woensdag 7 oktober 2009
dossier
successieplanning
2
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
Successieplanning is al een hele poos een hot item. In Groot-Brittannië hebben heel wat adviseurs er lang geleden al hun beroep van gemaakt en die trend zette zich de voorbije jaren via Nederland ook bij ons door. Successieplanning is tegelijk een ingewikkelde juridische en fiscale materie, die in de tijd evolueert. In de enge zin van het woord probeert men met successieplanning de kosten die met erven gepaard gaan, te optimaliseren (lees: binnen de wettelijkheid zo laag mogelijk te houden). Maar in de bredere betekenis van het woord kan het gaan over de vroegere verdeling van het vermogen dan bij een overlijden, een gerichte(re) verdeling, de regeling van de verhouding van behoud van eigendom versus behoud van macht bij de opvolging van een familiebedrijf, enzovoort. Echt wel over planning dus.
Successieplanning een goed plan? Tegenwoordig lees je vaak over nieuwe technieken als een middel om de erfenisrechten te verlichten. En toch zijn andere planninginstrumenten al vele jaren in zwang, zij het dan niet onder de naam successieplanning. Denk maar aan een huwelijkscontract, een testament of een levensverzekering. Bij die ‘technieken’ laten de gevolgen zich natuurlijk pas voelen bij een overlijden. Terwijl je met ingrepen bij leven soms onmiddellijke resultaten verkrijgt, die weliswaar later, bij overlijden, nog gevolgen kunnen hebben. Belangrijk bij successieplanning is je goed laten informeren. Dat kan bij de notaris, bij juristen en fiscalisten die zich op de materie toeleggen of bij private of personal ban-
kers. Tegelijk moet je je er rekenschap van geven dat tijdens je leven je familiale en financiële situatie aanzienlijk kan veranderen, met soms gevolgen voor je successie. Zo kan het nuttig zijn om na enkele jaren te kijken of je huwelijkscontract, testament of verzekering… nog wel optimaal zijn volgens de nieuwe situatie. Hou ook beide voeten op de grond, want successieplanning heeft vooral ingrijpende financiële gevolgen als je écht vermogend bent. Toch kan advies bij modale vermogens nuttig zijn, want bij successie zijn ook andere elementen (dan alleen fiscaliteit) belangrijk. Over successieplanning is het laatste woord nog niet gezegd, maar wie de materie alvast op de voet volgt, is Eric Spruyt,
notaris en docent aan de Hogeschool Universiteit Brussel (HUB) en de Fiscale Hogeschool. Eric Spruyt is auteur van onder meer het boek ‘Successieplanning, de onmisbare gids voor elke vooruitziende burger’ waarvan de vierde geactualiseerde druk in 2008 is verschenen bij uitgeverij Mediafin (De Tijd). In dat werk belicht de auteur het brede wettelijke kader van successierecht. En hij reikt een schat aan informatie aan om te begrijpen of en wanneer successieplanning nodig is. Of het een moeilijke en complex materie is? Best wel. Maar Eric Spruyt is er glansrijk in geslaagd om het onderwerp eenvoudig en helder te beschrijven. En vlot leesbaar, zelfs met flink wat gepaste humor. Bovendien maken de vele voorbeelden heel wat extra duidelijk.
> Eric Spruyt
COLOFON - uitgave van Creative Lab
Interesse in een bijlage op maat? T 02 467 24 91
verantwoordelijke uitgever: Christine Van den Berghe - director Creative Lab // teksten: read me - a content company (www.read-me.be) // vormgeving: Kliek Creatieve Communicatie www.kliek.be // eindredactie: Lies Dobbelaere // business development manager: Bart Bollen // redactionele beelden: Titus Simoens, www.purestockx.com BIJLAGE BIJ DE STANDAARD VAN WOENSDAG 7 OKTOBER 2009. Valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie.
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
3
Je huwelijkscontract
bepaalt mee je nalatenschap
Zonder huwelijkscontract Sloot je met je man of vrouw geen huwelijkscontract af bij een notaris? Dan ben je wat vermogen betreft getrouwd volgens het wettelijke stelsel. “Wie gehuwd is vóór 1976 met contract van scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten valt in feite onder hetzelfde regime”, preciseert notaris Spruyt. In beide gevallen bestaat je erfenis dan uit je eigen vermogen plus jouw helft van het gemeenschappelijke vermogen. Wat is je eigen vermogen dan wel? Alles wat je al bezat vóór het huwelijk, zoals spaargeld, waardepapieren, een stuk grond of een huis. En alles wat je kreeg door een schenking of uit een erfenis, zelfs tijdens het huwelijk. Niet vergeten: ook oude schulden of nieuwe schulden uit erfenissen maken deel uit van je eigen vermogen. Het gemeenschappelijke vermogen bestaat uit al de rest, min het eigen vermogen van je man of vrouw. Het gaat om alles wat je met je partner hebt verzameld tijdens het huwelijk: beroepsinkomsten, gezamenlijke aankopen en schenkingen of erfenissen die voor allebei bestemd waren. Ook de schulden die je samen hebt gemaakt, tellen mee. Het gemeenschappelijke vermogen is soms moeilijker te omschrijven dan het eigen vermogen. Is er onenigheid of kun je niet bewijzen dat iets ‘eigen’ is? Dan geldt een wettelijk vermoeden dat het tot de gemeenschap behoort. De nalatenschap bestaat uit de eigen goederen van de overledene plus zijn helft van het gemeenschappelijke vermogen.
Huwelijkscontract met algehele gemeenschap van goederen Kies je voor deze vorm van samenleven dan staat er in het huwelijkscontract dat het eigen vermogen van beide partners integraal deel uitmaakt van het gemeenschappelijke vermogen. Je bent dan niet zelf meer (alleen) eigenaar van je persoonlijke bezittingen, behalve bijvoorbeeld van je kleren. De nalatenschap bestaat uit de helft van het gemeenschappelijke vermogen. Huwelijkscontract met scheiding van goederen “Mensen die beroepshalve (zware) financiële risico’s nemen of welgesteld zijn, kiezen wel vaker voor een huwelijkscontract met scheiding van goederen. Zo blijft de ene partner buiten schot wanneer de andere schulden maakt”, aldus Eric Spruyt. En kan de ene partner niet teren op het vermogen van de andere. Ook wanneer man en vrouw allebei welgesteld zijn, komt een huwelijkscontract met scheiding van goederen voor, omdat het niet nodig is om van elkaars geld te leven. Een andere reden voor scheiding van goederen is dat men het fortuin in de familie wil houden. De goederen die beide partners samen kopen, vallen wel onder een soort gemeenschap van goederen. In vaktermen spreken we over goederen in onverdeeldheid. Eric Spruyt: “Het grote verschil met het wettelijk stelsel is dat men onder scheiding van goederen zelf kan bepalen wat er in die onverdeeldheid valt. Een
ander belangrijk verschilpunt betreft uiteraard de beroepsinkomsten: die blijven eigen.” Overlijdt een van de partners, dan bestaat zijn of haar erfenis uit het eigen vermogen plus de helft van de goederen in onverdeeldheid.
‘Wat zit er in je nalatenschap?’ Onverdeeldheid is overigens niet hetzelfde als gemeenschap. Bij onverdeeld kan een goed tot één van beide partners behoren op basis van bijvoorbeeld een aankoopbewijs. Een voorbeeld maakt alles duidelijk: wil je bij scheiding van goederen dat een bezitting echt van jou is, dan zorg je voor een aankoopbewijs op jouw naam. Bij gemeenschap van goederen behoort die bezitting beide toe, of er nu een aankoopbewijs op één naam staat of niet. De nalatenschap bestaat uit de eigen goederen van de overledene en de helft van de goederen in onverdeeldheid.
Ben je niet getrouwd of samenwonend? Dan is je nalatenschap eenvoudig: je bezittingen en je schulden, die gaan naar je wettige erfgenamen. Toch is in onze maatschappij het huwelijk nog altijd de meest voorkomende vorm van samenleven. Twee mensen die als echtpaar samenleven, hebben persoonlijke én gezamenlijke bezittingen. Hebben ze kinderen? Dan bepaalt hun huwelijksvermogenstelsel hoe de erfenis eruitziet. Zodra een van de ouders sterft, moet de erfenis worden geregeld.
Wettelijk of feitelijk samenwonenden Sinds enkele jaren zijn de successierechten voor samenwonenden ongeveer gelijk aan die voor gehuwden. Waar je woont, maakt wel een verschil. In Vlaanderen genieten getrouwde koppels en (wettelijk en feitelijk) samenwonenden van dezelfde successierechten. Ongeacht hun geslacht en of ze verwant zijn met elkaar. In Wallonië betalen alleen wettelijk samenwonenden dezelfde successietarieven als gehuwden. Bovendien moeten ze al ten minste zes maanden wettelijk samenwonen op hetzelfde adres, op het moment dat een van beiden overlijdt. Ook in het Brussels hoofdstedelijk gewest staan alleen wettelijk samenwonenden op gelijke voet met getrouwde koppels op het vlak van successierechten. “Opgelet”, waarschuwt notaris Eric Spruyt, “want in de drie gewesten zijn samenwonenden niet automatisch elkaars erfgenaam. Zijn ze louter feitelijk samenwonend? Dan moeten ze een testament opmaken om de erfenis te regelen. Wettelijke samenwoners hebben een beperkt wettelijk geregeld vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Willen ze meer, dan moeten ze dat ook zelf regelen.”
4
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
Zet het (correct) in je testament ‘Kies uit drie soorten testamenten.’ Om een testament op te stellen, moet je ten minste achttien jaar jong zijn en gezond van geest. En al vanaf je zestiende mag je via een testament de helft van je vermogen een bestemming geven. Niet vergeten: de wet beschermt bepaalde erfgenamen. Die krijgen altijd hun deel, wat je ook schrijft in je testament.
Wettige erfgenamen altijd van de partij
Een deel van je nalatenschap komt automatisch toe aan sommige van je wettige erfgenamen. Dat deel is de reserve en de begunstigden zijn de reservataire erfgenamen. Wat overblijft is het beschikbare deel. Hoe groot de reserve van je erfenis is, hangt af van welke en hoeveel erfgenamen er recht op hebben. Eric Spruyt: “De reserve wordt berekend aan de hand van de zogenaamde fictieve massa. Die stemt overeen met de waarde van je volledige erfenis, min je schulden en de schenkingen die je tijdens je leven deed. Dat laatste is bedoeld om te vermijden dat je de reserve zou aantasten door vooraf schenkingen te doen.” De reserve van de nakomelingen De nakomelingen van de overledene in de nuttige graad hebben recht op een reserve. Denk maar een kind van zijn ouders. Dat geldt dus niet voor een kleinkind bij een erfenis van zijn grootouders als de ouders van het kind nog leven, want dan staan zij in de nuttige graad. De reserve geldt voor alle kinderen, ook bijvoorbeeld buitenhuwelijkse kinderen en geadopteerde kinderen. De grootte van de reserve van de kinderen hangt af van het aantal kinderen. Bij
Met een testament kun je een en ander naar je hand zetten. Afwijken van de wettelijke vervolgorde bijvoorbeeld, een voogd aanduiden voor je (minderjarige) kinderen, erfgenamen bevoordelen, schenken aan een goed doel… Toch doe je met je vermogen niet wat je wilt.
één kind is zijn reserve gelijk aan de helft van de erfenis en de andere helft is het beschikbare deel. Twee kinderen hebben elk recht op een derde van de erfenis en het beschikbare deel bedraagt één derde. Zijn er drie kinderen? Dan hebben ze elk recht op één vierde van de erfenis en is ook het beschikbare deel één vierde. Bij vier of meer kinderen bedraagt de reserve drie vierde van de erfenis met opnieuw een beschikbaar deel van één vierde.
zinswoning en de huisraad. Hij kiest zelf welke reserve hij inroept.
ren - met zogenaamde legaten - kun je zo de erfenis verdelen.
Andere reservataire erfgenamen kunnen niet voorkomen. Zijn alle erfgenamen broers, zusters, ooms, tantes, neven of nichten, dan verdeel je in volle vrijheid en naar eigen goeddunken je vermogen via een testament of via een schenking bij leven.
De reserve van de ouders Ouders (van de overledene) vormen een tweede categorie van reservataire erfgenamen. Ze kunnen hun reserve inroepen als de overledene geen kinderen nalaat. Maar hun reserve is niet opgewassen tegen maatregelen die de overledene trof in het voordeel van zijn echtgenoot of zijn wettelijk samenwonende partner.
Je nakomelingen kun je nooit onterven. Wel kun je ze laten wachten op hun deel tot ook de andere partner overlijdt. Zo’n constructie moet zijn vastgelegd in het huwelijkscontract. Heb je geen kinderen? Dan zijn je naaste voorouders de reservataire erfgenamen. Die kun je wel onterven, maar alleen ten voordele van je man of vrouw. Ook je huwelijkspartner kun je uit je testament schrappen. Er zijn wel enkele voorwaarden:
> Het algemeen legaat: één persoon (in vaktermen de algemene legataris) erft alles wat overblijft nadat alle andere verplichtingen in je testament zijn uitgevoerd. > Het legaat onder algemene titel: je kent een welbepaald deel van je vermogen (bijvoorbeeld een derde van de roerende goederen) toe aan een of meer personen. > Het bijzondere legaat: je wijst een of meer specifieke goederen (bijvoorbeeld een auto of schilderij) toe aan een of meerdere personen.
De grootte van de reserve van de ouders hangt af van het feit of er nog ouders in beide familielijnen of slechts in één lijn leven. Want elke ouder heeft een reserve die gelijk is aan één vierde van de erfenis. Als beide ouders leven bij het overlijden van hun kind, dan hebben ze samen recht op twee vierde of de helft. De andere helft is het beschikbare deel. Leeft alleen nog een van beide ouders, dan heeft die recht op één vierde en bedraagt het beschikbare deel drie vierde. De reserve(s) van de langstlevende echtgenoot De langstlevende echtgenoot kan bij wet twee soorten reserves inroepen: de algemene of het vruchtgebruik op de helft van alle goederen van de nalatenschap; en de specifieke of het vruchtgebruik op de ge-
Onterven: hoe en wie?
> Bij je overlijden leefde je al ten minste zes maanden feitelijk gescheiden van elkaar. > Je had op dat moment al een afzonderlijke verblijfplaats gevraagd bij de vrederechter en was intussen niet opnieuw gaan samenwonen. > Je hebt een testament opgesteld waarin je je man of vrouw onterft.
Vrije keuze bij het beschikbare deel
Het beschikbare deel is wat overblijft van de erfenis nadat de reserve ervan is afgetrokken. Daarmee doe je wat je wilt. In je testament kun je bepalen wie wat krijgt van je vermogen. Op drie verschillende manie-
Drie soorten testamenten
Om je erfenis te regelen kun je kiezen uit drie soorten testamenten: een eigenhandig, een notarieel of een internationaal. De drie zijn even rechtsgeldig, op voorwaarde dat ze naar behoren zijn opgesteld. In principe telt elk geldig opgesteld testament, niet alleen het meest recente. Een testament gedeeltelijk of volledig herroepen? Het kan perfect in een later testament. “Je doet er trouwens goed aan bij het opmaken van een nieuw of wijzigend testament de tekst aan te vangen met het zinnetje dat je al je vroegere testamenten herroept. Zo kun je interpretatieproblemen na je dood vermijden”, adviseert notaris Spruyt. Denk eraan: elk testament is strikt persoonsgebonden. Een testament opmaken met je man of vrouw, kan dus niet. Het eigenhandig geschreven testament De naam verraadt het al: je moet dit testament helemaal alleen schrijven met de
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
hand, en het ondertekenen en dateren. Dat zijn de enige voorwaarden. Dit testament kost je helemaal niets. > Als leek is zo’n testament geen eenvoudige opdracht. Zorg ervoor dat het geen dubbelzinnigheden, correcties of toevoegingen bevat. Want die kunnen betwistingen veroorzaken. Je laat je bij de opmaak ervan toch het best adviseren door je notaris. > Je hebt geen garantie dat je testament daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Je kunt het wel toevertrouwen aan een notaris, die het dan kan registreren. > Je erfgenamen moeten het testament aan een notaris bezorgen. Anders kan het niet worden uitgevoerd. Het notarieel testament Een notarieel testament moet je persoonlijk dicteren aan een notaris, in aanwezigheid van twee getuigen of een andere notaris. Die werkwijze heeft enkele duidelijke voordelen:
> Een notaris is een expert op het vlak van testamenten. Voor advies ben je er aan het juiste adres. Bovendien waakt hij erover dat het testament duidelijk is. > Je notaris bewaart het testament op een veilige plaats en registreert het in het Centraal Register van Testamenten. > Je testament is klaar om te worden uitgevoerd, zonder extra formaliteiten. Het internationale testament Het internationale testament is in ons land rechtsgeldig sedert 1983. Je hoeft het niet zelf met de hand te schrijven maar wel persoonlijk voor bewaring aan je notaris te geven, in aanwezigheid van twee getuigen. En de notaris maakt een akte op om aan te geven dat alles volgens de wettelijke regels is verlopen. Dergelijk testament is handig als je vaak in diverse landen verblijft en buitenlandse eigendommen bezit. Dat het niet met de hand moet geschreven worden, is vooral bij complexe testamenten nuttig.
Heeft successieplanning voor modale vermogens zin? Als je een becijferd voorbeeld maakt voor een gezin met een modaal vermogen, dan krijg je de indruk dat successieplanning niet hoeft. Maar schijn bedriegt, want na de eerste erfenis volgt er een tweede, en dan is er nog de mogelijke clausule langst-leeftal-heeft in het huwelijkscontract. Het advies vragen van bijvoorbeeld een notaris is dus aangewezen.
Familiale situatie (in het Vlaams gewest) Vader en moeder zijn gehuwd met algehele gemeenschap van goederen. Vader is geboren in 1940 en overlijdt in 2009. Moeder is geboren in 1941. Er zijn twee kinderen, geboren in 1960 en 1961.
Vermogen Gezinswoning
300.000 euro
Ander onroerend goed
200.000 euro
Roerend goed
100.000 euro
Schulden
Beschikbaar met enige reserve
5
Begrafeniskosten
0 euro 2.000 euro
Enkele voorbeelden van de verhouding reserve en beschikbaar deel. Successierechten bij overlijden van vader:
De overledene laat alleen afstammelingen na Reserve
Samen
Beschikbaar deel
1 kind
1/2
2 kinderen
1/3
2/3
1/3
3 kinderen
1/4
3/4
1/4
3/4
1/4
4 of meer kinderen
1/2
Echtgenote
Volle eigendom
Vruchtgebruik of blote eigendom
Onroerend: gezinswoning
150.000
48.000 (VG)
Onroerend: ander
100.000
32.000 (VG)
Roerend goed
48.000
15.360 (VG)
Successierechten
De overledene laat ouders na Reserve
Beschikbaar deel
Vader
1/4
1/2 of indien 1 van beide: 3/4
Moeder
1/4
1/2 of indien 1 van beide: 3/4
Wil je de erfrechten van je echtgenoot zo laag mogelijk houden? Anders gezegd zijn erfrecht beperken tot zijn reserve? Hieronder vind je de grootte van het vrij beschikbaar deel en van de reserve van de kinderen en de langstlevende echtgenoot. (Onderstaande overzichtstabel is ontleend aan het boek Successieplanning van notaris Eric Spruyt.) Reserve kind
Reserve langstlevende
Beschikbaar deel
1 kind
1/4 VE + 1/4 BE
1/2 VR
1/4 VE + 1/4 BE
2 kinderen
1/3 VE + 1/3 BE
1/2 VR
1/6 VE + 1/6 BE
3 kinderen en meer
3/8 VE + 3/8 BE
1/2 VR
1/8 VE + 1/8 BE
VE = volle eigendom BE = blote (of naakte) eigendom VR = vruchtgebruik
Wil je daarentegen het omgekeerde bereiken? En dus je echtgenoot maximaal bevoordeligen en het erfrecht van de kinderen beperken tot hun reserve? Hieronder vind je de reserve van de kinderen en het totaal beschikbaar deel voor de langstlevende echtgenoot. (Onderstaande overzichtstabel is ontleend aan het boek Successieplanning van notaris Eric Spruyt.) Reserve kind
Beschikbaar deel voor de langstlevende
1 kind
1/2 BE
1/2 VE + 1/2 VR
2 kinderen
2/3 BE
1/3 VE + 2/3 VR
3 kinderen en meer
3/4 BE
1/4 VE + 3/4 VR
VE = volle eigendom BE = blote (of naakte) eigendom VR = vruchtgebruik
Erfgenaam
Kind 1
1.394
Onroerend
125.000
85.000 (BE)
Roerend goed
24.000
16.320 (BE)
Successierechten
Kind 2
5.139
Onroerend
125.000
85.000 (BE)
Roerend goed
24.000
16.320 (BE)
Successierechten
5.139
Totaal successierechten
11.672
VG = vruchtgebruik BE = blote eigendom
Notaris Spruyt: “In dit voorbeeld lijken de successierechten mee te vallen en ziet het er op het eerste gezicht naar uit dat er niet veel successieplanning nodig is. Toch dient men op te letten bij de interpretatie van dergelijk cijfermateriaal. Het gaat bij successieplanning niet louter en alleen om de fiscaliteit. De burgerrechtelijke gemoedsrust, de familievrede en het aspect ‘zorgen voor elkaar als partner’ zijn minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker.” “Daar willen notarissen bij helpen. Zo kan successieplanning er in dit voorbeeld voor zorgen dat de langstlevende echtgenoot de erfenis niet in zijn totaliteit moet delen met de kinderen maar helemaal alleen baas blijft over bepaalde vermogensbestanddelen. Bovendien moet je berekeningen altijd doen over twee erfenissen heen. In dit voorbeeld, betalen, als later moeder ook sterft, de erfgenamen nog eens 19.200 euro, wat het totale kostenplaatje (over de twee erfenissen heen) op 30.873 euro brengt. Of stel dat er in het huwelijkscontract van dit echtpaar een clausule langst-leeft-al-heeft staat die de hele gemeenschap in volle eigendom aan de langstlevende geeft, dan ziet het cijferwerk er totaal anders uit. Over de twee erfenissen heen zou er dan 56.640 euro moeten betaald worden. Met successieplanning en meer bepaald de schrapping van de clausule langst-leeft-al-heeft, kun je dat vermijden.”
6
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
Laat niet na
je erfenis
juist te waarderen
Heb je een erfenis gekregen? Dan moet je daar belastingen op betalen, naargelang de waarde van de goederen die je erft. Je moet die waarde zelf bepalen. Maar wat gebeurt er als je ze over- of onderschat? Je overschat de waarde Een voorbeeld: je erft een huis en waardeert het op een bepaald bedrag en daarop betaal je successierechten. Maar bij de openbare verkoop gaat het huis van de hand voor een lager bedrag. Geen nood: je kunt de successierechten die je te veel betaalde, terugvorderen. Hoewel: de oorspronkelijke aangiftetermijn van vijf maanden mag dan nog niet zijn verstreken. In de praktijk is dat doorgaans wel het geval en wordt het moeilijk om je geld nog terug te krijgen. Je onderschat de waarde Je hebt baat bij een zo laag mogelijke schatting van de waarde omdat de successierechten worden berekend op basis van de waarde. De verleiding om de waarde te onderschatten, is dus groot maar tegelijk niet zonder gevaar. Heb je de waarde onderschat, dan moet je de resterende successierechten alsnog betalen. Bovendien hangt je een fiscale boete boven het hoofd. Voor onroerende goederen bedraagt de boete evenveel als de resterende successierechten. Blijkt je onderwaardering
kleiner dan een achtste van de waardebepaling, dan moet je geen extra successierechten betalen. Voor roerende goederen bedraagt de boete tweemaal de resterende successierechten. Zodra je te weinig successierechten betaalde, is die boete van toepassing, zonder opschorting zoals bij onroerende goederen. Je verzwijgt goederen Gaf je bepaalde goederen niet aan (oeps: vergeten)? Dan ben je daarop aanvullende successierechten verschuldigd. Bovendien krijg je een fiscale boete. Je riskeert zelfs een correctionele straf, zoals een penale boete of celstraf. Zulke straffen gelden bij fraude. Controleschatting is definitief Misschien vindt de ontvanger dat je een van de goederen te laag schatte. In dat geval moet hij je daarop wijzen, zodat je de schatting kunt verdedigen. Na overleg volgt dan misschien een minnelijke schikking. Is dat niet het geval? Dan moet er een controleschatting door een expert plaatsvinden. Zijn oordeel is definitief. Een con-
troleschatting kan alleen voor onroerende goederen. Schatting vooraf voorkomt verrassingen Eric Spruyt: “Kom je liever niet voor verrassingen of bijkomende successierechten te staan? Laat de goederen dan schatten op jouw kosten vóór je aangifte doet.” Je moet de ontvanger van het bevoegde registratiekantoor daar in een aangetekende brief om vragen. Er worden dan een of meer expert(s) aangeduid door jou én door de administratie. Worden jullie het niet eens, dan stelt de vrederechter de expert(s) aan. Een schatting vooraf is vooral interessant als het gaat om een grote verzameling belastbare goederen die tegen de hoogste tarieven worden belast. Het oordeel van de schatter is definitief, voor beide partijen. Zo is elke discussie met de administratie uitgesloten. Bovendien loop je geen risico op boetes of extra successierechten, zelfs wanneer de verkoopprijs van een goed hoger ligt dan de geschatte waarde ervan.
Fictieve massa is de realiteit Je erfenis bestaat niet alleen uit de goederen die je bezat op het moment van je overlijden. Ook de schenkingen die je tijdens je leven deed, rekent de wetgever mee als fictieve massa. Waarom doet de wetgever dat? Welke waarde plakt hij op de fictieve massa? Word je er extra op belast? Alle goederen die je bezat toen je overleed, maken deel uit van je erfenis. Toch is dat niet alles, want de wetgever past een correctie toe om te voorkomen dat je al je goederen wegschenkt tijdens je leven. Zo blijft er misschien geen erfenis over en zijn de wettelijke erfgenamen de dupe. Bepaalde wettelijke erfgenamen worden echter beschermd door het erfrecht. Het gaat bijvoorbeeld om je kinderen of de langstlevende partner. Die hebben altijd recht op een bepaald deel van je erfenis (de zogenaamde reserve). Als dat deel wordt aangetast, dan kunnen ze zich daartegen verzetten. Goederen en schenkingen Op de dag van je overlijden wordt de fictieve massa samengesteld. Dat doet men om te onderzoeken of de erfrechten van de wet-
telijke erfgenamen worden gerespecteerd. De fictieve massa is een combinatie van twee delen: de goederen die je bezat op de dag van je overlijden plus alle bezittingen die je tijdens je leven al hebt weggeschonken. De wetgever doet dus alsof je tijdens je leven geen schenkingen hebt gedaan om de waarde van je erfenis te bepalen. De bestaande goederen zijn de eerste component van de fictieve massa. Was je getrouwd toen je overleed? Dan gaat het om je eigen bezittingen én je aandeel in de gemeenschap van goederen of in de onverdeeldheid van goederen. Daarbij telt de wetgever al je schenkingen. Ongeacht wanneer en hoe je ze deed: via een handgift, begeleid door een notariële akte, onrechtstreeks of vervormd. Wel bestaat er een uitzondering op de regel: een schenking van goederen met behoud van vruchtgebruik of een schenking op lijfrente aan een van je erfgenamen. Die worden niet bij de fictieve massa gerekend, op voorwaarde tenminste dat de andere erfgenamen ermee akkoord gaan. Fiscale gevolgen Al je schenkingen worden in rekening gebracht om de fictieve massa te bepalen. Die fictieve massa dient om na te gaan of de erfrechten van de wettelijke erfgenamen niet zijn aangetast. Maar hoe rijm je deze situatie met de befaamde fiscale driejaarstermijn bij schenkingen? Concreet houdt
die regel in dat je nog drie jaar moet leven nadat je een schenking hebt gedaan. Wat successierechten betreft, speelt die regel fiscaal een rol op twee vlakken. > Heb je een schenking gedaan, minder dan drie jaar voor je overlijden? Dan wordt ze fictief aan de erfenis toegevoegd. Dat gebeurt om de successierechten te bepalen, niet om de schenking opnieuw te belasten. De tarieven van de rechten zijn progressief: hoe hoger de waarde van de erfenis, hoe groter de successierechten. Omdat de schenking wordt meegerekend, kom je in een hogere schijf terecht. Heb je een roerende geregistreerde schenking gedaan, dan is er definitief afgerekend met de fiscus en kom je niet in hogere successierechten terecht, ook al sterft de schenker binnen de drie jaar.
‘Al je schenkingen worden in rekening gebracht om de fictieve massa te bepalen.’ > Je bent niet verplicht om een schenking van roerende goederen te registreren. Je kunt ook een hand- of bankgift doen, want
daarop worden geen schenkingsrechten geheven. Dat geldt ook als je een schenking doet met een akte verleden door een Nederlandse notaris. Notaris Spruyt waarschuwt voor de addertjes onder het gras: “Bij een hand- of bankgift of een schenking via een Nederlandse notaris doe je een niet-belaste schenking: je betaalt geen schenkingsrechten. Als de schenker dan binnen de drie jaar sterft, moet de begiftigde toch nog successierechten betalen op wat hij als schenking kreeg. Wil je op veilig spelen, dan bezorgt een belaste roerende schenking voor een Belgische notaris je fiscale gemoedsrust. Fictieve optelsom De fiscus heeft een fictiebepaling opgenomen in de wet om te voorkomen dat je op je sterfbed nog snel tal van roerende goederen zou wegschenken. Want zo zou je de waarde van je erfenis naar beneden halen. Volgens de fictiebepaling worden alle bezittingen die je tijdens de drie jaar voor je overlijden belastingvrij hebt weggeschonken, ook bij je erfenis gevoegd. De wetgever telt ze dus (fictief) mee en je erfgenamen betalen er successierechten op. Zorg er dus voor dat je kunt bewijzen wanneer de belastingvrije schenking plaatsvond. Kies op latere leeftijd liever voor een belaste schenking tegen een vlak tarief van 3, 5 of 7 procent. Dat tarief hangt af van waar je woont en van de graad van verwantschap met de begunstigde.
woensdag 7 oktober 2009
Opgeleid
staat netjes
Kluwer Opleidingen bestaat twintig jaar en is daarmee een van de oudste actieve opleidingsinstituten in België, en het is met een bijzonder ruim aanbod ook een van de grootste. De cursussen richten zich tot professionals, zoals juristen, hr-verantwoordelijken, salesmensen, enzovoort. En natuurlijk biedt Kluwer Opleidingen ook cursussen aan op het vlak van successieplanning. “Cursussen over financiële planning bieden we al heel lang aan”, zegt productmanager Wouter Vermeylen. “Een opleiding onder de naam toch ook al een zevental jaar, want toen is dat vakgebied echt wel in zwang gekomen. Het kwam uit Groot-Brittannië via Nederland naar België overgewaaid. In Nederland en Groot-Brittannië is het al lang, en nog altijd meer dan in België, een gespecialiseerd beroep. Gelukkig leggen in ons land meer en meer adviseurs zich op successieplanning toe. En ik juich dat toe, want de materie is soms wel complex door evoluties zoals nieuw samengestelde gezinnen en samenwonenden, om er maar enkele te noemen. En natuurlijk zijn er best heel wat mensen vermogend.”
‘Praktijkgerichte thema’s voor financiële planners.’ Professionals De cursisten voor successieplanning zijn beroepsmensen met een adviserende rol. Denk maar aan juristen of advocaten, notarissen, boekhouders, fiscalisten, verzekeringsmakelaars, fiscale planners… “En ook de docenten zijn professionals, zoals notarissen, advocaten of fiscalisten, die met beide voeten in de praktijk staan en dagelijks met financiële planning te maken hebben. De thema’s die ze behandelen zijn op de praktijk gericht en gaan zowel over erfrecht als fiscaal recht, twee elementen die bij successieplanning aan de orde zijn. De opleidingen voor neofieten kunnen enkele dagen duren en voor mensen met ervaring is een studiedag of seminar van een halve dag bijzonder nuttig. Tijdens die kortere cursussen gaan een drietal sprekers op een specifieke actuele topic in als update in de materie. Want de wetgeving staat natuurlijk niet stil.” www.kluweropleidingen.be
successieplanning
7
8
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
Roerend mee eens:
gegeven is gegeven Bij de planning van je nalatenschap kun je beslissen om al tijdens je leven een deel van je vermogen weg te geven of te schenken. Wel moet je rekening houden met het deel van de erfenis waar je partner en kinderen minimaal recht op hebben. Belangrijk om te beseffen is dat je bij een testament je erfenis voor iemand kunt voorzien maar bij een schenking een deel van je vermogen weggeeft. Met onmiddellijk effect dus.
Maak je keuze
Kies je voor een notariële akte dan stappen schenker en begiftigde naar een notaris, die een akte van schenking opmaakt. Op die schenking is een registratierecht van 3% verschuldigd indien de begiftigde de (huwelijks)partner of een van de kinderen of een samenwonende is. In elk ander geval bedraagt het registratierecht 7%. Woont de schenker in Wallonië dan geldt soms een tarief van 5%.
‘Een schenking heeft onmiddellijk effect.’
Kies je voor een handgift (kunstvoorwerpen, geld, effecten… overhandigen) dan maak je daarna een onderhands document op waarin je verwijst naar de al verwezenlijkte handgift en meteen je intentie om te schenken bewijst. Tegelijk bewijst de begiftigde dat hij de schenking tijdens het leven van de schenker heeft aanvaard. Zowel de schenker als de begiftigde tekenen dat document en dat kun je nadien laten registreren (dat is niet verplicht). Is de begiftigde een echtgenoot, een van de kinderen of de samenwonende dan geldt een registratierecht van 3%. Kies je voor een bankgift (geld overschrijven op de rekening van de begunstigde), schrijf dan gewoon de som geld van jouw rekening over naar de rekening van de begiftigde en bevestig daarna in een gezamenlijk document dat de bankoverschrijving mag opgevat worden als een schenking met de uitdrukkelijke aanvaarding door de begiftigde. Zo heb je alle bewijzen in handen voor een geldige schenking. Het registratierecht bedraagt 3%, tenminste als je het bewijsdocument spontaan ter registratie aanbiedt (wat niet verplicht is).
Schenkingstarieven voor roerende goederen.
De schenkingstarieven in België voor onroerende goederen verschillen van gewest tot gewest. Dat geldt overigens ook voor die van de roerende goederen. Behalve de informatie in de tabellen, gelden soms extra voorwaarden. Dat is vooral in Wallonië het geval. In Vlaanderen 3%
In rechte lijn, tussen echtgenoten en (wettelijke of feitelijke) samenwoners.
7%
Aan andere personen: verwanten of vreemden.
In Brussel 3%
In rechte lijn, tussen echtgenoten en wettelijke samenwoners.
7%
Aan andere personen.
In Wallonië 3%
In rechte lijn, tussen echtgenoten en wettelijke samenwoners.
5%
Tussen broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten
7%
Aan andere personen.
Uit Successieplannning, Eric Spruyt
Schenking via de Noorderburen
In Nederland zijn geen rechten verschuldigd op schenkingen aan niet-Nederlanders. Daarom is bij een schenking van Belgen via een notaris (met een authentieke akte) in Nederland geen belasting verschuldigd: niet in het ene en evenmin in het andere land. Dat systeem wordt soms toegepast bij roerende goederen (bijvoorbeeld effecten op naam) of bij schenking met voorbehoud van vruchtgebruik waarvoor de handgift of bankgift (ook belastingsvrij) niet in aanmerking komen. Maar sedert de aanzienlijke verlaging in België van de rechten op roerende schenkingen, is op dat vlak niet veel meer te rapen bij de noorderburen. Soms integendeel, want daar is het schenkingsrecht niet definitief. Bij een overlijden binnen de drie jaar na de Nederlandse schenking, betalen je erfgenamen toch nog successierechten op het geschonkene. Dat heb je niet als je tegen het verlaagd tarief (3%…) roerende goederen schenkt via een Belgische notaris.
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
9
Bij de overdracht van een familiezaak is de financiële gelijkberechtiging van alle kinderen (opvolgers en andere) een nobel doel. Maar om te vermijden dat de overnemende kinderen de zaak verpieteren kan het nuttig zijn als overlater niet alle macht uit handen te geven. Een voorbeeld van hoe dat kan.
Successieplanning kan ook over macht of inspraak gaan Ouders Janssens zijn 65 jaar en hebben vijf kinderen, waarvan twee de zaak, een nv, zullen overnemen. Beide kinderen hebben slechts beperkte eigen middelen en daarom moet het grootste gedeelte van de overnameprijs worden gefinancierd. De bedrijfsgebouwen zitten in een afzonderlijke vastgoedvennootschap en alle aandelen van zowel de exploitatie- als de vastgoedvennootschap zijn in handen van de ouders.
Patrimoniumvennootschap ALS
oplossing? Bezit je voor de uitoefening van je beroep onroerend goed en belandt dat onroerend vermogen helemaal in je nalatenschap, dan kunnen de successierechten hoog oplopen. De oprichting van een patrimoniumvennootschap kan dan fiscaal soelaas brengen.
De successierechten kunnen op legale wijze vermeden worden door een vennootschap op te richten met daarin de onroerende goederen, als bovendien de aandelen van die vennootschap ten minste drie jaar vóór het overlijden van de ouders aan het kind worden geschonken. Via de vennootschap is ook een gehele of gedeeltelijke ontsnapping aan de belastbaarheid van de huurinkomsten mogelijk omdat de kosten in de vennootschap (vooral de afschrijvingen) die huurinkomsten neutraliseren. Het inbrengen van een gezinswoning in een vennootschap heeft ook belangrijke nadelen.
De patrimoniumvennootschap is alleen te verdedigen voor het bedrijfsgebouw om het gebouw buiten de nalatenschap te houden. Het inbrengrecht bedraagt 0% en de eenmanszaak betaalt huur aan de patrimoniumvennootschap (een aftrekbare kost voor de eenmanszaak en de opbrengst wordt weinig of niet belast in de patrimoniumvennootschap door het goeddeels wegvallen van de huuropbrengsten tegenover de geboekte kosten). Notaris Eric Spruyt: “Een patrimoniumvennootschap is overbodig als het bedrijfsgebouw in aanmerking komt voor het gunsttarief van 2% via een zogenaamde Vlaamse bedrijfsschenking.”
Informatie bij de notaris De Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (KFBN) heeft een dubbele brochure uitgebracht over Successieplanning. Deel 1 ‘Bepaal zelf wie wat krijgt’, belicht het juridische luik en deel 2 ‘Fiscaal vriendelijk (st)erven’, behandelt het fiscale luik. De brochure is verkrijgbaar in elk notariskantoor. Bovendien kun je de brochures uitgegeven door de KFBN ook downloaden via www.notaris.be.
Om bij het openvallen van de nalatenschap elke discussie over ongelijke berechtiging van de kinderen te vermijden, is het aangewezen om de zaak door een onafhankelijke deskundige (bv. een bedrijfsrevisor) te laten waarderen. Gebeurt dat niet, dan laat je het best alle kinderen schriftelijk akkoord gaan met de overnameprijs, die door vader wordt vastgelegd. Het document wordt door de ouders en alle kinderen ondertekend. Wat willen de ouders bereiken? > de kinderen moeten een prijs betalen voor de overname van de zaak; > de kinderen mogen niet te zwaar belast worden met kredietverplichtingen; > vader wil volstrekte gelijkberechtiging van de kinderen; > vader wil wel een opvolgingsregeling uitwerken maar wil de leiding nog niet volledig uit handen geven. In één keer of in meerdere keren betalen Beide kinderen-opvolgers betalen de overeengekomen prijs onmiddellijk en integraal aan de ouders. Of ze betalen in schijven. Bijvoorbeeld: > 1/3 van de overnameprijs bij de overname van het bedrijf, eventueel mits een kredietverlening door een financiële instelling. > 1/3 van de overnameprijs over een periode van meerdere jaren. Om de lasten voor de kinderen zoveel mogelijk te spreiden, begint de betaling na de volledige aflossing van het vermelde krediet. > 1/3 van de overnameprijs wordt beschouwd als een voorschot op het erfdeel van de kinderen-opvolgers. Dat betekent dat ze bij het openvallen van de nalatenschap geacht worden uit de erfenis al een bedrag van 1/3 van de vroeger vastgestelde overnameprijs te hebben ontvangen, zodat de andere kinderen een gelijk bedrag mogen voorafnemen. Wat overblijft gaat in gelijke delen naar elk van de kinderen.
Vader blijft (mee) besturen Het is de bedoeling van de ouders om de aandelen over te maken aan beide opvolgende kinderen, maar tegelijkertijd wil de vader nog zeggenschap in de zaak. In een bvba zijn beide objectieven gemakkelijker te verwezenlijken dan in een nv omdat in een nv de eigenaar van de meerderheid van de aandelen, baas is op de algemene vergadering en de macht heeft om bestuurders af te zetten.
‘Soms hou je het best de macht in handen.’ Een mogelijke uitweg bestaat erin om onderscheiden reeksen van aandelen te creëren. In de statuten van een nv kun je stipuleren dat aan een bepaalde reeks aandelen een bestuursmandaat verbonden is. Die statutaire clausule is slechts geldig als de algemene vergadering kan kiezen uit een lijst met ten minste dubbel zoveel kandidaten per reeks als er te begeven mandaten per reeks zijn. Het is namelijk een onaantastbaar voorrecht van de algemene vergadering om de bestuurders te benoemen. Het is niet nodig dat het aantal bestuurders per reeks in verhouding staat tot het procentueel aandelenbezit van die reeks. Zo is het perfect mogelijk dat een reeks aandelen, die bijvoorbeeld 5% vertegenwoordigt van alle aandelen, toch recht geeft op een van de drie bestuurders. Op die manier kan vader nog altijd de zaak mee besturen, ook al gaat bijvoorbeeld 95% van de aandelen naar de kinderen. Als de ouders overlijden Bij het overlijden van de ouders erft elk van de vijf kinderen 20% van de aandelen van de vastgoedvennootschap. De niet-actieve kinderen hebben de meerderheid van de aandelen in de vastgoedvennootschap en zouden dus over de gebouwen beslissingen kunnen nemen die indruisen tegen de belangen van de exploitatievennootschap. Daarom is het nodig een contract van handelshuur af te sluiten tussen de vastgoed- en de exploitatievennootschap vóór het overlijden van de ouders. (Ontleend aan Eric Spruyt)
10
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
Opvolging
in bedrijvige families
Van de 100 grootste Belgische bedrijven, zijn er 54 familiebedrijven, waarbij de familie de meerderheid heeft van de aandelen en ten minste betrokken is bij het bestuur. Enkele zijn best wel bekend: denk maar aan Delhaize, Van de Velde, Sioen, Bekaert, Colruyt, UCB of Solvay. Maar er bestaan bovendien erg veel kleine familiebedrijven, kmo’s met een handvol of meer medewerkers. Alle familiebedrijven samen zijn goed voor ca. 70% van de werkgelegenheid in ons land. Een gesprek met Jozef Lievens over familiebedrijven, een materie die hij door en door kent. Jozef Lievens is vennoot in het advocatenkantoor Eubelius en gedelegeerd bestuurder van het Instituut voor het Familiebedrijf en publiceert geregeld over familiebedrijven. Hij oordeelt alvast dat een familiebedrijf runnen complexer is dan andere bedrijven leiden, omdat het te maken krijgt met de normale hindernissen op het parcours van ondernemen en daar bovenop moet omgaan met de familie. Opportuniteiten en gevaren “Er is bij een familiebedrijf van bij het begin sprake van een langetermijnoriëntatie”, stelt Jozef Lievens. “Omdat de oprichter er veelal van droomt zijn of haar bedrijf aan (een van) de kinderen over te laten. Bovendien kent een familiebedrijf meestal een grote onafhankelijkheid en stabiliteit. En de personeelsleden zetten zich meestal erg goed en gemotiveerd in. Vaak is dat omdat ze zien dat ook de oprichter alles voor zijn bedrijf veil heeft: ze willen hem niet in de steek laten. In moeilijke tijden staat een fa-
miliebedrijf daarom ook sterker: er heerst minder bureaucratie en de personeelsleden voelen zich verbonden door een sterke persoonlijke band.” Het zou een vertekend beeld geven om ook niet de andere kant van de medaille te belichten. Welke uitdagingen zijn inherent verbonden aan een familiebedrijf? “Vooreerst hebben die bedrijven maar een beperkte toegang tot de kapitaalmarkt. Hun middelen zijn van de familiale investeerders en (dus) aandeelhouders afkomstig. En ze genereren groei uit hun bedrijfsresultaten. Ook het gevaar van nepotisme is niet denkbeeldig. Zeg maar van het voortrekken van familieleden op buitenstaanders.” “Om de specifieke eigenheid van een familiebedrijf te begrijpen, moet een samenspel van factoren nader worden bekeken. Bijvoorbeeld het raakpunt van de familie en het bedrijf. Elk heeft zijn eigen logica en waardeschaal, en die moeten met mekaar
in evenwicht worden gebracht. De familie zweert bij harmonie, een gevoel van eenheid, genegenheid voor elkaar en stabiliteit. Het bedrijf daarentegen richt zich op winstgevendheid, productiviteit en verandering. En eigendom is een derde element dat zich tussen de familie en het bedrijf in nestelt. Op het kruispunt van de drie speelt zich het complexe, maar boeiende reilen en zeilen van een familiebedrijf af.” De opvolging Een aparte plek bekleedt de opvolging. “De opvolging in een familiebedrijf gaat soms gepaard met flink wat emotionaliteit. De stichter wordt geconfronteerd met zijn eigen sterfelijkheid: dat schrikt hem af en betekent een psychologische belasting. Het opvolgingsproces is daarom vaak doorspekt met ontkenning, woede, depressie en aanvaarding. Ook de echtgenote van de oprichter kan het aanvoelen als een verlies van sociale status, omdat haar man niet langer het bedrijf leidt. Vaak worstelt
de familie met de opvolgingsbesprekingen terwijl de stichter nog leeft. Vooral financiële discussies kunnen dan hoog oplaaien. Maar ook personeelsleden voelen zich bij de opvolging betrokken: ze hebben soms een bijzondere band met de stichter die hen heeft aangeworven, opgeleid en carrièremogelijkheden heeft geboden. Ook klanten, bankiers en andere derden bij een machtswissel vrezen het contact en de voeling met de top te verliezen. Van vitaal belang is een geleidelijk en duidelijk afgesproken afbouwscenario voor de overdrager. Daarnaast is het ook belangrijk om de opvolging goed voor te bereiden en te doen kaderen in de strategische visie van het familiebedrijf.” Behalve de begeleiding van familiale opvolging geeft Jozef Lievens ook concreet juridisch en fiscaal advies over erfrecht en successieplanning. www.eubelius.be / www.familiebedrijf.be
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
11
Opvolging in het familie-bedrijf in 10 stappen Voor de begeleiding van familiebedrijven bij de opvolging, ontwikkelde Jozef Lievens, vennoot in het advocatenkantoor Eubelius en gedelegeerd bestuurder van het Instituut voor het Familiebedrijf, een holistische methode in 10 stappen. Met holistisch bedoelt hij dat je diverse aspecten in rekening moet brengen: de bedrijfseconomische, de menselijke, de juridische en de fiscale. Alleen denken aan vermogensplanning is onvoldoende als de andere elementen niet zorgvuldig geregeld zijn. Inderdaad, wat ben je met een optimale vermogensplanning als het familiebedrijf door onenigheid en gekrakeel er het bijltje bij neerlegt? Tijdig de opvolging bespreekbaar maken. Uit onderzoek blijkt dat de ideale leeftijd om aan opvolgingsplanning te doen tussen de 55 en 65 jaar ligt voor de overdrager. Daarna treedt er blokkering en verstarring op. En wat de opvolger betreft, is dat tussen de 30 en 35 jaar. Hoe maak je opvolging bespreekbaar? Door het op tafel te leggen en erover te spreken. Dat blijkt vaak erg moeilijk zonder de hulp van een buitenstaander. Alternatieven onderzoeken. Opvolging, verkoop of de aanstelling van een manager buiten de familie overwegen. De meeste kiezen voor opvolging, een minderheid voor verkoop en een absolute minderheid voor een manager van buitenaf. Maar er zijn voorwaarden. Familiale opvolging kan alleen als er een waardige opvolger is en als de nieuwe leider(s) dezelfde visie hebben. Voor verkoop kunnen er bedrijfseconomische redenen gelden of onenigheid over de opvolging. En de externe manager moet natuurlijk op meerdere vlakken geschikt zijn. Een nieuwe leider kiezen. Kies je voor de familiale opvolging, dan moet je de juiste nieuwe leider kiezen. Dat vergt een objectieve kijk op de kinderen: zijn ze in staat en voldoende gemotiveerd om het bedrijf te leiden? Je kunt daarvoor als hulp de potentiële
opvolger aan assessment onderwerpen. En eenmaal de opvolger aan de slag gaat, moet hij natuurlijk voldoende (lang) kansen krijgen. De nieuwe rol van de overdrager vastleggen. Opvolging is een proces van rolwisseling. De toekomstige opvolger speelt tijdens zijn studies nog geen rol in het bedrijf; wordt hij als opvolger gekozen, dan wordt hij een soort van assistent; en rond zijn 30 is er een co-leiderschap met de overlater; pas daarna is de opvolger leider en kan de vader (of moeder) adviseur zijn. Heel veel opvolgingen lopen fout door het niet willen of kunnen spelen van de juiste rol. Professionaliseer waar nodig. Als in een bedrijf geen structuur, organogram, job- of taakomschrijvingen bestaan, dan maak je het de opvolger wel flink lastig. Door vooraf te professionaliseren geef je de opvolging en de opvolger alle kansen. Governance als buffer en trigger. Een actieve raad van bestuur met externen moet helpen bij de opvolging en zelfs de overlater tijdig ertoe aanzetten om aan opvolging te denken. Een familiecharter (document met alle afspraken over jobs, vergoeding…) of familieforum zijn belangrijke instrumenten op het vlak van familiale governance als er na de opvolging actieve en passieve familiale aandeelhouders zijn: wie doet wat? Iedereen kent zijn rol. Twisten in het familiebedrijf ontstaan bijna altijd omdat de rollen niet duidelijk zijn afgelijnd en niet worden gerespecteerd. Zo moet een passieve aandeelhouder niet plots naar de financieel directeur stappen om de aankoop van een nieuwe machine op losse schroeven te zetten. Het advies luidt: ken je rol met alle rechten en plichten, en houd je eraan. Dat vergt heel wat moed en discipline maar het is bijzonder belangrijk. Organiseer de eigendom. Hier begint de juridische en fiscale planning. Ofwel krijgt de opvolger (de) aandelen, ofwel koopt hij (de) aandelen, ofwel
krijgt hij de macht over het bedrijf via een juridische constructie. Dat kan via een stichting, commanditaire vennootschap op aandelen of maatschap. Bij de organisatie van de eigendom is het erfrecht een aandachtspunt omdat de opvolger slechts in beperkte mate kan bevoordeeld worden. Informeer de stakeholders. Zorg ervoor dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de opvolging en het verloop ervan. Ze hebben daar recht op en kunnen zelfs advies geven. Maak een totaalplan. Dankzij een strikte planning creëer je de psychologische ruimte om de opvolging zo goed mogelijk te doen verlopen. Door een zicht op de verschillende stappen in het plan is het minder bruusk en onoverkomelijk. De betrokkenen maken er zich gaandeweg mee vertrouwd en de hindernissen worden een voor een genomen. Denk daarbij ook aan de overlater en zijn levensproject na de opvolging.
Snoeien in de complexiteit
Jozef Lievens ervaart dat de complexiteit van een familiale opvolging toeneemt naarmate er meer aandeelhouders zijn en je in de generaties opklimt. Om die complexiteit in te dijken zijn er twee oplossingen: 1) via governance ervoor zorgen dat iedereen gelijkgestemd blijft; 2) snoeien, waarbij sommigen anderen uitkopen. Snoeien moet tijdig gebeuren omdat de uitkoop meestal gebeurt met middelen uit het familiebedrijf: hoe meer aandeelhouders zich willen laten uitkopen, hoe duurder. Na een wetswijziging van januari 2009 is het toegelaten om de middelen voor uitkoop uit de vennootschap te halen, als er (voldoende) uitkeerbare reserves van de vennootschap zijn. Bovendien mag (ook sedert januari 2009) een bedrijf tot 20% van de aandelen zelf inkopen met beschikbare winst, om aandeelhouders uit te kopen. www.familiebedrijf.be
Lees meer …
> Jozef Lievens
Jozef Lievens is auteur of co-auteur van diverse boeken met betrekking tot familiebedrijven. (Uitgeverij Lannoo) > De familieboom snoeien. > Het roer uit handen. > Opvolging in het familiebedrijf: succesvolle strategieën. Notaris Eric Spruyt is co-auteur van het recent verschenen boek ‘Overdracht van het Familiebedrijf’ (2009, een uitgave van Story Publishers, & Integraal vzw). De auteurs belichten bijzonder toegankelijk het verhaal van de successieplanning bij de kmo, aan de hand van een verhaal over het fictieve bedrijf Coninkx Profielen nv.
12
successieplanning
woensdag 7 oktober 2009
Vader-zoon
een opvolging via verbinden en waarderen
Vader en zoon kunnen bij de opvolging van de familiezaak maar beter de neuzen in dezelfde lijn hebben staan. Ze mogen natuurlijk van mening verschillen maar uiteindelijk moet het bedrijf toch in een af te spreken richting ontwikkeld worden. Omdat veel vaders hun zonen tot aan de opvolging te weinig hebben leren kennen, en omgekeerd, wil het wel eens botsen als de opvolging effectief ter sprake komt.
Iedereen kent het verhaal of een variante ervan: vader heeft een bloeiende zaak en stopt er zo veel tijd in dat vooral moeder zich de opvoeding van de kinderen aantrekt. Als vader zijn zoon vertelt dat hij de zaak kan overnemen, blijkt dat er wederzijds een ander beeld over die opvolging is ontstaan. Vader kampt daarbij bovendien vaak met een schuldgevoel omdat hij te weinig tijd met zijn zoon heeft doorgebracht. Het spreekt voor zich dat ‘vader en zoon’ hierbij symbool zijn voor ‘ouder en kind’.
Het juiste beeld
“De beeldvorming over elkaar en over de opvolging is vertekend”, licht dr. Herman Wittockx toe. Hij is Associate Professor Strategic Leadership aan de managementuniversiteit Nyenrode in Nederland. “Vader heeft zich een kind naar zijn eigen beeld geschapen, zijn bedrijf, maar hoe is de echte zoon met dat beeld in overeenstemming te brengen? En tegelijk heeft de zoon een ander beeld over hoe het met het bedrijf verder moet. Dat kan ook niet anders als je niet tijdig en geregeld over de toekomst van het bedrijf van gedachten wisselt.”
Apprecieer het goede
Om vaders en zoons aan een juister beeld over elkaar en de opvolging te helpen werken, biedt Herman Wittockx een vaderzoonprogramma aan waarbij hij voor zijn begeleiding de veranderingsmethode appreciative inquiry hanteert. De deelnemers aan die programma’s zijn zowel vaders uit eenmanszaken, vrije beroepen als uit de kluiten gewassen kmo’s, en hun zoons. “Appreciative inquiry houdt in dat we vertrekken van wat goed is aan de relatie en zo samen een visie over de toekomst ontwikkelen. Die te bereiken (en bereikbare) toekomst wijst de te zetten stappen in het heden aan. Door vanuit kritiek te vertrekken, groeien de standpunten almaar verder uiteen en krijg je hoogstens eilandjes van overeenkomst. Maar door het positieve van het verleden te leren (h)erkennen, krijg je verbinding en waardering op basis van een correcte beeldvorming.”
Deel van het (zelfde) verhaal
Tijdens het programma stellen vaders en zoons hun beeldvorming over elkaar bij en en achterhalen ze elkaars wensen met betrekking tot onder meer de opvolging. “De beeldvorming vindt plaats tijdens de relatie van dat moment en is dus niet gebaseerd op de (vertekende) beelden van destijds”, licht Wittockx toe. “Beiden zijn dus deel van hetzelfde verhaal en zo ontwikkelen ze in duo een gezamenlijk toekomstbeeld voor hun relatie en voor het bedrijf. Het is opmerkelijk dat zowel de vaders als de zoons na zo’n weekend hun wensen meer durven uitspreken en elkaars mening veel meer waarderen. En dat geeft de opvolging meer slaagkansen. Vaak ontdekken de deelnemende vaders en zoons dat ze meer
gemeenschappelijk hebben dan ze eerder dachten. Ze delen dezelfde waarden en ambities, maar in een andere generatiecontext. En ook de eigen zwaktes herkennen ze bij elkaar en dat kan tot irritatie leiden. Door de waarderende aanpak wordt iedereen eigenaar van zijn eigen kenmerken en zo kan de volwaardige dialoog beginnen.”
In alle rust en ruimte
De vader-zoonprogramma’s vinden plaats in een seminariecomplex in de Ardennen (www.hubermont.org). En er zijn geen pottenkijkers zodat de groep in alle rust aan de slag kan blijven. Gedurende een drietal dagen, van vrijdagavond tot zondag, wisselen vaders en zoons ervaringen uit, en leren ze met elkaar omgaan tijdens outdooractiviteiten en opdrachten. Die kunnen fysiek en emotioneel weleens intensief zijn. Ze werken eerst onderling onder vaders of zoons en gaandeweg komt het tot gesprekken tussen de duo’s vader en zoon, onder de begeleiding van Herman Wittockx als consultant. www.hermanwittockx.be
‘Vaders en zoons stellen hun wederzijdse beeldvorming bij.’