België – Belgique P.B. 9500 GERAARDSDBERGEN B.C. 10117
TUINIEREN Rekeningnr BNP Fortis: BE29 0010 4554 0364
Maand: oktober 2014 Postkantoor GERAARDSBERGEN I P 508040
KONINKLIJK WERK DER VOLKSTUINEN GERAARDSBERGEN vzw Voorzitter: André Depelseneer (054411906) Verantwoordelijke uitgever: Eddy Praet Watermolenstraat 115 9500 GERAARDSBERGEN tel: 054415950
[email protected] www.volkstuinengeraardsbergen.be
Volgende activiteiten •
MAANDBLAD (verschijnt niet in augustus)
Zaterdag 18 oktober 2014 om 19u in zaal St. Bavo, Hoge Buizemont 165 te Geraardsbergen: uitslag van de hofprijskamp, waarna een lekker dampend spaghettibord en dessert volgt. Wie er alsnog bij wil zijn dient navraag te doen bij de voorzitter (054411906). Aandacht: voorafgaand aan de hofprijskamp zal Jacqueline, weet u nog de dame die op de vergadering in maart haar zelfgekweekte ‘Fuchsia arborescens’ uitdeelde, ons enkele nuttige tips geven om onze ‘Bellekesplanten’ in de beste condities te overwinteren.
•
Vrijdag 14 november 2014 om 19u30 in zaal St. Bavo, Hoge Buizemont 165 te Geraardsbergen: voordracht met als titel “Veilig in het verkeer: te voet, met de fiets of de wagen” door Hugo De Mulder, Commissaris van Politie, en tevens bestuurslid en webmaster van onze vereniging. Ook (volks)tuinders moeten gedeelte van een boeiende bijhorende presentatie geeft verantwoorde manier kunnen
zich dagelijks in het verkeer op de weg begeven. In het eerste spreekbeurt, samen met herkenbare beelden en situaties in de onze gastspreker ons nuttige tips hoe wij dit op een veilige en doen.
In het tweede gedeelte frist hij onze verkeerskennis nog even op met als onderwerp “ Wat is er veranderd in de wegcode sedert 2000 tot nu “. Jaarlijks laten honderden mensen het leven in het steeds drukker wordend verkeer of worden hierbij ernstig gewond. Dit belangt ons dus allemaal aan. Reden te meer om zeker aanwezig te zijn! Zoals steeds is ook nu de toegang GRATIS! Als afsluiter wordt u door het bestuur een dessert aangeboden, gemaakt door Ann en Bea. Iedereen van harte welkom!
In memoriam Op 1 september 2014 overleed te Tremelo Mevrouw Winiefred Van Killegem (° 13 mei 1939). Winiefred, ook bekend als “ het kruidenvrouwtje uit Gent ” was meter van ons kruidenpark en was verschillende jaren bij ons te gast als voordrachtgever.
“Een slimme tuin”: voordracht door Jos Van Hoecke Jos Van Hoecke is geen onbekende meer voor onze leden die de voordrachten trouw bijwonen. Dit onderwerp (waarvoor onze ondervoorzitter André deze originele titel bedacht) was dan ook een gelegenheid voor deze begeesterde tuinman om alle registers open te trekken. Waar het hart van vol is, loopt de mond van over… Deze ‘slimme tuinman’ met ervaring diste ons dan ook – om het met zijn eigen woorden te zeggen - een menu op met vijf gangen, een onmisbare gids voor een succesvolle tuin en dit voor zowel de beginnende als de meer ervaren tuinier. Een overzicht.
Tuinieren_201410
1
Eddy Praet
Sint-Jozefinstituut “ ’t Karmelieten “
•
BuBaO De Mozaïek
Karmelietenstraat 57 9500 Geraardsbergen
Boelarestraat 3 9500 Geraardsbergen
tel: 054/41 07 10 – 054/412 412
tel: 054/41 83 50
Het zwarte goud: gezonde voeding voor onze groenten -
Wat is composteerbaar? organisch materiaal zoals groenteresten, fruitresten, plantenresten, keukenafval (eierschelpen, koffiezakjes, schillen van citrusvruchten, …); slachtafval en beenderen van kip, konijn… kunnen ook, maar direct afdekken met een laag groenafval om geen ongedierte aan te trekken. Opgelet: planten met schimmelaantastingen (bv. kolen met knolvoet, zieke tomaten en aardappelen) horen niet op de compost en worden meegegeven met de gft-container of worden naar het containerpark gebracht. Gehakseld snoeihout composteer je best apart of breng je als bodembedekker aan in de siertuin. De voordelen van compost: o Verrijkt de bodem met organisch materiaal. o Voedt het bodemleven. o Doet een bodemstructuur ontstaan die water, warmte en voedingsstoffen vasthoudt. o Maakt kleibodems lichter, zorgt ervoor dat zandgronden het water beter vasthouden. o Brengt de zuurtegraad van de bodem tot de optimale waarde. o Buffert de temperatuurverschillen tussen dag en nacht. o Voorkomt erosie van de bodem door wind en water. o Beschermt de planten tegen parasieten en ziekten. Uit het bovenstaande blijkt overduidelijk het belang van compost voor onze tuin. We kunnen dan ook onze oproep uit vorige blaadjes alleen maar herhalen: iedere (volks)tuinder zou een composthoop (of –vat) moeten opzetten. Twee à drie vierkante meter kunnen al volstaan: enkele meters stevige tralie en de nodige palen en dan eraan beginnen maar. Al doende leert men…
•
Het teeltplan en de teeltwisseling -
Waarom een teeltplan? o Bemesting: niet alle groenten hebben dezelfde voedingsbehoeften. De ene leeft sober, de andere is gulzig. Indien we hiermee geen rekening houden dan zullen sommige planten te veel krijgen (verspilling!) terwijl ander net niet genoeg hebben om goed te gedijen. o Gewasbescherming: vruchten volgen elkaar best niet op omdat hierdoor de kans op ziekten toeneemt. Rond elke vrucht kunnen er zich specifieke schimmels (bv. knolvoet, fusarium,…) of ziekten ontwikkelen die het daaropvolgend seizoen moeten afgebroken worden. o Onkruidbestrijding: bepaalde groenten onderdrukken het onkruid heel slecht (aardbeien, ajuin, …), andere doen dat veel beter (witloof, aardappelen, …). Door afwisseling is er een betere onderdrukking van de onkruiden. o Bodemstructuur: er zijn groenten die boven op de bodem (moeten) groot worden (uien, knolselder,…), waardoor de structuur op zwaardere gronden verslechtert en de bodem dichtslempt. Andere groenten bewerken de bodem in hoge mate door diep te wortelen (witloof, aardappelen,…). Het perfecte teeltplan bestaat wellicht niet, maar het moet wel rekening houden met de behoeften van de groenten en het moet voor de gebruiker simpel zijn in gebruik.
-
Groenten behoren tot verschillende families: bv. de familie van de kruisbloemigen. Hiertoe behoren al de kolen, radijs, rammenas, rucola, waterkers, snijmoes. Sommigen zijn gulzig en vragen veel voedsel (bloemkool), anderen vragen zeer weinig (radijs). Andere families: de lelieachtigen (uien, prei…), de nachtschaden ( tomaat, aardappelen, aubergine…), de samengesteldbloemigen (aardpeer, groenlof, roodlof, sla, witloof, schorseneer, …), de schermbloemigen (wortelen, selders, kervel, venkel, peterselie,…). Ook hier zijn er terug gulzige en sobere gasten. Daar allemaal rekening moeten mee houden wordt lastig. Om het niet te complex te maken houdt Jos vooral rekening met de voedselbehoefte en de levensduur van de plant (een lang of een kort leven). Zo komt hij tot een opdeling van de groenten in 4 groepen.
Tuinieren_201410
2
Eddy Praet
Import van Zuid-Afrikaanse wijnen • • • Marc en Danielle Van Ongeval-Coesens Zavelstraat 42 Geraardsbergen 054 41 41 41 0497 53 81 27
• •
Verkoop rechtstreeks aan particulieren. Wijnen voor elk budget en verkoop per fles mogelijk. Tot 10% korting op onze prijzen vermeld op de website! Afhalen na afspraak of gratis levering in de regio vanaf 12 flessen. Een prijslijst met het volledig overzicht en de klantprijzen, vraag info:
[email protected] www.hetwijngoed.be
1. Bladgroenten Omwille van wachttijd en het specifieke karakter worden de bladgroenten uitgesplitst in twee groepen: A) De familie van de kolen: witte, rode, savooi, spruit, bloemkool, broccoli, Chinese kool, spitskool,… B) Slasoorten, spinazie, prei, selders, peterselie, kervel,… Het zijn gulzige gasten! Afhankelijk van de soort grond en het humusgehalte zal de hoeveelheid compost variëren. 250 tot 350 kg compost per are is een goed gemiddelde. 2. Wortelgewassen In deze groep zitten: de wortelen, ajuin, rode biet, schorseneer, radijsjes, pastinaak, sjalotten, witloof,… Deze groenten vragen geen directe “bemesting ”, maar wel “oude kracht”. Dit is compost (stabiele humus) van het vorig seizoen dat gegeven is aan de vorige teelt. Kalium of potas vinden zij goed… 3. Vruchtgewassen In deze groep zitten: aardappelen, aardbeien, tomaten, courgetten, pompoenen, augurk. Het zijn groenten welke voedsel vragen = compost, maar er zijn verschillen. Aardappelen eerder matig bemesten, de rest iets meer. De compostgift varieert tussen 150 tot 350 tot 400 kg are. 4. Erwten en bonen (vlindergewassen) Ze vragen weinig voedsel, maar teren ook op de oude kracht. Fosfor vinden zij wel fijn omdat fosfor de bloemzetting gunstig beïnvloedt en zorgt voor een goede wortelontwikkeling en betere afrijping. Vier groepen zijn 4 percelen, maar bepaalde groenten mogen maar ten vroegste om de 6 jaar terugkeren op hetzelfde perceel. Vandaar dat er best 8 percelen zullen moeten worden gevormd. Hierna een voorbeeld van een 8-slagen systeem. 8 S L A G E N S Y S T E E M
perceel a: bladgewassen bv: sla, prei, spinazie, suikerbrood, peterselie, selders, kervel, … perceel b: wortelgewassen bv: wortelen vroeg, rode biet, radijs, schorseneer, raapjes, … perceel c: vruchtgewassen bv: aardappelen vroeg en prei als 2de teelt perceel d: vlindergewassen bv: doperwten; tuinbonen en … perceel a: bladgewassen bv: kolen, suikerbrood en roodlof perceel b: wortelgewassen bv: wortelen bewaar, zaaiui bewaar, sjalot, bosui perceel c: vruchtgewassen bv: aardappel, tomaat, aardbei, pompoen, courgette perceel d: vlindergewassen bv: boontjes struik en staakbonen, peulerwt
Tuinieren_201410
3
VEEL WEINIG VEEL WEINIG VEEL WEINIG VEEL WEINIG
Eddy Praet
•
Zaaigrond en eigen plantgoed “ Van zaadje tot oogst in eigen handen ”. Heb je wat planten nodig voor je tuin, dan is je eigen zaaigoed en planten telen een voordeel. Je weet wat je hebt en volgt het proces vanaf het begin. Zaaigrond kan je kopen, maar ook zelf maken. In het laatste geval moet je er op letten dat hij: niet te rijk is aan voedingsstoffen. humusrijk en goed waterhoudend is. de Ph niet te laag is (tussen 6 en 6,5). vrij van schimmels is Samenstelling zaaigrond: 1/3 bio potgrond (bevat meer witveen en de voedingsstoffen zijn van organische oorsprong). 1/3 tuingrond, indien er geen kans is op besmetting en hij zich laat mengen. Bij twijfel wordt dit weggelaten. 1/3 kokopeat, een goed alternatief voor het gebruik van turf. Wat lavagruis aan toevoegen (bevat veel sporenelementen en mineralen). Verspenen, de weg naar succes. Groenten zoals kolen, selders, kropsla, tomaat, paprika, pepers, aubergine…worden best niet direct van het zaaibed naar het plantbed gebracht. Met een stevig wortelgestel heeft een uitgezette plant geen groeistilstand en kan direct doorgroeien. Dit wordt bekomen door de plant op het geschikte moment te “verspenen”, in een humusrijke van voedsel voorziene grond die bovendien goed het water kan opslaan. Op 10 tot 14 dagen heeft de plant een stevig wortelgestel ontwikkeld en is ze klaar om haar volwassen leven aan te vatten. Verspeengrond of potgrond is geen zaaigrond. In zaaigrond moet het zaadje kiemen en wortel aanmaken (op zoek gaan naar het voedsel). In verspeengrond moeten meer voedingsstoffen aanwezig zijn die de plant gedurende langere tijd kan opnemen. Een voorbeeld om zelf verspeengrond samen te stellen 35 % goed verteerde compost. 35 % bio–potgrond. 25 % kokopeat. Toevoegen van lavagruis (±5%) en bentoniet (waterbindend vermogen).
•
•
Teeltvervroeging/-verlating en gewasbescherming -
Teeltvervroeging/-verlating Bescherming is nodig (tunnel, platte bak, serre, …) maar even belangrijk is de keuze van de juiste rassen, bv. vroege spinazie welke goed tegen de koude kan, radijs die geschikt is voor teelt onder bescherming, pluksla, … Onder bescherming zaaien (en oogsten) van deze gewassen zorgt voor minimale mislukkingen. De voorzaai van prei, ui, kolen op zaaibed onder bescherming zorgt voor tijdswinst. Kortom, bescherming biedt betere omstandigheden voor groenten en tuinder.
-
Gewasbescherming Hier spelen een waaier van elementen zoals een goed teeltplan, goede plantenkeuze, verspenen, gezonde bodem (verrijkt met compost) en groenbemesters (organisch materiaal) een belangrijke rol. Het gebruik van mechanische middelen, zoals agrotextiel, koolkragen, goede plantenextracten, en het inzetten van natuurlijke vijanden helpen ons hierbij.
Groenbemesting -
-
Het nut van een groenbemester o Humusaanbreng & bemesting o Vasthouden en beschikbaar maken van de voedingsstoffen o Bescherming en verbetering van de bodemstructuur o Onkruidgroei onderdrukken o Bodemontsmetting. Soorten groenbemesters o GRASSEN (vb. winterrogge, raaigras,…) Dit is een bijzonder interessante groep omdat grassen volstrekt neutraal zijn tegenover de groenten en geschikt zijn voor alle gronden. Ze leveren veel ‘droge stof’, zijn heel goede bodembedekkers en hun sterk wortelgestel zorgt voor een homogene doorworteling van de grond. o KRUISBLOEMIGEN (vb. gele mosterd, bladrammenas,…) Dit is geen neutrale groenbemester omdat ze tot dezelfde familie behoren als de kolen. Ze brengen zodoende het teeltplan in de war (bv. meer kans op knolvoetontwikkeling).
Tuinieren_201410
4
Eddy Praet
VLINDERBLOEMIGEN (vb. wikke, luzerne, blauwe lupine, Alexandrijnse klaver,…) Ook geen neutrale groenbemester omdat schimmels kunnen versterkt worden als een groenbemester uit deze groep wordt gezaaid vóór of na een groente uit dezelfde familie. Ze dringen wel diep in de grond en fixeren stikstof uit de lucht en geven die langzaam terug af aan de bodem. Bladgewassen die erop volgen zijn “tevreden”… o Enkele buitenbeentjes Deze behoren niet tot de grote families maar beschikken wel over specifieke eigenschappen, zo zijn het stuk voor stuk goede bodemontsmetters. Phacelia: behoort tot de ‘bosliefjesfamilie’, geschikt voor alle gronden, een goede bodembedekker, snelle groeier, bodemontsmetter, bijenplant, vorstgevoelig, zaaien van maart tot september Goudsbloem: samengesteldbloemige, geschikt voor alle gronden, zwakke bodembedekker, trage groeier, kan vorst verdragen, bodemontsmetter. Oost-indische kers: geschikt voor alle gronden, snelle groeier, goede bodembedekker, bodemontsmetter. Tagetes: bodemontsmetter, maar ook als gewasbescherming voor onze groenten (bv. tussen/rond wortelen), vanggewas voor stikstof. Conclusie: kies voor o een “neutrale” bodembedekker (welke niet tot een groentefamilie behoort). o een goede bodembedekker met een hoog drogestofgehalte. o een bodemontsmetter o
-
Oktober is gekomen… Blad voor blad dwarrelt nu van de bomen…, las ik op een briefje. Beter kan je deze periode van het jaar haast niet samenvatten. De dagen worden merkelijk korter en langzaam maakt de tuin zich op voor de winter. Toch hoeft de tuin in oktober niet saai te zijn. Juist nu kunt u nog genieten van bloeiende planten en heesters in de meest fantastische kleuren. Sommige planten vallen op door hun blad, andere hebben prachtige bloemen of kleurrijke siervruchten. Zo kunnen allerlei hulstsoorten, sierappels, sneeuwbes en kardinaalsmuts uw tuin in het najaar een kleurrijke boost geven. Enkele andere typische herfstbloeiers zijn sedum, herfstkrokussen, herfstchrysanten, herfstaster, herfstanemonen,… In deze maand hebben we ook nog heel wat om handen in en rond de tuin. Ik zet er een aantal op een rijtje. •
De pompoenen zijn nu al een paar weken geoogst, het perceel is opgeruimd en recent ingezaaid met winterrogge (bij gebrek aan Phaceliazaad). Wellicht kon het nog wel begin oktober, want op het einde van de droge septemberperiode heb ik nog een perceeltje met phacelia – wat ‘dikker’ dan gewoonlijk - gezaaid en dat staat nu al mooi uit. Een halve meter hoog en in de bloemen (bijen en vlinders!), zoals op mijn aardappelperceel, zal het niet meer worden, maar dat hoeft ook niet. Belangrijk is dat de grond goed bedekt de winter ingaat. De courgette- en patissonplanten houden voorlopig stand, het is wachten tot de eerste nachtvorst hier ook een einde aan maakt.
•
Nu komen bij ons de kolen volop aan de beurt. De eerste rode kolen zijn klaargemaakt, meteen een goede gelegenheid om heel wat afgevallen en aangetaste appelen te verwerken. Ook de eerste savooikolen geproefd, een ‘specialleke’ eigenlijk want het gaat om een kruising van savooikool en rode kool, een mooie sierwaarde in de tuin, maar niet de smaak van een echte wintersavooi. Die moeten, net zoals de spruiten, nog wat uitgroeien: het zijn dan ook echte wintergroenten. Zijn verder eerstdaags oogstbaar de in juli uitgeplante bloemkolen (groene en romanesco) en de nog later geplante broccoli, met dank aan de natte augustusmaand.
•
Witloof kan nu ook gerooid worden, wellicht bent u hiermee al begonnen. Zelf ben ik daar niet al te gehaast mee. Zolang er andijvie is hoeft het niet en ik tafel het eerste witloof meestal maar in rond Allerheiligen om rond Kerstmis dan volop te kunnen oogsten. Temeer dat ik ook pas laat veldsla zaai (in de serre), nog altijd een ideale begeleider van witloof.
•
Door de teelt in potten en containers zou je haast denken dat het niet meer uitmaakt wanneer je iets plant. Toch is dat niet helemaal waar. Door in oktober te planten kunnen heesters, bomen en vaste planten nog vóór de winter ingeworteld zijn, wat ze in het voorjaar een voorsprong oplevert ten opzichte van planten die dan pas de grond in gaan.
•
En dan de bladeren. Zolang het gazon nog regelmatig gemaaid wordt doet de grasmaaier zijn werk. Zo niet, moeten de bladeren regelmatig van het gazon verwijderd worden. Indien er een bladerpak blijft liggen is dit nefast voor het gazon. Bladeren in de border daarentegen mogen blijven liggen. Zij vormen een goede bescherming tegen de vorst en zullen verteren en op die manier de bodem verrijken. Onverteerd bladafval kan in het voorjaar worden verwijderd.
Tuinieren_201410
5
Eddy Praet
Desgewenst kan je voor het overtollige bladafval een handige bak maken. Met vier palen en een stuk kippengaas maak je een handige korf die de bladeren op zijn plaats houdt waarin je, na verloop van tijd, uitstekende bladaarde verkrijgt. Je kan de bladeren ook samen met ander tuinafval in de compost verwerken. Zelf heb ik alleen maar bladeren van esdoorn (Faassens black) op te ruimen op de oprit. Die zijn ideaal (vrij groot) om in (luchtige) lagen aan te brengen tussen de aangeaarde prei, waar ze in het voorjaar zo goed als verteerd zijn. Ondertussen beschermen ze de prei in het najaar tegen opspattende regen (gevaar voor schimmel) en in de winter tegen al te grote vrieskou. Bij vorst zijn ze gemakkelijker te rooien. •
Tot slot: vergeet niet om de lentebloeiers in de grond te stoppen, een ideale gelegenheid om de (klein)kinderen erbij te betrekken. Verder moet ik ook nog een plaatsje zoeken voor opgekweekte vioolplantjes, die zorgen altijd voor leuke gezichtjes in het voorjaar.
Lijmbanden of rupsenlijm tegen de wintervlinder aanbrengen De voorbije dagen heb ik de laatste appelen (Ecolette) op laagstam geoogst. Bij nogal wat exemplaren was er schade door pissebedden, ja u leest het goed. In het kuiltje rondom het steeltje hadden ze zich in het vruchtvlees geboord en aangezien daar al eens water in blijft staan begonnen die appelen al te rotten. Nu kunnen pissebedden best interessant zijn (o.m. in de compost) maar in mijn fruit moet ik ze niet. Het deed me automatisch denken aan lijmbanden en waarvoor dat zoal goed is. Lijmbanden zijn een milieuvriendelijke manier om onder meer de vleugelloze wijfjes van de wintervlinder te vangen bij vruchtbomen. De wijfjes van de "kleine wintervlinder" (Operophtera brumata, familie Spanners) komen van het najaar tot in het voorjaar uit poppen in de grond en kruipen langs de boomstam omhoog om hun eitjes te leggen bij de eindknoppen van de takken. Zodra de eerste bladeren verschijnen komen de spanrupsen uit de eieren en vreten aan de jonge bladeren en soms ook aan de bloemknoppen. Zo kunnen ze heel wat vraatschade aanrichten aan fruitbomen (appel-, peren-, pruimen-, kersen-, walnotenbomen). Koolmezen en de bonte vliegenvanger zijn de natuurlijke vijanden maar misschien is het wel raadzaam om preventief te handelen. PREVENTIE: Verwijder vooraf alle hoog opgroeiende begroeiing, want langs daar kunnen die insecten ook omhoog kruipen. Maak de boomstam onderaan goed proper met een harde (stalen) borstel en wrijf alle loszittende schorsdeeltjes weg. De plaats waar een lijmband of rupsenlijm moet komen moet goed proper zijn. Maak vervolgens op de boomstam een boomlijmband vast. Door begin oktober lijmbanden rond de stam aan te brengen kan men vele vrouwelijke wintervlinders opruimen. Einde januari kunnen de lijmbanden verwijderd en verbrand worden. De lijmbanden moeten minimaal 20-25 cm breed zijn en worden bij halfstam en hoogstam op een hoogte van 1-1,5 meter boven de grond aangebracht. Bij laagstam worden de lijmbanden net onder de zijtakken vastgemaakt (ca. 60 cm boven de grond). Rupsenlijm kan je ook gebruiken: die moet je eerst opwarmen en daarna met een schilderskwast rond de stam uitstrijken. Probeer dit werkje op een tamelijk warme dag te doen, dan is deze lijm beter uit te strijken. Op een milieuvriendelijke manier kan je zo grote vraatschade in het voorjaar voorkomen. Plantensoorten waarop de kleine wintervlinder vaak voorkomt zijn eiken (Quercus), haagbeuk (Carpinus betulus), wilg (Salix), populier (Populus) en es (Fraxinus). Fruitbomen die in die buurt staan lopen dus meer risico op aantasting. Bron: Fruit-ABC Nieuwsbrief, 1 okt. 2014
Tuinieren_201410
6
Eddy Praet