1 TERUGBLIK VNVA KRANT
2
Wees niet tevreden met een dode mus! Yvonne Winants
5
Redactiewerk komt je goed van pas 1996 -1999 Marjolein Bastiaanssen
7
Je maakt het met elkaar De redactie tussen 1998 en 2001 Karen Kruijthof
8
Restyling Ingrid Pladdet VNVA
9
11
Ereleden VNVA 2006 Betty Meyboom-de Jong en Corrie Hermann Geen papieren, wel een verhaal Symposiumverslag Clara Peters
14
Vaker depressief? Rubriek Seksespecifieke geneeskunde Toine Lagro-Janssen
15
Wonen op een eiland Column Ina Vader
16 Zorgvernieuwing, ja…en?
Arts, patiënt, beleidsmaker en recht Rubriek Tucht en recht Petra Chin A Paw
17
Felicitaties
17
Agenda
18
Dansen voor vrouwenrechten Nathanja van Moppes
20 Recensies Kwakzalverij 125 jaar medische folklore Christien Klein-Laansma The treatment of elderly patients with aggressive non-Hodgkin’s lymphoma (NHL) Lily de Kleijn
20 Te Recenseren 21
Horen zien en handelen Symposiumverslag Margret Kaandorp
22
VNVA wordt lid van MWIA Joanna Schopman
23
Project Global Health Education Akke Botzen
Redactioneel BIJ DE LAATSTE VNVA KRANT OP NAAR DE VAMP* ! TERUGBLIK OP HET VERLEDEN EN .BLIK OP DE TOEKOMST * VAMP staat voor: V ROUWELIJKE A RTSEN M ET P IT V ROUWELIJKE A RTSEN M ET P OTENTIE V ROUWELIJKE A RTTSEN M ET P LEZIER Veranderingen in de bevolkingssamenstelling (minder kinderen, meer ouderen) leiden tot andere toekomstscenario’s, ook in de gezondheidszorg. Het nieuwe zorgverzekeringsstelsel van 1 januari 2006 mag dan nieuwe mogelijkheden en uitdagingen bieden, de VNVA maakt zich met haar leden,vakgenoten en samenwerkingspartners en niet te vergeten de patiënt wel degelijk zorgen om de zorg. Deze zorgen spitsen zich toe op kwetsbare patiëntengroepen, getuige het symposiumverslag ‘Geen papieren, wel een verhaal’, de arts-patiëntrelatie, de positie van de vrouwelijke arts en de toenemende bureaucratie. Om kwaliteit van de zorg te waarborgen mogen medisch inhoudelijke aspecten nooit worden vermalen door de marktwerking. De VNVA Krant verandert vanaf nummer 5 in een kleurrijk VAMP* magazine met een nieuw uiterlijk en de aanzet voor nieuwe inhoudelijke thema-artikelen en rubrieken. Wij vroegen een aantal ex-hoofdredacteuren terug te kijken op hun redactietijd. Wat waren belangrijke thema’s? Waar hield de VNVA als vereniging zich mee bezig? Hebben zij er voor zichzelf iets waardevols uitgehaald? Yvonne Winants, Marjolein Bastiaanssen, Karen Kruithof en Ingrid Pladdet blikken terug op hun redacteurschap. Zo passeren het gevecht voor ontplooiing op eigen - vrouwelijke- termen binnen leven en beroep, seksespecifieke geneeskunde, professionalisering van de vereniging en deeltijdwerken o.a. de revue. De strijd voor evenredige vertegenwoordiging van vrouwelijke artsen in alle vakgebieden en op bestuurlijke niveaus’s behoort zelfs tot de thema’s die nog steeds van belang zijn. Voeg daarbij creativiteit en samenwerking en je maakt met elkaar een blad dat je mooi vindt en lezers zal aanspreken. Nathanja van Moppes vraagt aandacht voor de dansvoorstelling It’s my right, waarvoor interviews met vrouwen uit asielzoekerscentra uit verschillende culturen de inspiratie vormen. Margret Kaandorp doet verslag van een belangrijk KNMG symposium, waarin het thema kindermishandeling centraal staat. Petra Chin a Paw vraagt reacties op haar rubriek. Het wordt lezen dus! De redactie wenst u een fijne zomervakantie toe met deze laatste VNVA Krant.
Clara Peters en Annelies van Hommelen
Foto omslag: Nelleke van Andel
2006
2
Wees niet tevreden met een dode mus ! door Yvonne Winants
De redactie van de VNVA Krant vroeg mij om nog eens terug te kijken naar die periode waarin ik met een groepje geïnspireerde vrouwelijke artsen regelmatig naar Utrecht reisde om daar samen weer een krant te vullen en samen te stellen waaruit onze specifiek vrouwelijke blik sprak. Met de krant als motief voerden wij, vrouwen met uiteenlopende werkvelden en ervaringen ( internisten, kinderartsen, psychiaters en huisartsen) heftige gesprekken over werk, waarden en leven. Onze worsteling om ons op eigen termen te kunnen ontplooien binnen ons leven, beroep en werkveld vormde een diepere laag van verbondenheid en inspireerde ons wederzijds. Wat kreeg ik vaak een goed humeur van de kwaliteit en rijkdom in denken en voelen van deze vrouwelijke artsen. We geloofden in verandering en vochten ieder op onze eigen manier voor een eerlijkere medische wereld waarin de dominantie van onze mannenbroeders en hun masculiene blik erg storend begon te werken. We schrijven dan midden jaren tachtig van de vorige eeuw !
2006
Wat is wijsheid in deze tijd ? Hoe nu laveren in deze chaotische tijden? Wees waakzaam en kijk goed - zie de verborgen boodschappen en valkuilen en durf ook fel en assertief te zijn als dat nodig is – maar wees ook meegaand, charmant en constructief om samen met onze collegae te bouwen aan verbetering en kwaliteit in de zorg. Ook van de VNVA wordt in deze tijd een dubbelzijdige strategie gevraagd van zowel creativiteit en constructieve opstelling naast oplettendheid en alertheid om niet in de verborgen valkuilen te trappen. De medische stand dient nodig nieuwe wegen in te slaan en vrouwelijke kracht en leiderschap eindelijk haar rechtmatige plek toe te kennen die noodzakelijk is om gezamenlijk te kunnen bouwen aan een goede gezondheidszorg. De VNVA zal mijns inziens een inspirerende oase en
Nu in 2006 glimlach ik om ons krachtige vertrouwen in de veranderbaarheid van de wereld, ons jeugdig elan.
talent zijn mijns inziens op een oppervlakkig niveau wel verholpen en gelukkig zijn evidente achterstelling en uitsluiting niet langer acceptabel
Ondertussen heeft het leven mij tal van beproevingen op het bord gelegd en mij ‘sadder and wiser ‘ gemaakt. Maar tot mijn opluchting heb ik gemerkt dat motivatie en vechtlust voor de ‘vrouwenzaak ‘ niet van mijn zijde zijn geweken, zij het dat het spel anno 2006 strategischer en intelligenter gespeeld moet worden. De belemmeringen voor vrouwelijk
in medisch circuit en gezondheidszorg. Maar op een dieper niveau lijkt diversiteit en gelijke Het spel moet anno 2006 kansen voor mensen strategischer gespeeld worden. van divers pluimage voor tal van gevestigde instituties moeilijk zo niet ondoenlijk.
ontmoetingsplek moeten blijven waar vrouwelijke crème de la crème elkaar ruimte geeft om zich te ontwikkelen en naar buiten te treden . Omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ik graag scherpe columns schrijf, wil ik mijn bijdrage eindigen met een column over de stroperigheid en
stagnatie in de universitaire wereld .
3
Krokodillentranen in het mannenbolwerk De heren van de VNSU (Vereniging van Nederlandse Samenwerkende Universiteiten) lieten de media enige tijd geleden weten dat zij zich ernstige zorgen maken over de toekomst van de wetenschap in Nederland. Wat blijkt? Jong buitenlands talent is wel bereid zich hier te laten opleiden, maar trekt na promotie of enige jaren onderzoekservaring veelal spoorslags weer naar de buitenlanden waar ze vandaan kwamen. Vooral op het gebied van natuurwetenschappen en techniek zou de krapte aan talent zich meer en meer laten voelen, aldus het persbericht* van de VNSU.
representatie van vrouwelijke wetenschappers in alle lagen van de wetenschappelijke piramide, de EQUAL studie, blijkt de kans dat studenten een vrouwelijk hooggeleerd rolmodel tegen het lijf lopen aan de Universiteit Maastricht, de jongste universiteit van Nederland het allerkleinste is. Dat belooft wat voor de toekomst ! Onder de titel ‘Man, daar schrik je van….!’
‘Waar zijn toch die Nederlandse jongens die bereid zijn hun ziel en zaligheid in dienst te stellen van
Het lijkt wel de zwanenzang van een oude verkalkte institutie die de verbinding met haar eigen tijd en
worden de treurige cijfers over onderrepresentatie en glazen plafonds in de Nederlandse wetenschap keurig op een rijtje gezet. Het is goed voor een nieuw internationaal dieptepunt.
kennis en wetenschap? ‘ lijkt een wanhopig oldboys network vanuit haar Olympos te berichten. Nederlandse jongens prefereren nu de snellere carrières in informatietechnologie, bedrijfsleven, economie… en laten de eerbiedwaardige
sociale context is kwijtgeraakt. Bestuurders, doof en blind voor veranderingen binnen en buiten de eigen muren, blijven maar doorhameren op hetzelfde aambeeld. In deze ‘beleidskosmos’ doet een helft van de mensheid in ieder geval niet mee, noch als
Maar ja wat wil je, universiteiten waren altijd al machtige bolwerken en exponenten van de masculiene blik: Sterk in uitsluiting, onderscheid maken en het cultiveren van wedijver en
universiteiten steeds vaker links liggen. Met hen lijkt de hoop te vervliegen op een glansrijke toekomst voor de Nederlandse wetenschap in de vaart der moderne volkeren – ‘ Als deze trend doorzet dan moeten Nederlandse universiteiten het
object van blijde verwachting noch als producent: vrouwen. Terwijl mannelijke studenten nog slechts aan 5 universiteiten de hoofdmoot vormen en
komende jaren doen met de restjes - de kliekjes van een heerlijke maaltijd. De crème de la crème is dan verdwenen naar andere branches en wat aan de universiteiten achterblijft, zal niet veel soeps meer
de meeste universiteiten vooral vrouwelijke intelligentsia opleiden blijven de hoogste rangen en daarmee sturing en regie in handen van een handjevol hooggeleerde mannen. Wie dacht dat jongere universiteiten het op dit punt beter
zijn! ‘ lijkt de boodschap Over beeldvorming gesproken.
zouden doen dan oudere instellingen, komt bedrogen uit. Uit een recente studie naar de
competitie als dé methode om het beste uit mensen te halen. Hoewel deze cultuur een tijdlang door de democratiseringsgolf van de jaren zestig aan het oog onttrokken was en toegedekt door de ideologische saus van ‘gelijke kansen voor iedereen’ , bleef het onderliggende spel hetzelfde. Alle feministische intelligentie, toolkits en emancipatievernuftigheid ten spijt, de veranderingen in dit bolwerk lopen allemaal stuk op …tja… op wat eigenlijk ?
2006
4
2006
Terwijl emancipatie wordt behandeld als een
Het wetenschapsspel kan op veel meer manieren
marge mogen gedijen, blijven zij manmoedig
gepasseerd station en als politiek thema is afgevoerd behalve voor allochtone groepen, zijn de universiteiten alweer op de terugweg naar hun oude conservatieve honk. We gaan weer terug naar de elitescholen, waar de bloem van de
gespeeld worden, dan in het format van een ‘veldslag’ die gewonnen moet worden. Terwijl diverse branches allang in de gaten hebben dat vrouwelijk en multicultureel talent een enorm potentieel aan vernieuwingskracht in zich
hun façade intact houden. Zoals die arme paus Johannes Paulus, die lijdend aan Parkinson en tal van ouderdomskwalen, tot zijn laatste snik in stelling moest blijven.
natie in een masculien spel van statusgeladen competitie de krenten onder elkaar verdeelt. Of is dit scenario te somber gedacht? Zou er toch voldoende elan en kracht zijn om nieuwe wegen in te slaan en de uitdagingen van het hier en nu
bergt, blijven universiteiten hangen in oubollige en inadequate analyses. Ze lijken steeds meer op die andere - licht wereldvreemde - institutie die het monopolie op een belangrijk maatschappelijk goed nog steeds voorbehoudt aan één sekse.
* EQUAL-project Doorbreking genderkloof universiteiten 2005 www.gendergap.nl
creatief en met eigentijdse inventiviteit op te pakken?
Terwijl kerken al jarenlang leeglopen en vernieuwingen vanuit de basis slechts in de
Persbericht UM 08 maart 2005 Yvonne Winants is verbonden aan Genderstudies, Universiteit Maastricht.
5
Redactiewerk komt je goed van pas 1996-1999
door Marjolein Bastiaanssen Opleiding en werken in deeltijd Door de jaren heen is dit een belangrijk aandachtspunt voor de VNVA geweest. In november 1997 vertelt Annemiek Coremans namens de Werkgroep Parttime Werken dat vrijwel iedereen die parttime werkt of wil werken zeer diverse praktische problemen ondervindt. “Het wordt hoog tijd dat voor iedereen die een parttime functie ambieert duidelijk wordt waar hij of zij met vragen terecht kan.” Is dit ook gerealiseerd? In ieder geval verscheen in 2001 in samenwerking met de KNMG de uitgave Werken in deeltijd. Staan artsen die in deeltijd willen werken er nu beter voor? Een moeder van een van de vriendjes van mijn kinderen is herintredende student geneeskunde en loopt co-schappen. Hoewel zij de co-schappen met haar gezinstaken combineert, zijn er ook anno 2006 heel wat strubbelingen ondanks de officiële mogelijkheden die de opleiding biedt. Eigen initiatief, zelfmanagement en assertiviteit zijn competenties die je hard nodig hebt.
Professionalisering Vrouwelijke artsen zelf, het bestuur van de VNVA, de krant: verdere ‘professionalisering’ was het sleutelwoord om de positie van vrouwelijke artsen en van de VNVA te versterken. Het novembernummer van 1996 stond in het teken van dit thema, maar ook in de jaren daarna keerde het steeds terug bij beleidsen bestuursdagen, bij ledenvergaderingen en in de krant. Medehoofdredacteur Carlijn Kraakman en ik hebben indertijd gewerkt aan het professionaliseren van het redactieproces. We organiseerden een dag met de redactie om ons (verder) te bekwamen in het schrijven van teksten, Carlijn gaf de beeldredactie nader vorm en samen maakten we een draaiboek voor het redactieproces. Voldoende redactieleden bleef een belangrijke randvoorwaarde om het professionaliseren van de krant te realiseren. Hoogzwanger en wel kregen we dat voor elkaar.
Digitaliseren
Bladerend door de VN VA kranten uit de periode 1996-1999 kom ik onderwerpen tegen die tot op de dag van vandaag actueel zijn, zoals werken in deeltijd en professionalisering van de VNV A . Andere onderwerpen zijn duidelijk geschiedenis: zo oriënteert de VN V A zich in 1997 op de mogelijkheden voor een eigen website. Feestelijke verenigingsgebeurten issen waren de benoeming en oratie van Toine Lagro-Janssen als bijzonder hoogleraar Vrouwenstudies Geneeskunde, 10 jaar VN V A Kadertraining en het lustrumcongres ter ere van het 65-jarig bestaan van de VN VA.
De VNVA was in 1997 nog zonder website. De krant kwam tot stand via diskettes, faxen en veel getelefoneer. In de jaren daarop kregen steeds meer redactieleden e-mail en werd de communicatie onderling gemakkelijker. Maar ook moest er nagedacht worden over de afstemming tussen het blad en de website. Dat was zoeken in het begin: publiceer je alles dubbel, of komen alleen de hoofdlijnen op de website? Hoe verhoudt zich het redactieproces dat twee maanden duurt, tot de snelle publicatiemogelijkheden op internet? Dit was in 1999, toen ik de redactie verliet, nog niet uitgekristalliseerd. Afgelopen week kwam de drukproef van de nieuwsbrief van mijn organisatie binnen een dag na het aanleveren van de kopij in opgemaakte PDF terug. Wat een verschil met de drukproeven
2006
6
van de VNVA krant eind jaren negentig: geprint of op de fax (zo’n lange rol papier door de kamer…).
Het blad en mijn loopbaan
redactie-ervaringen heel handig. In mijn functie als beleidsmedewerker bij de KNMG Het redactiewerk heb ik met veel plezier gedaan. waren de schrijf- en We hadden steeds een redactie-ervaringen een redactiecommissie die Feest en verdriet uitkomst bij het maken elkaar stimuleerde en Feestelijke hoogtepunten waren de oratie van Toine Het redactiewerk was heel van beleidsnotities en met elkaar streefden Lagro-Janssen en het lustrumcongres in Arnhem. goed voor mijn loopbaan. bijdragen voor Medisch we naar een kwalitatief Beide gebeurtenissen zijn uitgebreid belicht in het Contact. In mijn huidige hoogwaardig blad. Ik blad. Als lid van de VNVA en van de redactie ervoer ik werk bij ROSE Noordoost heb er veel geleerd: zulke gebeurtenissen altijd als extra stimulans om Brabant (een regionale ondersteuningsstructuur over het schrijven van artikelen, columns en me in te zetten. Het lustrumcongres werd helaas voor de eerstelijnsgezondheidszorg) maak zakelijke berichten, maar ook over samenwerken, overschaduwd door het plotselinge overlijden ik dankbaar gebruik van de ervaring met het productieprocessen van Marij Ebeling. Haar redactieproces van publicaties. en contracten met dagboek dat zij op verzoek grafische vormgevers, van de redactie bijhield Parttime werken is nog Redactielid van de VNVA krant: leuk, leerzaam en tekenaars, fotografen en tijdens de voorbereiding steeds een actueel item. drukkerijen. Dat is mij in nuttig! van het lustrumcongres, mijn verdere loopbaan hebben we postuum goed van pas gekomen. gepubliceerd. In mijn werk als bedrijfsarts waren de zakelijke
2006
7
Je maakt het met elkaar DE REDACTIE TUSSEN 1998 EN 2001
door Karen Kruijthof
de toekomst ‘leefde’ bij de studenten, zagen we bij de regionale VNVA activiteiten. Themaavonden werden soms weinig bezocht, de avonden voor co-assistenten werden steeds drukker. Ach, zo lang geleden is het natuurlijk ook nog niet. Veel thema’s van nu zijn thema’s van toen. Waarom zijn vrouwen bijvoorbeeld niet evenredig vertegenwoordigd in alle vakgebieden in de geneeskunde? En ook niet op alle niveaus? Wat doen we er als VNVA aan? Hoe strijdbaar zijn we?
De krant is concreet. Je maakt iets. Soms gaat dat zelfs lang mee. Wij hebben bijvoorbeeld het organogram ontworpen in de jaarkrant, met de kolommen vakverenigingsfunctie, belangenbehartiging en netwerkfunctie. Het wordt nog steeds gebruikt in het jaarverslag. En we dachten mee over het logo dat we ook nu nog gebruiken. De website was snel in ontwikkeling, dus we dachten na over de ‘link’ tussen krant en site. Tenslotte: de krant maak je samen met betrokken, enthousiaste VNVA collega’s. Soms
Na eerst gewoon redactielid te zijn had ik vervolgens de eer om voorzitter te worden. Redactiewerk leent zich prima voor een actief lidmaatschap. Je leert de VNVA zo snel kennen. En onze ‘wereld’ in de geneeskunde. Je maakt iets concreets. En je maakt het met elkaar. Die onderdelen neem ik graag nog even door in deze terugblik.
Je leert de VNVA snel kennen.
Wat gebeurde er om ons heen?
Wat speelde er in de geneeskunde? Een van de redactieleden is namelijk altijd bij Het aantal vrouwen in de AB vergaderingen de studie geneeskunde aanwezig en denkt mee was al meer dan 50%, over VNVA beleid in het De kick? in tegenstelling tot de algemeen. Was in ‘onze’ Samen een blad maken. vervolgopleidingen. Dat tijd natuurlijk ook zo.
was het lastig nieuwe redactieleden te vinden. We hebben zelfs een sessie gehad onder leiding van een coach, om dit item uit de tobberige sfeer te halen! Toen dat lukte, meldden zich meteen mensen aan... Niet te vergeten: de redactie mag samenwerken met een paar professionals. Wij hadden goede secretariële ondersteuning. En een kei van een eindredacteur (toen en nu)... Annelies van Hommelen. Met elkaar elke twee maanden weer dat product afleveren, dat is echt leuk. Het maakt vergaderen (en voorzitten) en werken aan dat product volledig de moeite waard. Je stimuleert en ondersteunt elkaars talenten, die heb je nodig en daar leer je van. En bij de vergaderingen ook elkaars humor! Ik denk met genoegen terug aan de creativiteit en samenwerking!
2006
8
Restyling door Ingrid Pladdet
Toen ik laatst in de VNVA Krant las over de naderende restyling, kreeg ik een gevoel van herkenning. Hoe lang was het geleden dat ik zelf als redactielid met het nieuwe logo en de huisstijl stoeide? En nu vraagt de redactie mij zelfs terug te kijken op mijn redactie- en hoofdredacteurtijd…
Ergens in 1999 werd ik redactielid, enthousiast om contacten met vrouwelijke artsen te hebben en ambitieus om het stoffige imago van VNVA feministen weg te schrijven. Er moest ook volgens het bestuur verandering komen, dus de thema’s gingen meer richting vakbond en professionalisering van de vrouwelijke arts. De redactie bestond indertijd uit zo’n 8-10 leden, en de vergaderingen waren gezellig en lang.Toch merkte je al een verzakelijking en na een eerste wisseling van hoofdredacteur kregen we meer te maken met een door Ina Vader professioneel geschoolde vergadervoorzitter. In de loop van 2000 hebben we gewerkt aan een nieuw logo en uiterlijk van de krant. Ja dat was toen pas! Ik herinner me de klassiek geschoolden die een mooie vrouwenbuste van een Griekse godin/ genezeres wilden en het uiteindelijke strakkere stethoscooplogo. Ook werd onze drukker ineens veranderd en hadden we geen fotograaf meer. Een ander proces van aanlevering en opmaak brak aan. Wat ik er van geleerd heb is dat er veel
2006
bij komt kijken en dat je al maanden tevoren bezig bent met artikelen en thema’s. Als ik dan de krant in drukproef zag en uiteindelijk op de deurmat, leek het een déjà vu van lang geleden. Wonderbaarlijk is zo’n proces.
en mensenrechtbescherming in het kader van gevluchte vrouwelijke artsen, amnesty en women on waves. Met veel plezier en zeker een half jaar tevoren hebben we de jubileumkrant gemaakt. Volgend jaar is het weer zover: het 75e jubileum?
Bij een derde hoofdredacteurwissel en inmiddels sterk verkleinde redactie (4 leden) kreeg ik de eer. Wat doe je als hoofdredacteur? Terugkijkend zeg ik: de redactie bij elkaar houden en uitbreiden, vooral mooie nummers maken, die de leden ook waarderen.Vaak hebben we ons afgevraagd: moeten we allemaal naar de top? Waarom niet meer vakinhoudelijke thema’s, of iets met sport of kunst. Door de reacties op de thema’s en de vergaderingen met DB , internet-, PR-commissie en tekenaars werd keer op keer duidelijk dat we toch een blad van de vereniging zijn. We moesten vooral de maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in doelstelling van de vereniging melden aan alle leden. Als tegenwicht kozen we ook voor meer verhalen van de persoon achter een artsenbaan. Of voor het belang van vrouwen-
Zoals ik begon met restylen, ontstond er, enige tijd voordat ik de redactie verliet een roep naar een nieuwe naam en andere inhoud. We waren al bezig, maar ik merkte dat ik remmend werkte op het enthousiasme voor alweer een ingrijpende verandering. De naam VAMP was al gevallen en binnenkort ligt het eerste nummer in de bus. Wordt VAMP een vampier van de oude krant? Of is het een Volwassen Advies-Magazine voor de Positieve en Potentievolle vrouwelijke arts? De tijd zal ons leren of we vamp mogen zien als een uitkomst van een lange weg naar restyling en volwassen worden of als een kortdurende modetrend. Ik zal vol belangstelling toekijken.
9
Ereleden VNVA 2006 BETTY MEYBOOM-DE JONG EN CORRIE HERMANN Tijdens de 72e Algemene Ledenvergadering van de VNVA in maart 2006 zijn Betty Meyboom-de Jong en Corrie Hermann benoemd tot ereleden van de VNVA.
Zorg dat je plezier hebt in je vak Betty Meyboom-de Jong, erelid VNVA
Ik vind het buitengewoon eervol om erelid van de VNV A te zijn. Sinds de jaren tachtig ben ik lid, het was de tijd dat de VNV A vocht bij VVAA en MOVIR om pathologie in de zwangerschap niet uit te sluiten, maar gelijk te stellen aan ziekte bij werknemersverzekeringen van zelfstandig gevestigde vrouwelijke professionals, zodat zij zich konden verzekeren. Ik ben altijd een beetje slapend VNVA lid geweest, ik bezocht wel belangrijke congressen en trad op als er aanleiding of gelegenheid was, maar regionaal paste de activiteiten vaak niet bij mijn activiteitenschema. Ik heb geprobeerd een voorbeeldfunctie voor vrouwelijke (huis)artsen in hogere functies te vervullen. Daartoe moet je goed zijn in je vak, dat betekent dus dat je er plezier in hebt; goed netwerken, dingen doen voor anderen die jou op hun beurt weer steunen en thuis de zaken goed regelen met partner, kinderen en allen die daar verder bij betrokken zijn. De patiëntenzorg is voor mij altijd een inspiratiebron geweest, aangezien ik voorbeelden uit de patiëntenzorg meenam naar het onderwijs en later voor het onderzoek. Oudere mensen - ik hoor nu tot mijn eigen onderzoeksdoelgroep - hebben mij altijd geboeid. Ze hebben zoveel te vertellen, als je goed wilt luisteren. En er is vaak met geringe middelen veel te bereiken. Dat kost uitleg en dus tijd.
Ik heb ze nooit gezien of willen zien. Mijn leven lang heb ik me gesteund gevoeld, ook door mannen: mijn vader, mijn echtgenoot, mijn promotoren, mijn collega’s. En niet te vergeten: het hoofd van de huisartsopleiding. Toen ik aangesteld werd bij de beroepsopleiding als jonge huisarts steunde hij mij in mijn wens om niet op woensdagmiddag te vergaderen, de enige middag dat ik thuis wilde zijn omdat de kinderen dan vrij
hadden. Ook vrouwen hebben mij gesteund: mijn moeder, mijn zusjes, vriendinnen, collega’s en secretaresses.
is geen uitgave maar een investering. En ontplooi je zelf naast beroep/werk en zorg. Ik heb altijd ‘s avonds voor het inslapen belletrie en alles wat los en vast zit gelezen, maar geen vakliteratuur. Ik wandel, ski, fiets en zeil heel graag; bezoek concerten en opera’s en houd van uit eten gaan, niet om het eten maar om het gezellige praten, discussiëren en leuteren zonder dat je verder iets hoeft. Stop je eigen beperkingen, tekortkomingen niet weg. Als je er last van hebt, bespreek het of volg een cursus. Zo volgde ik in mijn studententijd al een cursus spreken in het openbaar. Veelal kun je van je noden een deugd maken. Indertijd in 1992 werd ik als jonge huisarts gevraagd afdelingsvoorzitter van de KNMG afdeling Friesland Oost te worden, een club van in mijn ogen toen voornamelijk oude mannen: huisartsen en specialisten. Ik zag als een berg tegen de eerste vergadering op. In mijn fantasie heb ik alle oude mannen korte broeken aangetrokken, toen werden zij allemaal jongetjes en ik was de juf. Als je dat uitstraalt is het niet moeilijk een vergadering goed te leiden.
Adviezen aan andere vrouwelijke artsen? Zorg dat je goed bent in je vak, kies een specialiteit - dat kan ook een generalisme zijn - dat bij je past. Maak goede afspraken met je partner over taakverdeling in huishouden en eventueel kinderen. Zorg voor goede hulp, dat
Foto: Maarten van Haaff
Heb ik zelf barrières ervaren?
2006
10 LAAT JE NOOIT UIT HET VELD SLAAN Corrie Hermann, erelid VNVA
Mijn belangrijkste verdienste voor de VNVA
tussen ongehuwde vrouwen en mannen maar heel klein was. Gehuwde vrouwen zonder kinderen scoorden iets lager, maar verreweg de belangrijkste oorzaak voor minder specialiseren en minder werken was het hebben van kinderen. Niet zo verwonderlijk voor de vrouwelijke artsen zelf, maar maatschappelijk een opvallend resultaat… Met die gegevens uit wetenschappelijk onderzoek kon de VNVA de strijd voor toelating tot specialistenopleidingen, voor deeltijdopleidingen en deeltijdbanen, voor kinderopvang etc. beter voeren en alle besturen hebben dat ook gedaan!
sociale geneeskunde was een mogelijkheid voor deeltijdopleiding en deeltijdwerk. Je verdiende er minder en had minder status, maar dat accepteerde je.
Adviezen Ook nu nog maken in heel veel maatschappen, medische staven en besturen mannen de dienst uit. Laat je echter nooit uit het veld slaan en heb een lange adem. Denk aan de uitspraak van Margaret Mead: ‘What the world needs most at present is the contribution of every able and gifted individual, man or woman. Half our specially able people are women.’
Barrières? In mijn tijd waren barrières absoluut, nu zijn ze relatief. Wij accepteerden dat je als getrouwde vrouw en zeker als moeder niet eens hoefde te solliciteren. Die barrière overwinnen was niet mogelijk, je zocht een weg er omheen. De
We leven in een fantastisch land, in vrijheid en weelde, we hebben een fantastisch vak. Ook al kun je dat laatste kersje op de taart niet krijgen, laat je daardoor niet uit het veld slaan, maar geniet van wat je wel hebt.
Foto: Maarten van Haaff
is mijn proefschrift geweest. Vrouwelijke artsen in Nederland was een enquêteonderzoek naar opleiding en beroepswerkzaamheden onder alle vrouwelijke artsen in 1979. De respons was indertijd 76%, een bewijs dat het onderwerp door de doelgroep als belangrijk werd onderkend. Uitgangspunt voor het onderzoek was dat de studieresultaten van vrouwelijke geneeskundestudenten vergelijkbaar zijn met die van hun mannelijke collega’s. De vraag was waarom ze dan toch in veel mindere mate specialist of huisarts werden en kwantitatief een kleinere bijdrage leverden aan de beroepsuitoefening. In de jaren zeventig speelden sommigen met de gedachte minder vrouwen toe te laten tot de universiteit, omdat het zonde zou zijn van die dure studie als ze er na hun trouwen toch mee ophielden! De gegevens van opleiding en beroepsuitoefening lieten zien dat het verschil
Corrie Hermann is werkzaam geweest op diverse terreinen van de sociale/preventieve gezondheidszorg, o.a. als universitair docent en GGD directeur. Daarnaast is zij een aantal jaren voorzitter van de VNVA geweest, zat in het bestuur van de KNMG, Sociale Verzekerings Raad en Centraal Tuchtcollege van de Gezondheidszorg. Van 1998-2002 was zij lid Tweede Kamer voor Groen Links, woordvoerder gezondheidszorg. Zij heeft vier kinderen en vijf kleinkinderen.
2006
11
Geen papieren wel een verhaal SYMPOSIUMVERSLAG
Foto: Maarten van Haaff
Dr. Maria van den Muijsenbergh kreeg op 25 maart 2006 de Corrie Hermannprijs. Op het symposium werd zij geïntroduceerd door Jannie Dekker, huisarts te Amsterdam. Maria is huisarts in Nijmegen, docent aan de afdeling huisartsgeneeskunde en onderzoeker bij de sectie Vrouwenstudies Medische Wetenschappen van het Universitair Medisch Centrum St. Radboud in Nijmegen. In 2001 promoveerde zij op Palliatieve zorg door de huisarts, waarbij zij in het bijzonder aandacht besteedde aan man-vrouwverschillen in de terminale fase. In Nijmegen noemt men haar ‘de illegalendokter’, omdat zij zich al jaren inzet voor migranten, vluchtelingen en illegalen. In haar eigen praktijk, in publicaties en onderzoek heeft zij aandacht voor vrouwen ‘zonder papieren’, die vaak extra kwetsbaar zijn met specifieke bedreigingen op het gebied van zwangerschap, bevalling, gynaecologische problemen en (seksueel) geweld. Namens de Johannes Wierstichting (een mensenrechtenorganisatie van en voor artsen, verpleegkundigen en paramedici) is zij actief bij LAMPION, landelijk advies- en informatiepunt voor vragen rond de gezondheidszorg van mensen zonder papieren en bij PHAROS, kenniscentrum voor vluchtelingen, andere nieuwkomers, illegalen en gezondheid. Met een portret van steeds een andere vrouw zonder papieren met haar eigen verhaal daarbij, kondigde symposiumvoorzitter professor Toine Lagro een bonte stoet van sprekers aan.
Monica van Berkum, directeur van Pharos,
Foto: Maarten van Haaff
beet het spits af..
In ons land bevinden zich naar schatting zo’n 28.000-66.000 vrouwen zonder geldige verblijfspapieren ( van het totale aantal illegalen), onder te verdelen in 3 groepen: - arbeidsmigranten (uit voormalige koloniën, Turkije, Afrika en toenemend uit OostEuropa) - vrouwen die na gezinshereniging gescheiden zijn - uitgeprocedeerde asielzoekers. Hoewel een toenemend aantal hier zelfstandig heen migreert om economische redenen, verkeert het
overgrote deel van deze vrouwen in een zeer kwetsbare, vaak afhankelijke positie: zij werken onder slechte en ongezonde arbeidsomstandigheden, vaak zwart, wonen met veel mensen/families in één huis, lopen (extra) gezondheidsrisico’s en kennen hun rechten niet of nauwelijks. 70% van hen blijkt slachtoffer van seksueel geweld door verkrachting tijdens hun vlucht, door vrouwenhandel, door gedwongen prostitutie. Deze vrouwen krijgen kinderen die vaak op hun beurt illegaal zijn, ook al worden ze geboren in Nederland (zo’n 5501200 baby’s per jaar). Hun voortdurende angst om uitgezet te worden maakt hen moeilijk te traceren of te onderzoeken: zij zijn de grote onzichtbaren. Bij illegalen denken wij toch vooral aan (mannelijke) gelukszoekers of criminelen.
2006
12 komen ook veel onwetendheid van collega’s tegen). Twee schrijnende casussen illustreren het belang van dergelijke gedragsregels. Zo liep in het eerste geval het kind veel meer medische schade op dan nodig was geweest en uiteindelijk verdween het geheel uit beeld. In het andere geval werd de moeder van het andere kind, die ondanks ernstige problemen rond de geboorte haar kind zeer liefdevol verzorgde, uiteindelijk na een maandenlang verblijf in het ziekenhuis bij gebrek aan eigen onderdak zelfs uit de ouderlijke macht ontzet. Zieke kinderen zonder papieren zijn kinderen onder de 18 jaar die (1) behandeling of onderzoek door de kinderarts nodig hebben, en (2) niet verzekerd kunnen worden omdat zij geen geldige verblijfsvergunning hebben. Dit betreft o.a. kinderen van illegale arbeidsmigranten, kinderen van gescheiden buitenlandse moeders, kinderen van (afgewezen) asielzoekers en alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s). De kinderarts is verantwoordelijk voor de bevordering van gezondheid en welzijn van het kind en ook voor de kwaliteit van deze zorg. Voor hem/haar gelden de volgende gedragsregels: 1) Hij verleent altijd de medische zorg en begeleiding die hij ook aan Nederlandse kinderen zou geven, ongeacht verblijfsstatus of financiën 2) Hij houdt rekening met culturele verschillen en (taal)barrières die genezing kunnen verhinderen en schakelt daartoe zo nodig maatschappelijk werk, GGZ of andere instanties in 3) Hij is verantwoordelijk voor zorgvuldige verslaglegging naar huisarts, jeugdarts en eventuele andere hulpverleners 4) Hij maakt bezwaar tegen onvrijwillige overplaatsing naar bijvoorbeeld een ander asielzoekerscentrum in of buiten Nederland indien dit in het nadeel van het kind kan zijn (en bij structurele misstanden zal de hele beroepsvereniging ernstig bezwaar maken bij de geëigende instanties zoals IND, ministerie).
Wat zijn de belangrijkste gezondheidsproblemen? • Psychische problematiek: spanningsklachten, slaapstoornissen, angststoornis, depressies (68%!) en posttraumatische stress stoornis (28%), klachten samenhangend met geweldservaringen. Naarmate de tijd vordert en onzekerheid groter wordt, zullen niet alleen de klachten toenemen maar wordt ook behandeling veel moeilijker. • Infectieziekten: HIV, SOA, tbc (60% van nieuwe HIV patiënten komt uit deze groep) • Problemen rond zwangerschap/ gynaecologische problematiek: de bevalling, de opvang na de ziekenhuisopname, problemen met anticonceptie, abortussen, vrouwenbesnijdenis, gevolgen van seksueel geweld. Vrouwen zonder verblijfsstatus hebben over het algemeen ernstiger problemen dan de autochtone bevolking. Uit de aard van hun voorgeschiedenis gaat het om veel complexer problematiek, bovendien wenden zij zich veel later tot een arts, uit angst of uit onbekendheid dat zij recht hebben op behandeling (en vaak denken de artsen dat zelf ook)!
Foto: Maarten van Haaff
Foto: Maarten van Haaff
Hoe is de toegankelijkheid tot de gezondheidszorg? • Slecht, in het bijzonder in de tweede lijn: ziekenhuizen, AWBZ instellingen zoals verpleeghuizen maar ook jeugdzorg, GGZ, vrouwenopvang. • Het verhardende maatschappelijke klimaat beïnvloedt ook (huis)artsen: die zijn onvoldoende op de hoogte van het feit dat medisch noodzakelijke zorg door een declaratie bij het Koppelingsfonds vergoed kan worden; de zorg kost meer tijd, niet alleen door communicatieproblemen vanwege taal/cultuur, maar ook doordat er vaak geen medisch dossier voorhanden is en onderzoek opnieuw gedaan moet worden.
Tom Hendriks, kinderarts te Eindhoven, vertelt hoe een commissie van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (waarin ook Maria van den Muisenbergh zitting heeft) een gedragscode aan het opstellen is voor alle kinderartsen. Veel kinderartsen ervaren grote problemen in de zorg voor zieke kinderen zonder papieren (maar
2006
Anton van Kalmthout, hoogleraar strafrecht en vreemdelingenrecht van de Universiteit Tilburg belicht de juridische aspecten van de illegale binnenkomst, het illegaal hier verblijven en de eventuele terugkeer. De illegalen, in andere landen ook betiteld als: ‘illegal aliens’ of ‘sans-papiers’ vormen een bont gezelschap van personen wier werkvergunning is ingetrokken, toeristen die te lang zijn blijven
hangen, te ‘snel’ gescheiden buitenlandse vrouwen, slachtoffers van mensensmokkelaars of rasechte criminelen. Zij komen hier, vanuit een land waar oorlog of armoede heerst of waar zij politiek of religieus in de problemen zijn gekomen, naar de rijkdom en vrijheid van het Westen. Consequentie van het illegaal zijn is dat men uitgesloten is van allerlei noodopvang, bijstand, kleding en voedsel en als men al werk heeft, wordt men doorgaans flink uitgebuit. Voor vrouwen geldt dit nog meer dan voor mannen. De enige uitzondering hierop is het recht op noodzakelijke medische zorg. De toegang hiertoe is echter moeilijk, niet in het minst door angst voor uitzetting. Ondanks noodvoorzieningen en bijzonder goedwillende vluchtelingenorganisaties zou voor een aantal illegalen terugkeer naar eigen land wenselijk zijn omdat het wel een heel hard bestaan is; voor voormalige asielzoekers is dit echter geen optie als de situatie in hun land van herkomst sinds hun vertrek niet wezenlijk is veranderd, temeer daar ook gevoelens van schuld en schaamte een grote rol spelen. De feiten: op een totaal van 150.000-200.000 illegalen worden jaarlijks minder dan 8.000 mensen uitgezet. De meerderheid verdwijnt MOB (= met onbekende bestemming). Ziek…en dan ? Illegalen zijn niet uitgesloten van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (vaccinaties, jeugdgezondheidszorg) maar maken er uit angst nauwelijks gebruik van. Zij kunnen formeel ook een klacht indienen of een tuchtzaak aanspannen (Wet BIG en Wet Klachtrecht), maar van praktische betekenis is dit recht voor hen niet. De Koppelingswet 1998 sluit illegalen wel expliciet uit van de ziektekostenverzekering en AWBZ omdat geen verblijfsstatus betekent: geen uitkering, geen verzekering. Voor medisch noodzakelijke zorg kan in de eerste lijn aanspraak worden gemaakt op het Koppelingsfonds. Zowel voor de illegalen zelf als voor de dokters en andere hulpverleners blijkt deze ‘medisch noodzakelijke zorg’ een moeilijk te interpreteren begrip! Medisch noodzakelijke zorg betekent niet dat er altijd sprake moet zijn van een acute levensbedreigende situatie of van risico op blijvend letsel, waarbij de hulpverlener op ethische gronden geen medische hulp mág weigeren. Ook medische hulp aan kinderen en rond geboorte en zwangerschap behoort altijd te worden verleend. Het betekent echter ook dat de hulpverlener precies dezelfde medische zorg dient te geven (en ook vergoed kan krijgen via het Koppelingsfonds) aan de patiënt zonder papieren, als hij ook nodig zou vinden voor de gemiddelde Nederlandse patiënt in zijn eigen praktijk In de tweede lijn ligt dit een stuk moeilijker, zoals mevrouw Van Berkum van Pharos al eerder meldde. Er zijn wel regels en aanbevelingen en verdragen zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het Internationaal Vrouwenverdrag etc. waarin criteria als non discriminatie, voor iedereen toegankelijkheid van de zorg, maar dit is ‘soft law’: het is niet afdwingbaar en wordt niet gecontroleerd.
13
Foto: Maarten van Haaff
Foto: Maarten van Haaff
Maria van den Muijsenbergh nam haar
Diana Monissen, directeur Zorg van AGIS zorgverzekeringen, ging in op hoe de kosten van medische zorg voor onverzekerbare zieken betaald zouden moeten worden. Zij maakte allereerst duidelijk onderscheid tussen onverzekerden en onverzekerbaren. Onverzekerden (wanbetalers, uit principe niet-betalers, gedetineerden etc.) kunnen zich namelijk wel verzekeren, maar doen het niet. Je kunt moeilijk degenen die wel hun premie betalen hieraan laten bijdragen. Iemand die geen papieren heeft kan zich echter niet verzekeren (maar kan wel ziek worden). Zij pleit dan ook voor medisch noodzakelijke zorg voor iedereen, met garantie op betaalbaarstelling, maar tevens op strenge maatregelen om degenen die zich wel kunnen verzekeren maar dit steeds niet doen daartoe ook te dwingen. Aan een onverzekerbare illegaal die medische hulp nodig heeft zou ook een (tijdelijke) verblijfsvergunning verstrekt moeten worden.
Khadija Arib (links), midden Corrie Hermann en rechts Els Borst
Khadija Arib tenslotte, Tweede Kamerlid voor de PVDA, ging in op het verhaal van de politiek. De politiek heeft nauwelijks een verhaal. Zorg voor vrouwen uit andere culturen mét een verblijfsvergunning is al moeilijk (denk bijvoorbeeld aan verhoogde perinatale sterfte, meisjesbesnijdenis, geweldsproblemen (mishandeling, eerwraak), suïcide onder jongeren, vitamine D gebrek). Voor illegalen geldt vooral: zo snel mogelijk het land uit, zo moeilijk mogelijk het land in (dit treft vooral vrouwen). In de politiek wordt hier nauwelijks over gepraat; er zijn dan ook twee werkelijkheden: de Haagse realiteit en de alledaagse realiteit. Wordt een bepaald incident breed uitgemeten in de media, krijgt het wel alle aandacht…
prachtige prijs in ontvangst en pleitte in haar rede nogmaals voor de zo nodige solidariteit met patiënten zonder verblijfstitel. Hulp aan illegalen is ontzettend ingewikkeld door hun moeilijke leefomstandigheden, hun angst, hun vaak complexe problematiek, de onbekendheid van hulpverleners met illegalen, de fysieke en psychologische barrières ten gevolge van de koppelingswet ondanks zorgplicht van de arts maar blijft tóch heel erg nodig. In een pas gestart onderzoek in Nijmegen wordt gekeken naar de mogelijke functie van een mobiel medisch dossier voor de toegankelijkheid van deze groep tot de gezondheidszorg. M. van den Muijsenbergh: Ziek en geen papieren, Pharos 2005, Utrecht (‘Mensen hebben geen idee hoe het voelt een vluchteling te zijn’ interview in VolZin 3-2006 ‘Illegale patiënten’ van Seada Nourhussen, artikel Trouw, 8-2005 www.lampion.info, www.pharos.nl) Clara Peters
2006
14
Vaker depressief? SEKSESPECIFIEKE GENEESKUNDE
Foto: Maarten van Haaff
Bij vrouwen wordt vaker een depressie gediagnosticeerd dan bij mannen. Veel gestelde vraag: komt depressiviteit ook echt meer voor bij vrouwen?
Vrouwen presenteren zich twee keer zo vaak op uit het dal te komen. Bij terwijl mannen 1,3 miljoen vrouwen en depressie het spreekuur met een depressie als mannen, van zulke recepten kregen Antidepressivum wordt te is vaker sprake van blijkt uit bijna alle nationale en internationale (ratio 2,2). In 2004 geweld bijvoorbeeld, waren deze aantallen onderzoeken. Ook studies in de open populatie, snel voorgeschreven. of in de relatie of respectievelijk 3,7 en 1,8 die zich bijvoorbeeld richten op de voorgaande seksueel misbruik in de miljoen, met als ratio 2,1. twee maanden, concluderen dat kenmerken van voorgeschiedenis. Belangrijke verschillen depressiviteit, zoals avitaliteit en somberheid, Te snel wordt bij een depressie een tussen mannen en vrouwen zijn verschillen bij vrouwen altijd meer aanwezig zijn. Dat kan antidepressivum voorgeschreven. Dat is echter in biologische kwetsbaarheid, in aangeleerde niet uitsluitend worden verklaard uit het feit dat niet evidence-based, terwijl wij daar toch zo dol hulpeloosheid, in sociale omstandigheden en vrouwen er gemakkelijker over praten en het op zijn! Uit de literatuur blijken de effecten van in de manier waarop mannen en vrouwen met sneller zouden presenteren bij een arts. Voor antidepressiva en cognitieve therapie duidelijk depressieve gevoelens omgaan. zover de cijfers over depressie bij mannen een niet voor elkaar onder te doen. Geeft de arts geen vertekend beeld geven, berust dat vooral op Overigens is het zeker zo belangrijk de patiënt medicatie, dan leidt dat vaak in deze tijd tot het zijn verhaal te laten doen als een antidepressivum het feit dat veel alcoholmisbruik bij mannen idee dat de patiënt iets wordt onthóúden waarop te geven. Een gevaar is dat er te veel wordt voortkomt uit een gedeprimeerde stemming. hij recht heeft. gekeken naar de pillen alleen. Je hoort patiënten Het idee bestaat dat mannen zich tegenwoordig Weer meer gaan luisteren naar de wel eens klagen dat de behandelaar zich alleen vaker presenteren met depressieklachten, want levensgeschiedenis en de context van de maar richt op de werking ze weten dat er goede en zeker ook op de patiënt, maakt het dokteren voor mannelijke en medicatie voorhanden Man-vrouwratio bij toenemend bijwerkingen van de vrouwelijke patiënten ook veel interessanter. is en er hoeft niet per se medicatie. Natuurlijk over gepraat te worden. gebruik van antidepressiva verdienen bijwerkingen Toine Lagro-Janssen Dat idee klopt niet. Het vrijwel ongewijzigd. veel aandacht, omdat de gebruik van antidepressiva therapietrouw daar in is de laatste 4 jaar sterk hoge mate van afhangt. gestegen, maar de manMaar het mag niet ten koste gaan van de vrouwratio is in die periode vrijwel ongewijzigd aandacht voor de toestand van de patiënt zelf gebleven. In 2000 werd zo’n 3 miljoen recepten en de stappen die deze heeft ondernomen om voor een antidepressivum aan vrouwen verstrekt,
2006
15
Wonen op een eiland COLUMN Mensen vragen mij wel eens: “Wat doe jij op een eiland, zo ver weg van waar het allemaal gebeurt?” Natuurlijk moest ik wennen aan de afstand. Je loopt niet gemakkelijk even een museum in, of bezoekt een concert. Dat moet ik plannen. Maar wat gebeurt waar? Gebeurt het niet daar waar jij bent; en pas echt als je je verhoudt met wat zich aan je voordoet en je je ermee verbindt? Of je nu aan zee woont of midden in Amsterdam. Wonen op een eiland. Om me heen is overal zee. Als ik langs het strand loop, wat ik vaak doe, ervaar ik de voortdurende beweging: het ritme van eb en vloed. Een stille zee en dan weer heftig. Lopend, leunend tegen de wind, maar ook vechtend tegen de wind in. Ik ben een kijker. Kijkend valt me op dat het een ongelooflijk verschil maakt of je de zon in je gezicht hebt of dat je met het licht meekijkt. Met de zon in je gezicht, knijp je je ogen toe. De contouren worden scherper en de nuances kleiner. Met het licht mee zie je meer. Zoals het mij overkomt, hoor ik het ook terug van mensen die voor coaching naar Texel komen: het eiland schept afstand en het helpt je helder te zien.
VNVA Kadertraining
Ina Vader
Groep 47 2006 Blok 1: 07 en 08 september 2006 Blok 2: 12 en 13 oktober 2006 Blok 3: 16 en 17 november 2006 Blok 4: 01 en 02 februari 2007
do/vr 09.30 – 16.30 do/vr 09.30 – 16.30 do/vr 09.30 – 16.30 do/vr 18.00 – 16.00
Groep 48 2006 Blok 1: 02 en 03 oktober 2006 Blok 2: 06 en 07 november 2006 Blok 3: 11 en 12 december 2006 Blok 4: 05 en 06 maart 2007
ma/di 09.30 – 16.30 ma/di 09.30 – 16.30 ma/di 09.30 – 16.30 ma/di 18.00 – 16.00
Kosten: € 2.075,(cursus- en verblijfkosten, inclusief terugkomweekend) Locatie: Kontakt der Kontinenten te Soesterberg Voor de cursuskosten wordt tweemaal een acceptgiro toegestuurd. Aanmeldingsformulieren op te vragen bij Bureau VNVA, (0183) 64 63 00
2006
16
Zorgvernieuwing, ja en? ARTS, PATIËNT, BELEIDSMAKER EN : RECHT.
Foto: Maarten van Haaff
Beschouwingen over DE zorg, DE patiënt en DE hulpverlener zijn aan de orde van de dag. Zorgvernieuwing is een hot item, of het nu bedoeld is als invoering van elektronische technieken,als verzekeringsomwenteling, schaalverandering of nog anders. Alle beogen ze kwaliteitsverhoging. Dagbladen en medische periodieken lezen we regelmatig, maar artikelen in juridische,filosofische en andere vakbladen over DE gezondheidszorg zullen weinigen van ons onder ogen komen. Ik las twee boeken en een oratie die ik jullie niet wil onthouden en waarover ik graag met leden wil discussiëren.
Dr Anne Mei The, jurist en antropoloog, schreef over verpleegtehuizen: In de wachtkamer van de dood. Zij hanteerde de onderzoeksmethode van de participerende observatie: meelopen en helpen in de praktijk gedurende langere tijd, het winnen van het vertrouwen van bewoners en personeel, en het beschrijven van wat ze ziet gebeuren, zonder waardeoordeel. In de grote stad waar ze dit deed zijn behalve de trieste laatste fase van dementerende bewoners de cultuurverschillen tussen hen voor wie de zorg bedoeld is en de voornamelijk zwarte verzorgsters bron van stuitende taferelen, die je zelfs als lezer een verdrietig en beschaamd gevoel bezorgen. De onmacht van leidinggevenden mét diploma’s om de merendeels ongediplomeerde verzorgenden
2006
te motiveren en te stimuleren tot verantwoorde zorg,(waar ze zelf niet meer daadwerkelijk = op de werkvloer aan bijdragen!) komt zo onaangenaam in beeld, dat je je afvraagt: als dit werkelijkheid is, moeten we daar dan geen verandering in (proberen te) brengen? Wat betekent RECHT op verantwoorde zorg nu echt in de praktijk? Op dit onderwerp kom ik in een volgend nummer uitvoerig terug, graag doorspekt met reacties van collega’s over dit item. Toevallig viel mijn oog op een interview met Annemarie Mol, politiek filosoof, die van ZonMw geld kreeg om 2 jaar op diabetespoliklinieken te onderzoeken wat daar de ’Logica Van het kiezen’ inhoudt, de vrije keuze van de patiënt is immers het nieuwe credo. Zij concludeerde dat in tegenstelling tot de wereld van de MARKT, die van de gezondheidszorg zich nu net niet leent voor dit gepropageerde ideaal: de vrije keuze voor een product = geneeskundige behandeling. In De logica van het zorgen, actieve patiënten en de grenzen van het kiezen beschrijft professor dr Mol helder hoe complex de ‘chronische’ artspatiëntrelatie bij mensen met diabetes type
I verloopt.Daarbij komt veel op de moed en inventiviteit van de patiënt zelf aan, maar altijd in samenspraak met artsen en gespecialiseerde verpleegkundigen. Zorgen is in tegenstelling tot de markt waar een product wordt geleverd, een voortdurende interactie waarbij - zeker bij diabetes mellitus - naar het optimale resultaat wordt gestreefd door alle betrokkenen, in de gegeven situatie. Niet altijd met succes. Keuzes worden steeds opnieuw, gezamenlijk gemaakt op grond van wederzijds geleverde informatie. Mol vermeldt een indeling van zorgconsumenten in 4 doelgroepen, die wordt gehanteerd door de producent van bloedsuikermeters: Zij die veel weten en veel willen Zij die veel weten en maar weinig willen Zij die weinig weten en toch veel willen Zij die weinig weten en ook weinig willen Hoewel Mol deze indeling niet van toepassing vindt op de praktijk van de Zorg, omdat we daarin de mensen niet indelen naar wat ze weten maar naar wat ze aan zorg nodig hebben, trof mij die indeling toch. Vaak heb ik me afgevraagd hoe juristen zich voorstellen dat wij als artsen aan ALLE patiënten VOLDOENDE informatie
17 verstrekken, alvorens een behandeling te starten of juist daarvan af te zien. Als we de patiënten indelen als bovenstaand, dan komt de realiteit iets dichterbij: het hangt erg af van de aard van de patiënt, die tegenover je zit hoe het verloopt met die informatie. Je zou dokters kunnen indelen als volgt: Zij die voldoende tijd en veel geduld hebben Zij die voldoende tijd maar weinig geduld hebben Zij die onvoldoende tijd maar veel geduld hebben Zij die onvoldoende tijd en weinig geduld hebben Voeg daarbij de vraag: waar is de grens? Alle mogelijke complicaties vermelden of alleen die waar statistisch meer dan 2% kans op is?
Dat brengt me bij professor Johan Legemaate, die als niet-medicus ons vak analyseert, met name hoe patiëntenrechten zich verhouden tot artsenplichten waar het hun geheimhouding respectievelijk openheid betreft. Hij zette in zijn oratie (10 maart 2006, VUMC) uiteen dat, ondanks de WGBO waarin het recht op (volledige?) informatie is vastgelegd, er in dat kader nog veel te wensen is. Alleen al wat betreft de verzekeraars die nog eisen dat artsen hun eventueel begane missers nooit toegeven tegenover patiënten,om de schadeclaims binnen de perken te kunnen houden. Hij betoogt dat veiligheids- en kwaliteitsbeleid t.a.v. patiënten juist gebaat is bij maximale openheid, en dat het ‘veilig’ melden van incidenten nieuwe voorkomt.
Concluderend waag ik te stellen: theorie en praktijk lopen bij het hanteren van rechten en plichten in de gezondheidszorg nogal uiteen. Ondanks alle wettelijke bepalingen, en ondanks alle pogingen om met nieuwe formules de zorg te verbeteren zijn het de mensen die het moeten doen!
Petra Chin A Paw, Reacties naar:
[email protected]
Felicitaties VIP TROFEE
Agenda Maandag 31 oktober, dinsdag 1 november 2006 Maandag 28, dinsdag 29 november 2006 Workshop Tussen ambitie en frustratie. Coach: Ina Vader. Locatie Hotel Opduin, Texel. Dinsdag 14 november 2006, AB vergadering
Foto: Maarten van Haaff
Voor uitgebreidere agenda zie www.vnva.nl
Nelleke Nicolai
Psychiater Nelleke Nicolai ontving tijdens het Voorjaarscongres van de (NVvP) Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (5-7 april 2006) de VIP trofee. Met name wegens haar verdiensten bij het ontdekken van het belang van seksueel misbruik bij het ontstaan van psychische stoornissen en het ontwikkelen van behandelingen hiervoor.
Gepromoveerd Op 24 mei 2006 promoveerde Mijke P. van den Berg op Parental psychopathology and the early developing child. The Generation R. Study aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De VIP trofee (bestaande uit een beeldje en een geldbedrag) wordt door de Sectie Vrouwen in de Psychiatrie van de NVvP eenmaal per twee jaar uitgereikt aan een persoon of een instelling, die zich heeft ingezet voor de positie van vrouwelijke psychiaters en patiënten en heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van seksespecifieke zorg voor psychiatrische patiënten.
2006
18
Dansen voor vrouwenrechten door Nathanja van Moppes
Een dansvoorstelling om de rechten van de vrouw aan de orde te stellen, is dat zinvol? Neen…zegt een aantal kunstfondsen! Dans is een kunstvorm. Kunst moet vrij zijn van maatschappelijke of politieke ideeën. Echte kunst kenmerkt zich door schoonheid als doel, zonder achterliggende idealen. Neen…zeggen diverse fondsen die belangen van vrouwen behartigen! Dans is lichtzinnig, vooral mooi om naar te kijken. Niet geschikt om een serieuze boodschap uit te dragen. Ja, zeker wel…zegt Maggie Boogaart, choreografe, danseres en producente van de voorstelling It’s my right ! Kunst wordt altijd beïnvloed door het maatschappelijke en politieke klimaat. Juist die beïnvloeding geeft kunst de diepgang om te kunnen boeien. Alle vormen van kunst, en zeker ook dans, zijn bij uitstek geschikt om op confronterende wijze een (politieke) boodschap uit te dragen.
IT’ S MY RIGHT (OF: HOE VROUWEN ZICH DOOR DE WERELD BEWEGEN)
Maggie Boogaarts laatste dansproductie is geïnspireerd op De ontembare vrouw (Woman who run with the wolves) van Clarissa Pinkola Estés. Productiekern is het idee, dat vrouwen wereldwijd het risico lopen onderdrukt te worden en afhankelijk te zijn zolang dit door ons allen niet met kracht bestreden wordt. Boogaart volgde haar opleiding tot modern danseres en choreografe aan de London Contemporary Dance School. Daarna specialiseerde zij zich met een kopstudie aan de Martha Graham School in New York City. De Martha Graham techniek is een krachtige, virtuoze, dynamische en moderne danstechniek, die de danser in staat stelt om zich uit te drukken door middel van dans. De danser communiceert door bewegingen en door lichaamstaal. Met deze techniek traint Boogaart haar dansers om haar verhaal aan het publiek te vertellen. Bij verschillende moderne dansgroepen deed Boogaart podiumervaring op. Sinds 1994 verdiept zij zich in het creëren van een eigen vernieuwende stijl. Vanuit haar stichting Dragon Productions heeft Boogaart in 13 dansproducties intensief samengewerkt met: breakdancers (bewustzijn en uitdagen van de zwaartekracht), acteurs (expressiviteit van het woord versus absolute dans), traditionele Zuid-Indiase dansers (fusion, traditionele manieren om bewegingen verhalend te maken), filmregisseurs (beeld als ondersteuning en zelfs als danspartner) en met diverse componisten en live musici. It’s my right wordt de 14e danstheaterproductie van Boogaart.
2006
Opvallend is dat al haar werk maatschappelijk geëngageerd is, gekenmerkt door kracht, dynamiek en expressie met veel mogelijkheden tot communicatie. Voor Boogaart is de dans een middel, geen doel: zij wil haar publiek iets duidelijk maken, aanzetten tot discussie. Aan de producties zijn meestal workshops verbonden. Elke voorstelling, les of workshop is voor haar een middel om interactie tot stand te brengen. Thema’s van eerdere voorstellingen zijn o.a. psychologie en de kracht van het positief denken (Power of life), de betekenis van lichamelijke handicaps, in het bijzonder blindheid (Seeing is believing). Boogaart is freelance docente aan o.a. de dansvakopleiding van de Theaterschool Amsterdam. Verder geeft zij trainingen aan professionele dansgroepen en aan dansers in haar eigen producties. Het idee voor It’s my right ontstond tijdens een studiereis door Afrika. Boogaart raakte gefascineerd door de invloed van verschillende culturen op de wijze waarop vrouwen benaderd worden. Schrille tegenstellingen die zij tegenkwam, deden haar
beseffen hoe weinig vanzelfsprekend het voor vele vrouwen is om zich vrij te voelen en om zich vrij te kunnen bewegen. Ook realiseerde zij zich hoezeer de bewegingsvrijheid van westerse vrouwen gebaseerd is op schijnzekerheden. Zolang wij de onzekerheden van vrouwen in andere culturen niet bestrijden, lopen wij ook hier soortgelijke risico’s vindt zij. Eenmaal terug uit Afrika liet dit idee haar niet los. Hierover moest een danstheaterproductie komen. Enerzijds om westerse vrouwen de mogelijkheden te laten zien, die zij hebben om vrouwen uit andere
19 kracht en manier van bewegen te (her)ontdekken Het begin van de voorstelling en deze naar buiten te laten komen. Bewegingen en is helder. De teksten leveren lichaamshouding worden vaak ongemerkt aangepast concrete informatie over aan sociale of culturele regels. Onder deze aangepaste het thema, ze zijn duidelijk manier van verstaanbaar bewegen te horen en te Bewegingsvrijheid van zit de eigen lezen. Later wordt natuurlijke de voorstelling westerse vrouwen is gebaseerd kracht. Die abstracter. De op schijnzekerheden kracht krijgt teksten worden in deze meer en meer workshop kans vervangen door om terug te keren. Deelnemers worden opmerkzaam dans en muziek, van de gemaakt op hun lichaamstaal en de mogelijkheden toeschouwers wordt verwacht daarvan, door middel van ademhalingsoefeningen, dat zij de informatie zelf swingende bewegingen, krachtopbouw- en invullen. ontspanningsoefeningen, visualisaties enz. De celliste brengt ‘adem’ temidden van alle emoties Vreemd genoeg is tot nu toe subsidie een groot van de vertelsters. Componist probleem voor deze bijzondere productie. Steun Jasper de Beer gebruikt van kunstfondsen die vernieuwende dansproducties de gesproken zinnen als normaliter stimuleren, blijft ditmaal achterwege. culturen te ondersteunen, anderzijds om westerse geluidsmateriaal. Hij gebruikt het ritme van de vrouwen de restricties te tonen, die hun eigen cultuur zinnen, creëert melodieën en uiteindelijk bouwt hij Het geeft te denken dat vele andere kunstvormen ook hen ongemerkt oplegt. Bovenal om vrouwen het op naar schreeuwen. Immers, de vrouwen over wie juist gewaardeerd worden om hun maatschappelijk besef te geven samen sterk de voorstelling gaat moeten engagement. Maar dans ziet het grote publiek te zijn. schreeuwen om aandacht nog steeds bij uitstek niet als een middel tot Hiertoe interviewde voor hun recht of onrecht. bewustwording. Boogaart vrouwen, o.a. Het decor, ontworpen door Dans is een middel tot Maggie Boogaart bewijst ons het tegendeel! in asielzoekerscentra, Elspeth Pikaar, bestaat bewustwording! afkomstig uit verschillende uit lange banieren, die de landen en culturen. Deze achterwand van het podium De dansproductie is vanaf 16 september te zien interviewteksten gebruikt vullen. Deze banieren in het Muiderpoorttheater te Amsterdam. Zeer de zij in haar dansproductie. Zo hebben de vrouwen vertegenwoordigen de vlaggen van de vele landen en moeite waard! Nog waardevoller en leuker is het, de gelegenheid om gehoord te worden én heeft het culturen waaruit de vrouwen afkomstig zijn. om deze productie te steunen door nu al kaarten te publiek de gelegenheid om deze vrouwen te horen bestellen voor de feestelijke benefietvoorstelling op en te begrijpen. Boogaart reageert op deze portretten Net als aan haar voorgaande voorstellingen, 14 september. Na afloop van deze voorstelling wordt met haar eigen expressieve bewegingstaal, interactief heeft Boogaart ook aan deze voorstelling diverse voor publiek en artiesten champagne geserveerd met met een live celliste. Energie, dynamiek, lyriek en workshops gekoppeld. In de workshop Feel the lekkere hapjes, en is er gelegenheid om na te praten bij emoties vertaalt zij in eigentijdse dans. spirit wil zij vrouwen leren om zelf hun vrouwelijke spetterende live muziek.
IT’S MY RIGHT VANAF 16 SEPTEMBER MUIDERPOORTTHEATER AMSTERDAM
Première 15 september Feestelijke Benefietvoorstelling 14 september 20.30 uur
Kaarten à € 50,- te bestellen bij Stichting Dragon Productions, door overmaking naar rek. nr. 8077461 o.v.v. naam, adres, aantal kaarten benefietvoorstelling. www.dragonproductions.nl /
[email protected]
2006
20
Recensies Kwakzalverij 125 jaar medische folklore. Uitgeverij Boom, 2005. Bovenstaand boek is een bonte verzameling opstellen ‘over verschillende vormen en aspecten van kwakzalverij’, zo meldt journalist en redacteur Hans van Maanen in zijn voorwoord. De bundel is uitgegeven ter gelegenheid van het 125-jarig jubileum van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK). Aan 24 ‘deskundigen’ binnen en buiten de vereniging is gevraagd een bijdrage te leveren over ‘medische dwalingen uit de afgelopen eeuw’, aldus voorzitter Renckens. Deze schrijven in 27 hoofdstukjes over uiteenlopende onderwerpen als het DES drama, fytotherapeutica, drinkwaterfluoridering, diëten (allerlei), placebo-
effect, de Wet BIG. De toonzetting varieert van badinerend, polemisch tot zakelijk, genuanceerd. Enkele bijdragen vallen mij op. Waar prominente verenigingsleden als Van der Smagt en Timmermans de homeopathie afhandelen, zijn zij niet altijd even accuraat met hun historisch en wetenschappelijk feitenmateriaal. Een in dit strenge gezelschap gedurfde uitspraak komt van reumatoloog Rasker. Hij pleit voor meer onderzoek en betere voorlichting bij alternatieve/ complementaire geneeswijzen. Socioloog en cultureel antropoloog Hoffer rapporteert op respectvolle wijze hoe adviezen van een
islamitische genezer een functie kunnen hebben in het behandelproces. Ronduit hilarisch is het stuk van journalist Johannes van Dam over macrobiotiek en rookworst. Van Maanen heeft een prikkelende bundel samengesteld, met voor elk wat wils. Christien Klein-Laansma Arts voor homeopathie
The treatment of elderly patients with aggressive non-Hodgkin’s lymphoma (NHL), Jeanette K. Doorduijn. Voor de behandeling van kanker bij ouderen is veel belangstelling door enerzijds de toenemende vergrijzing en anderzijds onderzoek waaruit blijkt dat er vaak onderbehandeling is bij ouderen. De landelijke werkgroep GERIONE probeert o.a. de zorg aan ouderen met kanker te verbeteren. In dit proefschrift wordt een groep ouderen bestudeerd met agressief NHL. Na een uitvoerig algemeen overzicht worden de resultaten van een grote prospectieve multicenterstudie beschreven. Hierbij bleek dat toevoegen van G-CSF aan standaard CHOP geen verbeterde overleving liet zien. De behandeling werd er wel duurder door.
Vanwege de lage remissiepercentages na CHOP (50%) werd een niet-toxisch tweedelijns schema bij patiënten bestudeerd met etoposide, mitoxantrone en prednison. De toxiciteit bleek voor ouderen niet hoger dan voor jongeren. Routinematig G-CSF bij standaard CHOP is niet waardevol, maar voor dosisintensivering ligt dit anders. Verbeterde overleving is aangetoond bij het intensieve 2-wekelijks CHOP, waarbij G-CSF essentieel is. Het gebruik van monoklonale antistoffen, zoals rituximab bij CD20 positieve lymfomen heeft geleid tot grote verbeteringen van
responspercentages en overleving, vooral bij de oudere patiënt. Interessant is natuurlijk de vraag of combinatie van dosisintensivering en immunotherapie de uitkomst van behandeling in oudere patiënten verder zal verbeteren. Een gerandomiseerde studie is hiervoor gestart binnen HOVON verband. Concluderend, geeft het proefschrift een mooi overzicht van behandeling van NHL bij de oudere patiënt. Lily de Kleijn, internist-oncoloog.
Te Recenseren U kunt een recensie-exemplaar van onderstaande boeken en proefschriften opvragen via het Bureau VNVA t.a.v. Marga Helwegen. De redactie stelt het ook op prijs wanneer u spontaan een recensie schrijft van een boek waarvan u denkt dat het de lezers van ons blad zal aanspreken. Wilt u zich bij het schrijven van een recensie beperken tot maximaal 300 woorden? (Dit is inclusief alle tekstonderdelen van de recensie, dus ook bijvoorbeeld de titel van het boek en uw eigen naam en specialisatie.) Leer bewust eten met Beetje bij beetje. Dagelijkse meditaties voor hongerige zielen. Donald Altman. Uitgeverij Altamira-Becht ISBN 90 6963 709 x Donald Altman gaat met warmte en humor in op fysieke, emotionele en spirituele honger. Eetstoornissen als dwaalspoor. Anita Johnson. Uitgeverij Altamira-Becht. ISBN 90 6963 726 x Verschijnt september 2006. Meer dan moe. Een andere visie op ME/CVS. Monique Schonckert. Uitgeverij Houtekiet, maart 2006 ISBN 90 5240 871 8 Naar stimulerend en slim toezicht. Pauline Meurs en Theo Schraven. Uitgeverij Elsevier, 2006. ISBN 90 352 2851 0 De auteurs schetsen op basis van onderzoek de ontwikkeling van het interne toezicht in de zorg van de afgelopen jaren. Zijn de toezichthouders voorbereid op hun taak in een veranderend zorgstelsel? 150 ECG-problemen. J.R. Hampton, P. Machielse. Uitgeverij Elsevier, 2006. ISBN 90 352 27875. Dit boek daagt uit de ECG’s eerst zelf te interpreteren in het licht van de patiënt en de kliniek. Neem vervolgens een besluit en formuleer een plan van aanpak, voordat u de interpretatie bekijkt. Proefschrift Parental psychopathology and the early developing child. The Generation R. Study. Mijke van den Berg, Erasmus Universiteit Rotterdam, mei 2006.
2006
21
Horen, zien en … handelen SYMPOSIUMVERSLAG
In het Teylers Museum te Haarlem vond op 4 april 2006 een goed bezocht symposium plaats, hartverwarmend want het onderwerp kindermishandeling slaat je koud om het hart. De dag werd georganiseerd door het KNMG District II Spaarne & Amstel. Rian Teeuw, kinderarts in het Emma Kinderziekenhuis AMC, sprak over babymishandeling. Baby’s hebben ondanks hun totale afhankelijkheid en kwetsbaarheid een grotere kans op mishandeling. Risicofactoren zijn zware stress bij een zwangere vrouw, huilbaby’s en stress in het algemeen. Mishandeling komt op een aantal van vier miljoen in Nederland wonende kinderen/ jongeren van 0 tot 19 jaar naar schatting 80.000 keer per jaar voor; het aantal daadwerkelijke meldingen bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) bedraagt jaarlijks 34.000. Zo’n 40 drama’s per jaar hebben een dodelijke afloop, waarbij de indirecte gevolgen van chronisch gebrek aan toezicht niet zijn meegerekend. Een correlatie tussen ‘adverse childhood events’ en volwassen aandoeningen in zowel psychiatrische als puur somatische vorm wordt aangetoond in een epidemiologische studie van Feletti. Hoewel de risicofactoren van het gezin en vanuit het kind bekend zijn, blijkt het moeilijk om de signalen te herkennen. Ook als hulpverlener kan men blokkades hebben zoals rationalisering, bagatellisering, angst voor werkbelasting, bestraffing en agressie van de ouders. Daarbij heeft het kind vaak geen vertrouwen meer in volwassenen en is loyaal naar de ouders. Het ontbreken van kennis bij de hulpverlening speelt ook een grote rol. Zo toonde een aantal dia’s de zaal wat een gezichtsuitdrukking kan doen vermoeden. Het kind straalt bijvoorbeeld ‘frozen watchfulness’ uit, een angstig mimiekloos gezicht. Natuurlijk moeten we de differentiaaldiagnostiek in ogenschouw hebben, zoals de hemofilie, en de idiopathische thrombocytopenie. Een aantal spoedeisende hulpafdelingen maakt al gebruik van speciale letselregistratieformulieren, zodat eerder een vermoeden expliciet kan worden gemaakt. Een nauwkeurige anamnese en een goede observatie van zowel kind als ouders mogen niet ontbreken. Past het verhaal bij het letsel? Wisselt het verhaal of zijn er twee verhalen? Is het verhaal geloofwaardig? Ook werd een lijst van symptomen en gedragssignalen getoond. Het lichamelijk onderzoek moet volledig en niet de volgende dag worden gedaan, want dan kunnen de symptomen al verdwenen zijn. Er zijn meer
KINDERMISHANDELING & SAMENWERKEN JE MOET WEL DURVEN • • • • •
Ouder en Kind Centra vroegtijdig signaleren/ondersteunen risicogezinnen Bureau Jeugdzorg hulpverleners/gezinsvoogden opvoedingsproblematiek/ kindermishandeling Advies-en Meldpunt Kindermishandeling advies/meldingen complexe kindermishandeling Raad voor de Kinderbescherming/kinderrechter civielrechtelijke maatregelen Jeugd-en Zedenpolitie strafrecht/waarheidsvinding
(De gezichtsuitdrukking geeft je een niet pluisgevoel)
en minder verdachte lokalisaties van blauwe plekken, kneuzingen en verbrandingen. Bij zuigelingen die zich nog niet voortbewegen zijn er zelden hematomen zonder een stollingsstoornis. Bij seksueel misbruik is onderzoekservaring belangrijk, ga nooit tegen de wil van het kind in. Overigens heeft het merendeel geen of zeer aspecifieke afwijkingen. Wat betreft signalen uit de observatie werden ook diverse riscofactoren genoemd. Zo zoeken verwaarloosde kinderen veel aandacht en klampen zich als het ware vast aan personen van wie ze liefde en aandacht willen. Ook zeer angstig en schrikachtig gedrag komt voor. Kijk dus bewust en maak objectieve aantekeningen. Overleg bij elk vermoeden op kindermishandeling met een deskundig collega en vraag advies bij het AMK.
Rick van Rijn, kinderradioloog in het AMC, vertelde over herkenning van kindermishandeling vanuit zijn expertise. Zo kan de radioloog onderscheid maken tussen diverse fractuuroorzaken. Een duidelijk protocol kindermishandeling zoals de werkgroep Kindermishandeling van het AMC hanteert, beschrijft welk röntgenonderzoek moet worden verricht indien er een ernstig vermoeden is. Dit behoort aan een bepaalde kwalitatieve standaard te voldoen omdat men anders nog letsels kan missen. Wij zagen dia’s met de aantekening dat het
dateren van fracturen een subjectief verhaal is. Fracturen van recente en oudere datum zijn wel tegelijkertijd te zien.
Jolande Schoonenberg, vertrouwensarts AMK Amsterdam, sprak over haar instantie. Behalve adviezen en consulten aan particulieren en professionals, die kindermishandeling vermoeden, doet het AMK ook onderzoek, waarna zo nodig overdracht volgt aan een volgende instantie. Vijf instanties zijn actief: de Ouder-en Kind Centra, de Jeugdzorg, het AMK, de Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugd & Zedenpolitie.Van advies tot bemoeizorg tot en met het civielrecht en daarna tot slot het strafrecht. Ketenzorg en samenwerkingsverbanden komen meer en meer van de grond, bijvoorbeeld huisartsenposten en het AMK, en scholen met de politie. Het AMK is 7 x 24 uur bereikbaar. Artsen signaleren relatief weinig, slechts 4 % van de meldingen zijn afkomstig van hulpverleners werkzaam in de gezondheidszorg. Het conflict van plichten, de loyaliteit naar de ouders en naar het kind vormen hierbij dilemma’s, maar ook hoe melden zich verhoudt met het beroepsgeheim. Hoe geschikt zijn hulpverleners wat deze problematiek betreft? We hebben te maken met hulpmijders tegenover drukbezette professionals. Geslotenheid vanuit het gezin, angst en schaamte, geen klinkende hulpvragen en slechte ervaringen met hulpverleners kunnen
2006
22 de ijsberg onder de top onzichtbaar houden. Daarnaast is er nog steeds geen meldplicht in Nederland.
Toch is samenwerken met het AMK legitiem vindt Schoonenberg, want: . Nederland ondertekende de Rechten van het Kind (VN). . Kindermishandeling stopt niet vanzelf en heeft ernstige en langdurige gevolgen. . Nederland kent een Meldrecht voor artsen (meldcode Kindermishandeling KNMG). Het stoppen van kindermishandeling vraagt om samenwerking over de grenzen van een instelling en professie. Als laatste sprak de heer Verdam, juridisch adviseur Raad van Bestuur AMC. Kinderen onder de 18 zijn volgens het Burgerlijk Wetboek afhankelijk van hun ouders. De Hoge Raad heeft echter ook bepaald dat het ouderlijk gezag een plichtenscheppend karakter heeft. Dit is van belang bij een vermoeden van kindermishandeling.
Meldplicht kindermishandeling is hard nodig!
VNVA
Wat betreft nieuwe ontwikkelingen in wetgeving en rechtspraak worden er kleine stappen in de goede richting genomen. Te noemen valt verplichte lijkschouw bij minderjarigen die overlijden, wettelijk verbieden van slaan en jurisprudentie over het beroepsgeheim.
Tijdens de discussie kwam naar voren dat in het traject van de huidige ketenzorg onderschattingen plaatsvinden van de ernst van gemelde gebeurtenissen. Een onheldere vertaalslag van medische informatie naar leken geeft onduidelijkheid, waardoor de mogelijkheid tot bagatellisering zich kan ontwikkelen. Het is dus vreemd dat Niet alle informatie medici ontbreken en dus ook niet het in de Raad voor de medisch dossier hoeft Artsen signaleren relatief altijd aan de ouders Kinderbescherming. weinig kindermishandeling. te worden gegeven. Kinderarts Rian Hierover heeft de Teeuw sprak zich KNMG een meldcode uit voor meldplicht ontwikkeld inzake door hulpverleners. kindermishandeling. In ziekenhuizen worden toch veel gevallen Bij een conflict van plichten wordt aangeraden gemist en is er geen zicht op gebeurtenissen te overleggen met de KNMG en ook uw na ontslag. collega’s te consulteren. Naast kennis is samenwerking en durf nodig, horen zien en ...handelen. Men kan een advies vragen of melding doen, eventueel anoniem aan het AMK, ook zonder Margret Kaandorp toestemming van degeen die het betreft, op grond van zijn ambt of zijn beroep. Bij een melding hangt het er van af of deze anoniem kan blijven. Maar als iemand in gevaar wordt gebracht door niet te melden, kan men zich niet op anonimiteit beroepen!
wordt lid van MWIA
Op 25 maart 2006 heeft de Algemene Leden Vergadering besloten dat de vereniging opnieuw lid zal worden van de Medical Women International Association (MWIA). Een positief besluit en daar ben ik blij om. Gedurende enkele jaren heeft het Algemeen Bestuur zich herhaald gebogen over de vraag of de vereniging dit lidmaatschap wel wilde, nadat we in 1997 uit deze organisatie waren gestapt uit onvrede. Maar in een Europese Unie en een globaliserende wereld lijkt het noodzakelijk deel uit te maken van de wereldorganisatie van vrouwelijke artsen. Wat de vnVa kan inbrengen binnen de MWIA wordt binnen afzienbare tijd uitgezocht. In ieder
2006
Overigens wordt in de WBGO het kind vanaf 16 jaar volledig handelingsbekwaam geacht. Bij kindermishandeling onstaat het probleem dat de ‘dader’ namens het kind gaat spreken en de rechtsverhoudingen niet kloppen. Gelukkig zijn er ontsnappingsroutes naast het beroepsgeheim en de zwijgplicht, deze vindt men in de Eed van Hippocrates, in het Wetboek van Strafrecht (?), in de wet BIG (art. 88), en in het Burgerlijk Wetboek (zwijgplicht: 7:457).
Zo’n 40 kinderen sterven in Nederland jaarlijks door mishandeling. Dat zijn er 40 te veel!
geval biedt MWIA u (nu of heel binnenkort wanneer het lidmaatschap geëffectueerd is) het een en ander. Zo kunt u via de website www.mwia. net kennis nemen van wat elders in nationale vrouwelijke artsenorganisaties gebeurt. U kunt alle landelijke congressen bezoeken als u daarin geïnteresseerd bent en contacten leggen met buitenlandse collega’s. Via de website www.mwia. net/gmanual.pdf kunt u ook de trainingsmanuals downloaden en lezen over inhoudelijke zaken waarover de MWIA zich tijdens het wereldcongres in Tokio, 2004 heeft uitgesproken. Ook informatie over het toekomstige wereldcongres (gekoppeld aan een Algemene Leden Vergadering) dat in 2007 in Accra (Ghana) wordt gehouden van 31 juli tot en met 4 augustus staat op de site. Er zijn interessante pre- en postcongrestours waaraan u kunt deelnemen. In septem-
ber kunt u zich zelfs tegen de gereduceerde prijs voor leden aanmelden. Thema van het congres: Women in the World of Medicine, met als subthema’s: • gender in medicine e.g. Diabetes, cardiovascular diseases etc. • leadership for medical women • health in a multicultural world (harmful traditional practices, HIV etc.) Website: www.mwiaghana.net Mocht u bijdragen aan het programma willen inbrengen indien nog mogelijk, dan graag mailoverleg met mij:
[email protected] Joanna Schopman
23
Project Global Health Education Het huidige medische curriculum geeft onvoldoende aandacht aan maatschappelijke factoren zoals armoede, conflicten, schending van de mensenrechten, milieu en sociaal-economisch beleid, die gevolgen hebben voor de gezondheid. Om hierin verandering te brengen zou in 2005/2006 de kernmodule ‘global health’ (wereldwijde gezondheid) op alle 8 medische faculteiten in Nederland worden geïntroduceerd. Dit met minimaal 4 uur onderwijs over global health, geïntegreerd in het basiscurriculum van de medische opleiding, zowel in de propedeuse als in de masterfase. Hoe staat het er momenteel voor?
Op alle Nederlandse medische faculteiten is er bekendheid met de doelstellingen van het GH project en is er overleg gaande voor een vervolg. Het huidige aanbod bestaat uit 5 modules, in pilotversie, uitgebracht op CD-Rom (zie: www. nvmp.org). De modules omvatten: 1. gezondheidszorg en mensenrechten 2. massavernietigingswapen en gezondheidszorg 3. conflicthantering en mediation. 4. gezondheid en het bedrijfsleven 5. gezondheid en armoede
Coördinatie en communicatie verzorgt Herman Spanjaard, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Medische Polemologie. De Nederlandse Global Health Projectgroep is internationaal erkend en is redactief en uitvoerend in het Medical Peacework van het Leonardio da Vinci programma van de Europese Commissie 2005. De GHP bestaat uit: Standing Committee for Refugees and Peace, NVMP, JOHANNES WIER STICHTING EN WEMOS (health for all).
In de stuurgroep (voor inhoudelijke sturing) zitten alle deelnemende organisaties. Gestreefd wordt naar een breder en pragmatischer benadering, inspelen op de locale situatie. Op termijn: GH opnemen in het Raamplan Geneeskunde. In het kader van het Medical Peacework wil men materiaal maken voor specifieke doelgroepen, onder wie postacademici (artsen die naar ontwikkelingslanden of conflictgebieden gaan, gevangenisartsen e.a.). Nederland ziet kwaliteits-bewaking, certificering en nascholing als haar taak. Voor een professionele medewerker voor 20 uur per week, gedurende 2-3 jaar, is dringend geld nodig.
Akke Botzen, Commissie Internationale Betrekkingen
Dagelijks Bestuur, vertegenwoordigers, commissies en werkgroepen DAGELIJKS BESTUUR VNVA
VNVA-Ambassadeurs
Patricia Assmann, voorzitter Hedwig Vos, secretaris Pety Versendaal, penningmeester Maayke Sluman, lid
zijn artsen die hun deskundigheid ten dienste stellen van andere leden. Adressenlijst met specialismen is op te vragen bij het secretariaat VNVA
[email protected]. Artsen die ambassadeur of coach/mentor willen worden kunnen zich hier ook aanmelden. De ambassadeurs en coaches/mentors staan tevens op www.vnva.nl en in de VNVA-ledenlijst.
BELANGENBEHARTIGING Commissie TOP, ter bevordering van instroom van vrouwelijke artsen in hogere posities H. Takkenberg,(070) - 399 40 22, e-mail:
[email protected] M. Visser, C. Kenter. (VACATURE) NHC-VNVA Werkgroep Vrouwen en Huisartsgeneeskunde T. Lagro-janssen (
[email protected]), S. Lo Fo Wong, C. Dagnelie en H. van der Horst.
en Coaches/Mentoren
Commissie START, startende artsen network: H. Betjes, M. Appels, F. Struyk. A. Coolen. N. Kok, S.Ardesch en F. Hansen. Commissie Werk in Balans M. Leenders, M. van Gridcren (vacature). Vrouwennetwerk (vacature)
NETWERKFUNCTIE Redactie VNVA-Krant (Secretariaat VNVA,
[email protected]), Marga Helwegen, (N. van Moppes), S. Buis, C. Peters, i.s.m. A. van Hommelen (eindredacteur). (VACATURE)
VAKVERENIGINGSFUNCTIE Commissie Seksespecifieke Ceneeskunde C. Griffioen (020) 644 17 86, N. Koers, L. Elving, T. Lagro-janssen. Commissie Internationale Betrekkingen A. van Dam, G. Jamal Barkazai, A. Kraak. C. Hermann, K. Dijkstra, C. Firanescu (ondersteuning), A. Papineau Salm en A. Botzen en M. Bakker (Vrouwelijke Arts en Vredes vraagstukken). Commissie Hilly de Roever-Bonnet Fonds C. Dagnelie (010) 511 77 72, C. Griffioen, M. de Kleijn. Commissie Corrie-Hermannprijs W.A. van Stiphout, M. Sluman, I. van Seumeren, A.P. Nauta, j. Wetsteijn, j. Dekker. Bezwarencommissie F. Verweij, C. Tordoir, M.C. Ansink.
NVR (Nederlandse Vrouwenraad) J. Schopman
2006
24
Colofon Mission Statement van de Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen: De Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen versterkt de positie van vrouwelijke artsen en de aandacht voor de seksespecifiekie geneeskunde. De leden van de VNVA is opgericht in 1933 en heeft nu ongeveer 2300 leden. Zij organiseert activiteiten die te onderscheiden zijn in de categorieën belangenbehartiging, netwerkfunctie en vakverenigingsfunctie. De VNVA streeft ernaar op te treden als gesprekspartner en adviseur van beleidsbepalende en uitvoerende organisaties in de gezondheidszorg, wanneer het gaat om onderwerpen die van belang zijn voor vrouwelijke artsen of voor de gezondheidszorg voor vrouwen. Lidmaatschap VNVA schriftelijk opzeggen. Lidmaatschap eindigt dan de eerstvolgende 31 december. Correspondentie, verenigingsdrukwerk, info over VNVA -lidmaatschap, ledenadministratie en financiële administratie: Secretariaat VNVA Concordiaweg 149-151 t.a.v. J.A. Selhorst Postadres: Postbus 432 4200 AK Gorinchem tel 0183 - 646 300 fax 0183 - 621 601 e-mail:
[email protected] website: www.vnva.nl Advertentieacquisitie: Zadkine Media Postadres: Postbus 551 3100 AN Schiedam tel 010 - 436 91 24 fax 010 - 436 49 67 e-mail:
[email protected] website: www.zadkinemedia.nl Losse nummers zijn verkrijgbaar bij Secretariaat VNVA en kosten € 7,- per stuk inclusief porto. Een jaarabonnement voor niet-leden kost € 34,10. De VNVA-Krant verschijnt zesmaal per jaar. Oplage: 2700 stuks/ISSN 1383-1100. Gironummer: 24 55 32 t.n.v. Penningmeester VNVA, Utrecht Opzegging abonnement min 3 maanden voor 1 januari.
2006
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE:
ADRESSEN AFDELINGSSECRETARIATEN
Coördinator: Clara Peters
Amsterdam e.o.: Carla Weenink Marisplein 1 2102 AC Heemstede tel. (023) 547 39 37 e-mail:
[email protected]
Bureauredactie: Marga Helwegen Eindredactie: Annelies van Hommelen Redactie: Sylvia Buis, Clara Peters (Nathanja van Moppes) Fotograaf: Maarten van Haaff Basisvormgeving: Shape Amsterdam Opmaak: Zadkine Media Studio Drukkerij: Argodruk THEMA’S, COÖRDINATOREN EN SLUITINGSDATUM KOPIJ: VAMP nr. 5 2006 Gastcoördinatoren: Irene Hellemans, Patricia Assmann en Sylvia Buis Sluitingsdatum: 12.08.2006 VAMP nr. 6 2006 Thema ‘Passie’ Gastcoördinator: Ina Vader Sluitingsdatum: 06.09.2006 Laatste meldingen: 20.09.2006
Kopij altijd welkom Heeft u iets bijzonders meegemaakt in de zorg? Laat het ons dan weten! Mail Marga Helwegen:
[email protected]
Den-Haag e.o.: Els Plag Hoorn 48 2404 HJ Alphen a/d Rijn tel (0172) 42 11 77 e-mail:
[email protected] Noord-Nederland: Tineke Heijstra Langeloërweg 1, 9331 CC Norg tel (0592) 67 02 66 e-mail:
[email protected] Oost-Nederland: Ay Lien The Groenling 11, 7423 DG Deventer tel (0570) 65 52 63 e-mail:
[email protected] Rotterdam e.o.: Marleen Kooyman Specerijenhof 71, 3063 BX Rotterdam tel (010) 212 41 72 e-mail:
[email protected] Maastricht e.o.: T.M. Keun Klingbemden 147, 6441 KW Brunsum tel (045) 525 40 32 e-mail:
[email protected] Nijmegen e.o.: Patricia Assmann St. Annastraat 296, 6525 HE Nijmegen tel (024) 356 42 67 e-mail:
[email protected] Brabant en Zeeland: Denise Schraven Bredaseweg 376, 5037 LG Tilburg tel (013) 463 77 90 e-mail:
[email protected] Midden-Nederland: Vacature tel (030) 247 47 95 e-mail:
[email protected]