Research & Development Pluryn 2016 Wetenschap en praktijk stevig verankerd
Deze folder lezen in eenvoudige taal? Zoek de plaatjes van het vergroot glas. Daarnaast staan eenvoudige teksten. Ze zeggen hetzelfde als de lange tekst. Maar dan korter.
Inhoud: R&D: Wetenschap en praktijk stevig verankerd
4
Hoe is R&D Pluryn georganiseerd?
8
Met wie werkt R&D samen?
10
Zorgevaluatie
12
Uitgelicht: Pluryn voorloper op gebied van ROM bij jeugd met een LVB
14
Uitgelicht: Nieuwe cliëntprogramma’s vervangen huidige zorgprogramma’s
18
Uitgelicht: Vanaf 2016 nieuwe cliëntprogramma’s voor Pluryn
20
Uitgelicht: Hoofd behandeling blij met invoering cliëntprogramma’s
22
Vier expertiselijnen
24
Expertiselijn 1: Open leefklimaten als onderdeel van het behandeltraject
26
Uitgelicht: Slaaponderzoek bij De Winckelsteegh
28
Expertiselijn 2: Zelfregie en sociale integratie
30
Uitgelicht: Mindfulness-training voor mensen met LVB
32
Expertiselijn 3: Internaliserende problematiek en agressie
36
Uitgelicht: Jij bent okay: competentieprogramma voor KOPP/KOVP met LVB
38
Uitgelicht: Handboek Meisjes in zorg
40
Expertiselijn 4: Middelengebruik en gedragsproblemen
44
Uitgelicht: Interventie middelengebruik voor jongeren met LVB
46
Extern gefinancierde (promotie)projecten
51
Recente publicaties van de onderzoekers van Pluryn
54
R&D: Wetenschap en praktijk stevig verankerd
>> Een cliënt speelt Dojo, een serious game voor het leren van technieken van emotieregulatie bij angst jongeren met en zonder LVB (blz. 36).
Pluryn is gespecialiseerd in behandeling en ondersteuning van mensen met complexe hulpvragen. We richten ons op duurzame participatie en willen bereiken dat iedere cliënt die aanklopt, een antwoord krijgt en verder komt.
Een uitdagende factor bij complexe hulpvragen is de lacune die bestaat in wetenschappelijke kennis. Landelijke richtlijnen en protocollen bieden weliswaar deeloplossingen, maar vooraf is niet altijd duidelijk welke aanpak het beste bij de cliënt aansluit. Standaardoplossingen zijn niet voorhanden. Onze professionals zijn daarom kenniswerkers. Zij moeten ondanks kennislacunes, samen met cliënten en verwanten beslissingen nemen in complexe situaties van alle dag. Dat vraagt empathie, reflectie, flexibiliteit en stressbestendigheid van onze professionals. Zij moeten afwegingen kunnen maken tussen het recht van cliënten op een leven in vrijheid, goed hulpverlenerschap en het voorkomen van onveilige situaties. Een actieve leercultuur is hierbij noodzakelijk. Een infrastructuur die de professionals enerzijds faciliteert met aanvullende specialistische kennis en die hen anderzijds scherp houdt op het bewaken van de kwaliteit van zorg, het leren van elkaar en open staan voor vernieuwing. Naast de kort-cyclische werkelijkheid van alle dag, is het essentieel om ogenschijnlijk niet urgente, maar wel noodzakelijke lang-cyclische, kennisen leerprocessen te borgen. Een externe impuls van specialisten is van belang om nieuwe ideeën, expertise en kennis van buiten naar binnen brengen. Mensen die de cliënten en professionals ondersteunen bij het leren, verbeteren en innoveren. Dit is precies de reden waarom Pluryn investeert in een kwaliteitshuis van specialisten op het gebied van research & development (R&D), kwaliteit, opleidingen en innovatie. Ingebed in directoraat Kwaliteit van Zorg & Innovatie is R&D inmiddels stevig verankerd binnen onze organisatie.
5
Geïnspireerd door het boek ‘Helping’ van vooraanstaand wetenschapper Edgar Schein1, vinden we het belangrijk dat wetenschappelijk onderzoekers van R&D een goede vertrouwensrelatie hebben met cliënten en professionals van Pluryn, zodat zij ook echt alle dilemma’s met elkaar delen die van belang zijn om de werkelijkheid te begrijpen. Een wetenschapper op afstand kan deze duurzame band niet opbouwen en zal volgens Schein nooit volledig inzicht verwerven in de complexiteit van de klinische praktijk. Belangrijk is dat wetenschappers zich opstellen als helpers met een luisterend oor. Dat is waar het om draait bij R&D. In dit jaarboek vindt u de voorbeelden van co-creatie tussen onze cliënten, professionals en wetenschappers. We wensen u veel leesplezier! Dr. Roy Otten, Hoofd R&D (links) Dr. Ignace Vermaes, directeur Kwaliteit van Zorg & Innovatie (rechts)
Schein, E. H. (2009). Helping: How to offer, give, and receive help. San Francisco: Berrett-Koehler.
1
6
Pluryn wil steeds betere zorg. Begeleiders leren iedere dag: van elkaar, van cliënten en van onderzoekers. R&D is een afdeling met onderzoekers. R&D is een Engelse afkorting. Het betekent Onderzoek & Ontwikkeling. R&D onderzoekt of Pluryn het goed doet. R&D bedenkt hoe het beter kan. R&D luistert goed naar cliënten en begeleiders.
7
Hoe is R&D Pluryn georganiseerd? De capaciteitsgroep Research & Development (R&D) van Pluryn werkt iedere dag hard aan de verbetering van behandeling en ondersteuning voor mensen met complexe hulpvragen. We vertalen wetenschappelijke inzichten, verkregen uit onderzoek, naar nieuwe of verbeterde dienstverlening. R&D bestaat uit een kernteam van senior onderzoekers en ontwikkelaars. Dit team initieert en begeleidt onderzoek, innovaties en kennisdeling. Daarnaast bestaat het kernteam uit procesbewakers, die zorgen voor de logistiek van onderzoek en databeheer. Het hoofd R&D onderhoudt de interne en externe contacten, is meewerkend voorman, schrijvend onderzoeker en soms copromotor. R&D heeft een onafhankelijk wetenschappelijk adviseur die het kernteam adviseert en ondersteunt bij de vormgeving van expertiselijnen.
R&D werkt op het hoofdkantoor in Nijmegen. R&D werkt ook op andere plaatsen bij Pluryn. Onderzoekers en studenten werken bij R&D. Andere mensen helpen om alles te regelen. Iemand van buiten geeft raad over het onderzoek. Het geld komt van Pluryn en subsidies.
8
R&D is ingebed in het directoraat Kwaliteit van Zorg & Innovatie samen met de capaciteitsgroepen kwaliteit, opleidingen en innovatieprogramma’s (bijv. E-health). Gezamenlijk wordt continue gewerkt aan evaluatie en ontwikkeling van de cliëntprogramma’s onder leiding van de hoofden behandeling. Veel onderzoek wordt uitgevoerd door junior onderzoekers, promovendi en studenten. Dit zijn voornamelijk professionals van Pluryn die hun kennis willen verdiepen. Zo geeft Pluryn vorm aan het zogenaamde scientist-practitioner model; professionals blijven zo hun deskundigheid ontwikkelen door vragen uit hun praktijk te verbinden aan wetenschappelijke reflectie en onderzoek. Onderzoek door R&D wordt deels gefinancierd uit de omzet van Pluryn en deels uit subsidies. In 2015 werd 40% van de activiteiten gerealiseerd op basis van verworven subsidies. De thuisbasis van R&D is het hoofdkantoor van Pluryn in Nijmegen, maar de onderzoekers, ontwikkelaars en procesbewakers zijn vaker te vinden op de locaties waar Pluryn ondersteuning en behandeling biedt.
Kernteam R&D Senior wetenschappelijk onderzoekers en ontwikkelaars: dr. Roy Otten (hoofd R&D), drs. Neomie van Duijvenbode, dr. Petra Helmond, dr. Renske Koordeman, dr. Karin Nijhof, dr. Evelien Poelen, dr. Floor van Santvoort en dr. Ignace Vermaes. Datamanagers & ROM-adviseurs: Laura Claessens, Manon ter Hoeven en Evelien van Ark. Secretaresse: Karin Kraai
Scientist practitioners Rian van Andel MSc., drs. Judith Arendse, drs. Mathilde Mastebroek, Merel Punt MSc., Ivon Riemersma MSc, drs. Esmee Schijven, Angela Schuurmans MSc. en Martine Weeland MSc.
Wetenschappelijk adviseur Prof. dr. Ron Scholte, Bijzonder hoogleraar Effectiviteit en Professionalisering in de Jeugdzorg, Behavioural Science Institute, Radboud Universiteit Nijmegen & Directeur Praktikon, Nijmegen.
9
Met wie werkt R&D samen? R&D werkt nauw samen met (inter)nationale kenniscentra en universiteiten. Alle senior onderzoekers hebben naast hun aanstelling bij Pluryn ook een aanstelling bij een universiteit. R&D investeert in het bijzonder in drie wetenschappelijke consortia: • Inside out, Academische Werkplaats Jeugd, Radboud Universiteit • Sterker op eigen benen, Radboudumc • Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking, Hogeschool Arnhem Nijmegen
Samenwerkingspartners • Radboud Universiteit, Behavioral Science Institute • Universiteit van Amsterdam, Child Development & Education • Universiteit van Tilburg, Tranzo • Universiteit van Utrecht, Ontwikkelingspsychologie • Hogeschool Leiden, Lectoraat Jeugdzorg en Jeugdbeleid • R&D afdeling Dr. Leo Kannerhuis Nederland • Praktikon • Rutgers WPF Kenniscentrum seksualiteit • Trimbos-instituut • Vilans • VOBC Landelijk Kenniscentrum LVB (LKC) • Jeugdzorg Nederland (JN) • Nederlands Jeugd Instituut (NJi) • Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN) • Platform WODC – behandeling van delinquente meiden • European Association for Forensic Child & Adolescent Psychiatry, Psychology & other Involved Professions (EFCAP) • European Platform for Revalidation (EPR) • European Scientific Association on Residential and Foster Care for Children and Adolescents (EUSARF)
10
Duurzame subsidierelatie De Mr. F. Couvee-stichting stelt zich ten doel voorzieningen en maatregelen te treffen ten behoeve van jongeren met een licht verstandelijke beperking die deel uitmaken van Pluryn, ter verbetering van het leef- en werkmilieu en waarvoor geen andere middelen verkrijgbaar of beschikbaar zijn. De stichting heeft vanuit haar visie op duurzame kennisontwikkeling en innovatie in de zorg voor jongeren met een licht verstandelijke beperking besloten om een deel van haar fonds structureel in te zetten voor onderzoek van R&D Pluryn. Daarmee stelt de stichting R&D in staat om zeer innovatieve wetenschappelijke pilotstudies te doen alvorens grotere subsidieaanvragen in te dienen bij fondsen zoals ZonMW.
Mr.F.Couvee-stichting
R&D werkt samen met: • universiteiten • hoge scholen • andere instellingen voor kennis. Alle onderzoekers werken voor een universiteit. Pluryn werkt heel veel samen met: • Radboudumc ziekenhuis • Radboud Universiteit • Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). 11
Zorgevaluatie Een van de kerntaken van R&D betreft de evaluatie van zorg. Pluryn streeft ernaar om de evaluatie van ondersteuning en behandeling in te richten volgens het zorgevaluatiemodel (Veerman, 2007; zie figuur). Met behulp van dit model kan steeds worden nagegaan in hoeverre de dienstverlening aansluit bij ervaringen van cliënten en verandering te weeg brengt op de beoogde doelen. Zorgevaluatie wordt vormgegeven door middel van routine outcome monitoring (ROM) en follow up onderzoek. ROM betreft het meten van resultaten tijdens het dienstverleningsproces. Follow up wordt uitgevoerd na beëindiging van zorg; hoe gaat het met cliënten nadat ze uit zorg zijn?
Zorgevaluatiemodel:
Cliëntwaardering
Doelgroep
Interventie
Uitkomst
Doelrealisatie Afname/stabilisatie problematiek en toename zelfredzaamheid
12
In sommige zorgsectoren is ROM verplicht, bijvoorbeeld GGZ en JeugdzorgPlus. In andere sectoren waarin Pluryn werkzaam is neemt Pluryn het voortouw om ROM systemen te implementeren, bijvoorbeeld bij jeugd met een licht verstandelijke beperking. De onderzoekers en datamanagers van R&D werken hierbij nauw samen met de zorgprofessionals van Pluryn; wat is het beste instrument om de zorg te evalueren en op welke momenten doe je dit? Telkens gaat het om maatwerk. De expertise van R&D op dit gebied is landelijk erkend. Karin Nijhof en Ignace Vermaes zijn bijvoorbeeld nauw betrokken bij de Landelijke Longitudinale Monitor JeugdzorgPlus. Niet alleen hebben zij een actieve rol gespeeld bij de ontwikkeling en onderbouwing van deze landelijke monitor, ook verrichten zij in samenwerking met onderzoekers van Intermetzo, Juzt, Transferium, Woodbrookers en Praktikon duurzaam wetenschappelijk onderzoek naar de kwaliteit van deze landelijke monitor met subsidie van ZonMW.
Pluryn wil weten of de zorg goed is. R&D bedenkt hoe je de kwaliteit kunt meten. Drie vragen zijn belangrijk: • Wat vindt de cliënt? • Is het doel gehaald? • Hoe gaat het met de cliënt na de zorg?
13
>> Uitgelicht
Pluryn voorloper op gebied van ROM bij jeugd met een LVB Pluryn introduceert sinds 2015 het ‘rommen’ bij cliënten met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB). Behandeling en ondersteuning worden doelmatiger wanneer zorgprofessionals en cliënten gebruik maken van gestandaardiseerde feedback op het zorgproces bij evaluaties en bijstellingen van het individuele plan. “Het maakt de cliënt beter, het maakt de behandeling beter en het maakt de organisatie beter”, somt Manon ter Hoeven (links op de foto) de voordelen van ROM op.
14
In de vragenlijsten van ROM komen verschillende participatiethema’s aan bod, zoals financiën, huisvesting, algemeen dagelijks leven en sociaal netwerk. Zowel de cliënt, de ouders als de zorgprofessional vult één van de vragenlijsten in als de cliënt bij Pluryn start met zijn of haar behandeling. Bij ieder evaluatiemoment van het individuele plan wordt het ‘rommen’ herhaald om de voortgang te meten.
Manon draait momenteel pilots bij Pluryn Jeugd, regio Arnhem
De verwachting is dat ROM ook bij jeugd met een LVB
en Nijmegen. Hiermee is Pluryn één van de voorlopers als
verplicht wordt, in navolging van GGZ en JeugdzorgPlus.
het gaat om het toepassen van ROM bij mensen met LVB.
“Gemeenten willen ROM-gegevens genereren van mensen
Dit is niet eenvoudig, want er zijn weinig wetenschappelijk
die in zorg zijn”, weet Manon ter Hoeven. “ROM wordt
beproefde vragenlijsten voor mensen met een LVB. R&D
door beleidsmakers gezien als de methodiek bij uitstek
houdt daarom steeds nauw contact met het Landelijk
om inzicht te krijgen in de competenties, zelfredzaamheid,
Kenniscentrum LVB en Praktikon om kennis te delen over
problematiek en kwaliteit van leven van de cliënt.
de toepassing en aanpassingen van bestaande vragenlijsten, zoals de Zelf RedzaamheidsMatrix (ZRM).
15
‘Het maakt de cliënt beter, het maakt de behandeling beter en het maakt de organisatie beter’
Voorzichtigheid is echter geboden bij de interpretatie van ROM-gegevens als stuur informatie, want begeleiders, cliënten en verwanten vullen de vragenlijsten in vanuit hun eigen perspectieven. Die zijn subjectief. Er bestaat geen objectieve waarheid! ROM-gegevens zijn vooral bedoeld voor een goed gesprek tussen de verschillende betrokkenen bij evaluatie van een cliënttraject. Dat is geen rocket science! Voor ons als Pluryn is ROM niettemin één van de indicatoren om zo transparant mogelijk over te zijn over de voortgang die we behalen met cliënten.” Zoals vermeld draait Manon ter Hoeven van de afdeling R&D momenteel een pilot bij Pluryn Jeugd, regio Arnhem en Nijmegen. De eerste ronde ‘rommen’ is inmiddels achter de rug. “Over een paar maanden doen we de volgende”, vertelt Manon. “Dan kunnen we ook echt de resultaten zien. Het staat vast dat we op de ingeslagen weg verdergaan en het ‘rommen’ ook binnen de rest van Pluryn introduceren. Voor de manier waarop we dat doen zijn de uitkomsten van deze pilot erg belangrijk.”
ROM is een Engelse afkorting. ROM is een manier om de zorg te meten. Een nieuwe cliënt krijgt vragen over geld, wonen, werk, school en vrienden. Ouders en begeleiders krijgen ook vragen. Later krijgen ze dezelfde vragen weer. Onderzoekers zien dan of er vooruitgang is. Pluryn gebruikt ROM voor cliënten met LVB*. Dit is een proef. R&D kijkt welke vragen geschikt zijn. Pluryn wil ROM vaker gebruiken 16 *LVB = Licht Verstandelijke Beperking.
>> Equipe Mont Ventoux is een buddyprogramma waarin jongeren een jaar lang trainen met een vrijwilliger om de Mont Ventoux te beklimmen (blz 30).
17
>> Uitgelicht
Nieuwe cliëntprogramma’s vervangen huidige zorgprogramma’s Pluryn biedt behandeling en ondersteuning aan jeugdigen en volwassenen met steeds complexere hulpvragen. Daarnaast vraagt de samenleving uitdrukkelijk om een bijdrage te leveren aan zo volwaardig mogelijke participatie van cliënten in de samenleving. Tijd dus om de huidige zorg programma’s door te ontwikkelen tot innovatievere, meer op participatie en het individu toegeschreven cliëntprogramma’s. Projectleider Gerrie van Zetten vertelt meer over de achtergrond en gang van zaken.
Cliënt centraal “Pluryn werkt momenteel met zorgprogramma’s die ontwikkeld zijn vanuit een behandeloptiek. Daarin worden doelgroepen en het bijbehorende behandel en zorgaanbod algemeen beschreven. Maar de hulpvragen worden complexer. De huidige zorgprogrammering sluit daarom steeds minder goed aan op behoeftes van cliënten en samenleving. Vandaar het plan de programma’s te vernieuwen. Deze cliëntprogramma’s worden ontwikkeld vanuit een integrale visie op de participatievraag van cliënten. Wat hebben zij nodig om vooruit te komen. Naast school, arbeid, dagbesteding en vrije tijd, dragen behandeling en begeleiding hieraan bij. Dat is een totaal andere invalshoek dan voorheen.
18
‘Participatie van de cliënt nog centraler’ De cliëntprogramma’s zijn gericht op bredere cliëntgroepen
Meerwaarde
met overlappende hulpvragen of problematieken, zoals
“Ons streven is om bruikbaarheid en draagvlak van
mensen met een licht verstandelijke beperking en acting
programma’s te verbeteren. Als werkwijze gebruiken we de
out gedrag. Door binnen de programma’s verschillende
scrum-methode. Een scrumteam verwerkt delen van het
intensiteiten van begeleiding aan te bieden in basis
project met de hoogste prioriteit, waardoor sneller deel
modules en daarnaast behandel- en participatiemodules
resultaten behaald worden en continu de laatste inzichten
op maat aan te bieden, kan ieder individu als uniek persoon
worden ingepast. In vergelijking met eerst zijn er meer
worden benaderd. De programma’s helpen de positie van
mogelijkheden om tussendoor bij te sturen. Cliënt
cliënten te verstevigen. Ze vergemakkelijken het maken
programma’s zijn gebaseerd op de beste, meest recente
van passende keuzes.”
kennis over de doelgroep, wat helpt cliënten beter te begrijpen en aan te sluiten bij wat voor hen belangrijk is.
Digitaal beschikbaar
Ook van meerwaarde is de samenhang die de programma’s
“In het kader van het innovatieplan cliëntprogramma’s zijn
bieden in de behandeling, ondersteuning en dagelijkse
alle zorgprogramma’s geanalyseerd en gescreend tijdens
bejegening van de cliënt. Ze vormen een concreet en
een ‘vlootschouw’. Idee is om modulair opgebouwde
praktisch toepasbaar kader. Door levende cliënt
programma’s straks digitaal beschikbaar te stellen,
programma’s, kunnen de stafafdelingen R&D en kwaliteit
waardoor gemakkelijk arrangementen op maat gemaakt
de behandelaars actief ondersteunen bij de evaluatie van
kunnen worden. Begeleiders en andere hulpverleners
modules en verbetering van het aanbod. Ten slotte geven
worden zo ondersteund bij het opstellen van een individueel
de cliëntprogramma’s meer duidelijkheid in gemaakte
en effectief op maat gemaakt plan - in samenspraak met
kosten en financieringsstromen. Kortom: iedereen is er
de cliënt en zijn vertegenwoordiger.”
bij gebaat. Cliënten, medewerkers én de organisatie.”
Iedere cliënt is uniek. De ondersteuning van Pluryn moet passen. R&D bedacht ondersteuning in blokjes • voor school, werk en vrije tijd • met veel of weinig vrijheid. Een cliënt en begeleider kiezen geschikte blokjes. Die blokjes samen zijn het programma voor de cliënt. Cliënten krijgen zo ondersteuning op maat. 19
>> Uitgelicht
Vanaf 2016 nieuwe cliëntprogramma’s voor Pluryn Marieke Brouwer, hoofd Behandeling van Pluryn-locatie De Hoenderloo Groep, kijkt uit naar de introductie van de nieuwe cliëntprogramma’s. “Ons aanbod wordt inhoudelijk een stuk sterker.”
Terwijl Marieke achter de schermen druk meeschrijft aan de nieuwe cliëntmodules, vertelt ze graag wat meer over haar verwachtingen. “Anders dan de huidige zorg programma’s gaan cliëntprogramma’s uit van een integrale aanpak. Naast behandelingen en interventies worden ook onderwijs, vrije tijd en diagnostiek meegenomen. Zo kunnen we gerichter inspelen op individuele behoeften, een persoonlijker aanbod verzorgen. Dat heeft grote voordelen, zeker voor cliënten met meer hulpvragen.”
20
‘Een mooie leidraad voor iedereen’
Differentiëren
inhoudelijk sterker. Verder krijgen onze medewerkers
Binnen een specifieke doelgroep is vaak sprake van grote
concretere handvatten, zodat ze hun werk beter uit kunnen
onderlinge verschillen in wat cliënten nodig hebben.
voeren. Voordeel is ook dat we zo gerichter kunnen werken
Waar de een baat heeft bij een intensiever contact met
aan de deskundigheidsbevordering van de medewerkers.”
zijn persoonlijk begeleider, vaart de ander wel bij een andere inrichting van de fysieke omgeving. De cliënt
Levende documenten
programma’s bieden die ruimte om te differentiëren.
“De cliënten zelf gaan veel profijt beleven aan de cliënt
Marieke: “Tegelijkertijd worden onderlinge samenwerking
programma’s”, aldus Marieke. “Op termijn bepalen de
en doorstroming verbeterd, zodat we nog gerichter kunnen
programma’s, waar een cliënt verblijft. Nu is dat vaak de
communiceren met onze interne en externe ketenpartners.”
aanwezigheid van specifieke medewerkers. Juist de cliënt wordt het vertrekpunt bij het inrichten van onze zorg.
Deskundigheidsbevordering
Cliëntprogramma’s zijn levende documenten, vormen een
De cliëntprogramma’s helpen ook om de kwaliteit van
leidraad voor iedereen, dus ook voor de cliënten en hun
behandelingen te sturen, zegt Marieke. “We maken
eventuele vertegenwoordigers. Daarmee geven ze richting
impliciete aannames expliciet, dus ons aanbod wordt
aan wat we écht te bieden hebben.”
Marieke Brouwer is Hoofd Behandeling bij De Hoenderloo Groep. Ze vertelt meer over de nieuwe cliënt programma’s. Wat zijn cliënt programma’s? • Het is een persoonlijk plan voor iedere cliënt. • Die plannen gaan over behandeling, onderwijs én vrije tijd. Dat is nieuw! • Iedereen werkt zo beter samen. • Je krijgt hierdoor passende hulp. 21
>> Uitgelicht
Hoofd Behandeling blij met invoering cliëntprogramma’s Ivonne Arts-Laverman, Hoofd Behandeling van de RVE’s Groesbeek, Brabant, Limburg en De Winkelsteegh, is blij met de nieuwe cliëntprogramma’s. Volgens haar sluiten ze goed aan op de verschillende doelgroepen van Pluryn.
“Door hun vaak complexe hulpvragen zijn onze cliënten gebaat bij intensieve behandeling en begeleiding”, vertelt Ivonne. “Tegelijkertijd willen we dat ze meedoen, de regie voeren over hun leven. Dat vraagt om een goede aansturing, zoals die van de cliëntprogramma’s. Ze scheppen duidelijke kaders en moeten uiteindelijk zo flexibel worden dat cliënten en cliëntvertegenwoordigers zelf keuzes kunnen maken. Iedere cliënt een eigen plan dus.”
22
‘Iedere cliënt een eigen plan’
Perspectief
Programmaontwikkeling
De programma’s sluiten volgens Ivonne dan ook mooi aan
Op het moment dat we haar spreken is Ivonne volop bezig
op de verschillen tussen cliënten. “In een cliëntprogramma
met de programmaontwikkeling. “Samen met collega’s en
staat iemands perspectief centraal, niet iemands beperking.
medewerkers van R&D zijn we druk met de explicitering
In een traject voor een cliënt met een licht verstandelijke
van de verschillende doelgroepen. Van hieruit bouwen we
beperking kun je bijvoorbeeld kijken of een wat lichtere
verder aan generieke en specifieke modules. We wegen
ondersteuningsvorm bijdraagt aan een beter perspectief.
succesfactoren en werkzame elementen zorgvuldig tegen
Terwijl de focus in een cliëntprogramma voor een meer-
elkaar af. Ook kijken we hoe we thema’s als Leven in
voudig beperkte cliënt juist eerder zal liggen op hoe je
Vrijheid en de inclusiegedachte in de programma’s kunnen
iemands dagprogramma gevarieerder invult en wie je
verwerken.”
daarbij zou kunnen betrekken.”
Omdat ook ICT-collega’s en de leden van de Cliëntenraad hun bijdrage leveren, verwacht Ivonne veel van de programma-invoering. “Er is goed basismateriaal beschikbaar. Lukt het ons dit voor iedereen begrijpelijk en toegankelijk te maken, dan hebben we een mooi product in handen.”
Ivonne Arts-Laverman is Hoofd Behandeling. Ivonne is blij met de nieuwe cliënt programma’s. Het programma is een persoonlijk plan. Het past goed bij de wens van de cliënt. Cliënten doen zo beter mee in de samenleving. De cliënt programma’s zijn nog niet klaar. De afdelingen werken er hard aan. Mensen van ICT en de Cliënten raad werken ook mee. Delen van het programma werken al goed in de praktijk. Ivonne vindt de programma’s een goed idee. 23
Vier expertiselijnen Eén van de grootste uitdagingen in de zorg is het versnellen van de vertaling van wetenschappelijke kennis naar nieuwe en verbeterde vormen van dienstverlening. Hoe kan Pluryn bewezen effectieve diensten ontwikkelen, die passen bij cliënten en professionals? Om kennis en expertise te behouden, delen en door te ontwikkelen, stelde R&D Pluryn samen met de behandelaars vier centrale expertiselijnen vast. Door de dienstverlening juist op deze thema’s te innoveren en ontwikkelen, verwacht Pluryn het verschil te maken voor cliënten. 1 Open leefklimaten als onderdeel van het behandeltraject 2 Zelfregie en sociale integratie (buurt, school en werk) 3 Internaliserende problematiek (angst, depressie en trauma) en agressie 4 Middelengebruik en gedragsproblemen Verweven door deze vier thema’s zijn Innovatie & Technologie.
24
>> Uit onderzoek blijkt dat behandeling het meest effectief is in een open leefklimaat, dat zich kenmerkt door positieve steun, mogelijkheden tot groei, heldere regels en een veilige onderlinge sfeer tussen cliënten.
R&D van Pluryn doet veel onderzoek. Dit onderzoek geeft R&D veel kennis. Die kennis gebruikt Pluryn in de praktijk. De ondersteuning van cliënten verbetert zo. Er is onderzoek naar: 1. open leefklimaten: behandeling in leefgroepen 2. zelfregie en meedoen in de maatschappij 3. problemen door angst, verdriet en boosheid 4. problemen met gedrag door drank en drugs. 25
Expertiselijn 1:
Open leefklimaten als onderdeel van het behandeltraject De dienstverlening van Pluryn is een specialistische interventie in de levensloop van een cliënt. Deze specialistische interventie vindt vaak plaats binnen een woonvoorziening van Pluryn. Uitgangspunt is dat het verblijf in een woonvoorziening zo kort mogelijk is, maar zo lang als noodzakelijk. Wonen bij Pluryn is voor de meeste cliënten slechts tijdelijk en vormt onderdeel van een behandeltraject dat zich richt op een perspectief in de samenleving. Uit onderzoek blijkt dat behandeling het meest effectief is in een open leefklimaat, dat zich kenmerkt door positieve steun, mogelijkheden tot groei, heldere regels en een veilige onderlinge sfeer tussen cliënten. Ook het benadrukken van competenties in plaats van beperkingen vergroot de effectiviteit van een behandeltraject.
26
R&D draagt bij aan de ontwikkeling van deze leefklimaten door onderzoek naar kwaliteitsaspecten van het basisklimaat binnen de woonvoorzieningen van Pluryn, genderspecifiek handelen van groepsleiding en doorontwikkeling van de basis methodiek Competentie Gericht Werken. Daarnaast houdt R&D zich bezig met de ontwikkeling van specialistische groepsinterventies: • Buddy-opleiding Leven in Vrijheid. Op initiatief van de cliëntenraad wordt een trainingsmodule ontwikkeld en getest voor cliënten met LVB om elkaar te helpen bij het voorkomen van risicovolle situaties zoals weglopen of agressie (fase: ontwikkeling & pilot). • Leef je in! Een presociale vaardigheidstraining voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (fase: start RCT). • Op Volle Kracht. Een cognitieve gedragstraining voor depressie en angst bij jongeren met en zonder LVB (fase: afronding RCT).
Jongeren hebben soms veel problemen. Zij komen dan bij Pluryn in leefgroepen. De jongeren krijgen daar behandeling. R&D doet onderzoek naar de leefgroepen. Zo kan Pluryn de behandeling verbeteren.
27
>> Uitgelicht
Slaaponderzoek bij De Winckelsteegh Mensen met een ernstig meervoudige beperking (EMB) lopen meer risico om geen volledige slaap cyclus door te maken. Onderbroken worden in de slaap, niet in slaap kunnen vallen of te vroeg wakker worden, kan leiden tot frustraties, gedrags problemen, vermoeidheid of sufheid overdag.
verandering (bijvoorbeeld aanpassen van de werkroosters om mensen later naar bed te kunnen laten gaan). Op dit moment is het onduidelijk in hoeverre er daad werkelijk sprake is van slaapproblemen bij mensen met EMB die bij De Winckelsteegh verblijven. Daarom onderzoekt R&D of er zich inderdaad slaapproblemen voordoen en zo ja, wat de mogelijke oorzaken zijn. Het slaapgedrag
Cliënten met slaapproblemen hebben baat bij het
meten we met een Actiwatch, een horloge dat de cliënt 24
achterhalen van de oorzaken, zodat deze behandeld
uur om de pols kan dragen en dat precies registreert wan-
of weggenomen kunnen worden. Maatregelen kunnen
neer de cliënt inslaapt, hoe lang de cliënt slaapt en wat
variëren van eenvoudige aanpassingen (bijvoorbeeld
uiteindelijk de effectieve slaaptijd is. Dit onderzoek vindt
deuren voorzien van demping om cliënten ‘s avonds
plaats in samenwerking met het Consortium Sterker op
niet te storen in hun slaap) tot een vergaande organisatie
Eigen Benen en onderzoekers van de Erasmus Universiteit.
EMB is een Ernstig Meervoudige Beperking. Mensen met EMB slapen vaak slecht. Mensen met EMB zijn daarom vaker moe of suf. Ze hebben daardoor soms ook probleemgedrag. De Winckelsteegh is een locatie van Pluryn in Nijmegen. R&D onderzoekt hoe cliënten met EMB daar slapen. De cliënten hebben een Actiwatch. Actiwatch is een soort horloge. Actiwatch houdt bij wanneer iemand slaapt. 28
>> Zowel de cliënt, de ouders als de zorgprofessional vult één van de vragenlijsten in als de cliënt bij Pluryn start met zijn of haar behandeling (ROM blz. 14).
29
Expertiselijn 2:
Zelfregie en sociale integratie De participatievraag van de cliënt is uitgangspunt voor het handelen van de professionals van Pluryn. Pluryn creëert in samenwerking met de zorgvrager een omgeving waarin hij of zij wordt uitgedaagd en gestimuleerd om vaardigheden te ontwikkelen, die (maatschappelijke) participatie bevorderen. Toename van de zelfregie maakt mensen sterker. Daardoor zijn ze nog beter in staat om hun ondersteuningsvraag en perspectief aan te geven. R&D heeft verschillende projecten op dit thema. Enerzijds onderzoek naar de effectiviteit van innovatieve initiatieven, zoals: • Equipe Mont Ventoux. Een buddyprogramma waarin jongeren een jaar lang trainen met een vrijwilliger om de Mont Ventoux te beklimmen ter versterking van leervermogen, sociale vaardigheden en zelfbeeld, ontwikkeld i.s.m. Koraalgroep (fase: veranderingsonderzoek). • Quli. Een digitaal burgerplatform dat cliënten meer regie geeft over hun formele en informele ondersteuningsnetwerk, ontwikkeld i.s.m. Dr Leo Kannerhuis, Stichting Arq, Amarant en Ordina (fase: veranderingsonderzoek). • Toekomstplanning door sociale wijkteams. Een ondersteuningsmethodiek voor mensen met een beperking (fase: kwalitatief onderzoek).
30
Anderzijds ontwikkelt en test R&D zelf: • App verzwaard adviesrecht. Een hulpmiddel om cliënten bewust te maken van hun rechten en cliëntenraden te ondersteunen bij vergaderingen (fase: implementatie). • De Groeifabriek. Een interventie om mensen met een beperking te laten ervaren dat ze kunnen veranderen (groei mindset). In 2014 won Dr. Petra Helmond, de Innovatieprijs van het European Platform for Rehabilitation met deze interventie (fase: RCT). • Mindfulness training LVB. Een Nederlandse bewerking van Mindfulness Based Stress Reduction speciaal voor mensen met een licht verstandelijke beperking (fase: afronding pilots).
Cliënten bij Pluryn hebben zelfregie. Zij doen zoveel mogelijk mee in de samenleving. Hoe worden cliënten sterker in de samenleving? R&D doet onderzoek naar: 1. Equipe Mont Ventoux: leren doorzetten en beter communiceren 2. Quli: handige apps en spelletjes voor cliënten 3. ondersteuning van cliënten in hun eigen wijk 4. een app voor de cliëntenraad 5. cliënten laten ervaren dat ze kunnen veranderen 6. cliënten leren stress verminderen.
31
>> Uitgelicht
Mindfulness-training voor mensen met een licht verstandelijke beperking R&D ontwikkelde een mindfulness-training, speciaal voor mensen met een LVB. Negen intensieve sessies gingen deelnemers vol aandacht en heel bewust aan de slag met hun lichaam, gevoelens en gedachten.
Mindfulness is hot en happening. Voor velen is het dé manier om meer in het hier en nu te leven en beter om te gaan met spanningen en piekergedachten. “Onderzoek toont aan dat mindfulness behulpzaam kan zijn voor mensen met een licht verstandelijke beperking”, vertelt Petra Helmond (links op de foto), senior onderzoeker-ontwikkelaar bij R&D. “Vaak hebben ze minder adequate vaardigheden om stress te reguleren. Mindfulness kan helpen om automatische reactiepatronen te herkennen en beter om te gaan met stressvolle gebeurtenissen.”
32
Mindfulness-protocol
Twee pilotgroepen
Met hulp van de benodigde subsidie wordt een mindfulness-
Acht deelnemers van 18 jaar en ouder, met een IQ tussen
protocol ontwikkeld voor de LVB-doelgroep. “Het Mindfulness
60 en 85 namen – in twee pilotgroepen van vier - deel aan
Based Stress Reduction (MBSR) protocol is als basis genomen,
de training die bestond uit negen sessies van anderhalf
waarbij tijdsduur, taalgebruik en groepsgrootte zijn aan
uur en een opfrisbijeenkomst. Merel: “Van de loopmeditatie
gepast”, laat junior onderzoeker Merel Punt (rechts op de foto)
tot de bodyscan: iedereen ging er heel open in. Mooi om
weten. “Ook is de training meer stapsgewijs ingericht dan
te zien was ook hoe snel deelnemers hun zitmeditatie
het MBSR-protocol. Bij de ontwikkeling van het mindfulness-
wisten uit te breiden van vijf naar 20 minuten en zichtbaar
protocol hebben we samengewerkt met Marieke Meirman.
tot rust kwamen.” Petra: “Wat mij trof, was het doorzettings
Zij is GZ-psycholoog bij Pluryn en mindfulness-trainster.
vermogen van de mensen. De trainingen waren intensief,
Ook mindfulness-professoren Anne Speckens (RadboudUMC)
deelnemers kregen huiswerk mee, iets wat veel van ze
en Susan Bögels (UvA) hebben geadviseerd.”
vroeg. In de groepsvorm zagen we dat deelnemers elkaar steunden en tips gaven.” 33
‘Even tot stilstand komen, zelf de situatie overzien’
Vervolg Gezien de positieve reacties gaat het project verder. Merel: “We willen het protocol verder verfijnen in ons streven een evidence based interventie te ontwikkelen waarbij onderzoek naar de effectiviteit van de training belangrijk is. Ook verschijnt er een speciale mindfulness-app en starten in september twee nieuwe groepen.” Volgens Petra wacht het Pluryn-initiatief een mooie toekomst. “Mindfulness combineert aandachtstraining, lichaamsgericht werken en een cognitieve gedrags benadering. Er komt veel in samen, zet de cliënt aan het roer. Of zoals een deel nemer zei: “Mindfulness is even tot stilstand komen, zelf de situatie overzien.”
Mindfulness is een Engelse term. Het is een manier om met spanningen om te gaan. Mindfulness helpt ook tegen piekeren. R&D onderzoekt mindfulness voor mensen met LVB*. R&D deed een proef met 8 mensen. Die mensen werden rustiger. *LVB = Licht Verstandelijke Beperking.
34
>> App verzwaard adviesrecht. Een hulpmiddel om cliënten bewust te maken van hun rechten en cliëntenraden te ondersteunen bij vergaderingen (blz. 31).
35
Expertiselijn 3:
Internaliserende problematiek en agressie Mensen met moeilijk te begrijpen gedrag vormen een voortdurende uitdaging voor de professionals van Pluryn. Zij weten als geen ander dat je als hulpverlener moet zoeken naar de onderliggende factoren die de gedragsproblematiek veroorzaken en in stand houden. Wetenschappelijk onderzoek van de laatste jaren legt steeds vaker het verband tussen internaliserende problematiek (angst, depressie en trauma) en gedragsproblemen. Om die reden kiest Pluryn bewust voor de ontwikkeling van expertise op dit gebied en de ontwikkeling van interventies die gericht zijn op de behandeling van internaliserende problematiek. R&D draagt bij aan deze expertise door ontwikkeling en onderzoek naar: • Body Talk. Een groepsinterventie voor kwetsbare meisjes om zich bewuster te maken van hun zintuiglijke waarneming, lichaamssignalen, invloed van media en om te leren grenzen ervaren en aangeven (fase: veranderingsonderzoek). • Dojo. Een serious game voor het leren van technieken van emotieregulatie bij angst jongeren met en zonder LVB (fase: implementatie). • Jij bent Okay! Een interventie voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking van ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblematiek (KOPP/KOVP) (fase: RCT).
36
• Mindlight. Een serious game om positieve cues in de omgeving beter te leren herkennen voor jongeren met en zonder een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen (fase: pilots). • Op Volle Kracht. Een cognitieve gedragstraining voor depressie en angst bij jongeren met en zonder LVB (fase: afronding RCT).
Veel cliënten hebben problemen met gedrag. Waar komen die problemen vandaan? Pluryn onderzoekt dat. Problemen komen vaak door angst en verdriet.
37
>> Uitgelicht
Jij bent okay! Competentieprogramma voor KOPP/KOVP met LVB Kinderen van ouders met psychische problematiek of verslavingsproblemen (kortweg KOPP/KOVP) hebben het zwaar. Dat geldt wellicht dubbel voor kinderen die een LVB hebben. Om deze jongeren te helpen, paste Pluryn een bestaande succesformule – de zogeheten KOPP Doe praatgroep – aan.
vragen als ‘Wat doet dit met je?’ centraal staan. Verder is het draaiboek gemoderniseerd. Daarbij hebben we hulp gekregen van de jongeren. Samen met hen hebben we ook een werkboek ontwikkeld met de alleszeggende titel ‘Jij bent okay’. Daarin staan oefeningen, waarbij de jongeren bijvoorbeeld moeten invullen wat zij graag eens met hun ouder(s) willen doen. Daarnaast is er een trainingsmodule
“We hebben onder meer het taalniveau van het draaiboek
voor de ouders. Aan de hand van deze module en begeleid
gemoderniseerd”, vertelt Floor van Santvoort (rechts op de
door een maatschappelijk werker, kunnen de ouders online
foto), wetenschappelijk onderzoeker-ontwikkelaar bij R&D.
en offline oefeningen doen.”
“Er is nu ook extra aandacht voor basisemoties, waarbij
38
‘Jongeren beseffen dat ze niet schuldig zijn’
Tien sessies
Daarbij beseffen veel jongeren dat zijzelf niet ‘schuldig’
Het ontwikkelde competentieprogramma bestaat uit tien
zijn en dat zij er niet alleen voor staan. Dankzij het
groepssessies. Elke sessie duurt anderhalf uur en begint
competentieprogramma zijn veel dingen nu wel te verklaren,
met een warming up. Daarin bespreekt de groep bijvoor-
waarom bijvoorbeeld iets soms wel mogelijk is of beter
beeld bij wie je terecht kunt als er iets gebeurt. Ook
even niet kan. Zoals het weekend thuis doorbrengen.”
kunnen de jongeren al hun vragen stellen (bijvoorbeeld of je ook dronken kunt worden van alcohol om je handen
Op dit moment onderzoekt R&D of het competentie
te ontsmetten, et cetera).
programma ook het gewenste effect heeft bij jongeren met een lagere intelligentie. De resultaten van het onderzoek
Effectief?
zijn in de loop van 2016 te verwachten. ZonMw en het
Een goed doordachte opzet is één. Maar is het ook
Antonia Wilhelmina Fonds ondersteunen het onderzoek
effectief? Een vraag die na uitgebreid onderzoek
financieel.
beantwoord kan worden. “Aan ons onderzoek deden verschillende groepen kinderen mee”, vertelt gedrags wetenschapper en junior onderzoeker Ivon Riemersma (links op de foto). “De resultaten zijn heel bemoedigend. Het blijkt dat de jongeren na de cursus meer weten over de problematiek van hun ouders. Zij praten er ook gemakkelijker over, soms zelfs mét hun ouders.
Ouders hebben soms ook problemen. Jongeren met LVB* hebben het dan extra moeilijk. Pluryn helpt deze jongeren. De jongeren leren hulp vragen. De jongeren kunnen vragen stellen. De jongeren praten met elkaar. *LVB = Licht Verstandelijke Beperking
39
>> Uitgelicht
Handboek Meisjes in zorg Karin Nijhof, wetenschappelijk onderzoekerontwikkelaar bij R&D, stelde samen met Rutger Engels, voorzitter van het Trimbos-instituut en hoogleraar aan de Radboud Universiteit een boek samen over meisjes in zorg.
Waarom een boek over meisjes in zorg? Probleemgedrag bij adolescente meisjes was lange tijd een onderschat probleem. Ondanks toenemend onderzoek de laatste jaren, is er nog steeds weinig bekend over wat specifiek werkt in de zorg aan meisjes. Uit de Databank Effectieve Jeugd interventies blijkt dat er maar enkele interventies afzonderlijk zijn onderzocht voor jongens en meisjes. Dat terwijl internationaal onderzoek meer en meer uitwijst dat erkenning van sekse-specifieke verschillen in de zorg bijdraagt aan het vergroten van de behandeleffectiviteit.
40
Nog opmerkelijker is dat juist meisjes weinig aandacht kregen, omdat juist meisjes een groter risico lopen op meerdere problemen en stoornissen tegelijk (co-morbiditeit) en er vaak sprake is van negatieve uitkomsten op verschillende gebieden (heterotypische continuïteit). Dit in tegenstelling tot jongens waarbij vaker sprake is van negatieve uitkomsten op één gebied (homotypische continuïteit). Kortom, over specifieke behoeften van meisjes in diagnostiek, signalering, preventie en behandeling is weinig bekend.
behandeling van ernstige en complexe problematiek van
Het gebrek aan deze kennis leidt tot onvoldoende aandacht
onder andere slachtoffers van loverboys, meisjes met een
in het onderwijs en handelingsverlegenheid in de klinische
LVB of allochtone meisjes die klem zitten tussen twee
praktijk. De laatste jaren wordt daarnaast steeds meer
culturen? Het laat ook zien waar het nog ontbreekt aan
duidelijk dat het erkennen van seksespecifieke verschillen
kennis en waarop onderwijs, beleid en onderzoek zich de
in de hulpverlening de effectiviteit van zorg kan vergroten.
komende jaren moet richten om de kwaliteit van de zorg aan meisjes te verbeteren. Wetenschap en praktijk komen
Het boek ‘Meisjes in Zorg’ geeft inzicht in wat werkt in
in het boek samen. Naast gerenommeerde onderzoekers
de zorg aan meisjes en biedt concrete handvatten in de
komen ervaringen van medewerkers en (ex-)cliënten met
dagelijkse hulpverlening. Welke aanpak is effectief bij de
de zorg aan bod.
Meisjes hebben soms problemen met gedrag. Probleem gedrag van meisjes is anders dan van jongens. Herkennen van probleem gedrag bij meisjes moet beter. Meisjes hebben ook andere ondersteuning nodig. R&D maakte een boek.
>> Rieki zoekt contact met haar begeleider via Quli (blz. 30).
42
>> Begeleider Ties heeft via Quli contact op afstand met Riekie (blz. 30).
43
Expertiselijn 4:
Middelengebruik en gedragsproblemen De omvang van gebruik van alcohol en drugs door cliënten is verontrustend. Vaak gaat middelengebruik samen met gedragsproblemen, waardoor middelengebruik nadelige gevolgen heeft voor het psychosociaal functioneren. Deze negatieve gevolgen zijn groter voor mensen met een LVB dan voor normaal begaafde mensen, vanwege extra schadelijke effecten op de hersenen en het doorkruisen van de effecten van medicatie. Ondanks het verontrustende middelengebruik bij mensen met LVB, weten we weinig over oorzaken en risicofactoren. Ook zijn er in Nederland nauwelijks effectieve interventies voor deze doelgroep. Binnen de expertiselijn middelengebruik en gedragsproblemen doet R&D onderzoek naar de prevalentie en risicofactoren van middelengebruik bij jongeren en jongvolwassenen met een LVB en complexe gedragsproblemen. Daarnaast ontwikkelt en onderzoekt R&D “Take it Personal!”, dit is een nieuwe interventie ter vermindering van middelengebruik bij jongeren met LVB.
44
Jongeren met LVB* gebruiken veel drank en drugs. Hierdoor krijgen zij meer problemen met gedrag. Pluryn onderzoekt waarom jongeren gebruiken. En wat de gevaren zijn. Pluryn onderzoekt ook hoe jongeren minder gaan gebruiken. *LVB = Licht Verstandelijke Beperking
45
>> Uitgelicht
Interventie middelengebruik voor jongeren met een licht verstandelijke beperking “Verslavingszorg heeft weinig ervaring in het omgaan met jongeren met een LVB. Aan de andere kant weten wij bij Pluryn te weinig over verslaving. Daar zit dus een gat”, constateert Esmée Schijven (rechts op de foto), behandelcoördinator bij De Beele en junior onderzoeker bij R&D. “Vandaar dat we zijn gaan nadenken over een interventie.”
“Bestaande methodes richten zich vooral op preventie van verslaving door het geven van voorlichting. In de praktijk blijkt dit vooral de nieuwsgierigheid te prikkelen van jongeren. En dat is nou net niet de bedoeling”, vult Evelien Poelen (links op de foto) aan. Zij is senior onderzoeker-ontwikkelaar bij R&D. De nieuwe interventie ‘Take it personal!’ leert jongeren om zichzelf beter te kennen en vaardigheden om niet tot gebruik van alcohol of drugs over te gaan in risicovolle situaties. De interventie is gebaseerd op een methode waarvan de effectiviteit is aangetoond bij jongeren met een normale intelligentie.
46
Esmée legt uit hoe het werkt: “We onderscheiden vier
Twee pilot groepen
persoonlijkheidsprofielen: sensatie zoeken, impulsief
Zes jongeren bij De Beele namen deel aan twee pilot
gedrag, negatief denken en angstgevoeligheid. We kijken
groepen van de nieuwe interventie. De pilots waren
welk profiel bij de betrokken jongere past. Ieder profiel
bedoeld om te kijken of dat wat de ontwikkelaars bedachten,
heeft een eigen interventie, die de jongere leert om
in de praktijk werkbaar is of dat er nog iets moeten
verantwoord om te gaan met middelen. De interventie
worden aangepast. De pilot is naar grote tevredenheid
bestaat uit een intensieve zes weken durende training
van de trainers en de jongeren verlopen. Jongeren namen
waarin jongeren elke week een groepssessie en een
met plezier deel aan de sessies. “Ook onderzochten we
individuele sessie hebben.” De interventie is ontwikkeld
of deze zes jongeren minder alcohol of drugs gingen
door R&D Pluryn in samenwerking met het Trimbos-
gebruiken na deelname aan de training. We namen voor
instituut en Tactus Verslavingszorg.
het begin van de training een vragenlijst af over het gebruik van alcohol en drugs dit deden opnieuw na 47
afloop van de training. Resultaten hiervan laten inderdaad zien dat de jongeren in de periode na de interventie minder vaak alcohol, cannabis en harddrugs gebruikten. Aan deze resultaten kan nog geen wetenschappelijk waarde gehecht worden, omdat er maar zes jongeren deelnamen en we geen gebruik hebben gemaakt van een controlegroep. Maar we vinden deze resultaten wel erg bemoedigend”, vertelt Esmée.
Wetenschappelijk onderzoek Inmiddels is een wetenschappelijk onderzoek gestart om te kijken of de interventie effectief is en daarmee opgenomen kan worden in cliëntprogramma’s. Voor dit onderzoek krijgen 70 jongeren de interventie ‘Take it personal!’. Na twee, zes en twaalf maanden vinden metingen plaats. Deze worden vergeleken met dezelfde metingen bij 70 jongeren die geen training krijgen. Naast jongeren van Pluryn nemen ook jongeren van collegainstellingen deel aan het onderzoek. Evelien Poelen ontving een subsidie van Fonds NutsOrha om dit onderzoek uit te voeren.
48
‘De eerste resultaten zijn erg bemoedigend’
Jongeren met LVB* gebruiken veel drank en drugs. Hierdoor krijgen zij meer problemen met gedrag. Pluryn onderzoekt waarom jongeren gebruiken. En wat de gevaren zijn. Pluryn onderzoekt ook hoe jongeren minder gaan gebruiken. *LVB = Licht Verstandelijke Beperking
>> Georgina heeft het competentieprogramma ‘Jij bent okay!’ gevolgd (blz. 38).
50
Extern gefinancierde (promotie)projecten Eerstelijnszorg voor mensen met verstandelijke beperkingen: De invloed van verbeteringen in de informatie-uitwisseling op de toegankelijkheid van de eerstelijns gezondheidszorg voor mensen met verstandelijke beperkingen Onderzoekslijn
Zelfregie en sociale integratie
Jr. onderzoeker
Drs. Mathilde Mastebroek, AVG
Begeleiding
Prof. dr. Henny Schrojenstein Lantman - de Valk
Periode
2011-2016
Subsidie
ZonMW
Op Volle Kracht. A brief basic intervention in complex cases with internalizing and externalizing disorders. A screening – RCT approach including transfer to the youth welfare and care system Onderzoekslijn
Open leefklimaten en Internaliserende problematiek
Jr. onderzoeker
Martine Weeland MSc.
Begeleiding Dr. Karin Nijhof, Dr. Ignace Vermaes, Prof. dr. Rutger Engels, Prof. dr. Jan Buitelaar Periode
2012-2016
Subsidie
ZonMW
Leef je in: ontwikkeling en effectstudie naar een sociaal cognitieve vaardigheids training voor jongeren met een lvb en gedragsproblemen Onderzoekslijn
Open leefklimaten
Jr. onderzoeker
Drs. Judith Arendsen
Begeleiding Dr. Floor van Santvoort, Drs. Mia Ament, Dr. Ignace Vermaes, Prof. dr. Ron Scholte, Prof. dr. Luciano Fasotti Periode
2013- 2017
Subsidie
Mr. F. Couvee-stichting
51
Change your Mindset – De Groeifabriek Onderzoekslijn
Zelfregie en sociale integratie
Jr. onderzoeker
Fenneke Verberg MSc.
Begeleiding Dr. Petra Helmond, Dr. Sander Thomaes, Dr. Ignace Vermaes, Prof. dr. Geert-Jan Overbeek Periode
2013-2017
Subsidie Mr. F. Couvee-stichting, Johanna Kinder Fonds en Stichting Rotterdams Kinderrevalidatiefonds Adriaansstichting
Jij bent okay: ontwikkeling en effectstudie naar competentieprogramma voor jongeren met lvb en ouders met psychische en/of verslavingsproblemen Onderzoekslijn
Internaliserende problematiek
Jr. onderzoeker
Ivon Riemersma MSc.
Begeleiding Dr. Floor van Santvoort, Dr. Ignace Vermaes, Prof. dr. Clemens Hosman, Prof. dr. Jan Janssens Periode
2013-2017
Subsidie
ZonMW en Jubileumprijs Antonia Wilhelmina Fonds
Take it personal! De werkzaamheid van een preventieprogramma voor middelengebruik en co-morbide gedragsproblemen bij jongeren met een licht verstandelijke beperking in behandelcentra
52
Onderzoekslijn
Middelengebruik
Jr. onderzoeker
Drs. Esmée Schijven
Begeleiding
Dr. Evelien Poelen, Dr. Ignace Vermaes, Prof. dr. Rutger Engels
Periode
2013-2017
Subsidie
Mr. F.Couvee-stichting en Fonds NutsOrha
Monitor JeugdzorgPlus representatief? Start- en ontwikkelprofielen van jongeren die wel en geen toestemming verlenen voor onderzoek Onderzoekslijn
Zorgevaluatie onderzoek
Onderzoekers Dr. Karin Nijhof, Dr. Lieke van Domburgh, Dr. Marc Delsing, Drs. Alona Labun, Prof. dr. Ron Scholte, Drs. Eefje Strijbosch, Dr. Ignace Vermaes Periode
2014-2015
Subsidie
ZonMW
Mindfullness training bij LVB Onderzoekslijn
Zelfregie en sociale integratie, en Internaliserende problematiek
Jr. onderzoeker
Merel Punt MSc.
Begeleiding
Dr. Petra Helmond, Prof. dr. Anne Speckens
Periode
2014-2019
Subsidie
Mr. F. Couvee-stichting
Project 1 – “Dojo” serious game CBT techniques for managing emotions Project 2 - Games for health en complex trauma bij meisjes: De rol van biologische stress responses Onderzoekslijn
Internaliserende problematiek
Jr. onderzoeker
Angela Schuurmans Msc.
Begeleiding Dr. Karin Nijhof, Dr. Ignace Vermaes, Dr. Roy Otten, Prof. dr. I. Granic Periode
2014-2019
Subsidie
Mr. F.Couvee-stichting en Achmea
Leven in vrijheid! Buddy-opleiding voor en door cliënten Onderzoekslijn
Zelfregie en sociale integratie
Jr. onderzoeker
Rian van Andel MSc.
Onderzoekers
Dr. Floor van Santvoort, Mr. Renata Dijkstra, Rob Louwinger
Periode
2015-2016
Subsidie
Mr. F. Couvee-stichting
53
Recente publicaties van de onderzoekers van Pluryn Internationale wetenschappelijke publicaties Boogerd, E. A., Damhuis, A. M. A., van Alfen-van der Velden, J. A. A. E. M., Steeghs, M. C. C. H., Noordam, C., Verhaak, C. M., & Vermaes, I. P. R. (2015). Assessment of psychosocial problems in children with type 1 diabetes and their families: the added value of using standardised questionnaires in addition to clinical estimations of nurses and paediatricians. Journal of Clinical Nursing, 24, 2143–2151. Cosco, T.D., Brehme, D., Grigoruta, N., Kaufmann, L., Lemsalu, L., Meex, R., Schuurmans, A.A.T., Sener, N., Stephan, B., & Brayne, C. (2015). Younger Europeans’ conceptualizations of successful aging (letter to the editor). Journal of the American Geriatrics Society, 63, 609-611. doi: 10.1111/jgs.13307. Cosco, T.D., Brehme, D., Grigoruta, N., Kaufmann, L., Lemsalu, L., Meex, R., Schuurmans, A.A.T., & Sener, N. (2014). WiP: Cross-cultural perspectives of successful aging. Journal of European Psychology Students, 5, 29-33. Cossu, G., Cantone, E., Pintus, M., Cadoni, M., Pisano, A., Otten, R., ... & Carta, M. G. (2015). Integrating Children with Psychiatric Disorders in the Classroom: A Systematic Review. Clinical Practice and Epidemiology in Mental Health, 11(Suppl 1 M3), 41. Dieker, M., Helmond, P., Huitink, C., Vermaes, I., & Embregts, P. (2014). Day to day care by support staff in group homes: Testing the Quickscan Strength-Based Approach (conference abstract). Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 27, 340-340. Helmond, P., Brugman, D., & Overbeek, G. (2015). An examination of program integrity and recidivism of a cognitive-behavioral program for incarcerated youth. Psychology, Crime and Law, 21(4), 330-346. doi: 10.1080/1068316X.2014.989164. Helmond, P., Overbeek, G., & Brugman, D. (2014). Boosting program integrity and effectiveness of the cognitive behavioral program EQUIP for incarcerated youth in The Netherlands. Children and Youth Services Review, 39, 108–116. doi:10.1016/j.childyouth.2014.01.022. Helmond, P., Overbeek, G., Brugman, D., & Gibbs, J. C. (2015). A Meta-Analysis on Cognitive Distortions and Externalizing Problem Behavior Associations, Moderators, and Treatment Effectiveness. Criminal Justice and Behavior, 42 (3), 245-26. doi: 10.1177/0093854814552842.
54
Helmond, P., Vermaes, I. P. R., & Van der Helm, P. (2015). What’s your opinion? The experience of therapeutic climate in a treatment facility for adults with mild intellectual disability and severe challenging behavior (Conference Abstract). Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 27, 340. Hiemstra, M., Kleinjan, M., van Schayck, O. C., Engels, R. C., & Otten, R. (2014). Environmental smoking and smoking onset in adolescence: the role of dopamine-related genes. Findings from two longitudinal studies. PloS one, 9(1). Hiemstra, M., Ringlever, L., Otten, R., van Schayck, O. C., Jackson, C., & Engels, R. C. (2014). Long-term effects of a home-based smoking prevention program on smoking initiation: a cluster randomized controlled trial. Preventive Medicine, 60, 65-70. Hiemstra, M., Ringlever, L., Otten, R., van Schayck, O., & Engels, R. C. (2014). Long-Term Effects of Smoke-free Kids on smoking initiation: A Randomized Home-based Smoking Prevention Program for Elementary School Aged Children. Preventive Medicine, 60, 65-70. Keyes, K. M., Susser, E., Pilowsky, D. J., Hamilton, A., Bitfoi, A., Goelitz, D., Otten, R.... & Kovess, V. (2014). The health consequences of child mental health problems and parenting styles: Unintentional injuries among European schoolchildren. Preventive Medicine, 67, 182-188. Keyes, K., Leray, E., Pez, O., Bitfoi, A., Koç, C., Goelitz, D., Otten, R.... & Kovess-Masfety, V. (2015). Parental Use of Corporal Punishment in Europe: Intersection between Public Health and Policy. PloS one, 10(2). Koordeman, R., Anschutz, D.J., Engels, R.C.M.E. (2014). The effect of positive and negative movie alcohol portrayals on transportation and attitude toward the movie. Alcoholism Clinical & Experimental Research, 38, 2073-2079. doi: 10.1111/acer.12443. Koordeman, R., Anschutz, D.J., Engels, R.C.M.E. (2015). Self-control and the effects of movie alcohol portrayals on immediate alcohol consumption in male college students. Frontiers in Psychiatry, 3,187. doi: 10.3389/fpsyt.2014.00187. eCollection 2014. Kovess, V., Keyes, K. M., Hamilton, A., Pez, O., Bitfoi, A., Koç, C., Goelitz, D., Kuijpers, R., Lesinkiene, S., Mihova, Z., Otten, R., ... & Susser, E. (2015). Maternal smoking and offspring inattention and hyperactivity: results from a cross-national European survey. European Child & Adolescent Psychiatry, 24, 919-929. Kovess-Masfety, V., Pilowsky, D. J., Goelitz, D., Kuijpers, R., Otten, R., Moro, M. F., ... & Carta, M. G. (2015). Suicidal ideation and mental health disorders in young school children across Europe. Journal of Affective Disorders, 177, 28-35. Kuijpers, R. C., Kleinjan, M., Engels, R. C., Stone, L. L., & Otten, R. (2015). Child Self-report to Identify Internalizing and Externalizing Problems and the Influence of Maternal Mental Health. Journal of Child and Family Studies, 24, 1605-1614. Kuijpers, R. C., Otten, R., Vermulst, A. A., & Engels, R. C. (2015). Reliability and Construct Validity of a Child Self-Report Instrument. European Journal of Psychological Assessment, 30, 40-47.
55
Kuntsche, E., Otten, R., & Labhart, F. (2015). Identifying Risky Drinking Patterns Over the Course of Saturday Evenings: An Event-Level Study. Psychology of Addictive Behaviors, 29, 744-752 Larsen, J. K., Otten, R., Fisher, J. O., & Engels, R. C. (2014). Depressive symptoms in adolescence: A poor indicator of increases in body mass index. Journal of Adolescent Health, 54, 94-99. Nijhof, K.S., Otten, R., & Vermaes, I.P.R. (2014). Stability of post-treatment functioning after residential treatment: The perceptions of parents and adolescents. Children and Youth Services Review, 36, 53-61. Olaya, B., Moneta, M. V., Pez, O., Bitfoi, A., Carta, M. G., Eke, C., Goelitz, D., Keyes, K. M., Kuijpers, R., Lesinkiene, S., Mihova, Z., Otten, R., ... & Kovess, V. (2015). Country-level and individual correlates of overweight and obesity among primary school children: a cross-sectional study in seven European countries. BMC public health, 15, 475. Otten, R., Cladder-Micus, M.B., Pouwels, L., Hennig, M., Schuurmans, A.A.T., & Hermans, R.C.J. (2014). Facing temptation in the bar: counteracting the effects of self-control failure on young adults’ ad libitum alcohol intake. Addiction, 109, 746-753. doi: 10.1111/add.12446. Riemersma, I., Van Santvoort, F., & Vermaes, I. P. R. (2015). Development of an intervention for children with a mild intellectual disability of parents with a mental illness (COPMI) (Conference abstract). Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 27, 391-392. Robinson, E., Otten, R., & Hermans, R. C. (2015 in press). Descriptive peer norms, self-control and dietary behaviour in young adults. Psychology & Health, 28, 1-28. Schijven, E.P., Engels, R.C.M.E., Kleinjan, M., & Poelen, E.A.P. (2015). Evaluating a selective prevention program for substance use and comorbid behavioral problems in adolescents with mild to borderline intellectual disabilities: Study protocol of a randomized controlled trial. BMC Psychiatry, 15, 167.doi:10.1186/s12888-015-0563-1. Schuck, K., Bricker, J. B., Otten, R., Kleinjan, M., Brandon, T. H., & Engels, R. C. (2014). Effectiveness of proactive quitline counselling for smoking parents recruited through primary schools: results of a randomized controlled trial. Addiction, 109, 830-841. Schuck, K., Otten, R., Engels, R. C., & Kleinjan, M. (2014). Initial responses to the first dose of nicotine in novel smokers: The role of exposure to environmental smoking and genetic predisposition. Psychology & Health, 29, 698-716. Schuck, K., Otten, R., Kleinjan, M., Bricker, J. B., & Engels, R. C. (2015). Promoting smoking cessation among parents: Effects on smoking-related cognitions and smoking initiation in children. Addictive Behaviors, 40, 66-72. Schuck, K., Otten, R., Kleinjan, M., Bricker, J. B., & Engels, R. C. (2014). Predictors of cessation treatment outcome and treatment moderators among smoking parents receiving quitline counselling or self-help material. Preventive Medicine, 69, 126-131.
56
Schuck, K., Otten, R., Kleinjan, M., Bricker, J. B., & Engels, R. C. (2014). Self-efficacy and acceptance of cravings to smoke underlie the effectiveness of quitline counseling for smoking cessation. Drug and Alcohol Dependence, 142, 269-276. Schuurmans, A.A.T., Nijhof, K.S., Vermaes, I.P.R., Engels, R.C.M.E., & Granic, I. (2015).“Dojo”: A videogame intervention for youths with externalizing problems and anxiety. Games for Health, 4, 1-8. DOI:10.1089/g4h.2014.0138 . Stone, L. L., Janssens, J. M., Vermulst, A. A., Van Der Maten, M., Engels, R. C., & Otten, R. (2015). The Strengths and Difficulties Questionnaire: psychometric properties of the parent and teacher version in children aged 4–7. BMC Psychology, 3, 4. Stone, L. L., Otten, R., Engels, R. C., Kuijpers, R. C., & Janssens, J. M. (2015). Relations Between Internalizing and Externalizing Problems in Early Childhood. Child & Youth Care Forum, 44, 635-653. Stone, L. L., Otten, R., Ringlever, L., Hiemstra, M., Engels, R. C., Vermulst, A. A., & Janssens, J. M. (2015). The parent version of the strengths and difficulties questionnaire. European Journal of Psychological Assessment, 29, 44-50. DOI: 10.1027/1015-5759/a000119. Stone, L. L., Otten, R., Soenens, B., Engels, R. C., & Janssens, J. M. (2015). Relations Between Parental and Child Separation Anxiety: The Role of Dependency-Oriented Psychological Control. Journal of Child and Family Studies, 24, 3192-3199. Stone, L. L., van Daal, C., van der Maten, M., Engels, R. C., Janssens, J. M., & Otten, R. (2014, April). The Berkeley Puppet Interview: A screening instrument for measuring psychopathology in young children. Child & Youth Care Forum, 43, 211-225. Van Santvoort, F., Van Doesum, K.T M., & Reupert, A. (2015). Parental diagnosis and children’s outcomes (p.p. 96-106). In R. Reupert, D. Maybery, J. Nicholson, M. Seeman, & M. Gopfert (Eds.), Parental psychiatric disorder: distressed parents and their families (3rd Edition). Cambridge: Cambridge University Press. Verberg, F., Helmond, P., Yeager, D., Vermaes, I., & Overbeek, G.J. (2014). Influencing youth’s beliefs about their potential to change in residential care by using the on-line intervention Change Your Mindset (conference abstract). Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 27, 340-340. Voogt, C.V., Kuntsche, E., Kleinjan. M., Poelen, E.A.P., & Engels, R.C.M.E. (2014). Using ecological momentary assessment to test the effectiveness of a web-based brief alcohol intervention over time among heavy-drinking students: randomized controlled trial. Journal of Medical Internet Research, 16, e5. DOI:10.2196/jmir.2817. Voogt, C.V., Poelen, E.A.P., Kleinjan, M., Lemmers, L.A., Engels, R.C.M.E. (2014). The development of a web-based brief alcohol intervention in reducing heavy drinking among college students: an Intervention Mapping approach. Health Promotion International, 29, 669-679.
57
Weeland, M.M., Nijhof, K.S., Vermaes, I.P.R., Engels, R.C.M.E, & Buitelaar, J.K. (2015). Study protocol: a randomised controlled trial testing the effectiveness of ‘Op Volle Kracht’ in Dutch residential care. BMC Psychiatry, 15, 161. DOI: 10.1186/s12888-015-0498-6. Zwaluw, C. S., Otten, R., Kleinjan, M., & Engels, R. C. (2014). Different trajectories of adolescent alcohol use: testing gene–environment interactions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 38, 704-712.
Nationale wetenschappelijke publicaties & interventies Didden, R., Van Der Nagel, J.E.L., Van Duijvenbode, N., Van den Hoek, A., & Poelen, E.A.P. (2015). Middelengebruik bij meisjes. In Nijhof, K.S., & Engels, R.C.M.E. Meisjes in zorg: Signalering, preventie en behandeling. Amsterdam, SWP. Dieker, M. (2014). Trainershandleiding Competentiegericht Werken. Nijmegen: Pluryn. Helmond, P., Brugman, D., & Overbeek, G. (2014). Programma-integriteit en effectiviteit van EQUIP voor jongeren in justitiële jeugdinrichtingen in Nederland. Pedagogiek, 34, 5-23. Helmond, P., Huitink, C., & Dieker, M. (2015). Quickscan Competentiegericht Werken. Nijmegen: Pluryn. Huitink, C., Vermaes, I.P.R., Engels, R.C.M.E., Ament, M., & Nadorp, M. (2014). Ethiek van behandelduur in orthopedagogische centra: “Ambulantisering” zonder hard bewijs. Orthopedagogiek: Onderzoek & Praktijk, 53, 230-240. Koordeman, R., Huitink, C., & Dieker, M. (2015). Interventie Competentiegericht Werken voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsstoornissen. Nijmegen: Pluryn. Nijhof, K.S., & Engels, R.C.M.E. (2015). Meisjes in zorg: Signalering, preventie en behandeling. Amsterdam: SWP. Poelen, E.A.P., Schijven, E.P., Vermaes, I.P.R. (2015). De prevalentie van middelengebruik bij jongeren met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen in een orthopedagogisch behandelcentrum. Onderzoek & Praktijk, 13, 25-37. Rommes, E., Van Bussel, L., & Vermaes, I. P. R. (2015 in press). Kwalitatief onderzoek naar de praktische uitvoering van doelrealisatie in residentiële jeugdzorg. Orthopedagogiek: Onderzoek & Praktijk, 54. Schuck, K., Bricker, J., Otten, R., Kleinjan, M., Brandon, T., & Engels, R. (2014). Effectiviteit van telefonische coaching om te stoppen met roken. Verslaving, 10, 3-21. Schijven, E.P., Van Der Nagel, J.E.L., Lammers, J., & Poelen, E.A.P. (2014). Trainershandleiding Take it personal!: Een interventie voor middelengebruik en comorbide gedragsproblemen voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Nijmegen: Pluryn. Vermaes, I.P.R. & Nijhof, K.S. (2014). Zijn jongeren in JeugdzorgPlus anders dan jongeren in de open
58
jeugdzorg? Orthopedagogiek: Onderzoek & Praktijk, 53, 33-46.
Vermaes, I.P.R., Konijn, C., Jambroes, T., & Nijhof, K.S. (2014). Statische en dynamische kenmerken van jeugdigen in JeugdzorgPlus: Een systematische review. Orthopedagogiek: Onderzoek & Praktijk, 53, 278-292.
Rapporten & scripties Blom, S. (2014). What works factors in the treatment of girls who are victims of loverboys: A qualitative study of the effectiveness of the DAK-project. Master scriptie Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, Radboud Universiteit, supervisie K.S. Nijhof. Buddingh, A. (2015). De mindset van jongeren in het speciaal onderwijs met autisme en de effectiviteit van De Groeifabriek in het verbeteren van een groeimindset. Master scriptie Forensische Orthopedagogiek, Universiteit van Amsterdam, supervisie P.E. Helmond. Claessens, L., Nijhof, K.S., & Vermaes, I.P.R. (2014). Onderzoeksrapport Leef- & werkklimaat en Veiligheidsbeleving: De Hoenderloo Groep. Nijmegen: Pluryn. Dusseldorp, N.M. (2014). Intramurale behandeling bij jongeren met een LVB en gedragsproblemen: een studie naar de pilot training ‘Leef je in!’ bij De Beele. Master scriptie Orthopedagogiek, Radboud Universiteit, supervisie F. van Santvoort en I.P.R. Vermaes. Franssen, S.A.V. (2014). Motieven voor middelengebruik bij adolescenten en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen. Master scriptie Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, Radboud Universiteit, supervisie E.A.P. Poelen. Groothuis, R. (2015). De relatie tussen implementatiekwaliteit van competentiegericht werken en kwaliteit van leven van cliënten in residentiële zorg. Master scriptie Forensische Orthopedagogiek, Universiteit van Amsterdam, supervisie P.E. Helmond. Helmond, P., Huitink, C., Nijhof, K.S., Poelen, E.A.P., & Vermaes, I.P.R. (2014). Leven in Vrijheid: interne audit. Nijmegen: Pluryn. Poelen, E.A.P. (2014). Middelengebruik door jongeren bij De Beele. Nijmegen: Pluryn. Hogewoning, A. & Schuitemaker, A. (2014) Leefklimaat onderzoek buitenhuizen Hietveld. Een onderzoek naar de kwaliteit van het leefklimaat en naar de mogelijkheden van verbetering van het leefklimaat. Scriptie: Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Christelijke Hogeschool Ede, supervisie P. Helmond. Meijer, M.A.E. (2014). Uitkomsten van de pilotversie ‘Leef je in!’: een presociale vaardigheidstraining voor jongeren met een LVB en gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen. Master scriptie Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, Radboud Universiteit, supervisie F. van Santvoort en I. Vermaes.
59
Mertens, S. (2014). Middelengebruik van leeftijdsgenoten in relatie met het middelengebruik van jongeren en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking: de rol van zelfcontrole. Master scriptie Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, Radboud Universiteit, supervisie E.A.P. Poelen. Smeulders, A. (2015). De mediërende rol van motieven om te drinken in de relatie tussen risicoprofielen voor middelengebruik en de frequentie van alcoholgebruik bij adolescenten en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking. Master scriptie Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, Radboud Universiteit, supervisie E.A.P. Poelen. Post, E. (2015). Leefklimaat en externaliserende gedragsproblemen bij (jong)volwassen SGLVG cliënten in de residentiële zorg. Master scriptie Forensische Orthopedagogiek, Universiteit van Amsterdam, supervisie P.E. Helmond. Punt, M. (2014). De Theory of Planned Behavior bij adolescenten en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking: De samenhang tussen attitude, subjectieve norm, gedragscontrole, kennis en cannabis- en alcoholgebruik. Master scriptie Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, Radboud Universiteit, supervisie E.A.P. Poelen. Rademaker, F., & Willemensen, D. (2014). De witte bolletjes trui: Een kwalitatief onderzoek naar de indicatoren van gedragsverandering door de interventie Equipe Mont Ventoux bij jongeren met een licht verstandelijk beperking tussen de 12 en 18 jaar. Bachelor scriptie, Sport & Bewegingseducatie, Hogeschool Arnhem Nijmegen, supervisie E.A.P. Poelen. Van Deursen, R.Y. (2014). Kinderen met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen van ouders met psychische- en/of verslavingsproblemen: Internaliserende problemen en de rol van verbale intelligentie. Master scriptie Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, Radboud Universiteit, supervisie F. van Santvoort en I. Vermaes. Van der Boor, C. (2015). The Effectiveness of the Online Intervention Change Your Mindset on Improving the Mindset, Self-esteem and Coping of Special Needs Youth. University College Utrecht, supervisie P.E. Helmond. Van Zweeden, M. (2015). De effectiviteit van De Groeifabriek op mindset, coping en externaliserend gedrag bij jongeren in het speciaal onderwijs, Universiteit van Amsterdam, supervisie P.E. Helmond. Veijer, M.A. (2014). Kinderen met een licht verstandelijke beperking (LVB) van ouders met psychische en/of verslavingsproblemen (KOPP/KVO): Hechting en de rol van stabiliteit in de opvoedingssituatie. Master scriptie Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, Radboud Universiteit, supervisie F. van Santvoort en I. Vermaes. Vrieling, M. F.(2014). De Samenhang tussen middelengebruik risicoprofielen en middelengebruik bij adolescenten en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking. Master scriptie, Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, Radboud Universiteit supervisie, E.A.P. Poelen. Vermaes, I.P.R. (2014). Quickscan Arbeidsparticipatie. Nijmegen: Pluryn.
60
Subsidies en prijzen Helmond, P. (2014). Mindfulness voor volwassenen met een licht verstandelijke beperking. Het ontwikkelen van een Mindfulness LVB interventieprotocol en een online ondersteuningsmodule. Mr. F.Couvee-stichting. Helmond, P. (2014). De Groeifabriek. Het ontwikkelen van een groeimindset! Een Randomized Control Trial naar de effectiviteit van De Groeifabriek voor jongeren met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking. Mr. F.Couvee-stichting. Helmond, P. (2015). De Groeifabriek. Het ontwikkelen van een groeimindset! Een Randomized Control Trial naar de effectiviteit van De Groeifabriek voor jongeren met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking. Johanna Kinderfonds en Stichting Rotterdams Kinderrevalidatie Fonds Adriaanstichting. Helmond, P. (2015). De Groeifabriek. Het ontwikkelen van een groeimindset! Doorontwikkeling van De Groeifabriek voor de forensische zorg. Kwaliteit Forensische Zorg. Helmond, P., Verberg, F., Yeager, D., Vermaes, I.P.R., & Overbeek, G.J. (2014). Innovatieprijs van het European Platform for Rehabilitation voor de online interventie De Groeifabriek. Nijhof, K.S., Van Domburgh, L., De Jong, R., Hegger, A., Vermaes, I.P.R., Scholte, R.H.J., & Strijbosch, E. (2014). Monitor JeugdzorgPlus representatief? Start- en ontwikkelprofielen van jongeren die wel en geen toestemming verlenen voor onderzoek. ZonMw. Otten, R. (2015). The reciprocal influence of effortful control and cannabis use on drug use onset. Fellowship of NIDA: International Visiting Scientists and Technical Exchange (INVEST) Program Poelen, E.A.P. (2014). ‘Take it personal!’ De ontwikkeling van een interventie voor middelengebruik en comorbide gedragsproblemen bij jongeren met een licht verstandelijke beperking. Mr. F.Couvee-stichting. Poelen, E.A.P. (2014). ‘Take it personal!’ Effectiviteit van een interventie voor middelengebruik en comorbide gedragsproblemen bij jongeren met een licht verstandelijke beperking. Fonds NutsOhra. Poelen, E.A.P. (2015). ‘Equipe Mont Ventoux: De fiets als middel ter versterking van eigen kracht en maatschappelijke participatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) en gedragsproblemen. Provincie Limburg. Scholte, R.H.J., Hunsel, E., Cima, M., Strijbosch, E., Kuiper, C., Nijhof, K., & Van Domburgh, L. (2015). JeudgzorgPlus: prevalentie en uitstroom van jongeren met LVB en psychiatrische Problematiek. ZonMw. Van Santvoort, F. (2014). Leef je in! Onderzoeksvoorstel voor pilotstudie en randomized controlled trial naar de effectiviteit van een training in sociaal cognitieve vaardigheden voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Mr. F.Couvee-stichting.
61
Congrespresentaties Arendsen, J. (juni 2015). Leef je in! Een sociaal cognitieve vaardigheidstraining voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Presentatie bij Focus op kennis en onderzoek, Utrecht. Dieker, M., Helmond, P., Huitink, C., Vermaes, I.P.R., & Embregts, P.J.M.C. (juli 2014). Day to day care by support staff in group homes: Testing the Quickscan Strength-Based Approach. Paper gepresenteerd op 4th IASSIDD Europe Congress, Wenen, Oostenrijk. Helmond, P., Verberg, F., Yeager, D., Vermaes, I.P.R. & Overbeek, G.J. (juni 2014). The online intervention the Growth Factory: Developing a Growth Mind set! Presentatie op uitnodiging op EPR annual conference, Keulen, Duitsland. Helmond, P., Vermaes, I.P.R., & Van der Helm, P. (juli 2014). What’s your opinion? The experience of therapeutic climate in a treatment facility for adults with mild intellectual disability and severe challenging behavior. Paper gepresenteerd op 4th IASSIDD Europe Congress, Wenen, Oostenrijk. Helmond, P. (september 2015). The Online Intervention The Growth Factory Aimed at Developing a Growth Mindset in Youth with Intellectual Disabilities: A RCT pilot study. Presentatie bij European Congress of Mental Health in Intellectual Disability, Florence, Italië. Punt, M. & Helmond, P. (september 2015). Mindfulness Training for People with Intellectual Disabilities: A Pilot Study. Presentatie bij European Congress of Mental Health in Intellectual Disability, Florence, Italië. Huitink, C. Embregts, P.J.M.C., Veerman, J.W., Verhoeven, L. (juli 2014). Staff-Client interactions: The implementation of a Strength-Based Approach. Paper gepresenteerd op 4th IASSIDD Europe Congress, Wenen, Oostenrijk. Nijhof, K.S. & Lobel, A. (maart 2014). Serious games in behandeling. Presentatie bij Jeugd in Onderzoek, Nieuwegein. Otten, R. (oktober 2015). The link between cannabis use and symptoms of anxiety and the moderating link of the 5-HTTLPR genotype. Presentation at the 2015 Thematic Meeting on Addiction, Houston, Texas, U.S. Poelen, E.A.P. & Schijven, E.P. (juni 2015). Take it personal! Een interventie voor middelengebruik en comorbide gedragsproblemen voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Presentatie bij Focus op kennis en onderzoek, Utrecht. Poelen, E.A.P., Schijven, E.P., & Vermaes I.P.R. (september 2015). Personality risk for substance use in adolescents and young adults with mild to borderline ID. Presentatie bij European Congress of Mental Health in Intellectual Disability, Florence, Italië.
62
Riemersma, I., Van Santvoort, F., & Vermaes, I.P.R. (juli 2014). Development of an intervention for children with a mild intellectual disability of parents with a mental illness (COPMI). Poster gepresenteerd op 4th IASSIDD Europe Congress, Wenen, Oostenrijk. Schijven, E.P., & Poelen, E.A.P. (november, 2014). Take it personal! Een interventie voor middelengebruik en comorbide gedragsproblemen voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Presentatie bij de Interne conferentie landelijk kenniscentrum LVB, Elst. Schijven, E. P., & Poelen, E.A.P. (mei, 2015). Take it personal! Een interventie voor middelengebruik en comorbide gedragsproblemen voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Presentatie bij de Landelijke Studiedag LVB & Verslaving, Amsterdam. Schijven, E.P., VanDerNagel, J., Engels R.C.M.E., Lammers, J., & Poelen, E.A.P. (september 2015). Take it personal!: Pilot of a selective intervention for substance use and comorbid behavioral problems in adolescents with mild to borderline intellectual disabilities. Presentatie bij European Congress of Mental Health in Intellectual Disability, Florence, Italië. Schuurmans, A.A.T., Nijhof, K.S., Engels, R.C.M.E. & Granic, I. (september 2014). Let’s play Dojo! A videogame intervention for anxious-aggressive adolescents: a pilot study. Poster gepresenteerd op het EABCT Congress 2014, Den Haag. Schuurmans, A.A.T., Nijhof, K.S., Engels, R.C.M.E. & Granic, I. (juni 2014). Let’s play Dojo! A videogame intervention for anxious-aggressive adolescents: a pilot study. Poster gepresenteerd op EFPSA Junior Researcher Programme Conference in Cambridge, United Kingdom. Van Santvoort, F. (mei 2015). Copmi with mild intellectual disability. Presentatie bij COPMI/FaPMI International Conference & Research Meeting, Prato, Italy. Verberg, F., Helmond, P., Yeager, D., Vermaes, I.P.R. & Overbeek, G.J. (juli 2014). Influencing youth’s beliefs about their potential to change in residential care by using the on-line intervention Change Your Mindset. Paper gepresenteerd op 4th IASSIDD Europe Congress, Wenen, Oostenrijk. Vermaes, I.P.R. & Engels, R.C.M.E. (maart 2014). Ethiek van behandelen in orthopedagogische centra zonder hard bewijs. Symposium bij Jeugd in Onderzoek, Nieuwegein. Vermaes, I.P.R., Van Santvoort, F., & Riemersma, I. (november 2014). Jij bent okay: Een competentietraining voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en ouders met psychische en/of verslavingsproblemen. Presentatie bij de Interne conferentie landelijk kenniscentrum LVB, Elst.
63
Bezoekadres: Industrieweg 50, 6541 TW Nijmegen Postadres: Postbus 53, 6500 AB Nijmegen
088
- 779 20 00
[email protected]
www.pluryn.nl
3213-RDB0116C047
www.pluryn.nl