KONINKLIJK WERK IBIS vzw Onder de Hoge Bescherming van Z.M. de Koning
JAARVERSLAG 2014
Prinses Elisabethlaan 8 - 8450 Bredene Tel. 059/32.24.84 - Fax 059/32.26.82
[email protected] www.ibiswerk.be
1.
1.1.
INLEIDING
Voorwoord “De jongens moeten er gelukkig zijn en al het mogelijke wordt gedaan om hen te omringen met alle zorgen en toewijding die ze ook thuis zouden krijgen.” De doelstelling die Z.K.H. Prins Albert bij de stichting van IBIS (6 juli 1906) vooropstelde blijft actueel. Het Koninklijk Werk IBIS biedt verblijf en opleiding aan kinderen en jongeren die veelal omwille van een grote zorgvraag extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben. Alle leerlingen, in leeftijd variërend van zes tot zestien jaar, verblijven in het internaat dat samen met de lagere school en het maritiem technisch secundair één pedagogische eenheid vormt. Het internaat is voor veel kinderen gezinsvervangend en verzorgt ook (permanente) opvang in weekends en vakanties. De toevertrouwde kinderen wordt structuur aangeboden in een sfeer van rust en veiligheid zodat ze optimale kansen krijgen om te slagen in hun opvoeding en hun schoolse prestaties. IBIS doet aan zorgverbreding in de ruimste zin van het woord: voorzien in de elementaire basisbehoeften, verzorging geven, bescherming bieden, socio-emotionele begeleiding geven nauwgezet opvolgen van probleemsituaties, opsporen en begeleiden van leerproblemen…. In het schooljaar 2013-2014 zorgde IBIS voor 111 kinderen.
1
In 2014 onderging de jeugdhulp een fundamentele verandering. In plaats van de begeleiding voor probleemjongeren te laten bepalen vanuit het aanbod, zou deze vertrekken vanuit de hulpvraag. Daardoor zouden minderjarigen die opgroeien in een verontrustende situatie betere, aangepaste hulp krijgen. Het systeem kreeg de naam “Integrale Jeugdhulp.” De verandering ging gepaard met een compleet nieuwe werking, waarbij een aanvraag voor hulp die niet rechtstreeks toegankelijk is, moet gebeuren via een uitgebreid aanmeldingsformulier. Daarna beslist de jeugdhulpregie welke hulp het kind krijgt. De opstart van dit gedigitaliseerd systeem heeft heel wat kinderziekten. Het grootste bezwaar is het omslachtig systeem voor aanmelding en de flessenhals die erdoor wordt gecreëerd. “De ingang is verstopt achter een berg procedures en checklists.” (De Standaard 6 mei 2015) IBIS valt als ‘gewoon’ internaat buiten de integrale jeugdhulp maar moet vaak met heel wat hulpvragen via het CLB aan de ‘poort’ van integrale jeugdhulp aankloppen om oplossingen te vinden voor een aantal aan ons toevertrouwde kinderen. In het hoofdstuk maatschappelijke dienstverlening wordt daar verder over uitgeweid.
Foto: Adriaan Huys
2
In 2014 genoot de herdenking van 100 jaar “Groote Oorlog” de nodige aandacht. IBIS was namelijk heel nauw betrokken bij dit oorlogsgebeuren. De inval in ons land en de daaropvolgende gebeurtenissen kunnen via het bewaarde logboek dag na dag gevolgd worden. Het IBIS-leven viel samen met de wereldgebeurtenissen. Vanaf begin oktober 1914 werd de IBIS-vloot in gereedheid gebracht om naar Engeland te kunnen vertrekken. Op zondag 11 oktober 1914 kregen de IBISjongens de kans om tijdens het bezoek van hun familie naar huis mee te gaan. Twintig van de negenenzestig kinderen bleven achter. Het betrof hier meestal volle wezen of jongens die nergens terecht konden. Op dinsdag 13 oktober 1914 volgde de oversteek naar Milford Haven met de twee IBIS-stoomsloepen O.75 en O.76. In het kader van de herdenkingseducatie ’14-’18 is het belangrijk de leerlingen te betrekken bij de gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog vanuit het IBISperspectief. Vandaar dat op 13 oktober 2014 onder impuls van de leerkracht geschiedenis een “Remembrance and Re-enactment Day” werd gehouden. De evacuatie uit Oostende van exact 100 jaar geleden werd nagespeeld. Twintig IBIS-jongens traden in de voetsporen van hun voorgangers. Na het nuttigen van een laatste maaltijd wandelden ze in een oud IBIS-uniform, met naam en stamnummer van de leerling uit 1914 én met valies in de hand naar het westerstaketsel in Oostende waar ze inscheepten op de Nele voor het symbolisch vertrek naar Milford Haven. Ondertussen werden al contacten gelegd met de Town Council en de Milford Haven School (Ysgol Gyfun Aberdaugleddau in Welsh) om in het najaar 2015 een bezoek te brengen met een IBIS-delegatie.
3
Eerder op het jaar vond in het Kursaal van Oostende, het negende benefietconcert ten voordele van het Koninklijk Werk IBIS plaats. Op dinsdag 20 mei 2014 werd in aanwezigheid van H.K.H. Prinses Alexander van België “Requiem for an IBIS-soldier” gebracht. Het tragische leven van IBIS-jongen Bernard De Koninck (1895-1918) en vooral de aandoenlijke, authentieke brieven die hij vanuit de loopgraven bij Diksmuide naar zijn IBIS-makkers stuurde, vormden de rode draad in dit aandoenlijk muzikaal verhaal. Bernard De Koninck sneuvelde bij het eindoffensief op 28 september 1918 “tué dans le tranchée de la ferme Rudolphe…..” Hij ligt begraven op het Belgisch Militair Kerkhof te Houthulst. Bij iedere schooluitstap naar Flanders Fields wordt halt gehouden aan zijn graf om een eerbetoon te brengen.
De unieke, specifieke geschiedenis van “IBIS in de Eerste Wereldoorlog” en de manier waarop er in 2014 op een verantwoorde, pedagogisch-didactisch manier, binnen het schoolgebeuren, wordt mee omgegaan kende zelfs een internationale weerklank. Het trok de aandacht van UNESCO en werd als voorbeeld gegeven voor “teaching practice – the students recognize and articulate the ethical and social issues embedded in the school’s own First World War history.” Een artikel wordt er aan gewijd in de handleiding voor leerkrachten in “Heritage for Peace and Reconciliation.” www.unesco.org/new/en/culture/themes/underwater-cultural-heritage/worldwar-i/peace-education-initiative/
4
In 2014 werd verder gewerkt aan het dossier van de uitbreidings- en renovatieplannen van het internaatsgebouw “De Rede.” Een aantal bouwtechnische en administratieve aanpassingen zorgden voor wat vertraging maar in het voorjaar werd de bouwvergunning door het college van burgemeester en schepenen van Bredene goedgekeurd. Nu is het nog wachten op het definitieve startsein (juni 2015) door AGIOn (Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs die 60% subsidie verleent) vooraleer de werken een aanvang kunnen nemen. Er werd geopteerd voor het aanbouwen aan het huidig internaatsgebouw van een nieuwe vleugel op twee verdiepingen (totaal 600m²) voor 28 individuele kamers en het herinrichten van de bestaande 2 slaapzalen per verdieping tot 7 kleinere entiteiten per verdieping. De bouwwerken zijn begroot op € 2.000.000. Een belangrijke nieuwe uitdaging voor IBIS met als doel de leefomstandigheden en het welbevinden van de toevertrouwde kinderen opnieuw te verbeteren.
5
In 2014 werd doelbewust gekozen voor www.ibiswerk.be als nieuwe naam voor de website en
[email protected] als nieuw algemeen mailadres. De vroegere benaming “ibisschool” was te beperkend en reflecteerde te weinig de diverse taken die het Koninklijk Werk IBIS op zich neemt. IBIS is meer dan een school! Het IBIS-werk biedt totaalzorg én onderwijs aan binnen een veilige leefomgeving met gezinsvervangend karakter . Er is permanente opvang, ook in weekends en vakanties. De website werd uitgebreid met “IBIS in actie.” Daar staan de links naar diverse blogs die door de leerkrachten en opvoeders worden aangevuld en het “dagelijks leven” op IBIS weergeven. Het opleidingsschip O.29 – Broodwinner onderging in de grote vakantie 2014 de langverwachte, grondige verbouwing en renovatie. Sinds 1972 krijgen de IBIS-leerlingen er hun wekelijkse praktijkopleiding.
Foto: www.HLN.be
6
1.2.
Dankwoord
Onze oprecht gemeende en bijzondere warme dank gaat uit naar iedereen die het Koninklijk Werk IBIS tijdens het voorbije jaar heeft gesteund of die op één of andere manier bijgedragen heeft tot het welzijn van de ons toevertrouwde kinderen. Dank aan Minister van Onderwijs H. Crevits, de Kabinetsmedewerkers en Ambtenaren die steeds bereid waren aandacht te schenken aan de specifieke situatie van het Koninklijk Werk IBIS. Bijzondere dank aan de Ambtenaren van Werkstation 1, 16 en 32 voor hun bereidwilligheid en vlotte samenwerking. De directeur-generaal van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, dienst Maritiem Vervoer en zijn medewerkers alsook de heer Jacques D’Havé administrateur-generaal van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) danken wij voor hun blijvende belangstelling. Bijzondere dank aan de heer Y. Goossens, algemeen directeur DAB-Vloot en zijn medewerkers. Dank aan het Provinciebestuur van West-Vlaanderen voor de belangstelling en betoonde waardering voor het Werk. Oprechte dank aan de heer Gouverneur Carl Decaluwé en gedeputeerde Bart Naeyaert. De samenwerking met het Maritiem Instituut “Mercator” van het GO ! te Oostende verloopt vlot en steunt op wederzijds begrip en waardering voor het gepresteerde werk. Hiervoor onze beste dank aan de Directeur, de Heer Jan Denys. Aan de plaatselijke Openbare Besturen, in het bijzonder aan het Gemeentebestuur van Bredene en het Stadsbestuur van Oostende, onze dank voor de medewerking waarop wij steeds kunnen rekenen. De steun van de Colleges van Burgemeester en Schepenen wordt erg geapprecieerd. Tenslotte namens Directie, personeel en leerlingen hartelijk dank aan de Voorzitter van het Koninklijk Werk IBIS, Admiraal Willy Herteleer, en aan alle leden van de Raad van Bestuur. Ook in 2014 stonden zij steeds paraat om via adviezen en beslissingen de IBIS-belangen te behartigen. Hierbij hernieuwen de Voorzitter, de leden van de Raad van Bestuur, de Directeur, het personeel en alle IBIS-jongens hun eerbiedige, trouwe gehechtheid aan de Koninklijke Familie.
7
1.3.
Koninklijke Bescherming
Sinds de oprichting heeft IBIS de eer te mogen genieten van een Permanente Hoge Bescherming van een lid van de Koninklijke Familie. De Permanente Hoge Bescherming van een lid van de Koninklijke Familie is een gunst die ten uitzonderlijke titel wordt toegekend voor een periode van 2 of 5 jaar aan een vereniging die in België gevestigd is. De Vereniging en haar leiders moeten een onberispelijke en stevige reputatie genieten en lovenswaardige doelstellingen nastreven van sportieve, charitatieve, artistieke of wetenschappelijke maar niet winstgevende aard. De Permanente Hoge Bescherming van de Koning of de Koningin vervalt bij een ander koningschap. Die van de andere leden van de Koninklijke Familie eindigt bij een verandering van statuut. Na het overlijden van Koning Leopold III in 1983 nam Prins Albert de Hoge Bescherming van het Koninklijk Werk IBIS op zich. Na de troonsbestijging op 9 augustus 1993 verleende Koning Albert II verder zijn Permanente Hoge Bescherming aan het Koninklijk Werk IBIS. In 2013 heeft het Z.M. de Koning behaagd Zijn Hoge Bescherming verder te verlenen aan het Koninklijk Werk IBIS voor een nieuwe periode van vijf jaar (van 2013 tot 2018).
Bezoek Koning Albert II (3 mei 2006)
8
De band met het Koninklijk Hof heeft zich in de voorbije eeuw veruiterlijkt door bezoeken van leden van de Koninklijke Familie aan het Koninklijk Werk IBIS. 26 maart 1975 :
Prins Karel
13 november 1986 :
Prins Albert en Prinses Paola
29 maart 2004 :
Prinses Mathilde
3 mei 2006 :
Koning Albert II
3 oktober 2012 :
Prinses Alexander
2013-2014-2015 :
Aanwezigheid van Prinses Alexander op het benefietconcert ten voordele van het Koninklijk Werk IBIS.
Z.K.H. Prins Alexander (1942-2009) Ere-Voorzitter Koninklijk Werk IBIS (1956-2009)
9
H.K.H. Prinses Alexander
De IBIS-jongens werden uitgenodigd :
1954 :
Kerstfeest bij Koningin Elisabeth op het Kasteel van Stuyvenberg.
1964 :
Kerstfeest bij Koningin Elisabeth op het Kasteel van Stuyvenberg.
1972 :
Kerstfeest bij Koning Boudewijn en Koningin Fabiola op het Kasteel van Laken.
Kerstfeest bij Koningin Elisabeth op het Kasteel van Stuyvenberg (1964)
10
IBIS kan nog steeds rekenen op een blijvende Koninklijke belangstelling.
Koninklijke Bescherming Prins Albert
1906-1909
Koning Albert I
1909-1934
Koning Leopold III 1934-1983 Prins Alexander
1956-2009 erevoorzitter
Prins Albert
1983-1993
Koning Albert II
vanaf 1993
Bezoek Prinses Mathilde (2004)
11
2.
OPDRACHT EN DOELSTELLING
Het Koninklijk Werk IBIS vormt één pedagogische eenheid (school, internaat en permanent verblijf) die de jongeren optimale kansen wil bieden om te slagen in hun opvoeding en schoolse prestaties. De toevertrouwde kinderen hebben veelal een grote zorgvraag. Mits extra ondersteuning, professionele begeleiding en nauwe betrokkenheid wordt geprobeerd remediërend te werken. In de IBIS-strategie scheppen duidelijk omlijnde normen en afspraken, gekoppeld aan empathie, bezorgdheid en bekommernis, een leefklimaat waarin de jongeren “zich goed en veilig voelen” en begeleid worden in de groei naar volwassenheid. De sociale, familiale en financiële problemen bij veel van onze jongens thuis zijn soms schrijnend. Het aantal kinderen uit de kansarmoede, uit gezinnen die van het bestaansminimum moeten leven, die gebukt gaan onder een immense schuldenlast, die een schuldbemiddeling toegewezen krijgen of waar een derde instantie moet bijspringen op financieel vlak, neemt jaar na jaar toe. Wanbeheer en/of slechte budgettering brengt zo’n gezin hopeloos in de problemen waardoor ze vaak meer in de war geraken en de opvoeding van hun kinderen nog moeilijk aankunnen. Er zijn schrijnende situaties, waarbij mensonwaardige huisvesting of tekort aan financiële middelen om voedsel te kopen de verantwoordelijke ouder(s) nopen om hun zoontje(s) ook in weekend of vakantie op IBIS te laten. Naast de materiële problemen zijn het vooral emotionele tekortkomingen die sporen nalaten. De vraag naar hulp komt steeds vroeger. Kinderen uit de leeftijdscategorie 6-10 jaar met gedragsproblemen, die veelal voortvloeien uit zware probleemsituaties thuis, zijn geen uitzondering. Een aaneenschakeling van verschillende probleemfacetten maakt het voor sommige kinderen zeer complex met als resultaat dat men er thuis “geen weg mee weet”. Alleenstaande moeders, gescheiden ouders, nieuw samengestelde gezinnen, enz. Tal van problemen kunnen de kop op steken : vader en/of moeder die veranderen van partner, nieuwe stiefbroer(s) of stiefzusje(s), afwisselende relaties, relatieproblemen in de nieuw samengestelde gezinnen, enz. De kinderen maken soms heel veel ruzies en zware woordenwisselingen mee thuis waarbij tussenkomst van politie niet uitgesloten is, drank- of drugsprobleem, ziekte van de alleenstaande moeder, … De vanzelfsprekendheid dat kinderen uit een warm, liefdevol, gezond “nestje” komen is er niet altijd. Nochtans is nestwarmte en ouder/kind genegenheid een onontbeerlijk fundament in de groei naar een evenwichtig individu.
12
Dit alles is een voedingsbodem voor gezagsproblemen bij de ouders en gedragsproblemen bij de kinderen. Het steunend sociaal netwerk dat een draagvlak zou moeten zijn, verliest/mist de nodige draagkracht. Het is voor de kinderen heel moeilijk hun juiste plaats in het geheel te vinden waardoor ze veelal, al dan niet terecht, de indruk krijgen van “in de weg te lopen”. Dit vertaalt zich in uiting geven aan hun ongenoegen, moeilijk, opstandig gedrag, zelf in ruzie komen met hun ouders omwille van het zich niet begrepen voelen. Ouders interpreteren die signalen niet altijd op de juiste manier, in hun ogen zijn de kinderen moeilijk, vervelend, onhandelbaar, storend, ondankbaar, … Binnen de totaalzorg die IBIS biedt, is het een zeer belangrijke taak de ons toevertrouwde kinderen structuur, veiligheid en rust te geven. IBIS heeft een belangrijke preventie- en overbruggingsfunctie waardoor (tijdelijke) problemen zoals echtscheiding, ziekte van ouders, slechte relatie met stiefmoeder/vader, verblijf van een ouder in de gevangenis of de psychiatrie, zich niet gewenst weten of verstoten zijn door …, moeilijk gedrag van het kind, gebrek aan zelfstandigheid van het alleenstaand kind, … opgevangen worden zodat die factoren geen blijvende of zo min mogelijk negatieve invloed hebben op de verdere ontwikkeling van het kind. Het is onze hoofdopdracht om de toevertrouwde kinderen de volle aandacht, empathie en begeleiding te geven zodat ze zich ten volle kunnen ontplooien en al hun kansen op een degelijke toekomst kunnen behouden. Alle leerlingen, zonder onderscheid, worden dezelfde kansen geboden. Onze taak is het kind te helpen op zoveel mogelijk vlakken : -
Materieel vlak : eigentijdse infrastructuur, gezonde voeding, kledij en hygiëne, leermiddelen, enz.
-
Onderwijsvlak : hen de kans geven gewoon basisonderwijs en maritiem technisch onderwijs te volgen dankzij de kleine klasgroepen, differentiatie, bijwerkklas, aanpassingsklas, ICT, laptops, digitale schoolborden…
-
Gedrags- en emotioneel vlak : proberen individuele aandacht te geven, een gesprek met de opvoeder/leerkracht, coördinator internaat, maatschappelijk assistente, coördinator secundair onderwijs, schoolhoofd, directeur. Remediërend optreden. Daar waar nodig wordt een beroep gedaan op externe hulpverlening. Bij hoogdringendheid wordt de therapie zelf door IBIS bekostigd. Dit omdat de lange wachtlijsten in de hulpverlening en een maandenlang uitstel van een professionele aanpak desastreus is voor de positieve ontwikkeling en het welzijn van het kind.
13
Naast het vaststellen, omschrijven van de problematiek en het begeleidend en remediërend optreden, is het van belang om jongens met (gedrags)problemen niet opnieuw te verstoten en/of omwille van hun negatief gedrag de deur te wijzen. Er wordt geprobeerd empatisch te zijn, hen zo goed mogelijk te helpen en begrip te hebben voor hun gedrag (wat niet betekent dat het negatief gedrag goedgekeurd wordt). Ze blijven onze bezorgdheid ook als het al eens misloopt. Hoe complex of problematisch het gedrag ook is, de ons toevertrouwde jongens moeten zo goed mogelijk opgevangen, begeleid en onderwezen worden om zodoende alle kansen op een goede toekomst open te houden. Het enige breekpunt dat gehanteerd wordt, is wanneer de jongens het IBISsysteem niet meer aanvaarden. Wanneer geen enkele medewerking meer mogelijk is, wanneer duidelijke afspraken en richtlijnen niet meer aanvaard of nageleefd worden en wanneer alle maatregelen, bemiddelen, time-out enz. uitgeput zijn, wordt met pijn in het hart samen met het CLB een andere oplossing/school gezocht. Dit betekent dat de tolerantiegrens heel hoog gelegd wordt. Leerkrachten en opvoeders moeten ontzettend veel geduld, professionaliteit en stressbestendigheid aan de dag leggen om hun taak naar behoren te vervullen en de “moeilijke” jongens telkens opnieuw hun kans geven ondanks hun soms onaanvaardbaar gedrag. Het kind krijgen waar je het wil, zonder agressie, zonder dat er een breuk ontstaat, vergt heel veel energie en incasseringsvermogen en betekent dat men veelal van het traditionele concept (winnaar en verliezer, buigen of barsten) moet afwijken. De druk is soms zeer groot om de handdoek in de ring te gooien maar het is een belangrijke taak om die leerling zo lang mogelijk te begeleiden. De ervaring leert dat voor het merendeel van die jongeren een andere oplossing, met minder structuur en individuele opvolging, gedoemd is te mislukken.
Foto: A. Huys
14
De positieve signalen vanuit de sociale sector (Sociaal Psychiatrische Dienst, Jeugdrechtbank, Thuisbegeleidingsdienst, …) die de opvang en manier van werken in IBIS waarderen, uiterst zinvol vinden en zelfs aanraden, geven een stimulans aan onze manier van werken. “Door de omgang met en de vorming van jongeren, waarvan de meesten geconfronteerd worden met negatieve levenservaringen, vervult het Koninklijk Werk IBIS een uitgesproken maatschappelijke functie waarbij de gezinsvervangende taak, de individuele aanpak van de leerlingen, de aandacht voor de persoonlijke problemen, de waardenvorming en het aanbieden van onderricht met het oog op vervolgonderwijs en/of tewerkstelling centraal staan. Dit maatschappelijk engagement is gebaseerd op een maritieme traditie en aangepast aan een hedendaagse context”. (Besluit Doorlichting Inspectie Secundair Onderwijs). Het vergt een intense, individuele aanpak van de leerling door het voltallig opvoedend personeel om tot een succesvol resultaat te komen. Geëngageerd en professioneel verder werken, trouw aan de wens van de stichter Koning Albert I : “De jongens moeten er gelukkig zijn en al het mogelijke wordt gedaan om hen te omringen met alle zorgen en toewijding die ze ook thuis zouden krijgen”.
15
3. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
3.1.
Sociale dienst
De sociale dienst van IBIS vervult een brugfunctie tussen de verschillende actoren uit de leefwereld van de jongeren : school, vrije tijd (op IBIS en thuis), de ouders en eventueel de externe betrokken diensten (hulpverleners of zorgverstrekkers). Bij conflictsituaties hebben de maatschappelijk assistenten een ventilatiefunctie. De jongens, eventueel samen met hun ouders, krijgen de gelegenheid om hun hart te luchten en het ‘probleem’ uiteen te zetten. De sociale dienst is het aanspreekpunt bij uitstek voor de ouders. De maatschappelijk assistenten doen het intakegesprek, geven de rondleiding, gaan op huisbezoek en bij het afhalen van de kinderen op vrijdagavond zijn ze altijd aanwezig om de ouders te woord te staan. Indien zich tijdens de week problemen voordoen, nemen ze telefonisch contact op met het thuisfront. Dit schept duidelijkheid naar de ouders toe en er ontstaat een professionele vertrouwensrelatie die laagdrempelig is. Heel wat ouders ondervinden moeilijkheden bij het uitoefenen van de opvoedingstaak en kunnen daarbij extra ondersteuning goed gebruiken. Gedrags- en emotionele problemen leggen vaak een last op het samenleven thuis. Relaties tussen ouders onderling en tussen ouders en kinderen komen niet zelden onder druk te staan. Zowel de ouders als de jongeren worden ondersteund opdat ze zonder noemenswaardige moeilijkheden opnieuw met elkaar kunnen samen leven, zodat meningsverschillen niet meer moeten uitgroeien tot conflicten.... De drempel naar de hulpverlening is soms te hoog. Meegaan naar de betrokken externe dienst, soms zelf instaan voor het vervoer en aanwezig zijn bij een eerste gesprek maakt het voor de ouders soms gemakkelijker. De aanvaarding dat er hulpverlening nodig is, kan op zich al een hinderpaal zijn. Door de gevoeligheden terzake te kennen en dankzij de vertrouwensrelatie kan geprobeerd worden deze hinderpaal te omzeilen in het belang van het kind. Wekelijkse contacten op vrijdagavond bij het afhalen van de jongens zijn heel belangrijk. De ouders kunnen altijd informeren naar het verloop van de week en eventuele moeilijkheden thuis of op IBIS kunnen gemeld worden. Deze vragen en opmerkingen worden dan op maandag in de coördinatievergadering besproken.
16
3.2.
Sociaal huis
De sociale dienst heeft haar eigen huis. Die aparte locatie biedt een meerwaarde aan de werking. Belangrijk hierbij is dat er ruimte is om jongens en ouders op een discrete manier te ontvangen. De sociale dienst wordt dagelijks geconfronteerd met zeer uiteenlopende persoonlijke items. Het is onontbeerlijk om deze met de nodige discretie te behandelen. De sfeer waarin een gesprek gevoerd wordt, is belangrijk. De betrokkenen moeten er zich “veilig” voelen. De contacten met de leerlingen, hun ouders of personen die hun opvoeding aanbelangen, andere hulpverleners en collega’s die een situatie over een bepaalde jongen wensen te bespreken, hebben voordeel bij deze privacy. De ligging van het huis is ideaal. De achterkant geeft uit op de speelplaats zodat we gemakkelijk bereikbaar zijn voor de jongens. Eveneens op de eerste verdieping bevindt zich het opvoederslokaal en het bureau van de coördinator internaat. Dit zorgt voor zeer praktisch en veelvuldig overleg met het internaat. De vier beschikbare lokalen van de sociale dienst worden naargelang de functie ingericht. De grootste ruimte van het huis is het bureau. Daarnaast is er een gespreksruimte, een infirmerie en een “klaslokaal” die als therapeutische ruimte wordt gebruikt. Alle hulpverleners waarmee nauw wordt samengewerkt, maken graag gebruik van deze lokalen. De CLB-medewerker gebruikt de gespreksruimte om gesprekken te voeren met jongens en eventueel met ouders of om testen af te nemen. De logopediste en kinesist gebruiken het “klaslokaal” om individueel en in alle rust met de jongens te werken. Al deze lokalen zijn volledig gerenoveerd, en maken deel uit van het administratief gebouw. Ouders en externe hulpverleners melden zich aan bij het onthaal en wachten tot ze opgehaald worden door degene waarmee ze een afspraak hebben.
17
3.3.
Individuele hulpverlening
3.3.1. Externe hulpverlening intra-muros a)
Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) :
Het CLB is werkzaam op 4 begeleidingsdomeinen : - Leren en studeren - Onderwijsloopbaan - Psychisch en sociaal functioneren - Preventieve gezondheidszorg Regelmatig is er overleg tussen de CLB-medewerkers, het school en de sociale dienst. De leerlingen worden besproken waarvan één van deze domeinen verontrustend verloopt. Er worden acties gepland en ondernomen en de situatie wordt blijvend opgevolgd tot er een verbetering kan worden vastgesteld. Daarnaast zal het CLB instaan voor een groot aantal aanmeldingen aan de toegangspoort om niet rechtstreeks toegankelijke hulpverlening aan te vragen. Bijvoorbeeld een verblijf in een internaat voor buitengewoon onderwijs of betaling van internaatskosten moeten via het CLB aangevraagd worden, die dan een A-document (aanmelddocument) indient bij de intersectorale toegangspoort. b)
Logopedie :
Soms hebben kinderen problemen met het spreken, de taal, het stemgebruik, het rekenen, het lezen en het schrijven. Daarvoor is logopedische hulp in sommige gevallen aangewezen. Sinds 2000 versterkt een externe logopediste het IBIS-team. Zij revalideert momenteel op IBIS 11 jongens met problemen inzake taal, uitspraak en leerachterstand. Dit geeft zeer bevredigende resultaten. Wanneer wordt er een beroep gedaan op een logopedist ? - In geval van articulatieproblemen : één of meerdere klanken worden niet of verkeerd gevormd. - Er is sprake van een stoornis in de taalontwikkeling. Voorbeeld : -Het kind schijnt vragen en opdrachten niet te begrijpen. -Het kind maakt nog geen goede, volledige zinnen. -Het kind kan geen verhaaltje of gebeurtenis vertellen. -Een kind stottert of vertoont ander onvloeiend spreekgedrag. -In het kader van een orthodontische behandeling worden slikstoornissen of uitspraakproblemen behandeld. - Naast de gewone lessen op school of naast de extra hulp in de A-klas hebben sommige kinderen nog problemen op vlak van rekenen, lezen en/of schrijven.
18
Soms is de achterstand te groot en is intensieve, individuele begeleiding noodzakelijk. Indien nodig wordt logopedische therapie opgestart na uitgebreid onderzoek en na overleg met het schoolteam. De resultaten van deze begeleiding zijn erg positief. Deze hulp betekent een extra ondersteuning in de ontwikkeling van het kind. Logopedie Schooljaar Aantal c)
2011-2012 9
2012-2013 11
2013-2014 11
Kinesist :
Tijdens het schooljaar 2013-2014 werd er een beroep gedaan op een externe kinesist om de fijne motoriek te oefenen van 7 jongens die problemen hebben met het schrijven. Bij alle 7 werd de begeleiding gericht op het verbeteren van : - schrijfmotoriek - algemene motoriek - ruimtelijk inzicht Om de schrijfmotoriek te verbeteren, leert de kinesist opnieuw de lettervorming aan en moeten de kinderen zinnen naschrijven. Eerst op hulplijnen daarna zonder. De volgende stap is dan een dictee, eerst met visuele ondersteuning daarna zonder. Als laatste werkpunt wordt het tempo geleidelijk aan opgedreven. Om de algemene motoriek te verbeteren, gaat de kinesist met de leerlingen naar de turnzaal om oefeningen en spelletjes te doen. Er wordt aandacht besteed aan evenwicht, coördinatie van hun bewegingen, of ze impulsief zijn of niet, … Voor het ruimtelijk inzicht moeten de jongens allerlei ingewikkelde en driedimensionele puzzels maken en tekeningen reproduceren. Kinesist Schooljaar Aantal
2011-2012 4
2012-2013 5
19
2013-2014 7
d)
GON-begeleiding :
Vier leerlingen kregen GON-begeleiding (GON = Geïntegreerd Onderwijs). GON-begeleiding betekent dat een leerkracht vanuit het buitengewoon onderwijs 2 uur per week de leerling komt begeleiden. Deze begeleiding kan tot drie jaar duren en “hangt vast” aan de leerling. Waneer de leerling van school verandert, verhuist de begeleiding mee. GON-begeleiding Schooljaar Aantal
2011-2012 0
2012-2013 1
2013-2014 4
3.3.2. Externe hulpverlening extra-muros a)
Dilopsy (zelfstandige groepspraktijk die psychologische zorgen aanbiedt) :
Daar waar de interne begeleiding (sociale dienst en CLB) aanvoelt dat het psychische welbevinden van het kind intenser moet opgevolgd worden, wordt een beroep gedaan op psychologen. Leerlingen met emotionele problemen worden bij een psycholoog aangemeld. Na een drietal consultaties waarin gesprekken en psychische testen gebeuren, wordt er met de school overlegd wat een volgende stap kan zijn in de hulpverlening. Ofwel neemt de psychologe zelf de begeleiding op zich of, kan er ook een doorverwijzing gebeuren, hetzij binnen de dienst, hetzij naar een andere dienst. Dilopsy Schooljaar Aantal b)
2011-2012 4
2012-2013 5
2013-2014 7
Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (Prisma) :
Begeleidings- en therapeutisch aanbod zoals speltherapie, individuele gesprekstherapie, oudertherapie en -begeleiding, gezinstherapie, … Ondersteunen en adviseren van derden : leerkrachten, opvoeders, … 5 leerlingen die het moeilijk hebben om trauma’s te verwerken, krijgen er professionele begeleiding. Ze worden wekelijks opgevolgd (individuele gesprekken op de dienst van ongeveer 45 minuten). Ouders of verantwoordelijken worden bij de begeleiding betrokken. Een groot probleem is dat vele ouders weinig interesse tonen voor hun aandeel in de begeleiding en de opvolging. Begeleiding in Prisma Schooljaar Aantal
2011-2012 8
2012-2013 5
20
2013-2014 5
c)
Psychologen en psychotherapeuten :
Tien leerlingen volgen therapie bij psychologen die een privépraktijk hebben of verbonden zijn aan een ziekenhuis. Begeleiding bij psychologen Schooljaar 2011-2012 Aantal 9
d)
2012-2013 6
2013-2014 10
Vertrouwenscentrum Kindermishandeling :
De VK’s zijn een meldpunt voor alle mogelijke situaties van geweld op kinderen. Iedereen die een vermoeden of een ongerustheid heeft over verwaarlozing of mishandeling van een kind, kan contact opnemen met een VK. Wanneer een situatie wordt aangemeld, probeert het VK een inschatting te maken van wat er juist aan de hand is met een kind of een jongere. Het VK tracht zicht te krijgen op de ernst en de omvang van het probleem. Enerzijds proberen ze contact te leggen met mensen die vanuit hun professionele bezigheden een beeld kunnen schetsen van het kind en zijn leefsituatie. Anderzijds komen ze met het VK direct tussen. Er is dan een gesprek met de minderjarige, de ouders en/of andere rechtstreeks betrokkenen. In een aantal situaties is de informatie zo verontrustend dat er een dringende tussenkomst nodig is. Dit kan inhouden dat het VK dezelfde dag van de melding al rechtstreeks contact opneemt met de ouders, het kind of andere betrokkenen. Het gebeurt ook dat het VK niet voldoende garanties heeft voor de veiligheid van een kind. Dan wordt er contact opgenomen met het Comité Bijzondere Jeugdzorg en/of justitiële instanties die de situatie dan verder coördineren. Het VK probeert hulp te bieden of op te starten vanuit de behoeften van het kind. De positie van het kind staat centraal. Er wordt met alle partijen (ouders, slachtoffers, andere kinderen of volwassenen) gezocht naar mogelijkheden om terug tot een veiliger samenleven te komen. In elke stap van de hulpverlening bekijkt het VK of het slachtoffer voldoende veiligheid wordt geboden. Sporadisch werd er door IBIS contact opgenomen met het VK om advies te vragen. Er werden dit jaar geen concrete dossiers opgevolgd. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Schooljaar 2011-2012 Aantal 2
21
2012-2013 0
2013-2014 0
e)
Stappie :
Stappie vzw, Centrum voor Ontwikkelings- en Gehoorstoornissen. In dit centrum worden kinderen behandeld met ontwikkelingsstoornissen : mentale beperkingen, ADHD, autismespectrumstoornissen, gedragsstoornissen, multiple ontwikkelingsstoornissen op vlak van aandacht, geheugen, taal, motoriek, gedrag, enz… De behandeling kan bestaan uit logopedie, audiologie, kinesitherapie, psychomotoriek, ergotherapie, psychotherapie, medische en sociale begeleiding. 2 leerlingen worden er begeleid en krijgen kinesitherapie, psychomotoriek en logopedie. Twee uren in de week gaan zij naar Stappie. Stappie Schooljaar Aantal f)
2011-2012 1
2012-2013 3
2013-2014 2
KOPP-therapie (kinderen van ouders met psychische- en psychiatrische problematiek)
Veel kinderen en jongeren groeien op bij een ouder die aan een psychische ziekte lijdt. De impact van de ziekte van de ouder is soms zo groot dat kinderen zelf problemen ontwikkelen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat 1 op de 3 kinderen later zelf een psychische stoornis ontwikkelt. Daarnaast wordt tijdens de therapie aan de kinderen uitgelegd wat er aan de hand is. Ze krijgten uitleg over de namen van verschillende ziektes en wat het betekent om psychisch ziek te zijn. Kinderen vertellen hun verhaal aan elkaar en zo herkennen ze dingen. Twee jongens volgden deze therapie in de kliniek St. Jozef in Pittem. Enkele woensdagnamiddagen komen ze er samen met andere kinderen. KOPP-therapie Schooljaar Aantal g)
2011-2012 /
2012-2013 /
2013-2014 2
Arktos :
Arktos zijn vormingscentra voor jongeren. Zij geven vorming aan jongeren en hun begeleiders en zorgen voor ondersteuning van iedereen die met jongeren werkt. ‘Rots en water’ is een actieve en ontspannende training, in groep met een 10tal jongeren. Hierdoor worden de jongeren weerbaarder en ze leren hun agressie te beheersen. In deze trainingen leren jongeren hoe ze moeilijke situaties het best aanpakken. Jongeren werken tijdens deze trainingen aan weerbaarheid en zelfbeheersing. In 2013 werd er voor de eerste keer samen gewerkt met deze dienst. Voor de lagere school komt een medewerker van Arktos deze training in IBIS zelf geven aan de jongens. Tien jongens hebben deze training gehad. De 22
medewerker heeft een beknopte versie gegeven aan de opvoeders. Twee opvoeders hebben zich daarna geëngageerd om zelf cursus te gaan volgen over deze training. Assertiviteitstraining tot 12 jaar bij Arktos Schooljaar 2011-2012 Aantal /
2012-2013 /
2013-2014 10
De jongens van de secundaire school volgen de cursus op een andere locatie, nl in ‘Duin en Zee’. Assertiviteitstraining vanaf 12 jaar bij Arktos Schooljaar 2011-2012 2012-2013 Aantal 1 0
2013-2014 2
3.3.3. Medische hulpverlening Het Koninklijk Werk IBIS zorgt ervoor dat elk kind dat nood heeft aan medische of paramedische zorg – ongeacht de sociale achtergrond - ten allen tijde de meest geschikte hulp kan genieten. Zonder meerkost voor de ouders. Indien ouders hun bijdrage aan de mutualiteit niet kunnen betalen, zorgt IBIS dat de kinderen aangesloten blijven. In 2014 betaalde IBIS voor 3 kinderen de bijdrage voor de mutualiteit. a)
Huisarts.
Wanneer een kind ziek is of een ongeval voorhad en de sociale dienst vindt verdere medisch zorg noodzakelijk wordt de schooldokter verwittigd. Hij verzekert permanent de eerste medische zorg en opvang van alle kinderen. Het merendeel van zijn tussenkomsten gebeurt op IBIS. In de meeste gevallen vindt hij samen met de sociale dienst een oplossing. In sommige gevallen is samenwerking met andere zorgverleners en/of ouders noodzakelijk of gewenst. Ouders/verantwoordelijken verklaren zich bij het begin van het schooljaar akkoord met de keuze van onze schoolarts. b)
Kinderarts.
Op de kinderarts wordt een beroep gedaan wanneer er zich specifieke problemen stellen omtrent, specifieke kinderziekten. Eveneens is de tussenkomst van de kinderarts noodzakelijk om een logopedische behandeling te kunnen opstarten. c)
Tandarts/orthodontist.
Op aanraden van het CLB, of op vraag van de ouders of het kind zelf wordt er met heel wat kinderen op consultatie gegaan bij de tandarts. Meest voorkomende problemen zijn gaatjes en groeven in de tanden en de ontsteking van het tandvlees. 23
Een orthodontische behandeling is vaak nodig om de tanden van het kind in de juiste stand te plaatsen. Het betreft hier enkel uiterst noodzakelijke ingrepen. Omdat die behandeling voor sommige ouders een te dure zaak is komt het Koninklijk Werk IBIS hiervoor vaak financieel tussen. d)
Oogarts.
Wanneer uit CLB - onderzoek blijkt dat bepaalde jongens problemen met de ogen hebben, regelt de sociale dienst een afspraak met de oogarts en volgt dit verder op. Meestal volgt hierop de aankoop van een bril. e)
Dermatoloog.
Vaak hebben jongens last van verschillende (soms besmettelijke) huidziekten (impetigo, eczeem, wratjes, acné,…). Bij vaststelling hiervan regelt de sociale dienst een consultatie bij de dermatoloog. f)
Uroloog.
Kinderen die bedwateren groeien daar meestal spontaan uit. Wanneer oudere kinderen hiervan frequent last blijven ondervinden, wordt een uroloog geraadpleegd. In bepaalde gevallen schrijft deze medicatie voor. g)
Osteopaat
Volgens de osteopathie vinden vele aandoeningen hun oorsprong in een gestoorde beweeglijkheid van de gewrichten, ingewanden en weefsels. De osteopaat beschouwt het organisme als een geheel, waarbij lichamelijke en psychische factoren met elkaar verweven zijn. Leerlingen met een bewegingsstoornis kunnen worden geholpen door een osteopaat. h)
Kinderpsychiaters.
17 leerlingen gaan regelmatig op consultatie bij een kinderpsychiater. Zij krijgen, indien nodig, medicatie voorgeschreven (bv onrustige, angstige of depressieve kinderen). Ongeveer de helft van deze leerlingen was reeds in begeleiding voor ze op IBIS kwamen. Deze begeleiding wordt dan voortgezet bij de respectievelijke dokter. De andere helft wordt door IBIS aangemeld wanneer er vermoeden is van een ernstige gedragsstoornis of ontwikkelingsstoornis. Na een uitgebreid onderzoek volgt dan een bespreking en wordt er samen met de ouders overlegd over de verdere begeleiding.
24
Kinderpsychiater Schooljaar Aantal
i)
2011-2012 23
2012-2013 17
2013-2014 17
Medicatie n.a.v. gedragsproblemen.
Schooljaar Rilatine Risperdal Concerta Abilify
2011-2012 15 4 3
2012-2013 14 3 2
2013-2014 13 2 2 2
Rilatine : is een zwak amfetamine dat het centraal zenuwstelsel stimuleert. Rilatine werkt goed op concentratiestoornissen, hyperactiviteit of onrust, prikkelbaarheid en impulsiviteit. Dosis Rilatine : gemiddeld neemt een lager schoolkind twee tabletten per dag : 1 ‘s morgens en 1 ’s middags. De dosis is afhankelijk van de ernst van het probleem en van het gewicht van het kind Risperdal : wordt voorgeschreven voor mensen met psychosen (= iemand die de wereld anders waarneemt dan de anderen). Dit betekent dat men het normale gedrag als het ware “kwijtraakt”. Risperdal vermindert verschijnselen zoals het horen van stemmen, het hebben van vreemde of nare gedachten, sombere gevoelens, moeite hebben met concentreren, plotse veranderingen in gedrag. Risperdal herstelt het verstoorde evenwicht van chemische stoffen in de hersenen. Concerta : wordt gebruikt voor de behandeling van ADHD. Het is een middel dat de verminderde concentratie en/of hyperactiviteit behandelt. In tegenstelling tot rilatine dient er slechts 1 pilletje ’s morgens genomen te worden dat gedurende de hele dag werkzaam is. Abilify : behoort tot een groep geneesmiddelen die antipsychotica wordt genoemd. Het wordt gebruikt voor de behandeling van personen die lijden aan een aandoening die wordt gekenmerkt door verschijnselen als het horen, zien of voelen van dingen die er niet zijn, achterdochtigheid, onjuiste veronderstellingen, onsamenhangende spraak en gedrag en onverschilligheid. Personen met deze aandoening kunnen zich ook terneergeslagen, schuldig, angstig of gespannen voelen.
25
j)
De Dienst Kinder-en Jeugdpsychiatrie van het AZ. St.-Lucas, (KAS) :
Op 1 oktober 2009 is de samenwerking KAS (= Kinder – en jeugdpsychiatrische Afdelingen Samen in Brugge) van start gegaan. De kinderpsychiaters van AZ St.-Lucas Brugge en van AZ St.-Jan BruggeOostende AV startten onderling een associatie waarbij ze hun activiteit in beide ziekenhuizen samen organiseren. Deze dienst kinder- en jeugdpsychiatrie is gericht op kinderen en jongeren van 3 tot en met 18 jaar met kinderpsychiatrische moeilijkheden (en hun gezin) en bevindt zich in het St. Lucas Ziekenhuis te Brugge. De dienst geeft vooral voorrang aan gemengde problemen waarbij ontwikkelingsstoornissen (ADHD, autisme, …) en ziekte (psychose, depressie, …) een betekenisvol onderdeel vormen van de problematiek, naast eventuele emotionele en gedragsproblemen en contextueel bemoeilijkende factoren. De dienst kinder- en jeugdpsychiatrie overkoepeld vier onderdelen : een ambulante werking (raadpleging) een residentiële werking (opnamedienst) een mobiel K-team (psychiatrische thuiszorg) een liaisonwerking (consultfunctie naar pediatrie toe) In 2014 was er een intake voor 4 leerlingen die uiteindelijk ook opgenomen werden ter observatie zodat nadien een diagnose kan gesteld worden en de juiste doorverwijzing kan georganiseerd worden. Bij een opname worden deze jongens en hun gezinnen naar de opnameafdeling doorverwezen door een kinderpsychiater of een andere hulpverlener. Meestal gaat de sociale dienst mee op intakegesprek en blijft doorheen het proces van de opname alles mee opvolgen. Samen (ouders, dienst psychiatrie, IBIS, …) wordt er gezocht naar haalbare verwachtingen en wordt er een toekomstperspectief voorgesteld. Ouders hebben een sleutelrol voor een opname. De voorbereiding van een opname gebeurt grondig en samen met de ouders. Indien zij niet achter een opname staan, kan deze jammer genoeg ook niet doorgaan. Om alle kansen op opname te vrijwaren betaalt IBIS vaak de € 500 remgeld. Een observatieopname wordt gepland voor 6 weken. Een opname kan enkel na een intakegesprek met de kinder- en jeugspsychiater. Tijdens het intakegesprek wordt er gezocht naar haalbare en realistische diagnostische en behandelingsdoeleinden. De betekenis van een opnamevraag wordt geëvalueerd. De eigen vraag van familie en kind/jongere vormt een belangrijk uitgangspunt. De basis van een opname is de therapeutische leefgroepwerking. Er zijn 3 leefgroepen die gevormd worden op basis van leeftijd en mentaal niveau van de patiënten. Binnen een voorspelbaar kader biedt de leefgroep een aantal groepsactiviteiten aan, naast individuele momenten.
26
Hiernaast is er ook een multidisciplinair diagnostisch en therapeutisch aanbod : -
ergotherapie psychomotorisch onderzoek en therapie psychodiagnostisch onderzoek en psychotherapie kinderpsychiatrisch onderzoek specifiek medisch en neurologisch onderzoek op indicatie logopedisch onderzoek en logopedische ondersteuning op indicatie wekelijkse oudergesprekken bij de kinder- en jeugdpsychiater beperkte schoolse begeleiding frequente contacten met verwijzers en omgeving
Na 6 weken volgt er een teambespreking waar betekenisvolle hulpverleners en verwijzers op uitgenodigd worden. IBIS en CLB gaan steeds op uitnodigingen in. Na deze bespreking en na het adviesgesprek met de ouders kan een opname verlengd (steeds per 6 weken) of beëindigd worden. k)
Medische kosten door IBIS gedragen:
Kosten medicatie Kosten dokters
2012 € 2.418,16 € 12.449,37
2013 € 1.890,43 € 11.500,41
2014 € 1.955,16 € 11.351,28
3.4. Hulpverlening aan minderjarigen en hun gezinnen in een verontrustende leefsituatie; het decreet integrale jeugdhulp. Opgroeien loopt niet altijd van een leien dakje. Soms komen jongeren met situaties in aanraking waar ze moeilijk een oplossing voor hebben. Misschien hebben ze problemen thuis of mogelijk een misdrijf gepleegd. Jongerenwelzijn probeert deze jongeren en hun gezin een uitweg te bieden. Zij zoeken voor hen de juiste hulp en organiseren of ondersteunen het hulpverleningstraject. Op 1 maart 2014 treedt in heel Vlaanderen het nieuwe decreet integrale jeugdhulp in werking. Integrale jeugdhulp biedt aan minderjarigen, hun ouders, hun opvoedingsverantwoordelijken en de betrokken personen uit hun leefomgeving die daar behoefte aan hebben, hulp en zorg op maat die met een grote mate van flexibiliteit de hulpvraag proberen te beantwoorden. Ze doet dat door een gemeenschappelijke analyse van de hulpvraag in een sectoroverschrijdende samenwerking tussen jeugdhulpaanbieders. Het jeugdhulpaanbod kan herzien worden in functie van wat als efficiënt, effectief en ondersteunend ervaren wordt door de minderjarige, zijn ouders of opvoedingsverantwoordelijken.
27
Ze omvat : -
Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp : CLB, Kind en Gezin, CAW, beperkte dagopvang VAPH, JAC… Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp : MPI, begeleidingstehuis, kamertraining, … Gerechtelijke jeugdhulp, opgelegd door een jeugdrechter.
De CLB’s zijn belangrijke partners in deze vernieuwde jeugdhulpverlening. Samen met de diensten van Kind en Gezin en Algemeen Welzijnswerk staan ze in voor de “brede instap” in de jeugdhulp. In totaal zijn er 7 sectoren betrokken in IJH : - Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) - Jongerenwelzijn - Kind en Gezin (K&G) - Algemeen Welzijnswerk (AWW) met de Centra voor Integrale Gezinszorg (CIG) - Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) - Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) - Pleegzorg Het nieuwe decreet formuleert 6 doelstellingen van Integrale Jeugdhulp (IJH). 1. Inzetten op de vermaatschappelijking van jeugdhulp. Jeugdhulp wil kinderen, jongeren en hun ouders stimuleren om hun eigen mogelijkheden en die van hun omgeving maximaal in te zetten. Dit is een pleidooi om de buurt, het sociale netwerk, de familie, de vrijwilligers een volwaardige plek te geven in het verlenen van hulp. Men wil bereiken dat het antwoord op een hulpvraag maximaal aansluit bij de noden van de hulpvrager en ook maximaal is afgestemd op zijn specifieke context. Wanneer hulpverleners een casus zullen aanmelden bij de intersectorale toegangspoort dan zal aan hen gevraagd worden aan te geven wat er al gebeurd is op het vlak van krachtgericht of netwerkgericht werken. 2. Organiseren van een tijdige toegang tot de rechtstreekse en nietrechtstreekse hulpverlening. De rechtstreekse toegankelijke jeugdhulp (RTJ) kan variëren van een algemene raadpleging tot gespecialiseerde jeugdhulpverlening. Ook al kunnen jongeren en hun ouders rechtstreeks een beroep doen op deze hulp toch gebeurt het vaak dat ze zelf niet meteen weten waar ze moeten aankloppen met hun hulpvraag. Om dit te voorkomen verwijst het decreet naar een “brede instap” die optimaal toegankelijk moet zijn. Diensten die onder de “brede instap” zijn CLB’s, Kind en Gezin, Algemeen Welzijnswerk (bijv. JAC = Jongerenadviescentrum, teleonthaal). 28
Met betrekking tot de niet-rechtstreekse toegankelijke jeugdhulp bestaat er één intersectorale toegangspoort wanneer het gaat om vragen naar meer ingrijpende hulp. De toegangspoort zal de wenselijke hulp (indicatiestelling) matchen aan de beste of meest geschikte hulp die beschikbaar is (jeugdhulpregie). Op die manier wil men meer recht doen aan de hulpvraag van de client en wil men voorkomen dat de hulpvraag omgebogen wordt naar het aanbod dat beschikbaar is. IBIS behoort tot de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Ouders, CLB’s, Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg en andere hulpverleners kunnen zich rechtstreeks richten tot IBIS met de hulpvraag om een jongen op te nemen. Deze hulp hoeft niet langs de toeganspoort aangevraagd te worden terwijl bijvoorbeeld een verblijf in een begeleidingstehuis van jongerenwelzijn of een internaat bij buitengewoon onderwijs wel dient aangevraagd te worden. 3. Waarborgen van cotinuïteit van de hulpverlening Het nieuwe decreet hecht veel belang aan de verantwoordelijkheid van elke hulpverlener om deze continuïteit waar te maken. De verwijzende hulpverlener blijft betrokken zolang de volgende hulpverlening niet is opgestart. 4. Gepast omgaan met verontrustende situaties Met verontrustende situaties worden alle situaties bedoeld waarin mensen zich ongerust maken over de ontwikkeling van een minderjarige. Ze zijn ongerust omdat de ontwikkeling van die minderjarige in het gedrang komt (bv. omdat de fysieke, psychische, seksuele integriteit van de minderjarige bedreigd wordt of omdat de leer- en onderwijskansen van de minderjarige in het gedrang komen door zware spijbelproblematiek) 5. Voorzien in crisisjeugdhulp Het nieuwe decreet wil ervoor zorgen dat elke minderjarige in crisis een gepast hulpaanbod krijgt. Crisissen doen zich in alle mogelijke sectoren en op alle mogelijke momenten in een hulpverleningstraject voor, en zijn dus vaak ook sectoroverschrijdend. De voorbije jaren gingen reeds crisisnetwerken van start waarin men hulpprogramma’s uitwerkte om crisissituaties sectoroverstijgend aan te kunnen pakken. 6. Maximale participatie van minderjarigen en hun gezin. Participatie is cliënten betrekken en laten meebeslissen over elke stap in de jeugdhulp. Ook op beleidsniveau is een vertegenwoordiging van ouders en jongeren voorzien om bij de organisatie van de hulp het cliëntperspectief in te brengen.
29
In het nieuwe jeugdhulplandschap wordt er een onderscheid gemaakt tussen rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp en niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Het onderscheid is dat men bij de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp geen ‘toegangsticket’ nodig heeft, het is laagdrempelig, het gaat om weinig ingrijpende hulp. Bij de niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp gaat het om meer ingrijpende en vaak langdurige hulp die schaars is. Daarom is er een ‘toegangsticket’ nodig dat dient aangevraagd te worden aan intersectorale toeganspoort. 3.4.1. Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ) Alles begint bij een vraag naar hulp door een jongeren en/of zijn omgeving. Deze hulpvraag komt terecht bij de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp omdat cliënten er rechtstreeks beroep op kunnen doen. Er wordt een brede instap georganiseerd door diensten van drie sectoren : Centra voor Leerlingenbegeleiding, Kind en Gezin en Algemeen Welzijnswerk. Niet alle jeugdhulp waar jongeren en hun ouders terecht kunnen valt onder integrale jeugdhulp (bv. kinder- en jeugdpsychiatrie, huisartsen, OCMW, privépsychologen). Deze diensten en hulpverleners zijn niet rechtstreeks betrokken in de hervorming. IBIS valt als ‘gewoon’ internaat buiten de integrale jeugdhulp maar moet vaak met heel wat hulpvragen via het CLB aan de ‘poort’ van integrale jeugdhulp aankloppen om oplossingen te vinden voor een aantal aan ons toevertrouwde kinderen. 3.4.3. Crisisjeugdhulp, bemiddeling,cliëntoverleg Deze zijn inzetbaar op elk moment van het hulpverleningstraject indien nodig. Met crisisjeugdhulp bedoelt men onmiddellijke en aangepaste acties in geval van een crisissituatie. Bemiddeling is een vrijwillig proces met de bedoeling om vastgelopen hulpverlening te ontknopen en terug op gang te brengen. Cliëntoverleg is een overleg waar de cliënten, hun omgeving en hulpverleners samenkomen om de hulp aan een gezin op elkaar af te stemmen. 3.4.4. Aanmelding bij de intersectorale toegangspoort De intersectorale toegangspoort regelt de toegang tot ingrijpende hulp, d.w.z. niet-rechtstreeks toegankelijke hulp (NRTJ). Cliënten kunnen niet of slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zelf de stap zetten naar de toegangspoort. Dit moet steeds samen met een hulpverlener gebeuren. Door steeds een hulpverlener te betrekken bij een aanvraag wil men de garantie inbouwen dat hulpvragen die bij de toegangspoort terechtkomen zorgvuldig overwogen zijn en dat dus goed is nagedacht over andere pistes en
30
over de mogelijkheid om via de context van de cliënt tot een minder ingrijpende oplossing te komen. De contactpersoon-aanmelder dient een aanmelddocument (A-document) in te vullen en elektronisch door te sturen naar de toegangspoort. De contactpersoon-aanmelder blijft voor alle partijen de aanspreekpersoon tijdens de volledige fase van de hulpverlening (van aanvraag tot en met opstart van de hulp) en is dus verantwoordelijk voor hulpcontinuïteit. Wanneer de thuissituatie dermate verontrustend is en er is weing financiële draagkracht in het gezin dan kan aangevraagd worden dat de kosten voor een internaat gedragen worden door jongerenwelzijn. Deze maatregel is meer ingrijpend en deze aanvraag moet wel gebeuren via de toegangspoort. De hulpverlener moet kunnen aantonen dat alle bestaande hulp uitgeput is en dat er een noodzaak is om deze maatregel te installeren. Hiervoor stelt de medewerker van het CLB een A-document en dient hierin te verantwoorden waarom het absoluut noodzakelijk is dat de jongeren in IBIS verblijft en dat er dus een internaat moet bekostigd worden. Zo’n aanvraag heet ‘versnelde indicatiestelling en toewijzing’ (VIST) en vervangt de vroegere PSA (preventieve sociale actie) van het Comité van Bijzondere Jeugdzorg. VIST Specifieke acties Schooljaar 2011-2012 Aantal NVT
2012-2013 NVT
2013-2014 12
3.4.5. Een toegangspoort met twee teams In elke provincie en in Brussel is er een toegangspoort die telkens bestaat uit twee teams : het team indicatiestelling en het team jeugdhulpregie. Team indicatiestelling. Wanneer aanmelders hun A-document elektronisch bezorgen aan de toegangspoort, komt het terecht bij een dossierverantwoordelijke van het team indicatiestelling. Het team indicatiestelling zal via een verslag het soort hulp voorstellen uitgedrukt in typemodules. Men werkt dus een voorstel tot hulp uit op basis van de noden, zonder rekening te houden met het feit of deze hulp ook effectief beschikbaar is. Team jeugdhulpregie Het team jeugdhulpregie gaat aan de slag om de jeugdhulp die voorgesteld wordt door het team indicatiestelling ook effectief te realiseren. Het team jeugdhulpregie informeert de aanmelder en de cliënt over het mogelijke aanbod en eventuele wachttijden.
31
3.4.6. Niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Op het moment dat de niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp opstart, stopt de rol van de toegangspoort. 3.4.7. Gemandateerde voorzieningen In het nieuwe decreet is het uitgangspunt dat elke jeugdhulpverlener om kan gaan met verontrustende situaties. Als hij, noch zijn team, noch zijn organisatie een antwoord vinden op de verontrusting kunnen ze een beroep doen op de gemandateerde voorzieningen. Er zijn twee gemandateerde voorzieningen : het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) en het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK). Het OCJ en VK nemen dezelfde taken op in verband met maatschappelijke noodzaak, maar het VK blijft zich specifiek profileren op hun bestaande expertise met betrekking tot kindermishandeling. De opdracht van gemandateerde voorzieningen bestaat uit : 1) Ondersteuning van hulpverleners en voorzieningen in het omgaan met verontrusting 2) Na aanmelding door de hulpverlener of kennisgeving via het parket onderzoeken of de hulp maatschappelijk noodzakelijk is. 3) Opvolgen van de hulp die als maatschappelijk noodzakelijk werd beoordeeld 4) Doorverwijzing naar het parket wanneer geen vrijwilligheid mogelijk is. 3.4.8. Gerechtelijke jeugdhulp Een gemandateerde voorziening kan in twee situaties doorverwijzen naar het jeugdparket. Ten eerste als de hulp maatschappelijk noodzakelijk wordt geacht en als na een gesprek met de minderjarige en zijn ouders de gepaste jeugdhulpverlening niet wordt aanvaard. Ten tweede als er weigering is tot meewerken aan het onderzoek naar maatschappelijke noodzaal. Er kunnen ook via de politie situaties bij het parket terecht komen. Het parket kan de jeugdrechter vorderen, die op zijn beurt een vonnis kan uitspreken. Voor de uitvoering van het vonnis is de sociale dienst gerechtelijke jeugdhulp (SDJ) verantwoordelijk. Er zijn 13 maatregelen mogelijk die door een jeugdrechter kunnen bevolen worden. Eén ervan is het toevertrouwen van jongeren aan een erkende residentiële voorziening of daarmee gelijkgestelde voorziening. Toevertrouwd aan IBIS door de jeugdrechtbank Schooljaar 2011-2012 2012-2013 Aantal 3 1
2013-2014 6
Bron – Het decreet integrale jeugdhulp. Caleidoscoop jg.25 nr. 4. 32
3.5.
Kostgeld
3.5.1. Betaald door de ouders Er wordt steeds uitgegaan van het maximumtarief dat werd vastgelegd naar analogie van het kostgeld in andere internaten. Hierbij wordt de “goedkoopste “ als richtinggevend genomen. De maximale dagprijs voor een leerling van het lager onderwijs bedraagt €11,00 / dag. De maximale dagprijs voor een leerling van het secundair onderwijs bedraagt € 12,50 / dag. Indien uit o.m. de familiale situatie, het huisbezoek, … blijkt dat de verantwoordelijke ouder het financieel moeilijk heeft kan er beslist worden om een verminderd/sociaal tarief toe te kennen.
3.5.2. Betaald door het Agentschap Jongerenwelzijn -
VIST Specifieke acties
Onder de vorm van “een internaat tijdens de schooldagen” met tussenkomst in de kosten door het Fonds Jongerenwelzijn. -
Plaatsing door de Jeugdrechtbank of Comité
Onder de vorm van “toevertrouwing aan een open inrichting” met kosten voor het Fonds Jongerenwelzijn. 3.5.3. Betaald door advocaat of OCMW Indien ouders zware financiële moeilijkheden ondervinden en geen uitweg meer weten met hun schulden, kunnen zij zich wenden tot een erkend centrum dat aan schuldbemiddeling doet (OCMW of CAW). Naast deze centra, mogen ook advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders optreden als schuldbemiddelaar. De schuldbemiddelaar helpt hen de balans op te maken van hun financiële toestand en begeleidt hen om verdere stappen te ondernemen (collectieve schuldenregeling). De collectieve schuldenregeling heeft als doel de financiële toestand van de ouders te herstellen, met name hen in staat te stellen in de mate van het mogelijke hun schulden te betalen en tegelijkertijd te waarborgen dat zij zelf en hun gezin een menswaardig leven kunnen leiden.
33
3.5.4. Tussenkomst van derden bij de betaling van het kostgeld Bij 20 jongens wordt het kostgeld betaald door derden. Betaling door derden : Via Agentschap Jongerenwelzijn Via OCMW Via advocaat
2012 25 2 7
2013 17 3 6
2014 18 1 1
3.5.5. Niet ontvangen kostgeld Naast betalingen die gebeuren via tussenkomst door derden worden we geconfronteerd met onregelmatige betalers en ouders die insolvabel blijken. Bedrag van niet-ontvangen kostgeld
3.6.
2012
2013
2014
€ 29.947
€ 28.797,19
€ 28.663,73
Bezoek aan IBIS
Op 16 januari 2014 werd IBIS bezocht door de studenten 6 e jaar S.O. afdeling Verzorging, Gezondheids- en welzijnswetenschappen en Farmacie van het Leonardo Lyceum/Sito 7 uit Antwerpen. 3.7.
Bijscholing sociale dienst
Op 20 en 21 oktober volgde Ingrid Broos de cursus hulpverlener. Hier werden de basistechnieken voor eerste hulp bij ongevallen aangeleerd.
3.8.
Casus
Opgroeien in armoede heeft nefaste gevolgen voor de ontwikkeling van een kind. Hoe jonger een kind in een armoedesituatie terechtkomt, hoe hardnekkiger de gevolgen zijn. Deze gevolgen zijn in de latere kinder- en adolescente jaren moeilijk in te halen en blijven doorwerken tot op volwassen leeftijd. De impact van armoede op de ontwikkeling van een kind situeert zich op verschillende, onderling sterk verweven, vlakken. Opgroeien in armoede heeft een negatieve invloed op zowel de cognitieve, affectieve als sociale ontwikkeling van kinderen. Bovendien beïnvloedt armoede ook de fysieke en mentale gezondheidstoestand. Een deel van de gezinnen van de IBIS-jongens leeft in armoede. Bij sommige kan je spreken over extreme armoede waarbij het vervullen van de basisbehoeften in het gedrang komt. 34
In 2013 wordt een gezin aangemeld met 2 zonen van 6 en 8 jaar die in zulke omstandigheden groot worden. De extreme armoede in het gezin heeft invloed op verschillende aspecten van de ontwikkeling van de twee jongens. 1. Cognitieve ontwikkeling Uit onderzoek blijkt dat kinderen die opgroeien in armoede al van bij het begin van de derde kleuterklas significant lager scoren voor zowel taal als rekenbegrip in vergelijking met andere kinderen. Dit patroon is ook terug te vinden voor sociale vaardigheden, zelfvertrouwen en welbevinden. De twee broers die voor een dringende opname aangemeld worden door een Comité voor Bijzondere Jeugdzorg in november 2013 hebben allebei een cognitieve achterstand. De jongste die in het eerste leerjaar start is een erg angstig, verward jongetje, die helemaal niet schoolrijp is. Hij krijgt een aangepaste individuele benadering zowel in de klas als in de leefgroep. In de klas mag hij oefeningen maken op zijn niveau (3 de kleuter) en in de leefgroep krijgt hij de zorg die hij nodig heeft. Zo heeft hij bijvoorbeeld meer slaap nodig dan zijn leeftijdsgenootjes. Hier wordt rekening mee gehouden zodat hij vaak vroeger naar bed kan. De oudste die in het tweede leerjaar start heeft achterstand op gebied van taal. Er is een stoornis in de expressieve en receptieve taalontwikkeling. Voor hem wordt er logopedie georganiseerd. In september 2014 zit de jongste het eerste leerjaar over; de oudste start in het derde leerjaar. Ze hebben allebei op cognitief vlak een grote vooruitgang gemaakt. 2. Affectieve en sociale ontwikkeling Onderzoek toont aan dat arme kinderen vaker probleemgedrag ontwikkelen. Het gedrag van de twee broers is thuis zeer verontrustend. Ze overtreden zo vaak de regels dat hun veiligheid in het gedrag : ze willen niet luisteren, ze willen geen huiswerk maken, niet gaan slapen, ze lopen weg… De ouders hebben te weinig draagkracht om het gedrag van de kinderen te sturen. Niet alleen de extreme armoede in het gezin is verontrustend, als bijkomend probleem is moeder psychiatrisch patiënt en wordt zij vaak opgenomen in de psychiatrie. Op die momenten is vader alleen en hij kan de opvoeding van de kinderen niet aan. De problemen stellen zich al jaren in het gezin. De combinatie van de armoede, de psychiatrische problemen van moeder en de geringe draagkracht van vader maakt dat de leefsituatie zodanig moeilijk is dat de ouders geen oog kunnen hebben voor de emotionele behoeften van hun kinderen. De stress waarmee het gezin te kampen heeft is zo hoog dat dit invloed heeft op de affectieve en sociale ontwikkeling van de kinderen.
35
Sinds de jongens in IBIS verblijven is er rust en stabiliteit in het gezin gekomen. Enerzijds worden de jongens opgevolgd door een kinder- en jeugdpsychiater en krijgen ze ondersteuning in de vorm van medicatie. De jongste neemt rilatine, en de oudste neemt rilatine en abilify. Deze medicatie is duur maar IBIS komt hierin financieel tegemoet en zorgt ervoor dat de kinderen consequent en zonder onderbreking hun medicatie krijgen. Anderzijds zorgt de structuur en de voorspelbaarheid die IBIS biedt aan de jongens en hun ouders voor rust in het gezin. De rust weerspiegelt zich in het gedrag van de kinderen. De oudste jongen heeft emotioneel het meest te verwerken en krijgt hiervoor wekelijks therapie bij een psychologe. Bij de psychologe worden er ook oudergesprekken georganiseerd. De psychologe verklaart aan de ouders waarom de kinderen moeilijk gedrag stellen en geeft hen advies hoe zij hiermee het best omgaan. Op initiatief van moeder hebben beide kinderen therapie gevolgd in het ziekenhuis waar zij wordt opgenomen voor haar psychiatrische problemen. Dit heet KOPP-therapie (kinderen met ouders met psychische en psychiatrische problemen). Wekelijks volgen de kinderen een aantal sessies samen met andere kinderen. Tijdens deze sessies wordt er uitleg gegeven over de verschillende psychiatrische ziektebeelden, op kinderniveau en wordt er aandacht besteed aan de ontwikkeling van de kinderen zelf. Het is namelijk zo dat kinderen van ouders met psychische problemen zelf vatbaarder zijn om later psychische problemen te ontwikkelen. 3. De gezondheidstoestand Door het constante gebrek aan een degelijk inkomen is de huisvesting voor het gezin een ramp, ze kunnen geen voedsel kopen en/of klaar maken, geen aangepaste kledij per seizoen kopen… Deze aspecten beïnvloeden de gezondheid van de kinderen. Het huis waarin het gezin woont is eigenlijk niet bewoonbaar. Er ligt geen verharde vloer, er is maar 1 kachel om heel het huis te verwarmen, ramen zijn stuk, muren zijn vochtig… Het spreekt voor zich dat niet gezond is. De ouders hebben geen geld om gezonde voeding te kopen. In overleg met het OCMW wordt er naast een beperkt leefloon ook extra vers fruit en groenten voorzien wanneer de kinderen in het weekend naar huis komen. IBIS voorziet een voedselpakket wanneer de jongens naar huis gaan en moeder haar budget voor die week op is. Vers bereide maaltijden, fruit, brood en yoghurts worden meegegeven. Jassen en schoenen voorzien die bij het seizoen passen is niet evident voor de ouders. De kledij van de kinderen wordt dan ook door IBIS voorzien. De gezondheidstoestand van de oudste jongen is het meest verontrustend. Bij de opname in november 2013 had hij een probleem om zijn stoelgang op te houden. Hij deed verschillende keren per dag in zijn broek. Volgens moeder 36
kwam dit omdat hij vroeger op zijn vorige school gepest werd. Om dit te verwerken en om deze jongen psychisch beter te kunnen begeleiden met dit probleem wordt hij aangemeld bij een psychologe en bij een kinderarts. De kinderarts laat verschillende onderzoeken doen en schrijft medicatie voor. Na maandenlange intensieve opvolging en begeleiding van de opvoedsters neemt dit probleem geleidelijk aan af. Uiteindelijk verdwijnt het probleem helemaal. De gezondheid en het psychisch welbevinden van deze jongen is er hierdoor erg op vooruitgegaan. Deze gezinnen die aan de rand van onze maatschappij leven hebben het niet gemakkelijk. Ze krijgen ondersteuning op allerlei vlakken, zowel financieel, als praktisch als op psychisch vlak. IBIS voorziet in alle noden, zodat de kinderen alle kansen krijgen. Dit is een overzicht van de hulpverleningsorganisaties die betrokken zijn bij het gezin : - CLB - Jongerenwelzijn - OCMW - Psychiatrische afdeling van het ziekenhuis - Kinderpsychiater - IBIS De sociale dienst van IBIS heeft hier een brugfunctie tussen de ouders, de hulpverleners en IBIS. Er is op regelmatige basis contact met de verantwoordelijken van deze organisaties. Telefonisch of via mail houden de hulpverleners elkaar op de hoogte. Regelmatig wordt er een cliëntoverleg georganiseerd en is het belangrijk voor de sociale dienst om aanwezig te zijn op deze vergaderingen. Het is belangrijk om de hulpverlening op elkaar af te stemmen zodat het geen versnipperde, afzonderlijke instanties zijn die naast elkaar werken. Op het vlak van de opvoedingsondersteuning heeft het gezin een grote vooruitgang gemaakt dankzij de opvolging en de samenwerking van al deze diensten. IBIS vangt jongeren op die in extreme armoede leven zodat ze meer kansen zouden krijgen voor de toekomst. Een andere groep van jongeren die uiterst kwetsbaar zijn, zijn de anderstaligen. Ieder schooljaar starten er jongens in IBIS die geen Nederlands spreken. Deze jongens hebben intensievere begeleiding nodig dan anderen, niet alleen op het vlak van het aanleren van Nederlands maar ook in het aanpassen in het dagdagelijkse leven in IBIS. Daarnaast zijn er de cultuurverschillen waarmee rekening dient gehouden te worden.
37
Het onderwijssucces van deze leerlingen met een migratieachtergrond wordt sterk bevorderd omdat er hoog wordt ingezet op het welbevinden van deze jongens in IBIS. Ze krijgen positieve waardering van de leerkrachten en de opvoeders en zo worden er optimale groeikansen gecreëerd voor deze doelgroep. In september 2007 startten 2 broers in IBIS wiens ouders een 3-tal eerder emigreerden naar België. Aangezien het gezin in Wallonië woont, is Frans de tweede taal die ze leerden naast hun moedertaal. Op de dag dat de broers in IBIS startten, spreken ze geen enkel woord Nederlands. Beide broers behaalden echter met veel succes hun tweede graad maritieme technieken in IBIS, en studeerden daarna af in het MIGO in Oostende. Een van hen was zelfs de primus van de afgestudeerden. Beiden werken verder in de maritieme sector. Men kan hier spreken van een uitzonderlijke prestatie. Door de intensieve begeleiding bij het aanleren van het Nederlands, door het vertrouwen en de waardering die de jongens krijgen, de veilige leef-en leeromgeving die IBIS biedt en uiteraard door hun voortreffelijke inzet en wilskracht slagen deze jongens succesvol in hun studies. De jongste broer werkt momenteel in de visserij om daarna zijn studies te kunnen verder zetten aan hogere zeevaartschool in Vlissingen. Vorig schooljaar behaalde een jongen eveneens met een migratieachtergrond zijn A-attest in 4 MT DEK. Hij zit sinds het 4de leerjaar in IBIS. Hij voelt zich gesteund en gewaardeerd in IBIS wat van thuis uit niet het geval is. Daarom kiest hij zelf om in het internaat van IBIS te blijven in plaats van naar een ‘vrij’ internaat in Oostende te gaan. Momenteel zit er een jongen in de tweede graad van het SO die in IBIS startte zonder de Nederlandse taal machtig te zijn. Hij startte in het tweede leerjaar en presteert uitstekend. Positieve relaties en leerprocessen voeden mekaar. Indien de jongen bereid is en in staat is om te presteren wordt zijn leereffect nog verhoogd door de positieve verbondenheid tussen school en leerling. Leerlingen krijgen meer positieve energie voor leren wanneer dat leren kan gebeuren in een omgeving die de jongeren volop betrekt, respecteert en waardeert. Die omgeving, de school en het internaat van IBIS, speelt hierin een cruciale rol.
38
“Het vervelendste aan in een instelling zitten, is het grote stigma dat op je hoofd kleeft. Wij werden gezien als probleemjongeren. Dat klopt eigenlijk helemaal niet, wij waren gewoon jongeren van probleemouders.” Dimitri Verhulst
39
4.
LEERLINGENBEGELEIDING EN OPVOLGING
Het is van het allergrootste belang dat alle geledingen van IBIS vlug en voldoende geïnformeerd worden over de gemoedstoestand van het kind, een gewijzigde gezinssituatie, spanningen thuis, leer- en gedragsproblemen… Dagdagelijks worden de jongens zowel in het internaat als op school van nabij opgevolgd. Alle informatie wordt gebundeld in het observatieverslag (per leefgroep in het internaat) en het leerlingenvolgsysteem in Smartschool.(digitaal platform door alle opvoeders en leerkrachten consulteerbaar) Onder het voorzitterschap van de directeur komt op maandagvoormiddag het directieteam, bestaande uit de twee coördinatoren internaat, de sociaal assistent, het schoolhoofd lager onderwijs en de coördinator van het secundair onderwijs, samen. De agenda van de week wordt overlopen : welke activiteiten, vergaderingen, buitenschoolse uitstappen, gebruik van de IBIS-bus, … voorzien zijn. Vervolgens overloopt de sociaal assistent nominatief de lijst van de leerlingen en brengt verslag uit over de weekendgebeurtenissen thuis. De andere aanwezigen vullen aan waar nodig (sociaal, medisch, schools, …). Het derde luik van de vergadering behelst de algemene werking van zowel school als internaat waar o.m. de voorgestelde weekplanning op elkaar wordt afgestemd en allerhande praktische opmerkingen besproken worden. De aanwezigen noteren voor hun afdeling wat hen aanbelangt zodat de informatie nog dezelfde dag aan de collega’s kan doorgegeven worden. Voor het internaat gebeurt dit in de planningvergadering in de namiddag waar de coördinator van dienst verslag uitbrengt en specifieke internaatspunten aanhaalt. De leerkrachten van het secundair onderwijs krijgen de kans op maandag- en/of dinsdagmiddag een korte mondelinge samenvatting van de weekplanning te krijgen van de coördinator secundair onderwijs. Alle afspraken voor het lager onderwijs verschijnen elke vrijdagavond als “weekberichten “ in Smartschool. Het volledig verslag van de coördinatievergadering is voor alle betrokkenen onmiddellijk na de vergadering consulteerbaar op Smartschool. Op woensdagmorgen wordt door het directieteam beslist welke leerlingen op woensdagnamiddag extra studie nodig hebben omwille van een leer- en/of een gedragsprobleem. Alle aanvragen worden grondig bekeken en een algemeen overzicht wordt opgemaakt. Indien het negatief gedrag te uitgesproken is, worden verdere stappen ondernomen en wordt mogelijks een handelingsplan opgestart.
40
Procedure handelingsplan: -
-
Wanneer vastgesteld wordt dat een leerling een ernstig leerprobleem heeft of moeilijkheden ondervindt (bv. gedragsproblemen, …) kan beslist worden om een handelingsplan op te stellen. Daarin wordt vermeld wie welke stappen onderneemt om het probleem op te vangen of de moeilijkheid weg te werken. De aard van de moeilijkheden of de reden van de leerachterstand zal bepalen wie bij de hulpverlening betrokken wordt (leerkracht, sociale dienst, CLB, opvoeders, enz.). Betrokken personeelsleden moeten minstens tweewekelijks de notities aangaande de opvolging van een handelingsplan aanvullen in het leerlingenvolgsysteem. In eerste instantie bericht men over de leerlingen met een handelingsplan maar indien er problemen te melden zijn over andere leerlingen worden deze ook medegedeeld. Op elke vergadering gebeurt een procesevaluatie. Daarbij wordt nagegaan of de stappen die ondernomen werden om de leerling te helpen efficiënt zijn of niet. Wanneer wordt vastgesteld dat het probleem is opgelost, zal het handelingsplan afgesloten worden.
Tegen vrijdagavond zorgt de opvoeder dat zijn planning voor de volgende week aan de coördinator internaat overhandigd is zodat het als werkdocument kan dienen bij de eerstvolgende vergadering op maandagvoormiddag. Tevens zijn de opmerkingen rondgang conciërge en werkplanning onderhoudsman ter beschikking om inzake infrastructuur de nodige opvolging te verzekeren. Dagelijks is er overleg tussen de directeur en de sociale dienst enerzijds en de coördinator internaat anderzijds en worden de observatieverslagen (gedetailleerd opvoedersverslag van de voorbije 24 uur per leefgroep) overlopen en besproken. Verder is er permanente opvolging via het leerlingenvolgsysteem. Op die manier worden de leerlingen van zeer nabij gevolgd. Leerlingen kunnen steeds bij de sociale dienst, het schoolhoofd, de coördinatoren internaat, de coördinator secundair onderwijs en de directeur terecht. Wanneer bvb. een jongen problemen heeft naar aanleiding van een ordemaatregel zal de coördinator internaat/schoolhoofd/coördinator secundair onderwijs onderzoeken wat er precies gebeurd is en of de aard van de maatregel in overeenstemming is met de feiten die de leerkracht/opvoeder opgaf. Indien nodig wordt de ordemaatregel aangepast. Hierbij wordt telkens gezocht naar een gezond evenwicht zodat zowel de leerkracht/opvoeder als de leerling de ordemaatregel aanvaarden en waarbij de relatie leerlingleerkracht/opvoeder hersteld wordt.
41
5. MAATSCHAPPELIJKE SITUERING VAN DE KINDEREN ( telling op 01/02/14 )
5.1.
Geografisch
Provincie West-Vlaanderen Provincie Oost-Vlaanderen Provincie Antwerpen Provincie Vlaams-Brabant Provincie Limburg Wallonië Buitenland 5.2.
Geboorteplaats 62 13 7 5 9 7 8
Woonplaats 74 11 3 4 11 7 1
Contact jongeren - gezin
5.2.1. De jongere woont bij : Oorspronkelijk gezin Eenoudergezin moeder Eenoudergezin vader Nieuw samengesteld gezin (*) Familie en/of voogd Pleeg- of adoptiegezin Afwisselend vader en moeder (co-ouderschap) Vaste verblijfplaats op IBIS (*)
2012 20 38 5 24 2 3 13 2
2013 23 35 4 22 2 2 15 /
2014 23 39 5 28 2 2 12 /
Nieuw samengesteld gezin : het is de vorming van een nieuw gezin na een vroegere (echt)scheiding van één of beide partners, of de vorming van een nieuw gezin na overlijden van één of beide vroegere partners, of de combinatie van beiden.
5.2.2. De jongere heeft regelmatige (*) contacten met : 2012 20 35 39 6 3 2
Beide samenwonende ouders Beide niet-samenwonende ouders Moeder Vader Pleeg- of adoptiegezin Familie of voogd
2013 23 39 35 3 2 /
2014 23 40 39 5 2 2
(*) Regelmatig : in de betekenis van niet-occasionele contacten, minimaal om de 14 dagen.
42
5.2.3. Contact volledig verbroken met : Beide ouders Moeder Vader
5.3.
2012 / 5 34
2013 / 4 32
2014 / 3 31
2012 20 81 / 1 5
2013 23 75 / 1 4
2014 23 84 / 1 3
2012 32 35 7 6 20 7
2013 31 34 4 3 23 9
2014 33 36 5 3 23 11
Familiale situaties
5.3.1. Ouders : Natuurlijke ouders gehuwd of samenwonend Natuurlijke ouders niet-samenwonend Beide ouders overleden Moeder overleden Vader overleden 5.3.2. Stabiliteit van het gezin : Moeder met vaste relatie Moeder alleenstaande of onstabiele relatie Vader met vaste relatie Vader alleenstaande of onstabiele relatie Ouders samen Andere
Deze cijfers zijn een weergave van de ons bekende gegevens en weerspiegelen waarschijnlijk maar gedeeltelijk de realiteit. De groep éénoudergezinnen werd ook dit jaar in de statistieken opgenomen. De gezinssituatie van de vader is dikwijls onbekend zodat op die basis geen relevante cijfers kunnen gegeven worden.
5.4.
Op IBIS sinds september …
2006 2007 2008 2009 2010
1 leerling 4 leerlingen 3 leerlingen 7 leerlingen 5 leerlingen
2011 2012 2013 2014
43
17 leerlingen 15 leerlingen 28 leerlingen 31 leerlingen
5.5.
Motivatie van de opnamen
Schooljaar 2014 - 2015 (01/09/14 - 01/02/15) Aantal opnamen : 31 Sociale problemen Gezin Volle wees (Alleenstaande) moeder (Alleenstaande) vader
2 / 9 2
Opvoedingsbijstand vereist Gezin Moeder Vader
11 11 2
Niet-leefbare gezinssituatie wegens: Relatiestoornis kind- ouders 1 Relatiestoornis kind- stiefouder 1 Problemen uitgaande van het kind Sociaal gedrag Schoolsituatie
7 8
Problemen in het gezin Beperkte draagkracht van de ouders Ziekte van de ouders Ontbreken van een vaste woonplaats Immigranten Financiële problemen
8 1 / 1 3
Andere Jongen kiest voor de maritieme sector Uitdrukkelijke vraag van de jongere Nood aan opvang
1 1 /
Bij het opsommen van de motivatie voor opname kunnen gewoonlijk meerdere rubrieken aangeduid worden, meestal worden wij geconfronteerd met “multiprobleem” gezinnen. (“Gezin” wordt gebruikt in de meest brede betekenis van het woord).
44
6.
GEZONDHEIDSBELEID
Van de scholen wordt verwacht dat zij zich inspannen gezondheidsbeleid uit te stippelen op maat van de leerlingen.
om
een
Elke school moet nadenken over haar gezondheidsbeleid en eigen keuzes maken. In zijn intentieverklaring stelde de minister van onderwijs : “Bij kinderen die thuis weinig stimulansen krijgen om gezond te eten en gezond te leven, speelt de school een cruciale rol. Dat is op en top een verhaal van gelijke kansen. De school reikt aan wat thuis ontbreekt of versterkt wat daar al gebeurt. Want het kan niet dat gezondheid ongelijk verdeeld is. Dat mensen uit zwakkere sociaaleconomische milieus vaker te kampen krijgen met kwalen als obesitas, hartziekten en bepaalde kankers dan mensen die uit sociaaleconomisch sterkere milieus komen. Gezonde leefgewoonten en daarmee een betere gezondheid moeten dus in het bereik komen van iedereen.” Voor de gezinsverzorgende rol die IBIS speelt, is hier een belangrijk aandachtsen werkpunt weggelegd. Deze hoognodige verandering in attitude wordt vanuit het beleid gestuurd. Belangrijke inspanningen worden geleverd om samen met onze jongens te werken aan een gezondere samenleving. Het Koninklijk Werk IBIS wil een gezonde leefomgeving zijn in alle betekenissen van het woord : fysiek, mentaal en sociaal. Het is derhalve noodzakelijk een brede visie te hebben op de samenhang van geest, lichaam en samenleving. Er moet constant nagedacht worden over de gezondheid van onze leerlingen alsook systematisch dingen doen om hun gezondheid te bevorderen. IBIS vangt leerlingen op in een omgeving die geen aanleiding geeft tot ongezond gedrag. Naast het thuisfront, de vriendenkring en hun eigen leefomgeving moet IBIS een plaats zijn waar kinderen gezond gedrag kunnen aanleren. Door hun verblijf op IBIS kweken ze een positieve attitude aan t.o.v. gezondheid in het algemeen. Jong geleerd is oud gedaan ! Onze opdracht bestaat erin om kinderen en jongeren voor te bereiden op hun volwaardige deelname aan de samenleving. Binnen die opdracht moet er plaats zijn voor gezondheidsthema’s.
45
Tussen de gezondheid van leerlingen en hun studieresultaten bestaat er namelijk een duidelijk verband : een gezonde levensstijl optimaliseert de studieresultaten, ongezond gedrag vormt een bedreiging voor de leerresultaten. “Gezondheidseducatie” is al enkele decennia een belangrijke onderwijsopdracht. De school probeert de jongeren kennis en inzicht in mechanismen die “gezond zijn” bepalen, aan te reiken. De filosofie achter “gezondheidseducatie” luidt dat jonge mensen op die manier een ongezonde levenswijze zullen loslaten om een meer gezondere levensstijl te kiezen. In de praktijk zien we echter dat dit veelal niet het geval is. Er is dus meer nodig dan kennis en inzicht. “Gezondheidsbevordering” als algemene periode opgang gemaakt. Uitgangspunt is dat meer nodig is dan enkel gezondheidseducatie. en structurele maatregelen die verandering noodzakelijk.
methodiek heeft de voorbije om gezond gedrag te verkrijgen De ontwikkeling van een beleid brengen in de omgeving zijn
Sinds september 2010 stippelen het Secundair Onderwijs, het Lager Onderwijs en het internaat elk hun eigen gezondheidsbeleid uit. Hoewel iedere geleding nu autonoom kan werken is er door de overkoepelende coördinatiegroep heel wat onderling overleg en wordt er geprobeerd aanvullend te werken. Het schoolteam werkt voornamelijk aan de bewustwording en het bijbrengen van kennis in het kader van gezondheid. Het internaatsteam probeert in alle behoeften te voorzien opdat de jongens zich een gezondheidsbevorderende levensstijl kunnen aannemen. Door deze beleidsmatige aanpak wordt een draagvlak gecreëerd voor gezondheid. Alle aspecten van het IBIS-leven worden aan dit gezondheidsbeleid getoetst: -
lichaamshygiëne gezonde voeding genots- en geneesmiddelen veiligheid en EHBO relaties en seksualiteit rust, beweging en houding psychisch welbevinden drink- en plasbeleid
46
7.
VEILIGHEIDSBELEID
Veiligheid is een permanent aandachtspunt. De interne preventieadviseur waakt over diverse aspecten van veiligheid binnen IBIS en houdt de administratie en procedures ter zake actueel. Dagelijks is er overleg tussen de coördinator technische dienst en de directeur; tweewekelijks wordt er overlegd tussen de preventieadviseur en de coördinator technische dienst. Half trimestrieel is er overleg tussen de preventieadviseur, de coördinator technische dienst en de directeur in een veiligheidsvergadering.. De werkgroep veiligheidscoördinatie bestaande uit de directeur, twee afgevaardigden van het schoolbestuur, het schoolhoofd, de coördinator secundair onderwijs, de coördinator technische dienst en de preventieadviseur maken er deel van uit. Deze werkgroep komt twee keer per jaar samen in een veiiligheidscoördinatievergadering. De bevindingen en de werkzaamheden van deze werkgroep worden kenbaar gemaakt aan het LOC, in de schoolraad en worden ter inzage gepubliceerd op Smartschool. Veiligheid, hygiëne, gezondheid en milieuzorg is een permanente bezorgdheid voor het schoolbestuur. Reeds in 2000 werd een beleidsverklaring opgemaakt. Het schoolbestuur zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid geïntegreerd worden in het dagelijks beleid. Bij een doorlichting is het aspect veiligheid een item waar de inspecties veel belang aan hechten. De preventieadviseur heeft taken in de domeinen van de wet welzijn, nl. : arbeidsveiligheid, gezondheid, ergonomie, arbeidshygiëne, verfraaiing, leefmilieu, stress en psychosociale aspecten. Voor de taken waarvoor de preventieadviseur zelf niet bevoegd is om die uit te oefenen, wordt een beroep gedaan op een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, namelijk Adhesia. Naast de hierboven geschetste organisatie van het veiligheidsbeleid werden volgende aspecten onder de aandacht gebracht :
47
7.1
Brandveiligheid – evacuatie Het informeren van alle leerlingen en personeel over de evacuatieprocedure. Dit werd in de praktijk gebracht door tijdens het schooljaar 3 evacuatieoefeningen uit te voeren. Namelijk op 12 mei, 17 juni en 8 december. Van 4 brandhaspels werden de brandslangen vervangen.
7.2
Infrastructuur: De plannen voor de bouw van een nieuwe vleugel aan het internaatsgebouw zijn klaar. De eerste steenlegging is voorzien in het najaar van 2015. Deze nieuwe vleugel zal de huidige slaapaccomodatie vernieuwen door voor de jongens van het secundair individuele kamers te voorzien en voor de anderen jongens kleinere slaapcompartimenten van 5 tot 8 bedden per kamer. Er is een nieuwe skate-ramp aangekocht conform de veiligheidsvoorschriften. In het huis Schlim zijn er 2 nieuwe douches. Deze werken werden uitgevoerd door de onderhoudsman en coördinator Technische Dienst. Voor de turnzaal is er een asbestcontrole uitgevoerd. Het resultaat was goed. De turnzaal mag verder gebruikt worden. Er werd een aparte fietsbergplaats voor het personeel voorzien. Deze fietsberging werd ook uitgerust met een badgesysteem. Het terras van de sociale dienst werd door de coördinator technische dienst afgewerkt. De inkom van het internaatsgebouw De Rede werd voorzien van een nieuw tapijt, om struikelgevaar te vermijden.
7.3
Verkeersveiligheid: Fietshelmen en fluo-hesjes zijn altijd ter beschikking en verplicht tijdens verplaatsing in school- en internaatsverband. Ook de jongens die naschoolse activiteiten doen moeten dit dragen. Er is een verantwoordelijke aangesteld die controle uitvoert op de veiligheid en de toestand van de schoolbusjes.
48
7.4
Gezondheidsbeleid - Welzijn werknemers Het jaarlijks medisch onderzoek werd georganiseerd in samenwerking met Adhesia. Er komt een mobiel dokterskabinet ter plaatse. Op deze manier kunnen alle werknemers op dezelfde dag en op de campus zelf onderzocht worden. Het medisch onderzoek vond plaats op 21 oktober. Op deze dag werden 20 aangevraagde griepvaccins toegediend. Er werden 2 nieuwe droogkasten en 2 nieuwe wasmachines aangekocht. Bij de aanschaf van de droogkasten en wasmachines werd er gekeken voor een betere ergonomie (grotere waskernen en grotere deuropeningen) en werd rekening gehouden met een vermindering in verbruik. Omwille van de strenge wetgeving omtrent gasinstallaties werd er gekozen voor het gebruik van elektrische toestellen. De preventieadviseur gaf advies en maakt indienststellingsverslagen van alle nieuw aangekochte toestellen op. Dit gold ook voor de nieuwe vaatwasmachine in de keuken. De cursus EHBO-hulpverlener werd gevolgd door Christophe Machtelinckx (opvoeder), Gwen Devolder (opvoeder), Bo Ghykiere (opvoeder) en Ingrid Broos (sociale dienst).
Foto: A. Huys
49
8.
8.1
SCHOOL
LAGER ONDERWIJS
8.1.1. Lestijdenpakket schooljaar 2014-2015 Op basis van het gemiddeld aantal leerlingen tussen 1 februari 2013 en 31 januari 2014 werden voor het schooljaar 2014-2015 165 lestijden toegekend. Dit pakket bevat zowel de aanvullende lestijden voor Katholieke Godsdienst als Niet Confessionele Zedenleer en de SES lestijden (Sociaal Economische Status). 8.1.2. Organisatie schooljaar 2014-2015 De klasverdeling gebeurde als volgt (aantal leerlingen op 01/09/14 = 66):
- 1de leerjaar: 08 leerlingen - 2de leerjaar: 15 leerlingen de - 3 leerjaar: 10 leerlingen - 4de leerjaar: 09 leerlingen - 5de leerjaar: 15 leerlingen - 6de leerjaar: 09 leerlingen
Lichamelijke opvoeding: Per week hebben alle leerlingen van de lagere school twee lestijden lichamelijke opvoeding. Daarin zit begrepen een tweewekelijkse zwembeurt, de leerlingen van de eerste graad gaan elke week zwemmen. Levensbeschouwelijke vakken: Zoals de wet voorschrijft, kunnen de ouders kiezen welk levensbeschouwelijk onderricht hun kinderen willen volgen. Voor het schooljaar 2014-2015 opteerden 52 kinderen voor de Katholieke Godsdienst en 14 voor Niet Confessionele Zedenleer. Voor een andere godsdienst of voor de keuze “vrijstelling” was er niemand ingeschreven.
50
8.1.3. Personeel Het korps bestaat uit: Een schoolhoofd met lesopdracht van 10 lesuren. Vier voltijdse onderwijzers (24 lestijden) Twee deeltijdse onderwijzers (19 en 21 lestijden) Twee halftijdse onderwijzers (12 lestijden) Een deeltijdse leermeester NC Zedenleer (8 lestijden) Een deeltijdse leermeester Lich. Opv. (9 lestijden) 8.1.4. Leermoeilijkheden Aantal leerlingen met pedagogische achterstand (PA). Schooljaar 2014-2015: toestand op 01/09/14 Leerjaar 1ste lj 2de lj 3de lj 4de lj 5de lj 6de lj Totaal
Op leeftijd 5 8 5 5 4 3 30
1 jaar PA 3 6 5 2 8 3 27
2 jaar PA 0 1 0 1 3 3 8
3 jaar PA 0 0 0 1 0 0 1
De aanpassing aan een vaak veranderende gezinssituatie en het feit dat veel kinderen ondanks een weekendregeling soms wekenlang niet naar huis kunnen of mogen, kunnen een negatieve invloed op de schoolse prestaties hebben. Veel van onze jongens, die vaak uit een sociaal achtergesteld milieu komen, vertonen ook gedragsproblemen. Uit al deze elementen blijkt dat, om tot een goed leerresultaat te kunnen komen, probleemleerlingen voldoende ondersteuning moeten krijgen. Voor die leerlingen kan dat alleen mits werken met kleine groepen in de aanpassingsklas en zo nodig met individuele bijsturing bij de zorgleerkracht. 8.1.5. Getuigschrift van Basisonderwijs en verdere studiekeuze Op het einde van het schooljaar 2013-2014 behaalden 14 van de 16 leerlingen van het zesde leerjaar het Getuigschrift van Basisonderwijs. Eén leerling die het getuigschrift niet behaalde zit het zesde leerjaar over, een andere jongen stapte over naar het beroepsonderwijs. Jaarlijks worden 3 oudercontacten voor alle ouders georganiseerd.
51
In het derde trimester is er een bijkomend oudercontact voor de ouders van de leerlingen van het 6de leerjaar waarop in samenspraak, de sociaal assistent, de leerkracht 6de leerjaar, het schoolhoofd Lager Onderwijs geprobeerd wordt de ouders en de leerlingen duidelijke richtlijnen mee te geven m.b.t. hun studiekeuze. In de loop van het schooljaar krijgen de leerlingen van het 6de leerjaar een initiatie in een vijftal verschillende stielen bij een bezoek aan het “Beroepenhuis”.
8.1.6. Begeleiding van de leerlingen Elke maandagvoormiddag komen de directeur, de twee coördinatoren internaat, de maatschappelijk assistente, het schoolhoofd lager onderwijs, de coördinator van het secundair onderwijs samen. De agenda van de week wordt overlopen en daarna worden de leerlingen besproken. Er is ook regelmatig overleg tussen het schoolhoofd, de maatschappelijk assistente en het CLB om de probleemleerlingen te bespreken. Indien nodig worden bijkomende tests afgenomen en wordt eventueel externe hulp ingeschakeld. Voor verscheidene leerlingen wordt er een beroep gedaan op een kinesist (schrijfmotoriek) en een logopedist.
52
Er wordt ook voor socio- emotionele ondersteuning via verschillende kanalen van externe hulp gebruik gemaakt (psychologen, psychiater, verschillende centra die extra begeleiding aanbieden). Minstens twee maal per jaar houden we een MDO (Multi Disciplinair Overleg). Daar wordt met het schoolhoofd, de klastitularis, opvoeders, de sociaal assistente elke leerling besproken. Alle partijen kunnen bijkomende MDO’s voor bepaalde leerlingen aanvragen. 8.1.7. SES – lestijden Die extra lestijden worden benut om te voorkomen dat kansarme kinderen omwille van sociale, culturele en economische omstandigheden, met leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden te kampen krijgen. Bij het toekennen van de lestijden, wordt rekening gehouden met verschillende indicatoren: Het opleidingsniveau van de moeder De thuistaal is niet Nederlands Het al of niet ontvangen van een schooltoelage Er wordt vooral gewerkt rond het opvangen van leerlingen met socioemotionele problemen en het wegwerken van leerachterstanden. Daarvoor worden onder andere de volgende acties ondernomen: Het geven van individuele leeslessen voor jongens met een leesprobleem. Leerlingen met dyslexie kunnen hun proeven dictee en begrijpend lezen individueel afleggen. Anderstalige leerlingen krijgen hun lessen Nederlands individueel. Inrichten van een time-outmogelijkheid voor leerlingen die het even moeilijk hebben. Het opstellen van de enquête “welbevinden” voor de leerlingen van de tweede en de derde graad. Alle nieuwe leerlingen krijgen de eerste schooldag een rondleiding door heel de campus. Elke middag en avond time-out gelegenheid. In de eerste en de tweede graad krijgen de leerlingen op een speelse wijze initiatie Frans. Daardoor zijn beter voorbereid en meer gemotiveerd om de lessen Frans in het vijfde leerjaar aan te vatten. De jongens van het 6de leerjaar doen mee aan de OVSG-toetsen. Daarmee kunnen we hun prestaties vergelijken met leerlingen uit andere scholen.
53
In de loop van het jaar 2014 werden de volgende acties ondernomen: -
De overschakeling van de oude leestesten naar de nieuwe AVI-testen in het 1ste en het 2de leerjaar. Bijsturen van de organisatie van het niveaulezen + extra leeslessen voor de jongens van het 2de leerjaar. Individueel bibliotheekbezoek voor de jongens van het 2de leerjaar. Tutorlezen met leerlingen van het 3de en het 6de leerjaar. Opstart Diagnostische leesproef eind tweede leerjaar. Opstart van het gebruik van het online programma: ACABO met leesbevorderende oefeningen voor zwakke lezers. Het opstellen van een overeenkomst met OVSG voor pedagogische begeleiding. Overschakeling van het oude Omniwize programma naar het nieuwe iOmniwize voor het maken van agenda, lesfiches en leerlingenrapporten.
8.1.8. Gevolgde nascholingen Leen Joseph Paul Van Coillie Ingrid Claeys Leen Joseph Paul Van Coillie Leen Joseph Tina Ghillebert Nadia Van haverbeke Maya Devriendt
25/08/14 26/08/14 02/10/14 02/10/14 17/10/14 19/11/14 26/11/14 05/12/14 13/12/14
Geweldloos communiceren met kinderen Infosessie voor directies Bingel exploratieavond Bingel exploratieavond Ontmoetingsdag voor directies Techniek Lentefeest - feest vrijzinninge jeugd Stap voor stap doorheen de nieuwe AVI Dag van de trainer
8.1.9. Pedagogische studiedagen 28/05/2014: OVSG: Leerplanimplementatie taalbeschouwing. 8.1.10. ICT Alle leerlingen werken wekelijks met laptops om de nodige ICT-vaardigheden onder de knie te krijgen. Alle klassen zijn voorzien van een digitaal bord. Elke klas heeft zijn eigen blog waarop beeldmateriaal en verslagen van activiteiten gepubliceerd worden. De links ernaar staan op de website. Alle leerkrachten maken online gebruik van het programma iOmniwize voor het invullen van hun agenda en het maken van de lesfiches. De evaluaties van de leerlingen worden via dit programma opgeslagen en verwerkt tot rapporten voor de ouders.
54
Voor alle communicatie en voor het leerlingenvolgsysteem wordt Smartschool gebruikt. 8.1.11. Extra-muros-activiteiten Sportieve uitstappen: -
-
Elk jaar participeren alle leerlingen aan de Vlaamse Veldloop Voor Scholen. Jaarlijks nemen we deel aan “Een zee van sporten”. Langs het strand van Oostende komen onze jongens van de ene sportieve uitdaging in de andere terecht. De laatste donderdag van het eerste trimester trekken de leerlingen van het 3de, 4de en 6de leerjaar de ijsschaatsen aan in het Boudewijnpark te Brugge. De jongens van het 5de leerjaar schaatsen op de ijspiste op het Wapenplein te Oostende en ook onze kleinsten zetten daar hun eerste schaatspassen. De leerlingen van het 6de leerjaar nemen telkens deel aan de “Doe aan sport” beurs te Kortrijk.
Culturele uitstappen: -
Filmbezoek: in het kader van het filmfestival mogen alle leerlingen naar Kinepolis om er van een voor hun leeftijd gepaste film te genieten. Theaterbezoek: we maken een keuze uit het aanbod van de schoolvoorstellingen van het Cultuurcentrum De Grote Post. Tijdens de jeugdboekenweek wordt aan diverse activiteiten deel genomen. Jaarlijks mogen alle leerlingen van een theatervoorstelling genieten ingericht door gemeente Bredene in het MEC Staf Versluys.. Elk jaar bezoeken de leerlingen van het 6de leerjaar de boekenbeurs.
Maritieme uitstappen: -
-
Week van de zee: de biotopen zee, kust en polders worden onder de loep genomen in workshops georganiseerd door Horizon Educatief. Afhankelijk van het tijdstip krijgt een selecte groep de kans om mee te varen met de driemaster Roald Amundsen. Jaarlijks kan het 5de leerjaar dank zij de loodsenvereniging genieten van een uitstap naar Vlissingen, daar maken ze een rondvaart met een loodsboot. Ze bezoeken er het reptielenmuseum en het “Het Arsenaal” met zijn zeeaquarium. Als de gelegenheid zich voordoet maken de leerlingen van het 6de leerjaar een kennismakingsvaart met het opleidingsschip de Broodwinner. Onze laatstejaars maken in het derde trimester kennis met het Nautisch centrum in het VDAB competentiecentrum te Zeebrugge. De jongens van het 6° leerjaar brengen elk jaar een dag door in de marinebasis te Zeebrugge.
55
Milieu-educatieve uitstappen: -
Tijdens de week van het bos staat voor elke klas een uitstap op het programma. Workshops in de kinderboederij . Jaarlijks gaan de jongens van het 3de leerjaar bomen planten.
Sociaal gerichte uitstappen: Rusthuis Wackerbout in Bredene werkt samen met de lagere scholen van Bredene om enkele gezellige namiddagen voor zijn bewoners te organiseren. Onze lagere school fietst elk jaar met een klas naar ginder. Jong en oud spelen er samen oude volkspelen, er wordt geknutseld, gequizd en heel veel gepraat over vroeger en nu. ste
Op het einde van het schooljaar trokken de leerlingen van het 1 tot en met het 5de leerjaar naar Plopsaland terwijl de jongens van het 6de leerjaar een hindernissenparcours aflegden in Blue Berry Hill.
56
8.1.12. Intra-muros-activiteiten -
In de maand mei wordt traditioneel de projectweek rond gezonde voeding gehouden. Zowel school als internaat werken hieraan mee.
-
Vanaf het 3de leerjaar doen we elk jaar mee aan Kangoeroe: een reken-, denk- en puzzelwedstrijd voor kinderen van 8 tot 14 jaar waar heel wat mooie prijzen mee te winnen zijn.
-
We deden mee aan de Vlaamse week tegen pesten.
-
In het 5de leerjaar wordt elk jaar “De Gouden Pluim” georganiseerd. In een literair praatcafé stellen de leerlingen hun favoriete boek voor. De leerlingen van het 4de leerjaar worden uitgenodigd en mogen mee jureren om te beslissen wie de gouden, zilveren en bronzen pluim krijgt.
-
Het 4de leerjaar won met hun groepswerk alweer de kunstwedstrijd voor Bredense schoolkinderen. Geïnspireerd door kunstenaar Andy Warhole, maakten ze een kunstwerk over het thema “humor”
-
De leerlingen van de 3de graad deden mee aan een opstelwedstrijd ingericht door het Davidsfonds, alle winnaars kregen een mooi boek cadeau.
-
Onze laatstejaars spelen elk jaar 'Een boeiend klasspel' dat wordt aangeboden door Are You Waterproof. Via dit spel maken de leerlingen kennis met allerlei maritieme aspecten. De leerlingen worden omgetoverd tot kapitein, hoofdwerktuigkundige en matroos. Samen moeten ze drie reizen volbrengen.
57
8.1.13. Lezen op school Er wordt veel belang aan de leesvaardigheid en het leesplezier op de lagere school. In het begin van het schooljaar wordt elke leerling getest op zijn leesniveau. In het lesrooster zijn er lessen voorzien waarbij de leerlingen worden ingedeeld volgens hun niveau. In groepjes van drie of vier leerlingen kunnen ze dan een halfuurtje hardop lezen, onder de begeleiding van een leerkracht of van “leesmoeder” mevrouw D’ Haenens of “leesvader” meneer Joseph. Na de krokusvakantie wordt een tweede test afgenomen en worden de groepen herverdeeld. In de schoolbibliotheek, die regelmatig aangevuld wordt, zijn de boeken volgens auteur gelabeld en gerangschikt binnen een bepaald leesniveau. Leerlingen krijgen om de twee weken de kans om in beperkte groep de bibliotheek te bezoeken. Het programma Biblius wordt gebruikt om de boeken te inventariseren en alle ontleningen te registreren. In het 6de leerjaar doen de leerlingen mee aan de actie “ Kranten in de klas” Ze lezen en vergelijken twee weken verschillende kranten en lossen ook heel wat opdrachten op. 8.1.14. Gezondheidsbeleid In het schoolreglement staat vermeld dat er geen snoep of frisdrank van thuis mag meegebracht worden. De leerlingen krijgen dagelijks gratis melk, gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. De lagere school doet mee aan de Europese schoolfruitactie Tutti Frutti. Om kinderen te stimuleren tot gezonder eetgedrag, krijgen ze een gevarieerd aanbod van fruit als tussendoortje. De handelaar waarmee wordt samengewerkt, garandeert dat het gaat om verse producten van goede kwaliteit aan lage prijzen. Deze actie wordt gesubsidieerd door het ministerie van landbouw en visserij. Op elke speelplaats is er een drinkfontein geplaatst. Er is steeds water ter beschikking in de klassen. De jongeren hebben de mogelijkheid om na het toiletbezoek hun handen te wassen en hun handen te drogen. De properheid van de toiletten wordt nauwlettend in de gaten gehouden. In schoolverband wordt enkel nog “eerste hulp” toegepast. Medicatie wordt niet meer toegediend. Tijdens de lessen wordt via verschillende projecten aandacht besteed aan hygiëne, frisse lucht, gezonde voeding, … Alle verplaatsingen buiten IBIS gebeuren zoveel mogelijk met de fiets.
58
Iedere leerling beschikt over een fiets, helm en fluohesje. 8.1.16. Pedagogische begeleiding Gezien de school de leerplannen van het Onderwijs Voor Steden en gemeenten (OVSG) gebruikt, kunnen we bij hen voor ondersteuning terecht.
59
8.2
SECUNDAIR ONDERWIJS
8.2.1. Structuur In het Koninklijk Werk IBIS wordt volgende structuur aangeboden: - Het eerste leerjaar in de eerste graad - A-stroom. - Het tweede leerjaar in de eerste graad - Basisoptie Maritieme Technieken. - Het eerste leerjaar van de tweede graad TSO - Maritieme Technieken Dek. - Het tweede leerjaar van de tweede graad TSO - Maritieme Technieken Dek. Het onderwijsaanbod schooljaar 2013-2014 (1ste en 2de graad) heeft volgend lestijdenpakket : Aantal uren leraar : 130 Katholieke godsdienst : 8 N/C Zedenleer : 8 Totaal : 146 lesuren + taak- en functiedifferentiatie : 1 uur + GOK : 6 uur 8.2.2. Lessentabel Op de volgende bladzijde wordt een overzicht gegeven van de lessentabel van de studierichting Maritieme Technieken Dek (AV = algemeen vak; TV = technisch vak) Sinds de inpassing van het zeevisserijonderwijs in de onderwijsstructuur van het Departement Onderwijs (1991) werd steeds gezorgd dat de lessentabellen IBIS overeenkwamen met die van het PMI, MIGO, nu Maritiem Instituut Mercator - Oostende. Het Maritiem Instituut Mercator maakt deel uit van het gemeenschapsonderwijs en volgt derhalve de lessentabellen en leerplannen van het GO!. Om de overstap en/of doorsturing van de IBIS-leerlingen zo vlot mogelijk te laten verlopen, werden vanaf 1 september 2007 op IBIS de lessentabellen gelijkgesteld met die van het Maritiem Instituut Mercator. In de zomer van 2010 werd in Manilla het STCW-verdrag van 1995 door de IMO (Internationale Maritieme Organisatie) geactualiseerd. Als gevolg hierop werd een leerplancommissie samengesteld bestaande uit: Federale overheidsdienst Mobiliteit, het GO!, K.T.A. Zwijndrecht (Cenflumarin), Mercatorinstituut Oostende en het Koninklijk Werk IBIS. De hoofdopdracht bestond erin de bestaande leerplannen technisch secundair onderwijs dek en motoren aan te passen conform het nieuwe STCW-verdrag. De omschakeling naar de nieuwe leerplannen werd progressief uitgevoerd. Voor het 1ste leerjaar van de 2de graad werden de nieuwe leerplannen en een nieuwe lessentabel in gebruik genomen op 1 september 2012. Voor het 2de leerjaar werden de nieuwe leerplannen en de nieuwe lessentabel in gebruik genomen op 1 september 2013.
60
Lessentabel Voltijds Maritiem Technisch Secundair Onderwijs 01/09/2014 Studierichting Maritieme technieken (DEK)
1e graad
1e graad
2e graad
2e graad
1A
2 MT
3 MT DEK
4 MT DEK
A-stroom
A-stroom
TSO
TSO
Algemene vakken AV Godsdienst/NC Zedenleer AV Aardrijkskunde AV Engels AV Frans AV Geschiedenis AV Lichamelijke opvoeding AV Natuurwetenschappen AV Nederlands AV Plastische opvoeding AV Muzikale opvoeding AV Wiskunde
28 2 2 2 4 1 2 1 5 1 1 5
26 2 1 2 3 2 2 2 5 1
18 2 1 2 2 1 2 1 4
18 2 1 2 2 1 2 1 4
4
3
3
TV Techniek
2
2
Nautische technieken TV Navigatie
4
8
18
18
3
3
1 1
1 1
2 1
2 2
3
2
1 1
1
1
1
TV Zeemanschap Techniek TV Zeemanschap Reglementen
1 1
1 1
TV Scheepsmachines en planlezen TV Beroepsreg. / Mar. Conv.
1 1
1 1
TV Zee- en weerkunde TV Nautische instrumenten
1
TV Simulator TV Elektrotechniek TV Zeemanschap TV Zeevaartkunde
1
1 1
TV Scheepsbouw TV Scheepsonderhoud TV Scheepswerktuigkunde TV Techniek Realisatietechnieken TV Scheepvaart TV Zeemanschap Veiligheid
1 2 1
TV Eerste Hulp Bij Ongevallen PV Nautische technieken
2
PV Scheepswerktuigkunde
2
TOTAAL
1
32
34
61
36
36
8.2.3. Maritiem onderwijs Het Koninklijk Werk IBIS was vragende partij om in de 2 de graad TSO algemeen maritiem onderwijs te kunnen aanbieden in plaats van zeevisserijonderwijs om zo ruim mogelijke toekomstperspectieven voor de leerlingen mogelijk te maken. In het licht van het verbeteren van de aantrekkelijkheid voor het kiezen van het beroep van zeevarende in de visserij, werd de voorbije jaren intens overlegd met alle betrokkenen uit de zeevisserijsector: de Rederscentrale (de erkende producentenorganisatie van de Belgische reders ter zeevisserij), het beleid (Kabinet bevoegd voor zeevisserij, het Kabinet bevoegd voor onderwijs, het Departement Onderwijs en de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer), de inrichtende macht van de scholen (het GO !) en de betrokken scholen die zeevisserijonderwijs organiseerden (het Koninklijk Werk IBIS vzw en het Maritiem Instituut “Mercator”). Op 12 september 2007 werd op een overlegvergadering op het Departement Onderwijs met alle betrokkenen een consensus bereikt om het zeevisserijonderwijs te hervormen en te herpositioneren in een volledige BSO-structuur. Vanaf het schooljaar 2008-2009 werd het zeevisserijonderwijs enkel nog in een BSO-structuur aangeboden in Maritiem Instituut “Mercator” Oostende. Het Koninklijk Werk IBIS past het bestaande TSO-aanbod in de school aan aan het bestaande TSO-aanbod van de Kleine handelsvaart, zoals in het Maritiem Instituut “Mercator” Oostende en het KTA Zwijndrecht. Voor alle opleidingen wordt gestreefd naar de STCW 2010(*).
62
De nieuwe structuur is per 1 september 2008 van kracht geworden d.m.v. geleidelijke invoering vanaf het 1ste leerjaar van de 2de graad TSO en BSO. Ook de nieuwe benaming in de A- en B-stroom van de 1ste graad is per 1 september 2008 gestart. Op 30 juni 2009 studeerden voor het eerst zes leerlingen af in deze vernieuwde structuur. TSO Maritieme opleidingen biedt een opleiding aan rond “de kleine handelsvaart”. De onderdelen “dek” en “motoren” leveren kwalificaties op voor tewerkstelling in de sectoren van de baggervaart en de sleepvaart. Na de 3de graad TSO kunnen de leerlingen tewerkgesteld worden bij een rederij, een scheepsbouwer, een sleep- of baggerbedrijf, in het loodswezen en in de pleziervaart. Het moet de bedoeling zijn om de opleiding te beëindigen na het 6de jaar TSO: het behalen van het diploma S.O. en het operational en management level conform STCW 2010(*). (*)
STCW (Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers) is de minimumnorm waaraan de kwaliteit van een maritieme opleiding moet voldoen op wereldwijd niveau. Anders heeft het diploma geen waarde op het water. Tot op vandaag was dit nog niet van toepassing op de zeevisserij omdat de STCW-F voor de zeevisserij internationaal nog steeds niet geratificeerd is, vandaar dat dit engagement van de sector om de bestaande STCW 2010 in de nieuwe BSO-structuur te integreren een enorme stap vooruit is.
63
8.2.4. Samenwerking maritiem platform Om het maritiem onderwijs op IBIS maximale kansen te geven, is er op tal van niveau’s overleg en samenwerking. Dankzij het samenwerkingsverband tussen de Provincie West-Vlaanderen, de VDAB en het Departement Onderwijs maken de leerlingen van de tweede graad wekelijks gebruik van de ultramoderne simulatoren en het navigatiemateriaal van Maritiem Competentiecentrum te Zeebrugge.
De Stuurgroep Maritieme Opleidingen, die zorgt voor de begeleiding en de opvolging van het samenwerkingsproject en waartoe de directeur van het Maritiem Instituut Mercator en de directeur en coördinator secundair onderwijs van het Koninklijk Werk IBIS als adviseurs behoren, kwam in 2014 twee keer samen om o.a. de gebruiksmodaliteiten en de uitbreiding simulatoren te bespreken alsook de hernieuwing overeenkomst maritieme opleidingen voor te bereiden. Vanaf 1 september 2009 maken de IBIS-leerlingen van de tweede graad ook gebruik van de brug- en simulatieklas in het Mercatorinstituut Oostende. De drie maritieme scholen in de regio (Mercator, CVO De Avondschool en het Koninklijk Werk IBIS) krijgen hier een parel van didactisch materiaal ter beschikking. Deze investering die mogelijk werd gemaakt dankzij de Vlaamse overheid, het departement onderwijs, Resoc en de bedrijven Jan De Nul, Deme, URS, de Belgische Redersvereniging en de Stichting Duurzame Visserijontwikkeling, kadert in de toekomstgerichte visie op het maritiem onderwijs waar het gebruik van moderne didactische middelen ervoor zorgt dat de lespraktijk nauw aansluit bij de vereiste knowhow aan boord van vaartuigen. De drie maritieme scholen dragen bij à rato van het gebruik. De simulatieapparatuur omvat de nodige hard- en software voor navigatie, radar- en risicosimulaties en de werking van de machinekamer. Deze gezamenlijke inspanningen dragen bij tot de verdere kwalitatieve uitbouw van het maritiem onderwijs.
64
In 2014 werd de Provinciale Commissie voor de Zeevisserij (PCZV), waarvan de directeur lid is, twee keer samengeroepen. De PCZV heeft tot opdracht de bestendige Deputatie en de Provincieraad te adviseren over alle aangelegenheden die betrekking hebben op de zeevisserij en de aan de zeevisserij aanverwante sectoren. De PCZV verstrekt advies op verzoek van de Provincieraad, de Bestendige Deputatie of op eigen initiatief. Sinds 2008 neemt de directeur deel aan de vergaderingen van de Begeleidingscommissie Maritieme Opleiding TSO Dek en Motoren. Deze vergadering, onder voorzitterschap van de heer Ph. Matheï, brengt de maritieme sectoren en de onderwijsinstellingen, die maritieme opleiding op technisch secundair niveau aanbieden, samen. Deze sectorcommissie stond aan de wieg van de succesvolle uitbouw van de opleiding “kleine handelsvaart” naast het bestaande zeevisserijonderwijs. De commissie volgt verder de hervorming van het maritiem onderwijs op alsook de knelpunten die aangepakt moeten worden. Are you waterproof, brengt alle actoren van de maritieme sector in Vlaanderen samen. In 2014 werd de promotie van de maritieme opleidingen verder uitgebreid en vernieuwd. Dit overkoepelend werkplatform (IBIS, Maritiem Instituut Mercator, CVO, Cenflumarin, CVO Oostende, Hogere Zeevaartschool, Binnenvaart Vlaanderen, VDAB, firma Jan De Nul, Dredging, DAB-Vloot, Vlaamse Nautische Autoriteit, …) wil het uithangbord en de spreekbuis zijn voor de maritieme sector zowel wat opleiding als werkgelegenheid betreft. www.areyouwaterproof.be 8.2.5. Samenwerking MERCATOR - IBIS Om de kwaliteit van het maritiem onderwijs te bestendigen en vooralsnog te verbeteren, blijft de aandacht gaan naar een nauwe en vergaande samenwerking tussen het Maritiem Instituut Mercator en het Koninklijk Werk IBIS (dit met respect voor elkaars eigenheid). Daarbij wordt de samenwerking en professionalisering tussen de leerkrachten van beide scholen uitgebreid en geformaliseerd en dit zowel voor de algemene vakken als de nautische vakken. Er worden afspraken gemaakt rond leerplanstudie, het gebruik van handboeken, eigen cursusmateriaal, werkpunten doorlichting, didactisch materiaal, nascholingen, … Om een succesvolle verticale doorstroming te hebben wordt alles goed op elkaar afgestemd zodat alle leerlingen de beste kansen krijgen om te slagen.
65
8.2.6. Samenwerking DAB VLOOT Om de maritieme kennis bij de leerlingen maximaal te bevorderen proberen we hen zoveel mogelijk in contact te brengen met het echte werk. IBIS wordt hiervoor sedert 2011 elk schooljaar het volgende aangeboden door VLOOT: - voor de leerlingen van het TSO: 4 dagvaarten per schooljaar; - voor de leerlingen van de lagere school: 6 bezoeken van een halve dag; - voor de leerkrachten: het ter beschikking stellen van kennis. Verschillende oud-leerlingen van IBIS zijn ondertussen met succes aan de slag bij VLOOT.
8.2.7. Opleidingsvaartuig O.29 “Broodwinner” Het opleidingsvaartuig O.29 Broodwinner vormt het eerste contact met het zeeleven voor de leerlingen van het maritiem onderwijs. Hier krijgen jongeren de smaak te pakken. Om beter tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften werden afgelopen zomer moderniseringswerken uitgevoerd. Het vaartuig werd grondig gerenoveerd qua apparatuur en accommodatie. Alle instrumenten voor navigatie en communicatie zijn up-to-date en ook het interieur van de brug en het kombuis zijn vernieuwd. Zo is er ook op de brug en het kombuis ruimte gecreëerd om les te geven en op die manier de theorie direct aan de praktijk te toetsen. De O.29 Broodwinner beschikt nu over de modernste nautische technologieën en de meest adequate uitrusting op het vlak van veiligheid (o.a. Net Controle Systeem, Man Over Boord).
66
Op vrijdag 24 oktober 2014 werd het gerenoveerde opleidingsvaartuig officieel in gebruik genomen onder aanwezigheid van staatssecretaris van de Noordzee, de heer Bart Tommelein. De leerlingen van de tweede graad maken +/- 20 weken per schooljaar gebruik van de O.29 Broodwinner. Hierbij gaat afwisselend het 1ste leerjaar en het 2de leerjaar van de 2de graad telkens op donderdag een volledige dag op zee. Tijdens deze dagvaarten wordt de theorie omgezet in de praktijk. Hierbij komen heel wat nautische vakken aan bod. (Zeemanschap reglementen, Zeemanschap techniek, Zeemanschap veiligheid, Navigatie, Nautische instrumenten, Elektrotechniek, Scheepswerktuigkunde, Zee- en Weerkunde, Scheepsmachines, EHBO, Scheepsonderhoud, Scheepsbouw, …) Ook de leerlingen van het 2de leerjaar van de 1ste graad (2MT) maken gebruik van het opleidingsvaartuig. De lessentabel van 2MT voorziet 2 lesuren praktijk nautische technieken. Deze praktijklessen worden niet gegeven tijdens de week maar worden opgespaard om elke maand één keer op woensdagnamiddag op zee te gaan met de O.29. De weken waarin de O.29 niet beschikbaar is wordt gezocht naar alternatieven. Zo wordt er ondermeer vier keer per schooljaar op donderdag meegevaren met DAB VLOOT (zie 8.2.6). 8.2.7. Kwaliteitsmanagementsysteem ISO 9001:2008 In 2010 werd bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, directoraatgeneraal Maritiem Vervoer een nieuwe taakgroep “Erkenning van instellingen” opgericht. De opdracht van deze taakgroep bestaat erin de kwaliteit van de maritieme opleidingen te waarborgen en de erkenning van instellingen te begeleiden zoals vereist in het Koninklijk Besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen. Dit impliceert dat wie een maritieme opleiding aanbiedt dient te voldoen aan de normen van een kwaliteitsmanagementsysteem. Het schoolbestuur van het Koninklijk Werk IBIS, overtuigd dat een kwaliteitsmanagementsysteem ook een meerwaarde kan zijn voor de volledige interne werking, besliste ondanks de zware financiële last, het invoeren van een kwaliteitssysteem conform ISO 9001 op te starten. Tijdens het schooljaar 2010-2011 werden de nodige inspanningen geleverd om de bestaande werkdocumenten te vertalen in voorgeschreven modellen, procedures enz. zoals voorgeschreven bij een kwaliteitssysteem. Na een doorgedreven audit werd op 15 maart 2012 het certificaat ontvangen waarbij Lloyd’s Register Quality Assurance verklaart dat het kwaliteitsmanagementsysteem van toepassing op “het verstrekken van onderwijs conform de leerplannen van het Gemeenschapsonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de richtlijnen van de STCW-code voor 1ste graad A-
67
stroom en tweede graad TSO Maritieme Technieken Dek”, voldoet aan kwaliteitsmanagementsysteemnormen ISO 9001:2008. Er wordt per schooljaar twee keer een interne audit uitgevoerd door mevr. N. Vancoillie (lid van het schoolbestuur). Elk jaar worden de kwaliteitsmanagementsysteemnormen ISO 9001:2008 terug doorgenomen door de kwaliteitsverantwoordelijke, om na te gaan in hoeverre het kwaliteitssysteem binnen IBIS nog voldoet aan de eisen. Om de drie jaar wordt nagegaan of de school het ISO9001:2008 certificaat kan/mag behouden. Elk jaar is er een externe audit (Surveillance) waarbij nagegaan wordt of het kwaliteitssysteem blijft aan de eisen van de norm voldoen. Dit jaar gebeurde dit op 25 februari 2014. Alle toepasselijke normelementen werden steekproefsgewijs nagegaan in de geauditeerde processen en gerelateerde activiteiten. Evaluatie en conclusies in het audit-rapport: “Het kwaliteitsmanagementsysteem blijft op een degelijk niveau geïmplementeerd, mét aantoonbare verbeteringen gedurende het voorbije jaar. Goede monitoring van de procesprestaties door de directie/coördinator.”
68
8.2.8. ICT Naast het feit dat elke klas van het secundair onderwijs over een digitaal schoolbord beschikt, is er ook voor elke leerling een laptop voorzien. De leerlingen van de tweede graad beschikken over hun eigen laptop zowel in klas als in de vrije tijd. De laptops van de leerlingen uit de eerste graad blijven in de klas en worden enkel gebruikt tijdens de lessen. De leerlingen van de eerste graad kunnen in hun leefkamer gebruik maken van de internaatlaptops. Sedert 1 september 2010 gebruiken zowel leerlingen als leerkrachten het digitaal schoolplatform Smartschool, een unieke verzameling van digitale toepassingen voor het onderwijs. Leerstof wordt meer en meer op een digitale manier aangeboden en leerlingen maken veelal gebruik van de laptop om toetsen en/of taken op een digitale manier te maken en in te dienen. Daar er heel wat oude toestellen in gebruik waren (meer dan 5 jaar oud) werd het tijd om te vernieuwen. Veel van die oude toestellen zorgden voor ergernis tijdens de lessen omdat ze heel traag opstartten of omdat ze wekenlang niet beschikbaar waren door nood aan herstelling. Ook de klascomputers werden in hetzelfde bedje ziek. Hierdoor moest de leerkracht soms meer dan een kwartier wachten om uiteindelijk het digitaal bordboek te kunnen gebruiken. Dit was niet meer werkbaar. Daarom werd in 2014 door het schoolbestuur van het Koninklijk Werk IBIS het licht op groen gezet voor de aankoop van 30 nieuwe laptops en 10 nieuwe vaste klascomputers (bestemd voor zowel het lager- als voor het secundair onderwijs). Met de investeringen van vorig schooljaar waarbij de bekabeling van de volledige IBIS-campus werd vernieuwd, een professioneel serverlokaal werd uitgebouwd met het modernste materiaal én de aankoop van nieuwe toestellen dit jaar, werd het oorspronkelijke nastreven van de doelstelling van het jaar 2000 bereikt. Namelijk: “Het uitwerken van een performant draadloos netwerk met voor elke leerling een laptop. De toestellen kunnen ten allen tijde en overal binnen de campus gebruikt worden. Men is niet gebonden aan een vast pclokaal”.
69
8.2.9. Vergelijkende tabel levensbeschouwelijke vakken Zoals de wet voorschrijft, kunnen de ouders kiezen welk levensbeschouwelijk onderricht hun kind volgt. Op 1 oktober 2014 opteerden 12 jongens voor de Katholieke Godsdienst en 24 jongens voor N/C Zedenleer. Voor een andere godsdienst of voor de keuze “vrijstelling” was er niemand ingeschreven. 8.2.10. GOK-uren (Gelijke Onderwijs Kansen) Vanaf 1 september 2005 werden aan de secundaire afdeling 4 GOK-uren toegekend. Dit voor een periode van drie jaar. Vanaf 1 september 2008 kan het secundair onderwijs beroep doen op 6 GOK-uren. GOK staat voor Gelijke Onderwijs Kansen. Bedoeling is op lange termijn te werken aan de onderwijsachterstand van kansarme leerlingen en tevens hun integratie te bevorderen. Het aantal toegekende uren wordt toegekend naargelang het aantal leerlingen dat aantikt op volgende leerlingenkenmerken: 1. De moeder is niet in het bezit van een diploma secundair onderwijs. 2. De taal die de leerling in het gezin spreekt is niet het Nederlands. 3. De leerling is thuisloos. 4. De leerling heeft geen vaste woonplaats. Bij de inschrijving van hun kind vullen de ouders daartoe een vragenlijst in. De GOK-werking werd opgestart door met behulp van enquêtes bij de leerkrachten en de leerlingen de beginsituatie te analyseren. Aan de hand van deze gegevens werd beslist met welke domeinen de GOK-werking zich vooral zou bezig houden. Uit de mogelijke thema’s werden er voor de cyclus schooljaren 2011-2012 / 2012-2013 en 2013-2014 drie weerhouden: Voor de eerste graad (5u) Preventie en remediëring van ontwikkelings- en leerachterstanden. Socio- emotionele ontwikkeling. Voor de tweede graad (1u) Preventie en remediëring van studie- en gedragsproblemen. Over beide thema’s werd een bijkomende specifieke screening gemaakt met de bedoeling de specifieke doelstellingen rond de GOK-werking voor de komende jaren op te maken. De concentratie kansarme leerlingen is zeer hoog in het secundair onderwijs van de school, maar voor het toekennen van GOK-uren wordt ook de schoolpopulatie in rekening gebracht. Bij de telling op 2 februari 2010 telde het secundair onderwijs 38 leerlingen waarvan de concentratiegraad aan leerlingen die beantwoorden aan één van de indicatoren 66,1% bedroeg wat de eerste graad betreft en 56,2% voor de tweede graad.
70
Na de berekening werd op 7 juli 2011 aan de secundaire afdeling van het Koninklijk Werk IBIS 6 uur GOK toegekend voor de schooljaren 2011-2012, 2012-2013 en 2013-2014. De coördinator secundair onderwijs zorgt voor de optimale invulling én uitvoering van de GOK-opdracht. Op 12 mei 2014 kreeg het Koninklijk Werk IBIS bezoek van de onderwijsinspectie van het Vlaams Ministerie van Onderwijs voor de controle van de werking rond gelijke onderwijskansen. Het inspectieteam concludeerde het volgende: -
De systematische analyse van de beginsituatie resulteert in een betere afstemming van het onderwijsleerproces op de instroomkenmerken van de leerlingen. Rekening houdend met de schoolcontext en de kenmerken van de schoolpopulatie werden doelstellingen geformuleerd op het leerling-, leerkracht- en schoolniveau. De gekozen doelstellingen sluiten nauw aan bij de beginsituatieanalyse en betekenen een meerwaarde voor het beleid van de school. De zelfevaluatie heeft zowel oog voor de vooropgestelde doelen als voor de gevoerde acties. Ze leidt tot borgen van wat goed is en tot doelgericht bijsturen waar nodig. De duidelijke effecten van het GOK-beleid zijn het gevolg van een sterk beleidsvoerend en zelfevaluerend vermogen van de school.
Het advies van de inspectie na de controle van de uitw erking van het gelijkekansenbeleid op basis van de codex secundair onderw ijs w as dan ook GUNSTIG. Mede hierdoor kreeg de secundaire afdeling van het Koninklijk Werk IBIS opnieuw 6 uur GOK toegekend voor de schooljaren 2014-2015, 2015-2016 en 2016-2017.
71
8.2.11. Leerlingenbegeleiding De overgang tussen basisonderwijs en secundair onderwijs is niet voor alle leerlingen gemakkelijk. Voor de meeste van onze leerlingen is dit ook het geval. Vandaar dat een optimale begeleiding nodig is. Over de middag krijgen alle leerlingen van het secundair onderwijs, die leerproblemen hebben, de kans om tussen 11.55 uur en 12.25 uur wat extra uitleg te vragen aan één van hun leerkrachten. De Aspiranten (3 en 4 MT Dek) krijgen elke dag 1 uur verplichte studie op hun kamer in het Aspirantenhuis. Wie daarna nog wil verder werken kan dit. De leerlingen van de eerste graad S.O. krijgen eveneens één uur studie in hun eigen leefkamer. Er wordt naar gestreefd om de leerprestaties zo strikt mogelijk op te volgen. De schoolagenda van de leerlingen dient als communicatiemiddel tussen de leerkracht, de leerling de ouders én de opvoeder. Naast de schoolagenda, wordt het leerlingenvolgsysteem van Smartschool gebruikt om informatie over de studie uit te wisselen. Zo wordt de leerkracht onmiddellijk op de hoogte gebracht wanneer een bepaalde leerling problemen heeft met bepaalde onderdelen van de leerstof. Op die manier wordt getracht om zo snel mogelijk de oorzaak van eventuele leerproblemen of zwakke prestaties op te sporen en, indien mogelijk, weg te werken. 8.2.12. Nascholingen Inzake navorming werden in 2014 volgende sessies gevolgd: 08/02/2014
N. Tournoy
Taaldag – Antwerpen
12/02/2014
F. Borrey
Lancering website www.wegwijzerwoi.be
08/10/2014
T. Noë
Dag van Nederlands - KULAK
24/10/2014
F. Borrey
De Groote Oorlog anders bekenen – VIVES
04/11/2014
A. Van Acker Actieve en Coöperatieve werkvormen
8.2.13. Pedagogische studiedag Dit jaar werd de pedagogische studiedag opgedeeld in 2 halve dagen. Op 11 oktober 2014 werd een werkvergadering georganiseerd waarbij de leerkrachten uitgebreid uitleg kregen omtrent het aanmaken en invullen van documenten die behoren tot hun administratieve taken (evaluatiefiches, voetlink, modules in Smartschool, …). Op 28 mei 2014 was er een uitgebreide personeelsvergadering met aansluitend een uiteenzetting door mevr. N. Vancoillie over de plannen betreffende de hervorming van het secundair onderwijs.
72
8.2.14. Vakoverschrijdende eindtermen. (VOET) De vakoverschrijdende eindtermen worden ondergebracht in zeven contexten of toepassingsgebieden. Daarnaast wordt er voorzien in een gemeenschappelijke stam met generieke eindtermen. Tenslotte worden leren leren en technisch-technologische vorming als aparte pakketten en gedifferentieerd voor graad/stroom opgenomen. Stam - Generieke eindtermen. Contexten - Lichamelijke gezondheid en veiligheid. - Mentale gezondheid. - Socio-relationele ontwikkeling. - Omgeving en duurzame ontwikkeling. - Politiek-juridische samenleving. - Socio-economische samenleving. - Socioculturele samenleving. Leren leren. Technisch-technologische vorming ICT (eerste graad) Alle behandelde vakoverschrijdende eindtermen worden geregistreerd via het webplatform VOETlink 3.0. Met VOETlink kunnen leerkrachten op een heel eenvoudige manier aangeven hoe en in welke mate ze met vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen bezig zijn. 8.2.15. Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV) Het Koninklijk Werk IBIS doet voor zijn pedagogische begeleiding een beroep op het Provinciaal Onderwijs Vlaanderen. Het POV opteert voor een procesgerichte begeleiding waarbij de begeleiders de school benaderen als een lerend en zelfevaluerend systeem. Bij het uitwerken van het begeleidingsaanbod wordt rekening gehouden met enerzijds de behoeften van de school en anderzijds met maatschappelijke- en beleidsontwikkelingen. De directeur werkte in het schooljaar 2013-2014 mee in een schooloverstijgend project ingericht door POV, nl. netwerk directeurs secundair onderwijs. Binnen het netwerk wordt het leereffect versterkt door de onderlinge uitwisseling van kennis, kunde en ervaringen. Juist doordat de deelnemers van verschillende scholen afkomstig zijn, vormt de uitwisseling van ervaringen een belangrijk instrument. Via gezamenlijk overleg en onder gedeelde verantwoordelijkheid wordt op grond van de in consensus vastgelegde prioriteiten een jaarplanning opgesteld. Hierbij wordt nagegaan of de nodige competenties in het netwerk aanwezig zijn. Indien dit niet het geval is, wordt gezocht naar input van buitenaf.
73
8.2.16. Extra murosactiviteiten 28/04/2014 4MT Dek
EHBO Reanimatie en AED – Bredene
29/04/2014 Alle leerlingen Watersportdag - Twins Bredene
06/05/2014 4MT Dek
Bezoek verbouwing “O.29 Broodwinner”
15/05/2014 3MT Dek
Dagvaart DAB VLOOT
22/05/2014 Alle leerlingen Spektakel Musical ’14-’18 – Neckerhal Mechelen 05/06/2014 4MT Dek
Roeien op de Spuikom
06/06/2014 4MT Dek
EHBO: Verbanden leggen, huidwonden, …
08/09/2014 1A
Biotoopstudie – Bos Oostende
74
29/09/2014 4MT Dek
Zeilweek tot en met 03/10/2014 – Oosterschelde
13/10/2014 20 leerlingen
Remembrance & reenactment day ’14-‘18
75
21/10/2014 1ste graad
Theater “Ik jou ook” – F. Degruyter – Bredene
04/11/2014 2de graad
Boekenbeurs en MAS – Antwerpen
03/12/2014 2MT
Flanders Fields – Ieper
76
18/12/2014 4MT Dek
4-daagse studiereis Londen
77
8.2.17. 4MT DEK -
Jaarwerk : De leerlingen van 4MT DEK krijgen in het begin van het schooljaar de opdracht een jaarwerk te maken. De leerlingen kiezen zelf een maritiem onderwerp. Bij het uitwerken ervan worden ze begeleid door de leerkrachten. Het is de bedoeling dat ze gebruik maken van o.m. de ICTmogelijkheden op school om tegen de maand mei een verzorgde presentatie te kunnen geven voor “een jury” bestaande uit enkele leden van het schoolbestuur, de directeur, de coördinator en de leerkrachten. De onderwerenp die naar voor werden gebracht: -
Visserijtechnieken. (Afzaal Ben) Beroepsduikers (Blockx Michael) Zeeslepers (Coene David) Panamakanaal (Paelman Jens) Gevolgen van scheepsrampen op de wetgeving (Yourin Eyman)
Het jaarwerk is een mooi voorbeeld van vakoverschrijdend werken.
David Coene, Jens Paelman, Ben Afzaal, Michael Blockx, Eyman Yourin
78
9.
9.1.
STATISTISCH OVERZICHT VAN DE SCHOOLBEVOLKING
Telling van de schoolbevolking
9.1.1. Totale schoolbevolking : Schooljaar 1 oktober 1 februari 30 juni
2012-2013 102 103 103
2013-2014 101 110 108
2014-2015 102 106 -
2013-2014 66 71 70
2014-2015 64 69 -
2013-2014 35 39 38
2014-2015 38 37 -
9.1.2. Lager onderwijs : Schooljaar 1 oktober 1 februari 30 juni
2012-2013 69 69 69
9.1.3. Secundair onderwijs : Schooljaar 1 oktober 1 februari 30 juni
2012-2013 32 33 33
79
9.2.
Spreiding per leerjaar
Aantal leerlingen
Schooljaar 2013-2014 (telling 01.02.14)
Lager onderwijs
Secundair onderwijs
Aantal leerlingen
Schooljaar 2014-2015 (telling 01.02.15)
Lager onderwijs
Secundair onderwijs
80
9.4
Pedagogische achterstand
9.4.1. Globaal overzicht : Schooljaar 2013-2014 : toestand op 01/02/14
Lager onderwijs
Secundair onderwijs
81
9.4.2. Pedagogische achterstand, verdeeld per klas :
Schooljaar 2013-2014 (telling op 01/02/14)
Aantal jaren achterstand
12
10
8
0 jaar 1 jaar
6
2 jaar
3 jaar
4
2
0
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
Secundair onderwijs
Lager onderwijs
Aantal jaren achterstand
Schooljaar 2014-2015 (telling op 01/02/15)
Secundair onderwijs
Lager onderwijs
82
9.5.
Fluctuaties tijdens het schooljaar 2013-2014
09/13 10/13 11/13 12/13 01/14 02/14 03/14 04/14 05/14 06/14
Nieuw L.O. 25 3 2
Nieuw S.O. 20 3
1
3
1
Vertrokken (1) Vertrokken (2) L.O. S.O. 3 1 1 2
14
1 1 18
(1)
3 leerlingen gingen tijdens het schooljaar op eigen initiatief terug naar hun vorige school. Van de 14 leerlingen die het getuigschrift lager onderwijs behaalden, blijven er 9 op IBIS en 2 leerlingen volgen ASO in een andere school,. 3 leerlingen volgen Technisch Onderwijs in een andere school. 1 leerling behaalde geen getuigschrift en stapte volgt beroepsonderwijs. 6 leerlingen gaan het volgende leerjaar naar een andere lagere school. 1 leerling volgt het volgende jaar thuisonderwijs.
(2)
1 leerling van 2MT verlaat de school vanaf 5/09/2013 en gaat naar een franstalige school 1 leerling van 3MT Dek verlaat de school vanaf 15/09/2013 en gaat naar het Mercatorinstituut Oostende 1 leerling van 2MT verlaat de school vanaf 29/09/2013 en gaat naar VTI Roeselare (2T ME A) Elektromechanica 1 leerling van 2MT verlaat de school vanaf 13/10/2013 en gaat naar VTI Roeselare 1 leerling van 2MT verlaat de school vanaf 5/01/2014 1 leerling van 1A verlaat de school vanaf 9/03/2014 wegens tuchtmaatregel 5 leerlingen verlaten de school na het beëindigen van 4MT Dek en gaan naar het Mercatorinstituut in Oostende.
83
9.6.
Schoolverlaters op 30 juni 2014
- Lager onderwijs : Schoolverlaters Vóór het beëindigen van het 6e leerjaar Na het beëindigen van het 6e leerjaar
2012 4/68 1/10
2013 9/69 3/17
2014 7/70 6/16
2012 3/17 4/10 6/7 3/3
2013 5/11 6/14 2/7 1/1
2014 7/19 2/6 4/9 5/5
- Secundair onderwijs : Schoolverlaters Na 1 A Na 2 MT Na 3 MT Dek Na beëindiging van 4 MT Dek
Blue,See (Titus Simoens) Finaleplaats Canvascollectie en talloze internationale prijzen. Bezoek van de IBIS-jongens aan “ hun” foto (BoZar –Brussel).
84
10.
HET INTERNAAT
Sinds de stichting van het Koninklijk Werk IBIS in 1906 werden 2233 jongens ingeschreven (toestand op 01/02/14). 10.1. Algemeen “Het internaat doet meer dan de jongens enkel te slapen leggen” Het internaat is niet zo maar een opvang, de opvoeders proberen er de taak van de ouders zo goed mogelijk over te nemen. De kinderen worden aan professionele plaatsvervangers toevertrouwd omdat ouders : -
door hun werk- en gezinssituatie niet in staat zijn om hun kinderen thuis op te vangen zien dat hun kind behoefte heeft aan een sterke regelmaat en structuur niet altijd de gepaste opvoeding kunnen bieden merken dat een internaat meer leer- en ontspanningsmogelijkheden aanreikt ….
Binnen IBIS staan school en internaat als evenwaardige en evenwichtige partners naast elkaar binnen het opvoedingsproces van de kinderen. Deze synergie is volledig uitgetekend in het belang van onze IBIS-jongeren. De jongens worden in hun groei naar volwassenheid voortdurend gevolgd en begeleid. Ieders persoonlijkheid wordt gestimuleerd in de richting van een verdraagzame, pluralistische levenshouding. Zowel op vlak van begeleiding, opvolging en ondersteuning wordt er nauw samengewerkt met de school. Leerkrachten en opvoeders reflecteren samen over attitude en gedrag, leervorderingen en leerproblemen, de thuissituatie, externe ondersteuning,… . Deze samenspraak vertaalt zich in regels, afspraken, procedures, normen, remediëring, aanleren van schoolse en maatschappelijke vaardigheden, begeleiding en ondersteuning. IBIS verschilt van schoolinternaten door de benadering van de totaalzorg. In een totaalzorg krijgen lichamelijke, psychische en sociale dimensies een evenwichtige plaats. Er wordt gestreefd naar zo adequaat mogelijk in te spelen op de noden en de behoeften van ieder individueel kind. Zo wordt geprobeerd een antwoord te bieden op de diverse problemen die zich stellen in de leefwereld van het kind.
85
Dit vertaalt zich bijvoorbeeld in : -
-
Het voorzien in de elementaire basisbehoeften van de jongens die hun ouders hen niet kunnen bieden. Ervoor zorgen dat elk kind dat nood heeft aan medische of paramedische bijstand – ongeacht hun sociale achtergrond – ten allen tijde de meest geschikte hulp kan genieten. Dit zonder meerkost voor de ouders te betekenen. Het nauwgezet opvolgen van probleemsituaties en bescherming bieden wanneer de kinderen zich in een kwetsbare positie bevinden. Waken over de psychosociale gezondheid van de jongens en waar nodig professionele hulp inschakelen. Het onvoorwaardelijk opvang bieden aan kinderen die zich in een problematische opvoedingssituatie bevinden en die door de instanties van de bijzondere jeugdbijstand aan IBIS worden toevertrouwd. Het continue streven naar een leefklimaat met gezinsvervangend karakter waarin de kinderen maximale groeikansen aangeboden krijgen. Het organiseren van / of laten deelnemen aan kampen voor de jongens die vaak geen mogelijkheid hebben tot een normale gezinsvakantie. Het ter beschikking staan gedurende het ganse jaar (365 op 365 dagen), zodat kinderen die om welke reden dan ook niet naar huis kunnen tijdens weekends of vakanties kunnen rekenen op een verblijf in een gezinsvervangend kader.
10.2. Leefgroepen internaat Alle jongens verblijven in het internaat dat een horizontale structuur heeft en in acht leefgroepen is onderverdeeld. Elke leefgroep heeft zijn eigen leefkamer. Die is ruim, eigentijds ingericht en voldoet aan alle vereisten voor een veilig, rustgevend en kindvriendelijk verblijf. De goede werking van een internaat die meerdere leefgroepen omvat, is niet mogelijk zonder een richtinggevend kader. Daarbinnen wordt wel aan elke leefgroep een grote autonomie geboden. Onder meer op het vlak van budgetbesteding, inrichting van de leefkamer en zeker op het gebied van de pedagogische werking. Elk opvoedersteam legt andere accenten binnen de structuur van algemene leefregels en afspraken. Maar allen streven ernaar de kinderen en jongeren zich goed te laten voelen in het internaat. Op 1 februari 2014 was de indeling van de acht leefgroepen als volgt : -
Jantjes : 14 Zeemaats : 14 Lavers : 13 Scheepsjongens : 15 Lichtmatrozen : 15 Matrozen : 13 Cadetten : 12 Aspiranten : 14 (+ 1 externe leerling volgt 6MTD in Mercator Oostende)
86
10.2.1.
Jantjes
De Jantjes vertegenwoordigen de allerjongsten van het internaat. Het spreekt voor zich dat ze dan ook in een gepaste leefomgeving kunnen verblijven. De leefkamer is op maat van de jongens: kleurrijk ingericht met kleine tafels en stoeltjes, veel speelhoekjes met uitdagend speelgoed en knutselmateriaal om samen met de opvoeder iets leuk te kunnen maken. Wanneer er buiten gespeeld wordt, ontsnappen ze nog even aan het ‘grote geweld’. Hun eigen speelpleintje “De Speelboeg” biedt tal van mogelijkheden om in een rustige en veilige omgeving naar hartenlust te genieten van de gezonde buitenlucht. Bij de Speelboeg werd in 2014 een binnenruimte ingericht. De Jantjes genieten nu echt ten volle van hun ‘micro – klimaat’ en kunnen op hun terrein zowel buiten, gediversifieerd spelen (diverse speeltuigen) maar ook binnen rustig een werkje inhalen, knutselen, boekje lezen, … Differentiatie van de activiteiten biedt een grote meerwaarde, schept rust en vergroot het welbevinden van de kinderen. Kind kunnen zijn én spelen is één van de hoofddoelstellingen voor onze jongste leefgroep. Daarnaast gaat er eveneens zeer veel aandacht naar de hygiëne. Kleine details zoals een propere neus, verzorgde nagels, propere kledij,… zijn zaken die voor het kleine kind net zo belangrijk zijn en waar veel zorg en aandacht aan besteed wordt. Onze jongsten kunnen steeds terugvallen op een helpende, zorgende en vertrouwde opvoedster die zij op 6-7 jarige leeftijd zeer zeker nodig hebben.
87
Een greep uit de activiteitenkalender van de Jantjes Januari
- Knutselen : Hartjes van krantenpapier - Zwemnamiddag ‘Ter Polder’ - Bredene
Februari
- Klerenmaker : We ontwerpen ons eigen carnavalskostuum - Binnen de minuut : spelletjes uit het gelijknamige tv-programma
Maart
- Speurtocht : ‘De dieren zijn ontsnapt uit de Zoo’ - Estafettespelen in de turnzaal
April
- Actieve buitenspeeldag domein ‘Duin en Zee’ - Speelplein ‘De Caproen’ - Bredene
Mei
- Spel zonder grenzen: activiteiten in het kader van de gezonde voeding - SVS “Zee van Sporten”
Juni
- Daguitstap eerste communie : Duinenwater – Knokke, Toverplaneet – Brugge - Vlaamse Kermis
September
- Kennismakingsspelletjes - ‘t Eilandje - Kookactiviteit : Kindersangria en fruitbrochettes
Oktober
- Ingebruikname nieuw spelmateriaal ‘De Speelboeg” - Knutselen : Een eigen toverhoed knutselen voor Halloween
November
- Fun in the Pool – Stedelijk zwembad – Oostende - SVS “Gymnastiekland”
December
- Sinterklaasontbijt in de leefkamer - Kerstmarkt: kerstkraampjes met verschillende workshops
88
10.2.2.
Zeemaats
De Zeemaats zijn de 8-9 jarigen van IBIS. Het samenleven in een groep is niet altijd even gemakkelijk voor deze leeftijdscategorie. Samen met de jongens wordt daar wel voortdurend aan gewerkt. Normen en waarden worden bijgebracht om op een respectvolle manier met leeftijdsgenootjes om te gaan en elkaar te aanvaarden zoals men is. Er worden complimentjes gegeven wanneer de kinderen hun best doen om op een goede manier met elkaar om te gaan en bijvoorbeeld een ruzie proberen op te lossen. We benoemen welk gedrag gewenst en welk gedrag niet gewenst is en geven hen alternatieven. Naast het leren omgaan met elkaar wordt ook gestreefd naar een zekere vorm van zelfstandigheid. Het aanleren van dagelijkse activiteiten, zoals opstaan en bed maken, zich aankleden, zich wassen en het nemen van een maaltijd is een ander belangrijk aspect van de leefgroepwerking. Waar nodig krijgen de kinderen de ondersteuning en hulp om deze activiteiten op een goede manier onder de knie te krijgen.
Een greep uit de activiteitenkalender Januari
- Sport- en spelnamiddag in Sportcentrum de Spui - Oostende - Knutselen : ‘Een hart van Goud’
Februari
- Knutselen en spelen : ‘Carnavals- memoryspel’ - Beloningsuitsap : Indoorspeelplein ‘De Toverplaneet’
Maart
- Knutselen : Een ‘dromenvanger’ om slechte dromen tegen te houden - Zwemnamiddag ‘Ter Polder’ - Bredene
April
- Strand : vliegerfestival met zelfgemaakte vliegers - Paasestafettes
Mei
- ‘Spel zonder grenzen’ : activiteiten in het kader van de gezonde voeding - SVS ‘Zee van Sporten’
Juni
- Duinenspel – levensecht Stratego - Water – en strandspelen
September
- Strand : kastelen en schilderijen van zand - SVS Bosjesloop – Maria-Hendrikapark Oostende
Oktober
- Bezoek kermis – Oostende - ‘Wie wordt de herfstkoning? : duelspelen
November
- Fun in the Pool - Stedelijk zwembad – Oostende - SVS “Gymnastiekland”
December
- Sinterklaasontbijt in de leefkamer - Kerstmarkt : kerstkraampjes met verschillende workshops
89
10.2.3.
Lavers
De Lavers is de leefgroep voor de jongens van 10-11 jaar. Er wordt voor hen een gestructureerde en voorspelbare omgeving gecreëerd waarbij toch een zekere vorm van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid verwacht wordt. Ze kunnen hierbij steeds rekenen op de steun van de opvoeder en worden tijdig bijgestuurd waar nodig. De jongens, die ondertussen tieners zijn geworden, genieten nog sterk van het zorgeloos kind kunnen zijn. Spelen staat hierbij zeker centraal. De leefkamer, die recent werd uitgebreid, biedt daarvoor de nodige ruimte. Naast het kunnen spelen in kleine groepjes in de verschillende speelhoeken, is er tevens plaats om zich in alle rust individueel bezig te houden. Uiteraard zijn ook de buitenterreinen zeer geliefd. Naar hartenlust kunnen ravotten, voetballen en lopen zorgt ervoor dat de jongens hun overdosis aan energie op een positieve manier kwijt kunnen. Eveneens wordt er veel gebruik gemaakt van het crea-atelier. Hier wordt er voornamelijk gewerkt / geknutseld rond thema’s zoals Halloween, Sinterklaas, Kerstmis, carnaval,… Deze momenten worden ook steeds aangegrepen om een gezellig feestje te organiseren. Een greep uit de activiteitenkalender Januari
- ‘Apenspel : Horen, zien en zwijgen’ - Pictionary - Crea : Felle carnavalsmaskers
Februari
- Sport- en spelnamiddag : Thema ‘Ridders’ - Kinderkunstwedstrijd 2014 – MEC Staf Versluys
Maart
- Crea : Lente – bloemenmandje - Sport- en spelnamiddag : ‘Piraten’
April
- Ren je rot: Quiz met meerkeuzevragen waarbij je naar het juiste vak rent. - Tafelvoetbaltoernooi
Mei
- Spel zonder grenzen : ‘Verdedig de Belgische kleuren’ - Crea : Kleurrijke vlinders om schoolrestaurant op te fleuren
Juni
- Strijd met het water : fortenbouw op het strand - Vlaamse Kermis
September
- Kennismakingsspel : ‘Wie is het?’ - Zwemnamiddag ‘Sportoase Duinenwater’ - Knokke
Oktober
- Honkbalinitiatie - domein Duin en Zee - Detectivespel – Cluedo
November
- Schipbreukeling - ‘t Eilandje - Crea : Halloweenlantaarn
December
- Sinterklaasontbijt in de leefkamer - Crea : Kerstkaartjes en versiering
90
10.2.4.
Scheepsjongens
De Scheepsjongens verhuisden in 2012 naar een ruimere leefkamer. Deze werd opgedeeld in verschillende leef- en speelruimten zodat elk kind naar hartenlust kan spelen en er zijn eigen plekje vindt. Het aangename leefklimaat binnen de leefgroep wordt in hoofdzaak gecreëerd door voortdurend aandacht te geven aan het realiseren van een goede groepssfeer. De samenwerking tussen de jongens en hun opvoeders is daarbij van groot belang De leeftijd van de jongens situeert zich tussen 11 en 12 jaar. Vanzelfsprekend hebben die ook veel bewegingsmogelijkheden nodig. Bij mooi weer zijn het “Decloedt-plein” en de skate-rampen hun geliefde plaats om te spelen. Bij regenweer biedt de turnzaal een oplossing. Het huiswerk begint al iets meer te worden dan in de 2 de graad van het lager onderwijs. De jongens kunnen tijdens de studie, die doorgaat in de leefkamer, rekenen op de gepaste opvolging en ondersteuning van hun opvoeders.
Een greep uit de activiteitenkalender Januari
- SVS ‘Sta je mannetje’ - Quiz me quick
Februari
- SVS ‘Handig en voetig met bal’ - SVS ‘Zwem Oostende naar de top’
Maart
- Schaaktoernooi - Cinemabezoek Kinepolis ‘Lego-film’
April
- Rugbyinitiatie - domein Duin en Zee - Paasfeest: ‘ De paashaas is dakloos’
Mei
- Casinospel: verschillende spelletjes waarbij munten worden ingezet - Spel zonder grenzen : ‘Verdedig de Belgische kleuren’
Juni
- Fietstocht : Bredene – Oudenburg – Oostende + ijsje - Vlaamse Kermis
September
- Zwemnamiddag ‘Duinenbad’ - Middelkerke - SVS ‘Loop Oostende naar de top’
Oktober
- Bezoek kermis – Oostende - Kookactiviteit: cakejes bakken
November
- Ijsschaatsen Boudewijnpark – Brugge - Showavond : jongens performen een zelfgekozen act
December
- Tafeltennistoernooi - Het grote kerstballenspel
91
10.2.5.
Lichtmatrozen
De Lichtmatrozen vertegenwoordigen de oudste jongens van het lager onderwijs. Kinderen binnen die leeftijdsgroep ontwikkelen zich in deze periode in een verschillend tempo. Die grote verschillen vormen wel eens de aanleiding van spanningen tussen enerzijds de kinderen onderling en anderzijds tussen de jongens en hun opvoeder. Hun gedrag verandert, ze worden mondiger en ze tasten de grenzen af. Ook al gaan ze meer en meer hun eigen weg, ze hebben nog steeds de ondersteuning en aanmoediging van hun opvoeders nodig. Het is belangrijk dat er ‘ruimte’ gegeven wordt om eigen dingen te doen maar dit alles binnen een sterk uitgewerkte structuur. Binnen de leefgroep vertaalt zich dat in het opstellen van een groot aantal leefregels en grenzen. Dit bevordert sterk de kwaliteit van het samenleven met elkaar. Naast deze duidelijke structurering wordt er heel veel belang gehecht aan het kunnen ontspannen. Dit gebeurt door het aanbieden van een gevarieerde vrijetijdsbesteding voor de jongens. Bij de SVS-activiteiten in de buurt zijn de Lichtmatrozen vaste gezichten geworden. Een greep uit de activiteitenkalender Januari
- SVS ‘Waterpolo-initiatie’ - SVS ‘Sta je mannetje’
Februari
- SVS ‘Zwem Oostende naar de top’ - SVS ‘Handig en voetig met bal’
Maart
- Badminton @ De spui - Kookactiviteit : Cake en koekjes bakken
April
- Buitenspeeldag – Jeugdraad Bredene - Casinospel: verschillende spelletjes waarbij munten worden ingezet
Mei
- Watersportnamiddag – Lake Side – Knokke-Heist - Sport en Spel ‘Vertrouw je leefgroepsgenoten’
Juni
- Uitstap Feestelingen: Kayak – Nieuwport en cadeaushoppen - Dreamland - SVS : ‘4 X 4 voetbal’
September
- Hunger games – Speelbos De Haan - SVS ‘Loop Oostende naar de top’
Oktober
- Gezelschapsspelenmiddag - SVS ‘Krokodilcross’
November
- Recreatiedomein de Grasduinen - SVS – ‘Fun in the Pool’ + pannenkoekenfestijn
December
- SVS Unihockeytornooi - Aikido – initiatie
92
10.2.6.
Matrozen
De Matrozen zijn jongens die net de stap naar het secundair onderwijs hebben gezet. Het leven in groep is voor sommige opgroeiende pubers niet zo vanzelfsprekend. Ze moeten dag in, dag uit samen leven met jongens die zij niet zelf hebben gekozen en die vaak heel uiteenlopende interesses hebben. Ze worden hierin ondersteund zodat ze, zonder noemenswaardige problemen, op een respectvolle manier met elkaar leren omgaan en meningsverschillen niet moeten uitgroeien tot conflicten. Iedereen mag aan bod komen met zijn gaven en gebreken en zich goed voelen. Het belang van een goede start in het secundair onderwijs en het behalen van goede resultaten hierbij kan niet genoeg benadrukt worden . Daarom wordt er heel wat geïnvesteerd in het opvolgen van het schools functioneren en is daartoe dagelijks studiebegeleiding voorzien. Naast een goede studieattitude vinden we het even belangrijk dat ze de vrije tijd op een zinvolle en leuke manier leren invullen. De jongens worden aangemoedigd tot actief bezig zijn. Dit wordt enerzijds gerealiseerd via het ruim aanbod van georganiseerde groepsactiviteiten allerhande; anderzijds dient de jongere ook te leren om zijn individuele vrije tijd zelf zinvol en plezant in te vullen via een eigen hobby in de leefgroep, via externe hobby- of sportclubs en via sociale contacten allerhande. Een greep uit de activiteitenkalender Januari
- Bowling ‘De Kegel X-treme’ – Middelkerke - Yoga – initiatie
Februari
- Duikinitiatie – Stedelijk zwembad Oostende - Bezoek bekerwedstrijd KV Oostende – KSC Lokeren
Maart
- Indoor minigolf ‘Goolfly’ – Blankenberge - Squashinitiatie ‘De Brandweer’
April
- Zwemnamiddag ‘Sportoase Duinenwater’ - Knokke - Mountainbike De Schorre
Mei
- SVS ‘Wielerhappening’ - SVS ‘Frisbee’
Juni
- Initiatie waterskiën kabelbaan ‘Lakeside Paradise’ - Golfsurfen, rafting, skimboarden – Surfclub Oostende
September
- SVS ‘Loop Oostende naar de top’ - Bosspel Maria-Hendrika park
Oktober
- SVS ‘Krokodielcross’ - Bezoek Kermis - Oostende
November
- Muurklimmen : Julien Saelens – Brugge - SVS ‘netbal’
December
- Aikido – initiatie
93
10.2.7.
Cadetten
De Cadetten krijgen een zo gevarieerd mogelijk programma aangeboden op vlak van vrijetijdsbesteding, zowel sportief als cultureel. Een grote nadruk wordt tevens gelegd op studiebegeleiding en individuele ontplooiing. De leefgroep bestaat uit jongens volop in de puberteit. Hiermee wordt rekening gehouden door de regels en afspraken wat meer af te stemmen op hun belevingswereld. Zo ondervinden ze dat ze wat meer vrijheden krijgen dan bij de Matrozen en dat die vrijheden ook meer verantwoordelijkheden met zich meebrengen. De jongens begrijpen dat, nu ze bij de Cadetten zijn, er een zekere vorm van volwassenheid wordt verwacht. Een zeker normbesef dat de sfeer enkel in positieve zin kan beïnvloeden. Een aangename sfeer binnen de leefgroep begint met het opstellen van duidelijke regels, maar daarmee eindigt het niet! Binnen onze kleine gemeenschap worden nog een aantal basisattitudes op prijs gesteld die de werking steeds in positieve zin beïnvloeden. Het respecteren van gemaakte afspraken zorgt voor een aangenaam verblijf. Inspraak en participatie groeien als wordt aangevoeld dat er respect is voor het systeem! Een greep uit de activiteitenkalender Januari
- Lasergame – Bowling ‘De Kegel X-treme’ – Middelkerke - Bezoek Autosalon – Brussel
Februari
- Cinemabezoek Kinepolis ‘De behandeling’ - SVS “Badminton
Maart
- Baseball, rugby, ultimate frisbee – Duin en zee - Indoor skatepark ‘Truespin’ - Roeselare
April
- Zwemnamiddag ‘Sportoase Duinenwater’ - Knokke - Mountainbikeparcours ‘De Schorre’ - Oostende
Mei
- Kwisavond : de 3 wijzen - Initiatie waterskiën kabelbaan ‘Lakeside Paradise’ – Knokke
Juni
- SVS Wielerhappening - Bosspel : ‘King of the Castle’
September
- SVS Loop Oostende naar de top - Mountainbikeparcours ‘Grasduinen - Bredene
Oktober
- SVS ‘Krokodielcross’ - Bezoek Europese match Club Brugge – Kopenhagen
November
- SVS ‘netbal’ - Toneelvoorstelling De Coulisse : ‘Het Fun…erarium – MEC Staf Versluys
December
- ‘In Vlaamse velden’ – museum Passchendaele – Tyne Cot – The Last Post
94
10.2.8.
Aspiranten
De Aspiranten hebben een eigen “leefhuis” ter beschikking. Dit biedt tal van mogelijkheden om de overstap naar het toekennen van meer vrijheid te begeleiden. Als jongvolwassenen worden zij niet meer bij het handje gehouden. Er wordt gestreefd naar een emancipatorisch leefgroepklimaat. De opvoeders rekenen erop dat de jongeren zelf hun verantwoordelijkheid opnemen, ze op een correcte manier opkomen voor hun mening, respect tonen voor de andere jongeren en volwassenen en dat ze de consequenties van hun “daden” zien en accepteren. Deze consequenties vertalen zich vaak in het al dan niet kunnen gebruik maken van “compensaties” : Woensdagnamiddag naar huis, maandagochtend binnenkomen,… Binnen het leefgroepaanbod wordt veel belang gehecht aan een goed gevarieerd activiteitenaanbod. Samen een veelheid aan sporten beoefenen, een grootstad gaan verkennen, culturele evenementen bijwonen, een helpende hand uitsteken bij organisaties van de jongere leefgroepen, … vormen een tegengewicht voor de toenemende populariteit van het multimediale wereldje. Het gebruik van het eigen speel- en voetbalveld “Constant Terlooplein” wordt dagelijks gestimuleerd en daarnaast kunnen de jongens s’ avonds ook gebruik maken van de kleine fitnessruimte. Al jaren betrekt de leefgroep van de Aspiranten (oudste 12 IBIS-jongens) een oude sluiswachterswoning, gelegen Prinses Elisabethlaan 14. Handig gelegen naast het weekend-en vakantiehuis André Schlim. Hier wordt kamertraining aangeboden, in tegenstelling tot de 7 andere leefkamers waar ze in groep leven. Het oorspronkelijk doel, namelijk het toekennen van meer privacy en het aanmoedigen van meer verantwoordelijkheidszin, werd door de toestand van het Aspirantenhuis bemoeilijkt. Het meubilair bestond uit afdankertjes en was aan vervanging toe. De jongens konden weinig gemotiveerd worden om dergelijk materiaal nog met het nodige respect te behandelen waardoor ook zij zelf aangaven dat er wel iets mocht veranderen. Om die reden werd door de verantwoordelijke opvoeder een projectaanvraag ingediend bij de BNP Paribas Fortis Foundation met de vraag om een renovatieproject te financieren. Eind 2013 werd het project weerhouden en beloond met een award ter waarde van 15.000 euro. Dit was het startsignaal om er stevig in te vliegen. In de loop van de zomer 2014 werd het Aspirantenhuis opgesmukt met een laagje verf en werden deuren vernieuwd. Samen met de projectontwikkelaar 95
van de firma Eurochair Projects NV uit Ardooie werd een prachtig hedendaags concept uitgetekend dat volledig binnen het voorop gesteld budget viel. Stevige kasten om hun kledij in op te bergen, tafels en stoelen om aan te studeren, zetels en tv-meubelen om comfortabel naar hun favoriete zender te kijken… Alles werd voorzien om de jongens vanaf 1 september in een modern ogend interieur te ontvangen. Het resultaat wordt dan ook sterk door de jongeren geapprecieerd!
Een greep uit de activiteitenkalender Januari
- Indoor skatepark ‘Truespin’ - Roeselare
Februari
- Cinemabezoek Kinepolis ‘12 Years A Slave’ - Zwemnamiddag ‘Sportoase Duinenwater’ - Knokke
Maart
- E-Karting De Kegel X-treme’ – Middelkerke - Toneelvoorstelling De Coulisse ‘Filet De Sax’ - MEC Staf Versluys
April
- Kookclub : ‘Verse fishsticks met zelfgemaakte tartaarsaus - Bezoek Atlantikwall – Raversijde
Mei
- Schaaktoernooi - Bezoek van de Jeugdbrandweer Gent : Rondvaart ‘De Nele + BBQ
Juni
- Stadsbezoek Gent: Het Gravensteen - WK Brazil – ‘België vs Algerije’ op groot scherm in school
September
- Minigolf – Oostende - Mountainbikeparcours ‘Grasduinen - Bredene
Oktober
- Biljarttoernooi - Bezoek kermis - Oostende
November
- SVS ‘netbal’ - Biljarttoernooi
December
- ‘In Vlaamse velden’ – museum Passchendaele – Tyne Cot – The Last Post
96
10.3. Het Huis André Schlim Het Huis André Schlim, dat dienst doet als weekend- en vakantieverblijf, is ontegensprekelijk een succesverhaal. Jongens die nablijven in weekends en/of vakantie, die niet naar huis kunnen of mogen, of permanent op IBIS verblijven, hebben er een vaste stek, los van de dagelijkse school- en internaatsfeer. De kleinschaligheid biedt hier een zeer grote meerwaarde en dit schept een groot aantal voordelen. Het voornaamste hierbij is dat de relatie opvoeder/kind een andere dimensie krijgt. De wederzijdse benadering door beide partijen wordt heel wat persoonlijker aangevoeld. De kinderen kunnen zich losser, vrijer, spontaner, … uiten en gedragen. Ze kunnen er echt “kind” zijn. De opvoeder kan zich door de kleinschaligheid des te beter richten op zijn taak als vervangend ouder. Zijn relatie met de jongens wordt heel wat intenser. Hij kan spontaner een vertrouwens- en steunfiguur zijn in momenten waarbij zij de warmte en liefde van hun ouders moeten missen. Het weekendhuis wordt onmiddellijk als een echt huis en voor de meesten ook als een echte thuis ervaren. Net zoals de andere jongens vertrekken de nablijvers op vrijdagavond met hun bagage uit het internaatsgebouw. Ze nemen hun intrek in het weekendhuis. Door de aangename sfeer en de mooie infrastructuur met tal van ontspanningsmogelijkheden voelen ze zich onmiddellijk in vakantiestemming/sfeer. De kinderen hebben er een eigen kamer of delen er één met andere jongens. Deze indeling garandeert een groter gevoel van privacy en geborgenheid. Hun eigen kamer, bed, kast, opbergkast, … kunnen ze hier voorzien van een persoonlijke “touch” wat hun identiteitsgevoel en eigenwaarde versterkt. Bovendien worden ze betrokken in de huiselijke sfeer door het krijgen en aanleren van verschillende huishoudelijke taken (zoals tafels dekken, eten bereiden, vaatwasser vullen, vegen, was ophangen, … ). In de goed uitgeruste keuken kan de opvoeder, al of niet samen met één of meerdere jongens, zich aan een culinair avontuur wagen. Er is uiteraard heel wat vrije tijd en ruimte voor ontspanning, sport en spel, hetzij in groep, hetzij individueel. Het weekend- en vakantiehuis is op een aangepaste, kleinschalige manier een veilige haven voor de kinderen die het niet altijd gemakkelijk hebben. De wens van wijlen Voorzitter Admiraal Schlim werd hierbij gerealiseerd.
97
Een greep uit de activiteitenkalender tijdens de weekends
Januari -
- Zwemmen “Sportoase” - Knokke - Schaatsen Boudewijnpark – Brugge
Februari
- Muurklimmen ‘Blue Berry Hill’ - Kortrijk - Seafront Brugge
Maart
- Indoorspeelplein ‘De Toversluis’ - Sluis - Kakelend Kippenmuseum - Keiem
April
- Opening vaarseizoen Sea-Scouts - Daguitstap Brussel
Mei
- Fietstocht Brugge - Speelpleinentocht - Middelkerke
Juni
- Bellewaerde pretpark - Zwembad Rosebroecken - Gent
September
- Fandag Rode Duivels – Oostende - Dierentuin ‘De zonnegloed’ - Vleteren
Oktober
- Sunparcs - De Haan - Bos en volkssterrenwacht Beisbroek – St.- Andries
November
- MTB-tocht – Kemmel - Aankomst Sinterklaas Vuurtorenwijk
December
- Kinderboerderij d’ Oude Smelterij - Torhout - Kerstmarkt en ijsculpturen – Brugge
98
Een greep uit de activiteitenkalender tijdens de vakanties Daguitstappen
- Mini Europa en Oceade – Brussel - Breskens – Vlissingen - Kima (natuurmuseum voor kinderen)& Indoorpark – Gent - Païri Daïza – Brugelette - Aviflora – Ingelmunster - Bobbejaanland – Lichtaart - Speelpleinentocht – Torhout - Zoo van Antwerpen - Zonnebeke Slag rond Passendale - Recreatiedomein “De Brielmeersen” – Deinze - Planckendael – Mechelen - Bezoek centrum van Gent – t’ Gravensteen en Belfort
Kampen
-Vormselweekend - Westouter - Winterweekend – Stavelot - Habbekrats Brother in Arms-weekend – Westhoek - Habbekrats Paaskamp “Het Avonturenhuis” – La Roche - Kiwanis Torhout Houtland – Blosokamp centrum Netepark - Zomerkamp – Wintelre (Nederland)
Andere
- Zandsculpturenfestival – Oostende - Kinderboererij – Westende - Speelbos – Vosseslag De Haan - Karting “De Kegel” – Middelkerke - Familiepark “ Harry Malter” – Destelbergen - Schaatsen “Winterijs” – Oostende - Huifkartocht – Snellegem - Blacklight Minigolf – Oostende
10.4. Gemiddeld verblijf in IBIS tijdens niet-schoolse dagen Vakantiedagen Weekends Jaargemiddelde
2012 7,64 8,67 8,15
2013 8,66 8,07 8,36
99
2014 9 8,4 8,7
10.6. Psycho-fysieke weerbaarheid Kinderen en jongeren die het moeilijk vinden voor zichzelf op te komen, die onder invloed van groepsdruk dingen doen die ze eigenlijk niet willen doen, die wegstuiven met slaande deuren als ze iets niet kunnen of mogen, die niet weten waar ze goed in zijn of waar ze naartoe willen in het leven…we zien ze vaak binnen de schoolse setting, in de leefgroepen, tijdens individuele gesprekken, in conversaties en discussies,…. In zulke en veel andere situaties kan een weerbaarheidstraining hen versterken. In die trainingen zoeken de jongens hoe ze moeilijke situaties het best aanpakken. Niet door rond de tafel te zitten en erover te praten, maar door te oefenen en in actie te komen. Ze leren eigen grenzen kennen, krijgen meer controle, leren hun lichaam gebruiken, zichzelf verdedigen, geweld voorkomen,… Voor het aanbieden van die trainingen deden werd er tot voor kort een beroep gedaan op medewerkers van de vormingsorganistie ARKTOS vzw. Deze trainingen bestaand uit 4 sessies en een reflectiemoment. Om de kinderen die deelnemen aan dit trainingsatelier beter te begrijpen en adequater te kunnen begeleiden werd in juni 2014 een initiatiesessie georganiseerd voor het ganse opvoedersteam. Het is de betrachting om in de toekomst het trainingsatelier door eigen opvoeders te laten geven. Vanuit dit opzicht volgden 2 mensen in december 2014 de cursus ‘Werken aan Psycho Fysieke Weerbaarheid’ ingericht door VZW Jongerenbegeleiding Informant. In deze vierdaagse opleiding leerden zij aan de hand van een unieke mix van werkvormen, geïnspireerd door Rots en Water en de ervaring van de vzw in vorming met maatschappelijk kwetsbare jongeren hoe ze jongeren in groep psychofysiek kunnen begeleiden.
100
10.7. Het internaat als stageplaats Gedurende gans het schooljaar worden er stageplaatsen binnen de leefgroepen ter beschikking gesteld. De stage mentors / opvoeders kunnen met hun ruime ervaring de stagiairs begeleiden, observeren en evalueren. Er wordt actief samengewerkt met secundaire scholen uit de regio waar een opleiding “Jeugd- en Gehandicaptenzorg” en “Leefgroep- en Internaatswerking” aangeboden wordt. Naast die leerlingen uit het TSO - BSO worden ook bijna jaarlijks toekomstige Bachelors van het VSPW Kortrijk – Gent bij ons verwelkomd. Tijdens hun stageperiode worden de stagiairs actief ingezet en worden ze geconfronteerd met de opdrachten van een opvoeder : gericht observeren, een goede verslaggeving maken, studiebegeleiding geven, begeleiding van jongens in hun emotionele ontwikkeling, vrijetijdsactiviteiten plannen en begeleiden, efficiënt optreden bij problematische situaties,… Daarbij wordt er speciale aandacht besteed aan de attitudes die horen bij een opvoeder zoals empathie, echtheid en flexibiliteit. School Vesaliusinstituut campus Oostende Heilige Familie Brugge VSPW
Aantal stagiairs 11 2 /
101
10.8. Pedagogische studiedag Op 30 april 2014 vond de jaarlijkse pedagogische studiedag van het opvoedersteam plaats. Er werd een bezoek gebracht aan Vzw Arcade - Campus Zevekote - te Gistel. VZW Arcade is een organisatie bijzondere jeugdzorg met een erkenning voor verblijf en rechtstreeks toegankelijke contextbegeleiding. ARCADE wil kwalitatieve hulp verlenen aan minderjarige kinderen/jongeren in een problematische leefsituatie en hun gezin(nen). Deze hulp gebeurt ofwel enkel via contextbegeleiding ofwel wordt die hulp gerealiseerd via residentieel verblijf van één of meerdere kinderen. Op de campus ‘Zevekote’ situeren zich 4 gemengde leefgroepen (0-18j) Tijdens het verblijf is er niet enkel aandacht voor de bewoners maar gaat er ook speciale aandacht naar hun gezinnen. De ouders worden gehoord, begeleid, ondersteund en maximaal betrokken. Andere belangrijke steunfiguren uit de context worden ook betrokken. De doelstelling van de hulpverlening is het samen aanpakken van de problematische leefsituatie, waardoor verdere (residentiële) hulp op termijn overbodig is. Het opvoedersteam kreeg uitleg over de intake, de leefgroepwerking, het school- en studiegebeuren, de gezinsbegeleiding,… Nadien was ruimte en tijd voor vraagstelling en uitwisseling van ervaringen. Regelmatig worden jongens vanuit IBIS doorverwezen naar Arcade voor een verblijf of contextbegeleiding. Omgekeerd worden ook vaak jongens vanuit Arcade aangemeld bij IBIS.
102
Uurregeling internaat Jantjes
Zeemaats
Lavers
Scheepsjong.
Lichtmatr.
Matrozen
Cadetten
Aspiranten
Opstaan
07u25
07u25
07u15
07u10
07u10
07u10
07u05
07u15
Ontbijt
08u10
08u05
08u00
07u55
07u35
07u30
07u30
07u40
Vlaggengroet
08u00
08u00
Aanvang les SO
08u25
08u25
08u25
11u55
11u55
11u55
Aanvang les 08u40 LO
08u40
08u40
08u40
08u40
Einde les LO 11u50
11u50
11u50
11u50
11u50
Einde les SO Middagmaal 11u55
11u55
12u00
12u00
12u45
12u40
12u45
12u35
Aanvang lessen
13u30
13u30
13u30
13u30
13u30
13u30
13u30
13u30
Einde les LO 16u15
16u15
16u15
16u15
16u15 16u10
16u10
17u00
Einde les SO Studie
±30min. ±50 min.
±50min. ±50min.
±50min. ±60min.
±60min.
±60min.
Avondmaal
17u45
17u45
17u50
17u50
18u30
18u30
18u35
18u35
Bedtijd
20u20
20u30
20u45
20u55
21u00
21u15
21u30
21u45
Zeemaats
Lavers
Scheepsjong.
Lichtmatr.
Matrozen
Cadetten
Aspiranten
14u45
14u45
14u45
14u45 16u10
16u10
17u00
16u3018u30
16u30- 16u3018u30 18u30
16u3018u30
16u3018u30
17u1518u30
Vrijdagregeling Jantjes
Einde les LO 14u45 Einde les SO 16u30Vertrek ll LO 18u30
16u3018u30
Vertrek ll SO
103
11.
IBIS-LOGBOEK
11.1. Plechtigheden en evenementen met IBIS-delegatie 07/02/14 22/03/14 21/04/14 11/05/14 17/05/14 20/05/14 03/06/14 15/06/14 21/06/14 13/09/14 11/11/14
Erehaag Galabal Marine - Kursaal Oostende. Begrafenis Arnold Raes, Bestuurder IBIS. Dag der Zeelieden en Vissershulde – St. Petrus- en Pauluskerk – Oostende en het Vrijzinnig Laïciserend Centrum Oostende. Bloemenhulde aan het Zeeliedenmonument. Bloemenhulde V-dag. Plechtige Communie en Vormsel van zes IBIS-jongens (St. Jozefskerk - Bredene). Benefietconcert “Requiem for an IBIS-soldier” – bijgewoond door H.K.H. Prinses Alexander van België. Herdenkingsplechtigheid Paster Pype. Vissersmis en bloemenhulde aan het Vissersmonument (St. Antoniuskerk - Vuurtoren Oostende). Nationaal huldebetoon Oud-strijders 3e-23e-33e-53e Linie Regimenten (Oostende). Plechtigheid Imosphinx Academy Belgium met bloemenhulde aan het Vredesmonument (Bredene). Herdenkingsplechtigheid Wapenstilstand - St. Petrus- en Pauluskerk Oostende met bloemenhulde.
11.2. Genoteerd op het Koninklijk Werk IBIS 03/01/14
Nieuwjaarsreceptie Raad van Bestuur en personeel in het IBISrestaurant “Kombuis”. 16/01/14 Bezoek school SITO 7 Antwerpen aan IBIS. 01/02/14 Corrida van ’t Sas. 06/02/14 Schenking van flatscreens door Politiezone Bredene – De Haan. 14/02/14 Bezoek Inspectie Onderwijs + lunch. 17/02/14 Oudercontact secundair onderwijs. 24/02/14 Overhandiging chèque door Marine. 26/02/14 Bezoek van vormelingen aan IBIS. 18/03/14 Vergadering POV (netwerk directeurs) + rondleiding. 29/03/14 Bezoek CD&V Oostende + rondleiding. 31/03/14 Algemene Vergadering Oud-leerlingenbond. 24/04/14 Bezoek Heemkring Ter Cuere + rondleiding. 26/04/14 Bezoek Schepen Christa Claeys inzake drugsbeleid. 06-09/05/14 Bezoek fotograaf Cédric Gerbehaye. 14/05/14 Bezoek Provinciale Middenschool Hasselt. 21/05/14 Bezoek jeugdbrandweer Gent + barbecue. 23/05/14 Eerste Communie.
104
26/05/14 17/06/14 20/06/14 25/06/14 27/06/14 26/08/14 13/09/14 12/10/14 13/10/14 17/10/14 07/11/14 13/11/14 27/11/14 03/12/14 09/12/14 13/12/14
Receptie Lentefeest en Plechtige Communie. Voetbal België – Algerije op groot scherm (schoolrestaurant). Algemene Vergadering IBIS. Vlaamse kermis. - Proclamatie. - Oudercontact lager en secundair onderwijs. Fotoshoot van 4 leerlingen door “De Zeewacht”. Overhandiging chèque door Moby Dick. Rommelmarkt tvv IBIS (Duin en Zee – organisatie De Oostendse Rommelmarkten). Re-enactment van de evacuatie van de IBIS-leerlingen naar Milford Haven van 13/11/1914 met vlucht naar de pier en inscheping aan boord van de Nele Voetbalwedstrijd oud-leerlingen / personeel. - Oudercontact lager onderwijs. - Officiële opening vernieuwd Aspirantenhuis, bijgewoond door BNP Paribas Fortis. Bezoek door Neos (Netwerk Ondernemende Senioren Oostende) + rondleiding. Bezoek door Jan Despiegelaere (voorzitter Streekfonds WetVlaanderen) + rondleiding. - Bezoek van Stichting Pelicano + rondleiding. - Sinterklaasontbijt. Fotosessie uniformen. Mountainbikewedstrijd ingericht door Politiezone Bredene - De Haan met medewerking van IBIS.
105
12. HISTORIEK
Het was uit grote sociale bewogenheid dat Z.K.H. Prins Albert zich het lot van de kinderen uit de vissersfamilies aantrok. De vissers waren destijds de armste en meest verwaarloosde sociale klasse. De Prins wilde hun onderwijs en vorming verbeteren door o.m. de weeskinderen uit de zeevisserij al jong op te vangen en hen een geavanceerde vorm van beroepsonderwijs te geven.
Vandaar dat onder Zijn impuls op 6 juli 1906 op het stadhuis te Oostende het Koninklijk Werk IBIS (Oeuvre Royale des pupilles de la pêche - Kwekelingenschool der visserij) gesticht werd. Opgericht buiten alle politieke en filosofische gezindheid om, beoogde het Werk tegemoet te komen aan een sociale en economische noodzaak.
106
Memorandum van Prins Albert over het ontstaan en de eerste werkingsjaren van IBIS.
In Southampton werd een driemaster aangekocht die onder de naam “IBIS” gemeerd werd in het kanaal Oostende-Brugge. Dit vastliggende vaartuig werd tot 1924 voor het verblijf en de opleiding van de leerlingen gebruikt. Tot de sloop in 1937 was het een uniek didactisch instrument.
IBIS I - Commandant Bultinck.
107
Prins Karel en Prins Leopold in IBIS-uniform (1909).
108
Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, had IBIS reeds 274 kinderen van zeelieden aangenomen, opgeleid en geplaatst. Op 13 oktober 1914 werden de personeelsleden van de instelling en 20 kinderen ingescheept aan boord van de stoomtreilers IBIS V - O.75 en IBIS VI O.76 die de steven richtten naar Milfordhaven in Groot-Brittannië. Gedurende de hele oorlog was Milfordhaven het toevluchtsoord van IBIS. Nadat de directeur zich had verzekerd dat de terugreis veilig kon verlopen, vertrok op 16 juli 1919 de IBIS-gemeenschap terug naar Oostende.
IBIS V (0.75).
Op 8 september 1919 begonnen de lessen zoals voor de oorlog. Er waren 24 leerlingen. Om aan de nieuwe maatschappelijke noden in de naoorlogse periode tegemoet te komen, werd door Z.M. Koning Albert I beslist om naast wezen ook kinderen uit gezinnen met sociale problemen op te nemen. Voor het vervullen van zijn taak moest het Koninklijk Werk IBIS de nodige financiële middelen bij elkaar brengen. Bij de stichting gebeurde dit via allerlei initiatieven en bijdragen van milde schenkers. Vanaf 1908 probeerde men via de uitbating van eigen vissersvaartuigen het Werk te financieren. Vanaf 1952 kon er echter gerekend worden op de subsidiëring vanwege de Overheid.
109
De IBIS-vloot : -
-
-
-
IBIS I - HMS Albacore - Commandant Bultinck : aangekocht in 1906 voor de huisvesting en de opleiding van de leerlingen. Werd in 1926 omgedoopt tot “Commandant Bultinck” als huldebetoon aan Alphonse Bultinck, gedelegeerd bestuurder en uitvoerder van de wens van Prins Albert tot het oprichten van IBIS. Gesloopt in 1937. IBIS II - La Crevette (1906-1918) : in december 1906 geschonken door Baron Louis de Hemptinne. Gebruikt voor korte oefeningen in de territoriale wateren. Meegesleept naar Engeland in 1914. Na de oorlog gesloopt. IBIS III - O.73 (1907-1919) : gebouwd door de gereputeerde scheepsarchitect Linton Hope uit Londen. Modern vaartuig voor zijn tijd. In de Eerste Wereldoorlog werd IBIS III omgebouwd tot vastliggend schip in Milford Haven. Na het verblijf gesloopt. IBIS IV - O.74 (1907-1911) : te Kopenhagen aangekocht voor rekening van Prins Albert. Was type gemengde sloep (zeil en motor). In 1911 door brand vernield. IBIS V - O.75 (1908-1923) : met zijn 39 meter de grootste varende eenheid van de IBIS-vloot. In 1923 verkocht aan Spanje. IBIS VI - O.76 (1908-1924) : stalen schoolschip-treiler. In 1924 verkocht aan Zweden. Het schip werd als “proefproject” gebruikt en onderging tal van wijzigingen die door reders en scheepsbouwers met veel interesse werd gevolgd. Het kan als prototype beschouwd worden van de belangrijke overgang van zeilschepen naar schepen met motor. Het was namelijk eerst een zeilschip met hulpmotor en werd in augustus 1927 omgebouwd tot motorschip met hulpzeilen. Op 19 mei 1940 verliet het schip Oostende richting Engeland waar het door de Britse Admiraliteit werd opgevorderd. Na de oorlog terug in dienst als opleidingsschip werd het in 1947 verkocht.
IBIS VI (O.76).
110
-
IBIS VII - O.77 (1914-1915) : eigendom van Rederij Vandewalle-Bauwens. Werd van 1910 tot 1914 gebruikt voor de visvangst. Verging in augustus 1915 op het Tanganikameer in Kongo. IBIS VIII - O.178 (1925-1947). IBIS IX - O.179 (1936-1952). De parel aan de kroon van de IBIS-vloot, de IBIS IX, was qua concept zeer vooruitstrevend en “modern”. Het was volledig van Belgische makelij. De voorsteven, de zgn. “Maiersteven” was de eerste toepassing in België. De radiokamer was uitgerust met een TSF-post en een radiotelefoniepost van 100 Watt. Er was een goniometer met directe aflezing en een ultrasonore dieptemeter aan boord. De inrichting van het schip was voor die tijd uitzonderlijk comfortabel. Er waren acht slaapsteden voorzien voor de leerlingen met lavabo’s met stromend water, centrale verwarming en elektrische verlichting. Elke leerling had zijn eigen kast. Voor het personeel was er logies met zes slaapkooien en twee afzonderlijke kajuiten, één voor de stuurman en één voor de motorist. De kapitein-schipper had een eigen verblijfshut in de bovenbouw achter de brug. Zijn hut diende ook als kaarten- en radiokamer. Begin van de jaren 1950 was er crisis in de visserij en werd de uitbating van het schoolschip deficitair. In september 1951 deed IBIS IX zijn laatste reis. Op 8 november 1952 werd O.179 geschrapt uit de officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen. Het vaartuig werd verkocht aan de “Société chantiers navals de Normandie - Lemaistre Frères - Quai de Verdun Fécamps.”
IBIS IX (O.179).
111
In 1924 konden de leerlingen hun intrek nemen in de nieuw opgetrokken gebouwen aan de Prinses Elisabethlaan te Bredene, het huidig schoolgebouw.
IBIS aan wal (1924).
Van 1927 tot 1940 bestond de schoolbevolking uit gemiddeld 85 “kwekelingen”. De jongens kwamen hoofdzakelijk uit de regio’s Oostende en Heist. Op de tweede plaats kwam Nieuwpoort en de Westkust. Op 14-, 15-jarige leeftijd konden de leerlingen na hun opleiding aan wal, en een periode van tachtig dagen aan boord van een schoolschip, zonder enige moeite een aanmonstering vinden. De praktische opleiding werd doorgemaakt aan boord van IBIS VIII of O.178. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog diende opnieuw een veiliger onderkomen gezocht te worden. Men vond zijn toevlucht in Brugge, eerst in een voormalige kliniek op de Baron Ruzettelaan en één jaar later in de verlaten lokalen van een oude meelfabriek op de Bouverievest. Het personeel moest de grootste inspanningen leveren om in die moeilijke oorlogsjaren voldoende voedsel te vinden voor de nog veertig aanwezige kinderen. Op 24 september 1945 kon men terug naar de vertrouwde, maar redelijk gehavende gebouwen op Sas-Slijkens. 112
De laatste schooltreiler IBIS IX - O.179 werd verkocht en alle aandacht moest nu gaan naar de infrastructuur en de installaties aan wal. De legendarische hangmatten werden in 1954 vervangen door stapelbedden.
Hangmatten (1910).
In 1959 werd de heer Hubert Caestecker de zesde directeur van het Koninklijk Werk IBIS. Hij zou die taak vervullen tot 1989. Tal van aanpassingen op pedagogisch vlak werden doorgevoerd zowel in de basisschool als in de technische afdeling. Het zeevisserijonderwijs ressorteerde tot eind 1980 onder het Ministerie van Verkeerswezen. Vanaf 27 mei 1981 werd het voorzitterschap van het Koninklijk Werk IBIS bekleed door Vice-Admiraal Vlieger o.r. André Ridder Schlim, voormalige adviseur van Prins Laurent. Onder zijn beheer werd het sein gegeven tot een totale renovatie van de infrastructuur : het oprichten van een internaatsgebouw (1984), de renovatie van het schoolgebouw, het aanleggen van een “speelboeg” voor de kleinsten (1993) en een nieuw verblijfsgebouw voor de grotere jongens (1995). Op onderwijsvlak ging de evolutie verder zodat de maritieme opleiding een volwaardige plaats gekregen heeft in het voltijds secundair onderwijs en zonder verlies van zijn specificiteit volledig ingepast werd in de onderwijsstructuur van het Departement Onderwijs. Na het overlijden van Admiraal Schlim werd op 9 november 1999 de heer Jean Jacques De Cloedt door de Raad van Bestuur tot voorzitter aangesteld. Het contact met jongeren, de bezorgdheid voor families in moeilijkheden, de maatschappelijke integratie en het verstrekken van een degelijke opleiding zijn een blijvende bezorgdheid voor de heer De Cloedt.
113
Omwille van zijn verdiensten werd hem in 1998, ten persoonlijke titel, de adellijke titel van “Ridder” verleend.
Op 29 maart 2004 bracht HKH Prinses Mathilde een bezoek aan IBIS.
Bezoek Prinses Mathilde (2004).
Het algemeen verspreid gebruik van ICT zowel in school als in het internaat en de realisatie van het Huis André Schlim werden onder zijn impuls in korte tijd gerealiseerd. De afwerking van de vernieuwde speelplaats met extra aandacht voor groenaanplanting vormt ontegensprekelijk een meerwaarde inzake leef- en speelcomfort voor de leerlingen (2005).
114
In de aanloop naar het eeuwfeest had voorzitter De Cloedt de wens uitgedrukt zijn opvolging te regelen. Op 17 juni 2005 werd de heer Willy Herteleer, admiraal b.d., de elfde voorzitter van het Koninklijk Werk IBIS. De heer Jean-Jacques De Cloedt werd erevoorzitter. Admiraal Herteleer ontpopte zich op korte tijd tot een gedreven voorzitter die de bakens en uitdagingen van de IBIS-toekomst vol enthousiasme uitzet.
Voorzitter Willy Herteleer.
115
In 2006 bestond het Koninklijk Werk IBIS 100 jaar ! Dit historisch feit kon niet onopgemerkt voorbijgaan. Voor de officiële opening van het feestjaar werd 8 april gekozen. Op de geboortedag van onze stichterbeschermheer werd een eerbetoon gehouden aan het monument van Koning Albert I en Koningin Elisabeth naast de Petrus- en Pauluskerk te Oostende. In aanwezigheid van ondermeer provinciegouverneur Paul Breyne en Jean Vandecasteele, burgemeester van Oostende, werd een korte ingetogen plechtigheid gehouden. Nadien volgde en officiële ontvangst op het stadhuis.
Hulde aan Koning Albert I (8 april 2006).
116
Op zaterdagnamiddag 29 april 2006 vond de oud-leerlingendag plaats. Tweehonderdtweeënveertig mannen tussen 18 en 92 jaar kwamen voor een paar uur terug naar “hun” IBIS waar ze de primeur kregen om de unieke tentoonstelling “IBIS 1906-2006” te bezoeken.
Oud-leerlingendag (29 april 2006).
Hoogtepunt van het eeuwfeestgebeuren was het bezoek van Zijne Majesteit de Koning op woensdag 3 mei 2006. Koning Albert II werd officieel begroet door gouverneur Paul Breyne, burgemeester Willy Vanhooren, voorzitter Willy Herteleer en directeur Philip Declercq. De vorst was vergezeld door ondermeer luitenant-generaal Jef van den put, hoofd van het Militair Huis van de Koning, Frans De Coninck, Grootmaarschalk van het Hof en Jacques van Yperseele de Strihou, kabinetschef van de Koning.
117
In het Huis André Schlim gaf voorzitter Herteleer een uiteenzetting over de uitdagingen die IBIS te wachten staan. Langs een erehaag van IBIS-jongens begaf de Koning zich naar de Kop van ’t Sas waar het bronzen beeld van de IBIS-jongen onthuld werd.
Het figuratief beeldhouwwerk, in gegoten en gepatineerd brons, stelt een IBISjongen voor in zijn typisch uniform leunend op een platte knoop. De platte knoop is de enig knoop die, ook nadat hij stevig is aangetrokken, kan worden losgemaakt. Als symboliek hier is IBIS de platte knoop met enerzijds het kind uit soms moeilijke sociale omstandigheden en anderzijds de maatschappij die door subsidiëring en giften het lot van het kind tracht te verbeteren. De binding is hecht en intens door de inzet van de opvoeders en de leraars maar wanneer de jongen terugkeert naar de maatschappij moet de knoop zonder trauma kunnen worden losgemaakt. De knoop verwijst ook naar de verbondenheid met de zee. Het beeld is van de hand van beeldhouwer Bernard Vandenberghe die tal van exposities en kunstwerken op zijn actief heeft. Na het bezoek aan de tentoonstelling en het ondertekenen van het gulden boek nam de Koning de meeste tijd om met de genodigden te spreken.
118
De officiële viering van het eeuwfeest vond plaats op 19 mei 2006 in het Staf Versluyscentrum te Bredene. Vice-minister-president Frank Vandenbroucke, Vlaams minister van Onderwijs en Werk, was gastspreker op de academische zitting. Eerder op de namiddag had de minister een kort bezoek gebracht aan de school.
Bezoek Vice-minister-president Frank Vandenbroucke (19 mei 2006).
In zijn gelegenheidstoespraak onderstreepte de minister het belang van de bijzondere opdracht die IBIS al honderd jaar op zich neemt : “Het Koninklijk Werk IBIS lijkt mij nog bruisend en vitaal, nog volop zinvol bezig aan de realisatie van zijn oorspronkelijke opdracht, uiteraard aangepast aan de noden van vandaag … nog meer dan in andere scholen zijn de jongens op deze school jongens met een eigen verhaal. Voor de honderd leerlingen die hier schoollopen en verblijven is IBIS een veilige thuishaven maar ook een vertrekpunt voor hun verdere leven op zee of op land. De school kan voor leerlingen die het moeilijk hebben een betere toekomst ontsluiten. Een toekomst waarin hij het beste uit zichzelf kan laten zien ongeacht afkomst, rang of stand … Het Koninklijk Werk IBIS vervult deze maatschappelijke functie reeds lang voor er van een gelijkekansenbeleid sprake was. In haar opvoeding en onderwijs staat de individuele aanpak van de leerlingen, de aandacht voor persoonlijke problemen, de waardenvorming en het aanbieden van onderricht met het oog op vervolgonderwijs en/of tewerkstelling centraal … de educatieve aanpak van de school en het internaat past zowel in een rijke maritieme traditie van “eer, plicht en ridderlijkheid” als in het hedendaagse pleidooi van maximale talentontwikkeling van elke jongere. Het Koninklijk Werk IBIS leert jongeren de kop boven water te houden op de woelige zee. Velen onder hen hebben hun weg gevonden, hun toekomst gemaakt”. 119
Het laatste weekend van mei 2006 bezochten tijdens de opendeur honderden mensen de school en de uitzonderlijke tentoonstelling. Het eeuwfeestjaar werd op 8 juni 2006 afgesloten met een benefietconcert in het Kursaal te Oostende. Dankzij de steun van zovelen konden de jongens op 12 en 13 juni 2006 van hun eeuwfeestgeschenk genieten : een tweedaagse naar Disneyland Parijs. De uitgave van het gedenkboek “IBIS 1906-2006 - een koninklijk verhaal” in juni 2007 was het sluitstuk van het eeuwfeestjaar. Het boek vertelt de unieke geschiedenis van onze uitzonderlijke school. Op 29 augustus 2007 vond te Brussel de plechtige ondertekening plaats van het charter waarbij het peterschap van de Koninklijke Muziekkapel van de Marine over het Koninklijk Werk IBIS werd bekrachtigd. Deze gebeurtenis onderstreepte de 60-jarige uitzonderlijke vriendschappelijke relatie tussen de Marine en IBIS.
Ondertekening charter peterschap Koninklijke Muziekkapel van de Marine over het Koninklijk Werk IBIS (29 augustus 2007).
Op 1 september 2007 vond schoolorganisatorisch een herschikking plaats. Paul Van Coillie werd nieuw schoolhoofd en Kris Lams werd aangesteld tot coördinator secundair onderwijs. Het schooljaar 2008-2009 bracht twee belangrijke vernieuwingen met zich mee: de overgang van zeevisserijonderwijs naar maritiem technisch secundair onderwijs en het opstarten van een achtste leefgroep. 120
Het onderwijsdecreet XVII bepaalde nl. dat aan de gesubsidieerde internaten twee studiemeester-opvoeders werden toegekend. De Inrichtende Macht van het Koninklijk Werk IBIS koos resoluut voor het aanwerven van nieuwe opvoeders in plaats van loonkostvermindering voor de vzw. Op die manier kon een achtste leefgroep gecreëerd worden en aldus de kwaliteit van de opvang en het welbevinden bij de kinderen merkelijk verbeterd worden. De maximum opvangcapaciteit werd verhoogd tot 112 leerlingen. (8 leefgroepen van 14 leerlingen). Het aanbieden van algemeen maritiem onderwijs geeft onze leerlingen veel ruimere toekomstperspectieven. In 2009 werd een nieuwe brug-en machinesimulatieklas ingehuldigd in het Maritiem Instituut Mercator te Oostende. De drie maritieme scholen in de regio (MIGO Mercator, CVO De Avondschool en het Koninklijk Werk IBIS) krijgen hierbij een parel van didactisch materiaal ter beschikking. De drie maritieme scholen dragen bij à rato van het gebruik.
Brug-en machinesimulatieklas Maritiem Instituut Mercator Oostende.
De simulatieapparatuur omvat de nodige hard-en software voor navigatie, radar-en risicosimulaties en de werking van de machinekamer. Vanaf het schooljaar 2009-2010 maken de IBIS-leerlingen van de tweede graad vier uur per week gebruik van de simulatieklas.
121
Binnen IBIS werd in 2009 het schoolrestaurant en de keuken volledig vernieuwd conform de vereiste HACCP-normen.
Nieuwe keuken conform de vereiste HACCP-normen.
Sinds de overheveling van het Koninklijk Werk IBIS van het Ministerie van Verkeerswezen naar de Vlaamse Gemeenschap (1983) en vanaf 17 juli 1991 naar het Ministerie van Onderwijs wordt de voogdijminister uitgenodigd om kennis te maken met het specifieke pedagogisch project van IBIS. Zo werden de voorbije 25 jaar de ministers J. Lenssens, T. Kelchtermans, D. Coens, L. Van den Bossche en F. Vandenbroucke verwelkomd op IBIS. Op dinsdag 21 september 2010 was IBIS verheugd het bezoek te mogen ontvangen van Minister van Onderwijs Pascal Smet.
122
Na een uiteenzetting over de visie, de geschiedenis en de werking van IBIS volgde een rondleiding. In de nautische afdeling toonden de leerlingen van 4MTD oefeningen op de zeekaart en werd uitleg gegeven over de wekelijkse vaarbeurten met de O.29. Er volgde een vragenronde. In het gouden boek liet de Minister volgende boodschap achter : “Mensen doen schitteren, is het mooiste wat je kan doen. Dat is iets wat hier gebeurt. Een echte samenleving geeft kansen en warmte aan iedereen. Hartelijk dank daarvoor. Pascal Smet.”
De inhuldiging van het nieuw administratief gebouw “Prins Alexander” op 4 oktober 2012 door H.K.H. Prinses Alexander betekende tevens de voltooiing van de werken aan de panden Prinses Elisabethlaan 6-7-8. In 2010 was gestart met de grondige renovatie en herinrichting. De nieuwe officiële toegang tot IBIS omvat op het gelijkvloers de inkomhall, het secretariaat, het bureau van de hoofdopvoeder en een polyvalent personeelslokaal (Prinses Elisabethzaal). Op de eerste verdieping bevindt zich de Prins Albertzaal (vergaderzaal) en het bureau van de directeur. De twee aangrenzende panden zijn met het administratief gebouw verbonden. Daar zijn de sociale dienst, de therapeutische ruimtes, spreekplaats, opvoederslokaal en bureau coördinator internaat ondergebracht.
123
Voortaan is de officiële toegang tot het Koninklijk Werk IBIS gelegen Prinses Elisabethlaan 8 te Bredene. Een aanmeldingspunt aan de straatkant garandeert meer veiligheid en privacy voor de leerlingen. De campus wordt op die manier afgesloten en de bezoekers worden vanaf het nieuw onthaal doorverwezen. Op woensdag 20 februari 2013 bracht de VS-ambassadeur Howard Gutman, vergezeld van zijn echtgenote Michelle, een bezoek aan het Koninklijk Werk IBIS. Naar aanleiding van nieuwjaar hadden de leerlingen van 3 en 4 Maritieme Technieken Dek, samen met hun leerkracht Engels, een brief geschreven naar de ambassade. Kort daarop werd gemeld dat de ambassadeur op hun uitnodiging inging om IBIS te bezoeken! Het was een onvergetelijke ervaring voor al wie bij het bezoek aanwezig was. De ambassadeur stond erop alle klassen van de secundaire afdeling te bezoeken. In 4 MTD was er de “oval office” waar een interessant vraaggesprek was tussen leerlingen en ambassadeur. Hij nam zijn eigen levensverhaal als voorbeeld (vader vroeg gestorven, moeten werken om zijn studies te betalen… ) om mee te geven dat “the American dream” in elk van ons zit. Dat met wilskracht en inzet heel wat kan bereikt worden.
124
Op 24 mei 2013 brachten Koning Albert en Koningin Paola een bezoek aan het maritiem evenement Oostende voor Anker. Na de inhuldiging van het H.M.S. Vindictive monument mochten de IBIS-jongens de erehaag vormen voor de Koning aan boord van de Artemis. Het w as het laatste, officieel bezoek van de Vorst voor de troonsw issel.
Foto Jaquet
In oktober 2014 werd het totaal gerenoveerde opleidingsschip O.29 – Broodwinner officieel in gebruik genomen. Jarenlang was aangedrongen op die hoogstnoodzakelijke verbouwingen. De rederij Desmit kon in samenwerking met het Zeevissersfonds een As4 project indienen zodat er Europese subsidies ter beschikking werden gesteld. De leerlingen van het Mercatorinstituut en IBIS beschikken nu over een schip dat is voorzien van een klaslokaal en alle moderne uitrusting. IBIS maakt sinds januari 1972 gebruik van de Broodwinner voor de wekelijkse praktische opleiding op zee. Eerste minister Wilfried Martens was een regelmatige gast in de jaren tachtig.
125
De economische en sociale evolutie sinds 1906 plaatst ons heden in een totaal andere realiteit : de problematiek van kinderen en adolescenten evolueerde met het maatschappijbeeld mee. Het Koninklijk Werk IBIS vult in 2014 echter een even grote leemte op als in 1906. Nieuwe uitdagingen liggen in het verschiet waarbij de kwaliteitsverbetering van de opvang van de leerlingen de belangrijkste drijfveer is.
Foto: A. Huys
126
127
Koninklijke Bescherming 1906-1909 1909-1934 1934-1983 1956-2009 1983-1993 Sinds 1993
Prins Albert Koning Albert I Koning Leopold III Prins Alexander (erevoorzitter) Prins Albert Koning Albert II
Voorzitters IBIS (Koninklijk Werk IBIS vzw sinds 1927) 1906-1927 1927-1929 1929-1935 1935-1951 1951-1955 1956-1966 1966-1967 1967-1980 1981-1999 1999-2005 Sinds 2005
Edouard De Cuyper Albert Baron Ruzette François Baron Empain Louis Empain John Bauwens Ernest John Solvay Georges Goor Admiraal Lambert Robins Admiraal André Ridder Schlim Jean Jacques Ridder De Cloedt Admiraal Willy Herteleer
Gedelegeerd Bestuurder 1906-1927 1927-1958 1958-1987 Sinds 1987
Alphonse Bultinck Willy Courtens Jean-Pierre Duquenne Paul Daems
Directeurs IBIS (Koninklijk Werk IBIS vzw sinds 1927) 1906-1937 1937-1950 1950-1951 1951-1959 1959-1989 1989-1991 1991-1996 Sinds 1996
Prosper Wuylens Georges Cambier Pierre Wessels René David Hubert Caestecker Philippe Buyssens Roger Taillaert Philip Declercq
128
13.
DIGITAAL SCHOOLBELEIDSPLAN
In 2009 werd, met onmisbare steun van pedagogisch begeleider POV Geert Van Hyfte, verder gewerkt aan het uitbouwen van het digitaal schoolbeleidsplan. Dit digitaal instrument dient alle aspecten van de schoolorganisatie en schoolontwikkeling te omvatten en moet uiteindelijk door iedereen consulteerbaar zijn. Schoolontwikkeling is een proces waar actief aan de eigen beleidsvoering en aan het organisatorisch en onderwijskundig schoolfunctioneren wordt gesleuteld. In dit proces wordt een duidelijk en kernachtig langetermijnbeleid voor de school geformuleerd, compleet met daaruit afgeleide strategische doelstellingen. De school is de eerste verantwoordelijke voor de kwaliteit van haar onderwijs en moet instaan voor de vormgeving van een eigen kwaliteitsvol beleid. Dit vergt enerzijds een innoverend en anderzijds een zelfevaluerend vermogen. Het is van wezenlijk belang voor de school dat zij zichzelf als een systeem verder ontwikkelt en "leert”. Daarom is het belangrijk om te weten waar men op een bepaald ogenblik staat en eventueel hoe men dient bij te sturen. Het schoolbeleidsplan is binnen de context van schoolontwikkeling functioneel op verscheidene vlakken, zowel als ‘eindproduct’ als in haar ‘ontwikkelingsproces’. Als ‘proces’ is het de concretisering van het schoolbeleid en maakt het duidelijk hoe het schoolteam streeft naar verbetering van de onderwijskwaliteit door het uitwerken van prioriteiten en door een planning van vernieuwingsinitiatieven op korte en op lange termijn. Als ‘product’ is het beleidsplan een draaiboek waarin de concrete planning en het schoolbeleid worden vastgelegd. Zowel als ‘eindproduct’ als in haar ‘ontwikkelingsproces’, is het schoolbeleidsplan : -
een informatie- en documentatiedocument over het concrete functioneren van de school een draaiboek waarin de concrete planning en het schoolbeleid worden vastgelegd een verantwoordingsinstrument dat het uitgangspunt vormt voor evaluatie en bijsturing.
129
Het schoolbeleidsplan is tevens het resultaat van het proces van overleggen, evalueren en bijsturen, zowel wat de doelstellingen als wat de concrete activiteiten betreft. Werken aan het schoolbeleidsplan is een permanente cyclische beweging : ieder onderdeel dient vaak opnieuw gesitueerd en geëvalueerd te worden binnen de totale context van het schoolgebeuren. Het schoolbeleidsplan is te consulteren op www.ibiswerk.be.
130
14.
INFRASTRUCTUUR
In 2014 werd de bouwvergunning voor de bouw van een nieuwe vleugel aan het internaatsgebouw de Rede met 28 individuele kamers en de renovatie/herschikking van de huidige slaapzalen , door het college van Burgemeester en schepenen van Bredene goedgekeurd. In juni 2015 wordt het startsein verwacht van de subsidiërende overheid AGIOn zodat de eerste steenlegging wellicht in het najaar 2015 kan gebeuren. De nieuwe vleugel zal de huidige slaapaccommodatie vernieuwen door voor de 28 oudste jongens van het secundair individuele kamers te voorzien en voor de anderen jongens kleinere slaapcompartimenten.
Een belangrijk voorbereidend werk is het verplaatsen van de bestaande hoogspanningscabine die momenteel in de zone ligt van de nieuw te bouwen vleugel. Binnen de IBIS-campus werd een nieuwe locatie gevonden naast het atelier van de onderhoudsman. Deze werken dienen eerst voleindigd vooraleer de grondwerken voor het nieuw internaat kunnen starten. De hoogspanningscabine staat niet enkel in voor de elektriciteitsvoorziening van IBIS maar een groot deel van de wijk Sas is er ook aan verbonden.
131
15.
INSPRAAKORGANEN IN HET ONDERWIJS (SCHOOLJAAR 2014-2015)
16.1. Schoolraad In uitvoering van het Decreet van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 betreffende de participatie op school werd op 6 december 2005 een Schoolraad opgericht voor de volgende scholen : de Gesubsidieerde Vrije Lagere School Koninklijk Werk IBIS het Koninklijk Werk IBIS - Voltijds Maritiem Technisch Secundair Onderwijs. 16.2. Bevoegdheden De schoolraad kan aan het schoolbestuur uit eigen beweging een schriftelijk advies uitbrengen over alle aangelegenheden die het personeel, de ouders of de leerlingen aanbelangen. De schoolraad kan aan de directeur uit eigen beweging een schriftelijk advies uitbrengen over de algemene organisatie en werking van de school. De schoolraad verleent, op basis van art. 19 van het participatiedecreet, aan de inrichtende macht advies over elk ontwerp van beslissing betreffende : -
de bepaling van het profiel van de directeur het studieaanbod het aangaan van samenwerkingsverbanden met andere schoolbesturen en met externe instanties de vaststelling van het nascholingsbeleid het beleid betreffende experimenten en projecten
De schoolraad overlegt, op basis van art. 21 van het participatiedecreet, met het schoolbestuur over : -
-
het opstellen of wijzigen van het schoolreglement het opstellen of wijzigen van de lijst van bijdragen die aan ouders kunnen worden gevraagd, evenals de regeling betreffende de afwijkingen die op deze bijdrageregeling worden toegekend, voor zover deze regelingen niet zijn opgenomen in het schoolreglement het schoolwerkplan het beleidscontract dat de samenwerking regelt tussen de school en het CLB elk ontwerp van beslissing betreffende de jaarplanning van extra murosactiviteiten en parascolaire activiteiten elk ontwerp van beslissing betreffende de infrastructuurwerken die niet onder het toepassingsgebied vallen van art. 17, § 2, 1°, a) en c), van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten 132
-
elk ontwerp van beslissing betreffende de vaststelling van de criteria voor de aanwending van lestijden, uren, uren-leraar en punten elke ontwerp van beslissing betreffende het welzijns- en veiligheidsbeleid op school.
De overlegbevoegdheid wordt uitgeoefend in een gezamenlijke vergadering van schoolbestuur en schoolraad. Zowel schoolraad als schoolbestuur moeten tijdens het overleg streven naar een akkoord. Het overleg leidt tot een akkoord of niet-akkoord. Een akkoord wordt uitgevoerd door het schoolbestuur. In geval van niet-akkoord neemt het schoolbestuur een eindbeslissing. De schoolraad kan geen adviezen uitbrengen over de arbeidsvoorwaarden. De arbeidsvoorwaarden blijven de exclusieve materie van het LOC. De bevoegdheid van de schoolraad aangaande het welzijns- en veiligheidsbeleid op school doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van het Comité Preventie en Bescherming op het Werk. Het behoort niet tot de bevoegdheid van de schoolraad om individuele dossiers of gevallen te bespreken. 16.3. Samenstelling van de Schoolraad (2014-2015) - de heer D. Vaneessen, coördinator, voorzitter Schoolraad. - de heer P. Van Coillie, schoolhoofd Lager Onderwijs, secretaris. - de heer Ph. Declercq, directeur Koninklijk Werk IBIS - de heer M. Lambrechts, bestuurder, vertegenwoordiger van het schoolbestuur - de heer E. Verbrugghe, bestuurder, vertegenwoordiger van het schoolbestuur - de heer K. Lams, coördinator secundair onderwijs, adviseur - de heer R. Coelus, vertegenwoordiger v/d geleding Lokale Gemeenschap - de heer J.M. Derdeyn, vertegenwoordiger v/d geleding Lokale Gemeenschap - mevrouw L. Joseph, vertegenwoordiger van de geleding Personeel - mevrouw A. Van Acker, vertegenwoordiger van de geleding Personeel - K. Cazaux, vertegenwoordiger van de geleding Leerlingen - Vertegenwoordiger van de geleding Ouders : nihil. 16.4. Lokaal Onderhandelingscomité (LOC) - Geleding van het schoolbestuur : Voorzitter : de heer M. Lambrechts Leden : de heren D. Floren, E. Verbrugghe en Ph. Declercq - Geleding van het personeel : Leden : mevrouw C. Devos, N. Van haverbeke en de heer E. Thirry - Permanent adviseur : de heer P. Van Coillie
133
16.
RAAD VAN BESTUUR EN LEDEN VAN DE VZW OP DATUM VAN 31 DECEMBER 2014
Voorzitter
De heer Willy Herteleer, Admiraal (b.d.)
Gedelegeerd Bestuurder
De heer Paul Daems
Bestuurder-secretaris
De heer Paul Gerard
Bestuurders
Mevrouw France Good-Duquenne Mevrouw Marie-Claire Mares-Delrue Mevrouw Nicole Vancoillie Mevrouw C. Van Oosterwyck-Vanwynsberghe De heer Roland Beyen De heer Charles Depoorter De heer Dirk Floren De heer Michel Lambrechts De heer Roger Meert (*) De heer Erik Verbrugghe De heer Jan Vercruysse De heer Patrick Vermandel De heer Pierre Warnauts
Leden Mevrouw Diana Boey-Versluys, Mevrouw Lucy D’Haenens-Herlant, Mevrouw Andrée Flahaut-Pouillon, Mevrouw Cécile Goor-Eyben, Mevrouw Myriam Vermandel-Gueuning. De heren Patrick Allary, Raymond Blomme, Mathias Boels, Paul Breyne, Philip Caestecker, Pieter Carbon, Ronald Carly, Edwin Coulier, Henri Christiaen, Géry De Cloedt, Bernard de Gerlache de Gomery, Geert De Loore, Pierre De Maesschalck, Xavier De Maesschalck, Patrick Deneire, Bernard De Putter, Gilbert Derudder, John Derudder, Emmanuel Desutter, Jean-Philippe Duquenne, Jan Goemaere, Willy Goethals, Yves Goossens, Georges Heeren, Michel Hellemans, Michel Hofman, Johan Konings, Gilbert Legein, Roland Makelberge, Jan Mees, Daniel Opdedrynck, Hilaire Ost, Hugues Robins, JeanPaul Robyns, Hubert Rubbens, Geert Schelstraete, Guy Taillieu, Luc Van Damme, Jan Vanden Weghe, Eddy Van haverbeke, Frans Van Rompuy, Michel Verhulst, Willy Versluys. (*) vertegenwoordiger van de Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel.
134
Ere-Bestuurders en tevens Lid Algemene Vergadering: De heer Jean-Jacques Ridder De Cloedt (ere-voorzitter) De heer Hubert Caestecker De heer Jean Carlier De heer Etienne de Hemptinne De heer Jean-Pierre Duquenne De heer André Opstaele De heer Robert Simoen De heer Marcel Vanden Bosch
*****
Op 14 maart 2014 overleed Bestuurder Arnold Raes (°13/09/1933). Sedert 2002 maakte hij deel uit van de Algemene Vergadering en was hij Bestuurder sinds 2004. IBIS is hem erg dankbaar voor zijn jarenlange inzet en bezorgdheid om het financiële welzijn van de vereniging. Zijn financiële expertise werd erg gewaardeerd. De begrafenisplechtigheid werd bijgewoond door een delegatie IBIS-jongens.
135
17.
PERSONEEL IN DIENST VAN HET KONINKLIJK WERK IBIS OP 31 DECEMBER 2014 (datum van indiensttreding)
Directeur
Declercq Philip (leerkracht - 01/09/85) (directeur - 07/11/96)
Directiesecretaresse
De Vestel Chris (01/01/92)
Maatschappelijk assistent
Broos Ingrid (01/09/91) Vandommele Manu (22/10/01) deeltijds
Gesubsidieerde Vrije Lagere School Schoolhoofd
Van Coillie Paul (leerkracht - 13/09/83) (schoolhoofd - 01/09/07)
Onderwijzers
Tratsaert Nikita (01/09/13) Meulebrouck Clarice (01/09/11) Victor Fabiana (01/10/87) Devriendt Maya (08/01/08) lichamelijke opvoeding Joseph Leen (01/09/78) Claeys Ingrid (01/10/85) Vandemaele Emily (02/09/02) Van haverbeke Nadia (23/1/86)
1° leerjaar 2° leerjaar 3° leerjaar 4° leerjaar +
Ghillebert Tina (01/09/13) lichamellijke opvoeding
Zedenleer +
Bijzondere leermeesters
136
5° leerjaar 6° leerjaar 3e + 4e + 6° leerjaar Zorg
Voltijds Secundair Onderwijs Coördinator S.O.
Lams Kris (15/06/92)
GOK-leraar
Lams Kris (15/06/92) - 6 u/week
Leraars voltijds
Spegelaere Angélique (01/09/93) Van Acker Anja (02/09/96) Declercq Jurgen (06/10/00) Borrey Frank (01/02/87) Noë Tobias (01/04/14) Vanpoucke Ruben (10/09/14)
Leraars deeltijds
Van Craeynest Patrick (01/09/00) - 11u/week Godfroid Philippe (01/09/14) - 2 u/week
137
Internaat Coördinatoren-internaat Opvoeders Jantjes Zeemaats Lavers Scheepsjongens Lichtmatrozen Matrozen Cadetten Aspiranten
Fleurman Chris (01/09/75) Vaneessen Dirk (02/11/71) Gysbrechts Shana (17/09/12) Decroos Lien (19/05/08) Diet Sirana (01/09/12) Dantschotter Jasmien (01/09/10) Grimonprez Kim (01/07/06) - deeltijds Devolder Gwen (04/09/02) Machtelinckx Christoph (01/09/08) de Kievith Bram (01/06/08) Depotter Femke (08/07/02) - deeltijds Gykiere Bo (06/08/07) Pauwels Piet (09/02/90) Nys Carine (19/01/09) Loncke John (15/09/01) Vermoote Steve (01/07/06) Barra Brecht (01/09/12) Quarin Steve (07/01/02) Thirry Eric (01/09/79) Vandommele Manu ((22/10/01) - deeltijds
Kok
Chromiak Patricia (18/04/06) Deschacht Dominique (01/09/91)
Keukenhelpers
Curvers Sabrine (18/01/00) Deleye Marleen (03/11/87) deeltijds
Naaisters
Corneillie Patricia (12/02/07) – voltijds Vanparys Audrey (19/08/13) – voltijds Velghe Christine (06/06/83) – deeltijds
Schoonmaaksters
Balck Martine (04/11/96) * Devos Christine (01/06/89) Dumarey Heidi (01/11/12) – 24 u/wk Lapere Carmen (12/09/11) Miguel Da Conceiçao M.J. (24/10/11) Morina A. (10/03/14) Pots Carine (17/09/12) – 19 u/wk Van Bellegem Martine (25/08/03) Zulfaj B. (04/08/14) - deeltijds
Onderhoudsaangestelde
Spahijaj Sadat (04/04/12)
*
Vervangen gezien tijdelijk afwezig wegens ziekte, loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, zwangerschapsverlof, ter beschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden, … 138
18. INHOUDSTAFEL
1. ............. Inleiding ............................................................................................ 1 2. ............. Opdracht en doelstelling .................................................................. 12 3. ............. Maatschappelijke dienstverlening.................................................... 16 4. ............. Leerlingenbegeleiding en opvolging ................................................ 40 5. ............. Maatschappelijke situering van de kinderen .................................... 42 6. ............. Gezondheidsbeleid .. ....................................................................... 45 7. ............. Veiligheidsbeleid ..... ....................................................................... 47 8. ............. School ..................... ....................................................................... 50 9. ............. Statistisch overzicht van de schoolbevolking .................................. 79 10. ........... Internaat .................. ....................................................................... 85 11. ........... IBIS-logboek ............ ..................................................................... 104 12. ........... Historiek .................. ..................................................................... 106 13. ........... Digitaal schoolbeleidsplan ............................................................. 129 14. ........... Infrastructuur ........... ..................................................................... 131 15. ........... Inspraakorganen in het onderwijs ................................................. 132 16. ........... Raad van Bestuur en leden van de v.z.w. .................................... 134 17. ........... Personeel in dienst van het Koninklijk Werk IBIS ......................... 136 18. ........... Inhoudstafel ............. ..................................................................... 139
Met dank aan de medewerkers van het jaarverslag 2014
139
140