KU Leuven Campus Brussel Reglement masterproef Tolken (versie september 2015) Definitie •
• • •
De masterproef is een “werkstuk waarmee een masteropleiding wordt voltooid. Daardoor geeft een student blijk van een analytisch en synthetisch vermogen of van een zelfstandig probleemoplossend vermogen op academisch niveau […] Het werkstuk weerspiegelt de algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid of de onderzoeks-ingesteldheid van de student” (art. 3 structuurdecreet 4.4.2003). Het opleidingsonderdeel “Masterproef” telt voor 18 studiepunten. De masterproef is een opleidingsonderdeel dat aansluit bij het vakgebied van de masteropleiding. Masterproeven over een gemeenschappelijk onderwerp zijn mogelijk maar kunnen alleen na voorafgaandelijke schriftelijke goedkeuring van de promotor(en). Iedere student voert bovendien een eigen onderzoek uit en dient een eigen tekst in.
Toepasselijke regels Het opleidingsonderdeel ‘Masterproef’ wordt beheerst door de regels opgenomen in het Onderwijs- en Examenreglement, in de ECTS fiche en in huidig reglement. Doelstellingen De opleiding tot master in het tolken combineert praktijkgerichte en academische vorming. Het algemene doel van de masterproef is inzichten uit relevant onderzoek te verwerken in een tekst van academisch niveau. Meer specifiek wil de masterproef de student in staat stellen om, op basis van een goed onderbouwde onderzoeksmethode, relevant materiaal rond tolken zelfstandig en kritisch te analyseren en te verwerken. Voor een uitvoeriger behandeling van de doelstellingen, competenties en de kerndoelen wordt verwezen naar de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel “Masterproef”. Begintermen De student heeft een bachelorpaper geschreven waarin hij/zij heeft getoond relevante wetenschappelijke literatuur te kunnen opzoeken en verwerken, kritisch te kunnen reflecteren en een tekst te schrijven in een academische stijl.
Reglement masterproef Tolken (versie september 2015)
Inhoud en methode De masterproef bestaat uit een wetenschappelijk werkstuk en een mondelinge presentatie. Het onderzoek vertrekt vanuit een duidelijke probleemstelling en beschrijving van de problematiek en kan zowel kritisch-analytisch als empirisch-experimenteel zijn. Het onderzoek wordt zoveel mogelijk ondersteund door bestaande wetenschappelijke literatuur over de problematiek en de methodologische aanpak. Binnen het domein van het tolken kan bijvoorbeeld een casestudy met waarneming en diepte-interview uitgevoerd worden. De masterproef kan ook een corpus tolkfragmenten (transcriptie of opname van tolkprestaties), notities die genomen zijn met het oog op consecutief tolken, non-verbale communicatie, enz. bestuderen. Het onderzoek kan zowel georiënteerd worden op het tolkproces zelf als op de communicatie of de context waarin er getolkt wordt. Bovendien kan een scriptie zich ook toespitsen op de maatschappelijke aspecten van het tolken en hierbij kwantitatief en/of kwalitatief onderzoek verrichten. Het onderzoek kan zich ook volledig richten op literatuuronderzoek. Publicaties rond een bepaalde problematiek of topic worden op een kritische en persoonlijke manier besproken. Inhoudelijk kan de masterproef volgende doelstellingen nastreven: •
Inzicht verwerven in diverse aspecten van conferentietolken en sociaal tolken onder meer op volgende gebieden: - de verschillende etappes van het tolkproces - tolkstrategieën - neuropsychologische en cognitieve dimensie - non-verbale communicatie - stemgebruik - nieuwe vormen van tolken, bv. voor de media, podiumkunsten, film…
•
Inzicht verwerven in het profiel, beroepstevredenheid van de tolk
•
Inzicht verwerven in het beroep tolk, onder meer: - Structuur en organisatie van de markt, maatschappelijke noden; - De rol / invloed van de politiek en van de nationale en internationale instellingen in het stimuleren van tolken met het oog op de volwaardige erkenning van de diversiteit van de talen; - Werkomstandigheden; - Statuut van de tolk en positie van de tolk in de maatschappij; beeldvorming rond de tolk vroeger en nu
de voorgeschiedenis, de loopbaan, de
2
Reglement masterproef Tolken (versie september 2015) -
Deontologie van de tolk
•
Onderzoek naar de haalbaarheid van de gangbare standaarden; bijdragen tot een verfijning / verbetering van de meetinstrumenten voor kwaliteit van een tolkprestatie
•
Bijdragen tot een verbetering van de tolkdidactiek en optimalisering van de tolkopleiding
•
Bijdragen tot het verzamelen van een pertinente terminologie of fraseologie.
Vorm De masterproef is een wetenschappelijk rapport waarin het volledige onderzoeksproject wordt uitgeschreven. Het rapport neemt de vorm aan van een wetenschappelijke verhandeling, geschreven in een correcte en wetenschappelijke taal. Andere vormen van rapportering – zoals een website – zijn mogelijk, in overleg met de promotor en na diens voorafgaandelijk en schriftelijk akkoord. Een schriftelijk verslag met een wetenschappelijke situering en verantwoording van het onderzoek blijft verplicht. Het rapport wordt geschreven in het Nederlands of in een van de vreemde talen waarin de student onderwijs volgt, met name wanneer het studieobject die vreemde taal is. Aan de tekst wordt een samenvatting toegevoegd van ongeveer 500 woorden. Bij een rapport in het Nederlands hoort een samenvatting in een van de vreemde talen waarin de student onderwijs volgt. Bij een rapport in een andere taal wordt de samenvatting in het Nederlands geschreven. Het schriftelijk verslag volgt de standaardindeling van een onderzoeksrapport: • • • • • • • • • • • •
Omslag en titelpagina Voorwoord Samenvatting Inhoudsopgave Inleiding Literatuuroverzicht Onderzoeksdoel Onderzoeksaanpak Resultaten Conclusie en discussie Literatuurlijst Bijlagen 3
Reglement masterproef Tolken (versie september 2015)
Ter verduidelijking en controle van de onderzoeksaanpak en data-analyse worden de meetinstrumenten toegevoegd in de bijlagen : de enquête, de vragenlijst van het diepteinterview, de verzamelde of aangelegde corpora (bv. uitgeschreven interviews, waarnemingen, transcripties,…). Zeer uitvoerige files worden op een cd-rom gebrand en onder deze vorm als bijlage toegevoegd aan het rapport. De cd-rom wordt gelabeld en vastgeplakt met een hoesje in het exemplaar voor de (co)promotor en lector. De masterproef heeft bij voorkeur een omvang van 25.000 woorden (exclusief voorwoord, samenvatting, inhoudstafel, referenties en bijlagen), wat correspondeert met 60 à 80 pagina’s tekst. Afwijkingen zijn mogelijk in samenspraak met en na schriftelijke goedkeuring van de promotor. De hoofdtekst wordt getypt in Times New Roman 12 met een regelafstand van 1,5. De tekst wordt uitgevuld. Omdat er recto verso wordt gekopieerd, moeten de marges gespiegeld worden. De referentielijst en de verwijzingen in de tekst voldoen aan de richtlijnen zoals beschreven in Poelmans en Severijnen1 (2014) en de aanvullingen bij deze publicatie op het intranet. De masterproef dient een oorspronkelijk en persoonlijk werk te zijn. Er dient steeds correct gerefereerd te worden aan de gebruikte bronnen. De bronnen moeten verwerkt worden in een eigen geschreven tekst. De student dient zich te houden aan het onderwijs- en examenreglement wat betreft de regelgeving in verband met plagiaat. De masterproef wordt recto verso gedrukt op A4-formaat; de titelpagina moet beantwoorden aan het sjabloon dat te vinden is op het intranet. De student dient drie gedrukte exemplaren van de masterproef in (vier als er een copromotor is). Bijkomend dient de student de masterproef elektronisch in als pdfbestand bij
[email protected] en bij Colette Storms (
[email protected]). Voor het indienen van de elektronische versie geldt dezelfde deadline als voor het indienen van de gedrukte versie. De masterproef wordt afgesloten met een mondelinge presentatie en verdediging. De presentatie wordt gehouden in de taal van de bijgevoegde samenvatting indien het rapport in het Nederlands geschreven is. Studenten die hun masterproef in een vreemde taal geschreven hebben, mogen hun presentatie in die taal of in het Nederlands houden. De student krijgt maximum 10 minuten om een presentatie te geven over zijn/haar onderzoeksproject. Daarna volgt een mondelinge verdediging waarbij lector en (co)promotor vragen stellen over de afbakening van het onderwerp, de gebruikte onderzoeksmethode, het verwerkte materiaal, de rapportering van de resultaten en alle 1
Poelmans, P., & Severijnen, O. (2014). De APA-richtlijnen: over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho.
4
Reglement masterproef Tolken (versie september 2015) andere aspecten van het werk die hen belangrijk lijken. Het staat de student vrij om de vragen te beantwoorden in het Nederlands of in de vreemde taal van de presentatie of masterproef. Begeleiding Alle docenten en onderzoekers verbonden aan de Brusselse opleidingen van de Faculteit Letteren kunnen als promotor optreden. Op basis van expertise kan een copromotor aangesteld worden. Dit kan zowel een lesgever of onderzoeker van de faculteit als een extern expert zijn. Uitzonderlijk kan ook een docent of onderzoeker van een andere faculteit van de KU Leuven als promotor aangesteld worden, omwille van relevante expertise voor het door de student te voeren onderzoek. De (co)promotor verleent advies. De student is echter zelf verantwoordelijk voor het eindproduct, voor de tijdige realisatie ervan en voor de manier waarop hij/zij de aandachtspunten en opmerkingen van de (co)promotor verwerkt in zijn/haar tekst. De student rapporteert op eigen initiatief regelmatig (minimaal twee keer per semester) bij de promotor over de voortgang van het onderzoek, waarvan een keer in de beginfase. Daarnaast houdt elke student een korte presentatie van de stand van het onderzoek bij het begin van het tweede semester. Het geven van deze presentatie is een noodzakelijke vereiste om aan de verdediging te mogen deelnemen. Studenten die op Erasmusuitwisseling zijn op het tijdstip van de presentatie, moeten in de week van 15 februari een gedetailleerd schriftelijk voortgangsrapport bezorgen aan hun promotor. In zijn/haar presentatie of voortgangsrapport bespreekt de student de afbakening van het onderwerp, de probleemstelling, de lijst van gelezen en nog te lezen literatuur, het opzet van het onderzoek, een overzicht van wat er reeds werd verwezenlijkt en wat er nog moet gebeuren en een geactualiseerde planning. Problemen bij de begeleiding van de masterproef kunnen zowel door de (co)promotor als door de student worden gemeld bij de vicedecaan onderwijs (Lieven Buysse) of bij de ombuds. De begeleiding van de masterproef gebeurt in principe individueel. Studenten die een verwant thema behandelen, kunnen ook gezamenlijk worden begeleid.
Keuze van het onderwerp De onderwerpen worden in principe aangebracht door de potentiële promotoren van de betreffende masteropleiding. Studenten kunnen ook zelf een onderwerp voorstellen bij een docent, die oordeelt of het geschikt is. Dat voorstel moet een korte beschrijving van het voorgestelde onderzoeksproject bevatten, de centrale onderzoeksvraag, een voorstel 5
Reglement masterproef Tolken (versie september 2015) van aanpak en minstens vijf relevante wetenschappelijke bronnen. Ook moet uit het voorstel de nodige persoonlijke motivatie blijken.
Tijdpad Het onderstaande tijdschema is indicatief en geldt onder voorbehoud van andere of preciezere data die de Faculteit zou vaststellen voor het indienen van de masterproef. 1. Bekendmaking van de onderwerpen en informatievergadering: ten laatste op 15 september of op de eerstvolgende werkdag. 2. Uiterste datum van toewijzing van het gekozen onderwerp: einde van week 5 van het academiejaar. Studenten stellen een top-3 samen van de onderwerpen uit de lijst van onderwerpen. In de week waarin de onderwerpen worden vrijgegeven en/of in de week die daarop volgt, contacteren de studenten via e-mail de promotoren van de onderwerpen die hen het meest interesseren. In een persoonlijk gesprek lichten zij hun motivatie voor het onderwerp toe. In de definitieve toewijzing van het onderwerp houden de promotoren rekening met de geschiktheid van de kandidaten en hun keuzeopties. Studenten die op Erasmusuitwisseling zijn contacteren de betrokken promotoren via e-mail. 3. Verplichte mondelinge presentatie van de voortgang van het onderzoek: tijdens de lesweek van 15 februari. Studenten die op Erasmusuitwisseling zijn op het tijdstip van de presentatie, moeten voor het einde van die lesweek via e-mail een gedetailleerd voortgangsrapport bezorgen aan hun promotor. 4. Datum van inlevering en verdediging: Examenperiode
Deadline inleveren
Verdediging
EP1 (januari)
Eerste examenweek vrijdag 12:00
Voorlaatste examenweek
of
laatste
EP2 (juni)
Laatste lesweek Vrijdag 12:00
Voorlaatste examenweek
of
laatste
EP3(augustus)
16 augustus 12:00 (of de eerstvolgende werkdag)
Derde examenweek
Evaluatie Na raadpleging van de promotor wordt een masterproefcommissie samengesteld, bestaande uit een voorzitter, de lector, de promotor en eventueel de copromotor. De voorzitter coördineert en maakt het eindverslag van de verdediging. Hij/zij neemt zelf geen deel aan de evaluatie, maar bemiddelt tussen de andere leden van de commissie. In 6
Reglement masterproef Tolken (versie september 2015) het verslag van de voorzitter worden vermeld: (i) de scores toegekend door de verschillende leden van de commissie na de verdediging; (ii) de eindscore en (iii) de leesverslagen van de juryleden. De lector is de belangrijkste ondervrager en zoomt in op inhoud en methodologie. Iedereen die in aanmerking komt om promotor te zijn van een masterproef, kan ook jurylid zijn. Voor de evaluatie en de feedback wordt een beoordelingsformulier met ijkpunten gehanteerd. Het formulier bevat criteria die betrekking hebben op het product en het proces. De lector beoordeelt het schriftelijk verslag en de mondelinge presentatie en verdediging. De promotor beoordeelt eveneens het doorlopen proces. Het document met de beoordelingscritera wordt bij het begin van het academiejaar ter beschikking gesteld via het studentenportaal. Alleen de juryleden met functie ‘promotor’, ‘interne copromotor’ en ‘lector’ kennen punten toe. De externe copromotor (indien van toepassing) wordt officieel uitgenodigd op de mondelinge verdediging door de opleidingscoördinator. De externe promotor kan op de verdediging een mondeling advies geven m.b.t. het eindresultaat dat de student voor de masterproef kan behalen. Hij/zij kan bij afwezigheid op de verdediging vooraf een schriftelijk advies geven en/of kan een plaatsvervanger voor de jury vanuit het projectbedrijf of de organisatie aanduiden. Vóór de mondelinge presentatie en verdediging evalueren de promotor, de lector en de eventuele interne copromotor onafhankelijk van elkaar de kwaliteit van het schriftelijk verslag op basis van de ijkpunten in het beoordelingsformulier. Na de mondelinge verdediging leggen zij elk hun cijfer vast. Dat cijfer reflecteert hun globale oordeel over de masterproef en vormt niet noodzakelijk het mathematisch gemiddelde van de afzonderlijke criteria op het beoordelingsformulier. Het eindcijfer is het mathematisch gemiddelde van de individuele cijfers. Het cijfer van de promotor geldt echter voor 2/3 van het eindcijfer wanneer er geen copromotor is. Indien de voorzitter afwezig blijkt bij de start van de verdediging wordt ad hoc een reserve-voorzitter aangeduid. Indien de lector of (co)promotor afwezig is, geldt het volgende. De voorzitter maakt de vragen/bedenkingen uit het leesverslag over aan de student zodat deze hierop kan antwoorden. De voorzitter maakt aan de aanwezige jury het punt en eventuele inhoudelijke commentaren van het afwezige jurylid over. Het punt van het afwezige jurylid op het schriftelijke verslag wordt verrekend op het protocol van de jury. Als het afwezige jurylid er niet toe in staat is om tijdig een leesverslag en score voor de masterproef aan de voorzitter te bezorgen, kan de vicedecaan onderwijs beslissen om een plaatsvervangend jurylid aan te stellen en/of de verdediging uit te stellen.
7
Reglement masterproef Tolken (versie september 2015) Afgeleide publicaties Als de masterproef van een student ingeschakeld is in een lopend onderzoeksproject, moet de student de verklaring ondertekenen, opgenomen als Bijlage I, waarbij hij/zij zich engageert de nodige discretie aan de dag te leggen en geen publicaties te verrichten op basis van de masterproef zonder voorafgaande toestemming van de promotor.
8
Reglement masterproef Tolken (versie september 2015) Bijlage I
VERKLARING In het kader van een masterproef die aansluit op een lopend onderzoeksproject
De masterproef van ondergetekende student(e) sluit aan op een lopend onderzoeksproject van een bestaande onderzoeksgroep binnen de KU Leuven Campus Brussel. Het onderzoeks- en analysekader werd derhalve reeds opgezet door deze onderzoeksgroep. Ondergetekende student(e) gaat dan ook uitdrukkelijk akkoord met onderstaande bindende afspraken: 1. Het volledige onderzoeks- en analysekader van het ruimer onderzoeksproject is vertrouwelijke informatie die op geen enkele wijze mag worden publiek gemaakt of aan derden meegedeeld. Indien kwalitatieve en/of kwantitatieve data of beelden/teksten/gegevens worden meegedeeld aan ondergetekende, kunnen die uitsluitend door ondergetekende worden aangewend voor de totstandkoming van de masterproef en steeds binnen het analyse- en onderzoekskader dat door de promotor wordt aangereikt. Zij mogen niet aan derden worden meegedeeld of publiek worden gemaakt. 2. Aan KU Leuven Campus Brussel en de bestaande onderzoeksgroep komt een gratis recht toe tot gebruik van de masterproef met inbegrip van de beelden, computerprogramma’s, databanken en verzamelde gegevens die er een onderdeel van uitmaken voor doeleinden van onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Gebruik voor wetenschappelijk onderzoek respecteert de regels voor citeren en refereren die binnen het betrokken vakgebied gebruikelijk zijn. 3. Onverminderd het bovenstaande, gebeurt een eventuele publicatie van zijn/haar masterproef door ondergetekende pas na gemeenschappelijk overleg tussen ondergetekende, de promotor en de bestaande onderzoeksgroep. KU Leuven Campus Brussel, de promotor of de bestaande onderzoeksgroep kunnen besluiten om de publicatie of de toegang (i) niet toe te laten, (ii) slechts in beperkte mate toe te laten of (iii) slechts na verloop van een bepaalde periode toe te laten, bijvoorbeeld om rechten van derden, van KU Leuven Campus Brussel of van de leden van de onderzoeksgroep te vrijwaren. Opgemaakt in Brussel op ……/……/20…… ,
(handtekening student)
(titel masterproef)
(voornaam en naam student)
(voornaam en naam Promotor)
9