RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK NEDERLANDS EN VLAAMS TAAL CENTRUM PARIJS, FRANKRIJK
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk :: 4712 : 69503
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 14 en 15 november 2005 : 21 december 2005
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 19
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 14 en 15 november 2005 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Dit zijn het ingevulde document voor zelfevaluatie, de resultaten van de ouderenquête en de inhoudsopgave van de docentenmap. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de aanvullende vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
5
•
• • •
Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen in Parijs (16e): Le Pecq en Villennes. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de coördinatoren. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met het bestuur, de leerlingen, de leraren en de ouders. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de coördinatoren.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk Kwaliteitszorg
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs.
Voorwaarden kwaliteitszorg 2.1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 2.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.3 In het aanbod wordt een relatie gelegd met belangrijke maatschappelijke en actuele thema's. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen.
1
2
3
4
l l l l l l
1
2
3 l
4
l l l
1
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
2
3
4
l l l l l
7
Tijd 4.1 De school heeft voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde onderwijstijd gepland conform het landelijk gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. 4.2 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. 4.3 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen blijft beperkt. 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.1 De leraren geven de leerlingen positieve persoonlijke aandacht. 5.2 De leraren tonen in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect. 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan. 5.4 De leraren bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen. 5.5 De leraren maken weloverwogen gebruik van complimenten en correcties.
Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.2 De leraren zorgen voor een goede structuur in de onderwijsactiviteiten. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.4 De leraren gaan na of de leerlingen de uitleg en/of de opdrachten begrijpen. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. 6.6 De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en ontwikkelingsproces. 6.7 De leraren betrekken alle leerlingen bij de onderwijsactiviteiten. 6.8 De leraren passen verschillende werkvormen toe. 6.9 De leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen bij aan een uitdagende leeromgeving.
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 7.4 Het taalgebruik van de leraren past bij de taalbehoefte van de leerlingen.
1
2
3
4
l l l l l
1
2
3
4 l l l
l l
1
2
3 l
4 l
l l l l l l l
1
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
2
3
4
l l l l
8
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.2 De leerlingen passen hun opgedane kennis actief toe in andere situaties. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. 8.4 De leerlingen leren op een doelmatige wijze samen te werken.
Sfeer op school 9.1 De leerlingen tonen zich betrokken bij de school. 9.2 Het personeel toont zich betrokken bij de school. 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.4 De leerlingen en het personeel tonen in gedrag en taal ook buiten de lessen respect voor elkaar. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school. 9.6 De leerlingen, het personeel en de ouders/verzorgers ervaren dat de schoolleiding positief bijdraagt aan het schoolklimaat. 9.7 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in incidenten die zich op het gebied van de sociale veiligheid voordoen. 9.8 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op preventie van incidenten. 9.9 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op het optreden na incidenten.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 10.2 De school gebruikt de informatie van scholen en instellingen waar de leerlingen vandaan komen voor de begeleiding van de leerlingen. 10.4 De school maakt beredeneerde afwegingen bij de doorstroom van leerlingen binnen de school.
Zorg 11.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. 11.5 De school betrekt de ouders/verzorgers van leerlingen bij de zorg van hun kind.
1
2
3
4
l l l l
1
2
3 l
4 l
l l l l l l l
1
2
3
4 l
l l
1
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
2
3
4
l l l l l
9
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.5 De leerlingen functioneren naar verwachting in het vervolgonderwijs.
1
2
3
4
5 l l
1
2
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
3
4
5
l l l
10
3 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspectie schetst daartoe eerst de context van de school. Deze context zal waar nodig of relevant in verband worden gebracht met de waarderingen van de inspectie. De context Algemeen Het Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs (NVTC) Parijs is op 1 augustus 2005 ontstaan uit een fusie van het Nederlandse Taal en Cultuur Centrum (NTCC) en De Waterlelie. Het NTCC was in 1993 opgericht, aanvankelijk als privé huisonderwijs. In 1998 vond er een afsplitsing plaats en ontstond naast het NTCC een nieuw zelfstandig lespunt: De Waterlelie. Na ongeveer zeven jaar is met de fusie aan deze tweedeling een einde gekomen. Behalve de NVTC Parijs, biedt het Lycée International te Saint Germain-en-Laye in een Nederlandse afdeling onderwijs, in de Nederlandse taal, geschiedenis en aardrijkskunde. Tot deze afdeling hebben, naast de leerlingen van het Lycée, als externé, ook Nederlandse leerlingen toegang, die voor het dagonderwijs staan ingeschreven op Franse wijkscholen. Bovendien kende het Institut Néerlandais al een soortgelijke onderwijsvoorziening sinds 1988. Tengevolge van de eigen doelstelling verzorgt dit instituut , in samenwerking met De Nederlandse Taalunie, sinds 1983, cursussen Nederlands voor volwassenen. Sinds 2003 is de huidige coördinator aangesteld. Sinds die tijd was er al sprake van een intensieve samenwerking tussen het NTCC en De Waterlelie. Gesteund door een actief bestuur, heeft zij als zodanig, een groot aantal managementtaken op zich genomen. In de praktijk betekende dit dat de organisatorische en administratieve taken op schoolniveau bij één, daarvoor verantwoordelijke, persoon lagen en dat deze op elkaar waren afgestemd bij de fusie. In de dagelijkse praktijk van het onderwijs heeft deze fusie dan ook geen grote veranderingen met zich meegebracht. Op het niveau van het management biedt deze fusie echter voor betrokkenen veel voordelen (geen dubbele administraties, een efficiënter financieel beleid, reductie van de kosten voor de coördinatie/schoolmanagement enzovoort). Ten tijde van het inspectiebezoek werden de coördinatietaken tijdelijk uitgevoerd door twee personen die daarvoor elk vijf uur beschikbaar hadden. Deze tijdelijke verdeling heeft grotendeels te maken met het inwerken van de opvolger. Na de kerstvakantie van 2005 zal deze opvolger alle coördinatietaken op zich nemen. Daarvoor is dan ook weer tien uur beschikbaar. Het bestuur en personeel Het bestuur van het NVTC Parijs bestaat uit vier leden: de voorzitter, een secretaris, een penningmeester en een algemeen bestuurslid met een voorlichtingsfunctie. Het bestuur heeft haar taken en doelstellingen geformuleerd in het volgende uitgangspunt: 'Het professionaliseren van het NVTC Parijs door: structureren, standaardiseren, formaliseren en democratiseren ten einde de kwaliteit en de continuïteit van de school te kunnen waarborgen'. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
11
Het bestuur heeft de inspectie een indrukwekkende lijst getoond met de doelen die zij in de afgelopen periode heeft gerealiseerd. Deze varieerden van de invoering van bestuurlijke reglementen, het onderhouden van contacten met externen zoals gemeentes, het Lycée International, het Institut Néerlandais, tot de invoering van contracten met de coördinator(en) en docenten op basis van Franse regelgeving. Het onderwijs wordt verzorgd door negen docenten. De leerlingen De aanmeldingen van de leerlingen gebeurt centraal. De school werkt met een intake-formulier. De intake wordt verwerkt door de coördinator, die ook de groepsindelingen maakt. Ten tijde van het inspectiebezoek telde de school 82 leerlingen in het primair onderwijs. Ongeveer de helft van de leerlingen bevindt zich in de taal-1 situatie (beide ouders Nederlands/Vlaams) de meeste andere leerlingen bevinden zich in de taal-2 situatie (één van de ouders Nederlands/Vlaams). Slechts een klein deel van de schoolpopulatie (ongeveer zes procent) kan gekarakteriseerd worden als een taal-3 situatie leerling (bij deze leerlingen wordt thuis nauwelijks of geen Nederlands/Vlaams gesproken). Voor de meeste leerlingen geldt dat zij waarschijnlijk niet meer terugkeren naar Nederland. Voor de leerlingen van wie bekend is dat ze naar Nederland teruggaan, wordt een goede aansluiting met het Nederlands onderwijs nagestreefd. Met ingang van 1 januari 2006 wordt in Bailly een groep voor het voortgezet onderwijs gestart. Dit onderwijs zal voorbereiden op de examens Nederlands van het Franse of Internationale baccalauréat. Daarnaast biedt het NVTC Parijs een aanbod voor peuters. Hiervan maakten ten tijde van het inspectiebezoek, twaalf kinderen gebruik. De huisvesting en materialen De leerlingen zijn verdeeld over tien verschillende locaties in Bailly, Meré, Parijs(16e), Le Pecq, Pluteaux, Saint Cloud en Villenes sur Seine. In totaal zijn er elf groepen. De school streeft naar een samenstelling van groepen met maximaal negen leerlingen per groep. De lespunten zijn merendeels vaste locaties in verenigingsgebouwen, bestaande scholen, een sportcomplex en twee lespunten die bij een gezin thuis zijn ondergebracht. Door het grote aantal locaties, waar de school slechts als gast gebruik van kan maken, is het vaak niet mogelijk om zelf iets aan de inrichting van het lokaal te doen. Wel beschikt de school over modern lesmateriaal voor alle groepen. Recentelijk is een start gemaakt met de vervanging van de taalmethode. Binnenkort, zo heeft het bestuur de inspectie meegedeeld, kan er geld vrij gemaakt worden om de nieuwe methode, waar gewenst, in alle groepen te gaan gebruiken. Op een enkele locatie was bovendien een laptop aanwezig, terwijl de school tevens beschikt over videoen geluidsapparatuur. Daarbij beschikt de school inmiddels ook over bibliotheekboeken die de leerlingen kunnen lenen. De inspectie heeft de locaties in Parijs (16e), Le Pecq en Villenes sur Seine bezocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
12
De financiering De financiën van het NVTC Parijs komen uit de subsidie van de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (SNOB), de ouderbijdrage en sponsorgelden waaronder dat van het Vlaams Huis, het laatste voornamelijk ter ondersteuning van bepaalde evenementen. De kwaliteit in het algemeen/samenvatting Sinds het laatste inspectiebezoek in 1999, hebben het bestuur, de coördinator en het team van het NVTC Parijs in een gezamenlijke inspanning een fusie tot stand gebracht tussen het voormalige NTCC en De Waterlelie. Met deze fusie is een overzichtelijke organisatie ontstaan voor een complexe situatie van een school die verdeeld is over tien locaties en waar voor een groot aantal leerlingen met zeer uiteenlopende niveaus onderwijs wordt verzorgd in de Nederlandse taal. Het management van de organisatie wordt op professionele wijze uitgevoerd door vier bestuursleden en (ten tijde van het inspectie bezoek) twee coördinatoren. De teamleden toonden veel enthousiasme voor de school. De inspectie heeft alle betrokkenen een compliment gemaakt voor hetgeen er tot nu toe tot stand is gebracht. Er staat nu een organisatie met heldere afspraken en procedures waarmee de kwaliteit van het onderwijs op alle locaties wordt geborgd. Met name het huishoudelijk reglement, de docentenmap en de groepsadministraties zijn uitstekende producten die in dit verband moeten worden vermeld. Verder heeft de school een start gemaakt met de opzet van een evaluatiesysteem door het invullen van het instrument dat haar door de Stichting NOB was aangereikt. Het onderwijs wordt verzorgd in een goed en ontspannen leerklimaat. Om gedifferentieerd onderwijs te kunnen bieden aan leerlingen met zeer uiteenlopende niveaus, heeft de school een systeem opgezet voor het zelfstandig werken. Op deze wijze leren de leerlingen door de keuzes die zij kunnen maken en door de reflectie op het eigen werk, sturing te geven aan hun eigen leerproces. Daarnaast worden de leraren hierdoor in de gelegenheid gesteld om instructie te geven aan kleine groepjes of aan individuele leerlingen. Als leidraad voor de planning van het onderwijsaanbod wordt methodisch materiaal gebruikt. De inspectie heeft de school in dit verband aandacht gevraagd voor de valkuil van eenzijdigheid die bij deze werkwijze van werken gemakkelijk ontstaat, namelijk van een voornamelijk individuele en schriftelijke verwerking van de leerstof, waarbij de instructiemomenten voor een groot deel worden bepaald door de vragen van de leerlingen. Deze valkuil kan worden vermeden door de weekplannen die door de leraren worden gemaakt zodanig voor te structureren dat daarin mondelinge taalactiviteit vast op het programma wordt gezet, naast de huidige onderdelen. Hierbij zou ook gekeken moeten worden welke onderdelen van het programma voor de leerlingen kunnen worden geclusterd, zodat ook de uitleg, vaker dan nu, meer groepsgewijs kan worden georganiseerd. Op deze manier zou bovendien ruim aandacht kunnen worden besteed aan het leren leren met de nadruk op de interactie tussen de leraar en de leerlingen en de leerlingen onderling.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
13
Een sterk punt van de school is de structuur, die inmiddels in de organisatie en het onderwijsaanbod is aangebracht. Op een systematische wijze worden de vorderingen en ontwikkelingen van de leerlingen gevolgd. Voor alle leerlingen worden op basis van toets- en andere beschikbare gegevens jaarplannen opgesteld, waarin individuele doelstellingen zijn opgenomen. Als hiertoe aanleiding bestaat, worden de plannen bijgesteld. Uit de analyse van de leerlingendossiers in de groepen die de inspectie heeft bezocht, bleek dat hierbij vooral wordt uitgegaan van het (taal)niveau van de leerlingen. Voor de meesten is dit ook een goede benadering. Voor sommige leerlingen met een specifieke (taalverwervings)problematiek zouden echter foutenanalyses gemaakt moeten worden, zonodig met hier en daar aanvullende tests. De inspectie heeft de school in overweging gegeven om de expertise voor individuele leerlingenbegeleiding bij één persoon te concentreren, bijvoorbeeld bij de coördinator. Hij of zij kan er dan vervolgens voor zorgdragen dat deze kennis ook gedissimineerd wordt onder de andere teamleden. Kortom na het noemen van de drie bovenstaande aandachtspunten (systematisch evalueren, mondelinge taalvaardigheden en individuele leerlingenzorg) kan de inspectie samenvattend concluderen dat het onderwijs van het NVTC Parijs staat als een (professioneel gefundeerd) huis. De kwaliteitszorg Het NVTC Parijs maakt serieus werk van de opzet van een kwaliteitszorgsysteem. Voor het vaststellen van een sterkte-zwakte analyse heeft zij het zelfevaluatieinstrument ingevuld dat haar door de Stichting NOB is aangereikt. Het NVTC Parijs heeft zicht op haar uitgangssituatie. Zij heeft hiermee voldoende inzicht in de kwaliteit van haar onderwijs. Ook analyseert zij systematisch de beschikbare kennis van de leerlingenpopulatie en haar omgeving. Het NVTC Parijs heeft doelen geformuleerd voor onderwijs en leren. Ook in de oorspronkelijke schoolplannen van het NTCC en De Waterlelie staan doelen geformuleerd, maar deze zijn niet meer volledig toepasbaar in de huidige situatie. De inspectie heeft de school gevraagd de oorspronkelijke plannen te actualiseren tot één schoolplan voor het NVTC Parijs en heeft daarbij in overweging gegeven te beginnen met het onderdeel kwaliteitszorg, omdat in dit deel ook de planning voor de kwaliteitsverbeteringen wordt opgenomen. Dat wil zeggen, in ieder geval de planning voor de lange termijn. De doelen voor het domein opbrengsten worden in samenspraak met de ouders en op basis van de inschatting van het taalniveau van de leerlingen individueel vastgesteld. Voor de leerlingen uit de taal-1 situatie streeft de school het niveau na dat vergelijkbaar is met het niveau van een leerling in het reguliere basisonderwijs in Nederland. Voor de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft de school nog geen doelen geformuleerd. Zoals in de context al is beschreven, heeft het bestuur een expliciete visie geformuleerd voor de doelstellingen en de taken waarvoor zij verantwoordelijk is. Een dergelijke visie is nog niet beschikbaar voor het onderwijs en leren op de NVTC Parijs.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
14
De inspectie is van oordeel dat de planningssystematiek voor de kwaliteitsverbeteringen nog kan verbeteren. Zij heeft met de school gesproken over de wijze waarop zij, aan de hand van de zelfevaluatie, een lange termijn planning kan opzetten, waarmee ze haar koers bepaalt voor de komende vier jaar. Met behulp van een format kunnen dan per jaar de prioriteiten concreet, ofwel smart (specifiek, meetbaar, actueel, realistisch en tijdgebonden) worden uitgewerkt. Een dergelijke planningssystematiek vormt tevens de voorwaarde voor een systematische evaluatie. Op basis hiervan kunnen dan in ieder geval jaarlijks de plannen worden bijgesteld en ontstaat er een cyclisch ingerichte vorm van kwaliteitszorg. De inspectie heeft de borging van de kwaliteit van het onderwijs wel met een voldoende gewaardeerd vanwege de zeer goed verzorgde docentenmap waarin alle afspraken, planningen, procedures en formats die zijn ontwikkeld en achtergrondinformatie overzichtelijk zijn opgenomen. Het onderwijsleerproces De onderwijsleersituaties bieden de leerlingen voldoende ondersteuning voor het leren. De lessen worden (voor)gestructureerd aan de hand van weektaken waarmee de leerlingen zelfstandig aan de gang kunnen. In deze weektaken is tevens het huiswerk opgenomen. Leerlingen die sneller klaar zijn, kunnen alvast aan hun huiswerk beginnen. Ook bevatten de weektaken keuze activiteiten. De uitleg is veelal vraaggestuurd. Als zodanig is deze doelmatig. Door deze opzet is er echter onvoldoende aandacht voor het mondelinge taalgebruik, en het strategisch onderwijzen (het leren leren). Het aanbod (het methodisch materiaal) waarover de school beschikt, voldoet aan de kerndoelen, maar bij de keuzes die er uit deze methodes worden gemaakt, zou meer aandacht moeten komen voor die hierboven vermelde aspecten, om het aanbod volledig aan de kerndoelen te laten voldoen. Naast het methodisch aanbod wordt tevens thematisch gewerkt met materiaal en opdrachten die niet uit de methodes komen. Ook het aanbod in de groepen 1 en 2 is thematisch geordend. Dit aanbod volgt globaal de (tussendoelen) van de 'methode' Ik en Ko. Hier en daar werkt men in de groepen 1 en 2 echter ook met ander materiaal en opdrachten die passen bij het thema waaraan wordt gewerkt. De wijze waarop de keuze van de thema's uit Ik en Ko wordt gemaakt, is nog niet helemaal transparant. De school laat zich hierbij nog teveel leiden door praktische zaken als de beschikbaarheid van de methode op een bepaalde locatie. Door van te voren, gezamenlijk, keuzes te maken, zou er een betere afstemming tussen het thematisch werken en het werken uit de methodes bereikt kunnen worden en zou er voor de groepen 3 tot en met 8 bovendien een betere balans gevonden kunnen worden tussen een individuele schriftelijke verwerking en een meer groepsgewijze en mondelinge benadering van het taalonderwijs. De inspectie heeft het aanbod met een voldoende gewaardeerd omdat het gaat om een relatieve verschuiving. Het huidige aanbod wordt jaarlijks voor iedere leerling individueel uitgewerkt en met de ouders besproken. Op die manier vindt er een beredeneerde keuze plaats. Per week maakt de leraar vervolgens een planning, waarin het overzicht is opgenomen van de activiteiten van alle individuele leerlingen. Deze weekplanning zou in de toekomst evenwel gebruikt kunnen worden om de hierboven genoemde aandachtspunten te kunnen verwezenlijken. Je zou dit een verschuiving -van weekplan naar groepsplan- kunnen noemen. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
15
De school heeft voor acht van de tien locaties voldoende onderwijstijd gepland, waarmee zij voldoet aan de eisen van de Stichting NOB. Op deze acht locaties wordt drie uur onderwijs per week verzorgd. Dit wordt bovendien structureel aangevuld met huiswerk. Op twee van de tien locaties worden twee uur per week lessen verzorgd. Dit heeft voornamelijk te maken met praktische overwegingen. Op één locatie (Parijs 16e) was de locatie niet langer dan twee uur beschikbaar. Op de andere locatie beginnen de lessen pas om 16.30. De school is van mening dat de leerlingen drie uur onderwijs op dit tijdstip niet meer trekken. Ouders van de locatie in Parijs (16e) hebben de inspectie echter aangegeven dat zij het een goede zaak zouden vinden als de lessen langer zouden duren, waardoor wellicht de druk op het huiswerk ook zou kunnen worden verminderd. Schoolverzuim en (incidentele) lesuitval komen nauwelijks voor. In de regel springt de school voldoende zorgvuldig om met de beschikbare onderwijstijd. Zo beginnen en eindigen de lessen op tijd en gaat tijdens de lessen weinig tijd verloren aan bijvoorbeeld klassenmanagement. Omdat de school met weektaken werkt en de leerlingen zelf keuzes kunnen maken, wordt wachttijd tot een minimum beperkt. De onderwijsactiviteiten verlopen in opvallend goede open en ontspannen sfeer. De leraren spreken de leerlingen op een positieve manier aan. Vaak worden er positieve verwachtingen uitgesproken over wat de leerlingen aankunnen en bovendien: fouten maken mag. De leerlingen worden tijdens het zelfstandig werken weliswaar in de gelegenheid gesteld om elkaar te helpen en om samen te werken, maar dit zou nog meer expliciet kunnen worden gestimuleerd. Bijvoorbeeld door het geven van specifieke opdrachten die de samenwerking bevorderen. Dit bevordert ook het mondeling taalgebruik. Er wordt door het werken met de weektaken een goede structuur geboden en op een goede manier op het niveau van de leerlingen afgestemd. De activiteiten zijn doelmatig. De doorgaande lijn voor het zelfstandig werken heeft de school op een goede wijze geïmplementeerd. Voor alle tien de locaties wordt eenzelfde werkwijze gevolgd. Het werken met de weektaak gebeurt dan ook op een voor de leerlingen inzichtelijke en eenduidige werkwijze. De wijze waarop het zelfstandig werken nu vorm heeft gekregen garandeert niet alleen een goede voorwaarde om de leerlingen te leren om hun werk zelfstandig te plannen en erop te reflecteren (het doel van het zelfstandig werken). Maar de leraar krijgt hierdoor ook tijd ter beschikking om aan kleine groepjes leerlingen of aan een individuele leerling aandacht te besteden (zelfstandig werken als middel). In de weektaken wordt voor elk individu, naar zijn of haar niveau gedifferentieerd. Dit is een goede benadering voor de meeste leerlingen. Voor enkele leerlingen zou er echter ook naar specifieke zorgbehoeften moeten worden gedifferentieerd. Gezien de complexe structuur van het NVTC Parijs heeft de inspectie de school in overweging gegeven om de coördinatie van deze zorg in handen van één persoon of twee verantwoordelijke personen te leggen (bijvoorbeeld bij de coördinator), waardoor expertise gebundeld kan worden en er structurele aandacht aan wordt besteed.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
16
De school beschikt over een uitgebreide toetskalender voor het volgen van de cognitieve vaardigheden van de leerlingen. Zij gebruikt daarbij zowel een complete set gestandaardiseerde, landelijk genormeerde toetsen als methodegebonden toetsen. Hiermee is de kwaliteit van de toetsing gedurende de schoolloopbaan en aan het einde van het primair onderwijs gewaarborgd. Een aandachtspunt is evenwel het maken van foutenanalyses en de afname van eventuele vervolgtoetsen bij leerlingen die moeite hebben met het taalverwervingsproces. Er worden in deze zin nog geen handelingsafspraken (plannen) gemaakt voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Omdat er voor deze leerlingen geen expliciete doelen worden geformuleerd, is het achteraf ook niet goed mogelijk om te evalueren of verwachte verbeteringen worden bereikt en/of vervolgstappen nog nodig zijn. Het was zichtbaar voor de inspectie dat er duidelijke afspraken waren gemaakt over de inrichting van de klassenadministratie en dat die ook daadwerkelijk werden nagekomen. De klassenadministraties zagen er zeer verzorgd en toegankelijk uit. Zoals in de inleiding al werd genoemd, heeft de inspectie voor het beoordelen van de betrokkenheid van de ouders, gebruik kunnen maken van de uitslagen van een ouderenquête die door de school is afgenomen in 2003. Over het algemeen waren de ouders tevreden of zelfs lovend over de school. Uit een analyse van de enquête kwamen drie aandachtspunten naar voren: de kwaliteit van de locaties, inzicht in de doorgaande lijnen van het leerstofaanbod en het al of niet geven van huiswerk. Ten aanzien van het laatste punt liepen de meningen echter zeer uiteen. Een aantal ouders, voornamelijk van leerlingen uit de onderbouw vonden dat hun kinderen wel meer huiswerk mochten hebben. Een aantal ouders van leerlingen uit de bovenbouw vonden echter dat dit zo veel mogelijk zou moeten worden afgebouwd in verband met de huiswerkdruk van de dagscholen. Wat betreft het inzicht in de leerstoflijnen zou de school kunnen denken aan een voorlichtingsavond waarop aan de ouders de wettelijk verplichte kerndoelen in relatie tot het leerstofaanbod kunnen worden toegelicht. De inspectie heeft tijdens haar bezoek met een aantal leerlingen gesproken. Uit deze gesprekken bleek dat de leerlingen graag naar school komen. De leerlingen ervaren de school als veilig. Dit geldt ook voor de leraren. De opbrengsten Het was voor de inspectie niet mogelijk om een oordeel te kunnen geven over de prestaties aan het einde van de basisschoolperiode, omdat slechts voor één leerling de gegevens beschikbaar waren van de scores op de Eindtoets Basisonderwijs van het Cito. De tussentijdse opbrengsten, beoordeeld op grond van een door de school voor iedere leerling bijgehouden dossier, waarin zich ook individuele leerlingenprofielen bevonden, laten een positief beeld zien. De inspectie kan hierbij alleen voor de taalsituatie 1 leerlingen een vergelijking maken met de gemiddelde prestaties van leerlingen van dezelfde leeftijd in Nederland.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
17
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie geconcludeerd dat de vigerende schoolplannen voor de oorspronkelijke NTCC en de Waterlelie niet meer geheel toepasbaar zijn op de situatie van het NVTC Parijs. De inspectie heeft de school verzocht het schoolplan aan te passen. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Nederlands en Vlaams Taal Centrum Parijs, Frankrijk - 14-11-2005
19