Regiomonitor Utrecht Voortijdig schoolverlaten Brochure
T. Eimers R. Kennis E. Keppels M. Roelofs
Introductie Regiomonitor Wat is de Regiomonitor? De Regiomonitor VSV Utrecht is een instrument om de aanpak van het voortijdig schoolverlaten te monitoren en evalueren. In de monitor worden gegevens verzameld van vele duizenden jongeren in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Met die gegevens is het mogelijk de schoolloopbaan van jongeren te volgen en de effectiviteit van maatregelen te meten.
Wie heeft de Regiomonitor opgezet? De Regiomonitor is eigendom van de twee RMC-regio’s Utrecht en Eem & Vallei. Bij het initiatief waren de contactgemeenten Utrecht en Amersfoort en ook de gemeente Nieuwegein betrokken. De ontwikkeling van de Regiomonitor is financieel mogelijk gemaakt door steun van de provincie Utrecht. Daarnaast leveren de RMC-regio’s (deels vanuit de VSV-convenanten) een bijdrage aan de Regiomonitor.
Wat is het doel van de Regiomonitor? Het doel is om vsv-maatregelen en -beleid te monitoren en te evalueren. Er is tot nu toe weinig systematisch onderzoek gedaan naar de effectiviteit van vsv-maatregelen. Door de deelnemers van bijvoorbeeld projecten, voorzieningen of begeleidingstrajecten nauwkeurig te volgen, wordt duidelijk wat werkt en wat niet. Met de informatie uit de Regiomonitor zijn gemeenten en anderen beter in staat hun beleid te sturen.
Voor wie is de Regiomonitor bedoeld? Alle 33 gemeenten in de twee RMC-regio’s doen mee in de Regiomonitor. Dat zijn alle gemeenten in de provincie Utrecht (met uitzondering van Eemnes), plus een aantal gemeenten in Gelderland (subregio Vallei). Deze gemeenten ontvangen de rapportages van de Regiomonitor, kunnen informatie opvragen of eigen maatregelen laten volgen. Ook schoolbesturen maken gebruik van de monitor.
Wat wordt er gemonitord? In de Regiomonitor worden vsv-maatregelen gemonitord en geëvalueerd. Voorbeelden van maatregelen die op dit moment worden gevolgd zijn: RMC-trajectbegeleiding, Leerplicht in het MBO, Plusvoorzieningen (Utrechtse School). Naast concrete maatregelen worden ook specifieke doelgroepen gevolgd, zoals alle ongediplomeerde schoolverlaters van twee grote ROC’s. In deze brochure vindt u een volledig overzicht van alle maatregelen en doelgroepen in de Regiomonitor.
Wie worden er gevolgd in de Regiomonitor? In de Regiomonitor zijn de onderwijsnummergegevens opgenomen van alle 120.000 jongeren van 12 tot 23 jaar woonachtig in de twee RMC-regio’s. Via de contactgemeenten worden tweemaal per jaar de actuele gegevens opgevraagd bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Met deze gegevens kunnen de schoolloopbanen van alle jongeren en bijvoorbeeld het voortijdig schoolverlaten in kaart worden gebracht. De Regiomonitor maakt gebruik van dezelfde gegevens en definities die het ministerie van OCW gebruikt. Op dit moment worden ruim 10.000 jongeren specifiek gevolgd in de Regiomonitor. Zij hebben een ‘oormerk’ als deelnemer van een bepaalde maatregel of lid van een specifieke doelgroep. Van deze 10.000 jongeren is veelal aanvullende informatie beschikbaar, bijvoorbeeld over welk programma ze nu volgen. Om meer diepgang in het onderzoek te krijgen is het nodig om meer te weten over de achtergronden van jongeren in een maatregel. Hoe zwaar is hun problematiek? Wat is hun thuissituatie? Aanvullend wordt daarom voor grote aantallen jongeren informatie uit hun dossier opgenomen in de monitor. Van 2.500 jongeren zijn op dit moment gedetailleerde profielen bekend.
Hoe is de privacy gewaarborgd? De Regiomonitor wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksinstituut, het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) uit Nijmegen. Gemeenten en scholen stellen gegevens tijdelijk beschikbaar voor het uitvoeren van onderzoek, evaluaties of analyses. KBA hanteert strikte voorschriften wat betreft de vertrouwelijkheid van gegevens. De Regiomonitor en alle daarin opgenomen bestanden blijven eigendom van de gemeenten (of scholen). Er worden geen persoonsgebonden gegevens beschikbaar gesteld aan derden.
1
Welke producten levert de Regiomonitor op? De Regiomonitor levert verschillende soorten producten op. Op verzoek van gemeenten worden onderzoeken gedaan en daarover wordt gerapporteerd. In deze brochure ziet u daar een aantal voorbeelden van. Daarnaast zijn er verschillende soorten gegevens over schoolloopbanen, uitval of probleemprofielen, die beschikbaar zijn voor gemeenten en andere belangstellenden.
Wie bepaalt welke maatregelen worden gevolgd in de Regiomonitor? Alle deelnemende gemeenten kunnen maatregelen of doelgroepen voordragen voor de Regiomonitor. Tot nu toe zijn alle aanvragen gehonoreerd. De twee contactgemeenten hebben, namens de stuurgroepen van de twee RMC-regio’s, de beslissende stem.
Kan elke gemeente maatregelen laten volgen in de Regiomonitor? Ja, dat kan. Meer informatie hierover leest u hierna in deze brochure.
2
Wilt u meer weten? Maatregelen of doelgroepen laten volgen in de Regiomonitor Gemeenten kunnen eigen maatregelen of doelgroepen laten opnemen in de Regiomonitor. De gemeente geeft zelf aan welke vragen men heeft (monitoring, evaluatie, achtergrondonderzoek) en werkt mee in de uitvoering (aanleveren gegevens). De aanvraag moet passen binnen de doelstellingen van de Regiomonitor en wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de betreffende contactgemeente van de RMC-regio. De kosten van de Regiomonitor worden gedragen door de twee RMC-regio’s en de provincie Utrecht. Voor de afzonderlijke gemeenten zijn er geen verdere kosten verbonden aan de aanvraag. Ook scholen kunnen bepaalde maatregelen of doelgroepen laten volgen. Een eventuele aanvraag daarvoor moet echter worden gedaan door de gemeente. Voor meer informatie over het opnemen van maatregelen of doelgroepen in de Regiomonitor kunt u contact opnemen met: Ton Eimers (projectleider Regiomonitor) Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) Postbus 1422 6501 BK Nijmegen 024 365 35 20
[email protected]
De Regiomonitor in 2011 Voor 2011 staan weer enkele uitbreidingen op stapel. Er wordt gestart met de monitoring van de Plusvoorziening in de regio Eemland (Amersfoort) en met de evaluatie van de begeleidingstrajecten van de WUL en het Trajectbureau in de subregio Eem. In de regio Utrecht wordt een onderzoek gestart naar zorgleerlingen in het vmbo. Het onderzoek heeft een vergelijkbare opzet als dat bij de twee ROC’s. Tevens wordt een onderzoek gedaan naar de etniciteit van verschillende doelgroepen in de Regiomonitor.
Vragen over de Regiomonitor De Regiomonitor is een omvangrijk en complex instrument. Er is, met steun van de provincie Utrecht, veel geïnvesteerd in het opbouwen en testen van de monitor. In het ontwikkeltraject zijn tal van technische vraagstukken opgelost en protocollen ontwikkeld rondom gegevensverwerking en privacy. Wilt u meer weten over de werking van de Regiomonitor of de toepassingsmogelijkheden in uw regio, dan kunt u contact opnemen met de projectleider Regiomonitor (zie boven).
Publicaties bestellen Alle publicaties die verschijnen in het kader van de Regiomonitor worden uitgegeven in één herkenbare reeks. Gemeenten en schoolbesturen (vo en mbo) in de twee RMC-regio’s ontvangen van elke publicatie standaard één exemplaar. Wilt u publicaties bijbestellen? Neem dan contact op met: Kim Romijnders (secretariaat Regiomonitor) Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) Postbus 1422 6501 BK Nijmegen 024 365 35 20
[email protected] De volgende rapporten zijn op dit moment te bestellen: • Monitoring Utrechtse School: De deelnemers • Evaluatie trajectbegeleiding RMC subregio Utrecht-Zuid • Evaluatie Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg en Trajectbureau Opleiding & Werk • Regiomonitor VSV Utrecht Brochure Binnenkort verschijnen de volgende publicaties: • Uitvallers en zorgdeelnemers ROC Midden Nederland (verschijnt januari 2011) • Uitvallers en zorgdeelnemers ROC ASA (verschijnt februari 2011) • Themarapport Overbelaste jongeren in het onderwijs (verschijnt februari 2011)
3
Overzicht beleidsmaatregelen en doelgroepen Plusvoorziening de Utrechtse School, subregio Stad Utrecht De Utrechtse School is een plusvoorziening voor leerlingen die, door een stapeling van problemen, tijdelijk of voor een langere periode niet in het reguliere onderwijs terecht kunnen. Binnen de school volgen sommige leerlingen een tijdelijk programma (Rebound). Het grootste deel van de leerlingen komt terecht in één van de drie andere onderwijsprogramma’s: Start-it voor leerlingen die net van de basisschool afkomen, Link-it voor leerlingen met een voorkeur voor theoretisch leren en Do-it voor leerlingen met een voorkeur voor leren in de praktijk. Het doel is om de leerlingen weer terug te leiden naar het reguliere onderwijs of om hen te diplomeren voor een VO-diploma of diploma op mbo-niveau 1 of 2.
RMC-trajectbegeleiding, subregio Utrecht-Zuid De RMC subregio Utrecht-Zuid voert de trajectbegeleiding uit voor jongeren van 18 tot 23 jaar die wonen in de gemeenten binnen de subregio. Er worden drie vormen van trajectbegeleiding onderscheiden: informatieve trajecten, preventieve trajecten en (langdurige en intensieve) begeleidingstrajecten. Hoofddoel van de trajectbegeleiding is het terugleiden van de jongeren richting onderwijs.
Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg (WUL), subregio Eem De Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg (WUL) richt zich op het voorkomen en/of bestrijden van voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs. De WUL verleent, gedurende een schooljaar, bemiddeling aan (potentiële) voortijdig schoolverlaters in de leeftijd van 12-17 jaar in de subregio Eem. De WUL wordt uitgevoerd door SOVEE, een organisatie die zich, samen met partners, richt op het oplossen van vraagstukken op het terrein van onderwijsachterstanden en jeugdbeleid.
RMC-Trajectbegeleiding, subregio Eem Het Trajectbureau van SOVEE voert de RMC-functie uit voor de gemeenten in de subregio Eem. Hoofdtaken van het Trajectbureau zijn de begeleiding van (potentiële) voortijdig schoolverlaters in de leeftijd van 16-23 jaar (gericht op het terugleiden naar onderwijs en behalen van een startkwalificatie) en een intensieve benadering van mogelijke voortijdig schoolverlaters.
Leerplicht in het mbo: aanpak licht verzuim, subregio Stad Utrecht Het project ‘Leerplicht in het mbo’ is in schooljaar 2009-2010 van start gegaan en heeft als doel verzuim aan te pakken en te voorkomen. Op drie locaties van ROC ASA en ROC Midden Nederland in de subregio Stad Utrecht zijn leerplichtambtenaren in de school geplaatst. Op initiatief van de loopbaanbegeleider voeren de leerplichtambtenaren eenmalig een preventief gesprek met de verzuimende deelnemer. Naast gesprekken met leerlingen tijdens de spreekuren, geven de leerplichtambtenaren voorlichting aan klassen en docententeams en leveren ze een bijdrage in het ZAT.
Uitvallers en zorgdeelnemers ROC Midden Nederland, regio Utrecht en Eem & Vallei De uitvallers en ‘zorgdeelnemers’ van het ROC Midden Nederland uit de jaren 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009 worden in de Regiomonitor gevolgd. Uitvallers zijn deelnemers die in de genoemde jaren de school zonder startkwalificatie hebben verlaten. Zij zijn daarmee niet automatisch voortijdig schoolverlaters, omdat zij mogelijk hun schoolloopbaan hebben voortgezet op een ander ROC. De zorgdeelnemers worden op ROC Midden Nederland begeleid via het Studie- en Loopbaancentrum (SLC). Het SLC biedt ondersteuning tijdens de studie.
Uitvallers en zorgdeelnemers ROC ASA, regio Utrecht en Eem & Vallei De uitvallers en ‘zorgdeelnemers’ uit de jaren 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009 van het ROC ASA worden in de Regiomonitor gevolgd. Uitvallers zijn deelnemers die in de genoemde jaren de school zonder startkwalificatie hebben verlaten. De zorgdeelnemers worden op ROC ASA begeleid via de dienst Deelnemers Dienstverlening (DDV). Het DDV biedt zorgdeelnemers ondersteuning tijdens de studie door het aanbieden van begeleiding.
4
Aantal jongeren in beleidsmaatregelen en doelgroepen In de Regiomonitor worden op dit moment 10.550 jongeren gevolgd. Deze jongeren behoren tot negen verschillende maatregelen of doelgroepen. In het onderstaande overzicht zijn alle negen maatregelen en doelgroepen opgenomen met de aantallen. In de kolom Totaal staat het aantal vermeld dat in de Regiomonitor wordt gevolgd. Omdat de overheid alleen de gegevens (gekoppeld aan het onderwijsnummer) verzameld van jongeren tot 23 jaar zijn in de Regiomonitor alleen jongeren zichtbaar die op het moment van meting nog geen 23 jaar zijn. De gegevens in de monitor hebben betrekking op de afgelopen jaren en worden voor de meeste maatregelen aangevuld met nieuwe gegevens over het lopende schooljaar. In het overzicht is te zien uit welke jaren de deelnemers/uitvallers afkomstig zijn. Het jaartal verwijst naar het jaar dat zij in begeleiding waren, instroomden in de voorziening of – in het geval van de uitvallers – ongediplomeerd de school verlieten. Tabel 1 – Aantal jongeren per maatregel / doelgroep dat in de Regiomonitor wordt gevolgd (oktober 2010) Maatregel / doelgroep
Aantal jongeren in Regiomonitor ‘04/’05
‘05/’06
‘06/’07
‘07/’08
‘08/’09
‘09/’10
Totaal
Totaal met dossiergegevens
Utrechtse School
-
-
-
-
-
253
253
191
RMC Utrecht-Zuid
-
-
6
45
103
116
270
0
WUL subregio Eem
-
38
108
74
81
74
375
375
RMC subregio Eem
-
106
194
227
218
220
965
965
Leerplicht in het mbo
-
-
-
-
-
183
183
0
Uitvallers ROC Midden Nederland
-
-
724
951
1.112
-
2.787
346
99
408
593
914
1.084
1.173
4.273
272
Uitvallers ROC ASA
-
-
286
400
369
-
1.055
186
Zorgdeelnemers ROC ASA
-
-
n.b.
n.b.
n.b.
-
389
203
99
552
1.911
2.611
2.967
2.019
10.550
2.538
Zorgdeelnemers ROC Midden Nederland
Totaal
Door middel van dossieranalyses is voor een deel van de jongeren aanvullende informatie verzameld, zoals: achtergrondgegevens (o.a. geslacht, woonplaats, etniciteit), informatie over de maatregel waaraan de jongere deelneemt, voorgaande schoolloopbaan, eventuele kenmerken/problematiek (leerachterstand, stoornissen, gedragsproblemen, thuissituatie, medische of psychische problemen etc.), betrokken hulpverlening en/of begeleiding. In de laatste kolom van het overzicht staat per maatregel/doelgroep van hoeveel jongeren dossiergegevens in de Regiomonitor zijn opgenomen. Soms gaat het om de hele groep uit een bepaalde maatregel en soms betreft het een steekproef uit de populatie, bijvoorbeeld bij de zorgdeelnemers van ROC Midden Nederland.
5
Aantal jongeren in beleidsmaatregelen en doelgroepen per gemeente Het volgende overzicht laat per gemeente zien hoeveel jongeren er worden gevolgd in de verschillende maatregelen en doelgroepen. Omgekeerd is ook af te lezen uit welke gemeente de deelnemers van de verschillende maatregelen afkomstig zijn. Tabel 2 – Aantal jongeren per maatregel / doelgroep naar woonplaats (gemeente)
Maatregel / doelgroep Utrechtse School
RMC Utrecht Zuid
WUL Eem
RMC Eem
Leerplicht in het mbo
ABCOUDE AMERSFOORT BAARN
277
508
9
50
BARNEVELD BREUKELEN
22 1
BUNNIK 18
DE BILT
5
DE RONDE VENEN
1
EDE
1
1
1
HOUTEN
3
45
1
IJSSELSTEIN
1
37
LEUSDEN
23
62
LOPIK
13
1 16
4
1.491
125
NIJKERK
28
25
1
1
114
1
22
26
4
1
1
32
53
7
24
53
9
38
32
1
2
70
128
22
10
239
3
49
54
22
5
134
27
40
6
3
79
11
109
247
59
23
498
6
100
179
71
25
419
1
41
50
1
178
3
6
1
10
18
43
26
7
108
192
45
9
382
19
48
14
3
84
1
3
19
213
396
99
39
906
1
99
1
47
34
1
2
185
1
20
19
4
16
20
44
6
SCHERPENZEEL
1
215
14
1
38
3
7
110
1
96
95
11
3
347
3
12
104
1
VIANEN
6 1
31
3
VEENENDAAL
89 149
124
RENSWOUDE
UTRECHT
1
1
RHENEN
SOEST
76 94
3
OUDEWATER
UTRECHTSE HEUVELRUG
3
1
8
11
Totaal
1
MONTFOORT NIEUWEGEIN
Zorg ROC ASA
348
LOENEN
MAARSSEN
Uitval ROC ASA
1
60 2
Zorg ROC MN
335
3
2
BUNSCHOTEN
Uitval ROC MN
31
11
857
1.428
434
184
3.251
2
62
91
23
10
191
3
62
49
9
2
126
62
97
43
11
254
5
8
1
9
WAGENINGEN
13
WIJK BIJ DUURSTEDE
1
1
2
74
113
22
7
220
WOERDEN
2
2
6
94
154
47
20
325
WOUDENBERG
10
18
8
14
1
ZEIST
4
1
1
6
6
128
217
54
18
435
Totaal
253
270
375
965
183
2.787
4.273
1.055
389
10.550
6
51
Maatregel / doelgroep Utrechtse School
RMC Utrecht Zuid
WUL Eem
RMC Eem
Leerplicht in het mbo
Uitval ROC MN
Zorg ROC MN
Uitval ROC ASA
Zorg ROC ASA
Totaal
Provincie Utrecht (excl. Eemnes)
252
269
374
842
181
2.683
4.158
1.044
383
10.186
RMC Utrecht
252
269
5
31
176
2.059
3.519
1.003
372
7.686
RMC Eem & Vallei
1
1
370
934
7
728
754
52
17
2.864
RMC subregio Eem
0
0
369
929
7
615
624
36
11
2.591
RMC subregio Vallei
1
1
1
5
0
113
130
16
6
273
7
Nieuwe voortijdig schoolverlaters Het jaarlijkse aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters is voor de rijksoverheid een belangrijke maatstaf om het succes van de aanpak voortijdig schoolverlaten te beoordelen. De doelstelling is om landelijk het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters terug te dringen van 71.000 in 2003 naar 35.000 in 2012. Dat wil zeggen een reductie van bijna de helft. Niet alleen scholen worden beoordeeld op die doelstelling, ook regio’s en afzonderlijke gemeenten moeten laten zien of zij de doelstellingen halen. In de jaarlijkse VSV-Atlas geeft het ministerie aan hoe ver de regio’s zijn met de reductie van het aantal nieuwe vsv-ers. Voor de regio’s Utrecht en Eem & Vallei was de tussenstand in het schooljaar 2008-2009 respectievelijk min 21 procent en min 16 procent. De Regiomonitor maakt gebruik van dezelfde gegevens als het ministerie: de aan het onderwijsnummer gekoppelde gegevens in het zogenaamde BRON-bestand. Omdat de Regiomonitor werkt met grotendeels dezelfde data, definities en rekenmethodes ontstaat er geen onnodige discussie over de betrouwbaarheid van cijfers of over gehanteerde definities. Als voorbeeld ziet u hieronder een overzicht van het aantal en percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2009-2010 per gemeente. De cijfers zijn berekend met de Regiomonitor. De definitieve cijfers van het ministerie kunnen in enige mate afwijken. De gemeenten zijn gegroepeerd per subregio. Tabel 3 – Aantal nieuwe vsv’ers schooljaar ‘09/’10
aantal deelnemers 09/10
nieuwe vsv’ers 09/10
% nieuwe vsv’ers 09/10
Provincie Utrecht (excl. Eemnes)***
69.079
25.443
94.522
1.222
2.174
3.396
1,8%
8,5%
3,6%
RMC Utrecht
46.998
17.096
64.094
877
1.495
2.372
1,9%
8,7%
3,7%
RMC Eem & Vallei
38.056
14.731
52.787
632
1.128
1.760
1,7%
7,7%
3,3%
RMC subregio Eem
22.899
8.848
31.747
370
669
1.039
1,6%
7,6%
3,3%
RMC subregio Vallei
15.157
5.883
21.040
262
459
721
1,7%
7,8%
3,4%
* Provincie Gelderland. ** Het totaal van alle gemeenten aanwezig in het bestand. Ook Gelderse gemeenten uit RMC regio Eem & Vallei zijn inbegrepen. *** Gemeente Eemnes is onderdeel van RMC regio Gooi & Vechtstreek.
8
aantal deelnemers 09/10 VO
MBO
WOERDEN
3.039
MAARSSEN
2.414
DE RONDE VENEN
nieuwe vsv’ers 09/10
% nieuwe vsv’ers 09/10
totaal
VO
MBO
totaal
VO
MBO
totaal
1.138
4.177
46
88
134
1,5%
7,7%
3,2%
905
3.319
45
82
127
1,9%
9,1%
3,8%
2.257
816
3.073
28
48
76
1,2%
5,9%
2,5%
MONTFOORT
879
380
1.259
10
17
27
1,1%
4,5%
2,1%
BREUKELEN
889
297
1.186
13
16
29
1,5%
5,4%
2,4%
OUDEWATER
643
274
917
6
10
16
0,9%
3,6%
1,7%
ABCOUDE
622
113
735
11
17
28
1,8%
15,0%
3,8%
LOENEN
541
114
655
7
8
15
1,3%
7,0%
2,3%
NIEUWEGEIN
3.242
1.374
4.616
57
121
178
1,8%
8,8%
3,9%
HOUTEN
3.330
1.093
4.423
48
82
130
1,4%
7,5%
2,9%
IJSSELSTEIN
2.204
795
2.999
30
75
105
1,4%
9,4%
3,5%
VIANEN
1.162
542
1.704
14
45
59
1,2%
8,3%
3,5%
LOPIK
945
431
1.376
13
23
36
1,4%
5,3%
2,6%
ZEIST
3.516
1.101
4.617
86
118
204
2,4%
10,7%
4,4%
UTRECHTSE HEUVELRUG
3.158
915
4.073
78
81
159
2,5%
8,9%
3,9%
DE BILT
2.837
683
3.520
62
50
112
2,2%
7,3%
3,2%
WIJK BIJ DUURSTEDE
1.572
613
2.185
27
43
70
1,7%
7,0%
3,2%
BUNNIK
1.025
240
1.265
14
12
26
1,4%
5,0%
2,1%
UTRECHT
12.723
5.272
17.995
282
559
841
2,2%
10,6%
4,7%
AMERSFOORT
8.584
3.207
11.791
139
318
457
1,6%
9,9%
3,9%
BARNEVELD*
3.805
1.715
5.520
77
101
178
2,0%
5,9%
3,2%
SOEST
2.742
917
3.659
52
66
118
1,9%
7,2%
3,2%
NIJKERK*
2.407
998
3.405
35
55
90
1,5%
5,5%
2,6%
LEUSDEN
1.946
632
2.578
27
30
57
1,4%
4,7%
2,2%
BUNSCHOTEN
1.225
650
1.875
14
48
62
1,1%
7,4%
3,3%
BAARN
1.399
423
1.822
18
34
52
1,3%
8,0%
2,9%
791
306
1.097
8
17
25
1,0%
5,6%
2,3%
7.078
2.942
10.020
124
236
360
1,8%
8,0%
3,6%
VEENENDAAL
4.034
1.599
5.633
61
127
188
1,5%
7,9%
3,3%
WAGENINGEN*
2.085
459
2.544
45
44
89
2,2%
9,6%
3,5%
RHENEN
WOUDENBERG EDE*
1.069
450
1.519
20
29
49
1,9%
6,4%
3,2%
SCHERPENZEEL*
600
270
870
6
13
19
1,0%
4,8%
2,2%
RENSWOUDE
291
163
454
6
10
16
2,1%
6,1%
3,5%
85.054
31.827
116.881
1.509
2.623
4.132
1,8%
8,2%
3,5%
TOTAAL**
9
Plusvoorziening de Utrechtse School, subregio Utrecht-Stad Aantal jongeren per schooljaar (meting oktober 2010) In het schooljaar 2009-2010 zaten 253 deelnemers in de Utrechtse School.
Omschrijving maatregel De Utrechtse School is een plusvoorziening voor leerlingen die, door een stapeling van problemen, tijdelijk of voor een langere periode niet in het reguliere onderwijs terecht kunnen. Binnen de school volgen sommige leerlingen een tijdelijk programma (Rebound). Het grootste deel van de leerlingen komt terecht in één van de drie andere onderwijsprogramma’s: Start-it voor leerlingen die net van de basisschool afkomen, Link-it voor leerlingen met een voorkeur voor theoretisch leren en Do-it voor leerlingen met een voorkeur voor leren in de praktijk. Het doel is om de leerlingen weer terug te leiden naar het reguliere onderwijs of om hen te diplomeren voor een VO-diploma of diploma op mbo-niveau 1 of 2.
De Regiomonitor Alle leerlingen van de Utrechtse School worden gevolgd in de Regiomonitor. In april 2010 zijn de dossiers van alle deelnemers bekeken en zijn de belangrijkste gegevens opgenomen in de Regiomonitor. Ook is gekeken naar de handelingsplannen. In het najaar van 2010 is ook de nieuwe instroom van de Utrechtse School opgenomen in de monitor. De nulmeting is de eerste stap in het langdurig volgen van de leerling in zijn of haar ontwikkeling. De leerlingen worden ook gevolgd nadat zij de Utrechtse School verlaten hebben. Op die manier kunnen de langere termijn effecten van de maatregel geëvalueerd worden.
Resultaten Leerlingen die aangemeld worden bij de Utrechtse School hebben op de voorafgaande school vaak veel problemen gehad. Op de Utrechtse School komen zij terecht binnen één van de onderwijsprogramma’s Start-it, Link-it, Do-it of Rebound. De Start It leerlingen volgen het eerste of tweede leerjaar vmbo, de Link It leerlingen volgen het derde leerjaar vmbo (KL of TL) en de Do It leerlingen volgen een AKA-opleiding. Start It leerlingen komen veelal rechtstreeks uit het primair onderwijs. De deelnemers van Link It en Do It komen voornamelijk via zij-instroom binnen. Uit het dossieronderzoek blijkt dat de leerlingenpopulatie, waarmee in 2009 is gestart, volledig past binnen de doelstelling van de Utrechtse School: vrijwel alle leerlingen hebben te maken met een complexe en zware problematiek. Dit komt onder meer naar voren uit het feit dat vrijwel alle deelnemers te maken hebben met een stapeling van meerdere problemen op verschillende gebieden. Ruim 90 procent van de deelnemers heeft gedragsproblematiek, vrijwel altijd in combinatie met andere problemen, zoals leerproblemen of problemen in de thuissituatie. Ook heeft bijna viervijfde van alle leerlingen te maken heeft met minimaal één vorm van hulpverlening. Alle drie de onderdelen van de Utrechtse School hebben met een zware doelgroep te maken, maar er zijn ook verschillen tussen de onderdelen. Start It leerlingen hebben te maken met een complex van problemen, waaronder ook leerachterstand en sociaal-emotionele problematiek. Link It leerlingen vertonen een problematische leer- en studiehouding en hebben heel vaak te maken met problemen in de thuissituatie. Hun problemen worden vaak als sociaal-emotioneel of stoornis getypeerd en minder vaak als gedragsprobleem. De Do It groep is minder homogeen dan de andere groepen. De problematiek en de betrokkenheid van hulpverlening is diverser.
Rapport: Regiomonitor Utrecht Voortijdig Schoolverlaten – Monitoring Utrechtse School: De Deelnemers (KBA, 2010) Vervolg In november 2010 zijn de dossiers van de nieuw ingeschreven leerlingen van 2010-2011 geanalyseerd. In 2011 worden opnieuw de nieuwe instromers toegevoegd aan de monitor. In 2011 vindt ook de eerste vervolgmeting plaats: de situatie van de groep leerlingen die in 2009 is begonnen wordt opnieuw in kaart gebracht.
10
RMC-trajectbegeleiding, subregio Utrecht-Zuid Aantal jongeren per schooljaar (meting oktober 2010) Tussen 2006 en 2010 hebben in het totaal 270 jongeren trajectbegeleiding gehad in de subregio Utrecht-Zuid. In het schooljaar 2006-2007, 2007-2008, 2008-2009 en 2009-2010 waren dat er respectievelijk 6, 45, 103 en 116.
Omschrijving maatregel RMC Utrecht-Zuid voert de trajectbegeleiding uit voor jongeren van 18 tot 23 jaar die wonen in de vijf gemeenten binnen de subregio. Er worden drie vormen van trajectbegeleiding aangeboden: informatieve trajecten, preventieve trajecten en (langdurige en intensieve) begeleidingstrajecten. Hoofddoel van de trajectbegeleiding is het terugleiden van de jongeren richting onderwijs.
De Regiomonitor Voor de evaluatie van de trajectbegeleiding is gekeken of de jongeren die tussen 2006 en 2010 in begeleiding waren daarna daadwerkelijk met een opleiding zijn gestart en hoeveel van hen een startkwalificatie hebben behaald. Onderdeel van de evaluatie waren ook interviews met RMC-medewerkers en met vertegenwoordigers van de vijf gemeenten in de subregio.
Resultaten Het doel van de evaluatie was om te kijken of de trajectbegeleiding een effectief instrument is om jongeren met (school) problemen weer in het juiste spoor te krijgen. Om daar een beeld van te krijgen is niet alleen gekeken naar de output van de begeleiding, het aantal jongeren dat met succes terug naar een opleiding is geleid, maar ook naar het bereik van het instrument: komen alle jongeren die het nodig hebben ook daadwerkelijk bij het RMC terecht. Het directe effect van de begeleiding blijkt voor het merendeel van de deelnemers positief. Meer dan tweederde van de deelnemers stroomt uit naar het onderwijs, 7 procent naar werk, en de overige jongeren zijn in een ander passend traject geplaatst (sociale zaken, hulpverlening). Zo bezien is de trajectbegeleiding een zeer effectief instrument. Er is nauwelijks ‘uitval’ uit de begeleidingstrajecten en nagenoeg alle jongeren hebben een passend vervolg gevonden. Op de vraag of de trajectbegeleiding als instrument op de juiste manier wordt ingezet, staan twee vragen centraal: 1) zijn alle jongeren, voor wie trajectbegeleiding een geschikt instrument is, in beeld en worden deze ook daadwerkelijk door trajectbegeleiding opgepakt (dekking), en 2) wordt de trajectbegeleiding voor de juiste deelnemers ingezet (terecht gebruik). De aanmelding van jongeren bij het RMC moet functioneren als een soort ‘filter’, zodat ‘de juiste persoon op de juiste plek’ (trajectbegeleiding) komt. De afspraken die tussen het RMC en de gemeenten in de subregio gemaakt zijn, blijken in de praktijk niet goed uit te pakken. Omdat het systeem van aanmelding niet goed functioneert, is het onzeker of de begeleiding wel optimaal wordt ingezet. Het is waarschijnlijk dat de trajectbegeleiding in de subregio niet dekkend is. Vermoedelijk worden verschillende jongeren, die baat zouden kunnen hebben bij trajectbegeleiding, niet opgepakt en zijn deze jongeren zelfs niet in beeld. Om een volledige dekking en een goed gebruik van de trajectbegeleiding in de toekomst te kunnen garanderen, is het van belang om de ‘meldingsketen’ te vereenvoudigen en de uitvoering van afspraken over de aanmelding van jongeren te verbeteren.
Rapport: Regiomonitor Utrecht Voortijdig Schoolverlaten – Evaluatie trajectbegeleiding RMC subregio Utrecht-Zuid (KBA, 2010) Vervolg In 2010 zijn nieuwe deelnemers van het RMC opgenomen in de monitor. Voor 2011 staat een eerste vervolgmeting gepland om te kijken hoe het de deelnemers is vergaan na de begeleiding.
11
Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg (WUL), subregio Eem Aantal jongeren per schooljaar (meting oktober 2010) Tussen 2005 en 2010 zijn 375 jongeren bemiddeld door de Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg in de subregio Eem. In het schooljaar 2005-2006, 2006-2007, 2007-2008, 2008-2009 en 2009-2010 waren dat er respectievelijk 38, 108, 74, 81 en 74.
Omschrijving maatregel SOVEE is een organisatie die zich, samen met partners, richt op het oplossen van vraagstukken op het terrein van onderwijsachterstanden en jeugdbeleid. De Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg (WUL) richt zich op het voorkomen en/ of bestrijden van voortijdig schoolverlaten. De WUL verleent, gedurende een schooljaar, bemiddeling aan (potentiële) voortijdig schoolverlaters in de leeftijd van 12-17 jaar in de subregio Eem.
De Regiomonitor Alle deelnemers van de WUL vanaf 2005 zijn opgenomen in de Regiomonitor, van de meesten van hen is uitgebreide dossierinformatie beschikbaar voor het onderzoek. Alle deelnemers worden gevolgd op basis van hun onderwijsnummer met als doel te kijken hoeveel van hen een startkwalificatie behalen.
Resultaten Bijna alle jongeren die hebben deelgenomen aan begeleiding of advisering door de WUL vervolgen hun schoolloopbaan. In 92 procent van de gevallen slaagt de WUL er in leerlingen, die in de problemen zitten of dreigen te raken, te helpen zodat zij verder kunnen op hun school. Op korte termijn is de interventie van de WUL dus uitermate succesvol. Uit de gegevens van de Regiomonitor blijkt echter dat op langere termijn veel van de WUL-deelnemers toch weer in problemen raken: naar schatting veertig procent behaalt uiteindelijk geen startkwalificatie en wordt voortijdig schoolverlater. Na het verstrijken van de kwalificatieplicht breekt alsnog een groot deel de opleiding voortijdig af. Hoewel de WUL een succesvol instrument is om jongeren te helpen, blijkt dat de WUL alleen niet voldoende is om voortijdig schoolverlaten op termijn te voorkomen. Wel is duidelijk dat de WUL-deelnemers kennelijk jongeren zijn met een grote kans op uitval. Met die kennis is het mogelijk om deze groep jongeren ook na de WUL-begeleiding extra in de gaten te houden. De WUL als interventie is succesvol, maar er is meer nodig om jongeren in opleiding te houden. Dit is niet zozeer de taak en verantwoordelijkheid van de WUL, maar van partijen die het stokje overnemen, met name de school, maar ook ouders, leerplicht en hulpverlenende partijen. Het bereik van de WUL is nog niet optimaal. Jongeren voor wie de WUL een goede hulp zou zijn, komen nog niet altijd ook bij de WUL terecht. Een deel van de scholen weet de WUL nog niet te vinden. Aan de andere kant zijn er scholen en leerplichtambtenaren die soms zo lang wachten met aanmelding bij de WUL dat de problematiek te complex en fors is geworden voor de WUL om nog effectief te kunnen helpen.
Rapport: Regiomonitor Utrecht Voortijdig Schoolverlaten – Evaluatie Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg en Trajectbureau Opleiding & Werk (KBA, 2010) Vervolg Om meer zicht te krijgen op de effecten van de WUL wordt in 2011 dossieronderzoek gedaan naar de duur, intensiteit en inhoud van het begeleidingstraject. Nieuwe WUL-deelnemers worden in de monitor opgenomen om op termijn het effect voor verschillende jaargroepen te kunnen vergelijken.
12
RMC-trajectbegeleiding, subregio Eem Aantal jongeren per schooljaar (meting oktober 2010) Tussen 2005 en 2010 hebben 965 jongeren trajectbegeleiding gehad in de subregio Eem. In het schooljaar 2005-2006, 2006-2007, 2007-2008, 2008-2009 en 2009-2010 waren dat er respectievelijk 106, 194, 227, 218 en 220.
Omschrijving maatregel SOVEE is een organisatie die zich, samen met partners, richt op het oplossen van vraagstukken op het terrein van onderwijsachterstanden en jeugdbeleid. Het Trajectbureau van SOVEE voert de RMC-functie uit voor de gemeenten in de regio Eemland. Hoofdtaken van het Trajectbureau zijn een intensieve benadering van mogelijke voortijdig schoolverlaters en de begeleiding van (potentiële) voortijdig schoolverlaters in de leeftijd van 16-23 jaar, gericht op het terugleiden naar onderwijs en behalen van een startkwalificatie.
De Regiomonitor Alle deelnemers van het Trajectbureau zijn opgenomen in de Regiomonitor. Het doel is om te zien hoeveel van hen op den duur een startkwalificatie behalen.
Resultaten Het Trajectbureau herplaatst circa 60 procent van de begeleide jongeren naar onderwijs en circa 20 procent naar werk. De overige jongeren vinden een ander passend vervolg. De toeleiding naar een opleiding door het Trajectbureau is in verreweg de meeste gevallen ook op langere termijn succesvol. Tachtig procent is ook na twee of drie jaar nog in opleiding of heeft inmiddels een startkwalificatie behaald. De jongeren die herplaatst worden naar het onderwijs doen het dus relatief goed. Daarbij moet wel worden aangetekend dat de helft van de deelnemers van het Trajectbureau 17 jaar of jonger en dus nog leer/kwalificatieplichtig is. Voor hen is werk nog geen optie. Van alle voortijdig schoolverlaters in de regio komt naar schatting minder dan een derde in begeleiding bij het Trajectbureau. Hoewel het Trajectbureau niet voor alle voortijdig schoolverlaters de beste interventie is, blijft er een groot aantal over dat niet in beeld komt bij het Trajectbureau of niet in begeleiding wordt genomen. Er wordt gewerkt aan een betere signalering, vereenvoudiging van de ‘meldingsketen’, sluitende registratie en betere communicatie tussen partijen om het bereik van het Trajectbureau te vergroten. Het intern rendement, dat wil zeggen de meerwaarde van de verschillende trajecten van het Trajectbureau, is moeilijk aantoonbaar. Voor het zichtbaar maken van het intern rendement is een meer gestructureerde manier van werken, met goede verslaglegging en een adequaat registratiesysteem nodig.
Rapport: Regiomonitor Utrecht Voortijdig Schoolverlaten – Evaluatie Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg en Trajectbureau Opleiding & Werk (KBA, 2010) Vervolg Om zicht te krijgen op de effecten van de trajecten die door het Trajectbureau is uitgevoerd, wordt in 2011 dossieronderzoek gedaan naar de duur, intensiteit en inhoud van de begeleidingstrajecten. Nieuwe deelnemers van het Trajectbureau worden in de monitor opgenomen om op termijn het effect voor verschillende jaargroepen te kunnen vergelijken.
13
Leerplicht in het mbo: aanpak licht verzuim, subregio Stad Utrecht Aantal jongeren per schooljaar (meting oktober 2010) In 2009-2010 hebben 183 deelnemers via het project ‘Leerplicht in het mbo’ een preventiegesprek gehad met een leerplichtambtenaar.
Omschrijving maatregel Het project ‘Leerplicht in het mbo’ heeft als doel verzuim aan te pakken en te voorkomen, maar ook om verzuim als probleem binnen de school op de agenda te zetten. Op drie locaties van ROC ASA (locatie Columbuslaan) en ROC Midden Nederland (locactie Amerikalaan en locatie Vondellaan) zijn leerplichtambtenaren in de school geplaatst. Op initiatief van de loopbaanbegeleider voert de leerplichtambtenaar eenmalig een preventief gesprek met de verzuimende deelnemer tijdens het spreekuur. De spreekuren zijn voor alle jongeren uit de leerjaren 1 en 2 van de bol-opleidingen. Op de drie genoemde locaties zitten relatief veel jongeren uit zogenaamde krachtwijken. De focus van het project ligt dan ook op deze jongeren. Naast de spreekuren verzorgen de leerplichtambtenaren voorlichting aan klassen en docententeams en leveren ze een bijdrage in het ZAT. Verder ondersteunen en initiëren ze verbeterplannen ten behoeve van verzuimregistratie en analyse. In de periode van januari tot juni 2009 is dit project voorbereid. In het schooljaar 2009-2010 is ‘Leerplicht in het mbo’ van start gegaan.
De Regiomonitor De jongeren worden gevolgd in de Regiomonitor. Momenteel wordt onderzocht hoe deze maatregel kan worden geëvalueerd.
Resultaten Leerplicht in het mbo is een relatief lichte vorm van preventief handelen. De interventie op individueel niveau is beperkt tot één of enkele gesprekken en vooral gericht op terugdringing van verzuim. Om het effect van de maatregel in beeld te krijgen is meer inzicht nodig in de aard van het verzuim en het verzuimgedrag na het preventiegesprek. In de Regiomonitor worden de deelnemers van de maatregel gevolgd en wordt op den duur zichtbaar welk deel eventueel voortijdig de school verlaat. In 2011 wordt nader onderzocht hoe het effect van de maatregel op individueel niveau zichtbaar gemaakt kan worden. Leerplicht in het mbo werkt daarnaast ook op schoolniveau. De voorlichting moet ertoe leiden dat de verzuim-problematiek over het geheel van de school (locatie) afneemt.
Vervolg In 2011 wordt de maatregel geëvalueerd. Momenteel wordt onderzocht of het toevoegen van dossierinformatie op basis van de beschikbare gespreksverslagen en leerlingvolgdossiers toegevoegde waarde heeft voor de evaluatie.
14
Uitvallers en zorgdeelnemers ROC Midden Nederland, regio Utrecht en Eem & Vallei Aantal jongeren per schooljaar (meting oktober 2010) Tussen 2006 en 2009 zijn 2.787 hebben jongeren ROC Midden Nederland verlaten zonder startkwalificatie. Het betreft deelnemers uit de regio’s Utrecht en Eem & Vallei. In het schooljaar 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009 waren dat er respectievelijk 724, 951 en 1.112. Tevens zijn er tussen 2004 en 2010 4.273 deelnemers uit de regio’s Utrecht en Eem & Vallei in begeleiding geweest bij het Studie- en Loopbaancentrum (SLC) van ROC Midden Nederland. In de zes schooljaren waren dat er respectievelijk 99, 408, 593, 914, 1084 en 1173.
Omschrijving maatregel De uitvallers en zorgdeelnemers van het ROC Midden Nederland (regio Utrecht en Eem & Vallei) uit de jaren 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009 zijn in de Regiomonitor gevolgd. Uitvallers zijn deelnemers die in de genoemde jaren de school zonder startkwalificatie hebben verlaten. Zij zijn daarmee niet automatisch voortijdig schoolverlaters, omdat zij mogelijk hun schoolloopbaan hebben voortgezet op een ander ROC. De zorgdeelnemers worden op ROC Midden Nederland begeleid via het SLC. Het SLC biedt ondersteuning tijdens de studie.
De Regiomonitor Het onderzoek bij het ROC Midden Nederland bestaat uit twee delen: a. Onderzoek naar de kenmerken en loopbanen van uitgestroomde cursisten zonder startkwalificatie; b. Onderzoek naar de profielen van deelnemers van het SLC. Er is een steekproef van 700 dossiers getrokken: 400 dossiers uit de groep uitstroom zonder startkwalificatie en 300 van SLC-deelnemers die niet zijn uitgevallen. Van de twee groepen deelnemers zijn profielen en achtergronden in beeld gebracht. Er is onder andere gekeken naar de voorgaande schoolloopbaan, verschillende soorten problematiek en hulpverlening waar de deelnemers mee te maken hebben (gehad). Doel is om inzicht te krijgen in de schoolloopbanen en persoonskenmerken om daarmee aanknopingspunten te vinden voor een meer gedifferentieerde aanpak.
Resultaten Een groot deel van de ongediplomeerde uitstroom van de afgelopen jaren is niet bekend bij het SLC en daar dus ook niet in begeleiding geweest. Ruim 60 procent van de uitvallers blijft buiten het zicht van het SLC. Het is niet zo dat een bepaalde problematiek juist niet of wel bij het SLC gemeld wordt. Eerder is de oorzaak dat binnen grote delen van het ROC de signalering en melding aan het SLC nog onvoldoende ontwikkeld is. Recent is het ROC begonnen om daarin structureel verbetering aan te brengen. Niet alle uitvallers zijn ook voortijdig schoolverlaters: een deel van hen begint later alsnog aan een opleiding. Eind 2009 bleek 38 procent van de uitvallers toch weer ingeschreven te staan bij een opleiding of inmiddels een startkwalificatie te hebben behaald. Uitvallers en zorgleerlingen die niet uitvallen verschillen niet veel van elkaar. De verschillende probleemprofielen komen bij beide groepen ongeveer evenveel voor. Loopbaanproblematiek is veruit de meest voorkomende reden van problemen op school en van uitval (38%). Opvallend is dat het hier om uitsluitend zaken als verkeerde opleidingskeuze gaat. Deelnemers met dit profiel hebben geen andere grote problemen. Het tweede veel voorkomende probleemprofiel is dat van de gedragsproblematiek. Het komt voor bij 27 procent van de uitvallers en zorgdeelnemers. Gedragsproblemen komen heel vaak voor in combinatie met andere soorten problemen. Wanneer er sprake is van ernstige multiproblematiek wordt tegenwoordig de term ‘overbelaste’ gebruikt. Naar schatting behoort 19 procent van de uitvallers en zorgdeelnemers van ROC Midden Nederland tot de categorie ‘overbelasten’. Naast de twee genoemde zijn er nog drie andere probleemprofielen.
Rapport: Regiomonitor Utrecht Voortijdig Schoolverlaten – Uitvallers en zorgdeelnemers van ROC Midden Nederland (KBA, 2011) Vervolg In 2011 wordt vervolgonderzoek uitgevoerd naar de verschillende doelgroepen binnen het ROC, naar het effect van specifieke maatregelen (o.a. schoolmaatschappelijk werk) en naar het signalerings- en meldgedrag van onderwijsteams.
15
Uitvallers en zorgdeelnemers ROC ASA, regio Utrecht en Eem & Vallei Aantal jongeren per schooljaar (meting oktober 2010) Tussen 2006 en 2009 zijn 1.055 jongeren uitgevallen bij het ROC ASA. Het betreft deelnemers uit de regio’s Utrecht en Eem & Vallei. In het schooljaar 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009 waren dat er respectievelijk 286, 400 en 369. Tevens zijn er gegevens beschikbaar van 389 deelnemers die in begeleiding zijn geweest bij de dienst Deelnemers Dienstverlening (DDV).
Omschrijving maatregel De uitvallers van ROC ASA uit de jaren 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009 worden in de Regiomonitor gevolgd. Het betreft deelnemers uit de RMC-regio’s Utrecht en Eem & Vallei. Uitvallers zijn deelnemers die in de genoemde jaren de school zonder startkwalificatie hebben verlaten. De zorgdeelnemers worden op ROC ASA begeleid via de DDV. De DDV biedt zorgdeelnemers ondersteuning tijdens de studie door het aanbieden van begeleiding. De DDV bestaat uit drie onderdelen: a) leerlingbegeleiding, waar deelnemers worden geholpen door bijvoorbeeld schoolmaatschappelijk werk of een orthopedagoog; b) PITSTOP, waarin deelnemers die uitvallen door motivatie- en gedragsproblematiek worden gecoacht en begeleid en c) trajectbegeleiding.
De Regiomonitor Het onderzoek bij het ROC ASA bestaat uit twee delen: a. Onderzoek naar de kenmerken en loopbanen van uitgestroomde cursisten zonder startkwalificatie; b. Onderzoek bij de DDV naar de profielen van cursisten met een DDV-dossier. Van circa 400 cursisten worden de dossiers onderzocht. De helft is uitgevallen en de andere helft niet. Van beide groepen worden profielen en achtergronden in beeld gebracht. Er wordt onder meer gekeken naar de voorgaande schoolloopbaan, verschillende soorten problematiek en hulpverlening waar de deelnemers mee te maken hebben (gehad). Doel is om meer inzicht te krijgen in de schoolloopbanen en persoonskenmerken van uitvallers en zorgdeelnemers om daarmee aanknopingspunten te vinden voor een gedifferentieerde aanpak.
Vervolg / Resultaten Het onderzoek bij ROC ASA wordt in januari 2011 afgerond. Het onderzoek heeft dezelfde opbouw als het onderzoek bij ROC Midden Nederland (zie hiervoor). Er wordt gekeken naar de probleemprofielen van de uitvallers en zorgdeelnemers en naar de spreiding van de uitvallers/zorgdeelnemers over de verschillende opleidingen (sector, niveau, leerweg).
16
In opdracht van: