Reisverslag vakantie Terschelling 2010. Zondag 9 mei 2010 Rotterdam – Terschelling. Zeer bewolkt, af en toe (mot)regen, ’s middags af en toe zon 11 o C. De stedentrip van dit jaar wordt eigenlijk een multi-dorpentrip. Terschelling is geen stad en heeft geen steden, dus alle dorpen opgeteld, zal het wel een stad zijn. Om kwart voor zes gaat de wekker en na een kort wasje en mini ontbijt vertrekken we om halfzeven met de auto. Het komt misschien wel goed uit dat we dit jaar in Nederland met vakantie gaan. Met enige regelmaat zijn delen van het Europese luchtruim gesloten om dat op een slordige vijf kilometer hoogte veel as in de lucht aanwezig is. De as is afkomstig van een actief geworden vulkaan op IJsland en wordt door de, voor ons, verkeerde windrichting naar het continet gedreven. Juist vandaag zijn de luchthavens in Spanje gesloten en dan te bedenken dat Valencia eventueel alternatief voor de huidige bestemming Terschelling zou zijn geweest. Na ruim twee uur rijden komen we in Harlingen aan. Af en toe een beetje regen is het enige probleem dat we onderweg hebben gehad. Er was bijna geen verkeer op de weg en vanaf Alkmaar neemt het weinige verkeer ook nog eens sterker af. We hebben zo ontspannend kunnen rijden. We zijn ruim op tijd voor veerboot, die ons vervolgens binnen twee uur naar het Waddeneiland brengt. Tegen de tijd dat we Terschelling en Terschelling-West naderen komt de zon steeds meer door de bewolking heen. De min of meer regelmatige zon blijft de rest van de dag. Het ontschepen gaat snel en vervolgens is het zo ongeveer een kwartiertje rijden naar ons hotel. De kamer is nog niet gereed. Dat zal pas om drie uur zijn. Geeft niks. De koffers liggen prima in de auto en het strand is niet ver weg. We wandelen eerst een flink stuk over het strand. Lekker, en behoorlijk, uitwaaien hier. We komen er een dode en flink aangevreten zeehond tegen. De kop van het beest is nauwelijks meer als kop te herkennen. We willen terug naar het hotel door de duinen wandelen, maar dat lukt niet. Er is geen pad en soms is het wel erg stijl, dus lopen we langs de zee weer terug naar Paal 8. Paal 8 is de naam van het hotel en uiteraard ook een plaatsaanduiding op het strand. Het is nu wel drie uur geweest, maar de kamer is nog niet gereed. Het niet al te warme weer heeft toch wel invloed op onze blazen gehad en gelukkig kunnen we even in het hotel plassen. We nemen de auto en rijden dan weer naar Terscheling-West, of is nu West-Terschelling, ik weet het niet, maar het maakt niets uit, het blijft steeds hetzelfde dorpje. We gaan West (zo noemen ieder geval de Terschellingers dit dorp in “Sil de Strandjutter”) bekijken. We missen, of beter we kunnen het niet vinden, de grote begraafplaats. De oude begraafplaats, die midden in het dorp ligt, naast de vierkante Brandaris wel. De Brandaris, waar je slechts tegenaan kunt kijken en omheen kunt lopen, ziet er heel anders uit dan ik me van een vuurtoren voorstel. Niet rond, maar vierkant en al helemaal niet rood en wit gestreept, nee gewoon baksteen. We sluiten het bezoek af met een maaltijd bij het plaatselijke Chinese restaurant en rijden dan weer terug naar Paal 8. De kamer, het is nu ruim zes uur geweest, is uiteraard wel gereed, en we kunnen hem betrekken. Het is een mooie, grote kamer (of eigenlijk twee kamers, een apart zit gedeelte, dat door een muur en twee deuren van het slaapgedeelte wordt gescheiden). Verder is er een groot terras, vanwaar je
1
de duinen en de zee kunt zien en bij helder weer ook de zonsondergang. We luieren nog wat, drinken een kop koffie en gaan dan redelijk vroeg naar bed. Het is immers een lange dag geweest, die al vroeg in Rotterdam begon.
Maandag 10 mei 2010 Terschelling. Af en toe zon, ’s middags een regenbui 11 o C. We staan om acht uur op, om vervolgens te gaan ontbijten. Ria zorgt aan het einde van het ontbijt voor (een deel van) de lunch, door twee eieren en twee sesamcrackers mee te nemen. Gelukkig dat de eieren hard zijn gekookt, anders hadden de zakken van haar vest lelijk vol struif gezeten. Op de kamer teruggekomen probeert Ria contact te krijgen met de man van de vakbond, in verband met haar dreigende ontslag. Het lukt niet omdat aan deze kant het hotel er geen dekking voor een mobiele telefoon is. Onverrichte zaken, wat het bellen betreft, vertrekken we om een uur of tien uit de kamer en stappen in auto om naar het oosten van het eiland te rijden. Als we in Formerum zijn aangekomen blijkt er voldoende bereik te zijn, alleen is de man, die Ria wil spreken niet meer aanwezig. Morgen dus nog meer een keer proberen. In Formerum bezoeken we eerst het wrakkenmuseum. Een tot museum verbouwde boerderij, waar allerlei vondsten van het strand zijn samengebracht. Een soort Sil de Strandjutter dus, maar dan ten behoeve van het algemeen. Na een uurtje of twee stappen we naar buiten, nadat we alles wat uit het Wad is gevist hebben aanschouwd. Stapels sportschoenen, stapels Goudse pijpjes. Van dingen zoals lucifertjes tot complete stuurhutten van oorlogsschepen. In de plaatselijke Super de Boer kopen we een paar flessen frisdrank en rijden dan weer verder naar het oosten. We rijden tot we niet verder mogen rijden en gaan dan te voet op de Boschplaat verder. Hier eten we de van het ontbijt meegenomen spullen langs de kant van het pad op en lopen dan weer terug naar auto, om vervolgens bij het winkeltje van de laatste, oostelijke boerderij te stoppen. Ria zoekt hier een paar kleertjes voor de kleinkinderen uit. De eerste druppeltjes beginnen dan naar beneden te vallen en als we na een klein eindje wandelen, van het winkeltje naar de parkeerplaats, in de auto zitten, zijn we al behoorlijk nat geworden. Veel anders dan terugrijden naar het westen zit er niet op. Oostelijker mag je hier niet en zowel naar noord als zuid, doemt het water van zee al snel op. In WestTerschelling aangekomen is het een goed plan om één van de weinige binnenactiviteiten te gaan doen: een bezoek aan het zeeaquarium. Ook gaan de uurtjes snel tussen al de levende vissen en, let op de combinatie, opgezette vogels. Als we buiten komen is de zon weer vrolijk aan het schijnen en besluiten we om de rest van de middag door het dorpje te gaan wandelen. We vinden nu zonder problemen (gewoon een paar honderd meter doorlopen nadat de bordjes ophouden) de grote begraafplaats, inclusief de graven uit de Tweede Wereldoorlog. Via de duinen lopen we dan om het dorp heen, terug naar het dorp (als U begrijpt wat ik bedoel). Ria wordt nog gebeld, maar we kunnen niet snel genoeg de telefoon uit de rugzak te pakken krijgen. Het gerinkel is al afgelopen als ze haar telefoon in haar hand heeft. Het blijkt een nummer van de vakbond te zijn. Terugbellen levert,
2
net als vanmorgen, geen resultaat op. Dus blijft het devies: morgen maar weer proberen. We eten een pizza en gaan dan, na een leuke dag, weer terug naar hotel Paal 8 in West aan Zee
Dinsdag 11 mei 2010 Terschelling. Overwegend zonnig 10 o C. De wekker staat op halfacht, waarna we na het wassen aankleden gaan ontbijten. Ria regelt, net als gisteren, wederom een deel van de lunch. Te weten twee sesamcrackers vandaag gelardeerd door twee appels. Rond halftien rijden we richting Formerum. Zodra de telefoon aangeeft dat er weer verbinding is stoppen we eerst even om Ria de kans te geven met de man van de vakbond te telefoneren. Dat is dan nu drie maal is scheepsrecht: met andere woorden het lukt dus. In Formerum laten we auto staan en huren we fietsen en tegen tien uur rijden we met de zon en de wind in het gezicht naar het oosten. Ik hoop maar dat de wind niet zal draaien gedurende de dag, zoals dat vroeger met fietsen naar school maar al te vaak gebeurde. Richting Oosterend en daarna ook de Boschplaat, dat is het doel. Ik had gehoopt dat je helemaal tot het oostelijke puntje van het eiland kon doorfietsen, maar na een tijdje houdt het fietspad op en gaat verder als zandpad. Een keurige parkeerplaats voor fietsen is er wel, maar het is dan nog veel te ver om naar het einde van de Boschplaat te lopen. Hier tegen de duinen aan is de wind veel minder dan op het open stuk hiervoor. Maar wat nog veel aardiger is, is dat bij het weer terugfietsen de wind nog niet is gedraaid! Lekker, ontspannend trappen dus. Na een eerste tussenstop, waar Ria aan een tekening werkte, terwijl ik de omgeving fotografeerde, gebeurde mij, waarvoor Ria bang was. Ik rijd langzaam, min of meer wachtend op Ria, weg. Het is echter iets te langzaam. Omdat ik bijna geen vaart heb beland ik buiten het asfalt van het fietspad, in de berm, die voornamelijk uit gras bestaat. Mede omdat ik al bijna geen snelheid heb en omdat het gras ook nog eens, ten opzichte van het asfalt, als extra rem fungeert, neemt mijn snelheid dermate af, dat ik bijna stil sta. De zwaartekracht doet dan de rest en uiterst langzaam, maar zonder enige mogelijkheid om het te kunnen corrigeren, zie ik de grond op mij afkomen en maak ik een zachte landing. Opkrabbelen en gewoon weer verder fietsen. Verder niets. Memorabel is dan dat enkele minuten later Ria ook bijna in de berm ligt. We stoppen even later nog bij een schapenkaasboerderij om een, en dat merken we vanavond dan wel, overheerlijk kaasje te kopen. Nog een kwartiertje of drie trappen en dan leveren we de fietsen weer in. De auto brengt ons weer naar West. We hebben dan nog anderhalf uur voordat het Behouden Huys, een museum mede over het leven van de beroemde Terschellinger Willem Barendtz, zijn deuren sluit. Leuk om dit te zien, waarvan de hoogtepunten van dit museum het nagemaakte deel van een houten zeeschip en de reconstructie van de hut op Nova Zembla zijn. We slenteren nog wat door het dorp en besluiten te eten bij hetzelfde restaurant als gisteren. Niet al te laat zijn weer terug op de hotelkamer, om dan de dag luierend en snoepend aan het de vanmiddag gekochte Fenegriek kaas, die inderdaad lekker is.
3
Woensdag 12 mei 2010 Terschelling. ‘s Morgens regen, ‘s middags bewolkt en vrijwel droog; veel wind 9 o C. De wekker staat weer op acht uur en we merken dan dat het geluk van de laatste dagen ons nu een beetje in de steek laat, voor wat het weer dan betreft. Er is regen en veel wind en die regen waait nu niet over het eiland heen, richting vaste land, zoals gisteren, maar de wolken lossen nu ook hier hun vocht. Na het ontbijt lijkt het, vanuit de hotelkamer dan, wel mee te vallen. Dus, na enig treuzelen, gaan we naar buiten. Dan blijkt het toch harder te waaien en harder te regenen dan we van binnen uit konden zien en dan leuk is, dus maken we rechtsomkeert naar de kamer, alwaar we al luierend de rest van de ochtend doorbrengen. We eten, ook in de kamer, de door Ria gejutte lunch. Inmiddels is het ook droog geworden, op een paar spetters af en toe, na dan. Alleen de flinke wind is gebleven. Het is maar goed dat we niet voor vanmiddag hebben besloten om te gaan fietsen. We brengen de middag door met een bezoek aan de Bessenschuur, waar een tentoonstelling over, uiteraard, de cranberry is, alsmede een tentoonstelling van opgezette vogels. De vogels zijn bijeengebracht door de vuurtorenwachters van de Brandaris. Het zijn dieren, die zich dood hebben gevlogen tegen sterke licht van de vuurtoren. Het bijbehorende bezoek aan de Cranberry Lekkernijmakerij in Formerum, waar er een presentatie zou zijn en een proeverij, valt min of meer in het water, ondanks dat het weer nu droog is. Deze presentatie en proeverij is slechts één maal per dag en begint om twee uur ’s middags. We zijn, nu we er arriveren, al bijna twee uur later. We laten het dan verder en kopen alleen iets in de aangrenzende winkel. Na de winkel dan maar tot in den treure te hebben bekeken, veel meer valt hier eigenlijk niet te doen, want buiten is het vanwege de wind allerminst aangenaam, rijden we naar West en vereren er de plaatselijk Chinees met tweede bezoek, deze vakantie. Na het eten rijden we weer terug naar het hotel. Vanwaar we de zon, bijna zonder toegevoegd rood, in het grijs zien verdwijnen.
Donderdag 13 mei 2010 Terschelling. Bewolkt, af en toe zon 10 o C. De wekker staat weer op acht uur, het wordt alleen geen ontbijt zoals de afgelopen dagen. Ria wordt wakker met een uitstulping in haar mond, die gevuld lijkt te zijn met bloed. Het heeft bijna de vorm van een knikker, met een middellijn van ongeveer een halve centimeter. Na het eten, wat haar niet zo gemakkelijk afgaat, omdat ze de uitstulping niet kapot wil bijten, rijden we naar West, naar de lokale huisarts. We kunnen er niet direct terecht, het is tenslotte vandaag Hemelvaartsdag, maar wel om kwart over elf, zodadelijk, als we het telefoonnummer, dat op de deur vermeld staat,
4
bellen. We lopen dus eerst nog in het dorpje rond en gaan dan weer terug naar dokterspraktijk. De arts stelt vast dat het een ontsteking van de ader is, maar doet er verder niets mee. Hij vraagt Ria terug te komen als het gaat irriteren of zo en anders thuis naar de huisarts te gaan. Als Ria klaar is, gaan we naar het VVV-kantoor, dat vlak bij de huisartspraktijk is. In het dagelijks bulletin van het hotel hadden we gelezen dat vanmiddag de eendenkooi in Hoorn bezocht kon worden. Kaarten ervoor zouden te verkrijgen zijn bij de VVV. Echter het kantoor blijkt vandaag gesloten. Er is alleen een verwijzing op de deur geplakt naar het nabij gelegen “Het wakend Oog”. Een cafeetje in een historisch pand. Die zijn wel open, maar er zijn alleen geen kaartjes voor de rondleiding in de Hoornse eendenkooi. Het enige wat ze voor ons kunnen doen, is het geven van een niet al te duidelijke aanwijzing, waar de eendenkooi zich in Hoorn bevindt. “Misschien dat er wel bordjes zijn”: zegt men. We rijden naar Hoorn. Niks geen bordje, niks geen aanwijzing. We zien allen op de kaart dat er een eendenkooi aan de oostkant van Hoorn ligt. Zoeken helpt echter niet, ook en paar keer vragen helpt niet. Dus geven we moed maar op en brengen een bezoek aan de buitenkant van de historische kerk en het daarbij liggende kerkhof. We rijden dan terug naar het hotel, echter met een tussenstopje in Formerum, om een broodje kroket te kopen, waarna we de rest van de lunch eten. Vanuit de hotelkamer maken we wandeling door de duinen (de andere kant op dan afgelopen zondag). Terug over het strand, waar nog wel iets te jutten valt, als je tenminste van oude, vuile, spullen houdt, of één of ander museum hebt. Daarna rijden nog maar eens naar West, om voor de laatste keer deze vakantie een pizza te gaan eten. We kiezen voor het eerder bezochte restaurant, waar je die heerlijke salades krijgt, die je zelf kunt samenstellen. Teruggekomen in het hotel, brengen we de rest van de avond luierend door. Ria voor de vijfde, achtereenvolgende avond in het ligbad. Het is de laatste avond in deze luxe kamer en laatste nachtje slapen in het luxe bed.
Vrijdag 14 mei 2010 Terschelling – Rotterdam. Veel zon, af en toe een wolkje 12 o C. De wekker staat op acht uur en de situatie weer normaal. Ria heeft gisterenavond de bloedbobbel in haar mond tijdens het tandenpoetsen kapot gestoken. Nadat het bloed eruit was, is er niets meer gebeurd. Het is schoon gebleven. Het is mooi dat de bobbel vanochtend niet meer terug is gekomen. Na het eten checken we uit en rond tien uur rijden we weg van het hotel, richting Terschelling-West. De mooie, blauwe, met wolkjes gelardeerde, lucht nodigt onderweg nog een paar keer uit om wat foto’s te nemen. In Terschelling-West bezoeken we het visserijmuseum “Aike van Stien”. Een in een woonhuis, ter nagedachtenis van de visser Aike, bijeengebrachte spullen. Buitengekomen is het ongeveer etenstijd en wat kun je het beste eten na een bezoek aan een visserijmuseum: kibbeling met frietjes en een wandeling langs het “Groene strand”. Hier groeit het gras tot aan de waterlijn van het Wad. Ria ziet hier de kans schoon
5
om nog een mooie tekening te maken. De route leidt ons vervolgens min of meer terug naar de haven van West. Die haven, waar alleen dan de auto staat, laten we min of meer links liggen en we vertrekken om een uur of halftwee richting Lies, naar de museumboerderij “De Bijenworf”, die om twee uur open gaat. Maar het lijkt, net als gisteren in Hoorn, alsof ons het bezoek niet gegund is. In de folder staat dat de boerderij op dinsdag, woensdag en donderdag is geopend en in het hoogseizoen op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag. Men rekent hier op het eiland nu overal hoogseizoen prijzen, dus moet het wel hoogseizoen zijn. De oplettende lezer begrijpt het al: voor de “De Bijenworf” is het dus nog laagseizoen. ’s Vrijdags gesloten dus. Terug naar West lijkt geen optie. Je vindt op dit uur van de dag voor je auto geen parkeerplaatsje meer, dus rijden we door naar Hoorn; naar het Hoornse bos wel te verstaan, om daar een wandeling te gaan maken. We zijn al eerder door dit bos gefietst, maar het is zeker ook leuk er door te wandelen. Na de wandeling toch maar terug naar West. Vanuit daar vertrekken we weer naar het vaste land. Aangekomen in West is het mega druk. De gehele vakantie hebben we het hier nog niet zo druk meegemaakt, maar we hebben wel geluk dat we de auto vrij dicht bij de haven kunnen parkeren. Het is zo druk omdat vandaag de jaarlijkse roeiwedstrijd van Harlingen naar Terschelling is. Met sloepen wedijvert men dan over het Wad heen. Veel publiek komt erop af. Je kunt er bijna over de hoofden lopen. De vele sloepen en andere, begeleidende, schepen erom heen, vormen een leuk decor voor het dorp. Na al dat leuks bij de haven te hebben bekeken, wandelen voor het laatst deze vakantie door het dorp en eten een ijsje. Zo waar, men heeft hier in de plaatselijke ijszaak, die in de schaduw van de Brandaris ligt, suikervrij ijs. Dat komt niet zoveel voor. Wel zo leuk voor Ria. Het is wel een beetje dringen, maar we krijgen onze bolletjes. Hierna zoeken we auto op en rijden, tussen het publiek van de roeiwedstrijd door, naar de veerboot. De boot lijkt iets vertraagt (het inschepen begint in ieder geval later dan voorzien), maar er zit klaarblijkelijk voldoende ruimte in het in- en ontschepingsplan, zodat we met nog geen twee minuten vertraging de haven, richting Harlingen, uitvaren. Aan boord eten we nog een klein hapje en om een uur of kwart over vijf arriveert de veerboot in Harlingen en na wat gestuntel (de TomTom weet niet zo goed raad met de nieuwe weg en de omleiding hier) rijden we via dezelfde weg, als we heen hebben genomen, terug naar huis. Een stopje om te tanken is het enige, verder een prima rit naar huis, met het omgekeerde van zondag, waar het nu steeds een beetje drukker wordt op de weg. Om een uur of tien ’s avonds zijn we weer thuis en kunnen terugkijken op een leuke vakantie op Terschelling. Bedankt Terschelling.
6