Ingezonden
Reactie op de column ‘Roken?’ Matthijs Blankers
Sinds een jaar of twaalf hebben verslaving en verslavingszorg in toenemende mate mijn interesse. Regelmatig komen mij daarbij boeken, rapporten of andere bijdragen van Jaap van der Stel onder ogen. Die lees ik altijd met veel interesse, vanwege de thema’s waar hij zijn licht over laat schijnen, de nuance die hij in de door hem verwoorde opvattingen weet aan te brengen en de kennis van zaken die steevast in zijn teksten doorschemert. Ook met het thema ‘roken in de verslavingszorg’ vestigt hij in zijn recente column (zie nummer 2015/1) de aandacht op een ronduit merkwaardige status quo in onze sector, namelijk een waarin de meest dodelijke van alle verslavingen het minste aandacht krijgt. Afgaand op recent Australisch onderzoek, kan immers tot wel twee derde van de sterfte onder rokers worden toegeschreven aan rookverslaving (Banks et al. 2015). In welke andere medische discipline is het denkbaar dat een zo dodelijke aandoening onbehandeld blijft? Merkwaardig aan de column van Jaap van der Stel vind ik echter wel, dat hij een recente overzichtsrapportage van het Trimbos-instituut met een specifieke focus op alcohol en drugs aangrijpt als ‘bewijs’ dat ook het Trimbos-instituut aan het thema roken in de verslavingszorg onvoldoende aandacht besteedt. Dat doet geen recht aan de reeks onderzoeken, rapporten, factsheets en publicaties over roken en tabaksontmoediging die het Trimbos-instituut vanuit het Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging in de afgelopen twee jaar heeft gepubliceerd (voor een overzicht zie www.rokeninfo.nl). Ik wil hier een bijzonder project uitlichten, dat zich juist richt op een heel moeilijke en vaak vergeten groep: rokers in de ggz en verslavingszorg. Het Trimbosinstituut heeft het afgelopen jaar, in opdracht van het Ministerie van VWS, gewerkt aan een onderzoek naar roken en rookbeleid in (onder meer) de verslavingszorg. Hiervoor is van 64 ggz-instellingen, verslavingszorginstellingen en RIBW’s het rookbeleid geïnventariseerd, zijn werkbezoeken gebracht aan instellingen, interDr. M. Blankers () Trimbos-instituut, Utrecht, Nederland e-mail:
[email protected] 130
Verslaving (2015) 11:130–131, DOI: 10.1007/s12501-015-0010-5 © Bohn Stafleu van Loghum 2015 Published online: 9 June 2015
Verslaving (2015) 11:130–131
131
views gehouden met medewerkers over hun ervaringen rond (stoppen met) roken door cliënten en is landelijk een vragenlijst uitgezet, waaraan in totaal ruim twaalfhonderd medewerkers uit de sector hebben deelgenomen. Momenteel delen we de eerste onderzoeksresultaten met de sector via nationale en internationale congressen, en denken we met sleutelpersonen na over welke concrete vervolgstappen we het beste kunnen zetten om de tabaksontmoediging in de ggz (inclusief verslavingszorg) naar een hoger plan te tillen. Tijdens het door ons georganiseerde symposium ‘Roken in de ggz: samen roken of samen stoppen?’ op 18 juni 2015 wordt het eindrapport overhandigd aan VWS. Afgaand op de inhoud van zijn column, vermoed ik dat Van der Stel zeer geïnteresseerd zal zijn in de uitkomsten en aanbevelingen. Graag zou ik ook met hem van gedachten wisselen over welke vervolgstappen het meest kansrijk zijn om het stoppen met roken ook in de verslavingszorg de aandacht te geven die het verdient. Vandaar dat ik Van der Stel van harte wil uitnodigen dit symposium van het Trimbos-instituut bij te wonen.
Literatuur Banks, E., Joshy, G., Weber, M.F., Liu, B., Grenfell, R., Egger, S., Paige, E., Lopez, A.D., Sitas, F., & Beral, V. (2015). Tobacco smoking and all-cause mortality in a large Australian cohort study: findings from a mature epidemic with current low smoking prevalence. BMC Medicine, 13, 281.
Dr. M. Blankers, is wetenschappelijk medewerker en projectleider ‘Rookbeleid in de ggz’ bij het Trimbos-instituut te Utrecht.
Column
Roken? Jaap C. van der Stel
To smoke? Als er iets is dat we van ervaringsdeskundigen in de verslavingszorg, zowel cliënten als werkers, kunnen leren, is het wel dat het niet makkelijk is om te stoppen met roken. Nicotine is een verslavende stof en het roken, als gewoonte, is voor velen moeilijk opzij te zetten. De gezondheidsschade is enorm, vooral als je dat bekijkt op wereldschaal. En wat niet onbelangrijk is: je kunt er niet alleen vroegtijdig dood aan gaan, maar het belemmert ook de effectiviteit van de psychische gezondheidszorg (zoals de verslavingszorg). Recentelijk schreef het Trimbos-instituut een overzichtsrapport over prevalentie, zorgaanbod, effectiviteit en trends in de verslavingszorg, omdat voor de zoveelste keer de sector extern onder de loep werd genomen. De auteurs verontschuldigden zich dat ze maar een ‘beperkt budget’ hadden en ‘in relatief korte tijd’ hun tekst moesten maken. Dat hoeft niemand er echter van te weerhouden goed na te denken en op te schrijven hoe de feiten liggen – zonder verhullend taalgebruik. Het Trimbos-instituut etiketteerde roken echter als een ‘leefstijlfactor’ en besteedde er verder geen aandacht aan; dus geen woord over de ernstige tekortkoming, zo men wil het schandaal dat de verslavingszorg (en de psychische zorg) dit thema goeddeels links laat liggen. Het Trimbos-instituut moet beter werk leveren. Wetenschappelijk gezien is er alles voor te zeggen dit anders te benaderen. Oncologen en longartsen (zoals Wanda de Kanter) weten wel beter en doen verwoede pogingen – tegen de stroom in, en in hun vrije tijd – de overheid op andere gedachten te brengen. Bij een rokende minister is dat niet makkelijk. Maar dan zou het hen wel steunen als bijvoorbeeld hun directe collega’s - de verslavingsartsen - zich en bloc achter hun acties schaarden. Het tegendeel is nu het geval. Roken wordt niet opgevat als een kernprobleem van veel mensen met een psychische aandoening en/ of zij die verslaafd zijn aan alcohol of drugs. Dr. J. C. van der Stel () Leiden, Nederland E-mail:
[email protected] Verslaving (2015) 11:17–19, DOI: 10.1007/s12501-015-0008-z © Bohn Stafleu van Loghum 2015 Published online: 24 February 2015
17
18
Verslaving (2015) 11:17–19
Dat de huidige financieringsregelingen het niet stimuleren om programma’s voor ‘stoppen met roken’ aan te bieden of daar anderszins gericht beleid op te ontwikkelen, is mij niet ontgaan. Sinds het eind van de negentiende eeuw roken we sigaretten (naast pijp en sigaar) en dat dat schadelijk is, en alles van doen heeft met verslaving, is genoegzaam bekend. Maar noem mij het stuk waarin de sector zich heeft uitgelaten over de schadelijkheid van het roken en hardop heeft nagedacht over haar taak en mogelijkheden. Oogkleppen ophouden is de regel, en de patiënten zijn daar niet beter van geworden. Er is goed onderzoek gedaan naar de samenhang tussen stoppen met roken en het succes van alcoholhulpverlening. Nog even los van de vraag hoe je aandacht vraagt voor het roken bij aangemelde cliënten, is het bewezen dat het succes van alcoholhulpverlening afhankelijk is van de mate waarin het cliënten lukt ook iets aan hun rookgewoonten te veranderen (zie o.a. Walitzer et al. 2015). En daarbij komt dat het herstel van neurocognitieve functies, na een succesvolle alcoholbehandeling, niet goed van de grond komt als ze blijven roken (Durazzo et al. 2014). Hoe dat komt, is een ingewikkeld verhaal. Het heeft ermee te maken dat met de rook talloze giftige stoffen het lichaam binnenkomen, die een reeks schadelijke reacties teweegbrengen. Zo bezien is stoppen met roken een veelbelovende interventie bij alcoholafhankelijkheid. Natuurlijk wil niemand anderen hun ‘pleziertje’ afpakken. Dat is een dooddoener. Maar mensen met een psychische aandoening, of zij die ook aan een ander middel verslaafd zijn, kunnen in beginsel net zo goed stoppen als een ander. En de voordelen daarvan zijn evident: het beïnvloedt in gunstige zin de benodigde dosis van diverse psychofarmaca, het bevordert de gezondheid, mensen houden geld over en (nogmaals) het voorspelt een groter succes van de verslavingszorg. Mogelijk kunnen e-sigaretten hier uitkomst bieden; de eerste experimenten laten zien dat die kunnen helpen om minder te roken (McRobbie et al. 2014). Ik kan er dus niet over uit, als ik werkers in deze sector (buiten) zie staan roken. Dat ze dat eens samen met hun cliënten doen, heeft wel weer wat. Maar toch pleit ik ervoor dat zorgmedewerkers op en om hun werk, zonder dat dat hoeft te worden afgedwongen, zich onthouden van het roken van tabak. Net zoals ze dat doen met alcoholische dranken. Moralistisch? Jazeker, maar wat is erop tegen het goede voorbeeld te geven? Ik stel voor de ambivalente gevoelens opzij te zetten en ons te realiseren dat roken meer is dan een leefstijlfactor. We moeten nu eens een klip-en-klaar standpunt formuleren: ‘We hebben ons vergist’, of: ‘We willen dit rechtzetten en geven steun aan die geneeskundigen die de verslavingszorg nu nog mijlenver voor zijn.’ De vraag of er voor de uitvoering van ander beleid geld beschikbaar is, mag niet verhinderen om de eigen opvattingen uit te dragen en actie te voeren. Desnoods in de vrije tijd.
Literatuur Durazzo, T. C., et al. (2014). Effects of cigarette smoking history on neurocognitive recovery over 8 months of abstinence in alcohol-dependent individuals. Alcoholism, Clinical and Experimental Research, 38, 2816–2825.
Verslaving (2015) 11:17–19
19
McRobbie, H., et al. (2014). Electronic cigarettes for smoking cessation and reduction. Cochrane Database of Systematic Reviews, 12, CD010216. Walitzer, K. S., et al. (2015). Tobacco smoking among male and female alcohol treatment-seekers: clinical complexities, treatment length of stay, and goal achievement. Substance Use and Misuse, 50, 166–173.
Dr. Jaap C. van der Stel is lector ggz bij de Hogeschool Leiden en senior onderzoeker bij VUmc/GGZ inGeest.
Ingezonden
Nawoord Jaap C. van der Stel
Vanaf de oprichting van dit tijdschrift schrijf ik in elk nummer een column. Meer dan veertig in totaal. Nu is het eindelijk gelukt: een reactie uitlokken. En meteen twee! Blijkbaar moet je toch een beetje jennen om dat voor elkaar te krijgen. In mijn column sprak ik een ergernis uit die ik deel met vele verslaafde rokers, waaronder collega’s in de verslavingszorg: hoe kan het dat een evident schadelijke gewoonte die voldoet aan alle criteria van verslaving, zo’n beperkte aandacht krijgt in deze sector? Voor mij was de recente evaluatie van de verslavingszorg, waarvoor het Trimbos-instituut een overzichtsrapport schreef, de spreekwoordelijke druppel. Jawel, de opdrachtgever wil alleen iets horen over verslaving aan alcohol en drugs. Maar je hoeft daar niet braaf in mee te gaan en het probleem te benoemen als een ‘leefstijlfactor’. Je kunt de kans benutten te wijzen op een tekortkoming in de perceptie van het probleem. Vandaar een sneer naar het instituut. Dat er hiernaast allerlei initiatieven lopen, is mij natuurlijk bekend. Wie de literatuur een beetje bijhoudt, weet dat het gebruik van tabak zeer ernstige gevolgen heeft (Beaglehole et al. 2015), zeker voor mensen met een psychische aandoening (zoals verslaving). Laten we samen, in een brede coalitie, streven naar een tabaksvrije wereld in 2040.
Dr. J. C. van der Stel () Haarlem, Nederland e-mail:
[email protected] 138
Verslaving (2015) 11:138–139, DOI: 10.1007/s12501-015-0012-3 © Bohn Stafleu van Loghum 2015 Published online: 27 June 2015
Verslaving (2015) 11:138–139
139
Literatuur Beaglehole, R., Bonita, R., Yach, D., Mackay, J., & Reddy, K.S. (2015). A tobacco-free world: a call to action to phase out the sale of tobacco products by 2040. Lancet, 385, 1011–1018.
Dr. Jaap C. van der Stel is lector ggz bij de Hogeschool Leiden, beleidsadviseur bij BrijderParnassia en senior onderzoeker bij VUmc/GGZ inGeest.