Rapportage Pilot Wensbus
Evaluatie ten behoeve van de monitoring van de resultaten en mogelijke voortzetting van de pilot na de 1e fase c.q. de initiële periode van 6 maanden.
Colofon Uitgave Provincie Limburg bezoekadres: Limburglaan 10 te Maastricht postadres: Postbus 5700, 6202 MA Maastricht tel.: +31 (0)43 389 99 99 e-mail:
[email protected] www.limburg.nl
14-2547 OMSLAG rapport wensbus
Rapportage Pilot Wensbus
Evaluatie ten behoeve van de monitoring van de resultaten en mogelijke voortzetting van de pilot na de 1e fase c.q. de initiële periode van 6 maanden.
Cluster Mobiliteit Team Openbaar Vervoer
Maastricht, september 2014
4
Inhoudsopgave 1. Aanleiding7
2. Pilot Wensbus
3. De evaluatie
9
11
4. Tendensen13 4.1. Inrichting en continuïteit van de Wensbus organisatie
13
4.2. Een aantoonbare lokale vervoersbehoefte
13
4.3. Aansluiting op het openbaar vervoer
14
4.4. Overig15
5. Trends17
6. Conclusie: De wensbus leeft!
Rapportage Pilot Wensbus
19
5
6
1
Aanleiding
In december 2016 lopen de huidige twee OV concessies voor respectievelijk Noord- en Midden-Limburg en Zuid-Limburg af en zal een nieuwe concessie ingaan. Iedere concessie heeft gebieden die niet door het Openbaar Vervoer (OV) bediend worden, meestal dun bevolkte gebieden met weinig reizigers. Vooruitlopend hierop bezinnen provincie, Vereniging Kleine Kernen Limburg en gemeenten met kleine kernen zich over mogelijke oplossingen omdat pas na de verlening van de nieuwe OV-concessie definitief duidelijk zal worden op welke wijze deze gebieden en de daarin liggende kleine kernen door het openbaar vervoer bediend kunnen gaan worden. Hiervoor is de pilot Wensbus in het leven geroepen. Doel van de pilot Wensbus is bij te dragen aan de maatschappelijke cohesie van het openbaar vervoer systeem. Tijdens een proefperiode van 6 maanden is verkend of de wensbus een mogelijke vorm van maatwerkvervoer aansluitend aan bestaande OV lijnen kan zijn in kleine kernen of minder ontsloten wijken in Noord-, Midden- en Zuid-Limburg. Gebieden die slecht of niet bereikbaar zijn via het reguliere openbaar vervoer. In deze gebieden reikt de vervoersvraag niet verder dan ca. 20 in- en uitstappers per dag. De wensbus zelf is een kleine bus voor maximaal 8 personen waarvan de inzet door de bewoners zélf, op basis van vrijwilligheid, afhankelijk van vraag en behoefte wordt georganiseerd. Het betreft tevens een experimenteel sociaal concept om bij te dragen aan de versterking van de sociale cohesie in een gemeenschap en vergroting van de leefbaarheid in kleine kernen en wijken. De pilot is op voorhand hoe dan ook een succes, omdat het onderzoek zal uitwijzen dát er een vervoersbehoefte is, of juist dat er géén vervoersbehoefte is. In beide gevallen zal de provincie de resultaten goed kunnen benutten bij de verdere uitwerking van de nieuwe concessie. Los hiervan is de verwachting dat een dergelijke vervoersmodaliteit op termijn zal bijdragen aan de vergroting van het aantal reizigers dat deelneemt aan het openbaar vervoer.
Rapportage Pilot Wensbus
7
8
2
Pilot Wensbus
In februari 2014 is bij wijze van proef voor de duur van 6 maanden, in 6 pilotgebieden verspreid door Limburg, de pilot Wensbus gefaseerd van start gegaan. Uit 18 inzendingen van dorps- en wijkraden en gemeenten zijn er 10 geselecteerd die (gecombineerd) meedoen aan de pilot: Pilot 1
Merselo Vredepeel W1 (Venray)
Start 11 februari 2014
Pilot 2
Kronenberg Evertsoord W2 (Horst aan de Maas)
Start 28 februari 2014
Pilot 3
Nieuw-Lotbroek Weustenrade W4 (Heerlen & Voerendaal)
Start 13 maart 2014
Pilot 4
Ottersum Ven-Zelderheide W3 (Gennep)
Start 2 april 2014
Pilot 5
Buggenum Nunhem W6 (Leudal)
Start 18 april 2014
Pilot 6
Schinnen W5 (Schinnen)
Start 9 mei 2014
Organisatie en financiën (uitgangspunten) Bij de uitschrijving van de pilot heeft de Provincie Limburg aangegeven dat zij diegenen die een kleinschalige vervoersvoorziening willen regelen helpt met: ■■
Materieel en vervoerkosten (waaronder ook medische keuring en opleiding chauffeurs). Ondersteuning bij organisatorische, juridische, technische en verzekeringsaspecten. De Provincie draagt de hiermee gemoeide kosten ad € 150.000,00 excl. btw excl. brandstofkosten.
De Provincie Limburg heeft de Wensbus deelnemers gevraagd zich te ontfermen over: ■■
Een uitvoerbare aanpak.
■■
De organisatie op lokaal niveau waaronder werving van de vrijwilligers en reizigers en de daarbij behorende publiciteit/communicatie over de pilot.
Zelfredzaamheid De 6 organisaties zetten op eigen kracht, van onderop, de pilots op. Ter stimulering van de zelfredzaamheid, voldoende eigen bewegingsruimte en armslag, worden ze hierbij zo vrij mogelijk gelaten. Tevens wordt er ruimte voor experiment geboden. Hiermee is beoogd organisaties met een solide thuisbasis te laten ontstaan, die probleemloos het hoofd kunnen bieden aan vervoer-specifieke problematieken en hieruit voorkomende situaties. Om de pilotorganisaties op weg te helpen heeft de provincie: ■■
Aanvullende ondersteuning geboden in de vorm van advies voor de communicatie aanpak en een communicatiepakket c.q. een huis-aan-huis-mailing bestaande uit een flyer, poster, stickervellen, gratis wensbus-rit-bon, enveloppen en een brief met uitleg over het Wensbus project.
■■
Aan ieder pilot een startsubsidie ad € 1.000,00 toegekend als tegemoetkoming in de eerste onkosten.
■■
De ritgelden naar de kas van de dorps- en wijkraden c.q. organiserende stichting laten gaan.
■■
De vrijwilligersorganisaties en de reizigers maximaal verzekerd.
Rapportage Pilot Wensbus
9
Monitoring Ten behoeve van de monitoring van de uitvoering is een provinciaal begeleidingsteam in het leven geroepen met vertegenwoordigers van de provincie, Vereniging Kleine Kernen Limburg en adviseur Veolia. Dit team heeft de pilot organisaties in voorbereiding op de start van de pilots, daar waar nodig, de helpende hand geboden om te komen tot een plan van aanpak en essentiële instrumenten en formulieren die nodig zijn om de organisatie gestroomlijnd te krijgen. Na de start van de pilots waren de gesprekken van het begeleidingsteam met de pilotorganisaties gericht op de monitoring van de uitvoering in aanloop naar de evaluatie.
10
3
De evaluatie
Om te kunnen beoordelen of de pilot beantwoordt aan het doel waarvoor ze in het leven geroepen is, wordt de uitvoering gemonitord aan de hand van de volgende specifieke criteria: ■■
de inrichting en continuïteit van de wensbus organisatie;
■■
een aantoonbare lokale vervoersbehoefte;
■■
aansluiting op het openbaar vervoer in de regio.
De evaluatie in augustus is gebeurd door middel van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Ten behoeve van het kwantitatief onderzoek dienen de pilotorganisaties 1x per maand een zgn. maandafsluiting in met daarop een registratie van meetbare gegevens zoals gereden kilometers, brandstofverbruik, ingezette vrijwilligers, aantal dagen dat gereden wordt, het aantal ritten dat gereden wordt, het aantal reizigers dat gebruik heeft gemaakt van de bus, het evt. aantal klachten dat is binnengekomen etc. Daarnaast heeft het begeleidingsteam in het kader van de kwalitatieve evaluatie eenmaal drie maanden na de start van de individuele pilots met de pilotorganisaties gesproken en vervolgens zes maanden na de start van de eerste pilot in augustus geëvalueerd door middel van een ‘dwarsdoorsnede’ interview met alle pilots. Een schriftelijke enquête onder gebruikers en twee ronde-tafel-gesprekken met gebruikers maakten tevens deel uit van het kwalitatieve onderzoek.
Rapportage Pilot Wensbus
11
12
4
Tendensen
Er is groot draagvlak voor het project. Een grote groep vrijwilligers, bestaande uit (niet-)werkenden, gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden in verschillende dorpen en een wijk zet zich inmiddels op eigen kracht, enthousiast en met grote gedrevenheid in. Iedere pilot kent zijn eigen tempo. In het algemeen kan gezegd worden dat ze allemaal goed van de grond gekomen zijn en goed lopen. Aan de hand van de hiervoor genoemde specifieke criteria gaan we in de volgende paragrafen in op onze bevindingen.
4.1
Inrichting en continuïteit van de Wensbus organisatie
Er zijn degelijke organisaties in het leven geroepen, die stevig geworteld zijn in de lokale gemeenschap. De betrokken vrijwilligers zijn stabiele en gemotiveerde mensen, die gedreven en met veel inzet en groot enthousiasme werken aan het slagen van de pilots. De volgende tendensen zijn zichtbaar geworden: ■■
De continue werving en het op pijl houden van het vrijwilligersbestand is in alle pilots een punt van aandacht en zal dit natuurlijk ook blijven; het advies is geweest om per pilot 20 chauffeurs beschikbaar te hebben op basis van 0,5 dag inzet per 2 weken; het gaat goed, maar meer chauffeurs zijn gewenst.
■■
De ingezette lijndienst (vaste) routes in 4 pilots zijn niet erg in trek bij de reizigers (geen parallelliteit OV routes); de bussen reden aanvankelijk leeg door het gebied. Dit heeft demotiverend gewerkt waardoor een aantal chauffeurs is afgehaakt.
■■
De pilots die een lijndienst ingezet hebben gaan alle langzaamaan over op (vraagafhankelijk) deur-totdeur vervoer omdat dit meer reizigers trekt.
■■
De coördinatorfunctie is het zwaarst belast; ten behoeve van een adequate vervanging zijn er per pilot zo mogelijk meerdere coördinatoren en/of leidt de coördinator zelf planners op die in staat zijn de dagelijkse planning van wensbusritten zelfstandig uit te voeren;
■■
Opvallend is dat 4 van de 6 primaire coördinatoren uit de vervoer dan wel logistieke sector afkomstig zijn en dat hiervan 3 mensen een WW-uitkering ontvangen; één van hen heeft inmiddels een baan gevonden, de coördinator in kwestie blijft in zijn vrije tijd werkzaam voor de Wensbus; bij de sollicitatie werd het werk voor de Wensbus door de nieuwe werkgever positief gewaardeerd.
4.2
Een aantoonbare lokale vervoersbehoefte
Alle pilotorganisaties hebben ervaren dat de mensen niet vanzelf instappen. Dit in tegenstelling tot de vele positieve reacties in de aanloop naar de start van de pilot. De vervoersbehoefte was in sommige gebieden al (latent) aanwezig, maar wordt ook deels in het leven geroepen door gerichte acties. De werving van reizigers is o.a. gebeurd via regionale en lokale media, een huis-aan-huis mailing en vele persoonlijke contacten.
Rapportage Pilot Wensbus
13
Reizigersaantallen gespecificeerd naar pilot: Febr
Mrt
April
Mei
Juni
Juli
Aug
Totaal
Gem totaal
Gem aug
1. Merselo Vredepeel Start 11/2/2014
*
*
14
58
113
110
36
321
5
5
2. Kronenberg Evertsoord Start 28/2/2014
-
41
74
206
152
137
196
806
8
10
3. Nieuw-Lotbroek Weustenrade Start 13/3/2014
-
3
46
42
36
27
57
211
2
3
4. Ottersum Ven-Zelderheide Start 2/4/2014
-
-
27
57
121
100
95
400
4
4
5. Buggenum Nunhem Start 18/4/2014
-
-
3
19
69
124
111
346
4
6
6. Schinnen Start 9/5/2014
-
-
-
9
63
194
279
545
7
13
44
164
391
554
692
774
2.629
5
7
Pilot
Totaal
De reizigersaantallen van pilot 1 zijn niet representatief, omdat in de eerste maanden niet geregistreerd is. De beoogde coördinator heeft zich op het laatste moment teruggetrokken. De reizigersaantallen van pilot 3 blijven achter bij de andere pilots. Buiten dat deze pilot in hoofdzaak in het stedelijk gebied plaatsvindt is hiervoor nog geen direct aanwijsbare reden gevonden. Uit de pilots komt naar voren dat positieve berichtgeving in de krant en de persoonlijke contacten met potentiële reizigers en instanties (winkel, zorgcentra, verenigingsleven e.d.) het meest effectief zijn. De volgende tendensen zijn zichtbaar geworden: ■■
Naarmate de bekendheid van de Wensbus groeit maken steeds meer mensen gebruik van de bus, er is een gestage groei van het aantal reizigers.
■■
In totaal hebben de Wensbussen in de 6 pilotgebieden in de periode 11 februari t/m 31 augustus 2.629 mensen vervoerd.
■■
De teller staat nu op gemiddeld 5 reizigers per dag; dit gemiddeld aantal reizigers per dag komt overeen met de geconstateerde vervoersbehoefte in de in het kader van de aanbesteding gedefinieerde zoekgebieden.
■■
14
Een aantal pilotorganisaties buigt zich inmiddels over de uitbreiding van het doelgebied.
4.3
Aansluiting op het openbaar vervoer
De wensbus is o.a. bedoeld voor het vervoer van reizigers uit kleine kernen en wijken naar de dichtstbijzijnde OV-halte. Dit wordt door alle pilots actief aangeboden. Bij de inrichting van de pilots is aan de pilotorganisaties echter ook de voorwaarde meegegeven dat de Wensbus geen OV routes mag dubbelen. De volgende tendens is zichtbaar geworden: ■■
De vraag naar vervoer naar de dichtstbijzijnde OV-halte is matig; van de lijndiensten/vaste routes die veelal OV-haltes aandoen wordt tot nog toe weinig tot soms geen gebruik gemaakt.
Redenen waarom er vooralsnog weinig vraag naar de aansluiting op het OV zijn dat: ■■
De eerste prioriteit van pilot organisaties het ontwikkelen van alternatieven is die beter aansluiten bij de vraag.
■■
Het reisgedrag van mensen niet zomaar verandert door het aanbieden van een nieuwe vorm van vervoer; bekendheid, duurzaamheid, betrouwbaarheid, gemak en veiligheid van het vervoer zijn belangrijke factoren om het reisgedrag te kunnen beïnvloeden.
Adviseur Veolia geeft aan dat zij als professionele vervoerder ca. 3 jaar nodig hebben voordat nieuwe lijnverbindingen rendement beginnen op te leveren. De vervoerder is verbaasd over de ontwikkeling in de reizigersaantallen die in sommige gebieden zodanig is dat de vervoerder daar nog eens naar zou willen kijken.
4.4
Overig
Ten aanzien van gebruikers en gewenste reizen kwam uit de beide ronde-tafel-gesprekken ook het volgende naar voren: ■■
Zelfstandige senioren moeten over een drempel heen voordat zij gebruik gaan maken van een (nieuw en nog onbekend) vervoermiddel; zodra men er mee vertrouwd is valt deze drempel weg.
■■
Gebruikers van de Wensbus waarderen de vriendelijkheid van de chauffeurs en dat ze rechtstreeks, zonder omwegen, naar een bestemming gereden worden in hoge mate.
■■
Het gebied waarbinnen men met de Wensbus reist vindt men soms te beperkt.
■■
Het bestaan van de Wensbus kan nog beter onder de aandacht worden gebracht, het advies hierbij is vooral te laten weten wat de Wensbus wel doet, in plaats van wat de Wensbus allemaal niet is (geen taxi, geen OV, etc.).
■■
De tijden waarop de Wensbussen rijden zijn afgestemd op niet-werkenden; er bestaat ook behoefte aan ritten in de avonduren, bijvoorbeeld naar activiteiten of feesten.
■■
De Wensbus biedt groepen van ouderen en kinderen de gelegenheid om samen te reizen.
Rapportage Pilot Wensbus
15
16
5
Trends
De pilot organisaties in landelijke gebieden doen veel, zo niet alle mogelijke, moeite om de sociale voorzieningen (scholen, dagvoorziening, activiteitenbegeleiding e.d.), die nog aanwezig zijn, voor de inwoners in de kleine kernen te behouden. Men wil de kaalslag door het verdwijnen van de warme bakker, slager, supermarkt, pinautomaat etc. uit de kleine kernen en wijken waar mogelijk een halt toe roepen. Uit onderzoek 1 is gebleken dat bewoners van kleine kernen zich realiseren dat voorzieningen in hun eigen kern vaak niet langer in stand te houden zijn. Het is belangrijk voor hen dat de aanwezige voorzieningen in een nabij gelegen stad of dorp wél voor hen bereikbaar zijn en blijven! Voorafgaand aan de evaluatie in augustus heeft iedere pilotorganisatie 50 vragenlijsten verdeeld onder de gebruikers van de Wensbus met het verzoek deze ingevuld te retourneren. Wij hebben 58 vragenlijsten retour ontvangen. Uit de antwoorden komt naar voren dat: ■■
De Wensbus voornamelijk oudere vrouwen vervoert en in 2e instantie kinderen.
■■
1) Het ziekenhuis, 2) de huisarts, 3) de tandarts, 4) de fysiotherapeut of 5) gericht winkelen (geen funshopping) wordt gecombineerd met een bezoek aan de dokter (huisarts, fysiotherapeut) en 6) anders (een diversiteit aan bestemmingen, zoals de kerk, de muziekschool, de dagopvang, de opticien etc.) frequente bestemmingen zijn die worden aangedaan.
■■
Veel geënquêteerden zeggen zonder wensbus de deur niet uit te komen.
■■
De meeste reizigers enkele dagen in de week of een tot drie dagen in de maand met de Wensbus reizen.
■■
De reizigers tevreden zijn over coördinatoren, chauffeurs, bus en ritprijs.
■■
De Wensbus een 9 als gemiddeld rapportcijfer krijgt.
Bij de volgende evaluatie zal dieper op deze antwoorden worden ingegaan.
18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
10
9
8,5
8
7
Rapportcijfer
1 Toekomstvisie 2020 Gemeente Echt-Susteren. Onderzoek VKKL naar initiatieven van onderaf in het kader van de ontwikkeling van Dorpsontwikkelingsplannen (DOP).
Rapportage Pilot Wensbus
17
18
6
Conclusie: De wensbus leeft!
De 6 pilots zijn goed van de grond gekomen en het aantal reizigers dat gebruik maakt van de Wensbus neemt zienderogend toe. De Wensbus beantwoordt zichtbaar aan een vervoersbehoefte in kleine kernen. De 1e fase is succesvol en toont aan dat de pilot alle voorwaarden in zich draagt om te beantwoorden aan het doel waarvoor hij in het leven geroepen is: ‘het ontsluiten van kleine kernen of minder ontsloten wijken in Noord-, Midden- en Zuid-Limburg die slecht of niet bereikbaar zijn via het reguliere openbaar vervoer alsook de versterking van de sociale cohesie van de lokale gemeenschap’. De wensbus leeft bij de inwoners in kleine kernen en wijken en in regionale en lokale media. Ook professionele partijen moeten wennen aan het verschijnsel Wensbus en zijn nog vaak op zoek naar hoe hiermee om te gaan. In 5 van de 6 pilots kijken gemeenten actief mee. Daarnaast heeft de pilot de aandacht getrokken van het UWV, de vakbonden en het rijk o.a. in het kader van de landelijke discussie over de verruiming van de regelgeving voor vrijwilligers met een WW-uitkering 2. Gelet op het spanningsveld tussen werkgelegenheid en vrijwilligerswerk, mede als gevolg van de aanstaande invoering van de participatiewet per 1 januari 2015, is het van belang een open discussie te voeren over wat de Wensbus is in relatie tot voornoemde wet, de Wet Personenvervoer 2000, de Concessie Openbaar Vervoer en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. ‘De Wensbus is: een onderzoek naar de vervoersbehoefte in kleine kernen en wijken in de vorm van een proef met kleinschalig maatwerkvervoer, uitgevoerd door vrijwilligers, ter versterking van de sociale cohesie van kleine kernen en wijken, in aansluiting op bestaande openbaar vervoerslijnen in Limburg. De Wensbus is geen OV, geen taxi of speciaal doelgroepenvervoer. De pilot is juridisch ingebed in de vigerende OV-concessies, maar geen onderdeel van de concessies en het OV zelf. De pilot organisaties zijn pas begonnen, de proef is zeker nog niet klaar. Er is meer tijd nodig om de organisaties te stroomlijnen en de aanwezige vervoersvraag te doorgronden. Het tempo waarin het vervoersinitiatief verder ontwikkeld wordt, wordt bepaald door de kracht van onderop, de vrijwilligers. Daarom is het van belang om de pilot organisaties tot het einde van de huidige concessies de gelegenheid te geven om de pilot samen met eventuele partners verder uit te bouwen.
2 Dit onderwerp wordt in de Kamer behandeld in het kader van de wetswijzing Verzamelwet 2015.
Rapportage Pilot Wensbus
19
w w w. l i m b u r g . n l