Vastgesteld bij OR-besluit OR 27.7.1 d.d. 31-03-1999 Gewijzigd bij OR-besluit OR 87.6.2 d.d. 25-09-2002 Gewijzigd bij OR-besluit OR 109.7.1 d.d. 17-03-2004 Gewijzigd bij OR-besluit OR 140.8.2 d.d. 15-02-2006 Laatstelijk gewijzigd bij OR-besluit OR 185.7.1 d.d. 15-10-2009
Reglement voor de Ondernemingsraad van de Technische Universiteit Delft Reglement zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet op de Ondernemingsraden
Hoofdstuk I Artikel 1.
Begripsbepaling definities
1. Dit reglement verstaat onder: a. de WOR b. de WHW c. de onderneming d. de ondernemer e. de universiteit f.
het college van bestuur
g. bestuurder h. werknemersorganisaties i.
bij de universiteit werkzame personen
j.
de bedrijfscommissie
k. l.
de verkiezingscommissie NetID
m. Kiesregister n. kandidatenlijst o. vergadering p. secretaris q. ambtelijk secretaris r. bijlage
de wet op de ondernemingsraden; de wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek; de Technische Universiteit Delft als een in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband bedoeld in artikel 1, lid 1, onderdeel c, van de WOR; de rechtspersoonlijkheid bezittende openbare universiteit te Delft bedoeld in artikel 1.8, tweede lid, en de bijlage van de WHW; de Technische Universiteit Delft, verder aan te duiden met TU Delft, zijnde de onderneming in de zin van artikel 1, lid 1, onderdeel c van de WOR; het college van bestuur van de TU Delft, als bestuurder bedoeld in artikel 1, lid 1, onderdeel e van de WOR; het college van bestuur; de verenigingen van werknemers bedoeld in artikel 9, lid 2, onder a, van de WOR; degenen die volgens art. 1, lid 2 van de WOR een aanstelling hebben bij de TU Delft of volgens art. 1, lid 3 een detacheringsovereenkomst hebben bij de TU Delft; de door de Sociaal-economische Raad op grond van artikel 37 van de WOR ingestelde advies- en geschillencommissie; de commissie als bedoeld in artikel 4, lid 2; het persoonsgebonden identificatiemiddel dat toegang geeft tot centrale elektronische voorzieningen van de onderneming; het in art. 7, lid 1 bedoelde register; de lijst als bedoeld in artikel 8, lid 1; de vergadering van de ondernemingsraad, niet zijnde de overlegvergadering bedoeld in artikel 23, lid 1, van de WOR; de secretaris van de ondernemingsraad; de ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad; document dat geen deel uit maakt van dit reglement.
2. Waar in dit reglement gesproken wordt van een uiterste datum waarop een bepaalde actie moet plaatsvinden, geldt als uiterste tijd 17.00 uur op die datum.
TU Delft OR-reglement
1
Hoofdstuk II Artikel 2.
Samenstelling en zittingstermijn
samenstelling
1. De ondernemingsraad bestaat uit het aantal leden dat volgt uit artikel 6, lid 1, van de WOR. 2. De ondernemingsraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een secretaris. 3. De voorzitter, of bij diens verhindering de plaatsvervangend voorzitter, vertegenwoordigt de ondernemingsraad in rechte. 4. De secretaris is belast met het bijeenroepen van de ondernemingsraad, het opmaken van de agenda en het opstellen van het verslag van de vergaderingen, alsmede met het voeren van de briefwisseling en het beheren van de voor de ondernemingsraad bestemde en van de ondernemingsraad uitgaande stukken. Artikel 3.
zittingstermijn
1. De leden van de ondernemingsraad treden om de 3 jaar tegelijk af. 2. De zittingstermijn van de ondernemingsraad vangt aan op de vierde dinsdag in november van het jaar waarin de verkiezing plaatsvindt. 3. Indien bij een besluit op grond van artikel 17 van dit reglement de uitslag van de verkiezing ongeldig wordt verklaard blijven de aftredende leden van de ondernemingsraad in functie tot de uitslag van nieuwe verkiezingen onaantastbaar is geworden. 4. De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar. 5. Behalve door periodieke aftreding eindigt het lidmaatschap van de leden van de ondernemingsraad: a. door schriftelijke opzegging gericht aan de voorzitter van de ondernemingsraad en aan de ondernemer; b. door niet meer bij de universiteit werkzaam te zijn volgens de definitie van art. 1, lid i; 6. Het lid dat ter vervulling van een vacature is gekozen, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats het is gekozen, zou moeten aftreden.
Hoofdstuk III
Verkiezing van de ondernemingsraad
PARAGRAAF 1
VOORBEREIDING VAN DE VERKIEZING
Artikel 4.
verkiezing
1. De organisatie van de verkiezing van de leden van de ondernemingsraad berust bij de ondernemingsraad. 2. De ondernemingsraad draagt de organisatie van de verkiezing op aan een verkiezingscommissie. 3. Deze commissie bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangende leden. Artikel 5.
kiesrecht
Kiesgerechtigd en verkiesbaar zijn de personen die gedurende ten minste zes maanden voor de datum van de verkiezing bij de universiteit werkzaam zijn. Artikel 6.
datum verkiezingen
1. De ondernemingsraad bepaalt na overleg met het college van bestuur de datum van de verkiezing alsmede de tijdstippen van aanvang en einde van de stemming. De (ambtelijk) secretaris deelt deze gegevens ten minste 12 weken voor de verkiezing mede aan het college van bestuur, aan de bij de universiteit werkzame personen en aan de werknemersorganisaties.
TU Delft OR-reglement
2
2. De datum van de verkiezing valt tussen de vierde zondag in oktober en de tweede woensdag in november van het jaar waarin de zittingstermijn eindigt. Artikel 7.
kiesregister
1. Uiterlijk 9 weken voor de verkiezingsdatum stelt de verkiezingscommissie een lijst op van bij de universiteit werkzame personen die op de verkiezingsdatum kiesgerechtigd, respectievelijk verkiesbaar zijn, en maakt deze lijst bij de universiteit bekend. Deze lijsten worden gedurende een week door de verkiezingscommissie ter inzage gelegd op een door de verkiezingscommissie te bepalen plaats, ingangsdatum en tijd. 2. Iedere bij de universiteit werkzame persoon kan gedurende de in het vorige lid bedoelde week schriftelijk aan de verkiezingscommissie verbetering van de lijst van kiesgerechtigde en verkiesbare personen vragen, indien hij van mening is dat hij zelf of een andere persoon in strijd met de wet of dit reglement daarin niet, of niet behoorlijk, dan wel ten onrechte, is opgenomen. 3. De verkiezingscommissie kan in dezelfde week ook ambtshalve de lijst van kiesgerechtigde en verkiesbare personen verbeteren. Artikel 8.
kandidaatstelling
1. Kandidaatstelling geschiedt door indiening van een lijst van één of meer kandidaten bij de (ambtelijk) secretaris van de ondernemingsraad. Deze verstrekt een gedagtekend bewijs van ontvangst, gesteld ten name van degene die de lijst heeft ingediend. 2. Tot uiterlijk 6 weken voor de verkiezingsdatum kunnen werknemersorganisaties die kiesgerechtigde personen onder hun leden tellen, kandidatenlijsten indienen. 3. Voor het indienen van een kandidatenlijst, niet zijnde een lijst van een werknemersorganisatie welke op grond van het tweede lid een kandidatenlijst heeft ingediend, is ondersteuning vereist door 30 kiesgerechtigden die geen lid zijn van een werknemersorganisatie die een lijst heeft ingediend, blijkend uit de handtekeningen van die kiesgerechtigden. Een kiesgerechtigde mag slechts één lijst ondersteunen. 4. Tot uiterlijk 4 weken voor de verkiezingsdatum kunnen de in het derde lid bedoelde kandidatenlijsten bij de (ambtelijk) secretaris van de ondernemingsraad worden ingediend. 5. Een kandidatenlijst bevat ten hoogste 40 namen van kandidaten. 6. Een kandidaat wordt op de kandidatenlijst vermeld met zijn achternaam, de voorletters, alsmede woonplaats en adres. De voorletters mogen geheel of ten dele vervangen worden door de voornaam. De naam mag voorafgegaan, dan wel gevolgd, worden door eventuele titels en/of de aanduiding WP of OBP alsmede een aanduiding van de beheerseenheid waar de kandidaat werkzaam is. 7. Bij elke kandidatenlijst wordt van iedere daarop voorkomende kandidaat de schriftelijke verklaring overgelegd inhoudende dat hij/zij de kandidatuur aanvaardt. 8. De naam van een kandidaat mag slechts op één kandidatenlijst voorkomen. 9. Tot uiterlijk 4 weken voor de verkiezingsdatum kunnen kandidatenlijsten in een lijstverbinding worden opgenomen door inlevering bij de (ambtelijk) secretaris van een daartoe strekkende schriftelijke gemeenschappelijke verklaring van de op de lijsten vermelde gemachtigden. Indien een lijstverbinding wordt aangegaan tussen meer dan twee lijsten, wordt per lijst een voorkeursvolgorde aangegeven. Artikel 9.
onderzoek kandidatenlijsten
1. De verkiezingscommissie onderzoekt of de ingediende kandidatenlijsten en de daarop voorkomende kandidaten voldoen aan de vereisten van de WOR en van dit reglement.
TU Delft OR-reglement
3
2. De verkiezingscommissie schrapt van de kandidatenlijst de kandidaat die niet aan de in het vorige lid bedoelde vereisten voldoet respectievelijk verklaart een kandidatenlijst die niet aan de in het vorige lid bedoelde vereisten voldoet, ongeldig en deelt dit onverwijld schriftelijk en met opgave van redenen mede aan degene(n) die de lijst heeft (hebben) ingediend. Gedurende één week na deze mededeling bestaat de gelegenheid de lijst aan de gestelde vereisten aan te passen. 3. De kandidatenlijsten worden uiterlijk 2 weken voor de verkiezingsdatum door de verkiezingscommissie aan de bij de universiteit werkzame personen bekend gemaakt. 4. De naam of aanduiding van een groepering mag niet meer dan vijfentwintig letters, cijfers of spaties bevatten. 5. De naam of aanduiding van een nieuwe groepering mag niet geheel of in hoofdzaak overeenkomen met die van een groepering die bij de laatstgehouden verkiezing van de ondernemingsraad één of meer zetels heeft behaald. 6. De naam of aanduiding van een groepering mag eveneens niet geheel of in hoofdzaak overeenkomen met die van een andere groepering die voor de deelname aan de verkiezing het eerst onder die naam of aanduiding een kandidatenlijst heeft ingediend. 7. Aan de kandidatenlijst wordt een uniek lijstnummer toegekend dat in het geval van een bestaande groepering zo mogelijk overeenstemt met het lijstnummer bij voorgaande verkiezingen. Artikel 10.
geen verkiezing nodig
Indien niet meer kandidaten zijn gesteld dan er plaatsen zijn te vervullen in de ondernemingsraad, vindt er geen verkiezing plaats en worden de gestelde kandidaten geacht te zijn gekozen.
PARAGRAAF 2 Artikel 11.
STEMMEN EN UITSLAGBEPALING kennisgeving
1. Ten minste tien dagen voor de dag of de dagen der stemming, bedoeld in artikel 6, zendt de verkiezingscommissie aan elke kiezer een brief toe. 2. In deze brief worden in ieder geval vermeld: a. de naam, en de voorletters, alsmede het adres van de kiezer; b. het NetID, waaronder de kiezer in het kiesregister voorkomt; c. de wijze waarop en gedurende welke dagen en uren het stemmen kan geschieden; d. dat het stemmen bij volmacht niet mogelijk is. Artikel 12.
stemmen met een elektronische techniek
1. De verkiezing geschiedt bij geheime stemming. 2. Voor de verkiezing wordt een elektronische techniek gebruikt. 3. Een dergelijke techniek voldoet ten minste aan de volgende eisen: a. het geheime karakter van de stemming moet zijn gewaarborgd, ook indien de kiezer geen keuze wenst te maken; b. de te bezigen techniek dient zodanig te zijn dat de kiezer op eenvoudige wijze en zonder gevaar voor storingen of onvolkomen werking zijn stem kan uitbrengen; c. de kandidatenlijsten, het aan elke lijst toegekende nummer en de aanduiding van de groepering, moeten op duidelijke wijze kunnen worden vermeld; d. er de mogelijkheid is geboden om blanco te stemmen; e. de kiezer moet zijn stem slechts éénmaal kunnen uitbrengen; f. de kiezer moet de gelegenheid hebben een gemaakte vergissing onverwijld te herstellen; zijn keuze is onherroepelijk zodra hij haar uitdrukkelijk heeft bevestigd; g. de kiezer moet ten minste een algemeen toegankelijke elektronische faciliteit worden geboden waarmee hij ook aan de stemming kan deelnemen als hij niet op zijn gebruikelijke werkplek aanwezig is.
TU Delft OR-reglement
4
4. De totaalstand van de stemmen wordt opgemaakt na het sluiten van de mogelijkheid een stem uit te brengen. Indien de verkiezingen twee dagen duren wordt een tussenstand van het aantal uitgebrachte stemmen om 09:00 uur ’s ochtends op de tweede verkiezingsdag opgemaakt, en op de website van de ondernemingsraad vermeld. Artikel 13.
één stem per kiezer
Iedere kiesgerechtigde kan slechts één stem uitbrengen. Artikel 14.
einde van de stemming
1. Na het einde van de stemming stelt de verkiezingscommissie het aantal stemmen vast dat op elke kandidaat is uitgebracht. 2. Indien zich bij een stemming onregelmatigheden hebben voorgedaan waarvan moet worden aangenomen dat zij van invloed kunnen zijn op de vaststelling van de uitslag der verkiezing, wordt deze stemming door de verkiezingscommissie van onwaarde verklaard. De ondernemingsraad schrijft in dat geval onverwijld een nieuwe verkiezing uit. Artikel 15.
vaststellen van de uitslag
1. Ter bepaling van de uitslag van de verkiezing berekent de verkiezingscommissie de kiesdeler door het aantal geldig uitgebrachte stemmen te delen door het aantal te bezetten zetels in de ondernemingsraad. 2. Vervolgens worden aan iedere kandidatenlijst zoveel zetels toegewezen als de kiesdeler een geheel aantal malen begrepen is in het aantal op die lijst uitgebrachte stemmen. De daarbij overblijvende stemmen alsmede de stemmen uitgebracht op een lijst die de kiesdeler niet haalde, gelden daarbij als overschotstemmen. 3. Zetels die op de in de voorgaande leden bepaalde wijze niet kunnen worden vervuld, worden als restzetels achtereenvolgens toegekend aan de lijsten met de grootste stemmenoverschotten. Bij een gelijk stemmenoverschot van twee of meer lijsten beslist het lot welke lijst het eerst een restzetel krijgt. 4. De aan een lijst toegevallen zetels worden toegewezen aan de daarop staande kandidaten in de volgorde waarop zij op de lijst voorkomen, met dien verstande dat de kandidaten die een aantal stemmen hebben verkregen groter dan eenderde van de kiesdeler, door de verkiezingscommissie in de volgorde van het door ieder van hen verkregen aantal stemmen bovenaan de lijst worden geplaatst; daarna volgen de resterende kandidaten in de volgorde van de kandidatenlijst. 5. Indien een lijst niet alle toegewezen zetels kan bezetten en een lijstverbinding is aangegaan met een andere lijst, kunnen de niet-bezette zetels door kandidaten van deze andere lijst worden bezet. Voor de toewijzing van de zetels aan kandidaten geldt daarbij het voorgaande lid. 6. Indien een lijstverbinding is aangegaan met meerdere andere lijsten, geldt voor de toepassing van het vorige lid de voorkeursvolgorde die is aangegeven bij het aangaan van de lijstverbinding conform artikel 8, lid 9. 7. De uitslag van de verkiezing wordt door de verkiezingscommissie vastgesteld en volledig bekend gemaakt aan het college van bestuur, aan de bij de universiteit werkzame personen en aan de werknemersorganisaties die de kandidatenlijsten hebben ingediend. 8. De verkiezingscommissie deelt, nadat de in artikel 17, lid 1, genoemde termijn van bezwaar is verstreken, schriftelijk iedere kandidaat mee of hij al dan niet gekozen is. 9. Indien de kandidaat gekozen is, geschiedt deze mededeling bij aangetekend schrijven of wordt deze tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt. 10. Indien de kandidaat niet binnen één maand na ontvangst van de in voorgaande lid bedoelde mededeling aan de verkiezingscommissie meedeelt dat hij zijn verkiezing aanvaardt, wordt hij geacht zijn verkiezing niet te aanvaarden.
TU Delft OR-reglement
5
PARAGRAAF 3 Artikel 16.
TUSSENTIJDSE VACATURES vacatures
1. In het geval dat een kandidaat zijn verkiezing niet aanvaardt, verklaart de verkiezingscommissie gekozen de in volgorde hoogstgeplaatste, niet in de ondernemingsraad zittende kandidaat, van de lijst waarop hij die moet worden opgevolgd, is gekozen. Hierbij wordt buiten beschouwing gelaten de kandidaat: a. wiens vacature wordt vervuld; b. die niet bereid is op dat moment een eventuele verkiezing te aanvaarden; c. die niet meer bij de universiteit werkzaam is volgens de definitie van art. 1, lid 1 onder i. 2. In het geval van een vacature in de ondernemingsraad, ontstaan op grond van artikel 3, lid 5, is het eerste lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing. 3. De aanwijzing geschiedt zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de vacature. De leden 7, 9, en 10 van artikel 15 zijn van overeenkomstige toepassing. 4. Indien er geen opvolger als bedoeld in het eerste lid aanwezig is, blijft de opengevallen zetel onbezet, tenzij er een lijstverbinding was aangegaan met een andere lijst. In dat geval wordt de procedure van het eerste lid van dit artikel voor die andere lijst gevolgd. 5. Indien een lijstverbinding was aangegaan met meer dan een andere lijst, geldt voor de toepassing van het vorige lid de voorkeursvolgorde die is aangegeven bij het aangaan van de lijstverbinding conform artikel 8, lid 9. 6. Indien het aantal onbezette zetels meer dan 7 bedraagt, wordt een tussentijdse verkiezing gehouden voor de gehele ondernemingsraad, tenzij binnen 6 maanden na het ontstaan van de laatste vacature de reguliere zittingstermijn genoemd in artikel 3 ten einde loopt. De zittingsduur van een tussentijds gekozen OR eindigt op de datum dat de zittingsduur van de ondernemingsraad waarvoor hij in de plaats komt, zou zijn geëindigd.
PARAGRAAF 4 Artikel 17.
BEZWARENREGELING bezwaren
1. Tegen een besluit van de ondernemingsraad, dan wel de verkiezingscommissie, met betrekking tot: a. de bepaling van de datum van de verkiezing en de tijdstippen van het begin en einde van de stemming (artikel 6, lid 1), b. de opstelling van de lijst van kiesgerechtigde en verkiesbare personen (artikel 7, lid 1); c. de geldigheid van een kandidatenlijst (artikel 9), d. de vaststelling van de uitslag van de verkiezing (artikel 15, lid 7), of e. de voorziening in een tussentijdse vacature (artikel 16), kan iedere belanghebbende binnen een week na de bekendmaking van het besluit bezwaar maken bij de ondernemingsraad. 2. De ondernemingsraad beslist onverwijld op het bezwaar en treft daarbij zo nodig de noodzakelijke voorzieningen.
Hoofdstuk IV Artikel 18.
Werkwijze en secretariaat
werkwijze OR
1. De ondernemingsraad komt bijeen in de navolgende gevallen: a. op verzoek van de voorzitter; b. op een gemotiveerd verzoek van ten minste zeven leden. 2. De voorzitter bepaalt tijd en plaats van de vergadering. Een vergadering op verzoek van de leden wordt gehouden binnen 14 dagen nadat het verzoek bij de voorzitter is ingekomen. 3. De bijeenroeping geschiedt door de (ambtelijk) secretaris, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de leden. Behoudens in spoedeisende gevallen geschiedt de bijeenroeping ten minste 7 dagen voor de te houden vergadering.
TU Delft OR-reglement
6
4. Een vergadering kan slechts plaatsvinden indien de meerderheid van de leden van de ondernemingsraad aanwezig is. Bij ontstentenis van de voorzitter en diens plaatsvervanger kiest de ondernemingsraad uit zijn midden een voorzitter voor de vergadering. 5. De voertaal van de beraadslagingen van de ondernemingsraad is in de regel Nederlands. Artikel 19.
(ambtelijk) secretaris
1. De (ambtelijk) secretaris maakt voor iedere vergadering een agenda op. Ieder lid van de ondernemingsraad kan een onderwerp op de agenda doen plaatsen. 2. De (ambtelijk) secretaris maakt de agenda bekend aan de leden van de ondernemingsraad, aan het college van bestuur en aan de bij de universiteit werkzame personen. Behoudens in spoedeisende gevallen geschiedt de bekendmaking ten minste 7 dagen voor de vergadering van de ondernemingsraad. Artikel 20.
stemmingen OR
1. Tenzij dit reglement anders bepaalt, beslist de ondernemingsraad bij gewone meerderheid van stemmen. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk gestemd. Voor de berekening van het aantal uitgebrachte stemmen tellen blanco stemmen niet mee. 2. Indien bij een besluit met betrekking tot de benoeming van een persoon geen van de kandidaten bij de eerste stemming de gewone meerderheid haalt, vindt herstemming plaats tussen de twee kandidaten die bij de eerste stemming de meeste stemmen kregen. Bij deze herstemming is diegene gekozen die alsdan de meeste stemmen op zich verenigd heeft. Indien de stemmen staken beslist het lot. Indien in de eerste stemronde meer dan twee kandidaten een gelijk aantal stemmen behalen, beslist de voorzitter over de te volgen procedure. 3. Bij staking van stemmen over een door de ondernemingsraad te nemen besluit, dat geen betrekking heeft op een te benoemen persoon, wordt dit voorstel op de eerstvolgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien dan wederom de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Artikel 21.
verslag
1. Van iedere vergadering van de ondernemingsraad wordt een verslag gemaakt. 2. Dit verslag zendt de (ambtelijk) secretaris zo spoedig mogelijk toe aan de leden van de ondernemingsraad. Tenzij een lid van de ondernemingsraad binnen 1 week na bedoelde toezending een met redenen toegelicht bezwaar heeft gemaakt tegen de inhoud van het verslag, maakt de (ambtelijk) secretaris het verslag bekend aan de bij de universiteit werkzame personen en aan het college van bestuur. 3. Indien een bezwaar als bedoeld in het vorige lid is gemaakt, maakt de (ambtelijk) secretaris het verslag eerst bekend nadat de ondernemingsraad over het bezwaar heeft beslist. 4. De in de vergadering besproken conceptadviezen worden door de secretaris geformuleerd in adviezen die zo spoedig mogelijk aan de leden van de ondernemingsraad worden gestuurd. Artikel 22.
jaarverslag
1. De (ambtelijk) secretaris maakt jaarlijks binnen 12 maanden na afloop van een zittingsjaar een verslag op van de werkzaamheden van de ondernemingsraad en van de commissies in die raad in het afgelopen zittingsjaar. Dit jaarverslag behoeft de goedkeuring van de ondernemingsraad. 2. De secretaris maakt het jaarverslag zo spoedig mogelijk na de goedkeuring door de ondernemingsraad bekend aan de leden van zijn commissies, aan het college van bestuur en aan de bij de universiteit werkzame personen, alsmede aan het bevoegde districtshoofd van de Arbeidsinspectie en aan de bedrijfscommissie.
TU Delft OR-reglement
7
Hoofdstuk V Artikel 23.
Commissies
commissies
1. De ondernemingsraad kan op grond van artikel 15, lid 1 en 2 van de WOR de commissies instellen die hij voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft. De ondernemingsraad legt zijn voornemen om een commissie in te stellen schriftelijk voor aan het college van bestuur, met vermelding van de taak, samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de door hem in te stellen commissie. 2. De ondernemingsraad kan op grond van artikel 15, lid 1 en 3 van de WOR voor de beheerseenheden van de universiteit onderdeelcommissies instellen. De ondernemingsraad legt zijn voornemen om een onderdeelcommissie in te stellen schriftelijk voor aan het college van bestuur.
Hoofdstuk VI Artikel 24.
Slotbepaling
wijzigingen reglement
1. Dit reglement kan worden gewijzigd of aangevuld bij besluit van de ondernemingsraad. 2. In een vergadering waarin besloten wordt het reglement te wijzigen of aan te vullen dient ten minste 2/3 van het aantal leden van de ondernemingsraad aanwezig te zijn. 3. Een zodanig besluit behoeft een meerderheid van 2/3 van het aantal uitgebrachte stemmen. Ter bepaling of aan dit voorschrift is voldaan tellen de blanco stemmen niet mee. Artikel 25.
citeerwijze
Dit reglement kan worden aangehaald als „Reglement Ondernemingsraad TU Delft”, „OR-reglement TU Delft” of „OR-reglement”.
TU Delft OR-reglement
8
Bijlage 1 Vaste commissies van de ondernemingsraad Ter voorbereiding van zijn vergaderingen heeft de ondernemingsraad de volgende vaste commissies: Financiële en Materiële Zaken (FMZ) Onderwijs en Onderzoek (O&O) Personeel en Organisatie (P&O) Reglementen en Werkwijze (R&W) Public Relations (PR) Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu (VGWM) De commissies bestaan in meerderheid uit leden van de ondernemingsraad. Voor de commissies FMZ, O&O, P&O en VGWM en PR kan iedere fractie twee leden voordragen. Voor de commissie R&W kan iedere fractie één lid voordragen. De Ondernemingsraad benoemt de leden van de commissies. Iedere commissie kiest uit zijn midden een voorzitter. De VGWM-commissie is de in Arbeidsomstandighedenwet bedoelde commissie.
TU Delft OR-reglement
9
Bijlage 2 Onderdeelcommissies van de ondernemingsraad Besluit van de Ondernemingsraad d.d. 18-03-1998 Laatstelijk gewijzigd 15-02-2006 Artikel 1.
1. Er a. b. c. d. e. f. g. h.
2.
3. 4. 5.
zijn onderdeelcommissies (OdC's) voor de volgende onderdelen: De Faculteit Bouwkunde (Bk); De Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG); De Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI); De Faculteit Industrieel Ontwerpen (IO) De Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R); De Faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM); De Faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW); De Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE); i. De Universiteitsdienst (UD); j. Het onderzoeksinstituut OTB (OTB). Het aantal leden van een onderdeelcommissie bedraagt in een onderdeel met minder dan 100 personen 5 leden, met 100 tot 200 personen 7 leden, met 200 tot 400 personen 9 leden, met 400 tot 600 personen 11 leden, met 600 tot 1000 personen 13 leden, met meer dan 1000 personen 15 leden. Met inachtneming van lid 4 worden de leden gekozen uit en door de personen die werkzaam zijn in het desbetreffende onderdeel. Van elke commissie wordt één lid door de ondernemingsraad benoemd uit de leden van de ondernemingsraad. Voor de verkiezing van de leden is het gestelde in hoofdstuk III van het „OdC-reglement” van toepassing.
Artikel 2.
Elke onderdeelcommissie behandelt voor de ondernemingsraad de aangelegenheden betreffende het onderdeel waarvoor zij is ingesteld, en heeft daarbij de bevoegdheid tot het voeren van overleg met degene die de leiding heeft van het onderdeel. Artikel 3.
Voor de onderdeelcommissie is het Reglement voor de Onderdeelcommissies van de Ondernemingsraad van de Technische Universiteit Delft (OdC-reglement) van toepassing.
TU Delft OR-reglement
10
Bijlage 3 Procedure ter aanvulling van onderbezette onderdeelcommissies Besluit van de Ondernemingsraad d.d. 01-10-2009 Laatstelijk gewijzigd: 01-10-2009 Artikel 1.
De OR spreekt met de bestuurder (decaan of directeur) van het organisatieonderdeel en de OdC over de situatie en deelt mee dat hij gebruik zal maken van zijn recht de OdC aan te vullen. De bestuurder en de OdC krijgen de gelegenheid om hun zienswijze aan de OR kenbaar te maken. Artikel 2.
De OR vraagt alle personeelsleden op de laatstelijk vastgestelde kieslijst van de OdC per e-mail om zich binnen 2 weken kandidaat te stellen voor een zetel in de OdC. Artikel 3.
Indien er meer kandidaten zich aanmelden dan er vacatures zijn, kiest de OR de leden voor de OdC uit de kandidaten. Elk OR-lid krijgt zoveel stemmen als er vacatures zijn. Een OR-lid mag een kandidaat meer dan één stem uitbrengen. Artikel 4.
Indien er zich minder kandidaten aanmelden dan er vacatures zijn, dan benoemt de OR, op voordracht van de fractievoorzitters, voor de overige vacatures leden uit de kieslijst voor de OR.
TU Delft OR-reglement
11
Overzicht van wijzigingen per 15-10-2009 De voorgestelde wijzigingen in het OR-reglement behelzen: 1.1 j: 1.1 k: 1.1 l: 1.1 n: 2.1: 9.7: 12.3 f: 12.3 g: 12.4: 16.6: Bijl. 3:
duidelijker omschrijving van de bedrijfscommissie betiteling van de centrale verkiezingscommissie als verkiezingscommissie het NetID benoemd als identificatie- in plaats van als authenticatiemiddel toevoeging definitie kandidatenlijst het aantal leden is niet 23, maar het standaard aantal uit de WOR (thans 21) het lijstnummer wordt zoveel mogelijk gehandhaafd stemmen gelden pas na bevestiging (als nieuw lid opgenomen) de kiezer wordt zo nodig gelegenheid geboden op een centrale plaats te stemmen (was f) nieuw lid (was 12.3 g) verduidelijkt dat een tussentijdse verkiezing de gehele OR betreft de procedure ter aanvulling van een OdC is toegevoegd
(wijzigingen in de opmaak en kleine taalkundige verbeteringen staan niet in de lijst)
TU Delft OR-reglement
12