Rapportage onderzoek efficiency en effectiviteit "Energieregelingen binnen Programma Energiek Groningen"
Afdeling Financiën & Control – cluster Concerncontrol 12 maart 2015
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
INHOUDSOPGAVE Managementsamenvatting.
3
1. Inleiding. 1.1. Aanleiding/probleemstelling. 1.2. Onderzoeksopzet. 1.3. Beleidskader. 1.4. Leeswijzer.
5 5 5 5 6
2. Efficiency en effectiviteit energieregelingen. 2.1 Asbest dak eraf, zonnepanelen erop. 2.2 Tijdelijke Energiepremie Groningen, de TEP. 2.3 Lokale Energie. 2.4 Rijden op groen gas. 2.5 Tankstation duurzame brandstoffen. 2.6 Duurzaamheidslening. 2.7 Helpende Hand. 2.8 NEND (Nachhaltige Energien Niederlande Deutschland).
7 8 10 11 12 13 14 15 16
3. Conclusies & aanbevelingen energieregelingen.
19
4. Relatie met Programma Energiek Groningen.
21
Bijlage I: Lijst van geïnterviewden en gebruikte bronnen
22
2
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
Managementsamenvatting. Op basis van artikel 217a uit de Provinciewet hebben Gedeputeerde Staten (GS) onderzoek laten doen naar de efficiency en effectiviteit van de verschillende energieregelingen binnen het Programma Energiek Groningen. Energie is één van de kerntaken van de provincie Groningen. De energieregelingen moeten worden gezien als een instrument om onze ambities en doelstellingen op het gebied van energie te realiseren. Met deze energieregelingen (8 stuks) is een bedrag gemoeid van € 7,6 miljoen. Hiervan is momenteel een bedrag van € 3,7 miljoen besteed. Gemiddeld per regeling gaat het dus om ca. € 0,95 miljoen, waarbij de looptijd veelal gemiddeld rond de 2 jaar bedraagt. Onderzocht is of de nodige inspanningen zijn verricht om de middelen behorend bij de energieregelingen efficiënt in te zetten. Hierbij moet worden gedacht aan de organisatie van de uitvoering, het opstellen van beleidskaders en toetsingscriteria, de beoordeling van subsidieaanvragen, het beheersen van budgetten en het rapporteren over de voortgang van de energieregelingen. Per energieregeling zijn deze aspecten getoetst. Tevens is onderzocht in hoeverre de diverse energieregelingen effectief zijn. Hierbij is in eerste instantie onderzocht in hoeverre de doelen van de energieregelingen zijn bereikt. Verder is met een schuin oog gekeken naar de relatie met de doelen van het Programma Energiek Groningen.
Conclusies en aanbevelingen efficiency.
Geconcludeerd kan worden dat de uitvoeringskosten die bij uitbesteding van regelingen aan de orde zijn ten koste gaan van de beschikbaar gestelde middelen voor het realiseren van doelen. Van het totaal budget van de energieregelingen die worden uitgevoerd door een externe uitvoerder ad. € 4.320.914 wordt een bedrag van € 557.855 (ca. 13%) besteed aan uitvoeringskosten. Vastgesteld kan worden dat de maximaal aan te vragen subsidie uit energieregelingen bij twee regelingen als laag is te betitelen, de maximale subsidiebedragen zijn in deze gevallen kleiner dan € 10.000. Hierdoor zijn de externe uitvoeringskosten relatief gezien hoog in relatie tot het aangevraagde subsidiebedrag. Dit geldt ook voor de relatie met de interne uitvoeringskosten. Gesteld kan worden dat het aanvragen van lagere bedragen in zijn algemeenheid leidt tot relatief veel aanvragen en dus tot een hoge administratieve last. De vele benodigde afstemmomenten met verschillende partijen en deskundigen zijn hieraan debet. Op basis van bovenstaande twee punten kan worden gesteld dat het uitvoeren van 8 energieregelingen een hogere administratieve en bestuurlijke lastendruk met zich mee brengt, dan wanneer voor minder energieregelingen c.q. bundeling van energieregelingen zou zijn gekozen. De middelen die voor het uitvoeren van de verschillende energieregelingen beschikbaar zijn gesteld komen in sommige gevallen uit verschillende beleidskredieten. Hierdoor kan niet met 1 druk op de knop inzicht worden verkregen in de besteding van de beschikbare middelen voor de uitvoering van de energieregelingen. Geconcludeerd kan worden dat het administratieve proces voor het uitvoeren van de afzonderlijke regelingen in het algemeen goed is ingericht. Hiermee wordt een positieve bijdrage geleverd aan de efficiency. Bij één regeling liet het proces op het gebied van informatievoorziening te wensen over. Het tijdig kunnen publiceren van het bereiken van het subsidieplafond heeft niet kunnen plaatsvinden, waardoor de provincie Groningen extra geld beschikbaar heeft moeten stellen.
Geadviseerd wordt om: De energieregelingen zoveel mogelijk te bundelen in één regeling zodat de uitvoeringskosten en de administratieve en bestuurlijke lastendruk zal worden verlaagd. Het is van belang de administratie hierop goed af te stemmen. Regelingen waarbij in IPO verband of anderszins wordt samengewerkt met andere partijen kunnen een uitzondering zijn op deze bundeling, omdat bij die regelingen andere efficiency afwegingen worden gemaakt. Bij het bundelen is het ook van belang stil te staan bij de verschillende doelgroepen die aan de orde zijn. Goed te kijken naar het minimale subsidiebedrag dat aangevraagd kan worden mede in relatie tot het streven naar een zo groot mogelijke effectiviteit.
3
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
Conclusies en aanbevelingen effectiviteit.
Geconcludeerd kan worden dat bijna alle energieregelingen gedurende de looptijd zijn aangepast (bijv. proces, criteria). Deze aanpassingen zijn ingegeven vanuit de insteek dat het uitgeven van meer geld kan leiden tot het vergroten van de effectiviteit van de regelingen. Vastgesteld kan worden dat het uitvoeren van de energieregelingen is belegd bij verschillende bestuurlijke portefeuillehouders en ambtelijke betrokkenen. Hiermee wordt het risico gelopen dat onvoldoende gehandeld wordt vanuit een breed afwegingskader. Dit bemoeilijkt het proces van sturing, het bepalen van de juiste focus en prioriteitstelling. Er is een aantal provinciale regelingen die in eerste instantie zijn medegefinancierd uit Europese middelen. De voorwaarden die behoren bij het inzetten van deze Europese middelen zijn complex en streng. Door extra provinciale middelen in te zetten zijn deze regelingen beter gaan lopen. Geconcludeerd kan worden dat de doelen van de energieregelingen "Asbestdak eraf, zonnepanelen erop" en "Tankstations duurzame brandstoffen" niet worden behaald. Wij hebben begrepen dat de regeling "Asbestdak eraf, zonnepanelen erop" wordt aangepast en dat de regeling "Tankstations duurzame brandstoffen" is vervangen door een nieuwe regeling "Vulpunten Groen Gas". Vastgesteld is dat de doelen van de verschillende energieregelingen op een goede wijze aansluiten bij de doelen van het Programma Energiek Groningen. De verschillende energieregelingen zijn ondersteunend aan het realiseren van de doelen uit het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 (POP) en de doelen uit het Programma Energie 2012-2015. Het verstrekken van relatief lage subsidiebedragen kent een hoge administratieve last, maar veel lage subsidiebedragen kunnen effectiever zijn dan een paar hoge bedragen, zeker als de doelgroep particulieren is. Recent hebben GS de Omgevingsvisie (opvolger POP) vastgesteld. Het algemene uitgangspunt is dat de provincie Groningen zich meer dan tot nu toe richt op taken waarmee zij beeldbepalend kan zijn c.q. het verschil kan maken en op taken die gemeente overstijgend zijn.
Geadviseerd wordt om: De uitvoering van de energieregelingen te beleggen bij 1 verantwoordelijk bestuurlijke portefeuillehouder. Dit leidt tot het scherper kunnen focussen en prioriteren. Ook in relatie met het behalen van de doelen en nut en noodzaak voor het evt. aanpassen van regelingen is hierbij van belang. Te onderzoeken in hoeverre de verschillende energieregelingen daadwerkelijk bijdragen aan de nieuwe rol- en taakopvatting van de provincie Groningen, waarbij het gaat om: 1) taken waarmee het verschil wordt gemaakt en 2) taken die gemeente overstijgend zijn.
4
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
1. Inleiding. 1.1. Aanleiding/probleemstelling. In het najaar van 2014 hebben Gedeputeerde Staten (GS) besloten tot een onderzoek naar de efficiency en effectiviteit van de energieregelingen binnen het Programma Energiek Groningen van de provinciale begroting. Met het uitvoeren van dit onderzoek voldoen GS daarmee tevens aan artikel 217a van de Provinciewet, waarin staat vermeld dat GS onderzoeken naar de efficiency en de effectiviteit uit moeten laten voeren. Het onderzoek naar de efficiency en effectiviteit van de energieregelingen is als volgt verricht: Onderzocht is of de nodige inspanningen zijn verricht om de middelen behorend bij de energieregelingen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Hierbij moet worden gedacht aan de organisatie van de uitvoering, het opstellen van beleidskaders en toetsingscriteria, de beoordeling van subsidieaanvragen, het beheersen van budgetten en het rapporteren over de voortgang van de energieregelingen. Per energieregeling zijn deze aspecten getoetst. Onderzocht is in hoeverre de diverse energieregelingen effectief zijn. Hierbij is in eerste instantie onderzocht in hoeverre de doelen van de energieregelingen zijn bereikt. Verder is met een schuin oog gekeken naar de relatie met de doelen van het Programma Energiek Groningen om inzicht te krijgen of de energieregelingen bijdragen aan de maatschappelijke ambities en doelstellingen.
1.2. Onderzoeksopzet. Het onderzoek is verricht aan de hand van interviews, rapportages van uitvoerders, tussenrapportages, evaluatiedocumenten, afdelingsnota's en overige relevante documenten.
1.3. Beleidskader. De energieregelingen komen voort uit het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 (POP), dat is vastgesteld door Provinciale Staten (PS) en Gedeputeerde Staten (GS). Dit POP is nader uitgewerkt in de provinciale Begroting (Programma Energiek Groningen) alsmede in het Programma Energie 2012-2015. Vanuit het Programma Energie 2012-2015 en het Energie Akkoord 2008-2011 zijn de afzonderlijke energieregeling tot stand gekomen en vastgesteld door GS. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
5
Maatschappelijke ambities en doelen
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
Provinciaal Omgevingsplan. 1. Een sterke regionale economie is de ambitie met als doelstelling een sterk energiecluster. 2. Duurzame energievoorziening is de ambitie met als doelstelling minder uitstoot broeikasgassen en vervanging fossiele energiebronnen.
Begroting 2014 Energiek Groningen. Het leveren van een bijdrage aan de energietransitie en economische structuurversterking door de uitbouw van het (duurzame) energiecluster en het versnellen van decentrale en duurzame energieopwekking.
Uitwerking beleid
Programma Energie 2012-2015. De strategie is om binnen dit Programma gerichte ondersteuning te leveren aan plannen en projecten die bijdragen aan de energietransitie en de economische structuurversterking.
Energieregelingen. Op veel van de beschreven programmalijnen uit het Programma Energie 2012-2015 is de rol van de provincie: kaderstellend, regisserend of/en faciliterend met kennis en kunde. Daarnaast kan de rol van de provincie ook faciliterend zijn door het beschikbaar stellen van subsidies.
1.4. Leeswijzer. In hoofdstuk 2 worden de bevindingen ten aanzien van efficiency/efficiency en effectiviteit/effectiviteit van de afzonderlijke regelingen weergegeven. In hoofdstuk 3 worden de conclusies en aanbevelingen gepresenteerd. Tot slot wordt in hoofdstuk 4 nog kort stil gestaan bij de relatie tussen de doelen van de energieregelingen en de doelen uit het Programma Energiek Groningen.
6
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
2. Efficiency en effectiviteit energieregelingen. In dit hoofdstuk worden de verschillende energieregelingen binnen het Programma Energiek Groningen toegelicht en zullen bevindingen worden geformuleerd. Voor de beoordeling van de efficiency is onderzocht of de nodige inspanningen zijn verricht om de middelen behorend bij de energieregelingen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Hierbij moet worden gedacht aan de organisatie van de uitvoering, het opstellen van beleidskaders en toetsingscriteria, de beoordeling van subsidieaanvragen, het beheersen van budgetten en het rapporteren over de voortgang van de energieregelingen. Per energieregeling zijn deze aspecten getoetst. Voor de effectiviteit is onderzocht in hoeverre de diverse energieregelingen binnen het Programma Energiek Groningen hun doel bereiken. Hieronder is in tabel 1 een overzicht opgenomen waarin per energieregeling de belangrijkste feiten zijn weergegeven. In tabel 2 worden de externe uitvoeringskosten gepresenteerd.
Tabel 1. Overzicht energieregelingen
Aantal beleidsk redieten
Budget
Subsidieplafond
1. Asbestdak eraf, zonnepanelen erop 2. Tijdelijke Energiepremie
1 3
€ 928.000 € 1.660.502
€ 786.115 € 1.463.944
Beschik t subsidiebedrag € 218.910 € 928.950
3. Lokale Energie
1
€ 254.700
€ 105.000
€ 13.660
4. Rijden op groen gas
1
€ 600.000
€ 575.000
€ 307.500
5. Tankstations duurzame brandstoffen
1
€ 170.000
€ 170.000
€ 71.475
6. Duurzaamheidslening
1
€ 877.712
€ 833.000
€ 561.751
7. Helpende Hand
2
€ 375.834
niet bepaald
€ 360.320
8. Nachhaltige Energie NederlandDeutschland (NEND) Totaal energieregelingen
1
€ 2.709.371
€ 2.709.371
€ 1.249.700
€ 7.576.119
€ 6.642.430
€ 3.712.266
Maximum subsidiebedrag
Doel
Realisatie doel
€ 15.000 € 3.050 voor particuliere woningbezitter € 9.050 voor VVE
Sanering van 265.131 m2 asbest Niet gekwantificeerd
46.647 m2 asbest gesaneerd 1014 subsidies verleend
€ 10.000
Niet gekwantificeerd
2 subsidies verleend, 7 aanvragen worden begeleid
€ 2.000 voor personenauto's 230 auto's op groen gas 139 auto's op groen gas € 2.500 voor bestelauto's € 3.000 voor vrachtauto's/ bussen € 5.000 voor ombouwen vulpunten Realiseren van 7 vulpunten 2 vulpunten gerealiseerd € 30.000 voor aardgasvulpunten € 20.000 voor biodiesel/ bioethanolvulpunten € 15.000 Verstrekken van 83 leningen voor gemiddeld bedrag van 47 leningen verstrekt voor een gemiddeld bedrag van € 10.000 € 11.952 € 20.000 Financiële ondersteuning aan 6 gemeenten, Financiële ondersteuning aan 13 gemeenten + begeleiding in menskracht voor 3 gemeenten begeleiding in menskracht aan 8 gemeenten € 175.000, afhankelijk van projectthema Niet gekwantificeerd
7
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen Tabel 2. Externe uitvoeringskosten
1. 2. 3. 4.
Asbestdak eraf, zonnepanelen erop Tijdelijke Energiepremie Lokale Energie* Rijden op groen gas
6. Duurzaamheidslening Totaal externe uitvoeringskosten
Extern uitgevoerd door MMM/ Libau/ LTO SNN NMG/ VDG/ Servicepunt Stichting Energy Expo/ Provincie Groningen SNN/ SVn
Budget € 928.000 € 1.660.502 € 254.700 € 600.000
Uitvoeringsk osten € 141.885 € 196.558 € 149.700 € 25.000
% uitvoeringsk osten 15% 12% 59% 4%
€ 877.712 € 4.320.914
€ 44.712 € 557.855
5% 13%
* De uitvoeringskosten voor Lokale Energie betreffen de kosten van het Servicepunt. Het Servicepunt voert, naast het verstrekken van de subsidies, tevens andere werkzaamheden uit in het kader van Lokale Energie.
In tabel 1 wordt weergegeven uit hoeveel beleidskredieten provinciale middelen beschikbaar zijn gesteld voor de energieregelingen. Deze beleidskredieten vormen allemaal onderdeel van het product Energie en Klimaat uit de Begroting 2014. Energie en Klimaat valt onder de gedeelde verantwoordelijkheid van drie gedeputeerden: Y. van Mastrigt (coördinerend), B. Wilpstra en W. Moorlag.
2.1 Asbest dak eraf, zonnepanelen erop. Vanuit het ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) is voor alle provincies € 20 miljoen vrijgemaakt voor een stimulans van de sanering van asbestdaken. Per 2024 geldt een verbod op het bezit van een asbest dak. Inzet van de stimuleringsregeling was om de jaarlijks 4 miljoen vierkante meter aan gesaneerd dakoppervlak in twee jaar te verdubbelen. In 2012 hebben de staatssecretaris van I&F en Gedeputeerde Staten van alle 12 provincies het convenant IPO-Provincies Stimuleringsregel Asbest dak eraf, zonnepanelen erop ondertekend. Hierin zijn afspraken gemaakt die als kapstok dienen voor de provinciale energieregeling 'Asbestdak eraf, zonnepanelen erop', welke op 1 juli 2013 is opengesteld tot 1 september 2014. De regeling is onderdeel van het Gebouwenplan 2013-2015 en heeft als doel het saneren van asbestdaken en tegelijkertijd om de productie van duurzame energie een impuls te geven. In eerste instantie was het doel om 265.131 m2 asbest te saneren en (afhankelijk van het aantal aanvragen) de plaatsing van 1.590 tot 9.930 kWp aan vermogen in zonne-energie te stimuleren. De agrarische bedrijven in de provincie zijn doelgroep van deze regeling. De regeling is opengesteld van 1 juli 2013 tot 1 september 2014, na verlenging tot 1 september 2015. Voor de regeling is een budget van € 928.000 beschikbaar, na aftrek van de uitvoeringskosten ad. € 141.885 is het subsidieplafond vastgesteld op € 786.115. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag bedraagt € 15.000. Hoewel de belangstelling voorafgaand aan het openstellen van regeling erg groot was, bleef het aantal subsidieaanvragen achter bij de verwachting. Aan het einde van de oorspronkelijke subsidieperiode (1 september 2014) was er slechts 20% van het subsidiebudget uitgegeven. Om de regeling te stimuleren is in gezamenlijk overleg met de overige 11 provincies en het Ministerie van I&M besloten het convenant aan te passen. Dit heeft geleid tot een verbreding van de doelgroep en verruiming en verlenging van de regeling per 1 juli 2014. Na verlenging loopt de regeling tot 1 september 2015. De regeling is echter, ook na aanpassingen, niet succesvol te noemen. Een belangrijke verklaring vormt het feit dat de provincie Groningen relatief veel grote boerderijen heeft en de subsidie hiervoor relatief te klein is. Dit is een geografisch kenmerk voor boerderijen in de provincie Groningen. Aangezien agrarische bedrijven in de provincie de doelgroep van deze regeling vormen, is het de vraag of de regeling goed aansluit bij de doelgroep. In 2015 worden nieuwe aanpassingen in de regeling voorgesteld aan GS gericht op een verdere verruiming van de regeling. De aanpassingen hebben onder andere betrekking op het passender maken van de regeling op de doelgroep. Uit de afdelingsnota blijkt dat hiermee wordt beoogd de effectiviteit van de regeling te verhogen. Ultimo 2014 zijn er 46 subsidies verleend voor een bedrag van € 218.911 voor het saneren van 46.647 m2 asbest en tegelijkertijd het plaatsen van zonnepanelen die 1.170 kWp kunnen opwekken. Landelijk zijn er 886 subsidies verleend voor een bedrag van € 4.008.480 voor het verwijderen van 890.773 m2 en het plaatsen van zonnepanelen die 22.723 kWp kunnen opwekken. De regeling 'Asbest dak eraf, zonnepanelen erop' is uitgevoerd door Meer met Minder (MMM) en Libau. MMM behandelt de aanvragen, stuurt deze voor verdere advisering door naar Libau en verzorgt de beschikkingen. Libau voert de ruimtelijke toets uit voor aanvragen waarbij geen sprake is van 8
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen monumenten en adviseert vervolgens aan MMM. Naast MMM en Libau is ook Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) betrokken bij de uitvoering van de regeling, zij verzorgt de communicatie over de regeling. Vanuit efficiency overwegingen hebben de 12 provincies de uitvoering van de regeling gezamenlijk belegd bij MMM en LTO. Daarnaast heeft de provincie Groningen ook Libau in dit proces betrokken. Het administratieve afhandelingsproces loopt goed. Daarnaast wordt periodiek door MMM gerapporteerd aan de provinciale projectleider. Daarnaast heeft de projectleider toegang tot het systeem van MMM waarin op elk gewenst moment de actuele cijfers kunnen worden geraadpleegd. Op dit moment wordt de provincie van goede informatie voorzien vanuit de uitvoerende partijen en zijn er voldoende mogelijkheden om te kunnen sturen. De aanvragen in de beginperiode van de regeling liepen erg gestaag. Naast het feit dat de regeling niet geheel passend lijkt bij de doelgroep in de provincie Groningen, lijkt een andere oorzaak het moeilijke aanvraagproces waarbij veel gegevens moeten worden verzameld om een volledige aanvraag in te dienen. Ook werd het ontbreken van goede financieringsmogelijkheden naast het verkrijgen van subsidie voor de investering als oorzaak genoemd. Om de agrarische bedrijven verder te helpen worden in samenwerking met LTO de komende periode extra bijeenkomsten georganiseerd met als doel de doelgroep beter te informeren over de regeling en het aanvraagproces. Ook zal MMM bij het afwijzen van aanvragen betere en duidelijkere argumenten aangeven, zodat aanvragers wellicht toch tot een goede aanvraag kunnen komen. Voor het uitvoeren van de regeling zijn provinciale middelen uit één beleidskrediet beschikbaar gesteld. In de administratie worden de kosten voor deze regeling ook alleen op dit krediet verantwoord. Bevindingen efficiency: Voor de regeling is een budget van € 928.000 beschikbaar. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 786.115. De provinciale middelen worden uit één beleidskrediet beschikbaar gesteld. De regeling wordt uitgevoerd door MMM, Libau, LTO en de provincie. De externe uitvoeringskosten voor de regeling bedragen € 141.885. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag bedraagt € 15.000. Het aanvraagproces loopt moeizaam, er worden maatregelen genomen om dit te verbeteren. Het administratieve afhandelingsproces loopt in principe goed, met MMM is wel afgesproken om betere en duidelijkere argumenten aan te geven in afwijzingsbrieven. De informatievoorziening vanuit de uitvoeringsinstanties is goed. Vanuit efficiency overwegingen hebben de 12 provincies de uitvoering van de regeling gezamenlijk belegd bij MMM en LTO. Daarnaast heeft de provincie Groningen ook Libau in dit proces betrokken. Bevindingen effectiviteit: Ultimo 2014 zijn er 46 subsidies verleend voor een bedrag van € 218.911 voor het saneren van 46.647 m2 asbest en tegelijkertijd het plaatsen van zonnepanelen die 1.170 kWp kunnen opwekken. Landelijk zijn 886 subsidies verleend voor een bedrag van € 4.008.480 voor het verwijderen van 890.773 m2 en het plaatsen van zonnepanelen die 22.723 kWp kunnen opwekken. Tussentijds hebben aanpassingen op de regeling plaatsgevonden gericht op een verbreding van de doelgroep en verruiming en verlenging van de regeling. Uit de afdelingsnota blijkt dat hiermee wordt beoogd de effectiviteit van de regeling te verhogen. Het doel van de regeling wordt vooralsnog niet behaald. In 2015 worden nieuwe aanpassingen gericht op een verdere verruiming van de regeling aan GS voorgesteld.
9
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
2.2 Tijdelijke Energiepremie Groningen, de TEP. Vanuit het Rijk, de noordelijke provincies en het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) 2007-2013 zijn middelen (1/3 deel per provincie) beschikbaar gesteld voor het Stimuleringsfonds Energiebesparing Bestaande Bouw (SEBB). Vanuit het Stimuleringsfonds zijn energieregelingen voor corporaties en particulieren ontwikkeld, waaronder ook de Tijdelijke Energiepremie Groningen (TEP). Deze energieregeling heeft als doel het stimuleren van energiebesparende en energie producerende maatregelen in de bestaande woningvoorraad in de provincie Groningen. Deze maatregelen kunnen bijv. gevel-, dak- of vloerisolatie, een warmtepompboiler of een elektrische waterpomp zijn. De doelstelling is verder niet gekwantificeerd. Voor de regeling is na aanpassing van de regeling een bedrag van € 1.660.502 beschikbaar, waarvan € 196.558 voor uitvoeringskosten beschikbaar is. De subsidieplafonds zijn vastgesteld op € 963.052 voor de oorspronkelijke regeling en € 500.892 voor de uitbreiding. De regeling TEP is in eerste instantie opengesteld van 24 april 2014 tot 1 september 2014, na verlening tot 1 april 2015. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag bedraagt € 3.050 voor particuliere woningeigenaren en € 9.050 voor Verenigingen van Eigenaren. Ondanks dat veel is geïnvesteerd in de bekendmaking en promotie van de regeling bleef het aantal aanvragen voor premies achter bij de verwachting, ook in vergelijking met de provincies Drenthe en Fryslân. Het leek erop dat het nemen van 3 of meer maatregelen sec een (te) hoge drempel te vormen om tot een aanvraag te komen. Om de regeling te stimuleren is per 1 september 2014 besloten ook de mogelijkheid te bieden om een premie te krijgen voor het treffen van 1 en/of 2 energiebesparende maatregelen, uit de afdelingsnota blijkt dat hiermee wordt beoogd de effectiviteit van de regeling te vergroten. Daarnaast is de looptijd van de regeling verlengd tot 1 april 2015. Het verbreden van de regeling kon echter niet worden gedekt vanuit de EFRO-middelen en is derhalve gefinancierd vanuit de provincie. De aanpassingen in de energieregeling hebben ertoe geleid dat de regeling beter is gaan lopen. De regeling "Tijdelijke Energiepremie Groningen" is uitgevoerd door het SNN en de provincie Drenthe was penvoerder van het project. Met betrekking tot het EFRO-gedeelte, rapporteerde SNN rechtstreeks aan de provincie Drenthe. De provincie Groningen werd niet periodiek geïnformeerd en van dezelfde informatie voorzien als de penvoerder van het project. Belangrijk knelpunt in de uitvoering van dit project is het feit dat niet tijdig geconstateerd is dat door de grote hoeveelheid aan aanvragen voor premie voor 1 en/of 2 energiebesparende maatregelen, het subsidieplafond al snel was bereikt. Hierdoor heeft geen tijdige publicatie van het bereiken van het subsidieplafond kunnen plaatsvinden. Derhalve hebben GS op 3 februari 2015 besloten de extra aanvragen alsnog te honoreren en hier nog € 65.000 extra beschikbaar voor te stellen. Hiernaast zijn ook extra middelen beschikbaar gesteld voor de EFRO-aanvragen. Niet alle aanvragen konden binnen de gestelde termijn worden behandeld, toch is ervoor gekozen om deze aanvragen in behandeling te nemen en hiervoor extra middelen beschikbaar te stellen. Aangezien deze aanvragen niet door langer EFROmiddelen kunnen worden bekostigd, heeft dit tot een extra kostenpost van € 85.000 voor de provincie Groningen geleid. Vanuit de oorspronkelijke regeling zijn 177 subsidies verleend voor een bedrag van € 398.850. Voor de uitbreiding zijn er 837 subsidies verstrekt voor een bedrag van € 530.100. De getroffen maatregelen hebben met name betrekking op dak-, vloer- en spouwmuurisolatie en HR++-glas. Voor het uitvoeren van de regeling zijn provinciale middelen uit meerdere beleidskredieten beschikbaar gesteld. In de administratie worden de kosten voor de regeling op de diverse beleidskredieten verantwoord in plaats van op een centrale plek. Tevens worden op deze kredieten andere kosten verantwoord. Bevindingen efficiency: Voor de regeling is een budget van € 1.660.502 beschikbaar. Het subsidieplafond is oorspronkelijk vastgesteld op € 963.052 en de uitbreiding is vastgesteld op € 500.892. De provinciale middelen worden uit meerdere beleidskredieten beschikbaar gesteld. 10
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
De regeling wordt uitgevoerd door het SNN, de provincie Drenthe (penvoerder) en de provincie. De externe uitvoeringskosten bedragen € 196.558. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag bedraagt € 3.050 voor particuliere woningeigenaren en € 9.050 voor Verenigingen van Eigenaren. De provincie werd door het SNN niet periodiek geïnformeerd en van dezelfde informatie voorzien als de penvoerder van het project. De informatievoorziening met betrekking tot het bereiken van het subsidieplafond laat te wensen over. Het niet tijdig publiceren van het bereiken van het subsidieplafond heeft tot een extra kostenpost van € 65.000 geleid. Het niet tijdig kunnen afhandelen van aanvragen hebben geleid tot een extra kostenpost van € 85.000.
Bevindingen effectiviteit: Vanuit de oorspronkelijke regeling zijn 177 subsidies verleend voor een bedrag van € 398.850. Voor de uitbreiding zijn er 837 subsidies verstrekt voor een bedrag van € 530.100. De getroffen maatregelen hebben met name betrekking op dak-, vloer- en spouwmuurisolatie en HR++-glas. Tussentijds hebben aanpassingen op de regeling plaatsgevonden gericht op een verruiming en verlenging van de regeling. Uit de afdelingsnota blijkt dat deze aanpassingen zijn gericht op het vergroten van de effectiviteit van de regeling. Van de oorspronkelijke regeling onder EFRO-voorwaarden werd weinig gebruik gemaakt, de strenge Europese eisen lijken hier een belemmerende factor te zijn. Uit rapportages kan worden vastgesteld dat de juiste stappen zijn gezet om de woningen in de provincie Groningen energetisch te verbeteren.
2.3 Lokale Energie. Vanuit de provincie Groningen zijn middelen beschikbaar gesteld voor Lokale Energie. Lokale Energie heeft als doel om bij te dragen aan het ontstaan van lokale initiatieven van bewonersgroepen op het gebied van duurzame energie en deze initiatieven helpen tot uitvoering te komen. Onderdeel hiervan is het oprichten van het Servicepunt Lokale Energie en het opstellen van een subsidieregeling. Het Servicepunt heeft als doel het organiseren van kennisdeling en het bieden van ondersteuning aan lokale energie initiatieven in de provincie Groningen in de idee- en planfase zodat zij hun doelen kunnen verwezenlijken. Daarnaast geven zij uitvoering aan de energieregeling Lokale Energie. De totale uitvoeringskosten voor het Servicepunt bedragen € 149.700. De regeling heeft een looptijd van 10 maart 2014 tot 1 december 2015. Voor de regeling is een budget van € 254.700 beschikbaar, het subsidieplafond is op € 105.000. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag bedraagt € 10.000. De doelstelling van de regeling is niet gekwantificeerd. Het doel van het totale project Lokale Energie is in de Begroting 2015 wel opgenomen en als volgt geformuleerd: het aantal gerealiseerde projecten door bewonersgroepen in buurten en dorpen om duurzame energie te produceren en/of energie te besparen ≥ 4. Er zijn tot nu toe vier projecten gerealiseerd. De regeling "Lokale Energie" wordt uitgevoerd door de Natuur en Milieufederatie Groningen (NMG) in samenwerking met Vereniging Groninger Dorpen (VGD). In 2013 heeft de provincie Groningen opdracht verleend aan de Natuur en Milieufederatie Groningen voor de uitvoering van het Servicepunt. Bij het Servicepunt Lokale Energie worden ook de subsidieaanvragen Lokale Energie ingediend. Deze worden vervolgens door een commissie beoordeeld en goed- of afgekeurd. In deze commissie zitten afgevaardigden van de provincie Groningen, Gasunie en de RUG. Het administratieve afhandelingsproces loopt goed. Ondanks dat de randvoorwaarden voor het aanvragen van subsidie laagdrempelig zijn, viel het aantal ontvangen subsidieaanvragen in 2014 tegen. Het Servicepunt probeert hierop te anticiperen door het 11
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen organiseren van meer activiteiten, waaronder het organiseren van presentaties en ontmoetingen. Daarnaast gaat het Servicepunt een proactieve rol pakken om toch meer aanvragen te krijgen. Allereerst wil het Servicepunt bij een aantal initiatieven nagaan waarom er geen aanvragen zijn ingediend. Op basis daarvan wordt gekeken hoe initiatieven kunnen worden verleid om alsnog gebruik te maken van de subsidieregeling. De initiatieven die in aanmerking willen komen voor subsidie zullen worden nauwer begeleid, zodat de aanvraag ook voldoet aan de randvoorwaarden. Op dit moment hebben er een tweetal subsidietoekenningen plaatsgevonden en zeven subsidieaanvragen worden begeleid. De Natuur en Milieufederatie rapporteert periodiek aan de provincie Groningen. Ook vindt er op regelmatige basis afstemming plaats tussen de Natuur en Milieufederatie, VDG en de provincie Groningen. De samenwerking tussen deze partijen verloopt goed. Voor het uitvoeren van de regeling zijn provinciale middelen uit één beleidskrediet beschikbaar gesteld. In de administratie worden de kosten voor deze regeling ook alleen op dit krediet verantwoord. Bevindingen efficiency: Voor de regeling is een budget van € 254.700 beschikbaar. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 105.000. De provinciale middelen worden uit één beleidskrediet beschikbaar gesteld. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag bedraagt € 10.000. De regeling wordt uitgevoerd door de NMG, VDG, Gasunie, de RUG en de provincie. De externe uitvoeringskosten voor het Servicepunt bedragen € 149.700. Het Servicepunt voert, naast de uitvoering van de regeling, ook andere taken uit in het kader van het projectplan Lokale Energie Groningen. Het administratieve afhandelingsproces loopt goed. De samenwerking met de externe uitvoerders loopt goed. Het aanvraagproces loopt moeizaam, er wordt maatregelen genomen om dit verbeteren. Bevindingen effectiviteit: Er zijn op dit moment twee subsidietoekenningen geweest en zeven subsidieaanvragen worden begeleid. Deze subsidieprojecten dragen bij aan het doel van het projectplan Lokale Energie.
2.4 Rijden op groen gas. De regeling "Rijden op groen gas" is onderdeel van het Brandstoftransitieplan 2014-2015 "Schone, niet fossiele energie voor vervoer in Groningen" welke is vastgesteld in maart 2014. Het Brandstoftransitieplan geeft aan welke randvoorwaarden nodig zijn om de energietransitie in vervoer te realiseren. In dit plan zijn die activiteiten en werkzaamheden beschreven die een bijdrage leveren aan de brandstoftransitie en die randvoorwaardelijk zijn voor het realiseren van schoon, stil en zuinig vervoer in de provincie Groningen. De energieregeling "Rijden op groen gas" is onderdeel van het Brandstoftransitieplan en heeft als doel het stimuleren van het gebruik van Groengas in voertuigen (personenauto's, bestelauto's, vrachtauto's/bussen) van natuurlijke personen en rechtspersonen in de provincie Groningen. Hieronder vallen onder andere particuliere eigenaren, lease-organisaties, ondernemingen en overheden. Voor de regeling is een budget van € 600.000 beschikbaar. Het subsidieplafond voor de regeling is vastgesteld op € 575.000. Deze is onderverdeeld naar de categorieën personenauto's, bestelauto's, vrachtauto's/bussen. Respectievelijk zijn de deelplafonds vastgesteld op € 154.000, € 190.000 en € 231.000. De maximaal aan te vragen subsidiebedragen zijn vastgesteld op € 2.000 voor personenauto's, € 2.500 voor bestelauto's en € 3.000 voor vrachtauto's/bussen. Hieruit kan worden afgeleid dat in eerste instantie de doelstelling was om 77 personenauto's, 76 bestelauto's en 77 vrachtauto's op groen gas over te laten gaan. Op 30 september 2014 zijn de deelplafonds echter ingetrokken en is er één budget vastgesteld. De regeling "Rijden op groen gas" is opengesteld van 17 maart 2014 tot 31 december 2015.
12
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen In de regeling waren in eerste instantie drie deelplafonds opgenomen, namelijk voor personenauto's, bestelbussen en vrachtauto's. Na een half jaar bleek echter dat met name de subsidieverstrekking voor de categorie personenauto's erg hard liep en de overige categorieën achter bleven. Naar aanleiding hiervan is besloten de verschillende deelplafonds op te heffen en één budget beschikbaar te stellen. Op deze manier kunnen er meer subsidies voor personenauto's worden verstrekt en wordt hiermee het rijden op groen gas bij deze doelgroep verder gestimuleerd. Aanvragen voor bestelbussen en vrachtauto's kunnen ook nog ingediend worden. Gezien het aantal subsidietoekenningen merken wij op dat de regeling goed verloopt. Er zijn voor 139 voertuigen subsidies verstrekt voor een bedrag van € 307.500. Indien de regeling net zo goed blijft lopen als nu zal het budget eind 2015 uitgeput zijn. Ook het feit dat er op dit moment geen andere regelingen zijn, landelijk of provinciaal, welke het gebruik van groen gas/ CNG bij voertuigen stimuleren draagt bij aan de effectiviteit van de regeling. Met betrekking tot de energieregeling is een opdracht verleend aan Stichting Energy Expo ad. € 25.000 voor het beantwoorden van vragen inzake de regeling. We voldoen daarmee aan de wens van de Statenleden om Energy Expo te betrekken bij de uitvoering van duurzame mobiliteit (toezegging GS van 5 juni 2013 tijdens de Statencommissie Energie en Mobiliteit). Ook kan Energy Expo worden ingeschakeld voor het uitvoeren van controles op subsidietoekenningen. De regeling "Rijden op Groen Gas" wordt door de provincie Groningen zelf uitgevoerd. Er is een duidelijk subsidieproces opgezet dat goed loopt en voldoet aan Kaderverordening Subsidies en de Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader. Ook de financiële administratie is dusdanig ingericht dat hier duidelijke stuurinformatie uit kan worden gegenereerd. Ook wordt periodiek gerapporteerd. Voor het uitvoeren van de regeling zijn provinciale middelen uit één beleidskrediet beschikbaar gesteld. In de administratie worden de kosten voor deze regeling ook alleen op dit krediet verantwoord. Bevindingen efficiency: Voor de regeling is een budget van € 600.000 beschikbaar. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 575.000. De provinciale middelen worden uit één beleidskrediet beschikbaar gesteld. De maximaal aan te vragen subsidiebedragen zijn vastgesteld op € 2.000 voor personenauto's, € 2.500 voor bestelauto's en € 3.000 voor vrachtauto's/bussen. De regeling wordt uitgevoerd door de provincie, met ondersteuning van Stichting Energy Expo. De externe uitvoeringskosten bedragen € 25.000. Het subsidieproces loopt goed en er wordt een duidelijke administratie gevoerd. Bevindingen effectiviteit: Er zijn voor 139 voertuigen subsidies verstrekt voor een bedrag van € 307.500. Tussentijds heeft een aanpassing in de regeling plaatsgevonden waarbij de subsidiedeelplafonds zijn opgeheven. Hiermee wordt beoogd om het rijden op groen gas bij personenauto's verder te stimuleren. Er zijn geen andere regelingen, landelijk of provinciaal, voor het stimuleren van rijden op groen gas.
2.5 Tankstation duurzame brandstoffen. De regeling " Tankstations duurzame brandstoffen" was oorspronkelijk onderdeel van het 100.000 Voertuigenplan. In maart 2014 is het 100.000 Voertuigenplan echter vervangen door het Brandstoftransitieplan. Deze regeling heeft tot doel het stimuleren van de realisatie van minimaal zeven vulpunten waar duurzame transportbrandstoffen kunnen worden getankt. Hieronder wordt ook verstaan het ombouwen van bestaande tankstations/ vulpunten. Het totale budget voor deze regeling is vastgesteld op € 170.000, dit is tevens het subsidieplafond. De maximaal aan te vragen subsidiebedragen zijn vastgesteld op € 30.000 voor nieuwe aardgasvulpunten, € 20.000 voor nieuwe biodiesel- of bio(m)ethanolvulpunten en € 5.000 voor om te bouwen vulpunten. De regeling "Tankstations duurzame
13
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen brandstoffen" is opengesteld vanaf 14 april 2009 en is op 10 maart 2015 vervangen door de regeling 'Vulpunten Groen gas'. De energieregeling is vanaf 2009 opengesteld, maar tot nu toe is hier nauwelijks gebruik van gemaakt. Tot op heden zijn weg slechts twee subsidieaanvragen gehonoreerd voor een bedrag van € 71.745, hiermee is de doelstelling van de realisatie van zeven vulpunten niet gerealiseerd. Derhalve is in 2015 door GS besloten om de regeling in te trekken en de nieuwe regeling 'Vulpunten Groengas' vast te stellen. De nieuwe regeling beperkt zich tot de realisatie van enkel vulpunten van Groengas, de vulpunten van overige brandstoffen komen hiermee te vervallen. Daarnaast worden de subsidiebedragen verhoogd naar € 50.000 per Groengas-vulpunt. Uit gesprekken met een tweetal mogelijke exploitanten is naar voren gekomen dat er hoge kosten gepaard gaan met het realiseren van groene vulpunten. De exploitanten gaven aan dat een verhoging van het subsidiebedrag de kans sterk vergroot dat men hiervan gebruik zal maken. Beoogd wordt om met de invoering van de nieuwe regeling "Vulpunten Groen Gas" alsnog een energieregeling te ontwikkelen die effectief is. De regeling wordt door de provincie Groningen zelf uitgevoerd. Er is een duidelijk subsidieproces opgezet dat goed loopt en voldoet aan Kaderverordening Subsidies en de Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader. De financiële administratie is dusdanig ingericht dat hier duidelijke stuurinformatie uit kan worden gegenereerd. Voor het uitvoeren van de regeling zijn provinciale middelen één beleidskrediet beschikbaar gesteld. In de administratie worden de kosten voor deze regeling ook alleen op dit krediet verantwoord. Bevindingen efficiency: Voor de regeling is een budget van € 170.000 beschikbaar, dit is tevens het subsidieplafond. De provinciale middelen worden uit één beleidskrediet beschikbaar gesteld. De maximaal aan te vragen subsidiebedragen zijn vastgesteld op € 30.000 voor nieuwe aardgasvulpunten, € 20.000 voor nieuwe biodiesel- of bio-(m)ethanolvulpunten en € 5.000 voor om te bouwen vulpunten. De regeling wordt uitgevoerd door de provincie. Het subsidieproces loopt goed en er wordt een duidelijke administratie gevoerd. Met de voorbereiding, vaststelling en de uitvoering van de regeling is veel tijd en inzet gemoeid. Dit heeft echter tot nu toe geleid tot slechts 2 subsidieverstrekkingen. Bevindingen effectiviteit: Er zijn twee subsidies verstrekt voor een bedrag van € 71.475 voor het realiseren van twee vulpunten. Het doel van het realiseren van zeven vulpunten wordt niet behaald. GS heeft in 2015 besloten om de regeling op te heffen en te vervangen door een nieuwe energieregeling 'Vulpunten Groen Gas'.
2.6 Duurzaamheidslening. Vanuit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) 2007-2013 zijn middelen beschikbaar gesteld voor het Stimuleringsfonds Energiebesparing Bestaande Bouw (SEBB). Duurzaamheidslening is, evenals de Tijdelijke Energiepremie Groningen, onderdeel van het SEBB. Met de duurzaamheidslening willen de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân een kredietfaciliteit voor particuliere woningbouw creëren. Hiermee willen de provincies inzicht verkrijgen of deze wijze van financiering het woningeigenaren daadwerkelijk makkelijker maakt c.q. stimuleert om energiebesparende maatregelen te nemen. De kredietfaciliteit wordt beschikbaar gesteld voor het treffen van maatregelen aan woningen of appartementen, waardoor de Energie-Index van de woning of het appartement met minimaal 0,75 verbetert tot ten minste energielabel C. Per provincie is hiervoor € 833.000 beschikbaar. Het aan te vragen leenbedrag kent een minimum van € 2.500 en een maximum van € 15.000 De verwachting was dat gemiddeld voor een bedrag van € 10.000 zou worden geleend, in dit geval zouden er 83 leningen kunnen worden verstrekt. De looptijd van de lening varieert van 10 tot 15 jaar, afhankelijk van het 14
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen leenbedrag. De regeling is in eerste instantie opengesteld van 1 april 2013 tot 1 januari 2014, na verlenging tot 1 januari 2015. De kredietaanvragen voor de Duurzaamheidslening bleven in eerste instantie achter bij de verwachting. Tot eind 2013 waren er slechts 14 leningen afgesloten. Om de Duurzaamheidslening te stimuleren zijn een tweetal aanpassingen op de regeling geweest. Uit de afdelingsnota blijkt dat met deze aanpassingen wordt beoogd om de effectiviteit van de regeling te vergroten. Vanuit de provincie zijn middelen beschikbaar gesteld ter dekking van het maatwerkadvies (verplichte voorwaarde voor de regeling) en is een energiecoach aangesteld voor het telefonisch beantwoorden van technische en inhoudelijke vragen. De aanpassingen op de regeling bleken een positief effect te hebben. Uiteindelijk zijn met betrekking tot de Duurzaamheidslening 47 aanvragen gehonoreerd voor een bedrag van € 561.751. In vergelijking tot de provincies Fryslân en Drenthe zijn deze aantallen relatief hoog (34 aanvragen voor een bedrag van € 431.216 in Drenthe en 24 aanvragen voor een bedrag van € 439.716 in Fryslân). De 47 leningen hebben tot een totaal investeringsbedrag van € 872.401 geleid. De regeling is uitgevoerd door het SNN. De verstrekking en het beheer van de leningen is ondergebracht bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). De externe uitvoeringskosten bedragen € 44.712. Nadat aanvragen door de UO-SNN positief waren beoordeeld, kwam het dossier voor de SVn beschikbaar om de aanvrager te toetsen op kredietwaardigheid en de administratieve afhandeling (o.a. beheer bouwdepot) van de lening. De Duurzaamheidslening was een project van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, waarbij de provincie Drenthe als penvoerder optrad. Evenals bij de Groninger Energiepremie rapporteerde SNN rechtstreeks aan de provincie Drenthe. De provincie Groningen werd niet periodiek geïnformeerd en van dezelfde informatie voorzien als de penvoerder van het project. Voor het uitvoeren van de regeling zijn de provinciale middelen uit één beleidskrediet beschikbaar gesteld. Tevens worden op dit krediet andere kosten verantwoord. Bevindingen efficiency: Voor de regeling is een budget van € 877.712 beschikbaar. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 833.000. De provinciale middelen worden uit één beleidskrediet beschikbaar gesteld, op dit krediet worden ook andere kosten verantwoord. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag bedraagt € 15.000. De regeling wordt uitgevoerd door het SNN, het SVn, de provincie Drenthe (penvoerder) en de provincie Groningen. De externe uitvoeringskosten bedragen € 44.712. De provincie werd door het SNN niet periodiek geïnformeerd en van dezelfde informatie voorzien als de penvoerder van het project. Bevindingen effectiviteit: Er zijn 47 leningen verstrekt voor een bedrag van € 561.751, het gemiddelde leenbedrag bedraagt € 11.952. Deze leningen hebben geleid tot een totaal investeringsbedrag van € 872.401. Tussentijds hebben aanpassingen in de regeling plaatsgevonden gericht op verruiming en verlenging van de regeling en het aanstellen van een energiecoach. Uit de afdelingsnota blijkt dat met deze aanpassingen wordt beoogd om de effectiviteit van de regeling te vergroten. In eerste instantie werd weinig gebruik gemaakt van de regeling. Onder andere het inzetten van extra provinciale middelen voor verruiming van de regeling is de regeling beter gaan lopen.
2.7 Helpende Hand. De provincies Groningen, Drenthe en Fryslân hebben samen de ambitie uitgesproken woningen in NoordNederland energiezuiniger te willen laten maken. Vanuit het 100.000 Woningenplan wordt sinds 2008 15
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen ingezet op energetische verbetering van de woningvoorraad. Helpende Hand vormt een van de projecten die onder het 100.000 Woningenplan wordt uitgevoerd. De regeling heeft tot doel om gemeenten te ondersteunen bij projecten gericht op de particuliere woningvoorraad die zijn afgeleid uit het 100.000 Woningenplan. Gemeenten kunnen een beroep doen op drie vormen van ondersteuning: menskracht, middelen en informatie/communicatie. Het laatste onderdeel is ondergebracht in een apart project SLIM, SLIM valt financieel buiten de Helpende Hand. Het doel was in eerste instantie om aan 6 gemeente subsidies in de vorm van financiële middelen te verstrekken en aan 3 gemeenten ondersteuning in de vorm van menskracht. Het totale budget voor Helpende Hand is vastgesteld op € 375.834, dit is tevens het subsidieplafond. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag per gemeente bedraagt € 20.000. Het project is opengesteld 13 december 2011 tot 31 december 2015. Eind 2012 heeft een tussenevaluatie van het project plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat de regeling duidelijk voorziet in de behoeften van de gemeenten. De mogelijkheid voor financiële ondersteuning zorgt er voor dat de gemeentelijke projecten ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Deze evaluatie was tevens aanleiding om de regeling op een aantal punten aan te passen. Deze aanpassingen zijn gericht op verduidelijking van de regeling en niet zo zeer op stimulering van de regeling. Uit de tussenevaluatie van de regeling blijkt dat de gemeentelijke projecten voldoende worden ondersteund. Er zijn aan 13 gemeenten subsidies verstrekt voor een bedrag van € 260.000. Daarnaast is er nog voor € 100.320 aan ondersteuning verleend voor begeleiding in menskracht. De regeling "Helpende Hand" wordt door de provincie Groningen zelf uitgevoerd. Het subsidieproces voor de energieregeling "Helpende Hand" is helder opgezet en loopt goed. Er is een duidelijk subsidieproces opgezet dat voldoet aan Kaderverordening Subsidies en de Beleidsregel uitvoering Rijkssubsidiekader. Voor het uitvoeren van de regeling zijn provinciale middelen uit meerdere beleidskredieten beschikbaar gesteld. In de administratie worden de kosten voor de regeling op de diverse beleidskredieten verantwoord in plaats van op een centrale plek. Bevindingen efficiency: Voor de regeling is een budget van € 375.834 beschikbaar. De provinciale middelen worden uit meerdere beleidskredieten beschikbaar gesteld. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag per gemeente bedraagt € 20.000. De regeling wordt uitgevoerd door de provincie. Het subsidieproces loopt goed en er wordt een duidelijke administratie gevoerd. Bevindingen effectiviteit: Er zijn aan 13 gemeenten subsidies verstrekt voor een bedrag van € 260.000. Daarnaast is er nog voor € 100.320 aan ondersteuning verleend voor begeleiding in menskracht. Tussentijds hebben aanpassingen in de regeling plaatsgevonden gericht op verduidelijking van de regeling. Uit de tussenevaluatie van de regeling blijkt dat de gemeentelijke projecten voldoende worden ondersteund.
2.8 NEND (Nachhaltige Energien Niederlande Deutschland). Vanuit het Rijk en de Europese energieregeling INTERREG (officiële benaming: Europese Territoriale Samenwerking) worden middelen beschikbaar gesteld voor NEND. INTERREG richt zich op ruimtelijke en regionale ontwikkeling waarbij er samenwerking plaatsvindt tussen partijen uit verschillende landen in de Europese Unie. Voor Nederland staat binnen INTERREG IVA programma de samenwerking tussen Nederland en Duitsland in het grensgebied centraal. Onder dit subsidieprogramma worden vele projecten uitgevoerd, waaronder ook NEND. NEND is een project waarbinnen de onderzoeksinstellingen, het MKB, overheden en non-profitorganisaties samenwerken op het terrein van energie. In totaal wordt het project door 15 partners uitgevoerd. De regeling heeft tot doel om duurzame innovatie, innovatieve manieren van samenwerken, duurzaam bouwen, ontwikkeling van duurzame bouwmaterialen, energiewinning uit 16
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen biomassa en energiebesparing te stimuleren in het Groningen en het grensgebied met Duitsland. De provincie is leadpartner (penvoerder) van het project. Het totale budget voor NEND bedraagt € 7,5 miljoen. Van dit budget is in totaal voor € 531.965 door de provincie aan bijdrage en cofinanciering beschikbaar gesteld. De provincie Groningen neemt deel aan deelprojecten voor particuliere woningvoorraad, binnenklimaat en energiezuinigheid bij scholen. Het investeringsbedrag voor deze deelprojecten bedraagt € 1.922.495. In totaal is 75% subsidiabel (€ 1.441.871). Daarnaast wordt voor in totaal bedrag van € 1.690.000 geïnvesteerd in energiebesparingen in ondernemingen, nieuwe materialen en verwaarding van biomassa, valorisatie van biomassa uit landschapsonderhoud. Voor deze investeringen in totaal voor € 1.267.500 aan subsidie verstrekt. Afhankelijk van het projectthema kan het aan te vragen subsidiebedrag oplopen tot € 175.000. In totaal bedragen de subsidiabele kosten voor de regio Groningen € 2,7 miljoen. De voor de regio Groningen verstrekte subsidie aan consortia bedraagt in totaal circa € 523.000. De verstrekte subsidie aan de MKB projecten bedraagt circa € 1,1 miljoen. In totaal is er voor ruim € 1,6 miljoen aan derden verstrekt. De overige subsidie is besteed aan uitvoeringskosten en door de provincie zelf uitgevoerde projecten. Geconcludeerd kan worden dat ten aanzien van NEND projecten één euro aan provinciale bijdrage goed is voor 6,79 euro aan bijdragen door andere financieringsbronnen. (multiplier factor van 6,79). Dit zijn betreft de projecten particuliere woningvoorraad en binnenklimaat en energiezuinigheid bij scholen. De oorspronkelijke projectperiode liep van 3 juli 2009 t/m 31-12-2012. Aangezien vertraging is opgetreden is uitstel verleend tot eind juni 2015. Voor de uitvoering van de (deel) projecten waarin de provincie Groningen participeert, is gekozen om twee verschillende onderliggende subsidieregelingen voor bouwconsortia en het MKB door GS te laten vaststellen. Deze onderliggende regelingen maken het mogelijk om met voorschotten te werken voor de subsidieaanvragers. Dit is vooral voor het MKB drempelverlagend om subsidie aan te vragen. De bevoorschotting vindt plaats met dekking uit provinciale middelen en wordt verrekend met de definitieve subsidietoekenning. De provincie Groningen was als LEAD partner penvoerder van deze regeling. De administratie wordt gevoerd door de provincie Friesland, de afwikkeling van subsidies vindt intern plaats. Er is een duidelijk subsidieproces opgezet dat voldoet aan de normen van INTERREG. Tot nu toe is subsidie verstrekt aan 13 bouwconsortia en 20 MKB projecten in de regio. De subsidies aan bouwconsortia zijn voornamelijk gericht op duurzaam bouwen. De subsidies aan de MKB projecten zijn gemêleerder en zijn onder andere gericht op ontwikkeling van duurzame bouwmaterialen en energiewinning. Ook de financiële administratie is dusdanig ingericht dat hier duidelijke stuurinformatie uit kan worden gegenereerd. Het overgrote deel van de verstrekte subsidies is inmiddels definitief afgerekend. Echter de vaststellingen van de subsidies zijn vertraagd vanwege de door het INTERREG IVA oplegde subsidie grondslagen. Daardoor zijn de projecten verplicht controles op detailniveau uit te voeren door een externe accountant. Dit heeft geleid tot uitstel van het gehele NEND project. Ondanks het feit dat de vaststelling van de subsidies zijn vertraagd kunnen wij concluderen dat de subsidieregelingen als penvoerder doelmatig worden uitgevoerd. Bij de projecten die zijn uitgevoerd zijn positieve verbanden te leggen met de provinciale ambities en doelstellingen. Wij concluderen dat het uitvoeren van de regeling draagt bij aan de realisatie van de ambities en doelstellingen zoals beoogd. Van het totale budget (ad. 2.709.371) dat beschikbaar is voor de projecten waarin de Provincie Groningen participeert is voor € 1.249.700 definitief afgerekend met INTERREG. Bevindingen efficiency: Voor de projecten waarin de provincie Groningen participeert, is een budget van € 2.709.371 beschikbaar. Hiervan is reeds € 1.249.000 afgerekend met INTERREG. De provinciale bijdrage aan het project is uit één beleidskrediet. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag is afhankelijk van het projectthema en bedraagt €175.000. De provincie Groningen is penvoerder van deze regeling, die samen met ons deze regeling uitvoeren. 17
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
Geconcludeerd wordt dat ten aanzien van NEND projecten één euro aan provinciale bijdrage goed is voor 6,79 euro aan bijdragen door andere financieringsbronnen (multiplier factor van 6,79). De looptijd van het project is verlengd doordat op detailniveau accountantscontrole moet plaatsvinden.
Bevindingen effectiviteit: De bevoorschotting van de subsidies met provinciale middelen werkt drempelverlagend voor subsidieaanvragers. Wij concluderen dat het uitvoeren van de regeling draagt bij aan de realisatie van de ambities en doelstellingen zoals beoogd.
18
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
3. Conclusies & aanbevelingen energieregelingen. In dit hoofdstuk worden de conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek weergegeven.
Conclusies en aanbevelingen efficiency.
De uitvoering van 5 energieregelingen zijn uitbesteed aan externe partijen. Hiermee zijn kosten zijn gemoeid, waardoor minder geld beschikbaar voor het verstrekken van subsidies en het realiseren van doelen. Van het totaal budget van de energieregelingen die worden uitgevoerd door een externe uitvoerder ad € 4.320.914 wordt een bedrag van € 557.855 (13%) besteed aan uitvoeringskosten. Van dit bedrag aan externe uitvoeringskosten is het grootste deel aan de regelingen "Asbestdak eraf, zonnepanelen erop" en "Lokale Energie" toe te rekenen. Voor beide regelingen samen zijn de externe uitvoeringskosten € 291.585. De maximaal aan te vragen subsidie uit de verschillende energieregelingen is in sommige gevallen als laag aan te merken. Voor de Tijdelijke Energiepremie en Doorrijden op groen gas liggen deze bedragen beneden de € 10.000. Bij andere regelingen ligt het maximaal aan te vragen subsidiebedrag hoger, en varieert van € 10.000 tot € 20.000. Bij NEND is het maximaal aan te vragen subsidie bedrag fors hoger en bedraagt deze € 175.000. Al met al kan gesteld worden dat de maximaal aan te vragen subsidie in relatie tot de uitvoeringskosten als hoog is te betitelen. Dit geldt ook voor de relatie met de interne uitvoeringskosten. Gesteld kan worden dat het aanvragen van lagere bedragen in zijn algemeenheid leidt tot relatief veel aanvragen en dus tot een hoge administratieve last. De vele benodigde afstemmomenten met verschillende partijen en deskundigen zijn hieraan debet. Op basis van bovenstaande twee punten kan worden gesteld dat het uitvoeren van 8 energieregelingen een hogere administratieve en bestuurlijke lastendruk met zich mee brengt, dan wanneer voor minder energieregelingen of bundeling van energieregelingen zou zijn gekozen. Voor het uitvoeren van twee energieregelingen komen de beschikbare middelen uit meerdere (twee of drie) beleidskredieten. Hierdoor kan niet met één druk op de knop inzicht worden verkregen in de besteding van de beschikbare middelen voor de uitvoering van deze energieregelingen. Het administratieve proces voor het uitvoeren van de afzonderlijke regelingen is in het algemeen goed ingericht. Hiermee wordt een positieve bijdrage geleverd aan de efficiency. Er zijn echter wel enige aandachtpunten te noemen: 1) betere argumentatie in afwijzingsbrieven 2) informatievoorziening kan beter, de informatievoorziening richting de penvoerder moet gelijk zijn aan de informatievoorziening richting de provincie Groningen (mede-opdrachtgever). Bij één regeling liet het proces op het gebied van informatievoorziening te wensen over. Het tijdig kunnen publiceren van het bereiken van het subsidieplafond heeft niet kunnen plaatsvinden, waardoor de provincie Groningen twee keer extra geld beschikbaar heeft moeten stellen (TEP).
Geadviseerd wordt om: Zorg te dragen voor het verhogen van de efficiency. Dit kan gerealiseerd worden door de energieregelingen zoveel mogelijk te bundelen in één regeling. Op deze wijze worden de uitvoeringskosten en de administratieve en bestuurlijke lastendruk verlaagd. Bij de bundeling van regelingen zou een logische verbinding tussen verschillende regelingen met een gelijke doelstelling of doelgroep gemaakt kunnen worden. Het laten aansluiten van de administratie op de verschillende subsidieregelingen, waarbij als vertrekpunt moet gelden dat met één druk op de knop de realisatie van middelen kan worden verkregen, is een vereiste. Regelingen waarbij in IPO verband of anderszins wordt samengewerkt met andere partijen kunnen een uitzondering zijn op deze bundeling, omdat bij die regelingen andere efficiency afwegingen worden gemaakt. Dat geldt bijvoorbeeld voor de regeling "Asbest dak eraf, zonnepanelen erop". Daar hebben wij juist de uitvoeringskosten (MMM) en de communicatiekosten (LTO) beperkt kunnen houden tot 16% door dit voor 12 provincies gezamenlijk bij één organisatie te beleggen. Goed te kijken naar het minimale subsidiebedrag dat aangevraagd kan worden mede in relatie tot het streven naar een zo groot mogelijke effectiviteit.
19
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
Conclusies en aanbevelingen effectiviteit.
Geconcludeerd kan worden dat bijna alle energieregelingen gedurende de looptijd zijn aangepast (bijv. proces, criteria). Deze aanpassingen zijn ingegeven vanuit de insteek dat het uitgeven van meer geld kan leiden tot het vergroten van de effectiviteit van de regelingen. Vastgesteld kan worden dat het uitvoeren van de energieregelingen is belegd bij verschillende bestuurlijke portefeuillehouders en ambtelijke betrokkenen. Hiermee wordt het risico gelopen dat onvoldoende gehandeld wordt vanuit een breed afwegingskader. Dit bemoeilijkt het proces van sturing, het bepalen van de juiste focus en prioriteitstelling. De provinciale regelingen TEP, Duurzaamheidslening en NEND zijn medegefinancierd uit Europese middelen. De voorwaarden die behoren bij het inzetten van deze Europese middelen zijn complex en streng. Door ook provinciale middelen in te zetten zijn deze regelingen beter gaan lopen. Geconcludeerd kan worden dat de doelen van de energieregelingen "Asbestdak eraf, zonnepanelen erop" en "Tankstations duurzame brandstoffen" niet worden behaald. Wij hebben begrepen dat de regeling "Asbestdak eraf, zonnepanelen erop" wordt aangepast en dat de regeling "Tankstations duurzame brandstoffen" is vervangen door een nieuwe regeling "Vulpunten Groen Gas". Vastgesteld is dat de doelen van de verschillende energieregelingen op een goede wijze aansluiten bij de doelen van het Programma Energiek Groningen 2012-2015. De energieregelingen sluiten aan bij volgende doelen: o Toename van duurzame energieproductie (Asbest dak eraf, zonnepanelen erop, NEND) o Versterking van bedrijvigheid in het energiecluster (Duurzaamheidslening, NEND) o Innovatie (Helpende Hand, Tankstations duurzame brandstoffen, NEND) o Energiebesparing (Tankstations duurzame brandstoffen, Asbest dak eraf, Zonnepanelen erop, TEP, o CO2-emissiereducatie (Asbest dak eraf, zonnepanelen erop, Tankstations duurzame brandstoffen, TEP, Rijden op groen gas) De verschillende energieregelingen zijn ondersteunend aan het realiseren van de doelen uit het POP 2009-2013 en de doelen uit het Programma Energie 2012-2015. Het verstrekken van relatief lage subsidiebedragen kent een hoge administratieve last, maar veel lage subsidiebedragen kunnen effectiever zijn dan een paar hoge bedragen, zeker als de doelgroep particulieren is. Recent hebben GS de Omgevingsvisie (opvolger POP) vastgesteld. Het algemene uitgangspunt is dat de provincie Groningen zich meer dan tot nu toe richt op taken waarmee zij beeldbepalend kan zijn c.q. het verschil kan maken en op taken die gemeente overstijgend zijn.
Geadviseerd wordt om: De uitvoering van de energieregelingen te beleggen bij 1 verantwoordelijk bestuurlijke portefeuillehouder. Dit leidt tot het scherper kunnen focussen en prioriteren. Ook in relatie met het behalen van de doelen en nut en noodzaak voor het evt. aanpassen van regelingen is hierbij van belang. Te onderzoeken in hoeverre de verschillende energieregelingen daadwerkelijk bijdragen aan de nieuwe rol- en taakopvatting van de provincie Groningen, waarbij het gaat om: 1) taken waarmee het verschil wordt gemaakt en 2) taken die gemeente overstijgend zijn.
20
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
4. Relatie met Programma Energiek Groningen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de relatie tussen de doelen van de energieregelingen en de doelen van het Programma Energiek Groningen. We hebben hier met een schuin oog naar gekeken om in ieder geval te kunnen vaststellen of de doelen van de regelingen verenigbaar zijn met de maatschappelijke ambities en doelstellingen dit programma. Hiermee wordt inzicht verkregen of de energieregelingen bijdragen aan deze maatschappelijke ambities en doelstellingen van het Programma Energiek Groningen. Dit programma is gestoeld op een tweetal pijlers, te weten het POP 2009-2013 en het Programma Energie 2012-2015. 1. In het POP is de visie met betrekking tot Energie als volgt verwoord: wij willen onze provincie nationaal en internationaal positioneren als voorloper op energiebeleid en een forse bijdrage leveren aan Europese en nationale energie- en klimaatdoelen. Binnen het POP wordt de maatschappelijke ambitie beschreven als een “sterke regionale economie” met als doelstelling een "sterk energiecluster". Tevens wordt ingezet op "duurzame energievoorziening" met als doelstelling "minder uitstoot broeikasgassen en vervanging fossiele energiebronnen". De beschreven maatschappelijke ambitie is binnen het POP nader uitgewerkt naar beleid en doelstellingen op een negental beleidsterreinen. 2. Het Programma Energie 2012-2015 is een nadere uitwerking van het beschreven beleid uit het POP 2009-2013 en geeft invulling aan de daarin beschreven doelstellingen. In het Programma Energie 2012-2015 is een vijftal programmalijnen beschreven. Per programmalijn zijn verschillende deelprojecten beschreven, waarbij per deelproject is vastgelegd welke voornaamste resultaten moeten worden behaald. Hierdoor is aan het einde van dit programma goed meetbaar of de gestelde projectdoelen ook daadwerkelijk zijn behaald. Alle resultaten van de projecten die in het kader van de verschillende programmalijnen worden uitgevoerd zijn te relateren aan de doelstellingen van het Programma Energiek Groningen. Na alle regelingen in ogenschouw te hebben genomen concluderen wij dat de doelstellingen van de regelingen kunnen bijdragen aan de realisatie van de maatschappelijke ambities en beleidsdoelstellingen van het Programma Energiek Groningen. Door de aansluiting van de regelingen met de maatschappelijke ambities zijn de randvoorwaarden gecreëerd om toe te werken naar het realiseren van die ambities. Opgemerkt wordt dat onlangs de ontwerp Omgevingsvisie door GS vastgesteld is, waarbij het uitgangspunt is dat de provincie Groningen zich meer dan tot nu toe richt op taken waarmee zij beeldbepalend kan zijn c.q. het verschil kan maken. Met betrekking tot energie is het volgende opgenomen in de omgevingsvisie: "Ruimte voor energie gaat over de thema’s concurrerend (Energyport), toekomstbesteding en schoon (een duurzame energievoorziening, minder CO2 en goede ruimtelijke inpassing). Wij stimuleren de opwekking van duurzame energie in onze provincie. Duurzame energie in de vorm van zon, wind en biomassa vraagt ruimte. Met de toename van duurzame energie wordt de ruimtelijke druk en inpassing een steeds belangrijker vraagstuk. Wij streven naar een duurzame energievoorziening. Wij stellen kaders voor de inpassing van windparken, grote vergistingsinstallaties en zonneparken. Dit beleid wordt nauw afgestemd met de gemeenten. Voor het gebruik van de ondergrond hebben wij een visie opgesteld." De Omgevingsvisie laat zien dat de provincie Groningen meer kaderstellend dient te zijn, en minderuitvoerend, waarbij ook de eigen rol van de gemeenten van belang is. Het verdient dan ook aanbeveling om goed te kijken of en in hoeverre de verschillende energieregelingen nog wel aansluiten op de voorgenomen nieuwe rol- en taakopvatting van de provincie Groningen.
21
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen
Bijlage I: Lijst van geïnterviewden en gebruikte bronnen Geïnterviewden: Janine Stuivinga - Assistent programmamanager Energie Pieta Walma - Projectleider Energietransitie bij woningen en utiliteit Peter Schouwstra- Projectleider NEND Wietske van der Schaaf - Projectleider Servicepunt Lokale Energie, Helpende hand Jaqueline Beerepoot - Projectleider Rijden op groen gas, Vulpunten groen gas Desmond de Vries - Projectleider Omgevingsvisie Anneke Span - Projectsecretaris Omgevingsvisie Klaas Jan Noorman - Programmamanager Energie Bronnen: Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 Begroting 2014 Programma Energie 2012-2015 Energieregelingen: o Asbest erop, zonnepanelen eraf: Subsidieregeling 'Asbestdak eraf, zonnepanelen erop' Convenant IPO-Provincies 'Stimuleringsmaatregel asbestdaken eraf, zonnepanelen' d.d. 17 oktober 2012 Afdelingsnota ' IPO- ontwerp stimuleringsregeling “Asbestdak eraf, zonnepanelen erop” en verzoek te besluiten over de uitvoering en mandatering van de regeling' d.d. 23 mei 2013 (zaaknummer 459436) Tussenevaluatie 'Zon voor asbest' d.d. 9 december 2013 Verlenging en wijziging convenant IPO d.d. 14 mei 2014 Afdelingsnota ' verruiming provinciale subsidieregeling Abest eraf Zonnepanelen erop' d.d. 26 mei 2014 (zaaknummer 519037) Memo 'Stand van zaken aanvragen subsidieregeling Zon voor Asbest' d.d. 24 september 2014 Tussenevaluatie 'Subsidieregeling zon voor asbest' d.d. 7 januari 2015 Rapportage Asbest eraf zonnepanelen erop, stand van zaken 31 december 2014 o Groninger Energiepremie: Afdelingsnota ' Tijdelijke Gron. Energiepremie Bestaande Bouw particulieren en VVE's' d.d. 12 maart 2014 (zaaknummer 509006) Beleidsregel 'Tijdelijke Groningse Energiepremie Bestaande Bouw particulieren en VVE's 2014' d.d. 11 april 2014 GS besluit Aanpassing regeling d.d. 27 augustus 2014 Afdelingsnota ' Aangepaste en Uitgebreide Beleidsregel Tijdelijke Gron. Energiepremie Bestaande Bouw Particulieren en VVE's 2014-2015' d.d. 20 augustus 2014 (zaaknummer 529009) Rapportage 'Groninger Energiepremie t/m oktober 2014' van SNN Afdelingsnota '2de aanpassing van Gron. Energiepremie bestaande bouw' d.d. 27 januari 2015 (zaaknummer 556109) o Lokale Energie: Afdelingsnota 'Projectplan Lokale Energie' d.d. 25 juni 2013 (zaaknummer 449216) Afdelingsnota ' Opdrachtverlening Servicepunt Lokale Energie Voorwaarts' d.d. 18 oktober 2013 (zaaknummer 485943) Tussenrapportage 'Servicepunt Lokale Energie Voorwaarts' d.d. 11 september 2014 o Rijden op groen gas: Subsidieregeling 'Doorrijden op Groen Gas' d.d. 11 maart 2014 Afdelingsnota ' Subsidieregeling Doorrijden op Groen Gas' d.d. 17 februari 2014 (zaaknummer 505127) 22
Onderzoeksrapport Energieregelingen Energiek Groningen Afdelingsnota 'Opheffen deelplafonds Subsidieregeling Doorrijden op Groen Gas' d.d. 24 september 2014 (zaaknummer 539106) FO notitie 'Stand van zaken van de Subsidieregeling Doorrijden op Groengas' d.d. 10 november 2014 Tankstations duurzame brandstoffen: Subsidieregeling 'Vulpunten duurzame brandstoffen provincie Groningen' d.d. 7 april 2009 Afdelingsnota ' Subsidieregeling vulpunten duurzame brandstoffen provincie Groningen' d.d. 7 april 2009 (zaaknummer 172523) FO notitie ' Brandstoftransitieplan - Wijzigen subsidieregeling Vulpunten Duurzame Brandstoffen provincie Groningen' d.d. 12 januari 2015 Duurzaamheidslening: Subsidieregeling ' Interestsubsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw particulieren Groningen 2012–2015' Afdelingsnota 'Duurzaamheidslening particulieren' d.d. 15 mei 2013 (zaaknummer 430846) Afdelingsnota ' vaststellen subsidieplafond duurzaamheidslening particulieren' d.d. 29 januari 2014 (zaaknummer 500209) SNN Rapportage 'Duurzaamheidsleningen 2014' Helpende Hand: Afdelingsnota ' Helpende Hand gemeenten ihkv 100.000 Woningenplan' d.d. 8 februari 2011 (zaaknummer 306705) Folder Helpende Hand, Groningse gemeenten: SLIM ondersteuningsprogramma gemeenten 2011-2013 Afdelingsnota ' Project Helpende Hand - Wijzigen projectplan en uitbreiding opdracht Kock Volhoudbaar advies' d.d. 25 april 2012 (zaaknummer 392637) Afdelingsnota ' Evaluatie en aanbevelingen Project Helpende Hand' d.d. 12 november 2012 (zaaknummer 430027) NEND: Afdelingsnota ' Lead Partnership en deelname aan deelprojecten van Interreg 4aproject met als thema Energie in de Eems-Dollartregio' d.d. 23 juni 2009 (zaaknummer 189223) Projectplan ' Duurzame Energie in de Eems Dollard Regio' d.d. 22 mei 2009 e Tussenrapportage NEND 1 halfjaar 2010
o
o
o
o
23