OCenW-Regelingen
Regeling Cultuur en School voor de bve-sector 2003-2004
Bestemd voor:
in artikel 2.6 van de wet, een instituut als bedoeld in
• bekostigde bve-insellingen voor beroepsonderwijs.
artikel 12.3.8 van de wet, en de hogeschool Haarlem, bedoeld in artikel 12.3.9 van de wet; d.
Algemeen verbindend voorschrift
cultuurinstelling: een rechtspersoon die culturele activiteiten ontplooit;
e.
een project:
Datum: 11 augustus 2003
een samenhangend geheel van werkzaamheden van
Kenmerk: BVE/BDenI-2003/33737
een onderwijsinstelling samen met een cultuurinstel-
Datum inwerkingtreding: zie artikel 16 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t.
ling gericht op de doelstelling, genoemd in artikel 2; f.
Juridische grondslag: artikel 4, eerste lid, van de Wet overige OCenW-subsidies
aanvrager: het bevoegd gezag van een onderwijsinstelling;
g.
medefinanciering:
Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t.
dat gedeelte van de kosten van het project dat niet op
Officiële publikatie: Zie gelijkluidende tekst in de
grond van deze regeling dan wel op een andere wijze
Staatscourant
van rijkswege gefinancierd wordt, en
Informatie verkrijgbaar bij:
h. Cultuurnetwerk Nederland:
CFI/ICO/VO, 079-3232.444
de Stichting Cultuurnetwerk Nederland, gevestigd te Utrecht
Artikel 2
De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen,
Doelstelling van de regeling en de projecten Gelet op:
Het doel van de regeling is om door middel van culturele
• artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies;
projecten waarin onderwijs- en cultuurinstellingen gezamenlijk duurzaam participeren, te bevorderen dat:
Besluit
a.
de aandacht voor cultuur in de beroepsopleidingen wordt vergroot, met name in die opleidingen die naar hun aard niet in aanraking komen met de culturele
Artikel 1 Begripsbepalingen
sector, en b.
de kennis van cultuur onder de deelnemers van de
In deze regeling wordt verstaan onder:
onderwijsinstelling wordt vergroot door het leren van
a.
minister:
de individuele culturele waarden en normen van
de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen;
elkaar.
b.
wet:
c.
onderwijsinstelling:
de Wet educatie en beroepsonderwijs;
Artikel 3
een regionaal opleidingencentrum als bedoeld in arti-
Beschikbare budget voor de subsidie
kel 1.1.1 onder b van de wet of een regionaal opleidin-
Voor verstrekking van subsidie op grond van deze regeling
gencentrum in een samenwerkingsverband als bedoeld is maximaal € 600.000,- beschikbaar.
Beroeps onderwijs en volwasseneneducatie
NUMMER 19 •
115 • 10 september 2003
Artikel 4
Artikel 6
Aanvraag voor subsidie
Adviescommissie
1.
1.
De minister kan op aanvraag van een aanvrager voor
tot taak heeft de minister op zijn verzoek te adviseren
project, gericht op de doelstelling, genoemd in artikel
omtrent de aanvragen om subsidie op grond van deze
2. 2.
regeling.
Een aanvraag om subsidie wordt vóór 26 september
2.
2003 schriftelijk ingediend bij Cultuurnetwerk
Regeling Cultuur en School
3.
De subsidie voor een project bedraagt ten hoogste
missie worden benoemd door de minister. 3.
€ 50.000,-. 4.
De leden zijn deskundig op het terrein waarop de adviescommissie een taak heeft.
Het projectvoorstel voldoet aan de volgende eisen:
4.
a. er is een volledig ingevuld en door de aanvrager
5.
ondertekend aanvraagformulier;
De adviescommissie stelt haar eigen werkwijze vast. Een lid van de adviescommissie neemt niet deel aan de voorbereiding en vaststelling van een advies indien hij
b. de projectuitvoering is duidelijk en concreet
een persoonlijk belang heeft bij de beschikking op de
beschreven, met inbegrip van de looptijd van het project;
De adviescommissie bestaat uit een voorzitter en vier andere leden. De voorzitter en de leden van de com-
Nederland.
voor de bve-sector 2003-2004
Er is een adviescommissie Cultuur en School BVE die
het jaar 2003 subsidie verlenen voor een uit te voeren
aanvraag. 6.
De bescheiden betreffende de werkzaamheden van de
c. het bevat een omschrijving van de doelgroep;
adviescommissie worden na beëindiging van de werk-
d. de voorgestelde opbrengst van het project is duide-
zaamheden van de adviescommissie overgedragen en
lijk en concreet, ook in kwantitatieve termen,
opgeborgen in het archief van Cƒi.
beschreven en controleerbaar; e. het bevat een duidelijk uitgewerkte begroting;
Artikel 7
f. het bevat een beschrijving van de wijze waarop de
5.
publieke beschikbaarheid en verspreiding van de
Taken adviescommissie
opbrengst van het project tot stand komen.
1.
De onder lid 4 vermelde onderwerpen zijn evenwichtig en op een duidelijke en heldere wijze in het pro-
De minister wint omtrent een aanvraag het advies in van de adviescommissie Cultuur en School BVE.
2.
jectvoorstel uitgewerkt en onderling afgestemd.
De adviescommissie geeft uiterlijk in week 41 van 2003 haar schriftelijk advies aan de minister.
3.
De adviescommissie rangschikt de aanvragen die voldoen aan de in deze regeling gestelde eisen zodanig,
Artikel 5
dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naar de
Eisen aan het project
mate waarin het project naar haar oordeel meer
Een project voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:
geschikt is om bij te dragen aan de doelstelling van de
a.
het project is gericht op de doelstelling, genoemd in
regeling. De adviescommissie vergelijkt daartoe de
artikel 2;
aanvragen en let daarbij in het bijzonder op:
door de aanvrager is medefinanciering gegarandeerd
a. de inhoud van het project;
tot een bedrag dat tenminste gelijk is aan het bedrag
b. het projectdoel;
van de aangevraagde subsidie;
c. de uitvoering;
het project wordt uitgevoerd door een onderwijsinstel-
d. de na te streven effecten;
ling samen met een cultuurinstelling die over de ver-
e. de samenwerkingspartners;
eiste deskundigheid beschikt om het project succesvol
f. de samenwerking tussen instellingen, en
b.
c.
g. de inzet van de middelen.
te kunnen uitvoeren, waarbij in voldoende mate de betrokkenheid van deelnemers, docenten en het d.
4.
Indien bij de rankschikking, zoals vermeld in het
management van de beide instellingen verzekerd is;
derde lid, meerdere projecten op een gelijke plaats
de aanvrager, in samenwerking met Cultuurnetwerk
eindigen en een keuze tussen deze projecten in ver-
Nederland, draagt zorg voor de publieke beschikbaar-
band met het bereiken van het subsidieplafond vereist
heid en verspreiding van de opbrengst van het project,
is, prevaleert het project waarin de doelstelling van de
waaronder in ieder geval de verspreiding van de pro-
regeling het meest wordt benaderd.
jectopbrengsten via Kennisnet; e.
de projectuitvoering is uiterlijk op 1 december 2004 voltooid.
NUMMER 19 •
116 • 10 september 2003
Beroeps onderwijs en volwasseneneducatie
Artikel 8
a.
1.
De minister besluit voor 1 november 2003 op de aan-
b. c.
de ontvanger van de subsidie in strijd met het doel van de subsidie heeft gehandeld.
besluit wel tegemoet kan worden gezien. 2.
de ontvanger van de subsidie heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden verplichtingen, of
vraag. Indien de minister niet tijdig kan besluiten, deelt hij de aanvrager mee binnen welke termijn het
de ontvanger meer dan de helft van de totale projectkosten als subsidie heeft ontvangen;
Besluit minister
De minister besluit in ieder geval afwijzend op een aanvraag indien niet of niet volledig is voldaan aan de
Regeling Cultuur en School
Artikel 12
eisen, gesteld in deze regeling, met dien verstande dat
3.
voor de bve-sector 2003-2004
indien de aanvraag onvolledig is Cultuurnetwerk
Niet vervullen begrotingsvoorwaarde
Nederland de aanvrager hiervan in kennis stelt en de
In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld
aanvrager de gelegenheid geeft de aanvraag binnen
in artikel 4:34, eerste lid, van de Awb, worden de op grond
twee weken na kennisgeving aan te vullen.
van artikel 2 verleende subsidiebedragen verlaagd tot het
De minister verdeelt het beschikbare bedrag, genoemd bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuin artikel 3, in de volgorde van de door de adviescom-
ring van de begroting ter beschikking staat.
missie bepaalde rangschikking, bedoeld in artikel 7, derde lid.
Artikel 13 Evaluatie
Artikel 9
1.
Bve-sector 2001-2002 en 2002-2003.
De subsidie wordt als voorschot verstrekt binnen 4 weken na een positieve besluit op de aanvraag.
In 2003 wordt een evaluatie gestart betreffende de resultaten van de Regeling Cultuur en School voor de
Verstrekking subsidie 2.
De participanten van het samenwerkingsverband verstrekken de minister en de door deze aangewezen personen de gevraagde inlichtingen.
Artikel 10
3.
Zij dragen er zorg voor dat de minister en de door
Verantwoording subsidie
deze aangewezen personen volledige inzage hebben in
1.
2.
De aanvrager verantwoordt de subsidie door een
boeken en bescheiden, voor zover deze voor de vast-
inhoudelijke projectverantwoording, die uiterlijk zes
stelling van de subsidie van belang zijn en verlenen de
weken na voltooiing van het project aan Cƒi wordt toe-
minister en de door deze aangewezen personen toe-
gezonden.
gang tot de door de aanvrager gebruikte plaatsen.
De subsidie wordt uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt.
3.
4.
5.
Eventueel in het kader van deze subsidieregeling niet-
Artikel 14
bestede middelen of overschotten na afloop van de
Bewaarplicht
activiteiten worden teruggevorderd.
De aanvrager bewaart de boeken en bescheiden en infor-
De subsidie wordt uiterlijk in 2004 besteed en verant-
matie op andere informatiedragers die verband houden
woord in de jaarrekening die op dat jaar betrekking
met de toepassing van deze regeling, gedurende een perio-
heeft.
de van zeven jaar liggende na datum waarop de vaststel-
De verklaring van de accountant bij de jaarrekening
ling van de subsidie heeft plaatsgevonden.
omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze subsidie. 6.
De inhoudelijke verantwoording bevat, voor zover van
Artikel 15
toepassing, een analyse van de verschillen tussen de
Publicatie
voorgenomen projectactiviteiten en beoogde resulta-
Deze regeling wordt met de toelichting in Uitleg OCenW-
ten, zoals die zijn vermeld in het projectplan, en de
Regelingen en de Staatscourant geplaatst.
feitelijke realisatie van die activiteiten en de daarmee bereikte resultaten.
Artikel 16 Inwerkingtreding
Artikel 11
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na
Terugvordering subsidie
de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze
De subsidie kan worden geweigerd dan wel geheel of
regeling is geplaatst.
gedeeltelijk worden teruggevorderd van een aanvrager, indien:
Beroeps onderwijs en volwasseneneducatie
NUMMER 19 •
117 • 10 september 2003
Artikel 17
de aanvraagformulieren verstrekt; zorg draagt voor de
Citeertitel
behandeling van de aanvragen; het secretariaat voert van
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Cultuur en
de adviescommissie; tussentijdse voortgangsgesprekken
School voor de Bve-sector 2003 - 2004.
voert met de Bve-instellingen en biedt de instellingen ondersteuning bij productie van de eindrapportage. Bovendien houdt Cultuurnetwerk Nederland het toezicht
Regeling Cultuur en School
De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen,
op de uitvoering van de projecten en zorgt voor algemene
M.J.A. van der Hoeven
dienstverlening voor de Bve-instellingen (helpdesk). Cultuurnetwerk Nederland is een belangrijke informatie-
voor de bve-sector 2003-2004
bron voor potentiële aanvragers. Zij kunnen bij Cultuurnetwerk Nederland terecht voor informatie over de
Toelichting
procedure, de beoordelingswijze en het uitwerken van het voorstel. Het verdient dan ook dringend aanbeveling om reeds in een voorstadium contact met Cultuurnetwerk
Inleiding
Nederland op te nemen.
Artikelsgewijze toelichting Het project Cultuur en School heeft als kernmissie de onderwijs- en culturele instellingen met elkaar in contact te brengen, gericht op het versterken van cultuur binnen
Artikel 1, onder c
het onderwijs. Richtinggevend voor het project Cultuur en School is de Vervolgnotitie Cultuur en School, die aan de Kamer is aangeboden per brief van 4 juni 1999 (met ken-
De naam van de Hogeschool Haarlem is inmiddels gewij-
merk K/CS/1999/24012). De kernmissie van het project
zigd in Hogeschool IN Holland. In de tekst van de regeling
Cultuur en School geldt ook voor de Bve-sector.
wordt echter gebruik gemaakt van de term van de wet.
Onderwijsinstellingen en culturele instellingen vinden elkaar in deze regeling, die tot doel heeft cultuur in de beroepsopleidingen te vergroten met name die opleidin-
Artikel 1, onder g
gen waar nog geen verbinding tussen onderwijs en cultuur aanwezig is en de kennis van cultuur onder de deelnemers wordt vergroot door het leren van de culturele individuele
Uitgangspunt is dat deze medefinanciering minimaal gelijk
waarden en normen van elkaar.
is aan het bedrag dat als subsidie wordt aangevraagd. Aan
Met de regeling wordt gestimuleerd dat cultuurbeleid een
de medefinanciering worden verder geen eisen gesteld
meer structurele plaats krijgt binnen het beleid van de
voor wat betreft herkomst van de middelen. Zo is het goed
onderwijsinstellingen.
denkbaar dat een aanvrager eigen middelen in het project steekt.
Regeling Cultuur en School voor de Bve-sector 2003-2004 Artikel 2, onder a Deze regeling is een vervolg op de ”Regeling Cultuur en School voor de Bve-sector 2002-2003” van 23 mei 2002, ken- Het doel van de ”Regeling Cultuur en School voor de Bvemerk BVE/B/2002/10807, zoals gepubliceerd in Uitleg, Gele
sector 2003-2004” is om door middel van culturele projec-
Katern, nummer 14, van 5 juni 2002. Op basis van de
ten waarin cultuur- en onderwijsinstellingen duurzaam
bevindingen van de vorige regeling is de doelstelling nau-
participeren, te bevorderen dat de aandacht voor cultuur
welijks gewijzigd.
in het beroepsonderwijs wordt vergroot. Kern van dit punt is het versterken van cultuur in zoveel mogelijk beroepsopleidingen, met name die opleidingen waar de verbinding
Uitvoering van de regeling
tussen onderwijs en de culturele sector nog niet aanwezig is, om het bereik van deelnemers voor cultuur binnen het beroepsonderwijs te vergroten. De deelnemers van het
De ”Regeling Cultuur en School voor de Bve-sector 2003 -
beroepsonderwijs moeten bewust worden gemaakt van de
2004” wordt evenals de ”Regeling Cultuur en School voor
mogelijkheden van een interessante werkkring in de cultu-
de Bve-sector 2002-2003” uitgevoerd door Cultuurnetwerk
rele sector.
Nederland. Dat wil zeggen dat Cultuurnetwerk Nederland
NUMMER 19 •
118 • 10 september 2003
Beroeps onderwijs en volwasseneneducatie
Artikel 2, onder b
Artikel 5, onder e De projecten moeten uiterlijk per 1 december 2004 afge-
Een tweede doel van de regeling is het vergroten van de
rond zijn. Binnen de looptijd moeten zowel de daadwerke-
kennis van cultuur onder de deelnemers door het leren
lijke uitvoering, als de verspreidingsactiviteiten worden
van de culturele individuele waarden en normen van
uitgevoerd.
elkaar. Kern van dit punt is dat de beroepsopleidingen een grote verscheidenheid kennen aan nationaliteiten. De deelnemers moeten meer begrip krijgen voor de individuele
Regeling Cultuur en School
Artikel 7
voor de bve-sector 2003-2004
waarden en normen van elkaar ter versterking van cultuur als natuurlijk element van het beroepsonderwijs.
De projectaanvragen worden inhoudelijk beoordeeld door een onafhankelijke adviescommissie. Deze adviescommissie wordt door Cultuurnetwerk Nederland van de informa-
Artikel 4, vierde lid, onder a
tie voorzien die relevant is voor een weloverwogen oordeel over de ingediende aanvragen. Bij de beoordeling baseert de adviescommissie zich op de eisen, in de regeling
Het aanvraagformulier kan bij Cultuurnetwerk Nederland
gesteld, en beziet de aangevraagde projecten op hun
worden opgevraagd.
geschiktheid om bij te dragen aan het doel van deze rege-
Cultuurnetwerk Nederland is te bereiken via onderstaand
ling.
adres: Ganzenmarkt 6 Postbus 61
Artikel 10, eerste lid
3500 AB Utrecht tel: 030 - 236 1200 fax: 030 - 236 1290
Cfi is bereikbaar via onderstaand adres:
internet: http://www.cultuurnetwerk.nl
CFI/BGS/GGE
De contactpersoon bij Cultuurnetwerk Nederland is
Postbus 606
Jan Taat.
2700 ML Zoetermeer
Artikel 4, vierde lid, onder a t/m d
Artikel 10, derde lid
Voor de begroting komt het er op neer dat een antwoord
Overeenkomstig de OCenW-Richtlijnen Jaarverslaggeving
moet worden gegeven op de vragen:
wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te
• wat willen we bereiken,
rekenen subsidie herkenbaar als bate verantwoord, en
• wat gaan we daarvoor doen, en
worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde
• wat mag dat kosten?
posten. De subsidie wordt opgenomen in
Daarmee wordt het project geconcretiseerd in meetbare
bijlage D2 bij de jaarrekening onder het onderdeel:
doelen.
Geoormerkte subsidies.
Artikel 5, onder d
Artikel 10, vijfde lid
Om het gebruik van Kennisnet in het onderwijs te stimule- De verantwoording moet antwoord geven op de vragen: ren en de projectresultaten kenbaar te maken is het ver-
• hebben we bereikt, wat we wilden bereiken,
eist dat deze informatie via Kennisnet verspreid wordt.
• hebben we gedaan wat we zouden gaan doen, en
Hierbij dient met name informatie te worden verschaft
• heeft het gekost wat het mocht kosten?
over het doel van het project, de doelgroep en de bereikte resultaten. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, M.J.A. van der Hoeven
Beroeps onderwijs en volwasseneneducatie
NUMMER 19 •
119 • 10 september 2003