Rapportage woonruimteverhuur 2013 Aan: BOW Van: Werkgroep woningmarkt Datum: 16-7-2014 Jaarlijks leggen de Eindhovense corporaties verantwoording af over de verhuringen en de sociale verkopen conform de afspraken die hierover met de gemeente Eindhoven zijn gemaakt. Deze afspraken zijn gebaseerd op de in 2011 geactualiseerde versie van “Kiezen voor de klant” dat als kader dient voor de woonruimteverhuur in Eindhoven. De rapportage over 2013 kenmerkt zich door een bredere opzet dan voorheen. Nieuw is de toevoeging van de verantwoording over de huisvesting van bijzondere doelgroepen in regio Eindhoven als toelichting op de geregelde verhuur. Daarnaast is gekozen om een totaaloverzicht van alle verhuurprestaties van de Eindhovense corporaties in de regio te presenteren, naast een specificatie van de prestaties in gemeente Eindhoven. De resultaten worden daarmee meer in een context geplaatst en kan de rapportage ook voor verantwoording in andere gemeenten worden gebruikt.
1. Resultaten woonruimteverhuur Regio Eindhoven 2013 Met het oog op het huisvesten van de lagere inkomensgroepen wordt zowel het aantal verhuringen als het aantal verkopen in de sociale sector verantwoord. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar mutaties in de bestaande woningvoorraad en eerste verhuringen en verkopen in de sociale nieuwbouw. De resultaten zijn exclusief de verhuringen van Vestide, het onderdeel van Woonbedrijf dat louter huisvesting biedt aan mensen die verbonden zijn aan de onderwijsinstellingen in Eindhoven, en exclusief de onzelfstandige zorgeenheden van Vitalis. Ook de 29 verhuringen van Wooninc. in Oirschot zijn niet meegeteld. Aantal verhuringen en verkopen De Eindhovense corporaties hebben in de regio in totaal 4187 woningen verhuurd en 451 sociale koopwoningen verkocht (zie tabel p.2). Van de bijna 4200 verhuringen betrof ongeveer 20% nieuwbouw. Uit de woningvoorraad is 12% (439) van de 3769 vrijkomende huurwoningen verkocht. De meeste huurwoningen worden met korting verkocht onder label Slimmer Kopen of Koopgarant om de koopwoning voor de lagere inkomensgroepen bereikbaar te maken. Bij de verkoop van sociale huurwoningen gaat het in nog geen 3% van gevallen om nieuwbouw, namelijk 12 woningen in Best. Van alle 4638 verhuren en verkopen heeft 80,4% (3729) betrekking op een verhuring of verkoop in de gemeente Eindhoven. Het Eindhovense aandeel van het totale woningbezit van de corporaties is zo’n 74%. Hieruit kan worden afgeleid dat de sociale woningmarkt in Eindhoven meer dynamiek kent dan de omliggende gemeenten waar de Eindhovense corporaties werkzaam zijn. Dit is vooral het effect van de nieuwbouw in de stad. Geregelde en vrije verhuur Binnen de woonruimtebemiddeling wordt onderscheid gemaakt naar geregelde en vrije verhuur. Binnen de geregelde verhuur krijgen doelgroepen rechtstreeks een woning aangeboden omdat zij vanwege urgentie, zorg- of begeleidingsbehoefte voorrang op andere woningzoekenden behoeven.
1
Van de 4638 verhuringen en verkopen heeft 17% plaatsgevonden in het geregelde segment. Bij alle 800 directe toewijzingen ging het om een sociale huurwoning, waarvan 48 in de nieuwbouw, voornamelijk toegewezen aan wijkvernieuwingskandidaten. Gerelateerd aan het totale aantal verhuringen in het geregelde en vrije segment vond 20% in het geregelde segment plaats (800 op 3951 woningen), ruim binnen het maximum van 25% dat op dit punt in het bestuursconvenant van de regiogemeenten opgenomen is. Het aanbieden van huisvesting aan bepaalde aandachtsgroepen gaat naar rato van het woningbezit van de corporaties en geldt voor de gemeenten Eindhoven, Best, Son en Breugel, Geldrop-Mierlo, Veldhoven en Waalre. De verdeelsleutel is van toepassing op de huisvesting van urgenten, statushouders en DOOR!-kandidaten. De laatste groep wordt verantwoord onder bijzondere klanten. Overzicht woonruimteverhuur 2013 Totaal
Bestaand
Regio Eindhoven
Huur
Geregeld segment Stedelijke urgentie Voorrangsregelingen
Bijzondere Klanten
237
0
0
0
368
0
9
0
33
0
0
0
Statushouders
72
0
0
0
Wijkvernieuwing
40
0
39
0
2
0
0
0
752
0
48
0
2119
439
809
12
47
0
0
0
176
0
0
0
2342
439
809
115
0
0
0
Bruikleenovereenkomst / anti-kraak
5
0
0
0
Interne urgenten / voorrangsregeling
50
0
0
0
Woningruil
49
0
0
0
Overig
17
0
0
0
Totaal
236
0
0
0
Totaal
Vrije verhuur/verkoop Afwijkende verhuur bij leefbaarheidsproblemen Verhuur in leefgroepen Totaal
Overig
Sociale Sociale Huur koop koop
CIZ-indicatie (waaronder WMO)
Bestuurlijk
Vrije segment
Nieuwbouw
Tijdelijke verhuur ivm sloop (obv leegstandswet)
2
800
17%
12 3602
78%
236
5%
Totaal
3330
439
857
12 4638 100%
Voor 78% zijn woningen in het vrije segment te huur of te koop aangeboden waarbij woningzoekenden op een advertentie hebben kunnen reageren. Selectie van kandidaten vindt plaats via loting of op basis van inschrijftijd. Binnen de vrije verhuur geldt soms een andere selectie met het oog op leefbaarheid van de buurt of groep. Zo is sprake van een afwijkende verhuur door Trudo in Woensel-West. Om toename van achterstanden een halt toe te roepen is het normale toewijzingssysteem in Woensel-West losgelaten en worden woningen op basis van selectie en inplaatsing verhuurd. “Inplaatsers” ontvangen een huurkorting in ruil voor een verplichte maatschappelijke bijdrage in de wijk. Het resultaat is in alle opzichten positief. In 2014 zal deze manier van verhuur in Woensel-West worden gecontinueerd. Hiermee zijn 45 van de 47 afwijkende gevallen verklaard. Bij de twee andere situaties is sprake van een tijdelijke maatregel in een deel van een straat/complex met meer dan normale leefbaarheidsproblemen. In de nieuwbouw, bij de eerste verhuur van lofts in Anton en Gerard, zijn kandidaat-huurders gevraagd per brief een motivatie te geven waarom zij kozen voor wonen in een loft op Strijp S. Op basis van die motivatie is een selectie gemaakt. Leeftijd, opleiding, beroep, etc. hebben geen rol gespeeld. Trudo wilde huurders selecteren die bewust kiezen voor wonen in een open ruimte die ze zelf moeten indelen, in een gebied dat nog lange tijd in ontwikkeling zal zijn met alle ongemakken die daarbij horen en waar (grote) evenementen worden gehouden. In de categorie overig (5%) vallen de huurcontracten die zijn gesloten in verband met een tijdelijke situatie of die te maken hebben met verhuizingen die zich aan de markt onttrekken, zoals woningruil waarbij de kandidaten elkaar zelf vinden en ‘interne’ verhuizingen ter oplossing van een individueel probleem. Toewijzing naar inkomen Corporaties mogen maximaal 10% van hun beschikbare huurwoningen verhuren aan huishoudens met een inkomen boven € 34.229. Eerder is gebleken dat in wijkvernieuwingsgebieden relatief veel huishoudens die geherhuisvest moeten worden een hoog inkomen hebben. Dat betekende dat er voor corporaties met een grote wijkvernieuwings- en herhuisvestingsopgave geen ruimte overbleef om huishoudens met een hoger inkomen te huisvesten. Niet in de vrije woonruimteverhuur, maar ook niet of nauwelijks in de overige urgentie- en voorrangsregelingen. Dat heeft ertoe geleidt dat meerdere corporaties in wisselende mate binnen de woonruimteverhuur sturen op inkomen om de norm te kunnen behalen.
Sociale huur <= 681,01
Vrije huur > 681,01
< 34.229 34.229 43.000 > 43.000
3622
93%
53
23%
154
4%
73
32%
123
3%
107
45%
Totaal
3899
100%
233
100%
In totaal is 92,9 % van de sociale huurwoningen conform de Brussel-regels toegewezen aan huishoudens met een inkomen lager dan € 34.229. Ook op individueel niveau blijken alle corporaties aan de norm te voldoen.
3
Sanctie- en kansenbeleid De Eindhovense corporaties hebben afspraken gemaakt over de manier waarop ze omgaan met huurders die ernstige overlast of schade veroorzaken. De gegevens van deze ex-huurders worden vastgelegd op de Sancties & Kansenlijst, zodat ze voor bepaalde tijd geen woning kunnen huren of alleen onder bijzondere voorwaarden. In 2013 zijn in totaal 221 ex-huurders op de lijst geplaatst; 35 personen meer dan in 2012. Van de 221 zijn 21 personen geplaatst als gevolg van ontruiming op basis van ernstige overlast, 140 als gevolg van ontruiming op basis van huurachterstand en/of mutatieschade en 48 als gevolg van ontruiming op basis van o.a. woonfraude en hennep. Tenslotte zijn nog 12 personen geplaatst op basis van een combinatie van genoemde categorieën. Het aantal aanmeldingen door ontruiming op basis van huurachterstand en/of mutatieschade is al jaren de grootste categorie. Dit betekent overigens niet dat dit als indicatie kan worden aangemerkt voor betalingsproblemen in de sociale huur. Huurachterstand is uit juridisch oogpunt de meest gebruikte grond voor ontruiming In 2013 zijn in totaal 194 vermeldingen en de bijbehorende persoonlijke gegevens van de lijst gehaald. Ex-huurders worden van de lijst gehaald door het verstrijken van de maximale periode van vijf jaar, het voldoen aan betalingsregelingen bij schulden, positieve behandeling door de Kansen- en Geschillencommissie of een succesvolle omklap via een DOOR!-traject. Uit categorie 1 (ernstige overlast) zijn 11 personen verwijderd, uit categorie 2 (huurachterstand/mutatieschade) in totaal 133 personen en uit categorie 3 (woonfraude/hennep) 42 personen. Eind 2013 stonden in totaal 962 personen op de S&K-lijst.
2. Huisvesting bijzondere doelgroepen Binnen PEC-verband functioneren verschillende commissies en werkgroepen die een rol vervullen in het afstemmen van urgentieaanvragen, bezwaarprocedure, taakstelling statushouders Eindhoven, sanctie- en kansenlijst, geschillenregeling en taakstelling woonwagenzaken. Voor de werkwijze en samenstelling van deze commissies wordt verwezen naar het jaaroverzicht PEC 2013. In deze rapportage zijn enkel de resultaten en toelichting opgenomen voor zover relevant voor de woonruimteverhuur. Urgenten Personen of huishoudens die vanwege persoonlijke omstandigheden acuut om woonruimte verlegen zitten, kunnen een urgentie aanvragen bij de Urgentiecommissie. Na beoordeling worden de toegekende urgenties in de gemeenten Eindhoven, Best, Son en Breugel, Nuenen, Veldhoven en Waalre over de corporaties verdeeld. De urgenten dienen binnen 6 maanden een passend woonaanbod te ontvangen. In 2013 zijn 237 huishoudens met urgentie door de Eindhovense corporaties in de regio gehuisvest. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het jaar waarin de urgentie wordt verkregen niet altijd samen valt met het jaar waarin een woning wordt gehuurd. Dit is het gevolg van de doorlooptijd. Ook leidt een verleende urgentie niet altijd tot een huurcontract; een klein deel van de urgent woningzoekenden accepteert het aanbod niet. Aanvragen In 2013 zijn 479 aanvragen ingediend; dit is een vergelijkbaar aantal ten opzichte van 2012 (470). Opvallend is de relatief forse stijging van het aantal aanvragen van 7 naar 30 in de gemeente Nuenen. Woningbouwvereniging Helpt Elkander kan voor deze toename geen duidelijke verklaring geven. Ook valt een stijging te constateren voor Veldhoven en Waalre die sinds juli 2013 als gevolg van de fusie van Aert Swaens en Domein bij de urgentieregeling zijn aangesloten. Een verklaring voor de toename wordt gezocht in het feit dat Aert Swaens voorheen een strenger urgentiebeleid hanteerde.
4
Per 1 januari 2012 is het niet meer mogelijk om bij een ernstig of plotseling woonprobleem een urgentie in de gemeente Geldrop-Mierlo aan te vragen. Toch zijn er in 2013 nog 10 urgentieaanvragen ontvangen van woningzoekenden die moesten verhuizen naar andere woonruimte. In twee gevallen is een urgentie toegekend voor de gemeente Eindhoven en Best (netwerk en mantelzorg). Woonbedrijf heeft als alternatief voor de gemeentelijke urgentieregeling drie woningen ingericht (gestoffeerd) voor dringende huisvestingsgevallen. Hier is door twee huishoudens gebruik van gemaakt. Op corporatieniveau kan geconstateerd worden dat het aantal aanvragen bij Woonbedrijf en Wooninc. is afgenomen en bij Trudo, ’thuis en Nuenen is toegenomen. Deels zal dit samenhangen met het aantal toegenomen aanvragen in Nuenen, Veldhoven en Waalre. 2013 Aantal aanvragen Aantal toekenningen % toegekend
Eindhoven 368 169 45%
Best 36 25 69%
Son en Breugel 16 13 81%
Nuenen
Veldhoven
Waalre
30 14 46%
22 13 59%
7 2 28%
Toekenningen In 2013 zijn 236 urgentieaanvragen toegekend. Dit zijn 39 minder toekenningen dan in 2012. Als gekeken wordt naar de verhouding tussen het aantal toekenningen en aantal aanvragen, dan is in 49,3% van de urgentieaanvragen toegekend, een afname van 8% ten opzichte van 2012 (57,6%). Behalve Nuenen geldt de afname in meer of mindere mate voor elke gemeente in het werkgebied. Een duidelijk onderscheid tussen de verschillende redenen van toekenning is niet altijd te maken. Voor het verlenen van de soort urgenties geldt grofweg een onderverdeling in de volgende categorieën: - echtscheiding met gedeelde zorg voor minderjarige kinderen waar vertrek uit huur- of koopwoning noodzakelijk is door toebedeling woonrecht of verkoop - economische redenen/WSNP/faillissement/gedwongen verkoop/te duur - niet-wenselijke inwonende situatie met kinderen - woning in werkgebied noodzakelijk - woon- en leefsituatie niet acceptabel - medische redenen / gelijkvloers wonen.
Afwijzingen
De Urgentiecommissie heeft in 2013 in totaal 156 urgentieverzoeken niet gehonoreerd. Dit is een stijging van ruim 20% ten opzichte van 2012. Een verklaring hiervoor kan zijn dat meer aanvragers hun urgentieverzoek toch door willen zetten naar de Urgentiecommissie ondanks de verwachting van de corporatie van aanvraag dat de urgentie wordt afgewezen. Ook zijn er vaker aanvragen waarvan de commissie heeft geoordeeld dat de reden van aanvraag in eerste aanleg een zaak van de verhuurder is, bijvoorbeeld overlast of technische mankementen aan de woning. Woningzoekenden zijn ook mondiger geworden en merken door de huidige economische dat er minder woningen vrijkomen en ze langer moeten wachten op een woning.
5
Het aantal casussen dat door de Urgentiecommissie is aangehouden is sterk gestegen. Dit komt vooral door een andere en transparantere manier van registreren van de voortgang in het urgentiesysteem. De aanhoudingen hebben dan betrekking op opvragen van aanvullende informatie bij de corporatie van aanvraag of het doorzetten van een dossier naar de Kansencommissie of de GGD voor een advies. Weigeringen In tegenstelling tot een sterke daling van het aantal weigeringen in 2012 (6), is in 2013 het aantal weigeringen of ingetrokken urgenties gestegen tot 15. Bij Woonbedrijf hebben 9 personen geweigerd, bij ’thuis 5 en bij Wooninc. 1 woningzoekende. Voornaamste redenen van weigering van een passend aanbod: financieel niet haalbaar, woning past niet bij voorkeur, woonomgeving niet passend, zelf huisvesting gevonden of gewijzigde persoonlijke omstandigheden. In een situatie is gekozen voor een DOOR!traject in plaats van een regulier urgentietraject. Bijzondere klanten De grootste groep binnen de geregelde verhuur is die van bijzondere klanten. Doorgaans betreft het de huisvestingsvraag van mensen uit instellingen voor geestelijke en/of lichamelijke gezondheidszorg, opvang of huis van bewaring. Veel bijzondere klanten worden geholpen via DOOR!, het regionaal samenwerkingsverband van tien zorgpartijen en zes corporaties, die cliënten van opvang- en zorgpartijen de mogelijkheid biedt om met permanente of tijdelijke begeleiding de vaardigheden te ontwikkelen om zelfstandig te kunnen wonen. Bij begeleid wonen gelden twee afspraken. De eerste betreft de al dan niet tijdelijke begeleiding of verzorging. De tweede afspraak hangt samen met de voorrang op andere woningzoekenden. Het verkrijgen van de woning hangt af van het stadium van behandeling van de individuele klant en de doorstroming in de instelling. CIZ-indicatie Een toenemend aantal personen zal op basis van een CIZ-indicatie een gelijkvloerse woning wensen of de woning aangepast zien. Niet iedereen met een CIZ-indicatie heeft echter een verhuiswens. Op basis van persoonlijke omstandigheden kunnen de verhuurders een passend aanbod doen. Daarnaast kan via WMO een maatwerkverzoek worden gedaan om iemand van een passende woning te voorzien. In 2013 zijn 16 maatwerkverzoeken in behandeling geweest. Door Woonbedrijf zijn 10 woningen ingezet voor het passend huisvesten van deze aandachtsgroep. Eén maatwerkverzoek is geholpen in de particuliere markt. Bij twee verzoeken heeft al een woningmatch plaatsgevonden voordat het daadwerkelijk maatwerkverzoek door de WMO was opgestart. In beide situaties heeft verhuur via Woonbedrijf plaatsgevonden. Twee maatwerkverzoeken zijn definitief stopgezet, omdat passende woonruimte is geweigerd. Een verzoek is eind 2013 nog actueel. Statushouders Het huisvesten van statushouders is een taak die vanuit de overheid is opgelegd en alle corporaties zijn verplicht om hieraan mee te werken en om tijdig aan de taakstelling te voldoen. Door een grotere toestroom van statushouders en vluchtelingen is de taakstelling 2013 verhoogd. Er is vooral een toename van (jonge) alleenstaande statushouders en zogenaamde nareizigers (gezinsherenigingen). In 2013 hebben de Eindhovense corporaties 72 woningen ingezet voor huisvesting van statushouders in de regio.
6
Wijkvernieuwing Indien huishoudens als gevolg van een beleidsbeslissing zoals sloop gedwongen zijn te verhuizen, zal in het kader van de huurbescherming voor vervangende huisvesting aangeboden worden. Er is sprake van voorrang vanwege het belang van medewerking van de huurders en voortgang van de projecten. In 2013 zijn 79 woningen verhuurd in het kader van wijkvernieuwing, waarvan 39 als vervangende nieuwbouw, voornamelijk in de buurten Bloemenbuurt Zuid en Woensel West in Eindhoven. MOE-landers Ondanks gezamenlijke inspanningen van corporaties en gemeente(n), vastgelegd in de prestatieafspraken voor 2013 (e.v.), is het nog niet gelukt om een woonvoorziening te treffen specifiek voor de huisvesting van de buitenlandse werknemers uit Midden- en Oosteuropa (MOE-landers). Er hebben geen toewijzingen aan deze groep in deze afzonderlijke categorie plaatsgevonden. Zeker is dat er woningen worden toegewezen aan deze groep in het kader van de verhuur van huurwoningen in het vrije segment. Over de mate waarin kan niet worden gerapporteerd omdat er geen registratie plaatsvindt van nationaliteit bij de verhuur (en verkoop) van woningen.
3. Resultaten woonruimteverhuur Eindhoven 2013 Verhuur en verkoop In 2013 hebben de Eindhovense corporaties in Eindhoven 3330 woningen verhuurd (2012: 3.013) en 399 sociale koopwoningen verkocht (2012: 453). Van alle verhuringen en sociale verkopen vond 19% plaats in het geregelde segment (19% in 2012), 77% in het vrije segment (73% in 2012) en 5% betrof “overige” verhuringen/verkopen (8% in 2012). Zie voor de overzichten op pagina 8 en 9. Als de resultaten van 2013 worden vergeleken met die van 2012 dan valt op dat het totaal aantal verhuringen en verkopen met 263 is gestegen. Dat is een stijging van bijna 8 %, al behoeft dat enige nuancering omdat de verhuurresultaten van Vitalis voor het eerst in 2013 zijn meegenomen. Er hebben 326 minder verhuringen plaatsgevonden in de bestaande voorraad, met name in het vrije segment, en er zijn 54 minder sociale koopwoningen verkocht. Daar staat tegenover dat er 645 meer verhuringen hebben plaatsgevonden in de nieuwbouw. In de bestaande voorraad is dus het aantal verhuringen teruggelopen, wat duidt op een iets lagere mutatiegraad in Eindhoven dan in 2012. Toewijzing sociale huurwoningen Corporaties mogen maximaal 10% van hun beschikbare huurwoningen verhuren aan huishoudens met een inkomen boven € 34.229. Gebleken is dat in wijkvernieuwingsgebieden relatief veel huishoudens die geherhuisvest moeten worden een hoog inkomen hebben. Dat betekent dat er voor corporaties met een grote wijkvernieuwing- en herhuisvestingsopgave geen ruimte overblijft om huishoudens met een hoger inkomen te huisvesten. Niet in de vrije woonruimteverhuur, maar ook niet of nauwelijks in de overige urgentie- en voorrangsregelingen. Dat heeft ertoe geleidt dat er binnen de woonruimteverhuur gestuurd wordt op inkomen om de norm te kunnen behalen.
7
Woonruimteverhuur 2013: inkomens vs. segment Sociale huur (<= 681,02) <= €34.229
Vrije huur (> 681,02)
93,2 %
2930
23,1 %
40
€34.229 - €43.000
3,4 %
107
33,5 %
58
> €43.000
3,4 %
107
43,4 %
75
Totaal
100%
3144
100%
173
In totaal is 93,2 % van de sociale huurwoningen conform de Brussel-regels toegewezen aan huishoudens met een inkomen lager dan € 34.229,-. Ook op individueel niveau blijken alle corporaties aan de norm te voldoen. Statushouders De taakstelling voor 2013 voor Eindhoven bedroeg 138 personen. Er zijn echter uiteindelijk minder personen voorgedragen. Er zijn 106 personen gehuisvest in 49 woningen. Voor het afronden van de taakstelling 2013 dient nog aan 24 personen huisvesting te worden geboden. De door het COA gestelde huisvestingstermijn van 10 weken wordt vaker overschreden doordat er niet tijdig passende huisvesting beschikbaar is voor grote gezinnen (4 of meer kinderen) en alleenstaande statushouders jonger dan 23 jaar (huurtoeslaggrens).
4. Conclusies In 2013 zijn in Eindhoven 263 meer huishoudens aan een sociale huur- of koopwoning geholpen dan in 2012. Een stijging die vooral te danken is aan het hoge aantal nieuwbouw huurwoningen (785) in 2013. De Eindhovense corporaties hebben in totaal 3330 woningen verhuurd en 399 sociale woningen verkocht. In de bestaande voorraad is het aantal verhuringen teruggelopen, wat duidt op een iets lagere mutatiegraad in Eindhoven dan in 2012. Huurders blijven langer wonen met een verminderde doorstroming tot gevolg. Nieuwbouw blijft een belangrijke factor om de dynamiek op de woningmarkt te bevorderen. Regionaal gezien kent de sociale woningmarkt in Eindhoven meer dynamiek dan de omliggende gemeenten waar de Eindhovense corporaties werkzaam zijn. Naar verhouding van hun woningbezit in de gemeenten hebben meer bemiddelingen betrekking op een verhuring of verkoop in de Eindhoven dan in de omliggende gemeenten. Dit is vooral een gevolg van de nieuwbouw. De mate waarin urgenten en bijzondere doelgroepen in Eindhoven worden gehuisvest (21%) wijkt verhoudingsgewijs enigszins af van het gemiddelde aandeel van alle regiogemeenten (13%). Hieruit kan nog niet direct worden afgeleid dat Eindhoven een onevenredig aandeel in de huisvesting van bijzondere doelgroepen heeft. Dit heeft te maken met de effecten van verschillen tussen Eindhoven en de andere gemeenten als het hebben van wijkvernieuwingskandidaten, en de weggevallen registratie van urgenten in Geldrop-Mierlo, en het ontbreken van gegevens over de inzet van enkele kleinere corporaties. Ook is er effect van voorkeuren van betrokken woningzoekenden. De huidige wijze van werken laat voldoende ruimte om rekening te houden met de (beperkte) mogelijkheden binnen het bestaande aanbod en de behoefte van de verschillende doelgroepen. De spreiding binnen de stadsregio is een punt om nader te volgen. De woningcorporaties zien nog geen directe aanleiding voor interventie, mede in het licht van de vernieuwing van de afspraken over samenwerking op dit punt tussen gemeenten.
8
Het aandeel verhuringen in het vrije segment voor de grote groep, anonieme, woningzoekenden is niet onder druk komen te staan van de aandacht voor de huisvesting van specifieke groepen. De uitkomsten in 2013 passen bij de uitspraken die daarover gedaan zijn door de bestuurders van de gemeenten in de regio in het kader van het afgesloten convenant. De inspanning in Eindhoven van 21% geeft geen reden om in te grijpen op de wijze van woonruimteverdeling in Eindhoven. In het kader van de 10% norm is in meer of mindere mate gestuurd op inkomen bij toewijzing. De focus is daarbij gericht op het beperken van de instroom van hogere inkomens in de sociale huur. Uit de overzichten blijkt dat zo’n 3% van de huishoudens een inkomen > €43.000 heeft die in de sociale huur terecht komen. Regionaal gaat het daarbij om 123 huishoudens, waarvan 107 in Eindhoven. Uit het overzicht blijkt ook dat een beperkt aantal huishoudens, zo’n 1,3% met een inkomen < € 34.000 in de vrije sector terecht zijn gekomen. Regionaal gaat het daarbij om 53 huishoudens waarvan 40 in de stad Eindhoven. Dit aantal past in het beeld van voorgaande jaren waarin niet werd gestuurd. Alhoewel er verder geen inzicht in de motieven bestaat en onbekend is of er sprake is van keuze of verdringing, blijkt er altijd wel een beperkt aantal huishoudens met een lager inkomen een duurdere woning te huren. Jaarlijkse monitoring, bijvoorbeeld in de rapportage, moet uitwijzen of het tot een beperkte dure scheefheid blijft. Woonruimteverhuur Eindhoven 2012 Nieuwbouw
Bestaand
Geregeld segment
Stedelijke urgentie Voorrangsregelingen
Bijzondere Klanten CIZ-indicatie (waaronder WMO)
Sociale koop
Huur
Sociale koop
220
0
0
0
277
0
0
0
41
0
0
0
Statushouders
48
0
0
0
Wijkvernieuwing
74
0
0
0
3
0
0
0
663
0
0
0
1742
406
140
47
60
0
0
0
169
0
0
0
1971
406
140
Bestuurlijk Totaal Vrije segment
Huur
Vrije verhuur/verkoop Afwijkende verhuur bij leefbaarheidsproblemen Verhuur van kamerpanden/leefgroepen Totaal
9
663
19%
47 2564
74%
Overig
112
0
0
0
12
0
0
0
Interne urgenten / voorrangsregeling
44
0
0
0
Woningruil
49
0
0
0
Overig
22
0
0
0
Totaal
239
0
0
0
2873
406
140
Tijdelijke verhuur ivm sloop (obv leegstandswet) Bruikleenovereenkomst / anti-kraak
Totaal
239
7%
47 3466 100%
Woonruimteverhuur Eindhoven 2013 Nieuwbouw
Bestaand
Geregeld segment
Stedelijke urgentie Voorrangsregelingen
Huur
Sociale koop
Huur
Sociale koop
193
-
-
-
332
-
6
-
29
-
-
-
Statushouders
52
-
-
-
Wijkvernieuwing
40
-
39
-
2
-
-
-
648
-
45
-
1508
399
396
-
47
-
-
-
162
-
-
-
1717
399
740
Bijzondere Klanten CIZ-indicatie (waaronder WMO)
Bestuurlijk Totaal Vrije segment
Vrije verhuur/verkoop Afwijkende verhuur bij leefbaarheidsproblemen Verhuur van kamerpanden/leefgroepen Totaal
10
693
19%
- 2856
77%
Overig
103
-
-
-
-
-
-
-
Interne urgenten / voorrangsregeling
29
-
-
-
Woningruil
40
-
-
-
Overig
8
-
-
-
Totaal
180
-
-
-
2545
399
785
Tijdelijke verhuur ivm sloop (obv leegstandswet) Bruikleenovereenkomst / anti-kraak
Totaal
11
180
5%
- 3729 100%