RESECTIE VAN EEN WEKE DELEN SARCOOM
Uw operatie vindt plaats op: ……………………………………………………………… Uw opname is gepland op: ………………………………………………………………... Aantal verwachte dagen opname: ………………………………………………………..
U meldt zich aan bij opname: aan kassa K1 – K2, gelijkvloers aan kassa K12, gelijkvloers
Oncologie/0146
NUCHTER (niet eten en drinken vanaf 24u, de dag voor de operatie)
1
Deze informatiebrochure is bestemd voor personen die een ingreep zullen ondergaan omwille van een wekedelensarcoom en voor alle anderen die hier heel dichtbij betrokken zijn zoals familie, vrienden, …
We geven u een antwoord op volgende vragen:
1. Hoe verloopt mijn opname in het ziekenhuis. 2. Wat gebeurt er tijdens de ingreep? 3. Wat is een flapreconstructie? 4. Wat kan ik verwachten na de ingreep? 5. Hoe zal ik functioneren na de ingreep?
We willen u met deze brochure belangrijke, juiste en algemene informatie geven over uw behandeling. De brochure bevat zeker niet alle gedetailleerde informatie over elke mogelijke ingreep voor een sarcoma. Het team van Orthopedie en Medisch Oncologie staat steeds voor u klaar.
Blijf niet met uw vragen zitten… stel ze gerust!
2
1.
Hoe verloopt mijn opname in het ziekenhuis.
Een operatie waarbij een wekedelengezwel wordt verwijderd is een zware ingreep en gebeurt onder algemene verdoving. De dag voor de ingreep wordt u opgenomen op een chirurgische afdeling, meestal op de negende verdieping van kliniekgebouw
12
(K12).
Familieleden
kunnen
u
begeleiden
tot
aan
het
operatiekwartier, maar kunnen niet mee naar binnen. Zij worden ingelicht over de duur van de ingreep en kunnen desgewenst hun contactgegevens achterlaten. Op deze manier kan de chirurg hen opbellen na het beëindigen van de ingreep. Na de ingreep wordt u naar de ontwaakzaal gebracht, of naar intensieve zorgen, afhankelijk van uw toestand. Het telefoonnummer van de ontwaakzaal of de dienst intensieve zorgen, vindt u terug onder “de contactgegevens” in deze map. ’s Avonds of de volgende dag wordt u terug naar uw kamer gebracht als alles vlot verloopt. De arts zal u voordien alle informatie geven over de aard van de ingreep, de duur van de opname, en eventuele mogelijke complicaties die kunnen optreden. U wordt aangemoedigd vragen en bedenkingen te uiten tijdens of na de consultatie.
2.
Wat gebeurt er tijdens de ingreep?
Op het operatiekwartier wordt een infuus geplaatst, waarlangs de verdoving wordt toegediend. Bij langdurige ingrepen wordt er ook een blaassonde geplaatst. Eens alles in gereedheid is gebracht, wordt het operatiegebied ruim ontsmet, waarna het steriel wordt afgedekt. De chirurg maakt een insnede over het gezwel, meestal in de lengterichting van een lidmaat. Deze insnede is steeds ruimer dan de grootte van het gezwel, dwz dat ook gezond weefsel wordt weggenomen: we spreken van het gezwel met een veilige marge verwijderen Deze veilig marge is nodig om te voorkomen dat tumorcellen in het operatiegebied achterblijven, waardoor het gezwel lokaal zou kunnen terugkeren. Het gezwel zelf wordt vrijgemaakt van alle omliggende weefsels, en de aanvoerende bloedvaten worden afgebonden. Alle ingenomen structuren (bot, spieren, pezen, huid,..) worden mee weggenomen. Soms is het omleggen van grote aders of
3
slagaders noodzakelijk om de tumor volledig te kunnen verwijderen. Deze ingreep wordt dan samen met de vaatchirurgen gepland. Soms is het ook nodig om zenuwen op te offeren, maar dit zal enkel gebeuren indien het lidmaat nadien bruikbaar kan blijven. Indien zenuwen worden weggenomen, kan dit leiden tot gevoelsstoornissen of verlammingsverschijnselen. Uw arts bespreekt dit steeds voordien met u, indien nodig, worden tijdens de ingreep tubes geplaatst voor plaatselijke inwendige bestraling. Meer informatie kan u verderop in deze map vinden, brochure radiotherapie (bestraling)
3.
Wat is een flapreconstructie?
Indien het gezwel ook de huid en de onderhuid heeft ingenomen, dan wordt deze ook mee weggenomen. Dit betekent dat de wonde niet meer gewoon kan gesloten worden. Indien dit wordt voorzien, dan gaat u op voorhand ook op consultatie bij de plastisch chirurg. Deze bekijkt dan de grootte van het huiddefect dat zal ontstaan, waarna hij met u bespreekt op welke manier de huid kan worden hersteld. Indien nodig transplanteert hij een huideiland van een andere plaats op uw lichaam, bijvoorbeeld de buik of de andere dij, naar het huiddefect. Dit huideiland wordt door middel van een vaatsteeltje microscopisch aan een bloedvat in het ontstane defect verbonden zodat het kan overleven. Nadien wordt de huid gehecht. Mogelijk dient u hiervoor nog een aanvullende CT-scan te ondergaan om het meest geschikte vaatsteeltje te bepalen. Deze ingreep sluit aan op de resectie van het gezwel en duurt al gauw een drietal uren.
4
Huideiland Donor plaats
Observaties van de flap Na de ingreep zullen de verpleegkundigen en de artsen regelmatig de toestand van de flap nagaan door de temperatuur af te lezen en eventueel de doorbloeding na te gaan door middel van een dopplertoestel.
Dit is een toestel dat door middel van geluidsgolven het kloppen van de bloedvaten hoorbaar maakt. De normale observaties van de flap bestaan uit: KLEUR: bleke tot roze kleur, te vergelijken met de donorplaats. TEMPERATUUR: flap moet even warm aanvoelen als de rest van het lichaam.
5
CAPILLAIRE REFILL: verbleken van de huid na aanbrengen van druk op de huid van de flap. De verbleking verdwijnt ongeveer 2 seconden na drukopheffing. CONSISTENTIE: de huid van de flap moet een normale soepelheid vertonen. TRACTIE: er mag geen tractie zijn t.h.v. de incisienaden (opletten bij manipulatie). KNIKKING EN OVERSTREKKING: er mag geen knikking noch overstrekking voorkomen t.h.v. de flap zelf. Een belangrijke complicatie is het afsterven van de flap bijvoorbeeld doordat het vaatsteeltje geknikt zit of verstopt raakt. Na de ingreep dient u dan ook nauwlettend de instructies van de plastisch chirurg te volgen naar rechtkomen en houding toe. Op het einde van de ingreep worden 2 buisjes of drains geplaatst die het bloed en het wondvocht opvangen (drains). De wonde wordt dichtgenaaid en steriel afgedekt.
4.
Wat kan ik verwachten na de ingreep?
Na de ingreep worden de drains minimaal 48 uur ter plaatse gelaten om opstapeling van bloed of wondvocht te vermijden. De operatiewonde kan pijnlijk zijn, voornamelijk de eerste dagen, maar hiervoor krijgt u voldoende pijnstilling toegediend. De verpleegkundige zal op regelmatige tijdstippen uw wonde ontsmetten en een nieuw verband aanbrengen. Na 24 uur mag u uit bed komen, tenzij de chirurg u dit anders voorschrijft. (bij een flap van het onderste lidmaat, moet het lidmaat steeds in hoogstand gebracht worden) Dit kan variëren van ingreep tot ingreep. De eerste maal dat u uit bed komt, gebeurt samen met de kinesist van de afdeling. Soms (zeker bij operaties van het onderste lidmaat) is het gebruik van krukken of een looprek noodzakelijk. Eens de wonde droog blijkt, en indien u zich kan verplaatsen, wordt u ontslagen uit het ziekenhuis. Bij uw ontslag krijgt u de nodige documenten voor de nazorg en een afspraak bij de arts mee. Vergeet niet uw nodige documenten voor de verzekering en eventuele attesten voor school, werk of andere door de arts te laten invullen en ondertekenen.
De hechtingen blijven 2 tot 3 weken ter plaatse, en
worden tijdens de volgende consultatie door de poliverpleegkundige verwijderd.
6
5.
Hoe zal ik functioneren na de ingreep?
De functie na de ingreep is volledig afhankelijk van de plaats waar het gezwel zich bevindt (bovenste ledematen, onderste ledematen, romp, ..), en in welke mate er spieren, bloedvaten en zenuwen mee worden verwijderd. De functie wordt ook sterk bepaald door de nabehandeling: indien er nabestraald wordt, zal er bv. meer aantasting zijn van uw normale functie. Dit zal uitvoerig met u worden besproken tijdens de consultatie voorafgaand aan de ingreep.
Indien nodig kunnen de
medewerkers van de sociale dienst worden ingeschakeld om u te begeleiden indien zou blijken dat u uw huidig werk niet meer (voltijds) kan uitvoeren.
7
Een operatie waarbij een wekedelengezwel dient te worden verwijderd is een zware ingreep en gebeurt onder algemene verdoving.
De insnede is steeds ruimer dan de grootte van het gezwel. Deze veilige marge gezond weefsel is nodig om te voorkomen dat tumorcellen in het operatiegebied achterblijven.
Soms dient er ook huid weggenomen wordt er huid getransplanteerd afkomstig van een ander deel van het lichaam = flapreconstructie.
De functie na de ingreep is volledig afhankelijk van: -
de plaats waar het gezwel zich bevindt (bovenste ledematen, onderste ledematen),
- in welke mate er spieren, bloedvaten en zenuwen mee dienen te worden verwijderd.
____________________________________ Referenties:
Het multidisciplinair team sarcomen en bottumoren
De hospitalisatie afdeling orthopedie 9K12B
www. plasticsurgery.about.com
8