KU Leuven - Faculteit Letteren Reglement uitgaande uitwisselingsstudenten: bijlagen Bijlage 1: lijst uitwisselingsverantwoordelijken per CC / POC / opleiding 2013-14
Opleidingen campus Leuven POC Geschiedenis: BA en MA Geschiedenis POC Geschiedenis: MA Geschiedenis van de oudheid POC Geschiedenis: MnM Medieval and Renaissance Studies CC Archeologie (BA en MA) CC Musicologie (BA) CC Kunstwetenschap (BA) CC Slavistiek en Oost-Europakunde (BA en MA) CC Japanologie (BA en MA) CC Sinologie (BA en MA) CC Arabistiek en Islamkunde (MA) CC Oude Nabije Oosten (BA en MA)
POC Taal- en Letterkunde: BA en MA in de Taal- en letterkunde, MA Westerse Literatuur/Western Literature, MA in de Taalkunde POC Taal- en Letterkunde: MnM Ibericos POC Taal- en Letterkunde: MnM Linguistics POC Taal- en Letterkunde: MnM Literatuurwetenschap POC Culturele Studies POC Bedrijfscommunicatie POC Specifieke lerarenopleiding Geesteswetenschappen Opleidingsoverstijgende akkoorden
Idesbald Goddeeris Katelijn Vandorpe Geert Claassens Jeroen Poblome, Marianne Toonen David Burn Barbara Baert Lien Verpoest Dimitri Vanoverbeke Carine Defoort Helge Daniëls H. Willems (Egyptologie), Kathleen Abraham (Syro-Mesopotamië); P. Vanhecke (Syro-Palestina) Heleen Smeyers/Roger Janssens (in overleg met de Programmadirecteur en/of CC-voorzitters) Nicole Delbecque Kristien Davidse Sascha Bru Jan Baetens Koen Jaspaert Kris Van den Branden Kandidaten voor opleidingsoverstijgende akkoorden worden opgenomen in de lijsten per POC/CC
Opleidingen campus HUBrussel Mobiliteitscoördinator academische opleidingen HUB: Dirk Van Waelderen coördinator internationalisering subfaculteit Letteren: Danny Masschelein ankerpersonen internationalisering faculteit Letteren: Duitsland/Finland: Joël Rooms Frankrijk/België: Luc Loonbeek
Italië: Koen Du Pont Nederland/Hongarije/Wrocław: Elke Brems Rusland/Polen (behalve Wrocław): Liutauras Kazakevicius Spanje: Danny Masschelein Verenigd Koninkrijk: Walter Verschueren http://www.hubkaho.be/HUB_KAHO/Over-ons-Internationalisering-Wie-is-wie
Bijlage 2: bijzondere bepalingen per opleiding / POC / CC 2013-2014
A. Voor de opleidingen die ressorteren onder de Facultaire POC Letteren - geen bijzondere regels; B. Voor opleidingen van de POC Archeologie, kunstwetenschappen en musicologie - CC Archeologie - BA in de archeologie: studenten zorgen ervoor in het buitenland archeologische vakken te nemen die aansluiten bij het traject en de eventuele optie die ze in Leuven gekozen hebben. Het is niet mogelijk het OPO ‘F9XI1A Practicum archeologie: excursie en opgravingsstage’ te vervangen; - MA in de archeologie: studenten zorgen ervoor in het buitenland archeologische vakken te nemen die aansluiten bij hun masterproef, en kunnen de volgende OPO’s niet vervangen: ‘F0UP8B Colloquiumpresentatie’ (4 stp), ‘F0UP5A Archeologisch management’ (6 stp), ‘F0UP9A Stage’ (6 stp). Samen met het niet kunnen vervangen van ‘F0UP7B Masterproef’ (20 stp) betekent dat dat zij maximaal voor een semester op Erasmusuitwisseling kunnen gaan, en dat zij dat in principe in het eerste semester doen; - MA in Archaeology: cf. MA in de archeologie - CC Kunstwetenschappen - BA in de kunstwetenschappen: de studenten zorgen ervoor in het buitenland kunsthistorische, kunsttheoretische of aanverwante vakken te nemen. Het is mogelijk de bachelorpaper uit te wisselen door in het buitenland ter waarde van min. 12 stp vakken te nemen die telkens op basis van een substantieel geschreven werkstuk geëvalueerd worden. Voor die buitenlandse vakken geldt de nultolerantie; - De Studenten dienen te slagen voor ‘F0WQ3A Synthese 1’ en ‘F0WI9B Synthese 2’ alvorens op uitwisseling te vertrekken - MA in de kunstwetenschappen:momenteel zijn uitwisselingen op masterniveau niet mogelijk; - CC Musicologie - BA in de musicologie: tenzij op basis van bijzondere argumenten kunnen studenten geen niet-musicologische vakken opnemen; - MA in de musicologie: momenteel zijn uitwisselingen op masterniveau niet mogelijk. C. Voor opleidingen van de POC Geschiedenis - BA in de geschiedenis: studenten zorgen ervoor in het buitenland historische vakken te nemen of vakken die qua inhoud, thematiek en niveau overeenkomen met de in de Leuvense ‘modules’ aangeboden OPO’s. Studenten die niet het in het Learning agreement afgesproken aantal studiepunten meebrengen, vervangen de ontbrekende studiepunten met plichtvakken uit het semester waarin ze op uitwisseling zijn geweest. De concrete opleidingsonderdelen worden hen toegewezen door het STB-team Geschiedenis. Het is mogelijk de bachelorpaper uit te wisselen door in het buitenland ter waarde van min. 9 stp vakken te nemen die telkens op basis van een substantieel geschreven werkstuk geëvalueerd worden. Studenten die in het 1e semester op uitwisseling gaan, moeten verplicht de bachelorpaper uit zien te wisselen; studenten die enkel in het 2e semester op uitwisseling gaan, nemen de bachelorpaper in Leuven op, tenzij ze naar een bestemming gaan waar de bachelorpaper zeker uitgewisseld kan worden;
-
-
-
MA in de geschiedenis: een buitenlands verblijf is enkel mogelijk tijdens het 1e semester. Studenten zorgen ervoor in het buitenland een consistent pakket aan historische vakken te nemen dat aansluit bij hun profilering en hun masterproef. De OPO’s ‘F0SX5A Seminarie masterproef’ en ‘F0SX4A Theorie van de historische kennis’ moeten verplicht in het 2e semester worden opgenomen; MA in de geschiedenis van de oudheid: studenten zorgen ervoor in het buitenland een consistent pakket aan historische vakken te nemen dat aansluit bij hun masterproef. Het OPO ‘F0UO5A Seminarie masterproef’ kan niet worden vervangen; MA in Medieval and Renaissance Studies (MnM): studenten zorgen ervoor in het buitenland een consistent pakket aan gespecialiseerde vakken te nemen dat aansluit bij hun masterproef;
D. Voor opleidingen van de POC Taal- en letterkunde - BA in de taal- en letterkunde: studenten brengen equivalenties mee voor hetzij 28 stp hetzij 32 stp. Daarmee vervangen zij (delen van) de taalmodules, de specialisatiemodule en/of de keuzemodule. Daarbij gelden de volgende specifieke regels: - het totale aantal studiepunten van een taalmodule moet altijd minstens 16 bedragen; - elke discipline in een taalmodule moet ter waarde van minstens 7 stp bestudeerd worden; - de taalmodules hebben voorrang op de specialisatiemodule; de specialisatiemodule heeft voorrang op de keuzemodule; - Engels: de vakken die ingezet worden voor de taalmodule Engels moeten in het Engels gegeven worden; - Frans: het OPO ‘F0AI9A Linguistique française III : grammaire historique du français’ kan niet worden uitgewisseld; - Nederlands: het OPO ‘F0AN0A Nederlandse literatuur III: basiscollege’ kan niet worden uitgewisseld; - Spaans: ter vervanging van het synchrone deel van ‘F0AP2A Spaanse taalkunde III’ worden enkel vakken over synchrone grammatica (d.w.z. syntaxis, morfologie of morfosyntaxis) aanvaard; ter vervanging van het diachrone deel worden enkel diachrone vakken aanvaard. - MA in de taal- en letterkunde; MA in Linguistics and Literature: English; MA en langues et littératures françaises: de evenwichten in het Leuvense programma moeten ook bij een buitenlands verblijf bewaard blijven; - MA in de westerse literatuur; MA of Western Literature: de evenwichten in en opbouw van het Leuvense programma moeten ook bij een buitenlands verblijf bewaard blijven. In het bijzonder de OPO’s ‘F0UX8A Western Literature: Concepts and Questions’ en ‘F0UX9A Literary Texts from the Western Canon’ kunnen enkel vervangen worden door vakken die er qua doelstellingen, inhoud en aanpak identiek mee zijn. - MA in de taalkunde: de evenwichten in en opbouw van het Leuvense programma moeten ook bij een buitenlands verblijf bewaard blijven; - MA in Advanced Studies in Linguistics (MnM): een uitwisseling is enkel in het 1e semester mogelijk,; - MA in de literatuurwetenschappen (MnM): een uitwisseling is enkel in het 2e semester mogelijk, en enkel ter waarde van 20 stp. Studenten vervangen één ‘regulier vak’, het corpusvak, en het OPO ‘F0TR1A Mandatory international module’ door gelijk(w)aardige buitenlandse vakken; - MA en Estudios Ibéricos e Iberoamericanos (MnM): de evenwichten in het Leuvense programma moeten ook bij een buitenlands verblijf bewaard blijven;
E. Voor opleidingen van de POC Taal- en regiostudies - CC Arabistiek en Islamkunde - BA in de taal- en regiostudies: arabistiek en islamkunde: n.v.t.; - MA in de taal- en regiostudies: cf. instructies voor studenten infra: Het aanbod in Cairo bestaat uit de volgende vakken: Blok 1: Advanced skills in Egyptian Arabic I Advanced skills in Modern Standard Arabic I Texts in Context: History, Society and Religion Research Seminar I
2.5 ECTS credits 5 ECTS credits 5 ECTS credits 2.5 ECTS credits
Blok 2: Advanced skills in Egyptian Arabic II Advanced skills in Modern Standard Arabic II Texts in Context: Literature Research Seminar II
2.5 ECTS credits 5 ECTS credits 5 ECTS credits 2.5 ECTS credits
waarvan de studenten minimaal 1 van de 2 ‘Texts in Context’-vakken moeten nemen. Blokken 1 en 2 samen leveren dus minimaal 25 stp op, en maximaal 30. Daarnaast volgen de studenten in Cairo een seminarie over Islamitische/Arabische kunst waarover ze pas in Leuven examen afleggen. Dat opleidingsonderdeel blijft dan ook als ‘F0WI2A Arabo-islamitisch kunstseminarie’ op hun ISP staan. -
CC Japanologie - BA in de japanologie: studenten zorgen ervoor in het buitenland japanologische vakken te nemen, waaronder (over het jaar genomen) minimaal 20 stp aan Japanse taalverwerving, en vakken die aansluiten bij hun minorkeuze. Het is mogelijk de bachelorpaper uit te wisselen; - MA in de japanologie: studenten vervangen 30 stp aan Leuvense vakken door gelijk(w)aardige buitenlandse vakken, waaronder minstens één vak Japanse taalverwerving. Hun resterend Leuvens programma bestaat uit de masterproef (18 stp), het OPO ‘F0UV4A Modern Japans IVb’ (6 stp), en één OPO uit hetzij de regiomodule hetzij de keuzemodule;
-
CC Oude Nabije Oosten - BA in de taal- en regiostudies: Oude Nabije Oosten: studenten zorgen ervoor in het buitenland vakken te nemen die aansluiten bij hun major. [Het is mogelijk de bachelorpaper uit te wisselen?]; - MA in de taal- en regiostudies: Oude Nabije Oosten: studenten zorgen ervoor in het buitenland vakken te nemen die aansluiten bij hun major;
-
CC Sinologie
- BA in de taal- en regiostudies: sinologie: stellen een programma voor dat in grote lijnen overeenkomt met het eigen programma van BA3 in Leuven. Voor de normstudent komt dit ongeveer neer op het volgende: -23 credits Modern Chinees (verdeeld over beide semesters); -8 credits BA-paper (tenzij also dit in Leuven opgenomen wordt); -11 credits vakken over China algemeen (waaronder filosofie, recht of politiek); -voor de CH richting: de overeenkomstige credits voor vakken Klassiek Chinees, kunst of literatuur; -voor de EC minor: de overeenkomstige credits voor vakken economie (ondermeer van China); - MA in de taal- en regiostudies: sinologie: modaliteiten nog te bepalen; -
CC Slavistiek en Oost-Europakunde - BA in de taal- en regiostudies: slavistiek en Oost-Europakunde: studenten zorgen ervoor in het buitenland per semester telkens min. 4 stp aan Russische resp. aan Poolse taalverwerving te besteden, en vullen hun programma aan met vakken slavistiek en Oost-Europakunde, waaronder telkens min. één vak te besteden aan cultuur of literatuur resp. aan maatschappij of politiek. Het is mogelijk de bachelorpaper uit te wisselen tegen een opdracht die identiek is qua methodologie en niveau; - MA in de taal- en regiostudies: slavistiek en Oost-Europakunde: studenten zorgen ervoor in het buitenland per semester telkens min. 6 stp aan de gekozen ta(a)l(en) te besteden, en vullen hun programma aan met vakken slavistiek en/of Oost-Europakunde;
F. Voor opleidingen van de POC Bedrijfscommunicatie - MA in de bedrijfscommunicatie: de OPO’s uit de ‘Groep Taal en Communicatie: algemene vorming’ kunnen enkel vervangen worden door vakken die er qua doelstellingen, inhoud en aanpak identiek mee zijn. De evenwichten in het Leuvense programma moeten ook bij een buitenlands verblijf bewaard blijven; G. Voor opleidingen van de POC Culturele studies - MA in de culturele studies / Cultural Studies: het OPO ‘F0UN8A Cultural Policy’ kan niet uitgewisseld worden; het OPO ‘F0UN9A Cultural Semiotics’ enkel tegen een vak semiotiek. Studenten die een Erasmus of een Erasmus Belgica beurs genieten, volgen verplicht het OPO ‘F0SV4A Verkorte stage’ i.p.v. het OPO ‘F0UN7A Stage’; H. Voor opleidingen van de POC SLO Geesteswetenschappen - modaliteiten nog te bepalen;
Bijlage 3: Formaliteiten voor het afsluiten van het studieverblijf 1) Examenresultaten: wie Studenten zijn er zelf verantwoordelijk voor dat de examenresultaten in Leuven aankomen. Studenten kunnen er niet van uitgaan dat die resultaten ‘automatisch’ in Leuven zullen geraken, noch dat de IMCO-medewerkers zelf op zoek gaan naar de in de gastinstelling behaalde resultaten. 2) Examenresultaten: wat Van elk vak dat aan de gastinstelling gevolgd werd en waarvoor in Leuven een equivalentie in het studieprogramma is toegekend, wordt een onderscheidend resultaat verwacht volgens het lokale puntensysteem. Een ‘onderscheidend’ resultaat is een resultaat dat IMCO in staat stelt de lokale score om te zetten naar een Leuvense score; ‘pass/fail’ of loutere deelnamebewijsjes worden niet toegestaan, behoudens (schriftelijke) afspraken aan het begin van het studieverblijf. Indien het lokale puntensysteem niet op 20 werkt worden resultaten op 20 niet aanvaard. Met andere woorden, de docenten aan de gastinstelling mogen Leuvense studenten niet scoren volgens een zgn. “Leuvens” puntensysteem, maar dienen Leuvense uitwisselingsstudenten scoren volgens het lokale puntensysteem. Indien het lokale puntensysteem erg ruw is (bv. Zweden) of wanneer erg veel studenten in de topcategorie scoren (meerdere landen) aanvaardt IMCO wel (en graag zelfs) meer genuanceerde indicaties of vergelijkingen met andere puntensystemen. In dergelijk geval mag de examinator worden gevraagd beknopt aan te geven wat zijn/haar ervaring met dat andere puntensysteem is. Als de gastuniversiteit of examinator op voorhand meedelen dat enkel een ‘ECTS grade’ zal worden toegekend, dient de student ook, in overeenstemming met de algemene ECTS-bepalingen, om een lokale score te verzoeken. 3) Examenresultaten: hoe Als bewijs van examenresultaten wordt elk soort medium aanvaard (transcript/brief/fax/email/telefoon) op voorwaarde dat het rechtstreeks van de gastuniversiteit afkomstig is. Schriftelijke bronnen verdienen de voorkeur. Originele transcripts, Leistungsnachweise, tentamenbewijsjes etc. mogen ook persoonlijk door de student worden ingediend; in dit geval verdient het aanbeveling om een persoonlijke kopie van de stukken te nemen. Faxen, e-mails, enz. worden enkel aanvaard indien ze rechtstreeks van de gastuniversiteit komen, mailboodschappen die worden geforward of faxen die naar het thuisadres van de student werden gestuurd worden niet aanvaard. Faxen dienen te worden gestuurd naar +32 16 324731; e-mails en telefoonberichten (enkel in geval van overmacht of hoogdringendheid) dienen rechtstreeks aan de verantwoordelijken van IMCO te worden gestuurd. Examenresultaten die onder toezicht van IMCO op een website van de gastuniversiteit worden geconsulteerd zijn ook toegelaten; examenresultaten die op die manier thuis werden uitgeprint worden geweigerd. Onder alle omstandigheden verdient het aanbeveling te zorgen voor een hard copy van het transcript, al was het maar voor latere sollicitaties. Wie de gastuniversiteit moet verlaten zonder (schriftelijke) bewijzen van zijn/haar examenresultaten moet in elk geval weten wie aan de gastuniversiteit zal instaan voor het bezorgen van de resultaten, en moet in het bezit zijn van zijn/haar contactgegevens (e-mail adres
en/of faxnummer en/of telefoonnummer). Soms zorgt het centrale internationale kantoor voor examenresultaten, soms individuele departementen, soms de programmacoördinator - dit hangt af van de structuur van de gastinstelling. 4) Examenresultaten: wanneer a) Studenten die enkel tijdens het eerste semester op uitwisseling bent Voor het eerste semester is er geen echte deadline: studenten moeten er alleen voor zorgen dat de resultaten IMCO voor de deliberaties van de juni-zittijd bereiken. Als de resultaten voor 9 februari worden ingediend, zullen ze nog opgenomen worden in het getuigschrift van het eerste semester, anders zal dat getuigschrift enkel ‘GR’ (‘geen resultaat’) vermelden – wat verder geen gevolgen heeft voor het tweede semester. Wie enkel tijdens het eerste semester op uitwisseling is, en over de zomer de examens wil of moet spreiden (bv. doordat de bachelorpaper niet klaar is), wordt voor niet langer als een uitwisselingsstudent beschouwd. Het al dan niet spreiden van examens is op dat moment de exclusieve verantwoordelijkheid van de student, en niet van IMCO. b) Studenten die (ook) in het tweede semester op uitwisseling zijn Wie in de juni-zittijd gedelibereerd wilt worden, moet ervoor zorgen dat de buitenlandse resultaten IMCO bereiken ten laatste 4 dagen voor de Leuvense deliberatie (de data worden meegedeeld via het studentenportaal). Indien de resultaten niet tijdig binnen zijn voor de juni-zittijd, vermeldt het getuigschrift ‘vaststelling resultaten’, en wordt de student automatisch ingeschreven voor de septemberzittijd. In dat geval wordt de student ook pas in september gedelibereerd: retro-actieve deliberaties zijn niet mogelijk. Wie pas in de september-zittijd gedelibereerd kan worden (bv. voor wie naar Duitsland of Oostenrijk op uitwisseling geweest is), moet ervoor zorgen dat de resultaten uiterlijk op 31 augustus ingeleverd zijn. Dat betekent dat uitwisselingsstudenten tijdig de deadlines van eventuele Hausarbeiten moeten afspreken met de lokale docenten. 5) Examenresultaten: waartoe Een examenresultaat werkt op twee manieren: als een teken dat de student de minimumprestatie geleverd heeft die nodig is om een bepaalde score te behalen (absolute waarde), en als een aanduiding van de plaats binnen een groep medestudenten (relatieve waarde). Omdat de absolute waarde van een examenresultaat erg kan verschillen (niet alleen door de verschillende notatiesystemen maar ook door de mogelijke verschillen in minimumeisen), wordt bij het omzetten van examenresultaten enkel gekeken naar de relatieve waarde ervan (een voldoende in het buitenland is bij ons natuurlijk vanzelfsprekend ook een voldoende). Zo cohorteren de ‘ECTS grades’ de geslaagde studenten in vijf groepen (de 10% beste studenten, de 25% volgende, enz.), terwijl Leuven traditioneel een grotere verfijning heeft: de top 0.5% (of minder) studenten (=19/20), de top 1.5% studenten (=18/20 of meer), enz. Om het examenresultaat dat aan de gastinstelling werd behaald te kunnen omzetten naar een Leuvens resultaat, wordt gebruik gemaakt van correspondentietabellen met dezelfde (statistische) cohortering. Een dergelijke tabel is (vanwege de ruwere cohortering in zowat alle niet-Angelsaksische landen, vooral m.b.t. de betere prestaties) niet perfect toepasbaar op alle gastinstellingen: daardoor kunnen uitwisselingsstudenten uit het buitenland gemiddeld hogere cijfers meebrengen dan ze in Leuven
gewoon zijn te behalen, maar het is ook de verklaring waarom de Leuvense resultaten niet zomaar een mathematische omzetting zijn van de buitenlandse resultaten. Met andere woorden: (bv.) 9/10 aan een gastuniversiteit is niet automatisch 18/20, en indien het Leuvense transcript voor het betrokken vak dan (bv.) 16/20 vermeldt, is de reden daarvoor dat 9/10 aan de gastuniversiteit relatief gesproken evenveel waard is als 16/20 in Leuven. Pogingen om op basis van (persoonlijke interpretaties van) de omzettingstabel extra punten te verkrijgen aan de gastinstelling zullen worden beschouwd als pogingen tot fraude en ook als dusdanig behandeld worden (cf. de relevante artikels uit het examenreglement). 6) Getuigschrift en diplomasupplement Op het getuigschrift dat bij de bekendmaking van de examenresultaten ter beschikking wordt gesteld, en later ook op het diplomasupplement, zullen de gegevens van de buitenlandse vakken verschijnen (en dus niet die van de equivalente Leuvense vakken). Aangezien de invoering van anderstalige vaktitels soms met (tik)fouten gepaard gaan, dient de student het getuigschrift na te kijken en eventuele fouten onmiddellijk te melden.
Bijlage 4: Informatie m.b.t. andere beurzen Studenten die naar Japan op uitwisseling gaan, kunnen in een aantal gevallen een beurs krijgen. Zie daarvoor het gedeelte voor Uitzendstudenten. Studenten die naar Zuid-Korea op uitwisseling gaan, kunnen een beurs aanvragen in het kader van het ASEM-DUO-programma (cf. http://www.asemduo.org/). Voor geen enkele andere bestemming worden hetzij door Leuven hetzij door de partneruniversiteit beurzen ter beschikking gesteld. Studenten kunnen natuurlijk wel zelf proberen om een beurs vast te krijgen via een stichting, een ambassade, een service-club, een bilateraal cultureel akkoord van de Vlaamse Gemeenschap met een ander land, enz., maar de kans op slagen is, als het over een uitwisselingsprogramma gaat, klein tot onbestaande. Meer informatie wordt bekendgemaakt via de Toledocommunity “Letteren – Internationalisering”.
Bijlage 5: specifieke informatie voor opleidingen aan de KU Leuven HUBrussel Bijkomende informatie en specifieke bepalingen voor de opleidingen van de Subfaculteit Letteren HUBrussel zijn opgenomen in het “reglement studentenmobiliteit KU LEUVEN HUBrussel – Subfaculteiten Economie en Bedrijfswetenschappen en Letteren