In 1998 spoelde de rivier alles in Katherine weg. Als je de brug over de rivier voorbijrijdt, kun je een meter zien, die aangeeft hoe hoog het water staat. Als de brugmeter 18 meter water aangeeft, gaat er in Katherine een alarm af om de bevolking te waarschuwen de stad uit te gaan. Elke winter leven ze in Katherine dus met het gevaar van een overstroming. We rijden verder richting het noorden, richting de “tropics”. Je moet in dit gebied gewoon alles langzaam doen: langzaam lopen, zitten onder bomen. Het is de luchtvochtigheid, die het zo hevig maakt. De temperatuur is hier bijvoorbeeld niet hoger dan in Alice, maar de hitte is hier wel veel heviger. De laatste regen is hier overigens in april gevallen!! Als het regent, gaat iedereen feestvieren buiten in de regen. Als het geregend heeft, groeit alles heel snel. Het gras staat in een paar dagen decimeters hoog. De rotsbrokken, die we langs de weg soms gestapeld zien, zijn van kalksteen. In de verte strekt het Arnhemplateau zich voor ons uit. Het is Aboriginal gebied. Arnhem betekent: goede dingen. De Nederlandse boten, die daar aankwamen brachten goede dingen mee. We hebben onze eerste stop bij de Edith Falls. We kunnen daar naar boven klimmen en daar zwemmen of we kunnen in het meertje beneden zwemmen. Een aantal gaat in de hitte wel naar boven, en hebben daar een prachtig uitzicht. Wij blijven beneden. Greetje gaat gelijk “vogelen”, ik ga eerst heerlijk zwemmen in het meertje. Het is prachtig en heerlijk. Het meertje is aan de ene zijde omzoomd door rotsen en aan de andere kant met bomen en een soort van yucca’s .
Na het zwemmen type ik nog een eindje om de “droogtijd” nuttig te gebruiken, maar dan is de batterij van het computertje leeg. Niet verwonderlijk, want ik heb in de trein ook lang zitten typen. En dus ga ik ook vogels spotten. Onder andere een zwarte ibis en veel “great bowerbirds”, die super brutaal zijn. Ze komen gewoon op de tafel zitten om de afgesneden restjes van de tomaat in te pikken!
83
De lunch, die Debden heeft klaargemaakt, is erg lekker. Een “wrap” met kaas, ananas en tomaat eerst verwarmen op de grilplaat en er dan de heerlijke kip bij doen. Koken kan hij dus in ieder geval wel. En hij rijdt ook goed, maar ja…….Sauce… “we miss you!” Voordat we weer vertrekken laat Greetje nog een stuk zien, waar zij rondgelopen heft. Prachtig.
Als we de bus weer instappen, kijkt Debden op een thermometer, die in de zon heeft gelegen: 45,1 graden Celsius. We rijden nu op de Stewart Highway in “The NT” (Northern Territory). Hier maken ze er ook grapjes over: “NT” zou betekenen: “Not Today, Not Tomorrow, Not Tuesday, not Thursday, but some day.” Debden vertelt over de “Grey Nomads”. Dat zijn “oudjes”, die gedurende de koude winters thuis hierheen komen om te overwinteren. Net zo iets als bij ons naar Spanje of zo. Een andere groep, die hierheen komt, noemen ze de “Southeners”. Die verhuizen echt hierheen, maar willen dan hier ook alles gelijk veranderen: andere regels enzo. We rijden weer op zo’n eindeloze weg. Hier aan beide kanten bomen, met tussen die bomen in dooie bomen, het is een kale bedoening, maar het zijn wel mooie dooie bomen. De kale bomen met rood-bruine stam en takken zijn de “salmon gomtrees”. Net als Sauce ons al eerder verteld had, vertelt ook Debden over de branden, die voor veel van die gumtrees (eucalyptusbomen) nodig zijn. De hitte van de brand zorgt ervoor, dat de zaaddozen openspringen en de zaadjes kunnen ontkiemen. En ook hier branden ze gecontroleerd stroken af om te zorgen, dat de (onvoorspelbare) onweersbranden beteugeld kunnen worden. We zien hier ook veel termietheuvels, die we vanochtend vanuit de trein ook al heel veel gezien hebben. Sommige zijn echt heel groot en hoog. Ze kunnen wel tot 5 meter hoog worden. Het duurt 10 jaar om 1meter hoogte te bereiken. We maken later nog een stop, zodat we er een aantal kunnen fotograferen. 84
De termieten komen ’s nachts naar buiten en eten dode dingen als verdord gras en afgestorven takken. In het Northern Territory komen 16 verschillende soorten termieten voor. Ze worden ook wel “white antz” genoemd, maar ze hebben niets gemeen met mieren. Als projectontwikkelaars een nieuw stuk land gaat ontwikkelen voor huizenbouw, gooien ze met bulldozers alles gewoon plat. Zetten er huizen op, en na een paar jaar krijgen de bewoners problemen, want die termieten zijn niet vertrokken en hebben nu geen dood gras of dode takken e.d. meer, dus die beginnen aan deurposten, raamkozijnen en andere lekkere dingen. We rijden nu door een gebied met mangobomen. Het is oogsttijd, zegt Debden , ze zijn nu rijp. Alle zijwegen, die we voorbij rijden zijn “dirtroads”. Dan rijden we het Kakadu National Park in. Dat beslaat een heel groot gebied. Van noord naar zuid zo’n 200 kilometer en van west naar oost zo’n 140 kilometer (ongeveer 20.700 vierkante kilometer). Het is het grootste park in Australië.
Ook in het gebied van het huidige Kakadu waren vroeger mijnen en ook “cattle stations”. Toen het gebied een nationaal park werd, zijn bijna al die activiteiten gestopt. Ergens is nog 1 mijn actief, die wilden het niet opgeven. De natuur heeft zichzelf daarna weer aardig hersteld, ook al hebben ze nog wel wat moeite. met het geïmporteerde gras. Het Kakadu Park is ook World Heritage geworden, dus zal het nu wel goed behouden blijven. Het aantal mensen, dat het park bezoekt, schiet elk jaar verder omhoog. In 1980 bezochten zo’n 400 bezoekers het park, nu zijn er dat inmiddels zo’n 300.000!! We passeren een brede rivier en dan nog een keer: Jim Jim Creek 1 en 2. We hebben onze kampeerplek bij Cooinda, vlakbij de Yellow Water Wetlands. We hebben weer reeds staande tentjes met bedden met matrassen, maar elektriciteit is er niet en ook geen lampje op batterijen of zo. 85
Aan het eind van de “campground” kun je naar de rivier Yellow Water om naar de zonsondergang te kijken en misschien al wat vogels of krokodillen te spotten. Debden gaat om kwart over 6 daarheen met de bus. Wie mee wil naar de Billabong, moet er om kwart over 6 zijn. Ik ga in de gezamenlijke tent, waar gekookt en gegeten wordt, mijn computer en camera’s opladen. Debden zegt, dat we er niet bij hoeven blijven, want hij is er toch de hele tijd. Ik besluit toch maar in de buurt te blijven. Inmiddels hebben Wendy en Dennis ook wat op te laden erbij gezet, en…. is Debden verdwenen. Om even over 6 is hij er weer. Greetje en Robert staan al klaar om mee te gaan, en die moeten heel snel instappen, want hij vertrekt al: om 10 over zes!!
Bij terugkomst is Greetje heel enthousiast over wat ze heeft kunnen zien: kraanvogels, krokodillen, enzovoort. Toen ze daar stopten met de bus, had Debden gezegd, dat ze rustig haar tas (met paspoort enzo) in de bus kon laten. Gelukkig had ze dat niet gedaan, want bij terugkomst bij de bus, bleek de deur van de bus “wagenwijd” open te staan! Ze toont me nog een mooi nest van een Kasuaris. Er beginnen wat scheurtjes te komen in Debden, en we missen onze Sauce steeds meer. Voor het diner maakt Debden lamsvlees klaar. Zijn vriendin, een Duitse, lust dat namelijk niet, en hij is er dol op, dus maakt hij dat vaak voor groepen. Hij weet dus als geen ander, dat er in Europa mensen zijn, die het niet lusten. Was het misschien wel attent geweest, als hij had gevraagd, of er in onze groep ook mensen waren, die het niet lusten. Niet slechts een scheurtje meer, maar al een aardige deuk. Ik wilde mijn opgeladen computertje in de bus zetten. Als die op slot is, staat het daar veiliger dan in een tentje. “Ja,” zegt Debden, “die gaat op slot straks”. Als hij allang in zijn tent ligt te snurken, staat de deur van de bus zelfs nog open! Midden in de nacht, na een bezoek aan de wc’s blijkt hij nog open. Hoezo op slot? “Saaaauuuuuce, we miss you!!!!” We lenen een zaklamp van Aussie Annie, want die van mij is kapot gevallen en Greetje is er twee kwijt. In onze tent blijkt een waterfles van Greetje te zijn gaan lekken. Al met al een heel gedoe om alles georganiseerd te krijgen en onszelf in onze slaapzakken te manoeuvreren. De zaklamp van Annie geeft steeds minder licht, maar we hebben het net gered ermee. Maar we zijn wel toe aan weer eens een hotel. Gelukkig morgen al. Woensdag, 7 oktober Kakadu – Darwin “We hebben weer bereik!” Om 5 uur op. Ontbijt. Om kwart voor 7 met een bootje de Yellow Wates rivier op, zo genoemd vanwege de bloeiende algen op het wateroppervlak, en de South Aligator rivier. De absolute top van de hele reis. Als onze gids (een heel dikke meneer) zijn plaats op de boot en aan het roer heeft ingenomen, vertrekken we. Super genieten! We zaten vooraan in de boot. Dat hadden leden uit onze groep geregeld. foto Wendy 86
Wij stonden namelijk verder achteraan in de rij, met nog andere groepen voor ons. Toen had ik een paar van onze groep, die wel vooraan stonden, gevraagd, om voor ons ook een plaatsje vrij te houden. En die schatten bezetten de beste plaatsen voor ons!! Super!!! Alsnog bedankt! We zien verschillende krokodillen, die “sneaky” langzij komen drijven. Je ziet alleen iets van de kop en van de rug. Op de kant liggen sommige zich op te warmen in de zon. Dan zie je ook prachtig hun tanden, die vervaarlijk uit hun bek steken, en hun staart, die wel op een modern kunstwerk lijkt, als je de rest even “loskoppelt”.
En heel veel prachtige vogels. O.a. magpie-geese , visarenden, jacana’s, een soort aalscholvers, eenden etc. Het mooiste vonden wij de kingfishers. Vooral de kleine kingfisher is moeilijk te vinden, omdat hij steeds weer wegwipt. Maar uiteindelijk krijgen we ook hem goed te zien. 87
88
89
De boottocht duurt 2 uur, maar had voor ons nog wel een paar uur door mogen gaan. Maar aan alles komt helaas een einde. Daarna rijden we naar Anbangbang. We zijn er veel eerder dan Debden had aangekondigd. Ik was nog een memorystickje aan het leegmaken en heb nog zo’n 5 minuten nodig. Maar… ik mag het afmaken van iedereen. Ze gingen naar de wc, rookten een sigaretje of wachtten gewoon even. “Thanks, mates!!”
In het Anbangbang park wandelen we langs en onder rotsen. Wij bekijken een aantal Aboriginal rotstekeningen. Sommige zijn wel duizenden jaren oud. Het zijn tekeningen van de Warramal clan people. Die zijn uitgestorven, maar het gebied wordt onderhouden door clans, die buren waren. Je kunt maar een heel klein deel van de tekeningen bekijken. Vroeger werd er door bezoekers wel eens graffiti over de tekeningen gespoten!! Nu word je via hekken en touwen er ver genoeg vanaf gehouden. Het is toch niet te geloven, dat er mensen zijn, die zoiets doen. 90
We kunnen omhoog om nog meer tekeningen te zien en om van het uitzicht op de grillige rotsen aan de ene, en de “wetlands” aan de andere kant te genieten, en daarna kunnen we langs een ander pad weer naar beneden. Even verderop stoppen we bij het Bowali Visitors Centre, waar koffie gedronken wordt of ijsjes gegeten worden. “We hebben weer bereik!” Deze woorden zijn steeds voor bijna iedereen in de groep het signaal om de mobieltjes te voorschijn te halen en te checken of er nieuwe sms-jes binnengekomen zijn.
Weer wat verder hebben we een lunchstop. Ik ben nu toch wel moe, zie er wit uit, hoor ik later. Na wat stukjes ei bij de lunch knap ik weer wat op. Zo langzamerhand heeft iedereen uit de groep wel een dipje op een bepaald moment. Bij de lunchstop zit een prachtige spin. Die moet natuurlijk uitvoerig gefotografeerd worden door iedereen. Op het laatste stuk naar Darwin zien we een verkeersbord met een koe. De groep heeft als geheel een misschien wat vreemde verzamelwoede gekregen. We fotograferen alle grappige verkeersborden. En de koe hebben we nog niet. Debden rijdt van de weg af, zodat we het bord kunnen fotograferen. Om de weg 91
weer op te komen, moet hij eerst iets verder terug, zodat we ook nog de kans krijgen om het “school bus route”-bord te fotograferen. “De fooi gaat één dollar omhoog”.
Bij prachtige kraanvogels, die op een kaal weiland aan het foerageren zijn, stopt hij ook. Ook daar kunnen we weer mooie foto’s maken. Dan probeert hij middels toeteren te veroorzaken, dat ze opvliegen. Als een andere bus ook in de berm gescheurd komt, vliegen ze inderdaad op. Die chauffeur verontschuldigde zich tenminste, dat hij ze had weggejaagd.
In Darwin zet Debden ons op de hoek van het hotel af. We checken in en gaan daarna eten met Dennis, Mirjam en Marijke. Bij de chinees, die redelijk dicht bij ons hotel is. Voordien hebben Marijke en ik nog boodschappen gedaan bij Coles (naast Woolworth de bekendste keten supermarkten in Australië). Morgen kan ik lekker eitjes koken. We hebben een vrije dag, en iedereen heeft uitslapen hoog op de agenda staan. 92
Donderdag, 8 oktober Darwin Japanse bombardementen. Greetje gaat al een beetje rondlopen en her en der informeren, want we willen naar het museum over de Japanse bombardementen. Ik rommel eerst wat op de kamer, want mijn tas is een puinhoop, na het gerommel in het donker gisternacht. Maak dan en heerlijk ontbijtje klaar, waar Greetje mooi op tijd voor terug is. Na het ontbijt en nog een kopje koffie met sigaretje beneden, vertrekken we met Mirjam, Dennis en Marijke om Darwin te verkennen. Ons hotel is super centraal gelegen. Met ca. 75.000 inwoners is Darwin de grootste stad in het noorden van Australië. Het heeft enkele grote tegenslagen gehad. De Japanse bombardementen in de tweede wereldoorlog en een cycloon op eerste kerstdag van 1974 hebben grote delen van de stad vernietigd. De stad is na de cycloon opnieuw ontworpen en opgebouwd. Eerst neemt Greetje ons mee naar een grote waringinboom. Aan deze grillig uitziende boom zitten slierten wortels, die van de zijtakken van de boom neerhangen. De slierten groeien door totdat zij de bodem raken en gaan dan de grond in. Op die manier helpen ze de moederboom met voeden. Soms slingeren de lianen zich om de stam heen en lijken deze als het ware te wurgen, waardoor hij afsterft. Daarna groeit de boom, steunend op zijn vele wortels gewoon verder.
Op het grasveld tegenover de boom staat een serie klokken van groot naar klein. Op de meeste zit een beeldje van een vogel, op één klok zit een beeldje van de Beagle. Als je met een steen op die verschillende klokken tikt, hoor je de klank van de klok, steeds een toon hoger. Vlakbij staat ook een kerk, met een mooi modern Christusbeeld en een mooi modern glas-in-lood raam.
Dan lopen we door naar het gebied met de 2 kunstmatige stranden, die je via liften kunt bereiken. De linkse heeft zelfs een golfslag, die om de zoveel tijd gestart wordt, net als een aantal overdekte zwembaden in Nederland dat hebben. We lopen verder langs de Esplanade op zoek naar een oorlogsmuseum, wat hier zou moeten staan. Dennis heeft last van de warmte en heeft genoeg van het omhoog en omlaag lopen, hij gaat terug naar het hotel. 93
Bij het oude telegraaf-kantoor kunnen we naar binnen. Daar hangen allemaal foto’s van mensen, die er gewoond hebben. Er staan ook prachtige banken en stoelen. Stom, daar heb ik geen foto van genomen. Gevlochten strengen, die als met een weefgetouw door andere flexibele latjes zijn gevlochten. Voor het gebouw staan prachtige planten.
We vragen naar het oorlogsmuseum, en horen, dat dat toch bij East Point ligt. Nog wel 8 kilometer weg. Met een taxi zijn we er snel. Er zijn heel veel foto’s te zien, en oude geweren. Oude mitrailleurs en gevechtsvoertuigen.
Met een ijsje lopen we na ons bezoek nog even naar het strand. Het is heel warm, dus ons ijsje smelt direct. Er vallen stukken chocola op de grond. We hebben nog nooit een ijsje zo snel op moeten eten. De zee is een heel eind weg. Er lopen vogeltjes of het drooggevallen gebied. Met de taxi gaan we weer terug naar het hotel. Daar ga ik nog de e-mails checken en sturen, terwijl Marijke en Greetje nog even boodschappen gaan doen. Om 5 uur vertrekken we weer met Marijke. We nemen een taxi naar de Mindil Beach Sunset Markets, 94
waar op donderdag en zaterdag altijd een markt gehouden wordt. In een krant lezen we later, dat het binnenkort wel eens afgelopen zou kunnen zijn met deze markten. Maar wij kunnen er nog van genieten. Er zijn een heleboel eetkraampjes. Het gaat maar door. Je kunt er van alles kopen. Wij kopen ook wat te eten en gaan daarmee het strand op. Terwijl we eten, wachten we op de zonsondergang. Allengs komen er steeds meer mensen met eten en drinken het strand op. Tegen de tijd, dat de zon ondergaat, is het strand bomvol met mensen. Wel een leuk gezicht.
Daarna slenteren we nog over de markt om ook de andere leuke kraampjes te bekijken. We bekijken ze niet eens allemaal. Het zijn er gewoon teveel. Her en der wordt ook opgetreden. Gericht op kinderen. Die horen we dan ook gieren van het lachen. Kinderen zijn toch heerlijk overal hetzelfde. Terug in het hotel komen de Annies aangelopen. Die zijn te voet teruggekomen van de markt. Wij, luie donders, hebben het weer in een taxi gedaan. En dan komen Dennis en Mirjam ook binnenwandelen. Die zijn naar de haven geweest. Hebben daar heerlijk rondgekeken en gegeten. Uiteindelijk zitten we dan met z’n zevenen nog aan een laatste pilsje en gaan dan naar bed. Vrijdag, 9 oktober Darwin, vlucht naar Cairns Een balkonnetje om te roken. We staan om kwart over 4 op. Moeten om 5 uur uitchecken. De transferbus zou ons om half 6 oppikken, maar is er eerder. Dus we vertrekken vroeger en zijn al om kwart over 5 op het vliegveld. Onze koffers wegen teveel. Ze doen er gelukkig niet moeilijk over. Hoe kan dat eigenlijk, dat ze zoveel zwaarder zijn? Later blijkt het bij iedereen zo te zijn. De weegschaal zal wel niet in orde zijn geweest. foto van Wendy
Het lukt om een plaatsje bij de nooduitgang te krijgen. Heerlijk. In het vliegtuig krijgen we nog een ontbijtje. Daarna werk ik nog wat aan het verslag en dan zijn we er alweer. We komen weer in zo’n klein busje als we ook in Darwin hadden. En….. jawel… het regent al weer!! Niet te geloven! 95
Cairns heeft zo’n 100.000 inwoners. Onze nieuwe, enigszins roodharige chauffeur Ron blijkt een tweede Frank. Terwijl hij om en door de stad rijdt om ons al een beetje een beeld van de stad te geven, gooit hij de ene flauwe grap na de andere er in. De enige, wel aardige grap van hem was toen hij langs de begraafplaats reed: dit is de rustigste wijk van Cairns “and people are dying to get here”. We rijden langs suikerriet, dat ze aan het oogsten zijn. Vanuit een uitzichtpunt hebben we een mooi uitzicht over Cairns.
Je hebt hier huizen op pootjes. “Queenslandhouses” worden die genoemd. De wind kan er onderdoor blazen, dat houdt de huizen was koeler. Ook de plafonds in deze huizen zijn om die reden hoger. We worden afgezet bij het Reef Palms Hotel, en, mazzel, mazzel, kunnen ook allemaal al naar onze kamers, ook al is het nog vroeg. Wat een leuke kamer. Het is een heel appartement. Je kunt er met z’n vieren makkelijk slapen. Er is een prima keuken en een prima badkamer. Wat wil een mens nog meer? Precies: een balkonnetje om te roken. Ook dat is er. Heerlijk!!! We gaan naar beneden om de e-mails te checken. Wil heeft inderdaad gemaild. Ze komt pas veel later aan en zal zeker niet voor half 5 in haar hotel zijn. Wij gaan lekker bij het zwembad zitten. Bijkomen. Heerlijk, dat we niet gelijk weer iets moeten ondernemen. We blijven hier 3 nachten extra (in het hotel van Wil), dus we hebben alle tijd. Ik ga op pad om boodschappen te doen voor onze ontbijtjes hier. Dan moeten we ook al vertrekken. We gaan te voet naar het hotel van Wil. 96
Onderweg lukt het nog om moeder te bellen. Ze meldt, dat ze nu toch winst heeft na de staaroperatie. Fijn! Wil is net goed en wel aangekomen en zit met een appelsapje bij de bar. We gaan even buiten zitten met een drankje. Dan lopen we naar de kust. Vlakbij de lagune, waar ze een stuk hebben afgezet, waar je veilig kunt zwemmen, zoeken we een terrasje, om wat te drinken en een sigaretje te roken. Die zijn er niet!! Maar in het parkje mag je wel roken. Dus… gaan we daar zitten. Als we gegeten hebben en de zussen elders koffie hebben gehaald, zien we nog een “wilde vogels act” met uilen en roofvogels, maar daar blijven we niet naar staan kijken. Veel te zielig voor die vogels. We brengen Wil naar haar hotelkamer en lopen dan het eind weer terug naar ons hotel. Op het balkon natuurlijk nog een “siggie”. Zaterdag, 10 oktober Cairns Bijwerken. Eerst lekker uitslapen. Gelukkig hebben we wel de wekker gezet, want Greetje heeft voor 10 uur met Wil afgesproken in haar hotel. Ze gaan samen shoppen en de plannen maken voor de komende dagen. Ik ga niet mee. Heb een vrije dag om de achterstand van dit verslag bij te werken. Dat lukt: om 3 uur ben ik klaar en kan nog even lekker buiten zitten op het balkon. Om 5 uur meld ik me bij de zussen op de Esplanade, met een koud pilsje in mijn rugzak. Zij zitten al ongeveer 1 uur op een bankje, moe van 7 uur rondlopen, shoppen en trips reserveren. Ze zitten bij een boom met prachtige bloemen: de “cannon ball tree”.
97
We zien de “Duyfken” varen, een Nederlandse replica van het schip dat in 1606 een groot deel van de kust van Queensland verkende en op de kaart zette. Oh, wat zou het leuk zijn, als we daar ook nog op zouden kunnen varen! Dat lukt echter niet. Want, zo ontdekken we later, zij vaart alleen op zaterdag en zondag uit, en daar kwamen wij helaas pas maandag achter. Bij het eerste restaurant lopen we, net als gisteren, weer weg. Uiteindelijk belanden we bij het restaurant van de “RSL: Returned Services Leage”, een ex-militairenclub. Dat was wel heel erg leuk om mee te maken. Het was er heel rustig. De tafeltjes lekker ver van elkaar. Live muziek, en er werd gedanst, voornamelijk door dames. We eten alledrie een steak, en Greetje en ik dansen er ook nog even. We worden wel bekeken. Zondag, 11 oktober Cairns , excursie Cape Tribulation / Daintree rainforrest “Roland Schwarzenegger”. Vandaag doen we de laatste gezamenlijke excursie met de groep. We zijn maar met z’n 13-en: 2 uit de groep hebben afgehaakt. Even voor 8 uur rijden we weg ….. in de regen! We hebben een chauffeur, die spreekt met een accent, dat in de verte doet denken aan dat van Arnold Schwarzenegger. En hij draagt witte handschoenen. We rijden richting noorden, langs suikerrietvelden. Suikerriet was eerst de belangrijkste bron van inkomsten van Cairns, totdat midden jaren 80 het toerisme opkwam. Het suikerriet werd vroeger met de hand geoogst. Nu met machines. Is wel zo prettig, want er zitten nogal eens slangen tussen het suikerriet. Links van ons zien we de Skyrail over de berghelling, waar we morgen mee naar Kuranda gaan. We rijden op de Captain Cook Highway naar Mossman. Rechts zitten wallabies lekker lui op een veldje te ontbijten. Dan passeren we het laatste stoplicht. Noordelijker zijn er geen stoplichten meer. We zien prachtige baaien en strandjes, zoals “Palm Cove Beach” en “Ellis Beach”. Hier vieren filmsterren als Nicole Kidman en Matthew McConaughey vakantie, terwijl ze tussendoor films maken. Wat een prachtige uitzichten op de aquamarijnblauwe oceaan. En we hebben uitzicht op eilandjes in deze “coral sea”: Scouthead heet de ene, omdat het op een “scouts”helmpje lijkt en Double Island, ook wel Dolly Parton genoemd. 98
De vegetatie is veranderd. We zien hier een soort boom, met een dikke stam, de Melaleuca boom, ook bekend als de Paperbark Tea Tree. Het is een bekende inheemse boom, die gewaardeerd wordt door bijenhouders, en vogels en vleermuizen aantrekt. Ook af en toe bamboe, dat ook niet van hier is, maar geïmporteerd. We zien de ghost-gums weer, de eucalyptusbomen met lichtgrijze stammen. En krijgen een prachtig uitzicht op Thornton Peak, een hoge berg in het Daintree-gebied. Op de krokodillenboerderij, waar we aan voorbij rijden, kweken ze krokodillen om aan de lokale restaurants te verkopen. De afslag naar Port Douglas rijden we voorbij. Ook daar brengen veel filmsterren hun vakantie door, meestal in het Sheraton complex. Dan rijden we het plaatsje Mossman in, in de regen!! Deze plaats is volledig afhankelijk van suikerriet. De bevolking bestaat grotendeels uit Aboriginals, die werken in de suikerriet business, en daardoor niet het hele jaar werk hebben. We stoppen voor een wandeling bij de Mossman Gorge. Op het parkeerterrein loopt een Brush-turkey, ook wel Scrub Turkey of Bush Turkey genoemd. Helaas is de loopbrug kapot, dus kunnen we maar een klein stukje lopen. We zien wel de Mossman rivier met de grote afgesleten rotsen, waar het water overheen klotst.
99
Terug in de bus, vertelt Roland grappige weetjes. “What’s a 7 crossed dinner”? “A 6-pack and a meatpie.” “Come over for tea.” betekent kom dineren. “What’s a boomerang called, that doesn’t come back?” “A stick.” En later vertelt hij, hoe het hier gaat met het bestellen van bijvoorbeeld een paar biertjes. Ze tellen vanaf de pink. De duim telt pas mee, als je 5 bier wilt bestellen. We rijden langs bananenplantages. Deze leveren niet de beste bananen. De plantages ten zuiden van Cairns hebben bananen van een veel betere kwaliteit. In 2006 heeft cycloon Larry veel van de bananenplantages verwoest, maar niet bij Cairns. Ze beginnen ook met het aanplanten van cacaobomen hier. Nu komt de chocola uit Tasmanië, maar over een jaar of drie dus ook uit de omgeving van Cairns. We passeren een baramundi- en garnalenkwekerij. Bij het Daintree River Cruise Centre krijgen we eerst koffie en thee en daarna gaan we op een boot. We maken een tochtje over deze mangroverivier. We zien één krokodil, enkele vogels en één slang: “that’s it”.
Intussen is Roland met de “ferry” naar de overkant gevaren en daar pikt hij ons weer op. We rijden nu op de Cape Tribulation Road het park in. Hier zien we meerdere borden, die waarschuwen voor Cassowaries, de 2 meter lange loopvogel Kasuaris (soort vogel, die we ook bij Brownsberg, Suriname, hebben gezien) op de weg. Deze vogels zijn belangrijk voor veel van de bomen hier voor de verspreiding van de zaadjes. Ze eten ze op en als ze ze weer uitpoepen, zijn ze ontkiemd. Later kunnen we een nog grappiger waarschuwing zien: twee van die gele ruiten, één Cassowarie voor en één nadat hij is overreden door een auto. 100
En later stopt Roland bij een heel dik, groot nest van opgestapelde lagen bladeren van deze vogels. Het vrouwtje van de cassowaries heeft het goed geregeld: als de eieren gelegd zijn, zorgt het mannetje voor de rest. Meestal is de warmte in het nest al wel genoeg voor het broeden, maar pa moet toch ook voor het voeren zorgen, terwijl ma alweer de hort op is en flirt met toekomstige vaders. Het vrouwtje is bij deze soort ook groter dan het mannetje. We hebben een lunchstop bij een prachtig strandje: Thornton Beach, waar op het strand overal kleine hoopjes zand liggen, die door kreeftjes naar boven worden gebracht. Wederom een nieuwe serie van 30 voor de wc.
Overigens heette Cairns vroeger eerst Thornton. Het is veranderd in Cairns, nadat ene Sir Cairns van 1850 tot 1852 gouverneur was. Captain Cook heeft hier in 1770 schipbreuk geleden. Hij heeft hier in de buurt 3 maanden gezeten. Hij gaf het gebied de naam Cape Tribulation (Kaap der Ellende). Hij moest van alles overboord gooien om weer los te komen van het rif. Ook bergen kregen namen van de rampspoed, bijvoorbeeld Mount Misery. Hier maken we weer een wandeling, ook langs het strand. Wat is het mooi hier. 101
Bij Marrdja maken we nog een “boardwalk”, waar we foto’s kunnen maken van de “umbrella’s”. Op de terugweg rijden we langs een theeplantage. De ene kant is geplukt, de andere kant nog niet. Het plukken wordt hier machinaal gedaan. Anders zou de thee onbetaalbaar zijn. Dan stoppen we bij een “tropical fruit farm”: de Daintree Icecream Company, waar we allemaal een heerlijk ijsje met 4 smaken kopen. Heerlijk! En wat een prachtige bloemen in de tuin! We hadden graag nog wat langer rondgekeken hier, maar de bus toetert.
102
Bij de Alexander Lookout kunnen we het Daintree forrest mooi zien uitlopen in de oceaan. Cape Tribulation met het Daintreeforrest is één van de weinige plaatsen waar het regenwoud aan de zee grenst.
We moeten nu, op de terugweg, met het pontje de rivier de Daintree oversteken. Dat gaat langzaam. Komt dat door de hevige stroming? De rivier heeft zijn naam overigens te danken aan ene Richard Daintree. Wat hij nu voor bijzonders gedaan heeft, ben ik helaas vergeten. Als we daarna weer door het plaatsje Mossman rijden, is het 5 uur geweest, en is het plaatsje uitgestorven!
Terug bij Cairns vertelt Roland nog, dat de Esplanade met de boardwalk en de zwemmogelijkheid bij de lagune met het strand allemaal de laatste jaren zijn gerealiseerd. En nu zijn er helaas maar weinig toeristen. Toen er een vliegveld was, was er nog niets voor de toeristen. Nu dat er wel is, blijven de toeristen weer weg door de crisis, waar ze hier dus wel degelijk veel last van hebben. 103