RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK 2E DALTONSCHOOL (PIETER BAKKUM)
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
2e Daltonschool (Pieter Bakkum) Amsterdam 19BO 64721
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 21 en 22 september 2005 : 14 december 2005
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 15
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 21 en 22 september 2005 bezocht de Inspectie van het Onderwijs 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school wel aan de orde. Naar aanleiding van het schoolbezoek heeft de inspectie naast de indicatoren 1.2, 1.3 en 1.4 ook kwaliteitsaspect 2 aan het toezichtskader toegevoegd. Indicator 2.3 betreft de interne communicatie en professionele schoolcultuur en tijdens het schoolbezoek heeft de inspectie geconstateerd dat dit punt het grootste risico vormt. De toegevoegde indicatoren staan cursief vermeld in het kwaliteitsprofiel van hoofdstuk 2. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben, te weten: • concept schoolplan 2005-2009; • pedagogische paragraaf zorgplan Dalton (concept 29 juni 2005). Op uw school zijn alle kernindicatoren onderzocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
5
De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de jaarlijkse vragenlijst en de aanvullende vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek zijn bij de analyse betrokken. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1/2, 3, 4, 6 en 7. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met het management team en de intern begeleider(s). • Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en leraren. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met het managementteam. Daarbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) Kwaliteitszorg
1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
Voorwaarden kwaliteitszorg 2.1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg aan. 2.2 De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen zoals geformuleerd in het schoolplan. 2.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 2.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken.
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
1
2
3
4
l l l
1
2
3 l
4
l l l
1
2
3
4
l l l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
l
l
7
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
Didactisch handelen 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
2
3 l l
4
l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
2
3
4
l l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
l
8
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
1
2
3
4
5
l l
1
2
3
4
5
l l l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
9
3 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. Context Er zijn weinig factoren in de context van de school die van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs. Belangrijk blijft dat de nieuwbouw nog steeds niet gestart is. Het proces om goedkeuring te krijgen voor de plannen loopt nu al enkele jaren en het ziet er niet naar uit dat de goedkeuring spoedig zal komen. Daardoor blijft de school verdeeld over twee locaties en ondertussen laat het onderhoud op beide locaties zeer te wensen over. De verdeling over meerdere locaties heeft lange tijd de interne communicatie belemmerd. Deze is nu verbeterd door cursussen en scholing maar het team blijft het nadelig vinden dat men elkaar niet met de regelmaat van iedere dag ziet. De personeelsruimtes op beide locaties zijn veel te klein voor het aantal leraren, waardoor het moeilijk is om tijdens een schooldag gezamenlijke momenten te creëren. In 1999 heeft de inspectie de school bezocht in het kader van een IST (Integraal Schooltoezicht). Tijdens dit bezoek constateerde de inspectie enkele aandachtspunten, waaronder: • het leerstofaanbod: doorgaande lijn, tegemoet komen aan relevante verschillen, afstemming op behoeften van de leerlingenpopulatie; • pedagogisch klimaat: te weinig uitdagende leeromgeving; • didactisch handelen: onvoldoende structuur in lesopbouw, onvoldoende gebruik van leerstrategieën, onvoldoende afstemming op onderwijsbehoeften van leerlingen, te weinig activerende werkvormen; • leerlingenzorg: niet systematisch volgen van de vorderingen van leerlingen, onvoldoende planmatige hulp en evaluatie daarvan. Kwaliteit van het onderwijs De kwaliteit van het onderwijs op de 2e Daltonschool is op de meeste punten van voldoende kwaliteit en daarmee heeft de school zich behoorlijk verbeterd ten opzichte van het inspectiebezoek in 1999. Dit is een gevolg van een gedegen aanpak van een groot deel van de gesignaleerde aandachtspunten. Ook de verandering in de managementstructuur heeft ertoe bijgedragen dat ontwikkelingen in gang gezet konden worden. De benoeming van bouwcoördinatoren heeft gezorgd voor kortere communicatielijnen, een grotere eenheid binnen de bouw en vergaderingen waarin steeds meer onderwijsinhoudelijke zaken aan bod kwamen. Het team is erin geslaagd om het didactisch handelen op onderdelen op één lijn te krijgen, de leerlingenzorg is sterk verbeterd en ook op het gebied van het leerstofaanbod zijn er positieve ontwikkelingen geweest. Verworven resultaten worden vastgelegd in de afsprakenmap. Een goed voorbeeld hiervan is de doorgaande lijn op het gebied van de Daltontaken, die ook daadwerkelijk in de praktijk te zien is.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
11
De recent afgenomen zelfevaluatie en het daaruit voortvloeiende schoolplan en verbeterplan zijn door managementteam en leraren samen opgesteld. Er is daarmee draagvlak voor de verbeterpunten en dit is één van de voorwaarden om kwaliteit te verbeteren en te bewaken. De opbrengsten van de school blijven net als vorig jaar boven het verwachte niveau. Dit geldt zowel voor de eindopbrengsten als voor de opbrengsten gedurende de schoolperiode. Hoewel er dus veel verbeteringen zijn doorgevoerd, wil de inspectie enkele aandachtspunten in onderstaande paragrafen verder toelichten. Interne communicatie De afgelopen jaren heeft de school aandacht besteed aan het verbeteren van de interne communicatie. Het ontbrak aan openheid, er waren weinig inhoudelijke discussies en er was geen sprake van een professionele schoolcultuur. De verdeling van de school over twee locaties werkte ook niet bevorderlijk. Door communicatietrainingen, een tweedaagse en door het doorvoeren van inhoudelijke veranderingen moest het team met elkaar in discussie gaan. De leraren geven in de gesprekken met de inspectie aan dat er daardoor meer openheid is gekomen en dat men zich ook veiliger voelt om eigen meningen naar voren te brengen en ter discussie te stellen. De bouwvergaderingen hebben nu vaker een inhoudelijk karakter. Er zijn daarmee positieve ontwikkelingen gaande. Tegelijkertijd heeft de inspectie tijdens het bezoek ook een knelpunt geconstateerd, namelijk de communicatie tussen het managementteam, de leraren en de intern begeleiders. De school beschikt over twee deskundige intern begeleiders die de nodige veranderingen willen doorvoeren in het systeem van zorg en begeleiding op de 2e Daltonschool. In het nieuwe schoolplan is hierover een hoofdstuk opgenomen. De veranderingen zijn met iedereen besproken en iedereen begrijpt de noodzaak van de veranderingen. Eigenlijk staat de hele school dus op één lijn. Toch levert het doorvoeren van deze veranderingen momenteel de nodige spanningen op, omdat de verwachtingen met betrekking tot tijdpad, inspanningen, randvoorwaarden en middelen niet bij alle partijen gelijk zijn. Het is aan de directeur om hierop actie te ondernemen en de partijen de juiste verwachtingen naar elkaar te laten uitspreken. Het gaat er hierbij om dat iedereen hetzelfde wil bereiken en dat er duidelijk moet worden beschreven in welke stappen dat gaat gebeuren, welke gevolgen dat heeft voor bijvoorbeeld het takenpakket van de leraar en welke middelen daarvoor nodig zijn. De inspectie acht daarmee de interne communicatie een groot risicopunt van de 2e Daltonschool. Als de school de ruis tussen de partijen niet weet weg te nemen, kan deze een belemmering vormen bij het doorvoeren van voorgenomen veranderingen op het gebied van de zorg en een verdere professionalisering van de schoolcultuur. Afstemming op verschillen tussen leerlingen De laatste jaren heeft het team een klassenmanagementmodel ingevoerd dat het beter mogelijk moet maken om te differentiëren en om extra zorg uit te voeren in de klas. Voor een groot deel is dat al gelukt en het model is ook duidelijk terug te zien in de bezochte lessen. Ook de leerlingen kunnen vertellen hoe het 'zelfstandig werken' vorm krijgt.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
12
Hoewel de school dus zeker op de goede weg zit, zijn er nog verbeteringen door te voeren op het gebied van afstemming van de instructie en de verwerking op de behoeften van de leerlingen. Bij de instructie gaat het erom om leerlingen die niet mee hoeven te doen, snel aan het werk te zetten en om duidelijk afspraken te maken wanneer de instructietafel wordt ingezet. Bij de verwerking is er wel differentiatie als het gaat om het taakwerk. De B-taken zijn per leerling anders ingevuld. Toch valt er op dit punt ook nog te winnen door beter te bekijken of alle leerlingen dezelfde verwerkingsstof nodig hebben. Planmatige zorg aan leerlingen Het systeem van zorg en begeleiding is de afgelopen jaren sterk verbeterd. De manier waarop de school de extra zorg aan leerlingen vormgeeft is omschreven in de zorgparagraaf in het nieuwe schoolplan. In deze paragraaf gaat de school ervan uit dat de leraar de kerntaken van zorg en begeleiding steeds meer zelf uitvoert (signalering, analyse, plannen, uitvoeren en evalueren). De interne begeleiding zal dan steeds meer tijd hebben voor coördinerende en begeleidende taken en voor betere evaluaties van het onderwijs door de cijfers uit het leerlingvolgsysteem diepgaander te analyseren. Deze ommekeer zal de komende jaren plaatsvinden. De school heeft een uitgebreid instrumentarium van methodegebonden en methode-onafhankelijke toetsen waarmee ze de vorderingen van de leerlingen kan volgen. Ook wordt in alle groepen de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen gevolgd. Daarmee kan de school eventuele problemen op cognitief of sociaal-emotioneel gebied tijdig signaleren. De intern begeleiders bespreken de resultaten van de methode-onafhankelijke toetsen met de leraren en daarbij wordt ook gekeken welke leerlingen eventueel voor een handelingsplan in aanmerking komen. Het daadwerkelijk opstellen en uitvoeren van het handelingsplan wordt gedaan door de leraar in samenwerking met de remedial teacher. Zij bepalen samen wie wanneer welke extra hulp geeft. Extra leerstof behorende bij een handelingsplan komt ook terug in de weektaak van de leerling. De intern begeleiders geven aan dat alle besproken leerlingen wel extra hulp krijgen maar dat dit nog niet noodzakelijkerwijs gebeurt volgens een handelingsplan. Daarnaast heeft de inspectie geconstateerd dat de kwaliteit van de handelingsplannen niet altijd even goed is, omdat een concrete beginsituatie en een concreet leerdoel ontbreekt. Hierdoor kan de extra hulp aan leerlingen niet in alle gevallen goed geëvalueerd worden. De inspectie waardeert indicator 11.3 om bovenstaande redenen als onvoldoende. Afstemming leerstofaanbod op de leerlingenpopulatie en kleuterbouwverlengers De school heeft de afgelopen jaren nieuwe methoden ingevoerd en dit gaat de komende jaren verder. Bij de keuze van deze methoden wordt rekening gehouden met het feit dat een groot aantal leerlingen zich de leerstof in een goed of hoog tempo eigen kan maken. De methodes bieden ook verdieping als dat nodig is. Verder heeft de school voor meerbegaafde leerlingen een 'compacte rekenlijn' vastgesteld en zijn er materiaalbakken met extra uitdagend materiaal waarmee leerlingen kunnen werken in de C-taak (keuzewerk per week). De echt meerbegaafde leerlingen krijgen 1 uur per week apart les. Tijdens deze uren wordt de compacte rekenlijn met ze doorgenomen, werken ze in zelf geformuleerde projecten en wordt er gewerkt aan sociale vaardigheden tijdens filosofische discussies.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
13
De manier waarop de school leerlingen voor deze plusgroep signaleert, wordt steeds verfijnder. Met al deze maatregelen probeert de school een steeds beter antwoord te formuleren op de eisen die de leerlingen- en ouderpopulatie stellen. Hoewel de school beredeneerd kiest voor verbreding van de leerstof in plaats van versnelling, moet de inspectie toch constateren dat de school een groot aantal leerlingen heeft dat langer dan twee jaar over de groepen 1 en 2 doet. Gezien de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen is dat vaak niet nodig. De school geeft aan dat in de meeste gevallen om redenen op het sociaal-emotionele vlak gekozen wordt voor een verlenging. De inspectie heeft met het managementteam van gedachten gewisseld over deze keuzes van de school. In de huidige situatie is de inspectie van mening dat het aanbod op het gebied van taal- en rekenkundige ontwikkeling en voorbereidend lezen in de groepen 1 en 2 niet voldoende voorziet in een ononderbroken ontwikkeling van de leerlingen. Weliswaar heeft de school een leerlijn voor taalkundige ontwikkeling op papier gezet, maar in deze leerlijn is onvoldoende rekening gehouden met het aanbieden van voldoende uitdaging aan leerlingen die tweeëneenhalf tot drie jaar in de kleuterbouw zitten. De leerlijn voor de rekenkundige ontwikkeling wordt dit jaar afgerond. Om deze reden waardeert de inspectie indicator 3.5 als onvoldoende. De inspectie pleit voor een discussie op teamniveau over het onderwijsaanbod in de groepen 1 en 2, over de criteria van overgang van groep 1 naar 2 en van 2 naar 3 en over de wijze waarop het onderwijs in groep 3 beter aan kan sluiten op dat in groep 2, zowel inhoudelijk als op het gebied van pedagogisch en didactisch handelen. Conclusie De kwaliteit van onderwijs en leren op de 2e Daltonschool is overwegend voldoende. Ten opzichte van een aantal jaren geleden heeft de school zich op veel punten verbeterd. Dit is onder meer te danken aan veel inzet, goede plannen en een steeds betere onderlinge samenwerking. Tegelijkertijd zijn er nog aandachtspunten waaraan de school verder moet werken. Hierbij ziet de inspectie de moeizame communicatie tussen management team, leraren en interne begeleiding als grootste risico: de school heeft er veel aan gedaan om een eenheid te vormen en het is belangrijk om deze te behouden voor de verder ontwikkeling van de school.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
14
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek 2e Daltonschool (Pieter Bakkum) - 21-9-2005
15