Rapport Onderzoek Internationaal Ondernemen Versie juli 2014
Auteur / Onderzoeker: Daniëlle ten Hagen BSc, FME afdeling Internationaal Ondernemen
Zoetermeer, juli 2014
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaardt de Vereniging FME deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele voorkomende fouten of onvolledigheden. © Vereniging FME, juli 2014
1
Inhoudsopgave Introductie .................................................................................................................................. 3 Bedrijfsachtergrond.................................................................................................................... 4 Werknemers ........................................................................................................................................ 4 Omzet .................................................................................................................................................. 4 Topsectoren......................................................................................................................................... 5
Export ......................................................................................................................................... 9 Exportbestemmingen ........................................................................................................................ 10 Groeilanden ....................................................................................................................................... 10
Knelpunten & Barrières ............................................................................................................ 12 Zakendoen in Ontwikkelingslanden ......................................................................................... 13 Stellingen .................................................................................................................................. 14
2
Introductie FME heeft in de periode mei-juni 2014, in samenwerking met een aantal internationaal actieve sectoren en branches binnen de technologische industrie het jaarlijkse onderzoek internationaal ondernemen uitgevoerd. Dit jaar was er deelname vanuit: High Tech (Holland High Tech, High Tech NL) Duurzame Energietechnologie (Cleantech Holland, FME cluster Energie) Olie & Gas (Dutch Energy Solutions) Life Sciences & Health (TaskForce Healthcare, FME cluster LSH) Agro-Food (NAFTC, FME Cluster Agro-Food) Sport Infrastructuur (Dutch Sports Infrastructure) Klimaatsystemen (NVKL) Metallurgische Industrie (VNMI) Het hoofddoel van dit onderzoek is om te identificeren waar bedrijven uit de technologische industrie hun exportomzet verwachten, waar zij kansen zien in het buitenland en welke ondersteuning zij daarbij nodig hebben. Tevens zijn een aantal actuele beleidsthema’s aan bod gekomen. Met deze resultaten is FME in staat om de belangen van de leden voor het voetlicht te brengen in Den Haag en Europa, en onze internationale dienstverlening adequaat in te richten. Voor deze enquête zijn industrie breed bijna 5.000 contactpersonen bij 3.800 individuele bedrijven benaderd. Daarvan hebben 670 contactpersonen bij 615 individuele bedrijven gereageerd, waarvan er 450 individuele bedrijven ook daadwerkelijk exporteren vanuit Nederland. De vragenlijst bestond dit jaar uit de volgende onderdelen:
Algemene bedrijfsinformatie Export & Ondersteuning Knelpunten & Handelsbarrières Zakendoen in Ontwikkelingslanden Economische diplomatie Exportfinanciering & Exportkredietverzekering
In dit rapport wordt een groot deel van de resultaten van het onderzoek weergegeven, maar een uitgebreid rapport met alle resultaten en verdiepende analyses volgt in de nog te maken jubileumeditie van het onderzoek. Deze jubileumeditie met een overzicht van de resultaten in de afgelopen vijf jaar zal in de tweede helft van 2014 worden gepubliceerd. Voor meer informatie over Internationaal Ondernemen of dit onderzoek kunt u terecht bij de afdeling Internationaal Ondernemen van FME, via www.fme.nl/internationaal of
[email protected].
Met vriendelijke groet, Dhr. Micha van Lin Hoofd Internationaal Ondernemen Vereniging FME T 079 353 13 84 E
[email protected] W www.fme.nl/internationaal
Dhr. Patrick Walison Beleidsadviseur Internationaal Ondernemen Vereniging FME T 079 353 12 80 E
[email protected] W www.fme.nl/internationaal
3
Bedrijfsachtergrond Het onderzoek is dit jaar uitgezet naar 4.955 contactpersonen bij 3.800 bedrijven in de technologische industrie. Dit omvat contactpersonen bij de 2.500 FME-leden en bedrijven die lid zijn van de sectoren die worden bediend door een cluster binnen de afdeling Internationaal Ondernemen van FME of door een aan FME gelieerde branche. In totaal heeft het onderzoek 670 respondenten opgeleverd bij zo’n 615 bedrijven. Een responspercentage van ongeveer 15%. Van de respondenten geeft 71% aan te exporteren. De overige bedrijven geven aan dat ze niet exporteren, de Nederlandse markt bewerken voor een buitenlands bedrijf, of hier in de toekomst mee aan de slag willen. Van de bedrijven die niet exporteren geeft 36% (5% van totaal) aan in de toekomst wel aan de slag te willen met export.
Werknemers De steekproef van dit jaar levert de onderstaande verdeling op naar aantal werknemers. In de groep van dit jaar is het aantal middelgrote bedrijven kleiner dan in voorgaande jaren, het aandeel van de grootste en kleinste bedrijven is dit jaar groter. Vergeleken met 2013 zet de trend zich in dit opzicht voort. Vraag: Hoeveel werknemers (aantal fte) heeft uw bedrijf op dit moment in dienst?
Bedrijfsgrootte - Aantal werknemers (fte) 21%
Meer dan 250…
2014
17%
101 t/m 250 werknemers
2013
15% 13%
51 t/m 100 werknemers 26 t/m 50 werknemers
2012 34%
0 t/m 25 werknemers
2011 2010
0%
10% 20% 30% 40%
N=430 (2010), N=280 (2011), N= 513 (2012), N=620 (2013), N=608 (2014)
Omzet Bij de verdeling op basis van omzet valt op dat het aantal bedrijven met een omzet van meer dan 50 miljoen dit jaar kleiner is geworden ten opzichte van 2013. Dit kan verklaart worden doordat de grotere bedrijven relatief minder vaak omzetgegevens hebben gegeven dan de kleinere bedrijven. Het aantal bedrijven met een middelgrote omzet is toegenomen in vergelijking tot 2013 en het aantal bedrijven met een kleine omzet is afgenomen. Vraag: Hoe groot was de totale omzet van uw bedrijf in 2011 (in miljoen euro's)?
Bedrijfsgrootte - Omzet (mln €) 30%
meer dan 50 miljoen
2014
17%
26 t/m 50 miljoen
2013
22%
11 t/m 25 miljoen
2012
14% 17%
6 t/m 10 miljoen 0 t/m 5 miljoen
2011 2010
0%
10%
20%
30%
40%
N=430 (2010), N=280 (2011), N= 454 (2012), N=498 (2013), N=487 (2014)
4
Topsectoren Bedrijven in de technologische industrie zijn onder andere actief in het produceren van metaalproducten, machines, transportmiddelen (en onderdelen), elektrische apparaten en instrumenten. De verdeling van het onderzoek internationaal ondernemen uit 2010 laat zien hoe deze verdeling ongeveer is. Vraag: In welke sector is uw bedrijf hoofdzakelijk actief?
N=482 (2010)
Deze activiteiten vinden hun toepassing in veel verschillende sectoren binnen de technologische industrie. Vandaar dat FME Internationaal Ondernemen niet de bovenstaande verdeling gebruikt maar kijkt naar de sector(en) waarin het product wordt toegepast. Dit heeft geresulteerd in een sectorfocus die zich richt op de meest internationaal actieve sectoren in de FME achterban. De afdeling Internationaal Ondernemen binnen FME richt zich op High Tech, Medische Technologie, Olie, Gas & Powerindustrie, Duurzame Energietechnologie, Agro-Food en Sport & Infrastructuur. De overheid heeft sinds een aantal jaren ook een sectorfocus, vormgegeven in het topsectorenbeleid. Deze sluit goed aan op de sectoren in de technologische industrie en de bovengenoemde sectorfocus van FME IO. Om in kaart te brengen in welke topsectoren de FME achterban actief is hebben wij vanaf 2012 bevraagd. In 2014 zij bedrijven in de technologische industrie met name actief in de volgende topsectoren: High Tech Systemen & Materialen (HTSM), 21% Energie, 19% Agro-Food, 14% Life Sciences & Health (LSH), 13% Logistiek, 11% Water, 10% De indeling van de topsectoren is nagenoeg hetzelfde gebleven ten opzichte van 2013. De HTSM-sector heeft over de jaren heen structureel een aandeel van een vierde of een vijfde, afhankelijk van de steekproef.
5
Vraag: In welke van de hieronder genoemde topsectoren is uw bedrijf actief? 2013 Creatieve Industrie 3% Chemie 6%
Tuinbouw 3%
Logistiek 5%
Anders 3%
HTSM 25%
Agro, Food en Tuinbouw 10% Energie 20%
Water 12% LSH 14% N=620 (2013)
2014 Creatieve Industrie 4%
Chemie 8%
HTSM 21%
Logistiek 11%
Agro, Food en Tuinbouw 14%
Energie 19%
Water 10%
LSH 13%
N=669 (2014)
De verdeling van de bedrijven over de verschillende topsectoren laat zien waar de prioriteiten van FME zou moeten liggen. Om deze verdeling specifieker te maken wordt in de onderstaande figuren aangegeven in welke technologieën of toepassing deze bedrijven actief zijn binnen de verschillende topsectoren. Binnen HTSM zijn de meeste bedrijven actief in de hightech systemen, automotive-industrie en safety and security.
Topsector HTSM
Micro- / nanotechnologie Printing 4% 6% Lighting 4% Lucht- / ruimtevaart 6% ICT 7%
High Tech systemen 18% N= 656 (289 individuele bedrijven)
Safety and Security 9%
Automotive 16%
Embedded Systems 7% Components and circuits 6%
Fotonica 3% Halfgeleiderindustrie High Tech 7% materialen 6%
6
Bedrijven in de topsector energie zijn vooral actief in Olie, Gas & Power, (offshore) wind, solar en bebouwde omgeving.
Topsector Energie Geothermie 5% Solar 16%
E-mobility 6%
Bebouwde omgeving 14% Biomassa 9%
Smart Grids 10%
Olie, Gas & Power 27%
(Offshore) Wind 14% N= 501 (256 individuele bedrijven)
Binnen LSH zijn de bedrijven vooral actief in medische apparaten en hulpmiddelen, medische hightech, dienstverlening en ziekenhuisbouw. Net als in 2013, zijn veruit de meeste bedrijven actief in de medische apparaten en hulpmiddelen en medische hightech.
Topsector Life Sciences & Health Bio Medisch 8%
Medische apparaten en hulpmiddelen 33%
E-Health 11%
Dienstverlening 13% Ziekenhuisbouw 11%
Mobiliteitsoplossingen 8% N= 319 (178 individuele bedrijven)`
Medische hightech 16%
Een groot deel van de bedrijven is actief in de maritieme sector (scheepsbouw en maritieme toelevering). In 2013 was dit bijna 60%, mede door deelname van Scheepsbouw NL en HME aan het onderzoek, dit jaar is het 47%. Daarnaast zit een groot deel van de bedrijven in de drinkwatertechnologie, in 2014 is dit 27%.
Topsector Water DeltaScheepsbouw 23%
technologie 9% Drinkwatertechnologie 27%
Milieutechnologie 17% Maritieme toelevering 24% N= 226 (138 individuele bedrijven)
7
Binnen de topsector Agro, Food en Tuinbouw ligt de kracht van de FME achterban vooral in de toelevering aan de voedselverwerkende industrie en in de indirecte toelevering aan de Agro-Food sector.
Agro, Food en Tuinbouw Tuinbouw 13%
Toelevering primaire sector 14%
Indirecte toelevering agro-food 37%
Toelevering voedselverwerkende industrie 36%
N= 290 (193 individuele bedrijven)
Technologiebedrijven in de topsector logistiek zijn vooral actief in bouw (constructie en toelevering) en in de luchthaven-industrie. Verder zijn ze ook nog actief in sport en infrastructuur, haven ontwikkeling en achterland en in het aanleggen van spoor en wegen.
Topsector Logistiek Havenontwikkeling en achterland 10%
Sport infrastructuur 8%
Bouw (constructie en toelevering) 38%
Luchthavens 20%
Spoor 12%
Wegen 12%
N= 251 (146 individuele bedrijven)
In de topsector chemie waren dit jaar 108 individuele bedrijven van de FME achterban actief. Deze topsector bestaat uit twee groepen; de chemische industrie en de procestechnologie. De groep bedrijven was in 2014 zo goed als gelijk verdeeld over deze twee groepen (procestechnologie 48% en chemische industrie 52%). De topsector creatieve industrie telt dit jaar 59 individuele bedrijven die deze sector namens de technologische industrie vertegenwoordigen. Deze bedrijven waren vooral actief in de design en architectuur sector, respectievelijk voor 38% en 27%, maar deden ook mee in de media en entertainment, mode en gaming sectoren.
8
Export Gemiddeld halen de bedrijven uit het onderzoek van 2014 ongeveer 59% van hun omzet uit export, deze omzet halen zij gemiddeld uit zo’n 24 landen in de wereld. De ongewogen exportpercentages van 2010, 2011, 2012 en 2013 waren respectievelijk 52%, 56%, 56% en 58%. Gewogen naar de totale omzet halen deze bedrijven zelfs 61% van de omzet uit export. Berekeningen van FME over de afgelopen jaren geven aan dat bedrijven uit de Technologische Industrie gemiddeld zo’n 60% halen uit het buitenland. De klassenindeling van 2010 – 2014 laat de sterke positie van de export zien. De afgelopen jaren valt op dat het aantal bedrijven in de categorie 80-100% stijgend is. Vraag: Welk deel van uw totale omzet in 2011 was afkomstig uit export? 38% 40% 35% 30%
2010
24%
25%
2011
20%
2012
15% 12%
15%
2013
10%
2014
10% 5% 0% 0 - 20%
20 - 40%
40 - 60%
60 - 80%
80 - 100%
N=482 (2010), N=280 (2011), N=576 (2012), N=505 (2013), N=520 (2014)
Net als voorgaande jaren zijn er maar weinig bedrijven die slechts één land als exportbestemming hebben. Een positieve trend is te zien in het aantal bedrijven dat naar meer dan 25 landen exporteert, dit is sinds 2012 alleen maar toegenomen. Voor de overige categorieën is er geen eenduidig beeld, dit is afhankelijk van de desbetreffende steekproef in een jaar. Vraag: Naar hoeveel landen exporteert uw onderneming? 35%
30%
30%
27%
25%
21%
20%
20%
2011
15%
2012
10%
2013
5%
2014
2%
0% Naar 1 land
Naar 2 - 5 Naar 6 - Naar 11 - Naar meer landen 10 landen 25 landen dan 25 landen
N=280 (2011), N=582 (2012), N=548 (2013), N=480 (2014)
9
Exportbestemmingen Voor de jaren 2012, 2013 en 2014 zijn de exportbestemmingen van bedrijven in de technologische industrie onderverdeeld in regio’s. Over de jaren heen zijn de resultaten vrij stabiel gebleken. De belangrijkste exportbestemmingen bevinden zich in West-Europa (rond de 55%). Gevolgd door Azië, waarbinnen de export naar Zuidoost Azië het grootst was. Exportbestemmingen
2012
2013
2014
West-Europa
56%
53%
54%
Oost-Europa Azië
6%
5%
6%
17%
17%
16%
China
30%
34%
30%
Zuidoost Azië
43%
40%
36%
Centraal Azië
27%
26%
34%
Noord Amerika
6%
7%
7%
Latijns Amerika
5%
4%
4%
Midden Oosten
7%
8%
8%
Afrika
2%
4%
3%
Oceanië
2%
2%
2%
N=576 (2012), N=505 (2013), N=520 (2014)
In twee aparte vragen is aan bedrijven gevraagd om de vijf belangrijkste exportbestemmingen binnen en buiten de EU aan te geven. Onderstaande tabel geeft de belangrijkste exportbestemmingen in 2012, 2013 en 2014 weer. Vraag: Wat is (zijn) op dit moment de belangrijkste exportbestemming(en) voor uw bedrijf? Exportbestemmingen 2012 1. Duitsland 2. België 3. VK 4. Frankrijk 5. VS 6. China 7. Rusland 8. Italië 9. Denemarken 10. Spanje
Exportbestemmingen 2013 1. Duitsland 2. VK 3. België 4. VS 5. Frankrijk 6. China 7. Rusland 8. Italië 9. Denemarken 10. Zwitserland
Exportbestemmingen 2014 1. Duitsland 2. België 3. VK 4. VS 5. Frankrijk 6. Rusland 7. China 8. Italië 9. Zweden 10. Brazilië
N=474 (2012), N=473 (2013), N=389 (2014)
Een opvallende nieuwkomer in de top 10 van exportbestemmingen in 2014 is Brazilië. Sinds 2012 is Brazilië een e e sterk opkomende exportbestemming. Brazilië is van de 17 plek in 2012 geklommen naar de 14 plek in 2013, gevolgd door het behalen van de top 10 in 2014. Daarnaast staan Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk steevast in de top 3 van de exportbestemmingen.
Groeilanden De bovengenoemde exportbestemmingen liggen voornamelijk in Europa, maar bedrijven in de technologische industrie zijn altijd op zoek naar nieuwe interessante (opkomende) markten. De beperkte economische groei binnen de EU en de interessante kansen die de rest van de wereld zou kunnen bieden maakt het aantrekkelijk en in sommige gevallen noodzakelijk om verder te kijken.
10
Vraag: Welke landen zijn voor de toekomstige groei van uw onderneming het belangrijkst? Groeilanden 2010 1. Duitsland 2. België 3. VK 4. Frankrijk 5. Rusland 6. VS 7. China 8. Brazilië 9. Polen 10. India
Groeilanden 2011 1. Duitsland 2. VK 3. België 4. Frankrijk 5. VS 6. Rusland 7. China 8. Brazilië 9. Italië 10. Polen
Groeilanden 2012 1. Duitsland 2. VK 3. Frankrijk 4. China 5. Brazilië 6. Rusland 7. Polen 8. België 9. VS 10. India
Groeilanden 2013 1. Duitsland 2. VS 3. China 4. VK 5. Brazilië 6. Frankrijk 7. België 8. Rusland 9. Polen 10. India
Groeilanden 2014 1. Duitsland 2. VK 3. VS 4. Frankrijk 5. China 6. Rusland 7. Brazilië 8. België 9. Polen 10. India
N=432 (2010), N=236 (2011), N=478 (2012), N= 458 (2013), N=334 (2014)
De belangrijkste afzet- en groeimarkt blijft Duitsland. Bedrijven doen hier veel zaken en gezien de positieve economische ontwikkelingen van de laatste jaren zien bedrijven hier nog steeds groei. Het Verenigd Koninkrijk staat stabiel in de top 3 van deze lijst. Daarnaast is het opvallend dat Brazilië, China en de VS de afgelopen twee jaar zijn gestegen; op Brazilië na staan deze landen nu vast in de top 5. De lijstjes met bestemmingen en groeilanden schetsen een algemeen beeld, maar vertellen niet het hele verhaal. Alle sectoren en branches hebben op hun beurt weer eigen belangrijkste afzet- en groeimarkten. Vraag: Welke landen zijn voor de toekomstige groei van uw onderneming het belangrijkst? Groeilanden High Tech 2014
Groeilanden Olie & Gas 2014
Groeilanden Agro-Food 2014
Groeilanden Med Tech 2014
1.
Duitsland
1.
Duitsland
1.
Duitsland
1.
Duitsland
2.
VS
2.
VK
2.
VK
2.
VK
3.
VK
3.
Frankrijk
3.
VS
3.
VS
4.
Frankrijk
4.
Rusland
4.
Frankrijk
4.
Frankrijk
5.
China
5.
Brazilië
5.
China
5.
China
6.
Brazilië
6.
Saoedi-Arabië
6.
Rusland
6.
Rusland
7.
Rusland
7.
België
7.
Brazilië
7.
Brazilië
8.
België
8.
VS
8.
België
8.
België
9.
Polen
9.
VAE
9.
Polen
9.
Polen
10. Italië Groeilanden Duurzaam 2014
10. China
10. India
Groeilanden Sport 2014
Groeilanden Maritiem 2014
10. India Groeilanden NVKL 2014
1.
Duitsland
1.
Duitsland
1.
Duitsland
1.
Duitsland
2.
VK
2.
VK
2.
VK
2.
VS
3.
VS
3.
VS
3.
Frankrijk
3.
VK
4.
Frankrijk
4.
Frankrijk
4.
Brazilië
4.
Frankrijk
5.
China
5.
Rusland
5.
China
5.
China
6.
Rusland
6.
Spanje
6.
Rusland
6.
Polen
7.
Brazilië
7.
Italië
7.
België
7.
België
8.
België
8.
Polen
8.
VS
8.
Spanje
9.
Polen
9.
China
9.
Zweden
9.
Turkije
10. India
10. Brazilië
10. VAE
10. Brazilië
N=162 (High Tech), N=69 (DES), N=94 (Agro-Food), N= 100 (LSH), N=122 (CTH), N=103 (DSI), N=49 (Maritiem), N=60 (NVKL)
11
Knelpunten & Barrières Het doen van zaken over de grens gaat natuurlijk niet altijd zonder slag of stoot. Cultuurverschillen, hoge importtarieven, gecompliceerde wet- en regelgeving of oneerlijke concurrentie zijn voorbeelden van handelsbarrières en knelpunten die bedrijven ervaren bij het internationaal zaken doen. De BRIC landen worden steevast het vaakst genoemd als het gaat om handelsbarrières die bedrijven ervaren. Hierbij wordt Brazilië de afgelopen drie jaar als grootste “barrièreland” gezien. Naast de BRIC landen scoort de VS ook altijd hoog. Opvallend is dat Duitsland, en eigenlijk bijna alle landen die behoren tot de EU, de afgelopen jaren zijn verdwenen uit deze barrièrelijstjes. Doormiddel van verdere harmonisering van de wet- en regelgeving binnen de EU, probeert de EU vrij verkeer van goederen en diensten de laatste jaren te verbeteren. Dit is waarschijnlijk de reden dat bedrijven minder handelsbarrières ervaren met het doen van zaken in deze landen. Vraag: In welke landen ervaart u deze handelsbarrières op het gebied van internationaal ondernemen? Barrièrelanden 2010 1. China 2. Rusland 3. Brazilië 4. India 5. VS 6. Duitsland 7. Frankrijk 8. Turkije 9. Iran 10. Oekraïne
Barrièrelanden 2012 1. Brazilië 2. China 3. Rusland 4. India 5. VS 6. Duitsland 7. Saoedi-Arabië 8. Turkije 9. België 10. Iran
Barrièrelanden 2013 1. Brazilië 2. China 3. Rusland 4. India 5. Duitsland 6. VS 7. Frankrijk 8. Argentinië 9. Saoedi-Arabië 10. VK
Barrièrelanden 2014 1. Brazilië 2. China 3. Rusland 4. India 5. VS 6. Iran 7. Saoedi-Arabië 8. Turkije 9. Argentinië 10. Frankrijk
N=254 (2010), N=190 (2012), N=265 (2013), N=220 (2014)
Nu is de vraag welke knelpunten en handelsbarrières de bedrijven vooral ervaren. De volgende twee tabellen geven weer hoeveel procent van de bedrijven bepaalde knelpunten of barrières ervaren. Vraag: Wat zijn de knelpunten die u ervaart op het gebied van internationaal ondernemen? Knelpunten Export Het vinden van lokale handelspartners / distribiteurs Invoerbelemmeringen en douaneprocedures Onvoldoende kennis, tijd en mankracht binnen het eigen bedrijf Gebrek aan marktkennis Betaling- en valutarisico’s Onvoldoende financierings- of verzekeringsfaciliteiten Aanpassen van product aan lokale producteisen Taal- en cultuurverschillen Geen knelpunten
2010 30% 28% 31% 29% 17% 12% 4% 17% 5%
2012 39% 29% 27% 23% 23% 17% 15% 19% 11%
2013 34% 45% 29% 30% 19% 17% 7% 20% 12%
2014 41% 50% 34% 31% 22% 20% 12% 22% 9%
N=482 (2010), N=478 (2012), N=482 (2013), N=418 (2014)
Het is opvallend dat invoerbelemmeringen en douaneprocedures in toenemende mate als knelpunt worden ervaren. Dit loopt in 2014 zelfs op tot 50% van de bedrijven die dit als een knelpunt ervaart. Daarnaast wordt het vinden van lokale handels partners of distribiteurs ook in toenemende mate als knelpunt gezien. In 2014 vindt 41% van de bedrijven dit een knelpunt op het gebied van internationaal ondernemen.
12
Het internationale speelveld wordt de laatste jaren steeds groter en gecompliceerder. Voor veel bedrijven zijn nieuwe exportmarkten vaak lastiger te overzien, zij ervaren hierbij gebrek aan marktkennis en hebben onvoldoende kennis, tijd en mankracht binnen het eigen bedrijf om dit op te lossen. Vraag: Wat zijn de belangrijkste handelsbarrières die u ervaart op het gebied van internationaal ondernemen? Handelsbarrières Export Douaneprocedures (moeizame procedures, oneerlijke of ongelijke belastingen) Interne regelgeving Technische regels en standaarden Tariefbarrières (importtarieven) Onterechte staatssteun aan buitenlandse concurrenten Intellectual Property Rights (slechte bescherming of implementatie van regels) Discriminatie bij (overheids)aanbestedingen Barrières voor Foreign Direct Investment (beperkt buitenlands eigendom e.d.) Beperkte toegang tot grondstoffen (export restricties, prijsdiscriminatie e.d.) Geen handelsbarrières
2010 22% 20% 17% 13% 12% 9% 7% 2% 2% 32%
2012 25% 19% 16% 16% 11% 10% 5% 1% 1% 19%
2013 29% 32% 19% 23% 15% 13% 15% 2% 1% 19%
2014 39% 33% 26% 30% 18% 16% 8% 2% 2% 18%
N=480 (2010), N=478 (2012), N=479 (2013), N=375 (2014)
Internationaal actieve bedrijven zien vooral douaneprocedures en interne regelgeving als de grootste handelsbarrières. Daarnaast vormen de hoge importtarieven en afwijkende technische regels en standaarden ook een grote barrière bij het internationaal zakendoen.
Zakendoen in Ontwikkelingslanden In 2011 gaf ongeveer een kwart van de exporteurs in de technologische industrie aan zaken te doen in ontwikkelingslanden, dit steeg tot ruim een derde in 2013 en naar 40% in 2014. Daarnaast ziet ook een stijgend deel van de bedrijven, die op dit moment niet exporteren naar deze landen, hier kansen voor in de toekomst. Vraag: Doet u zaken in OS-landen? 2011 24% 9% 60% 7%
Ja, wij zijn actief in ontwikkelingslanden Nee, maar voor de toekomst interessant Nee, voor ons niet interessant Weet niet / wil niet zeggen
2013 36% 12% 45% 7%
2014 40% 13% 38% 9%
N=242 (2011), N=308 (2012), N=408 (2014)
Export blijft het belangrijkst in de handelsrelatie met ontwikkelingslanden maar ook veel (en steeds meer) bedrijven besteden bedrijfsactiviteiten uit, importeren of voeren projecten uit voor ontwikkelingssamenwerking. Vraag: Op wat voor wijze bent u actief in ontwikkelingslanden? 2011 76% 10% 7% 12% 7%
Exporteren Investeringen, joint ventures, lokale productie Uitbesteding (voor lokale of andere markten) Importeren Projecten voor ontwikkelingssamenwerking Anders, N=74 (2011), N=106 (2013), N=218 (2014)
13
2013 82% 25% 10% 6% 19% 4%
2014 81% 23% 18% 10% 17% 5%
Egypte, Zuid-Afrika, Indonesië en Nigeria staan steevast over alle jaren in de top 5 als meest interessante land waarmee bedrijven zaken (zouden) willen doen. Brazilië en India staan ook hoog in 2011 en 2014. Deze landen worden eigenlijk niet meer als ontwikkelingslanden gezien maar als opkomende markten. Toch staan ze officieel nog wel op de landenlijst. Vraag: In welke ontwikkelingslanden doet uw bedrijf zaken, heeft uw bedrijf zaken gedaan of wilt uw bedrijf zaken gaan doen? OS-landen 2011 1. Egypte 2. Indonesië 3. Zuid Afrika 4. Brazilië 5. Nigeria 6. Kenia 7. Turkije 8. Thailand 9. Chili 10. Vietnam
OS-landen 2013 1. Zuid Afrika 2. Indonesië 3. Nigeria 4. Egypte 5. Ghana 6. Maleisië 7. Kenia 8. Vietnam 9. Algerije 10. Bangladesh
OS-landen 2014 1. India 2. Zuid Afrika 3. Indonesië 4. Egypte 5. Nigeria 6. Ghana 7. Vietnam 8. Kenia 9. Thailand 10. Maleisië
N=66 (2011), N=93 (2013), N=169 (2014)
Stellingen Jaarlijks wordt er aan de bedrijven in de technologische industrie een aantal stellingen voorgelegd die worden gebruikt als graatmeter voor de tevredenheid van de bedrijven over de ondersteuning die zij krijgen op internationaal vlak. Stelling 1: De overheid doet voldoende om de internationale concurrentiepositie van het Nederlands bedrijfsleven te versterken.
Zeer mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Zeer mee oneens
2012 2% 23% 29% 37% 9%
2013 2% 29% 29% 32% 7%
2014 3% 31% 33% 28% 5%
N=482 (2010), N=280 (2011), N= 478 (2012), N=438 (2013), N=397 (2014)
Stelling 2: De Tweede Kamer doet voldoende om de internationale concurrentiepositie van het Nederlands bedrijfsleven te versterken.
Zeer mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Zeer mee oneens
2012 1% 12% 26% 48% 13%
2013 2% 20% 26% 43% 9%
2014 2% 17% 30% 40% 10%
N= 478 (212), N=438 (2013), N=397 (2014)
14
Stelling 3: Het niet kunnen verkrijgen van exportfinanciering is een belemmering voor de omzetgroei van mijn bedrijf. Zeer mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Zeer mee oneens
2010 11% 21% 34% 28% 6%
2012 10% 19% 31% 34% 6%
2013 12% 20% 28% 26% 14%
2014 15% 19% 30% 24% 12%
N=480 (2010), N=435 (2012), N=456 (2013), N=402 (2014)
Stelling 4: Het niet kunnen verkrijgen van exportkredietverzekering is een belemmering voor de omzetgroei van mijn bedrijf.
Zeer mee eens Mee eens Niet mee eens / niet mee oneens Mee oneens Zeer mee oneens
2010 10% 27% 33% 24% 6%
2012 11% 21% 32% 30% 6%
2014 10% 23% 37% 22% 8%
N=480 (2010), N=438 (2012), N=262 (2014)
15