RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS Universum
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Amsterdam 20YX|C1 275672 6 mei 2014 28 mei 2014
Pagina 2 van 13
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
TOEZICHTARRANGEMENT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Pagina 3 van 13
Pagina 4 van 13
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 mei een onderzoek uitgevoerd op Universum naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. De inspectie heeft voor Universum een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat er geen risico’s zijn met betrekking tot het niveau van uitstroom van de leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Omdat er voor het speciaal basisonderwijs nog geen sprake is van een vastgestelde beoordelingswijze van de opbrengsten, voert de inspectie een beperkt verificatieonderzoek uit bij de school. Op 26 maart 2014 heeft de inspectie dit verificatieonderzoek schriftelijk bij de school en het bestuur aangekondigd. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven is tevens standaard gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd. De bevindingen uit het verificatieonderzoek worden gebruikt om te bezien of het eerder toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Toezichthistorie Op 24 januari 2012 heeft een onderzoek naar kwaliteitsverbetering plaatsgevonden. De inspectie heeft de school een basisarrangement toegekend. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids en het schoolplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school, waaronder diverse schoolontwikkelplannen (Kwaliteitsaanpak 2011-2012, 2012-2013 en 2013-2014) en jaarverslagen
Pagina 5 van 13
(2012, 2013) en aanvullingen op de schoolgids (verantwoording onderwijstijd en kwaliteit van de opbrengsten -nieuwsbrieven ouders). • Gesprekken met de directie en de intern begeleider en zorgcoördinator over de kwaliteit van de indicatoren. • Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiger van het bestuur, na afloop van het schoolbezoek. Bij dit gesprek waren ook de intern begeleider en de zorgcoördinator aanwezig. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: begeleiding en kwaliteitszorg. Tevens deed de inspectie een uitspraak over de eindopbrengsten (indicator 1.1). Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Pagina 6 van 13
2
BEVINDINGEN
2.1
Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. Opbrengsten 1.1*
1
2
3
4
(SBO) De resultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
Begeleiding
5
•
1
2
3
7.1*
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
•
7.3*
(SBO) De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast.
•
7.4*
(SBO) De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzen.
•
4
Pagina 7 van 13
Kwaliteitszorg
1
2
3
9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
•
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
•
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
•
4
•
Wet- en regelgeving
Ja Nee
NT1A
De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO).
•
NT1B
In de schoolgids is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO).
•
NT2A
De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).
•
NT2B
In het schoolplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO).
•
NT4A
Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).
•
NT4B
Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
•
Pagina 8 van 13
2.2
Beschouwing Algemeen beeld Het verificatieonderzoek bevestigt dat het eerder aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd kan blijven. De indruk over de eindopbrengsten op basis van de voorlopige normen is gunstig. Verder werkt de school doelgericht aan de verbetering van het onderwijs. Ten opzichte van het vorige kwaliteitsonderzoek (januari 2012) vervullen de ontwikkelingsperspectieven een meer centrale rol, zowel bij het bepalen van een passend aanbod en het volgen en analyseren van de leervorderingen, als bij de afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De schoolontwikkeling wordt stevig aangestuurd door de schoolleiding. Er is de afgelopen twee jaar veel geïnvesteerd in de teamontwikkeling en de professionalisering van de leraren, met name op het vlak van het handelingsgericht werken. Op dit moment ligt de focus op de verdieping van de kwaliteit, waaronder de vakdidactiek. De school is heel positief over de onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen en de kwaliteitsslag die het team de afgelopen twee jaar heeft gemaakt. Zo is er veel vooruitgang geboekt op het vlak van de ontwikkelingsperspectieven en het werken met groepsplannen. In lijn daarmee heeft ook het opbrengstgericht werken een krachtige impuls gekregen. Volgens de schoolleiding is er sprake van een bevlogen team, dat goed op elkaar is ingespeeld. De eenduidige manier van werken zorgt voor veel rust en structuur in de school. Dit wordt nog versterkt door de aandacht die de school preventief besteedt aan de communicatie tussen de driehoek ouder-kind-school. Het kind staat centraal en de leraren gaan uit van hoge verwachtingen. De school is ook trots op haar resultaten en laat zien dat ze ‘eruit haalt wat er in zit, en vaak meer’. Daarnaast hecht de school aan een brede ontwikkeling en zij biedt de leerlingen in het kader van cultuureducatie gedurende het jaar diverse activiteiten aan, waaronder een muziekproject (kinderen krijgen les van professionele musici en leren een instrument te bespelen), museumbezoek en theatervoorstellingen. Hieronder volgt een toelichting op de bevindingen.
Pagina 9 van 13
Toelichting Opbrengsten De Inspectie van het Onderwijs is op dit moment nog niet in staat om op basis van de uitstroomgegevens of eindresultaten te beoordelen of de leeropbrengsten op schoolniveau overeenstemmen met de mogelijkheden van de leerlingenpopulatie. Zij geeft dan ook nu nog geen oordeel over de resultaten van de school. Wel heeft zij op basis van de eindresultaten van de schoolverlaters zich een beeld gevormd van deze opbrengsten. De onderstaande uitspraken moeten echter met de nodige voorzichtigheid bekeken worden omdat een onderzoek naar de normen voor opbrengsten nog niet afgerond is. De eindopbrengsten lijken in twee van de drie jaar (2013 en 2014) van voldoende niveau. Voor technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen-wiskunde lijken de resultaten overeen te komen met wat gemiddeld genomen verwacht kan worden van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie qua (cognitieve) capaciteiten. In 2012 lagen de resultaten nog onder de norm (rekenen). De school heeft sindsdien een nieuwe rekenmethode ingevoerd en de didactiek versterkt. De aanpak heeft zichtbaar geleid tot een stijging van de leeropbrengsten op dit vlak. Begeleiding De school volgt de cognitieve ontwikkeling van leerlingen nauwgezet met methodetoetsen en methode-onafhankelijke toetsen. Daarnaast wordt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling met een landelijk genormeerd instrument gevolgd. Na elke toets-afname (ook de methodetoetsen) maken de leraren foutenanalyses. Op basis van deze analyses krijgen leerlingen die uitvallen extra instructie of ondersteuning. De school heeft een eigen digitaal systeem ontwikkeld voor het maken van deze ontwikkelingsperspectieven, waarbij de groei en de streefniveaus goed zichtbaar zijn, ook voor ouders. Uitgaande van deze OPP’s maken de leraren samen met de intern begeleider groepsoverzichten en groepsplannen voor lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen. Daarnaast wordt er voor elke groep een groepsplan voor gedrag opgesteld. Op basis van de individuele onderwijsbehoeften, mogelijkheden en beperkingen worden leerlingen binnen hun eigen groep ingedeeld in een passende instructiegroep (aanpak 1 etc.). Als het niet lukt om een kind binnen het groepsplan de aandacht te geven die het nodig heeft, wordt extra zorg geboden, bijvoorbeeld in de vorm van RT. Ook zijn er leerlingen die een extra ondersteuningsaanbod krijgen op het vlak de sociale vaardigheden.
Pagina 10 van 13
Als na twee onafhankelijke toetsen blijkt dat de doelen toch te laag of te hoog gesteld zijn, stelt de school de doelen in het OPP bij. De school formuleert de doelen nu nog in termen van dle, maar is bezig om dit om te zetten naar vaardigheidsscores. Dit is een positieve ontwikkeling, omdat de leerdoelen nauwgezetter kunnen worden bepaald en daarmee ook de ontwikkelingsvoortgang beter kan worden gevolgd. De school kan de OPP’s nog op één punt aanscherpen. Nu legt de school pas vanaf een didactische leeftijd van 20 maanden het uitstroomperspectief vast. De inspectie hanteert de richtlijn dat een school ook voor de jonge leerlingen (kleuters) binnen drie maanden een perspectief formuleert, maar dan tot de middenbouw. De school kan echter wel aantonen dat zij bij het bepalen van de doelen uitgaat van hoge verwachtingen (minimum normen groep 3) én dat deze doelen ook sturend zijn voor het aanbod. Dit is de reden dat de inspectie de indicatoren 7.3 en 7.4 als voldoende beoordeelt. Kwaliteitszorg De school heeft een uitgebreide analyse gemaakt van de kenmerken van de populatie (‘De s van sbo’). Daarmee is helder in beeld gebracht met welke ondersteuningsbehoefte de leerlingen op het Universum komen. De inspectie beoordeelt indicator 9.1 dan ook als goed. De analyse biedt de school een handvat voor het bepalen van het schoolbeleid, waaronder de ondersteuningsstructuur en de verbreding/verdieping van kennis en vaardigheden van de leraren. De school wil zich profileren als expertisecentrum, zodat zij basisscholen kan ondersteunen in het kader van passend onderwijs. Nu al vangt de school tijdelijk leerlingen op uit het regulier basisonderwijs, om na een periode van observatie te bepalen welk onderwijsaabod het beste is voor het kind. De school geeft aan dat het aantal kinderen met gecombineerde gedragsproblematieken toeneemt, evenals kinderen die kampen met ernstige gedragsproblemen en opvoedingsproblematiek. De school geeft als knelpunt aan dat basisscholen de leerlingen lang vasthouden en leerlingen pas in groep 7 of 8 verwijzen. Dit leidt tot motivatie- en acceptatieproblemen. Verder wordt het steeds moeilijker om kinderen met gedragsproblematiek te verwijzen naar het speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs. Ten opzichte van het vorige kwaliteitsonderzoek (2012) is de kwaliteit van de evaluatie versterkt. Dit geldt zowel voor de evaluatie van de opbrengsten als de evaluatie van het onderwijsleerproces (indicatoren 9.2 en 9.3). De school werkt opbrengstgericht en heeft streefdoelen gesteld op het gebied van rekenen, spelling en begrijpend lezen, rekening houdend met de mogelijkheden van de leerlingen. Voor technisch lezen gaat de school voor het gros van de leerlingen
Pagina 11 van 13
uit van de maximaal haalbare doelen. Na elke methodeonafhankelijke toets worden de resultaten in beeld gebracht op kind, groeps- en schoolniveau en in het team besproken. Indien nodig (bij tegenvallende resultaten) vindt nadere analyse plaats en wordt gekeken of het aanbod verbetering behoeft en/of dat de vakdidactiek kan worden versterkt. Zo is, omdat de vraagstelling van de toets bij begrijpend lezen een struikelblok blijkt voor veel leerlingen, besloten gebruik te gaan maken van de Cito-hulpboeken. Eerder is het rekenaanbod al vernieuwd en heeft de school een effectieve methode voor technisch lezen ingevoerd. Verder investeert de school veel in de begeleiding en observaties van de leraren, waarbij tijdens de les ook video-opnames worden gemaakt die gebruikt worden bij het geven van feedback. De directeur en de intern begeleider zijn beiden geschoold in het afnemen van een ontwikkelassessment. Inmiddels is bij de meeste leraren zo’n assessment afgenomen en op basis hiervan schrijven de leraren een persoonlijk ontwikkelplan. Een aantal leraren heeft aanvullend coaching gehad van een externe begeleider. Alle observaties en verslagen worden vastgelegd in ‘de digitale gesprekscyclus', een systeem dat ook toegankelijk is voor de leraar in kwestie. Naast de evaluatie van het primaire proces (aanbod, pedagogisch klimaat, didactiek), neemt de school periodiek vragenlijsten af bij leerlingen, ouders en personeel, om de tevredenheid te peilen. De schoolontwikkeling is ingebed in een cyclisch systeem van kwaliteitszorg. Op basis van het meerjaren-beleidsplan (schoolplan), stelt de school jaarlijks een actieplan op (Kwaliteitsaanpak Universum) en de doelen worden ook middels jaarverslagen systematisch geëvalueerd. Een deel van de speerpunten is belegd bij diverse werkgroepen, waaronder een taal- en rekenwerkgroep. De deelaspecten zijn kort benoemd, maar de doelen kunnen in het algemeen nog wel concreter (smart) worden beschreven, zodat ook duidelijk is welk product een werkgroep aan het eind van het jaar moet opleveren. Dit komt ook de kwaliteit van de evaluatie ten goede. Omdat de school wel kan aantonen dat er gericht gewerkt is aan de diverse verbeterdoelen en dat de acties aantoonbaar tot resultaat hebben geleid, beoordeelt de inspectie indicator 9.4 als voldoende. Met de frequente lesobservaties borgt de school de gemaakte afspraken en de goede praktijken (indicator 9.5). Tot slot, de school verantwoordt zich intern en naar het bestuur middels jaarverslagen. Ouders worden over de resultaten van de school en belangrijkste ontwikkelpunten geïnformeerd via nieuwsbrieven. De school kan de verantwoording nog verder versterken door een beknopte evaluatie op te nemen in de jaarlijkse bijlage van de schoolgids en deze ook te plaatsen op de website. Alles afwegend beoordeelt de inspectie indicator 9.6 wel als voldoende.
Pagina 12 van 13
3
TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De inspectie handhaaft het basisarrangement voor Universum. De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op de onderzochte onderdelen op orde is. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
Pagina 13 van 13