rninisterie van verkeer en waterstaat
rijp rapport
rijksdienst voor de ijsselmeerpolders
rijksdienst voor de ijsselmeerpolders
rninisterie van verkeer e n waterstaat
rijp rapport
computerhoudende bedrijven in almere een onderzoek t.b.v. het opzetten van automatiseringscursussen door j.a.p. van groenestein
riip-rapporten zijn in principe interne comrnunicatiemiddelen; hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een weergave van cijferreeksen, als op een discussie van onderzoeksresultaten
l
postbus 600 8200 AP lelystad smedinghuis zuiderwagenplein 2 tel. (03200) 99111 telex 40115
Referaat
Computerhoudende bedrijven in Almere : een onderzoek t.b.v. het opzetten van automatiseringscursussen / J.A.P. van Groenestein ; Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. - Lelystad : RIJP, 1985. p. : tab. ; 30 cm. (RIJP rapport ; 1985-13 Bco)
Computerhoudende bedrijven in Almere, een onderzoek t.b.v. van automatiseringscursussen.
het opzetten
Begin juni 1984 werd een onderzoek gehouden onder bedrijven werkzaam met een computer om een indruk te krijgen van 0.a. eisen die gesteld worden aan automatiseringspersoneel. Het ondrzoek diende een bijdrage te leveren aan kennis omtrent het opzetten van automatiseringscursussen voor 0.a. werkzoekenden. In totaal 66 bedrijven werden mondeling gelnterviewd. In de steekproef bevindt zich 10% van de permanent gevestigde bedrijven met 40% van het totaal aantal arbeidsplaatsen. Het aandeel automatiseringsmedewerkers is 30% en is voornamelijk werkzaam in een administratief beroep gecombineerd met computergebruik. 45% Werkt in de lager- en 35% in de middelbare (administratieve) beroepen. De bedrijven geven voornamelijk zelf het personeel een automatiseringsopleiding. Hoger automatiseringspersoneel moet men voornamelijk van elders betrekken. Gemiddeld wordt 90 uur per persoon per jaar aan opleiding besteed. 61% Van de bedrijven vindt dat men over voldoende automatiseringsmedewerkers beschikt. Daardoor hebben weinig bedrijven actief naar automatiseringspersoneel gezocht. Was men we1 actief dan werd in eerste instantie gezocht binnen het eigen bedrijf en vervolgens via automatiseringsvakbladen naar hoger personeel, via lokale/regionale kranten naar middelbaar personeel en via het arbeidsbureau naar lager opgeleid automatiseringspersoneel. 43 Van de 66 bedrijven zijn bereid medewerking te verlenen aan automatiseringscursussen. Van deze 43 bedrijven hebben er 31 ideegn voor een stageplaats. Aanbevolen wordt in eerste instantie een automatiseringscursus op te zetten op MBO-niveau.
lnhoud
REFERAAT
1.
SAMENVATTING EN CONCLUSIES
2. 2.1. 2.2. 2.3.
DOEL EN OPZET VAN HET ONDERZOEK Inleiding Doe1 van het onderzoek opzet en uitvoering van het onderzoek
3. 3.1. 3.2.
AARD VAN DE BEDRIJVEN Inleiding Aantal bedrijven en arbeidsplaatsen naar bedrijfstak, grootteklasse en vestigingsterreinen
15 15
4. 4 .l. 4.2. 4.3. 4.4.
AUTOMATISERINGSGRAAD Gebruiksdoeleinden Geautomatiseerde toepassingen Gebruik van programmatuur en automatiseringsdiensten elders Conclusies
19 19
5. 5.2. 4.3.
KENMERKEN PERSONEEL WERKZAAM MET COMPUTERS Werkniveau automatiseringsmedewerkers Opleiding Conclusies
6. 6.1. 6.2. 6.3. 6.4.
WERVING AUTOMATISERINGSMEDEWERKERS Wervingskanalen Wervingsgebieden Gemiddelde zoekperiode Conclusies
7. 7 .l. 7.2. 7.3.
OPLEIDING EN ONTWIKKELING AUTOMATISERINGSMEDEWERKERS Opleiding Toekomstige ontwikkeling Conclusies
8.
MEDEWERKING AAN TE ONTWIKKELEN AUTOMATISERINGSOPLEIDING T .B .V WERKZOEKENDEN
5.1.
.
.
7
15
19
21 22
33 33 35 36
37
BIJLAGEN:
1. Een globaal overzicht van automatiseringsopleidingsinitiatieven in enkele gemeenten 2 . Samenvatting van de beroepenkundige publikatie nr. 32 van de Directoraat-Generaal voor de arbeidsvoorziening 3. Door de gegnqueteerde bedrijven gebruikte toepassingen op de computer 4 . Genoemde merken computers/automatiseringsapparatuur 5. EnquStelijst
Met onder andere als doe1 werkzoekenden een betere uitgangspositie op de arbeidsmarkt te laten verkrijgen entameerde de gemeente Almere het plan een automatiseringscursus op te zetten. Om een indruk te krijgen van de eisen die worden gesteld aan personeel met betrekking tot computergebruik is begin juni 1984 een onderzoek gehouden onder Almeerse bedrijven die een computer gebruiken. De bedrijven werden deels geselecteerd uit het bestand van het arbeidsmarktonderzoek, gehouden eind 1982 begin 1983, en deels werden voor het onderzoek relevante bedrijven telefonisch opgespoord
.
In totaal 66 bedrijven zijn mondeling geinterviewd. De bedrijven dienden te beschikken over zelfstandige computerapparatuur, d.w.z. waarmee men onafhankelijk bestanden kan opzetten of berekeningen uitvoeren. Het hard-ware gedeelte is te onderscheiden in een toetsenbord en een monitor met 2 floppy disk drives tot een hoofdcomputer een zgn. mainframe. Uit de steekproef blijkt dat de middelgrote en grote bedrijven relatief gezien oververtegenwoordigd zijn. Ten opzichte van het totaal zijn 10% van de permanent gevestigde bedrijven in de steekproef vertegenwoordigd, met 40% van het totaal aantal arbeidsplaatsen. Het aandeel automatiseringsmedewerkers van de geCnquEteerde bedrijven is 30%. Specifieke automatiseringsberoepen, vindt men hoofdzakelijk bij de grote bedrijven. De automatiseringsmedewerkers in dit onderzoek zijn voornamelijk werkzaam in administratieve functies waar het gebruik van een computer noodzakelijk is (geworden) zoals bij voorbeeld bij beroepen als boekhouder, accountant, in- en verkoopadministratie, administrateur etc. De geCnquEteerde bedrijven hebben vooral de administratie geautomatiseerd. Met name in de bedrijfstak Bank en Assurantiebedrijven zijn de medewerkers "geautomatiseerd" bezig (44%). Voor 77% zijn de computers eigendom van het bedrijf. De programmatuur hiervoor is voor 37% geleverd door de leverancier, 27% ontwikkeld door software houses of computerservicebureaus en voor 18% zelf ontwikkeld. De helft van de bedrijven maakt we1 eens of regelmatig gebruik van de diensten van software- en computerservicebureaus. Ten aanzien van het zgn. werkniveau blijkt dat 45% "louter informatie" opvraagt, waarvoor een lage opleidingsgraad voldoende is. Voorts zijn onderscheiden middelbaar niveau; bestandenopbouw en beheer en hoog opleidingsniveau; programmeren c.a. systeemopbouw en beheer. Laag en middelbaar geschoolde automatiseringsmedewerkers zijn bij de geBnquEteerden veruit in de meerderheid, namelijk 80%. De bedrijven verklaarden hun eigen personeel voornamelijk zelf op te leiden voor het bedienen van computers. Op zich niet verrassend indien men bedenkt aan de vooravond te staan van wijd verbreide overgang naar automatisering en dit ook in Almere plaatsvindt. De bedrijven zijn bezig met aanpassing van de werkzaamheden en het personeel past nee aan. Alleen hoog geclassificeerd personeel met name met een specifieke informatics opleiding moet van elders aangetrokken worden. Gemiddeld wordt 90 uur per persoon per jaar besteed aan een automatiseringsopleiding varierend van een eenmalige opleiding van 2 uur tot een continu training van 750 uur. Het merendeel van de bedrijven (61%) vindt dat men over voldoende automatiseringsmedewerkers beschikt.
Als gevolg hiervan hebben weinig bedrijven gezocht naar personeel met een automatiseringsopleiding. Doen ze dat we1 den kijkt men toch in eerste instantie binnen her eigen bedrijf en dan vervolgens tracht men hoger automatiseringspersoneel te werven via automatiseringsvakbladen, het middelbaar personeel via lokale en regionale kranten en her lager opgeleid personeel via het arbeidsbureau. In paragraaf 2.1. wordt gezegd dat de gemeente Almere via her arbeidsbureau signalen kreeg dat bedrijven personeel vroegen met een automatiseringsopleiding. Cijfers hierover zijn niet beschikbaar maar aan de hand van dit onderzoek kan worden aangenomen dat deze vraag voornamelijk betrekking heeft op lager administratief geschoold personeel. Een eerste indruk ken dus eijn dat er met. name vraag is naar lager administratief personeel, omdat voor het verkrijgen van middelbaar en vooral hoger personeel andere wegen worden bewandeld. Belangrijke vragen zijn nu voor wie en hoe een automatiseringsopleiding moet worden opgezet. Gaan we terug naar het onderzoek dan blijkt dat de bedrijven in eerste instantie middelbaar en hoger geschoolde automatiseringsmedewerkers zoeken. Op zich logisch daar deze veelal moeilijk binnen het eigen bedrijf zijn op te leiden. Vooral in het begin stadium van automatisering in het bedrijf. Overigens, zo bleek uit de gesprekken met de ondernemers, wanneer voldoende kennis is opgebouwd vormt het opleiden van automatiseringsmedewerkers op middelbaar niveau minder een probleem. Hoger geschoold personeel opleiden blijft we1 problematisch. Een keuze voor wie een automatiseringscursus moet worden opgezet zou dan die moeten zijn voor hogere en middelbare administratieve beroepsgroepen met name voor hogere informatics. In bijlage 1 blijkt 0.a. dat men elders in Nederland met een dergelijke cursus succes heeft. Voorts heeft landelijk gezien het opleiden van hoger informaticapersoneel prioriteit. Echter voor Almere is daarvoor te weinig vraag. Overwogen zou kunnen worden een H.B.O.opleiding op te starten voor en in samenwerking met de plaatsen in de toekomstige polderprovincie en plaateen buiten de polder die binnen de invloedssfeer van Almere liggen. Gelet op de locale omstandigheden wordt thane de aandacht gericht op de mogelijkheid om een M.B.0.en L.B.o.-a~tomatiserin~scursua op te zetten voor in eerste instantie werkzoekenden. In Almere zijn dan 602 werkzoekenden (ultimo september 1984) met een administratieve opleiding van onvoltooide A.V.O. tot M.E.A.O. die mogelijk voor een dergelijke cursus in aanmerking komen. Hoeveel van hen daadwerkelijk de cursus willen volgen is niet bekend. Uit ervaringen elders blijkt dat er over het algemeen veel belangstelling voor bestaat. Van belang is, wil een automatiseringscursus kana van slagen hebben en cursisten motiveren, dat bedrijven willen meewerken en voorkeur geven aan het in dienst nemen van de cursisten. Weer terug naar het onderzoek is het bemoedigend te constateren dat van de 66 geenqueteerde bedrijven 43 positief reageerden op de vraag of men bereid is medewerking te verlenen aan een op te zetten automatiseringscursus. Zelfs 31 bedrijven hebben ideegn omtrent een stageplaats binnen het bedrijf. Voorwaarde is dat de cursisten aan een strenge selectie-procedure worden onderworpen voor wat betreft leeftijd, werkloosheidsduur, gevolgde opleiding en motivatie. Met andere woorden beginnen metcursisten die reeds een sterke uitgangspositie hebben op de arbeidsmarkt. Hiermee wordt bereikt dat men zich goed ken concentreren op de cursusopzet en kinderziektes gemakke-
lijker opgelost kunnen worden, aannemende dat met goede cursisten eventuele bijstellingen tijdens de eerste cursus kunnen worden opgevangen. Naar het bedrijfsleven geeft het meer vertrouwen in de kwaliteit van de cursus en cursisten en bevordert het de motivatie te participeren. Na meer ervaring te hebben opgedaan met de cursus kan dan kwalitatief beter en gerichter aan meer kansarme werklozen een automatiseringsopleiding worden gegeven. Verstoringen van de cursus als gevolg van beginnersperikelen behoeven zich dan nagenoeg niet meer voor te doen. Uit diverse initiatieven m.b.t. automatiseringsopleidingen in diverse gemeenten (zie bijlage 1) blijkt dat cursussen voor hoger en middelbaar niveau grote kans van slagen hebben. Dit geldt zowel voor het verkrijgen van gemotiveerde cursisten en het vinden van een nieuwe werkkring als voor het verkijgen van medewerking van de bedrijven. Resumerend kan worden gesteld dat een automatiseringscursus, in eerste instantie beperkt opgezet, goed begeleid en in samenwerking met de bedrijven grote kans van slagen heeft. Inhoudelijk dient de cursus een aanvulling te zijn op administratieve beroepen met een voorkeur op M.B.O. niveau. In het kader van onder meer het Almatrium zou onderzoek moeten worden gedaan naar de mogelijkheid hogere informatici te scholen om zodoende Almere een regionale functie te geven op het gebied van informatics scholing. Nadat ervaring is opgedaan met een M.B.0.-automatiseringscursus en daarmee vertrouwen te hebben gewonnen bij de werkzoekenden in het Almeerse (eventueel Flevolandse) bedrijfsleven is het raadzaam ook een cursus voor lager geschoolde en/of niet geschoolde werkloze werkzoekenden te starten. Voor deze groepen gelden echter zeer specifieke eisen met betrekking tot begeleiding en inhoudelijke opzet van een cursus. Bij de voorbereiding van een dergelijke cursus ware met de specifieke eisen rekening te houden gezien de vaak mislukte of moeizaam verlopende initiatieven in deze richting.
2. Doel en opzet van het onderzoek
2.1. Inleiding Hoewel het werkloosheidspercentage in de gemeente Almere nog onder het landelijk gemiddelde ligt, maart 1984 Almere: mannen 9,9%, vrouwen 15,5%; Nederland: mannen 17,4%, vrouwen 18,9%, is het noodzakelijk alert te blijven op de ontwikkeling van de werkloosheidsproblematiek. Vanuit de gemeente opereert onder voorzitterschap van de wethouder Economische Zaken de Stuurgroep Bevordering Werkgelegenheid die initiatieven ontplooit om een beeld te krijgen van de lokale werkgelegenheidsontwikkeling en deze te bevorderen. In de stuurgroep zijn onder meer vertegenwoordigd: de Kamer van Koophandel, het RDK, de FNV, het CNV, Vereniging Bedrijfskring Almere, de winkeliersverenigingen van Almere-Haven en Almere-Stad, het arbeidsbureau, de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, het welzijnswerk, de Sociale Dienst, het Bureau Economische Zaken en Werkgelegenheid en de scholengemeenschap "de Meergronden". De Stuurgroep entameerde in 1983 een verkennend onderzoek met betrekking tot de arbeidsmarkt in Almere om onder andere inzicht te krijgen in de mate van afstemming van vraag en aanbod (1). Het doe1 van dit onderzoek was tevens te komen tot concrete werkgelegenheidsbevorderende initiatieven. E6n van deze initiatieven is de reeks werkervaringsprojecten die in januari 1984 van start gingen waardoor jeugdige werklozen in de gelegenheid werden gesteld om gedurende een half jaar werkervaring op te doen bij een in Almere gevestigd bedrijf. Een ander initiatief is te komen tot het opzetten van automatiseringscursussen voor onder andere werkzoekenden in Almere. 2.2. Doe1 van het onderzoek Ter voorbereiding van een automatiseringscursus of cursussen werd besloten een onderzoek te houden onder computerhoudende bedrijven in Almere. De groei van de automatisering met name van computers in de administratieve sector en de gebruiksmogelijkheden hiervan geeft een zeer snelle ontwikkeling te zien. En daarbij ook de behoefte aan automatiseringsmedewerkers. Door deze snelle ontwikkelingen is er landelijk gezien een grote discrepantie ontstaan tussen vraag en aanbod van automatiseringspersoneel. Om deze discrepantie op te heffen is er een inhaal campagne gestart en zijn 0.a. plannen gemaakt om het vak informatica versneld in te voeren bij het onderwijs, met name bij het universitair onderwijs en M.B.0.-onderwijs (2). In de tussenliggende maar ook bij het H.B.0.periode, voordat daadwerkelijk sprake is van het opheffen van de discrepantie tussen vraag en aanbod van automatiseringsmidewerkers, worden er scholingsprogramma's overwogen of uitgevoerd (Enkele van deze initiatieven zijn in bijlage 1 opgenomen). Ook de gemeente Almere overweegt het opzetten van een scholingsprogramma voor automatisering. Alvorens een scholingsprogramma op te zetten werd besloten een onderzoek te houden onder computerhoudende bedrijven in Almere. Via het arbeidsbureau bereikten de gemeente signalen dat de lokale bedrijven voor wat betreft automatiseringsmedewerkers vooral be-
(1) R.IJ.P.yrapport nr. 1985 Bco: Arbeidsmarktondrerzoek 198211983 (2) Informatics Stimuleringsplan Onderwijsbijlage: Versnelde invoering van informatica technologie in het onderwijs; januari 1984
hoefte hebben aan lager geschoolden. Het doe1 van het onderzoek is een inzicht te verkrijgen in de mate van automatisering bij de geznqueteerde bedrijven en de problematiek van vraag en aanbod van automatiseringsmedewerkers. Voorts om een indruk te krijgen met betrekking tot eventuele medewerking van bedrijven aan automatiseringscursus(sen). Het doe1 van automatiseringscursus(sen) is enerzijds werkzoekenden een mogelijkheid te bieden om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en anderzijds hierdoor aan de vraag naar automatiseringsmedewerkers van het Almeerse bedrijfsleven tegemoet te komen.
2.3.Opzet en uitvoering van het onderzoek In me1 1984 gaf de Gemeente Almere de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (R.1J.P.) opdracht een onderzoek te houden onder computerhoudende bedrijven in Almere. In samenwerking met Bureau Economische Zaken en Werkgelegenheid van de gemeente Almere werd door de Economisch-Sociogragrafische Onderzoeksafdeling van de R.1J.P. een vragenlijst samengesteld. Het onderzoek heeft betrekking op een specifieke activiteit van een bedrijf, namelijk de automatisering, waarover nog weinig onderzoekgegevens voorhanden zijn. Wanneer weinig indicatoren van een onderzoeksterrein bekend zijn, is de verleiding groot met een uitvoerige vraagstelling te komen. Dit is mogelijk wanneer bijvoorbeeld huiahoudens worden onderzocht op een bepaald aspect en soms wordt benaderd met mee; dan 250 vragen. Bedrijven echter hebben niet veel tijd om een uitvoerige vragenlijst te beantwoorden en in de praktijk blijkt dat voor een onderzoek dat men "nuttig" acht we1 een "half uurtje" wil uittrekken. Om binnen deze randvoorwaarden te blijven en tevens kwalitatief goede gegevens te verkrijgen werd gekozen voor een mondeling interview. Voorts werden naast de geprecodeerde vragen een aantal open antwoord-categoriezn opgenomen. Begin juni 1984 werden de bedrijven geinterviewd door medewerkers van "Dulmers + Mulder", Bureau voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek. De bedrijven in de steekproef zijn als volgt geselecteerd: in eerste instontie uit het eerder genoemde arbeidsmarktonderzoek, waarin bedrijven positief reageerden op de vraag "werkt uw bedrijf met een computer"; - de steekproef is vervolgens opgehoogd met bedrijven die in een kort telefonisch interview verklaarden te werken met automatiseringsapparatuur
-
.
In totaal waren 77 bedrijven bereid medewerking te verlenen aan het onderzoek, waarvan 72 via mondelinge enqudte en 5 prefereerde een schriftelijke enqudte. Echter 6 bedrijven bleken toch geen automatiseringsapparatuur te bezitten; 3 respondenten bleken ondanks de voorafgemaakte afspraken niet aanwezig te zijn; en 2 bedrijven reageerden niet op de schriftelijke enquste. De uiteindelijke respons was derhalve 66 bedrijven hetgeen voldoende moet worden geacht voor dit onderzoek. Op 12 septe;nber 1984 werden de uitkomsten van het onderzoek gerapporteerd aan de Stuurgroep Bevordering Werkgelegenheid, in vergadering
bijeen. Daar door de vergadering niet verder om nadere uitleg van de rapportage is gevraagd, is dit rapport de volledige weergave van het consept-rapport aangevuld met enkele nader uitgewerkte tabellen en met voorbeelden van het waarom en de opzet van automatiseringscursussen (bijlage 1). In het rapport komen achtereenvolgens aan de orde: een korte beschrijving van de aard van de gegnqugteerde bedrijven, de automatiseringsgraad, kenmerken van het personeel die werkzaam zijn met de automatiseringsapparatuur en het werven van'peraoneel hiervoor, de ontwikkelingsmogelijkheden van automatiseringsmedewerkers naar aard en omvang van de bedrijven en de bereidheid van de bedrijven om medewerking te verlenen aan de nog te ontwikkelen automatiseringsopleiding(en) voor onder andere werkzoekenden.
3. Aard van de bedrijven
3.1. lnleiding In dit hoofdstuk wordt kort beschreven naar welke bedrijfstakken de geEnqueteerde bedrijven zijn verdeeld, het aantal arbeidsplaatsen en ter indicatie voor de bedrijfsgrootte een verdeling naar grootteklasse. Zoals het voorgaande hoofdstuk vermeld, is dit onderzoek een vervolg op het arbeidsmarkt-onderzoek 198211983. Uit dit onderzoek zijn bedrijven geselekteerd die over een eigen computer beschikken. Van in totaal 85 van deze bedrijven konden 37 in het onderzoek worden opgenomen, derhalve een te gering aantal. Om de steekproef op te hogen zijn bedrijven op de bedrijventerreinen De Vaart, Markerkant, Ambachtsmarkt, De Paal, De Steiger en Randstad telefonisch benaderd. Een 40-tal bedrijven waren bereid aan het onderzoek mee te werken. Naar schatting zijn 80 tot 85% van de bedrijven op voornoemde bedrijventerreinen middels de twee steekproeven benaderd.
3.2. Aantal bedrijven en arbeidsplaatsen naar bedrijfstak, grootteklasse en vestigingsterreinen Van het totaal aantal bedrijven in Nederland hebben circa 25% de beschikking over een eigen computer (1). In het maandblad Gids (2) werd gesteld dat meer dan 25% van alle bedrijven in Nederland met meer dan 10 werknemers beschikken over een eigen computer. In Almere werd een percentage van ruim 28% gemeten van bedrijven met eigen computerapparatuur (3). Voor het doe1 van het onderhavig onderzoek ging de belangstelling voornamelijk uit naar de middelgrote en grote bedrijven, daar bij deze bedrijfsgrootte eerder gebruik gemaakt wordt van geavanceerde computers d.w.z. met meer mogelijkheden en geheugen, door het CBS begrensd als computers rond de 10.000 gulden en meer (1). In tabel 1 zijn de gesnqugteerde bedrijven naar grootteklasse en bedrijfstakken weergegeven. Het merendeel van de 66 onderzochte bedrijven in de bedrijfstakken Handel, Horeca en Reparatiebedrijven (30%) en Bank- en Assurantiebedrijven (32%) beschikken over een computer. Een relatief groot aantal bedrijven binnen de bedrijfstak Industrie is vertegenwoordigd. Samen met de bedrijfstak Bank- en Assurantiebedrijven is de bedrijfstak Industrie in dit onderzoek oververtegenwoordigd. Het gebruik van, vaak geavanseerde, computers in de bedrijfstak Bank- en Assurantie bedrijven is ver doorgevoerd, ook bij de kleine bedrijven als gevolg van administratieve dienstverlening aan derden. Dit verklaart het forse aantal kleine bedrijven, zowel binnen de bedrijfstak als van de totale steekproef. De middelgrote- en grote bedrijven in de bedrijfstak Industrie zijn oververtegenwoordigd. Hier is voornamelijk sprake van administratieve verwerking middels de computer.
1) C.B.S.; Automatiseringsenqut2te. Voor-enqugte automatisering in de particuliere sector. 1983. 2) Gids: juli/augustus 1984, p. 27. 3) R.1J.P.-rapport nr. 1985 Bco. Arbeidsmarktonderzoek 198211983.
Tabel 1. Gegnqusteerde bedrijven naar het aantal personeelsleden per bedrijf en bedrijfstak 0 5 10 15 20 30 40 ' 5 0 60 100 totaal tlm tlm tlm t/m tlm t/m tlm tlm tlm en . 4 9 14 19 29 39 49 59 99 meer abs. %
Industrie Openbare nutsb Bouwnijverheid en Install. Handel, Horeca Bank en Ass. Overige dienstverl.
.
Totaal w
k
Bedrijfsgrootte WEK'83 %
1 - 1 - -
-
1 5 2
3 5
-
2 3 2
-
9
9
9
"7 LI
klein 80
2
-
2 I
-
3
-
1 - -
4 3
1 5 1
-
2 2 1
1 1 -
1 1
8
9
8
3
2
-
,
2
%
-
13 19.7 2 3.0
1 -
1 1 2
2 3,O 4,8 20 30,3 41.8 21 31,9 16.2 8 12,l 23,8
3
6
66 100,O 96,5
9.3 0,6
rn
Y
0J
middelgroot 19
1) WEK'83: permanente vestigingen excl. Landbouw
2 -
WEK183* 1)
groot 1
+ Visserij
en Transport e.d.
Bron: R.1J.P. computerhoudende bedrijven; R.1J.P. statistiek van de werkgelegenheid en beroepsbevolking 1983 Almere.
De ondervertegenwoordiging van bedrijven binnen de bedrijfstak Handel, Horeca en Reparatiebedrijven is te verklaren door het feit dat de grootste groep bedrijven van deze bedrijfstak, de detailhandel, niet of nauwelijks gebruik maakt van computers zoals bedoeld in dit onderzoek. Binnen deze bedrijfstak is voornamelijk de groothandel in het onderzoek vertegenwoordigd. Resumerend kan worden gesteld dat de onder- en oververtegenwoordiging van kleine - c.q. middelgrote - en grote bedrijven verklaatd worden door:
- het ellmineren voor dit onderzoek van kleine bedrijven als gevolg van
-
niet tot nauwelijks aanwezige computerapparatuur van rond 10.000 gulden; gerichte ophoging van de steekproef door alleen middelgrote- en grote bedrijven op de bedrijventerreinen te benaderen.
In tabel 2 zijn de bedrijven weergegeven naar vestigingsterreinen. Een relatief grote respons is afkomstig van het bedrijventerrein De Steiger, vervolgens van Markerkant en De Vaart. Industrizle bedrijven en bedrijven uit de bedrijfstak Handel, Horeca en Reparatiebedrijven zijn geconcentreerd op de bedrijventerreinen De Steiger en De Vaart. In het centrum van Almere-Haven cqncentreert zich de vestigingen van de bedrijfstak.Bank en Assurantien. Bpvenstaande bevindingen komen overeen met het totaal aantal vestigingen zoals deze geteld worden in de statistiek van de werkgelegenheid en beroepsbevolking van Almere.
~ a b e l2: vesrieingen ( 1 ) near vcarigcngmrerrcinen (2) i n A bedrljtsrakken
Centrum
DL Paal
Lnduafrlc Openbare ""rsbedr. Bouwnljverh. + install. Handel, horera +
1
YEK
WEK
WEK
'83
'83
.83
3
-
,
5
-
-
50
2
13
L L C O L Ovcrlge dlenstuerl. 1 28 Toreal (3) 13 130 4
I 4 27
Rep. Bank
+
2
-
-
aae.
-
2
-
20 3 4
i
7
9
56
3
7 Z
-
7 9 29
L 2
.
3 1 5
~
Marker-
A-s
kant
-
9
-
4
7
~
Centrum
5
-
L
4 3 95
I 19
~
Overig A-H WEK '83
WEK '83
-
~
DL Sreiger
Ambscht~mark
*-H
I
WEK '83
WPK '83
I
3
-
-
D~ vaart 1 + 11 YEK '83 5
T ~ ~ ~ ~ I ( ~ )
WEX '83
1
-
.
.
-
I
1
-
1
3 6 1
LO
-
-
5
39
20
219
-
-
-1
6 3 71
21 8 66
108 159 667
1
1 6 3 7 1 3 153 6
WEK '83
12 6
.
-
~endsrad
.
I 7 2 I 0 1 6 69
4 3 26
L
.
-
12
13 62 2 6 2 3 2
(1) exclustef i r n d b o v v + vtrserlj en Transport, opslag en c o m m u n i c a c ~ c b ~ d ~ . (2) exrlvalef AChferuerf, DraalerSplaaC8. overig A-S. Buireorulmfe (3) Lncluslcf (,I en (2)
Tabel 3 geeft de verdeling te zien van het aantal arbeidsplaatsen bij de geznqusteerde bedrijven. Duidelijk is dat de grotebedrijven sterk in de steekproef vertegenwoordigd zijn. De steekproef heeft betrekking op 10% van het totaal aantal permanant gevestigde bedrijven met 40% van het totaal aantal arbeidsplaatsen.
40 uur Indualrle Openbare nurab.
~ournijverh. + tnsrall. Handel. Horeca Bank en A s s . Overlge d l e n a t u e r l .
20-40 uur
m
v
m
"
436 23 51 612 251 275
215
2
72
-
3 82 111
125
-
2
I1 11
full-floe sub t a r .
-
LL 33 35 102
Bron: R . L J . Y . compuferhoudendo bedrljuen; R.LJ.P. bevolklng Almere 1983
0
438 2 3 51 414 262 292
v
folaal
part-flue s
m
287 . I& 115 116 3 221 11
20
U U ~
v
m
9
I38 23 51 116 265 303
I L1 41
UEX'83 roteel
"art" 296
-
LA
116 160 274
7 3 23 65 530 625 577
1329 55 429 ,790 119 1381
sraflatlek van d e verkgelegenheld en beroeps-
4. Autornatiseringsgraad
4.1. Gebruiksdoeleinden In hoofdstuk 3 is een beeld gegeven van de gegnqusteerde bedrijven naar bedrijfstak en personeelaomvang. In dit hoofdstuk zal het beeld van deze bedrijven worden uitgebreid met betrekking tot de aanwezige automatiseringsapparatuur en de toepassingen. Aan de orde komen de gebruiksdoeleinden van de apparatuur en faciliteiten c.a. toepassingen. Voorta wordt er een indruk gegeven over in gebruik zijnde merken, de beheersvorm en het automatiseringsaysteem. In tabel 4 zijn de geautomatiseerde doeleinden naar bedrijfstak weergegeven.
~ a b cI. ~ ~ e n o e n d edoehinden vaorvoor auromat$seringaapparafuur vordr gcbruikr nsar bedrijfarak
rechn.
reksc
fln.
wet.
we-.
sdm.
comb. ad..
proc.
andere
aur.
mrerdere
n.v.t.
totaal
comb.
Door de respondenten zijn meerdere combinaties aangegeven, zodat een nieuwe categorie "meerdere combinaties" is gecreEerd. Voornamelijk omdat dit veelvuldig voorkwam ( 3 6 , 4 % ) . 4.2. Geautomatiseerde toepassingen
Het was voor de respondenten veelal moeilijk precies aan te geven met welke faciliteiten gewerkt kon worden, zoals bij voorbeeld met boekhoudprogramma's, speciale rekenprogramma's e.d. We1 worden de toepassingen genoemd. De computer wordt bij de gegnqugteerde bedrijven voor vele toepassingen gebruikt met name in de administratieve sector (zie tabel 4 ) . In tabel 2 is een breed toepassingsgebied weergegeven. Voor de duidelijkheid zijn deze toepassingen gecomprimeerd tot een drietal categoriegn met de mogelijke combinaties, weergegeven in tabel 5 (zie bijlage 3 voor verklaring van de categoriegn). Tabel 5. Ccaufamflsrerde loep8esingen per bedrljf naar bedrljfsrak
Indusrrle Openbare n u t s . B o u m i j v e r h . en Install. 13
Bank en AS.. Overlgc dlcnsrverl.
20
8
De combinatie boekhouding en algemene administratie is de meest voorkomende toepassing, bijna 38% en komt vooral voor bij de bedrijfstak Handel, Horeca en Reparatiebedrijven. In tabel 6 zijn de tabellen 4 en 5 met elkaar vergeleken. Nu blijkt dat de vraag naar doeleinden niet geheel juist is ingevuld. Bij de categorie "meerdere combinaties" blijken het vooral toepassingen op het gebied van boekhouding/algemene administratie (omcirkeld). Derhalve dient het totaal in tabel 4 gecorrigeerd te worden (zie tabel 4 ) . Bij de geSnqu8teerde bedrijven in Almere ligt het accent nu nog duidelijker op administratieve doeleinden met betrekking tot het gebruik van automatiseringsapparatuur. Hieruit volgt de conclusie dat automatisering in Almere vooral doorgedrongen is in de administratieve sector. Tabel 6 . Doeleinden waarvoor automsatiseringsapparatuur wordt gebruikt naar geautomatiseerde toepassingen per bedrijf boekh. adm. branche comb. comb. comb. comb. n.v.t. alg. gericht 1 , 2 , 3 1 . 2 1,3 2 , 3
doeleinden techn. wet. tekstverw. fin. adm. comb. adm. proc. aut. anders meerdere comb. n.v.t.
1 -
2
-
-
-
1
2
2
7
6 8
6 -
1 3 -
-
-7
2
4
8
17
totaal
1 1 1
-
-
1
-6 25
3 -
1 1
1 -
3
6
1
4
totaal 2 1 9 26
1 2 24
1 66
Van de gesnqubteerde bedrijven blijkt ruim 75% te beschikken over een eigen computer (zie tabel 7), voornamelijk van het merk IBM (tabel 8). Deze computergigant is sterk in Nederland vertegenwoordigd zo bleek onder andere uit een telefonische enqu8te onder een vijftigtal midden en kleinbedrijven (1). In totaal werden 33 merken genoemd (bijlage 4 ) . Tabel 7. Beheersvorm computerapparatuur
Tabel 8. Merk apparatuur in gebruik bij de gegnqudteerde bedrijven
.
apparaat 1 apparaat 2 abs % abs. % eigendom 51 huur 7 leasing 5 anders 1 comb. 7 totaal
77,3 10,6 7,6 1.5 3,O
-8
61.5
2 2
15,4 15,4
66 100,O
13
1
-
7 ~ 7
NIXDORF Honey w. Bull Commodore Overige
7 $6
100,O
Het automatiseringssysteem bestaat voornamelijk uit zelfstandig werkende computers binnen de bedrijfsvestiging, grofweg verdeeld in micro-computers en mainframe's.
Met micro-computer wordt hier bedoeld een centrale verwerkingseenheid met standaard koppelingen voor randapparatuur, zodat een volledig rekensysteem mogelijk is. De micro-computer bestaat uit een toetsenbord (de centrale rekeneenheid) en een monitor met 2 floppy-disk drives. Een mainframe is een hoofdcomputer, ter aanduiding dat deze centrale verwerkingseenheid zich onderscheid van micro-computers door de grote rekencapaciteit. Bediening van deze hoofdcomputer geschiedt door middel van terminals. Een dergelijke hoofdcomputer werd bij 4 bedrijven geconstateerd. De zelfstandig werkende (micro)computers werden bij 75% van de bedrijven geconstateerd (tabel 9). Met netwerk is hier bedoeld, bedrijven aangesloten op een hoofdcomputer elders, in alle gevallen buiten Almere, waarmee het bedrijf zelfstandig diverse toepassingen verwerkt met behulp van terminals. Alle geLnquSteerde banken binnen de 'bedrijfstak Bank en AssurantieLn zijn aangesloten op een hoofdcomputer elders. Tabel 9. Automatiseringssysteem naar bedrijfstak ~
~
zelfst. Industrie Openbare nuts. Bouwnijverh. en Install. Handel, Horeca en Rep. Bank en Ass. Overige dienstverl.
13
Totaal
50 75,8
abs. %
netwerk
-
-
2 2
-
19 14 4
4 3 11 16,7
n.v.t.
totaal
1 -
13 2 2 20 21 8
1 1,5
66 100,O
4.3. Gebruik van programrnatuur en automatiseringsdiensten elders In tabel 10 blijkt dat de programmatuur in de vorm van standaard software met name door de leverancier van de automatiseringsapparatuur is geleverd. De software houses en de computerservicebureaus zijn van belang voor verdere ontwikkeling van programmatuur. De middelgrote bedrijven maken relatief meer gebruik van software houses en computerservicebureaus dan de kleine bedrijven die relatief meer zelf programmatuur hebben ontwikkeld. Tabel 10. Geleverde of ontwikkelde programmatuur naar grootteklasse totaal mach. lev. (standaard software) softwarehouse1comp.serv.bur. (ontw.) zelf ontwikkeld overig meerdere combinaties totaal
abs. %
el0 10 t/m 100 .lo0
abs.
15 13 6 4 4
1 -
21
42 63,6
6 9,l
4 5 5 1 3 18 27,q
2
3
18
12 5 10
%
31,8 27,3 18.2 796 15,l
66 100.0 100,O
Het verder ontwikkelen van programmatuur wordt in 8 van de 10 gevallen (categorie meerdere combinaties) in overleg met de machineleverancier gedaan. In alle overige gevallen wordt programmatuur gekocht. Door 50% van de geznqueteerde bedrijven wordt gebruik gemaakt van de diensten van software- en computerservicebureaus (zie tabel 11). De middelgrote en grote bedrijven relatief meer dan de kleine bedrijven. Tabel 11. Gebruik van diensten door de geznqueteerde bedrijven van software- en computerservicebureaus naar grootte klasse aantal personeel in dienst '10 10 t/m 100 '100 -totaal ja, sons ja, altijd ja, vaak sub totaal neen, eigen beheer neen, overig totaal generaal
1 2 4 7 10 1 18
8 8
-
7 23 13 5 42
1 4 2
12 10 12 34 25
6
66
3
1
-
6
De vestigingsplaatsen van deze bureaus zijn voor 56% verspreid over Nederland (tabel 12). Met een concentratie binnen de agglomeratie Amsterdam (32%). Tabel 12. Vestigingsplaatsen van de software- en computerservicebureaus waarvan de geZnqu0teerden bedrijven diensten betrekt Almere Lelystad Aggl. Amsterdam * ) elders meerdere plaatsen totaal
abs. 1 1 11 19 2 34
%
1
1
299 2,9 32.4 55,9 599 100,O
*) Agglomeratie Amsterdam: Amsterdam, Oude Amstel, Diemen en Amstelveen
4.4. Conclusies Geconcludeerd kan worden dat: - automatisering bij de geEnquSteerde bedrijven vooral doorgevoerd is in de administratieve sector; - ruim 75% van de bedrijven een zelfstandig werkende (micro) computer beschikken; - 4 bedrijven beschikken over een main frame; - programmatuur wordt in de vorm van software pakketten voor bijna 113 van de bedrijven geleverd door de machineleveranciers; - het ontwikkelen van programmatuur voornamelijk door software- en computerservicebureaus wordt gedaan (27%); - van de bedrijven maakt de helft gebruik van de diensten van softwareen computerservicebureaus; deze bureaus zijn verspreidt over Nederland gevestigd (56%) met een concentratie binnen de agglomeratie Amsterdam (32%).
-
5. Kenrnerken personeel werkzaam met computers
5.1. Werkniveau automatiseringsmedewerkers In het vorige hoofdstuk bleek dat automatiseringsapparatuur bij de geZnqu8teerde bedrijven voornamelijk bestaat uit micro-computers. In de tekst zal vervolgens automatiseringsapparatuur aangeduid worden met de meest algemene benaming: computers. Aan de orde komen: het aantal personeelsleden werkzaam aan de computer en de specifieke opleiding die men daarvoor heeft genoten. Ter verklaring van tabel 13 met betrekking tot het aantal automatiseringsmedewerkers het volgende: de automatiseringsmedewerkers zijn ingedeeld aaar het hoogste werkniveau; onder categorie louter informatie opvragen is ook tekstverwerking bedoeld; met bestandenopbouw en beheer wordt bedoeld, het met standaard programma's gegevens verwerken; met programmeren wordt bedoeld, met behulp van een computertaal (Basic, Fortran, Pascal 0.i.d.) zelf een programma kunnen vervaardigen; met systeemopbouw en beheer wordt bedoeld, het opbouwen en beheren van een gelntegreerd computeraysteem. Het aandeel medewerkers werkzaam aan of met de computer ten opzichte van het totaal aantal medewerkers is 30%. Het gaat daarbij relatief om lets meer mannen dan vrouwen. Het relatieve aandeel mannen respectievelijk vrouwen werkzaam op niveau "louter info opvragen" en "bestanden opbouw/ beheer" is nagenoeg gelijk. Daarentegen zijn bij het programmeren en in mindere mate bij systeemopbouw/beheer het relatieve aandeel van mannen groter dan bij vrouwen. Het relatieve aandeel automatiseringsmedewerkers is het hoogst bij de bedrijfstak Bank en AssurantiEn (44%). De onderscheiden werkniveaus kunnen als volgt worden geclassificeerd: laag = louter info opvragen; middelbaar = bestandenopbouw/beheer; hoog = programmeren en systeemopbouw/beheer. In verband met de vraagstelling is de indeling eenvoudig gehouden. Tabel 13. Aantal automatiseringsmedewerkers naar werkniveau en bedrijfstak louter info bestands program- systeem opvragen opb./beh. meren opb./beh, v m m v m v m v 16 33 57 Industrie - 1 272 Openbare nutsbedr. 2 Bouwnijverheid en - 2 install. 4 Handel, Horeca en 21 35 42 Rep. 30 41 65 65 Bank en Ass. 26 21 32 Overige dienstverl. 38 15 116 151 100 Totaal abs. 208 % 45,3 35,l Totaal m+v t.0.v. totaal aantal werkzame personen in % 13,9 13,5 10,l 11,6
1) t.0.v.
totaal aantal werkzame personen
7
-
2
-
3
-
2
-
-
t.0.v. totaall)
totaal m
v
%
t
83 64 147 3 2 5 6
-
20,O 21,7
6
9 1 9 8 95 60 155 1 15 20 1 165 69 234 44 1 16 2 130 39 169 80 5 43 13 482 234 716 11.8 100 ,O 7 ,8
9,2 29,3 44,2 29,3 100,O
5,4 0,6 2,9 1,5 32,3 27.2 30,4 23
Bijlage 2 geeft voor de administratieve sector een indruk van specifieke automatiseringsberoepen. Hoewel daar niet naar is gevraagd in de enqugte, is de indrulc dat deze specifieke beroepen hoofdzakelijk voorkomen bij grote bedrijven. Veelal is er sprake van een combinatie van beroep met daarnaast werken met een computer zoals bij voorbeeld een boekhouder, administratieve medewerker, accountant e.d. Door de meeste medewerkers wordt "loutet info" opgevraagd (met inbegrip van tekstverwerking). Het aandeel lager en middelbaar personeel is in Almere groot, namelijk 80%. De verdeling binnen de bedrijfstakken geven een groot verschil te zien (tabel 14). Van het totaal aantal automatiseringsmedewerkers binnen de bedrijfstak Industrie is 61% op een laag niveau werkzaam en verschilt aanmerkelijk met de bedrijfstak Overige dienstverlening (35%). Oorzaak van beide uitschieters zijn: voor de bedrijfstak Industrie en combinatie van procesgestuurde produktie medewerkers en een groot produktie bedrijf in de enquste met een forse (geautomatiseerde) administratieve staf. Bij de bedrijfstak Overige dienstverlening zijn vooral de overheden dominerend waar hoogwaardige functies algemeen zijn, dit geldt ook voor automatiseringsmedewerkers (1). Kijken we naar de verhouding van de bedrijfstakken dan zien we dat met name de lage en middelbare automatiseringsmedewerkers werkzaam zijn bij de bedrijfstak "Bank en Assurantiebedrijven". Tabel 14. Automatiseringsmedewerkers bij de vier grootste bedrijfstakken naar werkniveau in percentages (percentages afgerond op tientallen) laag Industrie Handel, Horeca+ Rep. Bank en Ass. Overige dienstverl. Totaal
28 20 33 19 100
middelbaar
61 41 45 35
18 26 37 19 100
29 42 39 28
hoog 10 19 26 45 100
10 17 16 37
totaal 100 100 100 100
5.2.Opleiding Tabel 15. Waar het bedrijf zijn medewerkers heeft laten opleiden
eigen bedrijf leverancier comb. 1 en 2 onderwijs comp. service buro overige comb. onbekend totaal
abs.
%
26
39,4 16,7 18,2 6 ~ 1 3 SO 12.1 4.5 100,O
11 12 4 2 8 3 66
De bedrijven geven voornamelijk zelf het personeel een automatiseringsopleiding (69%) zie tabel 15. De leverancier als opleidingsinstituut (1) C.B.S.;
Automatiseringspersoneel bij de overheid 1981, Voorburg 1983
werd door 11 bedrijven genoemd. Voorts werd opgegeven dat een enkel (of enkele) personeelslid(1eden) door de leverancier werd(en) gelnstrueerd, waarna de verkregen kennis verder werd overgebracht aan het overig personeel. In tabel 16 zijn de automatiseringsmedewerkers weergegeven die voor of na indiensttreding een automatiseringsopleiding hebben gevolgd. Analoog aan de uitkomsten van tabel 25 krijgen de automatiseringsmedewerkers een opleiding binnen het eigen bedrijf (49%) of een opleiding bij de leverancier (27%). Mondelinge c.q. schriftelijke cursussen zijn enigszins van belang, met name voordat men in dienst trad van een bedrijf. Opvallend is dat de opleidingen vooral na indiensttreding plaatsvinden. Het is plausibel te veronderstellen dat wanneer een bedrijf automatiseert daarvoor geen specifieke automatiseringsmedewerkers in dienst neemt. In tegenstelling tot automatiseringsmedewerkers met een HBO of wetenschappelijke opleiding waarvan ruim 75% reeds voor indiensttreding een automatiseringsopleiding hebben gevolgd.
Tabel 16. Aantal automatiseringsmedewerkers die voor of na indiensttreding een automatiseringsopleiding hebben gevolgd indiensttreding m v sub totaal
VOO~
%
na
m v sub totaal %
totaal m v t %
automatiseringsopleidingsmogelijkheden
intern leveCSBI overig totaal HBOI mond.1 wet. schrift. rancier sh. 10 2 12 31,6 3 1 4 0,6 13 3 16 2,2
7 1 8 21,O 51 22 73 10,8 58 23 81 11,3
11
1
-
-
11 29,O 232 110 342 50,4 243 110 353 49,3
1 2,6 127 67 194 28,6 128 67 195 27,3
1 1 2 5,3 24 15 39 5,8 25 16 41 5,7
3 1
4 10,5 12 14 26 3,8 15 15 30 4,2
33 5 38 5,3 100,O 449 229 678 94,7 100,O 482 234 716 100,O 100,O
Ten aanzien van de 11 mannen die voor indiensttreding bij het bedrijf een opleiding hebben gevolgd, is plausibel te veronderstellen dat deze medewerkets via een uitzendbureau 0.i.d. reeds bij het bedrijf werkzaam waren. Omtrent de frequentie van de gevolgde opleidingen c.q. trainingen kon moeilijk of geen antwoord worden gegeven door de respondenten, zodat hierover geen verslag kan worden gedaan. De opleidingsduur (zie tabel 17) zijn door de respondenten geschat. De duur van de opleidingen liep sterk uiteen, namelijk van een korte eenmalige instructie van 2 uur tot regelmatig terugkerende trainingen (750 uur). Ruim.l/3 van de bedrijven bleken niet over een tijdsregistratie te beschikken. Aan automatiseringsopleidingen wordt door de 43 bedrijven gemiddeld 90 uur per persoon besteed.
Tabel 17. Geschatte opleidingsduur automatiserings-medewerkers naar aantal bedrijven
Tabel 19: Voldoende opgeleide automatiseringsmedewerkers in het bedri jf
bedrijven abs. %
opleidingsduur in uren 0- 4 5 9 10 - 19 20 - 49 50 - 99 100 - 199 200 - 750 onbekend Totaal
6 9 4 8 7 5
4 23 66
9 ~ 1 13,6 6 1 12.1 10.6 79 6 691 34.8 100,O
weet niet
1,5 66 100,O
De opleidingen van het personeel na indiensttreding bij de geEnqu8teerde bedrijven waren vooral gericht op het werken met computers en standaard (software) bestanden (zie tabel 18). Tabel 18. Gerichte opleiding van personeel na in diensttreding naar bedri jf bed. best. program- alg. soft- comb. overig onbe- totaal opl. ware v.opl. kend app. beh. mering Industrie Openbare nutsbedri jven Bouwnijverh. install. Handel, Horeca + Rep. Bank en ass. Overige diensten
4
2
1
-
-
-
4
4
5 1
2 2
6 1
1
-
-
1
3
-
1
-
-
3 9 1
1 3 2
1 1
-
1 1
-
2
13
1
2
1
2 20 21 8
Op de vraag of men beschikt over voldoende opgeleid automatiseringsmedewerkers werd door 40 bedrijven (60,6%) positief beantwoord (tabel 19). Van de positief reagerende bedrijven gaven er 31 een toelichting bij. Daarvan stelden 11 bedrijven dat het een momentopname betreft en in de toekomat op een hoger niveau te willen automatiseren. Er is onvoldoende opgeleid personeel vinden 23 bedrijven; er kan veel met de computer worden gedaan. De opleiding die men dan voor ogen heeft betreft programmeten of in elk geval een hogere kennis niveau (8 keer genoemd), 7 bedrijven antwoorden dat een betere opleiding noodzakelijk is zonder aan te geven welke opleiding dan gewenst zou zijn. Bij 3 bedrijven zocht men beter opgeleid personeel. De overige bedrijven antwoorden ondermeer met: "nodig is een algemene basis opleiding"; "er wordt intern voortdurend gewerkt aanverbetering"; "er wordt intern voortdurend gewerkt aan verbetering"; "er is te weinig ondersteuning door het management"; "wij vallen terug op het hoofdkantoor of nemen een extern bureau in de hand".
Over de betrokkenheid van het personeel die niet werken of indirect te maken hebben met de computer in het bedrijf reageerden 31 bedrijven, dat dit voldoende is. Voorts vindt 113 van de bedrijven de betrokkenheid onvoldoende, bij deze bedrijven heeft dit overigens geen verdere gaande consequenties. De opmerkingen in de toelichting van deze bedrijven varizren van weinig interesse tot onbegrip mede veroorzaakt door "drempelvrees" vooral bij ouderen. Twee bedrijven namen een afwachtende houding aan en twee bedrijven deden het tegenovergestelde door ook het overige personeel vertrouwd te maken met de mogelijkheden van de computer.
5.3. Conclusies
-
het aandeel automatiseringsmedewerkers ten opzichte van het totaal aantal medewerkers bij de geznqueteerde bedrijven is 30%; aangenomen wordt dat specifieke automatiseringsberoepen voornamelijk te vinden zijn bij grote bedrijven, in deze enquete gaat het voornamelijk om een combinatie van een beroep en tevens werkzaam met een computer; de automatiseringsmedewerkers op laag- en middelbaar niveau zijn met name werkzaam bij de bedrijfstak Bank- en Assurantiebedrijven; met betrekking tot de automatiseringsopleiding krijgt het personeel voornamelijk een opleiding binnen het bedrijf (39%); bij de bedrijven werd een gemiddelde opleidingsduur van 90 uur per persoon per jaar geconstateerd met een range van een Benmalige opleiding van 2 uur tot regelmatige terugkerende trainingen van 750 uur; het merendeel van de bedrijven (61%) vindt dat men over voldoende opgeleide automatiseringsmedewerkers beschikt.
6. Werving automatiseringsmedewerkers
6.1. Wervingskanalen In hoofdstuk 5 bleek dat 39% van de bedrijven automatiseringsmedewerkers zelf opleidt, en 18% van de bedrijven een interne opleiding geeft gecombineerd met een opleiding bij de leverancier van de computer. Afsluitend is geconcludeerd dat het merendeel van de geznqusteerde bedrijven automatiseringsmedewerkers zelf opleidt. Het aantrekken van automatiseringsmedewerkers komt dan ook sporadisch voor. Gevolg is dat slechts enkele bedrijven de enqustevragen, handelend over werving van automatiseringsmedewerkers, beantwoordden. Een klein deel van de respondenten antwoordde uit ervaring en voor een ander deel hoe zij zouden handelen bij het werven van automatiseringsmedewerkers. Aan de reapondenten is gevraagd een keuze te maken uit diverse wervingskanalen en -gebieden naar volgorde van belangrijkheid met maximaal 3 keuzes. Uit de gegeven antwoorden blijkt dat het voornamelijk blijft bij 1 keuze, zie tabel 20. Tabel 20. Keuze bereidheid van bedrijven Personeel Hoger
keuze 1
15 8 6 22 11
3
4
5
1 2 3
35 19 8
30 18
3 1 2
Lager
wervingsgebied
20 9 3 30 9
2
Middelbaar
aantal bedrijven wervingskanaal
7
Volstaan wordt de eerste keuze van de respondenten te rapporteren. De bedrijven geven in eerste instantie de voorkeur aan voor alle opleidingsniveaus automatiseringsmedewerkers uit het eigen bedrijf te werven. Daarna de hogere opleidingsniveaus te werven via automatiseringsvakbladen, middelbaar niveau de lokale/regionale kranten en voor het aantrekken van lagere automatiseringsmedewerkers werd het arbeidsbureau genoemd (zie tabel 21).
Tabel 21. U e r v l n g a b n a l c n van bedrljven naar opleldlngsntvenu en Leure'a"gor.de
6.2. Wervingsgebieden Het wervingsgebied voor hoger en middelbaar personeel werd analoog aan het wervingsknaal eensluidend gekozen voor Almere gevolgd door overig Nederland als wervingsgebied. Almere als wervingsgebied voor lager.automatiaeringspersonee1 werd door bijna alle op deze vraag reagerende bedrijven genoemd. Tabel 22. Wervingsgebieden van bedrijven naar opleidingsniveau en keuzerangorde
I
hoger keuze 11 21 3
I
I
I
I
I
middelb. keuze 1 1 21 3
I
I
I
lager keuze
I
Lelystad Almere Overig Flevoland Noordoostpolder Gooi/Vechtstreek Agglom. A'dam Overig Nederland N.v.t.
66
Totaal
6.3. Gemiddelde zoekperiode Tabel 2 3 . Gemiddelde zoekperiode naar automatiaeringsmedewerkers van bedrijven naar opleidingsniveau Zoekperiode in maanden '1 1 2 t/m 4 5 t/m 7 8 t/m 10 11 t/m 12 ~ 1 2 n.v.t. totaal
hoger 2 2 8
-
54
middelbaar
lager
7
14 6 2
2 10 1
-
1 45
-
44
66
Bij bedrijven die automatiseringspersoneel hadden aangetrokken, was de zoekperiode voor hoger en middelbaar personeel niet langer dan 2-4 maanden. Het lager a;tomatiseringspersoneel werd binnen gemiddeld 1 maand aangetrokken.
6.4. Conclusies
- mede als gevolg van het opleiden van automatiseringsmedewerkers in het -
-
eigen bedrijf worden of zijn geen specifieke medewerkers hiervoor gezocht, waardoor de vraag naar wervlng van automatiseringsmedewerkers door een gering aantal bedrijven is beantwoord; het is dan niet verrassend dat de bedrijven bij hun eerste keuze in eerste instantie voor alle niveaus de medewerkers intern werven en pas in tweede instantie werven voor: hoger opleidingsniveau, via automatiseringsvakbladen; middelbaar niveau, via lokalelregionale kranten; lager niveau, via het arbeidsbureau; als wervingsgebied geniet Almere bij de geZnquCteerde bedrijven de voorkeur
.
7. Opleiding en ontwikkeling automatiseringsmedewerkers
7.1. Opleiding Conform de uitkomsten van hoofdstuk 5 (met name opleiding na indiensttreding) en hoofdstuk 6 (vooral werving binnen eigen bedrijf) was het voor 56% van de geznqusteerde bedrijven niet mogelijk te antwoorden op de vraag of het aanbod van automatiseringsmedewerkers in Almere voldoende is (tabel 24). De bedrijven die de vraag min of meer konden beantwoorden daarvan slaat de balans door naar onvoldoende aanbod (10 bedrijven vonden het aanbod onvoldoende en 7 bedrijven sterk onvoldoende). Lezen we de toelichtingen van de bedrijven erop na dan zocht men vooral personeel met een hogere automatiseringsopleiding (met als prg, ervaring). Een ondernemer formuleerde het als volgt: "veel bedrijven hebben mensen nodig die op de hoogte zijn van de mogelijkheden van de computer. Iemand met voldoende know-how kan gemakkelijker en sneller deze mogelijkheden ontdekken en benutten". Enkele bedrijven die antwoordden met "weet niet" en "ruim voldoende", schatte het aanbod ruim voldoende maar dat de zuigkracht naar de Randstad groter is. Tabel 24. Mening over het aanbod van automatiseringapersoneel in Almere.
Tabel 25. Wil in principe gebruik maken van automatiseringsopleidingen in Almere abs
ruim voldoende voldoende onvoldoende sterk onvoldoende weet niet onbekend
31 ja nee 27 weet niet 8
.
%
47,o 40,9 12,l
10,6 totaal
66
100,O
totaal
Op de vraag of men, indien automatiseringsopleidingsmogelijkheden in Almere bestaan, in principe hier gebruik van zou maken, werd ambivalent beantwoord (zie tabel 25). Bijna evenveel bedrijven zouden daarvan we1 danwel niet gebruik van willen maken. Uit de toelichtingen blijkt dat de geEnqueteerde bedrijven die de vraag met "neen" beantwoorden kiezen voor het opleiden van personeel in het eigen bedrijf. Als reden wordt genoemd de branche-specifieke automatiseringstoepassingen. Voorts is er een aantal bedrijven dat vertrouwen stelt in de opleidingen van de computerleveranciers; met name werden genoemd IBM, MA1 en Honeywell Bull. Enkele respondenten die in principe we1 gebruik willen maken van automatiseringsopleidingen in Almere hebben daarbij de volgende kanttekeningen geplaatst: "afhankelijk van de cursus". "moet vergelijkbaar zijn met interne cursussen", "moet een algemene opleiding zijn". De respondenten van de categorie "weet niet" gaven bijna allen een toelichting op hun antwoord t.w.: "afhankelijk van de cursus" en "waarschijnlijk door een leverancier te organiseren?"
.
De bedrijven die op de vraag m.b.t.
opleidingsmogelijkheden in Almere
reageerden met "ja" of "weet niet", hebben vooral belangstelling voor een middelbaar of hogere automatiseringsopleiding (zie tabel 26).
Tabel 26a. Bedrijfstak naar belangstelling categorie automatiseringsopleiding categorie opleiding (1) 1 2 3 4 5
Bedrijfstak
1 Industrie Openbare nutsbedr. Bouwnijverh. en Install. Handel, Horeca + Rep. 3 Bank en Ass. Overige dienstverl. 3
-
Totaal
-
1
- - - 1 - - -
7 - 2 17,9 - 5.1
abs. X
2
-
2 5 1 10 25,6
6
-
-
1 -
1 1 1
-
1 2.6
3
7.7
7
totaal % abs.
1 1 2 5 4
5 1 2 13 10
3
8
25.7 20,s
16 41.1
39
100,O
100,O
12,8 2,6 5.1 33,3
Tabel 26b. Bedrijfstak naar categorie automatiseringaopleiding meerdere combinaties categorie opleidingen (1) 2 3 1 4 5 6
Bedrijfstak Industrie Openbare nutsbedr. Bouwnijverh. en Install. Handel, Horeca + Rep. Handel, Horeca + Rep. Handel, Horeca + Rep. Bank en Ass. Bank en Ass. Overige dienstverl. Overige dienstverl. Bouwnijverh. en Install. Handel, Horeca + Rep. Handel, Horeca + Rep. Bank en Ass. Bank en Ass. Overige dienstverl. Totaal (1) 1 2 3 4
x
x x x x x x x x x
x x x x x
x
x x x x x x
x
x x x
x
x
x
x
x
x x
11
8
x
categoriegn apparaatgericht software pakketten bestandenbeheer/opbouw programmeren 5 systeembeheer/opbouw 6 anders
middelbaar x
x x x
x
12
x x
niveau
9
x
x
hoger x
x
2
3
Deze belangstelling komt overeen met de conclusies van het rapport "De arbeidsmarkt naar sector, beroep en opleiding 1983-1988" van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin vooral de vraag naar 0.a. h.b.0.-ers en academici die zich hebben gespecialiseerd in de informatica. Opvallend is dat niet gekozen wordt voor opleiding voor alleen een software pakket. Echter bekijken we de antwoordcategorie meerdere combinaties wat nader (zie tabel 26b) dan blijkt er we1 belangstelling te zijn voor een middelbare automatiserinsopleidingopleiding in software pakketten indien dit met name samen gaat met opleidingen gericht op bediening van apparatuur enlof bestanden opbouwlbeheer. Geconcludeerd kan worden dat in termen van automatiseringsopleidingsniveau bijna 44% van de bedrijven belangstelling hebben voor een opleiding op hoog niveau, en dat 31% van de bedrijven in combinatie met softwarepakketten een opleiding wensen op middelbaar niveau. Een lage opleiding is voor 18% van de bedrijven voldoende.
7.2.Toekomstige ontwikkeling Op de vraag of het bedrijf plannen heeft m.b.t. uitbreiding van de automatisering, werd door ruim de helft van de bedrijven beantwoord dit op korte of lange termijn te willen doen (tabel 27). Volgens de toelichting van de bedrijven wil men in bijna alle gevallen de capaciteit van de computer of het automatisch productieproces uitbreiden of beter benutten. Welke gevolgen heeft de uitbreiding t.a.v. meer personeel? In tabel 28 blijkt dat van de 34 bedrijven die uitbreiding verwachten er slechts 10 bedrijven denken daarvoor meer personeel in dienst te nemen. De eisen die men stelt aan automatiseringsmedewerkers, overigens beantwoord door 8 bedrijven is in tabel 29 weergegeven. Tabel 27. Plannen tot automatiseringsuitbreiding ja, binnen 1 jaar ja, lange termijn neen weet niet Totaal
I 1
3 66
/ 1
4.5 100,O
Tabel 28. Bij uitbreiding meer personeel nodig ja neen weet niet Totaal
'
abs. % 10 29,4 21 61,8 3 8.8 34 100.0
Tabel 29. Door 18 gegnqugteerde bedrijven genoemde kennis c.q. vaardigheid op automatiseringagebied abs. programmeur geen specifieke automatiseringsvaardigheid we1 branche gerichte opleiding data typist(e) hard-ware kennis informatics opleiding systeembeheer geen eisen (laag niveau) type ervaring Totaal Gezien het belang van deze vraag t.a.v. het doe1 van dit onderzoek, is de vraag uitgewerkt vanuit het basismateriaal. Uit de tabel blijkt dat specifieke hogere automatiseringsopleidingseisen minder dominant zijn, dan uit voorgaande hoofdstukken zou blijken. 10 bedrijven (41,6%) eisen een specifieke automatiseringsopleiding (programmeur, informaticaopleiding en systeembeheer). Geen specifieke automatiseringsopleiding maar we1 branche gerichte opleiding werd door 5 bedrijven als eia genoemd. Waarbij zo blijkt uit de toelichtingen, het bedrijf zelf zorgt voor een automatiseringsopleiding. Van de bedrijven die geen personeel nodig hebben gaven er 13 hiervoor een verklaring, name1ijk: 8 bedrijven zeggen de mensen zelf op te leiden. 2 bedrijven denken door efficignter te werken minder personeel nodig te hebben. 2 bedrijven willen efficignter werken met behoud van personeel 1 bedrijf werkt samen met een ander bedrijf.
7.3.Conclusies
-
-
de geznqugteerde bedrijven leiden in eerste instantie hun personeel zelf op t.a.v. automatisering; nieuw aan te trekken automatiseringsmedewerkers moeten met name voldoen aan de eisen van met name hogere en in mindere mate aan die van middelbare automatiseringsopleiding; branche specifieke opleiding is eveneens een vaak genoemde opleidingseis, waarna het bedrijf zelf zorgt voor een automatiseringsopleiding.
8. Medewerking aan te ontwikkelen autornatiseringsopleiding t.b.v.
werkzoekenden.
In de voorgaande hoofdstukken is een beeld gegeven van de geLnquCteerde bedrijven t.a.v. automatiseringspersoneel. Mede aan de hand van deze gegevens zal nu getracht worden automatiseringscursus(sen) te ontwikkelen voor de geinteresseerde werkzoekenden, of hen de mogelijkheid te geven een automatiseringsopleiding te laten volgen. Van belang is dat het bedrijfsleven bereid is kwow-how en computerapparatuur beschikbaar te stellen voor cursussen. Aan de geLnquCteerde bedrijven zijn een tweetal vragen voorgelegd inhoudende een concrete vraag naar de bereidheid om medewerking te verlenen en mogelijke ideeLn voor een stageplaats. De bereidheid om medewerking te verlenen aan een automatiseringsopleidingsproject is weergegeven in tabel 30. Tabel 30. Bereidheid van bedrijven om medewerking te verlenen naar bedri jfstak Totaal Industrie Openbare nutsbedr. Bouwnijverh. en Install. Handel, Horeca + Rep. Bank en Ass. Overige dienstverl. Totaal
13
143
1
19
1
3
2 2 20 21
I
1
1
8
66
Het is zeer bemoedigend te kunnen vaststellen dat 43 van de 66 geLnquCteerde bedrijven (d.i. bijna 65%) positief reageerden. Van deze 43 bedrijven hadden 31 ideegn omtrent een stageplaats binnen het bedrijf en 12 bedrijven stelden zich beschikbaar om mensen rond te leiden in het bedrijf of informatie te geven. De 31 bedrijven hadden totaal 36 ideeen die in tabel 16 gecomprimeerd zijn tot een 10-tal categoriegn. Ook hierbij is het basismateriaal geraadpleegd gezien het belang van de vraag m.b.t. het doe1 van het onderzoek. Tabel 31. Aantal keren genoemde (stageplaats) ideeLn: aantal
(stageplaats) Ideegn na overleg stageplaats invullen branche gerichte opleiding bedieningen en opleiding algemeen administratieve opleiding (automatiseringsgericht) programmeren bediening apparatuur bestanden beheer werkervaringsproject v o m hard-ware gericht informatica opleiding TOTAAL
Bijlage 1 blad. 1
Een globaal overzicht van automstiseringsopleidingsinitiatieven in enkele gemeenten. Gemeente Heerlen In samenwerking met het Informatics Instituut Limburg, het Gewestelijk Arbeidsbureau, Volmac en enkele grote bedrijven is in 1984 een HBOautomatiseringscursus opgezet. Voorafgaand aan deze cursus is door het Economisch Technologisch Instituut Limburg in januari 1982 een vooronderzoek uitgevoerd 1). Het onderzoek werd gehouden onder een 11-tal grote bedrijven en onderwijsinstellingen. Doe1 van het onderzoek was het zichtbaar maken van een diskrepantie tussen vraag en aanbod van informaticapersoneel op de Zuidlimburgse arbeidsmarkt. I Geconstateerd werd een groot tekort asn geschoolde informatici en met name voor de functies van informetie-analist systeemontwerper (universitair of hbo-niveau) en programmeur (mbo, havolwo met wiskunde). Verwacht wordt dat de vraag naar lgeschoolde informatici met 4.5 B 7% I jaarlijks zal toenemen (met name,hbo-niveau). De informatici in het huidige peysoneelsbestand zijn voornamelijk door het bedrijf geschoold nadat zij in dienst zijn getreden. Voorts werd geconstateerd dat tijdens het onderzoek niet gebleken was dat het aantrekken van de categorie lagergeschoolde arbeidskrachten op problemen stuit. In het rapport wordt overigens daarop de volgende kanttekening geplaatst: "Terzijde moge we1 worden opgemerkt dat CCn en ander niet hoeft te betekenen dat kennis van informatica voor de hier bedoelde functies in de vooropleiding van de mensen kan ontbreken. In het algemeen kan worden gesteld dat de toenemende betekenis van de informatica in de maatschappij voor iedereen tenmidste een globale kennisneming vraagt van de belangrijkste elementen hieruit". Bovenstaande bevindingen komen in hoge mate overeen met de onderzoeksresultaten van dit rapport. Mede als gevolg van de uitkomsten is er in 1984 een HBO-cursus informatics van start gegaan.Men bedenke dat de cursus opgezet is voor het gebied Zuid-Limburg. De cursusduur is 30 weken B 5 dagen verdeeld over 2 semesters van 15 weken B 5 dagen. Het eerste semester is gelijk verdeeld in theorielessen en practicumlessen. Het 2e semester is een 4-daagse praktijkstage en 1 dag evaluatie. De cursisten moesten voldoen aan de opleidingseis HTSIHEAO, minimaal 1 jaar werkloos en een leeftijd van 19-26 jaar. De eerste groep studenten werden streng geselekteerd met als doe1 de cursus zoveel mogelijk kans van slagen te bieden om een vervolg van een dergelijke opleiding zoveel mogelijk veilig te stellen en de participanten te motiveren. Voorts werd i.v.m. het experimentele karakter de opleiding zo beperkt mogelijk gehouden tot 15 studenten. Eind September 1984 eindigde de cursus, slle studenten slaagden en werden door de participerende bedrijven in dienst genomen. Inmiddels is er een MBO-cursus gestart waarvan de opzet gelijk is aan de HBO-cursus en bedoeld voor de opleidingen gymnasium B, MTS en MEAO. 1) Vraag en aanbod van informatici in Zuid-Limburg ~ ~ ~ ~ - b l a a s t r i cmaart h t , 1982 A.S.M. Paulisse en W.C.M. Vermeulen
Bijlage 1 blad 2
Enschede In samenwerking met het Gewestelijk Arbeidsbureau is door het Centrum van Micro-Elektronica (CME) een automatiseringscursus opgezet voor werkloze werkzoekenden met minimaal een middelbare opleiding. De cursus is het gevolg van enerzijds de vraag uit het bedrijfsleven naar personeel van diverse vakgebieden die kunnen werken met computerapparatuur en anderzijds werkloze werkzoekenden "lets extra's" mee te geven waardoor de kansen op de arbeidsmarkt voor hen worden vergroot. De keuze om de cursus op MBO-niveau te geven ligt besloten in het feit dat het bedrijfsleven in de regio Enschede geinteresseerd is in een beter geschoold aanbod van personeel bekend met computergebruik. De cursus wordt gehouden bij en is ontwikkeld door het C.M.E. Het C.M.E. is ingesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om automatiseringscursussen in Nederland centraal te structureren. Men heeft 3 vestigingen, namelijk in Hengelo, Enschede en Eindhoven. Het C.M.E. is een zelfstandige Stichting gerelateerd aan de Technische Hogescholen waar ook ondersteuning uit plaatsvindt. Voor Groningen en binnenkort in Arnhem, Emmeloord en Zwolle zijn eveneens automatiseringscursussen opgezet die vergelijkbaar zijn met de cursus in Enschede. De cursus is verdeeld in een 6-tal beroepsgroepen, namelijk de secties: 1. bouw 2. metaal 3. elektrotechniek 4 . cijfermatig kantoormedewerkers (bijv. boekhouders) 5. secretariEle medewerkers (bijv. secretaresses) 6. restgroep waaronder bijvoorbeeld onderwijskundigen, personen met een commerci'&le achtergrond, en overige technische medewerkers etc. Per sectie kunnen 20 cursisten worden geplaatst. De cursisten mogen niet ouder zijn dan 40 jaar zij moeten ten minste een middelbare opleiding hebben en redelijke kansen hebben op de arbeidsmarkt
.
In septemberloktober is er een proefcursus gehouden waarna op 7 maart 1984 met de cursus is gestsrt. De belangstelling voor de cursus is groot. Voordat de cursus gestsrt werd hadden zo'n 200 B 300 personen zich spontaan aangemeld. Voorts zijn ter introductie van de cursus 2500 bedrijven uitgenodigd voor een open dag, 130 bedrijven reageerden hierop. Totaal zijn 600 personen opgeleid in 5 achtereenvolgende groepen. Het G.A.B. heeft de indruk dst 40% van de cursisten werk heeft gevonden. Niet duidelijk is of men met name werk gevonden heeft als gevolg van de opleiding. We1 krijgt het G.A.B. regelmatig reacties van sollicitanten dat door.bedrijven expliciet gevraagd is naar een eventueel gevolgde C.M.E.-cursus. Voorts bestaat de indruk bij het G.A.B. dat als gevolg van het volgen van de cursus de mensen weer gemotiveerd raken. Rotterdam Evenals in Enschede is de vraag naar automatiseringspersoneel van de bedrijven ?anleiding geweest een automatiseringscursus op te zetten voor werklozen. Het Gewestelijk Arbeidsbureau is hiervan de initiator.
Bijlage 1 blad 4
te zetten. De bedrijven konden hiervoor inschrijven. Het is de bedoeling dat het experiment tot de zomer 1986 plaatsvindt. Op dit moment is men bezig met het evalueren van het project waarbij enkele veranderingen in de opzet van het project doorgevoerd zullen worden.
Bijlage 2
Samenvatting van de beroepenkundige publikatie nr. 32 van de Directoraat-Generaal voor de arbeidsvoorziening In de beroepenkundige publikatie nr. 32 van de Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening, "Informatics functies en opleidingen", is een aantal functies omschreven en gerubriceerd in een viertal groepen, t.w.: a. systeemontwikkeling b. ondersteuning c. verwerking d. systeemgebruik. Het gaat hierom functies op het gebied van Handel/Kantoor. Onderstaand zijn de functies onderscheiden naar de 4 groepen en naar opleidingsniveau. HBO/WO a. systeemontwikkeling
b. ondersteuning
c. verwerking
MBO a. systeemontwikkeling
- projectadviseur - informatieanalist - systeemontwerper - technisch-wetenschappelijk programmeur - beleidsadviseur informatievoorziening - adviseur interne controle en beveiliging - adviseur methoden en technieken - gegevens bankbeheerder - adviseur apparatuur en systeemprogrammatuur - netwerkbeheerder - hoofd operateur - systeemprogrammeur - applicatieprogrammeur (praktijkdiploma programmeertaal)
c. verwerking
d. systeemgebruik LBO c. verwerking
-
netwerkoperateur (basismodulen AMBI) produktieplanner werkvoorbereider produktiebegeleider
-
operateur randapparatuur (orilintatie cursus informatica) console-operateur (basismodulen AMBI) datatypist (1.0.) beheerder magneetbanden en schijven (orilintatiecursus informatica)
applicatiebeheerder bestandsbeheerder
Bijlage 3
Door de gegnqueteerde bedrijven gebruikte toepassingen op de computer Toepassingen
aantal keren genoemd
1. financiZle boekhouding 2. branche gerichte toepassingen 3. boekhouding, administratie, voorraadbeheer 4. boekhouding, administratie 5. financigle boekh., boekh.. voorraadbeheer, adm. 6. boekhouding, adm., branche gerichte toepassingen 7. boekhouding, voorraadbeheer 8. adminstratie 9. boekhouding, adrn., finan. boekh. 10. fin. boekh., adrn., branche gerichte toepassingen 11. fin. boekh. adm. 12. voorraadbeheer 13. boekhouding, calculaie 14. fin. boekh., adrn., voorraadbeheer, calculatie 16. adrn., branche gerichte toepassingen 17. adm., voorraadbeheer 18. boekh., adm., calculatie 19. fin. boekh., calculatie 20. boekh. proces automatisering 21. computer komt binnenkort
Verklaring van de categoriezn van tabel 16 Boekhouding
Administratie
= alle boekhoudkundige handelingen zoals: boekhouding,
-
in-fverkoop, salaris administratie, financigle administratie verw. betalingsverkeer, financigle boekhouding, kastransacties, crediteurenfdebiteuren administratieve handelingen zoals: administratie van artikelen, voorraad, voorraadbeheer, bestel adrn., boekorder beheer, tekstverwerking, orderadministratie, productiefkantoorregistratie, correspondentie e.d.
Branche gerichte toepassing = procesautomatisering, engineering, etikettering, woningtoewijzingsysteem, steekproefanalyse, calculatie wetenschappelijk onderzoek, huurhandelingen, rekentechnische faciliteiten.
Bijlage 4
Genoemde merken computers/automatisering
1. IBM 2. MA1 3. NIXDORF 4. Honeywell Bull 6. Commodore 7. Wang 8. Hewitt Packet 9. Philips 10. Sharp 11. Digital 12. Micos 13. Witson lab 14. AMT 15. Data General 16. ARC 17. Erikson 18. Adam 6 Eva 19. Olivetti 20. Control data 21. ITT
22. 23. 24. 25. 26. 27.
28. 29. 30. 31. 32. 33.
AES Cromenco Shogar Appolo NCR Apple Alcatel Mae1 I COT 700 ICL Triumph Adler Mat Basic Four
aantal keren genoemd 15 8
6 5 4 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1
1 1
1 1 1 1 1 1 1 1
.................................................. Gesproken met: ................................................. M/v
Enque^tenumer:
........................................................... Funktie van de ondervraagde:.................................... Naam van het bedrijf: ........................................... D.D..
Hoewel het werkloosheidspercentage in de gemeente Almere nog onder het landelijk gemiddelde ligt,maart 1984 Almere: mannen (9,9%), vrouwen (15,5%); Nederland: manner? (17,4%), vrouwen (18,9%) is het noodzakelijk alert te blijven op de ontwikkeling van de werkloosheidsproblematiek. Vanuit de gemeente opereert onder voorzitterschap van de Wethouder Economische Zaken een Stuurgroep bevordering werkgelegenheid die initiatieven ontplooid om een bleeld te krijgen van de lokale werkgelegenheidsontwikkeling en deze te bevorderen. In deze Stuurgroep zijn ondermeer vertegenwoordigd, de Kamer van Koophandel, het RDK, de FNV, het CNV, de VBA, de winkeliersverenigingen van Almere-Haven en Almere-Stad, het arbeidsbureau, de R.IJ.P., het welzijnswerk, de sociale dienst, het bureau economische zaken en werkgelegenheid Scholengemeenschap de Meergronden. Deze Stuurgroep entameerde in 1982 een arbeidsmarktonderzoek 0.a. om inzicht te krijgen in de mate van afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Het doe1 van dit onderzoek was tevens te komen tot concrete werkgelegenheidsbevorderende initiatieven. E6n van deze initiatieven is de reeks werkervaringsprojecten die in januari.1984van start ging en waardoor jeugdige werklozen in de gelegenheid werden gesteld om gedt'rende cen half jaar werkervaring op te doen bij een in Almere gevestigd bedrijf. Een ander initiatief is te komen tot het opzetten van automatiseringscursussen in Almere. Enerzijds wordt hierdoor aan werkzoekenden een mogelijkheid geboden om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Anderzijds kan hierdoor cellicht enigszins aan de vraag naar automatiseringspersoneel door het Almeerse bedrijfsleven worden tegemoetgekomen. In deze enquste worden gegevens verzameld die nodig zijn voor.het opzetten van automatiseringscursussen in Almere. De bedrijven die met een vsegenlijst worden benaderd zijn geselecteerd uit het eerder genoemde arbeidsmarktonderzoek, waarin zij te kennen hebben gegeven over een computer te beschikken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders in opdracht v2n de gemeente Almere. De door de bedrijven verstrekte individuele gegevens zullen uiteraard strikt vertrouweli.jk worden hehandeld en uitsluitend voor bovengenoemde doeleinden worden gebruikt . Bij voorbaat danken wij u hartelijk voor uw medewerking
1
ENQUETE AUTOMATISERING EN PERSONEELSWERVING (ALMERE 1984)
I. ALGEMENE GEGEVENS la.
0
Aard van het bedrijf? 0 produktie 0 dienstverlenend 0 groothandel 0 detailhandel 0 overig nl.:
lb. Hoeveel personen (inclusief directie) waren per 1 rnei werkzaarn in of vanuit deze vestiging? mannen
vrouwen
a
4 ~u. 20-40 u
11. GEBRUIK VAN INFORMATIEVERWERKENDE APPARATUUR 2.
Voor welke doeleinden gebruikt deze vestiging automatiseringsapparatuur? 0 technisch wetenschappelijk 0 tekstverwerking 0 financiele administratie 0 cornbinatie van adrninistratie doeleinden 0 procesautornatisering 0 anders nl. :
3a.
Welke merk(n) apparatuur heeft u in gebruik?
3b.
Welke beheersvorm geldt ten opzichte van deze apparatuur merk app.
0 eigendom
0 huur 0 leasing 0 anders nl.
3c. Maakt uw autornatiseringssysteern deel uit van een groter geheel, b.v. netwerk of werkt het volledig zelfstandig? 0 zelfstandig 0 netwerk 0 beide 0 anders nl.
4.
In welk jaar is de eerste automatiseringsapp. in deze vestiging in gebruik genomen.
5a.
Door wie is de programmatuur voor de in deze vestiging in gebruik zijnde automatiseringsapparatuur geleverd of ontwikkeld?
0 machineleverancier (stan-
daard software) 0 softwarehouse/computerservice-
bureau 0 zelf ontwikkeld
0 overig, nl.
........ I
I
5b. Wordt er in deze vestiging gebruik gemaakt van de diensten van computerservicebureaus of softwarebureaus? 0 ja, soms 0 ja, altijd 0 ja, vaak 0 neen, eigen beheer 0 neen, overig:
;. ..
5c.
Indien ja: waar is dit bureau gevestigd? Almere Lelystad overig Flevoland regio Amsterdam, nl. in Het Gooi, nl. in 0 elders, nl. in 0 0 0 0 0
6.
.... ....
....
Welke geautomatiseerde.toepassingen/faciliteiten worden voor deze vestiging gebruikt? (s.v.p. aangeven) b.v.: salarisadm., boekhouding, in- en verkoop adm. e.d.
I
111. PERSONEEL
Opleiding 7.
Hoeveel personeelsleden werken met de aanwezige automatiseringsapparatuur en op welk niveau worden de faciliteiten (zie 0.a. opgave vraag 6 ) door hen gebruikt? b.v. boekhouding, salaris adm. e.d.
I
I
Welke automatiseringsopleidingen/trainingen hebben deze personeelsleden genoten t.b.v. het computergebruik alvorens en nadat zij bij deze vestiging - in dienst traden.
1
I
I
I
I
I
9.
Indien de opleidingen/trainingen zijn c.q. worden gevolgd na indiensttreding bij dit bedrijf: a . is dat gebeurd binnen het bedrijf,.bij
een onderwijsinstelling of instituut en met welke frequentie aantal x weken/ mnd ./ dgn.. eigen bedrijf elders, nl.
per week/ maand/* dgn.'
x X
-
X X
~
--
--
* aangeven wat van toepassing is b..indien elders, in welke plaats is de opleiding/training gevolgd? c. op welke kennis/vaardigheden was c.q. is de opleiding/training met name gericht?
10a. Bent u van rnening dat uw bedrijf nu over voldoende goed opgeleid personeel beschikt om de mogelijkhedenvan uw apparatuur volledig te benutten. 0 ja 0 neen 0 weet niet toelichting:
totaal aantal rnensdagen vanaf aanschaf app. aan opleiding besteed
lob. Bent u van mening dat het personeel dat in mindere mate bij de autornatisering is betrokken voldoende inzicht heeft in de aard en de aard en het belang van autornatisering in uw bedrijf om constructief te kunnen meedenken/werken aan een optimale benutting? 0 ja 0 neen 0 weet niet
toelichting:
11. Werving Van welke kanalen rnaakt u gebruik voor het werven van personeel dat in deze vestiging met automatiseringsapparatuur werkt? 1 t/m 3 : 1
=
I
le kanaal etc.
middelbaar
12.
-
Op welke gebieden richt u zich voor de werving van personeel dat in deze vestiging werkt met automatiseringsapparatuur? 1 t/m 3 : 1 = le gebied etc. hoger LeQstad Alrnere Overig Flevoland Noordoostpolder Gooi-/Vechtstreek Agglorneratie A'dam (A'dam, Diemen, Ouderkerke, Arnstelveen) overia Nederland
middelbaar
lager -
16a. Bent u van plan op korte termijn over te gaan tot uitbreiding van de automatisering in uw vestiging in Almere? 0 ja, binnen 1 jaar 0
ja, op langere termijn
0 neen 0
weet nog niet indien ja, gaarne toelichting
b. Betekent een eventuele uitbreiding tevens dat u behoefte zult hebben aan meer personee1 op automatiseringsgebied? 0 ja 0 neen, want 0 weet niet
c. Indien behoefte aan meer personeel, aan welke eisen moet worden voldaan m.b.t. de kennidvaardigheid op automatiseringsgebied?
13.
Hoe lang is ongeveer de gemiddelde zoekperiode voor persooeel op automatiseringsgebied dat u voor deze vestiging werft?
hoger (1
14.
mnd. 1 mnd. -4 mnd. 5-7 mnd. 8-10 mnd. 11-12 mnd. 7 1 2 mnd.
1
middelbaar
lager
-
I
A
.
Wat is uw mening over het Almeerse aanbod aan arbeidskrachten op automatiseringsgebied? 0 Het aanbod 0 Het aanbod 0 Het aanbod 0 Het aanbod
0
is is is is
ruim voldoende voldoende onvoldoende sterk onvoldoende
Het ontbreekt aan arbeidskrachten met de volgende opleiding/ervaring:
............................... ....................
Weet niet
15a. Indien er in Almere opleidingsmogelijkheden zouden bestaan, zou u daar in principe gebruik van willen maken? 0 ja 0 neen 0 weet niet indien neen, waarom niet:
b. Naar welke categorieen opleiding zou dan uw belangstelling uitgaan? 0 apparatuur gericht (bediening) 0 software pakketten
0 bestands beheer/opbouw 0 programmeren 0 systeem beheer/opbouw 0 anders nl :
.
17a. Gesteld dat uit de enquete zou blijken dat er behoefte bestaat aan een betere afstemming van vraag en aanbod m.b.t. automatiseringspersoneel, te bereiken door middel van opleiding van ondermeer werkzoekenden. Bent u dan bereid, zo mogelijk, medewerking te verlenen aan een opleiding in de vorm van bij voorbeeld het beschikbaar stellen van stageplaatsen, apparatuur, het organiseren van een rondleiding in uw bedrijf? 0 ja, in de volgende vorm:
0 neen, om de volgende reden(en) :
0 weet nog niet
17b. Zo ja, heeft u enige ideeen voor welke werkzaamheden en opleiding(en) u een stageplaats beschikbaar wil stellen?
Eventuele suggesties en opmerkingen:
WIJ DANKEN U HARTELIJK VOOR UW MEDEWERKING.