Dossier
Vermogensbeheer woensdag 7 april 2010
|
Vermogensbeheer|
woensdag 7 april 2010
Blaas uw effecten aan toonder nieuw leven in
Tot 500 euro transferkosten terugbetaald 0,50% premie op de waarde van uw effecten
Geef uw beleggingen een tweede adem. Plaats uw effecten aan toonder bij ons op een effectenrekening en krijg een premie van 0,50% op de waarde van de beleggingen tot max. 2.500 euro. Hebt u al een effectenrekening bij een andere bank? Breng ze over naar Deutsche Bank en krijg tot max. 500 euro aan transferkosten terugbetaald. Zo ontdekt u onze unieke aanpak: een ruime keuze, onpartijdig advies en geen nutteloze kosten meer.
Meer info op deutschebank.be/effecten of bel naar 078 153 154
Uit respect voor uw geld
Waar
gaat de wereldeconomie naartoe? In 2008 lagen de rommelkredieten in de VS mee aan de basis van de belangrijkste recessie sinds de Tweede Wereldoorlog. Gek genoeg is nu het voorwerp van die kredieten, de prijs van de woonhuizen, er aan de (stijgende) beterhand. Maar hoe gaat het intussen met de economie in Europa, in de VS en op de groeimarkten? Ook die klimt stilaan uit het diepe dal. Peter Vanden Houte, Chief Economist bij ING Bank, licht toe. Een verhaal over de noodzakelijke wereldbalans tussen sparen en consumeren, en tussen uitvoeren en invoeren.
De groeilanden (emerging markets), zoals de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China), hebben de crisis het best doorstaan, beter dan Europa en de VS. Het belang van de groei in die landen voor de wereldeconomie – vooral door de omvang van China – nam de voorbije tien jaar merkbaar toe. En ook nu helpt hun vooruitgang de revalidatie van de globale economie. Want dankzij grote financiële stimuleringsprogramma’s in China ontwikkelde ook de binnenlandse economie. Vroeger voerden de groeilanden vooral uit en daar had de rest van de wereld geen baat bij. De toenemende binnenlandse vraag in die landen creëert opnieuw kansen voor de VS en Europa, net als voor landen zoals Japan. Peter Vanden Houte: “De groei met meer dan 100 procent van de autoverkoop in China bijvoorbeeld, doet de invoer (en dus uitvoer voor het Westen) met 85 procent stijgen. Vooral de VS en Duitsland exporteren naar de regio’s buiten de Europese Unie, maar Belgische bedrijven pikken als toeleverancier voor Duitse bedrijven best wel een graantje mee.” Dat opent perspectieven, zeker gezien de (verwachte) groeicijfers voor de BRIC-landen in 2010: Brazilië (5 tot 10 procent), China (10 procent) en India en Rusland (beide meer dan 5 procent). Daardoor doet de uitvoer vanuit de Europese Unie het bepaald niet slecht, met een euro die niet eens zo zwak is. Globaal gezien zijn na de crisis de industriële voorraden tot een historisch dieptepunt gedaald. Nu de economie aantrekt, moeten
Colofon: Uitgave van Creative Lab
ondernemingen opnieuw produceren. Om aan de toegenomen vraag te beantwoorden en om voorzichtig de voorraden aan te vullen. Dat zorgt voor een dubbel effect op de groei van de economie. Als het herstel aanhoudt, zullen die voorraden moeten meegroeien, met positieve gevolgen op de arbeidsmarkt. “Dat geldt ook in België, waar nu al een lichte heropleving in de uitzendsector zichtbaar is”, preciseert Peter Vanden Houte. “Traditioneel trekt die sector het snelst opnieuw aan. De werkloosheid is natuurlijk nog altijd betrekkelijk hoog, maar de daling ervan loopt altijd wat achter op het herstel en de groei. De dienstensector werft alweer meer aan dan ze afbouwt, maar in de industrie en vooral in de bouwsector is dat nog niet het geval. Het consumentenvertrouwen gaat in ons land de goede kant op, in tegenstelling tot de voorbije jaren. Toen spaarden de Belgen gemiddeld tot 20 procent van hun inkomen.”
Ook minder positieve kanten
Een mogelijk negatieve factor voor de groei is dat de banken misschien minder zullen (kunnen) uitlenen aan de markt. Ze lijken het opnieuw beter te doen, maar regeringen werken aan strenge regels en verplichten de banken om een buffer aan te leggen. Peter Vanden Houte: “Dat is niet verkeerd, maar door die aanpak zullen de banken minder uitlenen. Dat wordt misschien een probleem, want in Europa zorgen de banken voor 70 tot 75 procent
Interesse in een bijlage op maat? Tel: 02/467.24.91
Verantwoordelijke uitgever: Christine Van den Berghe, Director Creative Lab | Teksten: read me - a content company (www.read-me.be) | Eindredactie: Lies Dobbelaere | Business Development Manager: Bart Bollen | Redactionele beelden: I-stock | Bijlage bij De Standaard van woensdag 7 april 2010. Valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie.
|Vermogensbeheer
“De staatsschuld saneren is meer dan ooit aan de orde. Maar zonder aan de groei te raken”. Peter Vanden Houte, Chief Economist ING Bank
van de bedrijfsfinanciering. De rest van het geld halen bedrijven op de markten (aandelen en bedrijfsobligaties). Wellicht vertraagt die situatie de groei de komende jaren. In de VS ligt die verhouding overigens omgekeerd.” Vanden Houte vindt het begrotingstekort in heel wat landen zorgwekkender. Dat bedraagt in verschillende Europese landen en in de VS meer dan 10 procent van het bruto binnenlands product. Frankrijk kampt met een tekort van 8 procent; in Spanje, Griekenland en Portugal loopt dat cijfer op tot meer dan 10 procent. België doet het met ongeveer 6 procent in verhouding niet zo slecht, maar dat is toch nog het dubbele van wat de Maastrichtnorm vooropstelt. In de meeste landen is trouwens 1 tot 3 procent van het bruto binnenlands product ingezet om de economie aan te zwengelen: overheidsinvesteringen en de technische werkloosheid voor bedienden bijvoorbeeld. Dat volledig recupereren zal er wellicht niet inzitten. De kapitaalinjecties in de banken zullen in de komende jaren vermoedelijk wel kunnen worden teruggevorderd. De tekorten op de begroting zijn een probleem omdat ze de staatschuld verhogen. Studies over de voorbije zestig jaar wijzen uit dat industrielanden met een schuld van 60 tot 90 procent gemiddeld 3 procent groeien. Een hoger tekort herleidt die groei tot
|
woensdag 7 april 2010
1,6 procent. Dat komt omdat de overheid dan beslag legt op het spaargeld in de markt, via de uitgifte van staatsobligaties (crowding out). Dat betekent dat bedrijven in diezelfde markt minder geld kunnen ophalen. De staatsschuld in de groeilanden valt dan weer goed mee en is veel stabieler dan in het Westen.
De oplossing? “Er zijn geen duizend mogelijke oplossingen”, weet Vanden Houte. “Alleen saneren. Maar dan zonder het groeipotentieel aan te tasten. De Belgische regering zal het niet graag horen, maar uit studies van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en de Europese Unie blijkt dat een daling van de overheidsuitgaven een (veel) succesvollere saneringsstrategie is dan een belastingverhoging. In België zijn sinds 2000 de overheidsuitgaven nochtans dubbel zo snel gestegen als het bruto binnenlands product. We leven op dat vlak echt wel in overdrive en daarin moet worden gesneden, of we willen of niet.” De heropleving van de Europese economie zal wat zwakker zijn dan in het verleden na een crisis. In de eurozone (Europese landen met de euro als munt) verwacht men in 2010 en 2011 een groei van 1,4 en 1,8 procent. Dat is lang niet slecht na de negatieve groei van 4 procent. Maar
Hoezo, een woelig decennium ?
Velen hebben de voorbije tien jaar onrustige momenten gekend. Dankzij onze consistente beleggingsfilosofie én ons actief beheer hebben wij de belangrijkste klippen voor onze cliënten kunnen omzeilen. Daarbij zijn helderheid, veiligheid en eenvoud altijd de fundamenten van ons vermogensbeheer geweest. Dat de ‘value’ stijl van CapitalatWork niet alleen in 2009 maar ook in het laatste decennium haar vruchten heeft afgeworpen, kunnen wij aantonen met de mooi behaalde resultaten voor onze cliënten. Rekening houdend met de economische en financiële vooruitzichten voor de komende periode, weten wij dat voorzichtigheid is geboden. Daarom blijven wij trouw aan onze filosofie en aanpak. Wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan contact op met Nathalie Cardoen op 02/663 36 09. U kunt ook een e-mail sturen:
[email protected].
www.capitalatwork.com
Antwerp - Breda - Brussels - Geneva- Ghent - Luxembourg - Madrid
|Vermogensbeheer het is toch eerder zwak. Zwakker dan de regel die zegt (zegde?) dat er na een recessie een sterke heropleving komt. Het zal dus wel tot midden 2012 duren voor we opnieuw het niveau van net voor de crisis bereiken. Export kan helpen om de groei op peil te houden en de staatsschuld af te bouwen. Alleen wil iedereen dat doen. Gelukkig voeren de groeilanden meer in dan vroeger, maar dat volstaat niet. Er moet een grotere wisselwerking komen, een betere verdeling van productie en consumptie over de landen in de wereld. We moeten in elk geval wereldwijd vermijden dat iedereen wil uitvoeren en daarvoor protectionistische maatregelen neemt. Dat is in de eurozone een probleem: de groei in Europa was goed maar scheefgetrokken. De zuiderse landen (Spanje en Griekenland, om er twee te noemen) consumeerden en importeerden de voorbije jaren volop. En wie leverde vooral die producten? Duitsland. Dat land voerde de voorbije jaren bijzonder veel uit, terwijl de binnenlandse consumptie stagneerde. Die is ondertussen al acht jaar stabiel, terwijl de consumptie in andere landen gedurende diezelfde periode met circa 10 procent is toegenomen. Peter Vanden Houte: “Dat komt omdat Duitsland destijds met een concurrentienadeel (een te dure wisselkoers) in de muntunie is gestapt. De regering wilde dat nadeel wegwerken door de lonen onder neerwaartse druk te zetten en de productie (toch) op te drijven. Die maatregelen hebben de consumptie vanzelfsprekend genekt. Zelfs de btw werd verhoogd om de vermindering van de arbeidskost te financieren in het belang van de uitvoer.” De zuiderse landen, die de consumenten in Europa waren, gaan nu door een zware crisis. Ze moeten hun consumptie afremmen en hun uitvoer verhogen. Maar dan moet Duitsland als het land met de meeste inwoners in de Europese Unie meer willen consumeren. Dat kun je natuurlijk niet zo maar opleggen. Onder
meer die situatie zorgt voor de huidige spanningen in Europa. Natuurlijk heeft Duitsland als uitvoerland bij uitstek geprofiteerd van de groei in Zuid-Europa.
Europees economisch beleid Maar wisten de Zuid-Europese landen dan niet beter? “Ze hebben te weinig beseft wat het betekent om in een muntunie te leven”, oordeelt Vanden Houte. “Voordien konden ze de stijgende lonen en prijzen compenseren door hun munt te laten devalueren. En zo de concurrentiekracht herstellen. Maar in een muntunie is dat niet mogelijk. Zodra ze lid werden, zakte de rente tot het Duitse niveau. Dat gaf hun economie een gigantische boost. Die zuurstofkuur is nu uitgewerkt, maar ze kunnen de prijs- en loonsverhogingn niet meer compenseren door een devaluatie omdat ze nu eenmaal tot
|
woensdag 7 april 2010
een gereguleerde muntunie behoren.” Gevolg is onder meer dat de eens bloeiende bouwsector in elkaar is geklapt. Om dat soort situaties structureel te vermijden moet er een economisch beleid op Europees niveau komen. In de recente mededeling van de Europese Unie na het akkoord over Griekenland staat dan ook te lezen dat er nood is aan een werkgroep onder leiding van Herman Van Rompuy. Die moet werken aan goed (economisch) bestuur en het beleid in de landen van de eurozone op elkaar afstemmen. De VS kennen soortgelijke problemen. Maar het forse stimuleringspakket door de regering helpt het herstel van de groei. Ook de nieuwe ziekteverzekering doet een duit in het zakje. Mensen zullen wellicht meer durven te consumeren omdat ze bij ziekte op een vangnet kunnen rekenen. Het is toch opletten geblazen, want de voorbije jaren consumeerden veel Amerikanen te veel. En
|
woensdag 7 april 2010
dat heeft een aantal onder hen de das omgedaan. In tegenstelling tot Europa hebben de VS nog altijd een vlottende munt waarmee ze onafhankelijk kunnen ingrijpen, bijvoorbeeld om de uitvoer te bevorderen. Op langere termijn moeten de VS in elk geval meer produceren en uitvoeren. Peter Vanden Houte pleit voor een goed onderbouwde internationale verdeling en spreiding van produceren en consumeren, en dus van uitvoeren en invoeren. “Dat is voor de wereldeconomie het allerbest. Hier in Europa moeten we echt wel standhouden dankzij een toegevoegde waarde. Creativiteit in het ondernemerschap moet leiden tot innovatie, zonder de productie uit het oog te verliezen. Dat houdt ook in dat de scholingsgraad van onze bevolking absoluut niet mag afnemen, integendeel. Anders zal de welvaart zich zonder
Vermogensbeheer| verpinken verplaatsen naar andere delen in de wereld. Is het vijf voor twaalf? Nog niet, maar de klok tikt.” Wanneer zal trouwens de centrale bank de historisch lage rente optrekken? Peter Vanden Houte: “Wellicht eerder laat dan vroeg. Want anders lokken ze misschien een nieuwe recessie uit.” Maar zal bij een lage rente de inflatie niet ontsporen? Daarover maakt Peter Vanden Houte zich niet al te veel zorgen. “De inflatie is erg laag en zal wellicht nog een tijdlang zo blijven. Analisten vrezen dat de inflatie sterk zal stijgen omdat dat een goede zaak voor de overheidsfinanciën zou zijn. Want bij stijgende prijzen nemen ook de belastingen sneller toe. Dat risico zou ik nuanceren omdat uit studies blijkt dat er maar in één industrieland een duidelijk verband tussen inflatie en overheidsschuld bestaat: de VS. Daar zou de inflatie weleens sneller kunnen stijgen dan in Europa.”
Rommelt het nog op hypothecair vlak? Hoe zit het met de zogeheten rommelkredieten? U kent ze nog wel, die kredieten waarbij je pas na vijf jaar kapitaal moest terugbetalen. Financiële instellingen – daarbij geholpen door de zwaar door de VS-regering gesteunde Freddy Mac en Fanny Mae – boden die massaal aan tegen een interessante rente. Ze waren ervan overtuigd dat de nieuwe huiseigenaars hun in waarde gestegen pand binnen de vijf jaar met winst zouden kunnen verkopen. Daarmee zouden ze de lening dan terugbetalen en vijf jaar lang gratis hebben gewoond. De kredietverleners hadden intussen gouden zaken gedaan. Maar het was onvoorspelbaar dat de centrale bank de rente zou optrekken, waardoor de prijs van onroerend goed daalde in plaats van toenam. Daardoor verkochten de eigenaars hun huizen niet en werden ze na vijf jaar geconfronteerd met de terugbetaling van het kapitaal. Gevolg: ze konden de lening niet terugbetalen en werden uit hun huizen gezet. En de prijs van de huizen in de VS kelderde. Heel wat banken hebben nog altijd van die kredieten in beheer en huizen in pand. Ze zien nu de waarde ervan opnieuw stijgen. Gemiddeld genomen is de prijs van herverpakte hypotheekkredieten na een duik van ruim 70 procent (een minderwaarde die de banken moesten slikken en waardoor velen onder hen onderuit gingen) opnieuw aan het stijgen. In 2009 al tot 48 procent van hun waarde voor de crisis. Het dieptepunt is alleszins voorbij.
|
|Vermogensbeheer
woensdag 7 april 2010
Triodos Bank België werkt exclusief samen met Puilaetco Dewaay Private Bankers. (© Dimitri Lowette)
|
Vermogensbeheer|
woensdag 7 april 2010
Het hoofdkwartier van Triodos Bank in Nederland. (© Michiel Wijnbergh)
Beleggen in bedrijven die op
extra lange
Vragen beleggers hun private bankers tegenwoordig vaker om duurzame beleggingen? Wat betekent duurzaam beleggen precies? En zijn duurzame beleggers met minder rendement tevreden, of hoeft dat niet eens? Triodos Bank heeft een jarenlange ervaring in het selecteren van bedrijven die voor duurzaam beleggen in aanmerking komen. Puilaetco Dewaay geeft als private banker zijn klanten toegang tot die selectie. Welkom in het beleggingsuniversum van Triodos Bank. Triodos Bank financiert bedrijven, instellingen en projecten met een meerwaarde op sociaal, ecologisch en cultureel vlak. Het geld daarvoor komt van spaarders en beleggers die maatschappelijk verantwoord ondernemen en een duurzame samenleving belangrijk vinden. Bovendien stelde Triodos Bank de voorbije jaren een ‘beleggingsuniversum’ van beursgenoteerde bedrijven samen. Volgens een exclusieve overeenkomst kan private banker Puilaetco Dewaay daaruit putten en voor klanten een portefeuille van duurzame beleggingen samenstellen en beheren. De criteria om als (beursgenoteerd) bedrijf door Triodos Bank te worden geselecteerd, zijn talrijk en streng. Dit proces telt duidelijk afgebakende stappen. Pieter Vanderick, Head of Personal & Private Banking bij Triodos Bank: “Voor de samenstelling van het beleggingsuniversum screenen we bedrijven die met duurzame producten of diensten rechtstreeks bijdragen aan een schone aarde, klimaatbescherming of gezond leven. Uit de traditionele sectoren kiezen we bedrijven die zich onderscheiden op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Meer bepaald bedrijven die hun negatieve invloed op het milieu binnen de perken houden, correct omgaan met medewerkers, klanten en
termijn denken ~ Duurzaam beleggen moet qua rendement niet voor traditioneel beleggen onderdoen Pieter Vanderick, Triodos Bank
andere relaties, en integriteit in hun bedrijfsvoering inbouwen. Alle ondernemingen uit de eerste groep en de helft uit de tweede groep halen het beleggingsuniversum. Tenzij ze sneuvelen bij de toetsing aan onze uitsluitingscriteria. Kandidaten die zich rechtstreeks of onrechtstreeks – bijvoorbeeld door een participatie in het kapitaal – inlaten met wapenhandel, tabak, bont, enzovoort, laten we niet toe.” Zo behoort een bedrijf dat fietsonderdelen produceert tot het beleggingsuniversum omdat het de mobiliteit in de wereld bevordert en iets aan de uitstoot van CO2 doet. Dat geldt ook voor ontwikkelaars van medische technologie die gezonder leven bevordert. Terwijl pakweg een producent van zonnepanelen die een loopje zou nemen met de rechten van de medewerkers, bij de tweede ronde uit de boot zal vallen. Voor bedrijven uit de traditionele sectoren wordt onder meer onderzocht of ze verantwoord en transparant zijn op het vlak van de verloning van het topmanagement. Of als ze als familiebedrijf onafhankelijke bestuurders aanstellen om de continuïteit van de onderneming alle kansen te geven. De voorbije jaren is het aantal definitief geselecteerde bedrijven toegenomen van 250 tot 420. Al moet je die forse toename relativeren, want nogal wat van de ‘nieuwe’ bedrijven zijn kleine of middelgrote ondernemingen, gegroepeerd in een apart fonds: het Triodos Values Pioneer Fund. ‘Definitief’ is trouwens niet het goede woord. Ga je als bedrijf toch nog je boekje te buiten, dan kun je opnieuw uit het universum worden gezet (zie kaderstuk: Toyota valt in ongenade).
Wie belegt in die duurzame bedrijven? Dankzij een exclusieve overeenkomst geeft private banker Puilaetco Dewaay de belegger toegang tot het beleggingsuniversum van Triodos Bank. Eric Thoelen, bestuurder-directeur bij Puilaetco Dewaay, zag de voorbije jaren de interesse voor duurzaam
beleggen gestaag toenemen. “We krijgen meer en meer de vraag om een portefeuille met duurzame beleggingen samen te stellen. Van mensen die begaan zijn met duurzaamheid, nu eens in engere (milieu)zin, dan weer in bredere zin.” Of dat met de crisis te maken heeft? “Niet rechtstreeks. De crisis was of is een van de elementen die dat proces heeft aangezwengeld. Samen met de algemeen toegenomen belangstelling voor duurzaamheid, en ook wel vanwege de forse mediabelangstelling voor het klimaat. Zeker na de geflopte klimaatconferentie van Kopenhagen. Duurzaam beleggen kun je al jaren, maar banken of vermogensbeheerders bieden het nu actiever aan. In diezelfde context denken ook bedrijven almaar meer aan duurzaam ondernemen. Beide bewegingen lijken elkaar
Toyota valt in ongenade Drie jaar geleden behoorde het Japanse concern Toyota tot de beste leerlingen van het beleggingsuniversum van Triodos Bank. Maar sinds 2009 komt Toyota niet meer voor belegging in aanmerking. Het bedrijf is op milieuvlak niet langer een afgetekende voorloper en bovendien haalt het slechte punten op gebied van sociale verantwoordelijkheid en corporate governance. Zo merkte Triodos Bank dat Toyota handelsrelaties onderhield met een dictatoriaal regime en in de clinch ging met vakbonden, vooral op de Filippijnen en in Venezuela. Bovendien zouden er moeilijkheden zijn op het vlak van arbeidsvoorwaarden in het thuisland Japan en in de VS. Dat Toyota met de Prius een primus was in het vergroenen van koning auto, blijft een waardevolle verworvenheid. Maar de eerder genoemde inbreuken zijn te opvallend om te negeren. Mocht blijken dat Toyota orde op zaken stelt, dan kan het misschien opnieuw deel gaan uitmaken van het beleggingsuniversum van Triodos Bank. “In 2009 verdween behalve Toyota ook Arcadis uit ons beleggingsuniversum”, verduidelijkt Pieter Vanderick. “We communiceren natuurlijk met de betrokken ondernemingen over onze beslissingen. Dat communicatie daarover nu meer dan vroeger door de bedrijven wordt aanvaard en gewaardeerd, bewijst dat duurzaam ondernemen echt wel aan de orde is.”
Het rendement van duurzaam vermogensbeheer door Triodos Bank in samenwerking met Puilaetco Dewaay Private Bankers: netto-opbrengsten van portefeuilles die ten minste een jaar in beheer zijn. Profiel
2007*
2008*
Rendement
2009** 6,95%
Defensief
van 2,08% tot 4,51%
van -4,27% tot -2,36%
7,29%
Rendement & Groei
van 6,00% tot 7,57%
van -19,62% tot-11,21%
12,40%
roei
van 7,93% tot 9,53%
van -23,52% tot -21,30%
14,44%
Sterke groei * In 2007 en 2008 waren er slechts drie mogelijke profielen en te weinig portefeuilles in beheer. Daarom zijn alleen de uitersten op het vlak van opbrengst opgenomen. ** In 2009 voor het eerst gemiddelden omdat er voldoende portefeuilles in beheer waren. In het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor toekomstige prestaties. Vermogensbeheer houdt geen resultaatsverbintenis in.
nu te vinden.” Toch blijft duurzaam beleggen nog relatief beperkt. Van de zes miljard euro die Puilaetco Dewaay geconsolideerd beheert, wordt circa één procent beheerd volgens de principes van duurzaam vermogensbeheer (met een instapdrempel van 400.000 euro). “Duurzaam beleggen kan bij ons alleen in discretionair beheer, dus zonder sturende initiatieven van de klant”, licht Isolde Corne, private banker bij Puilaetco Dewaay, toe. “We hanteren daarbij dezelfde risicoprofielen – van defensief tot dynamisch – als bij onze traditionele portefeuilles. Alle duurzame beleggingen zitten per klant overigens in eenzelfde portefeuille, onafhankelijk van zijn traditionele portefeuille(s). Anders gezegd: je kunt ons niet vragen om duurzaam én traditioneel te beleggen in één portefeuille. Dat zou een inbreuk zijn tegen het beginsel van duurzaam beleggen, omdat we dan buiten het beleggingsuniversum van Triodos Bank zouden treden.” De private bankers van Puilaetco Dewaay kunnen bij de samenstelling van de duurzame portefeuille rechtstreeks aandelen, of bedrijfs- of staatsobligaties uit het beleggingsuniversum kiezen.
Het team voor private banking van Triodos Banking in België. Eric Florin, Frédéric Andrés, Nadia Wera en Pieter Vanderick. (v.l.n.r.) (©Marc Guillaume)
Maar ook het Triodos Values Pioneer Fund, dat een zestigtal kleinere pioniers in duurzaamheid groepeert, heeft een aantrekkelijk aanbod voor private bankers. Het begrip staatsobligaties doet overigens de vraag rijzen of staten wel duurzaam zijn. “Vanwege het element risicobeheersing kunnen we staatsobligaties aanbieden van alle staten in West-Europa, Noord-Amerika en Canada”, preciseert Pieter Vanderick. “Die landen werken natuurlijk niet allemaal even duurzaam, maar dat is moeilijk exact te bepalen. We zijn volop bezig om daarvoor een evenwichtige methodologie uit te werken. In de praktijk bevatten de portefeuilles voorlopig alleen obligaties in euro.” Voor de private banker een duurzame portefeuille opbouwt, tekent de klant een beheerovereenkomst met drie partijen: hijzelf, Puilaetco Dewaay en Triodos Bank. Er gelden strikte spelregels en de belegger moet die naleven. Zo kan Triodos Bank een eerder geselecteerd bedrijf uit het universum halen. Bijvoorbeeld omdat het minder duurzaam te werk gaat of tegen een uitsluitingscriterium aanloopt. Dat je dat risico loopt, moet je als belegger vooraf weten.
Want wat als het gaat om een bijzonder rendabel aandeel? Isolde Corne: “We ontvangen elke maand een lijst met nieuwe bedrijven, bedrijven die on hold staan of uit het universum zijn geschrapt. We zijn dan volgens de samenwerkingsovereenkomst verplicht om die aandelen uit de portefeuilles van onze klanten te verkopen. Daarvoor krijgen we drie maanden tijd, zodat we een vervanger voor het aandeel kunnen vinden.” “Precies”, voegt Pieter Vanderick toe. “Zo’n actie kan het rendement voor de belegger beïnvloeden en mogelijk het aandeel van het betrokken bedrijf doen dalen. Met de uitsluiting geven we een signaal aan de onderneming om aan zijn duurzaamheid te werken. In de geschiedenis van de beurs zijn al ondernemingen door beleggers gestraft omdat ze bijvoorbeeld de rechten van de mens schonden.”
Hoe rendabel is duurzaam beleggen?
Isolde Corne: “Beleggen met een duurzame portefeuille is net zo rendabel als beleggen met een traditionele. Misschien zijn sommigen bereid om wat rendement op te offeren aan duurzaamheid, maar dat hoeft helemaal niet en het is zeker niet het uitgangspunt. Duurzaam beleggen heeft in 2008 zelfs iets beter stand gehouden. We werken op dat vlak overigens net zo goed volgens de risicoprofielen van de klanten.” Pieter Vanderick: “Ik zou graag concluderen dat duurzaam beleggen rendabeler is. Maar we stellen vast dat dat wisselt. In de zeven jaar dat we samenwerken met Puilaetco Dewaay, heeft ons beleggingsuniversum alvast niet slechter gepresteerd dan traditionele portefeuilles. In 2007 en 2008 was het zelfs opmerkelijk beter. Ik ben er in elk geval van overtuigd dat bedrijven die duurzaam denken en handelen, daar op langere termijn de vruchten van plukken. Dit geldt dus ook voor de beleggers die in dat succes mee investeren. We ontmoeten meer en meer beleggers die deze overtuiging delen. Overigens bevestigen de resultaten van Triodos Bank dat duurzaamheid loont: in 2009 realiseerde de bank met het geheel van haar activiteiten een groei van 26%.”
|
10|Vermogensbeheer
woensdag 7 april 2010
|
Vermogensbeheer|11
woensdag 7 april 2010
Dexia Asset Management beheert ruim 80 miljard euro aan beleggingen en daarvan maakt duurzaam beleggen 22 procent uit. Tien analisten en evenveel beheerders stellen een duurzaam beleggingsuniversum van 700 bedrijven samen, na een strenge maar positieve selectie van 2.000 ondernemingen in de wereld. De klanten van de bank vinden duurzaam beleggen interessant en boeiend. “Op voorwaarde dat het rendement niet voor dat van een traditionele portefeuille onderdoet”, zegt Wim Vermeir, Member of the Executive Committee bij Dexia Asset Management.
“Almaar meer bedrijven bouwen duurzaamheid in hun strategie in”. Wim Vermeir, Member of the Executive Committee bij Dexia Asset Management
Dexia Asset Management doet aan
positieve selectie
“Duurzaam beleggen maakt al sinds midden de jaren 1990 deel uit van ons aanbod”, steekt Wim Vermeir van wal. “We hebben het in onze bank over duurzaam beleggen. Niet over ethisch beleggen na uitsluitingen op morele of religieuze gronden, zoals weleer.” Duurzaam is ruimer dan ethisch en de tien analisten en evenveel beheerders bij Dexia maken volgens diverse criteria en een strikte methodologie een positieve keuze. Ze selecteren bedrijven waarvan ze geloven dat ze continuïteit op lange termijn nastreven en die er alles aan doen om duurzaam te groeien. Om te blijven bestaan moet een bedrijf winst maken. Als het een loopje neemt met het personeelsbeleid, het milieu of wat al meer, dan kan het op korte termijn nog wel winst genereren. Maar op lange termijn niet. Een onderneming maakt winst dankzij een uitstekende interactie met verschillende partijen: medewerkers, klanten, leveranciers, de aandeelhouders, de maatschappij en het milieu. Om de waarde van het bedrijf te maximaliseren (lees: om rendabel te blijven groeien) moet een bedrijf al die relaties verzorgen. Ontevreden medewerkers verlaten het bedrijf, ook al
kun je ze nog wat langer houden door ze meer te betalen. Hetzelfde geldt voor klanten. Ze zullen een slechte service, manke producten en te hoge prijzen een tijdlang aanvaarden, maar uiteindelijk haken ze af. En ook grote risico’s op milieuvlak breken op de duur zuur op. Bovendien moet je je als onderneming hoe langer hoe meer aan internationale verdragen houden. En tegelijk groeit ook het maatschappelijke verzet tegen activiteiten zoals het kappen van bossen, de wapen- of bonthandel…
Strenge methodologie Bedrijven hebben er alle belang bij om zich te gedragen en om duurzame groei na te streven. Het is goed voor de wereld van morgen en het is zelfs financieel interessant. Een bedrijf dat duurzaam onderneemt, zal langer bestaan en rendabeler zijn. Daarom loont het om erin te investeren (via duurzame en verantwoorde beleggingen). En om dezelfde reden verdienen de ondernemingen die investering in hun groei. De analisten van Dexia Asset Management screenen 2.000 bedrijven op wereldschaal en houden er circa 700 over die
~
Duurzaam beleggen kan alleen maar rendabeler worden Wim Vermeir
ze als duurzame groeiers beschouwen. Met aandelen en obligaties van die bedrijven stellen ze een duurzaam beleggingsuniversum samen. En daar voegen ze nog voor vijf procent runners-up aan toe. Dat zijn - meestal - kleinere bedrijven die op de diverse criteria gemiddeld scoren, maar elk jaar verbeteringen doen optekenen. Onderdeel van de selectieprocedure is ook de voorlegging aan een raad van wijzen: autoriteiten uit diverse richtingen, zoals economie, regelgeving, ecologie… Bij de screening zoeken de analisten de best-in-class per sector. Op macroniveau gebeurt dat door de houding en activiteit van
voor
duurzame portefeuille
ondernemingen te meten op het gebied van hernieuwbare energie, gezondheid en welzijn, oudere mensen, rationeel gebruik van water en grondstoffen, groeimarkten… En op microniveau door de relatie te onderzoeken met de medewerkers, leveranciers, investeerders, de maatschappij en het milieu. “We checken bovendien of de kandidaten voor ons beleggingsuniversum niet in strijd handelen met internationale verdragen. Via onze methodologie maken sectoren zoals tabak of wapenhandel geen kans.”, legt Wim Vermeir verder uit.
juich toe dat bij heel wat bedrijven duurzaam ondernemen stilaan in de strategie en bedrijfsvoering zit ingebakken. Neem nu Lafarge, de producent van onder meer cement, Lafarge. Die scoort voor ons uitstekend vanwege de bewuste keuze voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Of nog: de hotelgroep Acor, die op sociaal vlak (de medewerkers) een bijzonder succesvol beleid voert.
In het beleggingsuniversum van Dexia vind je zowel bedrijven die met hernieuwbare energie aan de slag zijn, als traditionele bedrijven. Bij de screening hanteren de analisten per sector andere thema’s. Bij een bank vinden ze communicatie van correcte informatie aan de consumenten erg belangrijk. Net zoals investeren in opleiding van de medewerkers in het netwerk, of het bestaan en volgen van klachtenprocedures. Voor een mediabedrijf kijken ze naar de onafhankelijkheid van de redactie. Elektriciteitsproducenten moeten dan weer aan hun CO2-uitstoot werken. Wim Vermeir: “Ik
“We selecteren bedrijven die verder kijken dan hun huidige activiteit en manier van werken. Die erop gericht zijn om duurzaam te groeien en daardoor in de toekomst financieel sterk zullen blijven”, voegt Vermeir toe. Voor zijn screening combineert Dexia Asset Management informatie van gespecialiseerde duurzaamheidbureaus met bronnen zoals artikels van de gespecialiseerde pers of gegevens van consumentenorganisaties of vakbonden. En natuurlijk ook informatie van de bedrijven zelf. Wim Vermeir: “We merken dat heel wat bedrijven inspanningen leveren om analisten te overtuigen van
Een brede visie
hun duurzaam ondernemen. Sommige doen daarbij aan window dressing maar daar prikken we door. De meeste menen het goed en worden elk jaar transparanter, strategischer en performanter op het vlak van milieu, sociaal beleid en goed bestuur.”
Klanten van Dexia Asset Management vinden duurzaam beleggen een goede zaak. Maar wel op voorwaarde dat het rendement van hun belegging niet voor dat in een traditionele portefeuille moet onderdoen. Het is een kleine minderheid die rendement opoffert aan duurzaamheid. Precies zoals de man in de straat het milieu belangrijk vindt, maar als het regent de auto neemt om bij de bakker om de hoek brood te halen.
Is er overigens wel extra rendement van duurzame beleggingen te verwachten? Wim Vermeir: “Diverse studies van uiteenlopende instellingen geven aan dat er op dit moment nagenoeg geen verschil is op het vlak van rendement. Maar ik ga er stellig van uit dat duurzaam beleggen alleen maar rendabeler kan worden.”
12|Vermogensbeheer
|
woensdag 7 april 2010
|
~
“Duurzaam beleggen heeft een bijbels trekje”. Peter Ampe, Chief Investment Officer bij Société Générale Private Banking
Vermogensbeheer|13
woensdag 7 april 2010
Vanaf de jaren ‘70 kwam er een belangrijke wending: van de negatieve motivatie ‘niet beleggen in verderfelijke sectoren’ naar de positieve idee ‘beleggen in duurzame ondernemingen
Sommigen onder ons herinneren zich nog het hefboomsparen en krekelsparen uit de jaren 1980. Beleggers spaarden en stonden een gedeelte van het rendement af voor de ontwikkeling van sociale of maatschappelijke initiatieven. Peter Ampe, jurist en Chief Investment Officer bij Société Générale Private Banking in Gent zag ethisch beleggen schoorvoetend beginnen. “In Vlaanderen was er voor de jaren 1980 geen beleggingscultuur: de mensen spaarden of kochten hooguit wat kasbons. Geleidelijk doken formules zoals hefboomsparen op en zorgde de wet Monory-De Clercq voor fiscale aantrekkelijkheid bij beleggen.” Ampe werkte toen voor de beursvennootschap De Maertelaere wiens overname later voor Société Générale de start van de activiteit private banking in België betekende. Société Générale is de derde grootste financiële instelling in Frankrijk en ze is wereldwijd erkend als een referentie in sociaal verantwoord investeren. Haar divisie private banking is met circa 3.000 medewerkers in 21 landen een belangrijke groeipool.
ces maar weigerden te investeren in niet-ethische sectoren. Jammer genoeg was de euforie van korte duur: in 1929 viel de beursdroom in duigen, meer bepaald op 24 oktober of Black Thursday.
Van de VS naar Europa Toch was de toon gezet en bleef ethisch beleggen bestaan. Vanaf de jaren 1970 dook het ook in het Verenigd Koninkrijk op het stak later het kanaal over naar het Europese vasteland. Peter Ampe: “Aanvankelijk was het allemaal niet financieelwetenschappelijk onderbouwd zoals tegenwoordig. Maar er kwam wel een belangrijke wending: van de negatieve motivatie ‘niet beleggen in verderfelijke sectoren’ naar het positieve ‘beleggen in duurzame ondernemingen’.” Het ethische of duurzame aspect werd ook gaandeweg meer getoetst aan respect voor het milieu en goede relaties met medewerkers en de buitenwereld. Nog later kwam daar goed bestuur of corporate
governance als criterium bij. Alles bij elkaar een bredere benadering dan alleen de uitsluiting van pakweg drank en tabak destijds in de VS. De voorbije jaren kregen ook institutionele beleggers en beleggingsfondsen aandacht voor duurzaam beleggen. En natuurlijk ook private bankers en vermogenbeheerders. Duurzaam beleggen wordt intussen niet meer stiefmoederlijk behandeld en de financiële wereld past er efficiënte technieken zoals portfoliomanagement op toe, net zoals op traditionele beleggingen. Dankzij duurzaam beleggen investeren nu ook meer en meer mensen in bedrijven die duurzaam ondernemen. “Wie weet haalt het begrip duurzaam beleggen zichzelf ooit wel in, als alle bedrijven duurzaam ondernemen”, mijmert Peter Ampe. “Dat zou pas een goede zaak zijn. En wellicht maken we dan een nieuw onderscheid: duurzaam, duurzamer, duurzaamst.”
“Duurzaam beleggen had altijd al een bijbels trekje”, oordeelt Peter Ampe. “Omdat het als ethisch beleggen is ontstaan vanuit een bekommernis voor een betere wereld en zich afzette tegen mateloosheid.” In de jaren 1920 brak in de VS een relatief gunstige economische periode aan, althans in vergelijking met de jaren daarvoor in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. Dat was te merken aan de snellere industriële ontwikkeling, onder meer in de bouwsector. Zo belandde bij almaar meer gezinnen een radio in de woonkamer en een koelkast in de keuken. Ook koning auto (Oldsmobile, Ford…) veroverde volop de harten en garages van de Amerikanen.
Duurzaam beleggen
is voor de grote depressie in de VS ontstaan Duurzaam beleggen – het heette toen ethisch beleggen – is in de VS ontstaan en waaide naar het Verenigd Koninkrijk over. Later stak het fenomeen het kanaal over. Dat duurzaam beleggen tegenwoordig wereldwijd een bekommernis is, lijkt samen te gaan met evoluties zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen en de fors toegenomen belangstelling voor klimaat en milieu. Peter Ampe vindt het een goede evolutie: op grote schaal duurzaam beleggen betekent dat er veel ondernemingen duurzaam ondernemen.
In die tijdelijke euforische periode – niet lang daarna zou de grote depressie intreden – deden de financiële markten het erg goed. Heel wat Amerikanen verdienden gemakkelijk geld op de beurs en dat trok ‘nieuwe’ beleggers en speculanten aan. Maar in het kielzog van de speculatieve successen of nederlagen staken de gokindustrie, geweld en alcoholmisbruik de kop op. Om het alcoholisme aan banden te leggen riep de Amerikaanse regering de drooglegging in het leven. Koren op de molen van notoire maffiosi zoals Al Capone, die onder meer circuits voor illegale alcoholhandel en prostitutie uitbouwde. Die nieuwe maatschappelijke misstoestanden waren een doorn in het oog van belangengroepen en religieuze organisaties of kerkgenootschappen. Ze wilden wel mee genieten van het beurssuc-
REKEN OP ONS OM UW VERMOGEN UIT TE BOUWEN EN UW TOEKOMST TE VERZEKEREN.
“Elke vertrouwensrelatie wordt dag na dag, generatie na generatie opgebouwd. Daarom begeleiden wij onze cliënten op lange termijn en stellen hen oplossingen op maat voor die mee evolueren met hun projecten. Overal ter wereld staan wij klaar om hen advies te geven en hun vermogen te laten renderen.” Fabrice Corre, Private Banker. AGENTSCHAPPEN: AALST KEMPEN KNOKKE-HEIST
ANTWERPEN KORTRIJK
www.privatebanking.societegenerale.be
BRUGGE LEUVEN
B R U S S E L GENT NAMUR ROESELARE
H A S S E LT TOURNAI
|
14|Vermogensbeheer
woensdag 7 april 2010
Hoe een verhuis je (veel) geld kan
|
Vermogensbeheer|15
woensdag 7 april 2010
besparen
Successieplanning is een wezenlijk onderdeel van vermogensbeheer. In de vakpers krijgen de meest innovatieve en complexe technieken volop aandacht. Maar er zijn ook eenvoudige manieren om aan successieplanning te doen. Zo kan een verhuis naar een ander gewest in België een flinke belastingbesparing opleveren, weten ze bij private bank Bank Delen. Vaak is extra successieplanning dan niet meer nodig.
~
Minder successierechten betalen is vermogensbeheer Vincent De Cort
Vincent De Cort, jurist op de afdeling Patrimoniaal Advies bij Bank Delen, geeft een voorbeeld. “Neem nu Peter en Monique, allebei 69 jaar oud met drie kinderen: Paul, Kaat en Nancy. De ouders sloten destijds bij de notaris een huwelijkscontract. Dat bepaalt dat bij overlijden van een van beiden de langstlevende het gedeelte van de eerststervende in het gemeenschappelijke vermogen in volle eigendom krijgt (de clausule ‘langst-leeft-alheeft’ of het verblijvingsbeding). Bij een overlijden van Peter zijn er alleen gemeenschappelijke tegoeden: een gezinswoning met een waarde van één miljoen euro en een beleggingsportefeuille van één miljoen euro.”
Fiscaal domicilie is alles Om het successierecht te berekenen moet je weten waar Peter woonde. Omdat successierecht een regionale aangelegenheid is en de verschillende gewesten de tarieven en de vrijstellingen en verminderingen bepalen. Mede daardoor is het successierecht, en dat geldt evengoed voor het schenkingsrecht, er niet transparanter op geworden. De tarieven en de berekeningswijze verschillen aanzienlijk per gewest, en elk gewest voerde eigen begrippen en definities in. Het fiscale domicilie is de plaats waar bij zijn
overlijden de overledene zijn werkelijke, effectieve en voortdurende woonplaats had. Dat kan de plaats zijn waar zijn gezin woonde, waar het centrum van zijn bedrijvigheid of de zetel van zijn zaken en bezigheden was. De inschrijving in de bevolkingsregisters geldt daarbij als weerlegbaar vermoeden. “Afhankelijk van het gewest waar dat domicilie ligt, zal het kostenplaatje er anders uitzien”, licht De Cort toe. “Als Peter bij zijn overlijden in het Vlaams gewest woonde, dan betalen zijn erfgenamen in de huidige situatie (d.w.z. met toepassing van het verblijvingsbeding) €87.000 aan successierechten (8,70% van zijn nagelaten vermogen). In het Brussels Hoofdstedelijk gewest betalen zijn erfgenamen daarentegen €226.850 (liefst 22,69%) en in het Waals gewest €225.875 (22,59%).”
Progressief successierecht Het aanzienlijke verschil tussen enerzijds het Vlaams gewest en anderzijds het Brussels Hoofdstedelijk en het Waals gewest is niet alleen het gevolg van een lager toptarief in Vlaanderen: de hoogste schijf van het successierecht in rechte lijn en tussen echtgenoten en samenwonenden wordt er belast aan 27% i.p.v. 30%. Het is ook en vooral het gevolg van de manier waarop het successierecht in het Vlaams gewest wordt berekend voor de erfgenamen in de rechte lijn (kinderen, kleinkinderen, ouders, grootouders…) en voor de echtgenoten en de samenwonenden. Want de tarieven worden er niet alleen berekend per erfgenaam (zoals in de beide andere gewesten), maar elk van die erfgenamen wordt bovendien afzonderlijk belast op wat hij erft van het onroerend vermogen en van het roerend vermogen. Dat doorbreekt aanzienlijk de progressiviteit van het successierecht. “Het gevolg laat zich raden”, zegt De Cort. “Het nagelaten vermogen mag, indien evenwichtig gespreid over onroerend en roerend vermogen, fors groter zijn dan in de andere gewesten vooraleer de erfgenamen met de hoogste schijven van het successierecht af te rekenen krijgen. De andere gewesten kennen die opsplitsing tussen het onroerend en het roerend vermogen met afzonderlijke toepassing van de tarieven niet, en daarom vallen de verschuldigde successierechten er vaak veel hoger uit. Bovendien voerde het Vlaams gewest een volledige vrijstelling in voor het deel van de gezinswoning dat door de langstlevende echtgenoot vererfd wordt. Brussel en Wallonië kennen alleen een (voorwaardelijke) belastingvermindering.”
En nog Maar daarmee is de kous nog niet af. Vincent De Cort: “Bij het overlijden van Monique betalen Paul, Kaat en Nancy opnieuw successierechten. Nu niet alleen op het aandeel van Monique in het oorspronkelijke gemeenschappelijke vermogen, maar ook op het aandeel dat ze destijds volgens het verblijvingsbeding in het huwelijkscontract verkreeg van Peter bij zijn overlijden. Dat laatste deel wordt dus twee keer belast! De ervaring leert dat bij dergelijk beding, afhankelijk van de omvang van het gemeenschappelijke
vermogen en het aantal kinderen, de te betalen successierechten voor een overdracht naar een volgende generatie (d.w.z. na overlijden van beide ouders) gemakkelijk verdubbelen tot verdrievoudigen. In het voorbeeld betalen Paul, Kaat en Nancy bij het overlijden van hun moeder €252.000als die in het Vlaams gewest woonde (12,60% van haar nagelaten vermogen). In het Brussels Hoofdstedelijk gewest bedraagt dat zelfs €380.550 (19,03%) en in het Waals gewest €377.625 (18,88%).” Samengevat betalen de erfgenamen in het voorbeeld, gespreid over beide overlijdens €339.000 (16,95% van hun totale vermogen) als Peter en Monique in het Vlaams gewest wonen, dan wel €607.400 (30,37%) als ze in het Brussels Hoofdstedelijk gewest wonen. Wonen ze in het Waals gewest, dan betalen ze €603.500 (30,18%). Peter en Monique hebben er dus alle belang bij om zich in het Vlaams gewest te vestigen. Als ze vandaag in het Brussels Hoofdstedelijk gewest of in het Waals gewest wonen, dan besparen ze alleen al door de verhuis (en gespreid over beide overlijdens) al snel meer dan €260.000.
“Wonen in Vlaanderen is vaak goedkoper voor je erfgenamen.” Vincent De Cort
Toch even opletten Het is toch even opletten met fiscaal geïnspireerde woonplaatswijzigingen kort voor het overlijden. De fiscale administratie houdt niet alleen rekening met de woonplaats van de erflater op het ogenblik van het overlijden. Als die in de periode van vijf jaar voor het overlijden in verschillende gewesten heeft gewoond, dan worden de tarieven, vrijstellingen en verminderingen van het gewest waar hij gedurende die vijf jaar het langst woonde toegepast. Woonden Peter en Monique hun hele leven in Brussel en namen ze hun domicilie slechts enkele maanden voor het overlijden van Peter op hun appartement aan de kust, dan blijven ze toch nog onderworpen aan de Brusselse tarieven. Tijdig de koffers pakken is dus de boodschap.
Het kan nog beter … Zoals al hoger vermeld voorziet het huwelijkscontract van Peter en Monique in een toewijzing aan de langstlevende van het gemeenschappelijk vermogen in volle eigendom (verblijvingsbeding). “Met een wijziging van het huwelijkscontract kan die clausule worden geschrapt. Dan worden bij het overlijden van Peter (en behoudens het bestaan van een testament) de wettelijke verervingsregels toegepast en erft Monique het vruchtgebruik over zijn volledige nalatenschap en gaat de blote eigendom naar de kinderen Paul, Kaat en Nancy.” Door te kiezen voor een vererving volgens de wettelijke verervingsregels daalt de successiedruk in het Vlaams gewest (gespreid over beide overlijdens) nog verder tot €126.600 (6,33% van het oorspronkelijke vermogen). Willen Peter en Monique niet naar Vlaanderen verhuizen, dan kan een schrapping van het verblijvingsbeding ook in het Brussels en in het Waals gewest
Berekening van de verschuldigde successierechten in drie gewesten (met verblijvingsbeding) Vlaams gewest
Brussels Hoofdstedelijk gewest
Waals gewest
- eerstoverlijden
€87.000 (8,70%)
€226.850 (22,69%)
€225.875 (22,59%)
- laatstoverlijden
€252.000 (12,60%)
€380.550 (19,03%)
€377.625 (18,88%)
Totaal
€339.000 (16,95%)
€607.400 (30,37%)
€603.500 (30,18%)
Met verblijvingsbeding
Berekening verschuldigde successierechten in 3 gewesten (na schrapping verblijvingsbeding) Vlaams gewest
Brussels Hoofdstedelijk gewest
Waals gewest
- eerstoverlijden
€54.600 (5,46%)
€95.600 (9,56%)
€95.300 (9,53%)
- laatstoverlijden
€72.000 (7,20%)
€124.800 (12,48%
€120.375 (12,04%)
Totaal
€126.600 (6,33%)
€220.400 (11,02%)
€215.675 (10,78%)
Zonder verblijvingsbeding
16|Vermogensbeheer
|
woensdag 7 april 2010
|
woensdag 7 april 2010
Vermogensbeheer|17
een aanzienlijke belastingbesparing opleveren. In het Brussels Hoofdstedelijk gewest betalen de erfgenamen dan (gespreid over beide overlijdens) ‘slechts’ €220.400 (11,02%) en in het Waals gewest €215.675 (10,78%) (zie tabel).
Verblijvingsbeding of keuzebeding? De Cort: “Nu ben je wellicht geneigd om het verblijvingsbeding blindelings uit je huwelijkscontract te schrappen. Vergeet nochtans niet dat een dergelijk beding ook de meeste (juridische) bescherming biedt aan de langstlevende echtgenoot. Want die wordt volle eigenaar van alle gemeenschapstegoeden en is dus niet afhankelijk van de instemming of het akkoord van de blote eigenaars (in casu: de kinderen) om bepaalde verrichtingen te doen.” Door het verblijvingsbeding wordt Monique volledig eigenaar van de gezinswoning en de portefeuille. Wenst ze die te verkopen, dan kan ze dat alleen beslissen. Bij een wettelijke vererving van die goederen zullen Monique (als vruchtgebruikster) en Paul, Kaat en Nancy (als blote eigenaars) die beslissing samen moeten nemen. Liever dan het verblijvingsbeding te schrappen kun je het beding vervangen door een keuzebeding. “Dat biedt de langstlevende echtgenoot de mogelijkheid om op het ogenblik dat de eerstervende komt te overlijden, het gemeenschappelijke vermogen te laten vererven volgens een van de in het huwelijkscontract opgesomde verervingsmogelijkheden: wettelijke vererving, langst-leeft-alheeft, enzovoort.” Sommige notarissen nemen een uitgebreid arsenaal aan keuzemogelijkheden op in hun huwelijkscontracten. Zo kan de langstlevende in geval van een minder goede familiale verstandhouding met de kinderen (waardoor een noodzakelijke bescherming zich zou opdringen) de gewenste bescherming inroepen, en opteren voor de toepassing van het verblijvingsbeding. Is die bescherming niet gewenst of niet nodig, dan kan de nalatenschap volgens de wettelijke devolutie worden vererfd (wat ook fiscaal het meest voordelig is).
Een keuzebeding biedt verschillende voordelen: Je maximaliseert de onafhankelijkheid in hoofde van de langstlevende ouder. Je dekt specifieke familiale omstandigheden af (bijvoorbeeld in de relatie kinderen of schoonkinderen). Je kunt optimaal inspelen op de nieuwe regelgeving over de afschaffing van het successierecht op de gezinswoning in de vererving tussen echtgenoten (Vlaams gewest). Je verlaagt de drempel om later eventuele schenkingen onder levenden te doen aan de kinderen. Want hoe groter de controle op het behouden (lees: niet-weggeschonken) vermogen, hoe gemakkelijker de stap naar schenkingen.
Vandaag de dag opent een keuzebeding in een huwelijkscontract alvast verschillende deurtjes. De langstlevende echtgenoot zal na het overlijden van zijn partner beslissen welk deurtje hij binnenstapt, afhankelijk van de dan geldende familiale en patrimoniale situatie. Vergeet daarbij niet dat het keuzebeding vandaag in je huwelijkscontract moet worden opgenomen. En dat je daarvoor je huwelijkscontract moet wijzigen. Een notaris kan je daarbij helpen.
Wil je een adviseur om je geld te beleggen, dan ben je bij een private banker aan het goede adres. Maar wat als je wilt investeren in wijn? Ook dan ben je niet op jezelf aangewezen. Wine Consultants uit Gent inventariseert en optimaliseert je wijnkelder. Jean-Paul Perez adviseert bij de aankoop van wijn die de beste kans maakt om in waarde te stijgen. Vloeibaar goud? Soms wel.
Rendement onder de
kurk
18|Vermogensbeheer
Jean-Paul Perez bouwde de voorbije jaren de wijnwebsite http://90pluswines.com uit. Daarop vind je de prijzen van meer dan 400.000 wijnen, circa 13.000 wijnhandelaars wereldwijd én per wijn een score op een schaal van 100. Die wordt toegekend door een internationale keure van wijnkenners, waaronder Robert Parker, een wijngoeroe uit de VS. Zoals dat wel vaker met goeroes gebeurt, wordt Parker door sommigen bejubeld, door anderen verguisd. Maar de punten die hij toekent, maken of kraken een wijn. Perez rekent dat een goede wijn, met een score van meer dan 90 op 100 (zie kaderstuk Het wijnrapport), na een viertal jaar 30 procent in waarde kan stijgen. Een score vanaf 95 kan zorgen voor een waardevermeerdering van zelfs 60 procent. “Het absolute rendement hangt natuurlijk van de prijs van de fles af”, zegt Perez. “Op een exemplaar van 5 euro verdien je minder dan op een fles van 60 euro. En je zult ook minder kopers vinden voor je goedkope wijn, zelfs al is die uitstekend van kwaliteit.” Juist, de faam van de wijn speelt ook mee. Wil je je kansen op lange termijn zo
|
"%7&35&/5*&
woensdag 7 april 2010
Persoonlijke service en een individuele portefeuille op maat
D
e beleggingssector is een moeilijk te ontwarren kluwen, zelfs voor ervaren beleggers. Citibank gidst er u doorheen. Zij stellen u een persoonlijke adviseur ter beschikking die u in vertrouwen helpt met het samenstellen van een beleggingsportefeuille op uw maat. Frédéric de Melker, Citigold Head bij Citibank Belgium, legt uit hoe de bank u vanaf 75.000 euro een objectieve en persoonlijke service kan verlenen.
Wat is Citigold? F. de Melker: “Citigold is een gepersonaliseerde service vanaf 75.000 euro. Naast een uitgebreid dienstenpakket, interessante voorwaarden, tarieven en voordelen heeft elke klant een bevoorrechte vertrouwensrelatie met een eigen adviseur voor alles wat te maken heeft met sparen en beleggen, evenals met dagelijks bankieren. Uw adviseur analyseert uw beleggersprofiel, luistert naar uw wensen, helpt u indien u wenst te beleggen een portefeuille samenstellen die daarop aansluit en brengt u elk kwartaal verslag uit. Bij het opbouwen van die portefeuille stelt hij u geen fondsen voor die door Citibank worden gepromoot maar een objectieve selectie van wereldwijd gereputeerde uitgevers van fondsen.”
Vanaf 75.000 euro, zegt u? F. de Melker: “Inderdaad. Bij de meeste banken begint personal banking vanaf 250.000 euro of meer. Het spreekt voor zich dat je met zo’n bedrag dynamischer kunt werken, maar toch bieden wij beleggers vanaf 75.000 euro het hoogste serviceniveau aan. Cliënten die een lager bedrag bij Citibank aanhouden, genieten een wat meer gestandaardiseerde service, maar die toch op dezelfde principes van onafhankelijk advies is gestoeld.”
~
Er vroeg bij zijn en de beste wijn kiezen. Het kan een aardige cent opleveren Jean-Paul Perez, wine consultant
gaaf mogelijk houden, dan kies je het best voor de absolute top onder de Bordeaux-chateaux. Maar ook met de net wat mindere wijnen uit andere gebieden of landen kun je op korte termijn leuke rendementen halen. Natuurlijk is ook het jaar van de wijn bepalend. Een wijn uit 2005 scoort nu eenmaal beter dan dezelfde wijn uit 2004. “Op dat vlak is 2009 een jaar om van heel nabij te volgen”, tipt Jean-Paul Perez. Ook in wijnland geldt dat het aanbod de vraag beïnvloedt. “Nog meer zelfs bij wijn”, verduidelijkt Perez. “Een wijnhuis zit vast aan zijn maximale capaciteit. Meer flessen dan die capaciteit zit er niet in. Schaarste dus. En schaarste zorgt voor hoge prijzen. Dat hebben ook vermogende beleggers uit de VS, China en Rusland in de gaten. Het wordt dus met meer mensen knokken voor hetzelfde aantal flessen.” Vroeg kopen is de boodschap; nog voor de wijn op de markt is. Al kan de evolutie van die wijn nog tegenvallen.
Zijn er dan geen risico’s aan beleggen in wijn? Natuurlijk wel. Als de score op 100 van je wijn daalt en als je je wijn niet goed bewaart. Wil je met topwijnen echt rendement halen, dan zul je moeten aantonen dat je wijnkelder of -kast ideale bewaarplekken zijn. Rendement haal je overigens maar als je de wijn niet opdrinkt maar verkoopt. Dat kan in België op heel wat kleinere veilingen en bij Sotheby’s of Christie’s. Beide gereputeerde veilinghuizen hebben een vestiging in Brussel. Houd in elk geval nog enkele flessen in je kelder. Om te feesten als je rendement hoog is, of als troost mocht het tegenvallen.
Het wijnrapport 96-100: buitengewone kwaliteit 90-95: zeer goede kwaliteit 80-89: goede tot zeer goede kwaliteit 70-79: doorsneekwaliteit 60-69: niet al te beste kwaliteit 50-59: onaanvaardbare kwaliteit
Citigold: objectief advies, persoonlijke service en tal van extra voordelen - Een persoonlijke Citigold adviseur. - Genieten van een individuele aanpak met beleggingsadvies op maat. - Een instap vanaf 75.000 euro. - Een regelmatige rapportering van uw portefeuille. - Intrestvoeten op uw spaarrekening die gemiddeld hoger liggen dan klassieke spaarboekjes. Ook voor uw minderjarige kinderen en kleinkinderen. - Exclusieve Citi kredietkaarten (kredietopening onder voorbehoud van aanvaarding van uw dossier). - Gratis zichtrekening met debetkaart. - Gratis effectendossier. - Onuitgegeven bankdiensten in het buitenland, dankzij het internationale netwerk van agentschappen: geldafhalingen in nood tot 10.000 dollar (bijvoorbeeld bij diefstal van uw papieren of kaart), preferentiële wisselkoersen, een unieke privéruimte met businessfaciliteiten in het buitenland en een gratis internationaal telefoonnummer. - Toegang tot exclusieve lunches, evenementen, conferenties en beleggersfora waar u direct in contact komt met de huizen die uw fondsen beheren.
Hoe individueel kan deze dienstverlening zijn? F. de Melker: “Onze ervaren medewerkers, die allemaal het Citi Investment Mastering Certificaat behaalden, bouwen met gestandaardiseerde bouwstenen een individuele portefeuille op in overleg met de klant. We werken met producten die we objectief selecteren uit het wereldwijde aanbod. De fondsen* zijn dus niet uniek, de selectieprocedure wel. We noemen het CitiChoice®. Deze selectieprocedure is toegankelijk voor al onze klanten, de extra service van Citigold ligt precies in de persoonlijke aanpak.”
”
De CitiChoice® fondsen zijn niet uniek, de selectieprocedure wel.”
Hoe objectief is die CitiChoice® selectie? F. de Melker: “Citi vertrekt van meer dan 30.000 fondsen die in Europa geregistreerd zijn en verfijnt dat aanbod tot ruim 100 betrouwbare en goed presterende producten. De selectie steunt in eerste instantie op onafhankelijke criteria. De eerste fase gebeurt niet door Citi zelf, maar door het neutrale ratinghuis Standard & Poor’s. Op basis van kwalitatieve en kwantitatieve sleutels komen zij tot een selectie van 1.100 fondsen die ze een A-rating geven. Standard & Poor’s volgt daarbij een strenge procedure die subjectiviteit en favoritisme uitsluit.”
Citi selecteert dus niet zelf? F. de Melker: “In de eerste stap niet. De 1.100 Afondsen, geselecteerd door Standard & Poor’s, zijn wel het vertrekpunt voor de analisten van Citi. Je moet natuurlijk wel oog hebben voor beheerders met hoog potentieel. Om in aanmerking te komen voor een S&P’s-rating, moeten fondsen een ‘track record’ hebben van minimum drie jaar. Zijn bepaalde fondsen veelbelovend maar bestaan ze nog niet zo lang, dan kunnen deze producten toch door de Citianalisten worden geselecteerd.” “De selectie van 1.100 fondsen wordt door de Citi-analisten verfijnd op basis van een rigoureuze kwaliteitsanalyse. Ze onderzoeken welke mensen achter de fondsen zitten en hoe betrouwbaar ze zijn. Uiteindelijk blijven zo’n 400 à 550 fondsen in 28 activaklassen over. De laatste stap is dan een kwantitatieve analyse die het rendement, de risicoratio’s en
Frédéric de Melker: “Begeleid door zijn persoonlijke adviseur, bepaalt de klant zijn beleggersprofiel en stelt zelf een portefeuille samen met fondsen die objectief geselecteerd zijn door Standard & Poor’s en door de analisten van Citi.”
dergelijke van elk fonds bekijkt. Dat geeft een selectie van de 100 volgens de Citi-criteria meest beloftevolle en presterende beleggingsfondsen (volgens ons werkelijk de top van het koppeloton).”
Spelen in deze objectieve selectie dan geen commerciële argumenten mee? F. de Melker: “Nee. Citibank Belgium promoot bijvoorbeeld geen fondsen door een korting op de instapkosten zoals andere banken soms doen met hun eigen fondsen. Met CitiChoice® geven we de klant toegang tot alle beschikbare beleggingsfondsen – als ze tenminste door de objectieve selectie geraken. Om de objectiviteit te onderlijnen is het belangrijk te vermelden dat Citibank geen eigen fondsen beheert. Geen reden dus om één of ander fonds of beheerder te bevoordelen.”
Dat is nog geen persoonlijke service. F. de Melker: “Nee, dat komt nu. De 100 fondsen zijn de veelbelovende producten van betrouwbare fondshuizen. Daarmee stellen Citi-analisten modelportefeuilles samen voor elk beleggersprofiel. Die modellen worden dan individueel ingevuld door de klant en zijn adviseur. Uit het nog steeds ruime aanbod van producten in diverse activaklassen per modelportefeuille kiest de klant die fondsen die stroken met zijn doelstellingen, leeftijd, familiale situatie, karakter of stijl. Vreest u de risico’s van een specifieke markt? Hebt u een voorkeur voor bepaalde landen of activa? Uw adviseur begrijpt precies wat u wenst en heeft een grondig inzicht in de financiële markten en producten. Hij helpt u de juiste keuzes maken die beantwoorden aan uw beleggersprofiel.”
Een portefeuille samenstellen is één zaak, ze beheren is iets anders. F. de Melker: “Ook na de samenstelling van uw portefeuille blijft uw adviseur u ondersteunen. Minstens één keer per kwartaal contacteert hij u om uw portefeuille te overlopen en zo nodig bij te sturen. Elke adviseur heeft maximaal 200 klanten, wat hem perfect toelaat voor elk van zijn klanten de vinger aan de pols te houden.”
&FO$JUJHPMELMBOUCFTDIJLUPWFSNBBOEFOPNFFOSFMBUJFWBOFVSPPQUFCPVXFOCJK$JUJCBOL%F$JUJHPMEEJFOTUFOFOWPPSEFMFO [PBMTEFLSFEJFULBBSUFOFOEF$JUJHPMESFLFOJOH XPSEFOVBBOHFCPEFO[PMBOHIFUWFSNPHFOFVSPCFESBBHU 8JKIFSJOOFSFOFSVBBOEBUCFMFHHJOHTQSPEVDUFOCMPPUHFTUFME[JKOBBOSJTJDPTNFUJOCFHSJQWBOFFONPHFMJKLWFSMJFTWBOIFUCFMFHEFLBQJUBBM#FMFHHJOHTQSPEVDUFO[JKOHFFOCBOLEFQPTJUPTFOXPSEFOOJFUHFXBBSCPSHEEPPS$JUJCBOL#FMHJVN/7 76$JUJCBOL#FMHJVN/7 LSFEJFUHFWFS (FOFSBBM+BDRVFTMBBOH #SVTTFMo#UX#&313#SVTTFM#3$#'""
Ann Cammu Private Banker
Nabijheid is ééN vaN dé kerNwaardeN iN de relatie tusseN eeN private baNker eN zijN of haar cliëNt.
met hen een nabijheidsrelatie op en speel ik beter in op hun specifieke behoeften en verwachtingen. een private banker heeft zo wel iets weg van een kameleon: je kunt je cliënten maar op een professionele manier helpen als je je aan allerlei veranderende omstandigheden kunt aanpassen. om dit idee van nabijheid nog te versterken, bouwt bnP Paribas Fortis Private banking geleidelijk aan een net van 35 over het hele land verspreide Private banking centres. mijn cliënten zullen er uiterst discreet worden ontvangen, bij hen in de buurt, en kunnen in het centre op de meest uiteenlopende competenties een beroep doen. als private banker steun ik mijn cliënten bij het structureren van hun vermogen, maar evengoed bij de financiering van hun projecten, bij hun beleggingen en bij hun dagelijkse bankverrichtingen. Dat is wat ik onder een echte relatie met mijn cliënten versta, en zo wil ik me ook naar hen engageren.
”
u viNdt altijd eeN private baNkiNg ceNtre bij u iN de buurt. u mag er rekeNeN op eeN globale dieNstverleNiNg, gaaNde vaN alledaagse baNkverrichtiNgeN tot de meest complexe vermogeNsplaNNiNg.
Welkom bij de nieuwe Private Bank van BNP Paribas Fortis
aarzel niet om een afspraak te maken via het nummer 0800/98542 of om uw vragen te stellen op www.bnpparibasfortis.be/privatebanking
v.U.: F. Peene, Fortis bank nv, Warandeberg 3 - 1000 brussel – rPr brussel – btW be0403.199.702.
“
Ik volg mIjn clIënten van nabIj, jaar na jaar, zowel in goede als minder goede tijden. Zo bouw ik