Richtlijnantwoorden van het examen van de FFP d.d. 18 juni 2010 Uitdrukkelijk zij vermeld dat het hier gaat om richtlijnantwoorden ten behoeve van de correctoren. Deze richtlijnantwoorden geven slechts een niet limitatieve opsomming van elementen zoals deze genoemd kunnen worden door de kandidaat.
1. Geef cijfermatig inzicht in het CBI van Antoine en Bine over 2010. Geef een aanvullende toelichting op de posten van het CBI.
Bepalen netto besteedbaar inkomen in 2010 (in €): Fiscaal BOX 1 A.O.W. (80%) S.P.M.S. Pensioen uit BV Stamrecht uit BV Lijfrente Salaris Autobijtelling (25%) Eigen woning forfait Rente E.W.S. Korting geringe E.W.S. Bijdrage ZVW (7,05% over max € 33.189) Bijdrage ZVW (4,95% over max. € 33.189 - 7.035) Bijdrage ZVW (7,05% over AOW € 7.035) Subtotaal box 1 Inkomstenbelasting
7.035 35.000 10.000 15.000 5.000
Subtotaal box 2 Inkomstenbelasting per saldo (25%) Subtotaal (transport)
Vrouw Fiscaal Besteedbaar
7.035 35.000 10.000 15.000 5.000 150.000 25.000 1.732 -/- 1.680 -/- 52 2.339
150.000
-/- 1.680
-/- 1.294 -/- 495
72.035
Subtotaal BOX 2 Dividend uit BV
Man Besteedbaar
150.000
177.339 -/- 24.595
-/- 85.213
45.651
63.107
150.000
150.000 -/-37.500
158.151
63.107
1
Man Besteedbaar
Vrouw Fiscaal Besteedbaar
Subtotaal (transport)
158.151
63.107
BOX 3 Ontvangsten Huur (netto) Rendement eff. depot L Bank 3,5% I Bank 4,0% G Bank 6,0% X Bank 2,5%
30.000 3.200 5.250 6.000 9.000 3.750
Fiscaal
Voordeel uit sparen en beleggen (4%) Heffing box 3 (30%)
Alg. heffingskorting Arbeidskorting (v=59)
Netto besteedbaar Benoemde posten Huur stallingruimte Contributie Jaarlijkse schenking kinderen Jaarlijkse schenking kleinkinderen Consumptieve Bestedingen Overschot vrij besteedbaar inkomen Saldo gezamenlijk vrij besteedbaar inkomen
39.415 -/-11.824
925
1.987 1.752
204.452
66.846
-/- 6.000 -/- 2.000 -/- 10.000 -/- 4.000
-/- 60.000
122.452
66.846
189.298
2
Berekening vermogensrendementsheffing box 3 voor 2010 (in €): Bezittingen Banktegoeden Effectendepot Grachtenpand Alkmaar Auto
Totaal: *) leegwaardecoëfficiënt = 60%
Schulden 600.000 80.000 552.500 Schuldig erkenning p.m. Drempel Grondslag box 3 1.232.500
Gemiddeld vermogen: Af: vrijstelling heffingsvrij vermogen (20.661 x 2 =) Grondslag:
200.000 5.800 1.026.700 1.232.500
1.026.700 41.322 -/-----------985.378
Heffing = grondslag x 4% x 30% , dus 985.378 x 1,2% = 11.824 De berekening van de waarde van het grachtenpand te Alkmaar is 30.000/650.000 = 4,6%, dan in categorie 85% x WOZ 650.000 = 552.500
1.1 Algemeen (incl. CBI) De adviesinkomsten maken een substantieel deel uit van de winst van de BV(‘s). Dat betekent dat de tot nog toe stabiele winst in de komende jaren wel zal gaan dalen omdat logischerwijs het aantal adviesuren zal gaan afnemen. Indien de advieswerkzaamheden van Antoine geheel worden beëindigd, zal er waarschijnlijk (nagenoeg) geen dividend meer uitgekeerd kunnen worden. Het CBI zou daardoor substantieel dalen (dividend is nu € 112.500 netto per jaar). De overige inkomsten zijn echter nog wel voldoende om aan het gewenste CBI te voldoen. Het lijkt er op dat de ‘normale’ cashflow van de BV (huur en rente) voldoende is om aan de uitkeringsverplichtingen te voldoen. De activa zijn wel gebonden. Dividenduitkering vanuit de activa zou onverstandig zijn in verband met de verwachte afname van de adviesinkomsten op termijn. Over 2,5 jaar gaat ook Bine met pensioen. Daardoor zal het gezamenlijk CBI verder dalen. Er wordt (normaliter) ruimschoots voldaan aan het gewenst CBI. Een forse teruggang in inkomen kan worden opgevangen, waarbij we geen rekening houden met een eventueel aflopend uitgavenpatroon door leeftijd. Na verhuizing naar Alkmaar eindigt de € 30.000 jaarhuur. Daarvoor in de plaats komt vervolgens het rendement op de overwaarde* na verkoop van ‘Amsterdam’. Voor het CBI zal dit echter een substantiële daling betekenen. Een rendement van € 30.000 op de overwaarde is niet aannemelijk. *) 315.000 -/- 24.000 = 291.000
3
We gaan uit van een gelijkblijvend vermogen aan het begin en einde van het jaar. Maar er zijn een tweetal gebeurtenissen, die op zich de aandacht verdienen. Te weten de schenkingen van € 200.000 in totaal en een fors CBI overschot, mede door de dividend uitkering. Deze twee zaken zouden het vermogen normaliter behoorlijk beïnvloeden. Het vermogen zal ook dalen door de grote schenkingen. Hier dient ook gelet te worden op de consequenties voor het CBI. Een ‘schenking op papier’ van € 200.000 tegen een rente van 6% kost jaarlijks netto € 12.000 CBI. De kinderen zijn geboren in Frankrijk. Het is niet gegeven dat dit invloed heeft op huidige situatie, maar wel goed om rekening mee te houden bij bijvoorbeeld het aankopen van een huis in Frankrijk. 1.2 Belastingen Na 1-1-2011 zal de huidige eigen woning (appartement) worden verkocht. Hierbij zal een eigen woning reserve worden gevormd ter grootte van de meeropbrengst boven de hypotheekschuld. I.c. (315.000 -/- 24.000) € 291.000. Deze eigen woning reserve moet worden geïnvesteerd indien een nieuwe eigen woning wordt aangekocht. Over dit bedrag zijn de eventuele financieringskosten niet fiscaal verrekenbaar. Nu Antoine en Bine verhuizen naar een pand dat reeds in hun bezit is en waarop geen financiering rust, zal de eigen woning reserve echter geen effect sorteren. Omdat het pand in Alkmaar, dat nu fiscaal eigen woning wordt, niet is gefinancierd, is ook geen eigen woning forfait van toepassing, het zogenaamde ‘Hillen-effect’. Antoine geniet geen salaris uit zijn eigen BV(‘s). Fiscaal moet hij in beginsel een gebruikelijk loon uitbetalen. Het gebruikelijke loon voor 2010 bedraagt tenminste € 41.000. Omdat Antoine DGA is van alle drie BV’s moeten in principe alle drie de BV’s het gebruikelijk loon uitkeren. Hij kan echter wel aannemelijk maken dat hij maar in één BV arbeid verricht. Het gebruikelijk loon voor de andere BV’s kan dan op nihil worden gesteld. Sinds 1-1-2010 kan bij een gebruikelijk loon van minder dan € 5.000 per jaar, het loon op nihil worden gesteld. Dit geldt voor 2 van de 3 BV’s sowieso. Het salaris behoeft niet per se te worden uitgekeerd uit de advies BV. Er kan ook met een ‘managementfee’ worden gewerkt. De advies BV betaalt de fee aan de beheer BV, die vervolgens salaris uitbetaalt aan privé. De Belastingdienst kan een fiscale correctie toepassen en het gebruikelijk loon alsnog toerekenen. Daarbij zal dan zeker gekeken worden naar de feitelijke (advies)werkzaamheden. Wellicht gaat de Belastingdienst akkoord met een fiscaal loon van nihil nu er pensioen wordt uitgekeerd. Uitgangspunt bij pensioen is immers dat dit de arbeidsbeloning vervangt. Opvallend in De Wit Beheer BV is de lagere werkelijke waarde van het pand ten opzichte van de waarde op de balans. Op basis van deze gegevens zou er ten laste van de fiscale winst een afwaardering van het pand kunnen plaatsvinden. Vraag daarbij in verband met het afschrijvingspotentieel is hoe hoog de WOZ-waarde nu is. Op het pand zal in het verleden zijn afgeschreven. Waarschijnlijk is er afgeschreven tot 100% van de WOZ-waarde (pand niet in eigen gebruik). Het pensioen op de fiscale balans dient steeds op actuariële basis gewaardeerd te zijn. We kunnen er dus vanuit gaan dat de € 150.000 de actuariële waarde per 31-12-2009 is. Per ultimo van elk jaar moet dit opnieuw worden berekend. 4
Omdat de pensioenreserve steeds actuarieel moet worden herrekend, kan het zijn dat op den duur de algemene reserve moet worden aangesproken om de pensioenuitkering vol te houden (langleven risico). De deelnemingen zullen zeker bestaan uit de aandelenbelangen in de beide werkmaatschappijen. Niet gegeven is of hier een stille reserve in zit. De deelnemingen zullen zijn gewaardeerd op kostprijs c.q. lagere bedrijfswaarde. Antoine en Bine zijn gehuwd, wonen op hetzelfde adres en voeren een gezamenlijke huishouding, zodat zij fiscaal partner van elkaar zijn en daardoor inkomensbestanddelen naar keuze bij hem of haar kunnen worden aangegeven. De fiscale inkomensbestanddelen die tussen partners kunnen worden toegedeeld zijn in dit geval per saldo de inkomsten uit de eigen woning en het inkomen uit aanmerkelijk belang. In het algemeen krijgt degene met het hoogste inkomen de aftrekposten toebedeeld in verband met een eventueel tariefsvoordeel. De klassieke auto die niet (steeds) in eigen gebruik is vormt in principe onderdeel van de heffingsgrondslag voor box 3. De waarde is echter niet gegeven. De beide kinderen van Antoine en Bine komen nog in aanmerking om de verhoogde schenkingsvrijstelling bij schenking van ouders aan kinderen te genieten, tenzij daar in het verleden al gebruik van gemaakt is (niet gegeven). Voorwaarden voor de verhoogde schenkingsvrijstelling voor 2010 zijn: • Een vrijstelling voor kinderen tussen 18 en 35 jaar van eenmalig € 24.000. • Als de schenking wordt aangewend voor de aankoop van een woning of voor een (dure) studie, dan geldt een vrijstelling van € 50.000 per kind tussen 18 en 35 jaar. • De jaarlijkse vrijstelling geldt niet in het jaar dat de verhoogde vrijstelling wordt benut. • Op de vrijstelling moet een beroep worden gedaan bij aangifte. Voor schenking aan kinderen geldt een jaarlijkse vrijstelling van € 5.000 per kind. Voor kleinkinderen € 2.000. Het is heel verstandig van Antoine en Bine om hiervan gebruik te maken gelet op hun vermogen. De autobijtelling van de Porsche is fors en kost netto 52% van € 25.000 = € 13.000. Zij kunnen het betalen, maar het is te overwegen om te kijken of Bine onder de 500 privé km kan rijden. Voor € 13.000 per jaar kun je een aardige auto leasen/kopen. Over de belastbare waarde van de auto moet de werkgever loonheffing inhouden. Doordat de fiscale bijtelling wordt belast via de loonadministratie, wordt daarover ook de bijdrage voor de ZVW berekend (i.c. is dat n.v.t. vanwege salaris boven maximumgrens ZVW). Over de bijtelling worden geen premies WW en WIA geheven. Bine’s auto van de zaak wordt door haar per 31-12-2012 privé overgenomen voor € 20.000. Dan stopt de fiscale bijtelling. Omdat Antoine en Bine gezamenlijk tenminste 30.000 km privé rijden levert een afweging, om de auto eerder over te nemen naar privé, waarschijnlijk geen voordeel op. Tegenwoordig wordt de WOZ-waarde jaarlijks aangepast. Dit kan betekenen dat de belastingheffing elk jaar anders is. Het is niet bekend hoe lang de renteaftrek nog geldt, maar het ligt voor de hand dat de lening reeds op 1 januari 2001 bestond waardoor de renteaftrek doorloopt tot 2031.
5
Inzake het uitgekeerde dividend zal de BV 15% dividendbelasting inhouden Later bij de aanslagregeling inkomstenbelasting is nog eens 10% verschuldigd (box 2). Dit kan een tijdelijk liquiditeitsvoordeel opleveren. In de CBI berekening is ervoor gekozen om per saldo 25% belasting te nemen als kostenpost. 1.3 Recht Antoine en Bine hebben bij hun huwelijk geen huwelijksvoorwaarden opgemaakt. Dat betekent dat ze volgens het wettelijk stelsel zijn gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Antoine en Bine zijn gehuwd in algehele gemeenschap van goederen, dat betekent dat alle vermogensbestanddelen gezamenlijk eigendom zijn, behalve het pand te Alkmaar. Er is geen sprake van een testament. Dat betekent dat bij overlijden het wettelijk erfrecht van toepassing zal zijn. Antoine en Bine hebben twee kinderen. Het wettelijk erfrecht betekent dat er bij overlijden drie erfgenamen zullen zijn, te weten de langstlevende en de beide kinderen. Bij overlijden erven de drie erfgenamen elk 1/3e van de nalatenschap en dat is in principe (zonder bijzondere bepalingen) de helft van het totale vermogen, waaronder nu ook het pand te Alkmaar. Het wettelijk erfrecht houdt in dat de kinderen hun erfdeel ontvangen als een vordering op de langstlevende. De vordering van de kinderen is pas opeisbaar bij overlijden van de langstlevende. Het pand in Alkmaar is onder uitsluiting verkregen. Dit maakt dus geen deel uit van het gezamenlijk vermogen. Bij overlijden van Antoine vererft het echter volgens de wettelijke regels. Antoine en Bine zijn gehuwd in Nederland. Zij hebben beide de Nederlandse nationaliteit. Hun eerste huwelijksdomicilie was Nederland. Dat betekent dat krachtens Nederlands IPR op het huwelijk het Nederlandse civiele recht van toepassing is De effecten bij de internetbroker voldoen waarschijnlijk aan het criterium ‘excution only’ (geen advies), dat wil zeggen dat Antoine en Bine op grond van de Wft helemaal zelf verantwoordelijk zijn voor hun beleggingskeuzes. 1.4 Pensioenen, sociale zekerheid en verzekeringen Antoine is statutair directeur en enig werknemer in zijn eigen BV(‘s). Dat betekent dat er geen gezagsverhouding is. Hij is dan niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Antoine is al 65 geweest. Hij kan geen gebruik meer maken van de jaarruimte van de lijfrenteaftrek. Bine kan dat nog wel. Zowel Antoine als Bine kunnen nog gebruikmaken van de inhaalaftrek. Voor beide geldt het verhoogde maximum van € 13.490 per jaar (55+). In de CBI berekening is een korting op de AOW toegepast, omdat Antoine en Bine 10 jaar in Frankrijk hebben gewoond. In deze 10 jaar is in Nederland geen AOW opgebouwd (van vrijwillige opbouw is in de casus geen sprake). De korting bedraagt 2% per jaar (tussen 15 en 65 jaar). Wellicht dat Antoine en/of Bine recht hebben op een uitkering uit Frankrijk krachtens een vergelijkbare regeling als de Nederlandse AOW, omdat ze daar 10 jaar hebben gewoond. 6
Verder bestaat de mogelijkheid dat zij zich voor de buitenland periode vrijwillig hebben bijverzekerd. In het algemeen wordt deze verzekering als een relatief vrij kostbare aangelegenheid beschouwd ten opzichte van de te verwachten uitkering. Antoine heeft recht op een partnertoeslag in de AOW, vanwege zijn jongere partner. Deze toeslag wordt gereduceerd tot nihil vanwege de eigen inkomsten van Bine. Het is duidelijk dat in de Beheer BV geen echt risico wordt gelopen, waardoor zowel de stamrecht als ook de pensioenvoorziening veilig zijn. Blijkbaar heeft Antoine bij zijn pensionering niet voor de mogelijkheid gekozen om het pensioen of stamrecht af te storten bij een erkende verzekeraar. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat mensen die er de voorkeur aan geven tijdens de opbouwfase zelf de ‘touwtjes in handen te nemen’, ook in de uitkeringsfase zelf het beleggingsbeleid willen bepalen. Bij pensioen/stamrecht in eigen beheer speelt de kostenfactor (hogere kosten bij een verzekeraar dan bij de eigen BV) vaak een rol, alsmede het langlevenrisisco. 1.5 Sparen, beleggen en financieringen De woningfinancieringsschuld is zeer gering ten opzichte van de waarde van het pand. Aflossing is in de casus niet gegeven. Het is waarschijnlijk dat er periodiek afgelost is of dat er een aflossing heeft plaatsgevonden vanuit een kapitaalverzekering, waarbij dit bedrag als restschuld is overgebleven. Van het beleggingsvermogen ad € 680.000 is € 60.000 (8,8%) belegd in zakelijke waarden (risicodragend). De rest is risicomijdend. Hier is sprake van een zeer gematigd risicoprofiel. In de asset mix van het belegbaar vermogen is geen rekening gehouden met onroerende zaken. Het verhuurde pand zou hiervoor kwalificeren, maar dat wordt op korte termijn verkocht. De beleggingshorizon van Antoine en Bine is gemiddeld nog ongeveer 12 jaar, uitgaande van de statistische levensverwachtingen. Het is verstandig om dan een gematigd risicoprofiel te hebben. Zij voldoen hier al aan. Als de doelstelling is om het belegd vermogen via vererving in de familie te houden, dan kan rekening worden gehouden met een langere beleggingshorizon. Omdat het belegd vermogen van Antoine en Bine nauwelijks is gespreid zou wellicht bij een betere spreiding het risico kunnen worden verlaagd, waarbij de rendementsverwachting gelijk blijft (optimalisering asset mix). Het is ook te verdedigen dat als Antoine en Bine genoeg inkomen hebben voor de rest van hun leven, zij alsnog kiezen voor een grote aandelenbelegging / meer risico omdat ze nu meer tijd hebben om hier aandacht aan te besteden. Dit wil overigens niet zeggen dat dit meer rendement garandeert. De beleggingen in de vorm van spaargeld zijn verdeeld over 4 banken. Dit betekent 4 maal € 150.000. Bij het huidige depositogarantiestelsel betekent dit een risico per bank van € 50.000 tenzij de rekeningen op beider naam staan. De garantieregeling geldt per rekeninghouder. Het achtergestelde deposito valt niet onder de desbetreffende garantieregeling, aangezien hier bijzondere voorwaarden gelden, waardoor de rente hoger is dan op een normaal deposito. In de faillissementsafwikkeling van DSB loopt hierover nog een procedure. De beleggingen bij de internetbroker zijn niet talrijk. Het is blijkbaar een bewuste keuze om hierbij geen gecertificeerde beleggingsadviseur in te schakelen.
7
Het pand wordt nu nog verhuurd en levert netto bijna 5% op. Dit pand zien zij niet echt als een belegging meer want ze gaan er zelf gebruik van maken. In feite kun je stellen dat de Beheer BV ook een belegging is. Er wordt belegd in een pand en er staat geld op de bank voor de pensioen en stamrechtuitkering.
8
2. Geef cijfermatig aan hoe groot het vermogen is met daarbij onder welke fiscale box het vermogensbestanddeel valt. Berekening vermogen voor 2010 (in €): Bezittingen Eigen woning Banktegoeden Effectendepot Grachtenpand Alkmaar Klassieke auto’s (deels box 3) De Wit Beheer BV EV Afwaardering pand Pensioen en stamrecht Overschot Totaal
315.000 600.000 80.000 650.000 p.m. 570.000 -150.000 p.m. p.m. 2.065.000
Box 1 Box 3 Box 3 Box 3 Box 3 Box 2 Box 2 Box 1 Box 3
24.000 1.841.000 200.000 p.m. p.m. 2.065.000
Box 1
Schulden Woningfinanciering Eigen vermogen Schenkingen, eenmalig Belastinglatenties Aanmerkelijk Belangheffing
Box 3 Box 1 Box 2
9
3. Geef uw analyse en advies voor Antoine en Bine in het kader van hun financiële planning. 3.1 Algemeen (incl. CBI) Nu Antoine geen onderneming meer drijft, kan de vennootschapsstructuur in principe worden vereenvoudigd. Wellicht kunnen BV’s worden gefuseerd. Dit levert ook een klein financieel voordeel op doordat minder accountantskosten en contributies (zoals KvK) hoeven te worden betaald. De jaarwinst is een totaal van alle drie vennootschappen. De onderlinge winstverdeling is niet bekend. Als De Wit Anesthesist B.V. geen activiteiten meer heeft zou deze wellicht nog fiscaal compensabele verliezen kunnen hebben. Zo niet dan zou de BV ook kunnen worden geliquideerd. Antoine is enig aandeelhouder en bestuurder van zijn BV’s. Jaarlijks dienen de financiële gegevens van de drie BV’s te worden gepubliceerd. In dat kader kunnen derden alle gegevens opvragen bij de Kamer van Koophandel. Na overlijden van één van beide kan aan de CBI wens worden voldaan. Voor Antoine zolang hij zijn advieswerkzaamheden volhoudt. Voor Bine zolang zij werkzaam is. Over het pensioen van Bine is niets bekend. Bij overlijden van Antoine na Bine’s pensionering zal haar inkomen fors terugvallen. De pensioen- en lijfrente-uitkeringen worden voor 70% voortgezet, maar de adviesinkomsten zullen abrupt stoppen. Of dan nog aan het CBI kan worden voldaan is dus vooral afhankelijk van het pensioen van Bine. 3.2 Belastingen Antoine en Bine hebben nog een zeer geringe eigen woning schuld. Overwogen moet worden om deze af te lossen. Waarschijnlijk is het voordelig om af te lossen als Bine 65 jaar wordt. Dat zal op dat moment onderzocht/berekend moeten worden, rekeninghoudend met het ‘Hillen-effect’ (vervallen bijtelling eigen woning forfait na aflossing), de hoogte van de rente en de gemiddelde opbrengst van de beleggingen. Het is de moeite waard om uit te rekenen of het toch niet verstandig is om salaris uit te keren uit de BV. Dit met name door de fiscale faciliteiten zoals bijvoorbeeld de doorwerkbonus en de arbeidskorting. De balansverhoudingen van de deelnemingen zijn niet gegeven. Hierin kan nog een stille reserve zitten, waarover later nog afgerekend dient te worden in de vennootschapsbelasting. Een financieel planner zou dit kunnen inventariseren. Fiscale eenheid wil zeggen dat er uiteindelijk voor de drie vennootschappen maar één belastingaanslag zal worden opgelegd. Het voordeel van een fiscale eenheid is met name de directe fiscale compensatie als één van de vennootschappen verlies maakt en de andere vennootschappen winst. Bij Antoine is een fiscale eenheid niet echt een noodzaak uitgaande van het feit dat zijn adviezen winst opleveren. Dat valt af te leiden uit de totale winst, die wordt namelijk niet gerealiseerd in de beheervennootschap. Pandhuur waarschijnlijk ongeveer € 30.000 en rente circa € 7.000 en daar gaan de kosten nog vanaf. Dus adviezen leveren meer dan 100.000 per jaar op. Antoine kan overwegen om een auto van de zaak te nemen. Waarschijnlijk rijdt hij nu in één van zijn oude Citroëns. Een berekening auto van de zaak of privé is door hun adviseur te maken. 10
Een dividend uitkering kan beter direct na de jaarwisseling plaatsvinden in plaats van vlak vóór het einde van het jaar. De netto opbrengst wordt gelijk meegenomen in de grondslag voor box 3. Aangezien het pand een lagere werkelijke waarde heeft dan op de balans vermeld, is het waarschijnlijk voordelig om het pand over te hevelen naar privé. Break-even punt dient dan te worden berekend met in achtneming van alle relevante factoren. Als het pand wordt overgeheveld naar privé dan moeten we rekening te houden met de overdrachtsbelasting. Daarnaast is het meestal aantrekkelijker om de huurinkomsten in box 3 te genieten dan in de BV. Bij overheveling van het pand naar privé zal gelet moeten worden op de cashflow in verband met de uitkeringsverplichtingen. Afhankelijk van de oorzaak van de waardedaling van het pand, is het te overwegen om in plaats van het pand in eigen vermogen te houden, het over te dragen aan de kinderen eventueel in combinatie met een schenking. Wellicht profiteren van de samenloop van overdrachtsbelasting en schenkbelasting. Het is zinvol om goed te letten op de waardebepaling voor de WOZ, vooral als de waarde is gedaald in verband met de economische situatie. De WOZ-waarde wordt fiscaal immers steeds meer gebruikt (OZB, IB, SW…). Het is de moeite waard om in dat kader de verkoopprijzen van vergelijkbare woningen (referentiewoning is op te vragen bij de gemeente) in de omgeving in de gaten te houden. Daarbij is het van belang om op de peildatum te letten, die ligt vaak 1 jaar eerder dan het belastingjaar. 3.3 Recht Antoine geniet geen loon, maar verricht wel werkzaamheden voor zijn BV(‘s). De BV hoeft geen schriftelijke arbeidsovereenkomst met hem te sluiten, tenzij hij daar als werknemer expliciet om vraagt. In een dergelijke arbeidsovereenkomst kunnen wederzijdse rechten en plichten worden vastgelegd. Als Antoine en Bine willen afwijken van het wettelijk erfrecht, bijvoorbeeld door een renteafspraak te maken over de erfdelen aan de kinderen, dan moeten zij een testament opmaken. Antoine en Bine zijn al op leeftijd. De kans is groot dat in de loop der tijd een aantal emotionele zaken zijn aangekocht of verkregen. Het verdient dan de aanbeveling om de bestemming na overlijden aan te geven in een testament. Antoine en Bine willen per 1-1-2011 zelf verhuizen naar het nu nog verhuurde pand in Alkmaar. Volgens de casus is hier sprake van verhuur met een einddatum. Op deze einddatum moeten ze de huurder wel vragen het pand te ontruimen. Zijn ze hier laks in, dan kan de huurder blijven wonen en heeft dan vervolgens recht op huurbescherming (risico). Als (de familie van) Antoine wil dat het pand in Alkmaar -dat hij onder uitsluiting heeft geërfd- na zijn overlijden in de familie blijft, dan moet Antoine dat nu zelf in zijn testament regelen. Een testament kan ook belasting besparen. Te denken valt aan legaten voor kleinkinderen, wijziging van het erfdeel van de langstlevende echtgenoot, de bedrijfsopvolgingsfaciliteit, oprentingsmogelijkheden, de quasi wettelijk verdeling om zo meer tijd te hebben om een flexibele verdeling overeen te komen.
11
Omdat Antoine en Bine al kleinkinderen hebben is een testament met voorziening voor de kleinkinderen te overwegen waarbij de positie van de nog eventueel komende kleinkinderen mee moet worden overwogen. Het meest voorkomende testament is nog steeds het combinatietestament . Een groot voordeel is de flexibiliteit van dit testament. Het nadeel is dat bij afwijking van de eerste keus er overlegt dient te worden met de andere erfgenamen, vaak de kinderen. In casu lijkt dit geen probleem. Schenken met grip kan ook door bij de (notariële) schenking een bewind in te stellen. De ouders kunnen dan bewindvoerder zijn. De kinderen zijn dan feitelijk alleen de bezitters van het vermogen, maar niet de bestuurders (geen zeggenschap). Nadeel van deze vorm is dat (de zin van) het bewind door de kinderen juridisch kan worden aangevochten. Schenken met grip kan ook door vermogen onder te brengen in stichting(certificeren van vermogen). Certificaten van de stichting(bewijzen van deelnemerschap, geeft de economische eigendom) kunnen dan (periodiek) worden geschonken aan de (klein)kinderen. Doordat de stichting een rechtspersoon is, geeft deze vorm van schenken met grip meer zekerheid dan veel andere vormen. De schenkingen door Antoine en Bine kunnen door de kinderen ‘vrij van recht’ worden verkregen. De hoofdregel is dat de verkrijger de schenkbelasting betaalt. In dit geval betaalt de schenker de verschuldigde belasting Schenken ‘met grip’ kan onder meer door een schuldigenerkenning uit vrijgevigheid, of door het geschonkene direct weer terug te lenen van de kinderen. Het schuldig erkende c.q. terug geleende bedrag wordt dan pas opeisbaar gesteld bij het overlijden. Aan schenking d.m.v. schuldigerkenning of teruglenen zijn wel een aantal voorwaarden verbonden zoals een notariële akte en het rekenen van een rente van 6% die ook werkelijk jaarlijks dient te worden betaald. Dit rentepercentage wordt in de Successiewet genoemd. 3.4 Pensioenen, sociale zekerheid en verzekeringen Antoine is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen omdat hij ouder is dan 65 jaar. In casu is dat ook niet nodig gelet op het inkomen en vermogen. Antoine hoeft zich in principe niet privé te verzekeren. Ook is het verstandig om te kijken naar de stamrecht- en pensioenverplichting. Hoe is de verhouding tussen de hoogte van de uitkeringen en de het gereserveerde kapitaal op de bankrekening. De BV loopt een langleven-risico, hetgeen kan betekenen dat de activa op den duur uitgeput raken en bijvoorbeeld het pand moet worden verkocht.
12
3.5 Sparen, beleggen en financieringen De hypotheekrente van 7% is in deze tijd relatief hoog te noemen. Het gaat niet om grote bedragen, maar het lijkt de moeite waard om toch met de bank te overleggen inzake mogelijkheden. Er hoeft in ieder geval geen risico opslag in het tarief te zitten. De hypotheekrente bedraagt 7%. Na belastingbesparing -los van het ‘Hilleneffect’- van stel 50% betekent dat netto ca 3,5%. Dat is hoger dan de netto rente op het spaargeld (4%-1,2%IB=2,8%). Als er geen sprake zou zijn van verkoop op korte termijn, moet geadviseerd worden om de lening af te lossen uit eigen geld. Daarbij moet dan wel rekening gehouden worden met eventuele boeterente. Het huidige appartement wordt verkocht en daarvoor ontvangen zij € 315.000. Aan te raden is om op dit mutatiemoment een adviseur in te schakelen die vervolgens kan kijken wat de mogelijkheden zijn. Het is te adviseren om nog eens goed te kijken naar de bankrekeningen. Wellicht nog meer spreiden om risico’s volledig te vermijden. Zeker gelet op het feit dat bij verkoop van de eigen woning er meer dan € 300.000 bijkomt. Alle saldi staan op dit moment 2 jaar vast. Advies is om in de looptijd meer te spreiden. Dat is ook uit risico aspect beter (renterisico). Het is -gelet op de vermogensverhoudingen (spreiding, horizon) en de te verwachten vermogensmutatie (verkoop pand)- zinvol om in aanvulling op de opmerkingen van de financieel planner dan toch een DSI gecertificeerd beleggingsadviseur in te schakelen om een gedegen advies te geven. Voor risicomijdende beleggers kan -als alternatief voor deposito’s- ook nog worden gekeken naar het rendement op maatschappelijke beleggingen (o.a. groen beleggen), waarbij een fiscaal voordeel het rendement naar marktconform kan tillen. Niet bekend is hoe groot het aandelenkapitaal van de BV is en of er sprake kan zijn van een kapitaalvermindering, waardoor er onbelast middelen van de BV naar privé zouden kunnen overgaan (bijvoorbeeld het pand). Alsdan zal voortaan ingeteerd worden op de activa om aan de uitkeringsverplichtingen te voldoen. De renteopbrengst op de bankrekening van de BV is naar verwachting op dit moment heel erg laag. Wellicht zijn er nog beleggingsalternatieven. Wel moet gelet worden op het risico in verband met de uitkeringsverplichtingen. Schenken is een vermogensoverheveling tijdens het leven. Het verdient aanbeveling voor Antoine en Bine een schenkingsplan op te stellen, waarbij gekeken wordt naar het verschil in afdracht van erfbelasting en schenkbelasting. Het nadeel van schenkingen is dat er een liquiditeitsnadeel optreedt. Afhankelijk van diverse wensen kan een omslagpunt berekend worden tot wanneer schenken voordelig is ten opzichte van vererven. Eenvoudig gesproken zal schenken binnen de lage tariefschijf ouders/kinderen (10% tot € 118.000) over het algemeen voordeliger zijn dan vererving ineens. Bij een schenkingsplan moet de CBI-wens uiteraard wel steeds als uitgangspunt blijven gelden.
13
Aangezien Antoine en Bine de eigen woning willen verkopen, kan het interessant zijn om dit te schenken aan één van de kinderen. Er kan dan geprofiteerd worden van de samenloop van overdrachtsbelasting en schenkbelasting. Antoine en Bine zouden de kinderen kunnen helpen met het financieren van de aankoop van een eigen woning. Voordeel is dat de rente bij de kinderen in beginsel aftrekbaar is in box 1, terwijl de renteopbrengst voor Antoine en Bine valt in box 3. De schenkingen van € 100.000 per kind kunnen het beste met een uitsluitingsclausule worden geschonken, ervan uitgaande dat Antoine en Bine het vermogen in de eigen familie willen houden. Deze clausulering werkt echter niet verder door dan tot het overlijden van de begiftigde.
14
4. Geef uw analyse en advies voor Antoine en Bine in het kader van hun financiële planning. Betrek hierbij ook het financieringsvraagstuk van de woning in Frankrijk vanuit Nederlands perspectief.
4.1 Algemeen (incl. CBI) Een huis kopen in het buitenland brengt extra risico’s met zich mee. Het is daarom aan te raden om een adviseur te raadplegen die meer over de (on)mogelijkheden kan aangeven 4.2 Belastingen Antoine en Bine willen straks ca 2 x 2 maanden per jaar in Frankrijk verblijven. Dat betekent dat ze in beginsel fiscaal in Nederland wonen. Zij zullen dan ook gewoon AOW e.d. blijven ontvangen op dezelfde wijze als voorheen. De Franse woning is fiscaal geen eigen woning en behoort naar Nederlandse inkomstenbelastingmaatstaven tot de grondslag van box 3. De Franse woning wordt op basis van het belastingverdrag tussen Nederland en Frankrijk voor de inkomstenbelastingheffing toegewezen aan Frankrijk. Dit gebeurt op basis van het zogenaamde situsbeginsel. Nederland geeft een tegemoetkoming ter voorkoming van dubbele belasting. De eventuele schuld die wordt aangegaan om de woning in Frankrijk aan te kopen, behoort voor de heffing (ook) toe aan Frankrijk. Bij overlijden wordt in Nederland erfbelasting geheven over het wereldvermogen. Er is geen belastingverdrag met Frankrijk op het gebied van erfbelasting. Nederland zal echter op basis van het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting eenzijdig een korting verlenen, omdat Frankrijk ook zal heffen over aldaar gelegen onroerende zaken. Omdat het Franse pand geen eigen woning is naar Nederlandse fiscale maatstaven, zijn de eventuele financieringskosten in Nederland niet fiscaal verrekenbaar. 4.3 Recht Na aankoop van een onroerende zaak in Frankrijk zal deze op basis van het Nederlandse civiele recht gaan behoren tot het huwelijksgoederen vermogen. Als alternatief kan worden overwogen -mits het de bedoeling is het huis in de familie te houden- om aan te kopen op naam van de kinderen. Bij overlijden geldt voor de in Frankrijk gelegen onroerende zaken het Franse erfrecht. Antoine en Bine moeten overleggen met hun notaris of het zinvol is hiervoor een testament op te stellen. 4.4 Pensioenen, sociale zekerheid en verzekeringen Pensioen kan ook opgebouwd worden in de vorm van een eigen belegging in onroerend goed. Antoine en Bine zijn al gepensioneerd en gebruiken hun (pensioen) geld om te genieten. Bij tegenslag of pensioentekort kan altijd nog de (2e) woning verkocht worden.
15
4.5 Sparen, beleggen en financieringen Reserves opbouwen voor later kan op diverse manieren. Het kan ook in privé door aankoop van een woning. Aangezien Antoine en Bine een goede oudedagsvoorziening hebben, kan de aankoop gezien worden als een belegging die bij financieel noodscenario ook weer verkocht kan worden. De Franse woning is uitsluitend bestemd voor eigen gebruik. Dat betekent dat de woning geen rendement zal opleveren (huur). Het is in beginsel niet zinvol de woning met geleend geld te betalen, tenzij met het eigen belegbaar vermogen een beter rendement kan worden gemaakt dan de te betalen financieringsrente. Aangezien Antoine DGA is, kan hij de woning ook bij de eigen BV financieren. Deze financiering moet geschieden tegen zakelijke marktconforme condities.
16
5. Geef uw analyse en advies voor Antoine en Bine naar aanleiding van deze aanvullende informatie. Besteed daarbij vooral aandacht aan haar mogelijkheden om met de drie bedragen de komende tijd te overbruggen. U hoeft niet opnieuw een CBI berekening te maken.
5.1 Algemeen (incl. CBI) Als Bine per ultimo 2010 stopt met werken moet ze nog ruim vier jaar overbruggen tot haar pensioen ingaat. De pensioeningangsdatum is 1-3-2015. Door overname van de auto moet eenmalig € 20.000 worden betaald, maar dan vervalt ook de fiscale bijtelling. Het inkomen van Bine zal de komende ruim vier jaren substantieel dalen. Indien het gehele bedrag (€ 210.000) gebruikt zou kunnen worden voor inkomensaanvulling dan betekent dat -zonder rekening te houden met rendement of kosten- een inkomen van ca € 50.000 per jaar in plaats van het huidige € 150.000. Rekeninghoudend met fiscale voor- en nadelen zou haar netto inkomen ten minste halveren. Het inkomen van Bine wordt substantieel lager. Ook is al geconstateerd dat de huurinkomsten niet gecompenseerd worden door het rendement van de belegging van de verkoopopbrengst van ‘Amsterdam’. Indien de adviesinkomsten van Antoine ook wegvallen, is het de vraag of nog voldaan kan worden aan het gewenst CBI. 5.2 Belastingen De ontslagvergoeding is progressief belast in box 1 als inkomen uit dienstbetrekking. De eenmalige ontslaguitkering kan worden omgezet in een periodieke uitkering. Daarvoor geldt de ‘omkeerregel’. Niet de eenmalige uitkering, maar de t.z.t. te ontvangen termijnen zijn onderwerp van heffing in box 1. Indien de eenmalige ontslaguitkering wordt omgezet in een periodieke uitkering, dan moet deze worden ondergebracht bij een verzekeraar of bij een andere rechtspersoon, eventueel een eigen BV, bijvoorbeeld één van de bestaande BV’s van Antoine. Indien de eenmalige ontslaguitkering wordt omgezet in een periodieke uitkering, dan moeten de uitkeringen op grond van fiscale jurisprudentie voldoen aan een sterftekans van ten minste ca 1% per jaar. Sinds 1-1-2010 kan een eenmalige ontslaguitkering ook worden gestort in een bankspaarvorm. Daarvoor geldt dan een looptijdcriterium i.p.v. de sterftekans. Bine kan uiteraard kiezen om m.b.t. de ontslagvergoeding verschillende mogelijkheden te combineren (direct ingaan, uitstellen). Zij kan op die manier progressievoordeel behalen (box 1 = progressief stelsel). Indien Bine de auto van de zaak privé koopt, moet een zakelijke prijs worden overeengekomen. Een te lage prijs wordt als inkomen uit arbeid fiscaal belast. Een te hoge prijs is winst voor de verkoper (werkgever/leasemaatschappij).
17
Voor de lijfrente uit de premiespaarregeling, waarvan de laatste premie is gestort in 2004, geldt dat -naast de lijfrentevormen in het huidige fiscale regime- een overbruggingslijfrente mag worden aangekocht. De termijnen van een overbruggingslijfrente mogen totaal per belastingplichtige maximaal € 63.288 per jaar bedragen. Voor de lijfrente uit de spaarloonregeling, waarvan de laatste premie is gestort in 2009, geldt dat -naast de lijfrentevormen in het huidige fiscale regime- een overbruggingslijfrente mag worden aangekocht voor de waarde die reeds was opgebouwd op 31-12-2005. Voor het daarna opgebouwde kapitaal -dus inclusief het rendement op het reeds op 31-12-2005 opgebouwde kapitaalgeldt dat uitsluitend gebruikgemaakt kan worden van de lijfrentevormen uit het huidige fiscale regime. Indien een deel van de ‘spaarloonlijfrente’ niet wordt ingezet voor de overbrugging tot 65 omdat dat niet mag i.v.m. fiscaal regime, kan worden onderzocht of het resterende kapitaal kleiner is dan € 4.146 en kan worden afgekocht. Over de afkoopwaarde van maximaal € 4.146 is wel inkomstenbelasting verschuldigd in box 1, maar geen revisierente. Het bedrag geldt per verzekeringnemer per verzekeraar. Als het deel van de ‘spaarloonlijfrente’ niet kan worden afgekocht, kan dit worden uitgesteld tot 65 jaar. Dan kan er eventueel een tijdelijke oudedagslijfrente van worden gekocht. Bine kan van de bankspaarlijfrente een tijdelijke oudedagslijfrente kopen, die ingaat op haar 65e jaar. De uitkering mag maximaal € 20.479 per jaar bedragen. Hierop dient de uitkeringsduur (eventueel) te worden afgestemd. I.c. zal dat niet nodig zijn aangezien de minimale uitkeringsduur 5 jaar bedraagt. Bij de ontslaguitkering voor Bine (‘gouden handdruk’ van € 150.000 ineens) dient rekening te worden gehouden met het risico van de boete in de loonheffing van thans 26% die aan de werkgever kan worden opgelegd als de ontslaguitkering fiscaal fictief als een ‘verkapte’ VUT-uitkering wordt aangemerkt. De boete in de loonheffing is in elk geval NIET van toepassing indien aannemelijk wordt gemaakt dat ontslag een gevolg is van bedrijfsreorganisatie (kwalitatieve toets) òf indien i.c. de uitkering -omgerekend naar een periodieke uitkering- inclusief andere uitkeringen in de overbruggingsperiode tot 65 niet meer bedraagt dan 70% van het genoten salaris (kwantitatieve toets). 5.3 Recht De werkgever (het ziekenhuis) moet voor het ontslag in beginsel een vergunning aanvragen bij het UWV. Bine kan hiertegen eventueel in beroep gaan bij de kantonrechter. De werkgever moet bij het ontslag rekening houden met de opzegtermijn uit de arbeidsovereenkomst. Er gelden wettelijke minimumeisen (i.c. zal dat gezien het arbeidsverleden 4 maanden zijn), waarvan alleen bij wederzijdse overeenstemming kan worden afgeweken. De mogelijkheid bestaat dat de werkgever Bine de keuze zal geven om de auto van de zaak in privé over te nemen. Haar besluit zal mede worden gebaseerd op de waarde versus de prijs.
18
5.4 Pensioenen, sociale zekerheid en verzekeringen Bij ontslag heeft Bine recht op WW. Naar alle waarschijnlijkheid -vanwege haar arbeidsverleden- voor de maximale uitkeringsduur van 38 maanden. Vanwege haar leeftijd (60+) heeft Bine na ontslag ook recht op een uitkering uit de IOW nadat haar WW-uitkering is beëindigd. Voordeel van deze regeling (die veel lijkt op de WWB) is dat er geen vermogenstoets en geen inkomenstoets bij de partner plaatsvindt. Nu Bine wordt ontslagen zal ook haar pensioenopbouw worden beëindigd. Gedurende de WW-uitkeringsperiode kan Bine een beroep doen op de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering. De instroom in deze regeling wordt beëindigd per 1-1-2011. Als overgangsmaatregel is aangekondigd dat instroom vanaf 1-1-2010 reeds beperkt zal worden. Zolang Bine nog geen 65 jaar oud is, kan ze nog steeds gebruikmaken van de lijfrenteaftrek voor aanvullende pensioenopbouw. Indien Bine de eenmalige ontslagvergoeding omzet in een periodieke uitkering, dient zij rekening te houden met kort- en langleven-risico. Bij de eigen BV is langleven een risico, bij de verzekeraar is kortleven een risico, tenzij een ‘contraverzekering wordt afgesloten.
19