R A P P O R T A G E P R O V I N C I E
L U C H T K W A L I T E I T U T R E C H T
2 0 1 3
DE LUCHTKWALITEIT IN DE PROVINCIE UTRECHT WORDT BETER De provincie Utrecht maakt elk jaar een rapportage luchtkwaliteit om haar inwoners te informeren. Het rapport geeft aan wat de luchtkwaliteit was in 2013, of er (dreigende) normoverschrijdingen waren, hoe groot de blootstelling was aan luchtverontreiniging en wat de prognose is voor 2015. We doen dit voor fijnstof en stikstofdioxide. Dit jaar staan we ook kort stil bij roet.
De rapportage maakt gebruik van de gegevens van de landelijke monitor van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is in 2009 opgezet om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren. Het belangrijkste doel van het NSL is op tijd voldoen aan de Europese grenswaarden voor fijnstof (1 juni 2011) en stikstofdioxide (1 januari 2015).
Andere doelen zijn het beschermen van de volksgezondheid en het bieden van ruimte aan de uitvoering van ruimtelijke projecten. Die doelen worden bereikt door uitvoering van een pakket van luchtmaatregelen dat in het NSL is opgenomen. De provincie draagt bij aan het NSL door de uitvoering van het Provinciaal Programma Luchtkwaliteit.
Met de jaarlijkse monitoring van het NSL wordt de ontwikkeling van de luchtkwaliteit in Nederland gevolgd. De monitoringscyclus is een traject met een doorlooptijd van ongeveer een jaar. In een jaar worden gegevens aangeleverd en verzameld, worden vervolgens berekeningen uitgevoerd en worden de resultaten gerapporteerd. De resultaten van de landelijke monitoring over 2013 zijn in december 2014 beschikbaar gekomen. In de landelijke rapportage zijn de resultaten voor de provincies globaal weergegeven. Deze provinciale rapportage luchtkwaliteit zoomt in op de resultaten voor de provincie Utrecht.
Hoe was de luchtkwaliteit in de provincie Utrecht in 2013? De belangrijkste bevindingen: de concentraties fijnstof en stikstofdioxide in de lucht dalen gestaag. Op een paar locaties werd de norm nog overschreden. Voor fijnstof zijn nog bij twee veehouderijen overschrijdingen van de grenswaarden geconstateerd. Deze overschrijdingen moeten zo snel mogelijk worden opgelost. Het Rijk werkt aan wetgeving die pluimveehouderijen verplicht tot het treffen van maatregelen.
Langs een aantal gemeentelijke wegen in de gemeente Utrecht was de concentratie stikstofdioxide hoger dan de grenswaarde die geldt vanaf 1 januari 2015. Ook langs een aantal snelwegen in de provincie Utrecht waren de concentraties hoger. Langs provinciale wegen werd in 2013 al overal aan de normen voldaan.
Met de uitvoering van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en het aanvullend maatregelenpakket van de gemeente Utrecht voorzien we dat in 2015 overal in de provincie Utrecht aan de normen wordt voldaan.
I N H O U D S O P G AV E
1 2 3 4
W AT I S L U C H TVERONTREINIGING?
W AT Z I J N D E G E V O L G E N ?
W E T- E N R E G E L G E V I N G
LUCHTVERONTREINIGING IS MEER DAN ALLEEN EEN LOKAAL PROBLEEM
5 6 7 8
9 10 11 12
H E T B E PA L E N V A N D E L U C H T K W A L I T E I T: METEN OF REKENEN?
WE ZIJN GOED OP WEG
DE UITSTOOT VAN LUCHTVERONTREINIGING NEEMT AF
HET VERBETEREN VAN DE LUCHTKWALITEIT
HET METEN VAN DE LUCHTKWALITEIT
HET BEREKENEN VAN DE LUCHTKWALITEIT
SMOG
HOE DOET DE PROVINCIE UTRECHT HET IN VERGELIJKING M E T N E D E R L A N D E N E U R O PA ?
W AT I S L U C H T V E R O N T R E I N I G I N G ?
Luchtverontreiniging, wat is dat precies? Vaak gaat het over hoge concentraties aan fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Dit zijn de stoffen waarvan in Nederland soms Europese normen overschreden worden. Roet staat sinds een paar jaar in de belangstelling. Roet is de allerfijnste fractie van fijnstof. In de provincie Utrecht is verkeer en vervoer de belangrijkste bron van luchtverontreiniging.
PM10
Fijnstof Fijnstof wordt voor een deel direct door menselijk handelen in de lucht gebracht.
Verkeer en vervoer
Daarnaast wordt fijnstof indirect in de lucht gevormd door chemische reacties van gassen zoals ammoniak.
Overig
Tot slot is er ook fijnstof van natuurlijke oorsprong zoals zeezout en opwaaiend bodemstof.
Roet Roet komt vooral vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen (motoren) en organisch materiaal (houtstook, biomassa, bosbranden). Roet is een goede indicator voor de luchtverontreiniging afkomstig van het verkeer.
Hoe groot is fijnstof? Fijnstof is een verzamelnaam voor zwevende deeltjes in de lucht met een diameter van 10 micrometer (µm) en kleiner; fijnere fractie van fijnstof (PM2,5).
10µm fijnstof (PM10) Industrie
Cosumenten
2,5µm en kleiner fijnere fractie van fijnstof (PM2,5)
PM2,5
Fijnere fractie van fijnstof De kleinere fijnstofdeeltjes ontstaan vooral bij verbranding of door chemische reacties van gassen in de lucht. Handel, Diensten en Overheid (HDO)
NO2
Stikstofdioxide Stikstofdioxide ontstaat bij verbranding van fossiele brandstoffen. Het is een goede indicator voor de verkeersgerelateerde luchtverontreiniging.
70µm menselijke haar
Landbouw
Energiesector
W AT Z I J N D E G E V O L G E N ?
Luchtverontreiniging heeft een negatieve invloed op de gezondheid van mensen. Ongeveer 6% van alle ziektes wordt veroorzaakt door milieufactoren en daarin heeft luchtverontreiniging veruit het grootste aandeel. Ter vergelijking: roken is verantwoordelijk voor 13% van alle ziekten, 5% is het gevolg van ernstig overgewicht.
Kortdurende blootstelling Kortdurende blootstelling aan piekconcentraties kan klachten geven zoals hoesten en benauwdheid. Daarnaast leidt het tot verhoogde sterfte aan:
De invloed is niet voor iedereen even groot. Mensen met luchtwegaandoeningen of hart- en vaatziekten hebben het meeste last. Het is moeilijk om precies vast te stellen welke individuele stof of stoffen deze gezondheidseffecten veroorzaken. Vermoedelijk zijn de kleinere fijnstofdeeltjes het meest schadelijk.
Langdurige blootstelling Langdurige blootstelling kan leiden tot een verminderde longfunctie, toename van luchtwegklachten en astma-aanvallen,
2 grotere gevoeligheid voor infecties en vroegtijdig overlijden door luchtwegklachten en hart- en vaatziekten.
- 1 jaar
Luchtwegziekten
Hart- en vaatziekten
Kortdurende blootstelling bijvoorbeeld: bij een speeltuin langs een druke weg
Landurende blootstelling bijvoorbeeld: thuis in de tuin langs een drukke weg.
3
W E T- E N R E G E L G E V I N G
Sinds juni 2008 is de Luchtkwaliteitsrichtlijn 2008/50/EG van de Europese Unie (EU) van kracht. Deze richtlijn bevat normen voor de concentraties van een aantal stoffen in de buitenlucht ter bescherming van de mens en de natuur: Nederland moet aan deze normen voldoen en heeft ze opgenomen in de Wet Milieubeheer (hoofdstuk 5.2).
Stof
Toets
Grenswaarde
Geldig vanaf
Stikstofdioxide (NO2)
Jaargemiddelde concentratie
60 µg/m3
01-08-2009
40 µg/m3
01-01-2015
Max. 18 keer per jaar meer dan 300 µg/m3
01-08-2009
Max. 18 keer per jaar meer dan 200 µg/m3
01-01-2015
Jaargemiddelde concentratie
40 µg/m3
11-06-2011
24-uurgemiddelde concentratie
Max. 35 keer per jaar meer dan 50 µg/m3
11-06-2011
Fijnere fractie van fijnstof (PM2,5)
Jaargemiddelde concentratie
25 µg/m3
01-01-2015
PM2,5
Jaargemiddelde, gemiddelde op basis van metingen op stedelijke achtergrondlocaties, de zogeheten blootstellingsconcentratie
20 µg/m3
01-01-2015
NO2
Uurgemiddelde concentratie
Fijnstof (PM10) PM10
Richtlijnen berekeningen en metingen Europese richtlijnen en de Nederlandse Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 geven regels voor het uitvoeren van berekeningen en metingen.
Meten: Een meetpunt moet op een plaats waar het resultaat representatief is voor de luchtkwaliteit in die omgeving.
Uitstel Nederland heeft de Europese normen voor PM10 en voor NO2 niet gehaald. Op 7 april 2009 heeft de Europese Commissie het gevraagde uitstel gegeven. De uitgestelde norm voor PM10 is ingegaan per 1 juni 2011 (in plaats van op 1 januari 2005), de uitgestelde norm voor NO2 is ingegaan op 1 januari 2015 .
Berekenen: De regeling legt onder andere de standaardrekenmethoden, de rekenafstand van de bron en de manier van toetsen aan de normen vast. In een straat moet de berekening representatief zijn voor 100 meter van die straat.
Omdat voor NO2 een jaargemiddelde norm geldt, is pas in 2016 zekerheid of Nederland in 2015 aan de grenswaarde voor stikstofdioxide heeft voldaan. Er is een wettelijke overschrijding van de norm als het gaat om te hoge luchtconcentraties op een toetspunt.
4
LUCHTVERONTREINIGING IS MEER DAN ALLEEN EEN LOKAAL PROBLEEM
PM10
Fijnstof Het verkeer is de belangrijkste bron van fijnstof, maar de invloed van andere bronnen is ook groot. Hierdoor bepaalt de (inter)nationale luchtvervuiling voor een groot deel hoe hoog de lokale concentraties zijn.
De verontreiniging in de buitenlucht is de som van verschillende bijdragen:
NO2
Stikstofdioxide Het verkeer is verantwoordelijk voor bijna driekwart van de stikstofdioxide uitstoot in de provincie. Dichtbij een drukke weg is de concentratie hoog. Op grotere afstand van de weg daalt de concentratie snel.
Norm Max. 35 dagen per jaar een daggemiddelde meer dan 50 µg/m3
rijkswegpiek
Lokaal kunnen vooral bij veehouderijen en langs verkeerswegen, hoge concentraties optreden. De pieken kunnen zo hoog zijn dat normen overschreden worden.
Norm 40 µm/m3
stadswegpiek
stadswegpiek
De stedelijke luchtvervuiling wordt bepaald door verschillende bronnen in de stad: verkeer, industrie en huishoudens.
rijkswegpiek
landelijke piek
Internationale en nationale luchtvervuiling van bijvoorbeeld industriegebieden en snelwegen. De (inter)nationale luchtvervuiling zorgt ervoor dat de achtergrondconcentraties in de provincie Utrecht relatief hoog zijn.
5
DE UITSTOOT VAN LUCHTVERONTREINIGING NEEMT AF De emissies van fijnstof, de fijnere fractie van fijnstof en van stikstofdioxide zijn in ruim 20 jaar tijd sterk verminderd door een halvering van de uitstoot van het verkeer.
De emissies in de provincie Utrecht in tonnen (bronnen Emissieregistratie en RIVM)
Overig Handel, Diensten
PM10
PM2,5
NO2
2500
2000
40000
1500
30000
1000
20000
500
10000
0
0
Grootse reductie is behaald in verkeer en vervoer.
2000
en Overheid (HDO) Energiesector
1500
Landbouw
1000
Industrie Consumenten Verkeer en vervoer
500 0 ‘90
Nieuwe bronnen Doordat het verkeer steeds schoner wordt, wordt de relatieve invloed van andere bronnen zoals scheepvaart en houtstook steeds groter.
‘95
‘00
‘05
‘10
‘11
‘12
‘90
‘95
‘00
De uitstoot van de scheepvaart leidt niet tot overschrijdingen van de wettelijke normen langs de vaarwegen. Het draagt wel sterk bij aan een hoge achtergrondconcentratie van fijnstof en stikstofdioxide.
‘05
‘10
‘11
‘12
‘90
‘95
‘00
‘05
‘10
Het gebruik van open haarden, inzethaarden en houtkachels voor het (geheel of gedeeltelijk) verwarmen van woningen neemt de laatste jaren toe.
Ook is er een toename van houtstook in tuinen.
‘11
‘12
6
H E T B E PA L E N V A N D E L U C H T K W A L I T E I T: METEN OF REKENEN? In de provincie Utrecht wordt de luchtkwaliteit zowel gemeten als berekend. Allebei kennen voor- en nadelen, beide methoden om de luchtkwaliteit te bepalen vullen elkaar aan.
Meten
Rekenen
Bereik
Inzicht in bijdrage bronnen
Inzicht in ontwikkeling luchtkwaliteit
Geeft alleen een waarde voor die specifieke locatie op dat specifieke moment of voor die specifieke periode. Discussie over de representativiteit voor uitspraken over de luchtkwaliteit in een groter gebied.
Geeft alleen een totale concentratie, de bijdrage van de verschillende bronnen is niet aan te geven.
Geeft een beeld van de ontwikkeling van de luchtkwaliteit op de meetlocatie in de loop van de tijd.
Maakt de bijdrage van de verschillende bronnen inzichtelijk
Mogelijk om prognoses te maken voor de toekomst en om verschillende scenario’s voor de toekomst met elkaar te vergelijken.
Doorlooptijd
Reproduceerbaarheid
Nauwkeurigheid
Tenminste een jaar voor het meten van de jaargemiddelde concentratie.
Geeft alleen een actuele waarde voor het gemeten tijdstip.
Geeft een relatief nauwkeurige waarde voor de gemeten locatie.
De resultaten zijn snel beschikbaar.
Zijn herhaalbaar en reproduceerbaar.
Kosten
Vertrouwen burger
Relatief duur
Groot
De kosten zijn beperkt
Klein
Maakt het mogelijk om op elk gewenst punt de concentratie te bepalen en om zo een hele ruimte te beschrijven.
Minder nauwkeurig dan meten. Rekenmodellen beschrijven een ‘versimpelde wereld’. Modellen zijn altijd een benadering van de werkelijkheid. De kwaliteit van de berekeningen is zeer afhankelijk van de kwaliteit van de metingen.
7
HET METEN VAN DE LUCHTKWALITEIT
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) meet de luchtkwaliteit in Nederland. Het RIVM meet concentraties van diverse stoffen op zes plekken in de provincie Utrecht. De resultaten geven een indruk van de luchtkwaliteit in de provincie. De concentraties kunnen per jaar aanzienlijk verschillen, dat komt door de weersomstandigheden.
Meetstations RIVM: wat wordt er gemeten? Het RIVM beheert het Landelijk Meetnet Lucht. Gemeentelijke meetpunten De gemeenten Utrecht en Nieuwegein hebben een eigen meetnet in aanvulling op het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Hier meten de gemeenten stikstofdioxide. BAARN MIJDRECHT
SOEST
BREUKELEN
AMERSFOORT B I LT H O V E N UTRECHT
WOERDEN
DE MEERN
ZEIST
NIEUWEGEIN
VIANEN
HOUTEN
VEENENDAAL
7
HET METEN VAN DE LUCHTKWALITEIT
De gemeten concentraties fijnstof en stikstofdioxide op de meetstations van het RIVM in de provincie Utrecht laten een afname zien in de periode 1993-2013. De concentraties van de fijnere fractie van fijnstof worden sinds 2008 gemeten. Er is een lichte afname te constateren in de concentraties van deze fractie van fijnstof. De gestage afname komt overeen met de trends in Nederland en in Noordwest-Europa.
Gemeten concentraties NO2
PM10
2013 PM2,5
A
C
1994
2013
1994
47
34
43 19
Leeswijzer:
2013
Jaren: kloksgewijs
14 2008
Concentratie: straal van figuur
16
A. Breukelen B
2013
50 1993
2013
50
2013
2013
1994
2013
D
F
17
27
29
20
44 14
x
2009 x
E
15
31 2003
2003
C. Zegveld
B. Kardinaal de Jongweg
De meetnetten van de gemeenten Utrecht en Nieuwegein
2013
Link: De app luchtkwaliteit http://www.luchtkwaliteitmetingen.nl/
13
2009
http://www.nieuwegein.nl/luchtkwaliteitskaart
http://www.lml.rivm.nl/tabel/
2013 1993
2013
1993
49
http://www.utrechtmilieu.nl/meetnet/
Het landelijk meetnet luchtkwaliteit
50
33
19 2013
19
E. Cabou
2013
1995
13
28 2008
16
D. Griftpark
F. Constant Erzeijstraat
43 21
8
HET BEREKENEN VAN DE LUCHTKWALITEIT Jaarlijks worden er ook berekeningen gedaan voor de luchtkwaliteit. Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) verzorgt de jaarlijkse monitoring, de meest recente berekeningen zijn voor het jaar 2013.
Hoe wordt er gerekend? Luchtkwaliteitsberekeningen bestaan uit twee delen. Het berekenen van de achtergrondconcentratie en het berekenen van de lokale verkeersbijdrage.
Monitoring NSL De deelnemende partijen leveren hiervoor jaarlijks de stand van zaken aan van: ruimtelijke projecten luchtkwaliteitsmaatregelen
de lokale verkeersbijdrage
actualisatie verkeersgegevens
Rijk
Provincie
achtergrondconcentratie
berekening luchtkwaliteit van het afgelopen jaar
NSL Monitoringstool
Gemeente In het grootste deel van de provincie Utrecht liggen de concentraties van fijnstof en stikstofdioxide onder de grenswaarden. Verder blijkt uit de monitor dat de gemiddelde concentraties de afgelopen jaren zijn gedaald.
Het berekenen van de achtergrondconcentratie is een taak van het RIVM. Met de gegevens van de landelijke emissieregistratie maakt het RIVM jaarlijks voor heel Nederland kaarten met de achtergrondconcentraties. Bovenop de achtergrondconcentratie wordt de bijdrage van het lokale verkeer berekend. Dit samen geeft de berekende concentratie.
9
WE ZIJN GOED OP WEG
In 2013 is langs 48 punten van alle wegen in de provincie Utrecht een overschrijding berekend voor de grenswaarde van stikstofdioxide die geldt vanaf 1 januari 2015. Volgens de prognose worden deze overschrijdingen voor 2015 opgelost.
Voor fijnstof zijn in 2013 nog bij twee pluimveehouderijen overschrijdingen van de grenswaarde. Deze moeten zo snel mogelijk worden aangepakt. Het Rijk werkt aan wetgeving die pluimveehouderijen verplicht tot het treffen van maatregelen. Bijna overschrijdingen Overschrijdingen
BAARN MIJDRECHT
Rijkswaterstaat
SOEST
BREUKELEN
AMERSFOORT B I LT H O V E N UTRECHT
Inzoom Utrecht centrum WOERDEN
pluimveehouderij
DE MEERN ZEIST
pluimveehouderij
UTRECHT CS
NIEUWEGEIN
VIANEN
HOUTEN
VEENENDAAL
9
WE ZIJN GOED OP WEG
Volgens de prognose worden de grenswaarden voor fijnstof bij de pluimveehouderijen bij ongewijzigd beleid ook nog in 2015 overschreden. Deze overschrijdingen moeten zo snel mogelijk worden aangepakt. Het Rijk werkt aan wetgeving die pluimveehouderijen verplicht tot het treffen van maatregelen.
In 2015 worden de grenswaarden voor stikstofdioxide niet meer overschreden in de provincie Utrecht. Wel zijn er nog locaties waar de berekende concentraties net onder de normen liggen.
Bijna overschrijdingen Overschrijdingen Rijkswaterstaat
BAARN MIJDRECHT
SOEST
BREUKELEN
AMERSFOORT B I LT H O V E N UTRECHT WOERDEN
pluimveehouderij
DE MEERN ZEIST
pluimveehouderij
NIEUWEGEIN
VIANEN
HOUTEN
VEENENDAAL
9
WE ZIJN GOED OP WEG
Het aantal kilometer overschrijdingen van fijnstof en stikstofdioxide langs wegen in de provincie Utrecht is de afgelopen jaren afgenomen. Er is gekeken naar de definitieve normen die gelden per 1 juni 2011 voor fijnstof en per 1 januari 2015 voor stikstofdioxide.
Ontwikkeling van de luchtkwaliteit in de loop van tijd
NO2
PM10
2009
103,4 km
2009 0,1 km
2010 0,5 km 2011 0 km
2011
2012 0 km
2012
2013 0 km
2013
2015 0 km
2015 0 km
78,8 km
link: kaart fijnstof link: kaart fijnere fractie van fijnstof (PM2,5) link: kaart stikstofdioxide
22,2 km
Blootstelling per gemeente (Gemiddelde concentratie stikstofdioxide N02 per woning)
4,8 km
NO2
norm NO2
35 30
norm PM10
25 20 ‘09
De concentraties waaraan mensen langdurig worden blootgesteld (de bevolkingsgewogen concentratiegemiddelden) worden langzaam lager.
13,2 km
PM10
40
2010
Blootstelling Vermindering van de concentraties van fijnstof en stikstofdioxide is goed voor de volksgezondheid, ook onder de normen. Om beter inzicht te geven in het effect van het NSL op de gezondheid worden bij de monitoring van het NSL ook de concentraties op de woningen berekend.
‘10
‘11
‘12
‘13
‘15
A. Utrecht B. Nieuwegein C. Vianen D. De Bilt E. Stichtse Vecht F. Amersfoort G. Zeist H. IJsselstein I. Woerden J. Bunnik K. Veenendaal L. Houten M. Baarn N. Montfoort O. Oudewater P. Eemnes Q. Soest R. Lopik S. Leusden T. Woudenberg U. Rhenen V. De Ronde Venen
28,7 28,0 25,0 24,4 24,2 24,2 24,1 24,0 23,4 23,2 23,2 22,4 21,8 21,6 21,5 21,4 21,4 21,3 21,1 20,7 20,6 20,3
W. Utrechtse Heuvelr. X. Renswoude Y. Bunschoten Z. Wijk bij Duurstede
19,9 19,6 19,5 19,2
Gemeenten Provincie Utrecht Hoe donkerder de gemeente hoe hoger de gemiddelde stikstofdioxideconcentratie per woning
P
V E I O
Y
M Q
D A
N H B R
S
G L
C
F T
J
W Z
X K U
10
HET VERBETEREN VAN DE LUCHTKWALITEIT Voor een totaalaanpak van de luchtverontreiniging in Nederland is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgezet. In het NSL werken Rijk, provincies en gemeenten samen aan de verbetering van de luchtkwaliteit.
Het NSL houdt rekening met voorgenomen grote ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen die de luchtkwaliteit verslechteren doordat ze meer verkeer of emissies bij industrie of intensieve veehouderij opleveren. Het NSL zet hier een pakket van maatregelen tegenover dat de negatieve effecten van de ontwikkelingen ruimschoots compenseert.
Het NSL is opgebouwd uit regionale programma’s, waaronder het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Utrecht (RSLU). In het RSLU staan de grote ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen en de luchtkwaliteitsmaatregelen die de Utrechtse gemeenten, het BRU en de provincie Utrecht hebben uitgevoerd of de komende jaren nog uitvoeren.
Alle grote ruimtelijke ontwikkelingen die luchtkwaliteit verslechteren
NSL
grote ruimtelijke ontwikkelingen luchtkwaliteitsmaatregelen
Alle maatregelen die luchtkwaliteit verbeteren
Het terugdringen van de te hoge concentraties van stoffen in de lucht kan met maatregelen:
die lokaal een effect hebben op de piekbelasting.
RSLU
die lokaal effect hebben op de stedelijke achtergrondconcentratie
provincie regionale programma’s
grote ruimtelijke ontwikkelingen luchtkwaliteitsmaatregelen
Voortgang maatregelen RSLU Het RSLU bevat meer dan 100 luchtkwaliteitsmaatregelen afgerond 63
die internationaal of nationaal effect hebben op de grootschalige achtergrondconcentratie
in uitvoering 33
besluit 5 onbekend 3
10
HET VERBETEREN VAN DE LUCHTKWALITEIT Luchtkwaliteitsmaatregelen
Luchtkwaliteitsmaatregelen in het RSLU
Gedragsmaatregelen. Stimuleren bedrijven en particulieren om de uitstoot te verminderen.
Stimuleren gebruik openbaar vervoer. Voorkomt voertuigkilometers, en daarmee uitstoot, vooral in de stad.
Fietsmaatregelen. Bij vervanging van bijvoorbeeld 10% van de korte autoritten door fietsritten kan dit lokaal 1 á 2 % vermindering van de uitstoot opleveren.
Luchtkwaliteitsmaatregelen provincie Utrecht
Rijden op groen gas. Deze maatregel is afgerond. Groen gas is één van de schoonste brandstoffen die nu beschikbaar is. De provincie Utrecht heeft renteloze leningen verstrekt voor 13 groen gastankstations.
Overdrachtsmaatregelen. Verminderen de blootstelling zonder dat de emissies afnemen, bijvoorbeeld luchtschermen of vergroten van de afstand tussen bron en ontvanger.
Kies de fiets. De provincie investeert in het comfortabeler en veiliger maken van fietsroutes. Ook realiseert de provincie steeds meer fietsparkeerplekken, vooral bij stations en bushalte.
Elektrisch rijden. Op steeds meer plaatsen zijn oplaadpunten voor elektrische auto’s te vinden. De provincie Utrecht faciliteert samen met haar partners het netwerk van gewone laadpunten en snellaadpunten.
Schone brandstoffen. Zorgen voor een verlaagde uitstoot (auto’s groen gas, hybride of plug-in hybride auto’s) of zelfs zero emissie (volledig elektrische auto’s).
Schoon openbaar vervoer. De schone bussen in de gemeente Utrecht en in de omliggende gemeenten leveren lokaal een reductie van 8% van de uitstoot op.
Schone bussen. Deze maatregel is uitgevoerd in de huidige concessie voor het regiovervoer in de provincie Utrecht. Vanaf december 2008 voldoen alle bussen uit de concessie van de provincie Utrecht aan de EEV norm. Dit was ten tijde van de concessieverlening de strengste norm.
Verkeersmaatregelen. Leiden tot een lagere uitstoot omdat verkeer dat goed doorstroomt minder uitstoot dan verkeer dat stilstaat en veel optrekt en afremt.
Betere doorstroom verkeer. Deze maatregel is afgerond. Lokaal zijn doorstromingsmaatregelen uitgevoerd, waardoor de luchtkwaliteit en leefbaarheid voor omwonenden is verbeterd.
10
HET VERBETEREN VAN DE LUCHTKWALITEIT Wie kan het beste wat doen? Luchtverontreiniging is een grensoverschrijdend probleem en vereist actie vanuit alle overheidslagen. De samenwerking in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit blijft daarom ook in de toekomst nodig.
Voor een effectieve aanpak van de luchtproblematiek is het belangrijk dat elke partij haar verantwoordelijkheid neemt en de maatregelen neemt die het beste bij die partij passen: Europa: brongerichte maatregelen op Europees niveau (bijvoorbeeld eisen aan de uitstoot van nieuwe voertuigen) zijn de meest effectieve maatregelen.
Rijksoverheid: kan het Europese bronbeleid versterken worden door fiscale maatregelen en subsidies.
Gemeente: kan maatregelen nemen die de stedelijke achtergrond verlagen (bijvoorbeeld instellen van een milieuzone)
Provincie: is concessiebeheerder voor het openbaar busvervoer. Verder heeft de provincie het juiste schaalniveau voor gemeentegrens overstijgende maatregelen, zoals faciliteren tank- en laadinfrastructuur voor schone brandstoffen. Verder kan een goed provinciaal ruimtelijk beleid nieuwe knelpunten voorkomen.
Mate van invloed
Rijksweg
Maatschappelijke organisaties, marktpartijen en burgerinitiatieven: resultaten kunnen niet bereikt worden door de overheid alleen. Verschillende grote en kleine initiatieven dragen al bij aan een schonere lucht, zoals het initiatief van Natuur & Milieu om elektrische auto’s te verkopen en het low car diet van de stichting Urgenda.
Stadsweg
Rijksweg
Provinciale weg
Wegbeheerder: de aangewezen partij om verkeersmaatregelen te treffen die de lokale piekbelastingen aanpakken, zoals snelheidsverlaging, verbeteren doorstroming, routeinformatie, enzovoort. Het Rijk heeft invloed op de rijkswegen, de provincie op de provinciale wegen en de gemeente op de gemeentelijke wegen.
Veehouderij
11
SMOG
Smog – een samenvoeging van ‘smoke’ (rook) en ‘fog’ (mist) – betekent een (korte) periode van verhoogde luchtverontreiniging. Deze kan enkele uren of dagen aanhouden en er treden nadelige gevolgen op voor de gezondheid.
Wintersmog kan ontstaan als de verontreinigende stoffen als het ware gevangen zit in de onderste luchtlaag. De onderliggende luchtlaag is dan kouder zijn dan de bovenliggende
Zomersmog ontstaat door warmte en zonlicht is een mengsel van verhoogde concentraties ozon en fijnstof. Ozon
Zomersmog kan ontstaan op zonnige, warme dagen met stabiel, helder weer en lage windsnelheden.
fijnstof
In de winter is de smog een mengsel van verhoogde concentraties fijnstof en stikstofdioxide. link: hoe schoon is onze lucht?
Tegenwoordig hebben we in de provincie Utrecht hooguit enkele dagen per jaar last van matige smog. Provincie Utrecht matig
25
Aantal dagen smog in Nederland matig
ernstig
11
11 8 5
3
5
0
0 2005
4
3
2 2004
7
6
6
5
2006
2 0
0 2007
2008
0
0 2009
0 2010
1
2 0 2011
1
3
3
0 2012
0 2013
HOE DOET DE PROVINCIE UTRECHT HET I N V E R G E L I J K I N G M E T N E D E R L A N D E N E U R O PA ? In heel Nederland is dezelfde trend zichtbaar: de concentraties van de stoffen stikstofdioxide en fijnstof in de lucht dalen gestaag. Bijna overal in Nederland liggen de concentraties (vaak ruim) onder de grenswaarden. Er resteren alleen nog een aantal lokale knelpunten. De knelpunten liggen vooral in de grote steden en in gebieden met veel intensieve veehouderijen of industrie. De concentraties fijnstof en stikstofdioxide waaraan de inwoners van Utrecht worden blootgesteld zijn relatief hoog in vergelijking met de andere provincies.
NO2 blootgestelde woningen De gemiddelde concentratie stikstofdioxide per woning is hoog in vergelijking met andere provincies (gemiddelde concentratiewaarde NO2 in microgram/M3 per woning). 25,7
Zuid-Holland
Meetresultaten Europa
NO2 ≤ 20
Utrecht
22,2
20 - 31
Noord-Brabant
22,1
31 - 40
Noord-Holland
20,1
Limburg
19,7
Gelderland
19,4
Zeeland
18,7
Overijssel
>50
Link kaart NO2
15,7 14,8
Flevoland
13,7
Groningen
13,0
Drenthe Friesland
40 - 50
-
12,3
Ook in Europa wordt de lucht langzaam schoner. Binnen Europa neemt Nederland een middenpositie in. Metingen laten zien dat in de meeste Europese landen ook overschrijdingen van de grenswaarden optreden.
PM10 ≤ 20 20 - 31 31 - 40
PM10
N02
40 - 50 >50
22 – 33%
3 – 13%
van de Europese bevolking wordt blootgesteld aan concentraties boven de Europese normen voor fijnstof
van de Europese bevolking wordt blootgesteld aanaan concentraties boven de normen voor stikstofdioxide
Link kaart PM10
12