\
P-,, -
rijksdienst voor de ijsselmeerpolders
m~nlster~e van verkeer en waterstaat
BlBLlOT W E E K RlJKSOlf N h T VOOR O C
)JSSCLMCtAPOLOfRS
werkdocument
parkeerplaatsen voor woningen
i n Almere
door W. Smienk
juni
1983-124 Cds
I
Dostbus 600 8 2 0 0 AP lelystad smedinshuis zuiderwagenplein 2 tel.(03200) 99111 telex 40115
INHOUD
SAMENVATTINGIAANBEVELINGEN 1 . INLEIDING
2. PERSONENAUTODICHTHEID 3. AUTOPENETRATIE
4. VERZADIGING AUTODICHTHEID 5. AUTOBEZIT PER WONING
6. GEMIDDELDE MAXIMALE PARKEERNORM 7. MAXIMALE PARKEERNORM PER WONINGTYPE 8. PARKEERNORM BIJ PARKEREN OP EIGEN ERF 9. KWALITEIT VAN DE PARKEERPLAATS 10. GEFASEERDE PARKEERNORM
I I. GEFASEERDE PARKEERNORM PER WONINGTYPE
A. Deze notitie behandelt de parkeemorm voor woningen in Almere. Zo-
we1 bij het bereiken van het verzadigingsniveau van de autodichtheid (2000') als bij een fassering naar de parkeerbehoefte in 1990 worden normen gesteld. Tabel 0
Woningcategorie EQn en tweepersoonshuishoudens (HAT) Woningen in centra met goede voorzieningen Vrije sectorwoningen Bejaardenwoningen Overige woningen
Maximale + parkeernorm (2000 ) 1 ,00 1 ,00 (excl bezoek) 1,50 1,OO 1,25
.
Gefaseerde parkeernorm (1990)
I
0,85 1 ,00 (excl. bezoek) 1,50 0,80 1,lO
Een fasering van de parkeerplaatsen haalt de huidige "rek" uit de parkeerplannen. Bij het ontwerp van een woonbuurt dient vanaf het begin rekening gehouden te worden met de ma:timale parkeernorm (2000 ) . Evenals de direct te realiseren plaatsen, dienen de gereserveerde parkeerplaatsen een goede kwaliteit (ligging, afmetingen, e.d.) te bezitten. Fasering van de parkeernorm is pas dan mogelijk als een oplossing is gevonden voor de gesignaleerde probleempunten m.n. de financiering en de bewonersvoorlichting t.a.v. de later aan te brengen parkeerplaatsen. B. Bij deze normering wordt ervan uitgegaan, dat alle parkeerplaatsen openbaar zijn. Bij het zgn. "eigen-erf" parkeren wordt de norm verhoogd volgens de formule:
waarbij x de parkeernorm is en y het percentage woningen met eigenerf parkeerplaatsen. P is de verhoogde parkeernorm. In gebieden met vrije sector woningen vindt geen verhoging van de parkeernorm plaats.
C. Garages zonder oprit m g e n in de parkeeranalyse voor slechts 50% als parkeerplaats meegerekend worden. D. Het uiteindelijk te realiseren aantal parkeerplaatsen is niet alleen afhankelijk van de genoemde normen. Eigen-erf parkeren, voorzieningen (winkels, bedrijfjes, e.d.) in de woonbuurten en "misbruik" van openbare parkeerplaatsen (caravans, wrakken, huisvuilcontainers, e.d.) verhogen dit aantal. De mogelijkheid van dubbel gebruik (bijv. met parkeerplaatsen van kleinschalige bedrijven terreinen) kan het totaal aantal parkeerplaatsen verlagen.
1. INLEIDING
Bij de ontwikkeling van stedebouwkundige plannen voor woongebieden in Almere wordt in pi-incipe.uitgegaanvan 6Sn algemeen geldende parkeernorm, namelijk 1,25 parkeerplaats per woning. In de bestaande woongebieden blijkt dat,deze norm niet-vooralle situaties.voldoende is, terwijl op andere lokaties een overschot aan parkeerplaatsen aanwezig is. Eeh nuancering van. de. algemeen gehanteerde .. ., parkeernorm is dan ook ge. . . wenst
.
Tevens moet men bedenken dat door de hogete woningdichtheden de druk op de openbare ruimten steeds groter wordt; alle ruimtes in het plan krijgen een daadwerkelijke functie. Hierdoor gaat de reserve parkeercapaciteit', bijv. het parkeren langs de trottoirband grotendeels verloren. .
.
Voor de gehele planontwikkeling is het van groot belang dat de normering voor het parkeren, zowel kwantitatief als ook kwalitatief. zo nauwkeurig mogelijk bepaald wordt,
2. PERSONENAUTODICHTHEID
De gemiddelde personenautodichtheid (is het aantal personenauto's per 1000 inwoners) voor Nederland in 1981 bedraagt 323. Bijlage I geeft meerdere cijfers over de personenautodichtheid, zowel voor het .buitenland als ook voor enige willekeurige plaatsenlstadswijken in Nederland. Uit de cijfers van deze bijlage blijkt dat de personenautodichtheid sterk varieert. Deze is afhankelijk van een zeer groot aantal factoren, t.w.: a. Inkomen Onderstaande tabel A geeft voor 1981 het autobezit, onderverdeeld naar de verschillende inkomenscategoriegn, weer. Tabel I van bijlage 2 geeft dezelfde informatie voor 1980. Tabel A. Autobezit naar inkomen (1981) Netto jaarinkomen huishouden (in glds).
# I
geen auto
een auto
tot f 17.500 73,2 " 17.500 - 20.000 42,5 " 20.000- 24.000 32,9 "24.000-28.000 25,7 " 28.000 - 34.000 19,2 " 34.000 - 43.000 10,6 hoger dan 43.000 8,O geen opgave 21,4
26,O 55,7 64,5 68,l 72,5 74,2 55,3 61,O
twee of meer auto's 098 196 295 6,1 893 15,2 36,7 17,6
totaal aantal auto's per 100 huishoudens 27,9 59,5 70,s 82,7 92,4 110,7 143,4 103,2
Bron: "Kerncijfers verkeer en weg", Stichting Weg De sterke relatie tussen het autobezit en het inkomen wordt in de cijfers van beide tabellen overduidelijk aangetoond. Voorts is het opvallend dat het autobezit in de lagere inkomensklassen (vanaf f 20.000,-) toch aanzienlijk is.
In Lelystad en Almere is in het begin van 1982 door C. de Winkel een parkeeronderzoek verricht om eventuele relaties tussen het autobezit en het huur-/koopsomniveau te onderzoeken,'hetgeengeresulteerd heeft in het werkdocument 1982-55 Ado. De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is het gevonden verband, dat bestaat tussen het autobezit en de huurniveaus van de woningen (zie bijlage 4). Een mogelijk verband tussen het autobezit en de koopsom van woningen kon niet gevonden worden. Het huurniveau van de nieuw te bouwen woningen liggen allen in de buurt van de f 500,- (prijspeil aug. '82), inclusief de 6-kamerwoningen (max. f 570,-) en de bejaardenwoningen ( f 480,-). De HAT-eenheden
(f 250,-) e n d e 2-kamerwoningen (f 380,-) hebben een d u i d e l i j k l a g e r huurniveau. D i t gegeven l a a t z i e n d a t h e t a u t o b e z i t n i e t a l l e e n van h e t huurniveau a f h a n k e l i j k i s ; d e andere i n d i t hoofdstuk genoemde f a c t o r e n hebben eveneens invloed op h e r a u t o b e z i t en s t a a n vaak i n nauwe r e l a t i e t o t de f a c t o r "huurniveau". c . L e e f t i j d hoofd huishouden Tabel 2 van b i j l a g e 2 g e e f t h e t verband weer tussen het'personenautobe-
. . . z i t e n d e l e e f t i j d . . H e t bezit..van een personenauto neemt ongeveer even' r e d i g t o e met d e l e e f t i j d van h e t hoofd v a n h e t huishouden. Vanaf d e l e e f t i j d s c a t e g o r i e 60 j a a r e n ouder n e e m t . h e t a u t o b e z i t z e e r s t e r k a f .
~
d. Geslacht
f
V e r s c h i l van a u t o b e z i t t u s s e n mannen e n vrouwen i s een l o g i s c h gevolg van h e t v e r s c h i l i n r i j b e w i j s b e z i t . Daarnaast i s i n d e meeste huishoudens d e man nog s t e e d s hoofd van d a t huishouden, waaraan dan ook h e t b e z i t van een a u t o wordt toegerekend. W e l l i c h t gebruiken mede-huisgenot e n d e a u t o vaker dan h e t hoofd van h e t huishouden. Tabel 3 van b i j l a g e 2 g e e f t enige c i j f e r s over h e r a u t o b e z i t n a a r geslacht
.
e. Gezinsgrootte e n gezinssamenstelling Gezinsgrootte, g e z i n s s a m e n s t e l l i n g en h e t a a n t a l kinderen per g e z i n vertonen een g r o o t o n d e r l i n g verband. Tabel 4 van b i j l a g e 2 g e e f t h e t a u t o b e z i t n a a r h e t a a n t a l kinderen per gezin weer, w a a r u i t d u i d e l i j k b l i j k t , d a t een gezin met kinderen een hoger a u t o b e z i t h e e f t a l s e e n gezin zonder kinderen. Het v e r s c h i l t u s sen a u t o b e z i t b i j gezinnen met 'e'en kind e n gezinnen met meerdere kind e r e n i s m i n i m a l . Een 'e'enpersoonshuishouden z a l i n de r e g e l n i e t meer dan 'e'en personenauto b e z i t t e n . Twee samenwonende werkende jongeren zonder kinderen kunnen a l l e b e i een a u t o b e z i t t e n (hoog a u t o b e z i t ) ; daarentegen z a l een bejaard echtpaar e e n r e l a t i e f l a a g a u t o b e z i t hebben. f . Rijbewij s b e z i t I n h e t algemeen genomen z a l e e n huishouden, waar geen van d e l e d e n over een r i j b e w i j s b e s c h i k t , ook geen personenauto b e z i t t e n . g. De k w a l i t e i t van- en de a f s t a n d t o t d e voorzieningen (winkels, openbaar vervoer) Goede a l t e r n a t i e v e vervoerswijzen, met name openbaar vervoer, z i j n w a a r s c h i j n l i j k van invloed op h e t a u t o b e z i t . D i t i s Q'en van d e voorzicht i g e c o n c l u s i e s van een onderzoek v e r r i c h t door h e t ingenieursbureau Haskoning i n opdracht van d e Nederlandse Spoorwegen. Enkele b e l a n g r i j k e t a b e l l e n u i t d i t onderzoek "autobezit v e r s u s openbaar vervoer en klantenvoorzieningen" s t a a n weergegeven i n d e t a b e l l e n 5 en 6 van b i j l a g e 2 .
Het onderzoek i s uitgevoerd i n 15 woonbuurten van e l k ongeveer 3000 woningen. Een tweede c o n c l u s i e u i t d i t onderzoek g e e f t een l a g e r a u t o b e z i t t e z i e n i n d i e n de k w a l i t e i t van d e klantenvoorzieningen (m.n. winkels) goedluitstekend i s e n de a f s t a n d h i e r m a r t o e g e r i n g l r e d e l i j k i s . h. Eventuele c r i s i s + de economische r e c e s s i e Een eventuele e n e r g i e c r i s i s en/of hoge b r a n d s t o f p r i j z e n z u l l e n met name op k o r t e t e r m i j n h o o f d z a k e l i j k invloed hebben op h e t autogebruik. Op de l a n g e r e t e r m i j n z a l w e l l i c h t ook h e t a u t o b e z i t h i e r v a n invloed ondervinden. Over de mate waarin d a t z a l gebeuren i s n i e t s met zekerheid t e zeggen. De huidige economische teruggang z a l ook zeker invloed hebben op h e t a u t o b e z i t . De s l e c h t e v e r k o o p c i j f e r s v a n nieuwe personenauto's geven nog geen d u i d e l i j k e aanwijzingen voor mogelijke w i j z i g i n g e n i n h e t autob e z i t . Indien de economische r e c e s s i e z i c h over een lange t i j d u i t s t r e k t z u l l e n de gevolgen voor h e t a u t o b e z i t w a a r s c h i j n l i j k groot z i j n , maar een prognose h i e r o m t r e n t i s nauwelijks t e geven.
i. Andere f a c t o r e n
- Wensen van andere huisgenoten t . 0 . v . h e t autogebruik. - Het uitoefenen v a n een bepaald beroep. - Het hebben van e e n eigen b e d r i j f . - Het beoefenen v a n een bepaalde hobby. - Het beschikken o v e r een onkostenvergoeding voor autogebruik. - Gezondheid. - Status. Vele van bovengenoemde f a c t o r e n voor h e t a u t o b e z i t hebben een zeer s t e r k e r e l a t i e met e l k a a r . Autobezit r e l a t e r e n aan 66n of twee f a c t o r e n i s een u i t e r m a t e m o e i l i j k e zaak. Voor h e t a u t o b e z i t ' i n de Almeerse s i t u a t i e wordt h e t l a n d e l i j k gemiddelde aangehouden. Door de R.1J.P. v e r r i c h t e t e l l i n g e n hebben deze aanname ondersteund (werkdocument 1982 55 Ado; C. d e Winkel).
3. AUTOPENETRATIE
Voor h e t plannen van een a a n t a l verkeerskundige zaken i s n a a s t h e t wet e n van h e t a u t o b e z i t per IOOOinwoners h e t percentage van d e autopenet r a t i e , d.w.2. h e t a a n t a l p e r s o n e n a u t o ' s per 100 huishoudens en a l l e e n staanden van belang. I n de navolgende t a b e l B e n i g e c i j f e r s hieromtrent. Tabel B. A u t o p e n e t r a t i e i n .gezinnen i n Nederland T
B e z i t per 100 huishoudens e n alleenstaanden: - geen a u t o - 66n a u t o - 2 of meer a u t o ' s Totaal
..
1977
1978'
1979
1980
1981
34,s 57,l 8 , l
32,7 57,O 10,2
31,O 57,2 11,s
29,l 58,5 12,5'
30,O 58,s 11,4
81,s
85,5
88,5
85,9
76,6
. .
Bron: " K e r n c i j f e r s verkeer e n weg", S t i c h t i n g Weg. Bovengenoemde c i j f e r s z i j n gemiddelde c i j f e r s voor Nederland. Per p l a a t s en s t a d s d e e l b e s t a a n enorme v e r s c h i l l e n , g e t u i g e d e c i j f e r s v a n t a b e l 7 i n b i j l a g e 2.
4 . VERZADIGING AUTOD ICHTHEID
"Eens z a l h e t v o l z i j n " . De prognoses daaromtrent lopen e c h t e r s t e r k u i t e e n , getuige onderstaande c i j f e r s : Jaar
Bron
2000, 2000 < 2000 1987 1990, 2000 2000 2000, ZOO0
NEI ( ' 6 9 ) Hupkes ( ' 7 2 ) CBS ( ' 7 3 ) Mulder ( ' 7 3 ) Vollmuller SWOV SW ( ' 7 7 ) SW ( ' 7 7 )
Pers. a u t o ' s Inwoners per 1000 inw, per a u t o 420 600 300 367 415 550 350 370 400
294 1,65 393 2,7 2,4 138 2,85 2 ~ 7 2,5
-
Het structuurschema Verkeer e n Vervoer g a a t u i t van een v e r z a d i g i n g van d e a u t o d i c h t h e i d b i j 400 a u t o ' s per 1000 inwoners. Het ALBEST van 12 december 1978 h e e f t eveneens b e s l o t e n om h e t verzadigingsniveau op 400 a u t o ' s per 1000 inwoners t e s t e l l e n . De ontwikkeling van h e t a u t o b e z i t i n Nederland kan dan volgens onderstaande g r a f i e k A verlopen.
____----IPM
I970
I980
1 PPO
MW
ml0
M70
1030
Grafiek A. Ontwikkeling a u t o b e z i t i n Nederland. Bron: BGC
12.
1010
~ 5 0
5. AUTOBEZIT PER WONING
Voor het nauwkeurig bepalen van het autobezit per woning is het van belang om devolgende zaken te weten:
..
.
a. Het gemiddelde autobezit.per 1000 inwoners
.
Zie hoofdstuk 2. b. De gemiddelde woningbezetting
..
:
. .
.
.
CBS-cijfers geven de volgende gegevens omtrent het gemiddelde aantal personen per woning. 31 december 1976 Nederland 31 december 1977 Nederland 31 december 1978 Nederland 31 december 1979 Nederland .. . 31 december 1980 Nederland 31 december 1981 Nederland 31 december 1979 Gebied Z.1J.P. 31 december 1980 Gebied Z.1J.P. 31 december 1981 Gebied Z.1J.P. 31 december 1980 Lelystad uitgangspunt structuurschema Almere
3,09 3,04 3,OO 2997 2,94 2,89 2,44 2,62 2;80 2,98 237
c. De leeftijdsopbouw van Nederland en het gebied van de Z.1J.P. Per 31 december 1981 S 19 jaar
20
-
64 jaar 165 jaar
Nederland
Z.1J.P.-gebied
30,9% 57,5% 11,6%
33,9% 62,6% 3,5%
Bron: Statistisch overzicht gebied Z.1J.P.-(R.1J.P) De taakstelling voor Almere gaat uit van een leeftijdsopbouw, welke parallel loopt met het gemiddelde in Nederland. d. Samenstelling huishoudens
"
Per 31 december 1981 is de samenstelling van de huishoudens in het Z.1J.P.-gebied als volgt: - alleenstaanden 10,5% - gezinshoofden 28,OX - gezinsleden 61,5% 100,0% Bron: Statistisch overzicht gebied Z.1J.P.- k.1.J.P. ) Voor Almere worden ook hier de landelijke cijfers aangehouden.
6. GEMIDDELDE MAXIMALE PARKEERNORM
De gemiddelde maximale parkeernorm wordt samengesteld uit twee elementen, t.~.: a. de parkeernorm voor de bewoners (bronparkeren) b. de parkeernorm voor de bezoekers (doelparkeren). a. Bewonersparkeren onderDe gemiddelde parkeernormvoor de bewoners is te bepalen uit staande tabel C waarbij de relatie tussen de autodichtheid en de woningbezetting tot uiting komt. Tabel C. -
3,2
390
7-98
2,7
2,6
1,03 1,12 1,18 1,28
0,97 1,05 1,11 1,20
0,90 0,98 1,04 1,12
0,87 0,95 1,OO 1,08
0,84 0,91 0,96
Autodichtheid 323 350 370 400
(1981) (-1990) (12000) ( 2000')
1,04
Voor Almere wordt uitgegaan van een woningbezetting van 2,7 en een verzadigingsniveau bij 400 auto's per 1000 inwoners. De gemiddelde maximale parkeernorm voor het bewonersparkeren komt dan op 1,08 parkeerplaats per woning. b. Bezoekersparkeren Ontwikkelt het autogebruik in Almere zich volgens de taakstelling, dan kan voor het bezoekersparkeren volstaan worden met 0,l parkeerplaats per woning. Bij een trendmatige ontwikkeling van het autogebruik m e t maximaal op 0,15 parkeerplaats per woning gerekend worden. Bij grote concentraties van parkeerplaatsen, bijv. bij hoogbouw kan door de optimale uitwisseling volstaan worden met een lagere norm voor het bezoek. De gemiddelde maximale parkeernorm wordt 1,08 (bewoners) + 0,15 (bezoekers) is 1,23 parkeerplaats per waning; afgerond wordt de norm 1,25 openbare parkeerplaats per woning. Indien een aantal woningen de parkeerplaatsen op het eigen terrein hebben dan geldt een hogere norm. Zie hiervoor hoofdstuk 8.
7 . MAXIMALE PARKEERNORM PER WONINGTYPE
I n h e t v o r i g e hoofdstuk i s gesproken o v e r een gemiddelde maximale.parkeernorm. Het i s aannemelijk, d a t i n h e t j a a r 2000+, evenals nu, v e r s c h i l 1 e n . h h e t a u t o b e z i t aanwezig z u l l e n z i j n . Hiervoor een prognose t e ' g e v e n i s een rhoeilijke zaak; de t e n d e n s i s e c h t e r we1 d a t b i j h e t naderen van h e t verzadigingsniveau van d e a u t o d i c h t h e i d de h u i d i g e ond e r l i n g e n v e r s c h i l l e n i n h e t a u t o b e z i t . s t e e d s k l e i n e r z u l l e n worden. De volgende groepen mensen c . q. woningcategoriesn wijken s t e r k a f van h e t l a n d e l i j k gemiddelde ( z i e hoofdstuk 2 ) .
T a b e l A, hoofdstuk 2 . e n t a b e l 1 , b i j l a g e 2 g e e f t een b i j z o n d e r hoog a u t o b e z i t t e z i e n b i j inkomens boven f 43.000,-. I n h e t algemeen b e z i t . t e n . d e z e mensen een v r i j e s e c t o r woning. Een verhoging van de parkeernorm voor v r i j e s e c t o r woningen i s dan ook z e e r zeker op z i j C p l a a t s ; aan d e hand van h e t h u i d i g e a u t o b e z i t v o o r deze categorie' moet d e z e normop m i n i m a l 1,50 p a r k e e r p l a a t s per woning g e s t e l d wor'den. Deze norm kan l a a g g e s t e l d worden, omdat d e openbare ruimten i n een gebied met v r i j e s e c t o r woningen meestal voldoendereservecapaciteit voor e x t r a p a r k e e r p l a a t s e n heef t Verhoging v a n de parkeernorm door " e i g e n e r f " parkeren i s voor deze c a t e g o r i e n i e t noodzakelijk. De h u i d i g e plannen voor ongesubsidieerde koopwoningen met beperkte . s t i c h t i n g s k o s t e n (< f 125.000,--) v a l l e n i n z e k e r e z i n onder de woningcategor i e " v r i j e sector". Het inkomensniveau v a n de kopers van deze woningen z a l . e c h t e r l a g e r z i j n , waardoor het a u t o b e z i t en daardoor de parkeernorm nauwelijks z u l l e n afwijken v a n het l a n d e l i j k e gemiddelde: .. . . .. . -.
.
b. Personen duher dan 60 jaar/bejaardenwoningen Tabel 2 van b i j l a g e 2 l a a t e e n b i j z o n d e r l a a g a u t o b e z i t z i e n voor d e groep mensen "ouder dan 60 j a a r " . Het r i j b e w i j s b e z i t i s i n deze groep ook nog b i j z o n d e r l a a g , t e r w i j l autogewenning, gezondheid en inkomen andere f a c t o r e n z i j n , welke h e t a u t o b e z i t i n deze groep s t e r k beinvloedt. Voor deze n o t i t i e z i j n a l l e e n d e oudere mensen, d i e z e l f s t a n d i g i n een bejaardenwoning wonen van belang. I n d e toekomst z a l h e t r i j b e w i j s b e z i t van deze subgroep s t e r k aantrekken, waardoor ook h e t a u t o b e z i t i n deze subgroep b e l a n g r i j k z a l toenemen; e c h t e r nog beneden h e t gemiddelde a u t o b e z i t . Een maximum van 1,00 p a r k e e r p l a a t s per bejaardenwoning, i n c l u s i e f h e t bezoek l i j k t voldoende. De bejaardenwoningen z i j n i n Almere m e e s t a l i n k l e i n e a a n t a l l e n over de woonbuurt v e r s p r e i d en t o t a a l g e i n t e g r e e r d . Het e f f e c t van een event u e e l i e t s l a g e r e parkeernorm voor deze c a t e g o r i e woningen op h e t t o t a l e bestand van d e p a r k e e r p l a a t s e n i s n a u w e l i j k s waarneembaar, tenz i j een g r o t e c o n c e n t r a t i e van bejaardenwoningen i s g e p r o j e c t e e r d . c . Personen van 18 t o t 30 jaar/HAT-eenheden Deze groep h e e f t een wat l a g e r r i j b e w i j s b e z i t ; n i e t iedereen h e e f t reeds op 18-jarige l e e f t i j d e e n r i j b e w i j s . Daarnaast i s h e t inkqmen van deze groep l a a g ; zeer z e k e r h e t inkomen i n de groep t o t 25 j a a r . Deze twee f a c t o r e n , welke h e t huidige r e l a t i e f l a g e a u t o b e z i t van d e z e
groep (tabel 2, bijlage 2) grotendeels verklaren, zullen in de toekomst nauwelijks wijzigen. Een lagere parkeernorm voor deze groep is dan ook aan te bevelen, welke zich m.n. zal openbaren bij de woningen voor 6Qn en twee-persoonshuishoudens voor jongeren (Van Dam, HAT-eenheden). Een maximale norm van 1,00 parkeerplaats per woning, inclusief bezoek is voldoende. d. Woningen met goede openbaar vervoer- en winkelvoorzieningen Volgens tabel 6 van bijlage 2 is het autobezit van deze groep woningen, welke in de hoofdcentra van Almere gesitueerd zijn, lager dan het gemiddelde. Ook in de toekomst kan men hier een lager autobezit verwachten. Daarnaast kan het bezoekersparkeren meestal plaatsvinden op andere bezoek- parkeerplaatsen, bijv. die voor winkels, kantoren, m.a.w. dubbelgebruik van de parkeerplaatsen. Woningen in centra met goede openbaar vervoer- en winkelvoorzieningen hebben voldoende aan 1 parkeerplaats per woning, waarbij het bezoekers parkeren (0,lO - 0,15 parkeerplaats per woning) op andere, reeds aanwezige parkeerplaatsen plaats vindt. Samenvatting Tabel D. Categorie van de
-woning ESn- en tweepersoons huishoudens (HAT) Woningen in centra met goede voorziengen Vrije-sec tor woningen Bejaardenwoningen Overige woningen &
Percentage van het totale woningbestand
Aantal parkeerplaatsen per woning (2000+)
4%
1 ,00
7%
1 ,00 (excl . bezoek) 1,50 1 ,00 1,25
7% 4%
78 %
8. PARKEERNORM B I J PARKEREN OP EIGEN ERF
. I n d e v o r i g e hoofdstukken i s de parkeernorm bepaald, i n d i e n a l l e park e e r p l a a t s e n openbaar z i j n . Parkeren o p e i g e n e r £ h e e f t een verhoging van d e p a r k e e r n o r m - t o t gevolg, 0.a. t e n gevolge van: - h e t ontbreken van dubbelgebruik - h e t onbenut l a t e n van d e p a r k e e r p l a a t s , doordat men geen a u t o b e z i t of d e geplande ruimte voor ander zaken g e b r u i k t , b i j v . een garage a l s hobbyruimte, een p a r k e e r p l a a t s a l s t u i n , enz. ( h e t zgn, "misbruik" maken van de p a r k e e r p l a a t s ) . Deze verhoogde parkeernorm i s aan de hand van de volgende formule t e bepalen:
P .x y 0,28
.
j
:
= = = =
d e v e r h o o g d e parkeernorm .. , , de parkeernorm .per woningcategorie b i j 100% openbaar parkeren h e t percentage woningen met e e n . p a r k e e r p 1 a a t s op h e t e i g e n e r f de f a c t o r ; s a m e n g e s t e l d u i t h e t a a n t a l . h u i s h o u d e n s zonder a u t o . ( i n de toekomst ca. 20%)e n h e t a a n t a l w e l - a u t o b e z i t t e r s d i e "misbruik" maken v a n d e s i t u a t i e . Deze l a a t s t e groep wordt.ges t e l d op lo%, hetgeen met opzet l a a g aangehouden wordt. Teveel openbare p a r k e e r p l a a t s e n i n d e n a b i j h e i d van deze woningen z a l h e t " m i s b r u i k e g v a n de p r i v s - p a r k e e r p l a a t s e n a l l e e n maar bevorderen.
Voor openlucht- en c a r p o r t p a r k e e r p l a a t s e n g e l d t bovenstaande formule. Garages zonder o p r i t worden volgens a f d e l i n g Huisvesting (R.1J.P.) door ongeveer 50% van de g e b r u i k e r s voor parkeren g e b r u i k t . Derhalve d i e n t een garage dan ook maar voor een halve p a r k e e r p l a a t s t e t e l l e n . Is een o p r i t voor d e garage aanwezig d a n hebben we weer t e maken met een openlucht-priv6-parkeerplaats en k a n bovenstaande formule t o e g e p a s t worden. I n gebieden met v r i j e s e c t o r woningen, waarvan de s t i c h t i n g s k o s t e n hoog z i j n , is zowel i n h e t openbare gebied a l s op p a r t i c u l i e r t e r r e i n voldoende r e s e r v e c a p a c i t e i t voor e x t r a p a r k e e r p l a a t s e n aanwezig. Verhoging van de parkeernorm t e n gevolge van eigen-erf parkeren i s voor deze woning-categotie dan ook n i e t noodzakelijk.
9. ICWALITEIT VAN DE PARKEERPLAATS
Naast het aantal parkeerplaatsen is de kwaliteit van die parkeerplaatsen van even groot belang. De kwaliteitsnorm is echter niet in "harde cijfers" te geven. Aspecten die de nodige aandacht vragen zijn: - de relatie en de afstand van de parkeerplaats en de woning onderling - de naderingsrichting met de auto - de concentratie van de parkeerplaatsen - het consequent toepassen van een bepaald parkeer-principe - type en soort bewoner - de aankleding van de looproute van de parkeerplaats naar de woning - de juiste maatvoering (zie bijlage 3) van de parkeerplaats. De minste overlast van en het geringste ruimtegebruik voor de stilstaande auto verkrijgt men bij een optimale situering van de parkeerplaatsen. Andere claims (stedebouwkundig, verkeerskundig) staan deze optimale situering soms niet toe. Een onaanvaardbare situering van de parkeerplaatsen mogen deze claims echter nooit opleveren. Een slecht gesitueerde parkeerplaats wordt niet gebruikt; elders moeten extra parkeerplaatsen gemakt worden (verhoging norm) of er wordt geparkeerd op plaatsen waar dit minder gewenst is, het "wildparkeren". Hierop liggen meestal eerdergenoemde claims met een andere besteming. Maatregelen d.m.v. bebording enlof politiecontr^ole is een noodmaatregel. Struktureel moet het parkeren "goed zitten", zowel kwantitatief als ook kwalitatief.
10. GEFASEEERDE PARKEERNORM
Het gefaseerd aanleggen van p a r k e e r p l a a t s e n i s i n p r i n c i p e rnogelijk. Het l i j k t z i n v o l om b i j de f a s e r i n g u i t t e gaan van de p a r k e e r b e h o e f t e i n 1990. Deze behoefte kan op d e z e l f d e w i j z e bepaald worden a l s d e gemiddelde maximale parkeerbehoefte.
'
Tabel C u i t hoofdstuk 6 g e e f t d e . r e l a t i e weer tussen woningbezetting e n a u t o d i c h t h e i d . Volgens d e h u i d i g e , p r o g n o s e s l i g t d e a u t o d i c h t h e i d oms t r e e k s 1990 op 350 a u t o ' s p e r IOOO~inwoners.'Bij de gehanteerde woningb e z e t t i n g van 2,7 wordt de norm voor h e t bewonersparkeren gemiddeld 0,95 p & k e e r p l a a t s per woning. Sam& met h e t bezoekersparkeren (0,15 p.p. p e r woning m a x i m a l ) komt de t o t a l e gemiddelde gefaseerde parkeernorm voor 1990 u i t op 1,10 p a r k e e r p l a a t s per woning. C. de Winkel komt i n z i j n onderzoek u i t op 1,08 p a r k e e r p l a a t s per woning b i j een huurniveau van f 500,- ( z i e b i j l a g e 4),hetgeen voor d e meeste nieuwbouwwoningen een gemiddeld huurbedrag i s .
I n d i e n n i e t a l l e p a r k e e r p l a a t s e n openbaar z i j n dan wordt d e gemiddelde g e f a s e e r d e parkeernorm verhdogd.'Zie h i e r v o o r hoofdstuk 9. B i j verander i n g van h e t j a a r waarop de f a s e r i n g gebaseerd i s d i e n t ook d e gefaseerde norm b i j g e s t e l d t e worden.
11. GEFASEERDE PARKEERNORM PER WONINGTYPE
De gefaseerde parkeernorm kan p e r woningcategorie en/of groep personen aanmerkelijk v e r s c h i l l e n van d e gemiddelde g e f a s e e r d e parkeernorm. De s t e r k afwijkende ~ o n i n ~ c a t e g o r i e zzni j n : a . Vrije -
sector-woningen
Het huidige a u t o b e z i t i n gebieden met v r i j e sector-woningen i s r e e d s gel i j k aan de m x i m a i e parkeernorm (1,50 p a r k e e r p l a a t s per woning). Een gefaseerde aanleg v a n p a r k e e r p l a a t s i s b i j deze c a t e g o r i e woningen n i e t mgelijk.
.
b. Bejaardenwoningen Thans i s h e t a u t o b e z i t van personen.ouder dan 64 j a a r b i j z o n d e r l a a g , nm1.0,45 auto per huishouden ( z i e b i j l a g e 2 t a b e l 2 ) . De g r o e i z a l echt e r meer dan gemiddeld z i j n . I n c l u s i e f 0,15 p a r k e e r p l a a t s per woning i s 0,80 p a r k e e r p l a a t s p e r bejaardenwoning i n 1990 voldoende.
Een gefaseerde norm van 0,85 p a r k e e r p l a a t s per HAT-eenheid l i j k t gerechtvaardigd, g e z i e n h e t h u i d i g e a u t o b e z i t van jongeren. 0 , 1 5 parkeerp l a a t s per woning d i e n t gereserveerd t e worden. d . Woningen met goede openbaar vervoer- e n winkelvoorzieningen De parkeernorm voor woningen met goede openbaar vervoer- en winkelvoorzieningen z i j n m o e i l i j k t e f a s e r e n . Deze voorzieningen ( t r e i n , c e n t r a ) z i j n namelijk pas i n een l a t e r stadium g e r e a l i s e e r d ; t o t deze r e a l i s e r i n g t o t stand i s gebracht d i e n t de n o r m a l gefaseerde norm van 0,95 p a r k e e r p l a a t s per woning, e x c l u s i e f h e t bezoek, aangebracht t e worden, hetgeen nagenoeg n i e t a f w i j k t van de maximale parkeernorm voor deze cat e g o r i e woningen. De o v e r i g e woningcategoriezn hebben een gefaseerde parkeernorm van 1,10 p a r k e e r p l a a t s per woning met een r e s e r v e van 0,15 p a r k e e r p l a a t s per WOning. U i t s p l i t s i n g van de c a t e g o r i e o v e r i g i n woningwet- en premiewoningen of i n laagbouw- en g e s t a p e l d e woningen l e v e r t geen d u i d e l i j k e a f w i j k i n g op van de gemiddelde g e f a s e e r d e norm ( z i e 0.a. C. d e Winkel). Een nadere onderverdeling l i j k t dan ook n i e t gerechtvaardigd.
Samenvatting Tabel F. Categorie van de woning EZn- en tweepersoonshuishoudens (HAT) Woningen in centra met goede voorzieningen Vrije sector-woningen Bejaardenwoningen Overige woningen
Gefaseerde parkeernorm (1990) 0,85 1;00 (excl. bezoek) 1,50 0,80 1,lO
We1 dient men te bedenken, dat een fasering van het aantal parkeerplaatsen een extra druk op de kwaliteit van de parkeerplaatsen legt alsmede dat de controle op kwaliteit en kwantiteit van de parkeerplaats door stedebouwkundigen en verkeerskundigen vergroot dient te worden. De huidige "rek" in de parkeerplannen is bij een eventuele fasering namelijk grotendeels verdwenen. De gereserveerde plaatsen moeten eveneens vanaf het allereerste ontwerp in de plannen meegenomen worden, zodat bij gebleken behoefte deze plaatsen alsmg aangelegd kunnen worden. Juridische vastlegging van deze reserve parkeerplaatsen in de uitwerkingsplannen is vereist. Probleempunten bij de fasering kunnen verder zijn: de financiering van de later aan te brengen parkeerplaatsen, verandering van de dan bestaande situatie (groen opofferen voor parkeren!), bewonersoverleg en werkzaamheden in een buurt die "a£" is. In een geneentelijke situatie lijkt de fasering, financieel haalbaar. De eerste jaren zullen eventuele aanpassingen, met name ten gevolge van bewonerswensen, meegenomen worden in de exploitatie van het plangebied. Het aanleggen van reserve parkeerplaatsen na de exploitatieperiode van het bewuste plangebied (ongeveer 4 jaar) komt ten laste van een andere begroting, namelijk "incidentele werken".
Bijlage 1 Blad 1
Land
Jaartal
Pers. auto's per 1000 inw.
Inwoners per auto
Nederland
1900 1920 1940 1960 1965 1970 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981
0,038 1,46 11,2 45 103 189 249 274 278 285 288 306 323
25.500 690 89 22 997 593 430 3,65 396 3,5 395 393 391
West-Duitsland
1975 1979 1980
295 358 370
3,4 298 297
Zweden
1975 1976 1979 1980
336 37 2 344 344
390 2,7 2,9 2,9
Bijlage 1 Blad 2
Pers. auto's per I000 inw. 1979 i981
Gebied
Inwoners per auto 1979 1981 -
288 286 274 309 291 284 293 293 281 300 298 277 284
Nederland Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevopolders Gebied Overvecht, Utrecht Presikhaaf, Arnhem Bos en Lommer, Amsterdam Rivierenbuurt, Amsterdam Slotervaart, Amsterdam Noordwijkerhout Leusden Schouw, Lelystad Jagersveld, Lelystad Wittewerf, Almere Goedewerf Oostgriend Stedenwijk-midden Stedenwijk-noord Dijkmeent Terpmeent Peppengouw Schapenmeent Achterwerf Lindengouw Noordmark Brugmark
323 315 302 346 321 321 329 321 316 335 339 320 346
3,5 3,5 3,6 3,2 3,5 3,5 3,4 3,4 3,6 3,3 3,4 3,6 3,9
3,l 3,2 3,3 2,9 3,l 3,l 3,O 3,l 3,l 2,9 2,9 3,l 2,9
Jaartal
Pers. auto's per 1000 inw.
Inwoners per auto
1980 1979 1979 1979 1979 1979 1979 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981 1981
286 390 300 330 380 490 600 26 1 454 232 279 325 318 286 339 354 281 300 300 314 364 430
3,5 2,6 393
Bronnen: "Kerncijfers verkeer en weg", Srichting weg; "Autobezit...... 11 , Hasko-NS; R.1J.P.-onderzoek
390
7-26 270 1-7 3,s 2,2 493 3-6 3,1 391 325 299 298 396 393 3,3 392 297 293
>
Bijlage 2 Blad I
Tabel 1 . Autobezit naar inkomen (1980)
Netto jaarinkomen huishoudens ( i n g l d . ) t o t 17.500 17.500 - 20.000 20.000 - 24.000 24.000 - 28.000 28.000 - 34.000 34.000 - 43.000 hoger dan 43.000 b geen opgave
geen a u t o ( i n %)
73,8 41,3 31,7 23,5 16,O 12,8 339 22,7
QQna u t o
24,s 55,4 64,O 70,9 72,2 68,O 59,3 57,5
2 of meer auto's
1,7 393 4,3 5,6 11,7 19,2 36,8 19,8
totaal aantal a u t o ' s per 100 huishoudens
28,6 63,3 74,3 84,4 100,3 114,l 147,6 105,O
Bron: S t i c h t i n g Weg, "Kerncij f e r s v e r k e e r en weg" Tabel 2. Autobezit naar l e e f t i j d (1981)
L e e f t i j d hoofd v.h. huishouden jonger dan 30 40 50 60 ouder dan
30 39 49 59 64 65
jaar jaar jaar jaar jaar jaar
geen a u t o ( i n %)
34,6 15,7 16,7 18,5 38,8 60,6
66n a u t o
59,7 75,2 64,3 59,4 50,2 35,4
2 of meer auto's
596 9,o 18,9 22,O 11,O 4,o
Bron: S t i c h t i n g Weg, "Kerncijf e r s v e r k e e r en weg"
totaal aantal a u t o ' s per 100 huishoudens
73,l 96,8 109,7 112,2 76,6 45,O
Bijlage 2 Blad 2
Tabel 3. Autobezit naar geslacht (1979) Autobezit per 100 personen naar geslacht
2 g,
<
A
totaal
mannen
vrouwen
Presikhaaf Overvecht Zuid BOS en Lonuner Rivierenbuurt Voorburg
39 35 30 36 33 43
64 53 50 57 53 66
14 19 10 13 21
15
Hatert Kanaleneiland Slotelvaart Tuindorp/Oostzaan Geuzenveld
40 38 38 37 33 36
60 59 59 57 51 54
18 18 I8 11 19
17
Dukenberg Zuid Monster Buiksloot Noordwijkerhout Leusden
51 51 34 49 49 60
76 75 56 75 78 89
25 22 11 20 32
22
41
63
0 I
2. .-
m
.d
4
-
3
.A
3
2 2 .A
5
.d
r
8
M
u
.A N
0
-
0
>
Gemiddeld
18
Bron: "autobezit.. .", N.S.-Haskoning Tabel 4. Autobezit naar kindertal (1979) Autobezit per 100 huishoudens naar kindertal
$ o
-
m
d
-
0
3 d
.d
.
.r)
u
2M
2"
0
''
> 1
aantal kinderen
0
Presikhaaf Overvecht Zuid Bos en Lonuner Rivierenbuurt Voorburg
69 64 57 66 64 77
87 86 62 84 77 108
91 114 111
Hatert Kanaleneiland Slotervaart Tuindorp/Oostzaan Geuzenveld
75 77 82 75 64 75
80 I08 86 80 83 44
88 90 79 100 91
104 120 54 97 95 120
107 I35 133 120 94 13C
107 125 1 1 1 109 84 116
1
60 81
91
90
.d
5
.d N
2
M
.d
Dukenburg Zuid Monster Buiksloot Noordwijkerhout Leusden
Bron: "Autobezit..
..", N.S.-Haskoning
-
Bijlage 2 Blad 3
Tabel 5 . Autobezit naar afstand tot/kwaliteit van de voorzieningen ( 1 9 7 9 ) Percentage huishoudens op een bepaalde afstand van diverse voorzieningen r
PI
.rl M
2.5 M
Bus- of tram- NS of metrohalte op min- halte op der dan 250 m minder dan 250 m
Wijk
rl
PI PI
Winkels voor dagelijkse boodschappen op minder dan 500 m
u a
,$ .5
-' -8' d .,
Presikhaaf Overvecht Zuid Bos en Lommer Rivierenbuurt Voorburg
85 89 79 68 69
Hatert Kanaleneiland Slotervaart Tuindorp/Oostzaar Geuzenveld
64 75 65 60 77
78
10 31 22 8 20
68
0 0 0 0 0
65
0 0 0 0 0
18
70 80 63 67 62
0
53 64 61 52 56
0
44 36 49 54 26
Winkels voor niet dagelijkse boodschappen op minder dan 500 m
68
28 23 3 3 6
13
57
1 4 2 2 3
2
42
0 2 1 3 0
1
LO
3 PI
s
-8 o
'rl
3
s
.m .rl 3
a
-8'
2 8
.rl .rl
N
u
8 >
.?
Dukenburg Zuid Monster Buiksloot Noordwijkerhout , Leusden
52 68 84 76 47
Bron: "Autobezit..
,
,
,
,
,
,
1
.",, N . S.-Haskoning
Tabel 6 . Autobezit naar afstand tot kwaliteit van de voorzieningen ( 1 9 7 9 ) Autobezit per 100 basishuishoudens naar afstand tot voorzieningen (alle gebieden) De getallen tussen haakjes gelden alleen voor de categorie goede voorzieningen
.
Voorzieningen
Doe1
Openbaar Vervoer Bus- of tramhalte N.S.- of metrostation Klantenvoorzieningen
Dagelijkse zaken Niet-dagelijkse zaken
Bron: "Autobezit..
..", N.S.-Haskoning
Afstand ~uto's Verschil per 100 <250 > 250 < 500 > 500
m
87 ( 6 4 )
m 90 ( 7 5 ) m 72 m 89
< 500 m $ 500 m < 500 m > 500 m
82 95 80 88
3 (11) 17
-. 13 8
Tabel 7 . Autopenetratie Percentage basishuishoudens met 0, 1 , 2 of meer auto's
0 auto's Y
a
,
' " Y
rd
a
P
Dresikhaaf Overvecht Zuid Bos en L o m e r Rivierenbuurt Voorburg
s
39 37 47 42 27
38
1 auto
2 auto's
50 53 44 43 60
9 8 6 12 9
50
-~
Geuzenveld
18
Dukenburg Zuid
12
54 49 54 44 49 69 55 45 54 63
50
57
9 12 12 6 19 17 13 10 18 26
> 2 auto's
totaal auto's per 100 huishoudens
1
73
1
71 71 64 73 86
12
1 3 2 2 0
2
79 85 86 64 78
78
17
0 6 0 5 2
3
106 114 68 108 125
104
0 9
0 2 1
N &4
:. 0 o
Totaal
Bron: "Autobezit..
30
..", N.S.-Haskoning
54
13
2
88
Bijlage 3
Soort parkeren
Breedte
Lengte
Breedte uitrijstrook
2,20 m 2,20 m
6,00 m 5,50 m
rijbaan rijbaan
2,30 m 2.50 m
5,00 m 5,00 m
5,00 m 5,00 m
-
Langsparkeren: EQn enkel vak twee of meerdere vakken - Loodrecht gestoken parkeren: langparkeren kortparkeren - Gestoken parkeren onder een scherpe hoek - Parkeren in een gebouwde voorziening: meerdere plaatsen (semi) openbaar privE-garage
-
Invalide-parkeerplaatsen:
-
algemeen (openlucht) individueel Parkeren voor bussen en vrachtauto's
zie bijlage I van de notitie
2,50 m 3,00 m
5,00 m 6,00 m
6,00 m 6,00 m
5,00 n 5,00 m 3,30 m afhankelijk van behoefte invalide
I
zie blz. 8 en 9 van de notitie
I Alle parkeervakken moeten duidelijk aangegeven zijn met een centreervakvan ongeveer 4 , 6 0 x 1,75 m. Deze standaardmaatvoeringen zijn allen incl. een mogelijke vrije oversteekruimte van 0,50 m. Bovenstaande standaard maatvoeringen voor parkeervakken zijn tot stand gekomen na wijziging van het R.1J.P.-rapport "notitie over afmetingen parkeervakken" door W. van Dijk (1981-24 Adc).
Bijlage 4
t
Jaren.
PARKEERNORMEN afhankelijk van de HUURNIVEAUS 119821 vun de WONINGEN. Bron: "Verband t u s s e n p a r k e e r v r a a g i n de woonbuurten e n h e t huurkoopsom n i v e a u " , C d e Winkel.