Digitaliseren van lesmateriaal is geen kunst Inleiding Het digitaliseren van lesmateriaal staat sinds kort bij een aantal beleidsmakers hoog op het verlanglijstje. De laatste twee prominenten zijn de Onderwijsraad en Minister Plasterk. De Onderwijsraad schreef een advies ‘Onderwijs en Open leermiddelen’ (september 2008). Minister Plasterk lanceerde het idee Wikiwijs om lesmateriaal aan te gaan bieden in de vorm van wiki’s (december 2008, http://www.minocw.nl/actueel/toespraken/684/Toespraak-tgv-Boven-hetmaaiveld--Wikiwijs.html ). Het lijkt erop dat er veel geld vrij gemaakt gaat worden om lesmateriaal digitaal te gaan ontwikkelen, dan wel bestaand lesmateriaal te gaan digitaliseren. In dit artikel wil ik wat dieper op het digitaliseren van lesmateriaal ingaan, er komt hier nogal wat kijken bij deze activiteit en ik vraag me af of dit allemaal wel bekend is dan wel onderkend wordt bij alle beleidsvoornemens. Digitaliseren is geen enkel probleem, maar welk probleem wil je oplossen en welke meerwaarde streef je na? Digitaliseren Digitaliseren is het omzetten van een analoge bron (bijvoorbeeld, foto of tekst) naar een digitaal bestand. Het opslaan als digitaal bestand kent veel voordelen, het kan makkelijker verspreid worden, het , het is makkelijker mee te nemen, het is toegankelijker en als je het goed doet sneller vindbaar; er worden zou je kunnen zeggen door digitalisering een aantal drempels weggehaald. Feitelijk is bij elke uitgeverij het lesmateriaal allang gedigitaliseerd, er gaan alleen maar digitale bestanden van uitgevers naar drukkers, en vervolgens worden het boeken. Maar kennelijk wordt in de huidige discussie dit niet onder de digitalisering verstaan die gewenst is, of heeft het niet met digitalisering te maken maar met eigenaarschap? Of met vrije beschikbaarheid? Of met vrijheid van bewerking? Ik beschrijf u drie vormen van digitalisering van lesmateriaal waar ik bekend mee ben: 1: digitaal lesmateriaal voor het vak NLT 2: digitaal lesmateriaal voor het vak wiskunde via Math4all 3: digitaal lesmateriaal voor de groene sector via Ontwikkelcentrum 1. Digitaal lesmateriaal voor het vak NLT Voor het vak Natuur, Leven en Technologie (NLT) zijn de afgelopen jaren tientallen modules ontwikkeld en deze worden digitaal aangeboden via de site http://www.betavak-nlt.nl in de vorm van een Word- en een Pdf-bestand onder licentie van creative commons. “Creative Commons biedt auteurs, kunstenaars, wetenschappers en onderwijzers de vrijheid om op een flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Met een Creative Commons licentie behoud je al je rechten, maar geef je aan anderen toestemming om je werk te verspreiden, met anderen te delen of bij sommige licenties het ook te bewerken. Grote kans dat daardoor het werk sneller wordt verspreid, en dus bij meer mensen bekend.”( http://creativecommons.nl/) Het digitaal aanbieden en verspreiden van dit lesmateriaal was naar verhouding een makkie. De ontwikkelgroep werkten in Word, we zorgden voor een redactieslag en studenten zorgde in korte tijd
voor mooie opgemaakte digitale bestanden, die op de site geplaatst werden. De belangstelling bij docenten en leerlingen was groot, een nieuw vak (weliswaar een keuzevak) en geen alternatief. Ruim 200 scholen bieden inmiddels het keuzevak aan en maken gebruik van het digitale lesmateriaal. Ze downloaden de bestanden, bewerken soms de Word-versies, en printen of drukken het lesmateriaal voor de leerlingen. 2. Digitaal lesmateriaal voor het vak wiskunde via Math4all De aanpak bij math4all is heel grondig gebeurd en is niet zo maar digitalisering van lesmateriaal. Het is speciaal ontwikkeld van het begin af aan om het lesmateriaal te kunnen uitleveren op een website en te kunnen uitleveren via een maatwerksysteem op papier in een hoogwaardige vormgeving. Zeker voor wiskundige formules is dit zeer tijdrovend en zeer specialistisch werk. Een formule op een website en op papier hetzelfde eruit laten zien, zonder dat een plaatje is, is redelijk uniek te noemen. Het gebruik van MathML of Open Math ligt hieraan ten grondslag. Door het opdelen van de leerstof in lesobjecten en door de gebruikte coderingen kan een docent, en straks ook een leerling, een boek naar eigen idee samenstellen uit ons lesmateriaal en eventueel zelfs ook personaliseren. Niet elke leerling wil leren vanaf een beeldscherm, net zo min als niet elke leerling wil leren vanaf papier. De afwisseling maakt het boeiend. Digitalisering is geen doel maar een middel om de variatie te vergroten en om hiermee grotere groepen leerlingen langer aan zich te binden. Het is dus niet ofof, maar en-en. Een leerling moet kunnen kiezen op grond van de leerstijl, de leerstof, de leerbehoefte, de omgeving, de doceerstijl van de docent welke vorm van lesmateriaal het meest geschikt is. Er is belangstelling voor de site van Math4all bij docenten; het wordt schoorvoetend gebruikt door docenten op electronische schoolborden; maar kennelijk is het betaalde boek voorlopig nog een beter alternatief en heeft het nog tijd nodig
3. Digitaal lesmateriaal voor de groene sector via Ontwikkelcentrum Het Ontwikkelcentrum in Ede biedt leerlingen (tegen betaling) toegang tot de Educatieve Content Catalogus. In deze database staan meer dan 50.000 leerobjecten (video’s, toetsen, teksten, artikelen etc) die vrij (na betaling) gebruikt en bewerkt mogen worden. Het geavanceerd zoeken zorgt er voor dat je specifiek voor een bepaalde opleiding kan zoeken. De belangstelling hiervoor binnen en buiten de groene sector is groot. Meestal worden specifieke lessen of cursussen gezocht en gebruikt. Speciaal voor docenten in het groen organiseert het Ontwikkelcentrum cursussen ‘arrangeren’ of zelf cursussen samen te stellen uit de diverse onderdelen. Er zijn opvallende verschillen, zo opvallend dat de vraag opkomt, wat bedoel je met digitalisering van lesmateriaal? Over welke vorm hebben we het? Hebben we het over pdf- of wordbestanden, hebben we het over leerobjecten op een website, of over leerobjecten in een database? Of hebben we het zoals minister Plasterk aankondigde over wiki’s? De uitingsvormen zijn erg verschillend en hebben elk hun voor- en nadeel. Ontwikkelen De eerder genoemde 3 vormen hebben ook grote overeenkomsten. Bij elk is een uitgebreid ontwikkelproces aan vooraf gegaan. Een ontwikkelproces die maanden, soms jaren geduurd hebben, met pilots en testrondes, waarbij docenten en andere experts geraadpleegd zijn.
Een ontwikkelproces is naast schrijven, één groot redactietraject. Je begint op macro-niveau (een leerconcept met verdeling van leerstof), naar meso-niveau, tot aan micro-niveau (taalgebruik en moeilijkheidsgraag afgestemd op doelgroep). En niet onbelangrijk er worden rechten van foto’s, grafieken, illustraties geregeld. Dit alles bepaald de kwaliteit en de betrouwbaarheid van het lesmateriaal. Er zijn leerdoelen geformuleerd op diverse niveau’s en de toetsing sluit daar dan ook op aan. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat micro-redactie voldoende is om een hoogwaardig leermiddel te krijgen. De micro-redactie kan heel goed door docenten gedaan worden, sterker nog docenten weten als geen ander het onderscheid in niveau tussen 4 havo en 3 vwo en weten dit ook om te zetten in teksten en opdrachten. Maar docenten zijn onvoldoende toegerust om ook op macro- en op meso-niveau redactie te doen en om rechten te regelen. Ontwikkelen van lesmateriaal kenmerkt zich door het proces van inzoomen, je gaat van grof naar fijn, van groot naar klein, je gaat van leerjaren naar les, en niet omgekeerd. Het bevreemdt mij als ontwikkelaar dus enorm dat nu veelal de omgekeerde weg als haalbaar wordt ingeschat. Beginnen met losse onderdelen en er een geheel van maken. Je zult eerst een bouwtekening van het geheel moeten maken. Waarom vinden docenten arrangeren zo moeilijk bij de ECC? Omdat ze daaruit zelden of nooit een heel leerjaar kunnen samenstellen. Wel een leuke les, of een leuk project. De moeilijkheidsgraad van een enkele les voor een groep leerlingen in bepaald waar jezelf les aangeeft is vele malen lager dan die van 1040 lesuren voor een meer groepen en voor meer jaren. Of dan nog maar niet te spreken over lesmateriaal wat ook door collega’s gebruikt moet kunnen worden. De moeilijkheidsgraad van ontwikkelen wordt bepaald door: N: hoeveel leerlingen kunnen het gebruiken? j: hoeveel jaren kun je het gebruiken? t: hoeveel lesuren kun je het gebruiken? n: hoeveel collega’s kunnen het gebruiken? Soms denk ik dat de moeilijkheidsgraad wel eens uitgedrukt kan worden in de formule N.j.t.n. En juist digitalisering van lesmateriaal heeft zin als het duurzaam is. Digitaliseren voor NU heeft geen zin, digitaliseren heeft pas zin als het voor nu en nog 5 jaren (liefst meer) geschikt is. Belangrijk is dat het lesmateriaal meermalig en meerjarig gebruikt kan worden. Meerwaarde Bij digitalisering moet je heel helder voor ogen hebben, welk probleem je wil oplossen en daarbij meteen notie nemen van welke problemen je niet oplost en welke problemen je creëert. Mooi voorbeeld is het arrangeren van lesmateriaal. Veel docenten vinden dat geweldig en zouden het graag kunnen, maar de benodigde tijd in verhouding tot de kwaliteit van het verkregen lesmateriaal (denk aan moeilijkheidgraad, zie hierboven) staat in geen enkele verhouding. In landen waar grote afstanden overbrugd moeten worden, biedt digitalisering duidelijke meerwaarde. Digitalisering kan hier afstand overbruggen, lesmateriaal wordt via electronische leeromgevingen aangeboden en dit voorkomt reistijd. Meerwaarde is tijdswinst voor de student..
In Nederland waar alle VO-leerlingen in principe 1040 uur op school moeten zijn, is dat geen meerwaarde. En dan heb ik het nog niet over meerwaarde voor de docent. Het brengt ons tot de vraag welke meerwaarde moet digitalisering van lesmateriaal realiseren? Voor docent en leerling. Twee stappen Grofweg zijn er twee stappen in het digitaliseringtraject die essentieel zijn, en die je kritische succesfactoren mag noemen. Stap 1: handig organiseren zodat maatwerk mogelijk is
Leerobjecten maken (op verschillende niveau’s ) en metadateren, en publiceren op internet Arrangeerbaar maken tot een module, tot een domein, tot een leerlijn Arrangementen in vorm van leerlijnen aanbieden Pdf’s bakken papieren versie afleveren op e-mailadres school
Oke, dan heb je het goed georganiseerd aan de achterkant, en kun je maatwerk afleveren, eventueel personaliseren. Je bent goed vindbaar en alles is overzichtelijk gerangschikt op internet. Je kunt als het goed is gedaan jaren vooruit. Maar dan is er goed bekeken nog geen echte meerwaarde gecreëerd. Stap 2: meerwaarde bieden voor docenten en leerlingen
Digitale Leerobjecten voorzien van interactiviteit, applets, filmpjes Verzamelvensters Koppelingen leggen tussen Digitale leerobjecten en Verzamelvensters Bedrijven of werknemers koppelen aan Verzamelvensters Filmpjes, interviews van bedrijven of werknemers koppelen aan verzamelvensters
Meerwaarde is hier expliciet: Buitenwereld binnen de schoolmuren halen (afstand en tijd overbruggen) Uitgangspunten digitalisering lesmateriaal Dit alles brengt me tot een aan 8-tal uitganspunten: 1. Niet ‘hetzelfde voor een lagere prijs’, maar ‘meer voor eenzelfde of lagere prijs’ 2. Meer betekent dus ook aanwijsbaar meer genot, meer gemak , dit is vooral gericht op meerwaarde voor de docent 3. Technologie en digitalisering zijn middelen 4. De ontsluitingsmiddelen (web, folio, elektronisch schoolbord, pda, etc) zullen moeten mee kunnen groeien met de behoefte en diverse platforms (ieder met zijn eigen voor- en nadelen) kunnen bedienen. 5. Opdelen in leerobjecten en metadateren., zodat je vindbaar en arrangeerbaar bent. 6. Lange leerlijnen zichtbaar maken, vanwege overzicht voor docent en leerlingen 7. Het moet variatie in werkvormen bevorderen en diverse leer- en doceerstijlen bedienen 8. Makkelijk toegankelijk voor docenten en leerlingen
Anders bekeken: Inhoud: minimaal zelfde inhoud (gericht op eindexamenprogramma’s en kerndoelen) Didactiek: meer variatie, meer maatwerk, diverse leerstijlen en doceerstijlen mogelijk maken Organisatie: van eenvoudig tot complex, moet diverse oplossingen aan kunnen (afhankelijk van enthousiasme docent en leerling) Communicatie: buitenwereld binnenhalen en laten leven, makkelijker naar buitenwereld kunnen gaan (afstand en tijd overbruggen)
Conclusie Wanneer je gemotoriseerd reist, wil dat vooral zeggen dat je niet per voet, niet per fiets, niet met paard en wagen naar je werk gaat. Hoe je wel reist? Tja, veel mogelijkheden, het middel hangt af van de tijd die je hebt, de bestemming die je wilt bereiken, wat of wie je mee wilt nemen etc. Geldt dit misschien ook voor digitalisering van lesmateriaal dat je vooral zegt dat je geen ‘dure’ lesboeken meer wil kopen? Digitaliseren van lesmateriaal is geen kunst, dat gebeurt overal en al jaren. Daar gaat het helemaal niet om. Ontwikkelen van lesmateriaal is ook geen kunst. Waar gaat het wel om? Het gaat om leerprocessen, het gaat om de diversiteit onder leerlingen tot zijn recht laten komen, het gaat om docenten tools in handen geven die het werk verlichten, het gaat om verhoogde leeropbrengst, het gaat om toenemende intrinsieke motivatie, het gaat om een voorbereiding op een technologische hoogwaardige en complexe samenleving.
Helmond Johan Gademan
[email protected]