Reglement voor de bachelorproef TLK
KU Leuven Campus Brussel Faculteit Letteren Reglement voor de bachelorproef taal- en letterkunde
Inleiding In dit document wordt de opzet beschreven voor de bachelorproef van de opleiding Taal- en Letterkunde van de KU Leuven Campus Brussel. Onderstaande opzet geldt voor het academiejaar 2015-2016 en zal aan het einde van het academiejaar geëvalueerd worden. Ook tussentijdse bijsturing blijft mogelijk.
Academische doelstellingen en eindtermen Studenten die met succes een bachelorproef hebben afgelegd, zijn in staat om: - een onderzoeksvraag te situeren tegen de achtergrond van bestaand onderzoek; - relevante bronnen te selecteren en te verwerken; - wetenschappelijke literatuur kritisch te evalueren; - een heldere synthese en genuanceerde interpretatie van de problematiek te geven, volgens de vereisten van een wetenschappelijk betoog; - de door hen verworven inzichten op een doordachte manier over te brengen in een mondelinge presentatie voor hun docenten en medestudenten.
Algemene richtlijnen De bachelorproef bestaat uit twee delen: de schriftelijke rapportering en de mondelinge presentatie. Deze delen zijn niet gelijkwaardig, noch wat het aantal ECTS betreft noch in de beoordeling. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het relatieve gewicht van beide onderdelen. AANTAL ECTS
AANTAL PUNTEN
DEEL 1
7
15
DEEL 2
2
5
TOTAAL
9
20
Tabel 1: ECTS- en puntenverdeling
Het eerste deel bestaat uit een wetenschappelijk betoog. Deze tekst bevat een onderzoeksvraag, een kritische bespreking van de voor de onderzoeksvraag relevante wetenschappelijke literatuur en een heldere synthese en genuanceerde interpretatie van de problematiek.
Versie september 2015
Reglement voor de bachelorproef TLK
In het tweede deel worden de in het wetenschappelijke betoog verworven inzichten vertaald in een mondelinge presentatie voor medestudenten en docenten. Erasmusstudenten die op het moment van de mondelinge presentatie in het buitenland zijn, kunnen die presentatie vervangen door een gedetailleerd voortgangsrapport dat ze aan promotor en copromotor/lector bezorgen op hetzelfde moment wanneer niet-Erasmusstudenten hun mondelinge presentatie geven.
Praktische richtlijnen ECTS De bachelorproef omvat 9 ECTS (hetgeen voor de student 225 à 270 uur studietijd betekent). Ca. 75% hiervan wordt besteed aan het eerste deel van de bachelorproef, de resterende 25% aan het tweede deel. Toelatingseisen De studenten moeten in de tweede opleidingsfase het opleidingsonderdeel Wetenschappelijke vaardigheden of een daarmee evenwaardig vak gevolgd hebben. Een promotor kan nog andere vereisten opleggen aan studenten die bij hem/haar een BA-proef willen maken. Tijdpad - Uiterlijk op 1 oktober 2015 zijn voor iedere promotor de mogelijke thesisonderwerpen bekend. Deze onderwerpen zijn terug te vinden op het studentenportaal. - Uiterlijk op 15 november 2015 hebben de studenten een promotor gekozen, en hebben ze al een eerste verkennende gesprek met hem/haar achter de rug. Tevens stelt de student een werkplan op, dat hij/zij bespreekt met zijn/haar promotor. - De student heeft op regelmatige tijdstippen, en minimaal drie keer in de loop van het academiejaar, op eigen initiatief, afspraken met zijn/haar promotor, zodat die een duidelijk beeld krijgt van de evolutie die het onderzoek doormaakt en indien nodig ook kan ingrijpen. De promotor verleent advies, maar de student is zelf verantwoordelijk voor het eindproduct en voor de manier waarop hij/zij de aandachtspunten en opmerkingen van de promotor verwerkt in zijn/haar tekst. - De mondelinge presentatie vindt plaats in de eerste week na de paasvakantie. - Uiterlijk op 27 mei 2016 om 12u00 levert de student de finale versie van de bachelorproef in. Studenten die hun bachelorproef tijdens de beraadslagingsperiode januari willen inleveren, doen dit uiterlijk op 4 januari 2016 om 12u00. Studenten die hun bachelorproef tijdens de beraadslagingsperiode september willen inleveren, doen dit uiterlijk op 16 augustus 2016 om 12u00.
Versie september 2015
Reglement voor de bachelorproef TLK
Begeleiding Iedere student wordt begeleid door een gedoctoreerd lesgever of onderzoeker die betrokken is bij het onderwijs en/of het onderzoek van de opleiding Taal- en Letterkunde van de KU Leuven Campus Brussel. Er wordt gestreefd naar een billijke spreiding van het aantal studenten per promotor. De onderwerpen worden in principe aangebracht door de potentiële promotoren. Studenten kunnen ook zelf een onderwerp voorstellen. De geschiktheid daarvan wordt dan met de beoogde promotor besproken. Omvang Het eerste gedeelte van de bachelorproef omvat ca. 8000 woorden. De literatuurlijst en eventuele illustraties of bijlagen worden daarin niet meegerekend. Voor de referenties en referentielijst volgt de student de APA-richtlijnen (American Psychological Association) of een ander consequent referentiesysteem in overleg met de promotor. De mondelinge presentatie duurt ca. 15 minuten, met daarna nog 5 minuten voor discussie met het publiek. Iedere bachelorproef wordt in viervoud ingeleverd bij de stafmedewerker onderwijs: 3 papieren exemplaren en 1 elektronische versie. De drie papieren versies zijn bestemd voor resp. de promotor, de lector en de bibliotheek. De papieren versie omvat het eerste deel van de bachelorproef. De elektronische versie wordt via e-mail aan de stafmedewerker onderwijs bezorgd (
[email protected]), en bestaat uit een elektronische kopie van de ingeleverde papieren versie en een kopie van de Powerpointpresentatie die bij de mondelinge presentatie werd gebruikt. Evaluatie Algemeen Iedere bachelorproef wordt geëvalueerd op 20 punten . 15 punten zijn daarbij afkomstig van het wetenschappelijke betoog, en 5 punten van de mondelinge presentatie. Beide delen van de bachelorproef worden beoordeeld door de promotor en één lector, die door de promotor aangeduid wordt. Iedere potentiële promoto r komt in aanmerking als lector. Promotor en lector stellen samen een schriftelijk verslag op ter motivering van het door hen toegekende cijfer. Het eindcijfer is het mathematisch gemiddelde van de individuele cijfers, met dien verstande dat het cijfer van de promotor voor 2/3 doorweegt en dat van de lector voor 1/3 in het vaststellen van het eindcijfer. Wanneer een bachelorpaper zowel een promotor als een copromotor heeft, dan is er geen lector, maar tellen de cijfers van promotor en copromotor allebei voor de helft van het eindresultaat. Zoals ook blijkt uit de ijkpunten (cf. infra), wordt bij het evalueren van de bachelorproef niet enkel aan product-, maar ook aan procesevaluatie gedaan. Belangrijk zijn immers de keuzes die de studenten hebben moeten maken tijdens het schrijven van hun bachelorproef, Versie september 2015
Reglement voor de bachelorproef TLK
problemen die ze zijn tegengekomen, etc. Aangezien student en promotor op regelmatige tijdstippen samenkomen, heeft de promotor meer dan de lector hier een goed beeld van. De promotor – in tegenstelling tot de lector – beoordeelt behalve het eindproduct dan ook het proces. Daarom weegt het cijfer van de promotor zwaarder door dan dat van de lector. Problemen bij de begeleiding van de bachelorproef kunnen zowel door de promotor als door de student worden gemeld bij de vicedecaan onderwijs (Lieven Buysse) of de ombudsdienst. IJkpunten De evaluatie van het eerste deel van de bachelorproef gebeurt aan de hand van onderstaande ijkpuntentabel. De mondelinge presentatie wordt beoordeeld aan de hand van een evaluatieformulier dat op de dag van de presentaties aan alle aanwezigen ter beschikking wordt gesteld. Het eindcijfer vormt niet noodzakelijk het mathematisch gemiddelde van de afzonderlijke ijkpunten uit het model.
Versie september 2015
Reglement voor de bachelorproef TLK
Uitstekend
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Probleemstelling
De onderzoeksvraag is goed afgebakend en helder geformuleerd. Bovendien geeft de student duidelijk het belang en de relevantie van het onderzoek aan.
De onderzoeksvraag is voldoende duidelijk, maar kon helderder geformuleerd. Het belang of de relevantie van het onderzoek is niet helemaal duidelijk.
De onderzoeksvraag ontbreekt of is te onduidelijk geformuleerd.
Literatuurstudie
De literatuurstudie berust op relevant en betrouwbaar bronnenmateriaal. Het aantal geraadpleegde bronnen is meer dan gemiddeld. De student geeft de inhoud en het belang van de verschillende bronnen op een zeer volledige, correcte en kritische manier weer.
De paper bevat voldoende relevante bronnen om iets zinnigs te zeggen over het onderzoeksdomein, maar de student komt niet tot een echte synthese. Het blijft bij een soms vrij oppervlakkige beschrijving van het gebruikte materiaal.
De bachelorproef vertoont een of meer van de volgende gebreken: - Het aantal geraadpleegde publicaties laat te wensen over. - Meerdere bronnen zijn te algemeen of niet relevant voor het thema. - De tekst is een oppervlakkige knip-en-plak-tekst zonder veel samenhang en synthese.
Bronvermelding
De referentielijst is volledig. Ze is correct en consequent opgesteld. Alle bronnen die in de tekst vermeld worden, zijn er direct terug te vinden. In de tekst zelf wordt op een correcte en doorzichtige manier naar de bronnen verwezen. De lezer heeft
De onderzoeksvraag is voldoende afgebakend nauwkeurig en helder geformuleerd, maar student is er niet volledig in geslaagd om theoretische, praktische en/of methodologische belang van het onderzoek aan te tonen. De literatuurstudie berust op voldoende relevante en wetenschappelijke publicaties. De tekst biedt de lezer een vrij correct en degelijk overzicht van het onderzoeksdomein maar hier en daar mist het overzicht diepgang en kritische reflectie en/of dwaalt de student af van de core business. Soms bevat de tekst overdrijvingen, misinterpretaties van de geciteerde auteurs of wordt op een tendentieuze of subjectieve wijze gerapporteerd. De referentielijst is volledig. Ze is over het algemeen correct en consequent opgesteld. Hier en daar is er sprake van slordigheden (bv. niet altijd consequent een spatie of een punt). Niet meer dan twee referenties missen cruciale
De schrijver heeft in de referentielijst een aantal gegevens niet vermeld (bv. de begin- en eindpagina van een artikel of een coauteur). De lezer is echter na wat opzoekwerk in staat om de gebruikte bronnen te traceren.
De bachelorproef vertoont een of meer van de volgende gebreken: - De schrijver heeft een aantal zware fouten gemaakt in de referentielijst, waardoor de lezer niet in staat is alle gebruikte bronnen te
Versie september 2015
Reglement voor de bachelorproef TLK
Aanpak / methode
nergens het gevoel dat er sprake is van plagiaat.
gegevens die het de lezer bemoeilijken om de publicatie te traceren. In de tekst zelf wordt doorgaans op een correcte en doorzichtige manier naar de publicaties verwezen.
Niet alle bronnen waarnaar in de tekst verwezen wordt, zijn gemakkelijk terug te vinden in de lijst achteraan. Meestal staat de gebruikte bron achteraan in de alinea, waardoor het voor de lezer moeilijk wordt om uit te maken wat de inbreng van de student is.
De gekozen onderzoeksmethode is geschikt om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag. De onderzoeksaanpak wordt gedetailleerd beschreven en uitgebreid verantwoord. Het onderzoek is systematisch en correct aangepakt. De lezer beschikt over de nodige informatie om de onderzoeksaanpak te controleren. De analyse is correct uitgevoerd. In de onderzoeksaanpak zit originaliteit en creativiteit.
De gekozen onderzoeksmethode is geschikt om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag. De onderzoeksaanpak wordt beschreven maar niet altijd voldoende verantwoord. Het onderzoek is voldoende systematisch en correct aangepakt. De lezer beschikt over de nodige informatie om de onderzoeksaanpak te controleren, maar de rapportage is niet altijd gebruiksvriendelijk. In de analyse
De gekozen onderzoeksmethode is geschikt om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag. De onderzoeksaanpak wordt beschreven maar niet altijd voldoende verantwoord. Het onderzoek is voldoende systematisch en correct aangepakt. De lezer beschikt over de nodige informatie om de onderzoeksaanpak te controleren, maar de rapportage is niet gebruiksvriendelijk. In de analyse
Versie september 2015
traceren. - Een onaanvaardbaar aantal bronnen waarnaar in de tekst verwezen wordt, zijn niet terug te vinden in de lijst achteraan. - In de tekst wordt er ook veel te weinig of op een foute manier naar de gebruikte bronnen verwezen via voetnoten, geen paginanummers bij citaten). - Door de gebrekkige bronverwijzing is er mogelijk sprake van plagiaat. De bachelorproef vertoont een of meer van de volgende gebreken: - De gekozen onderzoeksmethode is niet geschikt om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag. - Het onderzoek is onvoldoende systematisch en niet correct aangepakt. De onderzoeksaanpak valt niet of nauwelijks te controleren. In de analyse blijken bij controle grove fouten te zitten, die de
Reglement voor de bachelorproef TLK
blijken enkele fouten te zitten die de resultaten niet wezenlijk beïnvloed hebben. In de onderzoeksaanpak zit niet veel eigen inbreng van de student. De student baseert zich grotendeels op voorgaande studies, maar voerde een correcte studie uit.
Kritische reflectie over het onderzoeksdomein
De studie bevat een heldere, zeer genuanceerde en kritische interpretatie van het bestudeerde onderzoeksdomein. De student blijkt daarbij in staat tot metareflectie niet enkel over de bereikte resultaten, maar ook over eventuele tekortkomingen of mogelijkheden voor verder onderzoek. Op bepaalde plaatsen slaagt de student erin op creatieve wijze een nieuw perspectief te werpen op bestaande onderzoeksresultaten.
De analyse die de studie biedt van het bestudeerde onderzoeksdomein is helder en kritisch, maar mist hier en daar wat diepgang of nuance. Alternatieve interpretatiewijzen voor afwijkende of onverwachte bevindingen krijgen onvoldoende aandacht. Er worden enkele zinvolle richtingen voor verder onderzoek geformuleerd.
Structuur
De inleiding wekt onmiddellijk de
De inleiding en de conclusie
Versie september 2015
blijken meerdere fouten te zitten die de resultaten beïnvloed hebben. De student is zich daar echter bewust van (in de conclusie wordt er over de gebrekkigheid van de aanpak gereflecteerd en punten ter verbetering geformuleerd). In de onderzoeksaanpak zit niet veel eigen inbreng. De student baseert zich grotendeels op voorgaande studies. De studie biedt een degelijke analyse van het bestudeerde onderzoeksdomein, maar de bespreking mist diepgang en kritische reflectie. Er wordt onvoldoende aandacht besteed aan tekortkomingen of verdere onderzoeksmogelijkheden. De eigen inbreng van de student is uiterst beperkt. Subjectieve interpretaties en objectieve synthese zijn niet duidelijk te onderscheiden.
De inleiding en/of de conclusie
geldigheid van de resultaten in het gedrang brengen.
De bachelorproef vertoont een of een van de volgende gebreken: - De bespreking van het bestudeerde onderzoeksdomein is ondermaats en/of onvolledig. - Er zitten duidelijke fouten in de rapportering en/of interpretatie. - De bevindingen worden niet of nauwelijks teruggekoppeld naar de onderzoeksvraag en doelstelling van de studie. - Het ontbreekt in de studie aan objectiviteit en kritische reflectie. De bachelorproef vertoont een of
Reglement voor de bachelorproef TLK
Taalgebruik
interesse van de lezer en bereidt hem voor op de rest van de tekst. De conclusie sluit de paper zinvol af. De globale opbouw van de tekst (indeling in hoofdstukken, paragrafen enz.) is volledig logisch en consistent (wat bij elkaar hoort, staat bij elkaar). De schrijver loodst zijn lezer door de tekst via goed gekozen signaalwoorden en structuuraanduidende zinnen en alinea’s. Ook de tussentitels zijn zinvolle structuurmarkeerders. Kortom: de inhoud en de opbouw zijn perfect op elkaar afgestemd.
vervullen weliswaar hun rol, maar ze missen diepgang. De globale opbouw van de tekst (indeling in hoofdstukken, paragrafen enz.) is logisch en consistent (wat bij elkaar hoort, staat bij elkaar), op een paar uitzonderlingen na. Op sommige plaatsen in de tekst zijn verbanden tussen tekstdelen niet expliciet genoeg of fout verwoord, maar op de meeste plaatsen loodst de schrijver zijn lezer door de tekst via gepaste structuurmarkeerders (signaalwoorden, structuuraanduidende zinnen, titels of kopjes).
zijn minimalistisch en missen diepgang. De opbouw van de tekst (indeling in hoofdstukken, paragrafen enz.) is soms niet logisch en consistent, al blijft de globale samenhang voldoende duidelijk. In de tekst ontbreken op verscheidene cruciale plaatsen structuurmarkeerders (signaalwoorden, structuuraanduidende zinnen en alinea’s, titels of kopjes). Meerdere alinea’s zijn een samenraapsel van ideeën en/of bevatten geen kernzin.
De tekst bevat geen of bijna geen taalfouten. De zeldzame taalfouten die in de tekst voorkomen, staan het tekstbegrip niet in de weg. De schrijver is erin geslaagd zijn ideeën helder, bondig en precies te verwoorden in een zakelijke maar vloeiende en attractieve stijl. Hij slaagt er bovendien in de gekozen toon doorheen de hele tekst aan te houden.
De tekst bevat een heel beperkt aantal taalfouten die de schrijver wellicht had opgemerkt indien hij de tekst aandachtig had nagelezen. De schrijver heeft zijn ideeën voldoende zakelijk en neutraal neergeschreven, maar op enkele plaatsen is er sprake van een stijlbreuk. Hier en daar zijn ideeën
De tekst bevat een beperkt aantal taalfouten. Die fouten staan het tekstbegrip bijna nooit in de weg. De schrijver heeft zijn ideeën niet altijd even zakelijk of neutraal verwoord. Op meerdere plaatsen in de tekst is er sprake van een stijlbreuk. Verscheidene tekstfragmenten zijn zo geschreven dat de lezer ze een
Versie september 2015
meer van de volgende gebreken: - De inleiding en/of het slot ontbreken of zijn veel te oppervlakkig. - De globale opbouw van de tekst is onlogisch, onsamenhangend en inconsistent. - De tekst mist op cruciale plaatsen de nodige structuurmarkeerders (signaalwoorden, structuuraanduidende zinnen en allinea’s, titels of kopjes), waardoor de lezer weinig vat krijgt op de inhoudelijke samenhang. - De gebruikte signaalwoorden zijn incorrect en/of zetten de lezer op het verkeerde been. De bachelorproef vertoont een of meer van de volgende gebreken: - De tekst bevat te veel taalfouten die een schrijver van dit taalniveau niet meer zou mogen maken. - Veel van die foute bemoeilijken de interpretatie van de tekst, zodat het lezen van de tekst een opgave
Reglement voor de bachelorproef TLK
Uiterlijke vormgeving
Verder zit er veel afwisseling in de woordkeuze en in de zinsbouw. Kortom: de tekst straalt tegelijkertijd dynamisme en professionalisme uit.
niet altijd even precies, bondig of helder genoeg geformuleerd. Er is voldoende afwisseling in de woordkeuze en in de zinsbouw.
aantal keren moet herlezen om de inhoud ten volle te begrijpen. Er had ook meer afwisseling in de zinsbouw en in de woordkeuze mogen zitten.
De tekst voldoet aan de vooropgestelde vormvereisten en is bovendien extra verzorgd vormgegeven, waardoor het geheel uitnodigt om te lezen en de lezers er vlot hun weg in vinden. Er komen (bijna) geen schoonheidsfoutjes voor.
De tekst voldoet aan de vooropgestelde vormvereisten (aantal tekens, pagina’s, titelblad, regelafstand) en geeft een verzorgde indruk. Tabellen en figuren worden conform de regels weergegeven. Hier en daar staan er schoonheidsfoutjes (tikfouten, geen witregel tussen alinea’s, losse koppen onderaan de pagina, foute nummering, inconsequente
De tekst voldoet aan de vooropgestelde vormvereisten (aantal tekens, pagina’s, titelblad, regelafstand). Het aantal slordigheden of inconsequenties is net aanvaardbaar.
Versie september 2015
wordt. - De tekst is over het algemeen onvoldoende zakelijk of neutraal. - Bovendien is de verwoording op meerdere plaatsen in de tekst zo vaag of omslachtig dat de lezer problemen heeft om de inhoud te begrijpen. - De tekst is saai omdat er weinig variatie zit in de woordkeuze en in de zinsbouw. - Zinnen zijn meermaals zo complex geconstrueerd dat de lezer ze moet herlezen om te weten wat de schrijver bedoeld heeft. De bachelorproef vertoont een of meer van de volgende gebreken: - Het minimum aantal woorden wordt niet of enkel vormelijk bereikt (bladvulling). De tekst bevat geen samenvatting en/of titelblad. - De tekst bevat een onaanvaardbaar aantal slordigheden in de vormgeving.
Reglement voor de bachelorproef TLK
Proces/attitude
De student stelt gerichte, kritische vragen, gaat de dialoog aan met de promotor, brengt zelf discussiepunten aan, en toont een grote mate van zelfwerkzaamheid, initiatief en verantwoordelijkheid.
markering). De student gaat nauwkeurig, constructief en af en toe creatief om met de aanbevelingen en feedback van de promotor. Deadlines werden stipt gerespecteerd.
Het proces/de attitude van de student vertoont een of meer van de volgende gebreken: - Aanbevelingen en feedback werden onvoldoende opgevolgd. - Deadlines meermaals overschreden. - De student is minder dan de vereiste drie keer langs geweest bij de begeleider. Noot: Het cijfer dat aan de bachelorproef wordt toegekend, geeft een globaal oordeel weer over de mate waarin de student deze ijkpunten bereikt heeft, maar is niet het rekenkundig resultaat van deelscores per ijkpunt.
Versie september 2015
De student volgt de meeste aanbevelingen feedback van de promotor op een adequate manier op. Deadlines werden vrij goed gerespecteerd.