze door het loggen van mutaties in de database.
IVW
?
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 135 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bijlage F Consequenties medewerkers Deze bijlage geeft antwoord op de vraag: Wat zijn de consequenties voor de medewerkers bij IVW en AGI die met het systeem gaan werken. Wat zijn de eisen m.b.t. opleiding en ervaring en wat is hun rol in het werkproces? Deze vraag wordt per rol in het werkproces beantwoord. Bepalend is mede de eis dat de user interface geen specialistische kennis van bijvoorbeeld GIS pakketten mag vereisen. Medewerker AGI De medewerker zal de volgende functies uitvoeren met de geautomatiseerde obstakelverwerking: • exporteren obstakelgegevens t.b.v. meetinstructie • exporteren vlakgeometrie t.b.v. meetinstructie • aanmaken kopie-database • importeren meetresultaten • controleren meetresultaten met rapportage doorsteking obstakelvlakken • controleren meetresultaten met rapportage obstakels in protectievlakken • corrigeren gegevens ingemeten obstakels De verwachting is dat al deze functies worden uitgevoerd door één medewerker. Van deze medewerker wordt algemene automatiseringskennis verwacht, enige kennis van de obstakelproblematiek en enig inzicht in de werkwijze van meetploegen. Een introductie in het gebruik van de obstakelverwerking van ca. 1 dag zal nodig zijn. Opleidingsniveau: MBO. Tijdsbesteding: in totaal ca. 1 maand full-time per jaar. Medewerker IVW obstakelverwerking De medewerker zal de volgende functies uitvoeren met de geautomatiseerde obstakelverwerking: • onderhoud gegevens actuele obstakels • toetsen actuele obstakelsituatie • exporteren naar CRM • onderhoud gegevens planobstakels • experttoetsing planobstakels De verwachting is dat al deze functies worden uitgevoerd door meerdere medewerkers in een onderlinge taakverdeling. Van deze medewerkers wordt algemene automatiseringskennis verwacht en grondige kennis van de obstakelproblematiek. Een introductie in het gebruik van de obstakelverwerking van ca. 1 dag zal nodig zijn. Opleidingsniveau: HBO/WO, in verband met luchtvaarttechnische beoordeling rapportages en aansluiting op expert judgement. Tijdsbesteding: dagelijks niet full-time gebruik door meerdere medewerkers.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 136 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Medewerker IVW beheer obstakelverwerking De medewerker zal de volgende functies uitvoeren met de geautomatiseerde obstakelverwerking: • beheer gebruikersgegevens • beheer obstakelkenmerken • beheer programmagegevens • beheer instelgegevens • beheer GIS layers De verwachting is dat al deze functies worden uitgevoerd door één medewerker. Van deze medewerker wordt algemene automatiseringskennis verwacht, grondige kennis van de obstakelproblematiek, de mogelijkheden van de geautomatiseerde obstakelverwerking en de rol van de verschillende organisaties en gebruikers. Een introductie in het gebruik van de obstakelverwerking van ca. 1 dag zal nodig zijn. Opleidingsniveau: MBO. Tijdsbesteding: in totaal ca. 6 dagen per jaar. Afhankelijk van de gekozen oplossingen zal de beheerder een rol spelen bij het beheer van de verschillende GIS layers: topografische kaart, het landelijk bestand met maaiveldhoogten de layer met banen. De laatste layer zal de beheerder zelf (laten) onderhouden. Dit onderhoud vindt plaats buiten de geautomatiseerde obstakelverwerking met een GIS pakket of bijvoorbeeld AutoCad. De beheerder kan door import de bestaande layer vervangen door een nieuwe. Dit laatste geldt ook voor het beheer van de toegepaste programma's. De toepassing specifieke gegevens van programma's worden buiten de obstakelverwerking onderhouden met een GIS pakket of bijvoorbeeld AutoCad. Ook hier kan de beheerder de gegevens van een toegepast programma importeren.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 137 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Bijlage G Functiepuntentelling Op basis van het eindrapport Geautomatiseerde obstakelverwerking is een globale functiepuntentelling uitgevoerd. Met een functiepunt wordt de hoeveelheid informatieverwerking die een toepassing de gebruiker biedt uitgedrukt. De eenheid staat los van de wijze waarop de informatieverwerking technisch wordt gerealiseerd. De NESMA (Nederlandse Software Metrieken Gebruikers Associatie) geeft twee mogelijkheden om in een voortraject functiepuntentellingen uit te voeren. Voor Obstakel zijn beide mogelijkheden opgenomen. In de onderstaande beschrijving wordt gebruik gemaakt van de volgende afkortingen: • ILGV : Interne Logische GegevensVerzameling • KGV : Koppel GegevensVerzameling • IF : Invoer Functie • OF : OpvragingsFunctie • UF : UitvoerFunctie De indicatieve functiepuntentelling De indicatieve functiepuntentelling wordt als volgt uitgevoerd: • Bepaal het aantal logische gegevensverzamelingen (ILGVs en KGVs) • Bereken het bruto aantal functiepunten van het informatiesysteem als volgt: indicatieve omvang (fp) = 35 x het aantal ILGVs + 15 x het aantal KGVs . Deze benadering van de omvang wordt dus alleen gebaseerd op de onderkende logische gegevensverzamelingen (ILGVs en KGVs). De indicatieve functiepuntentelling gaat uit van de veronderstelling, dat er voor elke ILGV doorgaans zo'n drie IFs (om informatie toe te voegen, te wijzigen en te verwijderen), twee UFs, en een OF aanwezig zullen zijn, en voor elke KGV gemiddeld een UF en een OF. Voor Obstakel zijn totaal 19 ILGV's vastgesteld (3 extra ILGV's: meetinstructie*2 en export CRM). Daarnaast is 1 KGV's geïdentificeerd ( meetresultaten). Omvang Obstakel : 35 x 19 + 15 x 1= 680 functiepunten. De globale functiepuntentelling De globale functiepuntentelling wordt als volgt uitgevoerd:: • • • •
Bepaal alle gebruikersfuncties van alle functietypen (ILGV, KGV, IF, UF, OF) Waardeer de complexiteit van elke logische gegevensverzameling (ILGV, KGV) als Eenvoudig Waardeer van elke gebruikerstransactie (IF, UF, OF) als Gemiddeld Bereken het bruto aantal functiepunten
Het enige verschil met de gedetailleerde functiepuntentelling is, dat de complexiteit niet per individuele gebruikersfunctie wordt bepaald, maar met een standaardwaarde wordt gewaardeerd. In de volgende tabel vindt u de resultaten van Obstakel.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 138 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Functie ILGV 19 4.1.1 0 4.1.2 0 4.1.3 0 4.1.4 0 4.1.5 0 4.1.6 0 4.1.7 0 4.1.8 0 4.1.9 0 4.1.10 0 4.1.11 0 4.1.12 0 4.1.13 0 Totaal 19 Totaal ILGV KGV IF UF OF
19*E (7) 2*E (5) 36*G (4) 26*G (5) 2*G (4)
Registratienummer P4411-R-4
KGV 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 2
IF 0 0 0 0 3 3 3 0 0 0 0 0 0 27 36
UF 0 1 1 1 1 2 0 2 2 2 2 2 1 9 26
OF 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 2
133 10 144 130 8 425
Eén extra KGV is bij 4.1.13 opgenomen voor de "programma" vlakken. Immers de gegevens worden buiten Hindernis om gewijzigd. Voor de verschillende ILGV's in paragraaf 4.1.13 is per ILGV 1 uitvoerfunctie opgenomen. Conclusie In de indicatieve telling is er sprake van 580 functiepunten. Bij de globale telling zijn dit er 425 geworden. De globale telling is aanmerkelijk betrouwbaarder dan de indicatieve telling en geeft inzicht in het aantal te verwachten functiepunten. De omvang gaat uit van de beschreven functionaliteit in het eindrapport en is onafhankelijk van de gebruikte techniek. Bij de telling zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • (Bestaande) geografische functies uit GIS en/of Geoservices worden niet meegenomen in het eindresultaat van de functiepuntentelling. • Het vervaardigen van een kopiedatabase is niet geteld. • Het verkrijgen en verwerking van meetresultaten door de meetploegen wordt buiten beschouwing gelaten. • Het vervaardigen van programma's zal een aanmerkelijke inspanning vragen en kan via de functiepuntentelling niet begroot worden. De verwachting is wel dat met standaard GIS editfuncties de "programma's" eenvoudig vervaardigd kunnen worden. Begroting Bij het vaststellen van de omvang van Obstakel in euro's kunnen de resultaten van de functiepuntenanalyse ingezet worden. Het kan veel uitmaken, of een systeem wordt gebouwd in een 3-GL taal zoals COBOL, of in een 4-GL tool. Bij realisatie van
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 139 van 140
Rapport Project OBSTAKEL
Registratienummer P4411-R-4
Obstakel is uitgegaan van 3 uur per functiepunt zoals die gehanteerd wordt bij ontwikkeling met Microsoft .NET omgeving. Ditzelfde geldt voor de diverse hardware-lijnen en architecturen, zoals mainframe, PC, client server. Voor elke projectfase kunnen deze productiviteitsnormen worden aangelegd. Voor de fase realisatie zijn ze het meest bruikbaar. Voor Obstakel worden de volgende projectfasen voorzien • Vervaardigen Functioneel-, en Detailontwerp • Realisatie en systeemdocumentatie waaronder Technisch Ontwerp • Testen • Gebruikersdocumentatie • Vulling en implementatie Met behulp van de bovenstaande gegevens worden de geschatte uren per fase uitgewerkt, deze zijn in tabelvorm in paragraaf Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. opgenomen.
©
MX, datum: 27 juni 2005, versie 1.3
pagina 140 van 140