REACTIENOTA Reactie HWH op wijzigingsvoorstellen, commentaar en vragen van de waterschappen op resp. bij de DNO
Onderdeel DNO
Wijzigingsvoorstel/ commentaar/ vraag
Reactie/ antwoord
Algemeen; DNO en
Het is een overeenkomst tussen de stichting
Omdat in HWH-verband samenwerking nodig is, terwijl er om
derdenwerking
HWH en Delfland, maar in de overeenkomst
praktische en redenen (zie item hierna) geen
wordt vaak gesproken over “de
meerpartijenovereenkomsten worden gesloten, wordt er gekozen voor
waterschappen” (Delfland)
een ‘feitelijke derdenwerking’; op grond van de DNO zijn het
AI
waterschap en HWH verplicht om iets met derden (de andere waterschappen) te doen, terwijl deze derden (uiteraard) juridisch niet aan deze contractuele verplichting gebonden zijn. Omdat deze derden waterschappen zijn voor wie dezelfde verplichting geldt, ontstaat er feitelijk een samenwerking tussen alle (deelnemende) waterschappen. Algemeen; gelijke
Om te beginnen vind ik (en dat is ook steeds
Om praktische redenen werkt HWH niet met
overeenkomst voor alle
mijn bezwaar geweest bij de overige
meerpartijenovereenkomsten. Het verzamelen van alle
waterschappen
(bindings-) overeenkomsten), dat de
handtekeningen (576 voor één overeenkomst indien alle
overeenkomst eigenlijk niet per individueel
waterschappen meedoen), het voorzien van alle deelnemers van een
waterschap met het waterschapshuis
door alle deelnemers ondertekend exemplaar is te omslachtig. Hier
gesloten zou moeten worden, maar als een
komt bij dat telkens wanneer er sprake is van nieuwe deelnemers het
meerpartijen overeenkomst met alle
hele ‘ondertekeningscircus’ opnieuw gevolgd moet worden. Een
deelnemende waterschappen. De reden
bepaling als AIII artikel 3, lid 1, zou geen recht doen aan een ‘echte
hiervoor is dat daarmee geborgd wordt dat
meerpartijenovereenkomst’.
een ieder dezelfde overeenkomst heeft, dat
Het door ZZL aangedragen punt van de gelijkluidendheid van de DNO
over en weer partijen van elkaar weten dat
voor alle waterschappen is bij het werken met individuele
zij dezelfde voorwaarden hebben als de
overeenkomsten inderdaad een mogelijk reëel probleem. Uiteraard
overige waterschappen. Er zitten namelijk
dient de DNO voor alle waterschappen in principe gelijkluidend te zijn.
een aantal bepalingen in de
Vandaar dat A III artikel 7, lid 1 in de overeenkomst is opgenomen.
conceptovereenkomst op basis waarvan het
Het valt echter niet uit te sluiten dat het gerechtvaardigd is dat in een
zo zou kunnen zijn dat op enig moment de
individueel geval de DNO op grond van AIII artikel 7, leden 4 en 5
verschillende overeenkomsten van de
voor een individueel waterschap gaat afwijken van de met de andere
1
waterschappen met HWH uit de pas gaan
waterschappen gesloten DNO’s. Zo is het mogelijk dat een
lopen. Voorbeeld is A art 7 lid 4 en 5a. Dat
onvoorziene omstandigheid voor het ene waterschap niet voor de
wordt ondervangen door een gezamenlijke
andere waterschappen opgaat. Daarom is de gedane tekstsuggestie in
overeenkomst, omdat dan geborgd is dat bij
het nieuwe lid 6 gewijzigd overgenomen.
een eventuele wijziging alle partijen moeten instemmen met de aanpassing. Naar mijn
AIII artikel 7, lid 1 en het nieuwe lid 6 zijn zo geformuleerd
idee wordt het bovenstaande onvoldoende
(‘gezamenlijk worden gewijzigd of aangevuld’ resp. ‘de overige
geborgd door art A 7 lid 1.
waterschappen’ ipv ‘alle overige waterschappen’) dat de waterschappen en HWH afhankelijk van de situatie kunnen bepalen of
Een andere mogelijkheid is dat HWH
de wijziging bijvoorbeeld bij meerderheid van stemmen of bijvoorbeeld
garandeert in de individuele overeenkomsten
unaniem tot stand dient te komen.
dat zij de individuele overeenkomsten die ze met de waterschappen sluit, gelijkluidend maakt en houdt. Dan is de borging niet zozeer gelegen in het feit dat de waterschappen en Het Waterschapshuis direct een meerpartijen overeenkomst hebben met elkaar, maar ligt de borging in het feit dat Het Waterschapshuis die gelijkheid (afdwingbaar) garandeert. Dan zal met name ook art A 7 lid 4 en 5 moeten worden aangepast, zodat daarbij komt te staan dat “Indien bovenstaande situatie zich voordoet, zal de betreffende bepaling door hwh in alle DWO’s met de waterschappen worden aangepast.” (ZZL) (R&IJ) Algemeen
Transitie eis is dat de startbegroting met
Basis is de inderdaad de begroting 2013 die is behandeld in de
(Startbegroting)
unanieme stemmen moet worden genomen.
ledenvergadering en het AB medio 2012.
Uit de stukken blijkt dat bestuurlijk (besluit AB GR HWH d.d. 31-10-2012) is besloten dat
In 2012 zijn daarnaast enkele begrotingswijzigingen voor 2012
als basis wordt genomen de begroting 2013
vastgesteld door Stichtingsbestuur die echter een structurele
vastgesteld in de ledenvergadering van 29
doorwerking hebben in 2013. Ter verduidelijking zijn de wijzigingen
juni 2012 en het AB van HWHJ van 5 juli
ten opzichte van de behandelde begroting 2013 in de aanbiedingsbrief
2
2012. Vervolgens blijkt uit de toelichting dat
bij deze definitieve versie van de DNO overzicht inzichtelijk gemaakt.
echter wordt uitgegaan van de wijzigingen
Het betreft o.i. overigens geen omvangrijke mutaties. Het Algemeen
welke voortvloeien uit de opzeggingen en
Bestuur heeft op 26 november gevraagd om de financiële
aanmeldingen tot 1-10-2012 en de
consequenties voor de andere waterschappen voor de AB-vergadering
tussentijdse begrotingswijzigingen van 2012.
van 17 december in beeld te hebben. Er wordt een aanvullend
Geconstateerd wordt dat ondanks het besluit
bestuursvoorstel ingediend. Uitgangspunt is dat de opzeggingen geen
van 31-10 toch daarvan wordt afgeweken
invloed hebben voor de resterende deelnemers.
door opzeggingen van na 5 juli 2012 mee te nemen. Vraagpunt 0 : welke opzeggingen tot 1-102012 worden in aansluiting op de vastgestelde begroting 2013 worden hiermee geaccordeerd en leidt dat tot onbedoelde lastenverzwaring voor de resterende deelnemers? (WSDD) (HHD)(HHSK) Algemeen, 1. Opzet
De DNO is blijkens de toelichting zo opgezet
Uit de opmerkingen van De Dommel blijkt dat het goed is bijlage 1 van
overeenkomst.
dat behalve de afgesproken
de toezendbrief d.d. 5 november 2012 hier nader toe te lichten:
Toerekening
kostenverdeelsleutel voor (deel)programma
exploitatiekosten en
tevens de exploitatiekosten en de
kapitaalslasten
kapitaalslasten van HWH aan de verschillende programma’s worden toegerekend. Die methodiek is afgestemd op de voorgenomen ombouw van de laatst vastgestelde begroting voor 2013 naar een productbegroting. Aandachtspunten/ vraagpunten: a.
De uit de toezendbrief blijkende
Ad a en b:
voorgenomen wijze van toerekening van
In AIII artikel 1, lid 2 worden conform artikel 35 GR HWH de
de algemene kosten aan de diverse
programmakosten en de organisatiekosten apart benoemd. Artikel 35
programma’s is in strijd met artikel 35
noch de daarbij behorende reglementen bevatten voorschriften over
van de GR HWH. Dat artikel gaat er van
de wijze waarop deze kosten in de begroting dienen te worden
uit dat alle deelnemende waterschappen
vermeld – m.a.w. de begrotingssystematiek. Daarom is er, zolang
volgens een bepaalde
programmakosten en organisatiekosten aan de hand van de
kostenverdeelsleutel deelnemen aan de
betreffende kostenverdeelsleutels apart worden vastgesteld geen strijd
3
algemene kosten van HWH en voorts dat
met artikel 35. Dit zal HWH bij welke begrotingssystematiek dan ook
de programmakosten aan de daaraan
conform artikel 35 altijd blijven doen, ook al omdat wanneer we de
deelnemende waterschappen worden
organisatiekosten aan de programmakosten willen toerekenen, eerst
toegerekend overeenkomstig een voor
duidelijk moet zijn wat die organisatiekosten zijn. Dat de
dat programma geldende
organisatiekosten op grond van de nieuwe begrotingssystematiek
kostenverdeelsleutel. Het omslaan van
vervolgens aan de programmakosten worden toegerekend doet in dit
algemene kosten over de programma’s is
verband dus niet ter zake. Artikel 1, lid 2 (maar ook AII artikel 1 sub
in strijd met de tekst van art 35 GR HWH.
l.) is derhalve ‘begrotingssystematiek-neutraal’ geformuleerd.
Het overgaan naar een productbegroting laat onverlet dat overeenkomstig de tekst van GRHWH de algemene kosten en de programmakosten uit elkaar moeten worden gehouden en via aparte kostenverdeelsleutels moeten worden verrekend. Uitgangspunt van art 35 GR HWH is dat alle waterschappen aan de algemene kosten moeten bijdragen overeenkomstig een door het AB van de GR HWH vastgestelde kostenverdeelsleutel. Het voornemen om de algemene kosten voortaan om te slaan over de programma’s is daar mee in strijd en heeft het effect dat bij geringe programmadeelname de waterschappen die wel deelnemen zich voor een onevenredige kostenstijging gesteld kunnen zien. b.
Geconstateerd wordt voorts dat de DNO op 2 gedachten hinkt: artikel 1.L (onderdeel I) en artikel 1 lid 2 (onderdeel III) gaan overeenkomstig artikel 35 gr HWH wel uit van separate toerekening van programmakosten en algemene
4
organisatiekosten overeenkomstig de daarvoor vastgestelde c.
kostenverdeelsleutels.
Ad c.
Bij het deel van de DNO, onderdeel C,
Dat een waterschap moet betalen voor een programma dat het van
wordt naast de kostenverdeelsleutel voor
HWH afneemt, vloeit voort uit AIII, artikel 1, lid 2. Uit de
het desbetreffende programma tevens
kostenverdeelsleutel vloeit geen zelfstandige betalingsverplichting
een verplichting tot betaling van een
voort; deze bepaalt slechts hoe het bedrag dat het waterschap op
jaarlijks verschuldigd bedrag opgenomen
grond van voornoemd artikel dient te betalen wordt bepaald. Met de
“Het in verband met de kostendekkende
aangehaalde zin is geenszins de grondslag gegeven voor de
bijdrage jaarlijks verschuldigde bedrag
toerekening van de algemene kosten aan het desbetreffende
wordt vermeld in de begroting HWH over
programma en met de term ‘jaarlijks verschuldigd bedrag’ wordt geen
het betreffende jaar.” Hier is dus de
nieuwe verplichting naast die van artikel AIII, artikel 1, lid 2
grondslag van de toerekening van de
geïntroduceerd. Met deze zin wordt uitsluitend op een flexibele manier,
algemene kosten aan het desbetreffende
d.m.v. een verwijzing naar de begroting, aangegeven wat een
programma opgenomen zoals in de
waterschap in het betreffende jaar voor een programma dient te
toezend brief is aangekondigd. Die
betalen. Voor deze methode is gekozen om te voorkomen dat Deel C
grondslag is, zoals gezegd, i.s.m. artikel
van de overeenkomst jaarlijks moet worden gewijzigd. Op grond van
35 GR HWH, niet transparant en kan
de voorgaande uitleg gaan we ervan uit de laatste zin van uw
leiden tot onevenredige kostprijs van
opmerking niet langer van toepassing is.
programma’s. d.
De wijze van omslaan van de algemene
Ad d.
kosten over de diverse programma’s is
Het AB heeft op 31 oktober jl. besloten om de ombouw van de
eveneens niet bekend/ transparant en
begroting los te koppelen van de transitie. Op 26 november heeft het
dat is wel een randvoorwaarde voor een
AB evenwel besloten dat er op 17 december a.s. wel inzicht moet
goed transitiebesluit. Daarmee liggen de
worden gegeven in de nieuwe systematiek. Wij verwijzen naar de
verplichtingen ten tijde van de transitie
stukken die voor 17 december nog aanvullend worden aangeleverd.
niet goed vast. Informatie over de wijze van kostentoerekening van algemene kosten aan programma’s ontbreekt. Verzocht wordt om aanvullende e.
informatie daarover.
Ad e.
De bestaande contracten die niet in de
Uit het voorgaande moge blijken dat de DNO geen bepaling bevat dat
DNO zijn opgenomen missen de wel in de
de organisatiekosten aan de programmakosten zullen worden
5
DNO opgenomen clausulering dat de
toegerekend. De DNO is immers ‘begrotingssystematiek-neutraal’
algemene kosten zullen worden
opgesteld. Indien de bestaande schriftelijke contracten (dit zijn er niet
toegerekend aan de deelnemers van die
zo veel, hetgeen de aanleiding heeft gevormd voor deze DNO) de
bestaande overeenkomst. Hierdoor kan
uitdrukkelijke bepaling zouden bevatten dat het verschuldigd bedrag
onevenwichtigheid tussen toerekening
uitsluitend bestaat uit programmakosten en niet de organisatiekosten,
van algemene kosten aan oude en
dan zal dat zodra de nieuwe begrotingssystematiek van kracht wordt
nieuwe contracten ontstaan.
aangepast moeten worden. Waarschijnlijker (ons ontbreekt nu de tijd dit precies uit te zoeken) is echter dat de overeenkomsten een bepaling bevatten dat ‘een’ bedrag verschuldigd is voor het betreffende informatiesysteem/ product’. Een dergelijke formulering past bij elke wijze van kostenberekening. HWH zal er op toezien dat de kostentoerekening van elk programma, of dit nu wel of niet onder de DNO valt, conform van toepassing zijnde begrotingssystematiek plaatsvindt.
f.
De algemene kosten (faciliterende
Ad f.
diensten, bestuur en organisatie) zijn niet
De bestaande situatie is dat op grond van het concept-
in een programmaovereenkomst
Programmareglement de verplichting bestaat om de deelname aan een
vastgelegd waardoor een open eind
programma in een individuele overeenkomst vast te leggen. Het
regeling ontstaat voor wat betreft de
concept-Reglement kostenverdeelsleutel organisatiekosten bevat een
omvang/ inhoud daarvan. Voorbeeld: wat
dergelijke verplichting niet. Dit laat onverlet dat de algemene kosten
is omvang van die diensten ten tijde van
in de begroting worden vastgelegd.
het transitiebesluit waartoe deelnemende waterschappen zich hebben verplicht? Verzocht te komen tot een vastlegging van de algemene kosten.(WSDD) Algemeen; programma 3 bedrijfsvoering
1. De dienstverlening programma 2
In de oude begroting 2013 zijn de beschrijving en de budgetten voor
(faciliterende diensten) is vanwege
bedrijfsvoering uitgebreid opgenomen. In de nieuwe begroting 2013
tijdgebrek niet in de DNO opgenomen;
zal het programma Bedrijfsvoering komen te vervallen.
ook programma 3 bedrijfsvoering wordt
Bedrijfsvoeringskosten zullen worden toegerekend aan de producten v
buiten beschouwing gelaten. Graag
van Het Waterschapshuis. Wel komt er een afgeslankt programma
vernemen wij van u op welke wijze die
Bestuur en organisatie, dat voortkomt uit het oude programma
kosten alsnog zichtbaar worden gemaakt
Bedrijfsvoering. In de nieuwe (Gr) begroting is er sprake van een
6
en gehouden. (WSDD )
wettelijk verplichte paragraaf bedrijfsvoering waarin de ontwikkelingen en beleidsvoornemens worden toegelicht.
Algemeen, bestaande situatie; begroting
1. In de begeleidende brief en de concept
We gaan uit van de vastgestelde begroting 2013. In die zin is dat een
DNO (A.1.4 (sic) laatste alinea) wordt
realiteit, ook al is 2013 nog niet aangebroken.
gesteld dat in de DNO de bestaande situatie wordt vastgelegd. Dit is volgens ons niet juist aangezien tevens wordt gesteld dat de DNO is opgesteld op basis van de in juni vastgestelde begroting 2013. Dat is niet een bestaande situatie. (HHD) AII Artikel 1
In artikel 1 Definities van onderdeel II
Zie AII artikel 1 sub o.
ontbreekt de definitie Programmaraad. (meerdere waterschappen) Artikel 2, laatste zin
Toevoegen: “…case-systematiek, behalve als
Gewijzigd overgenomen.
daarin op een specifiek punt van de Deelnameovereenkomst wordt afgeweken.” Aangezien de business-case projecten specifieker zijn dan de algemene overeenkomst. (BD) Artikel 3, 4. Begrotingsprogramma
“4 Begrotingsprogramma 3”, dat moet zijn:
Overgenomen
“4. Begrotingsprogramma 4”. (HHNK) (HHSK)
3: Geldstromen derden Artikel 5
Artikel 5 (onderdeel II) verwijst naar artikel
Overgenomen
7, lid 1 van onderdeel AIII welke verwijzing inhoudt dat de kostenverdeelsleutel voor programma’s uit deze DVO slechts schriftelijk door HWH en de aan de DNO deelnemende waterschappen kan worden gewijzigd of aangevuld. Artikel 5 van de DNO is in strijd met artikel 35 lid 2 GR HWH waarin staat dat het Algemeen bestuur van HWH bevoegd is 7
de kostenverdeelsleutel vast te stellen. Verzoek om strijdige passage aan te passen. (WSDD) Artikel 6
Er wordt gesproken van de p&c cyclus
Zie wijziging.
2012-2013. Wat geldt er voor de jaren daarna?
“De waterschappen kunnen hun
De zienswijzen en bijbehorende reactie nota komen ter besluitvorming
zienswijzen naar voren brengen”: Wat
in het AB. Daarnaast krijgen waterschappen op individuele basis
daar dan mee gebeurt is volstrekt
antwoord op voor het waterschap specifieke punten.
onduidelijk. (HDD) Artikel 6 (p. 8, onder
Volgens Artikel 38 lid 5 van de GR HWH moet
Overgenomen bij artikel 6 bij ‘begroting en bijbehorende
Bestuursrapportage)
de waterschappen ook een zienswijze worden
programmaplannen”.
gevraagd bij begrotingswijzigingen, dus niet alleen op de begroting zelf! (ZZL) AIII Artikel 1, lid 2
Indien deelname aan programma middels
In het kader van de businesscase-systematiek is hier inderdaad in
DNO is vastgelegd horen hier ook de bij dit
voorzien door de businesscase en bijbehorende
programma (nog niet) bekende risico’s bij.
deelnameovereenkomst.
Deze risico’s zijn door deze specifieke deelnemers te dragen en niet door alle leden
Door de formulering van de door H&A aangehaalde zinsnede uit artikel
van de GR als deze niet allemaal deelnemen.
1, lid 2 wordt hierin ook in de DNO voorzien. Wij zien echter ook de
Dit om een Tax-i herhaling te voorkomen.
door H&A geconstateerde mogelijkheid dat door het hoge
Voor nieuw te starten projecten zal dit
abstractieniveau van het begrip ‘programma’ in theorie niet duidelijk
onderdeel van de businesscase en de
zou zijn wie waar aan deelneemt. Maar juist doordat in deel B van
intekening op dit product moeten zijn. Uit
deze overeenkomst wordt vastgelegd aan welke programma’s een
onderdeel AIII artikel 1, lid 2 laatste zin lijkt
waterschap deelneemt en in deel C wordt aangegeven wat deze
dat hierin is voorzien ‘de waterschappen die
programma’s inhouden, zal o.i. genoemde onduidelijkheid zich niet
een programma afnemen zijn gezamenlijk
voordoen. Aan alle waterschappen wordt tevens een overzicht van de
verantwoordelijk voor de bekostiging en
deelname van de andere waterschappen aan de programma’s
eventuele risico’s van een programma. In
versterkt.
deel C wordt per programma de van toepassing zijnde kostenverdeelsleutel vermeld.” Echter programma is in artikel 3
8
gedefinieerd op een hoog abstractieniveau en dan is de vraag wie neemt waar aan deel. Naar ons idee aan programmaonderdelen. De risicobenadering zou dan ook hierop gebaseerd moeten zijn. (H&A) Artikel 1, lid 2
“Tevens is het waterschap verplicht conform
Is d.m.v. tekstaanpassing verduidelijkt.
een kostenverdeelsleutel…”het woord “een” is hier verwarrend. Welke kostenverdeelsleutel wordt hier bedoeld? (ZZL) Artikel 1, lid 3
Betaling van volledige voorschot in 1e
Sinds de start van Het Waterschapshuis worden de voorschotfacturen
kalendermaand van jaar. Waarom niet zoals
aan het begin van het jaar voor het gehele jaar verstuurd. In de
gebruikelijk in termijnen, anders komt er een
achterliggende periode is bestuurlijk regelmatig aandacht besteed aan
kapitaal vrij dat via schatkistbankieren bij het
de systematiek van financiering. Relevante zaken zijn daarbij:
Rijk moet worden weggezet. (H&A) (ZZL)
afschaffen systematiek voorfinanciering van projecten, HWH zal vanaf 2013 geen meerjarige projectuitgaven meer voorfinancieren.
Ontbreken van een borgstelling. HWH heeft op dit moment van de waterschappen geen borgstelling en kan zodoende geen gebruik maken van een kredietfaciliteit bij de NWB
De gevolgen van schatkistbankieren voor HWH
HWH zal begin 2013 een integraal voorstel doen rondom de financiering van de bedrijfsactiviteiten. Daarbij zal ook de systematiek van bevoorschotting in relatie tot schatkistbankieren betrokken worden. Artikel 1, lid 4
Het waterschap levert in natura materie
E.e.a. zal naar redelijkheid en billijkheid gezamenlijk worden bepaald.
inhoudelijke ondersteuning. Wat als de
Overigens is inhuur door een waterschap niet de praktijk.
gevraagde of benodigde deskundigheid niet beschikbaar is, dient een waterschap dan in te huren t.b.v HWH? Artikel 1, lid 4 sub a
HWH zorgt na afstemming met de andere
Dit betreft een wijziging van HWH zelf t.o.v. de aan de waterschappen
waterschappen die deelnemen aan een
toegestuurde vorige versie. Door ‘het waterschap’ te vervangen door
programma voor een vertegenwoordiging van
‘HWH’, wordt beter tot uitdrukking gebracht dat de
9
die waterschappen bij in de
verantwoordelijkheid voor het functioneren van de
uitvoeringsorganisatie.
uitvoeringsorganisatie en de vertegenwoordiging van de waterschappen daarbij bij HWH ligt.
Artikel 1, lid 4 sub a
Artikel 2, lid 2
“De uitvoeringsorganisatie bepaalt vervolgens
Gezien de definitie van ‘uitvoeringsorganisatie’ (AII artikel 1 sub o.) is
tezamen met de vertegenwoordiging van de
in lid 4 de vertegenwoordiging van de waterschappen apart genoemd;
waterschappen tevens …”. Dit is een
de vertegenwoordiging van de waterschappen is niet onder
verwarrende zin, de uitvoeringsorganisatie
verantwoordelijkheid van de directeur van HWH ingesteld en valt niet
bevat immers al een vertegenwoordiging van
onder diens/ dier verantwoordelijkheid. Om dit duidelijker te maken is
de waterschappen. Wat wordt hier dan
het woordje ‘in’ gewijzigd in ‘bij’. Bij AIII artikel 5, lid 2 is ‘hierin’
bedoeld? (ZZL)
veranderd in ‘’hierbij’.
Gesteld wordt dat “partijen” de deelname aan
Zie ook de Toelichting bij dit artikel; het is de bestaande situatie
een programma kunnen opzeggen. Dit moet
(welke in deze DNO wordt vastgelegd) dat zowel HWH als de
naar onze mening zijn: “Een waterschap”. Als
waterschappen een programma kunnen opzeggen. Indien daar bij de
gevolg hiervan dient dan ook artikel 7 lid 2
waterschappen voldoende (bestuurlijk) draagvlak voor bestaat, dan
van dit onderdeel te worden aangepast: door
kan dit in de toekomst anders, b.v. HWH kan niet opzeggen, geregeld
de (eenzijdige) opzegging van een
worden. Hierbij spelen vele overwegingen een rol, zoals bijvoorbeeld
waterschap moet deel B van de
de vraag of het wenselijk is dat wanneer de meerderheid van de
overeenkomst kunnen worden gewijzigd, en
waterschappen een nieuw programma wil, HWH door één of enkele
niet door partijen gezamenlijk.
waterschappen gedwongen kan worden om het oude programma ‘in de lucht te houden.’ Gezien het voorgaande wordt de suggestie m.b.t. artikel 7, lid 2 niet overgenomen.
Artikel 2, lid 3
De beëindiging van de deelname aan een
De consequenties kunnen velerlei zijn en van programma tot
(voorstel m.b.t.
programma door een waterschap heeft
programma verschillen, b.v. hogere kosten voor de overgebleven
procedure)
consequenties voor de andere waterschappen
waterschappen of een lager ambitieniveau, vandaar de algemene
die deelnemen aan een programma”. Dit is
formulering.
een vage bepaling, waar wordt op gedoeld en
De suggestie betreft geen bestaande situatie. Dit kan na de transitie in
wat houden de consequenties in? In lid 3 van
het kader van het vaststellen van het Programmareglement in
Deel III, Artikel 3: wordt de ‘consequentie’
algemene zin worden overwogen
van “Het waterschap stemt op voorhand in met deelname door andere….”(lid 1) wel beschreven. De beëindiging deelname zou op een zelfde manier geregeld kunnen worden.
10
(HHD) (Wetterskip Fryslân) Artikel 2, lid 3
Wetterskip Fryslân is een voorstander van
Dit is geen bestaande situatie. Dit kan na de transitie in het kader van
het in rekening brengen van een uitkoopsom
het vaststellen van het Programmareglement in algemene zin worden
aan een waterschap dat niet langer
overwogen.
deelneemt aan een bepaald programma, zodat de overblijvende waterschappen in financiële zin worden gecompenseerd. Artikel 2, lid 4
Zoals ik dit lees, dan maak je de
Inderdaad en dat was en is uiteraard niet de bedoeling. Daarom zijn
waterschappen aansprakelijk voor de
de woorden ‘indien een waterschap’ gewijzigd in ‘indien het
overtreding van een enkel/ ander
waterschap’. Overigens zij benadrukt dat hier bewust gesproken wordt
waterschap, hiermee zou ik niet instemmen.
van ‘programma’ in de zin van AII artikel 1 sub k. Het gebruik van
(V&V)
computerprogrammatuur beëindiging van een programma wordt geregeld in AIII artikel 7, lid 7 sub c.
Artikel 3
Hier ontbreekt de verplichting van de directie
Overgenomen
van GR HWH dat die verantwoordelijk is om te controleren of door toetreding van derden de 10 % grens voor inbesteding en BTW niet wordt overschreden. De directie is de enige die dat redelijkerwijs kan en MOET controleren. Verzoek om de ontbrekende passage op te nemen. (WSD) (WDD) (BD) Artikel 3, lid 2
Waarom wordt hier bij absolute meerderheid
Artikel 5, lid 3 betreft uitsluitend de rechtsverhouding waterschap –
besloten, terwijl in andere gevallen, zoals in
HWH in het kader van deze DNO. De unanimiteit waar ZZL op doelt
artikel 5, lid 3, unanimiteit is vereist? In
betreft waarschijnlijk de situatie van artikel 52, lid 2 GR HWH op grond
beide gevallen zijn er financiële gevolgen
waarvan de waterschappen unaniem met de overdracht moeten
voor de waterschappen. (ZZL)
instemmen. Het gaat hier, ook al zijn er in beide gevallen financiële gevolgen voor de waterschappen, om verschillende situaties die verschillende meerderheden behoeven. Unanimiteit is in het kader van de samenwerking tussen waterschappen en HWH een wijze van de besluitvorming die vaak niet bevorderlijk is voor de voortgang en ontwikkeling van een programma.
11
In artikel 3, lid 2 is gekozen voor een absolute meerderheid en niet voor een gewone meerderheid om te bewerkstelligen dat de stem van alle deelnemers aan het programma deelnemen telt. Daar is het onderwerp belangrijk genoeg voor. Artikel 3, lid 2
Wat moet hier verstaan worden onder “niet-
Ja bijvoorbeeld, maar dit is dus op grond van lid 2 aan de
waterschap”? Kan dit bijvoorbeeld ook een
waterschappen om te bepalen.
bedrijf zijn, een particuliere organisatie, andere overheid, onderwijs- of kennisinstituut? (ZZL) Artikel 3, lid 3
Hier wordt een aantal malen gesproken over
Op zich klopt het dat het bij deze wijze van formuleren ook om de
“de wijze waarop de programmakosten in
wijze waarop gefactureerd wordt zou kunnen gaan. Een redelijk uitleg
rekening worden gebracht”, terwijl
van deze bepaling conform het Haviltex-criterium levert echter op dat
waarschijnlijk bedoeld wordt: de hoogte van
het daar niet om gaat, maar inderdaad om de hoogte van de bijdrage
de bijdrage in de kosten of de wijze waarop
in de kosten of de wijze waarop de kosten verdeeld worden. Dit blijkt
de kosten verdeeld worden. Dit is
ook uit het feit dat wij van andere waterschappen niet een zelfde
verwarrend. Er kan ook gelezen worden: de
vraag hebben ontvangen.
wijze waarop er gefactureerd wordt o.i.d. (ZZL) Artikel 4
Aandacht wordt gevraagd voor een correcte
Zie artikel 3
kostentoedeling (i.v.m. artikel 35 van de GR) opdat de Btw-vrijstelling niet in gevaar komt. (A&M) Artikel 4
In de toelichting graag de voorwaarden van
Overgenomen.
vrijstelling noemen. (WF) Artikel 4
BTW verrekening: Is dit een wens of is dit
Bij de inmiddels in de DNO vermelde brief heeft de belastingdienst zich
een feit waar de belastingdienst zich aan
gecommitteerd. De BTW-vrijstelling is verkregen op grond van de
gecommitteerd heeft? En wat zijn dan de
koepelvrijstelling en op grond van de “verlengstuk-gedachte”.
concrete afspraken? (HHD) (P&M) ( Zie ook voorgaand item. Artikel 5
Ik mis een bepaling betreffende schade als
Zie hieronder bij 5, lid 1
gevolg van een niet-nakomen door HWH. (P&M) Artikel 5, lid 1
De aansprakelijkheid van HWH zoals door u
Hier zij voorop gesteld dat de algemene aansprakelijkheid van HWH 12
verwoord heeft niet onze instemming.
als gevolg van het niet nakomen van de verplichtingen (b.v. verkeerd
Juridisch is er namelijk een contract tussen
uitgevoerde aanbestedingen, onjuist contractmanagent of
een derde en HWH en niet tussen
ontoereikend functioneel beheer) die op HWH als programma-
waterschappen en een derde. In Onderdeel A
uitvoerder jegens het waterschap rusten op geen enkele wijze is
III artikel 5, lid 1 wordt gesuggereerd dat de
uitgesloten. Deze aansprakelijkheid is in deze DNO ongeregeld
aansprakelijkheid van HWH richting
gelaten, zodat het gemene recht geldt en HWH onverminderd conform
waterschappen vervalt en dat er geen
de regels van niet-nakoming kan worden aangesproken. Het gaat hier
mogelijkheid is om de geleden schade door
uitsluitend om schade voor het geval dat derden hun verplichtingen
de afnemers, lees waterschappen, te
niet nakomen.
verhalen. Dit sluit aan bij de uitleg in onderdeel “artikelsgewijze toelichting DNO”.
Juist omdat de waterschappen geen contractuele relatie met de
(H&A) (ZZL) (R&IJ)
leverancier en andere derden is hebben is hier bepaald dat HWH ervoor dient te zorgen dat leveranciers hun verplichtingen nakomen en dat HWH, wanneer zij dat niet doen, daar (recht)maatregelen tegen dient te treffen. Het voert echter te ver HWH aansprakelijk te houden voor nietnakomen door de leverancier of derden, voor zover het de eigen specifieke diensten en deskundigheid van deze derden betreft. Deze uitsluiting van aansprakelijkheid mag HWH echter uitsluitend inroepen voor zover HWH aan de in het artikel genoemde inspanningsverplichting heeft voldaan. Voldoet HWH niet aan deze inspanningsverplichting dan is HWH ook aansprakelijk voor eventuele daardoor veroorzaakte schade.
Artikel 5, lid 1
Wat houdt de inspanningsverplichting precies
Zie ook één item eerder.
in? Wanneer heeft HWH daar aan voldaan? (HHSK) (V&V)
De inhoud van de inspanningsverplichting verschilt per programma en per situatie. Of al dan niet aan een inspanningsverplichting is voldaan, zullen partijen om te beginnen gezamenlijk, zoals bij elke verplichting uit een overeenkomst, vast moeten stellen. (De term inspanningsverplichting is hier gebruikt om aan te geven dat het in ieder geval niet om een zgn. ‘resultaatsverplichting’ of
13
‘garantieverplichting’ gaat.) Artikel 5, lid 1
Hoe worden de kosten van de
De kosten die intern door HWH gemaakt worden komen ten laste van
(rechts)maatregelen gedragen? (HHSK)
het budget van het betreffende programma. Indien een gerechtelijke procedure nodig is geldt het volgende: Wanneer het niet-nakomen van de derde de belangen van alle deelnemende waterschappen betreft, zullen de kosten ten laste van het budget van het betreffende programma komen. Indien uitsluitend/ hoofdzakelijk de belangen van één individueel waterschap of van enkele waterschappen in het geding zijn, dan ligt het in de rede om te bezien of deze waterschappen (een deel van) de kosten van de rechtsmaatregelen voor hun rekening dienen te nemen. In elk afzonderlijk geval zal door de deelnemende waterschappen en HWH naar bevind van zaken besloten dienen te worden.
Artikel 5, lid 2
Artikel 5, lid 2 geeft voor de gekozen
Omdat op grond van artikel 1, lid 4 sub a alle aan een programma
structuur (welke niet is beschreven) wel een
deelnemende waterschappen er zelf de hand in hebben hoe zij bij de
heel breed mandaat aan de (enkele)
uitvoeringsorganisatie worden vertegenwoordigd en omdat het gaat
vertegenwoordigers van de waterschappen in
om inhoudelijke keuzes van de uitvoeringsorganisatie en de
de diverse gremia.
vertegenwoordiging van de waterschappen tezamen, mag dit commitment o.i. van een waterschap gevraagd worden. Het is aan de
Overlegstructuur moet zodanig zijn dat deze
vertegenwoordigde waterschappen om erop toe te zien dat zij correct
slagvaardig is. Inclusief visie op klant/
worden vertegenwoordigd. Een vertegenwoordigend waterschap zal de
leverancier, invulling behoeftemanagement
grenzen van zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid in acht dienen te
en productacquisitie door HWH. (H&A)
nemen. Op een dergelijke manier kan de uitvoeringsorganisatie tezamen met de deelnemende waterschappen slagvaardig tewerk gaan.
Artikel 5, lid 2
Idealiter zou art 5 lid 2 gewijzigd moeten
Zie voorgaand item en het item inzake artikel 1, lid 4 sub a . De
worden, althans uitgebreid moeten worden,
waterschappen hebben geen stem in het instellen en vormgeven van
in die zin dat duidelijk dat de waterschappen
de uitvoeringsorganisatie omdat die door en onder
een stem hebben in het instellen en
verantwoordelijkheid van de directeur van HWH wordt ingesteld.
vormgeven van de uitvoeringsorganisatie als bedoeld in dat artikel. (ZZL) Artikel 5, lid 3
Voor zover nodig – en voor zover er niets
‘Voor zover nodig’ is inderdaad in dit artikellid opgenomen. Dat aan
14
verandert aan de ingenomen standpunten en
ingenomen standpunten en afspraken en eventuele wijzigingen daarin
afspraken. (V&V)
recht zal worden gedaan, daar kan deze bepaling niets aan afdoen; er kan eerst sprake zijn van transitie Stg. HWH – Gr HWH als de waterschappen daarmee ingestemd hebben. Pas dan is deze bepaling van toepassing.
Artikel 5, lid 3
HWH is alleen verplicht om medewerking te
Dit artikel is in de DNO opgenomen om aan te geven dat HWH vooral
verlenen als alle waterschappen
een aangelegenheid van de waterschappen zelf is; hoe wil men na de
overeenstemming bereiken. Wat gebeurt er
fusie van twee (of meer) waterschappen onderling de kosten van HWH
dan als er geen overeenstemming is?
delen? Met dit artikel wordt ook voorkomen dat de andere niet-
(juridisch advies gevraagd) (ZZL)
fuserende waterschappen voor voldongen feiten worden gesteld. Zodra de Gr operationeel is, zal e.e.a. worden afgehandeld op grond van de artikelen 42 en 43 GR HWH. Indien er geen overeenstemming is tussen de waterschappen én HWH verleent geen medewerking, dan wordt niet voldaan aan de vereisten van artikel 6:159, lid 1 BW en vindt geen overname van de rechtsverhouding plaats.
Artikel 6
Onder ‘partijen’ wordt verstaan HWH en
Overgenomen
WPM. Het is dus een evaluatie tussen twee partijen. Als de andere waterschappen daar ook een rol in hebben, dan adviseer ik om de zin als volgt aan te passen: “…en betrekt hierbij de overige waterschappen.’ (P&M) Artikel 7, lid 1 en 2
Zoals de tekst nu is, kan men spreken van
Niet overgenomen.
een derdenwerking. Dat is niet mogelijk.
Hetgeen P&M in zijn algemeenheid m.b.t. derdenwerking stelt, is
Tekstvoorstel:
correct. In het kader van deze DNO is echter niet beoogd (juridische)
1.
derdenwerking te bewerkstelligen. In de specifieke HWH-setting wordt
“De delen A en C van deze
overeenkomst kunnen slechts schriftelijk door
gewerkt met ‘feitelijke derdenwerking’; zie ook bij Algemeen; DNO en
partijen worden gewijzigd of aangevuld met
derdenwerking. Het woord ‘gezamenlijk’ slaat hier dan ook op de
instemming van de overige waterschappen.”
feitelijke samenwerking (en kan daar juridisch gezien alleen maar op
2.
slaan).
dit deel kan m.i. vervallen. Het
betreft immers een overeenkomst tussen twee partijen; eenzijdige aanpassing is op
Lid 2 is opgenomen om te voorkomen dat er discussie kan ontstaan
voorhand niet mogelijk.
over mondeling overeengekomen wijzigingen.
15
Toelichting: A en C zijn weliswaar bepalingen die in alle overeenkomsten zijn opgenomen, maar concreet binnen de overeenkomst met WPM is dat niet relevant. Het is een overeenkomst tussen twee partijen. Dus iedere aanpassing betreft die twee partijen. De bestaande tekst suggereert dat derden (de andere waterschappen) de inhoud van de overeenkomst tussen HWH en WPM gezamenlijk kunnen aanpassen. Dat lijkt me niet juist. Wel kunnen die partijen instemmen met een tussen HWH en WPM overeengekomen aanpassing (die dan vervolgens ook bij de overeenkomsten met andere partijen wordt toegepast; en visa versa). Artikel 7, lid 3 sub b
(P&M)
De bijlagen maken deel uit van de
Niet overgenomen; toevoeging blijkt reeds uit a.
overeenkomst. Dus tekstvoorstel sub b.: ‘In geval van strijdigheid gaat de inhoud van de delen A, B en C van de overeenkomst voor op de inhoud van de bijlagen.’ (P&M) Artikel 7, lid 4
Door welke partij wordt de vervangende
Dit gebeurt door partijen gezamenlijk; overeenkomsten kunnen
bepaling opgesteld? Gebeurt dat door alle
immers niet eenzijdig worden gewijzigd. Zie ook hierboven het item
partijen samen of eenzijdig door HWH? Hoe
Algemeen; gelijke overeenkomst voor alle waterschappen
wordt dit afgestemd en vastgesteld? (juridisch advies gevraagd) (ZZL) Artikel 7, lid 6
De strekking van de tussenzin die begint met
Door het gebruik van de woorden ‘een wet’ , waarmee dus ook de
“alsmede” klinkt nogal zwaar. Levert dit geen
WOB wordt bedoeld zijn op grond van deze bepaling geen problemen
problemen op voor bespreking in ons bestuur
voor bespreking in het bestuur of voor medewerkers te verwachten.
(openbaarheid) of voor medewerkers die
Met name artikel 10, lid 1 sub c WOB m.b.t. bedrijfs- en
deelnemen aan een project? Wat betekent
fabricagegegevens zal hier dienstig kunnen zijn.
16
hier “vastgesteld”? Hoe verhoudt zich dit tot de WOB? (juridisch advies gevraagd) Artikel 7, lid 7
Vanwege de insteek dat deze
Er is nooit besluitvorming tussen de waterschappen en HWH over de
deelnameovereenkomst de bestaande situatie
intellectuele eigendom van programmatuur geweest. E.e.a heeft zich
(Intellectuele
beschrijft, heeft hier al eerder besluitvorming
in de praktijk volgens de regels van het privaatrecht geregeld:
eigendom; hoe
over plaatsgevonden. Wetterskip Fryslân zou
geregeld?)
nog graag dit besluit willen ontvangen ter
De intellectuele eigendom ligt in beginsel bij de maker van het werk.
verificatie
Ten aanzien van computerprogramma’s is dat de leverancier van deze computerprogramma’s. In dit/ HWH-verband leeft bij sommige waterschappen de vraag of zij en HWH, doordat zij en HWH hebben bijgedragen aan de totstandkoming van een computerprogramma, daarvan mede-eigenaar zijn geworden. Dat is niet het geval. Auteursrechtelijk gezien is er alleen dan sprake van een gezamenlijk auteursrecht wanneer het waterschap of HWH aanwijsbaar zelf de programmatuurcode heeft (mee) geschreven. Dat is bij geen enkel waterschap noch bij HWH het geval geweest. Het meegewerkt hebben in de zin van het bijwonen van voorbereidende of andere vergaderingen, meedenken feedback geven etc. is niet voldoende om als (mede) maker/ eigenaar aangemerkt te worden. De intellectuele eigendom is veelal (soms bleef de intellectuele eigendom bij de leverancier) door de leverancier aan HWH overgedragen. De waterschappen stonden hier als niet-contractspartij buiten. Voor hoe dit in geval van IRIS is gegaan; zie hieronder bij C1.
Artikel 7, lid 7;
Welke intellectuele eigendommen zijn er die
Zie ook het item hierna.
overdracht van de ws’n
tot op heden bij de waterschappen berusten
Er worden met deze DNO geen intellectuele eigendomsrechten van
aan HWH?
en die met deze overeenkomst overgedragen
waterschappen aan HWH overgedragen. Uitgangspunt van deze DNO is
worden?
immers dat de bestaande situatie wordt vastgelegd.
Artikel 7, lid 7: alleen
Dit artikel levert discussie op in situaties dat
Er is inderdaad, t.a.v. IRIS, discussie bij wie de intellectuele eigendom
overdracht i.e. van
op voorhand onduidelijk is of de intellectuele
ligt c.q. zou moeten liggen. De overgang van alle rechten en plichten
stichting naar GR
eigendom bij het waterschap berust of bij de
van de stichting naar de GR kan echter niet tot gevolg hebben dat
17
overdragende stichting HWH. Er is discussie
intellectuele eigendomsrechten van een derde, een waterschap, aan de
over die vraag en het is nadrukkelijk de
GR HWH worden overgedragen. De stichting kan op grond van het
bedoeling is om alleen de overdracht van i.e.
´nemo plus iuris´-beginsel nl. niet meer rechten aan de Gr overdragen
van de stichting naar de GR te faciliteren. Dit
dan zij zelf heeft. Een eigendomsrecht dat voor de transitie betwist is
ligt onvoldoende duidelijk vast in de
blijft dat ook na de transitie. Na de transitie zal dat beslecht moeten
overeenkomst. Verzoek om in de DNO een
worden.
bepaling op te nemen die expliciet waarborgt
De voorgestelde bepaling is ook al niet nodig aangezien in de
dat door het sluiten van de DNO geen I.E.
considerans bij 3. Afbakening, p 5 met zo veel woorden wordt gesteld
van het waterschap wordt overgedragen naar
dat door de DNO rechten en plichten van partijen niet wijzigen.
HWH.(WSDD) Artikel 7, lid 7;
Intellectuele eigendom zou bij de
De door Hunze en Aa’s uitgesproken wens is niet in overeenstemming
‘intellectuele eigendom
waterschappen moeten berusten. Uit
met de feitelijke stand van zaken die ihkv deze DNO wordt vastgelegd.
ligt bij de
onderdeel “artikelsgewijze toelichting DNO”
Zie ook hierboven bij het item Artikel 7, lid 7
waterschappen’
blijkt iets anders. Gewezen wordt op een
(Intellectuele eigendom; hoe geregeld?) inzake de wijze waarop de
onderzoek dit is echter summier en in de
intellectuele eigendom bij HWH terecht is gekomen.
tekst van bijv. IRIS (C1 onder 7) wordt verwezen naar artikel 45m, lid 1 en 2 sub c
Op grond van artikel 2, lid 2 Auteurswet is voor de overdracht van het
auteurswet. Naar ons idee ligt het
intellectuele eigendomsrecht een akte vereist. Zo is bijvoorbeeld
intellectueel eigendom bij de waterschappen
m.b.t. de intellectuele eigendom inzake IRIS een overdrachtsakte
en dus ook bij Hunze en Aa’s (H&A) (R&O)
tussen de Stichting INTWIS en de Stichting HWH opgesteld (zie bij C1) Als de intellectuele eigendom van de leveranciers inzake computerprogrammatuur ooit aan de waterschappen is overgedragen, dan zouden de waterschappen deze akte moeten kunnen overleggen. In verband met de bestaande discussie verzoekt HWH de waterschappen HWH een kopie deze stukken te doen toekomen. Artikel 45m, lid 1 en 2 sub c geven een regeling over wat een gebruiker (dus i.c. een waterschap dat een programma van HWH afneemt en dus het gebruiksrecht heeft) wel en niet met de bijbehorende programmatuur mag doen, m.a.w. wat wel en niet als een inbreuk op de intellectuele eigendom ( = auteursrecht) van HWH wordt beschouwd. M.b.t. het onderzoek genoemd in de toelichting: dit heeft geen
18
betrekking op de intellectuele eigendom, maar op het gebruiksrecht, de licentie. Zie het volgende item Artikel 7, lid 7;
In de DNO wordt tevens een bepaling gemist
Deze regeling is in AIII artikel 7, lid 7 opgenomen; een waterschap
voortgezet gebruik
die een regeling geeft voor de situatie dat
heeft voor de duur van het programma het gebruiksrecht/ de licentie.
een waterschap niet langer deelneemt aan
Zodra het programma is opgezegd heeft het waterschap dus niet
een programma, maar wel een voortgezet
langer het gebruiksrecht van de programmatuur. Dit artikel is, zoals in
gebruik wil maken van de voorzieningen
de Toelichting bij dit artikel is aangegeven, geformuleerd aan de hand
waaraan het wel meebetaald heeft. De
van de bestaande praktijk op dit punt. Indien gewenst kan deze
praktijk heeft concreet duidelijk gemaakt dat
praktijk door correspondentie tussen HWH en de waterschappen
er behoefte is aan een expliciete regeling van
worden geadstrueerd.
dat onderwerp. (WSDD) Een IRIS module contract geeft recht op het gebruik van de functionaliteit en de tabellen van de module. De afname van één module leidt tot de levering van alle IRIS modules. Indien een waterschap een modulecontract niet bezit of opgezegd heeft, wordt er vanuit gegaan dat de bij de module behorende functies en tabellen niet meer gebruikt/gevuld worden. Artikel 7, lid 7;
Indien statutair bepaald en toentertijd
Onderwerpen als intellectuele eigendom worden doorgaans niet op
statutair bepaald
goedgekeurd, maar wij willen toch wel
statutair niveau geregeld. Dit is evenmin het geval bij de Stg. HWH.
nadrukkelijk onze zorg uitspreken ten
Van de zorg is nota genomen. Te zijner tijd kan Velt en Vecht zich in
aanzien van dit artikel. Mochten wij in de
de discussie omtrent de intellectuele eigendom mengen.
toekomst anders met de gegunde ruimte om willen gaan, is dit namelijk problematisch en wij verwachten deze ruimte wel nodig te hebben. (V&V) Artikel 7, lid 7; visie op
Intellectueel eigendom is voor veel
Zoals hierboven aangegeven ligt de intellectuele eigendom bij HWH.
allocatie intellectuele
waterschappen een gevoelig punt, zeker bij
Gezien de discussie en de gevoeligheden zal HWH na de transitie een
eigendom
de stichtingsvorm. Stel dat het intellectueel
visie ontwikkelen over de vraag bij wie met het oog op een goede
eigendom niet bij HWH ligt, maar bij de
belangenbehartiging door HWH van de belangen van alle
waterschappen, hoe kan dit dan praktisch
waterschappen gezamenlijk, de intellectuele eigendom van de
ingevuld worden? Het vertegenwoordigt vaak
programmatuur het beste kan berusten. Op dit moment wordt
ook een economische waarde, hoe verdeel je
bijvoorbeeld ook gedacht aan een open-sourceconstructie binnen de
19
die onderling? (juridisch advies gevraagd).
waterschappen.
(ZZL) B Bij de programma’s waaraan we nu
In de maand december wordt de overeenkomst voor
deelnemen staat Bedrijfsvergelijking
Bedrijfsvergelijking Zuiveringen aan de waterschappen voorgelegd. Zie
Zuiveringen vermeld. Voor zover we weten is
ook de aanbiedingsbrief.
dit programma er nog niet. Er loopt nog een business case waarover vervolgens nog besluitvorming moet plaatsvinden.(NZV) C Algemeen
Kostenverdeelsleutel:
Zie het nieuwe AII artikel 1 sub c.
Niet duidelijk is welke belastingopbrengst
HWH ontvangt de van toepassing zijnde kostenverdeelsleutels van de
wordt bedoeld.
Unie van Waterschappen en neemt deze één op één over. Dit geldt
Voorstel: duidelijk aangeven dat het de totale
ook voor de belastingopbrengsten.
belastingopbrengst is aan watersysteemheffing, zuiveringsheffing en
Het gaat om de belastingopbrengsten, met andere woorden om het
verontreinigingsheffing, zoals die in de
totaal aan belastingen dat de waterschappen in hun gebied opleggen.
waterschapsbegroting van enig jaar is
Sinds de herziening van het belastingstelsel in 2009 is dit het totaal
opgenomen (zonder vereffening op basis van
van de opbrengsten van de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing,
de jaarrekening).
de verontreinigingsheffing en de eventuele wegenheffing (laatste bij 4
Ik neem aan dat het ook zo bedoeld is.(P&M)
waterschappen). De watersysteemheffing is opgebouwd uit heffing ingezetenen, heffing gebouwd, heffing natuur en heffing overig ongebouwd.
Functioneel beheer
Bij een aantal programma’s wordt dezelfde
Verzorgen en uitvoeren zijn in dit geval synoniemen van elkaar. Het
formulering gebruikt voor het functioneel
echte operationele deel van functioneel beheer zit bij de
beheer:
waterschappen, vandaar we daar de naam "uitvoeren" gebruikt
“HWH verzorgt het functioneel beheer van …”
hebben, omdat dat meer "operationeel" klinkt. Maar eigenlijk zijn het
“Het waterschap voert een deel van het
twee termen die in dit geval hetzelfde betekenen.
functioneel beheer uit.” Het is onvoldoende duidelijk wat hier moet worden verstaan onder “verzorgen” danwel “uitvoeren” van functioneel beheer en hoe
20
zich dat onderling verhoudt (o.a. bij C.1, C.5, C.6, C.7, C.8 en C.11). (Waterschap Zuiderzeeland) C1 IRIS 1 A sub i
IRIS RIOKEN. Het is beter om hier te spreken
Eens; overgenomen
van een kernregistratie i.p.v. basisregistratie. Rioken heeft geen formele, wettelijke status als basisregistratie. (Zuiderzeeland) 3B, sub c.
1. Het waterschap is verantwoordelijk voor
Het kan zijn dat Waterschappen over een eigen test- en of acceptie
de P omgeving. De externe leverancier is
omgeving beschikken om de implementatie van de nieuwe IRIS versie
dat voor O, T en A, hoe wordt die
op de eigen productieomgeving nog te kunnen testen. De O T en A-
verantwoordelijkheid dan ingevuld? Elk
omgeving die de externe leverancier beheert, wordt gebruikt voor de
waterschap dient zelf een T en A te
ontwikkeling en test van de IRIS-software en de centrale
onderhouden voor zover ik weet.
acceptatietest door HWH.
(Rijnland) 2. Het waterschap is verantwoordelijk voor de P-omgeving (van de OTAPomgevingen). Waarom alleen de productieomgeving? WVE heeft ook een testomgeving? (WVE) 4.
De externe leverancier voert het
De A staat voor de gezamenlijke acceptatie en testomgeving. De O en
applicatiebeheer uit. De externe leverancier
de T staan voor de ontwikkel- en testomgeving die alleen de
voert een deel van het technisch beheer uit,
leverancier gebruikt. De P staat voor de productieomgeving bij de ws-
nl. het beheer over de OTA-omgevingen van
en, dus geen externe hosting van de P-omgeving.
OTAP. Hebben we het hier over een gezamenlijke test- en acceptatieomgeving? (WVE) 5d.
In afwijking van artikel 2, lid 2 van AIII en
Dit betekent dat zolang men nog één IRIS-module afneemt, IRIS
met inachtneming van de opzegtermijn van
Beheer niet kan worden opgezegd.
c., kan IRIS BEHEER slechts worden opgezegd indien het waterschap met ingang
De reden dat dit zo geregeld is, is omdat vanuit IRIS Beheer de met
van 1 januari van het volgende jaar geen
de leveranciers contractueel vastgelegde vaste beheer en
21
6.
IRIS-modules van HWH zal afnemen.
onderhoudskosten voor de informatievoorziening IRIS als geheel
Wat betekent dit? (WVE)
worden bekostigd en niet worden omgeslagen naar de modules.
Tot op heden werden kosten voor IRIS
Dit wordt in 6, sub a zo geregeld. Dit is een vastlegging van de
modules verrekend op basis van het aantal
bestaande situatie (zoals deze al sinds jaar en dag bestaat).
per 1 januari deelnemende waterschappen. Dat zie ik niet terug in de overeenkomst. Is daar een nieuwe methode voor ontwikkeld? (HDSR) 6 sub e.
Indien het waterschap een nieuwe IRIS-
Dit bedrag wordt toegevoegd aan het wijzigingsbudget van de
module van HWH afneemt, dan wordt het
desbetreffende module en aan het beheerbudget.
waterschap eenmalig een vast instapbedrag in rekening gebracht. Wat betekent dit voor de overige deelnemende waterschappen? (WVE) 7.
1. Is er ten aanzien van het intellectueel
Ad 1 en 2
eigendom een verschil met het verleden?
Uitgangspunt is dat in de DNO de bestaande situatie wordt vastgelegd,
De gedachte was altijd juist dat de
dus er is geen verschil met het verleden. De bestaande situatie luidt
waterschappen IRIS in eigen beheer
als volgt:
hadden en er dus mee konden doen of laten wat zij wilden. (HDSR)
De intellectuele eigendom van zowel het computerprogramma (code) als het datamodel van IRIS berust bij de Stichting Het
2. Hoe was tot op heden het intellectueel
Waterschapshuis. De basis voor IRIS is ontwikkeld in opdracht van de
eigendom van IRIS geregeld? Lag dit al
Stichting INTWIS in 1999 door het zogenaamde INTWIS Consortium,
bij HWH sinds de liquidatie van de
bestaande uit ESRI, Tauw en WL/Delft Hydraulics. Het INTWIS
Stichting INTWIS? (HDSR)
Consortium heeft alle intellectuele eigendomsrechten die bij de ontwikkeling van IRIS ontstaan al bij voorbaat overgedragen aan de
3. Ten aanzien van de concept –DNO zijn
Stichting INTWIS. Deze rechten zijn in 2007 bij overeenkomst door de
wij van mening dat wij met betrekking tot
Stichting INTWIS overgedragen aan Het Waterschapshuis. De omvang
IRIS eigendom hebben en na een
van de levering is bij deze overeenkomst precies beschreven en
eventuele beëindiging van de
betreft alle onderdelen van IRIS. Tevens is er na 2006 door ontwikkeld
onderhouds/gebruiksovereenkomst met
aan IRIS door verschillende partijen na een aanbesteding voor zowel
Het Waterschapshuis het datamodel en
de nieuwbouw als het beheer en onderhoud aan IRIS. In de contracten
22
de op dat moment uitgeleverde versies
die tussen partijen zijn gesloten, zijn alle intellectuele
van de IRIS modules verder kunnen
eigendomsrechten die bij de ontwikkeling en het beheer en onderhoud
gebruiken. Dit op basis van het feit dat
zouden ontstaan ook weer overgedragen aan Het Waterschapshuis.
wij de twee IRIS modules die wij
Ten slotte draagt ook IBM alle intellectuele eigendomsrechten over die
gebruiken, IRIS BASIS en IRIS WATIS in
ontstaan in het kader van de uitvoering van de overeenkomst over aan
2008 aangekocht hebben. (Roer en
Het Waterschapshuis.
Overmaas)
Dat de intellectuele eigendom op deze manier bij HWH is belegd, vloeide voort uit het volgende gedachtengoed: HWH is er voor en door de waterschappen en is voor de waterschappen het venster op de markt. Door de intellectuele eigendom in één hand te houden, zullen de waterschappen eerder gezamenlijk optrekken. Doordat HWH de intellectuele eigendom heeft, is het immers mogelijk de markt op een eenduidige manier te benaderen en daarin een machtsblok te vormen. Indien de eigendom bij de individuele waterschappen ligt, dan zal de markt de waterschappen individueel benaderen, wat veelal tot een ongunstiger resultaat voor de gezamenlijke waterschappen zal leiden. Dit is onlangs met Oracle bijna gebeurd. Doordat de (in dit geval) licenties bij HWH liggen, was het echter mogelijk de namens de waterschappen opgebouwde positie te handhaven. Dat de intellectuele eigendom bij HWH is belegd was tevens een voorzetting van de regeling met de Stichting Intwis. Ad 3 Zie voor de intellectuele eigendom hiervoor onder punt 1 en bij AIII artikel 7, lid 7 (Intellectuele eigendom; hoe geregeld?). Zie ook bij AIII artikel 7, lid 7. De ‘aankoop’ van de door u genoemde modules betreft het instapbedrag uit 6 sub e. Zie hiervoor bij 6 sub e. Er heeft in dat kader geen overdracht van intellectuele eigendom aan Roer en Overmaas plaatsgevonden. Zie ook AIII artikel 7, lid 7; ‘intellectuele eigendom ligt bij de waterschappen’ waarbij wordt beschreven dat overdracht van intellectuele eigendom bij akte dient te geschieden.
23
7, tweede bullet
1. Het is niet duidelijk tot hoever zich de
Met ‘doorontwikkelen’ wordt hier uitsluitend op de broncode van de
opmerking over doorontwikkeling strekt:
IRIS-programmatuur en het IRIS-datamodel gedoeld. Omdat de
Als een waterschap IRIS gebruikt en daar
intellectuele eigendom van deze programmatuur bij HWH ligt, mag een
voor zichzelf aanvullende functionaliteit
waterschap dat hiervoor een gebruiksrecht heeft, (met uitzondering
ontwikkelt lijkt mij dat er geen belang is
van de in artikel 45m lid 1 beschreven handelingen in het kader van
dat daar tegen is. Sterker nog: een goed
de interoperabiliteit en volgens de in dit artikel aangegeven
werkende oplossing kan wellicht worden
voorwaarden) heeft deze broncode niet vertalen. Ook mag een
overgedragen. Het betreffende
waterschap het unieke, oorspronkelijk en creatieve gedachtengoed dat
waterschap moet zich er wel van bewust
aan het IRIS-datamodel ten grondslag ligt, niet kopiëren.
zijn dat met de betreffende functionaliteit geen rekening gehouden kan worden bij
Een waterschap kan dus wel voor zichzelf aanvullende functionaliteiten
de ontwikkeling van IRIS. (HDSR)
ontwikkelen, zolang aan het voorgaande is voldaan, m.a.w. zolang er geen inbreuk wordt gemaakt op het intellectuele eigendomsrecht van
2. Waterschappen mogen niet doorontwikkelen op IRIS modules. Hoe is
HWH. Dit betekent dat het waterschap zelf iets nieuws en oorspronkelijks zal moeten ontwikkelen.
‘doorontwikkelen’ gedefinieerd? Volgens mij gebeurt dit wel, alleen al om
Wij verwijzen ook naar hetgeen wij in de Reactienota bij AIII artikel 7,
problemen op te lossen. (Rijnland)
lid 7; visie op allocatie intellectuele eigendom hebben opgemerkt. Zoals hierboven aangegeven ligt de intellectuele eigendom bij HWH. Gezien de discussie en de gevoeligheden zal HWH na de transitie een visie ontwikkelen over de vraag bij wie met het oog op een goede belangenbehartiging door HWH van de belangen van alle waterschappen gezamenlijk, de intellectuele eigendom van de programmatuur het beste kan berusten. Op dit moment wordt bijvoorbeeld ook gedacht aan een open-sourceconstructie binnen de waterschappen. Dit betekent dat producten die de waterschappen ontwikkelen vrij aan elkaar beschikbaar gesteld worden. Op deze manier kunnen regionale ontwikkelingen gedeeld en verspreid worden.
8.
Functies en tabellen mogen niet meer
Een IRIS module contract geeft recht op het gebruik van de
gebruikt worden na uitstappen uit een
functionaliteit en de tabellen van de module. De afname van één
module, hoe wordt dit afgedwongen, houdt
module leidt tot de levering van alle IRIS modules. Indien een
24
deze regel ook rekening met de vervlechting
waterschap een modulecontract niet bezit of opgezegd heeft, wordt er
van de data en meervoudig gebruik van
vanuit gegaan dat de bij de module behorende functies en tabellen
database tabellen? Mag de reeds ingevoerde
niet meer gebruikt/gevuld worden.
data wel gebruikt worden? (Rijnland)
De ingevoerde data mogen uiteraard worden gebruikt omdat deze eigendom van het waterschap zijn. De tabellen bij de opzegde modules mogen echter geen data meer bevatten. De moduleoverstijgende tabellen behoren niet bij een specifieke module maar vallen onder IRIS Basis. Zolang het waterschap IRIS Basis afneemt mogen deze tabellen worden gebruikt. Tot nu toe werd dit niet afgedwongen omdat één en ander op basis van vertrouwen gebeurde en de waterschappen dit ook naleefden .
C2 Vangstregistratie 2A
De taakverdeling tussen HWH, TMB en de
TMB is de opdrachtgever voor het beheer en onderhoud van het
waterschappen met betrekking tot het
programma vangstregistratie. HWH is de uitvoerder van het
functioneel beheer van de Vangstregistratie
programma en coördineert het functioneel beheer van het
wordt hier niet helder omschreven en vraagt
programma. Een externe leverancier voert zowel het applicatiebeheer
om een toelichting. (Waterschap
als het technisch beheer uit. Het uitvoerend functioneel beheer vindt
Zuiderzeeland)
plaats door een medewerker van een waterschap onder verantwoordelijkheid van TMB. De waterschappen voeren een deel van het functioneel beheer uit. Zie hieromtrent verder de artikelsgewijze toelichting bij de DNO.
3
Externe leverancier beheert de OTAP
De relatie tussen een waterschap en HWH benadert het beste de SaaS
omgeving, is het een SaaS constructie?
constructie. Het waterschap neemt de dienst (service) af van HWH
(Hoogheemraadschap Van Rijnland)
maar HWH laat de technische uitwerking aan een externe leverancier over d.w.z. technisch beheer, applicatiebeheer en hosting. Er is geen directe relatie tussen die leverancier en het waterschap.
5
De vangstregistratie van muskusratten is
In 2012 is de kostenverdeelsleutel 45/55% toegepast. Deze
sinds 1 januari 2013 ondergebracht in een
kostenverdeelsleutel staat in de deelnameovereenkomst. Om de
aantal samenwerkingsverbanden op gemene
kostenverrekening te veranderen moet eerst een nieuw besluit worden
rekening.
genomen op basis van een advies dat door de Technische commissie muskusrattenbestrijding van de Unie van Waterschappen wordt
25
Dit werpt de vraag op of het
uitgebracht.
kostenverrekeningsmodel voor dit product wel goed bruikbaar is. (De Stichtse Rijnlanden)
C3 OLO Water Geen opmerkingen C4 Digitale Aangifte Bedrijven Algemeen – gebruik
De vraag is hoe deze overeenkomst zich
Om het mogelijk te maken dat het programma kan worden gebruikt
van het programma
verhoudt tot de activiteiten die bij een
door een belastingkantoor of een samenwerkingsverband op
door de
samenwerkingsverband voor heffing en
belastinggebied, zal deel C4 onder 6: 'intellectuele eigendom' worden
samenwerkende
inning van belastingen plaatsvindt (voorbeeld
aangepast door aan te geven dat belastingkantoren c.q.
belastingorganisatie
BSOB). Uit navraag blijkt dat de module ook
samenwerkingsverbanden op belastinggebied het programma mogen
moet kunnen en mogen worden gebruikt door
gebruiken ten behoeve van het waterschap waarvoor zij
de samenwerkende belastingorganisatie die
werkzaamheden verrichten zolang het waterschap het recht tot
in een aparte juridische entiteit is
gebruik heeft van het programma en onder dezelfde voorwaarden als
ondergebracht. Een dergelijke bepaling
het waterschap.
ontbreekt in overeenkomst C4. (Waterschap De Dommel) Algemeen –
Deze overeenkomst zal ondertekend moeten
Zie ook reactie bij C4 algemeen hierboven. De DNO is een
ondertekening
worden door GBLT. (Waterschap Vallei & Eem
overeenkomst die wordt gesloten tussen HWH en het waterschap.
overeenkomst door
en Waterschap Veluwe)
Belastingkantoren c.q. samenwerkingsverbanden op belastinggebied
GBLT
mogen het programma gebruiken ten behoeve van de waterschappen waarvoor zij werkzaamheden verrichten zolang het waterschap het recht tot gebruik heeft van het programma en onder dezelfde voorwaarden als het waterschap.
6
Als ik de aangifte zelf bekijk staat onderaan
De software is oorspronkelijk ontwikkeld door 11 waterschappen (IBS
“intellectueel eigendom Bakerware B.V.”. In
groep). Daarna hebben andere waterschappen zich aangesloten en in
de overeenkomst staat echter HWH?
2007 is de software in “onderling” overleg overgedragen aan HWH.
(Waterschap Noorderzijlvest)
Hierbij heeft HWH ook de intellectuele eigendom gekregen. Bakerware B.V. voert het applicatiebeheer en het technisch beheer uit. Bakerware
26
B.V. heeft toegezegd de zinsnede te zullen verwijderen. C5 WION Portaal 3b
Er zijn contracten tussen het deelnemend
Ja, de leverancier brengt in dergelijke gevallen separaat kosten in
waterschap en de externe leverancier.
rekening bij het betreffende waterschap.
Worden die separaat gefactureerd door die leverancier? (Hoogheemraadschap Van Rijnland) C6 Geovoorziening Geen opmerkingen C7 CMS/WaterschapsNet 2 B, sub d
Het waterschap is verantwoordelijk voor de
HWH heeft n.a.v. deze opmerking navraag gedaan bij de leverancier.
P-omgeving (productie) van OTAP indien het
Deze leverancier heeft aangegeven dat de volgende waterschappen
waterschap intranet afneemt.
lokaal intranet hebben: Waterschap Aa en Maas, Hoogheemraadschap
Waterschap Vallei en Veluwe heeft ook het
Hollands Noorderkwartier, Waterschap Peel en Maasvallei, Waterschap
Intranet extern gehost, dus dit klopt niet!
Reest en Wieden, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,
(Waterschap Vallei & Eem en Waterschap
Waterschap Regge en Dinkel, Hoogheemraadschap van Schieland en
Veluwe)
de Krimpenerwaard, Waterschap De Dommel en Hoogheemraadschap Van Rijnland. C7 zal worden aangepast conform deze informatie.
C8 Publicatie Producten en diensten binnen CMS/WaterschapsNet 3c
Er zijn contracten tussen het deelnemend
Het huidige programma Publicatie Producten en Diensten is onderdeel
waterschap en de externe leverancier.
van de bestaande voorziening voor het beheer van de
Worden die separaat gefactureerd door die
waterschapswebsites: CMS/ WaterschapsNet. Voor deze voorziening
leverancier? (Hoogheemraadschap Van
bestaan er overeenkomsten tussen HWH en de waterschappen en
Rijnland)
mogelijk tussen de waterschappen en de leverancier. Deze laatste hebben dan geen relatie met HWH. Publicatie Producten en Diensten is echter onderdeel van het generieke deel van CMS/ WaterschapsNet en wordt volledig via de overeenkomst tussen HWH en de leverancier beheerd en gefinancierd. Vanaf oktober 2013 (beëindiging bestaande gezamenlijke CMS voorziening WaterschapsNet) is er geen gezamenlijke voorziening voor de publicatie van producten en diensten voorzien.
27
C9 Publicatie regelgeving landelijke voorziening CVDR 3
KOOP levert CVDR aan het waterschap, klopt
Er zijn geen contracten afgesloten wat betreft het CVDR. Gebruik
dat, zijn er contracten tussen het
maken van de CVDR is een wettelijke verplichting en KOOP is wettelijk
deelnemend waterschap en KOOP? Worden
verplicht de voorziening aan alle overheden te leveren. Er is
die separaat gefactureerd door die
structurele financiering, waar de waterschappen op dit moment geen
leverancier? (Hoogheemraadschap Van
bijdrage aan leveren. Er volgt dus geen factuur vanuit de leverancier.
Rijnland) C10 INSPIRE Geen opmerkingen C11 Architectuur en Standaarden 2 B, sub b
Voert dit waterschap FB op WILMA?
De referentiearchitectuur WILMA is van de waterschappen. De
(Hoogheemraadschap Van Rijnland)
waterschappen dragen bij aan de ontwikkeling van de WILMA door hun eigen inbreng te leveren. Met de waterschappen is afgesproken om de WILMA-wiki, de web-omgeving waarin de WILMA wordt gepubliceerd, open te stellen voor de waterschappen zodat zij hun eigen architectuurproducten en zienswijzen aan de WILMA toe kunnen voegen. Architectuurkennis en -ervaring delen HWH en de waterschappen in de CoPWA, de Community of Practice Waterschaps Architecten. Vanuit de CoPWA wordt een redactieraad gevormd voor het beheer van de WILMA en worden er voorstellen gedaan voor de wijziging en doorontwikkeling van de WILMA. HWH en de waterschappen voeren daarmee dus samen het functioneel beheer over de inhoud van de WILMA.
4
Het programma is een zogenaamd
Er is geen gewenst volwassenheidsniveau voor de waterschappen
stimuleringsprogramma dat met wederzijds
vastgesteld door de vaste commissie A&S. HWH zal het onderwerp
goedvinden kan worden beëindigd zodra de
agenderen voor de eerste vergadering van de commissie in 2013
waterschappen het gewenste
waarin het jaarprogramma van A&S zal worden besproken. Het
volwassenheidsniveau voor het werken met
ontwikkelingsniveau en het belang dat aan architectuur wordt gehecht
en onder architectuur hebben bereikt.
verschilt nogal per organisatie maar wellicht is het mogelijk een
Is dit gewenste volwassenheidsniveau
gezamenlijke baseline af te spreken, een minimumniveau van
beschreven en gezamenlijk vastgesteld? Dit
gewenste volwassenheid.
is heel erg globaal. (Waterschap Vallei & Eem
HWH heeft voor het bepalen van de interne ambitie eind 2009 gebruik
en Waterschap Veluwe)
gemaakt van DYAgnose, een gestandaardiseerd instrument van Sogeti 28
om de volwassenheid van de architectuurfunctie in een organisatie te meten. Meestal wordt de DYAgnose uitgevoerd a.d.h.v. een aantal interviews, en wordt het resultaat teruggekoppeld i.c.m. een aantal verbetervoorstellen. HWH heeft de DYAgnose intern gedaan en de toets gebruikt om te kijken of HWH en de waterschappen met architectuur op de goede weg zitten en de juiste dingen doen. DYAgnose kende toentertijd een 13 puntsschaal. HWH heeft haar focus gericht op het schaal 3 niveau: werken aan bewustwording, het architectuurproces inrichten en introduceren in de organisatie en het in beheer nemen en publiceren van architectuurproducten plus de introductie van de PSA (de Project Start Architectuur) als instrument om richting te geven aan projecten en deze te ondersteunen. De meeste organisaties die onder architectuur willen gaan werken streven naar dit eerste basisniveau om vandaaruit, naar behoefte, door te groeien naar een hoger volwassenheidsniveau. C12 Informatiehuis Water Algemeen – IHW is
Het programmaplan Informatiehuis Water is
In deel AI p. 4 onder 3 Afbakening staat dat in deze DNO de
vreemde eend in de
een vreemde eend in de bijt tussen de
dienstverlening wordt vastgelegd met betrekking tot bestaande
bijt + wat zijn de
andere deelnameovereenkomsten. Hoort
programma’s zoals vermeld in de begroting 2013, met inachtneming
gevolgen voor
deze wel thuis in dit rijtje? Is hier sprake van
van de wijzigingen welke voortvloeien uit opzeggingen en
kostentoedeling/
een opdracht voor derden (geen deelnemer in
aanmeldingen tot 1-10-2012 en de tussentijdse begrotingswijzigingen
BTW/inbesteding?
de stichting/GR) en wat zijn de gevolgen voor
van 2012. Van deze begroting wordt alleen de dienstverlening zoals
kostentoedeling/ Btw/ inbesteding?”
vermeld in de begrotingsprogramma’s 1 en 4 vastgelegd. IHW valt in
(Waterschap Aa en Maas)
de begroting onder begrotingsprogramma 1 en wordt daarom in deze DNO vastgelegd. IHW wordt ook betrokken in de nieuwe begrotingssystematiek. T.a.v. het vraagstuk inzake inbesteding is advies gevraagd aan Loyens & Loeff. Het eindrapport is in een vergevorderd stadium. Hoofdlijn is dat de problematiek op basis van jurisprudentie oplosbaar is. Wat betreft de BTW vrijstelling heeft de belastingdienst op 28 augustus jl. in algemene zin aangegeven dat HWH als verlengstuk van
29
de waterschappen kan worden gezien. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de koepelvrijstelling. Op grond van deze twee uitgangspunten is sprake van BTW vrijstelling. De belastingdienst heeft zich, hoewel daarom verzocht was, niet expliciet uitgesproken over IHW. Onze belastingadviseur heeft gemotiveerd dat IHW conform de algemene vrijstelling behandeld kan worden. Wij hebben richting de belastinginspecteur op 18 oktober jl. om een expliciete bevestiging gevraagd. Hierop is nog geen reactie ontvangen. Algemeen – advies
Geadviseerd wordt om in overeenkomst C12
In de DNO AIII, artikel 3 lid 3 is een bepaling toegevoegd waarin staat
opnemen bepaling
een bepaling te laten opnemen dat HWH
dat HWH bij eventuele deelname aan een programma door een niet-
HWH is
verantwoordelijk is voor het bewaken van de
waterschap toetst of wordt voldaan aan de vereisten die gelden voor
verantwoordelijk voor
grens van 10% werk voor derden die fiscaal
de aanbestedingsvrijstelling op grond van quasi-inbesteding en de
bewaken grens 10%
en inbesteding technisch van belang is.
BTW-vrijstelling en de deelnemende waterschappen hiervan op de
werk voor derden
(Waterschap De Dommel)
hoogte stelt.
Algemeen –
De waterschappen hebben geen directe
Het is correct dat niet dezelfde structuur wordt gehanteerd die
waterschappen hebben
invloed op de uitvoering van dit programma
gebruikelijk is bij HWH (geen BC’s of WAC’s). Dit komt doordat IHW
geen directe invloed
door HWH, anders dan via de begroting. Er
voor de gehele watersector zaken regelt, niet alleen voor de
bestaat geen begeleidingscommissie, WAC of
waterschappen. Er vindt continu verbinding plaats tussen IHW en de
GO. Evenmin is er voorzien in een
waterschappen, onder meer:
verplichting om verantwoording af te leggen
-
binnen de watersector (door programmabureau IHW) vindt
over de inspanningen die namens de
steeds afstemming plaats met de waterbeheerders (dus ook
waterschappen geleverd worden.
met de waterschappen);
(Waterschap Zuiderzeeland)
-
begin 2012 is het aquo-gebruikersoverleg in het leven geroepen. Hieraan nemen ook waterschappen deel;
-
er wordt nog gezocht naar een optimale vorm om gebruikers te betrekken bij de applicaties die door IHW worden beheerd. In de KRW (Kader Richtlijn Water)-overlegkolom is IHW voldoende vertegenwoordigd en zijn ook waterschappen vertegenwoordigd. Ook wordt bij een traject als waterkwaliteitsportaal en de Aquo-kit gebruik gemaakt van gebruikersgroepen/klankbordgroepen. Wellicht dat het beheer ook bij een partij als HWH komt te liggen, maar dan moet
30
HWH wel de scope verbreden en BC’s en WAC’s uitbreiden met medewerkers van Rijkswaterstaat en provinciemedewerkers; -
in berap HWH is IHW als volwaardig programma meegenomen;
-
in het cluster MRE (monitoring, rapportage en evaluatie) wordt jaarlijks een werkprogramma voor advies voorgelegd. Ook wordt tweejaarlijks gerapporteerd over de voortgang IHW. In het cluster MRE zijn ook de waterschappen vertegenwoordigd.
C13 Geldstromen derden, kassiersfunctie Algemeen – is hier
In hoeverre is hier sprake van een
Het betreft hier dienstverlening aan de waterschappen op verzoek van
sprake van een
overeenkomst tussen HWH en een individueel
de Unie van Waterschappen en op voorwaarde van een akkoord van
overeenkomst tussen
waterschap? Is het geen dienstverlening aan
het stichtingsbestuur van HWH. Het gaat doorgaans om verplichte
HWH en een individueel
de UvW? Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een
wettelijke bijdragen. HWH heeft geen inhoudelijke regie- en/of
waterschap
waterschap deelname aan dit programma
uitvoeringstaken m.b.t. de bijdragen die zijn opgenomen in de
beëindigt? (Waterschap Noorderzijlvest)
kassiersfunctie en de onderdelen van de kassiersfunctie. Eventuele mutaties dienen door de waterschappen aan de Unie van Waterschappen te worden voorgelegd.
Algemeen – in gebreke
Het waterschap betaalt een factuur aan HWH
HWH heeft als taak het tijdig voldoen van de facturen die zij ontvangt
blijven betaling HWH
die weer doorbetaalt aan ‘de derde partij’.
ten behoeve van de onderwerpen binnen de kassiersfunctie. Indien
naar derde partij
Het waterschap is zelf verantwoordelijk voor
HWH de facturen niet tijdig voldoet en dit HWH aantoonbaar te
nakomen van betalingstermijnen en andere
verwijten valt dan kan HWH schadeplichtig worden gesteld.
financiële verplichtingen. Wat is de procedure als HWH in gebreke blijft naar derde partij hetgeen het waterschap incassokosten en procedures kan opleveren. (Hoogheemraadschap Van Rijnland) 4 HWH brengt in de
In de huidige situatie? Wat betekent dit
In de DNO wordt de bestaande situatie vastgelegd. Rechten en
huidige situatie geen
concreet voor de waterschappen? Op het
plichten van partijen wijzigen niet. Bij het overgaan van stichting naar
kosten in rekening voor
moment dat de stichting overgaat naar GR is
GR verandert er niets aan de bepaling dat HWH geen kosten in
het vervullen van de
de huidige situatie al voorbij. (Waterschap
rekening brengt bij de waterschappen voor het vervullen van de
kassiersfunctie
kassiersfunctie. Eventuele wijzigingen hieromtrent kunnen enkel
31
Velt en Vecht)
plaatsvinden op basis van een bestuursbesluit.
Als een waterschap uit een programma stapt
Omdat dit artikel de opzegbaarheid regelt, slaat het ‘anders regelen’
worden de kosten verdeeld over de overige
bijvoorbeeld op de mogelijkheid dat de waterschappen en HWH
deelnemers, in de toekomst wordt dat anders
overeenkomen dat een programma gedurende een bepaalde periode
geregeld. Hoe dan? Wordt er iets uit een
niet opzegbaar is. Uw vraag betreft de financiële en inhoudelijke
ander potje bijgelegd? Worden de uitgaven
consequenties van de opzegging van één waterschap voor de
aan zo’n programma – en daarmee de
overblijvende waterschappen. Per programma is en zal verschillend
ambities – verlaagd?”
zijn wat de consequenties (moeten) zijn. Dit wordt en zal in
Toelichting Artikel 2, lid 2 van AIII
samenspraak met de waterschappen worden bepaald. Een algemene regel valt hier niet voor te geven. Zie hierboven ook het opgemerkte bij Artikel 2, lid 3(voorstel m.b.t. procedure).
32