FORUM VOOR KATHOLIEK ONDERWIJS JAARGANG 3
>
NUMMER 3
>
OKTOBER 2004
reflexief De school zonder stolp PAGINA 4
De diepte van de brede school PAGINA 6
Meer dan waar je goed in bent PAGINA 10
Waardering voor Mandy PAGINA 13
Kerk en school: een Siamese tweeling PAGINA 18
Leren van de bakker en de brugwachter PAGINA 22
Onderwijs, het kan altijd beter PAGINA 24
De stelling van Pythagoras PAGINA 26
Met Compassion kun je de maatschappij niet veranderen
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
TEN GELEIDE
De school zonder stolp Een toename van het aantal werkende ouders, een pluriforme samenstelling van de schoolbevolking, meer probleemjongeren en andere opvattingen over leren. Het zijn allemaal ontwikkelingen die ervoor gezorgd hebben dat de school meer betrokken is geraakt bij zijn omgeving en samenwerking zoekt met die omgeving. De stolp is van de school.
Was de natuurlijke omgeving van de katholieke school tot dertig jaar geleden het gezin en de kerk, nu is die omgeving vele malen groter geworden. Scholen hebben steeds meer contact met andere scholen, jeugdvoorzieningen, sociaal-culturele instellingen, de gemeente, de politie, het bedrijfsleven. De vraag is uiteraard of scholen nog wel toekomen aan hun kerntaak: leren.
Het openingsartikel laat zien van wel. Het is echter de vraag wat je onder leren verstaat. Wanneer de leefwereld en de omgeving van de leerlingen deel worden van het leerproces leidt dit automatisch tot brede scholen en een waardevolle verdieping van de schoolidentiteit. Onderwijswethouder Hugo Backx en schoolbestuurder Cil Wigmans komen in een vraaggesprek tot dezelfde conclusie: de brede school draagt wezenlijk bij aan de verbetering van het leerproces. Frank Seller schetst de ontwikkeling naar de brede school en sprak met een basisschool over de aanpak. Een manier om de omgeving op een zinvolle en veilige manier in school te brengen is de maatschappelijke stage. In dit nummer een interview met docenten van Scholengemeenschap St.-Canisius over de voorwaarden en een artikel over de ervaringen van katholieke scholen in Duitsland. Daarnaast een artikel van Ellen van Dam, gedelegeerde voor het onderwijs in het bisdom Haarlem, over de (nieuwe) verhouding èn uitdaging tussen kerk en katholieke school.
DE REDACTIE
PAGINA 2
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
INHOUD PA G I N A 4
PA G I N A 1 8
Thom Geurts
Frank Seller
De diepte van de brede school
Leren van de bakker en de brugwachter
Inleidend artikel over de betekenis van de samenleving
De wording van de brede school. Interview met Marja
voor de school. Het verschil tussen leren als overdracht en
Valkestijn van het NIZW.
authentiek en construerend leren. PA G I N A 2 0 PA G I N A 6
Frank Seller
Gerrit-Jan Meulenbeld
Denken, doen en dromen
Meer doen dan waar je goed in bent
Hoe pakt een basisschool de ontwikkeling van een brede
Dubbelinterview met onderwijswethouder Hugo Backx en
school aan?
schoolbestuurder Cil Wigmans over de vermaatschappelijking van het onderwijs.
PA G I N A 2 2
Lies van Loon-Duindam PA G I N A 10
Frank Seller
Sprookje Column
Waardering voor Mandy, gewoon waardering Interview. Hoe een vmbo-afdeling in de stage van leerlingen
PA G I N A 2 4
vakinhoudelijke voorbereiding combineert met maatschap-
Bert ten Berge s.j.
pelijke bewustwording.
Geloven in de school In deze rubriek gaat Bert ten Berge op zoek naar de inspiratie
PA G I N A 1 3
van mensen in het onderwijs. Dit keer interview met Mieke
Ellen van Dam
Thijsseling, docent wiskunde aan het Maartenscollege te
Kerk en school: een Siamese tweeling
Haren (Gr.)
Wat heeft de kerk de school te bieden? De vraag is niet wat, maar hoe, vindt Ellen van Dam. Twee voorbeelden.
PA G I N A 2 6
Wilbert van Walstijn PA G I N A 1 6
Duitse katholieke scholen profileren zich met sociaal
Nieuwe voorzitter NKSR
practicum
Bartho Janssen is de nieuwe voorzitter van de Nederlandse
De Duitse versie van de maatschappelijke stage. Een
Katholieke Schoolraad. Een kennismaking.
doorwrocht concept en een onderzoek naar de resultaten.
PA G I N A 2 7
Colofon
PA G I N A 2 8
Reflexief
FORUM VOOR KATHOLIEK ONDERWIJS
Bezinning
Reflexief = ‘door reflectie kennend’, synoniem van bespiegelend. Dat laatste is afgeleid van het substantief ‘reflex’ wat ondermeer weerschijn, weerspiegeling, spiegelbeeld betekent. Reflexief is op zoek naar de achtergronden bij actuele ontwikkelingen in onderwijs en samenleving, signaleert trends en tendensen en probeert deze te duiden vanuit een kritische èn katholieke invalshoek. PAGINA 3
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
De diepte van de brede school THOM GEURTS
EEN MINIMALISTISCHE INVULLING
groep grijze wijzen de leerstof vastgesteld en op de plank
VAN DE SCHOOL
gelegd. Het gaat de school erom deze stof zo snel en effi-
Het gaat de school om drie dingen: leren, leren en nog eens
ciënt mogelijk in de hoofden van de lerenden te krijgen. De
leren. Systematisch, op grond van inzicht in leerprocessen
lerende zelf heeft geen invloed op de stof, of op de selectie
gepland, gestuurd, doelgericht, efficiënt en zuinig. Hoe je het
ervan. Alleen om de overdracht zo snel en efficiënt mogelijk
ook draait of keert, dit is het wat de school tot school maakt
te laten plaatsvinden wordt met de lerende rekening gehou-
en onderscheidt van alle andere opvoedingsmilieus. Deze
den. Vanuit het leren is er weinig oog voor de pedagogische
minimalistische invulling van de school is handig. Ze helpt
opdracht van de school. Die is beperkt tot de vormende
je te bepalen wat er in school moet gebeuren en wat wel
waarde van de overdracht van kennis. Niet niks, natuurlijk.
en wat niet tot de school behoort. Je kunt de school waarin
Maar pedagogie, de zorg voor het kind, moet wel steeds ver-
je werkt zuiveren van aangekoekte substanties, zoals de
overd worden op de minimalistische aandacht voor leren. In
zeeschepen in het dok gereinigd worden van zeepokken en
dit model is ook het contact van de school met de plek waar
ander onbedoeld en hinderlijk ongerief. Handig, zo’n mini-
die school staat heel mager. De school staat in een enclave,
malistisch standpunt, als je de agenda van de school moet
nauwelijks verbonden met wijk en samenleving. Hooguit
bewaken om de drukte te overleven. Moet je op school wel
in abstracte zin komt de samenleving binnen. Bijvoorbeeld
opvoeden, leerlingen te eten geven, sport en ontspanning
als over politiek geleerd wordt in verkiezingstijd. Dat is dan
aanbieden, culturele activiteiten op de agenda zetten en
niet meer dan een toepassing van lesstof in de actualiteit.
trips naar het buitenland organiseren? En ondertussen heb
Let wel dan gaat het over politiek, in plaats van dat leerlin-
je ook nog te maken met lui die van buiten de school maat-
gen politiek leren door deel te nemen aan activiteiten van
schappelijke taken formuleren en via circulaires en actuali-
samenlevingsopbouw in de wereld waarin ze leven, de
teitenprogramma’s de toch al overvolle jaarplanning gaan
wereld ‘buiten’ de school. Het onderwerp politiek passeert
vullen. Voor hen is het handig om de school in te schakelen
de ballotage van de klassieke school omdat en voor zover
voor de leniging van maatschappelijke noden en de oplos-
het een plaats heeft in de vastgestelde leerstof die de leer-
sing van maatschappelijke problemen. Wat er zo niet al op
ling overgedragen moet worden.
het bordje van de school wordt gelegd! Een bevrijding om dan als school te kunnen riposteren met verwijzing naar je
Als je leren op de klassieke manier invult heb je met het
onderscheidende kerntaak: leren, leren en nog eens leren.
minimalistische model ook wat stevigs in handen om de betekenis van de identiteit van je school te bepalen.
Laten we eens proberen waar we uitkomen als we dit mini-
Natuurlijk is identiteit eigenlijk een vreemde eend in de bijt
malistische uitgangspunt omarmen. Wat is dat dan eigenlijk:
van dit minimalistisch programma. Maar er is een modus
leren in school. Het leren zelf is voorwerp van verhitte debat-
die spoort met de klassieke invulling van leren. De identiteit
ten en fundamenteel onderzoek. Met grote gevolgen voor de
is dan een onderdeel van het overdrachtsproces. Ze wordt,
inrichting van de school. Er heeft zich in onderwijsland een
met name in het godsdienstonderwijs, naar de leerlingen
heuse paradigmawisseling voltrokken, een revolutie van de
gebracht. Ook dan is de inhoud van dit leren buiten de
visie op leren. Een klassieke opvatting is afgelost door een
school vastgesteld, als het ware met de rug naar de leerling.
nieuwe. Wat betekent deze revolutie voor de manier waarop
De levensvragen van de leerling vormen dan geen sturende
scholen omgaan met de wereld buiten de school? En wat
factor in het leren. Het leren in dit vak is beperkt tot kennis
betekent deze revolutie voor het minimalistisch standpunt
van opvattingen en praktijken en een leer, maar raakt nau-
dat de school er is om te leren en te leren en te leren?
welijks aan de ervaringen van lerenden, en zal zeker niet in deze ervaringen op het spel gezet worden, met het risico
PAGINA 4
LEREN ALS OVERDRACHT
voor de lerende te licht bevonden te worden of onbruikbaar
De KLASSIEKE OPVATTING van leren in school wordt
te zijn. Het vermogen van de leerling om zich in de leefwe-
beheerst door het overdrachtsmodel. Ooit heeft ergens een
reld te redden staat in de schaduw van de kennisoverdracht.
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
AUTHENTIEK EN CONSTRUEREND LEREN
om dat de boodschap van het evangelie wordt overgedra-
Maar waar leidt het minimalistisch standpunt toe (leren,
gen, maar dat leerlingen in staat zijn om in hun leefwereld
leren en nog eens leren) als je leren heel anders invult. In
een vijfde evangelie te schrijven.
plaats van het klassieke paradigma van de overdracht van inhouden heeft zich een nieuw paradigma gevestigd. Het
KRACHTIGE LEEROMGEVING
nieuwe paradigma bouwt het leren op vanuit de lerende
De school zal situaties in de leefwereld zoeken die een
en zoekt de band met diens concrete leefwereld (authen-
krachtige leeromgeving zijn waarin leerlingen leren hoe
tiek leren), en benadert de lerende als iemand die in diens
hoop, waardigheid en wijsheid van betekenis zijn voor de
leefwereld ontwerpt en bouwt (constructivisme, activerend
opbouw van de samenleving. Denk maar aan de grootscha-
leren), en daarbij rekening houdt met samenhang en zin
lige derdewereld actie. Hier kunnen internationale project-
(waarderend leren). Dan wordt het minimalistisch stand-
voorstellen worden onderzocht en beoordeeld. Hier moet
punt ineens een breed terrein, met spanning en diepte.
een grote organisatorische klus worden geklaard. Hier moet
Het leren kun je dan niet meer van de plank halen met de
met overtuiging worden gecommuniceerd naar mede-
enkele bedoeling over te dragen. De inhoud van het leren en
leerlingen, ouders, instellingen en organisaties rondom
de planning ervan staan steeds zelf op het spel en moeten
de school en verder weg in de samenleving. Hier wordt,
steeds opnieuw geformuleerd worden. De school is niet
kortom, geleerd! De nieuwe school zal leerlingen in zulke
meer een enclave in de leefwereld van de leerlingen, maar
leeromgevingen actief maken. Bijvoorbeeld door een situ-
een toespitsing van die leefwereld in een ruimte waarin de
atie te benaderen als een project waarin zij, begeleid, aan
leerlingen kunnen oefenen en van fouten en experimen-
de slag kunnen om verschillende vakgebieden te ontsluiten
ten kunnen leren. Deze school is een veilige oefenplaats.
en kunnen ervaren dat handelen ertoe doet.
Als leerlingen op een zinvolle, authentieke en activerende manier worden benaderd, dan staat hun leefwereld centraal.
Als je leren op een moderne manier benadert voert de minimalistische opvatting van de taak van de school
De school zal die leefwereld overigens niet zomaar van de
noodzakelijk naar een zinvolle en waarderende relatie van
leerlingen overnemen. Dat zou een verwaarlozing van de
de school met de sociale omgeving. En tot debatten tussen
pedagogische opdracht zijn. De leefwereld is voor leerlingen
de leraren en de leerlingen in school over de praktische
dynamisch. De school zal de grenzen van die leefwereld
betekenis van de waarden bij het selecteren en ontwerpen
open leggen en de leerlingen gidsen in de grote wereld en
van waardevolle leeromgevingen en bij het helpen van
vaardig maken om in die wereld waardig en actief te zijn.
de leerlingen om hoop en perspectief te ervaren ook als
De school zal leerlingen ook laten zien hoe je in het omgaan
die niet evident zijn. En dit alles niet om maatschappelijke
met die leefwereld waardegerichte keuzes moet en kunt
problemen op te lossen (een vreemde agenda) maar om
maken. Bijvoorbeeld door als school aandacht op te eisen
een goede school te zijn (je eigen agenda).
voor mensen die zelf de leefwereld van de leerlingen niet
Leren, leren en nog eens leren. In een moderne opvatting
kunnen bereiken. En de school kan leerlingen laten zien dat
van leren leidt dit minimalisme tot brede scholen, en een
je daarbij niet alleen staat en op eigen houtje de kritische
waardevolle verdieping van de schoolidentiteit. Deze
instrumenten moet ontwikkelen om waardevol en waarde-
nieuwe scholen ontwikkelen zich in een waardegericht,
loos te onderscheiden. Maar dat je die ook kunt ontlenen
kritisch debat. Confessionele scholen zullen daarbij putten
aan lange tradities waarin mensen hiernaar gezocht hebben
uit lange ervaringslijnen, die helpen om je niet neer te
en waarin mensen hun vondsten hebben doorgegeven. De
leggen bij wat normaal wordt gevonden, maar kritisch te
religieuze gemeenschap waarmee katholieke scholen ver-
blijven. Een minimalistische positie is breder en dieper dan
bonden zijn levert de hoop en de motivatie, maar ook de
op het eerste gezicht lijkt.
Leren, leren en nog eens leren
wijsheid en de oriëntatie om in je eigen leefwereld vaardig en waardig te zijn. Je zou kunnen zeggen: het gaat er niet PAGINA 5
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
Meer doen dan waar De laatste tien jaar is door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen de school meer betrokken geraakt bij zijn omgeving en zoekt de school samenwerking met de omgeving. De gedachte is dat door samenwerking tussen verschillende instanties de problemen, zoals onderwijsachterstanden, probleemleerlingen, hoge uitval van leerlingen en veiligheid, beter opgelost kunnen worden. Hoort dit tot de taak van de school of schiet de school door? We vroegen het een wethouder van onderwijs van de zesde stad van Nederland, Hugo Backx, en een voorzitter van het College van Bestuur van een grote scholengroep, Cil Wigmans.
GERRIT-JAN MEULENBELD
Wat vindt u van de ontwikkeling dat scholen
hoe weinig er veranderd is. Onderwijs heeft sterk de neiging
meer oog krijgen voor hun omgeving?
om dingen die het niet zelf heeft bedacht ook niet te doen.
BACKX Ik zie wel een verschil tussen primair en voortgezet
Ook niet nu de beleidsruimte om te veranderen sterk is
onderwijs. Het primair onderwijs ligt in zijn omgevingsbe-
toegenomen.
wustheid ver voor op het voortgezet onderwijs. Daar begint
Het klopt dat de sense of urgency in het primair onderwijs
het pas, zeker als ik kijk naar de Tilburgse situatie. Ik denk
veel groter is. Wanneer een groepsleerkracht elke vijf
dat dat er vooral mee te maken heeft gehad dat de noodzaak
minuten aandacht moet besteden aan problemen die niets
in het primair onderwijs veel groter was. Daar groeide het
met het lesgeven te maken hebben, maakt dat het lesgeven
besef sterk dat wanneer de problemen die buiten de school
onmogelijk. In het voortgezet onderwijs schuiven ze elke
lagen, niet opgelost zouden worden, dat het onderwijs sterk
vijftig minuten naar een andere leerkracht. Hij constateert
zou opbreken. Het waren vaak jonge schoolteams die het
wel dat leerlingen steeds lastiger worden, maar wil als vak-
gesprek met het wijkcentrum, de politie, het maatschappelijk
docent zo lang mogelijk zijn vak blijven geven.
werk, de gezondheidszorg aangingen. En de dialoog met de ouders zochten.
Hoe denkt u over de vermaatschappelijking
WIGMANS Ook binnen het voortgezet onderwijs zijn
van het onderwijs?
de verschillen groot en worden ze alleen maar groter. De
BACKX Het komt het onderwijsproces zelf ten goede. Dat
cultuur in veel scholen voor voortgezet onderwijs is toch
je de deuren openzet heeft alles te maken met het leren zelf.
sterk ‘we doen vooral waar we goed in zijn’. Het is zorgelijk
Het is in het belang van het kind en biedt de mogelijkheid om het kind ook echt perspectief te bieden. Het is een misverstand dat ‘de brede school’ een soort welzijnsinstelling of
CIL WIGMANS (1949) studeerde na de kweekschool pedagogiek en filosofie in Groningen
buurtcentrum is. De problemen liggen er en daarvoor moet
en was wetenschappelijk medewerker aan de VU. Na zijn promotie in Leiden (theologie) was
je een oplossing zoeken. Leerkrachten geven ook aan dat
hij algemeen directeur van de NZV. Vanaf 1994 is hij verbonden aan CSG Groene Hart
ze weer toekomen aan lesgeven nu ze hulp hebben van de
Lyceum en momenteel voorzitter van het College van Bestuur van de SCOPE Scholengroep
omgeving. Wat moet je als leerkracht wanneer een van de
in Alphen aan den Rijn, een stichting van 14 scholen voor basis-, speciaal en voortgezet
leerlingen in de klas slaapt? Straffen, de klas uitsturen, boos
onderwijs.
worden? Het kind is er niet mee geholpen. In zo’n geval is contact zoeken met de ouders, met eventueel het maat-
HUGO BACKX (1957) behaalde in 1986 zijn doctoraal Nederlands Recht aan de
schappelijk werk, een betere oplossing. Daardoor word je als
toenmalige Katholieke Hogeschool Tilburg (thans Universiteit van Tilburg - UvT) met als
docent nog geen sociaal werker. Ik ben blij dat het onderwijs
bijvak o.a. onderwijsrecht. In 1994 promoveerde hij in Tilburg op een proefschrift over
die verantwoordelijkheid neemt.
‘Het particulier onderwijs’. Hij was onderzoeker en docent aan de Juridische Faculteit van
WIGMANS Ik denk dat het niet anders kan. Het is het
de UvT, voorzitter van de Universiteitsraad en vanaf 1995 directeur van de Juridische
faillissement van het klassieke onderwijsmodel. We houden
faculteit. Sinds 2002 is hij wethouder van Onderwijs in Tilburg.
het niet vol, disciplineren, kennis overdragen, vakgericht
PAGINA 6
REFLEXIEF
>
JUNI 2004
>
NUMMER 2
je goed in bent werken, dat nadert zijn einde. Kinderen in onze samenleving
We hebben daar enorm veel maatschappelijk talent mee
Half oktober verschijnt van
zijn op zo’n andere manier met leren en ontwikkeling bezig.
verloren. We spraken daarom ook van het ‘verborgen talent’.
de hand van Cil Wigmans
De school kan niet in een soort isolement zijn eigen ‘ding’
Je kunt als school niet zeggen dat je geen verantwoordelijk-
het boek ‘De oude wortels
blijven doen. Dat de school zich zou kunnen beperken tot
heid hebt wanneer een kind met honger en ziek op school
van het nieuwe leren.
een specifieke taak in het ontwikkelingsproces van jonge
komt. Die pedagogische verantwoordelijkheid heb je wel.
Bouwstenen voor geïnspireerd onderwijs’.
mensen, is gebaseerd op een romantisch ideaalbeeld van een harmonieuze gemeenschap waarin ieder zijn rol speelt.
Wie moet het voortouw nemen bij de
Het boek is een pleidooi
Dat is nergens zo en ook nooit zo geweest. Dat was zelfs in
ontwikkeling van ‘brede scholen’?
voor de school als
de jaren vijftig niet het geval. Daarvan hebben we ook het
De lokale overheid of het schoolbestuur?
ontmoetingsplaats van
ideaalbeeld dat kerk, school en gezin perfect op elkaar aan-
WIGMANS Het is de klassieke vraag waar politieke
lerende volwassenen en
sloten. Maar juist in die periode nam de maatschappelijke
stromingen in ons land al eeuwen over van mening
jeugdigen die elkaar vragen
ongelijkheid enorm toe. Kansen van kinderen zijn zeer sterk
verschillen. Ik vind dat de overheid in het geval van
durven stellen en samen,
afhankelijk van de omstandigheden thuis. En wanneer
onderwijs uitsluitend noodverbanden moet leggen.
al verhalend, orde brengen
de school zegt ‘daar moeten ze thuis maar voor zorgen’
De pedagogische verantwoordelijkheid kan niet bij
in onze complexe en
betekent dat dat deze kinderen aan alle kanten tekort komen.
de overheid gelegd worden. Dat is een zaak van de
veranderende wereld.
samenleving, van de kleine gemeenschap, de grotere
ISBN 90 901 8226 8
gemeenschappen. Die nemen de verantwoordelijkheid voor het doorgeven van zin en betekenis aan hun kinderen. Wanneer die gemeenschappen daarin tekort schieten, heeft de overheid een taak. Dat geldt overigens voor alle terreinen. BACKX Het onderwijs moet daar primair zijn eigen verantwoordelijkheid nemen. De lokale overheid moet stimuleren, regisseren en ondersteunen. Maar dat is meer dan noodverbanden leggen. Zo is het in Tilburg ook gegaan. Hier hebben we de regiorol gespeeld, anders was het niet van de grond gekomen. We zijn het vliegwiel geweest. De bereidheid was er wel. Overigens vooral bij de scholen zelf en minder bij de schoolbesturen. We hebben extra middelen uitgetrokken om coördinatoren op scholen neer te zetten. We hebben scholen met elkaar in contact gebracht. Maar wanneer het onderwijs het besef zelf niet heeft, is het gedoemd te mislukken. Wij kunnen dat als lokale overheid niet opleggen. En uiteindelijk moet het onderwijs het ook zelf gaan dragen. WIGMANS Wat mij in dit soort processen irriteert, maar meer nog frustreert, is dat wanneer je als school je grenzen oversteekt, je terecht komt in een oerwoud van georganiseerd wantrouwen: er moeten subsidies aangevraagd worden, dossiers aangelegd en aan een woud van regels worden voldaan. Je gaat er op voorhand vanuit dat er van alles fout kan gaan. Ik merk dat vooral wanneer
Vervolg op pagina 8 7
PAGINA 7
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
Vervolg van pagina 7
Een woud van georganiseerd wantrouwen
het om zorgleerlingen gaat. Kinderen zijn daar permanent
Zit er geen spanning tussen enerzijds minder
het slachtoffer van. Volgens mij lekt zeventig procent van de
regels en anderzijds de ontwikkeling naar een
middelen op deze manier weg voordat het aan de kinderen
claimcultuur, ook in het onderwijs?
zelf ten goede komt. We willen af van al die regelgeving.
BACKX
In het onderwijs zelf begint het erop te lijken. Maar ook in
dat we wat vaker risico moeten durven nemen en je niet
In 99% van de gevallen gaat het goed. Ik denk
contacten met andere instanties zou ik minder afhankelijk
moet laten sturen door incidenten. Maar de mentaliteit is
willen zijn. Daar verandert de strategie en regelgeving
helaas wel zo dat mensen vooral rechten hebben en geen
voortdurend en weet ik niet waar ik aan toe ben. Dat kan ik
verantwoordelijkheid voelen.
oplossen door als bestuur groot te worden en zelf de hulp
WIGMANS De oplossing is zeker niet dat we alles moeten
te bieden en te coördineren die nodig is. Wij sluiten als
dichtregelen, anders komen we sowieso niet meer toe aan
grote onderwijsinstellingen een contract met de samenle-
de kwaliteit van onderwijs. Het is ook de spanning tussen
ving en nemen de verantwoordelijkheid voor de oplossing
kleinschalig en grootschalig. Het idee dat elke school voor
van problemen rond uitval en jeugdcriminaliteit. Geef ons
zich zo’n hele verantwoordingscultuur moet opbouwen, is
daarvoor de benodigde middelen en laat ons de regie voe-
belachelijk. De mensen in de school moeten gewoon hun
ren. Het zijn allemaal maatschappelijke problemen waar de
werk kunnen doen. Als ik specialisten in zorgleerlingen
school een belangrijke rol speelt.
belast met het schrijven van allerlei dossiers, worden het
BACKX Dan word je als school wel een soort welzijns-
administrateurs. Dat is zonde van hun expertise. Maar dat
instelling. Ik weet niet of je dat moet willen. Dan ga je zelf
is wel wat je ziet gebeuren. Dat is een van de redenen van
alles binnen de muren van de school doen en gaat de deur
schaalvergroting in het onderwijs. Op het moment dat je
toch weer dicht. De winst van de afgelopen jaren is juist dat
een grotere schaal hebt kun je ook voor gespecialiseerde
de school buiten zijn eigen kaders is getreden, de omgeving
functies mensen in dienst nemen. Het contract met de
naar binnen heeft gehaald. Wanneer je merkt dat welzijns-
samenleving moet je ook niet per school afsluiten, maar we
instellingen niet snel genoeg kunnen inspelen op vragen die
zouden toe moeten naar een beperkt aantal spelers die de
de school heeft, zijn er andere oplossingen. Daarvoor hoef je
volle breedte van het onderwijs vertegenwoordigen en die
het niet perse zelf allemaal in beheer te hebben. Bovendien
de verantwoordelijkheid nemen. Daarmee kun je de mensen
garandeert een structuur die de hulp binnen het schoolkader
in het primaire proces uit de wind houden.
plaatst ook niet dat het beter wordt. Het georganiseerde wantrouwen dat Wigmans schetst
Een andere reden dat scholen meer naar hun
herken ik wel. Ook als lokale overheid moet je aan allerlei
om geving zijn gaan kijken lijkt te liggen in
regelgeving voldoen en tot in detail verantwoording
het feit dat het belang van buitenschools leren,
afleggen. Dat maakt dat je weinig flexibel op problemen
bijvoorbeeld via internet, is toegenomen.
kunt inspelen. Daardoor voel je je vaak machteloos om acuut
Hoe kijkt u tegen die ontwikkeling aan?
iets te kunnen doen. Dat kan veel minder.
BACKX
Ik vraag me af of dat zo is. Volgens mij is buiten-
schools leren iets van alle tijden. PAGINA 8
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
betekenissen structureel en systematisch kan plaatsvinden. Vooral daar waar een team homogeen van karakter is of een gemeenschappelijke visie heeft. Een dergelijk team kan een heterogene groep leerlingen ook beter aan dan een team dat zo’n visie niet heeft en zelf erg heterogeen is. BACKX In Tilburg hebben we een aantal wijken, waar het al niet makkelijk was, en waar nu allerlei problemen samenkomen. Juist de teams van de scholen in die wijken zie je een gezamenlijke visie ontwikkelen om de problemen te lijf te gaan. Mensen maken ook een bewuste keuze om in zo’n school te werken. Daardoor ontstaat binding binnen zo’n team. Gelukkig zijn er buiten het onderwijs ook nog heel WIGMANS
Ik denk zelfs dat kinderen bepaalde aspecten
van leren is afgenomen. De individuele leerling heeft veel
veel plekken waar kinderen ‘betekenis’ en ‘gemeenschap’ leren.
meer impulsen, maar de sociale dimensie van leren, via sportclubs, jongerenverenigingen, is juist afgenomen. Daar
Moet de school zorgen voor nieuwe sociale
moet de school nu juist veel meer aandacht aan besteden.
bindingen?
Extreem gezegd: de groepsleerkracht in de basisschool
WIGMANS Pedagogisch handelen, opvoeden, onderwijzen
krijgt in groep één allemaal koninkjes en koninginnetjes in
zijn basale taken van een samenleving. Zonder dat gaat elke
de klas die thuis maar één ding te horen hebben gekregen
samenleving te gronde. Als je constateert dat in het primaire
namelijk dat er maar één kind op de wereld telt, zijzelf.
opvoedingsmilieu er sprake is van collectieve pedagogische
Dat maatschappelijk tekort moeten scholen oplossen. De
verwaarlozing, omdat ouders weigeren om op te voeden,
maatschappelijke opvoedingskwaliteit uit het verleden is
moet je als school kiezen of je die pedagogische verant-
volledig weg. Er is geen voorbeeldgedrag meer. Voor mij
woordelijkheid neemt. Je moet wel haast, want anders gaat
is de essentie van opvoeding dat kinderen stapje voor
het mis met vijfendertig kinderen in de klas. In het primair
stapje ingeleid worden in een wereld vol betekenissen en
onderwijs loop je daar sterker tegenaan. Vervolgens is de
daar drager van worden. Waar ze nu mee geconfronteerd
vraag of scholen ertoe in staat zijn, want die leerkrachten
worden is een chaos, jungle, totale fragmentatie. Ze krijgen
maken ook deel uit van diezelfde samenleving.
van jongs af aan te horen ‘bekijk het zelf maar’. Kinderen
BACKX De school is een van de weinige plekken waar
voelen zich niet meer gedragen door een cultuur en verstaan
iedereen elkaar tegenkomt. De school zal ook altijd blijven.
elkaar niet meer. Woorden die in een gemeenschap een
Dat is wel geruststellend. Ik vraag me alleen af of het
bepaalde klank hebben, hebben om de hoek een heel andere
voortgezet onderwijs ertoe in staat is de aansluiting met
betekenis. School kan een plek zijn waar het inleiden in
het primair onderwijs te maken. Een goed voorbeeld vind
Pedagogisch handelen, opvoeden, onderwijzen zijn basale taken van een samenleving
Het bestuur waarvan Wigmans voorzitter is, beheert zowel primair als voortgezet onderwijs, in al zijn vormen. “We zijn nu bezig om voor verschillende groepen leerlingen te komen tot doorlopende leerlijnen, sterk gekoppeld aan leerstijl- en ontwikkelingsmogelijkheden. Belangrijkste doel is dat de leerlijnen niet geblokkeerd worden.We willen ook toe naar een flexibilisering van de afsluiting door het mogelijk te maken op drie momenten in het jaar het centraal schriftelijk aan te bieden zodat je met een vmbo-leerling die nu eindexamen doet, kunt afspreken dat hij na anderhalf jaar eindexamen havo kan doen. Of je doet havo-examen, neemt twee vakken op vwo-niveau mee en kunt na een jaar vwo-examen doen. Met die doorlopende leerlijn start je al in groep zeven. En sluit je bijvoorbeeld in januari je havo af, dan maak je als school afspraken met het HBO dat de leerling in dat half jaar onderdelen van zijn propedeuse kan doen. Het Nederlandse bestel heeft talloze pogingen gedaan om de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs te verbeteren. Dat is begonnen met de brugklas, we hebben de middenschoolgedachte gehad, de basisvorming, het is nooit gelukt.Via een stelselherziening red je dat ook niet. Dat lukt alleen wanneer er een aantal mensen zijn die daar samen voor gaan staan.”
Vervolg op pagina 10
PAGINA 9
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
Vervolg van pagina 9
>
NUMMER 3
ik de school waar in groep acht alle kinderen weer in rijen achter elkaar zaten om alvast te wennen aan de situatie op
Waardering
de middelbare school. Weet het voortgezet onderwijs welke ontwikkeling de basisschoolleerling heeft doorgemaakt? De
FRANK SELLER
ontwikkeling bij Scope om tot een doorlopende leerlijn te komen, vind ik daarom erg interessant.
Maakt het gebrek aan pedagogische
“Eigenlijk is het begonnen met een brief van de
verantwoordelijkheid u pessimistisch?
gemeente Tubbergen”, zegt Johnny Smit, docent
WIGMANS Nee, dat ben ik niet. Ik zie wel een
levensbeschouwing van Scholengemeenschap
golfbeweging, maar zijn we niet vergeetachtig, leren we
St.-Canisius in Tubbergen. “De gemeente schreef
van de geschiedenis? Ik zie weer een enorme behoefte
in 2001 een brief naar alle verenigingen en
aan disciplinering ontstaan. Als bijvoorbeeld Balkenende
instellingen vanwege het Jaar van de Vrijwilligers.
gaat roepen dat leerlingen de meester weer met u moeten
In de brief werd gewezen op de effecten van
aanspreken, vind ik dat Don Quichotterie en niet de richting
vergrijzing en werd opgeroepen wat te doen aan
die we moeten nemen. Als je wilt dat er niets verandert,
een dreigend tekort aan vrijwilligers.”
moet je het geschiedenisonderwijs afschaffen. Het heeft met gezag te maken, maar dan moet je ook iets te zeggen hebben. Wat me zorgen baart is dat we al een hele tijd docenten hebben die zich alleen kunnen verstaan als uitvoerders van wat anderen hebben bedacht. Overheid, methodeschrijvers, vakbonden. De docent die zelfbewust nadenkt over de vragen “Wat wil ik met deze jongeren?”, “Wat wil ik ze meegeven?”, wordt schaars. BACKX Ik stel wel vraagtekens bij het vermogen van het onderwijs om zelf te veranderen. Wigmans kijkt in een spiegel. Kunnen we het ons als samenleving veroorloven om nog veel langer te wachten? Die verandering kan nog tientallen jaren duren. Ik vind het erg stil aan het onderwijsfront. Natuurlijk ken ik alle nieuwe initiatieven zoals hier in Tilburg ‘De nieuwste school’, maar over die experimenten is geen debat. WIGMANS
Voor mij is de kern van onderwijs dat niet
alleen de leerlingen, maar ook de docenten leren. Steeds meer scholen en schoolbesturen leggen ook de nadruk op de professionalisering van hun teams, op het feit dat ze een lerende organisatie zijn, meer dan welke andere organisatie ook. Maar de maatschappij moet ook z’n steentje bijdragen. De school is deel van de samenleving en hoeft het niet alleen op te lossen. Ik stel me voor dat we toe gaan naar toezichthoudende organen waarin allerlei maatschappelijke sectoren vertegenwoordigd zijn, dus niet de inspectie, die voor bijvoorbeeld alle katholieke of protestante scholen vaststelt of die aan de doelstellingen die ze zichzelf gesteld hebben, voldoen. Maar over wat bijvoorbeeld kennis is, hoort een maatschappelijk debat gevoerd te worden. Het initiatief daarvoor hoort bij het onderwijs, individuele schoolleiders, te liggen. PAGINA 10
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
voor mandy, gewoon waardering “Wij kregen natuurlijk ook een brief”, zegt Mirjam
groeit de school in leerlingenaantal en het team vindt de
Lageschaar, teamleider vmbo, “en we zagen best wel het
school aantrekkelijk om te werken, nieuwkomers en zij-
belang ervan. En we hadden ook het idee dat we best wel
instromers treffen er een goed klimaat. Kortom, een goede
wat zouden willen doen. Onze leerlingen van de kader-
beginsituatie.
beroepsgerichte en basisberoepsgerichte leerweg krijgen er immers allemaal mee te maken als ze in leerjaar 3 en
“De school is zijn rol gaan oppakken, ook al hebben we
leerjaar 4 hun stage doen bij het verzorgingshuis, bij
eigenlijk geen directe taak bij het versterken van het vrij-
bedrijven en instellingen. Maar een stage is natuurlijk geen
willigerswerk”, vat Mirjam Lageschaar samen. “We hebben
vrijwilligerswerk, de stage is een deel van hun opleiding.
er misschien wel een mogelijkheid voor.” Johnny Smit
Al krijgen veel van onze leerlingen van de afdeling Zorg en
schrijft als coördinator van de Vrijwillige Maatschappelijke
Welzijn in hun stage natuurlijk wel met vrijwilligerswerk te
Aktiviteit (VMA) met hulp van de gemeente alle verenigin-
maken.”
gen en instellingen aan met de vraag of de vereniging of instelling ruimte heeft, dan wel een taak heeft, voor een
Beginsituatie
stage-achtige activiteit van 20 klokuren op jaarbasis. De leer-
Veel van de stageplaatsen voor de leerlingen zijn in
lingen die zullen gaan deelnemen aan de VMA zijn leerlingen
Tubbergen zelf, of in één van de acht andere kerkdorpen van
van het derde leerjaar van de Gemengde Leerweg (GL);
de gemeente Tubbergen. Dat is voor de leerlingen erg waar-
leerlingen die dus geen vakinhoudelijke stage in hun boven-
devol. Ze zien direct het nut van hun werk voor de gemeen-
bouwprogramma hebben. Met de leerlingen spreekt Johnny
schap waarvan ze zelf en hun familie deel uitmaken. En op
Smit af dat deelnemers aan de VMA het hele jaar geen
elke werkplek kunnen ze bekenden van henzelf of van mede-
huiswerk zullen hebben voor het vak levensbeschouwing.
leerlingen tegenkomen. Of dat werkelijk het geval zal zijn, is
“Je moet er ook als school wel iets tegenover zetten.”
minder van belang. De kern is dat de school een rol speelt in de gemeenschap. De gemeenschap vindt dat klaarblijkelijk
Activiteiten vormgeven
ook, want het is voor de school nooit moeilijk om aan stage-
Met de antwoorden van de verenigingen in de hand heeft
adressen te komen, zowel voor de leerlingen van de afdeling
Johnny Smit een overzicht gemaakt van de mogelijke
Zorg en Welzijn als die van de afdeling Landbouw. Bij de
activiteiten. Daarbij waren voor hem drie factoren van
voorbereiding van die stage wordt niet alleen ingegaan op
belang. In de eerste plaats gaat het om echte participatie
de vakinhoudelijke voorbereiding van de leerlingen, maar
en participatief leren. Een voetbalclub die assistentie vraagt
ook op de maatschappelijke bewustwording. Daarbij speelt
om de kleedkamer schoon te maken op zondagavond na de
het vak levensbeschouwing een rol in de attitudevorming:
wedstrijddag vraagt wel om hulp maar biedt geen zinvolle
het gaat niet om het inschenken van de koffie alleen, maar
leerplek aan. In de tweede plaats gaat het erom dat het een
ook over het voeren van een gesprekje daarbij, het gaat niet
plek is waar een leerling communicatieve vaardigheden
alleen om het wassen van een oudere met een handicap
leert, ervaringen opdoet bij het omgaan met mensen en
maar ook over de ontmoeting die bij verzorging hoort. Die
leert samenwerken met anderen. In de derde plaats moet
bijdrage komt in de stagevoorbereiding natuurlijk niet uit de
het een veilige leersituatie zijn.
lucht vallen. In het vak levensbeschouwing wordt gewerkt
Met het zo geselecteerde aanbod is hij in gesprek gegaan
aan het ontwikkelen van gevoeligheid voor identiteits-
met de leerlingen; die konden vervolgens een vrije keuze
aspecten. In concrete zin krijgt dat in de onderbouw vorm
maken. Met de leerlingen is ook besproken dat een der-
in vormgeving en voorbereiden van vieringen, diaconale
gelijke activiteit niet alleen een bindende afspraak is, maar
acties. De jaarlijkse cyclus van die acties begint altijd met
dat die ook in een overeenkomst met de organisatie of
zingevende gesprekken daarover. In de afgelopen paar jaar
vereniging moet worden vastgelegd.
zijn die charitatieve acties vanuit de brugklas doorgezet
Binnen school is er sprake van een reglement en een
en verbreed naar de andere leerjaren van de school in
beoordeling. Het reglement bevat een aantal spelregels over
Tubbergen. Dat wordt in het team positief ervaren. Daarbij
het maken van afspraken met de aanbieder, kwesties van
Vervolg op pagina 12
PAGINA 11
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
Vervolg van pagina 11
Een leerplek moet zinvol en veilig zijn
NUMMER 3
aanwezigheid en afmelding bij ziekte, en het bijhouden van
van de leerling te blijven. Dat doe ik ook bij de tussentijdse
een logboek tijdens de VMA.
gesprekken die ik met ze heb. Zo was er een jongen waar-
Over het maken van een eigen verslag is Johnny helder.
over de vereniging heel tevreden was en dat had ik halver-
Het is voor de leerlingen van belang dat ze ervaren en
wege ook zo tegen hem gezegd. Blijkbaar dacht-ie dat het nu
ontdekken. Ze ontwikkelen daarbij in meerdere of mindere
wel lijen kon, want hij had het er in de tweede helft flink bij
mate een ethische gevoeligheid voor hun opdracht, een
laten zitten, was een keer gewoon niet op komen dagen en
verantwoordelijkheid en zijn bezig daarin een persoonlijke
had een taak niet afgemaakt. Aan het eind waren ze dus dik
waarde te ontdekken. Het is van groot belang dát ze daarop
ontevreden. Ik zei dat tegen hem en vroeg wat hij er eigen-
reflecteren; dat kan prima aan de hand van een observatie-
lijk zelf van vond, dat ze dat zo over hem zeiden. Hij zei dat
lijstje dat ze over zichzelf invullen. Ze scoren hun ervaringen
hij het wel goed zou maken, dat hij terugging om het af te
in een lijstje met categorieën als: prettig, nieuw, moeilijk,
maken en een extra werkje te doen. Heeft-ie ook gedaan. Ik
teleurstellend enzovoort en kunnen aankruisen wat voor
denk dat deze jongen iets ervaren heeft over zichzelf en iets
reden ze daarvoor zien zoals: gaat tegen mijn gevoel in,
overwonnen heeft. Dat vind ik mooi.”
ik krijg waardering, ik hoor erbij, vinden ze thuis belangrijk, voel me onveilig. “Eén van de jongens noteert dat hij bij
Overdracht
(activiteit) het openen van het zingen in de kring het spits zal
Het is natuurlijk belangrijk dat activiteiten als de VMA in Sg.
moeten afbijten, het moeten beginnen (ervaring) best eng
St.-Canisius wezenlijk deel uitmaken van het lesprogramma.
is, maar besluit gewoon een lied voor te zingen. Stel je dat
En dat de plaatselijke organisaties en verenigingen in en
voor: een jongen van 15 die zomaar een lied voorzingt.”
rond Tubbergen ook op een vorm van continuïteit kunnen
Ook de aanbieder van de maatschappelijke stageactiviteit
rekenen. Diegenen die in het afgelopen jaar op basis van
maakt een beoordeling van elke leerling. Daarbij gaat het
hun aanbod geen deelnemende leerling(en) ontvingen,
om zaken als presentatie, houding, openstaan voor kritiek
kregen al eerder een brief of een telefoontje met de vraag
en zelfstandigheid, maar ook over doorzettingsvermogen en
het aanbod te willen continueren of bij te stellen voor het
nauwkeurigheid.
nieuwe jaar. Voor de nieuwe leerlingen die in 2004/2005
In het eindgesprek met de leerling spelen die beoordelingen
naar leerjaar-3 van de Gemengde Leerweg gaan, hebben de
natuurlijk een rol. Het gesprek zelf gaat om de waardever-
leerlingen een presentatie verzorgd over hun activiteiten.
heldering met de leerling. Kernvragen zijn daarbij onder
Daarmee helpen ze de nieuwe lichting te enthousiasmeren
andere:
en goed voor te bereiden.
>
in hoeverre is de leerling begaan met de hem toever-
De mooiste activiteit in dat kader is wel de presentatie
trouwde verantwoordelijkheid in zijn werkplek;
door alle leerlingen van 3G in juni 2004 voor ouders, de
in hoeverre verbindt de leerling de aangeboden situatie
plaatselijke Stichting Welzijn en mensen van de gemeente
met zijn eigen ervaringen;
Tubbergen. In de school hebben we een aantal marktkramen
>
van welke waarden is de leerling zich bewust geworden;
neergezet en de leerlingen deden daar verslag van hun
>
in hoeverre is de leerling in staat zijn eigen waarden te
projecten. Iedereen kon vragen stellen, ouders en anderen,
vergelijken met de waarden van de werkplekorganisatie;
aan de leerlingen over wat ze hebben gedaan, hoe het ging
>
in hoeverre stelt de leerling zich de vraag wat hij met het
en wat ze ervan hebben geleerd.
bovenstaande kan doen.
“Het is heel mooi om te zien dat ouders eenvoudig
>
PAGINA 12
>
Dat zijn grote vragen, zoals ze daar zo abstract geformuleerd
doorvragen, zowel aan hun eigen kinderen als aan klas-
staan. Maar in het gesprek blijkt dat de antwoorden ook
genoten van hun kinderen. Ze vragen door over wat de
heel concreet vorm krijgen. Zo heeft één van de leerlingen
kinderen ervan vinden. “Waarom vond je dat dan leuk dan?”
een VMA gedaan bij de plaatselijke scouting; ze heeft leren
zeggen en na heel goed luisteren stellen ze een nieuwe
omgaan met zeven-, achtjarigen en heel prima en leuk met
vraag die weer wat dieper gaat. “Wat goed dat je dat zó
ze gewerkt. Ze zegt dan over zichzelf dat ze heeft ontdekt
hebt gedaan” zeggen tegen de kinderen. Het is toch prachtig
dat het leuk is om te doen, dat ze heeft gemerkt dat ze zulke
als Mandy te horen krijgt dat ze waardevolle dingen heeft
dingen goed kan en, zegt ze, ze heeft besloten de komende
gedaan voor de club, dat ze goed werk heeft geleverd.
jaren als leidster met die scoutinggroep te willen werken.
De kern daarvan is dat Mandy waardering krijgt, puur
“Het is van belang in die gesprekken dicht bij de beleving
waardering en dat ze als mens leert over zichzelf.”
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
Kerk en school: een Siamese tweeling ELLEN VAN DAM is
Wat heeft de kerk de school te bieden? Op die vraag vroeg
De vraag kan echter ook worden verstaan als de vraag van
Bisschoppelijk Gedelegeerde
de redactie van Reflexief mij vanuit de praktijk in het bis-
de ene helft van de tweeling aan de andere helft, om uit te
voor het onderwijs in het
dom Haarlem te reflecteren. Een merkwaardige vraag, het
zoeken hoe dat zit met die bloedvaten en zo, opdat de twee-
Bisdom Haarlem
gaat immers om de katholieke kerk en de katholieke school.
ling zélf beslist over het al dan niet waarde(n)vol zijn van de
Precies het adjectief dat in de vraagstelling is weggelaten,
verbintenis.
is waar de vraag over zou moeten gaan. Het lijkt me goed om het eerst over de vraag te hebben. Het vanzelfsprekende
De (lokale) kerk is aan zet
verbond tussen de r.-k. school en de r.-k. kerk heeft al lan-
In het rapport van de consultatiecommissie1 wordt bij de
gere tijd het karakter gekregen van een Siamese tweeling,
conclusies de veranderde relatie school-kerk als volgt geka-
[1] De commissie die is ingesteld
die door een wijdvertakt bloedvaten- en zenuwstelsel aan
rakteriseerd: ‘...het uitgangspunt niet meer zozeer de dienst-
door de NKSR en het College van
elkaar verbonden is. Menigeen vraagt zich af of het niet tijd
baarheid van de school aan de kerk is, maar omgekeerd
Bisschoppelijk Gedelegeerden om
wordt deze tweeling van elkaar te scheiden zodat ze elk op
de dienstbaarheid van de kerk aan de school: hoe kan de
de oproep tot bezinning door de
eigen benen kunnen gaan. Menig chirurg heeft zijn visie op
(lokale) kerk iets voor de school betekenen?’2 Op grond van
bisschoppen in hun brief ‘Katholiek
de operatie en de gevolgen daarvan gegeven. De meningen
deze conclusie zou je kunnen zeggen: de (lokale) kerk is aan
onderwijs en de komende tijd’
over de scheiding zijn echter zeer verdeeld. De achtergrond
zet. Maar de vraag is niet die naar het wát. Het is immers
[2] Rapport van de consultatie-
van de vraag ‘Wat heeft de kerk de school te bieden?’ lijkt in
duidelijk wat de kerk aan de maatschappij (en dus aan het
commissie “Katholiek onderwijs
dit ‘chirurgen-debat’ gezocht te moeten worden en zou dan
onderwijs) te bieden heeft: het Evangelie. De juiste vraag is
2000plus: ‘Is het katholiek onderwijs
de vraag naar argumenten voor of tegen de scheiding kun-
de vraag naar het ‘HOÉ’ en naar het ‘WAARTÓE’. Noch het
millenniumbestendig? 1999 pg 46
nen zijn.
hoé, noch het waartóe zijn in ons tijdsgewricht, in ons land, vanzelfsprekend. De eerste activiteit van het aan zet zijn betreft dan ook op zoek gaan naar het hoe en waartoe. Aan de hand van enkele voorbeelden geef ik iets weer van de zoektocht daarnaar van de lokale kerk van het bisdom Haarlem.
Een zoen in de aanbieding Begin maart 2000 kregen alle directeuren van de r.-k. en interconfessionele scholen in het bisdom een brief met de opening:
Geachte dames en heren, Op 30 mei krijgt u een zoen, een Bavozoen. En met u ook al uw leerlingen, docenten en ondersteunend personeel. Een niet alledaagse mededeling over een niet alledaagse activiteit. Vanuit de al langer levende gedachte dat een waarderend gebaar vanuit het bisdom naar het katholiek (interconfessioneel) onderwijs op zijn plaats zou zijn, is het idee Bavozoen (de bekende negerzoen met de vorm van de koepel van de Bavo-kathedraal) geboren: een traktatie vanwege 2000 jaar christendom.
Vervolg op pagina 14
PAGINA 13
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
Vervolg van pagina 13
De traktatie, die voorafgegaan werd door een zogeheten
DOCENTE GODSDIENST/LEVENSBESCHOUWING
teaser, met educatief materiaal voor alle leerlingen rond het
MAVO-SCHOOL:
thema verzoening, kreeg een warm onthaal. Tweederde van
Leerlingen vonden het een leuke actie. De lessen levensbe-
de scholen gaven blijk van zowel gevoel voor traditie als
schouwelijke vorming stonden deze week in het teken van
gevoel voor humor en gingen in op het aanbod. 59.000 leer-
het thema verzoening. Mijn ervaring was geheel anders dan
lingen en 4.500 leraren kregen op 30 mei een zoen van de
mijn verwachting. Ik vond de lessen in het derde leerjaar van
(lokale) kerk. Een kleine greep uit de reacties:
onze mavo spannend en geweldig constructief. Leerlingen gaven flink weerwerk en samen waren we heel tevreden
DIRECTEUR BASISSCHOOL:
over de inhoud. In de lagere klassen was de respons in de
“Graag willen we jullie bedanken voor de geslaagde actie
klas minder. Wel leuke reacties op de zoen van de bisschop!
Bavozoen in de afgelopen periode. De opbouw: Kusje >
Leerlingen kwamen later vertellen dat hun zusje, broertje,
beloofd > en de daarbij behorende zoen + gum waren ver-
neefje, nichtje ook een zoen hadden gehad. Het schijnt zelfs
rassend, lekker, leuk en origineel! De posters met ‘Kusje?’
in de krant te hebben gestaan! Leuk om met zo’n regionale
hebben we laten hangen en ze zullen ook nog wel een
actie mee te doen.
tijdje blijven hangen! De gummen worden goed gebruikt! Nogmaals bedankt voor het initiatief en de uitvoering.
Naar aanleiding van deze persoonlijke reacties, soms spontaan gestuurd, soms uit de nagestuurde enquête, blijkt dat
DOCENT HAVO/VWO SCHOOL:
het ongevraagde, vanuit de bisdomburelen bedachte en uit-
‘’Het was zo’n beetje voor het eerst dat ik met plezier iets
gevoerde inhoudelijk aanbod, uitdagende gespreksstof ople-
gedaan heb dat met het Bisdom te maken had. Bijgesloten
verde en stimulerend werkte op onderwijsprocessen. Uit de
de folder die ik met jullie teksten gemaakt heb om bij de
negatieve reacties die er ook waren, werd de noodzaak van
zoenen uit te delen. Ik had ook dagopeningen gemaakt, die
inzet van de ontvanger bij de ontwikkeling van zo’n aanbod,
ik ook meestuur. Ik hou wel van dat ludieke samen met een
onderstreept.
serieuze boodschap. Hartelijke groet en tot een volgend
Interessant waren ook de reacties van buiten de school, bij-
actie.”
voorbeeld van grootvaders die niet alleen met hun kleinkinderen in gesprek raakten over de kerk maar ook met elkaar,
AMBULANT BEGELEIDER SCHOOL VOOR
in hun sociëteit. Het zichtbaar zijn van de lokale kerk op
VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS:
school werkte door in families.
Ik kan u mededelen dat de aangeleverde suggesties in
Een actie als De Bavozoen was natuurlijk eenmalig, het laat
verschillende klassen zeer bruikbaar zijn gebleken. Uw
echter zien dat een inhoudelijk aanbod van de kerk, mits dat
actie heeft de nodige stof doen opwaaien, wat resulteerde
past binnen het kader van de school, gestalte kan geven aan
in vruchtbare gesprekken: honderdvijftig man van allerlei
de relatie school kerk.
gezindten hebben gepraat over het geven van nieuwe kansen, over het vergeven van mensen, over het samen een
“…en de kerk doet ook al niks!”
samenleving vormen. Leuk was ook om te horen dat ook uit
Een werkbezoek van mij op een school voor havo/vwo in
de openbare poot van onze organisatie geluiden kwamen
Amsterdam-west, (met overwegend allochtone leerlingen)
als: “Wat een goede symboliek is gebruikt!” en “Ja, zo slaat
in datzelfde jubileumjaar, leverde een heel andere actie op.
dit wel aan!” Al met al zijn we blij dat we hieraan hebben
De directeur vertelde van zijn teleurstellingen met veel-
mogen deelnemen.
belovende leerlingen die zonder havo of vwo diploma de school verlieten, ondanks alle inspanningen van de kant van
ONTWERP VAN
DIRECTEUR INTERCONFESSIONELE SCHOOL VO:
de school. Alles werd geprobeerd, maar ‘de straat’ won de
MOOKJE KORST
Op een leuke wijze werden de leerlingen weer eens herin-
strijd om de aandacht van die leerlingen. “En”, zei hij, “de
nerd aan waar we als school voor staan. Namens directie,
kerk doet ook al niks!” Deze, wat narrige, constatering was
personeel en vooral de leerlingen dank ik u voor dit bijzon-
niet bedoeld als vraag aan het bisdom om iets te onderne-
der aardige gebaar.
men. Prikkelend was die wel. De constatering van de direc-
PAGINA 14
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
teur heb ik als vraag mee terug genomen: kan het bisdom
van landelijke en stedelijke politiek, de media, andere reli-
iets betekenen voor deze leerlingen?
gies, de kunst en de wetenschap. Zij werden uitgenodigd om het bisdom te adviseren over wat een volgende heilzame
De ervaringen en waarnemingen van deze directeur waren
stap zou kunnen zijn.3
aanleiding voor een heftige discussie in de Diocesane Commissie voor Onderwijs (DCO) die zich concentreerde op
De beide gesprekken waren buitengewoon en boven alle
de vraag of er voor dit type scholen een nieuwe invulling
verwachting. Een van de deelnemers zei: “Ik was zeer ver-
van de katholieke identiteit mogelijk zou zijn. Tot in de jaren
rast door de uitnodiging zelf, door het gezelschap en door
vijftig was immers het katholiek onderwijsbestel drager
de diepgang van het gesprek.” Een ander: “Ik dacht dat ik
geweest van de emancipatie van een volksdeel. De vraag
de enige was die zag hoe erg het is.” De (onafhankelijke)
rees: Zou nu vanuit die katholieke inspiratie niet een nieuw
gespreksleider gaf aan het eind van de gesprekken aan dat
élan kunnen uitgaan voor die scholen? De DCO schreef een
er naar zijn idee ‘schaamteloos openhartig’ was gespro-
notitie voor de Bisschopsraad (BR): ‘Nieuw élan en nieuw
ken. Wat mij erg heeft geraakt in de gesprekken is de wijze
perspectief vanuit katholieke scholen in gebieden met soci-
waarop de genodigden de vraag en het appèl van het bis-
ale ontbinding.’ Daarin stelt zij de BR voor een onafhankelijk
dom ernstig namen. Het bisdom werd in het gesprek over de
actieonderzoek op de school te doen naar juist díe vraag.
onderwijsproblematiek als serieuze en waardevolle partner
De BR neemt het voorstel, na ampel beraad, over. De
gezien. Op dit moment zijn we bezig met het voorbereiden
betrokkenheid bij de problematiek was doorslaggevend.
van de volgende heilzame stap in dit boeiende proces.
De kerk doet ook al niets
Aarzelingen waren er ook: Moeten wij dit wel doen? Kunnen wij dit aan? Wat is onze rol precies? Hoe zullen scholen rea-
Nogmaals: de lokale kerk is aan zet
geren? Wat gaat zo’n onderzoek opleveren etc.
Wat valt er nu te zeggen over het ‘hoé’ en het ‘waartoe’ van de relatie school-kerk terugkijkend op deze twee ervaringen?
Er werd een stuurgroep geformeerd, deze vroeg bij een
Ik denk dat het gaat om ontmoeting: om leren kennen en
tweetal onderzoeksbureaus een offerte, koos er één van en
je durven te laten kennen. Dat betekent open staan voor
het onderzoek ging van start. En sinds begin dit jaar ligt er
andere manieren, willen leren van de ander hoe jij het zou
het onderzoeksverslag: ‘Duivelskring of nieuw élan?’. Deze
kunnen doen. Het betekent zeker ook risico’s nemen omdat
drie simpele regels beslaan een proces van enkele jaren,
je je op minder bekend terrein begeeft. Het betekent dat je
van het samenstellen van de stuurgroep via hoogtepunten
steeds maar één stapje tegelijk kunt zetten omdat je niet
en dieptepunten van het onderzoek zelf, tot vragen: moeten
kunt overzien waar je precies terechtkomt. Het betekent
we wel doorgaan? Ik wil er niet teveel over uitwijden, maar
steeds weer kritisch kijken naar dat ‘hoe’ en dat ‘waartoe.’ En
de hectiek van de school(reorganisatie) het dwingende ritme
last but not least: het betekent jezelf serieus nemen als part-
van het schooljaar, ‘11 september’ en ‘6 mei’, de voortschrij-
ner, als duurzaam deel van de siamese tweeling.
dende ontwikkeling, het oefende allemaal een eigen invloed uit op de voortgang van het onderzoek. Op enig moment werd het onderzoeksverslag aan de bisschop aangeboden, de stuurgroep werd demissionair, en toen was er de vraag: Wat moeten/kunnen/willen we, als bisdom, met dit rapport? Hoe kunnen we de resultaten op een zodanige manier ter kennisname brengen aan een groter
[3] Op de inhoud van de gesprekken
publiek, dat het strookt met onze verantwoordelijkheid?
ga ik nu niet in, het gaat in dit artikel
Vanwege de veelomvattende onderzoeksresultaten werd
over het zoekproces. Aan het eind van
besloten in eerste instantie experts uit te nodigen en hen de
het jaar komt een publieke versie van
conclusies en aanbevelingen uit het rapport voor te leggen.
het rapport, een cd met videobeelden
De lijst met genodigden voor een tweetal rondetafelgesprek-
en een inhoudelijk verslag van de
ken laat mensen zien uit kerk en onderwijs, uit de wereld
gesprekken beschikbaar.
PAGINA 15
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
De Nederlandse Katholieke Schoolraad heeft vanaf 1 januari van dit jaar een nieuwe
met collega’s grotendeels zelf je onderwijs kon inrichten en geprikkeld werd tot verdere studie. Een negatieve overwe-
voorzitter, drs. Bartho M. Janssen (1944). Bartho Janssen is zijn loopbaan begonnen
ging was dat een baan op een kantoor mij niets leek. Een beroepskeuzeadvies had mij naast leraar, ook kinderrechter
als leraar Nederlands. Na een korte periode in het bedrijfsleven vervulde hij diverse
of kinderpsychiater als mogelijkheden aanbevolen. Kennelijk was het niet helemaal toeval dat ik me later in mijn loopbaan
posities bij het huidige ministerie van OCW en vanaf 1990 binnen het katholiek
intensief met speciaal onderwijs heb beziggehouden. Met zo’n bewuste prioriteit voor het leraarschap was ik trou-
onderwijs. Daarnaast is hij voorzitter van de Raad van Advies van de KRO. Hij is na
wens met zegge en schrijven nog één andere student in mijn studiejaar een uitzondering. De rest had allerlei andere ambi-
prof.dr. Gerard Brenninkmeijer en prof dr. Peter Jonkers de derde voorzitter van de
ties als schrijver, wetenschapper of journalist en ontdekte gaandeweg tot hun schrik dat er niet zo veel andere moge-
NKSR sinds 1966, het jaar waarin de NKSR van een strikt kerkelijke organisatie een
lijkheden dan leraar waren. De opleiding tot leraar op de universiteit was in die tijd dan ook minimaal en marginaal;
organisatie van alle geledingen binnen het katholiek onderwijs werd.
bij een doctoraalexamen kreeg je de lesbevoegdheid min of meer cadeau. Daarvan ging de verkeerde suggestie uit dat voor leraar geen specifieke vakbekwaamheid nodig was.
ZOU U DIE KEUZE NU WEER MAKEN?
Nieuwe voorzitter NKSR Bartho Janssen
Voor de goede orde: het is al bijna 30 jaar geleden dat ik als leraar uit het voortgezet onderwijs vertrok en de omstandigheden zijn wel veranderd. Maar ja, het leraarschap vond en vind ik echt een stimulerend beroep. Dat kwam waarschijnlijk doordat ik me vooral liet leiden door de ervaringen met mijn leerlingen en het overleg met collega’s en niet door gedetailleerde eindtermen en protocollen die anderen van buiten de school of de universiteit me voorschreven. Het is een cliché, maar je leert - als je voor hen open staat - nergens zo veel van, als van je leerlingen en studenten. Die ervaring heb ik opgedaan in het jeugdonderwijs, de latere experimentele universitaire lerarenopleiding en de tijd dat ik bedrijfsopleidingen organiseerde binnen een grote organisatie. Aan diezelfde keus koppel ik wel een voorbehoud: ik zou
WAAROM HEBT U VOOR HET ONDERWIJS GEKOZEN?
beslist weer de mogelijkheid willen hebben om een overstap
Leraar leek mij een interessant en plezierig beroep. Dat
te maken tussen verschillende functies binnen en buiten
kwam voor een belangrijk deel doordat ik het geluk heb
het onderwijs, uitvoerend en beleidsvoorbereidend. In het
gehad om voor de meeste vakken in de laatste jaren van de
algemeen vind ik het een goede zaak wanneer mensen op
middelbare school uitstekende leraren te hebben. Zij wisten
een veel flexibeler manier van functie binnen en buiten het
de liefde voor hun eigen vak op een heel vanzelfsprekende
onderwijs zouden wisselen.
manier te combineren met de interesse voor ons als leer-
PAGINA 16
lingen. Dat werd hun allemaal wel wat makkelijker dan nu
WAT BETEKENT HET KATHOLIEK ONDERWIJS VOOR U?
gemaakt doordat ik als leerling de laatste drie jaren nooit in
In de eerste plaats kwalitatief goed onderwijs dat leerlingen
een klas met meer dan 15 leerlingen heb gezeten.…Omdat
optimale mogelijkheden biedt zich te ontwikkelen en zich
mijn interesse vooral uitging naar literatuur en geschiede-
onze cultuur in de ruimste zin van het woord persoonlijk
nis lag de combinatie van toekomstig beroep en studie
eigen te maken. In mijn visie is de vorming van leerlingen
(Nederlands) voor de hand. Bovendien trok de vrijheid van
in religieus/levensbeschouwelijke zin daar ten nauwste mee
het leraarsvak mij aan: vakinhoudelijk waren er afgezien van
verbonden, evenals hun groei als lid van de gemeenschap
de exameneisen nauwelijks voorschriften, zodat je in overleg
die de school is.
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
WAT WAS UW MOOISTE MOMENT UIT UW LOOP-
profilering uit concurrentieoverwegingen, zie je echter dat
BAAN TOT NU TOE?
vergeleken met pakweg 15 jaar geleden veel scholen nu veel
Toen ik vertrok als leraar in het voortgezet onderwijs, had-
actiever bezig zijn met hun eigen identiteit. Leren, vieren en
den de leerlingen uit de 5e klas vwo van wie ik mentor was
dienen zijn op zeer veel katholieke scholen geen loze frasen
en die ik naast Nederlands ook maatschappijleer gaf alle-
maar echte, concrete kernactiviteiten in een eigentijdse
maal hun persoonlijke herinneringen aan hun contacten met
vorm, geënt op evangelische waarden en voortbouwend op
mij en mijn functioneren als leraar en mentor geschreven.
de katholieke traditie van de school.
Een betere afsluiting en evaluatie van mijn leraarstijd had ik me niet kunnen wensen. Vooral omdat de bijdragen niet
WIE ZIJN UW VOORBEELDEN?
alleen zonder enige terughouding waren geschreven, maar
Jezus van Nazareth, om wat hij ons in de Bergrede als bood-
ook iedere oppervlakkigheid misten. Ik was echt trots op
schap voorhoudt en als de man die in het Emmaüsverhaal
mijn leerlingen en blij met hun reacties.
samen met zijn leerlingen onderweg is. Het beeld van het
In een andere fase van mijn loopbaan heb ik tijdens het
letterlijk en figuurlijk samen onderweg zijn, praten, samen
tweede kabinet Lubbers, waarin enorm bezuinigd werd op
eten en drinken heeft mij altijd zeer aangesproken.
de jeugdhulpverlening, tegen de voornemens van twee
In de verkiezing die de KRO nu organiseert wie de grootste
staatssecretarissen in de sluiting van een grote justitiële
Nederlander is, zou ik kiezen voor Erasmus. In mijn studietijd
inrichting in Borculo met bijbehorende uitstekende scholen
heb ik nog al wat van en over hem gelezen. Naast zijn grote
weten te voorkomen. Het is het soort internaat waar nu zo’n
eruditie en wetenschappelijk werk als man van de moderne
behoefte aan is en waar grote wachtlijsten voor bestaan…
tijd spreken mij vooral zijn genuanceerdheid aan en het feit dat hij ondanks ernstige dreigementen van diverse kanten
WAT WENST U HET KATHOLIEK ONDERWIJS?
weigerde zich als een geborneerde eenzijdige partijganger
‘Het katholiek onderwijs’ bestaat natuurlijk niet. Er is geen
op te stellen in de (religieuze) twisten van zijn tijd. Zijn ironie
model dat van bovenaf dwingend als eenheidsworst wordt
en scherpe observaties zijn bovendien nog steeds actueel en
opgelegd, nog afgezien van de grote verschillen tussen de
de moeite waard om te lezen.
sectoren van bijvoorbeeld primair en voortgezet onderwijs. Katholieke scholen vertonen grote verschillen, al naar
WIE ZIJN DAT ABSOLUUT NIET?
gelang hun leerlingen en leraren verschillen en de maat-
Ik heb geen specifieke personen op het oog, maar in het
schappelijke omgeving waarvan ze deel uitmaken – en dat
algemeen heb ik weinig op met mensen die alles wensen
is maar goed ook. Maar al die mensen die bij de katholieke
te vertalen in termen van meetbaar (economisch) nut en
school betrokken zijn wens ik vóór alles inspiratie, ofwel
rendement. In de politiek en tegenwoordig soms ook in het
bezieling. Voor leraren, schoolleiders en bestuurders komt
onderwijs kom je mensen tegen die met slecht begrepen
daar noodzakelijk vakmanschap en vakkennis bij. Die combi-
begrippen en modellen uit de economie en het bedrijfsleven
natie van bezieling en vakmanschap schept de mogelijkheid
de maatschappelijke werkelijkheid proberen te vatten en te
voor een gemeenschap waar het goed leven en werken is
dwingen. Het absolute dieptepunt is dan wel bereikt als je
voor leerlingen en leraren.
over leerlingen hoort praten als ‘het product van onderwijs’.
WAT WILT U KWIJT IN HET KATHOLIEK ONDERWIJS?
BENT U GELOVIG?
Niet specifiek voor het katholiek onderwijs, maar meer in
Ja. Uit afkomst en uit overtuiging.
het algemeen: het niet serieus nemen van leraren als de professionals die ze zijn of die ze kunnen worden. De gede-
HEEFT U DAAR IN UW WERK IETS AAN?
tailleerde betutteling van overheidswege springt daarbij het
De vraag suggereert een soort nuttigheidsdenken. Mijn
meest in het oog, vaak in combinatie met een ‘afrekencul-
geloofsovertuiging heeft geen enkel direct nut voor mijn
tuur’ die zonder een stevige schoolleiding en een stevig
werk en biedt ook geen praktische of pasklare oplossingen.
bestuur een heilloze doorwerking naar de school en het
Zij is wel een kompas, de inspiratie van waaruit je wil leven:
onderwijs kan hebben.
wat vind ik uiteindelijk de moeite waard, wat geeft mijn
Wat ik ook graag kwijt zou willen in het katholiek onderwijs
leven zin en richting. Daar wil je dus ook je handelen door
is wat Louis ter Steeg noemt ‘de levensbeschouwelijke
laten bepalen, ook al lukt dat in de praktijk helaas maar in
bewusteloosheid’. Door verschillende oorzaken, waaronder
zeer beperkte mate. PAGINA 17
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
Als een school nadenkt over het invoeren van een verlengde schooldag (VSD) is daar een reden voor die te maken heeft met de school zelf. Er is immers niet een mooie subsidieregeling die het aanlokkelijk maakt. Er is ook geen leerplan of landelijk beleid waaruit direct te putten valt. Er is hooguit een wenselijkheid vanuit gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, een impuls vanuit onderwijskansenbeleid of een min of meer toevallig en geslaagd schoolproject met partners die zich ook bezighouden met jeugd en met jeugdbeleid. Aan de basis van starten met VSD-activiteiten ligt wel vaak een schooltraditie met diverse buitenschoolse activiteiten, maar scholen en plannenmakers maken wel een
Leren van de bakker en de brugwachter
stap als ze nadenken over signalen die leerlingen afgeven of over de behoeftes van leerlingen.
FRANK SELLER
Bij de start in 1999 van een landelijk project rond de
namen waaronder die eerste scholen zich presenteren zijn
Verlengde Schooldag (VSD) in het voortgezet onderwijs voert
tamelijk bekend: Brede School, Vensterschool. Later ontstaan
het NIZW (Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn) met
andere namen en variaties op dit type naam. De Groninger
een aantal scholen vooraf gesprekken. Uit het intakegesprek
Vensterscholen zijn van deze groep landelijk misschien het
met het Franciscus/City College Rotterdam wordt het vol-
meest bekend. In 1995 worden de plannen gemaakt en in
gende genoteerd:
1996 start de eerste school. Het doel wordt ook nu nog breed
‘De school ziet ook een opvoedende taak voor zich weg-
geformuleerd: ‘Het aanpakken van de onderwijsachterstan-
gelegd. In het algemeen krijgen de leerlingen van huis uit
den. De over het algemeen zorgwekkende situatie in het lager
weinig mogelijkheden en stimulans mee om in hun vrije tijd
onderwijs is in de gemeente Groningen voortvarend aange-
actief en ‘zinvol’ bezig te zijn. De school wil in die lacune
pakt. Door een toegenomen complexiteit op het gebied van
springen. Een ander motief is dat leerlingen na schooltijd
opvoeding, vorming en scholing voldoet de ‘gewone’ school in
blijven rondhangen in en om de school en graag iets willen
veel gevallen niet meer. Met het concept van de Vensterschool,
ondernemen maar niet weten wat.’ 1
een multifunctionele school gekoppeld aan voorzieningen en
In het voortgezet onderwijs is er nog weinig merkbaar van
instellingen op het gebied van cultuur, onderwijs, welzijn,
structureel beleid, hoewel er op veel plaatsen initiatieven
zorg en sport, wordt geprobeerd de oorzaak van sociaal-
door scholen worden genomen. Soms in de richting van
culturele achterstanden bij kinderen op te lossen’. 2
structureel maken van VSD-activiteiten, soms in de richting
Belangrijk is daarbij, vinden ze in Groningen, dat de school
van toewerken naar een Brede School. Dat hangt samen met
een afspiegeling is van de wijk. De brede scholen hoeven dus
de buurt waarin de school staat of de leerlingen waar ze mee
niet op elkaar te lijken, behalve dat er in elke brede school
te maken hebben. In het primair onderwijs is er echter al veel
integraal wordt samengewerkt tussen instellingen en dat de
langer een traditie op beide gebieden. Er is ook meer struc-
ouderbetrokkenheid een zeer centraal thema is.
tuur en bovendien ook veel meer ambitie.
In de afgelopen jaren zijn deze kenmerken nadrukkelijk overeind gebleven. Wel is de doelgroep groter geworden; het
De eerste golf
beleid richt zich nu op alle kinderen van 0 – 15 jaar en er is
[1] Verlengde Schooldag leren
De eerste initiatieven rond de brede-schoolbeweging komen
ruimte om VSD-activiteiten in het schoolprogramma toe te
organiseren; uitgave van VVO en
van onderaf. Het zijn activiteiten die ontplooid worden rond
voegen.
NIZW van januari 2004; pagina 5
basisscholen in grote en vervolgens middelgrote steden:
Veel andere gemeenten hebben van dit concept geleerd of
[2] www.vensterschool.groningen.nl
Rotterdam, Groningen, daarna Amsterdam, Leiden. De
het concept geleend. Plaatselijke initiatieven van scholen
PAGINA 18
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
en instellingen zijn overgenomen of ingekaderd in gemeen-
van een school met veel VSD-activiteiten: ”Een school is geen
telijke acties en beleid. In deze tweede golf van de brede-
buurthuis,” om aan te geven dat hij de lossere werkstructuur
schoolontwikkeling staat het instrumentele en facilitaire
van een projectbegeleider en diens voorbeeldgedrag niet
aspect sterk op de voorgrond. In zekere zin kan het aanbod
tot gewenst gedrag van de school wilde rekenen. Hij ver-
van een betere, multifunctionele ruimte als stimulans wor-
woordde even later met ongeveer dezelfde tekst dat hij zich
den opgepakt door samenwerkende partners. Maar het blijkt
ingehuurd voelde als toezichthouder bij projecten die werden
niet te leiden tot gegarandeerde resultaten. De opgedrongen
geleid door anderen en die hij zeker niet tot de zijne wilde
samenwerking kan door deelnemers worden ontkend, ieder
rekenen.
kan aan zijn eigen visie blijven vasthouden zonder die echt
De discussie over de maatschappelijke opdracht van de
te delen. Sterker nog, als daarover verschil van inzicht groeit,
school is intussen geluwd en alom wordt geaccepteerd dat
stokt de samenwerking en de synergie blijft uit. Dan is het
de school hierin een taak heeft. In de onlangs verschenen
dure gebouw gauw te duur en blijkt het gedwongen samen-
beleidsdocumenten van het ministerie van OC en W Koers
wonen niet echt goedkoper. Zeker als de verwachtingen daar-
VO en Koers PO wordt dat met zoveel woorden gezegd: “…
over te hoog gespannen waren.
ik wil scholen niet voorschrijven hoe ze die lokale contacten moeten opbouwen, maar ik spreek scholen er wel op aan dat
Landelijk beleid plaatselijk vormgeven
Een school is geen buurthuis
ze hun maatschappelijke opdracht vervullen.” 3
Veel gemeenten hebben intussen geleerd landelijke beleidsimpulsen plaatselijk vorm te geven. Gelden voor het
Van doelstelling naar inspiratie om te leren
Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) worden
In het brede scala van brede scholen, scholen met VSD-acti-
in samenspraak met de partners ingezet voor vergroten van
viteiten, scholen die samenwerken met partners, is langza-
onderwijskansen van kinderen. Hierin zal binnenkort het
merhand een duidelijke doelstelling voor de brede school
een en ander veranderen en dat kan grote gevolgen hebben
ontstaan. Dat betekent niet dat daarmee vormgeving ervan
voor VSD en brede-schoolactiviteiten. Ook de impulsen die
gemakkelijk is. “Het komt regelmatig voor”, zegt Marja
uitgaan van gelden voor de vroeg- en voorschoolse educatie
Valkestijn, “dat er bij ons een telefonische vraag binnenkomt
(VVE-gelden) dragen bij aan de vormgeving van gemeente-
van startende scholen of anderen. Zoiets als: we willen met
lijk beleid, net als de dagarrangementen om arbeid en zorg
een brede school aan het werk, maar we weten niet hoe of
te kunnen combineren. Nagenoeg alle gemeenten hebben
wat. En bij een helpend antwoord dat wij geven stellen we
een breed jeugdbeleid van 0 – 12 jaar geformuleerd. Voor het
een heleboel deelvragen aan de orde.Wat is het belang voor
voortgezet onderwijs is dat veel minder het geval. Enerzijds
leerlingen? Zijn er ook doelen voor ouders, doelen voor de
zijn er initiatieven vanuit scholen, soms geënt op schooleigen
wijk of de buurt? Welke problemen willen de samenwerkende
VSD-activiteiten of op een programma met partners uit sport
partners aanpakken? Wat is er voor gemeentelijk beleid? Dat
en kunst waarmee de Brede School vorm krijgt. Anderzijds
zijn nogal wat vragen.”
zijn er activiteiten die voortkomen uit bescherming en coa-
Algemeen wordt als centraal doel geaccepteerd het vergro-
ching van risicoleerlingen; deze programma’s worden vaak
ten van onderwijskansen van kinderen. Maar in de uitwer-
opgezet samen met welzijnsinstellingen en krijgen royale
king gaat het ook om de brede ontwikkeling van kinderen,
gemeentelijke aandacht, zeker als in de projectplannen het
niet alleen cognitieve talenten vragen om ontwikkeling.
woord probleemjongeren voorkomt. Daarmee is niet gezegd
Daarnaast kunnen aan de orde komen de voorschoolse,
dat de schotten tussen welzijn en onderwijs makkelijk op
tussenschoolse en naschoolse opvang, de aanpak van pro-
te ruimen zijn. “Het lukt wel op veel plaatsen”, zegt Marja
bleemleerlingen in samenwerking met zorginstellingen, aan-
Valkestijn, hoofd van het Expertisecentrum Brede School van
dacht voor de schoolomgeving. Kinderen van de straat hou-
het NIZW, “maar het is een lange weg. Je moet veel dingen
den kan ook een doel zijn, zeker in wijken met een negatief
echt samen doen om elkaars taal, elkaars jargon, elkaars
opvoedingsklimaat. Ten aanzien van ouders kan het centrale
structuur te begrijpen en te accepteren. Het is voor scholen
doel zijn ouders meer te betrekken bij het leerproces van hun
en onderwijsgevenden niet vanzelfsprekend dat ze samenwer-
kinderen, ouders met elkaar te laten leren over opvoeding
ken, laat staan dat ze een deel van de verantwoordelijkheid
en onderwijs van hun kinderen, ondersteunen van de onder-
willen delen.” In één van de vo-scholen verzuchtte een docent
wijsbehoefte van de ouders, combineren van zorg- en onder-
[3] Koers VO, pagina 40
PAGINA 19
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
Vervolg van pagina 19
wijsvoorzieningen.
krijgen. Samen organiseren de partners gelegenheden voor
Voor de wijk kan het nuttig zijn dat er een centrum komt,
maatschappelijk en werkend leren van kinderen, samen orga-
er een rustpunt met zinnige activiteiten ontstaat waarmee
niseren ze maatschappelijke oriëntatie en ontmoetingen van
de buurt zich herkent en zich erkend voelt; een plek voor
kinderen, samen brengen ze een rijkere context van leren de
wijkorganisaties om actief te zijn met scholing, contacten en
school in en nemen kinderen mee de school uit. Kinderen
ondersteuning.
leren van en met de brugwachter naast de school als de brug
Die gemengde opvattingen over doelen en opzet zijn ook
open moet; kinderen leren broodjes bakken en verkopen
zichtbaar in het Oberon-jaarbericht. Als de gemeentelijke organisaties in Nederland aangeven welke doelen worden nagestreefd met de brede school, is de top-5: 1 > Ontwikkelingskansen van kinderen vergroten. 2 > Samenwerking tussen instellingen verbeteren. 3 > Doorgaande lijn van ontwikkeling realiseren.
Denken doen FRANK SELLER
4 > Sluitend netwerk rond het kind creëren. In de jaren ’70 waren er groeigemeentes waar nieuwe wijken
5 > Multifunctioneel bouwen.
en bijbehorende voorzieningen in hoog tempo werden gereEn er zijn nogal wat gemeenten nadrukkelijk actief. Zie de
aliseerd. Nieuwegein was één van die groeigemeentes. In
tabel hieronder.
Nieuwegein-Zuid, in de wijk Hoog-Zandveld, startten in 1973 drie basisscholen met een beginnende openbare mavo en een
Uit een inventarisatie in het primair onderwijs van gemeentelijk Brede-Schoolbeleid in Nederland in 2003 >
>
>
>
4
interconfessionele havo/vwo in een geschakeld gebouw. De vo-scholen hebben inmiddels eigen gebouwen, daarvoor in de
Alle 25 grote gemeenten in Nederland geven aan bezig
plaats zitten in het complex een buurthuis en een ROC-afde-
te zijn met de ontwikkeling van brede scholen en er mee
ling Educatie. Na iets meer dan 30 jaar pakt de gemeente de
door te gaan.
herinrichting van het gebied en zijn voorzieningen groot aan.
Van de 37 middelgrote werken er 34 aan de ontwikkeling
Woningen worden toegevoegd, appartementen voor ouderen
van brede scholen.
en voor starters, en op het uitgestrekte schoolterrein zal een
Van de gemeenten met 20.000-50.000 inwoners werkt
brede school vorm moeten krijgen. Met Henk Valkenet, direc-
63% aan brede scholen.
teur van de katholieke basisschool De Tweeklank, praat ik over
Van de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners is
hoe de ambitie vorm moet krijgen.
38% bezig met die ontwikkeling. Hoe anders is samenwerken tussen drie scholen in één complex vergeleken met zoeken naar vormen voor een brede Visie op leren
school?
Naast al deze inhoudelijke motieven, constateert het NIZW
Onze samenwerking als bewoners van één complex gaat
dat er ook in inspiratieve zin naar de brede-schoolontwikke-
straks heel anders worden. We kunnen niet meer over een
ling kan worden gekeken. In een brede-schoolsamenwerking
activiteit zeggen dat die leuk is om samen te doen. We moeten
is er ruimte voor een veel meer vanzelfsprekende situatie
structureel denken. Als je straks een gezamenlijke zaal hebt
voor toepassing van concepten van ervaringsleren, com-
voor presentaties, dwingt dat tot afspraken over inzet, gebruik
petentiegericht leren, authentiek leren. Leerlingen bepalen
en gebruikstijden, naast de huishoudelijke zaken over schoon-
meer wat ze zelf leren en hoe ze het leren, beoordelingsche-
maak en opruimen. Daarvoor moet je ook je eigen gebruik kri-
[4] Jaarbericht 2003 Brede scholen in
mata zijn niet langer geordend van 1 tot 10. Hierbij zouden de
tisch beschouwen en dat is lastig; al je opgebouwde routines
Nederland, onderzoeksrapport bureau
‘buitenschoolse’ partners een veel grotere inbreng kunnen
komen opnieuw ter sprake.
Oberon, oktober 2003
hebben dan ze zelf denken. Hierbij kunnen ouders en leerlin-
[5] Verlengde Schooldag leren
gen een veel sturender leervraag vorm geven en formuleren.
Hoe kun je als scholen daarin initiatiefrijk zijn?
organiseren; VVO en NIZW,
Interessant is dan dat daarmee de samenwerking van de
Je kijkt niet alleen naar je eigen activiteiten, maar ook naar je
pagina 21 t/m 28
brede-schoolpartners op een heel andere manier vorm kan
omgeving. Hoe pakken we nu de schoolomgeving al aan om
PAGINA 20
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
bij de bakker op het plein; kinderen hebben een rol bij het buurtfeest. Vanuit een dergelijke gedachte is het mogelijk de tegenstelling tussen het schoolse leren en het levensecht leren 5 te overbruggen. Een gesprek over deze manier van leren en leven kan een inspirerende verrijking zijn voor alle partners.
en dromen straks als Brede School één visie, één mening te hebben. De verkeerssituatie
waarvoor meer mogelijkheden gezocht moeten worden. Die jongeren
bijvoorbeeld met drie verschillende ingangen: ouders die hun kinderen op de
zaten wel vier, vijf jaar eerder in jouw school; dus ze zijn ook nog een
fiets brengen, kinderen die zelf fietsen, auto’s waar kinderen uitstappen en die
beetje je oud-leerlingen. Of als je bij een bezoek aan een voorbeeld-
snel het gewoel uit willen zijn. Of de speelplaatsen die overlopen in trapveld-
school samen bedenkt hoe je de verkeersfuncties in het schoolgebouw
jes voor de buurt en het omringende groen van het park. Voor het beheer van
kunt vormgeven. Dan zie je dát je het leren van kinderen anders kunt
het complex maken we nu al afspraken: Bedrijfshulpverleners complex-breed,
faciliteren.
alarm. Daardoor ervaren we welk positief gebruik er te maken is van gemeenschappelijke gangen. Dat levert weer input voor de inrichting van het nieuwe
Waar maak je je bezorgd over?
gebouw.
Als ik merk hoeveel, en hoe indringend ook, informatie op kinderen afkomt en hoeveel nieuwe dingen ze een plaats in hun leven moeten
Hoe praat je daarover met teamleden, met ouders?
geven, denk ik wel eens dat die ontwikkeling van het leren van kinderen
In de contacten met ouders merk je duidelijk dat men vindt dat er in de wijk
veel sneller gaat dan wij ons als onderwijsgevenden kunnen indenken.
iets moet gebeuren. Maar daarmee weet je nog niet echt wat de mensen
Daar blijft het schoolse leren echt bij achter. Dat zou een centraal punt
vinden. Het gesprek met de Ouderraad is heel constructief. In de MR praten
moeten zijn bij het denken over onderwijs.
we meer over hoofdlijnen. Met de teamleden praat ik vooral over het leren van kinderen. De leeromgeving van onze leerlingen is veel breder, ruimer,
Van wat voor schoolgebouw droom je?
rijker dan de leeromgeving die wijzelf als kinderen hadden. Je moet dus nu
In onze brede school zie ik een kleine theaterachtige zaal waar kinderen
meer boeien, meer prikkelen, maar ook anders boeien en prikkelen, en vooral
naar elkaar kijken en luisteren als ze elkaar informeren, voor elkaar
kinderen dingen laten doen waar ze anders niet aan toe komen. Daarvoor is
presentaties houden, werkstukken showen. Die werkstukken maken ze
samenwerken met niet-schoolse partners aantrekkelijk. Als het buurthuis een
in ruimtes die iets hebben van een atelier, een werkplaats, een knutsel-
inspirerende activiteit heeft rond werken met klei, kunnen we dat mogelijk
schuur; het zijn ruimtes waar ze dingen ontdekken. Maar ik denk ook aan
straks inpassen. Voor of na schooltijd is daarbij minder belangrijk. Want zowel
lokalen waar je echt les kunt geven, instructie en verwerkingsopdrachten.
school als voorschoolse opvang, naschoolse opvang, tussenschoolse opvang
Informatie halen, digitaal binnenhalen en bewerken is belangrijk. Dat kan
moeten voor kinderen inspirerend zijn. Die buitenschoolse opvang is voor de
apart, maar ook samen met de instructie. Een heel rustgevende ruimte
teamleden lastig te plaatsen. Zelf denken ze vaak dat zijzelf daarin een taak
zie ik ook ergens in het gebouw. Maar vooral belangrijk vind ik de speel-
hebben en dat kan een gesprek een tijdje blokkeren.
ruimte: daar moet wat te beleven zijn, te ontdekken, dus geen platgetegelde ruimte met rubbertegels onder elk speeltoestel.
Wat maakt je enthousiast in de voorbereidingen?
Ik wil gebruik kunnen maken van wat anderen hebben bedacht; waarvan
Dat is wisselend. Af en toe merk je dat je een omslagpunt bereikt. Als de
ze hebben geleerd hoe het wel en hoe het niet kan. Die nieuwe school-
mensen van de gemeente het nieuwe gebouw niet langer als een bedrijfsver-
omgeving moet weer heel wat schoolgeneraties mee.
zamelgebouw benaderen, bij voorbeeld, maar meer als een samenhangende ontmoetingsplaats in de wijk. Of als je praat over het jongerenwerk in de wijk PAGINA 21
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
Sprookje LIES VAN LOON-DUINDAM
Er was eens een klein meisje dat met haar ouders een
Herontwerp Beroepsonderwijs, competentiegerichte kwa-
is werkzaam in de BVE,
Sprookjesbos bezocht. Het kleine meisje genoot van de
lificaties voor alle opleidingen. In de slipstream van deze
sector Zorg en Welzijn.
sprookjes, ze leken zó echt en toch wist ze dat het allemaal
ontwikkeling wordt gesproken over grotere flexibiliteit, over
niet waar kon zijn. Zoals in de meeste bossen was ook in
‘natuurlijk leren’, over de relatie tussen onderwijs en bedrijfs-
het Sprookjesbos een open plek. Hier was niets te zien, wel
leven, over de noodzaak en de mogelijkheden om het beroep
lieten luidsprekers een verhaal horen. Het verhaal ging over
dichter bij de onderwijspraktijk te brengen en over het ver-
een keizer die zich had laten wijsmaken dat hij de mooiste
plicht stellen van meerdere talen.
kleren van de wereld had, terwijl hij in zijn hemd over straat
Was er een probleem dan? Ja, natuurlijk zijn er problemen.
liep. Een klein jochie moest daar vreselijk om lachen. Het
Er zijn jongeren die het niet redden in de samenleving, de
meisje vond er niets aan; het zou zomaar echt gebeurd kun-
reddingsboeien die het ROC uitgooit zijn veelal te laat. De
nen zijn!
afdelingen techniek trekken al jaren te weinig belangstellenden en er is een hoeveelheid veel te kleine opleidingen. Het
Tussen opgaan in een sprookje en voorlezen uit een sprook-
Herontwerp Beroepsonderwijs richt zich met name op het
jesboek, tussen hutten bouwen en huizen, tussen winkeltje
terugbrengen van de kwalificaties van 750 naar 300. Wie dit
spelen en verkopen, liggen werelden van verschil. In die
mega herontwerp heeft bedacht voor het totale middelbaar
wereld van verschil speelt het middelbaar beroepsonderwijs
beroepsonderwijs? In ieder geval niet de beroepsgroepen en
haar eigen rol.
niet het bedrijfsleven.
Na de laatste fusiegolf (1997) is het mbo onder het gezag
Onderwijs, het kan altijd beter! Dat is de lol, dat is de uit-
gesteld van de Wet Educatie Beroepsonderwijs en onder-
daging. En de professionals in het onderwijs, de docenten,
gebracht in ongeveer 45 Regionale Opleidingscentra. Van
hebben daar uitstekende ideeën over. De professionals in het
de ongeveer 750 beroepsopleidingen die er zijn voeren de
beroepsonderwijs zijn, als het goed is, grotendeels afkomstig
grotere ROC’s er zo’n 400 uit. In totaal leidt het veld jaarlijks
uit het werkveld waarvoor wordt opgeleid. Het management
rond de 600.000 deelnemers op.
van de betreffende beroepsopleiding heeft, als het goed is,
De beroepsopleidingen van een ROC hebben in de dage-
een adequate communicatiestructuur opgebouwd met het
lijkse praktijk te maken met vele soorten belanghebbenden.
afnemende werkveld, en de faciliteiten binnen de gebouwen
Allereerst is dat de betreffende deelnemer en zijn ouders c.q.
laten, als het goed is, geen twijfel bestaan over de branche
opvoeders. Maar daarnaast zijn dat o.a. de jongerenorgani-
waarvoor wordt opgeleid. Daarom zijn rondleidingen door
saties, de inspectie van het onderwijs, de arbeidsinspectie,
een ROC zo leuk. Je kunt er bijvoorbeeld kapsalons bezoe-
de inspectie van de examens, regelgeving en controles van
ken, keukens en restaurants, huiskamers, ziekenkamers,
het eigen bevoegd gezag, interne en externe accountants,
dramalokalen, kinderdagverblijven, apotheken, schoonmaak-
het vakministerie, de toeleverende en afnemende scholen,
lokalen en werkplaatsen. Deelnemers demonstreren er met
waarbij inbegrepen de eigen afdeling Educatie. Dit is nog
plezier hun vaardigheden en competenties. Een specifieke
maar het topje van de ijsberg.
opleidingsafdeling in een ROC die de integratie met het beroep niet aanbiedt in haar onderwijs krijgt vroeg of laat
PAGINA 22
Bijna onwillekeurig rijst de vraag wat bij voorbeeld een wil-
te maken met continuïteitsproblemen. Zo’n afdeling is niet
lekeurige bakker, kapsalon, restaurant, kinderdagverblijf,
aantrekkelijk voor deelnemers en evenmin voor het afne-
ziekenhuis, bank, sportvereniging, garage of tandartspraktijk
mende werkveld. In het beroepsonderwijs draait alles om de
te maken hebben met die voor hen onoverzichtelijke lan-
beroepspraktijk en om contextrijk leren. Waarom zou je Frans
delijke onderwijsstructuur. Niets natuurlijk, time is money
moeten leren? Omdat je de Franse termen op een menukaart
en investment in people dient wel doelgericht en doelmatig
moet kunnen lezen en uitleggen en omdat je een menukaart
te zijn. Bedrijven willen competente beginnende beroeps-
moet kunnen samenstellen. Waarom zou rekenen van belang
beoefenaren en vaardige vaklui. Het lijkt dus een geschenk
kunnen zijn? Omdat je de hoeveelheid zuurstof moet kun-
uit de hemel dat het mbo aan de vooravond staat van het
nen bepalen die nog voorradig is in de cilinder bij een cliënt
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
weten ook dat we het met elkaar in standhouden.
Wat mij betreft hebben we een minister van Nationale Ontwikkelingssamenwerking nodig; die de Algemene Vorming en Opvoeding onder haar toezicht heeft. Verder een staatssecretaris voor Beroep en Onderwijs, thuis. Maar Frans en rekenen zijn in deze voorbeelden
gepositioneerd bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Die
geen op zichzelf staand vak en worden als zodanig ook niet
minister van Nationale Ontwikkelingssamenwerking en die
geëxamineerd. Een beroepsopleiding vorm geven en uit-
staatssecretaris voor Beroep en Onderwijs vormen samen
voeren is teamwork, dat doe je met een multidisciplinair
met minister Zalm een Stuurgroep, Zalm is voorzitter. Deze
team van gespecialiseerde docenten, samen! Een onder-
Stuurgroep krijgt de opdracht om al het beroepsonderwijs
wijsteam van de afdeling Horeca is een ander team dan dat
van vmbo, mbo en hbo, in één wetgeving onder te brengen,
van de afdeling Gezondheidszorg of Welzijn of Kappen. Zo’n
om dit budgettair neutraal te organiseren en in vijf jaar te
specifiek multidisciplinair onderwijsteam brengt het beroep
realiseren.
in de klas, in nauwe samenwerking met het werkveld uit de
Dit zal binnen vijf jaar resulteren in het onderbrengen van
buurt, iedere dag.
vmbo, mbo en hbo in branchespecifieke, herkenbare, goed geoutilleerde gebouwen, waar beroepsonderwijs verzorgd
En voor dit type onderwijs is blijkbaar een Herontwerp
wordt voor studenten van alle niveaus. Toelating is uitslui-
nodig. Heeft Nederland door dit Herontwerp dan over vijf
tend mogelijk met een actueel portfolio Algemene Vorming
jaar meetbaar minder drop-outs en voortijdig schoolverla-
en Opvoeding. Internationale en academische oriëntatie is
ters? Kan Nederland dan opeens meekomen met de kennis-
op relevante onderdelen georganiseerd evenals de relatie
economie? Zal door dit Herontwerp de concurrentiepositie
met specifieke beroepsgroepen. Het regionale bedrijfsleven
ten opzichte van Azië verbeteren? Waarom eigenlijk een
is vaste opleidingspartner. Vijf jaar na de implementatie
cosmetische operatie die slechts hier en daar een ongepaste
zijn deze Colleges uitgegroeid tot gewaardeerde Kennis- en
rimpel wegstrijkt?
Opleidingscentra voor specifieke branches, tot geloofwaardige partners in de regio en soms ver daarbuiten. Het
Wat mij betreft is het hoog tijd voor een fundamentele her-
kwalificatierendement is minimaal 80%. De besparing op de
structurering van het hele onderwijs, te beginnen bij de peu-
huidige onderwijsbegroting is na die vijf jaar minimaal 40%.
ters en kleuters. Daar worden de voorboden gesignaleerd, geobserveerd, gerapporteerd (verplicht!) die kunnen wijzen
Het is heel lang geleden dat het kleine meisje het
op (toekomstige) problematiek. Wat gebeurt er met dit
Sprookjesbos bezocht. Ze is nu zo oud dat ze de keizer in
zorgvuldig gedocumenteerde materiaal? Volgt het de school-
zijn hemd regelmatig ontmoet. Tot haar verbazing shockeert
loopbaan? Was dat maar waar! Nederland is een land van
hij zelden iemand. Ze is wel eens bij hem gaan zitten om te
schotten. Schotten van overheidswege tussen alle soorten
praten over de mogelijkheden van maatwerk en mantelzorg.
onderwijs, tussen alle soorten diensten. Jeugdzorg, gezond-
Hij blijkt wijs, die keizer. Hij heeft haar verteld dat hij een
heidszorg, justitie, politie, reclassering, sociale dienst,
fenomeen is en dat hij nog heel lang en heel gelukkig in ons
RIAGG, reïntegratiebedrijven etc. We hebben teveel. Teveel
midden blijft, gewoon, in zijn hemd.
kinderen en hun opvoeders verliezen het van de bureaucratie van de schotten en van de systemen. Dat weten we en we PAGINA 23
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
G E LOV E N I N D E S C H O O L BERT TEN BERGE S.J.
Waarom hebt u voor het onderwijs gekozen?
Ze konden in de bibliotheek en op internet geen informatie
Ik ben geboren in Sneek als jongste van negen en groeide
over hem vinden. Toen ben ik op een vrije middag met
op in Lemmer, waar mijn vader banketbakker was en
ze mee gaan zoeken op de universiteitsbibliotheek tot er
moeder leiding gaf aan gezin en bedrijf. Op de middelbare
voldoende materiaal was. De volgende les verrasten ze
school in Emmeloord blonk ik uit in wiskunde, medeleerlin-
mij met een prachtige roze roos. Ook kan ik me eindeloos
gen vroegen me om extra uitleg. Ofschoon al mijn broers
over leerlingen verwonderen: zo oprecht, open en eerlijk
en zussen met hun handen werkten, mocht ik in Groningen
als ze zijn. Tijdens de afgelopen week in Taizé plofte een
wiskunde gaan studeren. Na het kandidaatsexamen was ik
spaghettisliert van een meisje bij mij in het gras en zei dat
de studie moe, gaf om in mijn levensonderhoud te voorzien
ze het woord ‘God’ niet meer kon horen. Ik zei: “zeg dat dan
bijles wiskunde, haalde MO-A en werd wiskundeleraar op de
maar in je gesprekskring”. Toen even later het klokje van de
onderbouw van het Maartenscollege. Toen 5 jaar geleden de
kerk belde, huppelde ze met haar vriendinnen weer naar de
tweede fase eraan kwam, haalde ik alsnog mijn eerstegraads
volgende kerkdienst. Ja, daar ga je dan voor.
bevoegdheid. Ik zocht de uitdaging van de balans tussen het leraargestuurde lesgeven en het zelfstandig werken en van
Wat was uw mooiste moment op school?
het inspelen op de belangstelling en de verschillende leer-
Behalve de voorbeelden die ik al gaf, denk ik ook aan heel
stijlen van leerlingen. Leerlingen werken bij mij principieel
verdrietige momenten. Ik was mentor van Justin, een jon-
in groepjes samen. Wiskunde is communicatie. Met ‘je hebt
gen met een hart- en longziekte vanaf de geboorte. Kort na
twee oren en één mond’ leren ze naar elkaar te luisteren en
de vakantie is hij uiteindelijk gestorven. Ik heb het aan zijn
te argumenteren over de oplossing van een vraagstuk.
derde klas verteld en samen met de ouders een plechtigheid in de aula van de school georganiseerd, waarbij ik een beeld
Zou u die keuze nu weer maken?
van Justin schetste op grond van wat leerlingen mij verteld
Toen ik dit mijn oma van 90 vroeg, zei ze: “ja, maar dan
hadden. Ook werd een stuk uit een brief van hem voorgele-
moest ik wel weten wat ik nu weet.” Dat geldt ook voor mij.
zen en zijn muziek gedraaid: ‘How fragile we are’. De ouders
Zonder de universiteit te diskwalificeren zou ik nu recht-
stuurden me later een bloemenbon uit dankbaarheid. Zo’n
streeks voor de lerarenopleiding kiezen, vanuit de veronder-
ander moment was bij het overlijden van de vader van een
stelling dat het daar niet sec om het vak gaat, maar om de
leerling. Ik brandde op mijn kamer een kaarsje voor hem. Na
begeleiding van leerlingen in de brede zin. Nu heb ik dat in
de crematie liet ik leerlingen in mijn kamer achter om wat na
de praktijk en van andere collega’s geleerd. Hoe kun je de
te praten en elkaar te troosten. Toen ik terugkwam zaten te
stelling van Pythagoras onderwijzen als er thuis ruzie is tus-
veel leerlingen op te weinig stoelen in een kring rond mijn
sen ouders en het kind eigenlijk vlucht naar school? Zo zijn
kaarsje dat ze op de grond hadden gezet en aangestoken.
er regelmatig kinderen die aan het eind van de les blijven
Het gros van die leerlingen had nog nooit een kerk van bin-
hangen om wat over thuis of over hun dilemma’s te vertellen.
nen gezien, maar een hen aangereikt symbool werd meteen door hen omarmd.
Wat betekenen de leerlingen voor u? Ze halen het beste in me naar boven op het gebied van
Er zijn collega’s waar ik wat mee heb, waar ik op kan leunen,
gezamenlijke project met geschiedenis in 3 vwo. Leerlingen
met wie ik goede gesprekken heb, maar het zijn er maar zo
maken in tweetallen een werkstukje over een belangrijke
weinig. Ik zou verlangen naar meer collega’s met wie ik het
wiskundige in de historie. Een Groningse plattelandsjongen
ongrijpbare kan delen en met wie ik in beweging kan komen
en een jongen uit een asielzoekersgezin hadden samen
rond wat ons inspireert en waarom je meer doet dan in het
Marin Mersenne, Frans kloosterling uit de 16-17e eeuw,
boekje staat.
gekozen vanwege diens fascinatie voor priemgetallen.
PAGINA 24
Waar verlangt u naar?
aandacht geven en jezelf even vergeten. Zoals bij dat
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
Wat wilt u kwijt? Ik ben geen type voor de MR. Er zijn collega’s die met hun CAO in de hand het onderste uit de kan willen halen. Daar hoor ik niet bij. Dus elke keer die discussie over taakbeleid en of de vijf minuten tussen de lessen nu wel of niet uitbetaald worden: laat maar! Kijk eens naar een andere beroepsgroep of over de grenzen, hoe je je bijvoorbeeld in Engeland moet wapenen tegen de claims van ouders. Dan ben ik blij dat ik hier leraar ben en zelf kan bepalen hoe ik in mijn leerlingen investeer.
Wie zijn uw voorbeelden? Het varieert. Af en toe denk ik terug aan een aardige docent natuurkunde van mijn middelbare school. Ook verhalen inspireren mij zoals over die Griekse wiskundige uit de oudheid die een jonge man in dienst nam en uitbetaalde om naar zijn onderricht te luisteren, totdat die jongeman zo geboeid was dat hij de meester ging betalen. Ik kom ook vaak op Nelson Mandela terug. Hoe bestaat het dat deze
in de wintermaanden op Schiermonnikoog. Hoe zal ik het
MIEKE THIJSSELING,
man door alles wat hem is aangedaan overeind en integer
geloof noemen? Een fundament waar ik op kan terugvallen
50 jaar, sinds 1981
is gebleven en niet tot haat en wrok is vervallen! En ik kan
en weer verder gaan; niet bedreigend of beklemmend, ruim-
docent wiskunde aan het
jaloers zijn op moeder Teresa vanwege haar radicale keuze
tescheppend, ‘Vader-Moeder’. Ofschoon niet noodzakelijk, is
Maartenscollege te Haren
voor de armsten.
het bij mij gekoppeld aan Jezus met de richting die Hij wijst
bij Groningen en op school
van naastenliefde.
actief betrokken bij evenementen met een religieus
Wie zijn dat absoluut niet? Al vanuit de herinnering aan mijn eigen middelbare school-
Heeft u daar op school iets aan?
karakter. Verzorgt in de
tijd denk ik aan docenten die zich ten opzichte van meisjes
Ik ben betrokken bij gebeurtenissen op school, waarbij
wintermaanden diensten
uitdagend gedragen en hun handen niet thuis kunnen hou-
religie een rol speelt. Zo ben ik in juli voor de derde keer
in de St.Egbertkapel op
den. Foute mannen die vrouwen benaderen als lustobject.
als begeleider meegegaan met de Taizé-reis, die nu al voor
Schiermonnikoog.
Docenten die zich niet bewust zijn van hun voorbeeldfunctie
de elfde keer plaatsvond. Maar ook als vakdocent ben ik
zoals dat eenmaal aangegane relaties heilig zijn en dat je
‘gelovig’. Ik kan dat niet loskoppelen. In de wiskunde is de
daar als derde van af moet blijven.
afgeleide het omgekeerde van het integraalteken. Als ik mijzelf als integraal beschouw, dan zitten daar mijn jeugd,
Bent u gelovig?
Friesland, wiskunde, r. -k. en oecumene, sport etc. in als
Toen een medestudent in Groningen beweerde dat katho-
afgeleiden van mijzelf. Zo’n afgeleide kan zomaar te voor-
lieken beelden aanbidden, ging ik in de verdediging. Ik
schijn komen, bijvoorbeeld het geloof in wonderen. Dan
realiseerde mij toen dat ik - ondanks de strubbelingen in
hoor ik me tegen een leerling, die alleen maar onvoldoendes
de pubertijd - mij de gelovige opvoeding van mijn ouders
haalt, zeggen: “Waar het aan ligt is mij nog niet zo duidelijk,
en het voorbeeld van een bijzonder godvruchtige oma had
maar ik geloof dat het anders kan, dat het je nog eens gaat
eigen gemaakt. Via een jongerenkoor raakte ik actief betrok-
lukken.” Die openheid voor groei heeft te maken met mijn
ken bij liturgische vormgeving, ik volgde de pastorale school
diepe bron. Ook zelf ben ik nog niet af, maar nog steeds in
en leidt sindsdien diensten, eerst in een parochie hier en nu
ontwikkeling.
PAGINA 25
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
Duitse katholieke scholen profileren zich met een ‘Actief burgerschap’ is de nieuwe slogan van politici. Minister Van der Hoeven wil de
Compassion
maatschappelijke participatie van jongeren bevorderen. Een middel daartoe is het schoolse
Opmerkelijk is de bevinding dat de stage vaak niet in het
leren meer te betrekken op de maatschappelijke en sociale omgeving. Minister van der
schoolcurriculum is ingebed of aan een vak is gerelateerd.
Hoeven verwacht dat een maatschappelijke stage ‘bijdraagt aan de ontwikkeling van sociale
Uit onderzoek uit Duitsland komt dit als een belangrijke
vaardigheden van leerlingen, het besef van waarden en normen en actief burgerschap’.
voorwaarde naar voren om effecten bij leerlingen teweeg
Doel is dat in 2007 een kwart van de vo-scholen een maatschappelijke stage aanbiedt.
te brengen. Alleen de ervaringen in de praktijk zijn onvoldoende; nodig is dat de ervaringen in verbinding worden
WILBERT VAN WALSTIJN
In deze context moet ook het onderzoek, op aanvraag van
gebracht met onderwijs dat ter zake informeert, reflecteert
de Nederlandse Katholieke Schoolraad in het kader van
en de ervaringen waardeert.
kortlopend onderwijsonderzoek, worden verstaan naar de
Sedert 1996 kent het katholiek onderwijs in het bisdom
maatschappelijke stage als mogelijkheid om leerlingen
Baden-Württemberg een schoolproject onder de naam
voor te bereiden op sociaal handelen, maatschappelijke
‘Compassion’. Leerlingen in de leeftijd vanaf 15 jaar lopen
participatie en betrokkenheid. Hierover is in ons land nog
verplicht ten minste twee weken een sociaal practicum in
weinig bekend. Als uitvloeisel van de kamermotie Atsma en
een zorginstelling. ‘Compassion’ is een pedagogisch-onder-
Middel heeft het Hilda Verwey-Jonker instituut in 2002 het
wijskundig concept dat wetenschappelijk begeleid en in zijn
voorkomen van maatschappelijke stages in het voortgezet
effecten is onderzocht door prof.dr. Lothar Kuld.
onderwijs onderzocht. Uit dit beperkte onderzoek bleek
In april van dit jaar heeft een groep Nederlandse docenten
dat er maar een tiental projecten waren die voor verder
een studiereis gemaakt naar Freiburg om nader kennis te
onderzoek naar een maatschappelijke stage in aanmerking
maken met Compassion. Volgend jaar april wordt de studie-
kwamen. Mogelijk was dit geringe aantal toe te schrijven
reis wegens groot succes herhaald (zie www.nksr.nl).
aan het feit dat het onderzoek zich beperkte tot projecten waarbij er sprake was van een samenwerking tussen de
In Freiburg spreekt men niet van een maatschappelijke
school en een vrijwilligersorganisatie. Stages op scholen
stage, maar over ‘een sociaal practicum’. Prof. Kuld plaatst
zonder dat er sprake was van samenwerking met een vrij-
Compassion sterk in het teken van ‘sociaal leren’ getuige
willigersorganisatie vielen buiten dit onderzoek.
zijn meest recente publicatie Compassion; soziales Lernen an Schulen. Hierin wordt aandacht gegeven aan zowel de
PAGINA 26
Uit het onderzoek dat op verzoek van de Nederlandse
levensbeschouwelijke en ethische grondslagen van het
Katholieke Schoolraad is uitgevoerd door het SCO-
project, als aan de pedagogisch-didactische uitgangspunten
Kohnstamm Instituut blijkt dat rond de 20% van de
van het project en zijn er bevindingen van wetenschappelijke
vo-scholen een maatschappelijke stage kent en nog eens
evaluaties.
een kleine 20% zegt er wel interesse voor te hebben. De
Compassie is geassocieerd met lijden en heeft daarom
stages komen vaker voor in het vmbo, het praktijkonderwijs
eigenlijk niet zo’n goede naam; niettemin is het een
en op brede scholengemeenschappen dan in (categoriale)
kernbegrip in het Christendom.
avo-scholen. Op de helft van de scholen met een maat-
Sommige jongeren zijn gevoeliger, meer aanspreekbaar
schappelijke stage is deze verplicht.
voor een sociaal practicum dan anderen. Kuld schetst het
De onderzoekers De Roede en Derriks wijzen echter op een
profiel van de ideale stagiaire binnen het Compassion-
lastig aspect van het onderzoek, dat te maken heeft met
project. Voor jongens en meisjes lijkt deelname aan het
de terminologie, want er is sprake van een grote variatie
Compassion-project een verschillende uitwerking te hebben.
aan invulling. Gelet op de doelen die scholen zeggen na te
Rolbevestiging bij meisjes ligt op de loer.
streven met de maatschappelijke stage lijken er verschillen
De nadruk ligt op vrijwillige dienstverlening aan de mede-
te zijn tussen de schooltypen. In vwo-avo ligt het accent op
mens en sociaal leren. De initiatiefnemers van Compassion
burgerschapsvorming en persoonlijke verantwoordelijkheid,
erkennen volmondig dat met ‘Compassion’ het niet mogelijk
in praktijkonderwijs en vmbo liggen de accenten bij zelfred-
is de maatschappij te veranderen, maar zij geloven wel in
zaamheid en beroepsvoorbereiding.
de mogelijkheid en de wenselijkheid scholieren ruimte voor
REFLEXIEF
>
OKTOBER 2004
>
NUMMER 3
sociaal practicum COLOFON reflectie en overweging te bieden vanuit de christelijkethische stellingname dat ‘niemand leeft voor zichzelf’. Grondgedachte van Compassion is de overtuiging: ‘Ein mensch ist kein mensch’ en ‘Menschlichkeit = Mensch
Reflexief is een uitgave van de Nederlandse Katholieke Schoolraad, forum voor katholiek onderwijs. Reflexief verschijnt driemaandelijks en wordt gratis toegezonden aan schoolbesturen en schoolmanagement, relaties in het onderwijs, de politiek, het maatschappelijk leven en de media. U kunt zich ook abonneren op Reflexief.
sein für Andere’.
Pedagogisch stoelt het project op de in Duitsland nog immer sterk aanwezige ‘Bildungstradition’, gebaseerd op een drieslag tussen weten, waarderen en handelen. Daar komt bij het nieuwe inzicht dat een nauwe verbinding van ervaring (Erlebnis) met de reflectie daarop via de uitwisseling daarvan met medeleerlingen en docenten het leren verdiept. Leertheoretisch stoelt het project op de empirisch plausibele aanname dat emoties of sterke belevingen op langere termijn ons gedrag en attituden in combinatie met onderwijs meer beïnvloeden dan
REDACTIE Bartho Janssen (hoofredacteur) Gerrit-Jan Meulenbeld (eindredacteur) Irma Verbeek (redactieassistent) Merian van Broekhoven Thom Geurts Frank Seller Wilbert van Walstijn VASTE MEDEWERKER Bert ten Berge s.j.
onderricht op zich zelf. Het viel de deelnemers aan de studiereis over Compassion op dat zowel de ethische als pedagogische ‘Begründung’
FOTOGRAFIE/ILLUSTRATIE Marc Gijsbers
van het project sterk wordt uitgedragen. VORMGEVING Ontwerpwerk, Den Haag DRUK Drukkerij Berne, Heeswijk
Jaarposter
REDACTIEADRES Stadhouderslaan 9
De 3e jaarposter van de NKSR is verschenen. Dit jaar is
Postbus 82068
gekozen voor een kunstzinnige vertaling van de visietekst
2508 EB Den Haag
‘verbinden & vertrouwen’. Centraal staat het levensverhaal:
t. 070 35 68 618
dat katholieken en andere christenen al 2000 jaar draagt
f. 070 34 67 486
en waarvan het kruis het levende teken is. Daarmee wil de
[email protected]
NKSR een tastbaar symbool in handen geven van iets wat
www.nksr.nl
lang niet altijd tastbaar of zegbaar is: de identiteit van het ABONNEMENTENADMINISTRATIE
katholiek onderwijs.
Reflexief kost € 12,50 per jaar, los nummer € 3,75. Voor informatie en losse nummers: Irma Verbeek, t. 070 35 68 618,
[email protected]
De poster (A2) is te
COPYRIGHT
bestellen via het
Overname van artikelen of gedeelten daarvan is toegestaan na voorafgaande toestemming
redactieadres tegen een
van de redactie en met bronvermelding.
vergoeding van € 6,25.
ISSN 1570-2588
(Zie ook www.nksr.nl)
PAGINA 27
WILLEM HUSSEM
Voorzichtig heb ik de gevangen vogel Uit de strik verlost Ik laat hem vliegen Hij geeft mij vleugels