Economisch Bureau Nederland Sonny Duijn | +31 (0) 6 51186389 +31 (0) 20 3436535
Retail - Sectorprognoses 22 januari 2016
Verkopen retailers omhoog, maar druk op winstmarge
Figuur 1: Nederlandse economie blijft groeien Bron: ABN AMRO Economisch Bureau, prognoses
2015
2016
2017
BBP
2,1
2,3
2,2
Particuliere consumptie
1,7
2,0
1,9
onder andere de kledingwinkels en supermarkten laten groei zien. De verkoopvolumes van de
Overheidsconsumptie
0,2
0,6
0,6
detailhandel als geheel stijgen naar verwachting met 2,25%. Door de grote concurrentie blijft er
Investeringen
9,5
4,3
4,2
echter druk op de winstmarges bestaan. De forse groei in online verkopen zwengelt die competitie
Uitvoer
4,4
4,7
5,1
Invoer
5,2
5,8
5,5
Consumentenprijsindex
0,6
1,2
1,9
meer branchevreemde producten dan voorheen. Diverse subbranches binnen de detailhandel
Contractlonen (part.)
1,3
1,7
2,0
beconcurreren zodoende elkaar. Bouwmarkten hebben de bodem bereikt. Voor de spelers wordt
Werkloosheid (% ber. bev.)
6,9
6,5
6,1
2016 wordt een hoopgevend én uitdagend jaar voor de detailhandel. Mede geholpen door hogere lonen en een lagere werkloosheid, gaat de consument meer uitgeven. De verkoopvolumes van
verder aan. Bovendien verkopen winkeliers in hun ijver om onderscheidend vermogen te bieden,
een internationale fusie een aantrekkelijke business case.
1. Economisch klimaat beter De herstelbeweging die de detailhandel in 2014 inzette, kreeg in 2015 vervolg. De sector komt echter van ver. Verkoopvolumes liggen nog altijd 10,5% lager dan acht jaar terug. Door het uitbreken van de crisis hield de consument vaker de hand op de knip. De consumentenbestedingen liggen nu 2,7% onder het niveau van voor de crisis. De afname van koopkracht (van 2010 tot en met 2013) en de crisis op de woningmarkt droegen daar natuurlijk aan bij. Bovendien veranderde het consumentengedrag. Een deel van het geld dat consumenten in de winkelstraat uitgaven, wordt nu op internet besteed. In de afgelopen acht jaar zijn de online
bestedingen ruimschoots verdrievoudigd. Een aantal winkeliers heeft online de boot gemist. In combinatie met de economische omstandigheden heeft dit een grote impact op de detailhandel: sinds de crisis uitbrak gingen 5.200 bedrijven in de sector failliet. De economische vooruitzichten zijn echter hoopgevend. Wij verwachten een bbp-groei van 2,3% in 2016 en 2,2% in 2017. De bestedingen door consumenten nemen toe, mede geholpen door hogere lonen en een lagere werkloosheid. Het aantal transacties op de huizenmarkt zal ook verder toenemen. De detailhandel profiteert van deze betere economische omstandigheden en groeit met 2,25% in verkoopvolume (zie Figuur 2).
Figuur 2: Groei binnen sectoren varieert Bron: ABN AMRO Economisch Bureau, prognoses
Sectoren Bouw Transport & Logistiek Industrie (excl. food) Retail Telecom, Media & Technologie (TMT) Food Agrarisch Zakelijke diensten Leisure BBP Groothandel Autoretail
2016 2017 4,5 3,5 2,75 2,25 2,5 2,25 2,25 2,25 4,5 1,5 0,5 5,0 2,5 2,3 3,0 0,0
4,5 2,0 1,0 5,0 2,5 2,2 2,8 1,0
Figuur 3: Herstel volumes detailhandel zet door Bron: ABN AMRO Economisch Bureau, *prognoses **online verkopen hebben betrekking op omzet ipv volumes
Detailhandel Food retail Non food Supermarkten Speciaalzaken voeding Kleding Woonwinkels Bouwmarkten Drogisterijen Consumentenelektronica Internetomzet retail**
2014 1,0
2015* 2,0
2016* 2,3
2017* 2,3
1,3 1,0 1,6 -0,6 -0,1 0,9 2,8 0,2 7,0 11,3
1,3 2,0 1,8 -0,8 1,3 5,3 -2,0 4,0 -0,7 18,5
1,8 2,3 2,0 -0,8 2,0 3,5 2,5 2,5 1,5 15
2,0 2,3 2,0 -0,5 2,0 3,0 2,5 2,0 1,0 15
1.1. Onderliggende uitdagingen De conjunctuur zit de komende jaren dus mee. Onderliggend bestaan binnen diverse subsectoren echter uitdagingen. Bijvoorbeeld aan de inkoopkant. Sinds april 2014 is de euro met 26% gedaald ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Inkopen die binnen de retailketen in dollars of daaraan gerelateerde valuta worden afgerekend, zijn daarmee duurder geworden. Wij verwachten dat de dollar dit jaar verder zal stijgen en eind 2016 pariteit zal bereiken ten opzichte van de euro (USD 1 = EUR 1). Bovendien is sprake van grote concurrentie binnen diverse subsectoren van de detailhandel.
Dit heeft prijs-, marge- en/of promotiedruk tot gevolg hebben. Die competitie is verergerd door een groeiend aanbod van goederen en diensten via internet. Die online groei is er nog niet uit. De internetinkomsten binnen de detailhandel laten naar verwachting ook in 2016 een dubbelcijferig groeipercentage zien. Voor winkeliers is het dan ook de uitdaging om een goede online positionering neer te zetten, waar de consument ook via mobiele devices mee uit de voeten kan. Inmiddels gaat ongeveer 17% van de bestedingen door consumenten via internet (Thuiswinkel Marktmonitor, GfK). Wij geloven vooral in de combinatie van offline en online (‘multichanneling’), mits die kanalen binnen een formule goed op elkaar aansluiten. Een consument oriënteert zich immers online of offline op aankopen; en andersom. In 2015 groeide de omzet van ‘multichannelers’ met 23,6% op jaarbasis en die van de pure online spelers met 16,6%. Naar verwachting groeien de multichannelers ook in 2016 harder dan de pure online spelers. Daarbij speelt mee dat een consument, naast de behoefte om online te winkelen, ook een behoefte heeft aan expertise en persoonlijke benadering in de fysieke winkel. Wie daar een goede mix in kan vinden, is als winkelier spekkoper. Ook online is niet alles goud wat blinkt. Voor veel winkeliers is het een zeer ingewikkelde
opgave om met internet winst te maken. Op de middellange termijn zal dat een aantal online spelers fataal worden. Een webwinkel die uitsluitend stuurt op volume en marktaandeel, moet de omslag maken naar een duurzaam bedrijfsmodel. De forse concurrentie leidt ook in de fysieke winkel tot druk op de winstmarges. De economische groei biedt hoop, maar door de forse concurrentie zal er ook in 2016 sprake zijn van druk op die winstgevendheid. Dit zal een belangrijk thema zijn binnen de detailhandel. Vanaf 2010 tot en met 2014 daalden de winstmarges in de detailhandel al van 5,5% naar 3,5% tot 4%, waarbij vooral in non-food een stevige teruggang te zien was (CBS, Detailhandel.info). Retailers die te laat hebben ingespeeld op het veranderende consumentengedrag of door de financiële omstandigheden niet de mogelijkheid hebben om hierin te schakelen, hebben het nog wel even lastig.
2. Ontwikkeling per sector Vooral het non-food-segment, het grootste deel van de detailhandel, is geraakt de crisis. De verkoopvolumes en omzetten in het non-foodsegment zijn ingestort. De volumes van nonfood-winkels liggen nu 17% lager in vergelijking met acht jaar terug. De laatste jaren is echter wel sprake van een herstelbeweging en die zal in 2016 en 2017 doorzetten, nu huishoudens meer uitgeven.
Binnen de categorie food retail liggen de verkoopvolumes al om en nabij het precrisisniveau. De omzet ligt dankzij de inflatie in de tussenliggende periode al 15% boven het niveau van acht jaar terug. Die omzetstijging komt op het conto van de supermarkten; speciaalzaken in voeding hebben het juist heel zwaar. In de rest van de publicatie zullen we de ontwikkelingen per branche doorlopen.
2.1 Supermarkten: meer volume en prijsverhogingen Supermarkten hebben zich tijdens de crisisjaren goed staande gehouden. Volumes liggen zelfs al 6,5% hoger dan acht jaar terug. De supermarkt profiteerde van het gegeven dat de consument ook tijdens de crisis producten blijft kopen die tot de eerste levensbehoeften behoren. Voor 2016 voorzien wij een volumegroei van 2% voor supermarkten. Geholpen door een hogere particuliere consumptie zullen prijsverhogingen plaatsvinden, die in tempo wel worden afgeremd door de grote concurrentie. De omzetgroei zal naar verwachting rond de 2,5% liggen. De concurrentie is een van de uitdagingen waar de sector voor staat. Er zijn in Nederland in totaal ruim 6000 vestigingen van supermarkten, 2 samen goed voor 4,2 miljoen m aan winkeloppervlakte (Detailhandel.info, Locatus). Anders gezegd: bijna 80% van de Nederlanders heeft binnen een afstand van een kilometer minimaal één grote supermarkt (Compendium,
CBS). Vooral in Noord-Holland en ZuidHolland liggen de supers op een steenworp afstand van de consument. De bestaande promotiedruk is een logisch gevolg van dat concurrerende speelveld. Zo’n 20% van de omzet van supermarkten komt voort uit aanbiedingen (IRI). Andere manieren om onderscheidend vermogen te bieden zijn voor supermarkten het bieden van beleving (voorbeeld: foodmarkten) en een persoonlijke benadering van klanten dankzij verzamelde informatie via klantenkaarten. Er is in ons land ruimte aan de bovenkant van de markt. De concurrentie komt verder aan het oppervlak door de groei van bestedingen aan voedingsmiddelen online. Op dit moment besteedt de consument van de uitgaven aan voedingsmiddelen slechts 2% online (Thuiswinkel Marktmonitor, GfK). De hoge winkeldichtheid en ruime openingstijden zijn (naast productkenmerken) de oorzaak dat dit online aandeel nog relatief beperkt is. Er ontstaan online meer initiatieven. Het is echter een opgave om een sterke positie in deze markt te bemachtigen en daarbij een duurzaam winstgevend online bedrijfsmodel op te zetten.
liepen sinds het uitbreken van de crisis al met zo’n 29% terug in dit segment. Deze speciaalzaken kampen onder meer met concurrentie van supermarkten, die nu ook inzetten op versproducten. Het aantal bakkers, slagers, slijterijen en groenteboeren is flink gedaald. Alleen al in 2013 en 2014 verdwenen meer dan 600 verkooppunten binnen deze ambachten (FSIN, GfK). Bijvoorbeeld slijterijen hebben het lastig. Slijterijen die aan de grensstreek zitten, zagen door verhogingen van accijns circa 75% van hun afzet richting Duitsland verdwijnen (FSIN, Slijtersunie). Voor 2016 verwachten wij een nieuwe volumedaling voor de slijterijen.
Figuur 4: Consument verkiest supermarkt boven speciaalzaak Bron: CBS
10
Volumemutaties per kwartaal j.o.j.
5 0 -5
2.2. Voedingsspeciaalzaken: opnieuw een zwaar jaar De volumes van speciaalzaken in voeding dalen in 2016 voor het tiende jaar op rij. Wij verwachten een min van 0,8%. De volumes
-10 -15 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Speciaalzaken in voeding
Supermarkten
Ontstaan marktplaatsen uitdaging voor retailsector Met de digitalisering van de maatschappij is technologie ook binnen de retailsector steeds belangrijker geworden. Een uitdaging daarbij is dat er ook allerlei peer-2-peer-initiatieven zijn ontstaan, waarbij consumenten elkaar dingen lenen of juist verkopen. Bekende namen zijn bijvoorbeeld Marktplaats, Airbnb en Uberpop, maar denk ook aan Peerby (om bijvoorbeeld gereedschap te lenen). Er zijn inmiddels meer van dit soort initiatieven ontstaan. Dat kan retailers afzet kosten, bijvoorbeeld bij de verkoop van meubels, gereedschap en
Het herstelde consumentenvertrouwen en de hogere consumentenbestedingen bieden de sector hoop en houvast. De crisis, de opkomst van online kledingverkopen en de enorme concurrentie in de markt is in de afgelopen jaren een giftige cocktail gebleken. De volumes liggen nu ruim 13% onder het niveau van voor de crisis. Daarbij houden de kledingwinkels onder de streep steeds minder over. Tussen 2010 en 2013 viel de winst (vóór het verrekenen van financiële baten en lasten, voorzieningen, buitengewone baten en lasten en belastingen) met 70% terug (CBS). Winstmarges gingen in diezelfde periode van 5,5% van 1,6% en zullen daarna naar verwachting nog verder zijn gedaald.
elektronica. Maar je kunt er ook voor kiezen zelf een rol te spelen bij dergelijke initiatieven. Ook dat is een uitdaging binnen de sector.
In de toekomst liggen er wel kansen voor speciaalzaken. Zij profileren zich steeds vaker online, al dan niet samen met andere ondernemers. Ook is er behoefte onder de consumenten aan ‘local heroes’, die persoonlijke benadering bieden en een hoge klantkennis bieden. Speciaalzaken kunnen dit bieden. De vergrijzing biedt kansen, omdat speciaalzaken bij oudere generaties populair zijn (FSIN).
2.3. Kleding: winstmarge van belang Na de volumegroei voor de kledingsector in 2015 verwachten wij een groei van 2% in 2016.
Voor de kledingsector wordt winstgevendheid dan ook een belangrijk dossier in 2016. De dalende winsten in de afgelopen jaren zetten de duurzaamheid van de bedrijfsmodellen van veel kledingverkopers op het spel. Daarbij is de prijsdaling van de euro ten opzichte van de dollar een nieuw hoofdpijndossier: inkopen worden veelal in dollars afgerekend of in valuta die sterk verband houden met de dollar. Een sterke prijsbeweging in de dollar doorloopt de keten en komt meestal na negen maanden tot een jaar terecht bij de detailhandelaar (InRetail, MODINT). Die kan er dan voor kiezen deze door te berekenen in de verkoopprijzen, of een deel van de marge in te leveren.
De stijging van de dollar in het afgelopen jaar gaan veel kledingwinkels nog voelen. In de maand november was te zien dat een aantal kledingwinkels hun prijzen als gevolg van die duurdere dollar al verhoogde (Inretail). De voortzetting van het herstel van de economie komt dus als geroepen, en vergroot de kans dat de consument een verhoging van prijzen van kleding accepteert. In de afgelopen jaren bleek het niet mogelijk om de inflatie bij te houden met de prijzen in de kledingschappen. Zo zijn de prijzen van kleding sinds 2007 met 1,7% gedaald, terwijl de inflatie in dezelfde tijdsspanne 14,8% bedraagt. Dat verklaart voor een deel dat de winstmarges flinterdun zijn geworden. Wanneer kledingverkopers er aanhoudend niet in slagen om prijzen te verhogen, dreigen financiële problemen. Een aantal kleinere spelers loopt dan het risico in een gevaarlijke spiraal te geraken waarbij ze kledingcollecties noodgedwongen met forse korting moeten verkopen; om noodzakelijke kasstromen te genereren waarmee ze de rekeningen kunnen betalen of een nieuwe collectie kunnen inkopen. Online positionering is ook voor kledingverkopers van groot belang. Op dit moment gaat 15% van de uitgaven door de consument aan kleding via internet (GfK).
2.4 Huizenmarkt neemt woonwinkels bij de hand Voor de woonwinkels is de situatie op de huizenmarkt van essentieel belang. Na het uitbreken van de kredietcrisis werden minder woningen gekocht en dat leidt tot minder vraag naar bijvoorbeeld meubilair. Door het uitbreken van de crisis daalde de omzet van woonwinkels dan ook in sneltreinvaart. Verkoopvolumes liggen nu ongeveer 29% onder het niveau van acht jaar terug. Die afhankelijkheid van de woningmarkt is momenteel juist gunstig voor woonwinkels. Mede geholpen door de lage hypotheekrente steeg het aantal transacties op de huizenmarkt in 2015 met 15%, in 2016 stijgen deze transacties naar verwachting met 5%. Woonwinkels profiteren daarvan. In 2015 was er sprake van een volumegroei van ongeveer 6%. In 2016 zal het groeitempo afzwakken, maar zullen de volumes wel flink stijgen. Die groei behoeft wel nuance: wij constateren dat er grote verschillen zijn in groei binnen deze branche. Bovendien bestaan er voor deze winkels ook de nodige uitdagingen. Branchevreemde bedrijven zijn ook woonartikelen gaan verkopen (denk aan modemerken), wat voor extra concurrentie zorgt. Die concurrentie ontstaat ook omdat bedrijven nieuwe manieren zoeken om toegevoegde waarde te bieden aan de consument. Onderscheidend vermogen bieden is immers
belangrijker dan ooit nu de online retailmarkt groeiende is. Van de bestedingen aan huis- en tuinspullen (waaronder ook meubels) wordt een klein deel (8%, GfK) nog online gekocht. Voor woonzaken is online presentie en positionering erg belangrijk, ook omdat de consument op internet prijsvergelijkingen maakt en productinformatie verschaft. Online afwezigheid of onvoldoende zichtbaarheid op internet kan er zodoende voor zorgen dat een woonwinkel buitenspel komt te staan.
2.5 Bouwmarkten: fusie kan uitkomst bieden in concurrentieslag Sinds het uitbreken van de crisis zijn de verkoopvolumes van de bouwmarkten liefst met 33% gedaald. Hoewel de consumenten meer uitgaven en er ook vaker een huis (ver)kochten, lieten de bouwmarkten in 2015 krimp zien. Wij verwachten dat de bouwmarkten nu eindelijk de bodem hebben gezien en zowel in 2016 en 2017 volumegroei zullen zien. De laatste periode dat bouwmarkten twee opeenvolgende jaren groeiden, was in de periode 2005/2006. Dat het aantal klusuren dat consumenten maken in het vorige decennium veel minder is geworden, helpt de bouwmarkten natuurlijk niet.
Die moeilijke marktomstandigheden dwingen bouwmarkten er toe om toegevoegde waarde te bieden richting de consument. Mede daarom ontstaan kleine vestigingen in steden, waarbinnen de consument ook een kleine klus kan uitvoeren. Daarbij is een toenemende focus ontstaan op ‘milieubewust’ klussen en het bieden van hulp bij het klussen. Dat bouwmarkten steeds meer proberen toegevoegde waarde te bieden aan de klant, is een positieve ontwikkeling. Dat helpt om sterker uit de crisis te komen.
Figuur 5: Woonwinkels groeien in 2015, bouwmarkten nog niet Bron: CBS
15
Volumemutaties per kwartaal (j.o.j.)
10 5 0 -5 -10 -15 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bouwmarkten
Woonwinkels
Echter, de binnenlandse situatie blijft zwaar. De bouwmarktsector is mede door de aanwezigheid van grote buitenlandse spelers (Hornbach en sinds dit jaar ook Bauhaus) een echte vechtmarkt geworden. Die grote internationale spelers kunnen in grotere volumes inkopen en daardoor een scherp prijsbeleid voeren in de winkel. In Nederland is de sector al behoorlijk geconsolideerd, waarbij formules zijn ondergebracht bij holdingbedrijven die eigendom zijn van meerdere bouwmarkten. Ook die spelers kunnen qua formaat niet op tegen de genoemde grote buitenlandse spelers. Schaalgrootte is belangrijk – en niet alleen binnen Nederland. Een internationale fusie wordt daarmee steeds meer een business case voor bouwmarkten. Niet uit noodzaak, maar wel als goede optie om strategisch voordeel te behalen.
De winstgevendheid is voor drogisterijen echter wel een uitdaging. Zo is er concurrentie met branchevreemde bedrijven die ook verzorgingsproducten zijn gaan verkopen. Dat zorgt voor promotiedruk: van elke euro omzet die een drogisterij maakt, komt 40 eurocent voort uit promoties (IRI). Winstmarges zijn in de afgelopen jaren lager geworden door de concurrentie. Samenwerking kan voor drogisterijen een antwoord hierop zijn. Recentelijk kwam die al op gang. Fysieke winkels blijven zeer belangrijk voor drogisterijen. Van alle uitgaven aan ‘health en beauty’-producten doet de consument slechts nog 2% online. Er is online dan ook nog een grote markt te winnen. Voor drogisterijen kan het belangrijk zijn om samenwerking op te zoeken: bijvoorbeeld met andere drogisterijen, en binnen een formule met bijvoorbeeld de zelfstandige ondernemers (franchisenemers) die in de sector actief zijn.
2.6. Drogisterijen
2.7 Consumentenelektronica
De verkoopvolumes van drogisterijen zijn in 2015 ongeveer 4% omhoog gegaan. Ook in 2016 verwachten wij een stijging van de volumes; zij het in een lager tempo. Er is een aanhoudende vraag vanuit de markt naar verzorgingsproducten. Mits het productaanbod van een drogisterij erop inspeelt, biedt ook de vergrijzing kansen.
Na de krimp in 2015 voorzien wij volumeherstel voor winkels in consumentenelektronica in 2016. Er is aanhoudende vraag naar bepaalde producten binnen dit segment, zoals smartphones. Verkoopvolumes van winkels in dit segment liggen dan ook 12,5% hoger dan acht jaar terug. Dat witgoed (denk aan koelkasten) ook steeds vaker ‘smart’ wordt, is een trend die
hoop biedt voor de toekomst. Tegelijkertijd is er sprake van zeer grote prijsdruk. In vergelijking met acht jaar terug zijn prijzen van elektronicaproducten met zo’n 32% gedaald, en dat heeft ook te maken met het online aanbod. De producten lenen zich goed voor een online aankoop. Van alle uitgaven aan consumentenelektronica wordt al 25% online gedaan (GfK). Dat blijft ook in 2016 een grote uitdaging voor winkels in dit segment. Het maakt het voor winkels in de consumentenelektronica zeer moeilijk om duurzaam winstgevend te zijn.
Figuur 6: Hoe ontwikkelden de verkoopvolumes zich per branche in de afgelopen jaren? 120
Indexcijfers, 2007 =100
110 100 90 80 70
60 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Detailhandel Supermarkten Speciaalzaken voeding Consumentenelektronica Doe-het-zelf-sector Kleding Drogisterijen Woonwinkels
3. Conclusie De volumes in de detailhandel zullen in 2016 verder herstellen, en naar verwachting met 2,25% groeien. Dit wordt geholpen door de aantrekkende economie en daarbinnen de groeiende particuliere consumptie. Non-food retail laat over de gehele linie groei zien. Speciaalzaken in voeding zien hun volumes dalen, terwijl supermarkten wel groeien. Onderliggend zijn er echter grote uitdagingen, zoals de toenemende concurrentie in diverse subsectoren. De groei van online retail zwengelt die concurrentie aan. Winkelverkopers doen daarnaast hun best om in de fysieke winkel onderscheidend te zijn, wat er toe leidt dat er meer branchevreemde producten worden verkocht. Dat scherpt de concurrentie alleen maar verder aan. Er zal dan ondanks een toenemende vraag naar producten ook druk op de winstmarges bestaan. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor de kledingsector, voor winkels in consumentenelektronica, voor drogisterijen, voor bouwmarkten en voor online spelers in diverse segmenten. Ook online blijkt het namelijk zeer moeilijk om een duurzaam winstgevend model op te zetten, hoewel online positionering van groot belang is. De voortzetting van het economisch herstel komt dan ook als geroepen. Dit biedt een mooie gelegenheid voor winkeliers om te evalueren of huidige verdienmodellen duurzaam winstgevend
zijn. In fysieke winkels is het bieden van toegevoegde waarde van cruciaal belang.
Economisch Bureau | Nederland Contactgegevens ABN AMRO | Economisch Bureau Nederland: Aandachtsgebied
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Jacques van de Wal (hoofd)
Algemeen
020 628 0499
[email protected]
Eric Huliselan
Zakelijke Dienstverlening
020 628 2138
[email protected]
Casper Burgering
Industrie (w.o. industriële materialen)
020 383 2693
[email protected]
Nadia Menkveld
Transport & Logistiek
020 628 6441
[email protected]
Frank Rijkers
Agrarisch, Food, Agrarische grondstoffen
020 628 6437
[email protected]
Sonny Duijn
Retail, TMT
020 343 6535
[email protected]
Hans van Cleef
Olie & Gas
020 343 4679
[email protected]
Madeline Buijs
Bouw, Real Estate
020-383 8201
[email protected]
Nico Klene
Macro-economie
020-625 4204
[email protected]
Philip Bokeloh
Woningmarkt, Macro-economie
020-383 2657
[email protected]
Theo de Kort
Informatieanalist, Autoretail
020 628 0489
[email protected]
Volg ons ook op Twitter: @ABNAMROeconomen Disclaimer This document has been prepared by ABN AMRO. It is solely intended to provide financial and general information on the agricultural market. The information in this document is strictly proprietary and is being supplied to you solely for your information. It may not (in whole or in part) be reproduced, distributed or passed to a third party or used for any other purposes than stated above. This document is informative in nature and does not constitute an offer of securities to the public, nor a solicitation to make such an offer. No reliance may be placed for any purposes whatsoever on the information, opinions, forecasts and assumptions contained in the document or on its completeness, accuracy or fairness. No representation or warranty, express or implied, is given by or on behalf of ABN AMRO, or any of its directors, officers, agents, affiliates, group companies, or employees as to the accuracy or completeness of the information contained in this document and no liability is accepted for any loss, arising, directly or indirectly, from any use of such information. The views and opinions expressed herein may be subject to change at any given time and ABN AMRO is under no obligation to update the information contained in this document after the date thereof. Before investing in any product of ABN AMRO Bank N.V., you should obtain information on various financial and other risks and any possible restrictions that you and your investments activities may encounter under applicable laws and regulations. If, after reading this document, you consider investing in a product, you are advised to discuss such an investment with your relationship manager or personal advisor and check whether the relevant product –considering the risks involved- is appropriate within your investment activities. The value of your investments may fluctuate. Past performance is no guarantee for future returns. ABN AMRO reserves the right to make amendments to this material.
© ABN AMRO, 2015