1
RECENTE ONWIKKELINGEN INZAKE SUCCESSIEPLANNING De voorbije maanden waren er op het vlak van de Vlaamse fiscaliteit weer diverse wijzigingen die hun belang hebben voor successieplanning. Wij selecteerden voor u de topics waarover we in de praktijk het meeste vragen krijgen. Wij benadrukken dat men het onderstaande niet zomaar mag doortrekken naar wat geldt in het Waalse- en Brusselse successierecht.
1. ALGEMEEN VLAAMSE RULINGDIENST – OOK VOOR GEMENGDE RULINGS Naast de federale rulingdienst, die al langer bestaat, is sinds 14 augustus 2015 ook de Vlaamse rulingdienst operationeel. Als belastingplichtige kan men dus op voorhand aftoetsen hoe de Vlaamse Belastingdienst een concrete voorgenomen verrichting fiscaal zal behandelen. De voorafgaande beslissing wordt in principe meegedeeld aan de aanvrager binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de indiening van de aanvraag. De beslissingen van de Vlaamse rulingdienst gelden voor een termijn van vijf jaar. Vaak vallen de vragen echter gedeeltelijk onder de bevoegdheid van de Vlaamse Rulingdienst en gedeeltelijk onder de bevoegdheid van de Federale Rulingdienst. Voor dergelijke gemengde dossiers werken de Vlaamse en Federale rulingdienst samen sinds 15 september 20151. Meer in het bijzonder zal de Vlaamse administratie in voorkomend geval een bindend advies overmaken aan de Federale rulingdienst. De aanvraag van een ruling voor een gemengd dossier mag men ofwel richten naar de Vlaamse rulingdienst ofwel naar de federale rulingdienst.
2. TARIEVEN AANHORIGHEDEN VAN DE GEZINSWONING De langstlevende partner geniet in het Vlaamse Gewest van een vrijstelling van erfbelasting voor de gezinswoning. Dit geldt ook voor de “aanhorigheden” (bijgebouw, garage, zwembad…) van de gezinswoning. De Vlaamse decreetgever had dit begrip voor het verkooprecht gedefinieerd als volgt: ‘elk gebouwd of ongebouwd onroerend goed dat volgens de aard, de ligging, de oppervlakte en de waarde ervan een normale bijhorigheid vormt, al naargelang het geval, hetzij van het huis of de verdieping of het gedeelte van verdieping, hetzij van een op te richten woning”. Voor de erfbelasting werd het begrip aanhorigheid eigenlijk niet gedefinieerd in de Vlaamse Codex Fiscaliteit (hierna: VCF). Via een zgn. reparatiedecreet2 is nu bepaald dat ook voormelde definitie geldt in het kader van de erfbelasting. Maar het blijft dus een feitenkwestie wat precies een aanhorigheid is en wat niet.
1 2
Besluit van de Vlaamse Regering dd. 18 september 2015, B.S. 12 oktober 2015. Decreet van 17 juli 2015 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.
Competence Update | Recente evoluties inzake successieplanning | 4 november 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A
2
Via het reparatiedecreet wordt nu in de VCF ook uitdrukkelijk bepaald dat de vrijstelling voor de gezinswoning expliciet moet aangevraagd worden in de aangifte van nalatenschap3.
3. BELASTBAAR VOORWERP GESPLITSTE AANKOOP Ook de Vlaamse Belastingdienst heeft op enkele maanden tijd haar standpunten inzake de zgn. gesplitste aankoop in vruchtgebruik (ouders) en blote eigendom (kinderen) een aantal keer aangepast4. De huidige stand van zaken is dat Vlaanderen het federaal standpunt5 volgt. Om de heffing van erfbelasting, op basis van een wettelijk vermoeden, te vermijden moeten de erfgenamenblote eigenaars aantonen dat er geen sprake was van een bedekte bevoordeling. Hoe kunnen zij dit tegenbewijs leveren? De blote eigenaars moeten (bij het overlijden van de vruchtgebruiker) aantonen dat ze betaalden met eigen gelden. Veelal schenken de ouders-vruchtgebruikers eerst gelden aan de kinderen-blote eigenaars waarmee zij dan de blote eigendom betalen. Een voorafgaande schenking, door de vruchtgebruiker aan de blote eigenaar, wordt nu ook door Vlabel aanvaardt als tegenbewijs voor de toepassing van artikel 2.7.1.0.7 VCF in twee gevallen: -
1. Indien de voorafgaande schenking onderworpen werd aan schenkbelasting
-
2. Wanneer de begunstigde vrij over de gelden heeft kunnen beschikken. Er mag geen causaal verband zijn tussen de schenking en de aankoop.
LEVENSVERZEKERING AFGESLOTEN DOOR LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT Levenslange spaar- en beleggingspolissen (Tak 21, Tak 23 of Tak 44) van het type AAB komen frequent voor in de praktijk. Dergelijke polis kan bijvoorbeeld worden afgesloten door een echtgenoot die gehuwd is onder een gemeenschapsstelsel. Dan zal de uitkering bij het overlijden van echtgenoot A, aan echtgenoot B, voor de helft onderworpen worden aan erfbelasting. Indien echtgenoot B zou sterven voor A blijft de polis verder bestaan. Er is dan geen uitkering. De vraag is of er dan ook erfbelasting verschuldigd is op de helft van de afkoopwaarde van de pols. De federale Dienst Voorafgaande Beslissingen (rulingdienst) en het hoofdbestuur van de administratie namen daarover totaal verschillende standpunten in. De Vlaamse Belastingdienst volgt in deze nu nog een andere redenering. Volgens Vlabel is de helft van de afkoopwaarde te beschouwen als een fictief legaat en dus onderworpen aan erfbelasting6. In de rechtsleer werd o.i. terecht reeds kritiek geuit nopens deze zienswijze. Het laatste woord is over deze discussie nog niet gezegd.
3
Art. 3.3.1.0.8, § 1, 14° VCF. Zie o.a. Vlaams administratie standpunt van 28 juli 2015 en Vlaams administratief standpunt van 7 september 2015. 5 Federale beslissing van 18 juli 2013. 6 http://belastingen.vlaanderen.be/nlapps/data/docattachments/SPO_15020_Levensverzekering%20door%20de%20langstl evende%20echtgenoot.pdf 4
Competence Update | Recente evoluties inzake successieplanning | 4 november 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A
3
SCHENKING LEVENSVERZEKERING Indien een verzekeringnemer een bestaande polis tijdens zijn leven schenkt aan de begunstigde, schenkt hij zijn rechten als verzekeringnemer. Als deze schenking ter registratie wordt aangeboden en fiscaal gelokaliseerd is in het Vlaamse Gewest, wordt op deze schenking de schenkbelasting geheven aan het tarief van 3 % in rechte lijn en tussen partners. Voor schenkingen aan anderen geldt een tarief van 7%. De schenkbelasting wordt berekend op de afkoopwaarde van de polis op datum van de schenking. Dit werd ook bevestigd door Vlabel. Vlabel nam zeer recent het standpunt in dat, niettegenstaande de betaling van schenkbelasting, de latere uitkering dan ook nog eens onderworpen wordt aan erfbelasting 7 . Zowaar een dubbele belasting. Vlabel stelt daarbij dat het voorwerp van de schenking (de rechten als verzekeringnemer) niet hetzelfde is als het voorwerp van de uitkering. In dit standpunt wordt ook niet aangegeven dat dit enkel zou gelden voor toekomstige verzekeringsgiften. We gaan hier niet in op de technische details, maar weet dat ook dit standpunt nogal de wenkbrauwen doet fronsen. Ook dit wordt ongetwijfeld nog vervolgd. Indien u in het verleden een verzekeringsgift heeft verricht bespreekt u dit best met uw adviseur.
WEDERKERIGE SCHENKINGEN TUSSEN ECHTGENOTEN Wederzijdse schenkingen tussen echtgenoten komen vaak voor in de praktijk van successieplanning. Indien beide schenkingen worden geregistreerd, is dan één of tweemaal schenkbelasting verschuldigd? Overeenkomstig de VCF zal slechts éénmaal schenkbelasting verschuldigd zijn en dit op de schenking die aanleiding geeft tot het hoogste recht. Dus één recht van 3 % indien het roerende goederen betreft. Dat geldt echter enkel indien beide akten van elkaar afhankelijke bepalingen bevat8. De Vlaamse belastingdienst nam enkele weken terug het standpunt in dat ook vereist is dat die afhankelijke bepalingen in één en hetzelfde geschrift voorkomen9. Indien er twee verschillende akten worden opgemaakt kan voormelde fiscale regel niet worden toegepast volgens Vlabel. In dat geval zullen beide schenkingen dus onderworpen worden aan schenkbelasting. Indien geschonken wordt via notariële akte moet men rekening houden met artikel 1097 B.W. dat bepaalt dat de wederzijdse schenkingen tussen echtgenoten juridisch niet in één akte mogen opgenomen worden. Artikel 1097 B.W. geldt echter, volgens de rechtsleer, niet voor zgn. bankgiften. Voor wederzijdse bankgiften kan men dus wel één pacte adjoint opmaken en vrijwillig laten registreren. Merk op dat ook de federale rulingdienst vroeger, voor de overheveling van het Vlaamse Successierecht naar de Vlaamse Codex Fiscaliteit, ook besliste (in individuele gevallen) dat alsdan slechts éénmaal het schenkingsrecht van 3% wordt geheven10. Volledigheidshalve merken wij op dat in de praktijk schenkingen, ook tussen echtgenoten, vaak plaatsgrijpen via bankgift of schenking voor notaris in Nederland die niet worden geregistreerd. Zoals bekend moet de schenker dan wel nog drie11 jaar in leven blijven opdat geen erfbelasting zou verschuldigd zijn.
7
Standpunt nr. 15133 dd. 12.10.2015. Cfr. Art. 2.8.4.1.2 VCF. 9 Standpunt nr. 15137 dd. 12.10.2015. 10 Beslissing nr. 900.097 van 23 juni 2009; Beslissing nr. 900.469 dd. 20 april 2010. 11 7 Jaar voor de schenking van een familiebedrijf die voldoet aan de voorwaarden voor een geregistreerde schenking aan 0%. 8
Competence Update | Recente evoluties inzake successieplanning | 4 november 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A
4
4. BELASTINGVERHOGINGEN EN ADMINISTRATIEVE GELDBOETES SOMS HALVERING BELASTINGVERHOGING BIJ ONVOLLEDIGE AANGIFTE Wanneer men goederen niet aangeeft in de fiscale aangifte van nalatenschap riskeert men een belastingverhoging van 20% (van de aanvullende rechten). Het gebeurt echter vaak dat dit verzuim te goeder trouw gebeurde. Bijvoorbeeld omdat men niet wist dat een bepaald goed deel uitmaakt van de nalatenschap. De Memorie van Toelichting geeft hierbij als typevoorbeeld de levensverzekering waarvan de erfgenamen niet wisten dat deze bestond. De decreetgever heeft dan ook recent bepaald dat de boete wegens verzuim wordt gehalveerd tot 10 % indien men spontaan, m.a.w. uit eigen beweging, alsnog een aangifte doet binnen 10 maanden na het overlijden12. Als de spontane aangifte niet gebeurt binnen de 10 maanden na het overlijden blijft het tarief dus 20%. Wanneer een aangifte echter zou voortvloeien uit een fraude onderzoek dat de BBI is opgestart, dan is de 100 % belastingverhoging van toepassing 13 . In geval van overmacht is er anderzijds de mogelijkheid tot ambtshalve vrijstelling14.
SOMS VERLAGING BELASTINGVERHOGING INDIEN AANGIFTE VOOR TE LAGE WAARDE Als de goederen wel aangegeven zijn, maar aan een te lage waarde (‘tekortschatting’) is er een belastingverhoging verschuldigd van 5%, 10%, 15% of 20%, afhankelijk van de mate van tekortschatting. Door een aanpassing van de VCF geldt nu dat de tarieven van 15 % en 20 % herleid worden tot 10 % bij een spontane rechtzetting, nl. de aangifte van een meerwaarde, binnen de 10 maanden na het overlijden15. M.a.w. onder dezelfde voorwaarden als voor de halvering van de boete wegens ‘verzuim’ zoals hoger vermeld. Een tekortschatting kan bijvoorbeeld blijken indien de erfgenamen een onroerend goed verkopen voor een hogere prijs dan de waarde die is opgegeven in de aangifte van nalatenschap. Vroeger had de fiscus een termijn van twee jaar vanaf het overlijden om niet akkoord te gaan met de waardering van de erfgenamen. Met de invoering van de VCF werd deze termijn verlengd tot 5 jaar. De Vlaamse Belastingdienst gaf echter te kennen dat (nog altijd) volgende administratieve tolerantie wordt toegepast: indien het onroerend goed binnen de 2 jaar na het overlijden wordt verkocht en spontaan een bijvoeglijke aangifte wordt ingediend voor een meerwaarde zal geen belastingverhoging worden gevorderd. Let op: dit geldt niet voor roerend goed16. Uit het antwoord van de Vlaamse minister van Financiën op een parlementaire vraag blijkt ook nog dat hoewel de VCF een aanslagtermijn van 5 jaar voorziet in principe een termijn van 2 jaar zal worden toegepast.
12
Art. 3.18.0.0.7, tweede lid VCF. Art. 3.18.0.0.15 VCF. 14 Art. 3.18.0.0.16 VCF. 15 Art. 3.18.0.0.8, lid 2 VCF. 16 Standpunt nr. 15126 dd. 28.09.2015. 13
Competence Update | Recente evoluties inzake successieplanning | 4 november 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A
5
Vlabel zal in principe de grondige controle van de aangifte van nalatenschap uitvoeren binnen een termijn van 2 jaar vanaf de datum van overlijden en er zal daarna, in principe, geen tekortschatting meer volgen, behoudens manifeste onregelmatigheden17.
5. CONCLUSIE Bij de integratie van de Vlaamse Successierechten in de VCF onderging het taalgebruik van de wetteksten een modernisering. Door de tekstuele herformuleringen slopen er ook wat onbedoelde wijzigingen en onduidelijkheden in de wetteksten die toch relatief snel werden aangepakt via een reparatiedecreet. Via haar administratieve standpunten vaart Vlabel duidelijk een eigen koers die vaak een breuk betekent met het verleden. Bepaalde standpunten zijn toch voor ernstige discussie vatbaar. Bijvoorbeeld inzake de verzekeringsgift. Hopelijk komt Vlabel daar snel tot inkeer. Een kleine selectie van topics toont in ieder geval aan dat het de voorbije maanden allesbehalve windstil was in successieplanning- land. U volgt best de verdere ontwikkelingen als u tussen de klippen wil doorzeilen.
4 november 2015 Sven Hubrecht
17
Antwoord op vraag nr. 324 van 2 juni 2015 van J. Lantmeeters.
Competence Update | Recente evoluties inzake successieplanning | 4 november 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A