2013 nr.3
COLOFON
“Sterrenstof” is een uitgave van de Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde Thales en verschijnt 3 maal per jaar. De vereniging heeft als doel het beoefenen en verbreiden van de weer- en sterrenkunde in populair wetenschappelijke zin. Zij is opgericht op 10 oktober 1996 en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Zwolle onder nummer V62697. De vereniging is tevens een erkende afdeling van de Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde. Het lidmaatschap kan schriftelijk worden aangemeld bij het secretariaat. De contributie bedraagt € 25,-* per jaar (gezinsleden € 20,00; jeugdleden tot 15 jr. € 10,- en kan worden overgemaakt op girorekening 947676 t.n.v. V.W.S. Thales met vermelding van ‘Contributie 20xx” (jaartal s.v.p. vermelden). *In geval van betaling na 1 maart bedraagt de contributie € 30,00, voor gezinsleden € 24,00; jeugdleden € 12,- . Redactie “Sterrenstof”: Hoofdredacteur Harry van der Werf, Spui 13, 8032 VK, Zwolle tel. 038-4541466, email: harryvanderwerf@ hotmail.com Redactielid Frans Dijk, Brahmsstraat 6, 8031 DB, Zwolle tel. 038-4540202, email
[email protected] Redactielid Peter Simmering, Rengersdiep 18, 8032 NK, Zwolle Tel. 038-4526628, email:
[email protected] Bestuur Thales: Voorzitter Frans Dijk, Brahmsstraat 6, 8031 DB, Zwolle tel. 038-4540202, email
[email protected] Vice-voorzitter Gert Schooten, Holtmate 14, 8014 HA, Zwolle Tel. 038-4652159 email:
[email protected] Secretaris Freerk Dijkstra, Landsheerlaan 175, 8016 KJ Zwolle tel. 038-4654527 email:
[email protected] Penningmeester Theo van Deursen, Tolgaarderstraat 66, 8043 CJ Zwolle tel. 06-22814271 email:
[email protected] Lezingen Marian Lamberts-van der Linde, Tjariet 44, 8032 LM, Zwolle tel. 038-4539537 email:
[email protected] Lid Peter Simmering, Rengersdiep 18, 8032 NK, Zwolle Tel. 038-4526628, email:
[email protected] Lid Hans Weiss, Oude Kerkweg 10, 8051 KX, Hattem tel. 038-4442709 email:
[email protected] Home-page V.W.S. Thales: http://www.VWS-Thales.nl Jaargang 16 nr. 3 – september 2013
2
INHOUDSOPGAVE REDACTIE STERRENSTOF BASISCURSUS STERRENKUNDE HET STERRENBEELD ORION LEZINGEN NAJAAR 2013 EEN VRAAG VAN EEN VERRE VRIEND SUPERNOVA SN UDS10WIL WAT IS ER TE ZIEN AAN DE HEMEL AGENDA NAJAAR 2013
3 4 4 6 8 9 11 12
REDACTIE STERRENSTOF Hans Weiss heeft aangekondigd dat hij bij de volgende Jaarvergadering wil aftreden als bestuurslid. Dat betekent ook dat hij de functie van hoofdredacteur van Sterrenstof neerlegt. Het bestuur is derhalve op zoek gegaan naar een nieuwe hoofdredacteur. Gelukkig bleek Harry van der Werf daarvoor wel belangstelling te hebben. Hij heeft intussen het vorige nummer van Sterrenstof al gemaakt,
daarbij nog geholpen door Hans Weiss. Het bestuur is verheugd dat op zo korte termijn iemand gevonden is die de zorg voor Sterrenstof op zich wil nemen. We zijn Harry van der Werf zeer dankbaar voor het feit dat hij bereid is zich op deze wijze in te zetten voor VWS Thales! Tijdens de komende Jaarvergadering zal een en ander formeel zijn beslag krijgen.
Het bestuur
3
BASISCURSUS STERRENKUNDE Het bestuur van VWS Thales heeft het voornemen in het komende najaar weer een Basiscursus Sterrenkunde te organiseren, als er tenminste een redelijk aantal deelnemers zich meldt. De basiscursus zal tien lessen omvatten en gegeven worden op woensdagavond van 20.00 uur tot 22.00 uur, te beginnen op2 oktober. De kosten voor de cursisten bedragen € 100.--. De cursisten krijgen daarvoor behalve de lessen, ook een boek met de inhoud van de cursus,
een draaibare sterrenkaart en nog enig aanvullend lesmateriaal. De cursus omvat onderwerpen als het Zonnestelsel, informatie over de sterren en de bouw van het heelal. Ook wordt er aandacht besteed aan de geschiedenis van de Sterrenkunde. Als het weer het toelaat is het ook mogelijk waarnemingen te doen met de telescoop. Laat het de secretaris weten als u belangstelling hebt.
Het bestuur
HET STERRENBEELD ORION Orion is een heel bijzonder sterrenbeeld. Het is een van de oudst sterrenbeelden en zichtbaar voor iedereen op Aarde omdat het vlak bij de hemelequator staat. Er is maar weinig fantasie voor nodig om in het sterrenbeeld een jager te zien, met de rechterhand omhoog, gereed om een klap uit te delen, en in de linkerhand een schild. In de Griekse mythologie was Orion de zoon van Poseidon, de zeegod, en Euryale, de dochter van de Kretenzer koning Mios. Poseidon gaf Orion de macht om op water te lopen. Orion ging vaak op jacht met twee honden die nu de sterrenbeelden Canis Major en Canis Minor vormen. Orion was niet alleen groot en sterk, maar ook vermaard om zijn schoonheid. Veel van de verhalen over Orion gaan over zijn liefde voor mooie
vrouwen. Een van die verhalen gaat over zeven zusters, de Pleiaden, die Orion achtervolgde. Zeus stak daar een stokje voor en plaatste ze als de Pleiaden aan de hemel. Later zette Zeus voor straf ook Orion aan de hemel. Daar achtervolgt hij de Pleiaden nog steeds. Dit verhaal bestaat overigens in allerlei variaties. In de literatuur is Orion ruimschoots aanwezig. De Griekse dichter Homerus (9e eeuw v.Chr.) voert hem op in de Ilias en de Odyssee. In de Bijbel komen we Orion tegen in Amos 5:8 en in het boek Job, namelijk in Job 9:9 en in Job 38:31. In de Bijbel wordt het Hebreeuwse woord Kesil vertaald met Orion. Mogelijk is Kesil etymologisch verwant met Kislev, de negende maand van de Hebreeuwse kalender, de stormachtige maand november/december. Vol4
gens sommigen is Kislev een vroege aanduiding van Orion. Overigens is er nog veel onduidelijkheid in de verschillende vertalingen van de Bijbel, vooral als het over sterren gaat. Het is vaak niet duidelijk welk sterrenbeeld wordt bedoeld met een bepaald woord. Ook is het vaak onduidelijk of een bepaald woord betrekking heeft op een sterrenbeeld of op een ster. In een latere periode noemden de Joden Orion Gibbor, de reus. Ze dachten daarbij aan Nimrod die in de lucht was vastgebonden als straf voor rebellie tegen Jahweh. Mogelijk hebben deze gedachten geleid tot de gedachte dat Orion gebonden is met een band en het idee van de gordel van Orion. In Egypte was Orion prominent aanwezig, speciaal op de afbeelding van de Dierenriem van Denderah. In de tempel van Sakkara is Orion op de muur afgebeeld, evenals in Thebe als Sahu. Deze afbeelding stamt uit ongeveer 3285 v. Chr. Daaruit blijkt al hoe oud de relatie van Orion met Egypte is. Orion diende met opkomst en ondergang als een soort kalender. Als Orion in de morgen boven de horizon kwam, betekende dat het begin van de zomer. Dat was een teken dat de Nijl zou overstromen en zorgen voor vruchtbaarheid. Kwam Orion te middernacht boven de horizon dan brak het seizoen aan van de fruitoogst. En als Orion in de avond zichtbaar was, dan was dat het teken dat de winter op komst was, met kans op stormachtig weer. De Griekse schrijver Aratos (270 v.Chr.) vertelt in zijn grote gedicht
over sterrenbeelden en weertekens (Phainomena en Diosemeia) over Orion dat hij bang was voor de Schorpioen. Daarom gaat Orion onder als het sterrenbeeld Schorpioen opkomt. “De Schorpioen is opgekomen. Dan vlucht Orion, zelf de trotse held, bang.” Als de Schorpioen namelijk opkomt in het oosten, gaat Orion in het westen onder. In de vroege Arabische wereld wordt Orion aangeduid als Al Jauzah. Deze naam wordt ook wel gebruikt voor het sterrenbeeld de Tweelingen. De vraag is wat de herkomst van dit woord is. Het wordt vaak vertaald met “reus”. Maar die vertaling ondervindt kritiek. Er wordt ook wel geopperd dat Al Jauzah de gordelsterren van Orion aanduidt. Maar ook die gedachte ondervindt weerstand.
Ik herhaal een eerder gemaakte opmerking: Het is vaak heel lastig te achterhalen welk sterrenbeeld of welke ster in de oude geschriften met een bepaald woord wordt bedoeld. 5
Het sterrenbeeld dat wij aanduiden met Orion is een heel opvallend sterrenbeeld en het is daarom geen wonder dat het in alle belangrijke culturen een rol heeft gespeeld en steeds een naam heeft gehad. Uiteindelijk heeft de naam Orion zich
doorgezet ten koste van andere namen, vooral via de belangrijke Griekse cultuur. Wel geldt voor alle namen dat ze de betekenis hadden van reus of held. Orion is de sterke imponerende jager.
Frans Dijk
LEZINGEN NAJAAR 2013 Niet voor niets werd in de 19e eeuw nog gedacht dat dat de 'vlekjes' tussen de sterren zonnestelsels in wording waren i.p.v. sterreneilanden. De diameter van een sterreneiland is echter 100 miljard die van een gemiddeld zonnestelsel. Daar komt ook het woord 'planetaire nevel' vandaan wat niets met planeten te maken heeft. In 1921 stelde Edwin Hubble zijn zogenaamde 'wet van Hubble' op om hiermee kosmologisch grote afstanden te bepalen. Tegelijk is dit tot de dag van vandaag een maat voor de leeftijd van het heelal, maar kan dit zomaar? De kosmoloog Halton Arp is altijd bezig geweest met die afstandsbepaling van vooral ogenschijnlijk misvormde hemelobjecten zoals Quasars en 'botsende' sterreneilanden. Volgens Arp is de wet die Edwin Hubble heeft opgesteld voor de afstandsbepaling op kosmologische schaal deels schijn. Arp als waarnemer en Jayant Narlikar als theoreticus geven aan de roodverschuiving van sterrenstelsel een andere verklaring. Dit leidt tot een compleet ander heelalbeeld dan de zo bekende oer-
Locatie: Vestiging Landstede bij de Nooterhof, Goertjesweg (zijweg van de Marsweg) Aanvang 19.30 uur. Zie ook de Activiteitenkalender achter in dit nummer.
Donderdag 26 september 2013 Onderwerp: De oerknal is lariekoek!
Drs. R.H.A. de Jong Niets in de sterrenkunde is zo wezenlijk als de afstandsbepaling. Bijna alle kennis die we opgebouwd hebben over het heelal, staat of valt met de afstand naar het hemelobject van onderzoek. Als je de afstand niet weet, weet je b.v. ook niet of het hemelobject in werkelijkheid extreem groot is en daarbij veel licht geeft, of juist andersom. 6
In de lezing wordt OLFAR gepresenteerd alsmede de wetenschappelijke mogelijkheden.
knal theorie. De hypothetische donkere energie die nu nodig is om een verklaring te geven aan de waarnemingen van het heelal is niet meer nodig.
Donderdag 12 december Dr. Henk A.R. de Bruin Onderwerp: IJs in de Lage Landen.
Donderdag 10 oktober 2013 Dr. Ir. M.J. Bentum Onderwerp: Het OLFAR-project.
Henk de Bruin heeft als afgestudeerd natuurkundige 16 jaar bij het KNMI gewerkt op het vakgebied grenslaagen de micro- meteorologie. In die tijd ontwikkelde hij met zijn collega Herman Wessels het KNMIijsgroeimodel dat nu nog operationeel wordt toegepast. Vervolgens was hij 21 jaar verbonden aan bij de Universiteit Wageningen met als leeropdracht micrometeorologie en remote sensing. Verder heeft hij onderzoek verricht naar ‘scintillaties in de atmosfeer’, het verschijnsel dat sterren doet twinkelen. Sinds kort is hij columnist van Zenit, een maandblad over sterrenkunde, weerkunde en ruimtevaart. Tijdens lezing IJs in de Lage Landen zullen verschillende aspecten van ijs worden behandeld. In ons waterrijke Nederland is ijsvorming op onze waterwegen en meren altijd van groot belang geweest, met name voor de economie, de defensie en ook voor de recreatie. Voorbeelden zullen worden gegeven van hinder bij transport over water en op de weg. De relatie tussen ijs en (het falen van) de waterlinie zal aan bod komen. Deze speelde een belangrijke rol bij oorlogen tegen de Spanjaarden en Fransen.
Voor de radio-astronomie is het gebied beneden de 30 MHz één van de laatste onbekende frequentiebanden. Wetenschappelijk gezien is dat een bijzonder interessant frequentiegebied, o.a. voor het bestuderen van rood verschoven radiogolven afkomstig van waterstof uit het vroegste Heelal, het ontdekken van planeten en zonuitbarstingen in andere zonnestelsels en het bestuderen van ruimteweer. Helaas is dit frequentiegebied onbereikbaar vanaf de Aarde ten gevolge van de invloeden van de ionensfeer. Dus moeten we de ruimte in! In het OLFAR-project worden technieken ontwikkeld voor een radiotelescoop in de ruimte met behulp van een zwerm van ca. 50 kleine satellieten in een baan rond bijvoorbeeld de Maan. In een samenwerkingsverband tussen een aantal universiteiten, instellingen en bedrijven wordt in de komende jaren hard gewerkt aan nieuwe technologieën om dit concept mogelijk te maken. Intersatelliet communicatie en gedistribueerde signaalverwerking zijn samen met de ontwikkeling van zwermen onderling verbonden satellieten de uitdagingen voor de komende jaren. 7
Door het relatief milde zeeklimaat is ijsvermaak een typisch verschijnsel voor de Lage Landen. Door buitenlanders, zoals de Spanjaarden die ons land in 1567 binnenvielen, werd deze met grote verbazing bekeken. Buitenlanders begrijpen ook heden ten dage de ijskoorts niet rondom de Elfstedentocht. Bij het behandelen van het ijsgroeimodel zal worden ingegaan op de natuurkundige achtergronden. Op grond daarvan zal worden uitgelegd welke (verwachte) weerelementen men moet meenemen om tot een
ijsdikteberekening of ijsdikteverwachting te komen. Tot slot zal het verschijnsel Haarijs worden behandeld. Dit gaat over ijsstructuren die ontstaan aan dood hout. Alfred Wegener schreef daar in 1918 een artikel over. Zijn verklaring werd door niemand geloofd tot dat enkele jaren geleden twee Zwitserse onderzoekers aantoonden dat Wegener wel degelijk op het goede spoor zat. Wegener ‘s theorie over continentendrift werd ook pas erkend na zijn dood.
EEN VRAAG VAN EEN VERRE VRIEND Tijdens de zomermaanden ontving ik een berichtje van een vriend, die met zijn kersverse bruid op het strand van een bekend Grieks eiland van de zon lag te genieten. Even helemaal los van de dagelijkse beslommeringen en nu in een ontspannen sfeer, bekijk je de dingen ineens anders of beter en dus viel hem, naar de hemel kijkend, ineens iets op. Altijd in de buurt van zijn smartphone stuurde hij me de volgende vragen: “Hoi Peter, Vraagje vanuit Santorini: het is hier 14.00u en de zon staat zeer hoog aan de blauwe hemel. Maar nu zien we de maan ook al in zijn geheel een heel eind boven de horizon staan en die is slechts voor de helft zichtbaar... Hoe kan dit? 1. Hoe kan de maan zo vroeg al zichtbaar zijn. 2. De maan zou dan toch helemaal
zichtbaar moeten zijn?” De eerste vraag is makkelijk. De tweede lijkt op het oog wat vreemd. Maar af en toe komt juist deze langs in diverse sterrenbladen en op astronomische fora op Internet. Mijn vriend keek uit over zee en wat meer naar rechts stond de zon hoog aan de hemel. Een heel eind naar links stond de maan. De verwarring bij hem ontstond, omdat hij verwachtte dat de zon en de maan, met hem als waarnemer daartussen, zo op het oog bijna tegenover elkaar zouden staan. Waardoor de maan met haar verlichte kant ongeveer in zijn richting moest zijn gedraaid. Of in ieder geval veel meer dan het halve maantje dat hij slechts zag. Ik schreef hem terug: “Hoi Frank, Op de eerste vraag is het antwoord vrij simpel: de maan draait in ongeveer 28 dagen zijn rondje om de aar8
de. Daar komt het woord maand vandaan. Dat betekent dat de maan dan hier, dan daar aan de hemel staat. Kijk maar eens elke avond om dezelfde tijd waar hij staat, hij verplaatst zich dag na dag steeds iets naar links aan de hemel. Zie je de maan eens aan de nachtkant, zo’n 14
dan in ons land. Je tweede vraag is een hele logische. Wat je ziet lijkt niet te kloppen. Hier staat de zon, daar staat de maan. Voor je gevoel bijna recht tegenover elkaar en dus lijkt een half maantje niet logisch. Het antwoord is simpel maar moet je even dieper over nadenken. De lichte kant van de maan wijst altijd naar de zon. Hier komt het: de zon staat ca. 430x zo ver weg als de maan. Daarom wijst de verlichte kant van de maan ongeveer dezelfde kant op als die van de aarde. Het plaatje zal het verduidelijken…” Dat maakte het in één oogopslag duidelijk. Het is leuk als mensen eens een keer stil staan bij de dingen die aan de hemel gebeuren en zich er over verwonderen. Aan ons de schone taak om die verwondering aan te wakkeren en de vragen te beantwoorden.
dagen later staat hij op het zelfde tijdstip aan de andere kant van de aarde, dus voor iemand anders aan de dagkant. En dat zie jij nu. Dat je de maan ziet, schreef jezelf: heldere blauwe hemel. Dus mooi transparant. Dat zie je in Griekenland meer
Peter Simmering
9
SUPERNOVA SN UDS10WIL Een supernova is het resultaat van een ster die uit elkaar ploft op een manier die zo hevig is, dat voor een korte periode de ster zo helder schijnt als een hele spiraalnevel van meer dan 100 miljard sterren gelijk aan de Zon. Dit is een betrekkelijk zeldzame gebeurtenis. De meeste sterren beëindigen hun leven op een rustiger manier. In een galactische nevel als de Melkweg komen elke eeuw maar een paar supernovae voor. Maar zulke gebeurtenissen zijn heel belangrijk in de ontwikkeling van een spiraalnevel en voor het bestaan van levensvormen, omdat supernovae alle elementen maken die zwaarder zijn dan ijzer en deze verspreiden in de ruimte tijdens de explosie. Een groot deel van de atomen in ons lichaam zijn afkomstig van explosies van supernovae. Bij dit soort explosies komt ook een grote hoeveelheid energie vrij. Supernovae spelen ook een belangrijke rol bij het bepalen van (grote)afstanden, omdat ze heel helder zijn en bovendien een bekende helderheid hebben, afhankelijk van het type. De Hubble Space Telescope heeft nu een record gebroken door in december 2010 de verst verwijderde supernova van het type 1a te vinden die gebruikt wordt voor het bepalen van kosmische afstanden. Deze supernova explodeerde meer dan 10 miljard jaar geleden op een tijdstip dat het heelal nog in het beginstadium was.
De vorige recordhouder explodeerde 9 miljard jaar geleden. De supernova, aangeduid als SN UDS10Wil, kan niet alleen gebruikt worden bij het bepalen van afstanden in het heelal, maar kan ook helpen bij het onderzoek naar de aard van de donkere energie, de mysterieuze kracht die de expansie van het heelal versnelt. Een van de vragen betreffende type 1a supernovae is welk proces de explosie veroorzaakt en welke rol andere sterren daarbij spelen. De ontdekking maakte deel uit van het drie jaar durende programma van de Hubble Telescope aangeduid als CANDELS&CLASH Supernova Project (Cosmic Assembly Near-Infrared Deep Extragalactic Legacy Survey en Cluster Lensing and Supernova Survey with Hubble). In dit project wordt gezocht naar supernovae in het nabije infrarood en wordt de afstand van het object bepaald met behulp van spectroscopie. Dat laatste gebeurt vanaf de Aarde. Het vinden van supernovae op grote afstanden geeft mogelijkheden om de snelheid van de expansie van het heelal te vinden die afhankelijk is van de donkere energie. Maar er is nog veel onduidelijk. Misschien zorgen deze nieuwe ontdekkingen voor het ontstaan van heldere inzichten. Internetsite met meer informatie: http://www.spacetelescope.org/new s/heic1306/
Frans Dijk 10
WAT IS ER TE ZIEN AAN DE HEMEL Alle tijden in MEZT (zomertijd) of MET (overige maanden) Bron: http://hemel.waarnemen.com/astrokal/2013.html Sept. 2013 zo 8 sept. 16.39 De Maan bedekt Spica, op 26° boven de horizon, maar bij daglicht. zo 22 sept. 22.44 Herfstequinox; begin van de herfst. wo 25 sept. 02.45 Mercurius in het aphelium, op 0,467AE van de Zon. wo 25 sept. 03.49 Mercurius staat 44' NO van Spica, in de Benelux onder de horizon. Oktober 2013 do 3 okt, 16.12 vrij 4 okt. wo 9 okt.
01.25 12.11
di 15 okt.
13.26
za 19 okt.
01.51
di 22 okt. zo 27 okt.
03.00 03.00
November 2013 vrij 1 nov. 08.59 vrij 1 nov. za 2 nov.
21.19 06.50
zo 3 nov. zo 3 nov.
06.34 13.45
wo 6 nov. do 7 nov. vrij 8 nov. zo 17 nov. ma 18 nov.
13.01 06.03 01.19 13.00 03.22
di 26 nov.
02.27
Uranus is in oppositie. De planeet staat rond 2 uur 's nachts in het zuiden. Venus in het aphelium, op 0,728AE van de Zon. Mercurius in grootste oostelijke elongatie: 25°20’. Mercurius is avondster. Mars staat 56' N van Regulus, op een hoogte van 35°, maar bij daglicht. Maansverduistering in de bijschaduw, op een hoogte van 48°. Maximum van de meteorenzwerm Orioniden. Einde van de zomertijd.
Venus in grootste oostelijke elongatie: 47°04’. Venus is avondster. Mercurius in benedenconjunctie. De Maan bedekt Spica, op een hoogte van 5° en in de schemering. De Maan staat 33' W van Mercurius, 8° onder de horizon. De Maan staat 36' N van de Zon, op een hoogte van 20°, maar bij daglicht. Saturnus is in conjunctie met de Zon. Jupiter is stationair. Mercurius in het perihelium, op 0,307AE van de Zon. Maximum van de meteorenzwerm Leoniden. Mercurius in grootste westelijke elongatie: 19°29’. Mercurius is ochtendster. Mercurius staat 18,7' Z van Saturnus, bij ons onder de horizon. 11
December 2013 za 14 dec. 04.00 za 21 dec. 18.11 za 21 dec. 22.53 zo 22 dec. 01.03 zo 22 dec. 22.00 vrij 27 dec. 02.44 zo 29 dec. 07.27
Maximum van de meteorenzwerm Geminiden. Wintersolstitium; begin van de winter. Venus is stationair. Mercurius in het aphelium, op 0,467AE van de Zon. Maximum van de meteorenzwerm Ursiden. De Maan staat 26' N van Spica, op 0° boven de horizon. Mercurius in bovenconjunctie.
AGENDA NAJAAR 2013 VWS “Thales” Locatie: Vestiging Landstede bij de Nooterhof, Goertjesweg (zijweg van de Marsweg). Aanvang: 19.30 uur. Do. 26 september Do. 10 oktober
Do. 21 november Do. 12 december
Drs. R.H.A. de Jong. De oerknal is lariekoek! Een ander heelalbeeld dan de oerknal theorie Dr. Ir. M.J. Bentum. Het OLFAR-project. Een radiotelescoop in de ruimte met hulp van ca. 50 kleine satellieten in een baan rond bijv. de Maan. Mevr. Tjibaria Pijloo. Promotieonderzoek naar Open Clusters in de Melkweg. Dr. Henk A.R. de Bruin. IJs in de Lage Landen. De invloed van ijsvorming in ons waterrijke land.
VWS. “Triangulum” Locaties: a. “School De Kosmos”, Voldersdreef 301, Apeldoorn, 19.30 uur, b. “Wijkcentrum ’t Hart”, Jolinkweg 2, Eefde, 19.30 uur: Do. 13 september loc.: b Prof.dr. J. Heise De oerknal Do. 11 oktober loc.: a Prof.dr.ir. Sander Bais Keerpunten Do. 25 oktober loc.: b Dhr. W. Bekkers Door geologische processen verandering van klimaat en levensvormen Do. 15 november loc.: a Prof. S. de Jong Remote sensing
12