Reglement ondernemingsraad Woonbedrijf ieder1 I. Begripsbepalingen en functie van de ondernemingsraad Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet : De Wet op de ondernemingsraden (WOR) b. ondernemer : Woonbedrijf ieder1 c. bestuurder : Degene die rechtstreeks is belast met de hoogste zeggenschap bij de leiding van de arbeid; de algemeen directeur/ bestuurder A d. werknemer : Ieder, die krachtens een arbeidsovereenkomst met de ondernemer werkzaam is, alsmede de personen, die op grond van artikel 6, vierde lid van de wet met voornoemden zijn gelijkgesteld, met uitzondering van de persoon/personen bedoeld onder d. e. werknemersorganisaties : Een in artikel 9, lid 2 onder a van de wet bedoelde vereniging van werknemers f. raad : De overeenkomstig de wet ingestelde ondernemingsraad in de hierboven genoemde onderneming g. commissie : Een door de raad ingestelde commissie h. bedrijfscommissie : De Bedrijfscommissie van Woonbedrijf ieder1 Aedes, Postbus 611, 1200 AP Hilversum 035- 626 82 00 i. vergadering van de raad : Een bijeenkomst van de gekozen raad j. overlegvergadering : Een bijeenkomst van de gekozen raad met de bestuurder als bedoeld in artikel 23 WOR k. beraad/raadpleging : Het contact van leden van de raad met niet-leden van de raad l.. kiesgroep : Een aantal werknemers, dat ten behoeve van de verkiezingen als een eenheid wordt beschouwd. Artikel 2 De raad heeft tot taak in het belang van het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen door middel van overleg, het geven van advies en het nemen van besluiten op basis van de aan hem toegekende bevoegdheden bij te dragen tot een goede onderlinge samenwerking binnen de onderneming en daarbij het welzijn te bevorderen en de belangen te vertegenwoordigen van de in de onderneming werkzame personen. II Samenstelling en zittingsduur Artikel 3 1. De raad bestaat uit 9 leden, die door de kiesgerechtigde werknemers in de onderneming rechtstreeks uit hun midden worden gekozen. 2. Tijdens een zittingsperiode van de raad kan geen wijziging worden gebracht in het aantal leden van de raad op grond van vermeerdering of vermindering van het aantal in de onderneming werkzame personen. WOR. art. 61 lid 6.
1
Artikel 4 1. De raad kiest uit zijn midden een voorzitter, één plaatsvervangend voorzitter en een secretaris. 2. De voorzitter, of bij diens verhindering een plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de raad in rechte. Artikel 5 1 De leden van de OR treden om de 3 jaar af. 2. De leden van de raad kunnen te allen tijde als zodanig ontslag nemen. Zij geven daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de raad en aan de bestuurder. 3. Hij die optreedt ter vervulling van een tussentijdse opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij komt had moeten aftreden. 4. De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar. Niet herkiesbaar zijn de leden die gedurende een periode van 9 jaar onafgebroken zitting hebben genomen in de raad (per datum verkiezingen 2013). III Kandidaatstelling en verkiezingen Artikel 6 1. De OR kan de organisatie van de verkiezing opdragen aan een verkiezingscommissie. De leiding van de verkiezing berust bij de raad. 2. Bij het ontbreken van een raad wordt de verkiezingscommissie benoemd door de ondernemer in overleg met de werknemers. Artikel 7 1. De raad bepaalt de datum van de verkiezingen voor een nieuwe raad. De datum van de bekendmaking van de verkiezingen aan het personeel dient tenminste 13 weken voor de eigenlijke verkiezingsdatum te liggen. De datum van de verkiezingen dient tenminste 3 weken te liggen vóór de datum van aftreden van de raad. 2. Terstond na de bekendmaking van de verkiezingsdatum, stelt de verkiezingscommissie de werknemersorganisatie(s) en de ondernemer schriftelijk daarvan op de hoogte, onder vermelding van de termijn van kandidaatstelling. 3. Bij het ontbreken van een raad wordt de datum van de verkiezingen vastgesteld door de ondernemer in overleg met de verkiezingscommissie. Artikel 8 1. Een kiesgerechtigde werknemer kan slechts twee stemmen bij volmacht uitbrengen. Dit is alleen mogelijk bij schriftelijke stemming. Volmachten dienen schriftelijk te worden verleend. 2. Deze maatregelen worden tegelijk met de bekendmaking van de verkiezingsdatum in de onderneming bekendgemaakt. Artikel 9 1. Verkiesbaar tot lid van de raad zijn de werknemers die op de dag van de verkiezingen 12 maanden werkzaam zijn in de onderneming of rechtsvoorganger 2. Kiesgerechtigd zijn de werknemers die op de dag van de verkiezingen 6 maanden werkzaam zijn in de onderneming of rechtsvoorganger.. 3. Binnen twee weken na publicatie van de lijst kan iedere werknemer bezwaar maken tegen het toekennen van het recht om te kiezen en gekozen te worden aan één of meer op de lijst voorkomende namen van werknemers, uitsluitend op grond van het feit dat niet voldaan is aan het gesteld in lid 1 en 2. 4. De verkiezingscommissie beslist over de al dan niet juistheid van de ingediende bezwaren. Artikel 10 1. De termijn van kandidaatstelling begint bij de bekendmaking van de verkiezingsdatum. 2. Kandidaatstelling geschiedt door indiening van een lijst van een of meer kandidaten bij de secretaris van de raad. Deze verstrekt een gedagtekend bewijs van ontvangst op naam van degene die de lijst heeft ingediend.
2
3. Tot uiterlijk zeven weken voor de verkiezingsdatum kunnen werknemersorganisaties kandidatenlijsten indienen. 4. Tot uiterlijk vijf weken voor de verkiezingsdatum kunnen de kandidaten die geen lid zijn van een werknemersorganisatie bij de secretaris van de raad worden ingediend. 5. Bij elke kandidatenlijst wordt van iedere daarop voorkomende kandidaat een schriftelijke verklaring overgelegd dat deze de kandidatuur aanvaardt. 6. De naam van een kandidaat mag slechts op één kandidatenlijst voorkomen. Artikel 11 1. De verkiezingscommissie onderzoekt onmiddellijk na het indienen ervan of de ingediende kandidatenlijsten voldoen aan de wettelijke en aan de in dit reglement bepaalde eisen. 2. Indien een lijst niet aan het in de wet of in dit reglement bepaalde voldoet, wordt de indiener gedurende één week na de kennisgeving daarvan, in staat gesteld de lijst aan de gestelde eisen aan te passen. De termijn van één week geldt ook indien de sluitingsdatum samenvalt met de datum van de kennisgeving. 3. Een kandidatenlijst die niet aan de gestelde eisen blijft voldoen, wordt door de verkiezingscommissie ongeldig verklaard. De verkiezingscommissie maakt dit aan de indiener(s) en in de onderneming bekend. Artikel 12 1. De verkiezingscommissie maakt 4 weken voor de verkiezingen de voorlopige kandidatenlijsten bekend in de onderneming. 2. Binnen 2 weken na de publicatie van de lijsten kan door één of meer werknemersorganisaties of door één of meer werknemers bezwaar worden gemaakt tegen een lijst bij de verkiezingscommissie. 3. De verkiezingscommissie beslist over genoemde bezwaren. Artikel 13 1. Indien er niet meer kandidaten zijn gesteld dan er zetels te bezetten zijn, vindt er geen stemming plaats en worden de kandidaten zonder meer gekozen verklaard. 2. Wanneer bij de verkiezingen onvoldoende kandidaten zijn gesteld, is het bepaalde in de vorige volzin van overeenkomstige toepassing. Eenmalig zullen binnen een termijn van zes maanden nieuwe verkiezingen worden gehouden om in de niet vervulde vacatures te voorzien. 3. Indien er binnen een kiesgroep geen of onvoldoende kandidaten zijn, dan wordt de zetel ingevuld door de eerstvolgende kandidaat van de neutrale lijst. Artikel 14 1. Plaats en tijdstip van de verkiezingen worden uiterlijk zeven werkdagen tevoren aan de werknemers in de onderneming bekend gemaakt. 2. De kiesgerechtigde werknemers kunnen binnen 2 dagen na het bekendmaken van de plaats en het tijdstip van de verkiezingen schriftelijk bezwaren hiertegen indienen bij de verkiezingscommissie. 3. De verkiezingen vinden plaats bij geheime schriftelijke stemming met stembiljetten, waarop de namen van de kandidaten in alfabetische volgorde staan vermeld of via een daarvoor ingerichte website. 4. Namens de verkiezingscommissie wordt uiterlijk op de dag van de verkiezingen aan iedere kiesgerechtigde werknemer een gewaarmerkt stembiljet c.q. inlogcode uitgereikt. 5. Er wordt gestemd binnen kiesgroepen. Woonbedrijf ieder1 kent de volgende kiesgroepen met de daarbij behorende zetels: Kiesgroep 1: Regio Deventer Oost 1 Kiesgroep 2: Regio Deventer West 1 Kiesgroep 3: Regio Zutphen 1 Kiesgroep 4: Vastgoed, Staf en Strategie 1 Kiesgroep 5: Onderhoud 2 Kiesgroep 6: Finance en Control 1 Kiesgroep 7: Bedrijfsdiensten 1 Kiesgroep 8: Neutrale lijst 1
3
e
Het op basis van de neutrale lijst gekozen 9 lid kan dus uit elke afdeling komen. Iedere kiesgerechtigde persoon brengt 1 stem uit voor de eigen kiesgroep met uitzondering van kiesgroep 5, waar 2 stemmen moeten worden uitgebracht. Tevens moet 1 stem voor de neutrale lijst worden uitgebracht. 6. Als voor een kiesgroep geen of onvoldoende kandidaten zijn, kan er geen of slechts één stem worden uitgebracht voor de eigen kiesgroep. Artikel 15 1. De verkiezing geschiedt bij geheime stemming, hetzij digitaal hetzij schriftelijk. 2. Iedere kiesgerechtigde persoon die stemt wordt toegestaan om naast zijn stem(men), voor ten hoogste twee andere kiesgerechtigden uit dezelfde kiesgroep bij volmacht te stemmen. Dit is alleen mogelijk bij schriftelijke stemming. .Artikel 16 1. De raad draagt er zorg voor, dat de uitslag van de verkiezingen bekend wordt gemaakt aan de ondernemer en bestuurder en aan de in de onderneming werkzame personen, alsmede aan de werknemersorganisaties die kandidatenlijsten hebben ingediend. 2. De raad draagt er zorg voor, dat de namen en de functies in de onderneming van de leden van de ondernemingsraad blijvend worden vermeld op een plaats die vrij toegankelijk is voor alle in de onderneming werkzame personen, op zodanige wijze dat daarvan gemakkelijk kennis kan worden genomen. Artikel 17 1. De gebruikte stembiljetten worden na vaststelling van de verkiezingsuitslag door de secretaris tenminste 3 maanden in één of meer gesloten enveloppen bewaard. Bij digitale verkiezingen wordt de uitslag ook tenminste 3 maanden bewaard. 2. Wanneer in die periode geen bezwaren tegen de vaststelling van de verkiezingsuitslag worden ingediend, worden de enveloppen ongeopend vernietigd. 3. Indien binnen de gestelde termijn bezwaren tegen de vaststelling van de verkiezingsuitslag worden ingediend, worden de enveloppen niet eerder vernietigd, dan nadat de raad een beslissing over de ingediende bezwaren en de daarbij te volgen procedure heeft genomen. 4. Bezwaren dienen schriftelijk bij de raad te worden ingediend. IV Voorziening in tussentijdse vacatures Artikel 18 1. In geval van een tussentijdse vacature in de raad wijst de raad tot opvolger van het betrokken lid aan de kandidaat die blijkens de uitslag van de laatst gehouden verkiezing daarvoor als eerste in aanmerking komt binnen de vertegenwoordigde kiesgroep. 2. De aanwijzing geschiedt binnen een maand na het ontstaan van de vacature. Artikel 13, tweede lid, van dit reglement is van overeenkomstige toepassing. 3. Indien er geen opvolger als bedoeld in het eerste lid van dit artikel voorhanden is, komt de eerstvolgende uit de neutrale lijst in aanmerking. 4. Tussentijds benoemde leden van de raad treden eveneens af aan het einde van de lopende zittingsduur van de raad. V Werkwijze en secretariaat van de ondernemingsraad Artikel 19 1. De raad vergadert ten minste twaalf maal per jaar. 2. De raad bespreekt ten minste tweemaal per jaar de algemene gang van zaken in de onderneming, waarbij ten minste eenmaal op basis van de in artikel 31a van de wet bedoelde gegevens en ten minste eenmaal op basis van de in artikel 31b van de wet bedoelde gegevens wordt besproken. Artikel 20 1. De raad komt in vergadering bijeen: a. op verzoek van de voorzitter. b. op gemotiveerd verzoek van ten minste twee leden.
4
2. De voorzitter bepaalt tijd en plaats van de vergadering. Een vergadering op verzoek van leden van de ondernemingsraad wordt gehouden binnen 14 dagen nadat hun verzoek daartoe bij de voorzitter is ingekomen. 3. De bijeenroeping geschiedt door de secretaris, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de leden van de raad. De bijeenroeping geschiedt, behoudens in spoedeisende gevallen, niet later dan zeven dagen voor de vergadering. 4. Een vergadering kan slechts plaatsvinden indien de meerderheid van de leden van de raad aanwezig is. 5. Bij ontstentenis van de voorzitter en van diens plaatsvervanger kiest de raad uit de aanwezige leden een voorzitter voor de vergadering. Artikel 21 1. Besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen voor zover niet anders in het reglement is bepaald. 2. Over personen wordt schriftelijk gestemd. De raad beslist of over zaken schriftelijk dan wel mondeling zal worden gestemd. 3. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 4. Bij staking van stemmen wordt het voorstel, waarop de stemming betrekking had, op de eerstvolgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien dan wederom de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Gaat het voorstel echter over de benoeming van een persoon, dan beslist het lot. Artikel 22 1. De raad wordt bij de uitvoering van de secretariaatswerkzaamheden bijgestaan. 2. De raad overlegt met de Bestuurder m.b.t. de uren van de ondersteuning. Artikel 23 De secretaris is belast met: a. De correspondentie van de raad; b. De verzorging van het archief van de raad c. Het in overleg met de voorzitter bepalen van tijd en plaats van de vergadering; d. Het in overleg met de voorzitter opstellen van de agenda voor de vergaderingen van de raad; e. Het tijdig bekendmaken van de agenda aan de leden van de raad, aan de werknemers van de onderneming en aan de ondernemer en bestuurder; f. Het notuleren van de vergadering van de raad; g. Het maken van een jaarverslag over de werkzaamheden van de raad in het afgelopen jaar en de bekendmaking daarvan aan de werknemers van de onderneming en aan de ondernemer en bestuurder; h. Alle andere werkzaamheden die hem in dit reglement of door de raad worden opgedragen. Artikel 24 1. De secretaris stelt de leden ten minste zeven dagen tevoren schriftelijk op de hoogte van plaats en tijd van de vergadering onder bijvoeging van de agenda en de bijbehorende stukken. De secretaris draagt er zorg voor dat een schriftelijke toelichting wordt gegeven op ieder agendapunt, dat naar zijn oordeel toelichting behoeft. 2. De secretaris draagt er eveneens zorg voor dat de in lid 1 genoemde stukken op een door de raad te bepalen wijze aan het overige personeel bekend worden gemaakt. 3. De secretaris stelt de ondernemer en bestuurder ten minste zeven dagen tevoren schriftelijk op de hoogte van plaats en tijd van de vergadering onder bijvoeging van de agenda. 4. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in de voorgaande leden alsmede van het bepaalde in artikel 21 worden afgeweken. De bespreking beperkt zich in dat geval tot het onderwerp, dat tot spoedige behandeling aanleiding geeft, tenzij de raad anders beslist. Artikel 25 1. De secretaris is verantwoordelijk voor het opstellen van de notulen van de vergadering van de raad. Deze notulen worden voor de eerstkomende vergadering aan de leden toegezonden. In die vergadering worden de notulen aan de raad ter goedkeuring en vaststelling voorgelegd.
5
2. De secretaris maakt binnen 3 maanden na afloop van een zittingsjaar een jaarverslag, waarin alle besluiten en besprekingen van de raad in het kort worden weergegeven. De raad stelt het jaarverslag vast en bepaalt de wijze waarop dit verslag aan de werknemers, aan de ondernemer en bestuurder, aan de Bedrijfscommissie en aan de Arbeidsinspectie bekend zal worden gemaakt. VI Slotbepalingen Artikel 26 1. Dit reglement kan worden gewijzigd of aangevuld bij besluit van de raad. 2. Besluiten tot wijziging of aanvulling behoeven een meerderheid van de leden van de voltallige raad. 3. De raad dient, alvorens de aanvulling of wijziging van het reglement vast te stellen de ondernemer in de gelegenheid te stellen zijn standpunt daarover kenbaar te maken. 4. De raad verstrekt onverwijld een exemplaar van het aangevulde c.q. gewijzigde reglement aan de ondernemer en aan de Bedrijfscommissie.
Aldus opgemaakt te Deventer op …………….
Voor gezien getekend: De ondernemer voor deze:
Voorzitter van de Raad:
Naam
Naam
6
BIJLAGE I Faciliteitenregeling De ondernemingsraad en de commissies van die raad hebben ter vervulling van hun taak de faciliteiten zoals neergelegd in de Wet op de ondernemingsraden en die faciliteiten, die de ondernemer aan de raad en zijn commissies heeft toegekend, neergelegd in de navolgende faciliteitenregeling. Artikel 1 1. De ondernemer is verplicht de raad, de commissie(s) van die raad en de ambtelijk secretaris van de raad het gebruik toe te staan van de voorzieningen waarover hij als zodanig kan beschikken en die de raad, de commissie(s) en de ambtelijk secretaris van die raad voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben. 2. De ondernemer stelt de raad en de commissie(s) van die raad, in staat de in de onderneming werkzame personen te raadplegen en stelt deze personen in de gelegenheid hieraan hun medewerking te verlenen, een en ander voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de vervulling van de raad en de commissies. 3. De raad en de commissie(s) van die raad vergaderen zoveel mogelijk tijdens de normale arbeidstijd, in een door de ondernemer, na overleg met de ondernemer ter beschikking gestelde lokaliteit. 4. De leden van de raad en de leden van de commissie(s) van die raad behouden voor de tijd gedurende welke zij ten gevolge van het bijwonen van een vergadering van de raad of van een commissie van die raad niet de bedongen arbeid hebben verricht, hun aanspraak op loon. Artikel 2 1. De ondernemer is verplicht de leden van de raad en de leden van de commissie(s) van die raad gedurende 1000 uren per jaar, in werktijd en met behoud van loon de gelegenheid te bieden voor onderling beraad en overleg met andere personen over aangelegenheden waarbij zij in de uitoefening van hun taak zijn betrokken, alsmede voor kennisneming van de arbeidsomstandigheden in de onderneming. Voor het verrichten van werkzaamheden voor de raad is de volgende verdeling gemaakt: voorzitter- secretaris- leden. 2. Indien er zich binnen een jaar onvoorziene ondernemingsraadwerkzaamheden voordoen, heeft de raad de mogelijkheid in overleg te treden met de ondernemer over het aantal beschikbare uren. 3. Aan het einde van het zittingsjaar wordt het beschikbare aantal uren geëvalueerd. De raad en de ondernemer houden beide tijdsbestedinggegevens bij. Artikel 3 1. De ondernemer is verplicht de leden van de raad gedurende 5 dagen per jaar, in werktijd en met behoud van loon, de gelegenheid te bieden de scholing en vorming te ontvangen welke zij in verband met de vervulling van hun taak nodig hebben. 2. De ondernemer is verplicht de leden van een vaste commissie of onderdeelcommissie gedurende 3 dagen per jaar, in werktijd en met behoud van loon, de gelegenheid te bieden de scholing en de vorming te ontvangen welke zij in verband met de vervulling van hun taak nodig hebben. Conform W.O.R. artikel 18 lid 3. 3. Ieder lid heeft de vrije keus waar en hoe hij vorming en scholing wenst te ontvangen.
7
Artikel 4 De ondernemer kan in overeenstemming met de raad de kosten die de raad en de commissie(s) van die raad in enig jaar zullen maken, voor zover deze geen verband houden met het bepaalde in de artikelen 1, 2 en 3 van deze regeling, vaststellen op een bepaald bedrag, dat de raad naar eigen inzicht kan besteden. Kosten waardoor het hier bedoelde bedrag zou worden overschreden, komen slechts ten laste van de ondernemer voor zover hij in het dragen daarvan toestemt. Artikel 5 In geval van een fusie / reorganisatie, zal de ondernemer met de raad in overleg treden over de medezeggenschapstructuur.
8
BIJLAGE II Werkwijze overlegvergadering ondernemingsraad en bestuurder Artikel 1 In de overlegvergaderingen kunnen alle aangelegenheden, de onderneming betreffende, aan de orde worden gesteld, ten aanzien waarvan hetzij de ondernemer, hetzij de ondernemingsraad overleg wenselijk acht of waarover ingevolge het bij of krachtens de wet of het reglement bepaalde overleg tussen de ondernemer en de raad moet plaatsvinden. Artikel 2 1. Het overleg wordt voor de ondernemer gevoerd door de bestuurder van de onderneming. Wanneer de onderneming meer dan één bestuurder heeft, bepalen dezen tezamen wie van hen het overleg pleegt met de raad. 2. De in het vorige lid bedoelde bestuurder kan zich in geval van verhindering of ten aanzien van een bepaald onderwerp laten vervangen door een medebestuurder. Bij afwezigheid van een medebestuurder kan de bestuurder zich bij verhindering doen vervangen door de directeur Beheer of door een lid van de Raad van Toezicht of door in de onderneming werkzame persoon die beschikt over bevoegdheden om namens de ondernemer overleg te voeren met de raad. 3. De bestuurder of degene die hem vervangt kan zich bij het overleg laten bijstaan door een of meerdere medebestuurders, leden van de Raad van Toezicht of in de onderneming werkzame personen. Artikel 3 1. De ondernemer en de raad komen tenminste vier maal per kalenderjaar in overlegvergadering bijeen. 2. Een overlegvergadering vindt plaats binnen twee weken nadat de raad of de ondernemer daarom onder opgave van redenen heeft verzocht. Artikel 4 1. In de overlegvergadering wordt ten minste tweemaal per jaar de algemene gang van zaken in de onderneming besproken, waarbij ten minste één maal op basis van de in artikel 31a van de wet bedoelde gegevens en ten minste één maal op basis van de in artikel 31b van de wet bedoelde gegevens wordt besproken. De ondernemer doet in dit kader mededelingen over besluiten die hij in voorbereiding heeft met betrekking tot aangelegenheden als bedoeld in de artikelen 25 en 27 van de wet. Daarbij worden afspraken gemaakt wanneer en op welke wijze de raad in de besluitvorming wordt betrokken. 2. Bij de in lid 1 bedoelde besprekingen zijn een of meer leden van de Raad van Toezicht aanwezig, tenzij de raad in een bepaald geval besluit, dat aan dit lid geen toepassing behoeft te worden gegeven. Artikel 5 1. Tijdens de overlegvergadering kunnen zowel door de ondernemer als door de raad besluiten worden genomen. 2. Een overlegvergadering wordt door de voorzitter geschorst, wanneer de ondernemer of de raad ten aanzien van een bepaald onderwerp afzonderlijk beraad wenselijk acht. 3. De ondernemer neemt geen besluiten over voorstellen van de raad, zowel die in als buiten de overlegvergadering zijn gedaan, dan nadat hij hierover ten minste één maal met de raad in een overlegvergadering heeft overlegd. 4. Na het overleg deelt de ondernemer zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed aan de raad mee of en in hoeverre hij overeenkomstig het voorstel zal besluiten.
9
Artikel 6 Ten aanzien van de overlegvergaderingen zijn de artikelen 22 en 23 van de wet van overeenkomstige toepassing. Artikel 7 Zowel de raad als de ondernemer kunnen een of meer deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van een overlegvergadering, indien dit voor de behandeling van een bepaald onderwerp redelijkerwijze nodig is. Zij stellen elkaar hiervan tijdig vooraf in kennis. Artikel 8 1. Een overlegvergadering kan slechts worden gehouden indien ten aanzien van de raad voldaan is aan het bepaalde in artikel 23a lid 1, van de WOR. 2. Alle leden van de raad kunnen in de overlegvergadering het woord voeren. Artikel 9 1. De overlegvergadering wordt beurtelings geleid door de bestuurder en de voorzitter van de raad. 2. De secretaris van de raad treedt op als secretaris van de overlegvergadering. Artikel 10 De agenda van de overlegvergadering bevat alle onderwerpen, die door de bestuurder of door de raad bij de secretaris voor het overleg zijn aangemeld. Artikel 11 1. De overlegvergadering wordt schriftelijk bijeen geroepen. 2. De agendacommissie stelt de agenda op. De agendacommissie bestaat uit het dagelijks bestuur, de bestuurder en de secretaris of de supportmedewerker. 3. De secretaris stelt de leden van de raad en de ondernemer en bestuurder tenminste zeven dagen tevoren schriftelijk op de hoogte van plaats en tijd van de vergadering onder bijvoeging van de agenda en de bijbehorende stukken. De secretaris draagt er eveneens zorg voor dat een schriftelijke toelichting wordt gegeven op ieder agendapunt, dat naar zijn oordeel toelichting behoeft. 4. De secretaris draagt er eveneens zorg voor dat de in het derde lid genoemde stukken op een door de ondernemer en raad te bepalen wijze aan het overige personeel worden bekend gemaakt. 5. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in de voorgaande leden alsmede van het bepaalde in het reglement met betrekking tot het bijeenroepen van de raad worden afgeweken. De bespreking beperkt zich tot het onderwerp, dat tot spoedige behandeling aanleiding geeft, tenzij de vergadering anders beslist. Artikel 12 1. De secretaris is verantwoordelijk voor het opstellen van de notulen van de overlegvergadering. Deze notulen worden voor de eerstkomende vergadering aan de leden en de ondernemer en bestuurder toegezonden. In die vergadering worden de notulen aan de overlegvergadering ter goedkeuring en vaststelling voorgelegd. Als teken van goedkeuring en vaststelling worden de notulen ondertekend door de voorzitter van de raad en de bestuurder. 2. De secretaris maakt binnen drie maanden na afloop van een zittingsjaar een jaarverslag, waarin alle besluiten en besprekingen van de overlegvergadering in het kort worden weergegeven. De vergadering stelt het jaarverslag vast en bepaalt de wijze waarop dit verslag aan de werknemers en de ondernemer en de bestuurder bekend zal worden gemaakt.
10
Instellingsbesluit Ondernemingsraad Woonbedrijf ieder1. heeft het besluit genomen tot instelling van een vaste commissie met betrekking tot V.G.W.M aangelegenheden. ( ARBO) Artikel 1: Instelling De vast commissie voor V,G,W en M is ingesteld door de Raad op grond van artikel 15 lid 1 en 2 van de WOR. Artikel 2: Samenstelling De commissie bestaat uit 3 leden, waarvan ten minste 2 lid zijn van de Raad. De overige leden worden benoemd door de Raad. Artikel 3: Taak De commissie behandelt voor de Raad de aangelegenheid betreffende Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu. Artikel 4: Bevoegdheden De commissie is voor aangelegenheden betreffende Veiligheid, Gezondheid en Welzijn en Milieu bevoegd: 1. desgevraagd of uit eigen beweging advies uit te brengen aan de Ondernemingsraad 2. deskundigen in te schakelen conform art. 16 WOR, met inachtneming van het gestelde in art. 22.2 WOR 3. (voor)overleg te plegen met in de onderneming werkzame personen 4. in opdracht van de raad vooroverleg te plegen met de bestuurder van de onderneming over door de raad nader bepaalde onderwerpen, met inachtneming van een voor dit onderwerp door de raad vooraf bepaald inhoudelijk kader. De commissie is voor aangelegenheden betreffende Veiligheid, Gezondheid en Welzijn bovendien bevoegd tot: 1. ondersteuning en advies te vragen aan de op grond van artikel 14 en artikel 15 Arbo-wet aangeduide deskundige personen of diensten. De leden van de commissie zijn voor aangelegenheden betreffende Veiligheid, Gezondheid en Welzijn en Milieu bevoegd tot: 1. het plegen van vooroverleg met in de onderneming werkzame personen (art. 18.1 WOR) 2. het plegen van onderling beraad (idem) 3. het raadplegen van de in de onderneming werkzame personen (art. 17.1 WOR) De leden van de commissie zijn voor aangelegenheden betreffende Veiligheid, Gezondheid en Welzijn bovendien bevoegd tot: 1. het kennisnemen van de arbeidsomstandigheden in de onderneming (art. 18.1 WOR) De onderneming verstrekt aan de commissie alle informatie die zij voor het vervullen van haar taak redelijkerwijs nodig heeft, desgevraagd schriftelijk.
11
De eindverantwoordelijkheid voor de behandeling van aangelegenheden betreffende Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu berust te allen tijde bij de raad zelf. Artikel 5: Werkwijze 1. De leden van de commissie worden door de raad benoemd voor een periode aanvangend op het tijdstip van benoeming en eindigend op het tijdstip waarop de zittingstermijn van de leden van de ondernemingsraad afloopt. 2. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris 3. De commissie vergadert op verzoek van de voorzitter en op verzoek van 2 leden van de commissie. Een vergadering kan slechts plaats vinden indien 2 leden van de commissie aanwezig zijn. 4. Indien het vereiste aantal leden niet op een commissievergadering aanwezig is, zal binnen 14 dagen een nieuwe vergadering worden uitgeschreven met dezelfde agenda. Indien ook bij deze vergadering het vereiste aantal leden niet aanwezig is, kan de vergadering toch worden gehouden. 5. Bij afwezigheid van de voorzitter kiest de commissie uit de aanwezige leden een voorzitter voor de vergadering 6. De artikelen 17 leden 2 en 3, 18 lid 2, 19, 20 en 21 lid 1 van het reglement van de raad zijn van overeenkomstige toepassing. 7. De leden van de commissie kunnen te allen tijde als zodanig ontslag nemen. Zij geven daarvan schriftelijke kennis aan de voorzitter van de raad, aan de voorzitter van de commissie en aan de ondernemer. Artikel 6: faciliteiten Volgens reglement OR/WOR
Aldus opgemaakt te Deventer op ……….
Voor gezien getekend:
De ondernemer voor deze:
Voorzitter van de raad Woonbedrijf ieder1
Naam
Naam
12