REQUISITOIR TGO HATO XAVIER DE WINDT

REQUISITOIR TGO HATO XAVIER DE WINDT

12 JUNI 2015

PERSONALIA VERDACHTE Parketnummer

: 500.00099/15

naam

: DE WINDT

voornamen

: Xavier Jonathan

geboren op

: 20 juli 1986 te Curaçao

wonende te

: Curaçao

adres

: Santo Domingoweg 7, Thans alhier gedetineerd

REQUISITOIR TGO HATO | XAVIER DE WINDT

1

EIS I. 1.

INLEIDING Op dinsdagavond 15 juli 2014, vond er bij de luchthaven HATO een kille, brute liquidatie plaats, waarbij de mannen Erwin JULIANA en Shentley ARNHEM werden doorzeefd met kogels. JULIANA en ARNHEM zijn het slachtoffer geworden van een bendeoorlog die momenteel word uitgevochten tussen de gangs NO LIMIT SOLDIERS (NLS) en BUENA VISTA CITY (BVC).

2.

Bij de schietpartij, die gepaard ging met ware wildwest taferelen waarbij geschoten is met kogels, uit automatische vuurwapens bestemd voor militaire doeleinden, die zelfs politiemensen en beveiliging om de oren vlogen, vielen uiteindelijk niet alleen twee doden, JULIANA en ARNHEM, maar zeven anderen,

RAPHAEL,

VREEKAMP-

KUSTERS, PAULO, JANSEN, DICKE, MINGELI en CHAWLA werden ook het slachtoffer hiervan. Ze werden onder meer beschoten met een M-16, Colt AR-15 en Kalasjnikov. 3.

Verdachte Xavier DE WINDT, die vandaag hier terechtstaat, heeft vanuit zijn functie als politieambtenaar, cruciale informatie over de dag en het tijdstip van de komst van Erwin JULIANA vanuit Düsseldorf met de Air Berlin, doorgegeven aan de lid van de NLS, Curtley BASILIA, die het op zijn beurt heeft doorgeven aan Judrin MARTIS, welke mededeling van verdachte aan deze lid van de NLS wel degelijk gevolgen heeft gehad. De mededaders Judrin MARTIS, Adrian MARTHA, Raily BART, Givency MARIA en Renaldo MARTINA, waren door zijn mededeling precies gewaarschuwd, wanneer JULIANA zou aankomen.


2

4.

Zij hadden naar aanleiding van de ontvangen informatie van DE WINDT, een plan beraamd om de leider van de BUENA VISTA CITY gang Erwin JULIANA bekend als “Djuni Djais” te liquideren. Zij waren bewapend met automatische vuurwapens. Bij de luchthaven zijn anderen, te weten, Judrin MARTIS en Adrian MARTHA uitgestapt met deze automatische vuurwapens en hebben JULIANA vermoord. ARNHEM die naast JULIANA stond is ook doodgeschoten. Raily BART, Givency MARIA en Renaldo MARTINA hebben voor rugdekking gezorgd.

5.

De luchthaven was op dat moment superdruk met verkeer van heel veel mensen en de veiligheid van de omstanders is hierbij geen enkel punt van afweging geweest. Er zijn hulzen aangetroffen op verschillende plaats delicten. Het mag een bijzonder toeval worden genoemd dat meerdere mensen al dan niet op fatale wijze zijn getroffen.

6.

Verdachte DE WINDT heeft door zijn handelen ook de veiligheid in gevaar gebracht van iedereen die zich daar bevond. Daarnaast heeft verdachte in algemene zin de integriteit van de politie geschonden.

7.

Het Openbaar Ministerie zal nu overgaan tot het bespreken van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de verdachte Xavier de Windt.


3

II.

STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VERDACHTE DE WINDT FEIT 1 en 2 SUBSIDIAIR MEDEPLICHTIGHEID AAN MOORD

8.

Het Openbaar Ministerie overweegt met betrekking tot FEIT 1 en 2 SUSIDIAIR als volgt. Het Openbaar Ministerie komt niet tot bewezenverklaring van het TEN EERSTE en TEN TWEEDE PRIMAIR tenlastegelegde, MEDEPLEGEN VAN MOORD, maar wel tot een bewezenverklaring van het TEN EERSTE en TEN TWEEDE SUBSIDIAIR tenlastegelegde MEDEPLICHTIGHEID aan MOORD op

Erwin JULIANA en

MEDEPLICHTIGHEID aan MOORD op Shentley ARNHEM. Het bewijs volgt uit de hieronder genoemde bewijsmiddelen.

PROCES-VERBAAL TEAM FORENSISCHE OPSPORING [001-037 Aanvullend Proces-verbaal] 9.

Het proces-verbaal van het Team Forensische Opsporing van l0 september 2014, waaruit blijkt, dat op het parkeerterrein van Luchthaven Hato zich het levenloze lichaam van de man genaamd Edwin Adriano JULIANA, geboren op Curaçao op 7 april 1979 bevond. Omstreeks 21.40 uur kwam bij de politie een melding binnen, dat het slachtoffer Shantley Percival ARNHEM aan de bekomen schotverwondingen overleed. De dood werd door dienstdoende arts J. VARGAS van de polikliniek geconstateerd”.


4

PROCES-VERBAAL TEAM FORENSISCHE OPSPORING [pag. 038-049 Aanvullend Proces-verbaal] 10.

Het proces-verbaal van het Team Forensische Opsporing van 29 oktober 2014, van gerechtelijke sectie op het lichaam van Erwin JULIANA, waaruit blijkt dat:

“De doodsoorzaak van het slachtoffer E.A. Juliana was te wijten aan multiple verwondingen aan het hoofd, ernstige hersenbeschadiging, perforatie linker- en rechter longen en het hart”.

PROCES-VERBAAL TEAM FORENSISCHE OPSPORING [pag. 050-053 Aanvullend Proces-verbaal] 11.

Het proces-verbaal van het Team Forensische Opsporing van 12 augustus 2014, van gerechtelijke sectie op het lichaam van Shantley ARNHEM waarbij de verbalisanten concluderen dat: “de doodsoorzaak van het slachtoffer S.P. Arnhem te wijten was aan inwendige bloeding door kogelbeschadiging aan de lichaamsslagader. Uit de conclusies van de sectie blijkt dat: -

het slachtoffer S.P. Arnhem ten gevolge van de opgelopen verwonding tijdens de schietpartij om het leven was gekomen.

-

het slachtoffer S.P. Arnhem door tenminste één (1) kogel aan zijn lichaam werd getroffen”.


5

VERKLARING Marley FENIX [pag. 001-005 Einddossier] 12.

Op 7 september werd de getuige Marley FENIX gehoord. Als bewijs dient het procesverbaal van verhoor. FENIX verklaart dat Judrin, de verdachte Judrin MARTIS, hiermee bedoelende, hem twee dagen na de schietpartij bij Kustbatterij had verteld, dat Judrin op de dag dat Djais onderweg was naar Curaçao, een bericht op zijn telefoon had gekregen, dat Djais op de vlucht van Air Berlin richting Curaçao zat. VERKLARING Renaldo MARTINA [pag. 006-007 Einddossier ]

13.

De verklaring van FENIX sluit aan bij de verklaring van Renaldo MARTINA. Ook MARTINA verklaart dat één van de jongens een pinbericht had ontvangen omtrent de komst van JULIANA. Op 29 september 2014 heeft Renaldo MARTINA verklaart bereid te zijn de waarheid te verklaren.

MARTINA verklaart: “(...)AV: Ik ben bereid de waarheid te verklaren. Ik zal alleen mijn betrokkenheid vertellen. Op 15 juli 2014, omstreeks 19.00 uur bevond ik mij samen met Venenu, MOB, Raily Bart, Divany te kustbatterij nabij mijn woning. Op een gegeven moment ontving een van de jongens hetzij een pin of sms bericht op zijn mobiele telefoon. Op dat moment werd een plan in elkaar gezet om naar de luchthaven te gaan, om iemand die vanuit het buitenland kwam te gaan ophalen. Hierbij gingen we aldus Venenu, MOB, Raily Bart, Divany en ik naar de woning van Marley om daar de auto’s te halen”.


6

VERKLARING Renaldo MARTINA [pag. 014-020 Einddossier] 14.

Op 3 oktober 2015 werd ook de verdachte Renaldo MARTINA nader verhoord. Hij verklaard over het ontvangen van de pin-bericht of SMS-bericht Hij verklaart dat MOB met Djais wou afrekenen, daar hij problemen met Djais had.

“(...) Alles begon op 15 juli 2014, omstreeks 17.00 uur toen ik thuis was. Op dat moment ontving ik een pin bericht van MOB. In het bericht vroeg MOB aan mij of ik al gehoord had. Op dat moment wist ik niet over wat MOB het had. Ik stuurde een bericht weer naar hem met de vraag wat hij hiermee bedoelde. MOB stuurde weer een bericht inhoudende om hem bij de gebruikelijke plek nabij mijn woning te ontmoeten. Toen ik naar de plek ging waren aanwezig MOB, Venenu, Raily Bart en Divany. (...) Eenmaal bij hun vertelde MOB, tegen mij dat we naar de luchthaven moesten gaan om naar Djais te gaan kijken. MOB wou met Djais afrekenen, daar hij problemen met Djais had. Verder zei MOB dat hij een pin bericht had ontvangen inhoudende dat Djais naar Curaçao zou terug reizen. (...) VERKLARING SONIA JULIANA [pag. 022-028, Einddossier] 15.

Sonia JULIANA is de moeder van Erwin JULIANA

Zij verklaard dat niemand op de hoogte was van de komst van haar zoon Erwin Juliana vanuit Nederland, omdat niemand van zijn directe familie wist dat Erwin op 15 juli 2014 terug op Curaçao zou aankomen. Wel had haar zoon tegen haar gezegd dat indien hij vermoord wordt, een immigratieambtenaar zijn reisinformatie uit het bestand van de immigratiedienst haalde en deze aan een politieagent genaamd Xavi verstrekte. REQUISITOIR TGO HATO | XAVIER DE WINDT

7

Xavi gaf vervolgens de reisinformatie door aan de NLS. Tegen haar is gezegd dat Xavi ook betaald werd voor het geven van de reisinformatie van Erwin aan de NLS. Met dat geld heeft hij een roodkleurig Scion gekocht.

VERKLARING Ernioli CANDELARIA [pag. 029-036 Einddossier] 16.

Verder dient als bewijs de verklaring van de getuige Ernioli CANDELARIA. In het proces-verbaal van 17 maart 2015, verklaart hij als volgt. Dat hij werkzaam is bij de Veiligheidsdienst (hierna: VDC). Dat hij door verdachte DE WINDT werd benaderd met het verzoek of hij gegevens van personen die de dinsdag ervoor met Air Berlin naar Europa waren gereisd voor hem uit zou kunnen halen. (...) Dat hij ervan uitging dat DE WINDT bezig was met opsporing.

Via whatsapp hebben zij met elkaar gecommuniceerd, waarbij, verdachte via zijn whatsapp-profiel “Zavier polis” hem de namen van 3 personen had gestuurd. Hij herinner dat de namen waren: Erwin Juliana, een achternaam Pietersz en een achternaam Gregorius. Hij bekend dat hij DE WINDT informatie had doorgegeven met betrekking tot de komst van JULIANA op Curaçao en heeft de whatsapp berichten tussen hem en DE WINDT aan de politie overhandigd.


8

WHATSAPP BERICHTEN TUSSEN CANDELARIA EN DE WINDT [pag. 49-66 Einddossier] 17.

CANDELARIA heeft de politie de whatsapp berichten overhandigd. Van belang zijn deze whats-app berichten tussen verdachte en CANDELARIA omdat ze aangeven hoe DE WINDT constant bezig was om te achterhalen wanneer JULIANA terug naar Curaçao zou reizen.

Uit de berichten volgt dat verdachte DE WINDT constant whatsappte met CANDELARIA om reisinformatie van hem te krijgen met betrekking tot JULIANA. Uit het whatsapp bericht van 23 juni 2014, volgt dat verdachte DE WINDT, CANDELARIA de namen en geboortedatum stuurt van drie mannen, te weten: 

Jesel Leon Magno Pietersz, 10 november 1989 9:23



Erwin Adriano Juliana, 7 april 1979 9:24 en



Guergino Andres Gregorius, 30 november 1989 9:25

Daarna volgen er verschillende berichten over en weer tussen verdachte en CANDELARIA waarbij verdachten vragen stelt zoals: 

Is het iets dat zij kunnen veranderen om eerder te komen ? 11:12



Is er een manier om te weten dat zij hebben veranderd om eerder te komen ? 11:14



Is het mogelijk om mij aanstaande maandag op de hoogte te stellen, en overige maandagen tot zij zullen komen, om te weten of alles het zelfde is gebleven ? 11:16



Zodat wij kunnen weten als zij van datum wijzigen 11:16


9

18.

Op 15 juli 2015 de bewuste dag, waarop JULIANA en ARNHEM zouden worden vermoord, stuurt verdachte DE WINDT, een whatsapp naar CANDELARIA en schrijft: “No drumi paso ta trabou tin”, “ Slaap niet, er is werk” 15:18 CANDELARIA stuurt het volgende bericht: “Twee zijn vandaag onderweg 15:19 Twee hebben ticket gekocht maar een is niet aan boord 15:19 “Wie en wie 14:21” en “Wanneer arriveert het vliegtuig 14:21” vraagt verdachte “Juliana en Gregorius komen vandaag 15:22” anwoord CANDELARIA “Het vliegtuig komt aan 19:30 15:22” “Is het vliegtuig op tijd 14:27” vraagt DE WINDT. CANDELARIA antwoordt: “Het vliegtuig arriveert als het goed is om 17:20 15:38 “(...)19:30, dit is het tijdstip dat het vliegtuig zal landen 15:54”

CANDELARIA bevestigt tijdens het verhoor dat hij via een whatsapp Xavier liet weten dat Juliana en Gregorius aan boord waren. Vervolgens wilde Xavier weten of de vlucht op tijd was. Hij gaf hem te kennen dat de vlucht om 19:30 uur zou landen. VERKLARING Edric FRAAY [pag. 042-044 Einddossier] 19.

De verklaring van de getuige Edric FRAAY ondersteund de verklaring van CANDELARIA. Hij is de contactpersoon van CANDELARIA op de luchthaven. Hij verklaart dat hij toentertijd bij Swissport werkte als afhandelaar/dispatcher voor de luchtvaartmaatschappij Air Berlin. Hij geeft verder aan dat hij door CANDELARIA werd benaderd met het verzoek om reisbewegingen van drie mannen te volgen via “Air Berlin”.


10

Hij verklaart dat hij normaal soortgelijke verzoeken afhandelde. Hij geeft verder aan: “Op de dag van de schietpartij had ik avond dienst welke aanvang om 14.00 uur en eindigt om 22.00 uur, op die dag had ik aan Candelaria door gegeven dat de mannen waarover hij informatie zocht op de vlucht van de “Air Berlin” waren.

VERKLARING VERDACHTE DE WINDT, Xavier [pag. 140-143 Einddossier] 20.

Verdachte Xavier DE WINDT is ook door de politie verhoord. Hij heeft op 31 maart 2015 verklaart de hele waarheid te zullen verklaren en heeft openheid van zaken gegeven. Hij bevestigd de verklaring van CANDELARIA en bekend het feit te hebben gepleegd. Hij verklaart ook hiervoor door Curtley BASILIA te zijn betaald. 

Hij verklaart dat hij de informatie van de aankomst van “Djais” en “Gino” uit Duitsland met de vlucht van Air Berlin aan Curtley BASILIA heeft doorgegeven.



Hij werd benaderd door deze NLS lid in Sint Maarten in de maand april 2014;



Deze BASILIA had hem gezegd dat hij op zoek was naar “Djais” omdat “Djais” hem in het verleden had beroofd.



BASILIA heeft hem gevraagd indien hij “Djais” bij zijn terug keer op Curaçao tegen kwam of hij hem direct een bericht kon sturen, waar “Djais” op dat moment was, hij van hem hiervoor een geld bedrag van NAF 50.000,-- voor de tip zou krijgen.



21.

Hij verklaart ook met het voorstel van BASILIA te hebben ingestemd.

Verder verklaart verdachte: “Eenmaal ik terug op Curaçao was, begon ik informatie over “Djais”, “Jesel” en “Gino” te zoeken. Ik had een contact die bij de luchthaven werkzaam is en via hem bleef ik in constant contact. Nadat ik kwam te weten dat ze in het buitenland waren, bleef ik in constant contact met BASILIA via het berichtensysteem “Pin” om hem op de hoogte houden van de vluchten”. REQUISITOIR TGO HATO | XAVIER DE WINDT

11

22.

Verdachte verklaart voorts dat hij zich op 15 juli 2014, in de Verenigde Staten bevond, toen hij via zijn contact bij de luchthaven kwam te weten dat “Djais” en “Gino” op de vlucht van Air Berlin waren. Hij heeft direct BASILIA getekst via het “Pin” berichtsysteem, en hem door gegeven dat “Djais” en Gino op 15 juli 2014, terug vanuit Duitsland met de vlucht van de Air Berlin zouden reizen”.

23.

Verdachte geeft verder aan dat hij op 22 juli 2014 of 23 juli 2014, dus één week na de moorden, een bericht van het “Pin” berichtensysteem van BASILIA kreeg. BASILIA stuurde een tekst dat hij op Curacao was aangekomen en dat hij mij wou ontmoeten. Hierbij hebben wij afgesproken om op de parkeerplaats van het brood truck te “Palu Blanku” te ontmoeten verklaart hij. Zoals afgesproken kwam BASILIA bij de afgesproken plek, hij was op dat moment met twee andere personen. Eenmaal bij mij gaf BASILIA mij een contant geld bedrag van NAF 35.000,--. Op het moment dat BASILIA mij het geldbedrag gaf zei hij tegen mij dat dit geld bedrag was voor de informatie dat ik aan hem had gegeven dat “Djais” en “Gino” op 15 juli 2014 op de vlucht van de Air Berlin waren. Verder zei ook tegen mij dat ik de resterende NAF 15.000,--, later zou krijgen. Het geld bedrag bestond uit bank biljetten alleen van NAF 100,-- ik heb de geld bedrag op dat moment samen met hem geteld. Nadat ik het geld bedrag had geteld stapte ik in mijn auto en ging weg”.


12

VERKLARING VERDACHTE DE WINDT, Xavier [pag. 147-151 Einddossier] 24.

Op 4 april 2015 is verdachte verhoord. Hij bekend dat hij wel geruchten op straat had gehoord van de pogingen om JULIANA te liquideren. VERKLARING VERDACHTE DE WINDT, Xavier [pag. 163-168 Einddossier]

25.

Op 10 april 2015 werd verdachte wederom verhoord. Hij verklaart dat hij op de hoogte is van de vete tussen NO LIMIT SOLDIERS en BUENA VISTA CITY en ook van verschillende pogingen om Djuni Djais te liquideren. PROCES-VERBAAL HUISZOEKING ANASAWEG 42 appartement 6 [pag. 057-066, Aanvullend Proces-verbaal]

26.

Tijdens de huiszoeking op zaterdag 13 september 2014 bij de woning gelegen te Anasaweg 42 appartement 6, zijnde de woning van Judrin MARTIS, werd er in de keukenla een verlopen paspoort ten name van Curtley BASILIA die verdachte had benaderd en die de ontvangen informatie aan Judrin MARTIS had doorgegeven aangetroffen.


13

VERKLARING Rignald MARTINA [pag. 045-048 Einddossier] 27.

Het proces-verbaal van verhoor van de getuige Rignald MARTINA. MARTINA verklaart dat hij de auto van het merk Scion, model X-D aan DE WINDT had verkocht en dat DE WINDT hem het bedrag van NAF 11.500 cash had betaald. Hij verklaart: Ja, het klopt inderdaad had de man Xavier de Windt een auto bij mij gekocht. (...) Het betreft een rood gelakte personenauto van het merk Scion, model X-D, bouwjaar 2008, 5-deurs. Het kentekentnummer kan ik mij nu niet herinneren. De Windt had mij het bedrag contant betaald. Het bedrag bestond grotendeels uit bankbiljetten van Ang 100,-- en waren wel enkele bankbiljetten van Ang 50,--. Hij heeft ook de inbeslag genomen auto herkend toen het aan hem werd getoond als de auto die hij aan DE WINDT had verkocht.

MEDEPLICHTIGHEID AAN MOORD 28.

Het Openbaar Ministerie is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, dat verdachte DE WINDT, opzettelijk informatie heeft verschaft over de komst van Erwin JULIANA en cs aan een lid van de NLS, te weten BASILIA, wie het bericht daarna heeft gestuurd naar Judrin MARTIS. Immers in de woning van MARTIS werd tijdens een huiszoeking de verlopen paspoort van Curtley BASILIA aangetroffen.

29.

Om medeplichtig te zijn aan moord is vereist dat niet alleen bewezen wordt dat verdachtes opzet gericht was op het verschaffen van inlichtingen tot het plegen van voormeld misdrijf (in dit geval reisgegevens van Erwin JULIANA) als bedoeld in de artikelen 2:262 jo. 1:124 van het Wetboek van Strafrecht, doch tevens dat verdachtes opzet al dan niet in voorwaardelijke vorm was gericht op het misdrijf. REQUISITOIR TGO HATO | XAVIER DE WINDT

14

30.

Zoals hiervoor vastgesteld heeft verdachte aan een lid van de NLS opzettelijk informatie verstrekt. Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of verdachte de opzet al dan niet in voorwaardelijke zin) had op de moord op JULIANA.

31.

Uit de verklaring van verdachte DE WINDT volgt dat verdachte niet wist dat ze de door hem gegeven informatie zouden gaan gebruiken om JULIANA te vermoorden. Het Openbaar Ministerie is van oordeel dat zelfs als we verdachte willen geloven, en er dus geen sprake is van "vol" opzet van verdachte op de dood van JULIANA en ARNHEM, het Openbaar Ministerie wel van oordeel is dat verdachte het voorwaardelijk opzet heeft gehad op de dood van JULIANA en ARNHEM.

32.

Het volgende dient te worden vooropgesteld. Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg - zoals hier de dood - is aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zal intreden.

33.

Uit de aangehaalde verklaringen uit het dossier blijkt het volgende. 

Dat verdachte in de maand april 2014, in Sint Maarten, benaderd werd door een NLS lid, BASILIA, die tegen hem had gezegd had dat hij op zoek was naar “Djais”, omdat “Djais” hem in het verleden had beroofd. Hij heeft hem gevraagd indien hij “Djais” bij zijn terug keer op Curaçao tegen kwam of hij hem direct een bericht kon sturen, waar “Djais” op dat moment was, hij van hem hiervoor een geld bedrag van NAF 50.000,-- voor de tip zou krijgen. DE WINDT verklaart ook met het voorstel van deze NLSer te hebben ingestemd. Hij verklaart als volgt: “Eenmaal ik terug op Curaçao was, begon ik informatie over “Djais”, “Jesel” en “Gino” te zoeken. REQUISITOIR TGO HATO | XAVIER DE WINDT

15

Ik had een contact die bij de luchthaven werkzaam is en via hem bleef ik in constant contact. Nadat hij te weten kwam dat JULIANA en c.s. zich in het buitenland bevonden, bleef hij in constant contact met BASILIA via het berichtensysteem “Pin” om hem op de hoogte houden van de vluchten [pag. 141, Einddossier]. 

Dat verdachte op de hoogte was van de vete tussen No Limit Soldiers en Buena Vista City [pag. 184, Einddossier].



Dat verdachte op de hoogte was van de verschillende pogingen om Erwin JULIANA te liquideren. Immers hij verklaard op de hoogte te zijn van de twee andere pogingen om JULIANA te liquideren [pag. 166, Einddossier].



Dat verdachte ook op de hoogte was van de derde poging om JULIANA te liquideren in Nederland. Hij verklaart: “Ja, ik hoorde het via de media” [pag. 167, Einddossier].



Dat verdachte zoals blijkt uit de whatsapp berichten, aan CANDELARIA wel degelijk op de hoogte was van de plannen om JULIANA te liquideren. Hij bleef vragen stellen aan CANDELARIA alsof hij heel goed op de hoogte was van de liquidatie zoals: 

“Is het iets dat zij kunnen veranderen om eerder te komen?



Is het mogelijk om mijn aanstaande maandag op de hoogte te stellen, en overige maandagen tot zij zullen komen, om te weten of alles hetzelfde is gebleven? [pag. 172, Einddossier].



Dat verdachte helemaal niet verrast of geshokeerd was van wat er is gebeurd was op Luchthaven Hato en zelfs via whatsapp vraagt om foto’s van de man die dood is voor hem te sturen. Tijdens de schietpartij had hij een whatsapp ontvangen van CANDELARIA die hem mededeelde dat er vermoedelijk een schietpartij met doden bij de airport was en dat hij dat heeft gehoord van zijn contact bij de luchthaven. Verdachte vraagt: “Ken nan a benta abou”? “Wie hebben ze neergeschoten? “Bise manda

pic

pabo”.

“Zeg

tegen

hem

om

een

pic

voor

je

te

sturen”

[pag. 179, Einddossier]. REQUISITOIR TGO HATO | XAVIER DE WINDT

16



Dat verdachte nadat hij geconfronteerd werd door CANDELARIA dat de mensen die dood zijn, de mensen zijn die zij van de week op hebben gewerkt, blijft liegen tegen CANDELARIA en zegt dat de politie zich gereed aan het maken was om naar de woning van Djais te gaan [pag. 181, Einddossier]. Hij stelt CANDELARIA, geen vragen zoals: Wat? Hoe kan dat nou? Wie heeft dat gedaan?

Uit deze verklaringen leidt het Openbaar Ministerie af dat verdachte moest weten, dat de aanmerkelijke kans bestond dat de informatie die verdachte zou geven aan BASILIA, gebruikt kon worden om op JULIANA te schieten en dit de dood van JULIANA tot gevolg zou kunnen hebben. Immers BASILIA heeft vanaf het eerste moment tegen verdachte gezegd op Sint Maarten dat hij op zoek was naar “Djais” omdat hij hem in het verleden had beroofd. 34.

Daar komt ook bij dat hoewel verdachte stelt niet op de hoogte te zijn van de plannen om JULIANA te liquideren, nadat zowel JULIANA als ARNHEM werden geliquideerd en zeven anderen werden geraakt, verdachte een ontmoeting heeft gehad met BASILIA die hem NAF. 50.000,- in het vooruitzicht had gesteld voor de informatie en heeft van hem het bedrag van NAF. 35.000,- in ontvangst genomen voor de verrichte diensten. Hij moest hem verder nog NAF 15.000,- geven voor de verrichte diensten, te weten he verschaffen van inlichtingen, die hij had gegeven die geleid hadden tot de moord van Erwin JULIANA en Shently ARNHEM.

35.

Hieruit leidt het Openbaar Ministerie af dat verdachte niet alleen de wetenschap heeft gehad van genoemde aanmerkelijke kans, maar hij deze ook bewust heeft aanvaard. Het Openbaar Ministerie is van oordeel dat verdachte DE WINDT medeplichtig is aan de moord op JULIANA en ARNHEM.


17

36.

Beide feiten, dus het TEN EERSTE SUBSIDIAR tenlastegelegde en TEN TWEEDE SUBSIDIAR tenlastegelegde kunnen wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Het zijn strafbare feiten en verdachte is een strafbare dader. Indien het dossier niet voldoende aanknopingspunten bevat om bewezen te verklaren dat het feit door MARTIS en MARTHA zijn gepleegd, verzoek ik u bewezen te verklaren dat het feit door anderen is gepleegd.

FEIT 2: VERDUISTERING IN DIENSTBETREKKING 37.

Dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het TEN TWEEDE tenlastgelegde verduistering in dienstbetrekking blijkt uit de volgende bewijsmiddelen.

VERKLARING ZWERWER, Imro [pag. 055-066 Einddossier Deelonderzoek Portofoon] 38.

Het proces-verbaal van aangifte van Imro ZWERWER Op dinsdag 31 maart 2015 deed de heer Imro ZWERWER aangifte van verduistering in dienstbetrekking cq. diefstal van twee portofoons van het Korps Politie Curaçao, die door verdachte aan een burger ter koop werden aangeboden. Verder blijkt het bewijs uit de verklaring van Jason LAU-A-KIEN VERKLARING LAU-A-KIEN, Jason [pag. 001-005 Einddossier Deelonderzoek Portofoon]

39.

Hij verklaart als volgt: “(…) Ik kan wel het volgende uitleggen, het ging over de twee portofoons dat hij te koop had. Wij hadden gesproken over twee politieportofoons. REQUISITOIR TGO HATO | XAVIER DE WINDT

18

Hij wilde allebei aan mij verkopen voor 5000 gulden. Als ik eentje alleen wilde hebben, had ik dan 2800 guldens moeten betalen”. VERKLARING DE WINDT, Xavier [pag. 067-070 Einddossier Deelonderzoek Portofoon]

40.

Het proces-verbaal van verhoor van verdachte Verdachte bekend twee portofoons te hebben verduisterd. Hij verklaard: “(...)AV: Ja, inderdaad ben ik schuldig. Ik heb twee dienst portofoons verduisterd en deze aan de persoon die ze zou kopen gegeven. Ik ben bereid het hele verhaal te vertellen. Ik moet aangeven, dat ik in financiele moeilijkheden verkeer. Toen ik geen uitweg in mijn financiele situatie zag, had ik besloten om twee dienst portofoons te verduisteren en getracht deze te verkopen”. Gedurende zijn dienst, verklaart hij, liep hij voorbij het kantoor ruimte van de HIT Team, hierbij zag hij een aantal dienst portofoons in de opladders. Hij zag dat geen personeel van de HIT Team in de omgeving was en hierbij heeft hij één van de portofoons gepakt. AV: Hierna liep ik naar het kantoor van de UST. In het kantoor van de UST zag ik op een tafel een dienst portofoon. Ik zag dat er geen collega’s van het UST in de omgeving waren en hierbij heb ik de tweede dienst portofoon gepakt. Eenmaal hij de twee portofoons had, heeft hij ze in zijn persoonlijke handtas gezet.

41.

Dit feit, verduistering in dienstbetrekking, kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Het is een strafbaar feit. Verdachte is een strafbare dader.


19

FEIT 3: SCHENDING AMBTSGEHEIM 42.

Het staat vast dat verdachte vertrouwelijke informatie heef ingewonnen vanuit zijn functie als politieambtenaar en dat hij deze vertrouwelijke informatie heeft doorgespeeld aan derden.

43.

Verdachte verklaart dat hij in geldnood verkeerde en geeft aan dat hij informatie heeft verstrekt, in ruil voor geld, vanwege zijn slechte financiële situatie. Het Openbaar Ministerie is er van overtuigd dat verdachte in hoge mate heeft gehandeld uit eigen belang. Uit het proces-verbaal van bevinding analyse bankafschriften X.J. de Windt [pag. 072-130 Aanvullend Proces-verbaal] blijkt dat verdachte bij verschillende instellingen schulden heeft en dat hij per april 2015 een totale schuld had die meer dan NAF 70.000,bedroeg.

44.

Echter, het Openbaar Ministerie is van oordeel, dat de schending van een geheim als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht door een politieman een buitengewoon ernstig feit is.

45.

Het belang bij het bewaren van het vertrouwelijke karakter van de slechts in beperkte vormbeschikbare informatie zoals reisinformatie, is naar het oordeel van het Openbaar Ministerie evident. Verdachte die uitsluitend uit hoofde van zijn ambt als politieagent, in kennis was gesteld van die informatie, immers zowel CANDELARIA als FRAAY verklaren er van uit te gaan dat ze voor de justitie aan het werken zijn, terwijl DE WINDT helemaal niet met enige opsporing was belast, doorkruiste deze het systeem door eigenmachtig een derde van deze informatie in kennis te stellen en schond daarmee het ambtsgeheim.


20

Ook dit feit kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Het is een strafbaar feit en verdachte is een strafbare dader.

DOCUMENTATIE Xavier DE WINDT 47.

Uit documentatie blijkt dat het de eerste keer is en dat verdachte niet eerder in aanraking is gekomen met politie en justitie voor soortgelijke feiten.

RAPPORTEN RECLASSERING EN PSYCHIATER 48.

Het Openbaar Ministerie heeft acht geslagen op de rapporten van de Stichting Reclassering en de psychiater. Uit het rapport van de psychiater blijkt dat verdachte volledig toerekeningsvatbaar moeten worden geacht.


21

BESLAG 49.

Bij verdachte is een auto van het merk Scion, model X-D inbeslaggenomen.

50.

Hij verklaart met deel van het geld die hij ontvangen had van de moord op JULIANA, onder anderen deze auto van het merk Scion, model X-D te hebben gekocht. Hij had ook een tweede auto van het merk Nissan, model Sentra afbetaald met het ontvangen geld [pag. 188, Einddossier]. De getuige Rignald MARTINA verklaart zijn auto aan DE WINDT te heben verkocht en dat hij hem het bedrag van NAF 11.500 cash had betaald.

51.

Uit het onderzoek is gebleken dat het bewezen verklaarde feit onder 1 en 2 SUBSIDIAIR is begaan met informatie die verstrekt is in ruil voor geld. Met het ontvangen geld is de auto gekocht.

52.

Verdachte verklaard afstand te doen van deze auto van het merk Scion, model X-D.

53.

Het Openbaar Ministerie vordert dat het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven auto van het merk Scion, model X-D wordt verbeurdverklaard.

54.

Het Openbaar Ministerie wil vanaf nu aankondigen dat zij ook voornemens zijn om een vordering ontneming in te dienen.


22

CONCLUSIE 55.

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, komt het Openbaar Ministerie tot de volgende eis.

56.

Erwin JULIANA “Djuni Djais” en Shantley ARNHEM “Champi” zijn de slachtoffers geworden van de 16de aanslag die de twee bendes NO LIMIT SOLDIERS (NLS) en BUENA VISTA CITY (BVC) op elkaar hebben gepleegd. De eerste incident vond plaats op 29 augustus 2012 toen leden van de NLS op leden van de BVC hadden geschoten met het gevolg dat Destry JULIANA, de kleine broer van Erwin JULIANA werd vermoord.

57.

Na de moord van Destry JULIANA, volgden verschillende andere moorden die min of meer om de beurt door elk van de bendes werden gepleegd. Daarnaast vonden er ook schietpartijen plaats op leden van de NLS of de BVC, echter niet altijd met dodelijk afloop.

58.

Uit het onderzoek gedaan door de politie, zoals blijkt uit het proces-verbaal van bevinding [pag. 067-071 Aanvullend Proces-verbaal], dat Erwin JULIANA en Shantley ARNHEM slachtoffers nummer 11 en 12 worden van deze “gangrelated” wraakacties die in moord eindigen.


23

59.

Na informatie te hebben ontvangen van DE WINDT, hebben de medeplegers oftewel anderen op 15 juli 2014, het latere slachtoffer Erwin JULIANA gedurende enige tijd staan opwachten en toen hij uit de aankomsthal bij de luchthaven naar buiten kwam met meerdere schoten uit twee automatische vuurwapens op hem gelost en op gruwelijke wijze vermoord. Ze hebben de latere slachtoffer Shentley ARNHEM die zich samen met hem bevond ook vermoord.

60.

Dit schietpartij heeft plaatsgevonden bij de Luchthaven Hato waarbij heel veel mensen aanwezig waren, waaronder RAPHAEL, VREEKAMP-KUSTERS, PAULO, JANSEN, DICKE, MINGELI en CHAWLA die ook door kogels en fragmenten van de kogels werden getroffen en ernstig letsel hebben opgelopen. Deze slachtoffers hadden, zoals uit onderzoek is gebleken, dodelijk getroffen kunnen worden. Onderzoek van het Forensisch Team geeft aan dat dergelijke kalibers alleen voor militaire doeleinden worden gebruikt. Als een kogel (kaliber .223 of 7.62x39mm) een lichaam raakt, spatten ook weefseldelen uiteen. Er ontstaat een zeer grote tijdelijke holte die vele malen groter is dan de diameter van de kogel zelf.

61.

Kort na de schoten begon een golf van paniek. Mensen verklaren dat zij het geluid van vuurwerk hoorden en zich pas later realiseerden dat er geschoten werd. Ooggetuigen zeiden dat vele mensen zich in veiligheid probeerden te brengen of waren weggerend. Passagiers riepen tegen elkaar en mensen waren aan het huilen. Mensen renden om zich te verbergen in de toiletten of onder auto’s. Het leken wel taferelen uit een film. Al bij al heeft de schietpartij een enorme opschudding bij de luchthaven HATO en in de Curaçaose gemeenschap veroorzaakt. Daar komt ook bij dat de berichtgeving in de media, inbegrepen die over het onderhavige strafproces, toont aan dat ook de samenleving in breder verband door dit misdrijf ernstig is geschokt en dat dit misdrijf heeft bijdragen aan algemene gevoelens van onveiligheid. REQUISITOIR TGO HATO | XAVIER DE WINDT

24

62.

Gelet op de wijze waarop het feit is begaan, in het bijzonder de korte afstand waarop de schoten op het slachtoffer Erwin JULIANA en Shantley ARNHEM zijn afgevuurd, hebben de moorden op JULIANA en ARNHEM alle kenmerken van een kille, koude, brute liquidatie.

63.

Verdachte DE WINDT heeft een niet te verwaarlozen rol hierbij gespeeld. Zonder de informatie die hij verstrekt had, waarvan aan hem NAF. 50.000,- in het vooruitzicht werd gesteld en NAF 35.000,- aan hem werd betaald in afwachting van de rest, zou de schietpartij bij het luchthaven HATO op 15 juli 2015 niet hebben plaatsgevonden.

64.

Verdachte heeft in zijn hoedanigheid van politieambtenaar zich laten omkopen en schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan moord, verduistering in dienstbetrekking en schending van zijn ambtsgeheim.

65.

Het Openbaar Ministerie rekent het verdachte zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie en het in hem gestelde vertrouwen heeft geschonden. Een politieambtenaar neemt, gelet op zijn taak en functie, een bijzondere plaats in de samenleving in. Om die reden wordt van hem volledige integriteit en onkreukbaarheid verwacht. Alleen al verdenking van een misdrijf, gepleegd door een politieagent, levert een ernstige inbreuk op de rechtsorde op. Verdachte heeft daarnaast door zijn handelwijze ernstige schade toegebracht aan het imago van het Korps Politie Curaçao in het algemeen en zijn directe collega’s in het bijzonder.


25

66.

Hij heeft met zijn handelen een grote inbreuk gemaakt op het vertrouwen dat de maatschappij in de politie mag hebben. De betrouwbaarheid van de politie moet boven elke twijfel verheven zijn. Het Openbaar Ministerie rekent het verdachte zwaar aan dat hij niet op integere wijze is omgegaan met aan hem gedane verzoeken voor informatie en deze zelfs tegen betaling aan een derde heeft verstrekt. Dergelijk handelen raakt het hart van het politiewerk en het zet de wel integer handelende politiecollega’s te kijk. Daarnaast tast dit gedrag van verdachte de rechtsstaat in de kern aan en is deze handelwijze een rechtschapen politieambtenaar onwaardig.

67.

Dergelijke zware feiten rechtvaardigen naar het oordeel van het Openbaar Ministerie zonder meer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

68.

Het Openbaar Ministerie houdt rekening met het strafblad van verdachte waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake het plegen van strafbare feiten. Voorts houdt het Openbaar Ministerie rekening met hetgeen omtrent de persoon van verdachte in de rapporten naar voren komt.

69.

Medeplichtigheid aan moord, het nemen van een leven van een ander, zijn de meest ernstige strafbare feiten, waarop in beginsel uitsluitend een reactie in de vorm van het opleggen van een langdurige vrijheidsbenemende straf passend is. Bij de bepaling van de strafmaat is rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten. Tevens is rekening gehouden met de straffen die in Curaçao in andere zaken voor medeplichtigheid aan moord zijn opgelegd en de omstandigheid dat door het plegen van dit feit de rechtsorde in ernstige mate is geschokt. REQUISITOIR TGO HATO | XAVIER DE WINDT

26

70.

Door aldus te handelen heeft verdachte meegewerkt om de slachtoffers het meest fundamentele recht te ontnemen waar een mens over beschikt: het recht op leven. Het resultaat van deze delicten en de wijze waarop ze zijn uitgevoerd dragen voorts een voor de rechtsorde zeer schokkend karakter en brengen in de samenleving niet alleen gevoelens van grote angst en onveiligheid teweeg, maar ook gevoelens van woede en onmacht.

71.

De vraag is nu welke straf passend is. Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat de vorm van geweld zoals die zich hier heeft gemanifesteerd niet wordt getolereerd. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige

duur

is

van

toepassing.

Verdachte

heeft

ook

blijk

gegeven

de

verantwoordelijkheid van het ambt van politieambtenaar niet te kunnen dragen. Op dit handelen, past de bijkomende straf van ontzetting van het recht om het ambt van politieagent te vervullen. 72.

Ik wil u daarom verzoeken aan verdachte DE WINDT op te leggen: 

een gevangenisstraf van zes jaar;



met als bijkomende straf dat de verdachte dient te worden ontzet van het recht om het ambt van politieambtenaar te bekleden voor de duur van tien jaren, waarbij in aanmerking is genomen dat op grond van artikel 1:64 lid 1a jo artikel 1:66 lid 1b van het Wetboek van Strafrecht van Curaçao, de ontzetting de duur van de hoofdstraf met tenminste twee en ten hoogste vijf jaren te boven dient te gaan.


27

REQUISITOIR TGO HATO XAVIER DE WINDT

Recommend Documents