Regionaal Overleg Acute Zorg, regio VUmc en AMC Datum: vrijdag 12 december 2014 Aanvang: 11.00 - 13.30 uur Locatie: De Veranda, Amsterdam Aanwezigen: Zie bijlage 1 Voorzitters:
Prof. Dr. Jaap Bonjer, voorzitter ROAZ VUmc
Welkom en opening Dhr. J. Bonjer opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. 1. Stand van zaken Focusgroepen a. Verloskunde Omdat voorzitter J. van der Post ziek is, presenteert F. de Groot de e resultaten van de werkgroep Optimalisatie. De groep is voor de 2 keer bij elkaar geweest en heeft een aantal oriënterende inventarisaties uitgevoerd. Uit onderzoek blijkt dat er wel degelijk een negatieve relatie bestaat tussen aanrijtijden > 20 minuten en uitkomst van zorg/behandeling. Hier moet rekening mee gehouden worden indien er sprake zal zijn van regionale concentratie. Er blijkt variatie zichtbaar in de interne ziekenhuisprotocollen. Soms wordt hierin bijvoorbeeld gedifferentieerd op specifieke aandoeningen/situaties, maar soms ook niet. De protocollen zijn hiernaast vaak niet geheel duidelijk over de samenstelling van het team en de processtappen in de tijd (melding-behandeling). Mede daarom denkt de werkgroep voor het eindresultaat nu aan een (transmuraal) protocol per situatie/aandoening. Naast de variatie in de protocollen vraagt de werkgroep zich af hoe de protocollen worden nageleefd (op papier versus werkelijkheid). De werkgroep wil hiervoor een aantal vragen gaan toevoegen aan de audits. De werkgroep en begeleidende bureaus zullen dit voor en tijdens de eerst volgende focusgroep op 17 feb 2015 verder gaan uitzoeken. De Verloskundig Samenwerking Verbanden blijken uit de inventarisatie al goed op weg met gebruik/toepassing van het protocol Acute Prehospitale Verwijzingen. b. Cardiologie De heren R. de Winter en J. Lemkes presenteren de resultaten van de werkgroepen Gevolg concentratie SEH’s acute Cardiologie en Optimalisatie (samen)werk afspraken. De werkgroep Gevolg concentratie acute Cardiologie concludeert dat bij een goed functionerende EHH (conform NVVC-richtlijn) het voor de routing van de acuut cardiale patiënt niet uitmaakt of een ziekenhuis een spoedpost heeft of een volwaardige SEH. Bij aanwezigheid van een EHH is - voor de opvang van de acuut cardiale patiënt op een spoedpost - 24/7 aanwezigheid van een volwaardige SEH-arts voldoende. Een aantal ziekenhuizen geeft aan dat dit consequenties zal hebben omdat de huidige situatie anders is. Het eerste voorstel van de werkgroep Optimalisatie (samen)werkafspraken betreft het digitaal versturen van een 12 kanaals ECG vanuit de ambulance. Het leek dat dit in de regio Gooi- en Vechtstreek nog niet het geval was, maar de heer R. Ton laat weten dat dit vanuit deze regio (Gooi- en Vechtstreek) ook mogelijk is. Met de invoering hiervan in alle regio’s van de beide Netwerken lijkt dit gerealiseerd. Het tweede voorstel van de werkgroep betreft uniformiteit in het gebruik van medicatie voor pre-hospitale revascularisatie. In de regio Kennemerland en Amsterdam wordt nog Pragrusel voorgeschreven, de overige regio’s maken gebruik van Ticagrelor. Voorstel is om binnen de beide ROAZ-regio’s per 1 januari 2015 over te gaan op het medicijn Ticagrelor. Het ROAZ ondersteunt de beide voorstellen van de werkgroep. De overige regio’s benadrukken dat standaardisatie van medicatie op zich goed is, maar dat dit wel geaccordeerd moet worden vanuit het bestuur van de ziekenhuizen. Mevrouw M. Vroom vult aan dat dit goed voorbereid moet worden voor akkoord. Daarnaast meldt de heer M. Smeekes dat het ook bekend moet zijn bij de ambulancediensten.
1
De heer J.Bonjer stelt voor om vanuit het ROAZ de ondersteuning voor de beide voorstellen (inclusief aparte paragraaf) te communiceren naar de Raden van Bestuur van de ziekenhuizen binnen de beide ROAZ-regio’s. 2. Presentatie heer J. Bonjer: Lange wachttijden bij acute niet urgente operaties: lokaal of regionaal probleem? De heer J. Bonjer presenteert een casus van een patiënte om een mogelijk toenemend probleem van langere OK-wachttijden te verduidelijken (acuut en electief). Hij vraagt aan de regionale ziekenhuizen of zij dit herkennen en hoe zij dit het hoofd bieden. Vanuit het AMC en het OLVG wordt dit probleem duidelijk herkend. Vanuit het OLVG wordt benoemd hoe gewerkt wordt in het SLAZ. Het SLAZ werkt met een lege OK voor acute patiënten. Dit wordt als positief ervaren. Een optie zou kunnen zijn om te bellen met buurziekenhuizen om na te gaan of een patiënt overgenomen kan worden. Het is echter onbekend wat de exacte wachttijden zijn. Er wordt voorgesteld om eerst eens e.e.a. te meten, bv een meetperiode voor een aantal DBC’s. De bureaus zullen hier naar kijken. 3. Presentatie mevrouw M. Klooster: Als alle SEH’s een stop hebben, en dan? De acute patiënt in Noord-Holland en Flevoland zou zo snel mogelijk de best beschikbare kwaliteit van zorg op de juiste plaats moeten ontvangen, in zowel de dagelijkse als de opgeschaalde situatie. Mede hiervoor is het Acuut ZorgPortaal (AZP) ontwikkeld en zijn er afspraken gemaakt tussen ziekenhuizen en meldkamers over het afkondigen van stops. Toch blijkt dat dit in sommige gevallen nog niet optimaal verloopt. Aan de hand van een casus wordt geïllustreerd dat er meerdere oorzaken zijn en worden oplossingen aangedragen (opnamestop ziekenhuizen in Amsterdam 27 oktober jl.). Uit de analyse blijkt echter ruis tussen de ervaren (geen capaciteit) en de feitelijke situatie (wel voldoende capaciteit). De bureaus denken aan de volgende oplossingen. Situatie 1: Druk, maar wel voldoende regionale capaciteit (o.a. betere monitoring vanuit meldkamer (werkinstructie), techniek verder optimaliseren?). Situatie 2: Daadwerkelijk regionaal capaciteitsprobleem ( betere regionale monitoring vanuit meldkamer, actief contact opnemen met en tussen ziekenhuizen, indien geen oplossing: rijden conform reguliere afspraken (indien nodig opschalen). Dit zal verder worden verwerkt in het nieuwe protocol voor het AZP. Zowel de heer J. Woldman en de heer K.J.Ponsen benadrukken dat als er geen capaciteit is er eigenlijk niet (goed) opgevangen kan worden. Bovendien moet de ambulance altijd kunnen presenteren. De heer J. Bonjer meldt dat VUmc en AMC niet tegelijkertijd dicht kunnen. De heer F. de Groot licht toe dat in dit geval er meerdere redenen waren maar dat het voor de meldkamer lastig was om het overzicht te bewaren. De heer E.J. van Lieshout gaat hierop in en stelt dat de e meldkamer als 1 prioriteit heeft om de telefoontjes te beantwoorden. Het probleem van de opname stops ligt bij de ziekenhuizen, niet bij de meldkamer. Bestaande afspraken moeten beter worden nageleefd/geïmplementeerd. Mogelijk zal het laatste ziekenhuis moeten opschalen (het betreft hier ook een ramp op kleine schaal). Opmerkingen zullen worden meegenomen in het nieuwe AZP-protocol. Er wordt besloten om goed te kijken naar de procedure en het punt te agenderen op het volgende ROAZ-overleg.
4. Presentatie heer M. Rhebergen: Ontwikkelingen Patiëntstromen in de regio VUmc De heer M. Rhebergen geeft een samenvatting van de resultaten van een pilotonderzoek. Doel van het onderzoek was om de primaire patiëntstromen in kaart te brengen binnen de spoedzorgketen in Noordwest- Nederland (in 2012 en 2013). Daarnaast is gekeken hoe de werkwijze / het instrument verbeterd kan worden. Een van de conclusies is dat er van 2012 naar 2013 een afname was van het totaal acute patiënten op de regionale SEH’s, en juist een (kleine) toename bij de RAV’s en HAP’s. M.b.t. urgentie/triage waren er alleen verschuivingen zichtbaar bij de HAP’s (toename patiënten met hogere urgentie (u1-u3), afname lagere urgentie (u4)). Bij de
2
SEH’s was een afname zichtbaar van het aantal zelfverwijzers en een toename van het aantal verwijzingen via de HA(P). Ook was bij de SEH’s een afname zichtbaar van patiënten die direct naar huis konden en een toename van het aantal opnames intern. Vanuit de deelnemers is al aangegeven door te willen gaan met het onderzoek, het liefst met uitbreiding naar meer ziekenhuizen. Het ROAZ lijkt enthousiast over het onderzoek, en is positief t.o.v. een vervolg. Publicatie is denkbaar. Er ontstaat een discussie m.b.t. de mogelijke oorzaken en gevolgen van de afname van de SEH-patiënten. Mogelijke oorzaken zijn het verhoogde eigen risico, en/of het 1 loket triage (SEH met HAP). De heer M. Smeekes meldt dat veel SEH’s terughoudend zijn met het beschikbaar stellen van gegevens. Alle ziekenhuizen zouden deze gegevens moeten aanleveren, om zo te kunnen achterhalen wat er nu precies gebeurt en wat mogelijke effecten zijn.
5. Presentatie de heer P. Nanayakkara: Prehospitale en hospitale samenwerking De heer P. Nanayakkara presenteert de opzet van de PHANTASi-trial, een onderzoek waarin de prehospitale en hospitale samenwerking voor acute patiënten met sepsis centraal staat. Dhr. Nanayakkara schetst de veranderende patiëntenmix op de SEH. Er is een toename zichtbaar van het aantal kwetsbare ouderen. Zowel de ambulancedienst, de SEH en inwendige geneeskunde spelen hierbij een belangrijke rol. Er is mede daarom een multi-center trial opgezet om de prehospitale samenwerking te bevorderen. Doel van de trial is om bewustwording en herkenning van sepsis te bevorderen, reductie van mortaliteit en kostenbesparing. Momenteel vindt de inclusie plaats. 6. Presentatie mevrouw C. de Groot en de heer L. Notenboom: Regionaal jaarplan OTO 2015 Mevrouw C. de Groot en de heer L. Notenboom presenteren de gezamenlijke highlights 2015, de regionale activiteiten en begroting 2015 per ROAZ-regio. De jaarplannen van beide regio’s worden goedgekeurd door het ROAZ. Presentatie mevrouw M. Klooster: CrisisApp Mevrouw. M. Klooster geeft een presentatie over de ontwikkelde crisis-App, waarin de zorginstellingen o.a. hun taakkaarten kunnen opvragen. Het ROAZ is enthousiast over het dit innovatieve project en lijkt positief te staan t.o.v. een verdere uitrol in de regio.
7. Ebola: de regio voorbereid? De heer F. de Groot meldt dat er een succesvolle regionale bijeenkomst is geweest, en de beide ROAZ-regio’s lijken voorbereid te zijn. Het betreft een zeer ingewikkeld probleem dat veel impact heeft op de keten. Dhr. Van Lieshout merkt op dat het eerste succesvolle vervoer van Schiphol naar UMC Utrecht inmiddels heeft plaatsgevonden.
8. Verslag vorige vergadering, vrijdag 13 juni 2014 Het verslag is vastgesteld en goedgekeurd.
9. Voorbereiding en inventarisatie agendapunten volgend ROAZ Agendapunt: Organiseren en voorbereiding van gezamenlijke ROAZ VUmc/AMC bijeenkomsten. De vergadering wordt om 13.00 uur gesloten en de leden worden bedankt voor hun aanwezigheid.
3
Volgende vergadering: ROAZ VUmc/AMC: 6 maart 2015 van 14.00 tot 17.00 uur (inclusief overleg met ziekenhuisbestuurders).
ROAZ-vervolg regio VUmc Aanvang: 13.00 - 13.30 uur Samengaan ROAZ VUmc/AMC Het eventueel samengaan van beide ROAZ-en, levert een constructieve discussie op. Het gaat hier niet om het samengaan van de regio’s en of de bureaus. Dit is nu niet relevant en verstandig gezien de huidige indeling en financiering. Wel zullen de bureaus steeds meer gaan samenwerken, waaronder nu m.b.t. de ROAZ-bijeenkomsten. De volgende vragen staan in deze discussie centraal - Hoe organisatie aanpakken? - 1 Dagelijks Bestuur/agendacommissie? - In gesprek blijven met zorgverzekeraars? - Vergadering met bestuurders en professionals? - Routing goede besluitvorming? Deelnemers vinden het ROAZ een mooi bestuurlijk platform. Het meest effectief en minst tijdrovend is het als ROAZ VUmc en ROAZ AMC samen vergaderen. Hiervoor zouden de bureaus samen een plan kunnen uitwerken (M. Smeekes). Een belangrijk verbeterpunt betreft voornamelijk de wijze van besluitvorming. Besluiten moeten tijdig worden aangeleverd, zodat dit ook intern kan worden voorbereid en afgetikt. Genoemd wordt een onderscheid aan te brengen tussen het eerst informeren over de onderwerpen vervolgens het voorleggen ter besluitvorming. Besluiten Er wordt besloten dat er 1 voorbereidingscommissie gaat komen, het is voor nu nog te vroeg om direct samen te gaan. Deze commissie wordt samengesteld binnen de regio. Vanuit de bureaus zal een plan worden uitgewerkt. 1x per jaar ROAZ met aansluitend ziekenhuisbestuurders 3x per jaar ROAZ met alle bestuurders en professionals
4
Bijlage 1: Aanwezigen ROAZ VUmc/AMC 13 juni 2014 van 14.00 tot 16.00 uur Voorl. Naam Functie Organisatie A.
Arts
raad van bestuur
Flevoziekenhuis
P.M.A.
Baltes
bedrijfskundig manager
Spaarneziekenhuis
J.
Berdowski
stafadviseur
TraumaNet AMC
D.
Bonink
directeur
Netwerk acute zorg, regio VUmc
H.J.
Bonjer
hoofd afdeling heelkunde
VUmc
H.
Broertjes
raad van bestuur
Ziekenhuis Amstelland
F.J.H.
Dings
raad van bestuur
SLAZ
B.
Franken
secretaresse
Netwerk acute zorg, regio VUmc
C.
de Groot
stafadviseur
TraumaNet AMC
F.M.J.
de Groot
manager
TraumaNet AMC
R.
Hoeve
directeur
Huisartsenposten Amsterdam
M.
Klooster
stafadviseur
TraumaNet AMC
R.
Koëter
manager
Rode Kruis ziekenhuis
H.N.
Koetsier
raad van bestuur
GGZ Noord Holland Noord
M.
Levi
raad van bestuur
AMC
E.J.
van Lieshout
directie
Ambulance Amsterdam
J.N.J.
Lindeboom
manager SEH
Westfriesgasthuis
H.
Luik
raad van bestuur
MCA Gemini Groep
E.R.
van der Meer
raad van bestuur
BovenIJ
P.W.B.
Nanayakkara
internist
VUmc
L.
Notenboom
stafadviseur
Netwerk acute zorg, regio VUmc
K.J.
Ponsen
traumachirurg
MCA Gemini Groep
G.
Postma
raad van bestuur
MGG
M.
Rhebergen
adviseur
Netwerk acute zorg, regio VUmc
E.
Schoofs
directeur
Huisartsenpost Zaanstreek-Waterland
M.
Sleeuwenhoek directeur
MC Groep
M.
Smeekes
directeur
RAV/GHOR Noord Holland Noord
M.
Simons
traumachirurg
OLVG/SLAZ
R.
Ton
directeur
RAV Gooi & Vechtstreek
R.
van Velde
traumachirurg
Tergooiziekenhuizen
M.B.
Vroom
hoofd IC volw.
AMC
R.
de Winter
cardioloog
AMC
J.
Woldman
adj. directeur
GHOR Adam-Amstelland Wnd/GGD A'dam
5