SPORTPSYCHOLOGIE BULLETIN 2004 – 2
Berichten van de VSPN Toelichting van de redactie Op de Algemene ledenvergadering van de VSPN van 22 november 2004 werd het Accreditatieplan goedgekeurd. Op instigatie van het VSPN–bestuur hebben diverse VSPN-leden meegewerkt aan het plan hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot een document waarin de profielen van de praktijksportpsycholoog, de sportpsycholoogonderzoeker en de docentsportpsycholoog zijn geformuleerd: het ‘Register Sportpsychologen VSPN’. In het document wordt ook aandacht geschonken aan de ‘Commissie van Toekenningen’ en de ‘Supervisoren VSPN en de Commissie Supervisie’. De ‘Overgangsregeling’ wordt besproken en de ideeën omtrent bijscholing, nascholing en intervisie worden uiteengezet. Het accreditatieplan wordt hieronder weergegeven. De op de ledenvergadering voorgestelde en goedgekeurde wijzigingen zijn daarin verwerkt.
Register Sportpsychologen VSPN Sportpsychologen VSPN dienen zich te gedragen naar de beroepscode en ethiek van het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP). Overtredingen van deze code of klachten over het functioneren van VSPN-leden worden afgehandeld conform de klachtenprocedure van het NIP. Deze algemene regel geldt voor alle drie profielen van Sportpsychologen VSPN. De profielen van de Praktijksportpsycholoog, Sportpsycholoogonderzoeker en de Docentsportpsycholoog worden hieronder besproken.
1. Praktijksportpsycholoog Eindtermen 1. De praktijksportpsycholoog ontwerpt op basis van diagnostische informatie mentale trainingsen begeleidingsprogramma’s voor individuele sporters en sportteams en voert deze uit. a. Hij of zij voert intakegesprekken met sporters en sportteams, bepaalt welke diagnostische instrumenten ingezet moeten worden, gebruikt deze instrumenten, interpreteert de uitkomsten en stelt op basis daarvan een interventieprogramma op.
54
b.
Hij of zij voert het interventieprogramma uit. Hij of zij betrekt belangrijke anderen (bijvoorbeeld trainer/coach, ouders) bij de interventie, indien dat de resultaten van de mentale training en begeleiding ten goede komt. c. Hij of zij evalueert de resultaten van de interventie en rapporteert daarover aan de betrokkene(n). 2. De praktijksportpsycholoog signaleert problemen bij sporters die specialistische/psychotherapeutische hulp vereisen en verwijst sporters door naar specialisten die deze hulp kunnen verschaffen. 3. De praktijksportpsycholoog vervult desgewenst de rol van raadgever in het begeleidingsteam rondom sporters/sportteams en optimaliseert het functioneren van het begeleidingsteam. 4. De praktijksportpsycholoog is een professional. Dit komt onder andere tot uiting in zijn/haar niet aflatende inzet de eigen deskundigheid te vergroten. Accreditatie Om door de VSPN als praktijksportpsycholoog erkend te worden, dient de betrokkene de ‘Professional Master Sportpsychologie’ of een daaraan gelijkwaardig programma gevolgd te hebben. Ingangseisen voor toelating tot de Professional Master Sportpsychologie zijn: 1. Doctoraaldiploma of Master Psychologie of Bewegingswetenschappen. 2. VSPN-basisaantekening Sportpsychologie (30 studiepunten1). Voor de basisaantekening zijn vereist: a. twee of drie cursussen op het gebied van de sportpsychologie (12 of 18 studiepunten); b. literatuuronderzoek of empirische onderzoek (minimale omvang 12 studiepunten). 3. Met succes afgerond hebben van de onderstaande studieonderdelen (of daaraan gelijkwaardige onderdelen): NIP-Basisaantekening Psychodiagnostiek (NBAP) of equivalenten daarvan: - testconstructie (psychometrie en besliskunde) (6 stp); 1
Eén studiepunt (stp) staat voor 28 uur studielast voor de gemiddelde student.
SPORTPSYCHOLOGIE BULLETIN 2004 – 2
-
diagnostische vaardigheden (basiscursus psychodiagnostiek) (6 stp); diagnostiekpracticum (6 stp); gespreks- en interviewpracticum (3/6 stp); casussen (bijvoorbeeld binnen diagnostiekstage) (6 stp).
Bewegingsspecifieke vakken: - psychologie van de motoriek/het motorisch leren (6 stp) - inleiding inspanningsfysiologie (6 stp) De genoemde onderdelen kunnen deel uitmaken van het programma van de doctoraalopleiding of bachelor/masteropleiding van de kandidaat, hetzij als onderdeel van de major, hetzij als onderdeel van een minor. Indien een kandidaat niet (volledig) voldoet aan de onder 3 genoemde ingangseis, kan hij of zij de ontbrekende onderdelen doen in het kader van de Professional Master Praktijksportpsycholoog. In dat geval wordt de studielast van de Professional Master uitgebreid met de studiepunten van de ontbrekende onderdelen. Programma van de Professional Master Praktijksportpsycholoog Onderdelen van het programma: Verdieping sportpsychologie Capita Selecta (bijv. exercise psychology, blessures, eetstoornissen; ethiek, etc.) Sociale aspecten en groeps/teambegeleiding Basiscursus interventietechnieken Casussen Sportkennis Thesis
6 stp 6 stp 6 stp 10 stp 14 stp 3 stp 15 stp
Verdieping sportpsychologie Doel De student is in staat de betekenis aan te geven voor de praktijk van de sportpsychologie van recente ontwikkelingen in sportpsychologisch(e) theorievorming en onderzoek. Inhoud Geselecteerde onderwerpen uit de sportpsychologische literatuur, waaronder conflictsituaties, transities, modellen voor sportpsychologische interventies, effectstudies over interventies in sport, psychopathologie in sport, effect van topsport op emotio-
nele ontwikkeling en gedragsontwikkeling. Werkwijze Studenten bestuderen recente artikelen uit de sportpsychologische literatuur, beantwoorden daarover review-vragen, en beschrijven aan de hand van opdrachten de consequenties van de bestudeerde informatie voor de praktijk van de sportpsychologie. Studielast 6 studiepunten. Capita selecta Doel Studenten hebben kennis en inzicht in een aantal onderwerpen waarmee de Praktijksportpsycholoog in zijn/haar werk geconfronteerd wordt (kan worden). Zij zijn in staat op basis van die kennis en inzichten adequaat te handelen wanneer zij met een van die onderwerpen te maken krijgen. Inhoud Aandacht wordt besteed aan het opzetten van een praktijk, aan blessures en de begeleiding bij blessures (inclusief mentale training voor geblesseerde sporters), aan de problematiek van eetstoornissen, aan mogelijke psychische problematiek bij sporters en aan de wijze waarop daar door de praktijksportpsycholoog op gereageerd moet worden, aan seksuele intimidatie in de sport en aan de ethiek van de (praktijk)sportpsycholoog, en aan het effect van beweging op geestelijke en lichamelijke gezondheid (bijvoorbeeld, exercise psychology). Werkwijze Bij capita selecta wordt een verscheidenheid van werkvormen gehanteerd. Naast (werk)colleges, gastlezingen en casuïstiek, wordt door de studenten ook gewerkt met rollenspellen en opdrachten. Studielast 6 studiepunten. Sociale aspecten en groeps/teambegeleiding Doel Studenten zijn in staat groepsprocessen in groepen sporters, sportteams en begeleidingsteams (rondom sporters) te analyseren en op basis daarvan, die processen te beïnvloeden op een zodanige wijze dat de groep/het team beter functioneert dan voor de interventie. Inhoud Aandacht wordt besteed aan groeps- en communicatieprocessen die op enigerlei wijze van belang (kunnen) zijn in de sport. In dat verband wordt onder andere stil gestaan bij relaties tussen sporters onderling, tussen sporters en trainers/coaches, tussen sporters/trainers en ouders en andere belangrijke anderen en aan relaties tussen leden van een begelei-
55
SPORTPSYCHOLOGIE BULLETIN 2004 – 2
dingsteam. De wijze waarop in diverse groepen en bij diverse relaties geïnvesteerd kan worden krijgt eveneens aandacht. Werkwijze Naast bestudering van relevante literatuur en (toepassings)opdrachten die naar aanleiding daarvan worden gemaakt, worden interventies ontworpen en in gesimuleerde situaties toegepast en geprobeerd. Studielast 6 studiepunten. Basiscursus interventietechnieken Doel Het aanleren van interventietechnieken ten behoeve van mentale training bij individuele sporters en teams. Inhoud Hoewel interventietechnieken in deze cursus cruciaal zijn, wordt tevens aandacht besteed aan een sportspecifieke intake, de keuze van diagnostische instrumenten en het schrijven van een sportpsychologisch rapport waarin naast conclusie en advies de indicatiestelling en het behandelplan aan bod komen. Daarna worden de meest gangbare interventietechnieken behandeld, die van toepassing zijn op (top)sport, zowel om sporters optimaal te laten presteren als om sporters die in een dip beland zijn er weer bovenop te helpen. Werkwijze Naast bestudering van basisliteratuur over de meest gebruikte (sport)psychologische interventies (zoals doelen stellen, gedachtemanagement & emotietraining en imagery) doen de studenten praktijkervaring op door te oefenen met acteurs die een rol van een topsporter ingestudeerd hebben (simulaties). Deze cursus is bedoeld om de studenten vertrouwd te maken met de werkwijze in de praktijk en is een directe voorbereiding op het onderdeel casussen. Studielast 10 studiepunten. Casussen Doel Praktijkervaring opdoen met wat in de Basiscursus interventietechnieken onderwezen is en met behulp van supervisie feedback geven over de toepassing van deze psychologische interventies bij (top)sporters. Inhoud Elke gevalsbeschrijvingen bestaat uit de volgende onderdelen: Intake 2 uur Diagnostiek 8 uur Rapportage 4 uur
56
Indicatie stelling/behandelplan Supervisie 10 sessies 3 supervisies Eindrapportage casus Totaal
5 uur 2 uur 20 uur 5 uur 10 uur 56 uur
Werkwijze De student krijgt als taak zeven sporters te contracteren (uit minimaal drie verschillende takken van sport) en over elk van hen (onder ‘sporter’ wordt ook een team verstaan) een gevalsbeschrijving te geven onder begeleiding van een VSPN-Supervisor (senior praktijksportpsycholoog). De sporters mogen uit verschillende niveaugroepen komen. De totale supervisie bedraagt vijf uur per casus (voor rekening van de student), waarin het handelen volgens de NIPethiek een aspect van de supervisie is. De VSPN-Supervisor geeft een beoordeling over alle gevalsbeschrijvingen, uitgedrukt in een cijfer. De tijd voor de rapportage is ruim genomen om herschrijvingen en correcties te kunnen aanbrengen. Het totale aantal supervisie-uren bedraagt 35 uur. Het totale aantal studielasturen bedraagt 392 uur. Studielast 14 studiepunten Sportkennis Doel Studenten dienen voldoende kennis van de verschillende takken van sport te hebben om serieus over een sport te kunnen communiceren met sporters, coaches en officials binnen die sport. Inhoud Studenten hebben kennis van de bedoeling en belangrijkste regels van de takken van sport waarmee zij als praktijksportpsycholoog in aanraking (kunnen) komen. Zij zijn vertrouwd met de cultuur binnen die bepaalde tak van sport. Kennis van belangrijke aan die sporten gerelateerde gegevens (o.a., kampioenen, records, belangrijke namen, historie) is van belang om binnen die tak van sport gerespecteerd te worden. Hun kennis over en houding tot die bepaalde tak van sport moet solide genoeg zijn om door sporters/coaches als serieuze gesprekspartner aanvaard te worden. Werkwijze De student verzamelt informatie over een bepaalde tak van sport en verwerkt die tot een (gedigitaliseerde) presentatie waarin de belangrijke informatie over die tak van sport is opgenomen en die aan anderen een zodanig goede indruk geeft van die tak van sport dat zij daarover in gesprek kunnen treden met een expert (sporter, trainer, coach). Het idee is
SPORTPSYCHOLOGIE BULLETIN 2004 – 2
dat de presentaties beschikbaar zijn voor sportpsychologen VSPN die zich willen informeren over een bepaalde tak van sport. Studielast 3 studiepunten. Thesis Doel De student kan op wetenschappelijk verantwoorde wijze een probleemstelling in de (toegepaste) sportpsychologie formuleren en oplossen, en verslag doen van die oplossing. Inhoud In de regel zal de thesis een verslag bevatten van een combinatie van een literatuuronderzoek en een empirisch onderzoek. Gezien het doel van de thesis (een probleemstelling in de – toegepaste – sportpsychologie oplossen) wordt de mogelijkheid geboden naast de meer gangbare designs waarin aantallen proefpersonen gerekruteerd worden ook empirische onderzoeken uit te voeren met een single subject design. De specifieke methodologische en statistische eisen die deze designs kennen, dienen daarbij in acht genomen te worden. Werkwijze Literatuuronderzoek in combinatie met empirisch onderzoek; verslag. Studielast 15 studiepunten.
2. Sportpsycholoogonderzoeker Eindtermen De Sportpsycholoogonderzoeker doet wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de sportpsychologie en levert bijdragen aan de theorieontwikkeling binnen (één van) deze terreinen. Hij of zij rapporteert over de resultaten van het onderzoek in internationale wetenschappelijke tijdschriften. Van de sportpsycholoogonderzoeker mag tevens verwacht worden dat deze in staat is onderzoeksresultaten toegankelijk te maken voor de media en het grote publiek door het geven van interviews, lezingen en/of het schrijven van populair wetenschappelijke boeken of artikelen. Accreditatie Master- of doctoraaldiploma in psychologie of bewegingswetenschappen en de VSPN-Basisaantekening Sportpsychologie. Om door de VSPN als Sportpsycholoogonderzoeker te worden erkend, dient be-
trokkene te zijn gepromoveerd of een onderzoeksprestatie te hebben geleverd die gelijkwaardig is aan die welke bij een promotie wordt geleverd. Het onderzoek moet liggen op het terrein van de sportpsychologie. Dit is het geval indien het onderzoek valt binnen de scope van internationale tijdschriften op het terrein van de Sportpsychologie. Als een aan een promotie gelijkwaardige onderzoeksprestatie wordt beschouwd de publicatie, met betrokkene als eerste auteur, van ten minste drie artikelen in internationale wetenschappelijke tijdschriften, waarbij het onderwerp van onderzoek op het gebied van de sportpsychologie ligt. De tijdschriften waarin gepubliceerd wordt, dienen van een niveau te zijn dat vergelijking met een proefschrift rechtvaardigt.
3. Docentsportpsycholoog Eindtermen De docentsportpsycholoog geeft onderwijs over sport- en/of exercise psychologie aan studenten in het hoger onderwijs (universitair en/of HBO), middelbaar beroepsonderwijs, aan deelnemers van trainers- en coachopleidingen en/of aan andere groepen van personen die zich willen bekwamen op het terrein van de sport- en/of exercise psychologie. De docentsportpsycholoog ontwikkelt cursussen en didactisch materiaal voor die cursussen. Hij of zij houdt rekening met het ingangsniveau van de deelnemers aan zijn/haar cursussen. Hij of zij ontwerpt toetsen met behulp waarvan nagegaan wordt of de deelnemers aan de cursus de cursusdoelstellingen hebben bereikt. De docentsportpsycholoog wordt geacht theoretische kennis en vaardigheden uit de sportpsychologie om te kunnen zetten in praktische kennis en vaardigheden, in een taal die voor sporters, coaches en officials begrijpelijk is. Accreditatie Een Master psychologie of doctoraaldiploma psychologie (met automatisch een eerstegraads onderwijsbevoegdheid) met de VSPN-basisaantekening Sportpsychologie of een Master of doctoraaldiploma bewegingswetenschappen met de VSPN-basisaantekening Sportpsychologie. Verder dient betrokkene een didactische scholing met een omvang van ten minste 300 uur studielast te hebben gevolgd. Voor de Overgangsregeling geldt als norm dat voor het verzorgen van twee uur onderwijs tweeënhalf uur aan voorbereidingstijd gerekend wordt. Het onderwijs kan divers zijn. Zowel aan een universiteit of
57
SPORTPSYCHOLOGIE BULLETIN 2004 – 2
hogeschool, of voor het verzorgen van workshops en clinics in het kader van congressen, regionale Olympische steunpunten, NOC*NSF en sportbonden of sportclubs.
Commissie van Toekenningen De ‘Commissie van Toekenningen’ (CvT) houdt zich bezig met het toekennen van de verschillende predikaten/registraties binnen de VSPN. Taken van de CvT 1. Beoordeling van de aanvraag predikaat docentsportpsycholoog VSPN. 2. Beoordeling van de aanvraag predikaat sportpsycholoogonderzoeker VSPN. 3. Beoordeling van de aanvraag predikaat praktijksportpsycholoog VSPN. 4. Beoordeling van de aanvraag predikaat VSPN Supervisor. 5. Beoordeling aanvraag nieuwe leden (studentlid, aspirant-lid of volwaardig lid). 6. Uitvoering van de overgangsregeling. Het bestuur van de VSPN beoordeelt tot op heden of iemand (student/aspirant of volwaardig) lid kan worden van de VSPN en welke kwalificatie aan een volwaardig lidmaatschap verbonden kan worden. Zij bekijkt daarvoor het curriculum vitae en de achtergrond van de kandidaten. Met de invoering van het accreditatieplan beoordeelt de CvT het curriculum vitae en adviseert de CvT het VSPN-bestuur omtrent de toekenning en aard van het predikaat. De uiteindelijke besluitvorming ligt bij het VSPN-bestuur.
efficiënt te laten verlopen dient de voorzitter van de CvT zitting te nemen in het bestuur van de VSPN. Vaardigheden Commissieleden/Criteria - De commissieleden dienen zelf te voldoen aan de eisen van één van de bovengenoemde predikaten. - De commissieleden dienen drie jaar beschikbaar te zijn. - De commissieleden zijn goed bereikbaar. Samenstelling CvT In de commissie nemen drie personen zitting: - een praktijksportpsycholoog; - een sportpsycholoogonderzoeker; - een docentsportpsycholoog. Er is gekozen om drie verschillende sportpsychologen zitting te laten nemen in de commissie, om ervoor te zorgen dat er uit elk vakgebied de benodigde expertise aanwezig is. De commissieleden worden door het zittend VSPN-bestuur benoemd. De drie commissieleden kiezen een voorzitter uit hun midden voor de periode van drie jaar. Communicatie De voorzitter van de CvT ontvangt nieuwe aanvragen via het secretariaat van de VSPN. De voorzitter van de CvT is verantwoordelijk voor de verspreiding van de informatie naar de overige commissieleden. De commissie geeft vervolgens het advies en haar motivatie rechtstreeks door aan het VSPN-secretariaat. Op de eerstkomende bestuursvergadering wordt het advies van de CvT ter goedkeuring voorgelegd aan het VSPN-bestuur. De VSPN-secretaris zal de kandidaat informeren over de uitkomst. De CvT geeft tweemaal per jaar een overzicht aan het VSPN-bestuur met hierin de namen van de kandidaten, welke predikaten het betreft, en het advies van CvT aangaande toekenning, begeleid van de motivatie hiertoe.
Kosten van de aanvraag Aan de kandidaten die een aanvraag indienen voor één of meerdere predikaten wordt een financiële bijdrage gevraagd. De hoogte van deze bijdrage wordt door het VSPN-bestuur vastgesteld op basis van de nog nader vast te stellen kosten van de verwerking van de aanvragen.
Register van Sportpsychologen VSPN De namen van degenen, die door het VSPN-bestuur geaccrediteerd zijn, komen in het register van gecertificeerde Sportpsychologen VSPN en hun naam plus expertise zal, na instemming van de belanghebbende, vermeld worden op de VSPN-website.
Positie binnen de VSPN De CvT functioneert onder het VSPN-bestuur en legt daar verantwoording aan af. Om de communicatie
Vergaderingen/Bijeenkomsten Gedurende de overgangsregeling komt de CvT minimaal drie keer per jaar bijeen. Na de overgangsre-
58
SPORTPSYCHOLOGIE BULLETIN 2004 – 2
geling kan volstaan worden met minimaal twee bijeenkomsten per jaar. Al naar gelang het aantal aanvragen kunnen meer vergaderingen belegd worden. Besluitvorming Bij besluitvorming over het advies ter toekenning van de predikaten dienen alle commissieleden van de CvT geraadpleegd te zijn. Bij verschil van mening over het advies wordt het advies in stemming gebracht en bepaalt de meerderheid der stemmen de richting van het advies (positief of negatief). Dit advies dient schriftelijk bekrachtigd te worden door de voorzitter van de CvT. Aantreden en werven De commissieleden van de CvT treden aan voor een periode van drie jaar en worden benoemd door het VSPN-bestuur. Voordracht voor nieuwe CvT leden geschiedt bij voorkeur door voordracht van de zittende commissieleden of door voordracht van het VSPN-bestuur. Mochten de door de CvT of de door het VSPN-bestuur voorgedragen kandidaten zich niet beschikbaar stellen dan kan er een vacature geplaatst worden op de website van de VSPN. Klachten Het VSPN-bestuur zal op de algemene jaarvergadering van november 2005 een klachtenprocedure aan de leden voorleggen.
Supervisoren VSPN en de Commissie Supervisie Supervisor VSPN Een Supervisor VSPN is een senior praktijksportpsycholoog (met een werkervaring van meer dan vijf jaar) die belast is met het opleiden en begeleiden van studenten in de professionele master voor praktijksportpsycholoog bij het onderdeel casussen (14 ECTS). Dit onderdeel bestaat uit zeven gevalsbeschrijvingen met een totale supervisietijd van 35 uur. Taken van de Commissie Supervisie 1. De ‘Commissie Supervisie’ (CS) verdeelt de Supervisoren VSPN op evenredige wijze over de
2.
3.
masterstudenten die aan het onderdeel casussen toe zijn (op aanvraag van de FBW). Dit betekent een nauwe samenwerking tussen de Faculteit der Bewegingswetenschappen aan de VU en de Commissie Supervisie. Tevens houdt deze constructie in dat theorie en praktijk nauw verweven zijn in de professionele master Praktijksportpsycholoog. Ook VSPN-leden in de overgangsregeling met een deficiëntie voor het onderdeel casussen kunnen met de CS contact opnemen voor begeleiding door een Supervisor VSPN. Tevens is de CS belast met het organiseren van intervisiegroepen. Geaccrediteerde praktijksportpsychologen dienen minimaal twee intervisiebijeenkomsten per jaar bij te wonen om in het register van praktiserend sportpsycholoog (zie website VSPN) vermeld te blijven. Nog niet geaccrediteerde praktijksportpsychologen in de overgangsregeling dienen eveneens minimaal twee intervisiebijeenkomsten per jaar bij te wonen. Na elke bijeenkomst zendt elke intervisiegroep een kort verslag met presentielijst naar de voorzitter van de CS. Het bestuur van de VSPN ontvangt jaarlijks voor de eerste maandag in oktober een verslag van de verrichtingen van de CS over het afgelopen jaar. Dit verslag wordt als bijlage vermeld op de agenda van de algemene jaarvergadering van de VSPN.
Positie binnen de vereniging De CS functioneert onder en legt verantwoording af aan het VSPN-bestuur. Om de communicatie efficiënt te laten verlopen is het wenselijk dat de voorzitter van de CS lid is van het VSPN-bestuur. Functie-eisen leden CS 1. De commissieleden zijn door de VSPN geregistreerde Praktijksportpsychologen met een minimale werkervaring van 5 jaar. 2. De commissieleden dienen drie jaar beschikbaar te zijn. 3. De commissieleden zijn goed bereikbaar. Samenstelling CS In de CS nemen drie senior praktijkpsychologen zitting uit verschillende samenwerkingsverbanden, praktijken, instellingen of organisaties, benoemd door het zittend VSPN-bestuur. De drie commissieleden kiezen een voorzitter uit hun midden voor de periode van drie jaar.
59
SPORTPSYCHOLOGIE BULLETIN 2004 – 2
Vergaderingen/Bijeenkomsten Gedurende de overgangsregeling komt de CS minimaal drie keer per jaar bijeen. Na de overgangsregeling kan volstaan worden met minimaal twee bijeenkomsten per jaar. Al naar gelang de behoefte kunnen meer vergaderingen belegd worden. Aantreden De commissieleden van de CS treden aan voor een periode van drie jaar en worden benoemd door het VSPN-bestuur. Voordracht voor nieuwe CS-leden geschiedt bij voorkeur door voordracht van de zittende commissieleden of door voordracht van het VSPNbestuur. Mochten de door de CS of de door het VSPNbestuur voorgedragen kandidaten zich niet beschikbaar stellen dan kan er een vacature geplaatst worden op de website van de VSPN. Klachten Het VSPN-bestuur zal op de algemene jaarvergadering van november 2005 een klachtenprocedure aan de leden voorleggen.
Overgangsregeling Wie er onder de Overgangsregeling (OR) vallen De OR is bestemd voor degenen die op 21 november 2005 geregistreerd zijn als volwaardig lid van de VSPN, maar die nog niet voldoen aan alle eisen van het profiel voor Praktijksportpsycholoog, Docentsportpsycholoog en/of Sportpsycholoogonderzoeker. Voor alle duidelijkheid: zij die op de bovengenoemde datum nog geen volwaardig lid van de VSPN zijn kunnen niet van deze overgangsregeling gebruik maken en vallen automatisch onder de nieuw ingevoerde accreditatieregeling. Overbruggingsperiode De periode van 22 november 2004 tot 21 november 2005 is bedoeld als overbruggingsperiode. In deze periode vinden de nodige aanpassingen plaats van het huidige register van de VSPN-leden, zodat duidelijk wordt welke leden aan de accreditatie-eisen voldoen c.q. gebruik maken van de overgangsregeling. Verder krijgen in deze periode de VSPN-leden, die wel over de kwalificaties beschikken om in het nieuwe register Sportpsycholoog VSPN met bijbeho-
60
rend predikaat opgenomen te worden, maar die dit om een of andere redenen nog steeds niet gedaan hebben, de kans dit alsnog te doen. Tevens biedt deze periode het VSPN-bestuur de gelegenheid om te controleren of de nieuwe opgaven en die behorend bij de bestaande lijsten op de website correcte informatie bevatten. In geval van twijfel zal bij het betreffende lid navraag gedaan worden. Bovendien biedt deze periode aspirant- en student-leden de mogelijkheid om volwaardig VSPN-lid te kunnen worden. Wetenswaardigheden OR 1. Vanaf 21 november 2005 heeft men twee jaar de tijd om aan de gestelde voorwaarden te voldoen om in het register Sportpsycholoog VSPN opgenomen te worden. Dat wil zeggen tot 19 november 2007. 2. Indien men wel in aanmerking wenst te komen voor de overgangsregeling, maar denkt niet binnen de gestelde termijn aan de voorwaarden te kunnen voldoen, dient men een schriftelijk verzoek tot verlenging van de gestelde termijn, omkleed met redenen, te richten aan de CvT. 3. Volwaardige VSPN-leden, die op dit moment praktiserend werken, maar die nog niet aan alle gestelde eisen voldoen voor het predikaat Praktijksportpsycholoog, wordt geadviseerd in die periode de reeds ontwikkelde activiteiten gewoon voort te zetten. Anders gezegd: mensen die nu actief zijn in het werkveld hoeven niet te stoppen met praktiserend werk totdat zij aan alle eisen van Praktijksportpsycholoog hebben voldoen. OR Praktijksportpsycholoog Om in aanmerking te komen voor het predikaat ‘Praktijksportpsycholoog’ dient men aan de volgende voorwaarden te voldoen: 1. Ingangseisen voor toelating tot de ‘Professional Master Praktijksportpsycholoog’ (hiervan wordt maximaal 12 studiepunten kwijtgescholden, dat wil zeggen, studiepunten die betrekking hebben op of de NIP-Basisaantekening Psychodiagnostiek of de onderdelen motorisch leren of inspanningsfysiologie. Er dient wel ten minste één psychodiagnostisch vak en één bewegingsspecifiek vak gedaan te zijn. Ook de VSPN-Basisaantekening Sportpsychologie is verplicht). 2. Aantoonbare werkervaring met mentale training van sporters in het kader van prestatieverbetering van minimaal 392 contacturen (in overeen-
SPORTPSYCHOLOGIE BULLETIN 2004 – 2
3.
stemming met het aantal contacturen in het onderdeel Casussen). De supervisie-uren worden in het kader van de OR kwijtgescholden indien men aan het minimum van 392 uren voldoet. Voldoet men hier niet aan dan dienen de ontbrekende uren gesuperviseerd te worden door een VSPN-Supervisor. Ook dient men, net als alle andere nog niet geaccrediteerde Praktijksportpsychologen deel te nemen aan intervisiegroepen in de periode van de overgangsregeling (minimaal 2x per jaar). De coördinatie vindt plaats door de Commissie Supervisie. Basiscursus interventietechnieken of een gelijkwaardige cursus (bijvoorbeeld interventietechnieken in het kader van het doctoraaldiploma Klinische Psychologie). Degenen die de cursus Basisvaardigheden voor 21 november 2005 met goed gevolg afgelegd hebben (o.l.v. Mirjam ter Beek of Rico Schuijers ter waarde van 6 ECTS) krijgen vrijstelling.
OR Sportpsycholoogonderzoeker is n.v.t. De OR is niet van toepassing op het predikaat Sportpsycholoogonderzoeker. Men heeft simpelweg te voldoen aan de door de VSPN opgestelde kwaliteitseisen. Wel dient men zich op te geven bij de CvT (kenmerken van de sportpsychologische dissertatie vermelden of lijst met gelijkwaardige publicaties verstrekken waaruit moge blijken dat men aan de gestelde eisen voldoet) om geaccrediteerd te worden. Tevens dient men aan te geven of men op de website vermeld wil worden als sportpsycholoogonderzoeker.
Docentsportpsycholoog Degenen, die volwaardig VSPN-lid zijn en die niet aan alle ingangseisen voldoen (men heeft geen eerstegraads onderwijsbevoegdheid of men heeft geen docentaantekening of een aantoonbare didactische scholing met een omvang van ten minste 300 uur studielast), maar die wel al jarenlang sportpsychologie doceren in allerlei verschillende settings kunnen van de OR gebruik maken. Als norm geldt een onderwijservaring op het gebied van de sportpsychologie ter grootte van minimaal 300 (checken) uur studielast. Het onderwijs kan divers zijn. Zowel aan een universiteit of hogeschool, of voor het verzorgen van workshops en clinics in het kader van congressen, regionale Olympische steunpunten, NOC*NSF en sportbonden of sportclubs. Voor het verzorgen van twee uur onderwijs wordt tweeënhalf uur aan voorbereidingstijd gereOR
kend. Om geaccrediteerd te worden als Docentsportpsycholoog dient men zich op te geven bij de CvT (curriculum vitae met relevante informatie opsturen). Tevens dient men aan te geven of men op de website vermeld wil worden als Docentsportpsycholoog.
Bijscholing, nascholing en intervisie Bij- en nascholing Voor de huidige generatie sportpsychologen die in de praktijk werken dienen mogelijkheden te worden ontwikkeld om hun kennis en vaardigheden up-todate te houden. Er is een onderscheid gemaakt in deficiënties en behoeftes. Bij deficiënties is er sprake van een gemist deel van de opleiding dat zeker gevolgd had moeten zijn. Het bijspijkeren van dit cruciale deel, dat gemist is, wordt een nascholing genoemd (bijvoorbeeld, het werken met teams, gespreksvaardigheden, psychodiagnostische kennis en vaardigheden en inspanningsfysiologie). Bij behoeftes wordt bedoeld vakken of cursussen die passen bij de behoefte van de desbetreffende sportpsycholoog. Dit wordt een bijscholing genoemd. Onderwerp van een bijscholing zou kunnen zijn op welke wijze een praktijk opgezet kan worden en met succes gedraaid kan worden. Afhankelijk van de inhoud van de professionele master Praktijksportpsycholoog kan bepaald worden wat voor praktijksportpsychologen in de overgangsregeling aan nascholingen geboden zou moeten worden. Een specificatie van de onderwerpen is te vinden in de paragraaf OR Praktijksportpsychologen. Het gewicht van cursussen dat niet aan de VU bij de FBW gegeven wordt (dat geldt ook voor studieonderdelen op buitenlandse universiteiten) kan gemakkelijk bepaald worden door te kijken naar het aantal ECTS dat ervoor staat of door te kijken hoeveel uren voor een dergelijk onderdeel staan. De CvT oordeelt dan of deze cursus zwaar genoeg is (het niveau wordt tegenwoordig ook uitgedrukt in cijfers) om erkend te worden voor accreditatie. Intervisie Intervisie is bij een groep professionals, die psychologische interventies toepast een noodzaak. Blinde vlekken komen aan het licht, alternatieve in-
61
SPORTPSYCHOLOGIE BULLETIN 2004 – 2
terpretaties worden aangeboden, nieuwe inzichten en methodieken worden aangedragen en fixaties of het berijden van stokpaardjes worden ontmaskerd. Om scherp en up-to-date in je vak te blijven is intervisie, gesuperviseerd door ervaren praktijksportpsychologen bepalend voor de kwaliteit en de continuïteit van het leerproces. Al eerder in het onderhavige document is vermeld dat de Commissie Supervisie (CS) belast is met het organiseren van intervisiegroepen. Geaccrediteerde praktijksportpsychologen dienen minimaal twee intervisiebijeenkomsten per jaar bij te wonen om in het register van praktiserend sportpsycholoog (zie website VSPN) vermeld te blijven. Nog niet geaccrediteerde praktijksportpsychologen in de overgangsregeling dienen eveneens minimaal twee intervisiebijeenkomsten per jaar bij te wonen. Na elke bijeenkomst zendt elke intervisiegroep een kort verslag met presentielijst naar de voorzitter van de CS. Het bestuur van de VSPN ontvangt jaarlijks voor de eerste maandag in oktober een verslag van de verrichtingen van de CS over het afgelopen jaar. Dit verslag wordt als bijlage vermeld op de agenda van de algemene jaarvergadering van de VSPN. Mede door bovengenoemde intervisieregeling wordt getracht het kwaliteitspredikaat van de praktijksportpsycholoog te waarborgen.
62