Recht Op Jaargang 8 nummer 2 januari 1998 Inhoudsopgave
Redactioneel.................................................................................................................... 2 Van de bestuurstafel ....................................................................................................... 2 Derde Stukkie .................................................................................................................. 3 Het Openbaar Ministerie in de verdediging .................................................................. 3 Nieuws van het Europees Parlement ............................................................................ 4 De OU en internet ........................................................................................................... 6 Terugvordering van subsidie.......................................................................................... 7
Redactioneel De redactie van Recht Op wenst al haar lezers en lezeressen een voorspoedig 1998. Dat het een jaar moge worden waarin het geplande aantal cursussen met succes wordt afgerond! Daarnaast wensen wij u veel plezier met Recht Op en hopen wij op reacties van uw zijde op de inhoud van dit blad of commentaar op de door ons georganiseerde activiteiten. Uw (eenmans)redactie rekent nog steeds op uitbreiding, want hulp en nieuwe ideeën zijn dringend gewenst om Recht Even Redig ook op internet actief te laten worden. Naast Recht Op zal RER ook via het nieuwe medium met u van gedachten gaan wisselen en daarmee de communicatie tweezijdig maken. Vóór 1 februari moet dit goede voornemen zijn gerealiseerd. Houdt u het Opennet van de Open Universiteit in de gaten, want daarop gaan we verschijnen. Voorlopig zal de redactie dus naast het elektronische medium ook de papieren versie blijven uitgeven. Met dat eerste zullen wij veel slagvaardiger worden door onmiddellijk op de actualiteit in te spelen.Daarom hierbij nogmaals een oproep aan u om de redactie te komen versterken. Ervaring met internet is niet noodzakelijk, wij kunnen u hiervoor "in house" prima opleiden. Schroom niet mij te bellen of voor de heel vooruitstrevenden onder u, mij te e-mailen.
Van de bestuurstafel Het bestuur van Recht Even Redig wenst u allen een voorspoedig en "leerzaam" 1998 toe. De Open Universiteit heeft het afgelopen jaar vele vernieuwingen in gang gezet en het bestuur probeert daar zo goed mogelijk op in te spelen. Zo zijn we blij met het initiatief van de redactie van Recht Op om de vereniging ook via internet te presenteren. Zoals in het vorige nummer reeds is aangekondigd gaan we wat de activiteiten betreft ons voorlopig concentreren op lezingen en andere binnenhuiselijke activiteiten. Gebleken is immers dat voor de excursies, hoe interessant op zich, toch minder belangstelling bestond door tijdsgebrek. Welnu, zoals u in het programma kunt zien zijn we in deze opzet geslaagd. Het is nu aan de leden om ook de "uitwerking" tot een succes te maken. De pleitoefening vraagt nog steeds onze aandacht. Wij blijven van mening dat een jaarlijkse pleitoefening een "must" is voor elke juridische studentenvereniging en zeker voor zo'n vereniging van de OU. Studenten van de OU krijgen anders nooit de gelegenheid om verbaal te trainen op het juridische vlak. Tijdens het brainstormen over een pleitoefening voor dit jaar werden we op het laatste nippertje geconfronteerd met een uitnodiging - die al enige maanden in Heerlen lag - aan de OU om deel te nemen aan de VAR-pleitoefening. We hebben die gelegenheid met beide handen aangegrepen en na een spoedmailtje aan alle leden, er nog zeven bereid gevonden om namens RER deel te nemen. Lezingen en een pleitoefening staan nu op het programma. Het bestuur zal alles in het werk stellen dit programma ook te verwezenlijken.
Tenslotte nog een oproep aan leden met verfrissende ideeën: het bestuur moet in april weer gedeeltelijk worden vernieuwd. Vooral het aantal dames dreigt ondervertegenwoordigd te geraken. Bel een van ons eens voor nadere inlichtingen.
Derde Stukkie Sara In september dreigde een ernstige crisis uit te breken met "de studie" als twistpunt. Onze oudste dochter kwam thuis met de mededeling dat eind oktober op school een voorlichtingsdag werd georganiseerd voor alle leerlingen die volgend jaar eindexamen zouden doen. Daar ze geen idee heeft wat ze na haar VWO wil gaan doen, hoopte ze bij die gelegenheid daar een antwoord op te vinden. De ouders werden nadrukkelijk uitgenodigd om diezelfde avond op school te verschijnen om samen met de leerkrachten over een mogelijke vervolgstudie te spreken. Nadat mijn wederhelft zijn agenda had geraadpleegd, deelde hij vast mee dat op hem niet gerekend kon worden, daar hij in die week enkele dagen naar het buitenland moest voor de zaak. Een lichte paniek, gevolgd door boosheid, maakte zich van mij meester toen ik in mijn agenda had gezien dat ík die avond mijn tentamen moest doen waaraan ik nu al drie maanden hard had gezwoegd. Het leek me beter even niet te reageren en rustig na te denken. Het wachten werd beloond! Enkele dagen later hoorden we op het tv journaal dat minister Hans Weijers een kamercommissievergadering had afgezegd om de verjaardag van zijn dochter mee te kunnen vieren. Mijn echtevriend reageerde dat hij het een prima ontwikkeling vond dat zelfs ministers soms hun kinderen vóór het werk lieten gaan. Juist, zei ik, herinner je je nog dat onze dochter volgende maand een belangrijke dag heeft op school? Ja natuurlijk, dat is in de week dat ik naar het buitenland moet. En ík heb die avond mijn tentamen. Korte pijnlijke stilte. Als Weijers een kamercommissie kan afzeggen voor een verjaardag, zou jij dan dat buitenland niet een paar dagen kunnen uitstellen voor de toekomst van je dochter? Ik heb mijn tentamen kunnen maken en ben geslaagd!! Weijers, bedankt.
Het Openbaar Ministerie in de verdediging Wim Offermans Terugkijkend naar het afgelopen jaar, en wie doet dat niet in de eerste week van januari, valt het op dat in de Nederlandse strafrechtspleging een aantal veranderingen zichtbaar worden. Veranderingen die in gang zijn gezet door de IRT affaire. Het "totaal proces" begint zich af te tekenen. De vergelijking met een moderne voetbalwedstrijd dringt zich op. Rinus Michels introduceerde het "totaal voetbal": een elftal bestond niet meer uit louter verdedigers en aanvallers, ieder met een eigen taak. Nee, het gehele team speelde op de aanval of was in de verdediging, naar gelang de omstandigheden. Verdedigers moesten mee in de aanval en aanvallers moesten mee verdedigen.
Bij een aantal geruchtmakende strafzaken in 1997 zien we eenzelfde beeld ontstaan. De aanvallende partij - het Openbaar Ministerie - is door de IRT affaire duidelijk in de verdediging gedrukt. Aanvalsmethoden zijn onwettig verklaard en vele spelers zijn geblesseerd geraakt of zelfs voortijdig geheel uitgeschakeld. De vanouds verdedigende partij heeft zijn kansen geroken en de aanval gekozen. Zij begreep als eerste dat de tijd van het "totaal proces" was aangebroken en kroop uit haar als vanouds louter verdedigende stellingen. Er werd aan de weg getimmerd, het OM werd aangevallen nog voordat het enige beschuldiging kon uiten. Het speelveld werd groter gemaakt, want voor een "totaal proces" is de rechstzaal veel te klein. Kranten, maar vooral de televisie werden ingeschakeld om het gelijk aan haar kant te krijgen. Ook de tactiek veranderde radicaal. Werd in ouderwetse zaken slechts gepoogd de rechter te overtuigen van de relatieve onschuld van de cliënt, van zijn of haar moeilijke leefsituatie die op zijn minst verzachtende omstandigheden opleverden, de moderne advocaat gaat meteen voluit in de aanval tegen het OM. Niet de schuld of onschuld van de cliënt staat centraal - integendeel, het feit dat hun broodheer zwaar crimineel is wordt niet eens ontkend - nee, het OM moet meteen in de verdediging worden gedrukt. En dat is een rol die het OM kennelijk nog niet ligt. Wanhopig wordt geprobeerd ook op het vergrote speelveld zijn mannetje te staan. Een persvoorlicht(st)er komt regelmatig in beeld, maar deze is duidelijk meer juridisch geschoold dan dat ze media-ervaring heeft, hetgeen soms aandoenlijk aandoet. Veel erger wordt het wanneer officieren van justitie zelf in de media verschijnen. Het hele Nederlandse volk zit toch met kromme tenen voor de buis wanneer deze lieden voor een camera hun mond opendoen. Of nog erger, overwinningsgebaartjes en dansjes maken. Ik twijfel niet aan hun juridische competentie, noch aan hun goede bedoelingen, maar net als bij het voetbal van vóór Rinus Michels is dat voor het moderne strafproces - het totaal proces - volstrekt onvoldoende. Moet het OM dan zijn verdediging versterken? Moet het sterspelers aankopen om "totaal processen" tot een goed einde te brengen? Ik denk van wel. Voor grote criminele zaken moet het OM een sterrenteam beschikbaar hebben om de advocatuur op alle fronten te kunnen weerstaan. Voor vragen of deze gang van zaken wel wenselijk is, is het te laat. De verdediging is sinds de IRT affaire in de aanval gegaan, het OM moet zijn defensie wel snel op orde brengen om in dit totaalgeweld niet ten onder te gaan.
Nieuws van het Europees Parlement Wim Offermans Het kan niet vaak genoeg onder de aandacht gebracht worden: het reilen en zeilen van het Europees Parlement. Het is onbegrijpelijk dat er dagelijks op TV en in de kranten zoveel aandacht wordt besteed aan de Tweede Kamer en zelden of nooit nieuws wordt gebracht over het Europees Parlement. Terwijl als men het goed bekijkt, de gebeurtenissen in ons nationale parlement eigenlijk slechts gekneuter is op de vierkante centimeter. Echt grote beslissingen worden allang niet meer in Den Haag genomen. Helaas moeten we constateren dat wat dat laatste betreft ook het EP slechts voor spek en bonen meedoet, want het zijn de ministers en voor de heel grote beslissingen Kohl en Chirac die de lakens (en goede baantjes) uitdelen. Het is echter het EP dat voor de democratische controle van de Europese Unie zou moeten zorgen. Dat lukt slechts mondjesmaat. Maar nu de dames en heren parlementariërs
het financieel voor zichzelf prima hebben geregeld - het hemd is nader dan de rok blijft er misschien wat tijd over om iets aan die controlerende functie te gaan doen. Wij kiezers moeten weten wat er in het EP gebeurt en, dikwijls belangrijker, wat er niet gebeurt. Alleen als wij het niet langer accepteren dat de democratie in Europa met voeten wordt getreden, zal er iets veranderen en zal het EP meer macht krijgen. Maar dan zullen wij ons ook beter moeten informeren en daarbij kan het maandblad "Europees Parlement" een goede hulp zijn. U kunt zich GRATIS op deze periodiek abonneren door een kaartje te sturen naar: Europees Parlement Dienst Persvoorlichting Kantoor BAK 1447 L-2929 Luxemburg, onder vermelding van uw naam, volledig adres en de mededeling: "Gratis abonnement Europees Parlement". In het laatste nummer van EP werd aandacht aandacht besteed aan het jaarverslag van de Europese Rekenkamer. Altijd weer interessant om daarin te duiken. Eerst even het eindbedrag van geld dat zonder correcte verantwoording - zeg maar frauduleus - is uitgegeven: 4,2 MILJARD ecu, oftewel ongeveer 10 miljard gulden!! En dat is alleen nog maar wat de rekenkamer heeft kunnen achterhalen. Het werkelijke bedrag is waarschijnlijk veel hoger. Een fraai voorbeeld van fraude was de invoer van Israëlisch sinaasappelsap. Voor dat sap hoeft minder invoerrechten betaald te worden dan voor ander sap. De slimme importeur zorgt dus dat zijn sap als Israëlisch wordt bestempeld. Gevolg: vorig jaar is er in de EU driemaal zoveel Israëlisch sap ingevoerd dan de hele staat Israël bij machte is te produceren. De fraude in de landbouw viel mee dit jaar vond de rekenkamer. Aan producenten van rund- en kalfsvlees is "slechts" 800 miljoen ecu te veel betaald en de graanboeren lichtten de boel ook nog eens voor zo'n bedrag op. Ronduit merkwaardig is het dat de Europese tabaksboeren (die een zeer slechte kwaliteit tabak verbouwen) gesubsidiëerd worden terwijl de EU aan de andere kant grote bedragen uitgeeft aan ontmoedigingsbeleid tegen roken. Tenslotte pleegde 69% van de leden van het Economische en Sociale Comitee (ECOSOC) fraude met reis- en dagvergoedingen. Vorig jaar was dat slechts 60%, dus ook hier vooruitgang alom. Een ander heikel en geldverslindend punt, is de verplichting voor het EP om tenminste 12 maal per jaar in Straatsburg te vergaderen. Toen het EP besliste dat in 1998 maar 11 keer te doen, stapte Frankrijk naar het Europese Hof van Justitie en kreeg daar gelijk! Dus is er op 21 oktober 1998 alsnog een extra vergadering in het rooster opgenomen. En wij maar denken dat een van de prerogatieven van een onafhankelijk parlement was dat het zijn eigen agenda bepaalde!! Tot zover wat laatste nieuws uit het "Europees Parlement". Zeker iedere aanstaande jurist dient zich hierop te abonneren. Dit en nog veel meer nieuws is ook te verkrijgen via internet: http://www.europarl.eu.int/. De dames en heren van dat parlement moeten kritisch worden gevolgd. Dat is hard nodig teneinde de Europese Unie te helpen omsmeden tot een ware democratie.
De OU en internet Wim Offermans Internet, u kunt niet meer zonder. De Open Universiteit wordt steeds actiever via dit nieuwe medium. De mogelijkheden zijn onbegrensd en de OU beheert momenteel vier netten: Infonet, Studienet, Opennet en Huisnet. Het Infonet is de informatiesite van de Open Universiteit. Iedereen die geïnteresseerd is in de OU vindt hier bijna alles. Infonet is onderverdeeld in de volgende rubrieken: Nieuws: het laatste nieuws en een archief vol oude nieuwsberichten. Organisatie: over de organisatie van de OU. Onderwijs: het onderwijssysteem, de opleidingen en de cursussen. Onderzoek: informatie over onderzoeksactiviteiten. Televisie: alles over de programma's van Kwintessens. Mediatheek: de werking en catalogi van de mediatheek, van hieruit klikt u door naar b.v. alle Nederlandse en vele buitenlandse universiteitsbibliotheken. Bovendien omvat de mediatheek ongeveer 30.000 boeken en staat al het cursusmateriaal van de OU hier ter inzage. De mediatheek beschikt over een collectie audiovisuele media en een aantal databanken op cd-rom, zoals de Juridische Bibliotheek. Verder bestaat de verzameling uit rapporten, onderzoeksverslagen en scripties van studenten van de OU. Tenslotte, de mediatheek is geabonneerd op zo'n 700 tijdschriften. Zoeken: de snelste manier om iets te vinden op het Infonet. Bovendien is er een helpfunctie beshikbaar ter ondersteuning bij het gebruik van de netten. Het Studienet is het "werknet" voor de student van de OU. Ook hier weer een onderverdeling in rubrieken. In de rubriek "Introductie" wordt de beginnende computer- en netwerkgebruiker stap voor stap wegwijs gemaakt in de materie. Voor het echte werk gaat u naar de rubriek "persoonlijke studieplek", die u naar eigen keuze kunt inrichten met de voor u relevante informatie. Cursusinformatie en discussiegroepen per cursus kunnen van hieruit worden aangeklikt. Reeds 1640 studenten met 4526 cursusinschrijvingen zijn op dit net te vinden. Met ongeveer 800 cursussen is de juridische faculteit goed vertegenwoordigd. Op het Opennet vindt u informatie over velerlei onderwerpen. Zo is er een praatcafé, waarin voornamelijk zeer slap wordt geouwedingesd en een rubriek "OUmedewerkers", waarin deze lieden zich voorstellen en waar "onze" André van de Akker present is met een schitterende eigen homepage. Verschillende studentenverenigingen vinden in het Opennet een plek om zich te manifesteren en Recht-Even-Redig zal vóór het eind van de maand januari 1998 hier haar opwachting maken!! De leden zullen dan het dagelijkse wel en wee van de vereniging op de voet kunnen volgen en er ook op reageren. Uiteindelijk zal Recht Op zijn bestaansrecht verliezen omdat het te traag, te omslachtig, te beperkt in omvang en oplage zal blijken te zijn. Zo ver is het echter nog (lang) niet. Eerst zal "iedereen" op internet moeten en hoe lang dat gaat duren weet niemand, maar persoonlijk denk ik dat dat vóór het jaar 2000 het geval zal zijn. U heeft dus een historisch document in handen.
Tenslotte heeft de OU nog een Huisnet, maar dat is uitsluitend bedoeld voor de eigen medewerkers en derhalve niet toegankelijk voor studenten. Concluderend kan ik stellen dat de Open Universiteit een aantal schitterende netten op internet heeft gezet, waaraan de student veel gemak en ook veel plezier beleeft. Vooral OU studenten - die gewend zijn alles zelf uit te moeten zoeken - kunnen hier hun hart ophalen. Ook is het mogelijk met dit medium extra hulp te krijgen bij uw studie. Hulp van studiebegeleiders, maar vooral - middels de discussiegroepen per cursus - van medestudenten.
Terugvordering van subsidie Richard Volkers De vorige keer besprak ik een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin de interpretatie van artikel 2:1, lid 2 Algemene wet bestuursrecht aan de orde was. Hoewel de Afdeling in die uitspraak niet omging is de uitspraak van belang geacht en zowel in de Staatscourant (Stcrt. 197, 14 oktober 1997) en in AB 1997, 428 uitvoerig besproken. De schrijvers van de noten bij die uitspraak zijn het er eigenlijk wel over eens; de interpretatie die de Arrondissementsrechtbank Zutphen gaf is mogelijk gezien de Awb, maar de uitleg die de Afdeling geeft getuigt van "gezond verstand" en is dan ook logisch. Deze keer zal ik een uitspraak bespreken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin de Afdeling wel een wijziging van haar jurisprudentie doorvoerde. Hoewel het hier niet gaat om een zaak, waarmee ik zelf te maken heb gehad (of een van mijn collega's) is deze uitspraak van groot belang geweest. Het gaat om de uitspraak van 21 oktober 1996, nummer H01.96.0142 (JB 1996, nr. 232 en AB 1996, nr. 496). Dit betrof een beroep dat in eerste instantie door de Arrondissementsrechtbank Alkmaar gegrond was verklaard voor zover het betrekking had op de terugvordering van te veel betaalde subsidie. In de lijn van de jurisprudentie oordeelde de Arrondissementsrechtbank dat niet-ontvankelijk verklaring moest volgen voor zover de procedure zich richtte tegen de terugvordering. In het verleden had de Afdeling (en andere bestuursrechters) meermalen geoordeeld dat een terugvordering via een civiele procedure ongedaan moest worden gemaakt. In het hoger beroep tegen de uitspraak van de Arrondissementsrechtbank Alkmaar stond de vraag centraal naar het rechtskarakter van de mogelijkheid van beroep bij de bestuursrechter tegen besluiten van bestuursorganen tot terugvordering van toegekende subsidie. De Afdeling heeft in deze zaak geoordeeld, anders dan zij in het verleden deed, dat terugvorderingsbesluiten van bestuursorganen, ook indien deze niet op uitdrukkelijk daartoe strekkende bevoegdheden zijn gebaseerd, zijn gericht op rechtsgevolg. Dit rechtsgevolg wordt ontleend aan de (ook in het bestuursrecht geldende rechtsbeginsel) dat hetgeen onverschuldigd betaald is kan worden teruggevorderd. Dit rechtsbeginsel is van bestuursrechtelijke aard, wanneer de werking zich voordoet in door het bestuursrecht beheerste verhoudingen. De Afdeling is verder van mening
dat beoordeeld moet worden in hoeverre de terugvordering van de bijdragen redelijkerwijs tot de mogelijkheden behoort. Gevolg van deze uitspraak is onder andere dat besluiten tot terugvordering administratief rechterlijk kunnen worden aangevochten. De terugvordering behoeft niet (maar kan natuurlijk wel) meer in een civiele procedure aangevochten te worden. Bovendien is het niet meer automatisch zo dat na een intrekking van een beschikking de terugvordering zondermeer kan plaatsvinden. Hierover zal het bestuursorgaan nadrukkelijk een beslissing moeten nemen, die weer aan te vechten is. Bovendien moet de beslissing tot terugvordering aan een aantal eisen voldoen; zij moet berusten op een deugdelijke belangenafweging en een deugdelijke motivering. Bij deze belangenafweging kan de inkomenspositie en de wenselijkheid terug te vorderen een rol spelen. Wel is het mogelijk dat de beslissing tot intrekking en terugvordering in één besluit kenbaar kunnen worden gemaakt. In procedures waarin subsidie terugbetaald dient te worden, worden (althans door het bestuursorgaan waar ik werkzaam ben), twee brieven gezonden. De eerste betreft een besluit tot intrekking van de subsidie. Deze wordt automatisch gevolgd door een verzoek het ten onrechte verleende subsidiebedrag terug te betalen. De eerste brief betreft een beslissing, de tweede naar onze mening niet, aangezien uit de intrekking automatisch een betalingsverplichting voortvloeit. Op grond van de genoemde uitspraak van de Afdeling is nu ook de tweede brief een beslissing en dient door het bestuursorgaan deugdelijk gemotiveerd te worden, waarom terugbetaald dient te worden. Omgaan van de Afdeling derhalve, hetgeen in dit geval extra werk voor het bestuursorgaan tot gevolg heeft.