RAPPORT
FME-onderzoek Internationaal Ondernemen 2015
Inhoudsopgave Introductie .................................................................................................................................. 3 Bedrijfsachtergrond.................................................................................................................... 4 Werknemers ........................................................................................................................... 4 Omzet ..................................................................................................................................... 4 Topsectoren ............................................................................................................................ 5 Export ......................................................................................................................................... 8 Exportbestemmingen ............................................................................................................. 9 Groeilanden ............................................................................................................................ 9 Zakendoen in Ontwikkelingslanden ......................................................................................... 10 Knelpunten & Barrières ............................................................................................................ 10 Gewenste ondersteuning ......................................................................................................... 12 Vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS: TTIP .................................................................... 13 Sancties Rusland ....................................................................................................................... 14 Exportfinanciering .................................................................................................................... 15
Zoetermeer, oktober 2015
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaardt de Vereniging FME deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele voorkomende fouten of onvolledigheden. © Vereniging FME, oktober 2015
Onderzoek Internationaal Ondernemen
2
Introductie FME heeft in de periode mei-juni 2015 in samenwerking met een aantal internationaal actieve sectoren en branches binnen de technologische industrie het jaarlijkse onderzoek internationaal ondernemen uitgevoerd. Dit jaar was er deelname vanuit: High Tech (Holland High Tech, High Tech NL) Duurzame Energietechnologie (Cleantech Holland, FME cluster Energie) Olie & Gas (Dutch Energy Solutions) Life Sciences & Health (TaskForce Healthcare, Holland Health Tech, FME cluster LSH) Agro-Food (GMV, NAFTC, FME Cluster Agro-Food) Sport Infrastructuur (Dutch Sports Infrastructure) Bebouwde omgeving (FME Cluster Bebouwde omgeving, VLA, NVKL) Metallurgische Industrie (VNMI) Het hoofddoel van dit onderzoek is om te identificeren waar bedrijven uit de technologische industrie hun exportomzet verwachten, waar zij kansen zien in het buitenland en welke ondersteuning zij daarbij nodig hebben. Tevens zijn een aantal actuele beleidsthema’s aan bod gekomen. Met deze resultaten is FME in staat om de belangen van de leden voor het voetlicht te brengen in Den Haag en Europa en onze internationale dienstverlening adequaat in te richten. Voor deze enquête zijn industrie breed bijna 6.000 contactpersonen bij 3.600 individuele bedrijven benaderd. Daarvan hebben 775 contactpersonen bij 676 individuele bedrijven gereageerd, waarvan er 564 individuele bedrijven ook daadwerkelijk aangeven te exporteren vanuit Nederland. De vragenlijst bestond dit jaar uit de volgende onderdelen:
Algemene bedrijfsinformatie Exportlanden & Ondersteuning Knelpunten & Handelsbarrières Vrijhandelsakkoord EU-VS (TTIP) Exportcontrole & Sanctiebeleid Exportfinanciering & Exportkredietverzekering
Voor meer informatie over Internationaal Ondernemen of dit onderzoek kunt u terecht bij FME, via www.fme.nl/internationaal of
[email protected]. Met vriendelijke groet, Dhr. Micha van Lin Hoofd Internationaal Ondernemen
Dhr. Patrick Walison Beleidsadviseur Internationaal Ondernemen
Onderzoek Internationaal Ondernemen
3
Bedrijfsachtergrond Het onderzoek is dit jaar uitgezet bij 3.575 bedrijven in de technologische industrie. Deze groep omvat contactpersonen van alle FME-leden en bedrijven die actief zijn in de sectoren die worden bediend door de afdeling Internationaal Ondernemen of door een aan FME gelieerde branche. In totaal heeft het onderzoek 775 respondenten opgeleverd bij zo’n 673 bedrijven. Een respons van bijna 19%. Van de respondenten geeft 79% aan te exporteren. De overige bedrijven geven aan dat ze niet exporteren, de Nederlandse markt bewerken voor een buitenlands bedrijf, of hier in de toekomst mee aan de slag willen.
Werknemers De steekproef van dit jaar levert de onderstaande verdeling op naar aantal werknemers. Het aandeel van kleine ondernemers is de afgelopen drie jaar rond een derde geweest. Het aantal middelgrote ondernemers (tussen 25 en 250 werknemers) ligt dit jaar op 53%. Dit jaar was het aantal grote ondernemers iets kleiner dan de afgelopen drie jaar.
N=430 (2010), N=280 (2011), N=513 (2012), N=608 (2014), N=751 (2015)
Omzet Bij de verdeling op basis van omzet valt op dat het aantal bedrijven met een omzet van meer dan 50 miljoen dit jaar kleiner is. Dit wordt verklaard doordat er relatief ook minder grotere bedrijven (FTE) hebben deelgenomen en grotere ondernemingen ook minder vaak hun omzet doorgeven. De steekproef van dit jaar laat zien dat meer kleinere bedrijven hebben gereageerd.
N=482 (2010),N=280 (2011), N=576 (2012), N=505 (2013), N=520 (2014), N=564 (2015)
Onderzoek Internationaal Ondernemen
4
Topsectoren Bedrijven in de technologische industrie zijn onder andere actief in het produceren van metaalproducten, machines, transportmiddelen (en onderdelen), elektrische apparaten en instrumenten. Deze activiteiten vinden hun toepassing in veel verschillende sectoren binnen de technologische industrie. Vandaar dat FME Internationaal Ondernemen kijkt naar de sector(en) waarin het product wordt toegepast. Dit heeft geresulteerd in een sectorfocus die zich richt op de meest internationaal actieve sectoren in de FME achterban. FME IO richt zich op High Tech, Medische Technologie, Olie, Gas & Powerindustrie, Duurzame Energietechnologie, Agro-Food en Sport & Infrastructuur. Het topsectorenbeleid van de overheid sluit goed aan op de sectoren in de technologische industrie en de bovengenoemde sectorfocus van FME. In 2015 zijn bedrijven in de technologische industrie actief in de volgende topsectoren:
N=1460 (775 individuele bedrijven)
De indeling van de topsectoren is de afgelopen jaren redelijk constant gebleken. De verdeling van de bedrijven over de verschillende topsectoren laat zien waar de prioriteiten van FME zou moeten liggen. Om deze verdeling specifieker te maken wordt in de onderstaande figuren aangegeven in welke technologieën of toepassing deze bedrijven actief zijn binnen de verschillende topsectoren. In 2015 zijn de meeste bedrijven binnen de topsector HTSM actief in de hightech systemen, automotive, semicon en aerospace.
N=599 (285 individuele bedrijven)
Onderzoek Internationaal Ondernemen
5
Bedrijven in de energiesector zijn vooral actief in Olie, Gas & Power, (offshore) wind, bebouwde omgeving en solar.
N=470 (271 individuele bedrijven)
Binnen LSH zijn de bedrijven vooral actief in medische apparaten en hulpmiddelen, medische hightech en ziekenhuisbouw.
N=470 (271 individuele bedrijven)
Een groot deel van de technologie bedrijven in de watersector is actief in de maritieme sector (scheepsbouw en maritieme toelevering).
N=470 (271 individuele bedrijven)
Onderzoek Internationaal Ondernemen
6
Binnen de topsector Agro, Food en Tuinbouw ligt de kracht van de FME achterban vooral in de toelevering aan de voedselverwerkende industrie en in de indirecte toelevering aan de Agro-Food sector.
N=375 (250 individuele bedrijven)
Technologiebedrijven in de topsector logistiek zijn vooral actief in bouw (constructie en toelevering) en in de luchthaven-industrie. Verder zijn ze ook nog actief in sport en infrastructuur, havenontwikkeling en achterlandverbindingen en in het aanleggen van spoor en wegen.
N=470 (271 individuele bedrijven)
Onderzoek Internationaal Ondernemen
7
Export Gemiddeld halen de bedrijven uit het onderzoek van 2015 ongeveer 58% van hun omzet uit export, deze omzet halen zij gemiddeld uit zo’n 23 landen in de wereld. Berekeningen over de afgelopen jaren geven aan dat bedrijven gemiddeld zo’n 60% van hun omzet uit export komt. De klassenindeling van 2010 – 2015 laat de sterke positie van de export zien. Waar de afgelopen jaren de groep tussen de 80 en 100% exportomzet groeide is deze nu iets gedaald. Daarentegen zijn de drie groepen daaronder alle drie groter dan vorig jaar. Vraag: Welk deel van uw totale omzet in 2011 was afkomstig uit export? 40% 35%
32%
Aantal bedrijven
30%
2010
25%
21%
2011
20%
2012
20% 15% 15%
2013
12%
2014
10%
2015
5% 0% 0 - 20%
20 - 40%
40 - 60% Export %
60 - 80%
80 - 100%
N=482 (2010), N=280 (2011), N=576 (2012), N=505 (2013), N=520 (2014), N=561 (2015)
Net als de voorgaande jaren zijn er maar weinig bedrijven die slechts één land als exportbestemming hebben. Het aantal landen waar bedrijven naar exporteren ligt gemiddeld hoog en is stabiel. Vraag: Naar hoeveel landen exporteert uw onderneming? 35%
29%
28%
30% 25%
22%
20%
19%
2012
15%
2013
10% 5%
2011
2014 2%
2015
0% Naar 1 land
Naar 2 - 5 Naar 6 - 10 Naar 11 - Naar meer landen landen 25 landen dan 25 landen
N=280 (2011), N=582 (2012), N=548 (2013), N=480 (2014), N=566 (2015)
Onderzoek Internationaal Ondernemen
8
Exportbestemmingen Voor de jaren 2012 - 2014 zijn de exportbestemmingen van bedrijven in de technologische industrie onderverdeeld naar regio’s. Over de jaren heen zijn de resultaten stabiel gebleken. Al is het aandeel West-Europa wel iets afgenomen. Exportbestemmingen West-Europa Oost-Europa Azië China Zuidoost Azië Centraal Azië Noord Amerika Latijns Amerika Midden Oosten Afrika Oceanië
2012 56% 6% 17% 5% 8% 4% 6% 5% 7% 2% 2%
2013 53% 5% 17% 6% 7% 4% 7% 4% 8% 4% 2%
2014 54% 6% 16% 5% 6% 5% 7% 4% 8% 3% 2%
N=576 (2012), N=505 (2013), N=520 (2014)
Onderstaande tabel geeft de belangrijkste exportbestemmingen tussen 2012 en 2015 weer. De top 10 is vrij stabiel. Opvallend is wel dat Brazilië uit de top 10 is verdwenen na een opmars in de afgelopen jaren. Zwitserland is weer geklommen en Polen staat voor het eerst in de top 10. Exportbestemmingen 2012 1. Duitsland 2. België 3. VK 4. Frankrijk 5. VS 6. China 7. Rusland 8. Italië 9. Denemarken 10. Spanje
Exportbestemmingen 2013 1. Duitsland 2. VK 3. België 4. VS 5. Frankrijk 6. China 7. Rusland 8. Italië 9. Denemarken 10. Zwitserland
Exportbestemmingen 2014 1. Duitsland 2. België 3. VK 4. VS 5. Frankrijk 6. Rusland 7. China 8. Italië 9. Zweden 10. Brazilië
Exportbestemmingen 2015 1. Duitsland 2. België 3. VK 4. Frankrijk 5. VS 6. China 7. Rusland 8. Italië 9. Polen 10. Zwitserland
N=474 (2012), N=473 (2013), N=389 (2014), N=558 (2015)
Groeilanden De bovengenoemde exportbestemmingen liggen voornamelijk in Europa, maar bedrijven in de technologische industrie zijn altijd op zoek naar nieuwe interessante (opkomende) markten. De beperkte economische groei binnen de EU en de interessante kansen die de rest van de wereld biedt maakt het aantrekkelijk en in sommige gevallen noodzakelijk om verder te kijken. Groeilanden 2012 1. Duitsland 2. VK 3. Frankrijk 4. China 5. Brazilië 6. Rusland 7. Polen 8. België 9. VS 10. India
Groeilanden 2013 1. Duitsland 2. VS 3. China 4. VK 5. Brazilië 6. Frankrijk 7. België 8. Rusland 9. Polen 10. India
Groeilanden 2014 1. Duitsland 2. VK 3. VS 4. Frankrijk 5. China 6. Rusland 7. Brazilië 8. België 9. Polen 10. India
Groeilanden 2015 1. Duitsland 2. VS 3. VK 4. Frankrijk 5. China 6. België 7. Polen 8. Spanje 9. India 10. Brazilië
Onderzoek Internationaal Ondernemen
9
N=432 (2010), N=236 (2011), N=478 (2012), N= 458 (2013), N=334 (2014), N=548 (2015)
De belangrijkste afzet- en groeimarkt blijft Duitsland. Bedrijven doen hier veel zaken en gezien de positieve economische ontwikkelingen van de laatste jaren zien bedrijven hier nog steeds groei. China, India en Brazilië zijn de enige niet EU landen die vast in de top 10 staan. Rusland is door de sancties waarschijnlijk buiten de top 10 gevallen. Binnen Europa krabbelen Spanje en Italië weer wat op, terwijl in de rest van de wereld ook de landen in het Midden Oosten al jaren goed scoren. Groeilanden EU 2015 1. Duitsland 2. VK 3. Frankrijk 4. België 5. Polen 6. Spanje 7. Italië 8. Zweden 9. Denemarken 10. Tsjechië
Groeilanden Rest of the World 2015 1. VS 2. China 3. India 4. Brazilië 5. Rusland 6. Saoedi-Arabië 7. VAE 8. Canada 9. Turkije 10. Australië
N=548 en N=545
De lijstjes met bestemmingen en groeilanden schetsen een algemeen beeld, maar vertellen niet het hele verhaal. Alle sectoren en branches hebben op hun beurt weer eigen belangrijkste afzet- en groeimarkten. In de jubileumeditie van het FME onderzoek Internationaal Ondernemen wordt hier uitgebreid op in gegaan.
Zakendoen in Ontwikkelingslanden In 2011 gaf ongeveer een kwart van de exporteurs in de technologische industrie aan zaken te doen in ontwikkelingslanden, dit steeg tot ruim een derde in 2013 en naar 40% in 2014. Daarnaast ziet ook een stijgend deel van de bedrijven, die op dit moment niet exporteren naar deze landen, hier kansen zien voor in de toekomst. Er wordt met name zaken gedaan met de onderstaande landen. Vraag: In welke ontwikkelingslanden doet uw bedrijf zaken, heeft uw bedrijf zaken gedaan of wilt uw bedrijf zaken gaan doen? Ontwikkelingslanden 2011 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Egypte Indonesië Zuid Afrika Brazilië Nigeria Kenia Turkije Thailand Chili Vietnam
Ontwikkelingslanden 2013 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Zuid Afrika Indonesië Nigeria Egypte Ghana Maleisië Kenia Vietnam Algerije Bangladesh
Ontwikkelingslanden 2014 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
India Zuid Afrika Indonesië Egypte Nigeria Ghana Vietnam Kenia Thailand Maleisië
Ontwikkelingsland en 2015 1. India 2. Indonesië 3. Egypte 4. Zuid Afrika 5. Nigeria 6. Kenia 7. Chili 8. Vietnam 9. Kazachstan 10. Oekraïne
N=66 (2011), N=93 (2013), N=169 (2014), N=528 (2015)
Belangrijke opmerking hierbij is dat de officiële lijst met ontwikkelingslanden wordt aangehouden. Daar staan ook nog veel landen op die door ondernemers niet meer ontwikkelingsland wordt gezien maar dit officieel nog wel zijn of in de afgelopen jaren waren. Onderzoek Internationaal Ondernemen
10
Knelpunten & Barrières Het doen van zaken over de grens gaat natuurlijk niet altijd zonder slag of stoot. Cultuurverschillen, hoge importtarieven, gecompliceerde wet- en regelgeving of oneerlijke concurrentie zijn voorbeelden van handelsbarrières en knelpunten die bedrijven ervaren. De BRIC-landen worden het vaakst genoemd als het gaat om landen waar bedrijven handelsbarrières ervaren. Hierbij wordt Brazilië de afgelopen jaren als grootste “barrièreland” gezien. Daarnaast scoort de VS ook altijd hoog. Opvallend is dat er dit jaar weer meer EU-landen in de lijst staan. Ook omdat hier veel zaken mee wordt gedaan zullen ondernemers vaker tegen problemen aanlopen. Vraag: In welke landen ervaart u deze handelsbarrières op het gebied van internationaal ondernemen? Barrièrelanden 2012 1. Brazilië 2. China 3. Rusland 4. India 5. VS 6. Duitsland 7. Saoedi-Arabië 8. Turkije 9. België 10. Iran
Barrièrelanden 2013 1. Brazilië 2. China 3. Rusland 4. India 5. Duitsland 6. VS 7. Frankrijk 8. Argentinië 9. Saoedi-Arabië 10. VK
Barrièrelanden 2014 1. Brazilië 2. China 3. Rusland 4. India 5. VS 6. Iran 7. Saoedi-Arabië 8. Turkije 9. Argentinië 10. Frankrijk
Barrièrelanden 2015 1. Brazilië 2. China 3. Rusland 4. India 5. VS 6. Duitsland 7. Saoedi-Arabië 8. Frankrijk 9. Argentinië 10. België / Indonesië
N=254 (2010), N=190 (2012), N=265 (2013), N=220 (2014), N=492 (2015)
Nu is de vraag welke knelpunten en handelsbarrières de bedrijven vooral ervaren. De volgende twee tabellen geven weer hoeveel procent van de bedrijven bepaalde knelpunten of barrières ervaren. Vraag: Wat zijn de knelpunten die u ervaart op het gebied van internationaal ondernemen? Knelpunten Export Het vinden van lokale handelspartners / distribiteurs Invoerbelemmeringen en douaneprocedures Onvoldoende kennis, tijd en mankracht binnen het eigen bedrijf Gebrek aan marktkennis Betaling- en valutarisico’s Onvoldoende financierings- of verzekeringsfaciliteiten Aanpassen van product aan lokale producteisen Taal- en cultuurverschillen Geen knelpunten
2010 30% 28% 31% 29% 17% 12% 4% 17% 5%
2012 39% 29% 27% 23% 23% 17% 15% 19% 11%
2013 34% 45% 29% 30% 19% 17% 7% 20% 12%
2014 41% 50% 34% 31% 22% 20% 12% 22% 9%
2015 38% 43% 30% 32% 15% 14% 11% 24% 12%
N=482 (2010), N=478 (2012), N=482 (2013), N=418 (2014), N=509 (2015)
Het is opvallend dat invoerbelemmeringen en douaneprocedures in toenemende mate als knelpunt worden ervaren. Dit loopt in 2014 zelfs op tot 50% en ligt in 2015 op 43%. Daarnaast wordt het vinden van lokale handelspartners of distribiteurs ook in toenemende mate als knelpunt gezien. Het internationale speelveld wordt de laatste jaren steeds groter en gecompliceerder. Voor veel bedrijven zijn nieuwe exportmarkten lastiger te overzien, zij ervaren een gebrek aan marktkennis en hebben onvoldoende kennis, tijd en mankracht binnen het eigen bedrijf om dit op te lossen. Internationaal actieve bedrijven zien vooral douaneprocedures en interne regelgeving als de grootste handelsbarrières. Daarnaast vormen de hoge importtarieven en afwijkende technische regels en standaarden ook een grote barrière bij het internationaal zakendoen.
Onderzoek Internationaal Ondernemen
11
Vraag: Wat zijn de belangrijkste handelsbarrières die u ervaart op het gebied van internationaal ondernemen? Handelsbarrières bij export Douaneprocedures (moeizame procedures, oneerlijke of ongelijke belastingen) Interne regelgeving Technische regels en standaarden Tariefbarrières (importtarieven) Onterechte staatssteun aan buitenlandse concurrenten Intellectual Property Rights (slechte bescherming of implementatie van regels) Discriminatie bij (overheids)aanbestedingen Barrières voor Foreign Direct Investment (beperkt buitenlands eigendom e.d.) Beperkte toegang tot grondstoffen (export restricties, prijsdiscriminatie e.d.) Geen handelsbarrières
2010 22%
2012 25%
2013 29%
2014 39%
2015 29%
20% 17% 13% 12% 9%
19% 16% 16% 11% 10%
32% 19% 23% 15% 13%
33% 26% 30% 18% 16%
28% 23% 20% 11% 11%
7% 2%
5% 1%
15% 2%
8% 2%
6% 2%
2%
1%
1%
2%
3%
32%
19%
19%
18%
22%
N=480 (2010), N=478 (2012), N=479 (2013), N=375 (2014), N=507 (2015)
Gewenste ondersteuning www.fme.nl/internationaal De in dit rapport behandelde exportbelangen, exportbestemmingen, groeilanden en barrières vertalen zich naar een specifieke behoefte van de bedrijven in de technologische industrie. Als we kijken naar de gewenste ondersteuning die bedrijven vragen aan FME of hun branche dan zien we de onderstaande resultaten tussen 2010 en 2015. Collectieve handelsbevordering, netwerken, belangenbehartiging en individuele ondersteuning zijn het belangrijkst. Gewenste ondersteuning vanuit FME of branche Organiseren van sectorspecifieke handelsmissies (inkomend en uitgaand) Netwerkfunctie en ervaringsuitswisseling Vraagbaakfunctie op het gebied van Internationaal Ondernemen Lobbyfunctie in Den Haag en Brussel Organiseren van seminars op specifieke sectoren en/of onderwerpen Het vinden van betrouwbare buitenlandse partners, leveranciers en productielocaties Organiseren van sectorspecifieke collectieve beursinzendingen Initiëren van samenwerking binnen sectoren / clusters (exportplatforms) Organiseren van trainingen en workshops op het gebied van internationaal ondernemen Individueel advies bij het internationaliseringsproces van uw bedrijf product & marktstrategie, outsourcing en offshoring) FME of branche specifiek steunpunt in prioriteitsland Het organiseren van studiereizen naar interessante productie)locaties in andere (Europese) landen Anders, namelijk Geen ondersteuning nodig
2010 35% 42% 22% 19% 20% -
2012 42% 41% 39% 34% 29% 29%
2013 42% 45% 33% 35% 27% 29%
2014 40% 38% 32% 35% 28% 29%
2015 32% 33% 29% 29% 22% 28%
31% 25% -
23% 22% 17%
21% 13% 9%
18% 21% 16%
15% 19% 12%
9%
13%
9%
7%
10%
6% -
9% -
10% -
9% -
5% 8%
6% 22%
2% 13%
4% 17%
3% 14%
2% 13%
N=482 (2010), N=483 (2012), N=454 (2013), N=395 (2014), N=489 (2015)
Onderzoek Internationaal Ondernemen
12
Vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS: TTIP www.fme.nl/ttip Voor veel ondernemers in de technologische industrie is het belang in de VS groot. Bijna 50% vindt de Amerikaanse markt belangrijk voor de huidige of toekomstige omzet van hun onderneming. Een vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS, waarover op dit moment wordt onderhandeld, is in potentie zeer interessant voor de technologische industrie. Handelsbelang in de VS Zeer belangrijk Belangrijk Niet onbelangrijk / niet belangrijk Onbelangrijk Zeer onbelangrijk Geen handelsbelang / nvt
% 18% 30% 21% 11% 10% 10%
N=480 (2015)
Bedrijven in de technologische industrie hebben een aardig beeld van wat er opgelost moet worden om beter zaken te kunnen doen met de VS. Het verwijderen van importtarieven, het vereenvoudigen van douaneprocedures en het harmoniseren van regelgeving zijn belangrijk voor de achterban. Het belangrijkste is echter dat er een betere harmonisatie en wederzijdse acceptatie komt van de technische standaarden en testresultaten. Ook de Buy-American achtige wetgeving is de ondernemers een doorn in het oog. Deze input kan FME zeer goed gebruiken voor de lobby. Wat moet een vrijhandelsakkoord voor uw bedrijf regelen? Het verwijderen van importtarieven Het vereenvoudigen en gelijk trekken van de douaneprocedures Het harmoniseren en verbeteren van regelgeving De acceptatie van Europese en Internationale technische standaarden en testresultaten in de VS Het verbeteren van toegang voor personeel in de VS Het verbeteren van toegang tot overheidsaanbestedingen in de VS Het inperken van "Buy American" achtige wetgeving (bijv. Jones Act) Betere onafhankelijke investeringsbescherming in de VS Beperken van extraterritoriale Amerikaanse wetgeving bij exportcontrole en sancties Een vrijhandelsakkoord kan / hoeft niks voor ons te regelen
% 29% 29% 30% 40% 12% 6% 22% 1% 6% 9%
N=482 (2015)
De technologische industrie heeft duidelijk voor ogen welk effect het vrijhandelsakkoord, ook wel Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) genoemd, gaat opleveren. Bijna 70% is positief, 9% verwacht geen effect en slechts 2% ziet negatieve effecten. Welk effect verwacht u van TTIP? Positief effect omdat zakendoen makkelijker wordt (minder tijd) Positief effect omdat zakendoen goedkoper wordt (meer marge) Positief effect omdat we de huidige positie makkelijker kunnen uitbreiden Positief effect omdat we nu makkelijker kunnen gaan starten in de VS Positief effect omdat we beter kunnen samenwerken met en investeren in de VS Geen effect omdat de VS geen interessante markt voor ons is Geen effect omdat het vrijhandelsakkoord geen problemen voor ons gaat oplossen Negatief effect omdat wij verwachten dat Amerikaanse concurrenten naar Europa komen Negatief effect omdat wij verwachten dat de technische-, milieu- of veiligheidsstandaarden worden verlaagd
% 25% 14% 14% 9% 6% 5% 3% 1% 1%
N=731 (2015)
Onderzoek Internationaal Ondernemen
13
Sancties Rusland www.fme.nl/sanctiesrusland Landen waarvoor sancties of embargo’s gelden zijn doorgaans niet de landen waar veel bedrijven zaken mee doen. Zo’n 30% van de bedrijven doet dan ook geen zaken in sanctielanden. Iran en Rusland zijn wel twee landen waar bedrijven uit de technologische industrie in het verleden veel zaken deden, doen of kansen zien. Vraag: Doet u zaken of ziet u kansen in landen waarvoor sancties gelden? Sanctielanden Iran Rusland Wit-Rusland Cuba Ivoorkust Egypte Irak Soedan Syrië Tunesië Geen van deze of andere sanctielanden
% 18% 29% 5% 2% 1% 4% 5% 2% 3% 2% 29%
N=478
Actueel is natuurlijk de situatie met Rusland. Als we kijken naar welke effecten bedrijven uit de Nederlandse technologische industrie ervaren naar aanleiding van de sancties dan zien we dat de groeipotentie van de Russische markt niet wordt waargemaakt. Ook zijn er flink wat bedrijven die concrete orders mislopen en die investeringen uitstellen vanwege het onrustige en slechte economische en politieke klimaat. Sancties Rusland Wij mogen bepaalde producten niet meer exporteren of importeren Wij ervaren problemen bij de douane Zakendoen met bepaalde klanten is niet meer mogelijk Omzetverlies door het niet doorgaan van concrete orders De groeipotentie die wij zagen in de Russische markt worden niet meer waargemaakt Het ontvangen van betalingen duurt lang of is onzeker Geen financiering of dekking meer voor de export naar Rusland Geplande investeringen worden uitgesteld of niet meer gedaan Vertraging bij het aanvragen van exportvergunningen (ook voor andere landen) Geen effect, wij kunnen zaken blijven doen Geen effect, wij doen geen zaken met Rusland
% 8% 7% 11% 20% 31% 9% 6% 18% 1% 8% 31%
N=776 (477 individuele bedrijven)
Bovenstaande informatie is zeer relevant om inzicht te krijgen in welke bedrijven problemen ervaren op de Russische markt en om overheden te informeren over de effecten van de sancties op het bedrijfsleven.
Onderzoek Internationaal Ondernemen
14
Exportfinanciering www.fme.nl/internationale-belangenbehartiging Voor het benutten van internationale kansen is de beschikbaarheid van en internationaal concurrerende exportfinanciering essentieel. FME voert al enkele jaren een krachtige lobby om de Nederlandse exportfinanciering concurrerender te krijgen door extra overheidsinzet, betere producten van Atradius DSB en het verbeteren van dienstverlening door banken. Om te weten wat voor onze achterban relevant is hebben we de afgelopen jaren door middel van dit onderzoek goed inzicht gekregen in de problemen van de technologische industrie. We zien dat de liquiditeit in de markt sterk verbeterd is de afgelopen jaren. Dit maakt de urgentie van beschikbaarheid van financiële middelen op dit moment iets minder. Nog steeds zien we dat meer dan 50% van de bedrijven problemen ervaart al is het aantal problemen afgenomen. Problemen bij exportfinanciering Concurrenten uit andere landen kunnen aantrekkelijkere exportfinanciering bieden (Ongelijk speelveld) Onze bank biedt geen exportfinanciering aan in landen waar wij actief zijn Onze bank biedt geen exportfinanciering aan een of meerdere van onze zakenpartners De financiering van kleine transacties wordt niet adequaat aangeboden door Nederlandse banken (Omvang transactie) De financiering van (middel)lange transacties wordt niet adequaat aangeboden door Nederlandse banken (Termijn van de transactie) De voorfinanciering van een project / export legt een te grote druk op ons werkkapitaal Het afgeven van een bankgarantie legt een te grote druk op ons werkkapitaal Exportfinanciering is te duur (de rente is te hoog) Er worden (te) zware eisen gesteld ten aanzien van de financiële positie van ons bedrijf Geen problemen Anders, nl…
2013 15%
2014 24%
2015 14%
7% 3% 7%
13% 6% 11%
8% 6% 7%
6%
8%
5%
16% 15% 7% 10% 40% 5%
23% 20% 9% 13% 46% 9%
11% 12% 6% 8% 47% 5%
N=456 (2013), N=313 (2014), N=342 (2015)
De grootste problemen voor de technologische industrie bij het verkrijgen van exportfinanciering zit hem in het feit dat bedrijven uit andere landen adequater worden ondersteund bij exportfinanciering door de eigen overheid. Ook blijft het verkrijgen van voldoende werkkapitaal altijd een aandachtspunt voor kapitaalgoederenexporteurs. Bij exportkredietverzekeringen concentreert het probleem in 2015 zich vooral op het onvoldoende verkrijgen van dekking op landen of klanten. Problemen omtrent (het verkrijgen van) exportkredietverzekeringen Buitenlandse concurrenten kunnen een aantrekkelijkere dekking verkrijgen Wij krijgen geen of onvoldoende dekking op een land / de landen waar wij zaken doen Wij krijgen geen of onvoldoende dekking op onze zakenpartner(s) (bijv. bij een omzetpolis) De kredietverzekeringsproducten sluiten niet aan bij de risicodekking die wij nodig hebben De premies zijn te hoog Er wordt te veel informatie gevraagd Het administratieve proces is te complex Geen problemen met private exportkredietverzekeringen Anders, nl…
2013 26% 22% 33% 11% 21% 9% 23% 24% 1%
2014 28% 31% 27% 17% 20% 12% 19% 27% 2%
2015 13% 21% 24% 10% 11% 10% 14% 29% 1%
N=96 (2013), N=90 (2014), N=118 (2015)
Onderzoek Internationaal Ondernemen
15