Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging
2011 Samenvatting
1
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Voorwoord
Geachte lezer,
Voor u liggen de resultaten van een bevolkingsenquête die eind 2011 werd uitgevoerd binnen de drie gemeenten van de politiezone Noorderkempen, Hoogstraten, Rijkevorsel en Merksplas. In het totaal werden 1602 inwoners bevraagd met betrekking tot verschillende veiligheidsaspecten. Naast de kwaliteit van de politiewerking op zich, werd gepeild naar het subjectieve onveiligheidsgevoel en het belang dat onze inwoners hechten aan een aantal types van buurtproblemen. Het gewicht van de resultaten van deze bevolkingsbevraging mag niet onderschat worden. Op basis van de confrontatie tussen de meest relevante vaststellingen van het rapport, de maatschappelijke ontwikkelingen en de criminaliteitsstatistieken, zal de zonale veiligheidsraad de prioriteiten bepalen van het lokale veiligheidsbeleid voor de komende vier jaren (2012-2016). Wij danken dan ook in het bijzonder de inwoners van onze gemeenten voor hun medewerking. Mede dankzij hun goede burgerzin kan er met kennis van zaken bijgestuurd worden om de juiste dingen nog beter te doen.
Marc Snels, Hoofdcommissaris,
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Korpschef
2
3
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Inhoudsopgave 1. INLEIDING................................................................................................................................. 7 2. POPULATIE- EN STEEKPROEFVERDELING.................................................................................... 8 3. BUURTPROBLEMEN ................................................................................................................ 10 3.1 BUURTKENMERKEN ................................................................................................................... 10 3.2 ERVARING ALS BUURTPROBLEEM? ................................................................................................. 10 3.3 PRIORITEITEN VAN BUURTPROBLEMEN ........................................................................................... 11 4. ONVEILIGHEIDSGEVOEL .......................................................................................................... 12 4.1 VOORKOMEN VAN EEN ONVEILIGHEIDSGEVOEL ................................................................................. 12 4.2 MIJDINGSGEDRAG OMWILLE VAN ONVEILIGHEIDSGEVOELENS ............................................................... 13 VERMIJDEN KINDEREN WEG TE LATEN GAAN ................................................................................................... 14 NIET OPENDOEN VOOR ONBEKENDEN ............................................................................................................ 15 BIJ DUISTERNIS VERMIJDEN OM WEG TE GAAN ................................................................................................ 15 BEPAALDE PLEKKEN IN DE GEMEENTE MIJDEN ................................................................................................. 16 VERMIJDEN HET OPENBAAR VERVOER TE NEMEN ............................................................................................. 17
5.1 SLACHTOFFERSCHAP................................................................................................................... 18 5.2 AANGIFTE BIJ DE POLITIE ............................................................................................................. 18 5.3 TEVREDENHEID VAN SLACHTOFFERS OVER POLITIETUSSENKOMST........................................................... 19 6. POLITIEWERKING .................................................................................................................... 20 6.1 GLOBALE BEOORDELING POLITIEWERKING ....................................................................................... 20 6.2 TEVREDENHEID OVER DE POLITIE IN DE EIGEN ZONE ............................................................................ 21 HOUDING EN GEDRAG TEN AANZIEN VAN DE BEVOLKING ................................................................................... 21 HET GOEDE VOORBEELD GEVEN .................................................................................................................... 21 INFORMATIE OVER DE ACTIVITEITEN .............................................................................................................. 22 IEDEREEN OP GELIJKE VOET BEHANDELEN ....................................................................................................... 22 AANWEZIGHEID IN DE STRAAT ...................................................................................................................... 23 6.3 CONTACTEERBAARHEID VAN DE POLITIE UIT DE EIGEN ZONE ................................................................. 25 6.4 WIJKAGENT ............................................................................................................................. 25 KENT U UW WIJKAGENT? ............................................................................................................................. 25 IS DE WIJKAGENT MAKKELIJK CONTACTEERBAAR?............................................................................................. 26 VAN WAAR KENT U UW WIJKAGENT? ............................................................................................................. 26 MEER CONTACT MET DE WIJKAGENT?............................................................................................................ 26
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
5. SLACHTOFFERSCHAP EN AANGIFTEGEDRAG ............................................................................ 18
4
7. LAATSTE CONTACT MET DE POLITIE ......................................................................................... 28
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
7.1 PERSOONLIJK CONTACT MET DE POLITIE .......................................................................................... 28 7.2 REDEN VAN HET LAATSTE CONTACT ................................................................................................ 28 7.3 PLAATS VAN HET LAATSTE CONTACT ............................................................................................... 28 7.4 TEVREDENHEID MET LAATSTE CONTACT ........................................................................................... 29 7.5 TEVREDENHEID VAN POLITIEWERKING NA LAATSTE CONTACT ................................................................ 31 HOUDING EN GEDRAG VAN DE POLITIE DIE TUSSENKWAM ................................................................................. 31 TELEFONISCHE BEREIKBAARHEID ................................................................................................................... 32 TIJD AAN HET PROBLEEM BESTEED ................................................................................................................. 32 BESCHIKBAARHEID OP HET COMMISSARIAAT ................................................................................................... 33 SNELHEID VAN DE POLITIETUSSENKOMST ........................................................................................................ 34
5
6
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
1. Inleiding Dit document geeft een zeer beknopt opverzicht van de resultaten die afkomstig zijn uit een bevraging bij een aanzienlijk aandeel van de bevolking binnen de politiezone. Met die bevraging werd gepolst naar onveiligheidsgevoelens, slachtofferschap en de werking van de politie. De volledige achtergrond van deze Lokale Veiligheidsbevraging is terug te vinden op bladzijden 10 tot 19 van het tabellen- en grafiekenrapport van de zone Noorderkempen. Daarin wordt verder ook uitgelegd hoe de resultaten tot stand zijn gekomen en welke belangrijke informatie in het achterhoofd gehouden moet worden om de resultaten op een correcte wijze te interpreteren. Het is dus ten zeerste aan te raden om deze bladzijden uit dit document goed door te nemen alvorens conclusies te trekken uit deze samenvatting of uit de tabellen en grafieken uit de verschillende rapporten.
De resultaten van de Lokale Veiligheidsbevraging zijn verspreid over verschillende deelrapporten. Deze samenvatting is er daar één van en geeft op een tekstuele wijze de belangrijkste en opvallendste resultaten weer die uit de bevraging blijken. Maar daarnaast zijn er nog vier afzonderlijke tabellen- en grafiekenrapporten opgesteld: één met een compleet overzicht op het niveau van de politiezone en telkens één met tabellen en grafieken die van toepassing zijn op één van de drie gemeenten uit de zone.
• •
In het rapport van de zone Noorderkempen worden alle beschikbare grafieken en rapporten op het niveau van de ganse politiezone weergegeven. In de deelrapporten per gemeente worden enkel de tabellen of grafieken weergegeven wanneer de resultaten ervan afwijken van het zonale niveau. Als een grafiek of tabel niet opgenomen is in een rapport van de gemeente, dan kan dat op twee zaken wijzen: o Er zijn voor die gemeente geen significante verschillen voor die bepaalde vraag o De antwoorden op die vraag op gemeentelijk niveau vertonen geen verschillen met de antwoorden van die vraag op zonaal niveau
Dit samenvattingsrapport werkt eigenlijk op eenzelfde wijze: de resultaten van de gemeenten afzonderlijk worden niet opgenomen zolang ze niet significant afwijken van de resultaten op niveau van de politiezone.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Het is, voor wat het lezen van de tabellen- en grafiekenrapporten betreft, heel belangrijk zich van een aantal zaken bewust te zijn:
7
2. Populatie- en steekproefverdeling Bij een bevraging die de houding en mening over politie en veiligheid wil weergeven van alle inwoners van de politiezone van 15 jaar en ouder kan je niet anders dan een groot aantal personen uit die populatie te bevragen om tot betrouwbare resultaten te komen.
Bevolkingsgrootte van de populatie De politiezone Noorderkempen, bestaande uit de gemeenten Hoogstraten, Rijkevorsel en Merksplas, telde 40 680 inwoners op 1 juli 2012. Hoogstraten heeft in 2011 de kaap van 20 000 inwoners overschreden en komt op een totaal van 20 434. Rijkevorsel telde op 1 juli 2012 al 11 470 inwoners en in Merksplas zijn dat er 8776. Uiteraard omvat de populatie binnen dit onderzoek niet alle inwoners, maar de bevolkingscijfers geven toch al een eerste indruk over de omvang ervan. Na aftrek van de inwoners van de drie gemeenten die niet de leeftijd van 15 jaar bereikt hadden op 1 oktober 2011 bleken volgende aantallen in aanmerking te komen voor de bevraging: • • •
Hoogstraten: 16 491 Rijkevorsel: 9270 Merksplas: 7049
De lijst van inwoners die ter deelname uitgenodigd zouden worden, werd ons aangereikt door de federale politie. Zij stelden deze lijst op uit de totale bevolkingspopulatie van 15-jarigen en ouder, rekening houdend met de verdeling naar geslacht en naar leeftijd. Zo werd getracht de verdeling van de populatie zo goed mogelijk weer te geven in de uiteindelijke steekproefverdeling.
Steekproefverdeling Eén factor heb je bij een schriftelijke enquête niet zelf in de hand: je kan er niet voor zorgen dat iedereen die een vragenlijst heeft ontvangen deze ook ingevuld terugstuurt. Door de vragenlijst niet te lang te maken, de vraagstelling duidelijk en simpel te houden, de mogelijkheid te bieden om de schriftelijke enquête gratis terug te sturen met de post en de mogelijkheid te bieden om ze online in te vullen hebben we geprobeerd de responsgraad zo hoog mogelijk te krijgen. Elk niet-teruggekregen enquêteformulier zorgt voor een verschuiving van de verhoudingen tussen populatie en steekproefverdeling naar geslacht, leeftijd en (deel)gemeente. Daarom dat elk van de
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Verdeling van de populatie Ondanks de grote verschillen in aantal inwoners vanaf 15 jaar tussen de drie gemeenten van de politiezone werd beslist om in elke gemeente 1400 inwoners te selecteren en uit te nodigen om deel te nemen aan de lokale veiligheidsbevraging. In totaal werden zo 4200 enquêtes verspreid.
8
tabellenrapporten, zowel die van de politiezone als van de gemeenten afzonderlijk, weergeeft hoe die verhouding is bij de verwerking van de resultaten.1 Voor de berekening van de resultaten werden in totaal 1602 ingevulde en teruggestuurde vragenlijsten verwerkt. Volgende cijfers geven het aantal ingevulde enquêtes per gemeente weer: • • •
Hoogstraten: 561 Rijkevorsel: 531 Merksplas: 510
1
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 24-25; […], gemeente Hoogstraten, p. 10; […], gemeente Rijkevorsel, p. 10; […], gemeente Merksplas, p. 10. 2 Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 26.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Bij de berekening van de tabellen en grafieken uit de rapporten per gemeente wordt uiteraard met deze aantallen gewerkt. In het tabellenrapport van de politiezone wordt echter een bijkomende weging toegepast op basis van de bevolkingsaantallen van de onderzoekspopulatie per gemeente. Daardoor wijken de steekproefgroottes van de gemeenten af van de gewogen steekproef2 van de politiezone.
9
3. Buurtproblemen Het luik “buurtproblemen” van de lokale veiligheidsbevraging bestaat uit drie vragen die peilen naar het voorkomen van een aantal onveiligheidsfenomenen of –situaties, naar de keuze van drie van de voorgaande fenomenen waaraan de politie volgens de respondent prioriteit aan moet geven en naar de bereidheid van mensen uit de buurt om andere buurtbewoners te helpen.
3.1 Buurtkenmerken3 Voordat in de tabellenrapporten een antwoord gezocht wordt op bovenstaande vragen, worden een aantal buurtkenmerken weergegeven:
•
•
Hoe lang woont u al in de buurt waar u momenteel woont? o Het merendeel van de respondenten (76,4%) woont al 10 jaar of langer in de buurt waar hij of zij nu woont, terwijl slechts 3% minder dan een jaar in de buurt woonde tijdens het invullen van de enquête. Hoe vindt u dat uw buurt er uit ziet? o Tweederde van de respondenten (67,4%) vindt zijn buurt “eerder verzorgd” en nog eens 21% is van mening dat de buurt “zeer verzorgd” is. Afhankelijk van de gemeente vindt 1 tot 3% van de respondenten de buurt “helemaal niet verzorgd”. Sociale cohesie: buurtbewoners zijn bereid elkaar te helpen o 34% geeft aan “helemaal akkoord” te zijn, 47,5% is “een beetje akkoord”. In totaal zo’n 2,5% geeft aan “niet echt akkoord” of “helemaal niet akkoord” te zijn met de stelling dat buurtbewoners bereid zijn elkaar te helpen.
3.2 Ervaring als buurtprobleem?4 Bij deze vraag, naar het voorkomen van een aantal fenomenen in de buurt, kregen de respondenten een lijst van 15 mogelijke onveiligheidsfenomenen. Bij elk van deze fenomenen kon de respondent aangeven of dit helemaal wel een probleem is, eerder wel een probleem, eerder niet een probleem of helemaal niet een probleem is in de buurt waar men woont. Op basis van de antwoordcategorieën “helemaal wel” en “eerder wel” werd een rangschikking opgemaakt van de meest voorkomende buurtproblemen. De top-5 van meest voorkomende buurtproblemen in de zone ziet er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 3
Onaangepaste snelheid in het verkeer Woninginbraak Sluikstorten en zwerfvuil Wildparkeren Fietsdiefstal
66,4% 43,3% 42,7% 30,9% 28,0%
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 28-30; […], gemeente Hoogstraten, p. 12-14; […], gemeente Rijkevorsel, p. 12-14; […], gemeente Merksplas, p. 12-14. 4 Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 31-32; […], gemeente Hoogstraten, p. 15-16; […], gemeente Rijkevorsel, p. 15-16; […], gemeente Merksplas, p. 15-16.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
•
10
Per gemeente kan de volgorde hiervan afwijken of kan het zijn dat één of enkele van deze fenomenen uit de top-5 valt in functie van een ander vaak voorkomend fenomeen. In ieder geval staan “Onaangepaste snelheid in het verkeer” en “Woninginbraak” telkens op de eerste en tweede plaats. In de tabellenrapporten wordt vervolgens een overzicht gegeven van de zeven hoogstgerangschikte fenomenen met een onderscheid naar een aantal achtergrondkenmerken, zoals leeftijd, geslacht, beroepsactiviteit en opleidingsniveau.5
3.3 Prioriteiten van buurtproblemen6 Deze vraag liet de respondenten toe drie fenomenen aan te geven die volgens hen prioritair zouden moeten zijn voor de politie. Telkens werd daarbij de keuze aan een eerste prioriteit, een tweede en een derde prioriteit gegeven. Op basis van de som van het aantal keer dat een fenomeen als eerste, tweede of derde prioriteit werd gekozen, is een rangschikking van de prioriteiten opgesteld. De top-3 van hoogste prioriteiten voor de politie volgens de bevolking ziet er als volgt uit: 1. 2. 3.
Onaangepaste snelheid in het verkeer Woningbraak Sluikstorten en zwerfvuil
51,93% 51,35% 30,69%
Naast deze top-3 volgen een aantal fenomenen met totalen van eerste, tweede of derde prioriteit tussen 7% en 20%. De drie laagste prioriteiten worden steeds ingevuld door “Mensen die op straat worden lastiggevallen”, “Vechtpartijen” en “Zakkenrollerij, gauwdiefstal” met totalen van 1% - 7%.
5
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 33-46; […], gemeente Hoogstraten, p. 17-24; […], gemeente Rijkevorsel, p. 17-29; […], gemeente Merksplas, p. 17-29. 6 Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 47-48; […], gemeente Hoogstraten, p. 25-26; […], gemeente Rijkevorsel, p. 30-31; […], gemeente Merksplas, p. 30-31.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
In Hoogstraten scoort “Woninginbraak” met 57,52% als prioriteit hoger dan “Onaangepaste snelheid in het verkeer” met 54,6%. “Sluikstorten en zwerfvuil” staat voor alle drie de gemeenten op een derde plaats met totalen tussen 28,75% en 35,63%.
11
4. Onveiligheidsgevoel Onder het item dat peilt naar het onveiligheidsgevoel worden twee vragen voorgelegd aan de respondenten. Een eerste vraag gaat na in welke mate een onveiligheidsgevoel voorkomt bij de respondent, terwijl de tweede vraag wil bekijken in welke mate bepaalde mijdingsgedragingen ten gevolge van het onveiligheidsgevoel al dan niet gesteld worden.
4.1 Voorkomen van een onveiligheidsgevoel7 Slechts 0,6% en 3,7% van de respondenten geeft aan zich respectievelijk “altijd” en “vaak” onveilig te voelen in de buurt waar men woont. Nog 23,3% zegt zich “soms” onveilig te voelen. Maar daarnaast geeft toch maar liefst 71% aan zich “zelden” (41,9%) of “nooit” (29,2%) onveilig te voelen in de buurt waar men woont. Op zich lijkt hiermee het onveiligheidsgevoel binnen de politiezone niet bijzonder groot te zijn.
Naar leeftijd
Binnen de antwoordcategorie “soms” is er een significant verschil tussen de leeftijdsgroep 15-24 jaar ten opzichte van de andere groepen: 34,71% voelt zich soms onveilig terwijl dat bij de andere leeftijdsgroepen in ongeveer 20% soms het geval is. Vooral in Rijkevorsel is de uitschieter bij de groep 15-24 jaar opvallend groot met 53,65% van de jongeren die zich soms onveilig voelt in de buurt. In Merksplas ligt dit aantal voor deze leeftijdsgroep eerder onder het niveau van de andere leeftijden.
Naar geslacht Volgens geslacht lijken vrouwen, ten opzichte van mannen, vaker aan te geven zich “vaak” of “soms” onveilig te voelen in hun buurt. Bij de mannen is het aantal dat zegt zich “nooit” onveilig te voelen (38,45%) significant hoger dan bij de vrouwen (19,57%).
Naar beroepsactiviteit Er zijn geen significante verschillen in de onveiligheidsgevoelens volgens beroepsactiviteit binnen de antwoordcategorieën “altijd” en “vaak”. Binnen de antwoordcategorie “soms” blijken studenten opvallend vaker positief te antwoorden, wat overeenkomt met de vaststelling volgens leeftijd.
7
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 50-54; […], gemeente Hoogstraten, p. 28-29; […], gemeente Rijkevorsel, p. 32-33; […], gemeente Merksplas, p. 32-33.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Voor de antwoordcategorieën “altijd” en “vaak” zijn er op zonaal niveau geen significante verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Wel blijkt in Rijkevorsel de leeftijdsgroep 65+ jaar heel wat vaker (5,36%) aan te geven zich “vaak” onveilig te voelen in de buurt, terwijl diezelfde leeftijdsgroep in Merksplas helemaal niet (0%) aangeeft zich onveilig te voelen.
12
Naar deelgemeente Hoewel de grafiek uit het zonaal rapport op het eerste zicht aanzienlijke verschillen weergeeft, blijken de verschillen in de antwoordcategorieën “altijd” en “vaak” toch niet significant groot te zijn. Binnen de antwoordcategorie “soms” geven inwoners van Meer beduidend vaker (35,03%) aan zich soms onveilig te voelen. In Meerle en Wortel wonen de meeste respondenten die zich nooit onveilig voelen in hun buurt.
Naar verzorgdheid van de buurt Het onveiligheidsgevoel is opvallend veel groter naarmate de buurt waarin men woont minder verzorgd is. Zo geven 25,7% van de respondenten die menen in een “heel onverzorgde” buurt te wonen aan dat ze zich “altijd” of “vaak” onveilig voelen. In Merksplas blijkt dit nog veel duidelijker waar maar liefst 64,2% van de respondenten die in een “heel onderzorgde” buurt woont aangeeft “altijd” of “vaak” een onveiligheidsgevoel te kennen. In Hoogstraten daarentegen is de samenhang veel minder groot. Hier tegenover geeft 44,35% van de mensen die zegt in een “heel verzorgde” buurt te wonen aan dat ze zich nooit onveilig voelen. Dit aantal ligt significant hoger dan bij de respondenten die in minder verzorgde buurten wonen. Er kan afgeleid worden dat er een samenhang bestaat tussen de verzorgdheid van de buurt en het veiligheidsgevoel dat de mensen er hebben.
Bij de vraag naar mijdingsgedrag worden aan de respondenten vijf gedragingen voorgelegd waarbij ze telkens kunnen aangeven of ze dit gedrag altijd, vaak, soms, zelden of nooit stellen. Buiten één vraag, die enkel betrekking heeft op respondenten die kinderen hebben die jonger zijn dan 15 jaar, worden de respondenten geacht een antwoord te geven op alle gedragingen. Voor de som van de antwoorden binnen de categorieën waarmee men aangeeft het bevraagde gedrag “altijd” en “vaak” te stellen, is de rangschikking als volgt: 1. 2. 3. 4. 5.
Vermijden kinderen weg te laten gaan Niet opendoen voor onbekenden Bij duisternis vermijden om weg te gaan Bepaalde plekken in de gemeente mijden Vermijden het openbaar vervoer te nemen
23,0% 16,5% 11,3% 6,0% 4,1%
In Rijkevorsel liggen deze percentages, met uitzondering van het hoogst gerangschikte, iets hoger dan die van de politiezone.
8
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 55-66; […], gemeente Hoogstraten, p. 30-37; […], gemeente Rijkevorsel, p. 34-44; […], gemeente Merksplas, p. 34-42.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
4.2 Mijdingsgedrag omwille van onveiligheidsgevoelens8
13
Vermijden kinderen weg te laten gaan Naar leeftijd Het mijdingsgedrag waarbij men vermijdt om de eigen kinderen ergens naartoe te laten gaan omdat men daarbij vreest voor hun veiligheid komt opvallend vaker voor bij de leeftijdsgroep van 15-24 jaar. Bijna de helft (48,9%) van deze leeftijdsgroep geeft aan “altijd” of “vaak” te vermijden hun kinderen weg te laten gaan. We mogen hierbij echter niet vergeten dat dit de stelling was die enkel ingevuld diende te worden door respondenten die zelf een kind hebben dat jonger is dan 15 jaar. De kinderen van respondenten die jonger zijn dan 25 jaar zijn gewoonlijk nog niet heel oud en zelfstandig. In Hoogstraten loopt dit cijfer zelfs op tot 58,8% die dit gedrag “altijd” of “vaak” stelt binnen deze leeftijdsgroep. Maar voor alle gemeenten geldt dat er weinig antwoorden zijn voor de jongste leeftijdsgroep, waardoor de resultaten met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden.
Naar geslacht Vrouwen zijn meer beschermend ten aanzien van hun kinderen, want 27,4% van hen geeft aan “altijd” of “vaak” te vermijden de eigen kinderen ergens naartoe te laten gaan ten opzichte van 19,3% bij de mannen. In Rijkevorsel is het verschil nog meer uitgesproken met 32,8% bij de vrouwen tegenover 15% bij de mannen.
Naar beroepsactiviteit lijkt enkel de groep studenten hoger te scoren dan de andere groepen. Maar ook hier zijn de totale frequenties van de antwoorden relatief klein, waardoor uitspraken op het niveau van de populatie moeilijk te maken zijn.
Naar opleidingsniveau Binnen de antwoordcategorie “altijd” zijn de verschillen tussen de niveaus van opleiding niet groot. Bij de antwoordcategorie “vaak” blijkt echter dat hooggeschoolden vaker vermijden hun kinderen weg te laten gaan. Andersom ook geeft 30% van de laaggeschoolden “nooit” te vermijden hun kind weg te laten gaan, terwijl dat bij de hooggeschoolden net geen 10% is.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Naar beroepsactiviteit
14
Niet opendoen voor onbekenden Naar leeftijd Het gedrag waarbij men “altijd” of “vaak” vermijdt op en te doen voor onbekenden ligt voor de meeste leeftijdsgroepen rond 11-14%, met uitzondering voor de groep 65+ jaar waarbij 33,3% aangeeft niet open te doen. In Rijkevorsel liggen deze totalen over de hele rij een paar percentages hoger dan bij het zonetotaal.
Naar geslacht Vrouwen doen minder snel de deur open voor onbekenden: 20,7% geeft aan “altijd” of “vaak” te vermijden dit te doen ten opzichte van 12,5% bij mannen. In Rijkevorsel is het percentage bij de vrouwen zelfs 28%.
Naar beroepsactiviteit De beroepsgroep van gepensioneerden toont significant meer mijdingsgedrag voor het opendoen voor onbekenden dan de andere beroepsgroepen. Bijna 30% van hen is niet snel geneigd zomaar iedereen binnen te laten.
Naar opleidingsniveau Hoe hoger het diploma dat de respondenten behaald hebben, hoe minder wantrouwig men staat ten opzichte van onbekenden. Zo’n 20% van de laagst geschoolden vermijdt de deur open te doen ten opzichte van 12% van de hooggeschoolden.
Bij duisternis vermijden om weg te gaan Naar leeftijd 65-plussers vermijden significant vaker om bij duisternis weg te gaan (27,8%) ten opzichte van de andere leeftijdsgroepen die tussen 6 en 10% scoren. In Hoogstraten geeft de leeftijdsgroep 35-49 jaar opvallend minder vaak aan bij duisternis weg te gaan (3%) ten opzichte van dezelfde groep in Merksplas (11%). Binnen de andere leeftijdsgroepen zijn er geen noemenswaardige verschillen.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
In Rijkevorsel scoort ook de groep van de werklozen en werkzoekenden opvallend hoog met 39% die niet opendoet voor onbekenden. Zij springen dan ook zichtbaar uit ten opzichte van studenten, werknemers en zelfstandigen.
15
Naar geslacht Ook wat dit gedrag betreft zijn vrouwen (16,1%) terughoudender dan mannen (6,8%).
Naar beroepsactiviteit Net als bij de leeftijdsgroep van 65-plussers valt het op dat bij de verdeling naar beroepsactiviteit de groep gepensioneerden opvallend vaker vermijdt om bij duisternis weg te gaan van huis. De groep van werklozen kent grote schommelingen per gemeente, maar aangezien het totaal aantal werklozen binnen de steekproef relatief klein is zijn uitspraken op populatieniveau heel moeilijk te maken.
Naar opleidingsniveau Ook bij duisternis lijkt hetzelfde te gelden: hoe lager het opleidingsniveau, hoe vaker men mijdt bij duisternis weg te gaan.
Bepaalde plekken in de gemeente mijden
Er zijn geen opvallende of grote verschillen tussen de verschillende leeftijdsgroepen bij het “altijd” of “vaak” vermijden om op bepaalde plekken in de gemeente te komen. Wel blijkt de groep van 25-34 jaar het minst mijdingsgedrag te vertonen. Hiervan geeft 56,16% aan “nooit” bepaalde plekken in de gemeente te mijden, terwijl dat bij de andere leeftijdsgroepen tussen 35 en 45% ligt. In Rijkevorsel geeft 11,8% van de 15-24 jarigen aan “vaak” bepaalde plekken in de gemeente te mijden, terwijl dat op zonaal niveau slechts 7% is. Ook binnen de leeftijdsgroep 35-49 jaar ligt het percentage “vaak” hoger dan het zonale percentage en bij de leeftijdsgroep 65+ jaar geeft 5% aan “altijd” bepaalde plekken te mijden, terwijl dat op zonaal niveau 1,64% is.
Naar geslacht Er is een klein verschil bij dit mijdingsgedrag tussen mannen (3,3%) en vrouwen (8,8%). In Rijkevorsel liggen de percentages zowel bij mannen (6,9%) als bij vrouwen (14%) hoger dan op zonaal niveau.
Naar beroepsactiviteit Bij de verdeling naar beroepsactiviteit zijn er geen significante verschillen bij de antwoordcategorieën “altijd” en “vaak”, hoewel de groep werklozen en werkzoekenden toch hoger
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Naar leeftijd
16
scoort dan de andere groepen met 15% die vaak vermijdt bepaalde plekken te vermijden. Maar met een klein aantal werkloze respondenten is het betrouwbaarheidsinterval echter groot en zijn uitspraken op het niveau van de populatie moeilijk. In Rijkevorsel liggen de percentages binnen de antwoordcategorieën “altijd” en “vaak” over het algemeen weer wat hoger dan op zonaal niveau, terwijl dat in Merksplas voor de studenten, gepensioneerden en werklozen net lager ligt.
Naar opleidingsniveau Er is in de politiezone geen verschil naar opleidingsniveau bij het mijdingsgedrag om naar bepaalde plekken in de gemeente te gaan.
Vermijden het openbaar vervoer te nemen Naar leeftijd Er is in de politiezone geen verschil volgens leeftijd bij het vermijden het openbaar vervoer te nemen.
Naar geslacht
Naar beroepsactiviteit Ook volgens de beroepsactiviteit is er geen significant verschil bij respondenten die “altijd” of “vaak” vermijden het openbaar vervoer te nemen. In Rijkevorsel echter geven studenten meer aan “vaak” (9,41%) te vermijden het openbaar vervoer te nemen dan op zonaal niveau (3,55%). Ook het aantal werklozen en werkzoekenden dat “altijd” of “vaak” dit mijdingsgedrag stelt is in Rijkevorsel hoger dan in andere gemeenten.
Naar opleidingsniveau Er zijn geen verschillen volgens het opleidingsniveau.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Er is in de politiezone geen verschil volgens geslacht in de antwoordcategorieën “altijd” en “vaak”. Wel geven vrouwen minder vaak (50,2%) dan mannen (67,31%) aan “nooit” het openbaar vervoer te nemen.
17
5. Slachtofferschap en aangiftegedrag Bij het luik dat peilt naar slachtofferschap en aangiftegedrag van burgers worden in totaal 14 fenomenen aangehaald waarbij de respondenten twee vragen kunnen beantwoorden: ten eerste of de gebeurtenis bij henzelf en/of iemand van het gezin tijdens de laatste 12 maanden is voorgevallen, en ten tweede of ze, indien ze slachtoffer werden, het laatste feit aangegeven hebben bij de politie. Ten slotte werd aan de respondenten ook gevraagd in welke mate ze tevreden of ontevreden zijn over alles wat de politie heeft gedaan in de zaak van het laatste delict waarvan men slachtoffer werd.
5.1 Slachtofferschap9 Hier werd gevraagd naar het slachtofferschap binnen het gezin gedurende de laatste 12 maanden. De top-5 voor de ganse zone ziet er dan als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5.
Beschadiging auto Fietsdiefstal Poging inbraak (zonder diefstal) Inbraak met diefstal Diefstal zonder geweld, bedreiging, oplichting en diefstal uit auto
12,2% 9,8% 5,0% 4,7% 2,8 – 3,2%
5.2 Aangifte bij de politie10 Het aangiftegedrag, of het niet-aangeven van criminele feiten, geeft een zicht op het zogenaamde “dark number”: het percentage van feiten waar we geen zicht op hebben dat ze plaatsvonden omdat ze nooit worden geregistreerd. De cijfers die de politie jaarlijks in een jaarverslag presenteert zijn nooit een volledige weergave van het aantal delicten die plaatsvinden. De politie is enkel op de hoogte van delicten als ze er zelf bij uitkomt (heterdaad) of als ze door de burger aangegeven worden bij de politie. De overige delicten die nooit geregistreerd worden noemt men het “dark number”. Moesten er bij de politie bijvoorbeeld 25 feiten van beschadiging van de auto gekend zijn in een bepaald jaar en het blijkt dat het feit “beschadiging auto” slechts in 20% van de gevallen aangegeven
9
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 68-69; […], gemeente Hoogstraten, p. 38; […], gemeente Rijkevorsel, p. 46; […], gemeente Merksplas, p. 44. 10 Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 70; […], gemeente Hoogstraten, p. 39; […], gemeente Rijkevorsel, p. 47; […], gemeente Merksplas, p. 45.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
In Rijkevorsel klimt “inbraak met diefstal” naar een derde plaats met 5,7%. Het fenomeen “poging inbraak (zonder diefstal)” staat er op de vierde plaats met 3,4%. Voor Merksplas komt “bedreiging” op de derde plaats met 4,5% van de respondenten (of uit het gezin) die daarvan de afgelopen 12 maanden slachtoffer werd.
18
wordt bij de politie, dan kan geschat worden dat het totaal aantal feiten “beschadiging auto” in dat jaar op ongeveer 125 ligt. In realiteit is het uiteraard ingewikkelder dan dat… Uit de bevraging blijkt dat volgende gebeurtenissen het vaakst aangegeven worden bij de politie: • • • •
Auto gestolen Inbraak met diefstal Diefstal zonder geweld Diefstal uit auto
100% 88,6% 80,5% 62,7%
Het feit dat het minst vaak aangegeven wordt bij de politie is “beschadiging auto” met slechts 27,1%. De resultaten van de verschillende gemeenten vertonen onderling soms grote verschillen en wijken ook regelmatig af van de resultaten op zonaal niveau. Een fenomeen dat opvallend veel verschil vertoont tussen de gemeenten is “poging inbraak (zonder diefstal)”. In Merksplas geeft maar liefst 81,3% van de personen die zegt slachtoffer te zijn geweest van poging diefstal aan dat ze dit aangegeven hebben bij de politie. In Hoogstraten is dat 52,9% en in Rijkevorsel zelfs maar 44,4%.
5.3 Tevredenheid van slachtoffers over politietussenkomst11 Ongeveer 50% van de respondenten die de afgelopen 12 maanden slachtoffer werd van een delict geeft aan tevreden (41,3%) of zeer tevreden (8,3%) te zijn over de tussenkomst van de politie. Aan de andere kant geeft toch ook bijna 20% aan ontevreden (10,4%) of zelfs zeer ontevreden (9,5%) te zijn geweest met de politietussenkomst.
11
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 71; […], gemeente Hoogstraten, p. 40; […], gemeente Rijkevorsel, p. 48; […], gemeente Merksplas, p. 46.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
De ontevredenheid over politietussenkomst is het grootst in Rijkevorsel: daar is maar liefst 28,4% van de respondenten ontevreden of heel ontevreden. In Hoogstraten en Merksplas is dat respectievelijk 16,6% en 14,8%.
19
6. Politiewerking Naast een deel dat peilt naar slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens, werd met de enquête ook de werking van de politie en het contact met de politie bevraagd. Daarbij worden antwoorden gezocht op de mening over de algemene werking van de politie en over het kennen van en de bereikbaarheid van de wijkagent.
6.1 Globale beoordeling politiewerking12 6,4% van de respondenten vindt dat de politie van politiezone Noorderkempen heel goed werk levert. Nog eens 67,2% vindt dat onze politie goed werkt. Daartegenover vindt respectievelijk 5,7% en 0,7% dat de politie slecht werk of heel slecht werk levert. Respondenten uit Merksplas zijn meer tevreden over de politiewerking: respectievelijk 8,6% en 73% vindt er dat de politie heel goed werk of goed werk levert. Nog 4% is in Merksplas minder tevreden over de politiewerking. In Rijkevorsel daarentegen is het aantal respondenten dat vindt dat de politie slecht of heel slecht werk levert opvallend hoger: in totaal 10,8% is niet tevreden over de politiewerking.
Naar geslacht Mannen uit de politiezone zijn minder tevreden over het politiewerk dan vrouwen: 8,27% van de mannen vindt dat de politie slecht of heel slecht werk levert ten opzichte van 4,24% bij de vrouwen.
Volgens beroepsactiviteit zijn de werkzoekenden en werklozen het minst tevreden over de werking van de politie: 55,5% vindt dat de politie goed of heel goed werk verricht, tegenover 70-78% bij de andere beroepsactiviteiten. In Rijkevorsel zijn de verschillen nog veel sterker uitgesproken: slechts 28,8% vindt dat de politie goed werk verricht. De zelfstandigen in Rijkevorsel zijn het meest tevreden over de politiewerking met 81,2%.
Naar opleidingsniveau Hoe hoger het opleidingsniveau van de respondenten, hoe minder tevreden de respondenten zijn over de politiewerking.
12
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 72-74; […], gemeente Hoogstraten, p. 42-43; […], gemeente Rijkevorsel, p. 50-52; […], gemeente Merksplas, p. 48-49.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Naar beroepsactiviteit
20
6.2 Tevredenheid over de politie in de eigen zone13 Bij de vraag naar tevredenheid van de politie in de zone werden vijf zaken voorgelegd waarbij de respondent telkens kon antwoorden in welke mate men daarover tevreden was door te kiezen uit een reeks gaande van “heel tevreden” tot “helemaal ontevreden”. De vijf bevraagde zaken zijn de volgende: • • • • •
Houding en gedrag ten aanzien van de bevolking Informatie die aan de bevolking wordt gegeven over de activiteiten van de politie Aanwezigheid in de straat Iedereen op gelijke voet behandelen Het goede voorbeeld geven
Houding en gedrag ten aanzien van de bevolking 66,9% van de respondenten geeft aan tevreden of heel tevreden te zijn over de houding en het gedrag van de politie ten aanzien van de bevolking. In Rijkevorsel is dat 60,5% en in Merksplas blijkt 77,2% tevreden te zijn over de houding van onze politiemensen. Daarnaast blijkt 4,68% van de respondenten in de politiezone ontevreden of heel ontevreden over de houding en het gedrag ten aanzien van de bevolking.
In Merksplas is men het meest tevreden over het voorbeeld van de politie: 53,5% is hier tevreden of heel tevreden over. In Rijkevorsel is dit 41,4%.
Naar leeftijd De leeftijdsgroep 25-34 jaar is met 39% tevredenheid over het goede voorbeeld dat de politie geeft het minst tevreden. Daarna stijgt de tevredenheid met een stijgende leeftijd(scategorie). De ontevredenheid van de bevolking kan uit deze grafiek echter niet afgeleid worden. In Rijkevorsel blijkt maar liefst 25% van de jongeren (15-24 jaar) ontevreden over het voorbeeld dat de politie geeft. Dit tegenover 5% bij de 65-plussers. In de andere gemeenten van de zone zijn deze verschillen tussen de leeftijdsgroepen veel minder uitgesproken.
13
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 75-86; […], gemeente Hoogstraten, p. 44-50; […], gemeente Rijkevorsel, p. 53-61; […], gemeente Merksplas, p. 50-56.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Het goede voorbeeld geven Van de respondenten vindt maar 46,2% dat de politie het goede voorbeeld geeft. 10,21% is ontevreden of heel ontevreden over het voorbeeld dat de politie geeft.
21
Naar geslacht Met 12% zijn de mannen in de zone meer ontevreden over het voorbeeld dat de politie geeft dan de vrouwen (8,4%).
Naar beroepsactiviteit De werknemers en de groep van werklozen en werkzoekenden zijn het minst tevreden over het voorbeeld dat de politie geeft: respectievelijk 41,7% en 33,9% geeft aan tevreden of heel tevreden te zijn.
Informatie over de activiteiten Uit de bevraging blijkt dat 43,4% van de respondenten uit de zone Noorderkempen tevreden of heel tevreden is over de informatie die aan de bevolking wordt gegeven over de activiteiten van de politie. Daarnaast geeft 13% aan ontevreden of heel ontevreden te zijn over het geven van informatie. De tevredenheid in Merksplas ligt iets hoger dan de zonale tevredenheid, terwijl dat in Rijkevorsel en Hoogstraten iets lager ligt.
Naar leeftijd
Naar beroepsactiviteit Studenten, werklozen en werkzoekenden geven het minst aan tevreden te zijn met de informatie die ze door de politie ontvangen over de activiteiten. Met 28% en 22% liggen zij ver onder de resultaten van de andere beroepsgroepen die resultaten tussen 40% en 55% hebben.
Naar opleidingsniveau De tevredenheid over de informatie die door de politie wordt gegeven daalt met een stijgend opleidingniveau.
Iedereen op gelijke voet behandelen 42,9% van de respondenten uit de zone is tevreden of heel tevreden over de manier waarop de politie iedereen op gelijke voet behandelt. Hier tegenover staat dat 10,7% ontevreden of heel ontevreden is en dus van mening is dat de politie niet iedereen op gelijke voet behandelt.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Hoe ouder de respondent, hoe groter de tevredenheid over de informatie die wordt meegedeeld aan de bevolking. In Merksplas is de tevredenheid bij de groepen 15-24 jaar en 35-49 jaar significant hoger dan voor het zonetotaal.
22
In Merksplas is men iets meer tevreden over dit gedrag bij de politie (46,9%) terwijl dat in Rijkevorsel minder het geval is (40,6%).
Naar leeftijd De leeftijdsgroep van 15-24 jaar is het meest ontevreden over de gelijkheid bij behandelen door de politie: zo’n 15% van de jongeren is hierover ontevreden of heel ontevreden, terwijl dat bij de andere leeftijdsgroepen ongeveer 10% bedraagt. Voor de leeftijdsgroep 65+ jaar is de ontevredenheid zelfs maar 5,5%. In Rijkevorsel is de ontevredenheid over gelijkheid van behandeling door de politie ook het hoogst bij jongeren. Maar het aandeel 15-24 jarigen ligt met 27,5% wel opvallend hoger dan op zonaal niveau.
Naar geslacht Mannen (44,54%) geven binnen de zone vaker aan tevreden of heel tevreden te zijn over de gelijkheid van behandelen dan vrouwen (41,12%). Daarnaast blijkt echter ook dat mannen (12,59%) vaker aangeven ontevreden te zijn dan vrouwen (8,69%). De mening van mannen is dus meer uitgesproken dan die van vrouwen. In Merksplas is de tevredenheid van mannen groter dan in de zone: 51% ten opzichte van 44,5% op zonaal niveau. Voor vrouwen is er tussen de twee niveau’s geen aantoonbaar verschil.
Zelfstandigen en studenten zijn het meest tevreden over de gelijkheid bij behandelen door de politie. Van de loontrekkenden (werknemers) en werklozen en werkzoekenden is minder dan 40% tevreden over de manier waarop de politie iedereen op gelijke voet behandelt. De verdeeldheid naar beroepsactiviteit in Rijkevorsel is heel wat groter dan op zonaal niveau: 62,4% ten opzichte van 51,6% van de zelfstandigen op zonaal niveau is er tevreden of heel tevreden en slechts 25,9% van de werklozen en werkzoekenden geeft aan tevreden of heel tevreden te zijn, terwijl dat op zonaal niveau nog 34,8% is.
Naar opleidingsniveau Lager opgeleiden (50,7%) zijn in onze politiezone significant meer tevreden of de mate waarop de politie iedereen op gelijke voet behandeld dan hoger opgeleiden (38-40%).
Aanwezigheid in de straat Slechts 37,6% van de respondenten geeft aan tevreden of heel tevreden te zijn over de aanwezigheid van de politie in het straatbeeld in de politiezone Noorderkempen.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Naar beroepsactiviteit
23
In Rijkevorsel is slechts 32,4% van de respondenten tevreden over de aanwezigheid van blauw in de straat. Mersplas scoort daarbij ‘beter’ dan het zonaal niveau met 43,3% van de respondenten die hierover tevreden of heel tevreden is.
Naar leeftijd De tevredenheid over de aanwezigheid van de politie in het straatbeeld stijgt met een stijging in leeftijd van de respondenten: van de groep 15-24 jaar is 27,4% tevreden of heel tevreden en bij de 50-plussers is dat meer dan 42,5%. Het verschil naar leeftijd bij de inwoners van Rijkevorsel is groter: slechts 14,3% van de jongeren is er tevreden of heel tevreden over de aanwezigheid van politie in de straat, terwijl dat bij de groep 65+ toch 44,9% is. In Merksplas daarentegen is 35,6% van de groep 15-24 jaar tevreden of heel tevreden. Ook is de mening van de leeftijdsgroep 25-34 jaar in Merksplas positiever dan die van de 50-plussers: 47,70% van de groep 25-34 jaar is er tevreden of heel tevreden terwijl dat bij de groepen 50-64 jaar en 65+ jaar tussen 45 en 46% ligt en dat verschl bij de andere gemeenten van de zone steeds andersom is. Naar ontevredenheid is een groot verschil merkbaar binnen de leeftijdsgroep 15-24 jaar tussen de gemeenten Hoogstraten en Merksplas: in Hoogstraten geeft 37,9% van de jongeren aan ontevreden of heel ontevreden te zijn over de aanwezigheid van de politie in het straatbeeld, terwijl dat in Merksplas slechts 17,5% is. In diezelfde richting verschillen ook de groepen 25-34 jaar en 65+ jaar tussen de twee gemeenten, zij het met minder grote onderlinge verschillen.
Studenten, werklozen en werkzoekenden zijn het minst tevreden over de aanwezigheid van politie in de straat: ongeveer 27% van hen is tevreden of heel tevreden, terwijl dat bij de andere beroepsgroepen tussen 36 en 44% ligt. In Rijkevorsel is slechts 8,2% van de studenten tevreden of heel tevreden en bij de groep werklozen en werkzoekenden is dat 22,9%. Daartegen staat dat de zelfstandigen in Rijkevorsel (55,7%) meer tevreden zijn dan op zonaal niveau (43,9%).
Naar opleidingsniveau Ook naar aanwezigheid in het straatbeeld blijkt dat de tevredenheid afneemt naarmate de respondenten hoger geschoold zijn.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Naar beroepsactiviteit
24
6.3 Contacteerbaarheid van de politie uit de eigen zone14 De respondenten werd gevraagd hoe gemakkelijk of moeilijk ze het vinden om de politie van de eigen politiezone te contacteren. De resultaten zijn eerder positief: 9,2% geeft aan dat de politie heel gemakkelijk te contacteren is, 52,8% vindt dat gemakkelijk, 12,3% vindt het moeilijk en 2,7% van de respondenten is van mening dat de politiezone Noorderkempen heel moeilijk te contacteren is.
Naar geslacht Volgens de vrouwelijke respondenten is de politie minder gemakkelijk contacteerbaar dan volgens de mannen: 55,8% van de vrouwen vindt dat de politie gemakkelijk of heel gemakkelijk te contacteren is, terwijl dat bij de mannen 68% is.
6.4 Wijkagent15 In de vragenlijst worden vier vragen gesteld met betrekking tot de wijkagent. Zo werd gevraagd of de respondent zijn wijkagent kent en van waar men deze dan kent, of deze voldoende gemakkelijk te contacteren is en of men graag meer contact zou hebben met de wijkagent.
Kent u uw wijkagent? Op de vraag of de respondent zijn wijkagent kent, wordt als volgt geantwoord: Ja, ik heb er regelmatig contact mee Ja, ik heb er soms contact mee Ja, maar enkel van naam of gezicht Neen
2,8% 12% 28,3% 56,8%
Het valt op dat meer dan de helft van de respondenten aangeeft zijn of haar wijkagent helemaal niet te kennen. Daarnaast blijkt dat bijna 30% de wijkagent enkel van naam of gezicht kent, waardoor slechts een minderheid soms of regelmatig contact heeft met de wijkagent. In Hoogstraten en Merksplas lijkt het contact met de wijkagent groter te zijn dan in Rijkevorsel: met 3,7% en 3,2% van de respondenten uit respectievelijk Hoogstraten en Merksplas die zegt regelmatig contact te hebben met de wijkagent tegenover slechts 0,8% in Rijkevorsel is het verschil al duidelijk. Daarnaast beweert in Hoogstraten 14,6% er soms contact mee te hebben. In Merksplas is dat ook nog 13,6%, maar in Rijkevorsel geldt dit ook maar ten aanzien van 6,1% van de respondenten. Daar staat tegenover dat ruim 75% van de respondenten uit Rijkevorsel aangeeft zijn of haar wijkagent helemaal niet te kennen.
14
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 87-89; […], gemeente Hoogstraten, p. 51-52; […], gemeente Rijkevorsel, p. 62-63; […], gemeente Merksplas, p. 57-59. 15 Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 90-98; […], gemeente Hoogstraten, p. 53-59; […], gemeente Rijkevorsel, p. 64-71; […], gemeente Merksplas, p. 60-66.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
• • • •
25
Naar leeftijd Het niet-kennen van de wijkagent blijkt het grootst te zijn bij de leeftijdsgroepen van 15 tot 34 jaar en bij de 65-plussers. Opvallend: in Rijkevorsel kent bijna 80% van de 65-plussers hun wijkagent niet. Bij de jongeren (1524 jaar) is dat zelfs bijna 90%.
Naar beroepsactiviteit Naar beroepsactiviteit blijkt zowat hetzelfde als vastgesteld werd naar leeftijd: studenten en gepensioneerden geven het vaakst aan de wijkagent niet te kennen.
Naar deelgemeente Bij de verdeling naar deelgemeente is uiteraard het verschil tussen de gemeente Rijkevorsel en de andere gemeenten opnieuw zichtbaar. Daarnaast geeft dit ook de verschillen tussen de deelgemeenten in Hoogstraten weer.
Is de wijkagent makkelijk contacteerbaar? 28,4% van de respondenten is van mening dat de wijkagent gemakkelijk contacteerbaar is in de zone. Daarnaast geeft ook 15% aan dat dit niet het geval is en de overige respondenten weten niet of de wijkagent al dan niet gemakkelijk contacteerbaar is. In Hoogstraten geeft 31,4% aan dat de wijkagent gemakkelijk te bereiken is en in Merksplas is dat 37,5%. In Rijkevorsel ligt dit aantal op 15,9%.
Van waar kent u uw wijkagent? Van de respondenten die aangaven dat ze de wijkagent kennen, al is het enkel van naam of gezicht, geeft 36,3% aan deze te kennen via direct persoonlijk contact. 12,7% kent de wijkagent via het gemeentelijk informatieblad, 2,4% heeft er ooit een visitekaartje van gekregen en 1,3% kent de wijkagent van de website van de politie.
Meer contact met de wijkagent? Bijna 15% van de respondenten zou graag meer contact hebben met de wijkagent en nog eens 15% vindt het niet nodig om meer contact te hebben. Daarnaast geeft net geen 64% aan dat ze graag meer contact met de wijkagent zouden hebben, maar wel enkel in geval van problemen.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Zo blijkt dat maar liefst 83% van de respondenten uit Minderhout de wijkagent niet kent. De meest gekende wijkagenten zijn die van Wortel (18% kent de wijkagent er niet) en Meerle (24% nietkennen).
26
Naar leeftijd Bij de respondenten uit de leeftijdsgroep 15-24 jaar geeft 7,2% aan dat ze meer contact willen met de wijkagent, terwijl dat voor de andere leeftijdsgroepen tussen 14 en 18,5% ligt. In Merksplas is de noodzaak om de wijkagent te kennen bij de leeftijdsgroepen van 15 tot 49 jaar minder groot met aantallen tussen 7 en 11%. In Rijkevorsel geeft bijna 25% van de 65-plussers aan graag meer contact te willen met de wijkagent.
Naar beroepsactiviteit Bij de verdeling volgens beroepsactiviteit blijkt dat de studenten er minder (9,1%) de behoefte aan hebben om de wijkagent te kennen. Daarnaast geeft de groep van werklozen en werkzoekenden het minst vaak aan (40,4%) de wijkagent te willen kennen in geval van problemen.
Naar opleidingsniveau Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe meer contact men wil met de wijkagent. Voor het contact dat enkel in geval van problemen gewenst is, is de trend eerder andersom.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Dit verloop voor beide gevallen is heel duidelijk aanwezig in Hoogstraten: van de lager geschoolden wil 7% meer contact met de wijkagent en 70% wil er meer contact mee in geval van problemen, terwijl dat bij de hoger geschoolden respectievelijk 23% en 55,5% is. Voor Rijkevorsel gaat dit echter niet op: het aantal respondenten dat aangeeft dat ze meer contact willen met de wijkagent is op alle opleidingsniveaus gelijkaardig, maar de hoger opgeleiden willen meer contact met de wijkagent in geval van problemen.
27
7. Laatste contact met de politie Als laatste deel uit het onderzoek wordt aan de respondenten gevraagd naar het contact met de politie gedurende de laatste 12 maanden. Voor het laatste contact wordt ook gevraagd naar de reden van het contact en de plaats waar de respondent dit contact met de politie had.
7.1 Persoonlijk contact met de politie16 Aan de respondenten werd gevraagd of ze gedurende de voorbije 12 maanden persoonlijk contact gehad hebben met de politie van de zone Noorderkempen. 63,2% van de respondenten heeft de voorbije 12 maanden geen contact gehad met de politie. Van de 35% die wel nog contact gehad heeft met de politie heeft 24% de politie zelf gecontacteerd en werd 11% gecontacteerd door de politie.
7.2 Reden van het laatste contact17 De meest voorkomende redenen van contact met de politie zijn de volgende: 1. 2. 3. 4.
Bekeuring Controle door de politie Vragen om hulp Administratieve afhandeling
37,4% 11,9% 7,9% 7,3%
7.3 Plaats van het laatste contact18 Het laatste contact met de politie vindt in 39,6% plaats op het politiekantoor en in 31,6% op een privé plaats. Daarnaast vindt 16% van het contact plaats op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijk plaats en 10% per post, telefoon of mail. In Hoogstraten ziet de verdeling er als volgt uit: 34,5% op het politiekantoor, 36,3% op een privé plaats, 12,8% op een openbare weg of publiek toegankelijke plaats en 12,6% per post of telefoon.
16
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 100; […], gemeente Hoogstraten, p. 60; […], gemeente Rijkevorsel, p. 72; […], gemeente Merksplas, p. 68. 17 Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 101-102; […], gemeente Hoogstraten, p. 61-62; […], gemeente Rijkevorsel, p. 73-74; […], gemeente Merksplas, p. 69-70. 18 Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 103-106; […], gemeente Hoogstraten, p. 63-64; […], gemeente Rijkevorsel, p. 75-76; […], gemeente Merksplas, p. 71-72.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
In Rijkevorsel scoort “administratieve afhandeling” minder dan 5%, maar komt “verloren/gevonden voorwerpen” met 7,6% opzetten naar de vierde plaats. In Merksplas staat “administratieve afhandeling” op de derde plaats met 10,7% en komt “preventie, bewaking” naar de vierde plaats met 9%.
28
In Rijkevorsel ziet de verdeling van de plaats van het laatste contact er anders uit: 47,1% op het politiekantoor, 26,3% op een privé plaats, 17,4% op de openbare weg en 8,8% per post, telefoon of e-mail. De verdeling in Merksplas is gelijkaardig als die in Rijkevorsel.
Naar leeftijd Het laatste contact met de politie op het politiekantoor komt het minst vaak voor bij de leeftijdsgroep 50-64 jaar. In Hoogstraten is het verschil tussen de groep 50-64 jaar met de andere leeftijdsgroepen het grootst: 36-42% van de respondenten had het laatste contact met de politie op het politiekantoor, terwijl dat voor de leeftijdsgroep 50-64 jaar slechts 16,2% is. In Rijkevorsel zijn het de jongeren van 15-24 jaar die het minst vaak (26,72%) met de politie in contact komen op het politiekantoor, terwijl de leeftijdsgroepen van de 50-plussers in meer dan 60% van de gevallen hun laatste politiecontact op het politiekantoor hadden. Het contact met de politie dat plaatsvindt op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke plaats komt opvallend vaker voor bij jongeren tussen 15 en 24 jaar (29,3%) en bij de leeftijdgroep 25-34 jaar (16,8%), terwijl dat bij de andere leeftijdsgroepen tussen 10 en 12,5% ligt. In Rijkevorsel worden jongeren tot 34 jaar nog vaker op de openbare weg geconfronteerd met de politie: 40,52% van de groep 15-24 jaar en 20,25% van de groep 25-34 jaar hadden er hun laatste contact met de politie.
Eerder in de vragenlijst hebben de respondenten aangeduid wat de reden van het laatste contact met de politie was. Door verder ook te vragen in welke mate zij tevreden of ontevreden waren over het dit laatste contact met de politie van de zone Noorderkempen, kan hier per reden van het contact weergegeven worden in welke mate de respondenten aangeven daarover tevreden te zijn. Volgende redenen krijgen een resultaat waarbij meer dan 75% van de respondenten zegt tevreden of heel tevreden te zijn of het politiecontact: • • • • •
Administratieve afhandeling Sociaal contact (niet formeel) Verkeersongeluk Vragen om informatie Verloren/gevonden voorwerpen
93,9% 92% 90,7% 88,6% 87,6%
De andere redenen van contact met de politie scoren naar tevredenheid tussen 50 en 70% op zonaal niveau.
19
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 107-109; […], gemeente Hoogstraten, p. 65-67; […], gemeente Rijkevorsel, p. 77-78; […], gemeente Merksplas, p. 73-74.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
7.4 Tevredenheid met laatste contact19
29
Omdat de aantallen per gemeente afzonderlijk niet heel groot zijn – er wordt immers enkel rekening gehouden met de respondenten die gedurende de laatste 12 maanden in contact kwamen met de politie en die worden dan nog eens onderverdeeld naar de reden van het laatste contact, waardoor het aantal respondenten dat kan oordelen over de tevredenheid van het contact voor een bepaalde reden al sterk beperkt is – zijn de betrouwbaarheidsintervallen groot en is het moeilijk om onderlinge significante verschillen te onderscheiden. De tevredenheid volgens het laatste contact toont op het eerste zicht redelijk grote verschillen tussen de drie gemeenten onderling, maar daarvoor verwijzen we naar de tabellenrapporten.
Naar leeftijd Op het niveau van de politiezone zijn er geen significante verschillen naar leeftijd, maar voor de gemeente Hoogstraten zijn die er wel. In Hoogstraten is de tevredenheid over het laatste politiecontact duidelijk het grootst bij de 65-plussers: elk van de respondenten uit Hoogstraten die 65 jaar of ouder is en gedurende de laatste 12 maanden in contact kwam met de politie is tevreden of heel tevreden over dit contact. Ook de leeftijdsgroep 50-64 jaar scoort nog hoog met 77% tevredenheid. De andere groepen scoren tussen 54 en 64% tevredenheid.
Naar beroepsactiviteit Bij de verdeling naar beroepsactiviteit blijkt dat de gepensioneerden het hoogst scoren (84,8%) en de werklozen en werkzoekenden het minst tevreden zijn over het laatste contact met de politie (55,8%).
De lager opgeleide respondenten zijn significant meer tevreden (82,3%) over het laatste contact met de politie dan de respondenten die hoger secundair onderwijs afmaakten of een hogere opleiding deden (66,5%). In Hoogstraten is dit verschil nog duidelijker zichtbaar: 93,9% van de lager opgeleiden zegt tevreden of heel tevreden te zijn over het laatste contact met de politie tegenover 60% bij hoger secundair onderwijs en 68% bij respondenten die hoger onderwijs genoten.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Naar opleidingsniveau
30
7.5 Tevredenheid van politiewerking na laatste contact20 Aan de respondenten werd gevraagd aan te geven in hoeverre ze al dan niet tevreden zijn over bepaalde aspecten van de politietussenkomsten na het laatste contact dat men had met de politie uit de eigen zone. In totaal vijf aspecten van de politiewerking werden daarbij beoordeeld: • • • • •
Houding en gedrag Tijd aan het probleem besteed Beschikbaarheid op het commissariaat Telefonische bereikbaarheid Snelheid van de politietussenkomst
Houding en gedrag van de politie die tussenkwam In totaal 69,4% van de respondenten uit de zone geeft aan tevreden of heel tevreden te zijn over de houding en het gedrag van de politie die tussenkwam tijdens hun laatste contact. Daarnaast geeft 10,65% aan hierover ontevreden of heel ontevreden te zijn. In Hoogstraten en Merksplas ligt dit totaal iets hoger met respectievelijk 70,4% en 77,9% tevredenheid en in Rijkevorsel geeft 60,2% van de respondenten aan tevreden te zijn over de houding en het gedrag van de politie.
De tevredenheid over de houding en het gedrag van de politie is het minst groot in het geval dat de respondent gecontroleerd werd door de politie: slechts 47,8% in de zone is hierover tevrenden of heel tevreden. De tevredenheid over de houding en het gedrag is het grootst bij contact naar aanleiding van een verkeersongeluk (95,8%), aangifte van verloren/gevonden voorwerpen (90,7%), administratieve afhandeling (87,5%), vragen om informatie (86,3%) en sociaal informeel contact (80,6%). In Merksplas is men over het algemeen meer tevreden over de houding en het gedrag van de politie. In Rijkevorsel ligt dat net iets anders. Daar is slechts 26,4% van de respondenten tevreden over de houding en het gedrag wanneer zij met de politie in contact kwamen naar aanleiding van een vraag om hulp en 34% bij vragen om informatie.
Naar geslacht Volgens het geslacht is er voornamelijk een verschil in (on)tevredenheid te zien binnen de antwoordcategorie “zeer ontevreden”: slechts 2,23% van de vrouwen in ontevreden over de houding en het gedrag van de politie die tussenkwam terwijl dat bij de mannen 9,69% was. In Rijkevorsel is zelfs 15,92% van de mannen zeer ontevreden hierover ten opzichte van 5,91% bij de vrouwen.
20
Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging, zone Noorderkempen, p. 110-126; […], gemeente Hoogstraten, p. 68-74; […], gemeente Rijkevorsel, p. 79-89; […], gemeente Merksplas, p. 75-83.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Naar reden van het contact
31
Telefonische bereikbaarheid 66,9% van de respondenten is tevreden of heel tevreden over de telefonische bereikbaarheid van de politie. De ontevredenheid ligt hier op 11% voor het niveau van de zone.
Naar reden van het contact De respondenten vinden dat de politie het best telefonisch te bereiken is als ze hen nodig hebben naar aanleiding van de aangifte van een verloren/gevonden voorwerp (94,3%), voor preventie of bewaking (89,3%), voor een sociaal informeel contact met de politie (83,5%) of voor een administratieve afhandeling (77,7%). Het minst tevreden over de telefonische bereikbaarheid is men naar aanleiding van controle door de politie (47,5%) of een verkeersongeluk (45,9%). Bij “controle door de politie” worden de betrokkenen echter door de politie tegengehouden en zullen ze in eerste instantie dan ook niet zelf de politie contacteren… De ontevredenheid over de telefonische bereikbaarheid is het grootst bij een verkeersongeluk (25%), bij vragen om hulp (24%) en bij het indienen van een klacht (14,5%).
Naar leeftijd De tevredenheid over de telefonische bereikbaarheid van de politie stijgt naarmate de respondenten in een oudere leeftijdsgroep thuishoren. Van de groep 15-24 jaar is 59% tevreden of heel tevreden over de telefonische bereikbaarheid en dat stijgt tot 82,1% bij de 65-plussers.
Naar geslacht De verschillen in tevredenheid naar geslacht zouden niet significant groot zijn, maar toch bedraagt het verschil tussen mannen (64,7%) en vrouwen (70%) meer dan 5 procent. Aan de kant van de ontevredenheid blijkt dat mannen meer ontevreden zijn (13%) dan vrouwen (8%).
Tijd aan het probleem besteed Voor de tijd die door de politie werd besteed aan het probleem geeft 62,1% van de respondenten in de zone aan hierover tevreden of heel tevreden te zijn. 14% was ontevreden over de tijd die de politie voor hen over had. Bij de respondenten uit de drie gemeenten uit de politiezone onderling zijn de meningen toch enigszins verdeeld: in Merksplas is 70,5% tevreden of heel tevreden over de tijd die aan hun probleem werd besteed door de politie, in Hoogstraten is 65,1% daar tevreden over en in Rijkevorsel is de tevredenheid met 49,4% het laagst.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
In Rijkevorsel is deze geleidelijke evolutie met stijgende leeftijdsgroep niet te zien: van de jongeren van 15-24 jaar geeft 40,5% aan tevreden te zijn over de telefonische bereikbaarheid, terwijl dat bij de groep 25-34 jaar al 77,5% is.
32
Naar reden van het contact Bij verkeersongelukken (87,5%) en administratieve afhandeling (83,3%) is men het meest tevreden over de tijd die de politie aan het probleem besteed heeft bij het laatste contact. Daartegenover staat dat de tevredenheid het minst groot is bij controle door de politie (49,9%) en vragen om hulp (43,2%). Ook aangifte of het indienen van een klacht scoort niet bijzonder hoog met 56,7% tevredenheid. De ontevredenheid is het grootst bij vragen om hulp (35,5%), aangifte (21,5%), controle door de politie (14,66%) en wanneer ze een bekeuring krijgen (10%). In Rijkevorsel is de ontevredenheid eveneens het grootst bij vragen om hulp (44%), aangifte (41%) en bij controle door de politie (35,67%).
Naar leeftijd De tevredenheid over de tijd door de politie aan het probleem besteed stijgt in de zone naarmate de respondenten in een hogere leeftijdsgroep zitten. In Merksplas stijgt de tevredenheid sneller naarmate de respondenten ouder worden. Zo is zelfs 92,8% van de 65-plussers tevreden of heel tevreden over de tijd die de politie aan hun probleem besteed heeft. In Rijkevorsel zijn jongeren tussen 15 en 24 jaar met maar 17,2% significant minder tevreden dan de andere leeftijdsgroepen.
Vrouwen zijn met 67,4% tevredenheid significant meer tevreden over de tijd die de politie aan hun probleem besteed heeft dan mannen (58,1%).
Beschikbaarheid op het commissariaat Over de beschikbaarheid van de politie op het commissariaat blijkt 56,8% tevreden of heel tevreden te zijn. Daarnaast geeft net geen 12,5% aan hierover ontevreden te zijn.
Naar reden van het contact Bij verloren/gevonden voorwerpen (85,6%), administratieve afhandeling (83,8%) en sociaal informeel contact met de politie (83,4%) is de tevredenheid over de beschikbaarheid van de politie op het commissariaat het grootst. Een aantal redenen scoren echter geen 50% voor tevredenheid over de beschikbaarheid: vragen om hulp (37,4%), verkeersongeluk (47,5%) en controle door de politie (47,9%).
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
Naar geslacht
33
De ontevredenheid is het grootst bij vragen om hulp (38%), het indienen van een klacht (15,67%) en verkeersongeluk (15,2%).
Naar leeftijd De leeftijdsgroepen van 15-34 jaar zijn minder tevreden (47-50%) over de beschikbaarheid van de politie dan de oudere groepen (59-67%).
Naar opleidingsniveau Respondenten die een diploma van het hoger secundair onderwijs hebben zijn het minst tevreden over de beschikbaarheid van de politie op het commissariaat. In Rijkevorsel zijn de lager opgeleiden het meest tevreden (72,1%) over de beschikbaarheid van de politie, tegenover 38,9% bij respondenten met een diploma van hoger secundair onderwijs en 50,3% bij hoger opgeleiden. In Merksplas zijn het de hoger opgeleiden die het meest tevreden zijn (70,7%).
Snelheid van de politietussenkomst Slechts 49,9% van de respondenten geeft aan tevreden of heel tevreden te zijn over de snelheid van de politietussenkomst bij hun laatste contact met de politie. Daarnaast geeft ook 18,5% aan dat ze hierover zelfs ontevreden of heel ontevreden zijn.
Naar reden van het contact De tevredenheid over de snelheid van tussenkomst door de politie is het minst groot voor controle door de politie (25,6%), bekeuring (32,2%), vragen om hulp (42,9%) en vragen om informatie (48,2%). De ontevredenheid is hiermee samenhangend het grootst voor vragen om hulp (38,5), aangifte (24,63%) en controle door de politie (24,25%).
Naar leeftijd De tevredenheid met betrekking tot de snelheid van politietussenkomst stijgt naarmate de respondenten in een oudere leeftijdsgroep zitten.
Naar beroepsactiviteit Respondenten zonder beroep, werkzoekenden (22%) en studenten (35,7%) zijn het minst tevreden over de snelheid waarmee de politie tussenkomt bij problemen, gevolgd door loontrekkenden
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
In Merksplas is men iets meer tevreden over de snelheid van de politietussenkomst (57,3%) en in Rijkevorsel is dit juist niet het geval (41,3%).
34
(48,9%). Voor 62,4% van de zelfstandigen en gepensioneerden is de politietussenkomst voldoende snel.
Politie Noorderkempen – RAPPORT Lokale Veiligheidsbevraging 2011
In Rijkevorsel zijn de cijfers veel uiteenlopender en wijken ze ook sterk af van de cijfers op zonaal niveau. Maar aangezien het aantal respondenten dat hierop geantwoord heeft zodanig klein is, is het gevaarlijk om sterke conclusies uit de resultaten te trekken.
35