Methotrexaat injecties
Bij reumatische aandoeningen
Slingeland Ziekenhuis
Patiënteninformatie
i
Reumatologie
Algemeen In deze folder kunt u lezen over het medicijn Methotrexaat en waar u op moet letten wanneer u het gebruikt. Methotrexaat wordt ook wel Ledertrexate of MTX genoemd. In deze folder gebruiken we de naam MTX. U kunt MTX injecteren of als tablet innemen. De reumatoloog heeft met u afgesproken dat u MTX injecteert. MTX dient u op een vaste dag in de week te injecteren. Doel van de behandeling U gebruikt MTX om de ontsteking in de gewrichten te remmen. De zwelling in de gewrichten, stijfheid en pijn nemen dan af. Dit kan de schade aan de gewrichten vertragen of voorkomen. Of het middel bij u goed werkt, merkt u pas wanneer u het ongeveer 6 tot 12 weken gebruikt. Als het medicijn goed werkt, kunt u MTX vele jaren gebruiken. Dosering MTX bestaat in tabletten van 2,5 mg en injecties. De begindosis bij reumatische aandoeningen varieert van 10-15 mg MTX die u 1 keer in de week op een vaste dag gebruikt. Bij onvoldoende resultaat wordt de dosis gedurende de volgende controlebezoeken stapsgewijs verhoogd naar 25-30 mg MTX per week. Controle Wanneer u begint met het injecteren van MTX, is het belangrijk dat u uw bloed regelmatig laat nakijken. Dit is om te onderzoeken of uw lever en nieren goed werken en of u genoeg rode- en witte bloedlichaampjes in uw bloed heeft. Als uit het bloedonderzoek naar voren komt dat u meer of minder MTX moet gebruiken, krijgt u hierover bericht. Als de uitslagen goed zijn, wordt u niet gebeld. U kunt de MTX dan doorgebruiken zoals was afgesproken. Uw reumatoloog geeft aan hoe vaak u uw bloed moet laten nakijken. Combinatie met andere medicijnen Sommige antibiotica (bijvoorbeeld Bactrimel, Trimethoprim en Probenecide) kunt u niet samen met MTX innemen omdat deze combinatie niet goed werkt. De ontstekingsremmers die de arts bij reumatoïde artritis voorschrijft, kunt u wel samen met MTX innemen.
Belangrijk: meld altijd alle medicijnen die u gebruikt. Als u nieuwe medicijnen gebruikt, meld dit dan ook aan uw reumatoloog. Combinatie met alcohol Wanneer u alcohol drinkt neemt de kans op leverafwijkingen toe. Wees daarom voorzichtig met alcohol en neem maximaal één à twee alcoholconsumpties per dag. Combinatie met borstvoeding MTX komt in de moedermelk terecht. Wanneer u borstvoeding geeft moet u de borstvoeding staken of de behandeling met MTX stoppen. Kinderwens Als u of uw partner zwanger wil worden en ook als u zwanger bent, mag u geen MTX gebruiken. MTX kan schadelijk zijn voor de ongeboren vrucht. Als u een kinderwens heeft, dient u minimaal 3 maanden voordat u probeert zwanger te worden, te stoppen met MTX. Mannen met een kinderwens moeten eveneens minimaal drie maanden vóór de beoogde zwangerschap van hun partner stoppen met MTX. Bespreek uw kinderwens met uw reumatoloog. Hij/zij overlegt dan met u hoe u de medicatie kunt afbouwen. Verstrekking van MTX U krijgt van uw behandelend reumatoloog een recept mee voor MTXinjecties. Dit recept levert u in bij uw apotheek. Het kan enkele dagen duren voordat u de injecties bij uw eigen apotheek kunt ophalen. Op de dag van de spuitinstructie bij de reumaconsulent, neemt u één injectie mee. Bewaren van MTX Op de verpakking van MTX heeft de apotheker aangegeven hoe u het medicijn het beste kunt bewaren. Afspraak reumaconsulent De secretaresse maakt (telefonisch) een afspraak met u bij de reumaconsulent. De reumaconsulent legt u het injecteren van MTX uit. Deze uitleg vindt plaats in het ziekenhuis. Meestal zijn 1 à 2 instructies voldoende, maar u wordt net zolang geholpen totdat u zich zeker genoeg voelt om zelf thuis te spuiten.
Belangrijk: in de week waarin u start met het injecteren van MTX, dient u te stoppen met het slikken van de tabletten. Wanneer injecteren Wij raden u aan om op een rustig tijdstip te injecteren. Het injecteren van Methotrexaat (Metoject) De plaats van injecteren U spuit in de voorkant van uw bovenbenen of in uw buikplooi, minimaal 3 cm links of rechts bij de navel vandaan (zie afbeelding 1). Het beste kunt u de ene week in uw linker- en de andere week in uw rechterbovenbeen/buikplooi spuiten. Uw huid kan dan herstellen. U spuit MTX in het onderhuids bindweefsel (zie afbeelding 1).
Afbeelding 1: de plaats van het injecteren Voorbereiding Vóór het spuiten wast u uw handen met zeep. Zorgt u voor een schone tafel (legt u er bijvoorbeeld een schone theedoek op).
U legt hierop dan het volgende klaar: een spuit met MTX; bijgeleverd alcoholdoekje; een naaldencontainer; een pleister; een tissue. Controleer op het etiket of het medicijn, de dosering en de houdbaarheidsdatum juist zijn en haal de spuit uit de verpakking. Werkwijze toediening injectie Ontsmetten Als u thuis injecteert, hoeft u de huid niet te ontsmetten. Op iedere andere locatie dient u de huid wel te ontsmetten. Doet u dit als volgt: Haal de voorgevulde spuit uit de verpakking. Kies of u aan de rechter- of linkerkant gaat spuiten. Haal het alcoholdoekje uit de verpakking. Maak de plek waar u gaat spuiten schoon met het alcoholdoekje en laat het even drogen. Beschermdop verwijderen Houd de voorgevulde spuit schuin omhoog of horizontaal met de onderarmen op de tafel en verwijder de beschermdop voorzichtig met een draaiende, trekkende beweging. Mocht er een druppel aan de naald te zien zijn, tik deze druppel weg boven het alcoholdoekje. Let op: spuit nooit een eventuele luchtbel eruit. Naald inbrengen en MTX toedienen Neem de spuit in uw 'sterkste' hand. Pak met uw andere hand een huidplooi van ongeveer 3 cm vast. Steek de naald met een snelle beweging rechtop in de huidplooi onder een hoek van 90° (zie afbeelding 2). Let op: kom niet met uw handen aan het uiteinde van de spuit (de zuiger). Laat de huidplooi voorzichtig los en ondersteun met deze hand de spuit. Injecteer langzaam de MTX door met uw duim op de zuiger te drukken tot deze niet verder gaat.
Afbeelding 2: naald inbrengen in een hoek van 90° Verwijderen injectiespuit Pak een tissue en houd deze bij de insteekopening, terwijl u de spuit verwijdert. Houd de tissue op de plek waar u heeft gespoten om een eventuele bloeddruppel of MTX op te nemen. Niet wrijven, want hierdoor kunt u blauwe plekken krijgen of een allergische reactie van de huid op de MTX. Stop de injectiespuit in zijn geheel met de naald naar beneden in de naaldencontainer (niet eerst het dopje van de naald erop doen). Alles wat met de MTX-vloeistof in aanraking is gekomen, stopt u in de naaldencontainer (dus ook het alcoholdoekje en/of de tissue). Sommige injectiespuiten zijn voorzien van een naaldbeschermingssysteem. Na het injecteren schuift de doorzichtige naaldbeschermer over de naald heen. Hierdoor is het niet meer mogelijk dat u uzelf of iemand anders per ongeluk prikt. Was uw handen met zeep. Kijk na of u nog genoeg spuiten met MTX heeft. Vraag zo nodig een nieuw recept aan. Als u geen kant-en-klare spuit heeft Als u geen kant-en-klare spuit heeft, maakt u de spuit dan als volgt klaar: Haal de spuit uit de verpakking. Let op: raak het uiteinde van de spuit (de zuiger) niet aan met uw handen. Draai het dopje van de spuit en leg de spuit terug op de tafel. Het afsluitdopje doet u in de naaldencontainer.
Haal de naald uit de verpakking. Let op: raak het uiteinde niet aan want dit is steriel. Draai de naald op de spuit goed vast. Leg de spuit met naald terug op de tafel, met het dopje nog op de naald. Volg hierna de instructies die staan in de paragraaf 'Werkwijze toediening injectie'. Bijwerkingen De kans op bijwerkingen bij gebruik van MTX hangt af van uw eigen gevoeligheid voor deze bijwerkingen en de hoeveelheid MTX die u gebruikt. Een ontsteking van het mondslijmvlies, misselijkheid, braken en diarree komen regelmatig voor. Af en toe komen hoesten, kortademigheid en koorts voor. Koude rillingen en leverontsteking zijn klachten die zelden ontstaan. Raadpleeg uw behandelend reumatoloog als u last heeft van van één van deze bijwerkingen of als u andere bijwerkingen heeft waar u zich zorgen over maakt. Als het gehalte van foliumzuur (vitamine B11) in uw bloed (te) laag is, is de kans op bijwerkingen groter. Daarom krijgt u van de reumatoloog een recept voor foliumzuur mee. Deze tabletten dient u 1 of 2 keer per week in te nemen. Dit spreekt de arts met u af. Het is belangrijk foliumzuur op een andere dag in te nemen dan de MTX, in elk geval 24 uur na het spuiten. Het knoeien van MTX Als MTX per ongeluk op uw huid of ergens anders op komt, neem dat vocht dan op met een tissue. Wrijf het vocht niet over de huid uit, maar laat de tissue het vocht absorberen. Spoel de plek hierna af met water. Als MTX in uw ogen komt, is het belangrijk uw ogen goed uit de spoelen met kraanwater. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een eierdopje. Vergeten te spuiten Als u erachter komt dat u de vorige dag of de dag daarvoor bent vergeten te spuiten, dan kunt u dit alsnog doen. Spuit u de week erop dan weer op de dag dat u gewend bent te spuiten.
Is het langer dan twee dagen geleden dat u de MTX had moeten spuiten, sla het spuiten dan over en spuit de week erop weer op de gebruikelijke dag uw gewone dosis MTX. Vaccinaties Wij adviseren u bij het gebruik van MTX de griepprik te halen bij de jaarlijkse griepvaccinaties in de praktijk van uw huisarts. Reizen Bij de apotheek kunt u een medicijnpaspoort halen. Als u ziek bent tijdens de vakantie kan de arts in het medicijnpaspoort zien welke medicijnen u gebruikt. Ook is het bij de (luchthaven)controle of douane een verantwoording voor de medicijnen die u bij u heeft. Hoe gaan wij met uw vertrouwelijke gegevens om Zodra u zich meldt in het ziekenhuis, leggen wij persoonlijke gegevens over u vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die u behandelt, de zorgverleners die bij uw behandeling betrokken zijn en uzelf mogen uw gegevens inzien. Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het 'Privacyreglement Patiënten', verkrijgbaar bij Bureau Patiëntenvoorlichting). Wanneer zorgverleners van verschillende zorginstanties samenwerken bij uw behandeling, noemt men dit ketenzorg. Als het voor een goede behandeling of verzorging noodzakelijk is dat de zorgverleners uit de keten toegang hebben tot uw patiëntgegevens, dan is dit toegestaan. Dit is echter alleen toegestaan als u van tevoren duidelijk bent geïnformeerd over welke hulpverleners van welke zorginstanties deel uitmaken van deze keten en u hier geen bezwaar tegen heeft. Daarnaast kunnen uw huisarts, de huisartsenpost en uw apotheker een samenvatting van uw medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder 'Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl (klik op: Patiënteninfo > Folders).
Slingeland Ziekenhuis Kruisbergseweg 25 Postadres: Postbus 169 7000 AD Doetinchem Telefoon: (0314) 32 99 11 Internet: www.slingeland.nl
Nr. 1114-aug 15