Lesbrief
Reynaert,alive and kicking
Reynaert, alive and kicking Van DrentsJeugd TheaterDe Reus
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
2
Van den Vos Reynaerde
Lesbrief bij Reynaert, alive and kicking Een voorstelling door Drents JeugdTheater De Reus voor groep 7 en 8 van het primair onderwijs
3
Reynaert,alive and kicking
4
INHOUD Inleiding
6
Van den Vos Reynaerde, samenvatting
7
De geschiedenis van de tekst
8
Over de Middeleeuwen en ridderromans
9
Over Lezen en Schrijven
10
Tips voor het bezoeken van de voorstelling De nabespreking
12 13
Schrijfopdrachten, Recensie schrijven Acrostichon
15 16
Dierenrondeel
17
Klassengedicht
18
Sint Dracus en de Joor
19
Lessuggestie beeldende vorming
20
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
5
Reynaert,alive and kicking
INLEIDING
B
innenkort gaat u met uw klas kijken en luisteren naar een moderne bewerking van het beroemde middeleeuwse dieren-epos Van den Vos Reynaerde. In dichtvorm, verteld en gespeeld door acteur Sijmen de Jong van DJT De Reus. De kijkers worden door een zonderlinge verteller meegezogen in een aaneenschakeling van avonturen en belevenissen van de Vos. Met behulp van een speciale 'verteltafel', met ingebouwde geluiden, een rookmachine komt het verhaal tot leven. Speciaal voor deze 'theatrale tafelvertelling' maakte keramist Peter Hiemstra beeldjes van de hoofdpersonen uit het verhaal. Ze maken de voorstelling tot een visueel wondertje. Met de informatie in deze handleiding kunt u de leerlingen voorbereiden op de voorstelling en komt u meer te weten over de Reynaert. Ook zijn lessuggesties opgenomen om ná de voorstelling hierop voort te borduren. Wij wensen u en de kinderen veel plezier! Nicolette Leenstra consulent literaire vorming Kunst & Cultuur Drenthe De aktiviteiten hebben tot doel dat de kinderen: kennismaken met het verhaal en de achtergronden van de Reynaert. (dierenepos) hun kunstbeleving onder woorden brengen en al pratend nadenken over aspecten van de voorstelling en het verhaal. zich informeren over de middeleeuwen zich informeren over het maken van handschriften(manuscripten) zich de werking van rijm realiseren een rondeel of satirische tekst schrijven
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
6
Reynaert,alive and kicking
7
VAN DEN VOS REYNAERDE, SAMENVATTING
H
et is Hofdag in het dierenrijk; de dieren klagen bij Koning Nobel over de streken van Reynaert de Vos. Het dieptepunt is wel de komst van Cantecleer de Haan met zijn gezelschap, die de dode kip Coppe op een draagbaar meevoeren. Zij is door Reynaert doodgebeten. Bruun de Beer en Tibeert de Kater krijgen achtereenvolgens de moeilijke taak om Reynaert te dagvaarden. Voor beiden loopt het slecht af,Grimbeert de Das leidt Reynaert uiteindelijk wél naar het hof. Aan het hof wordt Reynaert aangeklaagd en veroordeeld tot de galg. Bruun, Isengrijn en Tibeert worden belast met de executie en gaan de galg oprichten. Intussen legt Rey;naert een openbare biecht af, opdat andere na zijn dood niet van zijn misdaden zullen worden beschuldigd. Deze biecht draait uit op een beschuldiging van Tibeert, Grimbeert en Isengrijn, die het plan hadden de koning te vermoorden en Bruun koning te maken. Dit was mogelijk door een schat, die in het bezit was van Reynaerts vader. Doordat Reynaert de schat gestolen heeft, is de aanslag echter mislukt. De koning wil de schat hebben en is bereid de vos het leven te schenken. Reynaert vertelt dat de schat zich bij de Kriekeput bevindt. Hij kan de koning daarheen echter niet begeleiden, omdat hij al drie jaar in de ban is; hij zal een boetetocht ondernemen naar Rome en Palestina. Isengrijn en Bruun worden gevangen genomen en een deel van Bruuns huid dient Reynaert tot pelgrimstas. De volgende dag vertrekt de vos, vergezeld door Cuwaert de Haas en de hofkapelaan Belijn, de Ram. Ze komen bij Reynaerts burcht, Maupertuus. Cuwaert gaat mee naar binnen. Reynaert bijt hem dood en stopt z'n kop in de pelgrimstas. Belijn mag deze "brief" aan de koning brengen en zeggen, dat hij geholpen heeft hem te schrijven. Reynaert verhuist met z'n gezin naar de wildernis. Als de koning merkt dat de brief in werkelijkheid de kop van de haas is, is hij zeer vertoornd. Firapeel, het luipaard, gaat de onschuldige gevangenen, Bruun en Isengrijn, bevrijden en zij verzoenen zich weer met de koning. Het is nu duidelijk, dat Reynaert allen weer grandioos heeft beetgenomen.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
8
DE GESCHIEDENIS VAN DE TEKST
H
et onbetwiste hoogtepunt van de middeleeuwse literatuur uit de Lage Landen is een satire: Van den vos Reynaerde, het verhaal over de rebelse Reynaert, die door list en bedrog het feodale dierenrijk waarvan hij deel uitmaakte volledig op zijn kop zette. Zowel adel, geestelijkheid als burgerij krijgen er duchtig van langs, en tussen de regels door wordt ook de middeleeuwse literatuur zelf (zoals de ridderepiek met zijn lachwekkende queesten) niet gespaard. Willem - 'die Madocke maecte' - schreef zijn satirische dierenverhaal in de dertiende eeuw (plm 1260, in Gent?), de periode van de grote ridderverhalen. Het oorspronkelijke publiek herkende alle elementen uit het verhaal dan ook direct: de hofdag waarmee het verhaal begint, de rechtszitting waarop de koning orde op zaken stelt, de paladijnen die hun heer van raad voorzien, enzovoorts. Maar alle normen en waarden volgens welke het middeleeuwse ridderleven hoorde te verlopen, worden in dit verhaal met de voeten getreden. De 'omgekeerde wereld' van het dierenverhaal, waarin dieren op menselijke wijze spreken en handelen, is bijzonder geschikt om mensen op indirecte wijze iets duidelijk te maken. Een dierenverhaal toont het publiek de wereld in spiegelbeeld: dieren treden handelend, denkend en sprekend op alsof het mensen zijn. Mensen worden daarentegen doorgaans als domme, instinctieve en redeloze wezens afgeschilderd. Door het publiek deze spiegel voor te houden, wordt daarmee eigenlijk gezegd: 'Kijk maar eens goed hoe jullie je gedragen'. Als bijkomend voordeel kan de auteur zijn beschrijving van de omgekeerde wereld volgens het principe 'man bijt hond' een komisch effect meegeven. Op die manier is het mogelijk om, zonder mensen bij name te noemen, op een aangename wijze commentaar of kritiek te geven op de manier waarop het er in de mensenwereld aan toegaat. Willem borduurde voort op een al bestaand Frans verhaal: Le roman de Renart. Koning Nobel de leeuw en de andere dieren komen hier al in voor. Maar Willem heeft het al vertalend scherpte en geestigheid meegegeven en nieuwe elementen in het verhaal gebracht. Zo is de Reynaert een op zichzelf staand kunstwerk geworden.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
9
OVER DE MIDDELEEUWEN EN RIDDERROMANS
M
et Middeleeuwen wordt de periode aangeduid in de Europese geschiedenis tussen 500 en 1500 na Christus.
De Hoge Middeleeuwen duurden van circa 1000 tot circa 1250. Het was de tijd dat in Europa de ridderordes opkwamen die de burgers beschermden tegen invallen van Noormannen en roversbendes. De ridders bouwden steeds mooiere kastelen. In het riddertijdperk bestonden er eigenlijk geen beroepslegers. Het was de vorst die in tijden van nood en oorlog zijn leenmannen bij elkaar riep en ten strijde trok. Naarmate de leenmannen machtiger werden, waren ze minder bereid om voor hun vorst als krijgsman op te treden. Daarom zocht de vorst steun bij de lagere adel, die hij tegen betaling in dienst nam als raadgevers en militairen: de ridders. Vanaf ongeveer 1100 werden in Europa talloze ridderromans gedicht. Het waren romans vóór en over de ridderstand. Op rijm, want dat lag beter in het gehoor. En in de volkstaal, want veel ridders verstonden geen Latijn. De mode van de ridderroman begon in Frankrijk. Veel Nederlandse romans zijn dan ook vertalingen uit het Frans. De meeste ridderromans spelen zich af aan en rond het hof van Karel de Grote of van koning Arthur. Maar ook over helden uit een verder verleden werden ridderromans geschreven. In de ogen van de middeleeuwers stonden grote helden uit het verleden op gelijke hoogte met de vooraanstaande ridders uit de eigen tijd. Van den Vos Reynaerde is in deze tijd geschreven en geeft er een pittig commentaar op.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
10
OVER LEZEN EN SCHRIJVEN ware
I
n de Middeleeuwen konden de meeste mensen, inclusief de rijken, niet lezen en schrijven. Dat was heel gewoon. De kloosters waren bronnen van geleerdheid en wetenschap. Veel kloosters hadden ‘grote’ bibliotheken waar geoefende monniken boeken overschreven en prachtig illustreerden. Ze deden dit staande aan schrijftafels in de schrijfzaal die scriptorium werd genoemd. Het overschrijven van boeken ( de drukpers was nog niet uitgevonden) vergde veel precisie en geduld; vandaar de term monnikenwerk. Manuscript betekent: met de hand geschreven. Al die oude boeken worden manuscript of handschrift genoemd. Perkament De schrijvers ( oftewel scribenten) gebruikten in Europa vooral perkament om op te schrijven: de gespleten huid van kalveren of lammetjes. Dat was erg duur materiaal. Papier werd aanvankelijk van lompen gemaakt en was nog erg vezelig en ook duur. Inkt en pen De inkt was een zure vloeistof gemaakt van galnoten. Later gebruikte men koolstof in olie. De schrijver strooide zand op de natte inkt om het werk sneller te laten drogen. Deze inkt werd in een hol buisje gedaan, gemaakt van riet of een veer van de kalkoen, gans of eend. Van de vogelveer (slagpen) is ook ons Nederlandse woord pen afgeleid. Deze pennen moesten steeds geslepen worden met een scherp mesje, een tijdrovend en secuur karwei. Een dwarse inkeping in het afgeplatte uiteinde zorgde ervoor dat de pen flexibel was. De geschreven teksten uit de Middeleeuwen werden rijk versierd, onder andere met miniaturen: kleine afbeeldingen die heel precies zijn geschilderd. Onderwijs In de dertiende eeuw volgden bevoorrechte leerlingen les in de abdijen. Ze maakten lange dagen en moeste strikt gehoorzamen. In de klas werd weinig gelezen en geschreven. De leerlingen kregen hun kennis door urenlang te luisteren naar hun leraar en door vragen te stellen. Leerboeken waren er niet. Aan het eind van de 15e eeuw verschenen de eerste Latijnse spraakkunstboeken.
Aktiviteit: Mooie letters schrijven met inkt en kroontjespen Afbeeldingen van Middeleeuwse Handschriften bekijken Miniaturen bestuderen
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
11
De laatste bladzijde van het handschrift van de Reynaert.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
12
TIPS VOOR HET BEZOEKEN VAN DE VOORSTELLING 1. Vóór de voorstelling Hoe kijk je naar een voorstelling? e kinderen waarschijnlijk wel vertrouwd met het kijken naar voorstellingen. Het is belangrijk dat ze zich realiseren dat een voorstelling 'live' Dis en gemaakt wordt waar je bij bent. Het gedrag van het publiek is van invloed op de kwaliteit van de voorstelling in positieve, maar ook in negatieve zin. Lopen, praten, eten en schuifelen stoort. Een goede aandacht maakt het leuker! Gesprek vooraf Bereid de kinderen voor op de voorstelling Middeleeuwen, leven aan het hof. Praat met de leerlingen over de middeleeuwen. Wanneer waren die? Hoe zag de maatschappij er toen uit? ( zie informatieve tekst, p. 9) Werd er toen dezelfde taal gesproken als nu? Denk ook aan Robin Hood: er waren mensen die in opstand kwamen tegen onrechtvaardige heersers. Reynaert de Vos is hier in zekere zin mee te vergelijken, hoewel zijn inborst minder goed is. Vertel dat het verhaal Van den Vos Reynaerde gespeeld en verteld gaat worden door een toneelspeler, onder de nieuwe titel Reynaert, alive and kicking. 2. De dag van de voorstelling Zorg dat u ruim op tijd aanwezig bent. Zorg dat de kinderen indien nodig naar het toilet zijn geweest. De kinderen kunnen het beste in groepen de zaal binnen komen. Leerkrachten gaan tussen de kinderen zitten. Na afloop van de voorstelling klapt het publiek om de speler te bedanken. Hoe mooier de voorstelling, des te langer het applaus. Na het applaus verlaten de leerlingen onder begeleiding en volgens afspraak de zaal.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
13
3. Na de voorstelling- de nabespreking Het klassikaal nabespreken van een voorstelling geeft een meerwaarde. Ten eerste is het interessant te zien en te horen dat ieder zijn eigen beleving heeft gehad. Het gaat dus om het uitwisselen van kijk-, luister- en belevingservaringen. Ten tweede is er een belangrijk taal-aspect aan: het leren verwoorden van gedachten, gevoelens en ervaringen. Nadenken over wat een ander ervan vindt. Je een mening vormen. Al uitwisselend ontdekkingen doen over de voorstelling. Er zijn geen goede of foute opmerkingen. Tevens kunnen door gerichte vraagstelling filosoferende gesprekken op gang komen. Het is raadzaam zoveel mogelijk open vragen te stellen. Vermijd na een gegeven antwoord de 'Waarom'-vraag. Een heel handige aanloopzin is: 'Vertel eens….' ( zie ook het boek Vertel eens van Aidan Chambers, Querido 1995, erg interessant om meer te halen uit boekbesprekingen) Basisvragen voor de nabespreking Leuk Wat vond je leuk, mooi of goed aan deze voorstelling? Wat is je opgevallen? Wat vond je heel speciaal, erg mooi, supergrappig of spannend? Wat had nog langer mogen duren? Niet leuk Wat vond je niet leuk? Waren er momenten of gedeelten die je vervelend, naar of vreemd vond? Welke? Was er een moment waarop het verhaal niet meer boeide? Wanneer was dat? Vertel eens Moeilijk Snapte je iets niet? Wat was er moeilijk of onduidelijk? Wat gebeurde er dat je nog nooit eerder gezien, gehoord of meegemaakt hebt? Op welk(e) moment(en) kon je het verhaal niet meer volgen? Waar kreeg je een vervelend gevoel bij? Zit er volgens jou iets in dat niet klopt? Patronen, verbanden Zag je bepaalde patronen of verbanden? ( toelichten: dingen die herhaald worden of die met elkaar te maken hebben) Wat was steeds hetzelfde Wat kwam steeds terug? Herkende je iets uit andere situaties of verhalen?
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
14
Toeschouwersvragen Toen je in de zaal zat en de voorstelling was nog niet begonnen, wat dacht je toen dat het voor voorstelling was? Wat bracht je op die gedachte? Hoe denk je daar nu over? Ken je andere voorstellingen of verhalen die hierop lijken? Welk deel van de voorstelling zou je nog eens willen zien? Als de (schrijver en de maker en de) speler van dit stuk je zouden vragen wat er anders of beter zou kunnen, wat zou je dan zeggen? Was er iets in deze voorstelling dat je zelf wel eens hebt meegemaakt? Bij welke stukken in de voorstelling heb je helemaal meegeleefd? Welke momenten in de voorstelling lijken het meest op het echte leven? Wat herinner je je nog het beste? Wat ga je je vrienden over deze voorstelling vertellen?
Deze vragen zijn overgenomen uit de brochure: Samen met kinderen naar…tentoonstelling, dans, concert, theater, een uitgave van Vier Grote Steden Kunsteducatie.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
15
EEN RECENSIE SCHRIJVEN SCHRIJFOPDRACHT 1
E
en recensie is een bespreking van een boek, voorstelling, film of concert door iemand die er verstand van heeft. De recensent is vaak journalist of kunstenaar. Hij of zij geeft een beschrijving van de bijgewoonde voorstelling of het gelezen boek. Bovendien geeft hij of zij een persoonlijk oordeel en een persoonlijke mening. Wat was goed of boeiend of origineel, wat was voorspelbaar of saai. De leerlingen schrijven een recensie over de voorstelling Reynaert, alive and kicking. Wat moet er in staan: De titel van de voorstelling, de naam van de uitvoerende, de plaats, de tijdsduur. Voor welke leeftijdsgroep is de voorstelling bedoeld. Iets over de inhoud: waar ging het over. Iets over de uitvoering: Hoe zag het toneel eruit, hoe werd er gespeeld? Wat vond je van de kleding en de attributen. Wat kun je zeggen over de sfeer, over het vakmanschap van de speler? Hoe waren de reacties van het publiek, wat is je eigen mening? Waren er zwakke punten? Heb je nog een tip voor de speler? Waren de verstaanbaarheid en geluids-en beeldkwaliteit in orde? Wat is je slotconclusie?
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
16
ACROSTICHON SCHRIJFOPDRACHT 2 Dat de auteur onbekend wilde blijven zal iedereen begrijpen: hij liep groot gevaar dat zijn vrijmoedig geschrijf gewroken zou worden. Toch komt zijn voornaam in het verhaal voor: in de eerste regels wordt ene Willem genoemd en de slotregels vormen een acrostichon (= naamdicht) met de woorden: b i W i l l e m e , hetgeen betekent: door Willem. Doordat vroegere overschrijvers die regels hadden veranderd is dit acrostichon pas rond 1920 ontdekt. Hieronder volgen de laatste negen regels van het gedicht. ( zie blz 10 van deze handleiding) Bi Gode , ic dart u wel raden Isengrim sprak tot den bere Wat sechdire toe, Brune here? Bruun sprac: Ic hebbe liever in de rijsere, dan hier te Liggen int ijsere Laat ons tot den koning gaan Ende sinen pais daar ontvaan Met Firapeel dat si gingen Ende maakten pais van alle dingen (Firapeel is het luipaard) De vertaling luidt: Dit adviseer ik u, bij God! Isengrim zei tegen de beer: Nou, wat vind jij ervan, heer Bruun? ‘Ik lig wel liever buiten dan dat ze me in de boeien sluiten Laten we naar de koning gaan; we nemen zijn vredesaanbod aan.’ Ze gingen mee met Firapeel en verzoenden zich geheel Nadat u dit gezamenlijk besproken hebt, maakt ieder een simpel acrostichon. Elke leerling schrijft zijn of haar naam in hoofdletters onder elkaar. Deze letters worden aangevuld met mooie of interessante woorden.
Voorbeeld: Rariteit Eigenzinnig Yoghurt Natuur Aardbol Extra Rood Toeval In tweetallen voorlezen of in de hele kring. Als alles af is, wordt het eigen acrostichon zo mooi mogelijk opgeschreven met gekleurde en eventueel versierde hoofdletters.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
17
DIERENRONDEEL. SCHRIJFOPDRACHT 3 De Reynaert wordt een dierenepos genoemd. Een epos is een heldendicht. In de Nederlandse literatuur komen verder geen heldendichten voor, dus we mogen deze benaming met een korrel zout nemen) U gaat met de klas een rondeel maken. Maar eerst wat voorbereidend werk: materiaal verzamelen! De leerlingen maken een lijstje met dieren die ze zelf zouden willen zijn. Ze kiezen er de leukste van uit om over te schrijven. De keus omcirkelen In trefwoorden schrijven ze uiterlijke kenmerken, eigenschappen en iets over de leefomgeving van het dier op. Kleuren, geuren, geluiden, speciale details. Bewegingswerkwoorden, passend bij het dier.Uitwisselen in tweetallen. Vervolgens: Een rondeel is een versvorm waarin bepaalde regels als een soort refrein terugkeren. Dat maakt het stevig en rond. Het aantal regels kan variëren van 8 tot 13 of 15. Hier volgt een opdracht voor een rondeel van 8 regels. Hierbij liever geen rijm gebruiken! Maak van tevoren duidelijk dat een regel maximaal 7 of 8 woorden heeft. Korter mag ook. Het verdient aanbeveling om het gedicht klassikaal regel voor regel ‘op te geven’. Ieder kind maakt wel individueel een tekst. Terwijl je het gedicht maakt, stel je je voor dat je dat dier bent. Regel 1: Begint met 'Ik ben een ( je dier) …. en ik ( bewegingswerkwoord) Regel 2: Hoe zie je eruit Hier komt een kleur in voor. Regel 3: Iets over je woonplaats. Er komt een geluid in voor Regel 4: Herhaal regel 1 Regel 5: Wat ben je aan het doen ( plus bewegingswerkwoord) Regel 6: Hierin schrijf je nog iets bijzonders, Regel 7: herhaal regel 1 Regel 8: herhaal regel 2 Als alles klaar is eventueel verbeteringen aanbrengen. In het net schrijven, evt met een tekening erbij. Voorlezen in tweetallen of in de kring De gedichten kunnen gebundeld worden: De klas in Dierenportretten In de Reynaert hebben dieren menselijke eigenschappen; nu hebben de kinderen een portret van zichzelf als dier gemaakt.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
18
KLASSEGEDICHT OP RIJM SCHRIJFOPDRACHT 4
In de Reynaert rijmen de regels 2 aan 2. We geven zo’n rijmschema aan met aabbccddee enzovoort. Deze manier van rijmen wordt nu nog door de meeste mensen gebruikt als ze een gedicht gaan maken voor een bruiloft of het Sinterklaasfeest. Ook hebben de versregels in de Reynaert eenzelfde cadans: meestal 4 accenten of zwaartepunten per regel. De meeste mensen in de Middeleeuwen konden nog niet lezen en schrijven, zelfs al woonden ze aan het hof. In bijna alle teksten en toneelstukken in die tijd zorgen ritme en rijm er samen voor dat de luisteraars naar het gedicht de woorden goed konden onthouden en begrijpen. Het begin van het verhaal van de Reynaert, voorgelezen door Sijmen de Jong aan het begin van de voorstelling: Het was in eenen tsinxen daghe, Dat beede bosch ende haghe Met groenen loveren waren bevaen. Nobel, die coninc hadde ghedaen Sijn hof crayeren over al, Dat hi waende, hadde hijs gheval, Houden ten wel groten love Doe quamen tes sconinx hove Alle die diere, groet ende cleene, Sonder Vos Reynaert alleene. Hi hadde te hove so vele mesdaen, Dat hire niet dorste gaen: De Reynaert is bedoeld als satire op a. de toestanden aan 't Vlaamse hof (let op de corruptie en hebzucht van Nobel, Bruun, Isengrijn en Tibeert) b. de geestelijkheid van die dagen (let op Belijn, die bij de koning een goede beurt wil maken door te laten zien, dat hij toch wel een brief kan schrijven) ; c. de burgerij U verzint met de klas een schelmerige hoofdpersoon. U laat deze in diverse verwikkelingen terechtkomen. Elke dag een paar rijmende regels bedenken en zien hoe het gedicht zich ontwikkelt.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
19
SINT DRACUS EN DE JOOR (oftewel Sint Joris en de draak) TOEGIFT Naast het rijmschema aa bb cc enz. wordt in deze parodie op een riddergedicht het spoonerism toegepast ( spreek uit spoenerism):Het verwisselen van de beginklanken van woordparen of klanken binnen 1 woord. De Engelse dominee Spooner zorgde met deze techniek voor veel plezier in zijn gemeente. Dit gedicht is een soort ballade. Sint Dracus op zijn redel os reed moef te droe door 't bomber sos; van vorg verzuld door 't loeve drot eens nuizeklaars - een man van God, die zak en zwiek en uitgeput ter neer lag in zijn hamele schut. Daar grijpt hij plots zijn slagbaard zweet, geschrokken door een krauwe reet. Stok staan raard en puiter stil, verschamd lier door zo'n gauwe ril. Is daar een mens in nervenstood? Reeds in de dauwen van de kloot? Nu ijlt Sint Dracus sloorspags voort naar waar de kroodneet werd gehoord en daar ontblult zich aan zijn hik een schouwspel dat hem schramt van lik: Een mubbenschonster, groest en woot, de auwen kluit, de blanden toot, wijl aan de roet der votsen ligt (de banden voor 't hang gezicht) een vronkjouw - uiterschate moon, het toofd gehooid door kraarlen poon. Sint Dracus, hoewel mang te boe, mormt stoedig op het ondier toe en weet het, zonder staf te ijgen, kakvundig aan zijn rans te lijgen. Nog vuugt het spuur, pompt nog een kroot, dan krijgt het de gestade noot.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
De jonkvrouw slaakt een krille scheet, valt zwijm, bomt kij, en grijpt hem beet. Hij zet haar neer, roor op zijn vos, en voert haar uit het brakendos weer naar haar slader op het vot. Daar nielt men kneer, daar grijst men Pod. `Sint Dracus' mikt haar snoeder, `luister' maar Dracus waaft al dreg in 't duister. Hij mompelt zacht: `Had jij me maar, Ik moet nog naar een nuizeklaar!' Lang vaart de stader in de nacht slaakt dan een zucht en zevelt pracht: `Dat had mijn schoonzoon kunnen zijn, daar pist ons Mia weer de trein!'
John O'Mill
Reynaert,alive and kicking
20
DIERENKOP IN KLEI OPDRACHT BEELDENDE VORMING Doel: Materiaal:
Inleiding:
De leerlingen leren een dierenkop van klei te maken, waarbij het karakter van het dier zichtbaar wordt gemaakt. Per leerling een bolletje klei ter grootte van een flinke tennisbal. Hulpmiddeltjes om structuren aan te brengen, zoals kleispateltjes, spijkers, potlood, ijscostokjes enzovoort. In de voorstelling spelen dieren met menselijke eigenschappen een belangrijke rol. Hun hebbelijkheden komen naar voren in de dingen die ze doen en zeggen. Maar ook hun uiterlijk verraadt hun karakter. Zo zijn koning Nobel en koningin Nobeline verzot op macht en rijkdom. Dat kun je zien aan hun sieraden en het goud waarmee ze zijn behangen. Ze zien er niet zo slim uiten Reynaert maakt daar dan ook behoorlijk misbruik van. De koning kijkt wel ernstig. Dat komt door de vorm van de wenkbrauwen die aan de binnenkant van de ogen naar beneden lopen. Bruun de Beer leeft maar voor één ding en dat is honing. Hij heeft dan ook een grote pot honing om zijn nek die hij altijd bij zich draagt. Bij Bruun loopt de vorm van de wenkbrauwen net andersom als bij de koning. Daardoor ziet hij er wat verongelijkt uit. Als je van klei een dier maakt, kun je door de vorm van de wenkbrauwen, de ogen en de mond een bepaalde uitdrukking geven: vals, laf, bang, vrolijk… Kijk maar eens naar de mond van Tibeert de Kater. Hij heeft zijn bekje wijd opengesperd en laat zijn tanden zien. Zijn tong steekt naar buiten. Hij schreeuwt het uit. Kom niet bij hem in de buurt, want hij pakt je. Op zijn jasje zie je zijn twee liefhebberijen: een muis en een stukje kaas.
Werkwijze:
U vertelt de leerlingen dat ze een dier gaan uitkiezen om een borstbeeld van te maken, zoals in de voorstelling. Ze moeten proberen om het karakter van het dier te laten zien. Hierbij mag zeker overdreven worden. Heeft een dier een scherpe snavel; maak die snavel dan extra scherp. Heeft het dier een langwerpige kop, of is die kop juist rond? De leerlingen beginnen met de vorm van de kop uit het bolletje klei te drukken.Ook de schouders worden vormgegeven. Pas als de basisvorm goed is, worden er details aangebracht. De ogen kun je maken door met de chterkant van een potlood een kuiltje op de plaats van de ogen te drukken. Daarna wordt er een bolletje klei ingedrukt waarin met de punt van het potlood de iris wordt geprikt.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Reynaert,alive and kicking
21
De bek kan gemaakt worden door eerst de bovenkant van de bek vorm te geven en daarna de onderkant eraan te bevestigen. De dieren in het verhaal hebben haast allemaal een jas aan. Met een mesje o.i.d. kunnen lijnen in de klei gemaakt worden om de jas vorm te geven. Details als zakjes, knoopjes, medailles e.d. worden uit kleine stukjes klei gevormd en op de jas geplakt. Ook andere onderdeeltjes ( zoals bij Tibeert muis en kaas) kunnen aan de jas of de kop worden bevestigd. Alle onderdelen die aan het beeldje worden bevestigd moeten vastgezet worden met kleislib of met wat spuug. Als laatste kunnen eventueel haren of veren gemaakt worden door met een mesje in de klei te krassen. Dunne haren met een scherp mesje, dikke haren met een dikker voorwerpje. Als de dierfiguren klaar zijn moeten ze gedroogd worden en als het mogelijk is moeten ze in een keramiekoven worden gebakken. Als er geen oven op school is kunnen de figuren misschien bij een pottenbakker in de buurt worden gebakken. Als de figuren gebakken zijn kunnen ze met schoolverf (bv Ecola) beschilderd worden en eventueel gelakt.
Deze beeldende les is geschreven door Peter Hiemstra, de maker van de keramiekbeeldjes die in de voorstelling gebruikt worden.
Lesmateriaal bij de voorstelling Kunst & Cultuur Drenthe
Kunst & Cultuur Drenthe Postbus 924 9400 AX Assen 0592-336999
[email protected] www.kcdrenthe.nl