4UVL m/S#
;JUUJOH OPWFNCFS
50&-*$)5*/(&/ CJKEFNJEEFMFOCFHSPUJOHFOEFBMHFNFOFVJUHBWFOCFHSPUJOHWBOEF7MBBNTF(FNFFOTDIBQ WPPSIFUCFHSPUJOHTKBBS
50&-*$)5*/(1&3130(3".."
%&&-m4UVLCFTUBBOEFVJUEFMFO %&&-m4UVLCFTUBBOEFVJUEFMFO
#&(
357
4UVL m/S#
PROGRAMMA DF INTERNATIONAAL ONDERNEMEN DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN AO TO
2007 (begrotingscontrole) 15
2008 (raming) 15
2007 (krediet) 42.428 14.558 11.205
2008 (krediet) 43.801 14.647 11.462
2. UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MACH
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1: Beleidsprioriteiten Een centrale rol voor het Vlaams Agentschap Internationaal Ondernemen (FIT / Flanders Investment and Trade) Er werd gekozen om van FIT het centrale agentschap ter ondersteuning van het internationaal ondernemen van en naar Vlaanderen te maken. FIT is sinds eind 2006 belast met het leeuwendeel van de initiatieven van de overheid bij het ondersteunen van het internationaal ondernemen in al zijn facetten. Bij de uitvoering van zijn opdracht zal FIT steeds streven naar een kwalitatief hoogstaande dienstverlening, met specifieke aandacht voor het leveren van maatwerk. Efficiënte, correcte en snelle begeleiding van de ondernemer staan hierbij centraal. De Beheersovereenkomst Sinds 1 december 2006 beschikt FIT over een beheersovereenkomst die de periode 2007-2010 omvat. De hierin opgenomen afspraken moeten uiteindelijk leiden tot een nog betere dienstverlening aan de bedrijven door het uitbouwen van een méér performante organisatie. Centraal in de beheersovereenkomst staan vier strategische organisatiedoelstellingen (SOD) en de wijze waarop de realisatie hiervan wordt opgevolgd. De vier strategische organisatiedoelstellingen van FIT zijn: 1. het leveren van een significante bijdrage tot de bevordering van het internationaal ondernemen door bedrijven die in Vlaanderen gevestigd zijn, met speciale aandacht voor kmo’s; 2. het leveren van een significante bijdrage tot het aantrekken en verankeren van buitenlandse investeringen naar en in Vlaanderen; 3. het stimuleren van duurzaam en ethisch internationaal ondernemen; 4. het aanbieden van een uitmuntende dienstverlening aan zijn klanten. De opvolging van de realisatie van deze vier strategische organisatiedoelstellingen gebeurt via tien kritische performantie-indicatoren (KPI) waaraan ook streefcijfers zijn gekoppeld.
4UVL m/S#
358
Via geïntegreerde planningsdocumenten zoals het jaarlijkse ondernemingsplan en het operationeel plan met een tijdshorizon van drie jaar (2008-2010), streeft FIT naar een gestructureerde aanpak die ook in overeenstemming is met de begrotingscyclus. Voor de invulling van deze opdrachten dient FIT over de nodige middelen te beschikken ten einde: x de werking van het buitenlandse netwerk te kunnen optimaliseren; x de instrumenten ter ondersteuning van de ondernemer in Vlaanderen verder te kunnen uitbouwen; x nog meer buitenlandse investeringen te kunnen aantrekken. De beleidsprioriteiten voor 2008 zijn onder meer: 1. Het groeiend belang van de BRIC-landen. 2. Bijkomende buitenlandse vertegenwoordigers gespecialiseerd in hoogtechnologische en kennisintensieve sectoren. 3. Stuurgroep investeren binnen de Raad van Bestuur van FIT. 4. Actief ondersteunen van New-to-Export bedrijven. 5. Verbeteren van de dienstverlening van FIT door middel van het uitwerken van een wereldwijd IT-netwerk. 6. Het ondersteunen van langdurige prospectie door een tegemoetkoming in de huurkosten bij geselecteerde dienstencentra voor bedrijven. 7. Een sterker imago voor Vlaanderen in het buitenland. 8. Sensibiliseren van het bedrijfsleven in verband met duurzaam en ethisch internationaal ondernemen.
Hoofdstuk 2: Toelichting per basisallocatie 1. Ontvangsten Artikel 46.02 – Terugstorting door het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (EVA) Begroting 2007: Artikel 46.02 – Terugstorting door het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (EVA) Departement internationaal Vlaanderen AO TO
2007 (raming begrotingscontrole) 15
2008 (raming) 15
Vóór 1992 werden voor prospectie-initiatieven leningen toegestaan. De terugbetaling gebeurt op basis van 5% van de omzet die de firma realiseert met het land waarvoor de lening gegeven werd. Diverse procedures tot dading zijn lopende, vooralsnog zonder succes. Het openstaande saldo per 31.12.2006 bedraagt 935.717 euro (55 dossiers). De reacties van de bedrijven op de gestelde eisen zijn quasi onbestaande, in het bijzonder omwille van de realiteit dat het merendeel van deze dossiers 15 jaren oud is. Vanaf 1992 werden aan bedrijven leningen toegezegd voor prospectie-initiatieven. Deze leningen worden terugbetaald in vijfjarige schijven van 20%. Het openstaande saldo per 31.12.2006 bedraagt 171.529,16 euro (6 dossiers). Voor deze zes dossiers is een juridische procedure opgestart.
359
4UVL m/S#
2. Uitgaven Basisallocatie 11.02 – Vergoedingen aan de regeringscommissaris bij het Agentschap voor Buitenlandse Handel Begroting 2007: Basisallocatie 11.02 – Vergoedingen aan de regeringscommissaris bij het Agentschap voor Buitenlandse Handel Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 3
2008 (krediet) 3
Het betreft een bij de eerste begrotingscontrole 2006 ingevoerde basisallocatie die moet dienen om de reglementair vastgelegde vergoedingen aan de regeringscommissaris van het Vlaamse Gewest bij het Agentschap voor Buitenlandse handel te dragen. Het Agentschap voor Buitenlandse Handel (ABH) ontvangt van het Vlaamse Gewest, net als van de andere twee gewesten en de federale overheid, jaarlijks een dotatie ter financiering van zijn opdrachten en activiteiten (zie basisallocatie 45.41 van dit programma DF). De drie Belgische gewesten hebben elk een eigen commissaris aangesteld bij het ABH. De aanstelling van de Vlaamse commissaris bij het ABH gebeurde bij besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 1988 (“houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse regering behoren”). Dit besluit bepaalt de hoogte van de forfaitaire vergoeding en van de zitpenning. Bij het ABH zijn 2 categorieën commissarissen actief: 3 namens de Gewesten: regeringscommissarissen (één per Gewest) 2 gewone commissarissen voor de controle van de rekeningen: één namens het Rekenhof en één namens de Kamer van Revisoren Het ABH betaalt geen vergoedingen uit (noch forfaitaire, noch zitpenningen) aan de regeringscommissarissen van de Gewesten. De 2 gewone commissarissen krijgen wél een vergoeding van ABH uitbetaald (1/3 van de normale vergoeding voor de commissaris van het Rekenhof en de normale vergoeding voor de commissaris van de Kamer van Revisoren). Het ABH stelt wel aanwezigheidsattesten op die moeten dienen om de precieze hoogte van de zitpenningen te kunnen bepalen. Het krediet is hetzelfde als in 2006 en 2007. Basisallocatie 12.20 – Uitgaven m.b.t. communicatie Begroting 2007: Basisallocatie 12.20 – Uitgaven m.b.t. communicatie
360
4UVL m/S# Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 46
2008 (krediet) 59
Deze basisallocatie betreft een afsplitsing van de BA 12.21 “Uitgaven i.v.m. acties, realisaties, publicaties en manifestaties ter bevordering van de export.” Meer concreet omvat ze de uitgaven die betrekking hebben op communicatie. Ingevolge de decentralisatie van het globale communicatiebudget van de Vlaamse regering is het de bedoeling dat communicatie-uitgaven met betrekking tot de exportbevordering en buitenlandse handel op deze basisallocatie gebeuren. Het betreft zowel interne als externe communicatie. Hiertoe behoren o.a. de communicatie naar bedrijven en beroepsfederaties, via bijvoorbeeld het opzetten van radio- en tv-spots, de aanmaak van drukwerk, …. Gevraagd krediet: 58.000 euro (na recuperatie van 12.000 die als gevolg van de begrotingscontrole 2007 benut is als compensatie voor bijkredieten vorige jaren). Basisallocatie 12.21 – Uitgaven in verband met acties, realisaties, publicaties en manifestaties ter bevordering van de export: deelneming aan colloquia, missies en tentoonstellingen, uitgaven voor de buitenlandse zendingsreizen van de bevoegde minister, de leden van het kabinet en de delegaties die de minister leidt, alsmede voor zendingen van derden in opdracht van de minister Begroting 2007: Basisallocatie 12.21 – Uitgaven in verband met acties, realisaties, publicaties en manifestaties ter bevordering van de export: deelneming aan colloquia, missies en tentoonstellingen, uitgaven voor de buitenlandse zendingsreizen van de bevoegde minister, de leden van het kabinet en de delegaties die de minister leidt, alsmede voor zendingen van derden in opdracht van de minister Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 455
2008 (krediet) 455
Dit krediet wordt voorzien voor uitgaven die verband houden met de organisatie van en de deelname aan internationale handelszendingen, prospectiemissies, zakenreizen en dergelijke meer. Ook de organisatie van seminaries, colloquia, tentoonstellingen of andere aanverwante promotie-initiatieven in de “export-sfeer” gebeurt ten laste van dit krediet. Tijdens de begrotingscontrole 2007 werden de kredieten voor buitenlandse zendingsreizen ter bevordering van de export die her en der verspreid waren over meerdere begrotingsprogramma’s geconcentreerd op deze basisallocatie. Bovendien is voortaan het Departement internationaal Vlaanderen verantwoordelijk voor de logistieke voorbereiding en ondersteuning (tickets, reservaties, nazicht schuldvorderingen,…) Gevraagd krediet is hetzelfde als dat na begrotingscontrole 2007. Basisallocatie 35.41 – Subsidie aan het Technical Assistance Trust Fund bij de International Finance Corporation (pro memorie) Begroting 2007:
361
4UVL m/S#
Basisallocatie 35.41 – Subsidie voor oprichting van een Technical Assistance Trust Fund bij de International Finance Corporation (pro memorie) Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 0
2008 (krediet) 0
The International Finance Corporation (IFC) is de pijler voor de private sector binnen de Wereldbank Groep. De organisatie heeft als doelstelling duurzame private investeringen in ontwikkelingslanden te bevorderen om zo armoede tegen te gaan en levenskwaliteit te verbeteren. De IFC ondersteunt private ondernemingsprojecten in ontwikkelingslanden door middel van het verlenen van leningen, kapitaalparticipaties, het verschaffen van een vlotte toegang tot internationale financiële markten, advies en technische assistentie aan lokale ondernemers en overheden. In 2006 is door de Vlaamse regering besloten tot de oprichting van een Technical Assistance Trust Fund bij het IFC. Hiervoor werd 3.000.000 euro vrijgemaakt vanuit de provisie voor het economische relancebeleid. Het Vlaamse trustfund is een instrument dat ondersteuning biedt aan Vlaamse consultants die geselecteerd willen worden voor een opdracht bij de Wereldbank. Vlaamse consultancycontracten kunnen tevens een hefboom zijn voor aannemers en toeleveranciers die in een latere projectfase aan bod komen. Basisallocatie 41.04 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen voor haalbaarheidsstudies m.b.t. bouw- en milieuprojecten in het buitenland met Vlaamse betrokkenheid Begroting 2007: Basisallocatie 41.04 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen voor haalbaarheidsstudies m.b.t. bouw- en milieuprojecten in het buitenland met Vlaamse betrokkenheid Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
1.400 500
1.400 700
De subsidieregeling voor de haalbaarheidsstudies beoogt een stimulans te geven aan bedrijven. Haalbaarheidsstudies vormen de eerste fase van een investeringsproject en zijn een noodzakelijke schakel met als doel zowel lokale autoriteiten als kandidaat-investeerders te overtuigen van de technische, socioeconomische en ecologische haalbaarheid van een investeringsproject. Bij de haalbaarheidsstudies worden verschillende aspecten behandeld zoals de technologische assessment (industrie), trafiekstudies (infrastructuur), logistiek, marktanalyse, kosten-batenanalyse, business plans en projectfinanciering. In deze studies zijn zowel technische, economische als milieuaspecten opgenomen. Het gaat over kennisintensieve aspecten van studies die Vlaamse studiebureaus kunnen uitvoeren. De bedoeling van de haalbaarheidsstudies is Vlaamse bedrijven een grotere kans te geven om het betreffende project uit te voeren. Het besluit van de Vlaamse regering van 31 maart 2006 tot toekenning van subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten in het buitenland met Vlaamse betrokkenheid is aldus een nieuwe stimulans voor kleine en middelgrote ondernemingen. Om voor de subsidie in aanmerking te komen, moet het bouw- of milieuproject worden uitgevoerd in een land dat opgenomen is in de lijst van ‘eligible countries’ van de “Arrangement on Guidelines for officially
362
4UVL m/S#
supported export credits”. Bij gelijkwaardige projecten wordt een voorkeur gegeven aan Vlaamse partnerlanden in het kader van de ontwikkelingssamenwerking. Voor 2008 wordt de tijdelijke overheveling van 200.000 euro ordonnanceringskrediet tussen basisallocatie 12.40 van programma EC en basisallocatie 41.04 van programma DF geneutraliseerd. Beleids- en betalingskredieten blijven in vergelijking met initiële begroting 2007 constant. Basisallocatie 41.05 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen Begroting 2007: Basisallocatie 41.05 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 35.028
2008 (krediet) 35.762
De werkingsdotatie aan FIT stijgt met 734.000 euro. Deze toename (samen met enkele interne kredietherschikkingen) dient hoofdzakelijk voor: x aanpassing aan inflatie; x inschatting van de weddedrift; x creatie van een wereldwijd IT-netwerk. In de toelichting bij de begroting van FIT (zie deel 3) wordt nader ingegaan op deze bijkomende uitgaven. Basisallocatie 41.06 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen ter ondersteuning van de activiteiten van ondernemingen die bijdragen tot de bevordering van het internationaal ondernemen Begroting 2007: Basisallocatie 41.06 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen ter ondersteuning van de activiteiten van ondernemingen die bijdragen tot de bevordering van het internationaal ondernemen Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
7.232 6.932
4.982 4.682
Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2005 bepaalt de voorwaarden en de regels inzake het toekennen van financiële stimuli ter bevordering van het internationaal ondernemen voor ondernemingen. Op 1 oktober 2005 is deze nieuwe reglementering in werking getreden. Na begrotingscontrole 2007 en een kredietherschikking vanuit de provisie Economisch Relancebeleid (02.03.2007) waren volgende kredieten voorzien op basisallocatie 41.06: x een GVK van 7.232.000 euro; x een GOK van 6.932.000 euro. De financiële ondersteuning van bedrijfsgroeperingen en gemengde kamers (besluit van de Vlaamse Regering van 10.02.2006) zal vanaf 2008 het voorwerp uitmaken van een nieuwe basisallocatie, zijnde
363
4UVL m/S#
41.09. Daartoe worden GVK en GOK van basisallocatie 41.06 verminderd met 2.250.000 euro ter compensatie voor de nieuwe basisallocatie 41.09. Basisallocatie 41.06 omvat na deze operatie 4.982.000 euro aan beleidskredieten en 4.682.000 euro aan betalingskredieten. Basisallocatie 41.07 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen m.b.t. het ter beschikking stellen van Vlaamse uitrustingsgoederen, met het oog op de exportbevordering aan landen of regio’s aangeduid door de Vlaamse Regering Begroting 2007: Basisallocatie 41.07 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen m.b.t. het ter beschikking stellen van Vlaamse uitrustingsgoederen, met het oog op de exportbevordering aan landen of regio’s aangeduid door de Vlaamse Regering Departement internationaal Vlaanderen 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
5.926 3.773
6.015 3.830
NGK GVK GOK VRK MACH
De Vlaamse regering wil de Vlaamse export actief ondersteunen. De basis van de subsidiëring is het besluit van de Vlaamse regering van 11 februari 2000 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regelen aangaande de terbeschikkingstelling van Vlaamse uitrustingsgoederen ter bevordering van de export. Dit besluit van 11 februari 2000 beperkt de landen voor uitvoer tot de landen erkend door de OESO en bepaalt de steunpercentages op 35% (en 50% voor de minst ontwikkelde landen). Het besluit van de Vlaamse regering aangaande de terbeschikkingstelling van Vlaamse uitrustingsgoederen ter bevordering van de export is aldus een stimulans voor de kleine en middelgrote ondernemingen. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet het project worden uitgevoerd in een land dat opgenomen is in de lijst van ‘eligible countries’ van de “Arrangement on Guidelines for officially supported export credits”. Bij gelijkwaardige projecten wordt een voorkeur gegeven aan Vlaamse partnerlanden in het kader van de ontwikkelingssamenwerking. Beleids- en betalingskredieten zijn, mits indexaanpassing, gelijk aan deze na begrotingscontrole 2007. Basisallocatie 41.08 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen voor dienstencentra voor bedrijven in het buitenland Begroting 2007: Basisallocatie 41.08 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen voor dienstencentra voor bedrijven in het buitenland Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 600
2008 (krediet) 600
364
4UVL m/S#
Het concept van de diensten- of bedrijvencentra in het buitenland, waar kleine en middelgrote ondernemingen tegen een redelijke prijs een kleine ruimte kunnen huren voor een beperkte periode, is erg interessant voor startende bedrijven. Zij kunnen op deze manier alvorens daadwerkelijk over te gaan tot de oprichting van een eigen lokale entiteit, de markt gedurende langere tijd in kaart brengen. Dat is zeker van belang op markten die moeilijker toegankelijk zijn omwille van taal, cultuur of wettelijke en andere barrières. Met zijn dienstencentrum in Shanghai heeft FIT de voorbije jaren aangetoond dat de drempel om de Chinese markt te prospecteren op deze manier aanzienlijk kon worden verlaagd. Uit eerder onderzoek blijkt dat de keuze voor een dienstencentrum in eigen beheer niet de meest optimale manier van werken was. Dit omwille van de hoge up-front investeringskosten en omdat het beheer van vastgoed en het verlenen van allerlei ondersteunende administratieve diensten veraf staan van de kerntaken van de Vlaamse economische vertegenwoordigers in het buitenland. Daarom werd er voor geopteerd om voortaan samen te werken met bestaande buitenlandse dienstencentra. Dit moet FIT toelaten om Vlaamse bedrijven sneller, goedkoper en op meer plaatsen, te ondersteunen. Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2007 wijzigde dan ook in die zin het eerdere besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2005 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels inzake de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van de uitvoer. Voor de dienstencentra in het buitenland wordt vanaf 2007 jaarlijks 600.000 euro uitgetrokken. Die middelen zijn afkomstig van de provisie voor het economische relancebeleid. Basisallocatie 41.09 – Dotatie aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen ter ondersteuning van de activiteiten van bedrijfsgroeperingen en kamers van koophandel die bijdragen tot de bevordering van het internationaal ondernemen Begroting 2007: Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
-
2.250 2.250
Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2006 bepaalt de voorwaarden en de regels inzake het toekennen van financiële stimuli voor initiatieven ter bevordering van het internationaal ondernemen door bedrijfsgroeperingen en gemengde kamers. In het kader van deze subsidieregeling werd in 2007 de vierde call (de eerste voor projecten die aanvang nemen in 2008) gelanceerd. Vanaf 2008 wordt de financiële ondersteuning van bedrijfsgroeperingen en gemengde kamers het voorwerp van een nieuwe basisallocatie 41.09 waarvoor 2.250.000 euro in GVK en GOK wordt overgeheveld vanuit basisallocatie 41.06 van dit programma DF. Basisallocatie 45.41 – Dotatie voor het Agentschap voor Buitenlandse Handel Begroting 2007: Basisallocatie 45.41 – Dotatie voor het Agentschap voor Buitenlandse Handel
365
4UVL m/S#
Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 1.896
2008 (krediet) 1.922
Op basis van een akkoord tussen de federale eerste minister en de ministers-presidenten van de regio’s, werd op 19 juli 2001 beslist om de federale dotatie voor het Agentschap aan te vullen met een dotatie uit de drie gewesten. Het Samenwerkingsakkoord van 24 mei 2002 tussen de federale overheid en de gewesten met betrekking tot de oprichting van het Agentschap voor Buitenlandse Handel bepaalt in artikel 12 letterlijk: “De Raad van Bestuur stelt jaarlijks de begroting vast. Deze behoeft de instemming te verkrijgen van de vertegenwoordigers van elk van de gewestoverheden. De financiering van het Agentschap wordt verzekerd door een jaarlijkse federale dotatie die 2.478.935,25 euro bedraagt voor het jaar 2002 en aangepast wordt aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen van de volgende jaren. De gewesten kunnen een financiële bijdrage leveren op grond van de verdeelsleutel inzake de personenbelasting voorzien in artikel 35sexies van de bijzondere wet van 16 januari 1989 ingevoerd door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten..” De dotatie vanwege het Vlaamse Gewest blijft constant (exclusief indexaanpassing). Vanaf 2008 zal aan de uitbetaling van de tweede schijf de voorwaarde tot het voorafgaandelijk voorleggen van een jaarverslag worden gekoppeld. Basisallocatie 81.41 – Deelneming in het kapitaal van de Participatiemaatschappij Vlaanderen – Fonds Vlaanderen Internationaal Begroting 2007: Basisallocatie 81.41 – Deelneming in het kapitaal van de Participatiemaatschappij Vlaanderen – Fonds Vlaanderen Internationaal Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 5.000
2008 (krediet) 5.000
Vlaamse KMO’s die een vestiging in het buitenland willen oprichten, hebben vaak moeilijkheden om hiervoor het benodigd kapitaal te vinden bij de traditionele kapitaalverschaffers (banken, venture capitalists). Nochtans wijzen heel wat studies uit dat het juist de bedrijven zijn die in het buitenland actief zijn, die het meest bijdragen tot de werkgelegenheid en de groei in Vlaanderen; Met de oprichting van het Fonds Vlaanderen Internationaal wil de Vlaamse overheid dan ook actief kunnen participeren onder de vorm van risicokapitaal in de buitenlandse investeringen van Vlaamse bedrijven. De oprichting van dit Fonds werd op 22 juli 2005 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. De beslissing van de Vlaamse Regering voorzag in een jaarlijkse dotatie aan het Fonds via een kapitaalsverhoging van 5.000.000 euro bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen tussen 2005 en 2009.
4UVL m/S#
366
Het krediet voor 2008 blijft aldus ongewijzigd.
DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER EN VAN DE AGENTSCHAPPEN / VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN
PROGRAMMA DF VLAAMS AGENTSCHAP VOOR INTERNATIONAAL ONDERNEMEN
BEGROTING FLANDERS INVESTMENT & TRADE ONTVANGSTEN ESR COFOG Omschrijving code code 0 08 08.21 08.3 1 10 16 16.11 16.12 17 18 2 20 26 26.0 27 28 29 3 30 36 36.3 37 38 38.3 39 4 40 46 46.1
NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN Interne verrichtingen Overgedragen overschot vorige boekjaren Overige interne verrichtingen LOPENDE ONTVANGSTEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEBESTEDINGEN) Niet verdeeld Verkopen van niet-duurzame goederen en diensten Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen Aan privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. gezinnen en aan gezinnen Verkopen van duurzame militaire goederen die niet bijdragen tot de bruto vaste kapitaalvorming Opbrengsten uit werkzaamheden inzake water- en wegenbouwkundige werken RENTES EN BIJDRAGEN IN TOEVALLIGE EXPLOITATIEVERLIEZEN VAN OVERHEIDSBEDRIJVEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM Niet verdeeld Rente-ontvangsten van overheidsvorderingen Niet verdeeld Exploitatiewinsten van overheidsbedrijven Overige opbrengsten van vermogen Toegerekende creditrentes INKOMENSOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN Niet verdeeld Indirecte belastingen en heffingen Belasting op de toegevoegde waarde Directe belastingen en bijdragen gestort aan de sociale verzekeringsinstellingen Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. de gezinnen en de gezinnen Van verzekeringsmaatschappijen Inkomensoverdrachten van het buitenland INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID Niet verdeeld Inkomensoverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Van de institutionele overheid Werkingsdotatie (ba 4105)
BC2007
BO2008
1.552
1.597
2.685
2.685
400
400
30
30
85
85
55
55
35.028
35.762
367
4UVL m/S#
Dotatie voor financiële stimuli (ba 4106)
46.1 46.1 47 48 49 49.3 5 6 7 70 76 77 77.1 77.2 8 80 86 86.1 87 87.2 88 89 89.1 89.11 89.5 9 90 96 97 98 99
Dotatie voor haalbaarheidsstudies (ba 4104) Dotatie voor ter beschikking stellen van uitrustingsgoederen (ba 4107) Dotatie voor dienstencentra (ba 4108) Dotatie voor bedrijfsgroeperingen en kamers van koophandel (ba 4109) Pro memorie: van de institutionele overheid ikv trust funding bij internationale organisaties Pro memorie: van de institutionele overheid voor de financiering van dienstencentra Inkomensoverdrachten van de sociale verzekeringsinstellingen Inkomensoverdrachten van de lokale overheden Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale Overheid, andere Gemeenschappen en Gewesten, Gemeenschapscommissies) Inkomensoverdrachten van andere Gewesten KAPITAALOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID DESINVESTERINGEN Niet verdeeld Verkopen van gronden en gebouwen in het binnenland Verkopen van overige investeringsgoederen, waaronder onlichamelijke zaken Verkopen van vervoermaterieel Verkopen van overig materieel KREDIETAFLOSSINGEN EN VEREFFENINGEN VAN DEELNEMINGEN Niet verdeeld Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen Kredietaflossingen door bedrijven Kredietaflossingen door privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. de gezinnen en door de gezinnen Door de gezinnen Kredietaflossingen door en vereffening van deelnemingen in het buitenland Kredietaflossingen binnen de sector overheid Binnen eenzelfde institutionele groep Van de institutionele overheid Terugbetalingen door een institutionele groep van een geldvoorschot toegestaan door een andere institutionele groep OVERHEIDSSCHULD Niet verdeeld Opnemingen van gevestigde overheidsschuld Aanmuntingen Opnemingen uit reservefondsen Opnemingen van kortlopende leningen
TOTAAL ONTVANGSTEN
6.932
4.682
500 3.773 0 0
700 3.830 600 2.250
2
2
0 5
0 5
870
825
330
330
5
5
300
300
52.552
54.143
4UVL m/S#
368
BEGROTING FLANDERS INVESTMENT & TRADE UITGAVEN ESR code 0 00 01 02 03 03.22 03.3 1 10 11 11.11 11.12 11.2 11.3 11.31 11.4 12 12.11 12.12 12.3 12.5 13 14 2 20 21 21.1 23 24 3 30 31 32
COFOG Omschrijving BC2007 code NIET-VERDEELDE UITGAVEN Niet verdeeld 04110 Uitgaven nader te verdelen over hoofdgroepen 1 tot 9 04110 04110 Uitgaven van overheidsdiensten die overwegend voor de markt produceren, dan wel financieren of verzekeren 00000 Interne verrichtingen 00000 Over te dragen overschot van het boekjaar 1.597 00000 Overige interne verrichtingen LOPENDE UITGAVEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEBESTEDINGEN) 04110 Niet verdeeld 04110 Lonen en sociale lasten 04110 Bezoldigingen volgens salarisschalen 12.908 04110 Overige bezoldigingselementen 4.015 04110 Sociale verzekeringspremies ten laste van de werkgevers, afgedragen aan 3.854 instellingen of fondsen 04110 Overige sociale lasten van de werkgever 04110 Directe toelagen 388 04110 Lonen in natura 340 04110 Aankopen van niet-duurzame goederen en diensten 04110 Algemene werkingskosten 4.705 04110 Huurgelden van gebouwen 3.050 04110 Specifieke aankopen bij andere sectoren dan de overheid 8.273 04110 Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheid 151 02100 Aankopen van duurzame militaire goederen die niet bijdragen tot de bruto vaste kapitaalvorming 04110 Herstellingen en niet-waardevermeerderend onderhoud van water- en wegenbouwkundige werken RENTES EN HUURGELDEN VAN GRONDEN 04110 Niet verdeeld 04110 Rentes op overheidsschuld 04110 Rentes op overheidsschuld in nationale valuta 76 04110 Toegerekende debetrentes 04110 Huurgelden van gronden INKOMENSOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN 04110 Niet verdeeld 04110 Exploitatiesubsidies 04110 Inkomensoverdrachten, geen exploitatiesubsidies zijnde, aan bedrijven en financiële instellingen, Dotatie voor financiële stimuli (ba 41.06) 6.932 Dotatie voor haalbaarheidsstudies (ba 41.04) Dotatie voor ter beschikking stellen van uitrustingsgoederen (ba 41.07) Sponsoring promotie-initiatieven (uit werkingsdotatie ba 41.05) Dotatie voor dienstencentra (ba 41.08)
BO2008
1.597
13.042 4.015 3.854 388 340 4.705 3.035 8.388 151
76
4.682
500
700
3.773
3.830
60
60
0
600
369
4UVL m/S#
Dotatie voor bedrijfsgroeperingen en kamers van koophandel 33
04110
34 35 4
04110 04110
40 41 41.1 41.4 42 43 44 45
04110 00000 00000 00000 04110 04110 09600 04110
5 54
04110
6 7 70 71 72 73 74
04110 04110 04110 04110 04110
74.1 74.22.0 74.22.1 74.4 8 80 81
04110 04110 04110 04110
81.12 82
04110 04110
83 84 85 85.1 85.5 9 90
04110 04110 04110 00000 04110
04110 04110
04110
Inkomensoverdrachten aan privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. de gezinnen Inkomensoverdrachten aan de gezinnen Inkomensoverdrachten aan het buitenland INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID Niet verdeeld Inkomensoverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Aan de institutionele overheid Aan een administratieve instelling VLAO Inkomensoverdrachten aan de sociale verzekeringsinstellingen Inkomensoverdrachten aan de lokale overheden Inkomensoverdrachten aan het autonoom gesubsidieerd onderwijs Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale Overheid, andere Gemeenschappen en Gewesten, Gemeenschapscommissies) KAPITAALOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN Pro memorie: van de institutionele overheid ikv trust funding bij internationale organisaties KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID INVESTERINGEN Niet verdeeld Aankopen van gronden en gebouwen in het binnenland Nieuwbouw van gebouwen Aanleggen van water- en wegenbouwkundige werken Verwervingen van overige investeringsgoederen, waaronder onlichamelijke zaken Aankopen van vervoermaterieel Vervaardigd door andere sectoren dan de overheid Specifieke investeringen in IT wereldnetwerk Verwervingen van patenten, octrooien en andere onlichamelijke zaken KREDIETVERLENINGEN EN DEELNEMINGEN Niet verdeeld Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen Kredietverleningen aan privé-ondernemingen Kredietverleningen aan privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. de gezinnen Kredietverleningen aan de gezinnen Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland Kredietverleningen binnen de sector overheid Binnen eenzelfde institutionele groep Aan een andere institutionele groep OVERHEIDSSCHULD Niet verdeeld
TOTAAL UITGAVEN
0
2.250
15 100
15 100
270 100
270 500 100
810
810
330
330
5 300
5 300
52.552
54.143
370
4UVL m/S#
De missie van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen bestaat erin om middels zijn binnenen buitenlands netwerk het internationaal ondernemen op duurzame wijze te bevorderen door het aanbieden van kwalitatief hoogstaande en specifieke diensten aan alle ondernemingen in Vlaanderen om deze bij alle facetten van het internationaal ondernemen te begeleiden, te ondersteunen en te stimuleren. Het agentschap heeft verder als missie het aantrekken van buitenlandse investeringen in Vlaanderen om een betekenisvolle bijdrage te leveren tot de internationale ontwikkeling van de Vlaamse economie. Het agentschap heeft volgende strategische doelstellingen: 1. een significante bijdrage leveren aan de bevordering van het internationaal ondernemen door bedrijven gevestigd in Vlaanderen, met speciale aandacht voor KMO’s; 2. een significante bijdrage leveren aan het aantrekken en verankeren van buitenlandse investeringen naar en in Vlaanderen; 3. het duurzaam en ethisch internationaal ondernemen stimuleren; 4. een uitmuntende dienstverlening aanbieden aan zijn klanten. Voor de invulling van deze opdrachten beschikt het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen over de volgende middelen om de werking van het binnenlands en buitenlands netwerk en de instrumenten ter ondersteuning van de ondernemer in Vlaanderen te optimaliseren: ESR – vorderingensaldo in betaalkredieten: Internationaal Ondernemen (FIT) (p.r. EVA)
BC 2007
BO 2008
Totaal ontvangsten
52.552
54.143
Leningen (code 96)
-
-
KVD (codes 8)
1.505
1.460
Dotaties MVG (code 46.1 en 66.1)
46.233
47.824
-
-
1.552
1.597
Dotaties DAB, VOI (code 46.3,4 en 66.3,4) Overgedragen overschot / over te dragen tekort (code 08.21 + 08.22) Interne verrichtingen (code 98) Totaal ESR-gecorrigeerde ontvangsten
3.262
3.262
52.552
54.143
Aflossing schuld (code 91)
-
-
Kredietverl. en Deelneming
1.445
1.445
15
15
100
100
1.597
1.597
Totaal uitgaven
Dotaties MVG (code 41.1 en 61.1) Dotaties DAB,VOI (code 41.3,4 en 61.3,4) Over te dragen overschot / overgedragen tekort (code 03.22+ 03.21) Interne verrichtingen (code 93)
-
371
4UVL m/S#
Totaal ESR-gecorrigeerde betaaluitgaven
49.395
50.986
intering = - en opbouw = +
45
-
ESR vorderingen-saldo (ESRgecorrigeerde ontvangsten - ESRgecorrigeerde uitgaven)
46.133
47.724
Overgedragen saldo Het overgedragen stijgt met 45.000 euro ten opzichte van 2007. Dit gebeurt als compensatie voor de vermindering van de terugbetalingen aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen. De terugbetalingen hebben te maken met de leningen voor prospectie-initiatieven aan bedrijven in het kader van uitdovende reglementeringen. Op grond van de realistische verwachtingen in de lopende dossiers, werden de te verwachten ontvangsten herberekend. De vermindering van de verwachte ontvangsten werd evenwel gecompenseerd door een verhoging van het over te dragen saldo in de begroting van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen. Dotaties Bij de dotatie voor haalbaarheidsstudies wordt de eenmalige overheveling van 200.000 euro (begrotingscontrole 2007) ordonnanceringskrediet naar basisallocatie 12.40 van programma EC geneutraliseerd. Beleids- en betalingskredieten blijven in vergelijking met de initiële begroting 2007 constant. De werkingsdotatie van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen stijgt van 35.028.000 euro in 2007 naar 36.231.000 euro: x +130.000 euro voor aanpassing aan inflatie; x +131.000 euro voor inschatting van weddedrift; x +500.000 euro voor creatie van een wereldwijd IT-netwerk; x -15.000 euro naar IVA Facilitair management voor de bijdrage van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen aan de Vlaamse Huizen in het buitenland; x -15.000 euro voor de bijdrage van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen aan de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming; x +3.000 euro voor de invulling van N-1 mandaten in het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen. Op de dotatie ter ondersteuning van de activiteiten van ondernemingen die bijdragen tot de bevordering van het internationaal ondernemen, worden de vastleggingskredieten en de betaalkredieten verminderd met 2.250.000 euro. Deze kredieten worden overgedragen naar een nieuwe basisallocatie voor de financiële ondersteuning van bedrijfsgroeperingen en gemengde kamers van koophandel. Samengeteld blijven de dotaties aan het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen constant. De dotatie voor de uitrustingsgoederen blijft, mits indexaanpassing, constant in vergelijking met 2007. De dotatie voor de dienstencentra in het buitenland bedraagt 600.000 euro. Deze middelen werden overgeheveld uit de provisie voor Economisch Relancebeleid. Wereldwijd IT-netwerk F.I.T. beschikt in Vlaanderen over een privaat netwerk. De elektronische communicatie tussen de “Vlaamse” F.I.T. posten en de F.I.T. posten in het buitenland verloopt momenteel hoofdzakelijk via Internet en dit vooral onder de vorm van electronische e-mailuitwisseling. F.I.T. beschikt, in tegenstelling tot de situatie in Vlaanderen, in het buitenland niet over een interconnectie van de posten met de hoofdzetel.
4UVL m/S#
372
Teneinde bepaalde functionaliteiten van de interne toepassingsomgeving toch beperkt consulteerbaar te maken en open te stellen voor de buitenlandse posten werden een aantal applicaties “webenabled” gemaakt en beperkt toegankelijk gesteld via de Intranetsite. De huidige werkwijze om applicaties “open te stellen” voor het buitenlands netwerk heeft echter een aanzienlijk aantal nadelen en beperkingen. Implementatie van een wereldwijd communicatieplatform Een wereldwijd geïnterconnecteerd F.I.T. netwerk zal een oplossing bieden voor de bestaande problemen op het vlak van communicatiemogelijkheden, performantie en beheersbaarheid. De “extrapolatie en het aldus uitrollen van de Vlaamse netwerkinfrastructuur” op een wereldwijde schaal zal bovendien bijkomende nieuwe opportuniteiten en faciliteiten mogelijk maken. De probleemgebieden welke door een wereldwijde interconnectie van de F.I.T. posten verholpen worden en het scala aan nieuwe functionaliteiten die mogelijk worden is ruim. De belangrijkste opportuniteiten: x
roll-out notes client naar alle posten: één unieke cliënt voor mail, calendaring en online toegang tot alle notes/domino business ondersteunende applicaties;
x
geen “dubbele” ontwikkelingskosten en inspanningen maar focus op performante beheersapplicaties;
x
toegang naar andere interne applicaties eenvoudig zijn te implementeren;
x
toegang naar interne reporting- en analyseomgeving;
x
mogelijkheid tot interventies vanuit hoofdzetel naar posten toe;
x
mailverkeer volledig in eigen beheer;
x
centrale CRM-mogelijkheden met wereldwijde toegankelijkheid;
x
webconferencing (video, audio) en instant messaging op eigen performant “samenwerkingsplatform”.
373
4UVL m/S#
PROGRAMMA DG TOERISME DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN AO TO
2007 (begrotingscontrole) -
2008 (raming) -
2007 (krediet) 58.471 3.491 3.708
2008 (krediet) 59.858 4.582 4.832
19.655
19.950
2. UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MACH
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1: Beleidsprioriteiten VISIE De beleidsvisie voor toerisme – zoals verwoord in de beleidsnota 2004-2009 – luidt als volgt: Het in de diepte maximaliseren van het toeristisch rendement, door Vlaanderen als kwaliteitsbestemming op de kaart te zetten. Het toerismebeleid loopt in directe samenwerking met alle betrokken actoren en met volgehouden ruimte voor efficiënt en duurzaam toeristisch ondernemen. De klemtonen zijn: x toerismebeleid in de diepte (i.p.v. in de breedte); x hecht partnerschap tussen alle actoren; x Vlaanderen verder ontwikkelen en profileren als een kwaliteitsbestemming; x doelmatig, efficiënt, transparant en klantvriendelijk overheidsapparaat. STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 1. Ons toeristische troeven in binnen- en buitenland actief vermarkten om het toeristisch rendement te maximaliseren en bij te dragen tot de imagovorming van Vlaanderen. 2. Het toeristisch product marktgericht, kwaliteitsvol en in de diepte (dus: duurzaam) ontwikkelen zodat zowel het aantal als de tevredenheid van de toeristen stijgt. 3. Gunstige voorwaarden scheppen voor een efficiënte en productieve ontwikkeling van de toeristische sector. 4. Toerisme in Vlaanderen toegankelijk maken zodat iedereen in Vlaanderen kan genieten van een vakantie.
4UVL m/S#
374
5. Het belang van toerisme voor Vlaanderen breed uitdragen zodat het maatschappelijk draagvlak voor toerisme vergroot. 6. Brussel meer profileren in de ontwikkeling en de promotie van het Vlaams toeristisch product. KRITISCHE SUCCESFACTOREN 1. Het stimuleren van actieve partnerschappen met en tussen publieke en private toeristische actoren en andere betrokkenen. 2. Het optimaliseren van het regelgevend en institutioneel kader voor toerisme met een duidelijker afbakening van de respectieve bevoegdheden. 3. Toerisme een eigen plaats geven in het Vlaamse buitenlandbeleid en dit op een continue wijze met inbegrip van de vereiste investeringen op lange termijn. 4. Vanuit Vlaanderen voldoende impact hebben op de ontwikkeling van het toeristisch product en op basis van een marktconform, kwaliteitsvol richtinggevend kader prioriteiten stellen inzake productontwikkeling. 5. Een visie ontwikkelen over duurzaam toerisme en dit concept vervolgens in de praktijk brengen. 6. De kennis over toerisme verdiepen en verbreden als basis voor het promotie- en productontwikkelingsbeleid. 7. Toerisme manifest op de beleidsagenda plaatsen van andere beleidsdomeinen en beleidsniveaus, dit met het oog op het nemen van de juiste flankerende maatregelen. 8. Investeren in een specifieke aanpak voor Brussel binnen het Vlaams toeristisch beleid. 9. Het Agentschap Toerisme Vlaanderen verder ontwikkelen als efficiënte en productieve organisatie zodat Toerisme Vlaanderen door alle actoren erkend wordt als de referentieorganisatie voor het toerisme in Vlaanderen. OPERATIONELE DOELSTELLINGEN De operationele doelstellingen zijn geclusterd rond de vier sporen of kernbegrippen van de visie. A. Een beleid met dieptewerking in functie van een maximaal toeristisch rendement. 1. Verhoging van het toeristisch rendement van de initiatieven inzake versterking van het imago van Vlaanderen. 2. Strategische planning ‘toerisme’ inbedden in een ruimere beleidsbenadering.
375
4UVL m/S#
B. Samenwerking met én voor alle toeristische actoren. 1. Operationaliseren van een efficiënte overlegstructuur binnen het toerismeveld. 2. Investeren in toeristische kenniscreatie en verspreiding. 3. Versterkte toerismeaanpak van Vlaanderen in Brussel. C. Vlaanderen als kwaliteitsbestemming op de kaart zetten. 1. Ontwikkelen en implementeren van een totaalvisie op het toeristisch onthaal. 2. Uitwerken van een kader voor marktconforme productontwikkeling, inclusief de overeenkomstige (financiële) regeling ervan. 3. Ontwikkelen van een geïntegreerd kwaliteitslabel voor het toeristisch aanbod. 4. Verhogen van de fysieke toegankelijkheid van het toeristisch aanbod. 5. Brede ontsluiting van het toeristisch aanbod. 6. Toeristische omkadering van het meerjarenprogramma “Evenementen in Vlaanderen”. 7. Uitvoeren en monitoren van de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse regering en de vzw KMDA. 8. Ontwikkelen en operationaliseren van het derde Kustactieplan. D. Regelgeving met ruimte voor efficiënt toeristisch ondernemen. 1. Administratieve lastenvermindering én een correct handhavingsbeleid. 2. Uitvoeren en monitoren van het decreet “Toerisme voor allen”. 3. Ondernemingsstimuli tot bij de toeristische ondernemers brengen. STRATEGISCHE PROJECTEN VOOR 2008 1. Het opstellen – binnen het strategische speerpunt “Congresregio Vlaanderen” van het kunststedenactieplan – van een strategisch plan voor het het Meeting, Incentive, Congres en Exhibition (MICE) toerisme. 2. Het versterken van de buitenlandse marketing en het uitvoeren van het nieuwe marketingplan.
4UVL m/S#
376
(Enerzijds worden de nieuwe middelen besteed aan de doorstart van de gesplitste buitenlandkantoren en anderzijds wordt volop geïnvesteerd in de verruiming van de markt.) 3. Het realiseren van het project “Digitaal Vrijetijdsloket). 4. Het vertalen van de visienota “Toeristisch Onthaal” in een concreet actieplan voor een kwalitatieve verbetering van het internationale onthaal in en naar Vlaanderen. (In 2008 worden reeds enkele concrete projecten uitgevoerd.) 5. Het opstellen van een actieplan voor riviertoerisme en cruisetoerisme. 6. Het opmaken van een inventaris van alle bestaande jeugdverblijven naar hun feitelijk voorkomen, hun juridische toestand (gewestplanbestemming en vergunningen) en hun planningscontext (kaderen in de verschillende structuurplannen). 7. Het met meer nadruk financieren van jeugdlogies via alternatieve trajecten (Publiek Private Samenwerking). 8. Het operationaliseren van het toegankelijkheidslabel. 9. Het implementeren van het handhavingsdrecreet. 10. Het implementeren van het nieuwe logiesdecreet. 11. Het uitvoeren van het Kunststedenactieplan en van het Kustactieplan. 12. Het realiseren van een Brusselteam binnen I.V.A. Toerisme Vlaanderen. 13. Het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen I.V.A. Toerisme Vlaanderen en de Federatie van de Toeristische Industrie. 14. Het evalueren van de aanwending van de middelen die door I.V.A. Toerisme Vlaanderen worden geïnvesteerd in toeristisch recreatieve projecten.
Hoofdstuk 2: Toelichting per basisallocatie 1. Ontvangsten Niet van toepassing op programma DG
377
4UVL m/S#
2. Uitgaven Basisallocatie 12.01 – Projectgerelateerde kosten, consultancy en werkingskosten met betrekking tot de upgrading van de Koningin Elisabethzaal te Antwerpen Begroting 2007: Basisallocatie 12.01 – Projectgerelateerde kosten, consultancy en werkingskosten met betrekking tot de upgrading van de Koningin Elisabethzaal te Antwerpen Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 86
2008 (krediet) 87
Bij besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 werd een projectleider aangesteld voor de upgrading van de Koningin Elisabethzaal te Antwerpen, waarbij voor de werking, financiële consultancy en projectgerelateerde kosten tijdens de begrotingscontrole een krediet werd geopend van 85.000 euro op basisallocatie 12.01. De indexatie is van toepassing op deze basisallocatie. Basisallocatie 33.01 – Subsidie aan de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (decreet van 30 mei 1985) Begroting 2007: Basisallocatie 33.01 – Subsidie aan de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (decreet van 30 mei 1985) Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 2.414
2008 (krediet) 2.441
Het decreet van 30 mei 1985 betreffende de subsidiëring van de vzw KMDA (Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen) voorziet in de jaarlijkse toekenning van een geïndexeerde basistoelage voor de werking van de KMDA. Omwille van haar educatieve functie en haar specifieke doelgroepbenadering (gehandicapten, gezinnen met jonge kinderen, scholen e.d.m.) investeert de instelling op continue wijze in het product, de opleiding van haar werknemers en in middelen voor publieksbegeleiding. Doelgroep: De twee attracties (Zoo Antwerpen en Planckendael) van de vzw KMDA genereren 1,6 miljoen bezoekers per jaar (respectievelijk 1,2 miljoen betalende en 400 000 bezoeken van leden). De KMDA is hiermee de grootste toeristische attractie van het land. De Vlaamse regering ondertekende op 16 december 2006 een nieuwe beheersovereenkomst voor de periode 2007-2011. Artikel 6.1.2. bepaalt dat de Vlaamse regering een geïndexeerde toelage toekent met als uitgangspunt (basis = jaar 2007) het bedrag van 2.409.000 euro. Het voor 2008 voorziene krediet beantwoordt hieraan.
378
4UVL m/S#
Basisallocatie 33.02 – Allerhande uitgaven voor toeristische projecten in de Vlaamse Rand Begroting 2007: Basisallocatie 33.02 – Allerhande uitgaven voor toeristische projecten in de Vlaamse Rand Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 150
2008 (krediet) 152
In zijn verklaring voor het Vlaams parlement, namens de Vlaamse regering op 18 mei 2005 bevestigde de minister-president de aandacht voor de Vlaamse Rand. De Gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant werd als commissaris van de Vlaamse regering aangeduid om, ondersteund door een taskforce, een permanente opvolging te organiseren van de beleidsinitiatieven. Na overleg met de provincie Vlaams Brabant, Toerisme Vlaams-Brabant, Toerisme Vlaanderen en het kabinet werden volgende prioritaire thema’s naar voren geschoven: x x x x x x
het uitbouwen van streekbezoekerscentra (toeristisch onthaal) in de drie toplocaties: Kasteel van Gaasbeek, Nationale Plantentuin in Meise en het Museum voor Midden-Afrika in Tervuren; het uitbouwen en financieel ondersteunen van drie regionale toeristische infokantoren in Halle, Grimbergen en Tervuren; het realiseren van een fietsroutenetwerk “Groene Gordel”; het uitbouwen van de toeristisch-recreatieve infrastructuur door onder meer het toeristisch ontsluiten van het cultuurhistorisch patrimonium en het ondersteunen van subregionale hefboomprojecten; het faciliteren van logiesmogelijkheden; het toeristische promoten van de regio “Groene Gordel”.
Ter ondersteuning van deze prioriteiten wordt in 2008 opnieuw 150.000 euro (exclusief indexaanpassing) voorzien. In begroting 2007 is dit krediet ingeschreven onder basisallocatie 74.01. Basisallocatie 33.03 – Subsidies ter ondersteuning van het kunststedenactieplan (pro memorie) Begroting 2007: Basisallocatie 33.03 – Subsidies ter ondersteuning van het kunststedenactieplan (pro memorie) Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 600
Deze basisallocatie is vervangen door de nieuwe basisallocatie 33.05. Basisallocatie 33.04 – Subsidie aan de vzw Tafelen in Vlaanderen Begroting 2007: Basisallocatie 33.04 – Subsidie aan de vzw Tafelen in Vlaanderen
2008 (krediet) 0
379
4UVL m/S#
Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 200
2008 (krediet) 200
De vzw Tafelen in Vlaanderen werd in 2006 opgericht met het oog op de promotie van de Vlaamse streekgastronomie in binnen- en buitenland, en het coördineren van afgeleide toeristische initiatieven in een breed veld. De publiek-private samenwerking Tafelen in Vlaanderen creëert een sector- en regiooverschrijdend platform rond het thema van de tafelcultuur, en een hefboom op het gebied van communicatie en toeristische activiteiten op het terrein. De voornaamste partners zijn de horeca en de ruime toeristische sector, waaronder de provinciale federaties. Voor de opstart en de eerste uitwerking van het project “Tafelen in Vlaanderen” verkreeg de gelijknamige vereniging van de Vlaamse Regering in 2006 een subsidie in het kader van het evenementenbeleid (b.a. 33.12 van het programma 49.2). Aangezien na de opstartfase diverse toeristische producten zullen worden ontwikkeld, en dergelijke activiteiten niet meer beantwoorden aan de criteria gesteld voor subsidiëring in het kader van het evenementenbeleid (o.a. gericht op projectmatige, niet recurrente initiatieven), kan de werking van de vzw Tafelen in Vlaanderen verder ondersteund worden via een subsidie die nominatim wordt ingeschreven in de begroting. De missie van Tafelen in Vlaanderen is sterk gericht op imagoversterking van Vlaanderen in binnen- en buitenland en beoogt tevens de verhoging van het verblijfstoerisme naar Vlaanderen. De ondersteuning van de werking van de vereniging levert bijgevolg een duidelijke meerwaarde voor de Vlaamse overheid. Basisallocatie 33.05 – Subsidies ter ondersteuning van het kunststedenactieplan Begroting 2007: Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
-
807 400
In de algemene beleidsverklaring van de Vlaamse Regering op 26 september 2006 verklaarde de ministerpresident dat de toeristische sector een vaak onderschatte factor van werk en welvaart is. De Vlaamse Regering wil het draagvlak voor het toerisme in Vlaanderen verbreden en verankeren. Zo zullen onder meer de troeven van de Vlaamse kunststeden worden uitgespeeld en zal er pro-actief worden opgetreden bij de verkenning van nieuwe markten. De Vlaamse regering heeft eerder dit jaar kennis genomen van het toeristische actieplan voor de Vlaamse kunststeden en er haar goedkeuring aan gehecht. Toerisme Vlaanderen voert al langer een actief promotiebeleid rond het macroproduct ‘Vlaamse kunststeden’. Ook de steden zelf investeren in de uitbouw van het toeristische aanbod en in internationale promotie. Maar een globale, langetermijnvisie voor het toeristische product en een gecoördineerd promotiebeleid ontbreken. Het Kunststedenactieplan wil samen met de beleidsverantwoordelijken van de Vlaamse kunststeden kunnen de ambitie, ervaring, kennis en middelen bundelen tot een strategisch toeristisch actieplan. Zo kunnen de
380
4UVL m/S#
Vlaamse kunststeden beter en meer gecoördineerd gepromoot worden in het buitenland en de kwaliteit van het product ‘kunststad’ nog verbeterd worden. ‘Vlaamse kunststad’ kan een internationaal sterk merk worden. Het toeristische actieplan voor de Vlaamse kunststeden heeft als doel extra en gerichte impulsen te geven voor het toerisme in onze Vlaamse kunststeden. Naast een algemeen positieve impact op de kunststeden zelf, zal hierdoor simultaan verbetering nagestreefd worden op volgende vier terreinen: - de bestemming Vlaanderen meer internationaal op de kaart zetten; - het onderscheidende vermogen van de steden verhogen; - de kwaliteit van de dienstverlening, het product “Kunststad” en de bereikbaarheid van de bestemming van onze Kunststeden verbeteren; - de samenwerking en kennisuitwisseling tussen alle belangrijke actoren bevorderen. Het Kunststedenactieplan werkt hiervoor een strategie uit met zes strategische speerpunten: 1. Innovatief cultuurtoerisme 2. Bereikbaar Vlaanderen 3. Congresregio Vlaanderen 4. Iedereen ambassadeur 5. Slagvaardig beleid 6. Lerende kunststad Om de ingediende projecten te selecteren en de beschikbare middelen te verdelen moeten de projecten enerzijds beantwoorden aan de actielijnen en acties van de zes speerpunten van het Kunststedenactieplan en anderzijds aan de volgende selectie- en evaluatiecriteria: het betreft innoverende projecten die getuigen van creativiteit; het betreft projecten die inzetten op netwerking en samenwerking; het betreft projecten die een hefboom of een pilootkarakter hebben met de bedoeling om uit te groeien tot voorbeeldprojecten de kandidaat-projecten streven naar synergie met een breed vizier dat gericht blijft op de speerpunten en actielijnen van het Kunststedenactieplan In begroting 2007 is 600.000 euro ingeschreven onder basisallocatie 33.03 (niet gesplitst krediet). Om operationele redenen wordt thans geopteerd voor een basisallocatie met gesplitste kredieten. In vergelijking met 2007 (basisallocatie 33.03) stijgen de beleidskredieten met 200.000 euro. De compensatie voor deze stijging gebeurt via de in de meerjarenbegroting voorziene toename van de kredieten 2008 voor Toerisme. Basisallocatie 33.12 – Subsidies ter ondersteuning van evenementen met toeristisch belang en/of internationale uitstraling Begroting 2007: Basisallocatie 33.12 – Subsidies ter ondersteuning van evenementen met toeristisch belang en/of internationale uitstraling Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
1.398 900
1.398 1.398
Vlaanderen heeft zich de jongste jaren sterk geprofileerd via een reeks topevenementen met internationale uitstraling. Dit ligt geheel in de lijn van de strategie waarmee Vlaanderen aan een sterk kwaliteitsimago in het buitenland bouwt. Daarbij wordt gewerkt aan een geïntegreerd imago en evenementenbeleid, met een
381
4UVL m/S#
meerjarenprogrammatie. Een gestructureerd evenementenbeleid draagt immers bij tot de naambekendheid van Vlaanderen. Bij voorkeur meervoudige topevenementen hebben een groot potentieel: ze kunnen de positieve beeldvorming over Vlaanderen in het buitenland versterken, investeringen, toerisme en werkgelegenheid bevorderen. Degelijke projecten zorgen tevens voor een positieve dynamiek inzake regio- of stadontwikkeling en zijn vaak gemeenschapsbevorderend. Als doelstelling van dit beleid wordt geponeerd: “door middel van evenementen Vlaanderen beter op de kaart zetten, en aantrekkelijker maken voor zowel de inwoners als de buitenlandse bezoekers die we hiermee kunnen aantrekken.”. De criteria en financiële voorwaarden voor subsidiëring waaraan deze evenementen met toeristisch belang en/of internationale uitstraling moeten voldoen, zijn opgesomd in de Mededeling aan de Vlaamse Regering van 17 maart 2006. Het gaat hierbij om niet-recurrente projecten. Ook voor 2008 worden nieuwe, interessante projecten verwacht. Toch worden de (gesplitste) beleidskredieten op hetzelfde niveau gehouden als in 2007. De (gesplitste) betalingskredieten daarentegen stijgen, omdat in 2007 en 2008 de toevloed van uitbetalingen van eerste en volgende schijven van eerder goedgekeurde projecten groter is dan aanvankelijk gepland. Basisallocatie 35.01 – Subsidies ter ondersteuning van projecten voor de bevordering van het toerisme in het Zuiden (pro memorie) Begroting 2007: Basisallocatie 35.01 – Subsidies ter ondersteuning van projecten voor de bevordering van het toerisme in het Zuiden (pro memorie) Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 250
2008 (krediet) 0
Zie basisallocatie 35.02 als opvolger voor deze basisallocatie. Basisallocatie 35.02 – Subsidies ter ondersteuning van projecten voor de bevordering van het toerisme in het Zuiden Begroting 2007: Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
-
253 183
Toerisme is in landen in ontwikkeling een economische hefboom die – mits een duidelijke visie en een professionele aanpak – aan belang zal winnen, met daarbij op termijn positieve effecten op werkgelegenheid, economische groei, en de handels- en betalingsbalans. Om die reden werd bij begrotingscontrole 2007 een krediet van 250.000 euro ingeschreven op de basisallocatie 35.01. De Vlaamse overheid wil daarmee projecten ondersteunen in verband met capaciteitsopbouw inzake duurzaam toerisme in het Zuiden. Daarbij wordt o.a. gedacht aan de opmaak van
382
4UVL m/S#
strategische beleidsplannen toerisme, de uitbouw van lokale toeristische diensten, of jobcreatie in de toeristische sector. Geografisch wordt de samenwerking geconcentreerd op de drie partnerlanden van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking, zijnde Zuid-Afrika, Mozambique en Malawi. Gelet op het feit dat deze samenwerkingsprojecten in vele gevallen meerjarenprojecten kunnen zijn, of bijdragen aan langlopende programma’s van internationale organisaties of NGO’s wordt ervoor geopteerd om deze middelen in te schrijven op een basisallocatie met gesplitste kredieten. In begroting 2007 is 250.000 euro ingeschreven onder basisallocatie 35.01 (niet gesplitst krediet). Om operationele redenen wordt thans geopteerd voor een basisallocatie met gesplitste kredieten. In vergelijking met 2007 (basisallocatie 33.03) blijven de beleidskredieten constant. Basisallocatie 41.01 – Dotatie aan het I.V.A. “Toerisme Vlaanderen” Begroting 2007: Basisallocatie 41.01 – Dotatie aan het I.V.A. “Toerisme Vlaanderen” Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 28.841
2008 (krediet) 30.490
Met deze dotatie kan uitvoering worden gegeven aan de opdracht van de instelling Toerisme Vlaanderen, opgericht bij decreet van 19 maart 2004. De belangrijke opdrachten van de instelling zijn: - het promoten van Vlaanderen en Brussel als toeristische regio voor zowel het recreatief toerisme als het zaken-, congres- en incentivetoerisme; - het verzorgen van de toeristische marketing en public relations in binnen- en buitenland; - het opstellen van strategische toeristisch-recreatieve plannen; - het ondersteunen en actief bevorderen van de ontwikkeling van het toeristisch-recreatief productaanbod o.a. bij middel van hefboom- en proefprojecten; - het voeren en bevorderen van toeristische onderzoeken en studies; - het classificeren van de toeristische infrastructuur aan de hand van kwaliteitscriteria bepaald door de Vlaamse regering, en de controle op het naleven van de kwaliteitscriteria - het nagaan en actief opsporen van de behoeften ter bevordering en ondersteuning van de toeristische sectoren; - het samenwerken met de diensten van de Vlaamse regering, de lokale, regionale en federale overheden, alsook met de gemeentelijke, gewestelijke en provinciale toeristische diensten en verenigingen voor vreemdelingenverkeer; - het vestigen en exploiteren van onthaal- en promotiekantoren in het binnen- en buitenland; - het begeleiden, coördineren en stimuleren van de activiteiten van plaatselijke, gewestelijke en provinciale toeristische verenigingen, verenigingen voor vreemdelingen verkeer en diensten voor toerisme; - het bevorderen van het sociaal jeugd- en volwassenentoerisme; - het opvolgen van het Europees en internationaal toeristische beleid voor zover dit verbonden is aan de eigen opdracht van de instelling; - het organiseren van de vorming (en het vormen) van de toeristische sector en gidsen. De extra dotatie voor 2008 is ter ondersteuning van volgende beleidsaccenten: - implementatie en externe vorming m.b.t. het koepeldecreet (logiesverstrekkende bedrijven, reisbureaus en handhaving);
383
-
4UVL m/S#
operationalisering van het ecolabel voor terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven en logiesverstrekkende bedrijven in het kader van “Duurzaam toerisme”; extra middelen voor de Vlaamse toerismekantoren in New York, Tokio en Milaan ten gevolge van hun verzelfstandiging; versterking van de promotie in Rusland start van de promotie in India en Zwitserland promotionele ondersteuning voor lucht- en spoorlijnen uitvoering van een versterkte MICE-promotie studiekosten m.b.t. het cruisetoerisme een verhoging van de werkingsmiddelen voor het “Steunpunt Vakantieparticipatie”.
De werkingsdotatie aan Toerisme Vlaanderen stijgt in 2008 met 1.649.000 euro; hiervan wordt 1.345.000 euro gecompenseerd via de in de meerjarenbegroting voorziene toename van de kredieten 2008 voor Toerisme. Basisallocatie 41.02 – Allerhande uitgaven in het kader van het programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de toeristische sector Begroting 2007: Basisallocatie 41.02 – Allerhande uitgaven in het kader van het programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de toeristische sector Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 4.135
2008 (krediet) 4.371
Dit artikel dient voor de betoelaging van tewerkstellingsprojecten in de toeristische sector op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 4 juni 2004 houdende de toekenning van subsidies aan toeristische verenigingen voor de tewerkstelling van personeelsleden. In eerste instantie vormt dit de basis voor de regularisering van de ex-DAC-ers in de toeristische sector. Voor de betoelaging van tewerkstellingsprojecten in de toeristische sector werd het Besluit van de Vlaamse regering van 4 juni 2004 houdende de toekenning van subsidies aan toeristische verenigingen voor de tewerkstelling van personeelsleden gewijzigd in 2007. Belangrijkste vernieuwingen zijn dat de minister beslist over de tewerkstellingsprojecten i.p.v. Toerisme Vlaanderen en dat er bij ministerieel besluit beter wordt gespecificeerd waarvoor de subsidie kan worden verkregen. De tewerkstellingsprojecten moeten een directe meerwaarde voor het toerisme in Vlaanderen bieden en aansluiten bij het beleid van de Vlaamse minister bevoegd voor toerisme of van de Vlaamse regering. Projecten moeten bij voorkeur van belang zijn op Vlaams of regionaal niveau en zorgen voor een breder draagvlak naar meer kwaliteit in het toeristische beleid. Naast de wenselijkheid van de inbedding van het tewerkstellingsproject in een door Toerisme Vlaanderen erkend strategisch plan of actieplan, gaat het over functies die passen in : 1. tewerkstelling in projecten om de netwerking tussen de diverse toeristische actoren tot stand te brengen of verder te verzekeren 2. tewerkstelling in projecten ter bevordering van de duurzaamheid of de toegankelijkheid van het toeristische product 3. tewerkstelling in projecten ter bevordering van het fiets- of wandelproduct en in het bijzonder de coördinatie van die projecten 4. tewerkstelling in het kader van evenementen met toeristisch belang of internationale uitstraling
384
4UVL m/S#
5. tewerkstelling in innovatieve en vernieuwende projecten met een tijdelijk karakter die een impuls geven aan toerisme en recreatie in Vlaanderen. De subsidie heeft als doelstelling om de opstartfase succesvol af te ronden 6. tewerkstelling in kenniscentra 7. tewerkstelling in het kader van een kwalitatief toeristisch onthaal. De budgettaire ruimte voor nieuwe projecten is afhankelijk van het afvloeien van bestaande voormalige DAC-werknemers en van de verminderingen die de bestaande werknemers genereren ingevolge RSZverminderingen en werkgelegenheidsuitkeringen. De subsidie voor nieuwe tewerkstellingsprojecten bedraagt nu 80% i.p.v. 100% vroeger. Op 1 juni 2007 betoelaagde Toerisme Vlaanderen in het totaal 46 organisaties voor tewerkstelling van 146 personeelsleden (118 VTE’s). Naarmate er budgetten vrijkomen ingevolge ontslag van personeelsleden worden deze aangewend voor tewerkstelling van nieuwe projecten conform het Besluit van de Vlaamse regering. In vergelijking met 2007 is er een stijging van het krediet met 236.000 euro; hiervan wordt 200.000 euro gecompenseerd via de in de meerjarenbegroting voorziene toename van de kredieten 2008 voor Toerisme en een ander deel wordt aangedragen vanuit het VIA (Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profitsector). Basisallocatie 41.03 – Dotatie aan het IVA Toerisme Vlaanderen als cofinanciering voor projecten van lokale diensteneconomie Begroting 2007: Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) -
2008 (krediet) 200
De Vlaamse Minister bevoegd voor Sociale Economie wil uitvoering geven aan het decreet houdende de lokale diensteneconomie, dit ter vervanging van het huidige tewerkstellingscircuit van buurt- en nabijheidsdiensten. Toerisme Vlaanderen zal een beperkt aantal bestaande projecten overnemen en invulling geven aan nieuwe ideeën rond lokale diensteneconomie in de toeristische sector. Voor deze nieuwe opdracht ontvangt het Agentschap een specifieke – niet binnen het programma DG, noch binnen de meerjarenbegroting te compenseren – dotatie. Basisallocatie 41.80 – Dotatie aan het I.V.A. Toerisme Vlaanderen gefinancierd met de netto opbrengst van de winst van de Nationale Loterij voor toerisme Begroting 2007: Basisallocatie 41.80 – Dotatie aan het I.V.A. Toerisme Vlaanderen gefinancierd met de netto opbrengst van de winst van de Nationale Loterij voor toerisme
385
4UVL m/S#
Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 393
2008 (krediet) 315
Jaarlijks ontvangt het Agentschap Toerisme Vlaanderen een bijdrage uit de netto opbrengst van de winst van de Nationale Loterij om haar missie / doelgroep van de sector toerisme te helpen bereiken Toerisme Vlaanderen staat in voor het bevorderen van een duurzaam vrijetijds-, congres- en zakentoerisme naar en in Vlaanderen en Brussel. Het oefent deze taak uit binnen het beleid van de Vlaamse regering en in samenwerking met de toeristische sector. Met de jaarlijkse dotatie van de winst van de Nationale Loterij kan Toerisme Vlaanderen extra middelen gebruiken voor: - projecten binnen “Vakantieparticipatie” (voor mensen met een laag inkomen, of personen met beperkingen), “Toerisme voor Allen” (sociaal toerisme) e.d. - ondersteuning van de toeristische strategische plannen in de sector - toelagen aan gewestelijke groeperingen Basisallocatie 52.13 – Bijdrage in de financiering van aankopen en voor werken die bijdragen tot de ontwikkeling van de toeristische uitrusting van de V.Z.W. K.M.D.A. (decreet van 30/5/1985) Begroting 2007: Basisallocatie 52.13 – Bijdrage in de financiering van aankopen en voor werken die bijdragen tot de ontwikkeling van de toeristische uitrusting van de V.Z.W. K.M.D.A. (decreet van 30/5/1985) Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
901
675
Vanaf 2007 zijn de vastleggingsmachtigingen en de daarop betrekking hebbende ordonnanceringskredieten ondergebracht onder de basisallocaties 99.11 (machtigingen) en 61.01 (ordonnanceringskredieten) binnen het dit programma DG. De audit van de beheersovereenkomst 2002-2006 pleitte voor één investeringstoelage, beheerd door het I.V.A. Toerisme Vlaanderen. Basisallocatie 52.13 is bijgevolg uitdovend, hetgeen resulteert in een daling van de gesplitste ordonnanceringskredieten; voor 2008 is voorzien in de betaling van een Zuid-Amerikaans project in Planckendael. De vrijgekomen betalingskredieten worden toegevoegd aan deze van basisallocatie 60.01 van dit programma DG. Basisallocatie 60.01 – Subsidies voor investeringen in kusttoerisme Begroting 2007: Basisallocatie 60.01 – Subsidies voor investeringen in kusttoerisme
386
4UVL m/S# Departement internationaal Vlaanderen
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
2.093 1.907
2.124 2.176
NGK GVK GOK VRK MACH
Jaarlijks worden in het kader van het Kustactieplan III subsidies toegekend aan diverse begunstigden en gespreid over enkele jaren uitbetaald. Hierbij wordt een eerste voorschot uitbetaald van 30%, een tweede van 40% en een saldo van 30% na afloop van het project. Voor de bepaling van het GOK worden volgende criteria gehanteerd: - De betalingen in het kader van het Kustactieplan III gebeuren conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 2005. Aangezien de projectindieners de toegekende subsidies met enige vertraging opvragen, wordt een deel van de betalingen in een volgend begrotingsjaar uitgevoerd. Benevens een indexatie van GVK en GOK wordt de toename van de gesplitste betalingskredieten gecompenseerd via basisallocatie 52.13 van dit programma DG. Basisallocatie 61.01 – Dotatie aan het I.V.A. “Toerisme Vlaanderen” voor investeringen Begroting 2007: Basisallocatie 61.01 – Dotatie aan het I.V.A. “Toerisme Vlaanderen” voor investeringen Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 18.102
2008 (krediet) 18.672
Zie toelichting bij basisallocatie 99.11 van dit programma DG. De compensatie voor de stijging van de kredieten met 570.000 euro gebeurt in hoofdzaak via basisallocatie 61.02 van dit programma DG. Basisallocatie 61.02 – Dotatie aan het I.V.A. “Toerisme Vlaanderen” voor cofinanciering Europese steunprogramma’s Begroting 2007: Basisallocatie 61.02 – Dotatie aan het I.V.A. “Toerisme Vlaanderen” voor cofinanciering Europese steunprogramma’s Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 3.300
Zie toelichting bij basisallocatie 99.12 van dit programma DG.
2008 (krediet) 2.930
387
4UVL m/S#
De vermindering van de kredieten met 470.000 euro dient als compensatie voor basisallocatie 61.01 van dit programma DG. Basisallocatie 99.11 – Vastleggingsmachtiging aan het I.V.A. “Toerisme Vlaanderen” Begroting 2007: Basisallocatie 99.11 – Vastleggingsmachtiging aan het I.V.A. “Toerisme Vlaanderen” Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
17.334
17.594
Doelgroep De toeristisch-recreatieve sector, te situeren binnen de overheid en in de privé-sector, die op permanente wijze aandacht dient te hebben voor productinnovatie en vernieuwing van het toeristisch-recreatieve aanbod. Verantwoording Met deze vastleggingsmachtiging (kapitaalsoverdrachten en investeringen) kan uitvoering worden gegeven aan de opdracht van het agentschap Toerisme Vlaanderen, die voortspruit uit artikel 5 punten 2 en 3 van het decreet van 19 maart 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid m.n. uitvoering van de taken m.b.t. het toeristisch productaanbod en de integrale kwaliteitszorg. Vanaf de begroting 2007 is een bedrag van 703 000 euro voorzien voor de bijdrage in de financiering van aankopen en voor werken die bijdragen tot de ontwikkeling van de toeristische uitrusting van de vzw KMDA (decreet van 30 mei 1985), overgeheveld vanuit basisallocatie 52.13 dit programma DG. De belangrijkste opdrachten van het agentschap m.b.t. het toeristisch-recreatief product zijn: -
-
het opstellen van strategische toeristisch-recreatieve plannen; het (financieel) ondersteunen en actief bevorderen van de ontwikkeling van het toeristisch-recreatief productaanbod o.a. bij middel van hefboom- en proefprojecten; het voeren en bevorderen van toeristische onderzoeken en studies; het classificeren van de toeristische infrastructuur aan de hand van kwaliteitscriteria van de Vlaamse regering en de controle op het naleven van de kwaliteitscriteria (in concreto: het afleveren en de controle van de vergunningen aan terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, logiesverstrekkende bedrijven en reisbureaus); het nagaan en actief opsporen van de behoeften ter bevordering en ondersteuning van de toeristische sectoren; het vestigen en exploiteren van onthaal- en promotiekantoren in het binnen- en buitenland; het bevorderen van het sociaal jeugd- en volwassenentoerisme; het opvolgen van het Europees en internationaal toeristische beleid voor zover dit verbonden is aan de eigen opdracht van het agentschap.
In vergelijking met 2007 blijft de vastleggingsmachtiging constant (exclusief indexaanpassing). Basisallocatie 99.12 – Vastleggingsmachtiging voor cofinanciering Europese steunprogramma’s Begroting 2007: Basisallocatie 99.12 – Vastleggingsmachtiging voor cofinanciering Europese steunprogramma’s
388
4UVL m/S# Departement internationaal Vlaanderen NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
2.321
2.356
In het kader van de diverse Europese programma’s zijn er specifieke toeristische luiken van projectfinanciering. Teneinde tegemoet te komen aan de vraag om cofinanciering van deze projecten worden de nodige kredieten bij constant beleid verder ingeschreven. In vergelijking met 2007 blijft de vastleggingsmachtiging constant (exclusief indexaanpassing).
DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER EN VAN DE AGENTSCHAPPEN / VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN
PROGRAMMA DG I.V.A. TOERISME VLAANDEREN De begroting 2008 van Toerisme Vlaanderen is met 321.000 euro verhoogd ten opzichte van de begroting 2007 na begrotingscontrole. Deze verhoging wordt in de ontvangsten voornamelijk verantwoord door de volgende wijzigingen in de verschillende ontvangstenposten: ¾ Dotatie voor werkingsuitgaven Toerisme Vlaanderen (basisallocatie 41.01): verhoging met 1.649.000 euro tot een totaal van 30.490.000 euro voor 2008. Deze verhoging vloeit voornamelijk voort uit de extra geldelijke noden voor de realisatie van de strategische projecten voor 2008, zoals opgesomd in hoofdstuk 1. ¾ Dotatie voor het programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de toeristische sector (basisallocatie 41.02): verhoging met 320.000 euro, waarvan 200.000 euro voor de uitbreiding van het programma, 37.000 euro voor het project VIA Koopkracht en -1.000 euro als indexaanpassing, tot een totaal van 4.371.000 euro. ¾ Dotatie gefinancierd met de netto opbrengst van de winst van de Nationale Loterij voor toerisme (basisallocatie 41.80): omdat voorlopig slechts 80 % van de dotatie van vorig jaar mocht worden ingeschreven in de begroting 2007, verlaagd met 78.000 euro tot een voorlopig bedrag van 315.000 euro. ¾ Dotatie aan Toerisme Vlaanderen voor investeringen (basisallocatie 61.01): verhoging met 570.000 euro, tot een totaal van 18.672.000 euro, door: x 370.000 euro via overheveling van basisallocatie 61.02; x 200.000 euro algemene verhoging. ¾ Dotatie voor de cofinanciering van Europese steunprogramma’s (basisallocatie 61.02): zelfde dotatie als vorig jaar, met een overheveling van 370.000 euro naar basisallocatie 61.01, brengt dit op 2.930.000 euro. ¾ Eigen ontvangsten van publicaties en publiciteit, marketing- en vormingsacties ligt op 16.000 euro hoger dan in de begroting 2007. De in 2008 begrote totale eigen ontvangsten bedragen bijna 3.599.000 euro. ¾ In 2008 zijn er enkel volgende inkomensoverdrachten van Europese instellingen: x 30.000 euro als cofinanciering door de Europese Commissie voor Toerisme Satelliet Rekeningen (TSR). ¾ Het overgedragen overschot van 2008 is 1.947.000 euro lager dan vorig jaar, vooral als gevolg van het begrote overschot op werking tijdens het boekjaar 2007. De uitgaven van Toerisme Vlaanderen in 2008 worden opgedeeld in werkings- en investeringsuitgaven.
389
4UVL m/S#
Onder de werkingsuitgaven vallen volgende posten: ¾ De personeelskosten stijgen met 284.000 euro ten opzichte van 2007, dit is 2,4 %, waarvan 2 % aan indexaanpassingen is toe te schrijven. ¾ De algemene werkingskosten zijn gestegen met 1,1 miljoen euro, vooral te wijten aan hogere verplaatsingskosten (bijkomende activiteiten in China, Rusland en India), meer uitgaven aan huur van kantoorruimte (kantoren in New York, Milaan en Tokio worden zelfstandig eind 2007) en een hoge kost voor de aanwervingskosten voor de omschakeling van contractuele naar statutaire benoemingen binnen Toerisme Vlaanderen. ¾ De uitgaven voor toeristische marketing, vorming voor de toeristische sector, onderzoekskosten, samenwerking met Brussel en specifieke projecten (zoals “duurzaam toerisme”, “toerisme voor allen”, toegankelijkheid, fietsroutes, e.d.) nemen in het totaal toe met 1,8 miljoen euro, voornamelijk op het vlak van marketing (+1,0 miljoen euro) en consultancyopdrachten (+606.000 euro). x De inkomensoverdrachten aan andere sectoren binnen de overheid bedragen 5,8 miljoen euro en stijgen daarmee met 530.000 euro tegenover 2007. Het gaat voornamelijk om subsidie ter bevordering van de toeristische werkgelegenheid en de cofinanciering voor projecten in de locale diensteneconomie. ¾ Eigen investeringen van Toerisme Vlaanderen stijgen met 9,9 % tegen vorig jaar tot 2,0 miljoen euro, waar vooral op het vlak van informatica aan vernieuwing wordt gewerkt. ¾ Over te dragen overschot eind 2008 van 2.250.000 euro is dezelfde als die van vorig jaar, rekening houdende met een correctie van 467.000 euro die in 2007 met een bijkomende begrotingswijziging werd rechtgezet. Wat betreft de investeringen (ordonnancering) zijn er twee soorten uitgaven: ¾ Betoelaging voor investeringen in de toeristische sector: ruim 17,2 miljoen euro waaronder 2.930.000 euro met cofinanciering van Europese steunprogramma’s; ¾ Directe investeringen door Toerisme Vlaanderen in de toeristische sector: 4,4 miljoen euro, nagenoeg hetzelfde bedrag als in 2007, voor de aankoop van grond en gebouwen en de nieuwbouw van gebouwen en infrastructuurwerken voor het jeugdtoerisme. INITIELE BEGROTING 2008 TOERISME VLAANDEREN ONTVANGSTEN ESRCode
OMSCHRIJVING
2008 initieel
2007 na BC
0
Niet-verdeelde ontvangsten
5.792
3.845
08
Interne verrichtingen
5.792
3.845
082 08210821A 0821B 0822-
Verrekeningen met andere dienstjaren Overgedragen overschot Overgedragen overschot - exploitatie Overgedragen overschot - ordonnancering Over te dragen tekort
5.792 5.792 5.662 130 0
3.845 3.845 3.845 0 0
083
Overige interne verrichtingen
0
0
1
Lopende ontvangsten van goederen en diensten (consumptiebestedingen)
3.583
3.599
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten Verkopen van niet-duurzame goederen en diensten aan andere sectoren dan de
3.583
3.599
3.583
3.559
161
4UVL m/S#
390
overheid 1610
Niet verdeeld : Ontvangsten van publicaties en publiciteit, marketing- en vormingsacties
162
Verkopen van niet-duurzame goederen en diensten aan sectoren van de overheid
2
26 261
3.583
3.559
0
40
Rentes en bijdragen in toevallige exploitatieverliezen van overheidsbedrijven en inkomsten uit eigendom
283
283
Renteontvangsten van overheidsvorderingen Renteontvangsten van andere sectoren dan de overheid
0
0
0
0
28 283
Overige opbrengsten van vermogen Huurgelden van gronden
283 283
283 283
3
Inkomensoverdrachten van andere sectoren
669
530
38
Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, privaatrechterlijke instellingen zonder winstoogmerk Van bedrijven: retributies Van verzekeringsmaatschappijen Van privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk Overige inkomensoverdrachten van de gezinnen
415
500
415 0 0
370 0 0
0
130
39 391
Inkomensoverdrachten van het buitenland Inkomensoverdrachten van EU-instellingen
254 254
30 30
4
Inkomensoverdrachten binnen de sector overheid
33.419
35.526
46
Inkomensoverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Van de institutionele overheid Algemene uitkeringen Dotaties werking Dotaties voor werkingsuitgaven (BA 41.01) Indexprovisie lonen BA 41.01 Werkingsdotatie Dotatie Nationale Loterij (BA 41.80) Dotatie CFO Specifieke uitkeringen Programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de toeristische sector (BA 41.02) Dotatie ter bevordering toeristische werkgelegenheid (BA 41.02) Indexprovisie lonen BA 41.02 DAC-projecten Subsidies Kustactieplan
33.419
35.526
33.419 29.284 28.841 28.841 0
35.526 30.855 30.490 30.490 0
393 50 4.135 4.135
315 50 4.671 4.371
4.135
4.371
0 0
0 100
381 383 384 385
461 4611 4611A 4611A01 4611A02 4611B 4611C 4612 4612A 4612A01 4612A02 4612B
391
4UVL m/S#
4612C
Dotatie cofinanciering projecten locale diensteneconomie (BA 41.03)
5
Kapitaaloverdrachten van andere sectoren
0
0
57
Kapitaaloverdrachten van bedrijven en financiële instellingen Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven
0
0
0
0
Kapitaaloverdrachten binnen de sector overheid
21.402
21.602
21.402
21.602
21.402 21.402 3.300
21.602 21.602 2.930
18.102
18.672
13.218
14.289
4.884 0 0
4.383 0 0
40
40
572
6
66
Kapitaaloverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep 661 Van de institutionele overheid 6610 Niet verdeeld 6610C Dotatie voor cofinanciering Europese steunprogramma's (B.A. 61.02) 6610F Dotatie investeringstoelagen via betoelaging en directe investeringen (B.A. 61.01) 6610F01 Dotatie investeringstoelagen via betoelaging (B.A. 61.01) 6610F02 Dotatie directe investeringen (B.A. 61.01) 6610Z Dotaties andere boekjaren 6610Z01 Dotatie directe investeringen andere boekjaren
200
7
Desinvesteringen
76
Verkopen van gronden en gebouwen in het binnenland Verkopen van bestaande gebouwen Verkopen van bestaande gebouwen binnen de sector overheid
0
0
0 0
0 0
Verkoop van overige investeringsgoederen, waaronder lichamelijke goederen Verkopen van overig materieel
40
40
40
40
0
0
763 7631
77 772 8
Kredietaflossingen en liquitatie van deelnemingen
86 860
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven Niet verdeeld
9
Overheidsschulden
0
0
98
Opnemingen uit reservefondsen
0
0
65.188
65.425
TOTAAL ONTVANGSTEN:
0 0
392
4UVL m/S#
INITIELE BEGROTING 2008 TOERISME VLAANDEREN UITGAVEN ESRCode 0
COFOGCode
03
00000
032 03210322-
00000 00000 00000
0322A
00000
0322B
00000
OMSCHRIJVING
2007 na BC 3.845
2008 initieel 2.250
Interne verrichtingen
3.845
2.250
Verrekeningen met andere dienstjaren Overgedragen tekort vorige boekjaren Over te dragen overschot van het boekjaar Over te dragen overschot van het boekjaar onbelast Over te dragen overschot van het boekjaar belast
3.845 0 3.845
2.250 0 2.250
2.717
2.250
1.128
0
30.030
33.092
11.678
11.962
Eigenlijke lonen Niet verdeeld Overige bezoldigingselementen Sociale verzekeringspremies ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen Overige sociale lasten van de werkgever Directe toelagen Doorbetalingen van loon Lonen in natura
8.782 7.799 983 2.578
8.980 7.876 1.104 2.578
152 110 42 166
185 61 124 219
Aankopen van niet-duurzame goederen en diensten Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheid Algemene werkingskosten Huurgelden van gebouwen Operationele leasings Algemene werkingskosten vergoed binnen de sector van de overheid Algemene werkingskosten vergoed binnen de sector van de overheid Specifieke aankopen bij andere sectoren dan de overheid Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheid
18.352
21.130
4.932
5.984
3.547 1.302 83 0
4.363 1.524 97 0
0
0
13.355
15.122
65
24
Niet verdeelde uitgaven
1 11
04730
111 1110 1112 112
04730 04730 04730 04730
113 11311132114
04730 04730 04730 04730
12
04730
121
04730
1211 1212 1213 122
04730 04730 04730 04730
1221
04730
123
04730
125
04730
Lopende uitgaven voor goederen en diensten (consumptieve bestedingen) Lonen en sociale lasten
393
2
21 215
04730 04730
3
Rentes en bijdragen in toevallige exploitatieverliezen van overheidsbedrijven en inkomsten uit eigendom Rentes op overheidsschuld Rentes op financiële leasings
0
0
0 0
0 0
Inkomensoverdrachten aan andere sectoren Exploitatiesubsidies Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven Overige subsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven Subsidie Master in toerisme
5.293
5.739
125 125
0 0
125
0
125
0
5.105
5.673
63
66
63
66
Inkomensoverdrachten binnen de sector overheid Inkomensoverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Inkomensoverdracht aan de institutionele overheid
492
466
0
0
0
0
Inkomensoverdrachten aan de regionale en lokale overheden Niet verdeeld
492
466
492
466
19.045
17.219
19.045
17.219
16.410
14.289
2.635
2.930
6.200 4.387
6.376 4.383
4.387 4.387 0 0
438 438 3.945 3.945
1.813
1.993
1.813
1.993 0
31 313
04730 04730
3132
04730
3132A
04730
33
04730
Inkomensoverdrachten aan privaatrechterlijke instellingen zonder winstoogmerk
35
04730
350
04730
Inkomensoverdrachten aan het buitenland Niet verdeeld
4 41
00000
411
00000
43
04730
430
04730
5 50
04730
50/6101
04730
50/6102
04730
7 70/72
04730
71 710 72 720
04730 04730 04730 04730
74
04730
740 745
04730 04730
4UVL m/S#
Kapitaaloverdrachten aan andere sectoren Niet verdeeld (investeringen via betoelaging) Niet verdeeld (investeringen via betoelaging dotatie BA 61.01 deel) Niet verdeeld (investeringen via betoelaging dotatie BA 61.02) Investeringen Niet-verdeeld (ordonnanceringen directe investeringen) Aankoop van grond en gebouwen Niet-verdeeld Nieuwbouw van gebouwen Niet-verdeeld Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder onlichamelijke zaken Niet verdeeld Verwerving waardevolle voorwerpen
4UVL m/S#
8 81
04730
810 814 8142
04730 04730 04730
9 93
00000
394
Kredietverleningen en deelnemingen Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen Niet verdeeld Deelnemingen in bedrijven Deelnemingen in privé-ondernemingen
0 0
0 0
0 0 0
0 0 0
Overheidsschuld
283
283
Toewijzing aan de reserves
283
283
TOTAAL VAN DE UITGAVEN:
65.188
65.425
TOTAAL VAN DE ONTVANGSTEN: VERSCHIL (Ontvangsten - uitgaven) :
65.188 +0
65.425 +0
395
4UVL m/S#
PROGRAMMA EA APPARAATSKREDIETEN DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONVTANGSTEN AO TO
2007 (begrotingscontrole) 0 0
2008 (raming) 395 0
Dit ontvangstenprogramma bevat naast ‘pro memorie’ basisallocaties ook de basisallocatie waarop de middelen van Europa die in het kader van de cofinanciering zullen ontvangen worden. De ‘pro memorie’ basisallocaties worden in de begrotingsstructuur aangehouden om terugvorderingen en ontvangsten inzake wedden en andere werkingsuitgaven van het Departement EWI en het Agentschap Economie te kunnen boeken. 2. UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet) 12.100 1.143 915 0 0
2008 (krediet) 13.121 1.207 1.204 0 0
Het programma EA omvat de apparaatskredieten van het Departement EWI en het Agentschap Economie. De stijging van de middelen heeft te maken met een uitbreiding van de initiatieven die kaderen in de cofinanciering met Europa.
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten Zie toelichting bij de programma’s EC, EE, EF en EG.
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie 1. Ontvangsten Basisallocatie EA 11.71 B – Terugbetaling van salarissen EWI Begroting 2007 : PR 90.5 BA 11.71 – Terugbetaling van salarissen EWI (PRO MEMORIE) (EX PR99.1 ART 11.01) AO TO
2007 (raming begrotingscontrole) 0 0
2008 (raming) 395 0
Op deze basisallocatie landen de middelen van Europa in het kader van de cofinanciering.
396
4UVL m/S# 2. Uitgaven
Basisallocatie EA 11.02 B – Vergoedingen aan de regeringscommissarissen bij de VPM, GIMVINDUS en de Limburgse Reconversiemaatschappij Begroting 2007: PR 51.1 BA 11.02 - Vergoedingen aan de regeringscommissarissen bij de VPM, GIMVINDUS en de Limburgse Reconversiemaatschappij
NGK
2007 (krediet)
2008 (krediet)
4
4
Dit krediet blijft constant ten opzichte van 2007. Basisallocatie EA 11.03 B – Salarissen van de regeringscommissarissen bij de VPM, GIMVINDUS en LRM Begroting 2007 : PR 51.1 BA 11.03 - Salarissen van de regeringscommissarissen bij de VPM, GIMVINDUS en LRM NGK
2007 (krediet) 67
2008 (krediet) 67
Dit krediet blijft constant ten opzichte van 2007. Basisallocatie EA 11.70 B – Wedden en toelagen Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Begroting 2007 : PR 90.5 BA 11.00 - Wedden en toelagen beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar EA11.70B en EA11.71C) 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 6.308
Van de 11.030 Keur op basisallocatie 90.5 11.00 (2007) wordt er 6.141 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA11.70B). Hieraan wordt 177 Keur toegevoegd ter afdekking van de mandaattoelage, de maaltijdcheques en de vergrijzing. Er wordt 6 Keur overgeheveld naar het agentschap facilitair management in functie van het gebouwbeheer voor de Ellips. Tenslotte wordt 4 Keur overgeheveld naar de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming. Basisallocatie EA 11.71 C – Wedden en toelagen IVA Agentschap Economie Begroting 2007 : PR 90.5 BA 11.00 - Wedden en toelagen beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar EA11.70B en EA11.71C) 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 5.595
Van de 11.030 Keur op basisallocatie 90.5 11.00 (2007) wordt er 4.889 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA11.71C). Hieraan wordt 129 Keur toegevoegd ter afdekking van de mandaattoelage, de maaltijdcheques en de vergrijzing. Er wordt 2 Keur overgeheveld naar het Agentschap Facilitair Management in functie van het gebouwbeheer Ellips en nog eens 3 Keur naar de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming.
397
4UVL m/S#
Verder wordt er 427 Keur toegevoegd voor de uitbreiding van het centrale EFRO-secretariaat. Dit wordt gecompenseerd door middelen uit het Hermesfonds en door Europese middelen. Een krediet van 108 Keur wordt toegevoegd in het kader van het Euro infocentrum. Deze middelen zullen teruggevorderd worden bij Europa. Tenslotte is er een bijkomend krediet van 47 Keur voor het contactpunt in het kader van de transnationale EFRO-programma’s. Deze middelen worden eveneens teruggevorderd bij Europa. Basisallocatie EA 12.30 B – Informaticakredieten Departement EWI Begroting 2007 : PR 90.5 BA 12.99 Informaticakredieten Beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar EA 12.30B en EA 12.31C ) 2007 (krediet) NGK GVK GOK
2008 (krediet) 175 175
Van de 343 Keur GVK op basisallocatie 90.5 12.99 (2007) wordt er 173 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA12.30B). Hieraan wordt 2 Keur index toegevoegd. Van de 274 Keur GOK op basisallocatie 90.5 12.99 (2007) wordt er 138 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA12.30B). Hieraan wordt er 35 Keur toegevoegd zodat het uitgesplitste GOK gelijk wordt gezet met het uitgesplitste GVK. Verder wordt dit betaalkrediet verhoogd met 2 Keur index. Basisallocatie EA 12.31C – Informaticakredieten IVA Agentschap Economie Begroting 2007 : PR 90.5 BA 12.99 Informaticakredieten Beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar EA 12.30B en EA 12.31C ) 2007 (krediet) NGK GVK GOK
2008 (krediet) 207 206
Van de 343 Keur GVK op basisallocatie 90.5 12.99 (2007) wordt er 170 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA12.31C). Hieraan wordt 2 Keur index toegevoegd. Verder wordt deze basisallocatie met 27 Keur verhoogd voor de uitbreiding van het centrale EFROsecretariaat. Dit wordt gecompenseerd met middelen uit het Hermesfonds en met Europese middelen. Er komt 5 Keur bij voor het Euro infocentrum. Deze 5 keur wordt teruggevorderd bij Europa. Tenslotte wordt het krediet met 3 Keur verhoogd voor het contactpunt in het kader van de transnationale EFROprogramma’s. Ook deze middelen worden teruggevorderd bij Europa. Van de 274 Keur GOK op basisallocatie 90.5 12.99 (2007) wordt er 136 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA12.31C). Hieraan wordt er 34 Keur toegevoegd zodat het uitgesplitste GOK gelijk wordt gezet met het uitgesplitste GVK (170 Keur). Verder wordt deze basisallocatie verhoogd met 1 Keur index en 35 Keur voor de nieuwe initiatieven. Basisallocatie EA 12.70B – Algemene werkingskosten Departement Economie, Wetenschap en
Innovatie Begroting 2007: PR 90.5 BA 12.00 Algemene werkingskosten beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar
EA 12.70B en EA 12.71C) 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 575
4UVL m/S#
398
Van de 995 Keur GVK op basisallocatie 90.5 12.00 (2007) wordt er 569 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA12.70B). Hieraan wordt 6 Keur index toegevoegd. Basisallocatie EA 12.71C – Algemene werkingskosten IVA Agentschap Economie Begroting 2007: PR 90.5 BA 12.00 Algemene werkingskosten beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar EA 12.70B en EA 12.71C) 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 464
Van de 995 Keur GVK op basisallocatie 90.5 12.00 (2007) wordt er 426 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA12.71C). Hieraan wordt 5 Keur index toegevoegd. Verder wordt deze basisallocatie met 25 Keur verhoogd voor de uitbreiding van het centrale EFROsecretariaat. Ook hier wordt de stijging van het beleidskrediet gecompenseerd met middelen uit het Hermesfonds en met Europese middelen. Hiernaast stijgt het beleidskrediet met 5 Keur voor het Euro infocentrum. Deze 5 keur wordt teruggevorderd bij Europa. Tenslotte wordt het krediet met 3 Keur verhoogd voor het contactpunt in het kader van de transnationale EFRO-programma’s. Ook deze middelen worden teruggevorderd bij Europa. Basisallocatie EA 34.70B – Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse gemeenschap of het Vlaams gewest op grond van de artikelen 1382, 1383 en 1384, Lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking Begroting 2007 : PR 90.5 BA 34.70 - Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse gemeenschap of het Vlaams gewest op grond van de artikelen 1382, 1383 en 1384, Lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking NGK
2007 (krediet) 23
2008 (krediet) 23
Dit krediet blijft constant ten opzichte van 2007. Basisallocatie EA74.30B – Aankopen en investeringen informatica Departement EWI Begroting 2007 : PR 90.9 BA 74.99 – Aankopen en investeringen informatica Beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar EA.74.30B en EA74.31C) 2007 (krediet) NGK GVK GOK
2008 (krediet) 429 428
Van de 800 Keur GVK op basisallocatie 90.5 74.99 (2007) wordt er 423 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA74.30B). Hieraan wordt 6 Keur index toegevoegd. Van de 641 Keur GOK op basisallocatie 90.5 74.99 (2007) wordt er 339 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA74.30B). Hieraan wordt er 84 Keur toegevoegd zodat het uitgesplitste GOK gelijk wordt gezet met het uitgesplitste GVK. Verder wordt deze basisallocatie verhoogd met 5 Keur index. Basisallocatie EA74.31C – Aankopen en investeringen informatica IVA Agentschap Economie Begroting 2007: PR 90.5 BA 74.99 – Aankopen en investeringen informatica Beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar EA.74.30B en EA74.31C)
399
2007 (krediet) NGK GVK GOK
4UVL m/S#
2008 (krediet) 396 395
Van de 800 Keur GVK op basisallocatie 90.5 74.99 (2007) wordt er 377 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA74.30C). Hieraan wordt 6 Keur index toegevoegd. Verder wordt deze basisallocatie met 10 Keur verhoogd voor de uitbreiding van het centrale EFROsecretariaat. De stijging van het beleidskrediet wordt gecompenseerd met middelen uit het Hermesfonds en met Europese middelen. Hiernaast stijgt het beleidskrediet met 2 Keur voor het Euro infocentrum. Deze 2 keur wordt teruggevorderd bij Europa. Tenslotte wordt het krediet met 1 Keur verhoogd voor het contactpunt in het kader van de transnationale EFRO-programma’s. Ook deze middelen worden teruggevorderd bij Europa. Van de 641 Keur GOK op basisallocatie 90.5 74.99 (2007) wordt er 302 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA74.30C). Hieraan wordt er 75 Keur toegevoegd zodat het uitgesplitste GOK gelijk wordt gezet met het uitgesplitste GVK (377 Keur). Verder wordt deze basisallocatie verhoogd met 5 Keur index en 13 Keur voor de nieuwe initiatieven. Basisallocatie EA74.70B – Overige investeringsgoederen Departement EWI Begroting 2007 : PR 90.5 BA 74.00 – Overige investeringsgoederen beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar EA74.70B en EA74.71C) 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 36
Van de 52 Keur GVK op basisallocatie 90.5 74.00 (2007) wordt er 35 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA74.70B). Hieraan wordt 1 Keur index toegevoegd. Basisallocatie EA74.71C – Overige investeringsgoederen IVA Agentschap Economie Begroting 2007 : PR 90.5 BA 74.00 – Overige investeringsgoederen beleidsdomein EWI (uitgesplitst naar EA74.70B en EA74.71C) 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 49
Van de 52 Keur GVK op basisallocatie 90.5 74.00 (2007) wordt er 17 Keur uitgesplitst naar deze basisallocatie (EA74.71C). Verder wordt deze basisallocatie met 25 Keur verhoogd voor de uitbreiding van het centrale EFRO-secretariaat, met 5 Keur voor het Euro infocentrum en met 2 Keur voor het contactpunt in het kader van de transnationale EFRO-programma’s.
400
4UVL m/S#
PROGRAMMA EB PROVISIES DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN 2007 (begrotingscontrole) 0 0
AO TO
2008 (raming) 0 0
2. UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet) 0 0 0 0 0
2008 (krediet) 11.714 0 0 0 0
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANSTPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten Het uitbouwen van een duurzaam aanbod van goed uitgeruste bedrijventerreinen en -gebouwen overeenkomstig de krachtlijnen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, is een belangrijke beleidsprioriteit. Deze doelstelling moet nagestreefd worden rekening houdend met een adequate inpassing van de ondernemingen in de omgeving, inclusief de problematiek van de zonevreemde bedrijven en vervuilde en verlaten verouderde bedrijventerreinen .
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie 1. UITGAVEN Basisallocatie EB01.01C – Provisie voor bedrijventerreinen Begroting 2007: nieuwe basisallocatie Agentschap Economie 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
2008 (krediet) 11.714
Dit krediet zal aangewend worden voor de ontwikkeling van belangrijke bedrijventerreinen waarvan, gezien de subsidiebedragen, de subsidie niet binnen het Hermesbudget gedragen kan worden. Zo zal de subsidie van het bedrijventerrein Meise-Westrode moeten worden vastgelegd op het budget van 2008. Op zichzelf zou de ontwikkeling van dit terrein een geraamde subsidie van 16 miljoen euro vergen. De ligging van dit terrein op de as Brussel-Antwerpen en de opvolging in het kader van START, maken dat met het oog op de realisatie van dit terrein een sluitende financiering moet worden voorzien.
401
4UVL m/S#
PROGRAMMA EC ALGEMEEN DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN 2007 (begrotingscontrole) 46.820 150
AO TO
2008 (raming) 32.616 150
2. UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet) 13.106 8.932 11.542 50 0
2008 (krediet) 13.879 10.748 9.568 50 0
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING VAN ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten Het programma C “Algemeen” binnen het beleidsdomein economie, wetenschap en innovatie omvat zowel door het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (entiteit B) als door het agentschap Economie (entiteit C) beheerde kredieten die niet volledig en/of eenduidig aan een welbepaald inhoudelijk beleidsprogramma kunnen worden toegewezen. Om deze kredieten toch beleidsmatig te kunnen situeren, worden ze in de hiernavolgende oefening gekoppeld aan de meest relevante door de respectieve entiteiten gedefinieerde beleidsdoelstellingen. Departement Economie, Wetenschap en Innovatie De missie en de strategische/operationele doelstellingen van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) zitten hoofdzakelijk vervat in de inhoudelijke beleidsprogramma’s EE “Beleidsondersteuning en Academisch Beleid”, EF “Valorisatie en Industrieel Beleid” en EG “Sensibilisering en Samenleving” (zie de desbetreffende Memories van Toelichting voor een meer gedetailleerde omschrijving van deze doelstellingen). In de onderstaande tabel wordt een schematisch overzicht gegeven van de instrumenten (basisallocaties) die door EWI verder nog vanuit het onderhavige programma EC worden ingezet om zijn beleidsdoelstellingen te realiseren. Strategische doelstelling(en)
Operationele doelstelling(en)
Voorbereiding, uitvoering en opvolging van het beleid op het vlak van wetenschap, technologie en innovatie
Transparante beleidsstructuren Evenwichtige beleidsadvisering Beleidsmonitoring en -evaluatie
Instrumenten (basisallocaties)
Inventarisatie en valorisatie van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek (basisallocatie EC0190B) Conceptie, voorbereiding en uitvoering van wetenschappelijke acties (basisallocatie EC1201B) Ondersteuning van het Steunpunt O&O-statistieken (basisallocatie EC3304B) Inventarisatie van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek (basisallocatie EC4104B) ICT als hefboom voor e-government (basisallocatie EC1207B)
4UVL m/S#
Versterking van het fundamenteel en toepassingsgericht wetenschappelijk onderzoek
402
Schaalvergroting en internationalisering van het fundamenteel en toepassingsgericht wetenschappelijk onderzoek via bijkomende ondersteunende initiatieven
Versterking van het beleidsvoorbereidend onderzoek
Verder ontwikkelen van een vernieuwd kader voor het beleidsvoorbereidend onderzoek
Bevorderen van meer en beter ondernemerschap
Ondersteuning van internationale wetenschappelijke samenwerking (basisallocaties EC1225B en EC3311B) Financiering van de Vlaamse deelname aan het Europese ERANET VISION (basisallocatie EC3510B) Ondersteuning van de Vlaamse deelname aan Europese O&Oprogramma’s (basisallocatie EC4107B) ICT als hefboom voor e-onderzoek en e-government (basisallocatie EC1207B) Ondersteuning van het beleidsgericht onderzoek (basisallocatie EC1229B) Ondersteuning van de Steunpunten Beleidsrelevant Onderzoek (basisallocatie EC3303B) ICT als hefboom voor e-onderzoek en e-government (basisallocatie EC1207B) Studie duurzaam ondernemen (basisallocatie EC1222B) Ondersteuning van het Steunpunt Ondernemen en Internationaal Ondernemen (basisallocatie EC3301B) ICT als hefboom voor e-onderzoek, e-business en e-government (basisallocatie EC1207B)
Agentschap Economie Wat het agentschap Economie betreft, kunnen de missie en de strategische/operationele doelstellingen grotendeels worden vervat in het inhoudelijke beleidsprogramma ED “Economisch ondersteuningsbeleid” (zie de Memorie van Toelichting bij dit programma voor een meer gedetailleerde omschrijving van deze doelstellingen). De onderstaande tabel geeft een schematisch overzicht van de instrumenten (basisallocaties) die het agentschap Economie verder vanuit het onderhavige programma EC inzet om zijn beleidsdoelstellingen te realiseren. Strategische doelstelling(en)
Operationele doelstelling(en)
Instrumenten (basisallocaties)
Ondernemingen ondersteunen in hun competitiviteit
Bevorderen van de endogene groei door het stimuleren van het Vlaamse ondernemerschap (stimuleren van starters, doorgroei van Vlaamse KMO’s naar slagvaardige ondernemingen, verbeteren van de economische performantie van de Vlaamse ondernemingen) Versterking van de positie van de onderneming door gebruik te maken van opportuniteiten binnen de netwerkeconomie (OD1) Professionalisering van de ondernemer en ondersteuning van starters en doorgroeiers in hun bedrijfsevolutie (OD2)
Tegemoetkomingen in de rentes op leningen toegestaan overeenkomstig de wet van 23 augustus 1948 (basisallocatie EC3104C)
Het ondernemerschap bevorderen
Ondersteuning van de VZW Vlaamse Jonge Ondernemingen (basisallocatie EC3302C) (OD1) Ondersteuning van de VZW Vlaams Centrum voor Kwaliteitszorg (basisallocatie EC3306C) (OD2)
403
De omgevingsfactoren faciliteren
Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds
Verdere ondersteuning van het sociaaleconomische streekontwikkelingsbeleid om de economische invalshoek in het lokale en provinciale beleid te versterken en de bottom up input voor het Vlaamse beleid waar te nemen (OD1) Realisatie van sociaaleconomische streekontwikkelingsprojecten voor zover die aansluiten of passen in de doelstellingen van het Vlaams ruimtelijk economisch beleid, in het bijzonder de realisatie van de ijzeren voorraad van bedrijventerreinen, de verduurzaming van bedrijventerreinen en de realisatie van bedrijfshuisvestingsmogelijkheden buiten bedrijventerreinen (OD2) Klantvriendelijke en doelmatige informatieverstrekking van het Europese beleid
Beheer van andere uitgaven passend in het sociale, economische en regionale beleid van de Vlaamse Regering
4UVL m/S#
Subsidiëring van erkende regionale samenwerkingsverbanden (basisallocatie EC4106C) (OD1) Financiering van de opdrachten en samenwerkingsovereenkomsten met de POM’s (basisallocatie EC1223C) (OD1) Ondersteuning van streekcharterprojecten (basisallocatie EC3304C) (OD2)
Ondersteuning van allerlei interregionale economische samenwerkingsverbanden (basisallocatie EC1204C) Overeenkomsten in het kader van samenwerking rond KMO-ontwikkeling met Zuid-Afrika (basisallocatie EC1214C)
Daarnaast worden door het agentschap Economie vanaf het onderhavige programma EC middelen ingezet ter ondersteuning van het beleid, in het bijzonder middelen om maatregelen in de markt te plaatsen en middelen die noodzakelijk zijn voor de informatorische onderbouw van het beleid (waaronder de verdere digitalisering van een aantal maatregelen): uitgaven voor communicatie-initiatieven met betrekking tot het economisch beleid (basisallocatie EC1222C); specifieke informaticakosten – projectkosten (basisallocaties EC1240C en EC1241C); specifieke werkingskosten inzake het economisch beleid, met inbegrip van onder meer honoraria, uitgaven tot aanmoediging van de ondernemingsinvesteringen en uitgaven met betrekking tot economische manifestaties (basisallocatie EC1201C).
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie 1. Ontvangsten Basisallocatie EC0690B – Allerhande inkomsten m.b.t. het wetenschapsbeleid (Fonds Programmatie Wetenschapsbeleid, artikel 5 Decreet 28/11/1995) Begroting 2007: PR 71.10 BA 06.90 – Allerhande inkomsten m.b.t. het wetenschapsbeleid (Fonds Programmatie Wetenschapsbeleid, artikel 5 Decreet 28/11/1995) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) AO TO
2007 (raming begrotingscontrole)
2008 (raming)
150
150
Decretale basis voor deze ontvangst is het “Fonds Programmatie Wetenschapsbeleid” (Decreet van 28 november 1995, artikel 5). In 2008 wordt een ontvangst van ongeveer K€ 100 verwacht in het kader van de overeenkomst tussen de federale overheid enerzijds en de gemeenschappen en de gewesten anderzijds betreffende de statistische en documentaire gegevensverzameling. Daarnaast wordt een (geraamde) ontvangst van K€ 50 voorzien voor de deelname in diverse door de Europese Commissie gefinancierde ERA-NETten.
404
4UVL m/S# 2. Uitgaven
Basisallocatie EC0190B – Uitgaven m.b.t. de inventarisatie en valorisatie van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek Begroting 2007: PR 71.10 BA 01.90 – Uitgaven m.b.t. de inventarisatie en valorisatie van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
50
50
NGK GVK GOK VRK MACH
Decretale basis voor de ontvangst is het “Fonds Programmatie Wetenschapsbeleid” (Decreet van 28 november 1995, artikel 5). In 2008 wordt een ontvangst van ongeveer K€ 100 verwacht in het kader van de overeenkomst tussen de federale overheid enerzijds en de gemeenschappen en de gewesten anderzijds betreffende de statistische en documentaire gegevensverzameling. Daarnaast wordt een (geraamde) ontvangst van K€ 50 voorzien voor de deelname in diverse door de Europese Commissie gefinancierde ERA-NETten. Dit laatste bedrag wordt tegelijk ook als uitgave voorzien voor de werking in 2008 van deze ERA-NETten (realisatie van het contractuele werkprogramma). Basisallocatie EC1201C – Specifieke werkingskosten inzake het economisch beleid, met inbegrip van onder meer honoraria, uitgaven tot aanmoediging van de ondernemingsinvesteringen en uitgaven met betrekking tot economische manifestaties Begroting 2007: PR 51.10 BA 12.01 – Specifieke werkingskosten inzake het economisch beleid, met inbegrip van onder meer honoraria, uitgaven tot aanmoediging van de ondernemingsinvesteringen en uitgaven met betrekking tot economische manifestaties Agentschap Economie NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 159
2008 (krediet) 250
Deze werkingsmiddelen zijn noodzakelijk voor de dagelijkse werking van het agentschap Economie. De overheveling van K€ 4 t.g.v. de begrotingscontrole 2007 naar basisallocatie EC4106C (subsidiëring erkende regionale samenwerkingsverbanden) is structureel (regularisatie DAC’ers ERSV Limburg). De overheveling van K€ 89 naar basisallocatie EG4104B (Dotatie aan het VLAO) was daarentegen éénmalig. Basisallocatie EC1201B – Uitgaven m.b.t. de conceptie, voorbereiding en uitvoering van wetenschappelijke acties op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor wetenschaps- en innovatiebeleid Begroting 2007: PR 71.10 BA 12.01 – Uitgaven m.b.t. de conceptie, voorbereiding en uitvoering van wetenschappelijke acties op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor wetenschaps- en innovatiebeleid
405
4UVL m/S#
Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
1.172 1.020
1.185 1.020
NGK GVK GOK VRK MACH
De kredieten op onderhavige basisallocatie worden vooral gebruikt voor de financiering van studies en analyses in het kader van de voorbereiding van nieuwe acties. De uitbouw van een prospectief beleid rond economie, wetenschap en innovatie vormt daarbij een essentieel aandachtspunt in 2008. Daarnaast worden de kredieten ook aangewend voor de evaluatie van lopende en/of afgeronde beleidsinitiatieven ter ondersteuning van de essentiële functie van de voorbereiding, monitoring en evaluatie van het beleid. Het gaat hier per definitie om studies en analyses die op korte termijn moeten kunnen worden opgestart en opgeleverd. De inschatting van de kredietbehoefte in 2008 gaat uit van constant beleid. Bij de bepaling van de benodigde betaalkredieten wordt, gelet op het korte termijn karakter van de beoogde studies en analyses, uitgegaan van een volledige financiële afhandeling van deze initiatieven in hun opstartjaar (2008). Basisallocatie EC1204C – Uitgaven voor allerlei interregionale economische samenwerkingsverbanden Begroting 2007: PR 51.10 BA 12.04 – Uitgaven voor allerlei interregionale economische samenwerkingsverbanden Agentschap Economie NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 97
2008 (krediet) 98
Het budget wordt onder meer aangewend in het kader van het buitenlands economisch beleid voor deelname vanuit de functioneel bevoegde diensten aan de vaste gemengde commissies, zendingen naar en ontvangen van delegaties vanuit Centraal en Oost-Europa, EU-landen en regio’s in het kader van de uitvoering van verdragen, overlegcomités en Europese programma’s. Basisallocatie EC1207B – Uitgaven ter bevordering van de Vlaamse informatiemaatschappij in het kader van de Lissabon-strategie Begroting 2007: PR 71.10 BA 12.07 – Uitgaven ter bevordering van de Vlaamse informatiemaatschappij in het kader van de Lissabon-strategie Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
3.035 2.112
3.069 2.136
In het “Actieplan Vlaanderen i2010” dat in 2006 door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd en dat concrete invulling geeft aan de ontwikkeling van de Vlaamse informatiemaatschappij in het kader van de
406
4UVL m/S#
Lissabon-strategie, kiest de Vlaamse overheid onder meer resoluut voor e-onderzoek, waarbij ze de digitale infrastructuur verder wil uitbouwen die nodig is om efficiënt en effectief aan onderzoek te kunnen doen. Onder die digitale infrastructuur wordt onder meer begrepen: het elektronisch onderzoeksnetwerk, supercomputers, softwareplatformen, softwaretools en digitale hulpmiddelen, gegevensbanken en grids. In het kader van e-onderzoek werd een stuurgroep opgericht, die de opdracht heeft gekregen om een concreet meerjarenstappenplan voor te leggen m.b.t. de verdere uitbouw, het onderhoud en het (stimuleren van het) gebruik van de digitale infrastructuur voor onderzoek. Dat meerjarenstappenplan is dynamisch en zal periodiek (jaarlijks) door de stuurgroep e-onderzoek worden geactualiseerd. De kredietbehoefte voor 2008 op onderhavige basisallocatie werd geraamd op basis van het meerjarenstappenplan e-onderzoek en uitgaande van constant beleid. Basisallocatie EC1214C – Overeenkomsten in het kader van samenwerking rond KMO-ontwikkeling met Zuid-Afrika Begroting 2007: PR 51.40 BA 12.14 – Overeenkomsten in het kader van samenwerking rond KMO-ontwikkeling met ZuidAfrika Agentschap Economie NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
600
205
Het betreft hier een uitdovende basisallocatie ter financiering van vijf overeenkomsten in het kader van samenwerking rond KMO-ontwikkeling tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika. Deze samenwerking vindt zijn oorsprong in het Samenwerkingsprogramma Vlaanderen – Zuid-Afrika 2005 – 2006 van 4 mei 2005. Basisallocatie EC1220B – Allerhande communicatie-initiatieven met betrekking tot wetenschap, technologie en innovatie op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor wetenschaps- en innovatiebeleid Begroting 2007: PR 71.10 BA 12.20 – Allerhande communicatie-initiatieven met betrekking tot wetenschap, technologie en innovatie op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor wetenschaps- en innovatiebeleid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 141
2008 (krediet) 143
Met de kredieten op onderhavige basisallocatie worden algemene en sectorale communicatie-initiatieven van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) en van de functioneel bevoegde minister ondernomen. Het is noodzakelijk een beperkt krediet voor dergelijke initiatieven te voorzien teneinde het beleid naar de bevolking te kunnen communiceren. Een gedeelte van deze kredieten wordt besteed aan recurrente initiatieven zoals de jaarlijkse uitgave van de Speurgids (een volledig overzicht van de middelen die de Vlaamse overheid jaarlijks vrijmaakt voor economie, wetenschap en innovatie), het onderhoud en de verdere uitbouw en optimalisering van de EWI-webstek en de periodieke (viermaandelijkse) uitgave van de EWI-review. Voor het overige wordt het beschikbare krediet besteed aan communicatie-initiatieven
407
4UVL m/S#
(publicaties, evenementen, …) die de bekendmaking van het Vlaamse innovatiebeleid naar de bevolking toe verder kunnen bevorderen en die inspelen op de actualiteit. De ingeschatte kredietbehoefte voor 2008 gaat uit van constant beleid. Basisallocatie EC1221C – Overeenkomsten in het kader van de opdrachtenfuncties van de GOM’s (pro memorie) Begroting 2007: PR 51.10 BA 12.21 – Overeenkomsten in het kader van de opdrachtenfuncties van de GOM’s Agentschap Economie 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
388
0
NGK GVK GOK VRK MACH
Deze basisallocatie blijft pro memorie behouden met het oog op eventuele betalingen in 2008. De kans dat dit nog zal gebeuren is echter zeer gering. Basisallocatie EC1222B – Studie Duurzaam Ondernemen Begroting 2007: PR 51.20 BA 12.20 – Studie Duurzaam Ondernemen Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 50
2008 (krediet) 51
In 2008 zal een – op onderhavige basisallocatie aan te rekenen – studie worden verricht naar de economische, ecologische en maatschappelijke impact op lange termijn van de ontwikkeling van de biotechnologiesector in Vlaanderen. De kredietbehoefte voor de realisatie van deze studie wordt geraamd onder constant beleid. Basisallocatie EC1222C – Uitgaven voor communicatie-initiatieven met betrekking tot het economisch beleid Begroting 2007: PR 51.10 BA 12.22 – Uitgaven voor communicatie-initiatieven met betrekking tot het economisch beleid Agentschap Economie NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
807 606
816 814
408
4UVL m/S#
Vanuit deze basisallocatie worden de communicatie-initiatieven van het agentschap Economie gefinancierd. In concreto gaat het om kosten voor het inhuren van de expertise van een extern professioneel communicatiebureau evenals de kosten voor media-aankoop. Basisallocatie EC1223C – Middelen ter financiering van de opdrachten en samenwerkingsovereenkomsten met de POM’s Begroting 2007: PR 51.10 BA 12.23 – Middelen ter financiering van de opdrachten en samenwerkingsovereenkomsten met de POM’s Agentschap Economie NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
350 192
48 208
Via het decreet houdende vaststelling van het kader tot oprichting van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen (POM’s) van 7 mei 2004 werd de mogelijkheid gecreëerd in elke provincie een POM op te richten. Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen zijn publiekrechtelijke instellingen met rechtspersoonlijkheid. De POM’s vormen volgens het decreet de instrumenten waarmee op provinciaal niveau het sociaaleconomisch beleid wordt uitgevoerd. De POM’s hebben als taak bij te dragen tot de bevordering van de sociaaleconomische ontwikkeling van het werkgebied, met name door de ondersteuning en uitvoering van de sociaaleconomische projecten. Zij moet bovendien de provinciale sociaaleconomische strategie via ontwikkeling, uitvoering en begeleiding van projecten onderbouwen. Meer bepaald dienen de POM’s volgens artikel 5 van het decreet actief te zijn in het kader van: projecten gericht op de versterking van de infrastructuur tot vestiging van het bedrijfsleven en ontwikkeling van de ruimtelijk economische infrastructuur; projecten gericht op een bedrijfsversterkend resultaat; de medewerking aan projecten tot efficiënte aanwending van de bedrijfsinfrastructuur, zoals brownfieldsprojecten. Artikel 5 §3 geeft aan dat de POM – voor zover het binnen de missie of de taken van artikel 5 past – kan worden belast met specifieke opdrachten door de Vlaamse Regering. Nog volgens artikel 5 kan dit enkel na overleg tussen de Vlaamse Regering en de provincie, en op voorwaarde dat de opdracht dan gebeurt voor rekening van de Vlaamse Regering. Op basis van artikel 6, §1, 3°, van het decreet hebben de POM’s de mogelijkheid om bij de uitvoering van hun taken al dan niet duurzame samenwerkingsverbanden en/of vennootschappen en verenigingen op te richten, en/of het erin deelnemen, zulks met het oog op de verwezenlijking van economische projecten. Onderhavige basisallocatie werd gecreëerd om de financiering van dergelijke opdrachten van de POM’s mogelijk te maken. Basisallocatie EC1225B – Uitgaven in het kader van internationale wetenschappelijke samenwerking Begroting 2007: PR 71.20 BA 12.24 – Uitgaven in het kader van internationale wetenschappelijke samenwerking Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI)
409
2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
4UVL m/S#
2008 (krediet) 64
53 2.370
Omwille van transparantie en begrotingstechnische redenen werden de beleidskredieten op onderhavige basisallocatie bij de begrotingsopmaak 2007 grotendeels herverdeeld, en werden nieuwe basisallocaties gecreëerd voor de betoelaging van het UNESCO Trustfonds voor Wetenschappen (basisallocatie EE3541B), de toe te kennen subsidies in het kader van het actieplan voor internationale wetenschappelijke en technologische innovatiesamenwerking (basisallocatie EC3311B) en de specifieke subsidies aan het Instituut voor Plantenbiotechnologie voor Ontwikkelingslanden – IPBO (basisallocatie EE3302B), het Internationaal Centrum voor Reproductieve Gezondheid – ICRH (EE3303B) en het Vlaams Instituut voor de Zee voor de ondersteuning en werking van de ESF Marine Board (basisallocatie EE3345B). De op deze basisallocatie nog overblijvende kredietbehoefte heeft betrekking op de meer generieke (kleinere) uitgaven in het kader van internationale samenwerking (onder meer [inter]nationale wetenschappelijk/technologische zendingen en de ontvangst van buitenlandse delegaties), en is voor wat betreft het werkingsjaar 2008 gebaseerd op constant beleid, waarbij een krediet van K€ 10 vanaf basisallocatie EE3302B wordt overgeheveld naar onderhavige basisallocatie. Aangezien de nog lopende initiatieven uit voorgaande jaren in 2007 (financieel) zullen worden afgerond, kunnen de betaalkredieten op onderhavige basisallocatie in 2008 worden gelijkgesteld met de beleidskredieten, en wordt de kredietsoort gewijzigd van een gesplitst krediet in een niet-gesplitst krediet. Basisallocatie EC1229B – Beleidsgericht onderzoek Begroting 2007: PR 71.40 BA 12.29 – Beleidsgericht onderzoek Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
500
962
NGK GVK GOK VRK MACH
Het Programma Beleidsgericht Onderzoek is een uitdovend programma waarvoor het betalingsritme is aangepast aan de bepalingen in de desbetreffende overeenkomsten enerzijds, en aan het (tijdig) indienen van schuldvorderingen door de betrokken instellingen in het kader van vermelde programmaprojecten anderzijds. Aan een aantal projecten werden verlengingen van de duurtijd toegekend. De in de begroting 2008 in te schrijven betaalkredieten zullen worden gebruikt om de nog resterende projecten volledig uit te betalen en af te handelen. Basisallocatie EC1240C – Specifieke informaticakosten Administratie Economie: projectkosten Begroting 2007: PR 51.10 BA 12.40 – Specifieke informaticakosten Administratie Economie: projectkosten Agentschap Economie NGK GVK GOK
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
1.622
170
410
4UVL m/S# VRK MACH
Voor de betaling van de contracten die werden vastgelegd in 2006 moeten in 2008 nog betaalkredieten worden voorzien ten bedrage van K€ 170. Basisallocatie EC1241C – Specifieke informaticakosten IVA agentschap Economie: projectkosten Begroting 2007: PR 51.10 BA 12.41 – Specifieke informaticakosten IVA agentschap Economie: projectkosten Agentschap Economie 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
2.165 1.100
2.165 1.750
NGK GVK GOK VRK MACH
Op deze basisallocatie worden de informaticaprojecten van het agentschap Economie aangerekend. Het gaat hier meer bepaald over de interactieve webapplicaties “BEA” (Budget voor Economisch Advies), “Groeipremie” en “Ecologiepremie”. Tevens worden deze interactieve maatregelen gekaderd binnen het grotere geheel van het unieke bedrijvenloket www.vlaanderen.be/ondernemen. Daarnaast dienen ook nog middelen te worden voorzien voor allerhande (recurrente) informatica-initiatieven (aanpassing toepassing SEPA, VIP-project “ondernemingsfoto”, EFRO, dossieropvolgingssysteem, MIS-project, versiebeheer, digitale archivering, E-economy fase 3, post digitaliseren en ACM-module). Basisallocatie EC3104C – Tegemoetkomingen in de rentes op leningen toegestaan overeenkomstig de wet van 23 augustus 1948 – artikel 1 – littera C Begroting 2007: PR 51.10 BA 31.04 – Tegemoetkomingen in de rentes op leningen toegestaan overeenkomstig de wet van 23 augustus 1948 – artikel 1 – littera C Agentschap Economie NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
56
25
Op de leningen toegestaan voor 1993 met een gemiddelde looptijd van 15 jaar in het kader van de wet op de scheepskredieten van 1948 volstaat in 2008 een betaalkrediet van K€ 25. Basisallocatie EC3301B – Subsidie voor een co-financiering van het Steunpunt Ondernemen en Internationaal Ondernemen Begroting 2007: PR 51.20 BA 33.01 – Subsidies aan het Steunpunt Economie Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK
2007 (krediet BC) 263
2008 (krediet) 267
411
4UVL m/S#
GVK GOK VRK MACH
Op 12 mei 2006 hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de krachtlijnen voor een nieuwe oproep tot het indienen van voorstellen tot erkenning en financiering van steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek. Vanuit het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) wordt een bedrag van 262.500 euro aan cofinanciering voorzien voor het steunpunt Ondernemen en Internationaal Ondernemen. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de vigerende gezondheidsindex, met als basisjaar 2007. Basisallocatie EC3302C – Subsidie aan de VZW Vlaamse Jonge Ondernemingen Begroting 2007: PR 51.10 BA 33.02 – Subsidie aan de VZW Vlaamse Jonge Ondernemingen Agentschap Economie NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 964
2008 (krediet) 1.000
De VZW Vlaamse Jonge Ondernemingen (VLAJO) heeft als missie studerende jongeren vroegtijdig vertrouwd te maken met het ondernemerschap en hiertoe bedrijven en scholen te mobiliseren in een win/win relatie, om zodoende bij te dragen tot de welvaart en het welzijn van Vlaanderen. De doelgroep van dit initiatief zijn in eerste instantie de jongeren in het lager en secundair onderwijs en hogeschoolstudenten. Met een praktijkgerichte formule, zoals “mini-onderneming”, gekoppeld aan een nationale en wereldcompetitie, zet VLAJO zich in om bij jongeren uit het secundair onderwijs – en dit zowel in het algemeen, technisch als het beroepsonderwijs – ondernemerscompetenties te ontwikkelen en hen interesse te laten krijgen in de opstart van een onderneming (in het schooljaar 2002 – 2003: 307 leergroepen). Sinds het schooljaar 2001 – 2002 werd de formule mini-onderneming in een aangepast kleedje gegoten en in de vorm van “Small Business Projects” toegepast in hogescholen, en dit met een onverhoopt succes. In aansluiting op het onderzoek naar de haalbaarheid van het Lifelong Learning Model Entrepreneurship Education werd in 2003 tevens de Kid@Bizz-doeformule gelanceerd. Via een zesweeks programma wordt bij 10- tot 12-jarigen het ondernemend gedrag ontwikkeld. VLAJO beoogt met zijn projecten de kennisoverdracht inzake ondernemerschap. Hierbij wordt aandacht besteed aan kennisverwerving door de jongeren en hun leerkrachten over het bedrijfsleven. Hiernaast wordt het belang van netwerking met andere actoren in het ondernemersveld en met promotoren van ondernemerschap niet uit het oog wordt verloren. Het totale budget van de VZW wordt aangewend voor de financiering van de personeels- en werkingskosten. Basisallocatie EC3303B – Subsidie aan Steunpunten Beleidsrelevant Onderzoek Begroting 2007: PR 71.40 BA 33.03 – Subsidie aan Steunpunten Beleidsrelevant Onderzoek Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK
2007 (krediet BC) 8.500
2008 (krediet) 8.628
412
4UVL m/S# MACH
Op 12 mei 2006 hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de krachtlijnen voor een nieuwe oproep tot het indienen van voorstellen tot erkenning en financiering van Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek. In 2007 werd hiervoor vanuit het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) een totaalbudget voorzien van K€ 8.500. Vanaf 2008 wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd a rato van de vigerende gezondheidsindex, met als basisjaar 2007. Basisallocatie EC3304C – Middelen ter ondersteuning van streekcharterprojecten Begroting 2007: PR 51.10 BA 33.04 – Uitgaven ter bevordering van ondernemerschap op streekniveau Agentschap Economie 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
323
171
NGK GVK GOK VRK MACH
Het betreft hier de verdere uitbetaling van de projecten die gesubsidieerd werden via de – intussen afgeschafte – oproepen voor streekcharterprojecten. De in 2008 benodigde betaalkredieten werden berekend op basis van het nog uit te betalen bedrag verdeeld over de jaren dat de projectpromotoren deze middelen kunnen aanvragen (uiterlijk eind 2009 dienen de laatste saldo’s te worden opgevraagd). Basisallocatie EC3304B – Subsidie co-financiering Steunpunt O&O-indicatoren Begroting 2007: PR 71.40 BA 33.04 – Subsidie Steunpunt O&O-indicatoren Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 1.147
2008 (krediet) 1.164
Op 12 mei 2006 hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de krachtlijnen voor een nieuwe oproep tot het indienen van voorstellen tot erkenning en financiering van Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek. Vanuit het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) wordt ook een cofinanciering voorzien voor het Steunpunt O&O-indicatoren. Deze subsidie wordt jaarlijks geïndexeerd a rato van de vigerende gezondheidsindex, met als basisjaar 2007. Basisallocatie EC3306C – Subsidies aan de VZW Vlaams Centrum voor Kwaliteitszorg Begroting 2007: PR 51.10 BA 33.06 – Subsidies aan de VZW Vlaams Centrum voor Kwaliteitszorg Agentschap Economie NGK GVK
2007 (krediet BC) 372
2008 (krediet) 372
413
4UVL m/S#
GOK VRK MACH
Sinds de oprichting van de VZW Vlaams Centrum voor Kwaliteitszorg (VCK) in 1984 is er een financiële ondersteuning geweest van de kwaliteitszorg in Vlaanderen. De bedoeling hiervan is het bedrijfsleven en de consumenten bewust te maken van de noodzaak om te streven naar kwaliteit. Kwaliteitszorg is een actie die permanent ondersteund dient te worden. Hiervoor neemt het VCK voortdurend nieuwe initiatieven. Aan het VCK wordt jaarlijks een subsidie verleend van maximaal K€ 372 om de bevordering van de kwaliteitszorg te promoten. De eigen financiële inspanning van het VCK bedraagt minstens K€ 496. Basisallocatie EC3311B – Subsidies in het kader van internationale wetenschappelijke en innovatiesamenwerking Begroting 2007: PR 71.20 BA 33.01 – Subsidies in het kader van internationale wetenschappelijke en innovatiesamenwerking Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
1.350 650
3.465 2.107
Het Vlaamse Innovatiepact identificeert internationalisering als één van de grote uitdagingen voor het wetenschaps- en innovatiebeleid. Hoewel belangrijke Vlaamse onderzoekers en Vlaamse bedrijven erin slagen om een internationaal netwerk uit te bouwen en daarin een belangrijke rol te spelen, dient dit verder te worden ondersteund. Het is een opdracht van de Vlaamse overheid om ook voor dit deel van het beleid een ruimere autonomie voor Vlaanderen te verwerven, om aldus als Vlaamse overheid rechtstreeks naar de Europese overheid toe standpunten te kunnen innemen en te verdedigen. Daarnaast is het tot nu toe gevoerde beleid inzake internationale bilaterale wetenschappelijke samenwerking aan herziening toe. Hiertoe zal in het najaar van 2007 een meerjarig “actieplan internationale wetenschappelijke en innovatiesamenwerking” ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering, waarbij de accenten zullen liggen op (1) het opzetten van strategische samenwerkingsverbanden met prioritaire partnerlanden, (2) de cofinanciering van de Vlaamse deelname aan ERA-NET initiatieven in het kader van de Europese Onderzoeksruimte, (3) maatregelen ter ondersteuning van de deelname van Vlaamse KMO’s aan internationale onderzoeksprogramma’s, en (4) de versterking van internationale coördinatieacties. In afwachting van het definitieve meerjarige actieplan internationale wetenschappelijke en innovatiesamenwerking wordt het finale beleidskrediet 2007 op onderhavige basisallocatie opnieuw voorzien in 2008, vermeerderd met het bij de begrotingsopmaak 2008 gehanteerde indexpercentage. Daarenboven worden voor 2008 in het kader van internationale wetenschappelijke en innovatiesamenwerking ook nog bijkomende middelen (bedrag: K€ 2.100) voorzien, met het oog op (1) de opzet van bijkomende acties ter versterking van de strategische samenwerkingsverbanden met prioritaire partnerlanden of –regio’s, en (2) de verdere uitbouw van de wetenschappelijke samenwerking in het kader van ontwikkelingshulp (“capacity building”). Basisallocatie EC3510B – Deelname aan het Europese VISION ERA-NET Nieuwe basisallocatie in 2008 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI)
4UVL m/S# 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
414
2008 (krediet) 350
Het VISION ERA-net is een Europees samenwerkingsnetwerk van ministeries en agentschappen omtrent het innovatiebeleid. Het heeft tot doel de kwaliteit en de doeltreffendheid van innovatiebeleidsplanning bij de partnerorganisaties te verbeteren. Het netwerk omvat 12 partners van 10 landen en loopt tussen mei 2005 en april 2008. Het is de bedoeling om een opvolgingsproject (“ERA-net+”) in te dienen. De doelstellingen van VISION omvatten: het coördineren van Europees onderzoek naar innovatie en technologie; het gebruik verbeteren van onderzoeks- en evaluatie-intelligentie in beleidsvorming; het uitbreiden en bevorderen van een Europees kennisplatform over innovatiebeleid; identificeren van gemeenschappelijke kennis en ontwikkelingsbehoeften omtrent de voorbereiding van besluitvorming over het innovatiebeleid. Om de doelstellingen te realiseren zullen vanaf 2008 gezamenlijke projectoproepen worden gelanceerd. Er zijn twee types: contractonderzoek (vooral gericht op consultancybedrijven) en onderzoeksprojecten (vooral gericht op onderzoeksinstellingen). In 2007 is een pilootoproep gelanceerd. De oproep werd op 22 mei 2007 gesloten. Het betreft een beperkte oproep om de “infrastructuur” (processen, procedures, ...) van het VISION-netwerk te testen. Met een beperkt budget van ongeveer K€ 500 worden tijdens de pilootfase kleine projecten gefinancierd. Elke partner draagt ongeveer K€ 50 bij. De volgende fase betreft de “joint actions”. Dit zijn de eigenlijke gezamenlijk bepaalde en uitgeschreven onderzoeksoproepen. Deze worden opnieuw uitgesplitst in contractonderzoek en onderzoeksprojecten. Elk land bepaalt zelf het bedrag dat het aan contractonderzoek resp. projectonderzoek wil besteden. Daarbij wordt uitgegaan van een jaarlijks bedrag van K€ 350. Basisallocatie EC4104B – Subsidie in verband met de inventarisatie van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek (IWETO) Begroting 2007: PR 71.10 BA 41.04 – Subsidie in verband met de inventarisatie van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek (IWETO) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 256
2008 (krediet) 259
IWETO werd in het begin van de jaren ‘90 opgezet als de inventaris van het wetenschappelijk onderzoek dat uitgevoerd wordt aan de Vlaamse universiteiten. Het ontsluiten van de gegevens gebeurde zowel via de website van de (toenmalige) administratie Wetenschap en Innovatie (AWI) als intern voor ad hoc analyses en voor bevragingen voor interne en externe klanten. Op basis van IWETO wisselt het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) federaal en internationaal onderzoeksgegevens uit. In het kader van de overeenkomst betreffende de inventarisatie van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek in Vlaanderen (IWETO) van 31 mei 1993, gewijzigd door de overeenkomst van 15 december 1999, ontvangen de universiteiten (jaarlijks) een vergoeding a rato van het aantal tijdig geleverde en kwaliteitsvolle records. De kwaliteitseisen maken deel uit van de overeenkomst. De raming van de kredietbehoefte in 2008 op onderhavige basisallocatie gaat uit van constant beleid.
415
4UVL m/S#
Basisallocatie EC4106C – Subsidiëring van de erkende regionale samenwerkingsverbanden Begroting 2007: PR 51.10 BA 41.06 – Subsidiëring van de erkende regionale samenwerkingsverbanden Agentschap Economie NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 937
2008 (krediet) 950
De subsidiëring van de werking van de erkende regionale samenwerkingsverbanden is voorzien in het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2004 houdende de erkenning en subsidiëring van Erkende Regionale Samenwerkingsverbanden (ERSV’s), gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2006. Het betreft een werkingssubsidie voor de decretaal vastgelegde taakstellingen van de erkende regionale samenwerkingsverbanden. Basisallocatie EC4107B – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van de Vlaamse deelname aan de Europese Programma’s (VCP-werking) Begroting 2007: PR 71.30 BA 41.07 – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van de Vlaamse deelname aan de Europese Programma’s (VCP-werking) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 220
2008 (krediet) 283
Met de invoering van deze nieuwe basisallocatie bij de begrotingscontrole 2007 werden de nodige middelen voorzien om Vlaamse onderzoeksgroepen en bedrijven te ondersteunen bij het verder realiseren van hun onderzoeks- en innovatieactiviteiten via transnationale samenwerking. De acties die hiervoor (verder) zullen worden opgezet situeren zich zowel binnen de interne werking als op het vlak van externe projecten. Interne werking: de verdere uitbouw en optimalisering van het Vlaams Contactpunt (VCP) als centrale structuur ter ondersteuning van de Vlaamse deelname aan Europese O&O-programma’s. Het VCP fungeert als een centraal loket dat instaat voor de basisdienstverlening aan de potentiële deelnemers aan Europese programma’s. Deze dienstverlening omvat onder meer het uitvoeren van activiteiten rond algemene sensibilisering en informatieverstrekking, gerichte informatieverspreiding, adviesverlening en begeleiding op vraag van deelnemers, hulp bij het zoeken naar projectpartners en training. Een belangrijk instrument daarbij is het e-NCP Content Management System dat waardevolle ingewonnen informatie inventariseert en via de website en elektronische nieuwsbrieven beschikbaar stelt voor verdere algemene of gerichte verspreiding; Externe projecten: het inschakelen van experts die instaan voor het proactief benaderen, informeren en begeleiden van KMO’s met het oog op hun eventuele deelname aan Europese programma’s. Ook zullen een aantal samenwerkingsmodaliteiten worden uitgewerkt met Flanders Investment and Trade (FIT) met het oog op een gezamenlijke actie voor het beter betrekken van Vlaamse bedrijven bij de openbare aanbestedingen voor de bouw en het onderhoud van grote Europese onderzoeksinfrastructuur.
4UVL m/S#
416
Voor het geheel van de acties zoals hierboven beschreven werd voor 2007 een bedrag van K€ 220 voorzien, en wordt vanaf 2008 jaarlijks een (te indexeren) bedrag van K€ 280 vooropgesteld.
417
4UVL m/S#
PROGRAMMA ED ECONOMISCH ONDERSTEUNINGSBELEID DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1.
ONTVANGSTEN 2007 (begrotingscontrole)
2008 (raming)
AO TOK
2.
UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet) 286.713 50 50 0 284.683
2008 (krediet) 296.959 0 0 0 290.051
DEEL 2 : INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING De hiernavolgende kredieten vallen onder het beheer van het Agentschap Economie. De uitgebreide toelichting is opgenomen onder deel 3. Basisallocatie 41.41 – Dotatie aan het fonds voor flankerend economisch beleid Begroting 2007: BA 41.41 – Dotatie aan het fonds voor flankerend economisch beleid Agentschap Economie NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 286.713
2008 (krediet) 296.959
Zie deel 3. Basisallocatie 99.11 – Vastleggingsmachtiging fonds voor flankerend economisch beleid Begroting 2007: BA 99.11 – Vastleggingsmachtiging fonds voor flankerend economisch beleid Agentschap Economie 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK
2008 (krediet)
4UVL m/S# VRK MACH
418
284.683
290.051
Zie deel 3.
DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER EN VAN DE VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN, IVA OF EVA
PROGRAMMA ED FONDS VOOR FLANKEREND ECONOMISCH BELEID OF HERMESFONDS Agentschap Economie Het Fonds voor Flankerend Beleid bevat uitsluitend middelen die door het Agentschap Economie worden beheerd. De beheersovereenkomst bepaalt nader de beleidsprioriteiten, strategische en operationele doelstellingen van het Agentschap Economie. Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten De missie die ten grondslag ligt aan de beheersovereenkomst is verwoord in het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 tot oprichting van het Agentschap Economie, in het bijzonder artikel 3: “Het agentschap heeft als missie de concurrentiepositie van ondernemingen in Vlaanderen duurzaam te ondersteunen, te versterken en te stimuleren. Het voert, door middel van erkenningen, subsidie-, krediet- en andere maatregelen, de programma's van economische aard uit die de Vlaamse overheid goedkeurt.” Deze missie wordt vertaald in de volgende strategische doelstellingen
SD1. Ondernemingen in hun competitiviteit ondersteunen; SD2. Het ondernemerschap bevorderen; SD3. De omgevingsfactoren faciliteren; SD4. Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds; SD5. Beheer van andere uitgaven passend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse Regering SD6. De budget- en beheerscyclus optimaliseren.
De laatste doelstelling is functie van de eerste vijf en wordt hierna dan ook niet verder toegelicht. Het gaat in concreto om: 1. de aanwending controleren van de ingezette middelen voor de opgelegde taakstellingen; 2. de uit de beleidsuitvoering verworven informatie verwerken met het oog op de voorbereiding van beleidsondersteunende adviezen. Daarnaast voert het agentschap alle taken uit die aansluiten binnen haar missie, bedoeld in artikel 3 van het voormelde besluit van de Vlaamse Regering, en die bij decreet of door de Vlaamse Regering aan het agentschap worden toevertrouwd, alsmede taken ingevolge afspraken met en op initiatief van het departement, de andere verzelfstandigde agentschappen en andere beleidsdomeinen.
419
4UVL m/S#
A. De omschrijving van de strategische doelstellingen (SD) SD1. De competitiviteit van ondernemingen ondersteunen Het Agentschap Economie wil instrumenten en initiatieven ontwikkelen die de concurrentiepositie van de ondernemingen verstevigen. In principe richt het Agentschap Economie zich tot alle ondernemingen. Met de maatregelen wil het Agentschap Economie wel het verschil maken en dus moet het resultaat duidelijk aantoonbaar zijn. Bovendien wil het Agentschap Economie vooral die aspecten ondersteunen, die de toekomst van de onderneming centraal stellen. Het Agentschap Economie wil dan ook bijdragen tot de vernieuwing van het Vlaams economisch weefsel. SD2. Het bevorderen van ondernemerschap Gezonde ondernemingen vergen in de eerste plaats voldoende ondernemerschap. Het Agentschap Economie wil daaraan bijdragen door advies, opleiding en begeleiding te bieden. We beschouwen ondernemerschap integraal: niet enkel het starten van nieuwe ondernemingen, maar ook het intrapreneurship wordt gestimuleerd. We willen hierbij ook maatregelen beheren die werkelijk een bijdrage leveren, met opnieuw de focus op toekomstgerichte activiteiten. Het agentschap zal dan ook bijdragen tot de creativiteitsstimulering van zowel de ‘entrepreneurs’ als de ‘intrapreneurs’. SD3. De omgevingsfactoren faciliteren Een andere nodige voorwaarde voor een succesvolle economie is het kunnen aanbieden van gunstige omgevingsfactoren voor de ondernemingen. Het Agentschap Economie zal steun verlenen voor de realisatie van bedrijfshuisvestingsmogelijkheden en zal instrumenten ontplooien die bijdragen tot de optimale vestigingsfactoren, zowel voor de Vlaamse ondernemers als voor de buitenlandse ondernemingen die willen investeren in Vlaanderen. We zullen ons hierbij opnieuw concentreren op die factoren die van belang zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de economie. SD4. Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds Het agentschap is het unieke loket voor het beheer van de EFRO-middelen, doelstelling 2 en 3. Door een efficiënt beheer van het EFRO-fonds draagt het Agentschap Economie bij tot het structuurfondsenbeleid van de Europese Unie. Het Agentschap Economie is een knooppunt van het Europese netwerk van de Euro-info-Centra (EIC) in Vlaanderen. De EIC staan in voor een klantvriendelijke en doelmatige informatieverspreiding over het Europese beleid aan de ondernemingen. SD5. Beheer van andere uitgaven passend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse Regering Het Agentschap Economie voert alle taken uit die aansluiten binnen haar missie, bedoeld in artikel 3 van het voormelde besluit van de Vlaamse Regering, en die bij decreet of door de Vlaamse Regering aan het agentschap worden toevertrouwd, alsmede taken ingevolge afspraken met en op initiatief van het departement, de andere verzelfstandigde agentschappen en andere beleidsdomeinen B. Omschrijving van de operationele doelstellingen (OD) SD1. De competitiviteit van ondernemingen ondersteunen OD1. Het bevorderen van de endogene groei door het stimuleren van het nieuw Vlaams ondernemerschap: stimuleren van starters, de doorgroei van Vlaamse KMO’s naar slagvaardige ondernemingen, het verbeteren van de economische performantie van de Vlaamse ondernemingen.
4UVL m/S#
420
SD2. Het bevorderen van ondernemerschap OD1. De versterking van de positie van de onderneming door gebruik te maken van opportuniteiten binnen de netwerkeconomie. OD2. De professionalisering van de ondernemer en ondersteuning van starters en doorgroeiers in hun bedrijfsevolutie. OD3. Het ondersteunen van het menselijk kapitaal binnen de ondernemingen door middel van een systeem van investering in permanente vorming. SD3. De omgevingsfactoren faciliteren OD1. De verdere ondersteuning van het sociaal-economisch streekontwikkelingsbeleid ten einde de economische invalshoek in het lokaal en provinciaal beleid te versterken en de bottom up input voor het Vlaams beleid te waarnemen. OD2. De realisatie van sociaal-economische streekontwikkelingsprojecten voor zover die aansluiten of passen in de doelstellingen van het Vlaams ruimtelijk economisch beleid, in het bijzonder de realisatie van een ijzeren voorraad aan bedrijventerreinen, de verduurzaming van bedrijventerreinen en de realisatie van bedrijfshuisvestingsmogelijkheden buiten bedrijventerreinen. OD3. Het herwaarderen van het stedelijk economisch weefsel en versterking van de plattelandseconomie. OD4. Een duurzaam aanbod van goed uitgeruste bedrijventerreinen en -gebouwen overeenkomstig de krachtlijnen van het RSV met het oog op een adequate inpassing van de ondernemingen in de omgeving, inclusief de problematiek van de zonevreemde bedrijven en vervuilde en verlaten verouderde bedrijventerreinen. SD4. Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds OD1. Uitvoeren van het Europees structuurfondsenbeleid OD2. Klantvriendelijke en doelmatige informatieverstrekking van het Europese beleid C. Omschrijving van de instrumenten SD1. De competitiviteit van ondernemingen ondersteunen (bedragen in duizend euro) OD OD1 41.40 Hermes
Instrumenten Overdrachten aan IWT ter betaling van Vlaamse excellentiepolen
OD1 51.12 Hermes
Investeringssteun in toepassing van de wet van 30.12.1970 en het decreet van 15.12.1993 (ex-FEERR-MGO) – indicatief Investeringssteun in toepassing van de wet van 04.08.78 (ex-FEERR-KO) – indicatief Investeringssteun voor de binnenscheepvaart in toepassing van de wet van 04.08.1978 – indicatief Investeringssteun aan KMO’s in toepassing van het decreet betreffend het economisch ondersteuningsbeleid van 31.01.2003 – indicatief Ecologiesteun in toepassing van het decreet betreffend het economisch ondersteuningsbeleid – indicatief Investeringssteun aan grote ondernemingen in toepassing van het decreet betreffend het economisch ondersteuningsbeleid – indicatief Rentetoelagen als gevolg van hinder door openbare werken Ecologiesteun voor roetfilters
OD1 51.13 Hermes OD1 51.14 Hermes OD1 51.15 Hermes OD1 51.16 Hermes OD1 51.17 Hermes OD1 51.18 Hermes OD1 51.19 Hermes
GOK GVK 2.200
0
19.160
0
12.500
0
0
0
44.000
47.575
95.000
107.585
45.239
30.000
2.500 7.000
5.000 7.000
421
4UVL m/S#
SD2. Het bevorderen van ondernemerschap OD OD2 30.02 Hermes
Instrumenten Initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap in het onderwijs
OD3 OD2 OD1 OD1 OD1
32.01 Hermes 32.02 Hermes 32.04 Hermes 32.08 Hermes 32.11 Hermes
Opleidingscheques – pm Adviescheques- indicatief Business Angel Networks (BAN's) – indicatief Starterscheques Ondernemerschapsportefeuille- indicatief
OD1 OD2 OD2 OD3
33.05 Hermes 33.06 Hermes 33.08 Hermes 33.09 Hermes
Peterschapsprojecten – indicatief Initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap- indicatief TV format- pm Subsidies ter ondersteuning van ondernemingsplanwedstrijden- indicatief
GOK 1.125
GVK 2.500
0 0 308 0 35.170
0 0 0 0 42.900
2.380 3.540 0 300
3.000 4.700 0 600
SD3. De omgevingsfactoren faciliteren OD OD1
12.02 Hermes
OD3 OD1 OD1 OD3
32.03 Hermes 33.03 Hermes 41.05 Hermes 43.20 Hermes
OD2
50.02 Hermes
OD4
61.02 Hermes
Instrumenten Overheidsopdrachten in functie van continuering beleidsgericht onderzoek en het uitwerken van beleidsinitiatieven Project bedrijfsvriendelijke gemeente Erkende regionale samenwerkingsverbanden-streekplatformwerking Gis-contracten Centrummanagement en maatregelen ter versterking van de binnenstedelijke commerciële centra Projecten in het kader van gebiedsgerichte partnerschappen en/of het Vlaams ruimtelijk-economisch beleid Uitgaven voor de aanleg van bedrijventerreinen en voor de heringebruikname van industriële sites
GOK
GVK 443
500
742 50 75 0
800 0 75 0
2.547
3.252
18.900
16.000
GOK 12.801 157
GVK 16.564 0
2.814
0
SD4. Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds OD OD1 32.06 Hermes OD1 32.10 Hermes OD2 41.10 Hermes
Instrumenten EFRO- indicatief Subsidies aan verenigingen en instellingen met betrekking tot de cofinanciering van projecten in het kader van het Europees programma Interreg III- indicatief – overdracht Buitenland Beleid Overdracht wedden en werkingskosten programmasecretariaat
SD5. Andere uitgaven passend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse Regering OD OD OD
12.01 Hermes 30.01 Hermes
Instrumenten Werkingsuitgaven Economisch overheidsinitiatief
GOK 2.100 165
GVK 2.000 0
D. Omschrijving van de prestaties, prestatiedrijvers en budgettaire parameters. SD1. De competitiviteit van ondernemingen ondersteunen OD1. Overdrachten aan IWT ter betaling van Vlaamse Excellentiepolen Er zijn enkel betalingen die geraamd worden op 2.200 duizend euro. Het betreft het contract voor de excellentiepool FMTC (Flanders’ Mechatronics Technology Centre). OD1. Investeringssteun in toepassing van de wet van 30.12.1970 en het decreet van 15.12.1993 (ex FEERRMGO) - indicatieve cijfers De laatste expansiedossiers uit het oude stelsel worden vastgelegd in 2007 zodat geen krediet in 2008 moet voorzien worden.
422
4UVL m/S#
Prestaties: aantal behandelde aanvragen investeringssteun Overzicht berekende steun over de laatste vijf jaar: Jaar
Aantal aanvragen
2000 2001 2002 2003 2004 2005
521 494 356 343 128 -
Aantal positieve beslissingen 421 445 419 225 149 67
Aanvaarde investeringen (*)
Toegekende steun (*)
%steun/ invest.
1.480,17 1.548,54 4.001,55 755,21 933,36 404,56
113,54 118,66 244,62 37,83 66,90 37,14
7,67 7,66 6,11 5,01 7,17 9,18
(*) bedragen: in miljoen euro Bron: jaarverslag Hermesfonds 2006 Prestatiedrijvers: aantal nieuwe aanvragen investeringssteun. Met het in voege treden van de groeipremie vanaf 18 november 2003 werd de klassieke economische expansiesteun voor ondernemingen opgeheven. Budgettaire parameters: In 2006 werd er nog 1.061,4 duizend euro klassieke expansiesteun toegekend aan 2 dossiers. Voor 2008 worden geen vastleggingskredieten meer voorzien. Qua ordonnanceringskrediet werd een bedrag van 19.160 duizend euro ingeschreven. Het betalingskrediet van de budgetcontrole 2007 werd doorgetrokken naar 2008. Bij de budgetcontrole 2008 zal de verdere uitbetaling evenwel herbekeken worden. OD1. Investeringssteun in toepassing van de wet van 04.08.1978 (ex-FEERR-KO)- indicatieve cijfers Het Agentschap Economie gaat ervan uit dat de laatste expansiedossiers uit het oude stelsel worden vastgelegd in 2007 zodat geen krediet in 2008 moet voorzien worden. Prestaties: aantal behandelde aanvragen investeringssteun Overzicht berekende steun over de laatste vijf jaar: Jaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005
Aantal aanvragen 4.192 2.691 1.680 1.782 167 -
Aantal positieve beslissingen 4.543 3.992 1.985 1.486 941 72
Aanvaarde investeringen (*) 1.743,61 1.671,10 1.062,03 934,07 732,00 128,16
Toegekende steun (*) 190,88 189,69 95,76 56,30 48,45 17,28
% steun / invest. 10,95 11,35 9,02 6,03 6,62 13,48
(*) bedragen: in miljoen euro Bron: jaarverslag Hermesfonds 2006 Prestatiedrijvers: aantal nieuwe aanvragen investeringssteun Gezien de stopzetting van de klassieke expansiesteun (cf. supra) werden vanaf 18 november 2003 geen dossiers meer ingediend. Budgettaire parameters: In 2006 werd er geen expansiesteun meer toegekend. Er worden voor 2008 geen vastleggingskredieten meer voorzien.
423
4UVL m/S#
Er wordt een betalingskrediet van 12.500 duizend euro voorzien. Het betalingskrediet na de budgetcontrole 2007 werd doorgetrokken naar 2008. Ook hier zal bij de budgetcontrole 2008 een herberekening plaatsvinden. OD1. Investeringssteun voor de binnenscheepvaart in toepassing van de wet van 04.08.1978- indicatieve cijfers De steun voor de binnenvaart liep af op 31/12/2003. De nog ingediende dossiers voor 31/12/2003 werden vastgelegd in 2004. Bij de budgetcontrole 2007 werd meegegeven dat de encours volledig zou uitbetaald worden in 2007. Niettemin wordt de rubriek nog p.m. opgenomen in 2008, voor het geval er nog uitbetalingsaanvragen in 2008 worden ingediend i.p.v. 2007 (wat theoretisch nog kan). OD1. Investeringssteun aan KMO’s in toepassing van het decreet betreffend het economisch ondersteuningsbeleid- indicatieve cijfers Voor de nieuwe investeringssteun voor de KMO’s wordt bij constant beleid een bedrag van 47.575 duizend euro ingeschreven. Het gaat in het bijzonder om investeringsprogramma’s die via het systeem van de wedstrijdformule over de klanten worden verdeeld. De enveloppe van 47.575 duizend euro laat drie oproepen (wijziging BVR van 10/10/2003 van 4 oproepen naar 3) van ongeveer 15.858 duizend euro toe. Wat de betalingen betreft, werd op basis van een samengestelde reeks van theoretische betalingen in de kwartalen die volgen na een beslissing van een call, een berekening gemaakt. Het samentellen van al deze bedragen voor alle calls geeft het totaal geschatte bedrag van uitbetalingen voor het jaar 2008, zijnde 45.794 duizend euro. Rekening houdende met de budgettaire beperkingen werd dit bedrag evenwel verlaagd tot 44.000 duizend euro. OD1. Ecologiesteun in toepassing van het decreet betreffend het economisch ondersteuningsbeleidindicatieve cijfers Er is een vastleggingskrediet van 107.585 duizend euro voorzien in 2008. In 2007 waren de volgende maatregelen in voege: Het besluit Vlaamse regering van 16 mei 2007 (ecologie light) heeft betrekking op steunaanvragen ingediend vanaf 1 augustus 2006 tot en met 16 mei 2007. Het vastleggingskrediet voor ecologiesteun 2007 zal onvoldoende zijn om de besliste dossiers vast te leggen. Hiernaast werd op 16 mei 2007 eveneens het besluit Vlaamse regering tot toekenning van steun voor ecologie investeringen in het Vlaamse Gewest (call ecologie) goedgekeurd. De eerste call ecologie wordt gelanceerd in het najaar 2007 en vastgelegd wegens de budgettaire beperkingen in het begrotingsjaar 2008. De eerste 2 call’s 2008 worden eveneens vastgelegd in 2008. Voor de berekening van de betalingskredieten ecologie wordt onderscheid gemaakt tussen de oude en de nieuwe ecologieregeling omwille van het gewijzigd betalingspatroon. De betalingsbehoefte van de oude ecologiesteun en de ecologiepremie worden respectievelijk op 18.394 duizend euro en 68.737 duizend euro geraamd. De ramingen voor de betalingen van de 1ste call ecologie 2007 en de 2 calls ecologie 2008 zijn zeer ruw, gezien nog geen cijfers beschikbaar zijn. In totaal wordt 95.000 duizend euro aan betalingskredieten ingeschreven.
4UVL m/S#
424
OD1. Investeringssteun aan grote ondernemingen in toepassing van het decreet betreffend het economisch ondersteuningsbeleid- indicatieve cijfers Voor de nieuwe investeringssteun aan de grote ondernemingen wordt bij constant beleid een bedrag van 30.000 duizend euro ingeschreven. Het gaat zowel over investeringen in vaste activa als over grote strategische opleidingsdossiers. De nieuwe maatregel zal wellicht nog dit najaar in werking treden. Er word een krediet voorzien van 30.000 duizend euro. De betalingen voor de ‘strategische steun’ dossiers (oude en nieuwe stijl) worden geraamd op 45.239 duizend euro. OD1 . Rentetoelagen als gevolg van hinder door openbare werken Wat betreft de hinder door openbare werken, wordt naast het derde waarborgbesluit voorzien in een regeling waarbij ondernemers die hinder als gevolg door openbare werken ondervinden, kunnen genieten van een rentetoelage bij de aanvraag van een overbruggingskrediet bij een kredietinstelling. De maatregel trad in werking op 9 juli 2007. Er wordt een krediet voorzien van 5.000 duizend euro. Voor de betalingen wordt er 2.500 duizend euro ingeschreven. OD1. Ecologiesteun voor roetfilters en ‘Euro V’ motoren De steun wordt in 2008 op 7.000 duizend euro gebracht, zowel in vastleggings- als ordonnanceringsniveau. SD2. Het bevorderen van ondernemerschap OD2. Initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap in het onderwijs Prestaties: aantal behandelde projectaanvragen Prestatiedrijvers: aantal ingediende brugprojecten Budgettaire parameters: In 2003 werd voor het eerst steun toebedeeld aan de zogenaamde brugprojecten, projecten die de brug leggen tussen het onderwijs en het bedrijfsleven maar met focus op de ondernemerschapsvaardigheden en –attitudes (niet op de technologie en de infrastructuur gezien hiervoor de RTC’s worden ingezet). De projecten werden beoordeeld via een wedstrijdformule: met het beschikbare budget van 2.500 duizend euro werden van de 50 ingediende projecten een 17-tal ondersteund. Op basis van de in 2006 door de Vlaamse Regering goedgekeurde bijsturing werd in 2006 een nieuwe oproep gelanceerd voor een bedrag van 2.500 duizend euro. Er wordt ervan uitgegaan dat in 2008 een soortgelijke oproep zal gebeuren waarvoor een 2.500 duizend euro voorzien wordt. Er wordt een ordonnanceringskrediet voorzien van 1.125 duizend euro. OD2. Adviescheques- indicatieve cijfers Er wordt geen vastleggings- en betalingskrediet voorzien. OD1. Business Angels Networks (BAN's) - indicatieve cijfers Er wordt geen vastleggingskrediet voorzien. Het budget van 1.232 duizend euro werd vastgelegd in 2006 voor een periode van 4 jaar. Er wordt een ordonnanceringskrediet voorzien van 308 duizend euro.
425
4UVL m/S#
OD2. Ondernemerschapsportefeuille - indicatieve cijfers Bij constant beleid wordt een krediet ingeschreven van 42.900 duizend euro. Bij de BC 2007 werd een raming gemaakt op basis van een extrapolatie van de gebruiksgraad en uitbetalingsgraad van de BEA-maatregel in 2006. Deze cijfers worden doorgetrokken naar 2008. Het betalingskrediet bedraagt 35.170 duizend euro. OD1. Peterschapsprojecten - indicatieve cijfers Uit deze rubriek worden middelen toegekend aan organisaties die een peterschapsproject willen organiseren d.i. een project waarbij ervaringsuitwisseling tussen ondernemingen centraal staat en tot doel heeft de bedrijfsvoering van ondernemingen te professionaliseren en de netwerkvorming tussen ondernemingen te stimuleren. Prestaties: aantal behandelde projectaanvragen. Prestatiedrijvers: aantal ingediende peterschapsprojecten. Het aantal toekenningen evolueerde als volgt doorheen de tijd: 1997: 9 1998: 10 1999: 8 2000: 7 2001: 13 2002: 9 2003: 22 2004: 22 2005: 29 2006: 31 2007: 32 Budgettaire parameters: In 2007 werd net als de voorgaande jaren de subsidie toegekend volgens een wedstrijdformule, zoals voorzien in het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2003. Dit besluit voorziet dat de minister bevoegd voor het economisch beleid twee oproepen per jaar voor peterschapsprojecten kan lanceren. Voor de oproep die begin 2007 gelanceerd werd, werd voor meer dan 3.500 duizend euro aan voorstellen ingediend. Om ook in 2008 nieuwe peterschapsprojecten te kunnen ondersteunen wordt voorgesteld om, net als in 2007 initieel voorzien, een budget van 3.000 duizend euro in te schrijven in de begroting voor 2008. Als ordonnanceringskrediet wordt 2.380 duizend euro ingeschreven. OD2. Initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap – indicatieve cijfers Met het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2005 werd een oproepsysteem gelanceerd voor projecten ter stimulering van het ondernemerschap. In 2006 werd een eerste oproep gelanceerd waarbij een budget werd voorzien van bijna 2.250 duizend euro en werden 15 projecten gunstig gerangschikt. In 2007 werden 2 oproepen gelanceerd, met name 1 met het accent op het allochtoon ondernemerschap en 1 met het accent op geïntegreerde financiering, dit voor een totaal bedrag van 2.250 duizend euro. Naast de dossiers die beslist worden op basis van het bovenvermelde besluit worden nog ad hoc subsidies toegekend zoals, dag van de klant, Open Bedrijvendag, Vlaamse Startersdag… Voor 2008 wordt een krediet voorzien van 4.700 duizend euro.
4UVL m/S#
426
Voor de oproepen 2006 en 2007 wordt er een betalingskrediet voorzien van 565 en 750 duizend euro. Voor de ad hoc dossiers wordt nog een bedrag geraamd van 2.225 duizend euro. Totaal 3.540 duizend euro. OD2. Subsidies ter ondersteuning van ondernemersplanwedstrijden – indicatieve cijfers In het kader van het stimuleren van het ondernemerschap wordt een subsidie toegekend aan de VZW OPW Vlaanderen, VZW Dynaxa en VZW NFTE Belgium voor de organisatie van ondernemersplanwedstrijden. Hiervoor wordt een vastleggingskrediet en een ordonnanceringskrediet voorzien van respectievelijk 600 duizend euro en 300 duizend euro. SD3. De omgevingsfactoren faciliteren OD1. Overheidsopdrachten in functie van continuering beleidsgericht onderzoek en het uitwerken van beleidsinitiatieven Er moeten middelen voorzien worden voor studieopdrachten. Dit zowel in functie van het ontwikkelen van gebiedsgerichte visies en inrichtingsconcepten voor zoekzones bedrijventerreinen (vb. in het kader van het ENA of om te komen tot voldoende locatievoorstellen voor het uitwerken van het concept ijzeren voorraad) als voor meer algemene ruimtelijk-economische studies zoals m.b.t. de fricties tussen RO-en VLAREMwetgeving, de belemmering voor verweven locaties, het onderzoek naar vrijstellingen voor kleine werken op bedrijventerreinen, … Er wordt 500 duizend euro voorzien. Voor wat de betalingen betreft wordt een bedrag van 443 duizend euro ingeschreven. OD3. Project bedrijfsvriendelijke gemeenteVoor 2008 wordt op deze rubriek voor 800 duizend euro voorzien zodat, voortbouwend op de eerdere ervaringen, acties kunnen worden ondersteund die tot doel hebben ondernemingsvriendelijk lokaal beleid te stimuleren. Voor wat betreft de betalingen, wordt een bedrag van 742 duizend euro voorzien. OD1. Erkende regionale samenwerkingsverbanden- streekplatformwerking Dit krediet werd in 2007 als een nieuwe basisallocatie ingeschreven onder programma 51.1 (programma EC in de begroting 2008). Voor de betalingen wordt nog een bedrag van 50 duizend euro ingeschreven. De afbetaling van de nieuwe verbintenissen zal plaatsgrijpen op programma EC. Op Hermes worden enkel de betalingen van de verbintenissen aangegaan tot en met 2006 verricht. OD1. Gis-contracten Een vastleggingskrediet en ordonnanceringskrediet van 75 duizend euro wordt ingeschreven voor de Giscontracten. 1) Momenteel is een bestek in voorbereiding om een procesbegeleider aan te stellen die het GIS moet optimaliseren. Het Agentschap Economie is vragende partij om extra functies aan het GIS te koppelen en zal hiertoe wellicht bijdragen in de kosten. 2) Het Agentschap Economie start opnieuw met EBBT (Elektronisch beheer van bedrijventerreinen). In het informaticabudget is hiervoor enkel onderhoud voorzien, maar deze IT-applicatie laat ook een koppeling met GIS-VLAO toe. Mogelijkerwijze vergt dit nog aanpassingen aan het systeem (wat werkaanvragen
427
4UVL m/S#
impliceert) of een of andere bijkomende inspanning van het Agentschap Economie of van VLAO i.v.m. unieke registratie van terreinen. OD2. Projecten in het kader van gebiedsgerichte partnerschappen en/of het Vlaams ruimtelijk-economisch beleid Prestaties: aantal behandelde (PPS-)projecten. Prestatiedrijvers: aantal aanvragen. Budgettaire parameters: aantal goedgekeurde projecten. Het krediet is noodzakelijk om enerzijds aan een aantal gebiedsgerichte partnerschappen, waarin de Vlaamse Regering zich engageerde, te voldoen en anderzijds om projectwerking binnen het ruimtelijk economisch beleid mogelijk te maken. Via deze begrotingspost wordt voorzien in de bijdrage van het beleidsveld Economie voor het toekennen van subsidies aan grijswaterleveranciers voor de uitbouw van grijswatercircuits ter bescherming van de kwetsbare watervoerende lagen. Hiernaast maakt deze begrotingspost de top-down projectwerking in het kader van het ruimtelijk economisch beleid mogelijk. Met deze projectwerking worden middelen aangewend om: - herinrichtingsprocessen van verouderde bedrijventerreinen op gang te brengen; - zwaarwegende knelpunten op te lossen op bedrijventerreinen die wel bestemd, maar niet ontwikkeld werden (knelpuntterreinen); - projecten die zorgvuldig ruimtegebruik op bedrijventerreinen stimuleren (detailonderzoeken onbenutte bedrijfsgronden, onderhandelingsteams onbenutte bedrijfsgronden) te ondersteunen. Er wordt een vastleggignskrediet van 3.252 duizend euro voorzien. Als ordonnanceringskrediet wordt een bedrag van 2.547 duizend euro ingeschreven. OD4. Uitgaven voor de aanleg van bedrijventerreinen en voor de heringebruikname van industriële sites Prestaties: aantal behandelde aanvragen subsidies bedrijventerreinen en bedrijfsgebouwen. In 2007 traden twee maatregelen in voege: 1) Besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2007 houdende de subsidiëring van bedrijvencentra en bedrijfsgebouwen. Hiervoor wordt er uitgegaan van een gesloten enveloppe van +/- 1.000 duizend euro. 2) Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 houdende de subsidiëring van bedrijventerreinen. De nieuwe regeling bevat een verhoging van de subsidiepercentages (grosso modo van 25 % naar 30 % met mogelijks nog 5 % verhoging bij aangetoonde beheerkosten). Anderzijds is het steunpercentage van 85 % voor researchparken verlaagd naar 60 %. Deze zijn evenwel beperkt in aantal . De bedrijventerreinen die vroeger aan 60 % werden gesubsidieerd blijven op 60 % (verouderde terreinen en strategische terreinen). Dit kan met 5 % worden verhoogd bij aangetoonde beheerkosten. Volgende zaken worden eveneens bij deze subsidieregeling opgenomen: - inzake verouderde terreinen: de grote distributieoppervlaktes - inzake het voortraject (haalbaarheidsstudie en procesbegeleiding): telkens met een plafond van 250 duizend euro. Bovendien zijn nog een aantal grote projecten in voorbereiding.
4UVL m/S#
428
Voor de toekomst gaat deze problematiek voor de bedrijventerreinen waarschijnlijk aanhouden omdat: - als gevolg van de afbakenings- en planningsprocessen bij ruimtelijke ordening meer en meer terreinen vrij komen om als bedrijventerrein aangelegd te worden; - de nevenvoorwaarden ter bescherming van de andere levensfuncties (landbouw, natuur, wonen, recreatie, …) strenger worden en zo de aanlegkosten doen stijgen; - de algemene kwaliteitsvereisten bij de bedrijventerreinen toenemen en dus ook een weerslag hebben op de aanleg- en onderhoudskosten; - de bestaande terreinen aan herwaardering toe zijn om de kwaliteit te verhogen en aldus de levensduur te verlengen. Prestatiedrijvers: aantal aanvragen voor subsidie uitrusting bedrijventerreinen / bedrijfsgebouwen. Budgettaire parameters: De vastleggingskredieten bedragen 16.000 duizend euro. Aan betalingszijde op het Hermesfonds wordt een bedrag van 18.900 duizend euro ingeschreven. SD 4. Een efficiënt beheer van het EFRO-fonds OD1. Uitvoeren van het Europees structuurfondsenbeleid Prestaties: aantal behandelde EFRO-aanvragen. 1) EFRO: Voor de uitvoering van het Cohesiebeleid (Europese structuurfondsen) tijdens de programmaperiode 2007 2013 is 308 miljard euro aan EU-middelen voorzien (tegenover 195 miljard euro voor de periode 20002006). Hiervan kreeg Vlaanderen, wat betreft het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, 319.500 duizend euro toegewezen voor doelstelling 2 (201.000 duizend euro) en doelstelling 3 (118.500 duizend euro). A) Doelstelling 2 “Regionaal concurrentievermogen en Werkgelegenheid” (EFRO - luik): Bij beslissing van de Vlaamse Regering van 16 mei 2007 werd het operationeel EFRO - programma goedgekeurd voor indiening bij de Europese Commissie. Dit meerjarenprogramma heeft betrekking op gans Vlaanderen en voorziet de volgende prioriteiten: 1) Stimuleren van kenniseconomie en innovatie; 2) Bevorderen van ondernemerschap; 3) Verbeteren van de ruimtelijk-economische omgevingsfactoren; 4) Bevorderen van de stedelijke ontwikkeling; 5) Technische bijstand. De indiening bij de Europese Commissie houdt een engagement in tot cofinanciering van de betrokken acties door de Vlaamse Regering (de Europese middelen zijn immers additioneel). Daarnaast hebben ook de regionale en lokale besturen, evenals de projectpromotoren ter zake een verantwoordelijkheid. Een precieze berekening van de totale financiële weerslag op de Vlaamse begroting, of op deze van de diverse functionele departementen/agentschappen, kan momenteel niet worden gemaakt vermits de reële budgettaire implicaties zullen afhangen van de uiteindelijke invulling van het programma met concrete individuele projecten. Rekening houdende met de aard en de inhoudelijke invulling van de voorziene prioriteiten, wordt het aandeel van de begroting Economie in de globale Vlaamse cofinanciering begroot op +/- 80.000 duizend euro. B) Doelstelling 3 “Territoriale samenwerking” (EFRO)
429
4UVL m/S#
Vlaanderen participeert tijdens de programmaperiode 2007–2013 samenwerkingsprogramma’s: 1) grensoverschrijdende samenwerking: - Grensregio Vlaanderen-Nederland; - Euregio Maas-Rijn; - Frankrijk/Vlaanderen/Wallonië; - Maritiem programma Verenigd Koninkrijk/Frankrijk/Vlaanderen/Nederland. 2) transnationale samenwerking: - Noordzeegebied; - Noord-West-Europa. 3) interregionale samenwerking: volledige EU.
in
de
volgende
Ook hier dient te worden opgemerkt dat de totale financiële weerslag op de Vlaamse begroting, of op deze van de diverse functionele departementen/agentschappen, momenteel niet precies kan worden becijferd daar de reële budgettaire implicaties zullen afhangen van de finale invulling van de programma’s met concrete individuele projecten en de participatie van Vlaamse projectpromotoren. Het aandeel van de begroting Economie in de noodzakelijke Vlaamse cofinanciering wordt berekend op 40.000 duizend euro. De totale vereiste cofinanciering voor de volgende programmaperiode 2007-2013 binnen de begroting Economie kan bijgevolg worden geraamd op een bedrag van 120.000 duizend euro. De Europese Commissie legt inzake de verdeling op jaarbasis een schema op. Voor de Vlaamse middelen betekent dit dan: (in duizend EURO) 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Totaal
16 141
16 464
16 794
17 129
17 472
17 822
18 178
120 000
Prestatiedrijvers: aantal ingediende EFRO-projecten. De aanvragen tot Vlaamse cofinanciering worden ingediend bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het domein waarop het project betrekking heeft. Wat de economische projecten betreft, worden de aanvragen die passen binnen het betrokken programma via de gebruikelijke procedure (advies van inspectie van Financiën, begrotingsakkoord) door het Agentschap Economie ter beslissing aan de minister of de Vlaamse Regering voorgelegd. Na de beslissing staat het Agentschap Economie verder in voor de administratieve afhandeling en uitbetaling van de toegekende cofinanciering, met inbegrip van een eindcontrole voor de uitbetaling van het saldo. Budgettaire parameters: Uitgaande van deze financieringsschema's kan volgende verdeling per jaar gemaakt worden (in duizend euro): 2007 16.618
2008 15.615
2009 13.192
2010 6.626
2011 0
2012 0
2013 0
De betaling van de werkingskosten en de wedden van de programmasecretariaten – doelstelling 2 EFRO werd ondergebracht in een afzonderlijke rubriek 41.10 . Het ordonnanceringskrediet bedraagt 12.801 duizend euro. OD1. Subsidies aan verenigingen en instellingen met betrekking tot de cofinanciering van projecten in het kader van het Europees programma Interreg III Er worden geen vastleggingskredieten meer voorzien. Gezien voor de volledige programmaperiode een bedrag werd vastgelegd dient tot het einde van deze periode enkel een afbetalingskrediet van 157 duizend euro te worden ingeschreven.
430
4UVL m/S#
OD2. Klantvriendelijke en doelmatige informatieverstrekking van het Europese beleid EIC/IRC Door het Agentschap Economie ( Euro Info Center – EIC ) werd bij de Europese Commissie een voorstel ingediend in het kader van de oproep “CIP - "Services in support for business and innovation"”. Daartoe werd een consortium gevormd met VLAO en IWT ( Innovation Relay Center - IRC) waarvan het Agentschap Economie de leiding zal nemen. Om de werking van het consortium en meer specifiek de taken van het Agentschap Economie mogelijk te maken, dient – naast de Europese middelen - gedurende de periode 2008 - 2013 jaarlijks 100 duizend euro cofinanciering te worden voorzien. Deze middelen zullen gebruikt worden voor communicatie, evenementen en externe ondersteuning om de voorziene doelstellingen te kunnen realiseren. Namelijk het sensibiliseren en ondersteunen van ondernemingen over Europese aangelegenheden, feedback leveren aan de Europese Commissie en bedrijven ondersteunen bij het opzetten van partnerschappen en internationale relaties. Onder doelstelling 2 in de periode 2007-2013 voorziet men voor Vlaanderen één Vlaams programma met één budget, één Comité van toezicht, één beheersautoriteit en één programmasecretariaat bij het Agentschap Economie. Naast dit centrale programmasecretariaat te Brussel worden tevens contactpunten voorzien in de vijf provincies. Voor het nieuwe Vlaamse programma wordt een aanzienlijk deel van de taken van de huidige provinciale programmasecretariaten verschoven naar het centrale programmasecretariaat. Voorts zorgen een aantal organisatorische wijzigingen alsook de Europese vereiste tot meer doorgedreven financiële controle, er voor dat een bijkomende personeelsinzet noodzakelijk is voor het centrale programmasecretariaat. Dit impliceert: - verlenging van de contracten van 3 personeelsleden die in het kader van het huidige doelstelling 2+programma 2000-2006 werden aangeworven binnen Agentschap Economie; - netto-toename van 10 VTE te realiseren door nieuwe aanwervingen. De bijdrage van Vlaanderen ten bedrage van 2.813.247 euro werd vastgelegd in 2007. In 2008 zal dit gestort worden in de middelenbegroting om de personeelskosten en de werkingskosten van het centraal programmasecretariaat van 2008 tot en met 2015 te kunnen bekostigen. De Europese bijdrage zal via trimestriële terugvorderingen betaald worden ter compensatie van de gedane uitgaven via het wedderefertekrediet en de overige apparaatskredieten. De beheers- en organisatiestructuur van het programma, met onder andere de invulling van de prioriteit Technische Bijstand worden beschreven in het Operationeel Programma Doelstelling 2 Vlaanderen. Dit Operationeel Programma werd op 16 mei 2007 goedgekeurd door de Vlaamse Regering, inclusief de netto-uitbreiding van het personeelseffectief en de 5050-verdeling van de technische bijstand. Globaal voor SD4 Globaal beschouwd dienen binnen de begroting Economie bijgevolg de volgende bedragen te worden voorzien:
(in duizend EURO) 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Totaal
16 141
16 564
16 894
17 229
17 572
17 922
18 278
120 600
Benodigd krediet 2008: 16.564 duizend euro
431
4UVL m/S#
SD5. Andere uitgaven passend in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse Regering Werkingsuitgaven Op deze rubriek worden dus de contracten afbetaald die de Vlaamse overheid met de NV Sodexho aanging voor de emissie van de cheques (BEA). De kostprijs van het contract bedroeg in 2007 763.798 euro (excl. BTW). Een gelijkaardig bedrag mag verwacht worden voor de verlenging van 2008. De betalingen gebeuren op basis van 1/12 en voor bepaalde aspecten afhankelijk van het tijdstip van de geleverde prestaties zodat er voor dit contract een betalingskrediet mag verwacht worden van 924.195 euro (saldo tweede jaar + eerste 10 maanden derde jaar). Voor de betaling van de beheersvergoeding aan PMV voor de winwinlening werd via een decreetsbepaling een bedrag goedgekeurd door de Vlaamse Regering (VR 3/6/2005) van 100 duizend euro op jaarbasis. Daarnaast worden een aantal kleinere onderzoeksopdrachten betaald evenals de juridische ondersteuning bij de uitvoering van het beleid (in het bijzonder rechtszaken waarbij de Agentschap Economie betrokken partij is). Het benodigd vastleggingskrediet is 2.000 duizend euro. Een bedrag van 2.100 duizend euro aan betalingskredieten is voorzien. Economisch overheidsinitiatief Er wordt geen vastleggingskrediet voorzien. De benodigde betalingskredieten voor Flanders Fashion Institute (FFI) voor 2007-2010: in 2007-2008: jaarlijks 165 duizend euro in 2009: 99 duizend euro in 2010: 66 duizend euro benodigd krediet 2008: 165 duizend euro
432
4UVL m/S#
PROGRAMMA EE BELEIDSONDERSTEUNING EN ACADEMISCH BELEID DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN 2007 (begrotingscontrole) 0 0
AO TO
2008 (raming) 0 0
2. UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet) 189.663 94.227 73.733 0 0
2008 (krediet) 213.825 115.734 102.702 0 0
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. Omschrijving van de strategische doelstellingen 1. Het versterken van het algemeen kennisverruimend fundamenteel onderzoek; 2. Het versterken van het strategisch basisonderzoek dat kennis genereert ten dienste van het bedrijfsleven, de non-profit sector en de overheid. De doelgroepen zijn (de onderzoekers van) hogescholen, universiteiten, onderzoeksinstellingen en bedrijven. B. Omschrijving van de operationele doelstellingen Teneinde de realisatie van de strategische doelstellingen dichterbij te brengen, worden de hiernavolgende operationele doelstellingen vooropgesteld. 1. Instroom van jonge getalenteerde onderzoekers in het innovatiesysteem verhogen; 2. Voorwaarden creëren om voldoende kwaliteitsvolle onderzoekers aan te trekken en te behouden op langere termijn; 3. De beschikbaarheid en toegankelijkheid van (middel-)zware onderzoeksinfrastructuur verzekeren; 4. Bevorderen van de kwaliteit en de dynamiek van het fundamenteel onderzoek; 5. Bevorderen van de kwaliteit en het valorisatiepotentieel van het strategisch basisonderzoek; 6. Het verder uitbouwen van de hogescholen als volwaardige partners in innovatie; 7. Voorwaarden creëren om meer samenwerking tot stand te brengen tussen kenniscentra en bedrijven; 8. Stimuleren van de internationalisering van het fundamenteel en strategisch basisonderzoek, met inbegrip van de ondersteuning van capaciteitsopbouw voor ontwikkelingslanden; 9. Een evenwichtige beleidsadvisering verzekeren. C. Omschrijving van de instrumenten IWT-specialisatiebeurzen (operationele doelstelling 1)
433
4UVL m/S#
In het kader van de postuniversitaire vorming van jonge vorsers in Vlaanderen kent het IWT-Vlaanderen sinds 1994 jaarlijks ongeveer 150 doctoraatsbeurzen toe. Eind 2004 werd dit aantal opgetrokken tot 200. Deze bursalen staan onder het “peterschap” van een Vlaams bedrijf en in de evaluatiecriteria wordt rekening gehouden met de toepasbaarheid van de onderzoeksresultaten, dit met het oog op het slaan van een brug tussen het academisch onderzoek en de bedrijven. Actieplan “Menselijke kapitaal voor wetenschap, technologie en innovatie” (operationele doelstelling 2) Het Actieplan “Menselijke kapitaal voor wetenschap, technologie en innovatie” omvat een uitgewerkte visie op het beleid rond human resources voor onderzoekers en een aantal actiepunten. Belangrijke aandachtspunten zijn het streven naar transparantie en een duidelijke structuur in de loopbaanontwikkeling van onderzoekers, waarbij ervaring en internationale evenals intersectoriële mobiliteit worden gevaloriseerd. Ook wordt daarbij gestreefd naar een gender-evenwicht. FWO (operationele doelstellingen 1, 2, 3, 4 en 8) De Vlaamse Gemeenschap zal in 2008 een nieuwe beheersovereenkomst afsluiten met het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) voor de werkingsperiode 2008 – 2013, waarin onder meer rekening zal worden gehouden met de aanbevelingen geformuleerd in de in opdracht van de Vlaamse Regering uitgevoerde doorlichting van het FWO. Het FWO beoordeelt onderzoeksprojecten en onderzoeksmandaten op basis van interuniversitaire competitie en peer review via disciplinair samengestelde wetenschappelijke commissies. Het Odysseus-programma is specifiek bedoeld om eminente onderzoekers naar Vlaanderen te trekken. Hercules (operationele doelstelling 3) Op 30 maart 2007 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeurig aan de subsidiëring van onderzoeks- en innovatie-infrastructuur in Vlaanderen. Dit kaderde in de invulling van de decretale bepalingen betreffende de instelling van een financieringsmechanisme voor middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur, het zogeheten “Herculesmechanisme” (cf. artikel 75 van het Programmadecreet van 22 december 2006). Bijzondere Onderzoeksfondsen (operationele doelstelling 4) Aan de Bijzondere Onderzoeksfondsen worden fondsen toegevoegd die specifiek worden aangewend voor de verdere ondersteuning van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Binnen dit kader voorziet het Methusalem-programma in betoelaging van ervaren onderzoekers. SBO (operationele doelstellingen 5 en 7) Een basisdoelstelling van onderhavig begrotingsprogramma is het realiseren van een brugfunctie tussen de onderzoekswereld enerzijds en de economie en de maatschappij anderzijds. Vanaf het werkingsjaar 2003 werd een verruiming voorzien van de mogelijkheden tot het indienen van projectvoorstellen, en dit zowel op het vlak van onderzoeksdomeinen (i.e. voortaan alle onderzoeksdomeinen met economische of maatschappelijke relevantie, dus niet alleen technologisch maar bvb. ook maatschappelijk of biomedisch onderzoek), als inzake potentiële projectindieners (i.e. niet alleen de universiteiten, maar voortaan ook bedrijven, grote onderzoeksinstellingen en alle overige organisaties met rechtspersoonlijkheid). Deze verruiming ging gepaard met een naamsverandering van het programma, dat voortaan SBO (Strategisch Basisonderzoek) is gaan heten. VLIZ (operationele doelstellingen 3, 5 en 8) Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) heeft een aantal ondersteunende opdrachten met betrekking tot het zeewetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen. Net zoals bij de overige Vlaamse onderzoeksinstellingen wordt de betoelaging door de Vlaamse overheid van het VLIZ vastgelegd in beheersovereenkomsten met telkens een looptijd van vijf jaar. In de lopende beheersovereenkomst zijn ook de financieringsmodaliteiten opgenomen van het IODE Project Office (IODE staat voor International Oceanographic Data Exchange) van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC) van UNESCO, en van het secretariaat van de European Science Foundation (ESF) Marine Board, die beiden hun intrek hebben genomen in de gebouwen van het VLIZ.
4UVL m/S#
434
KMDA (operationele doelstellingen 3,5 en 8) De Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde te Antwerpen (KMDA) verricht strategisch wetenschappelijk dierkundig onderzoek. Een wetenschappelijk adviescomité met vertegenwoordigers van de universiteitswereld waakt over de kwaliteit van het voorgestelde en verrichte onderzoek. In de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en de KMDA zijn een aantal performantiecriteria opgenomen om het takenpakket van deze instelling te definiëren en meetbaar te maken. Instellingen voor postinitieel onderwijs en hogere instituten voor schone kunsten (operationele doelstellingen 3 en 4) De instellingen van postinitieel onderwijs, zoals het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) en de Vlerick Leuven Gent Management School, verrichten internationaal toonaangevend onderzoek in hun sector. Ook het Orpheus Instituut is als hoger instituut voor schone kunsten actief op onderzoeksvlak. IOF (operationele doelstellingen 5 en 7) Het Industrieel Onderzoeksfonds Vlaanderen (IOF) is een instrument voor de Vlaamse universiteiten om een eigen beleid inzake strategisch basisonderzoek te ontwikkelen. TETRA-fonds (operationele doelstellingen 3 en 4) Er werd voor de ondersteuning van het technologisch onderzoek aan de hogescholen een aangepast programma uitgewerkt: het TETRA-fonds (waarbij TETRA staat voor “technologietransfer”). Dit programma bouwt voort op de positieve resultaten van het voormalige HOBU-fonds. Het staat open voor alle Vlaamse instellingen van hoger onderwijs (zowel eerste als tweede cyclus opleidingen), die in samenwerking met één of meerdere universitaire labo’s of hightech bedrijven een relevant technologisch probleem kunnen oplossen. De prioritaire doelgroep voor de beoogde kennisdiffusie valt voornamelijk te situeren bij de minder technologische, eerder “traditionele” KMO’s, alsook de “social profit” organisaties. Steun aan interfaceactiviteiten (operationele doelstelling 7) De interfaceactiviteiten die uitgaan van de Vlaamse universiteiten worden op een structurele wijze gefinancierd. De interfacediensten staan in voor de bevordering van de valorisatie van het onderzoek aan universiteiten en hogescholen, door onder meer het beheer van intellectuele eigendom, het begeleiden van de opstart van spin-off bedrijven, en het stimuleren van samenwerkingsprojecten met bedrijven. PWO (operationele doelstelling 6) De financiering van het Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoek (PWO) aan de instellingen in het hoger professioneel onderwijs wordt aangewend voor het eigenlijke projectmatig wetenschappelijk onderzoek enerzijds en voor de invulling van de primaire randvoorwaarden anderzijds. Academiseringsmiddelen (operationele doelstelling 6) Dit is een specifiek (financierings)mechanisme voor de versterking van de onderzoekscapaciteit van de hogescholen. FUST (operationele doelstelling 8) Het Vlaams UNESCO-Trustfonds Wetenschappen (kortweg “FUST”) bevordert de wetenschappelijke activiteiten van de UNESCO, in het bijzonder door de ondersteuning van watergerelateerde onderzoeksprojecten. IPBO (operationele doelstelling 8) Het Instituut voor Plantenbiotechnologie voor Ontwikkelingslanden (IPBO) draagt bij tot de capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden inzake plantenbiotechnologie, door onder meer de bevordering van kennisoverdracht en technologietransfer. ICRH (operationele doelstelling 8) Het International Centre for Reproductive Health (ICRH) is een door de Wereldgezondheidsorganisatie erkend multidisciplinair onderzoekscentrum van de Universiteit Gent, dat is gericht op de verbetering van reproductieve gezondheid, in het bijzonder in landen in ontwikkeling.
435
4UVL m/S#
UNU-CRIS (operationele doelstelling 8) Het programma United Nations University Comparative Regional Integration Studies (UNU-CRIS) omvat onderzoek en opleiding rond het thema “Regionale Integratie”. Adviesraden (operationele doelstelling 9) De Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB) en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) staan in voor de adviesverlening voor respectievelijk de beleidsvelden wetenschap en innovatie en alle dossiers met een belangrijke socio-economische invalshoek. STV – Innovatie & Arbeid (operationele doelstelling 9) STV – Innovatie & Arbeid is een studiedienst die wordt beheerd door de sociale partners (SERV) en gefinancierd via een jaarlijkse dotatie van de Vlaamse overheid. STV – Innovatie & Arbeid voert momenteel onderzoek uit rond innovatieve (technologische en organisatorische) ontwikkelingen in het bedrijfsleven, maar ook in bijvoorbeeld de welzijnssector, het onderwijs en de overheidsadministratie, en hun impact op de inzet van de menselijke arbeid. De STV-onderzoeksprojecten hebben vaak een sectorspecifieke invalshoek en komen tot stand in nauw overleg met de sociale partners van de sectoren. Academie (operationele doelstelling 9) De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (kortweg “Academie”) is een autonoom, onafhankelijk en multidisciplinair genootschap ter beoefening en bevordering van wetenschap en cultuur. Om deze opdracht te verwezenlijken houdt zij geregeld vergaderingen, organiseert zij lezingen, colloquia, congressen en wedstrijden, schrijft zij prijsvragen uit, geeft zij publicaties uit en neemt elk ander daartoe geschikt initiatief. D. Omschrijving van de prestaties, prestatiedrijvers en budgettaire parameters Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) Prestaties: ondersteuning van onderzoeksprojecten en onderzoeksmandaten op initiatief van de vorser; Prestatiedrijvers: aantal projecten en mandaten; Budgettaire parameters: basisallocaties EE4105B, EE4113B, EE4121B, EE4180B. IWT-specialisatiebeurzen Prestaties: ondersteuning van wetenschappelijk-technologisch onderzoek ter voorbereiding van een doctoraat; Prestatiedrijvers: slaagpercentage (min 35%); Budgettaire parameter: basisallocatie EE4114B. Bijzondere Onderzoeksfondsen (BOF) Prestaties: ondersteuning van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek; Prestatiedrijvers: wetenschappelijke publicaties, doctoraten, gender en mobiliteitsprestaties; Budgettaire parameters: basisallocaties EE4002B, EE4003B en EE4464B. Strategisch Basisonderzoek (SBO) Prestaties: uitvoering van strategisch basisonderzoek met economische of maatschappelijke finaliteit; Prestatiedrijvers: wetenschappelijke publicaties, samenwerkingsverbanden met bedrijven of de nonprofit sector, octrooien en octrooiaanvragen; Budgettaire parameters: basisallocaties EE4126B (uitdovend) en EE4125B. Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) Prestaties: ondersteuning van het zeewetenschappelijk onderzoek door uitbouw van een datacentrum, beheer van het onderzoeksschip De Zeeleeuw en andere coördinerende activiteiten (waaronder het IODE Project Office van UNESCO/IOC en het secretariaat van de ESF Marine Board); Prestatiedrijvers: ontwikkeling van de beschikbare databanken, aantal raadplegingen van het datacentrum en gebruik van De Zeeleeuw; Budgettaire parameters: basisallocaties EE3343B, EE3344B en EE3345B.
4UVL m/S#
436
Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde te Antwerpen (KMDA) Prestaties: dierkundig onderzoek; Prestatiedrijvers: publicaties, internatonale samenwerkingsverbanden, activiteiten in wetenschapspopularisering; Budgettaire parameters: basisallocaties EE3341B en EE5201B. Industrieel Onderzoeksfonds Vlaanderen (IOF) Prestaties: binnen de universiteiten een portefeuille met valoriseerbare kennis opbouwen, waarvoor binnen het bedrijfsleven op middellange termijn belangstelling bestaat; Prestatiedrijvers: aantal spin-offs, samenwerkingsverbanden met bedrijven, octrooien, deelname EUprogramma’s, ...; Budgettaire parameter: basisallocatie EE4012B. STV – Innovatie en Arbeid Prestaties: studiewerk gerelateerd aan innovatie en arbeid; Prestatiedrijvers: aantal publicaties, bijdragen aan conferenties, vormingsinitiatieven, organisatie van seminaries; Budgettaire parameter: basisallocatie EE4106B. TETRA-fonds Prestaties: uitvoering van technologisch onderzoek ten dienste van de Vlaamse industrie, in het bijzonder de KMO’s; Prestatiedrijvers (cijfers m.b.t. Oproep 2006 TETRA-fonds): aantal projectvoorstellen: 78; geselecteerde projecten: 26; aantal betrokken hogescholen bij aanvraag: 19; aantal betrokken universiteiten bij aanvraag: 5; aantal andere onderzoekscentra bij aanvraag: 14; Budgettaire parameter: basisallocatie EE4117B. Actieplan “Menselijke kapitaal voor wetenschap, technologie en innovatie” Prestaties: de onderzoeksloopbaan aantrekkelijker maken zodat uit de groep kandidaten, de besten ook effectief kiezen voor een wetenschappelijke carrière, zowel binnen de academische wereld als daarbuiten; die onderzoekers zich in hun professionele loopbaan ondersteund en gewaardeerd weten. Prestatiedrijvers: nog nader te bepalen; Budgettaire parameter: basisallocatie EE3301B. Universitaire interfacediensten Prestaties: de activiteiten van een interfacedienst: bevorderen van samenwerking tussen universiteiten en bedrijven, bvb. contractonderzoek; zorgen voor de economische valorisatie van het onderzoek; oprichten van spin-off bedrijven; Prestatiedrijvers: aantal spin-offs, octrooien, samenwerkingsverbanden met bedrijven, ...; Budgettaire parameter: basisallocatie EE4115B. Hercules Prestaties: intensiever en efficiënter gebruik van middelzware onderzoeksuitrusting; Prestatiedrijvers: wetenschappelijke publicaties, octrooien, contractonderzoek, …; Budgettaire parameters: basisallocaties EE4116B en EE6102B. Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB) en Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) Prestaties: over elke aangelegenheid betreffende het wetenschaps- en technologiebeleid respectievelijk alle belangrijke sociale en economische aangelegenheden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het
437
4UVL m/S#
Vlaamse Gewest bevoegd zijn, of waarbij ze worden betrokken, op eigen initiatief of op verzoek aanbevelingen formuleren, studies verrichten en advies uitbrengen; Prestatiedrijvers: kwaliteitsvolle adviezen; Budgettaire parameters: respectievelijk de basisallocaties EE4103B en EE4107B.
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie 1. Uitgaven Basisallocatie EE1228B – Onderzoek onder leiding van de Vlaamse minister voor wetenschapsbeleid en technologie Begroting 2007: PR 71.10 BA 12.28 – Onderzoek onder leiding van de Vlaamse minister voor wetenschapsbeleid en technologie Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
100
100
Op onderhavige (uitdovende) basisallocatie moeten nog enkele lopende initiatieven financieel worden afgehandeld, meer bepaald: de Vlaamse deelname aan de eerste transnationale oproep van het ERAnet Plant Genomics – ERA-PG (cf. EC-contract n° ERAC-CT-2003-510189); de financiering van het Universitair Wetenschappelijk Instituut voor Drugsproblemen – UWID (cf. overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Universiteit Antwerpen van 15 juni 2004). In 2008 is voor deze beide initiatieven nog een betaalkrediet van resp. K€ 75 en K€ 25 benodigd. Basisallocatie EE3301B – Actieplan “Menselijk kapitaal voor wetenschap, technologie en innovatie” Nieuwe basisallocatie in 2008 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
-
8.170 8.170
Zoals de Beleidsnota “Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel (2004 – 2009)” stelt, is de onderzoeker de meest cruciale factor in het gehele wetenschaps- en innovatiesysteem. Wil Vlaanderen een performante kenniseconomie blijven, dan moeten voldoende onderzoekers van hoge kwaliteit aangetrokken en tewerkgesteld worden. Het is uiterst belangrijk om de onderzoeksloopbaan aantrekkelijker te maken, zodat: uit de groep kandidaten, de besten ook effectief kiezen voor een wetenschappelijke carrière, zowel binnen de academische wereld als daarbuiten; die onderzoekers zich in hun professionele loopbaan ondersteund en gewaardeerd weten.
4UVL m/S#
438
Met het Europese Handvest voor Onderzoekers en de Gedragscode voor de Rekrutering van Onderzoekers als leidraad wordt een actieplan uitgewerkt rond het thema Menselijk kapitaal voor wetenschap, technologie en innovatie. Eén van de belangrijkste aandachtspunten uit deze Europese documenten is het streven naar transparantie en een duidelijke structuur in de loopbaanontwikkeling. Waarbij ervaring, internationale en intersectoriële mobiliteit worden gevaloriseerd en waarbij ook wordt gestreefd naar een gender-evenwicht. Het actieplan zal uiterlijk begin 2008 ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Het zal bestaan uit het concretiseren van de meest relevante aanbevelingen uit het Europese Handvest en de Europese Gedragscode, het wegwerken van bestaande obstakels en het bieden van nieuwe stimulansen. Belangrijke aandachtspunten in het actieplan vormen: de promotie van intersectorale mobiliteit tussen de academische wereld en het bedrijfsleven (het Baekeland-programma) als bijdrage tot het terugdringen van de innovatieparadox; de versterking van de postdoctorale loopbaan; het opzetten van een centrale vacaturedatabank voor onderzoeksposities; de internationale netwerking met Vlaamse onderzoekers in het buitenland én met buitenlandse onderzoekers die een tijd in Vlaanderen onderzoek hebben gedaan; individuele stimulansen voor excellentie in het onderzoek. Basisallocatie EE3302B – Subsidie aan het Instituut voor Plantenbiotechnologie voor Ontwikkelingslanden (IPBO) Begroting 2007: PR 71.20 BA 33.02 – Subsidie aan het Instituut voor Plantenbiotechnologie voor Ontwikkelingslanden (IPBO) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 100
2008 (krediet) 91
De afgelopen jaren werd het Instituut voor Plantenbiotechnologie voor Ontwikkelingslanden (IPBO) gesubsidieerd met de bedoeling de activiteiten van dit instituut nauwer te laten aansluiten bij de strategie van de United Nations Industrial Development Organization (UNIDO). Het IPBO is in deze opdracht geslaagd, zoals mag blijken uit een door het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie uitgevoerde evaluatie na twee jaar werking van het IPBO. Zoals ook aangekondigd in de Beleidsbrief 2007 Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, zal het IPBO verder structureel worden gefinancierd. Hiertoe werd een beheersovereenkomst voor de werkingsperiode 2007 – 2011 afgesloten tussen de Vlaamse overheid, de Universiteit Gent en het IPBO. Belangrijke aandachtspunten in deze beheersovereenkomst zijn: maximale interuniversitaire inbedding van het IPBO; een cofinanciering vanwege de Universiteit Gent a rato van minimaal 25% van de totale kosten; het definiëren van duidelijk meetbare performantiecriteria voor het IPBO; het uittekenen van een convergentietraject, waarbij het IPBO na verloop van de beheersovereenkomst structureel kan worden verankerd in de Universiteit Gent of een andere universitaire instelling. Opdat de uitwerking van een convergentietraject en de inbedding binnen bestaande universitaire structuren aangemoedigd zou worden, werd in de nieuwe beheersovereenkomst voorzien dat de jaarlijkse financiering van het IPBO stapsgewijs zal dalen. Het resterende krediet onder constant beleid ten opzichte van 2007 werd overgeheveld naar basisallocatie EC1225B.
439
4UVL m/S#
Basisallocatie EE3303B – Subsidie aan het Internationaal Centrum voor Reproductieve Gezondheid (ICRH) Begroting 2007: PR 71.20 BA 33.03 – Subsidie aan het Internationaal Centrum voor Reproductieve Gezondheid (ICRH) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 70
2008 (krediet) 71
In 2006 werd voor de eerste keer een subsidie toegekend aan de Universiteit Gent voor de uitbouw van het Internationaal Centrum voor Reproductieve Gezondheid (ICRH). Zoals ook aangekondigd in de Beleidsbrief 2007 Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, zal het ICRH verder structureel worden gefinancierd. Hiertoe werd een beheersovereenkomst voor de werkingsperiode 2007 – 2011 afgesloten tussen de Vlaamse overheid, de Universiteit Gent en het ICRH. Belangrijke aandachtspunten in deze beheersovereenkomst zijn: maximale interuniversitaire en inter-institutionele inbedding van het ICRH; maximale aansluiting van de activiteiten van het ICRH bij de strategische onderzoeksagenda van de Wereldgezondheidsorganisatie; een cofinanciering vanwege de Universiteit Gent a rato van minimaal 25% van de totale financiering; het definiëren van duidelijk meetbare performantiecriteria voor het ICRH; het uittekenen van een convergentietraject, waarbij het ICRH na verloop van de beheersovereenkomst structureel kan worden verankerd in de Universiteit Gent of een andere instelling. Opdat de uitwerking van een convergentietraject en de inbedding binnen bestaande universitaire structuren aangemoedigd zou worden, werd in de nieuwe beheersovereenkomst voorzien dat de jaarlijkse financiering aan het ICRH stapsgewijs zal dalen. Basisallocatie EE3305B – Subsidies projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO) Begroting 2007: PR 71.40 BA 33.05 – Subsidies projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
9.000 9.000
9.500 9.500
Op 4 april 2003 werd het decreet over de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (het “BaMa-decreet”) goedgekeurd. Dit BaMa-decreet voorziet specifiek voor de opleidingen van het hoger professioneel onderwijs (de opleidingen van één cyclus) van de hogescholen in de versterking van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO). In het flexibiliseringsdecreet van 21 april 2004 werden de bepalingen omtrent het PWO herzien. De hogescholen krijgen jaarlijks twee subsidie-enveloppen: één voor de creatie van de primaire randvoorwaarden en een organieke ondersteuning van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek (K€ 3.000 vanaf 2003), en één voor de projecten zelf (K€ 4.000 in 2004, K€ 4.500 in 2005 en K€ 6.000 vanaf 2006). Alle subsidies worden verdeeld a rato van het gemiddeld aantal financierbare studenten in de opleidingen van één cyclus op 1 februari 2001, 1 februari 2002 en 1 februari 2003. Voor 2008 dient bijgevolg K€ 3.000 + K€ 6.000 = K€ 9.000 aan beleids- en betaalkredieten te worden
440
4UVL m/S#
voorzien. Bovendien wordt in 2008 voor het PWO een bedrag van K€ 500 aan bijkomende middelen voorzien, op voorwaarde dat aanvaardbare performantiecriteria in de regelgeving voor het financieringsmechanisme worden ingebouwd. Basisallocatie EE3307B – Subsidies voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek door de instellingen voor postinitieel onderwijs en hogere instituten voor schone kunsten Begroting 2007: PR 71.40 BA 33.07 – Subsidies voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek door de instellingen voor postinitieel onderwijs Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
900 900
1.900 1.900
De instellingen van postinitieel onderwijs, zoals het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) en de Vlerick Leuven Gent Management School, hebben momenteel geen directe toegang tot de reguliere Vlaamse financieringskanalen voor onderzoek, terwijl ze nochtans internationaal toonaangevend onderzoek verrichten. Via onderhavige basisallocatie wordt een beperkte hoeveelheid middelen voor onderzoek aan deze instellingen voorzien, zodat ze hun kritische onderzoeksbasis kunnen versterken. De bijkomende middelen in 2008 (K€ 1.000) zullen worden verdeeld tussen het ITG en de Vlerick Management School op basis van de door beide instellingen nog in te dienen strategische plannen. Vergelijkbaar met de situatie van het ITG en de Vlerick Management School is die van de hogere instituten voor schone kunsten. Deze instituten worden gefinancierd vanuit het Departement Onderwijs voor hun onderwijsfunctie, maar kunnen – tot nader order – geen aanspraak maken op onderzoeksfinanciering. Vandaar dat sinds het werkingsjaar 2007 vanuit de begroting wetenschapsbeleid alvast een flankerende onderzoeksfinanciering wordt toegekend aan het Orpheus Instituut, dat als hoger instituut voor schone kunsten ook bijzonder actief is op onderzoeksvlak. In een in voorbereidend zijnd decreet wordt hiervoor een decretale grondslag voorzien zodat de overheid voor enerzijds de toekenning en de aanwending van deze middelen, en anderzijds de beoordeling van de beoogde doelstellingen, een beheersovereenkomst kan afsluiten. In afwachting van deze decretale verankering wordt voor 2008 onder constant beleid dezelfde kredietmassa voor de onderzoeksfinanciering van het Orpheus Instituut voorzien als in 2007. Basisallocatie EE3341B – Subsidie aan de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde in Antwerpen (KMDA) Begroting 2007: PR 71.4 BA 33.41 – Subsidie aan de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde in Antwerpen (KMDA) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 815
2008 (krediet) 827
In 2006, aan het eind van de beheersovereenkomst 2002 – 2006 tussen de Vlaamse Regering en de VZW Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde in Antwerpen (KMDA), werd de werking van de KMDA met betrekking tot het wetenschappelijk onderzoek doorgelicht. Deze evaluatie ligt aan de basis van een nieuwe
441
4UVL m/S#
samenwerkingsovereenkomst voor de werkingsperiode 2007 – 2011. In deze overeenkomst worden de performantiecriteria aanzienlijk hoger gesteld. Om deze criteria te realiseren, is een verhoging van de subsidie aan de KMDA van 20% ten opzichte van de vorige overeenkomst, verantwoord. De onderzoeksresultaten worden gemeten aan de hand van het klassieke instrumentarium van wetenschappelijke “peer reviewed” publicaties, actieve deelname aan wetenschappelijke bijeenkomsten en opleiding van jonge onderzoekers. De subsidie aan de KMDA wordt aangewend voor personeelskosten, werkingskosten en uitrustingskosten voor zover deze betrekking hebben op de wetenschappelijke activiteiten van de KMDA. Deze bestaan uit wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening, zoals uiteengezet in het strategisch plan wetenschappelijk onderzoek 2007 – 2011. Het wetenschappelijk onderzoek heeft betrekking op de disciplines ethologie, functionele morfologie, diergeneeskunde en conservatiebiologie. De wetenschappelijke dienstverlening bestaat uit de activiteiten wetenschapsinformatie, wetenschappelijk onderwijs en technische ondersteuning. Een wetenschappelijk adviescomité met vertegenwoordigers van de KMDA, de Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Tropische Geneeskunde houdt toezicht op de kwaliteit van het uitgevoerde onderzoek en rapporteert hierover jaarlijks. De kredietbehoefte werd berekend op basis van het strategisch wetenschappelijk beleidsplan 2007 – 2011. De financiering wordt jaarlijks, en voor het eerst bij de start van het begrotingsjaar 2008, vermeerderd met de gezondheidsindex. De referentiedatum voor de indexaanpassing is 1 januari 2007. Basisallocatie EE3343B – Subsidie aan het Vlaams Instituut voor de Zee VZW Begroting 2007: PR 71.40 BA 33.43 – Subsidie aan het Vlaams Instituut voor de Zee VZW Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 1.075
2008 (krediet) 1.090
De jaarlijkse werkingssubsidie van het Vlaamse Gewest aan de VZW Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) gebeurt conform vijfjarige beheersovereenkomsten tussen beide partijen. De huidige beheersovereenkomst, die werd afgesloten op 25 april 2005, bestrijkt de werkingsperiode 2005 – 2009. Volgens artikel 6 van deze beheersovereenkomst bedraagt de werkingssubsidie aan het VLIZ voor een bepaald werkingsjaar de (finaal toegekende) werkingssubsidie in het voorgaande werkingsjaar vermeerderd met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EE3344B – Subsidie aan het Vlaams Instituut voor de Zee VZW voor de ondersteuning en werking van het IODE Project Office Begroting 2007: PR 71.40 BA 33.44 – Subsidie aan het Vlaams Instituut voor de Zee VZW voor de ondersteuning en werking van het IODE Project Office Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK
2007 (krediet BC) 578
2008 (krediet) 586
4UVL m/S#
442
VRK MACH
De jaarlijkse subsidie van het Vlaamse Gewest aan de VZW Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) voor de huisvesting en ondersteuning van het IODE Project Office van de Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC) van de UNESCO gebeurt conform de op 25 april 2005 afgesloten beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het VLIZ, die de werkingsperiode 2005 – 2009 bestrijkt. Volgens artikel 8 van deze beheersovereenkomst bedraagt de hierbij vermelde subsidie aan het VLIZ voor een bepaald werkingsjaar de (finaal toegekende) subsidie in het voorgaande werkingsjaar, vermeerderd met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EE3345B – Subsidie aan het Vlaams Instituut voor de Zee VZW voor de ondersteuning en werking van de ESF Marine Board Begroting 2007: PR 71.40 BA 33.45– Subsidie aan het Vlaams Instituut voor de Zee VZW voor de ondersteuning en werking van de ESF Marine Board Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 122
2008 (krediet) 124
De jaarlijkse subsidie van het Vlaamse Gewest aan de VZW Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) voor de huisvesting en ondersteuning van de Marine Board van de European Science Foundation (ESF) gebeurt conform het addendum van 1 september 2006 bij de op 25 april 2005 afgesloten beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het VLIZ, die de werkingsperiode 2005 – 2009 bestrijkt. Krachtens artikel 3 van dit addendum werd deze subsidie in 2006 vastgelegd op K€ 120, vanaf het begrotingsjaar 2007 jaarlijks te vermeerderen met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EE3540B – Subsidie aan de United Nations University (UNU) in het kader van het programma regionale integratiestudies Begroting 2007: PR 71.20 BA 35.40 – Subsidie aan de United Nations University (UNU) in het kader van het programma regionale integratiestudies Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 999
2008 (krediet) 1.014
Sinds het werkingsjaar 2001 ontvangt de Universiteit van de Verenigde Naties (United Nations University – UNU) van de Vlaamse Gemeenschap een jaarlijkse subsidie voor de uitvoering van het opleidings- en onderzoeksprogramma “Vergelijkende Regionale Integratiestudies” (Comparative Regional Integration Studies – CRIS). De modaliteiten voor het toekennen van deze subsidie gedurende de werkingsperiode 2005 – 2009 zitten vervat in het vierde “Memorandum of Understanding” van 6 juli 2005 tussen de Vlaamse Regering, de Universiteit van de Verenigde Naties en het Europacollege. Volgens artikel 9 van dit “Memorandum of Understanding” wordt de subsidie voor UNU-CRIS in een bepaald werkingsjaar berekend
443
4UVL m/S#
door de (finaal toegekende) subsidie in het voorgaande werkingsjaar te vermeerderen met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EE3541B – Subsidie aan UNESCO voor de ondersteuning van het Vlaams UNESCOTrustfonds Wetenschappen Begroting 2007: PR 71.20 BA 35.41 – Subsidie aan UNESCO voor de ondersteuning van het Vlaams UNESCO-Trustfonds Wetenschappen Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 1.437
2008 (krediet) 1.453
Op 6 maart 1998 ondertekenden de Vlaamse Regering en de UNESCO een samenwerkingsakkoord dat de basis vormt van de Vlaamse financiële steun aan onderzoeksprojecten die kaderen in de publiek bepaalde onderzoeksstrategie van de UNESCO, en waarbinnen Vlaanderen eigen (internationale) expertise kan inbrengen. In 1999 werd ter uitvoering van dit akkoord het Vlaams UNESCO-Trustfonds Wetenschappen (kortweg “FUST”) opgericht, ter bevordering van de wetenschappelijke activiteiten van de UNESCO. Binnen fase I van het FUST (2000 – 2004) werden vijf (watergerelateerde) projecten gefinancierd. Op 3 april 2003 werd het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Regering en de UNESCO verlengd voor een nieuwe periode van vijf jaar. De Vlaamse Regering hechtte op 30 april 2004 haar goedkeuring aan een eerste reeks van zes projecten die binnen fase II van het FUST (2004 – 2008) worden gefinancierd, en keurde vervolgens op 28 april 2006 een tweede reeks van nog eens vijf binnen fase II van het FUST te financieren projecten goed. Overeenkomstig artikel 2 §6 van het samenwerkingsakkoord 2004 – 2008 tussen de Vlaamse Regering en de UNESCO vallen al deze projecten binnen de actieradius van het specifieke programma “Sciences, Environment and Sustainable Development” van de UNESCO. De Vlaamse Regering hechtte haar goedkeuring aan de betoelaging van het FUST a rato van K€ 1.421, een bedrag dat voor de volgende werkingsjaren die vallen binnen de huidige samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en de UNESCO, jaarlijks met de vigerende gezondheidsindex wordt verhoogd. Basisallocatie EE4001B – Versterking van de onderzoeksbetrokkenheid van de academische opleidingen aan de hogescholen Begroting 2007: PR 71.40 BA 40.01 – Versterking van de onderzoeksbetrokkenheid van de academische opleidingen aan de hogescholen Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 5.000
2008 (krediet) 6.500
De overheid engageert zich tot een verdere versterking van de onderzoeksgebondenheid van de academische opleidingen aan de hogescholen. Omdat dit proces noodzakelijk is voor de uitbouw van zowel de Vlaamse hoger onderwijsruimte als de Vlaamse onderzoeksruimte, worden hiervoor vanuit het beleidsdomein
444
4UVL m/S#
onderwijs én de beleidsvelden wetenschap en innovatie bijkomende middelen ter beschikking gesteld. In de begroting 2007 van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie werd op onderhavige basisallocatie een bedrag van K€ 5.000 ingeschreven. Bij de opmaak van de begrotingen voor 2008 en volgende jaren worden de bijkomende middelen voorzien. Basisallocatie EE4002B – Subsidie aan de Bijzondere Onderzoeksfondsen in het kader van het Methusalem-programma Begroting 2007: PR 71.20 BA 40.02 – Subsidie aan de Bijzondere Onderzoeksfondsen in het kader van het Methusalemprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
10.051 10.051
15.194 18.194
Elke Vlaamse universiteit beschikt over een aantal onderzoeksgroepen die substantieel bijdragen tot de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis en die hiervoor ook internationale erkenning genieten. Met de toekenning van Methusalem-financiering erkent de overheid het hoog wetenschappelijke niveau van de onderzoeker en schenkt hem of haar het vertrouwen om in zo groot mogelijke vrijheid zijn of haar onderzoek verder te zetten. De onderzoeker krijgt immers een stabiele en omvangrijke basisfinanciering die hij of zij flexibel kan aanwenden om verder door te groeien tot een internationaal topniveau en op die manier in internationale initiatieven een referentiepositie te verwerven. De overheid stelt jaarlijks aan elke universiteit een bedrag beschikbaar dat moet aangewend worden onder de vorm van Methusalem-financiering. Deze financiering wordt in de periode 2006 – 2010 stapsgewijs opgebouwd. Aan elke universiteit worden op basis van het totale jaarlijks beschikbare bedrag, gewogen met de BOF-sleutel, middelen voor Methusalem-financiering toegekend. Deze middelen worden met hun bestemming toegevoegd aan het BOF (Bijzonder Onderzoeksfonds – basisallocatie 44.64 van het voormalige begrotingsprogramma 33.20). De selectie- en bestedingsmodaliteiten zijn reglementair verankerd in het BOF-besluit zoals gewijzigd op 8 december 2006. De bijkomende middelen in 2008 (K€ 5.000) correleren met het groeipad dat bij de opstart van het Methusalem-programma was voorzien. Basisallocatie EE4003B – Subsidie aan de Bijzondere Onderzoeksfondsen voor de aanstelling van bijkomende ZAP-mandaten Begroting 2007: PR 71.20 BA 40.03 – Subsidie aan de Bijzondere Onderzoeksfondsen voor de aanstelling van bijkomende ZAP-mandaten Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
1.500 1.500
3.021 3.021
Terwijl de financiering voor tijdelijke onderzoekers de voorbije jaren snel is gestegen, is het zelfstandig academisch personeel (ZAP) in de periode 1994 – 2005 slechts met ongeveer 5% toegenomen. De gemiddelde verhouding tussen tijdelijke onderzoekers en permanente aanstellingen aan de Vlaamse
445
4UVL m/S#
universiteiten is momenteel meer dan 3 op 1. Dit onevenwicht veroorzaakt een sterk verhoogde onderwijsbelasting evenals een gebrek aan omkadering voor jonge onderzoekers. Om hieraan enigszins te verhelpen worden bijkomende ZAP-mandaten gecreëerd in het kader van het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF). Deze mandaten zijn in de eerste plaats gericht op onderzoek, in combinatie met een beperkte onderwijsopdracht. Na een eerste verhoging van de middelen met K€ 1.500 in 2007, wordt in 2008 nog eens bijkomend K€ 1.500 voorzien voor de uitbreiding van het BOF-ZAP kader. Deze middelen worden volgens de BOF-sleutel verdeeld over de Vlaamse universiteiten en worden toegevoegd aan de bijzondere onderzoeksfondsen van de universiteiten. Daarbij is het de bedoeling om in 2009 over een 45 à 60-tal bijkomende ZAP-mandaten te kunnen beschikken. Basisallocatie EE4012B – Dotatie aan het Industrieel Onderzoeksfonds Vlaanderen Begroting 2007: PR 71.40 BA 40.02 – Dotatie aan het Industrieel Onderzoeksfonds Vlaanderen Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 11.535
2008 (krediet) 16.699
Het Industrieel Onderzoeksfonds Vlaanderen (IOF) is een instrument voor de Vlaamse universiteiten om een eigen beleid inzake strategisch basisonderzoek (SBO) te ontwikkelen. Doelstelling is dat de universiteiten een portefeuille met valoriseerbare kennis opbouwen, waarvoor binnen het bedrijfsleven op middellange termijn belangstelling bestaat. Het IOF is essentieel om de kloof tussen de academische en bedrijfswereld te overbruggen en de innovatieparadox te verkleinen. De middelen worden tot nu toe verdeeld volgens een jaarlijks te berekenen verdeelsleutel die is gebaseerd op een evolutie van zeven parameters: doctoraatsdiploma’s, publicaties en citaties, IWT-inkomsten, inkomsten uit het Europese Kaderprogramma, octrooien en octrooiaanvragen, spin-offs en wetenschappelijk personeelsbestand. De middelen worden aangewend voor projecten en mandaten. De dotatie aan het IOF werd voor de periode 2004/2005 en 2006/2007 geregeld via twee besluiten van de Vlaamse Regering. Momenteel wordt het IOF doorgelicht, als voorbereiding op een definitieve regeling die ingaat op 1 januari 2008. Basisallocatie EE4103B – Dotatie aan de Vlaamse Raad voor het Wetenschapsbeleid Begroting 2007: PR 71.10 BA 41.03 – Dotatie aan de Vlaamse Raad voor het Wetenschapsbeleid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 541
2008 (krediet) 749
446
4UVL m/S#
De Vlaamse Raad voor het Wetenschapsbeleid (VRWB) is bevoegd om over elke aangelegenheid betreffende het wetenschaps- en technologiebeleid op eigen initiatief of op verzoek aanbevelingen te formuleren, studies te verrichten en advies uit te brengen. Het verzoek kan uitgaan van de Vlaamse Regering of van het Vlaamse Parlement. Meer in het bijzonder kan de VRWB adviseren over en voorstellen formuleren bij de algemene richtlijnen en prioriteiten van het wetenschapsbeleid, de vorming van het onderzoekspersoneel, de grote trends in het wetenschapsbeleid, het toetsen van doelmatigheid van de organisatie van het wetenschapsbeleid en het toetsen van het wetenschapsbeleid aan de ontwikkelingen op sociaal, economisch, technologisch en cultureel gebied. De organisatie en de werking van het secretariaat van de raad valt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter. De staf van dit secretariaat bestaat uit statutaire personeelsleden van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie en contractuele personeelsleden waarvoor de personeelskost wordt vergoed uit de dotatie. Het krediet wordt aangewend voor de noodzakelijke adviesfunctie t.a.v. het wetenschaps- en technologisch innovatiebeleid. De werking van de VRWB wordt geregeld bij middel van het decreet tot de oprichting van de VRWB (15.12.1993), het besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de VRWB (29.06.1994, gewijzigd op 29.03.1995) en het besluit van de Vlaamse Regering van 17.12.1997 tot regeling van de organisatie en de dotatie van het secretariaat van de VRWB. De kredietbehoefte in 2008 werd berekend op basis van de taken uit te voeren door de VRWB. Het krediet houdt rekening met een volledige werking op kruissnelheid. De bijkomende middelen in 2008 (K€ 200) zijn bestemd voor de organisatie van een reflectiekamer bestaande uit een aantal internationale experts op het vlak van het wetenschaps- en innovatiebeleid. Deze reflectiekamer zal jaarlijks een advies uitbrengen over het Vlaamse wetenschaps- en innovatiebeleid en de inbedding ervan in de internationale context. Basisallocatie EE4105B – Subsidie aan het FWO-Vlaanderen voor het Odysseus-programma Begroting 2007: PR 71.20 BA 41.05 – Subsidie aan het FWO-Vlaanderen voor het Odysseus-programma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
12.171 12.171
12.344 12.344
Voor de versterking van het Vlaamse onderzoekspotentieel is het van groot belang dat onze kennisregio postdoctoraal toptalent uit het buitenland kan aantrekken. Het gaat daarbij zowel om Vlaamse onderzoekers die wensen terug te keren, als om buitenlandse onderzoekers die naar Vlaanderen wensen te komen. Cruciaal daarbij zijn respect voor de autonomie van de betrokken onderzoeker en het perspectief om een eigen onderzoeksgroep uit te bouwen met de nodige personeels- en werkingsmiddelen. Daarnaast wordt van de Vlaamse onthaalinstelling ook een substantiële financiële bijdrage verwacht. Het Odysseus-programma is gebaseerd op de volgende principes: hoge internationale visibiliteit; toegankelijk voor toponderzoekers uit het buitenland (ongeacht hun nationaliteit); ontvankelijke onthaalinstellingen: Vlaamse universiteiten en publieke onderzoeksinstellingen; financiering voor de uitbouw van een door de toponderzoeker zelf samen te stellen team; financiering tot K€ 1.500 per dossier gedurende 5 jaar; formeel engagement van de onthaalinstelling om de financiering na 5 jaar over te nemen (waarbij gewerkt wordt met een afbouwscenario van de overheidsfinanciering); indienprocedure: doorlopend met enkele cut-off data in de loop van het jaar; evaluatie door een panel van Vlaamse en internationale experts.
447
4UVL m/S#
Conform de – lopende – beheersovereenkomst met het FWO-Vlaanderen wordt de subsidie 2008 voor het Odysseus-programma bepaald door de in 2007 toegekende subsidie te vermeerderen met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EE4106B – Subsidie Stichting Technologie Vlaanderen Begroting 2007: PR 71.10 BA 41.06 – Subsidie Stichting Technologie Vlaanderen Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 2.238
2008 (krediet) 2.270
STV – Innovatie & Arbeid is een studiedienst die wordt beheerd door de Vlaamse sociale partners (SERV) en gefinancierd door de Vlaamse overheid via een jaarlijkse dotatie. Opgericht per decreet in 1985 als de “Stichting Technologie Vlaanderen” voert STV momenteel onderzoek uit rond innovatieve (technologische en organisatorische) ontwikkelingen in het bedrijfsleven, maar ook in bijvoorbeeld de welzijnssector, het onderwijs en de overheidsadministratie, en hun impact op de inzet van de menselijke arbeid. De decretale opdrachten van STV zijn meer bepaald: onderzoek naar de implicaties van technologische veranderingsprocessen in het bedrijfsleven; publiceren en valoriseren van de onderzoeksresultaten van het eigen onderzoek; uitbouwen van een ter zake gespecialiseerd documentatiecentrum; ondersteuning bieden bij de beleidsadvisering van de sociale partners t.a.v. de Vlaamse Regering; begeleiding op vraag van de Vlaamse sociale partners bij concrete innovatietrajecten. Voor het werkingsjaar 2008 wordt aan STV een subsidie toegekend aan constant beleid, wat neerkomt op de geïndexeerde subsidie die in 2007 finaal aan STV werd toegekend. Voor de weddendrift wordt wel een bijkomende subsidie van K€ 10 voorzien (cf. toelichting bij de SERV-begroting). Basisallocatie EE4107B – Dotatie aan de SERV Begroting 2007: PR 51.10 BA 41.01 – Dotatie aan de SERV Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 6.693
2008 (krediet) 6.894
Overeenkomstig het decreet van 27 juni 1985 en het decreet van 22 maart 1990 heeft de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) de volgende taken: adviesverlening: advies formuleren over alle belangrijke sociale en economische aangelegenheden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest bevoegd zijn, of waarbij ze worden betrokken, op eigen initiatief of op vraag van het Vlaams Parlement, de Vlaamse Regering of een lid van de Vlaamse Regering (verplicht bij elk voorontwerp van decreet met een sociaaleconomische inslag en over het Vlaams begrotingsbeleid); studie: studies over sociaaleconomische thema’s met communicatie naar externe klanten, onder meer in de vorm van standpunten en aanbevelingen;
448
4UVL m/S#
overleg: de voorbereiding van het drieledig overleg met de Vlaamse Regering binnen het kader van het VESOC en het overleg tussen de sociale partners onderling; opmaak van beroepsprofielen.
De SERV vervult haar opdracht vanuit haar specifieke organisatie met eigen expertise verzorgd door de Stichting Technologie Vlaanderen en enkele diverse commissies (Vlaamse havencommissie, Vlaamse overlegcommissie Vrouwen, Commissie Goederenvervoer, Commissie Metaalverwerking, Commissie Textiel en Confectie, Commissie Welzijns- en Gezondheidszorg, Commissie Hout en Bouw, studiecommissie R. Maris). Basisallocatie EE4108B – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor steun aan toegepast biomedisch onderzoek met een primair maatschappelijke finaliteit Begroting 2007: PR 71.40 BA 41.08 – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor steun aan toegepast biomedisch onderzoek met een primair maatschappelijke finaliteit Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
5.000 3.600
6.000 5.161
NGK GVK GOK VRK MACH
Op 15 september 2006 besliste de Vlaamse Regering tot de lancering van het nieuwe steunprogramma “Toegepast Biomedisch Onderzoek met een Primair Maatschappelijke Finaliteit (TBM)”, waarbij voor 2006 en 2007 eenzelfde enveloppe van telkens € 5 miljoen voor projectmatige steun werd voorzien. Voor de eerste TBM-oproep werden, wegens begrotingstechnische redenen, 2 budgetjaren samengevoegd met een totale enveloppe van € 10 miljoen (2006 + 2007). De oproep werd als één samengevoegde oproep beschouwd met een gefaseerde indiening (twee indiendata: 18 september en 20 november 2006), met telkens een enveloppe van € 5 miljoen. In de eerste indienronde werden 23 projectvoorstellen ingediend voor een totale begroting van ongeveer € 11,9 miljoen. Negentien projecten werden ontvankelijk verklaard en 9 projecten hiervan werden positief beslist op de vergadering van de Raad van Bestuur van het IWT-Vlaanderen van 21 december 2006. De 10 niet-geselecteerde projecten werden, zoals meegedeeld bij de lancering van de oproep, terug opgenomen in de selectieprocedure van de projecten die ingediend werden in de tweede indienronde (eveneens voor een enveloppe van € 5 miljoen). In deze tweede indienronde werden 38 nieuwe projectvoorstellen ingediend, die alle ontvankelijk werden verklaard. Uit het totaal van de 48 geselecteerde aanvragen (voor een totale gevraagde steun van ongeveer € 25,8 miljoen) werden na evaluatie, bij beslissing van de Raad van Bestuur van het IWT-Vlaanderen van 19 april 2007, opnieuw 9 projecten positief beoordeeld. Na beide indienronden werd op basis van de toegekende steun, de projectduur en het hieraan gekoppelde betalingsschema de kredietbehoefte voor 2007 berekend op K€ 3.664. Na de lancering van het programma en de eerste oproep gespreid over 2006 en 2007, wordt voor 2008 uitgegaan van een verhoging van het beleidskrediet van K€ 5.000 naar K€ 6.000 en een beschikbaar betaalkrediet dat op basis van de engagementen uit de eerste oproep werd berekend op K€ 5.161. Basisallocatie EE4109B – Subsidie aan de Nationale Plantentuin van Meise voor algemene werking (pro memorie) Begroting 2007:
449
4UVL m/S#
PR 71.40 BA 41.09 – Subsidie aan de Nationale Plantentuin van Meise voor algemene werking (pro memorie) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
NGK GVK GOK VRK MACH
Deze basisallocatie dient pro memorie te worden voorzien in afwachting van de verdere dossierevolutie. Basisallocatie EE4111B – Subsidie aan de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten Begroting 2007: PR 71.10 BA 41.01 – Subsidie aan de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 1.131
2008 (krediet) 1.144
De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (kortweg “Academie”) is een autonoom, onafhankelijk en multidisciplinair genootschap ter beoefening en bevordering van wetenschap en cultuur. Om deze opdracht te verwezenlijken houdt zij geregeld vergaderingen, organiseert zij lezingen, colloquia, congressen en wedstrijden, schrijft zij prijsvragen uit, geeft zij publicaties uit en neemt elk ander daartoe geschikt initiatief. Verder brengt de Academie adviezen uit over onderwerpen van maatschappelijk belang. Zij kan bovendien langlopende en/of multidisciplinaire projecten, die bescherming of promotie verdienen, begeleiden of ze ook zelf organiseren. Ten slotte draagt de Academie bij aan de uitstraling van de wetenschap en de cultuur van de Vlaamse Gemeenschap op het nationale en het internationale vlak. Daartoe kan de Academie opdrachten geven en commissies, wetenschappelijke comités en centra oprichten, onder meer met het oog op de samenwerking met binnenlandse en buitenlandse academiën, met internationale wetenschappelijke en culturele organisaties, en er samenwerkingsakkoorden mee sluiten. Het voorstel voor de subsidie 2008 is gebaseerd op de beheersovereenkomst voor de periode 2007 – 2011. Daarin zijn duidelijke performantie-indicatoren opgenomen, waarbij de subsidie gekoppeld is aan vooraf gedefinieerde prestaties van de Academie. Bovendien is ook een procedure van begrotingsbekrachtiging vastgelegd en is de uitbetaling van het saldo gekoppeld aan de tijdige ontvangst van de jaarrekening en het jaarverslag door de minister en de goedkeuring ervan. Conform artikel 11 van de beheersovereenkomst 2007 – 2011 is de subsidie 2008 aan de Academie gelijk aan de finaal toegekende subsidie in 2007 vermeerderd met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EE4113B – Subsidie aan het FWO-Vlaanderen Begroting 2007: PR 71.20 BA 41.03 – Subsidie aan het FWO-Vlaanderen Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI)
4UVL m/S#
NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 112.874
450
2008 (krediet) 117.182
Naast het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) is het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) de tweede pijler voor de financiering van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek aan de Vlaamse universiteiten. Het FWO is het kanaal dat onderzoeksgelden verdeelt op basis van interuniversitaire competitie en “peer review” via disciplinair samengestelde wetenschappelijke commissies. Beide geven de beste garantie voor wetenschappelijke kwaliteit. De subsidie steunt op artikel 167 van het universiteitsdecreet van 12 juni 1991. De bestedingsmodaliteiten worden geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 en de beheersovereenkomst 2003 – 2007 tussen de Vlaamse Gemeenschap en het FWO. De afgelopen jaren is het aantal aspiranten opgetrokken. Bij de begrotingsopmaak 2007 en 2008 wordt een bijkomende subsidie van telkens K€ 2.700 uitgetrokken om het aantal postdoctorale mandaten stapsgewijs te verhogen en het slaagpercentage bij de postdoctorale onderzoekers, naar analogie met de aspiranten, op 35% te brengen. Basisallocatie EE4114B – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen in verband met het toekennen van specialisatiebeurzen (Decreet van 23 januari 1991) Begroting 2007: PR 71.40 BA 41.02 – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen in verband met het toekennen van specialisatiebeurzen (Decreet van 23 januari 1991) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 22.918
2008 (krediet) 26.019
Teneinde uitvoering te kunnen geven aan de betalingsverplichtingen resulterend uit de verbintenissen aangegaan vóór en tijdens het begrotingsjaar 2008 werd het budget voor de specialisatiebeurzen vastgesteld op K€ 26.019. Het budget voor de specialisatiebeurzen omvat het geheel aan financiële middelen die tijdens de academiejaren 2006 – 2007 en 2007 – 2008 nodig zijn voor het beheer en de uitbetaling van de beursbedragen en de projectkostenvergoeding. Aantal bursalen voor 2007 – 2008 Tot 2003 werd het aantal eerstejaars bepaald volgens een strategie die al sinds 1994 wordt gehanteerd. In 2004 werd het normale aantal eerstejaarsbursalen van 150 naar 200 opgetrokken. Voor de tweede- tot vierdejaars wordt uitgegaan van het aantal actieve bursalen (dus rekening houdend met het aantal dat voortijdig, spontaan of na evaluatie, uitvalt sinds het toekennen van de eerste termijnbeurs). Beursbedragen De kostprijs per bursaal voor 2007 – 2008 werd berekend op basis van het huidige beursbedrag met een indexering van 1,125%. Daar het sinds enkele jaren niet langer nodig is om een provisie over verschillende jaren aan te leggen voor de uitbetaling van doctoraatspremies, worden deze middelen voortaan afzonderlijk behandeld. Er wordt hierbij verondersteld dat 10% en 100% van resp. derde- en vierdejaars bursalen binnen het begrotingsjaar hun doctoraatsproefschrift succesvol verdedigen.
451
4UVL m/S#
Dit levert voor 2007 – 2008 een totale werkgeverskost op van € 28.900 voor een eerste termijnbeurs en € 30.478 voor een tweede termijnbeurs (excl. doctoraatspremie en benchfee). Projectkostenvergoeding Aan alle bursalen wordt in 2007 – 2008 een benchfee ten bedrage van € 3.718 toegekend. Op basis van bovenvermelde basisassumpties en –voorwaarden, en rekening gehouden met de jaarlijkse herziening van de beursbedragen en het effect van de projectkostenvergoeding toegekend aan alle bursalen, werden de uitgaven voor 2008 berekend op K€ 26.019. Basisallocatie EE4115B – Subsidie aan de universitaire interfacediensten Begroting 2007: PR 71.30 BA 41.05 – Subsidie aan de universitaire interfacediensten Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 2.723
2008 (krediet) 2.762
De interfacediensten vormen een brug tussen kennis en economie. De Vlaamse regio telt intussen tien interfacediensten: zes daarvan zijn verbonden aan een Vlaamse universiteit, en vier aan een Vlaamse onderzoeksinstelling. Het IWT-Vlaanderen vervult een tweevoudige rol ten aanzien van de interfacediensten: enerzijds staat het in voor het beheer van de financiële steun aan de 6 universitaire interfacediensten (cf. Besluit Vlaamse Regering van 13 september 2002 betreffende de ondersteuning van interfaceactiviteiten van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap), anderzijds begeestert en ondersteunt het de samenwerking van de verschillende interfacediensten. Zo komen alle interfacediensten geregeld samen op het IWT-Vlaanderen (interfacewerkgroep) voor onderling overleg en uitvoering van het Interfacebesluit. De activiteiten van een interfacedienst kunnen worden teruggebracht tot drie hoofdtypes van activiteiten: bevorderen van samenwerking tussen universiteiten en bedrijven, bvb. contractonderzoek; zorgen voor de economische valorisatie van het onderzoek door het sensibiliseren en het opleiden van de eigen onderzoekers in diverse aspecten van economische valorisatie, door het opsporen van octrooieerbare zaken en het nemen van octrooien, en door het opstellen van licentiecontracten; oprichten van spin-off bedrijven door begeleiding bij het opstellen van het businessplan en bij financiering in de opstartfase, en door opleiding van het management. Tussen 2005 en 2007 was er nagenoeg een verdubbeling van de werkingsbudgetten van de interfacediensten, die stegen van K€ 1.365 (in 2005) naar K€ 2.723 (in 2007). Voor 2008 wordt eenzelfde subsidie als in 2007 voorgesteld. Na indexatie geeft dit een krediet van K€ 2.762. Basisallocatie EE4116B – Dotatie aan het EVA Herculesstichting als beheersvergoeding Begroting 2007: PR 71.20 BA 41.06 – Dotatie aan het EVA Herculesstichting als beheersvergoeding Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK
2007 (krediet BC) 600
2008 (krediet) 607
452
4UVL m/S# GOK VRK MACH
Om beter gevolg te geven aan de grote nood voor een adequate financiering van onderzoeksinfrastructuren in Vlaanderen, werd in deel VI, titel IVter, van het Aanvullingsdecreet, via invoeging door het Programmadecreet van 22 december 2006 van de artikels 75 en 76, de Herculesstichting in het leven geroepen. De Herculesstichting heeft de vorm van een privaatrechtelijke EVA. De Herculesstichting dient, naast de middelen voor de feitelijke subsidiëring van middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur (cf. basisallocatie EE6102B), ook te kunnen beschikken over een beheersvergoeding voor het dekken van de centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten. Als percentage voor de centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten van de Herculesstichting wordt een overheadpercentage gebruikt van 4%. Aangezien in 2008 een bedrag van K€ 15.000 voor de financiering van middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur wordt voorzien, komt dit overeen met K€ 607 (na indexatie t.o.v. 2007) voor de dekking van centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten. Basisallocatie EE4117B – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor de bevordering van technologietransfer en onderzoek door instellingen van hoger onderwijs Begroting 2007: PR 71.40 BA 41 04– Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor de bevordering van technologietransfer en onderzoek door instellingen van hoger onderwijs Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
7.399 6.421
8.899 7.810
Het TETRA-fonds ontstond in 2003 als gevolg van de hervorming van het (succesvolle) HOBU-fonds. Naast het feit dat een aantal nieuwe elementen op hun merites moesten worden geëvalueerd, meer bepaald: de introductie van een financiële bijdrage vanwege de bedrijven en/of social profit organisaties vertegenwoordigd in de gebruikerscommissies van de projecten; de verruiming van de indienmogelijkheden naar de universiteiten toe; was er ook een probleem van voldoende budgettaire middelen. Het stijgende aantal aanvragen werd niet gecompenseerd door stijgende middelen. In het bijzonder voor het TETRA-fonds leidde dit tot zeer lage slaagpercentages. Zo bedroeg het totaal aantal gesteunde projecten in 2004 slechts 23 van de 73 ingediende projecten. In 2005 resulteerde de oproep in 26 goedgekeurde versus 68 ingediende waarvan 63 ontvankelijk verklaarde dossiers. In 2006 konden 26 projecten van de 78 ingediende dossiers worden goedgekeurd. Fonds Ingediend Goedgekeurd % goedgekeurd
2000 5.949 61 26 43%
2001 5.949 59 24 41%
2002 5.949 69 26 38%
2003 5.949 78 25 32%
2004 5.949 73 23 31,5%
2005 5.949 68 26 35%
2006 6.999 78 25 32%
2007 7.399 x x x
Voor 2008 wordt, rekening houdend met het verhoogde bedrag aan steunmogelijkheden (+M€ 1,5), een betaalkrediet voorgesteld dat op basis van de openstaande encours op datum van 01/01/2007 en de betalingsverplichtingen resulterend uit de vastleggingen in 2007 en 2008 als volgt werd berekend:
453
4UVL m/S#
Openstaande betalingsverplichtingen 01/01/2007 1. Openstaande betalingsverplichtingen voorzien te betalen vóór 2006 Te vereffenen in 2006: K€ 331 (25%) Te vereffenen in 2007: K€ 1.494 (60%) TOTAAL: K€ 1.825 (waarvan ca K€ 980 effectief zal worden uitbetaald) 2. Openstaande betalingsverplichtingen voorzien te betalen in 2008 geteld op k€ 5.424, waarvan ca 80% effectief wordt uitbetaald 3. Voorziene betalingsverplichtingen uit de oproep 2008 (bij volledige benutting van het krediet wordt rekening gehouden met de vrijgave van één betalingsschijf, hetzij 35% of K€ 3.115 van de goedgekeurde subsidie, waarvan ca 80% effectief zal worden uitbetaald) TOTAAL:
Uitvoering (in K€) 980
4.338 2.492
7.810
Op basis van dit totaal aan openstaande verplichtingen werd de kredietbehoefte 2008 aldus geraamd op K€ 7.810. Basisallocatie EE4121B – Subsidie aan het FWO-Vlaanderen voor projecten in het kader van internationale onderzoeksfaciliteiten Begroting 2007: PR 71.20 BA 41.01 – Subsidie aan het FWO-Vlaanderen voor projecten in het kader van internationale onderzoeksfaciliteiten Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 1.502
2008 (krediet) 2.273
In het kader van de toegang tot internationale onderzoeksfaciliteiten wordt er door de instellingen die deze faciliteiten beheren (bvb. CERN, ESRF, EMBO, ESO, …), naast de bijdrage vanuit de lidstaten en de specifieke onderzoeksprojecten, een steeds toenemende institutionele ondersteuning gevraagd aan de leden uit de betrokken lidstaten. Deze institutionele ondersteuning dekt een deel van de toenemende logistieke en operationele kosten en onderhoudsactiviteiten van deze internationale onderzoeksinstellingen. Het FWOVlaanderen draagt hierin bij, onder meer door het ondersteunen van gespecialiseerd personeel en specifieke kosten verbonden aan het door het FWO-Vlaanderen gesteund onderzoek. Basisallocatie EE4125B – Strategisch basisonderzoek (IWT-Vlaanderen) Begroting 2007: PR 71.40 BA 41.05 – Strategisch basisonderzoek (IWT-Vlaanderen) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
38.604 19.181
38.604 23.030
Het programma Strategisch Basisonderzoek (SBO) werd voor het eerst behandeld in 2003, in navolging van de voormalige programma’s Strategische Technologieën voor Welzijn en Welvaart (STWW) en Generisch Basisonderzoek Universiteiten (GBOU). Het SBO-programma met zijn verruimde mogelijkheden (zowel
454
4UVL m/S#
inzake onderzoeksdomeinen als op het vlak van valorisatiefinaliteiten en potentiële indieners) vereist een degelijke budgettaire onderbouw. Voor 2008 wordt uitgegaan van eenzelfde beleidskrediet als voor 2007, namelijk K€ 38.604. Het betaalkrediet werd op basis van de uitstaande verbintenissen per 31/12/2006 en de geplande vastleggingen voor 2007 en 2008 berekend op K€ 23.030. Basisallocatie EE4126B – Generisch basisonderzoek universiteiten (IWT-Vlaanderen) Begroting 2007: PR 71.40 BA 41.06 – Generisch basisonderzoek universiteiten (IWT-Vlaanderen) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
1.638
904
In het licht van de verruiming van de indienmogelijkheden voor projecten van strategisch basisonderzoek werd vanaf 2003 een nieuwe, gelijknamige kredietlijn “Strategisch Basisonderzoek” (basisallocatie EE4125B) voorzien. Om de betalingsverplichtingen ontstaan uit de vroegere engagementen in het kader van het generisch basisonderzoek verder te kunnen nakomen is in 2008 nog een betaalkrediet van K€ 904 benodigd. Basisallocatie EE4131B – Subsidies aan wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundig doel (IWT-Vlaanderen) Begroting 2007: PR 71.40 BA 41.01 – Subsidies aan wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundig doel (IWT-Vlaanderen) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
9.602 9.171
9.602 10.068
Op basis van de conclusies en aanbevelingen van een in 2004 uitgevoerde externe doorlichting van het landbouwkundig onderzoek werd een nieuwe aanpak voor de organisatie en financiering van dit onderzoek uitgewerkt, dat in 2004/2005 resulteerde in een nieuw, specifiek reglementair besluit. Volgens dit nieuwe besluit wordt in een projectduur voorzien van maximum 4 jaar i.p.v. de maximumduur van 2 jaar in het vorige regime, ook al zullen de vierjarige projecten na 2 jaar tussentijds geëvalueerd worden. Bovendien werd de subsidieerbare kostenbasis verruimd. Om de continuïteit van het landbouwkundig onderzoek verder te kunnen verzekeren werd het beleidskrediet (GVK) voor 2008 zoals vorige jaren onveranderd vastgesteld op K€ 9.602. Vanuit deze optiek van constant beleid werd het hieraan gekoppelde betaalkrediet (GOK) voor 2008 op basis van het totaal aan openstaande betalingsverplichtingen op datum van 31/12/2006 berekend op K€ 10.068 (zie onderstaande tabel).
455
Op basis van de uitstaande verbintenissen op 01/01/2007 Op basis van de in 2007 aangegane verbintenissen De vereffening op de machtiging 2008 bij volledige benutting TOTAAL:
4UVL m/S# Betalingsverplichtingen 12.399 3.168 1.920 15.567
Uitgaven 7.015 1.901 1.152 10.068
Op basis van het huidige betaalritme en het bovenstaande behoefteschema werd het betaalkrediet 2008 berekend op K€ 10.068, hetzij K€ 897 hoger dan het actuele krediet 2007. Basisallocatie EE4180B – Dotatie gefinancierd met de netto-opbrengst van de winst van de Nationale Loterij voor het FWO-Vlaanderen Begroting 2007: PR 71.20 BA 41.80 – Dotatie gefinancierd met de netto-opbrengst van de winst van de Nationale Loterij voor het FWO-Vlaanderen Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 11.712
2008 (krediet) 9.370
Op onderhavige basisallocatie wordt voor 2008 in beginsel een krediet a rato van 80% van het finale krediet 2007 ingeschreven. De exacte omvang van de desbetreffende dotatie is pas midden 2008 bekend op het moment van de definitieve winstverdeling van de Nationale Loterij. Basisallocatie EE4464B – Subsidie aan de Bijzondere Onderzoeksfondsen voor de universiteiten Nieuwe basisallocatie in 2008 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
2008 (krediet) 2.500 2.500
De op onderhavige (nieuwe) basisallocatie in te schrijven middelen zijn bestemd om te worden toegevoegd aan de Bijzondere Onderzoeksfondsen (BOF) van de Vlaamse universiteiten. Deze middelen zullen specifiek worden aangewend voor de verdere ondersteuning van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, en dit onder de voorwaarden zoals bepaald in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse gemeenschap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 januari 2003 en 8 december 2006. Basisallocatie EE5201B – Subsidie voor investeringsuitgaven aan de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde te Antwerpen (KMDA) (pro memorie) Begroting 2007: PR 71.40 BA 52.01 – Subsidie voor investeringsuitgaven aan de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde te Antwerpen (KMDA) (pro memorie)
4UVL m/S#
456
Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
NGK GVK GOK VRK MACH
Zoals in 2007 wordt deze basisallocatie nog pro memorie voorzien op de uitgavenbegroting 2008 in afwachting van verdere investeringsinitiatieven ten behoeve van de KMDA. Basisallocatie EE5246B – Subsidies aan het Vlaams Instituut voor de Zee VZW voor investeringsuitgaven Nieuwe basisallocatie in 2008 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
2008 (krediet) 1.100
In de huidige vijfjarige beheersovereenkomst met het Vlaams Instituut voor de Zee VZW (VLIZ), die de werkingsperiode 2005 – 2009 bestrijkt, is er geen ruimte voorzien voor substantiële investeringsuitgaven. Een belangrijke taak van het VLIZ is de logistieke ondersteuning van de mariene onderzoeksgemeenschap. Deze omvat het aanbieden van vaartuigen en onderzoeksinstrumentarium aan boord van onderzoeksschepen en –platforms, en logistieke ondersteuning aan land. Door het stijgende aantal grotere instrumenten en specifieke opslagruimte moet het VLIZ voorzien in voldoende opslag- en verwerkingsruimte. Daarnaast staat het VLIZ ook in voor de vervanging van beschadigde of versleten zeegaande instrumenten en infrastructuur die door de brede mariene onderzoeksgemeenschap worden gebruikt in het kader van lokale en internationale projecten. Onder meer in het kader van de internationalisering van de onderzoeksinspanningen stelt de Vlaamse Regering via onderhavige basisallocatie jaarlijks een investeringsbudget beschikbaar aan het VLIZ om te kunnen voorzien in (het onderhouden van) onderzoeksinfrastructuur en opslagruimte ter ondersteuning van de mariene onderzoeksgemeenschap. Hiermee wordt ook de mogelijkheid aangeboden om in een internationale context een referentiepositie te verwerven. Basisallocatie EE6102B – Dotatie aan het EVA Herculesstichting voor de financiering van (middel)zware onderzoeksapparatuur (artikel 75 Decreet 22.12.2006) Begroting 2007: PR 71.20 BA 41.02 – Dotatie aan het EVA Herculesstichting voor de financiering van (middel)zware onderzoeksapparatuur (artikel 75 Decreet 22.12.2006) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 5.000
2008 (krediet) 15.000
457
4UVL m/S#
Op 30 maart 2007 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeurig aan de subsidiëring van onderzoeks- en innovatie-infrastructuur in Vlaanderen. Dit kaderde in de invulling van de decretale bepalingen betreffende de instelling van een financieringsmechanisme voor middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur, het zogeheten “Herculesmechanisme” (cf. artikel 75 van het Programmadecreet van 22 december 2006). In de initiële algemene uitgavenbegroting 2007 (het opstartjaar van de Herculesstichting die instaat voor het beheer van de Herculesfinanciering) van de Vlaamse Gemeenschap werd een bedrag van K€ 5.000 ingeschreven voor de financiering van (middel)zware onderzoeksinfrastructuur. Naast dit initiële bedrag wordt in het kader van de meerjarenbegroting en de bijkomende middelen voor het beleidsdomein wetenschap en innovatie voorzien in de beschikbaarstelling van een aanvullend bedrag van K€ 10.000 voor de Herculesfinanciering in 2008. Samen met de beheersovereenkomst zal een uitgewerkte begroting voor het eerste werkingsjaar van de Herculesstichting ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Basisallocatie 61.03 – Subsidie aan de Nationale Plantentuin van Meise voor investeringsuitgaven (pro memorie) Begroting 2007: PR 71.40 BA 61.03 – Subsidie aan de Nationale Plantentuin van Meise voor investeringsuitgaven (pro memorie) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
NGK GVK GOK VRK MACH
Deze basisallocatie dient pro memorie te worden voorzien in afwachting van de verdere dossierevolutie.
4UVL m/S#
458
DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER EN VAN DE AGENTSCHAPPEN / VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN o SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD VAN VLAANDEREN (SERV) o EVA HERCULESSTICHTING
459
4UVL m/S#
PROGRAMMA EE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD VAN VLAANDEREN SERV Begroting 2008 in duizend euro Ontvangsten ESR COFOG 4 46 46.1 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 08.21 Totaal ontvangsten
Omschrijving Inkomstenoverdrachten van de sector overheid Inkomstenoverdrachten van de centrale overheid Van het rijk / de staat Dotatie aan de SERV (EE4107B) Dotatie aan STV-Innovatie & Arbeid (EE4106B) Beroepsprofielen (EE4107B) MORA (EE4107B) Luchthavencommissie (MD4103B) Overgedragen saldo 31/12/2007
BC2007 B2008 9.084 9.319 9.084 9.319 9.084 9.319 5.721 5.912 2.238 2.270 548 558 424 424 153 155 2.404 2.404 11.488 11.723
Uitgaven SERV COFOG ESR code code 03.22 04110 1 04110 11 04110 11.1 04110 11.1.1 04110 11.1.2 04110 11.2 04110 11.4 04110 12 04110 12.1 04110 12.1.1 04110 12.1.2 04110 12.3 04110 12.5 04110 7 04110 74 04110 74.2 04110 74.2.2 04110 74.4 04110 Uitgaven SERV
Omschrijving Over te dragen saldo 31/12/2006 Lopende uitgaven voor goederen en diensten Lonen en sociale lasten Eigenlijk loon (+ vakantiegeld) Bezoldiging volgens salarisschaal Overige bezoldigingselementen Sociale verzekeringspremies Loon in natura Aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten Algemene werkingskosten vergoed aan andere Algemene werkingskosten (bureau, huisvesting) Huur aan gebouwen Specifieke aankopen bij andere sectoren Indirecte belastingen betaald aan sub-sectoren Investeringen Verwerving van overige invest.goed Verwerving van overig materieel Vervaardigd door andere sectoren dan de overheid Verwervingen van patenten, octrooien
BC2007 B2008 2.404 2.404 5.629 5.806 3.589 3.739 2.313 2.493 2.263 2.446 50 47 1.215 1.184 61 61 2.040 2.068 1.947 1.974 555 547 1.392 1.427 91 92 2 2 92 106 92 106 70 84 70 84 22 22 8.125 8.316
Uitgaven STV-Innovatie & Arbeid ESR code 1 11 11.1 11.1.1 11.1.2 11.2 11.4 12 12.1
COFOG code 04110 04110 04110 04110 04110 04110 04110 04110 04110
Omschrijving Lopende uitgaven voor goederen en diensten Lonen en sociale lasten Eigenlijk loon (+ vakantiegeld) Bezoldiging volgens salarisschaal Overige bezoldigingselementen Sociale verzekeringspremies Loon in natura Aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten Algemene werkingskosten vergoed aan andere
BC2007 B2008 2.170 2.182 1.673 1.689 1.126 1.127 1.108 1.108 18 18 507 521 40 41 497 493 443 438
4UVL m/S#
460
12.1.1 04110 Algemene werkingskosten (bureau, huisvesting) 12.3 04110 Specifieke aankopen bij andere sectoren 7 04110 Investeringen 74 04110 Verwerving van overige invest.goed 74.2 04110 Verwerving van overig materieel 74.2.2 04110 Vervaardigd door andere sectoren dan de overheid 74.4 04110 verwerving van patenten, octrooien Uitgaven STV-Innovatie & Arbeid
Uitgaven Beroepsprofielen en standaarden COFOG ESR code code Omschrijving 1 04110 Lopende uitgaven voor goederen en diensten 11 04110 Lonen en sociale lasten 11.1 04110 Eigenlijk loon (+ vakantiegeld) 11.1.1 04110 Bezoldiging volgens salarisschaal 11.1.2 04110 Overige bezoldigingselementen 11.2 04110 Sociale verzekeringspremies 11.4 04110 Loon in natura 12 04110 Aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten 12.1 04110 Algemene werkingskosten vergoed aan andere 12.1.1 04110 Algemene werkingskosten (bureau, huisvesting) Uitgaven Beroepsprofielen en standaarden
443 54 68 68 68 68 0 2.238
438 54 88 88 70 70 18 2.270
BC2007 B2008 548 558 388 398 271 281 264 264 7 17 110 110 7 7 160 160 160 160 160 160 548 558
Uitgaven MORA COFOG ESR code code 1 04110 11 04110 11.1 04110 11.1.1 04110 11.1.2 04110 11.2 04110 11.4 04110 12 04110 12.1 04110 12.1.1 04110 Uitgaven MORA
Omschrijving Lopende uitgaven voor goederen en diensten Lonen en sociale lasten Eigenlijk loon (+ vakantiegeld) Bezoldiging volgens salarisschaal Overige bezoldigingselementen Sociale verzekeringspremies Loon in natura Aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten Algemene werkingskosten vergoed aan andere Algemene werkingskosten (bureau, huisvesting)
Uitgaven Luchthavencommissie COFOG ESR code code Omschrijving 1 04110 Lopende uitgaven voor goederen en diensten 11 04110 Lonen en sociale lasten 11.1 04110 Eigenlijk loon (+ vakantiegeld) 11.1.1 04110 Bezoldiging volgens salarisschaal 11.1.2 04110 Overige bezoldigingselementen 11.2 04110 Sociale verzekeringspremies 11.4 04110 Loon in natura 12 04110 Aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten 12.1 04110 Algemene werkingskosten vergoed aan andere 12.1.1 04110 Algemene werkingskosten (bureau, huisvesting) Uitgaven Luchthavencommisie
BC2007 B2008 424 424 230 230 177 177 173 173 4 4 49 49 4 4 194 194 194 194 194 194 424 424
BC2007 B2008 153 155 55 57 45 47 44 46 1 1 9 9 1 1 98 98 98 98 98 98 153 155
461
Totaal uitgaven
4UVL m/S#
11.488
11.723
TOELICHTING BIJ ALLE WIJZIGINGEN OP NIVEAU VAN DE BEGROTINGSPOSTEN In 2008 wordt, cfr. begrotingsjaar 2007, de financiering aan de SERV gedeeltelijk gestroomlijnd doordat de aparte dotaties voor Beroepsprofielen / Standaarden en de MORA overgeheveld werden naar de SERVdotatie (EE4107B). In het kader hiervan wordt er sinds begrotingsjaar 2007 één geïntegreerde begroting ingediend voor de SERV en de genoemde commissies. STV-Innovatie & Arbeid (EE4106B) en de Luchthavencommissie (MD4103B) hebben vooralsnog een aparte dotatie, maar worden op vraag van de administratie, in onderliggend begrotingsvoorstel mee geïntegreerd. Om de transparantie van de ingediende begroting te behouden, worden de kostenramingen van de verschillende afdelingen/commissies apart weergegeven. De kostenraming 2008 voor SERV, inclusief Beroepsprofielen / Standaarden en de MORA bedraagt 6.894 k€. Voor STV-Innovatie & Arbeid is dat 2.270 k€ en voor de Luchthavencommissie 155 k€. 1. SERV en SERV-commissies (EE4107B) Begrotingsraming 2008: 5.912 k€ De uitgavenbegroting 2008 is voornamelijk als volgt te verklaren: De huurlasten en onderhoudskosten van het kantoorgebouw maken 27 % uit van het totaalbudget. Het betreffen ‘vaste kosten’ waarbij de bedragen van 2007 geïndexeerd werden naar 2008 (belastingen of contractueel bepaald). De loonkost (wedden, voorheffing, RSZ/PPO, WWK en tussenkomst pensioenregeling) wordt berekend per personeelslid. Er worden geen aanwervingen voorzien. Er dient echter rekening gehouden te worden met een meerkost ten opzichte van 2007. Deze meerkost is enerzijds te wijten aan de voorziene indexering (weddemassa 2007 * 2%) en anderzijds en in aanzienlijke mate aan de statutair bepaalde triënnales en aanpassingen. Daarnaast wordt er bij de berekening uitgegaan van een aantal hypothesen, aangaande deeltijds werken, gecontingenteerd verlof etc. Er dient tevens rekening gehouden te worden met andere bijkomende kosten. Zo zijn er o.m. de triënnales en aanpassingen die werden toegekend in 2007 en ten volle in rekening dienen te worden gebracht in 2008. Bovendien dient er rekening gehouden te worden met de triënnales en aanpassingen in 2008, met weerslag op vakantiegeld, eindejaarstoelage en pensioenregeling. Daarnaast stijgt de pensioenbijdrage in het kader van de wet van 1958 sneller dan louter de toepassing van de index. 2. Beroepsprofielenproject en Beroepsprofielen – standaarden (EE4107B) Begrotingsraming 2008: 558 k€ Vanaf begroting 2007 werd geopteerd om de dotatie van het Beroepsprofielenproject te integreren in de SERV-dotatie. 80% van de totale kosten zijn personeelskosten. Om de huidige output van beroepsprofielen en standaarden te kunnen handhaven en in 2008 nog iets te versnellen, is het noodzakelijk met de huidige personeelsbezetting te kunnen blijven werken. Er worden in 2008 geen bijkomende aanwervingen gepland. Rekening houdend met indexatie en de statutair bepaalde triënnales en aanpassingen van de lonen, worden de uitgaven in 2008 geraamd op 558 k€.
4UVL m/S#
462
3. MORA (Mobiliteitsraad, EE4107B) Begrotingsraming 2008: 424 k€ In 2008 wordt, cfr. 2007, aan de SERV een dotatie toegekend voor de werking van de Mobiliteitsraad, ten bedrage van 424 k€. De dotatie van de MORA wordt geïntegreerd in de SERV-dotatie. In 2008 zullen een secretaris en vier medewerkers werkzaam zijn voor het MORA-secretariaat. De MORAdotatie voorziet in de extra kosten die voor de MORA zullen gedaan worden. De logistieke en administratieve ondersteuning van de MORA wordt ten laste genomen op de gewone dotatie aan de SERV. De begrootte uitgaven, naast de extra personeelskosten, zijn in overeenstemming met de beslissing van de Vlaamse regering hieromtrent naar aanleiding van de oprichting van de MORA. 4. STV-Innovatie & Arbeid (EE4106B) Begrotingsraming 2008: 2.270 k€ 70 % van de totale kosten bedragen personeelskosten, die vaste stijgingen impliceren (indexatie, toepassing van de statutair bepaalde triënnales en aanpassingen van de lonen). De personeelskost bevat alle voorziene personeelsleden van STV-Innovatie en Arbeid en wordt berekend per personeelslid. Er vond geen uitbreiding plaats van het personeelsbestand. 5. Luchthavencommmissie (MD4103B) Begrotingsraming 2008: 155 k€ In opdracht van de Vlaamse regering voorziet de SERV in de huisvesting en werking van een Vlaamse Luchthavencommissie. De kosten 2008 worden geraamd op 155 k€. De afrekening gebeurt aan de hand van facturatie.
463
4UVL m/S#
PROGRAMMA EE EVA HERCULESSTICHTING Begroting 2008 EVA Herculesstichting Ontvangsten ESR code Omschrijving 46.10 Beheersvergoeding (EE4116B) Dotatie financiering (middel)zware 66.10 onderzoeksapparatuur (EE6102B) 08.21 Overgedragen saldo 31/12/2007 Totaal ontvangsten
B2008 607 15.000 0 15.607
Uitgaven ESR code Omschrijving 03.22 Over te dragen saldo 31/12/2008 11.11 Lonen en sociale lasten 12.11 Algemene Werkingskosten 61.00 Investering middelzware onderzoeksinfrastructuur 61.00 Investering zware onderzoeksinfrastructuur Totaal uitgaven
B2008 10 275 322 10.000 5.000 15.607
TOELICHTING BIJ ALLE WIJZIGINGEN OP NIVEAU VAN DE BEGROTINGSPOSTEN 1. Situering Met het Herculesinitiatief wil de Vlaamse overheid op een structurele manier de aanschaf van onderzoeksinfrastructuur voor zowel grensverleggend als basisonderzoek financieren en dit in alle wetenschappelijke disciplines. Het begrip ‘onderzoeksinfrastructuur’ is breed gedefinieerd en omvat alle faciliteiten en bronnen die het verrichten van grensverleggend en strategisch basisonderzoek bevorderen, met inbegrip van wetenschappelijke infrastructuur, collecties, natuurlijke habitats, corpora en databanken (inclusief de digitale ontsluiting ervan). Het bevorderen naar een maximale samenwerking bij de aanschaf van infrastructuur tussen de publieke kennisinstellingen, maar ook met derden vormt de tweede doelstelling van dit initiatief. Titel IVter ‘Herculesfinanciering’ van het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, die werd ingevoegd door middel van het decreet van 22 december 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007 wordt de rechtsgrond voor de instelling van het Herculesfinancieringsmechanisme en voor de oprichting van de Herculesstichting. De Herculesstichting is een privaatrechtelijk vormgegeven extern agentschap, als vermeld in artikel 29 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003. Op 30 maart 2007 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan de statuten van de Herculesstichting en aan het voorontwerp van besluit betreffende de subsidiering van onderzoeks- en innovatie-infrastructuur in Vlaanderen. Dit voorontwerp geeft uitvoering aan bovenvermelde decretale bepalingen. Inmiddels is het advies van de VRWB en de Raad van State op dit voorontwerp van besluit ingewonnen en wordt het ontwerp van besluit, verder ontwerp van Herculesbesluit genoemd, samen met het ontwerp van statuten voor definitieve goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd.
4UVL m/S#
464
In afwachting is de Herculesstichting een stichting in oprichting. Teneinde de oprichting van deze stichting en de eerste oproepen tot het indienen van voorstellen voor te bereiden heeft de Vlaamse Regering de voorzitter en leden van de Raad van Bestuur benoemd. Conform de bepalingen van de ontwerp-statuten werden 4 leden voorgedragen door het FWO en 4 leden door het IWT. Ook werd de regeringscommissaris aangesteld en werd de operationeel directeur benoemd. Onderstaande begrotingsgegevens zijn dan ook slechts voorlopige ramingen. Zodra de Herculesstichting formeel is opgericht zullen zowel voor 2007 als voor 2008 begrotingen worden opgesteld en ter goedkeuring aan de Raad van Bestuur worden voorgelegd. 2. Raming van de inkomsten In het ontwerp van begroting voor 2008 is voor de Herculesstichting een dotatie voorzien van 15 miljoen euro voor de financiering van middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur (pr EE BA 6102). Daarnaast is een dotatie aan de Herculesstichting als beheersvergoeding voorzien van 607.000 euro (pr EE BA 4116), ofwel 4% van de dotatie voor onderzoeksinfrastructuur. Dit komt overeen met het percentage dat in de lopende beheersovereenkomst met het FWO is vastgelegd voor de centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten van deze instelling op het gedeelte aan werkingsmiddelen tussen 90 miljoen euro en 100 miljoen euro. Op het bedrag tot 90 miljoen euro aan werkingsmiddelen kan het FWO maximaal 5% aanrekenen voor centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten. 3. Raming van de uitgaven Inzake uitgaven dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de middelen bestemd voor onderzoeksinfrastructuur en de beheersvergoeding. Het ontwerp van Herculesbesluit bepaalt dat in principe 2/3 van de dotatie voor onderzoeksinfrastructuur bestemd is voor de financiering van middelzware uitrusting en 1/3 voor zware uitrusting. Indien de totale investeringskost van een onderzoeksinfrastructuur ligt tussen 150.000 euro en 1.5 miljoen euro wordt deze beschouwd als middelzwaar. Zoals aangegeven in het verslag aan de Vlaamse Regering bij het ontwerp van Herculesbesluit wordt de Herculesstichting opgezet als een beperkte organisatie die samenwerkt met het IWT en het FWO en waar nodig met andere Vlaamse en buitenlandse organisaties voor het betrekken van technische kennis bij de inhoudelijke ondersteuning van het beoordelingsproces. Voor middelzware infrastructuur beschikt elke associatie over een gedeelte van de hiervoor beschikbare dotatie. Het aandeel van elke associatie wordt bepaald door de Herculesverdeelsleutel, een gewogen gemiddelde van de IOF- en BOF-sleutel. Het bedrag dat een associatie in een bepaald jaar niet heeft aangewend, is met behoud van bestemming overdraagbaar naar het volgend jaar. Voor middelzware infrastructuur organiseren de associatiebesturen associatiebrede oproepen en voeren op basis van de beoordelingscriteria die zijn vastgelegd in het ontwerp van Herculesbesluit een beoordeling door die resulteert in een indicatieve lijst. Binnen de Herculesstichting onderzoekt een beoordelingspanel of er zich geen bijkomende opportuniteiten aandienen op het vlak van associatie-overschrijdende samenwerking of samenwerking met andere publieke kenniscentra of bedrijven. De associaties worden in de mogelijkheid gesteld te reageren op het advies van het beoordelingspanel. Vervolgens neemt de Raad van Bestuur van de Herculesstichting een beslissing. Voor zware onderzoeksinfrastructuur organiseert de Herculesstichting zelf de oproep en kunnen naast universiteiten en hogescholen ook de instellingen voor postinitieel onderwijs en de strategische onderzoekscentra deelnemen. Voor de beoordeling van de ingediende voorstellen wordt een commissie Hercules-Science en een commissie Hercules-Invest ingesteld. De leden van deze commissies worden zesjaarlijks aangesteld door de Vlaamse minister bevoegd voor het wetenschaps- en innovatiebeleid.
465
4UVL m/S#
De commissie Hercules-Science waarvan ten hoogste 1/3 van de leden op ogenblik van de aanstelling in België werkzaam mag zijn, staat in voor de wetenschappelijke beoordeling van de aanvragen. Van de voorstellen die deze commissie als excellent heeft beoordeeld, onderzoekt de commissie Hercules-Invest de degelijkheid van het investeringsplan en gaat na of er geen opportuniteiten inzake samenwerking onbenut zijn gelaten Korte toelichting bij de raming van de aanwending van de dotatie voor beheerskosten. Naast de terugbetaling van de reiskosten ontvangen de voorzitter en de leden van de Raad van Bestuur een forfaitaire vergoeding van resp. 500 euro en 250 euro per vergadering waaraan ze deelnemen met een maximum van 10 vergaderingen per jaar. Naast de operationeel directeur wordt gestreefd naar een personeelsformatie bestaande uit een directiesecretaresse (1 VTE) en 1 tot 1.2 VTE wetenschappelijk medewerker met minstens een masterdiploma. Voor huisvesting zijn verkennende gesprekken gaande met het Vlaams Agentschap Ondernemen met het oog op het betrekken van een 250 tot 300 m² in het gebouw waar de hoofdzetel van dit agentschap gevestigd is. Indien deze optie wordt gerealiseerd, is het VLAO bereid ondersteunende diensten te verlenen tegen vergoeding, ondermeer inzake informatica, personeelsbeheer, boekhouding en catering. De leden van het beoordelingspanel voor middelzware apparatuur komen vermoedelijk bijna allemaal uit Vlaanderen. In deze raming wordt ervan uitgegaan dat de reiskosten worden terugbetaald samen met een bedrag van 100 euro per vergadering. Dit bedrag is in lijn met wat het FWO hanteert als vergoeding voor de deelname aan vergaderingen van wetenschappelijke commissies. Voor de Commissie Hercules-Science dient er rekening mee gehouden te worden dat de leden voor minstens 2/3 uit het buitenland komen en internationaal toonaangevend zijn. Naast hun deelname aan vergaderingen in Brussel wordt verwacht dat deze personen de dossiers grondig voorbereiden. Een vergoeding van 200 euro per dagdeel en de betaling van de reis- en verblijfskosten is internationaal gangbaar als regeling. Voor de commissie Hercules-Invest die waarschijnlijk uit Vlamingen zal bestaan, wordt dezelfde regeling voorgesteld als voor het beoordelingspanel. Daarnaast wordt een bedrag voorzien voor het inhuren van inhoudelijke ondersteuning bij het beoordelingsproces. Vermits de oproep open staat voor alle wetenschapsdomeinen moet beroep kunnen worden gedaan op de beperkte inzet van personen die beslagen zijn in erg uiteenlopende disciplines. Met het IWT lopen gesprekken rond een regeling voor die sectoren waar deze organisatie know-how in huis heeft. Ook NWO en NSF hebben zich bereid verklaard om te onderzoeken of ze ondersteuning kunnen leveren, bijvoorbeeld bij het zoeken naar onderzoekers die als expert kunnen gevraagd worden bij het inhoudelijk beoordelen van dossiers. Tenslotte wordt een indicatief bedrag vermeld voor de algemene werking.
466
4UVL m/S#
PROGRAMMA EF VALORISATIE EN INDUSTRIEEL BELEID DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN 2007 (begrotingscontrole) 0 0
AO TO
2008 (raming) 507 0
2. UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet) 276.455 0 0 0 158.029
2008 (krediet) 301.266 0 0 0 180.398
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. Omschrijving van de strategische doelstellingen 1. Versterking van het technologisch basisonderzoek dat kennis genereert ten dienste van het bedrijfsleven. Doelgroepen: onderzoeksinstellingen en bedrijven; 2. Meer technologische innovatie in de Vlaamse bedrijven. Doelgroep: de gehele bedrijfswereld in Vlaanderen. Om stand te houden in de huidige competitieve globale economie moeten bedrijven voortdurend streven naar verbeterde of nieuwe diensten, producten en processen. De ontwikkeling en verwerving van technologie speelt hierbij een cruciale rol. B. Omschrijving van de operationele doelstellingen Teneinde de realisatie van de strategische doelstellingen dichterbij te brengen, worden de hiernavolgende operationele doelstellingen vooropgesteld. 1. Het verder versterken van het Vlaams strategisch onderzoekspotentieel in de Vlaamse onderzoeksinstellingen; 2. Voorwaarden creëren om de technologische innovatie in de bedrijven te verhogen; 3. Voorwaarden creëren om meer samenwerking tot stand te brengen tussen kenniscentra en bedrijven, en tussen bedrijven onderling; 4. Ontwikkelen van een beleid gericht op KMO’s; 5. Optimaliseren van de middelen ter stimulering van het innovatieklimaat. C. Omschrijving van de instrumenten De Vlaamse onderzoeksinstellingen IMEC, VIB, VITO en IBBT (operationele doelstelling 1) Via de onderzoeksinstellingen Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum – IMEC (micro-elektronica, nanotechnologie en ICT), Vlaams Instituut voor Biotechnologie – VIB (biotechnologie), Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek – VITO (milieu, energie en materialen) en Interdisciplinair instituut voor BreedBand Technologie – IBBT (ICT, met nadruk op breedbandtechnologie) biedt de Vlaamse overheid een
467
4UVL m/S#
structurele ondersteuning aan onderzoeksactiviteiten binnen een beperkt aantal domeinen. Naast hun onderzoeksopdrachten hebben deze vier instellingen ook duidelijk omlijnde en gedefinieerde opdrachten betreffende de valorisatie en diffusie van de resultaten van hun onderzoek in Vlaanderen. De relatie tussen VITO, IMEC, IBBT en VIB enerzijds en de Vlaamse overheid anderzijds wordt vastgelegd in vijfjarige beheerovereenkomsten met deze instellingen. Na grondige evaluatie van de onderzoeksinstellingen werd met elke instelling een nieuwe beheerovereenkomst afgesloten voor de periode 2007 – 2011. Belangrijk daarbij is ook de opvolging. Hiertoe worden in de beheersovereenkomsten specifieke doelstellingen opgenomen waaraan gedurende de looptijd van de beheersovereenkomst moet worden voldaan. De evolutie naar deze doelstellingen toe wordt jaarlijks opgemeten aan de hand van een aantal kwantificeerbare prestatieindicatoren. Algemeen kan men stellen dat de strategische onderzoekscentra de opdracht hebben om hun internationale positionering verder te versterken (met verhoging van hun wetenschappelijke excellentie en van hun aandeel in internationale inkomsten uit onderzoek) en tegelijk ook de band met het Vlaams economisch weefsel verder aan te halen. Het IWT-Vlaanderen Het Instituut voor de aanmoediging van innovatie door Wetenschap & Technologie in Vlaanderen (IWTVlaanderen) is het exclusieve financieringskanaal van de Vlaamse overheid voor technologisch onderzoek in de bedrijfswereld. Het IWT-Vlaanderen financiert verschillende types van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten: de belangrijkste zijn projecten voor industrieel basisonderzoek en prototypeontwikkeling. Daarnaast heeft het IWT-Vlaanderen ook een op maat gesneden aanpak ontwikkeld voor de KMO’s. Specifieke instrumenten die daarbij worden gehanteerd zijn de volgende: steun aan onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten van Vlaamse bedrijven (operationele doelstellingen 2, 3 en 4). Het O&O-besluit (voluit “Financieringsbesluit voor steun aan projecten van bedrijfsonderzoek en –ontwikkeling”) dateert van 5 oktober 2001. Dit reglementaire financieringsbesluit, gebaseerd op het Innovatiedecreet van 18 mei 1999, verruimt de steunmogelijkheden en maakt ze doorzichtig en efficiënt. Er zijn sindsdien hogere subsidiepercentages voorzien wanneer het projecten betreft van KMO’s en wanneer het project in samenwerking met de onderzoekswereld gebeurt; steun aan Vlaamse innovatiesamenwerkingsverbanden (operationele doelstellingen 3 en 5). De financiering van de Vlaamse innovatiesamenwerkingsverbanden gebeurt via een reglementair besluit van 24 mei 2002 tot regeling van de steun aan projecten rond innovatiestimulering, technologisch advies en collectief onderzoek in uitvoering van het Innovatiedecreet van 18 mei 1999. Het betreft rechtstreekse steun aan intermediairen of overige samenwerkingsverbanden voor activiteiten van collectief onderzoek, verstrekken van technologisch advies en technologische innovatiestimulering; KMO-programma (operationele doelstelling 4). Het KMO-programma werd al in 2000 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. De concrete modaliteiten ter uitvoering van dit programma werden door de Raad van Bestuur van het IWT-Vlaanderen goedgekeurd. Dit instrument richt zich tot een verruimd KMOpubliek: ook KMO’s zonder een expliciete onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling moeten immers worden gestimuleerd om tot innovatie over te gaan. Voorts wordt het programma gekenmerkt door een sterk vereenvoudigde en transparante procedure, zowel wat de aanvragen als wat de opvolging van de uitvoering ervan betreft; EUREKA/MEDEA/ITEA (operationele doelstellingen 2 en 3). EUREKA is een stimuleringsprogramma voor toegepast marktgericht onderzoek dat gedragen wordt door 31 Europese landen en de Europese Commissie. Transnationale EUREKA-projecten die op dit niveau worden erkend (de zogenaamde “labeling”) kunnen een beroep doen op financiële ondersteuning door de nationale of regionale overheden van de deelnemende partners. Vlaamse partners kunnen worden ondersteund door het IWTVlaanderen, dat ook instaat voor de promotie van het programma en de begeleiding bij de totstandkoming van de projecten; innovatieprojecten op initiatief van de Vlaamse Regering (operationele doelstellingen 2 en 3). Nieuwe initiatieven zijn in voorbereiding die gericht zijn op de verdere uitbouw van technologische competentiepolen in Vlaanderen met als doel vanuit een specifieke technologische probleemstelling de Vlaamse industrie te ondersteunen. D. Omschrijving van de prestaties, prestatiedrijvers en budgettaire parameters Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (IMEC) Prestaties: onderzoek, technologische ontwikkeling en technologietransfer op het gebied van microelektronica, nanotechnologie, ontwerpmethodes en technologieën voor ICT-systemen;
4UVL m/S#
468
Prestatiedrijvers: cf. beheersovereenkomsten 2002 – 2006 en 2007 – 2011 met de Vlaamse overheid. Voornaamste resultaten 2006: inkomsten uit onderzoek: M€ 186,2 (waarvan M€ 39,2 uit contracten met de Vlaamse industrie); aantal lopende contracten met Vlaamse KMO’s: 155; aantal nieuwe Vlaamse KMO’s waarmee in 2006 werd samengewerkt: 32; aantal bedrijven en onderzoeksinstellingen waarmee in 2006 werd samengewerkt (nationaal en internationaal): meer dan 500; aantal nieuwe octrooiaanvragen: 97; aantal octrooitoekenningen: 51; aantal nieuwe spin-offs (cumulatief periode 2002 – 2005): 5; aantal wetenschappelijke publicaties: 1.652; aantal “invited papers”: 139; Budgettaire parameter: jaarlijkse werkingssubsidie aan IMEC (basisallocatie EF3301B).
Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) Prestaties: onderzoek, technologische ontwikkeling en technologietransfer op het gebied van biotechnologie; Prestatiedrijvers: cf. beheersovereenkomsten 2002 – 2006 en 2007 – 2011 met de Vlaamse overheid. Voornaamste resultaten 2006: omzet uit contractonderzoek: K€ 9.859; aantal nieuwe octrooiaanvragen: 30; aantal O&O- en licentieovereenkomsten met bedrijven: 51; aantal bedrijfsvestigingen in de “bio-incubator”: 8; wetenschappelijke publicaties in hogerangtijdschriften (impactfactor > 5): 208, waarvan 64 verschenen in toptijdschriften (impactfactor >10); Budgettaire parameter: jaarlijkse werkingssubsidie aan VIB (basisallocatie EF3302B). Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) Prestaties: onderzoek, technologische ontwikkeling en technologietransfer op het gebied van energie, leefmilieu en materialen; Prestatiedrijvers: cf. beheersovereenkomsten 2001 – 2005 (met een jaar verlengd om de continuïteit in 2006 te verzekeren) en 2007 – 2011 met de Vlaamse overheid; Budgettaire parameters: jaarlijkse werkings- en investeringsdotaties aan VITO (basisallocaties EF4113B, EF4114B en EF6102B). Interdisciplinair instituut voor BreedBand Technologie (IBBT) Prestaties: onderzoek, technologische ontwikkeling en technologietransfer op het gebied van breedbandtechnologie; Prestatiedrijvers: cf. beheersovereenkomst 2007 – 2011 met de Vlaamse overheid. Aandachtspunten: aantal lopende GBO-projecten: 31 waarvan 9 in 2006 opgestart; aantal lopende ISBO-projecten: 3; Budgettaire parameters: jaarlijkse werkingsdotatie aan IBBT (basisallocatie EF3303B). Uitgaven voor steun aan O&O- projecten op initiatief van de bedrijven In 2006 werden 109 O&O-projecten goedgekeurd door het IWT-Vlaanderen. De toegekende steun bedroeg in totaal M€ 66,9. KMO-programma In 2006 werden in het kader van het nieuwe KMO-programma 316 projecten ingediend. Van de 315 behandelde projecten werden er 225 goedgekeurd. Een totale subsidie van M€ 16,28 werd toegekend. Van de totale steunverlening werd in 2006 32% toegekend aan KMO’s en 68% aan grote ondernemingen. EUREKA EUREKA startte in 1985 als een langlopend initiatief ter bevordering van internationale samenwerking in Europa op het vlak van toegepaste en marktgerichte O&O. Binnen EUREKA bestaan 2 pistes om projecten
469
4UVL m/S#
te behandelen: de innovatieve projecten in de bottom-up regeling waarin alle projecten en thema’s aan bod kunnen komen, en projecten behandeld binnen de door de industrie geleide clusters. In de bottom-up regeling werden in 2006 door het IWT-Vlaanderen in totaal 3 projecten goedgekeurd voor een totale toegekende steun van M€ 2,2. De belangrijkste evolutie in 2006 was de samensmelting van PIDEA en EURIMUS II tot EURIPIDES. Vlaanderen is zeer actief in de EUREKA-clusters in de ICT-sector. Het betreft de clusters MEDEA+, ITEA, EURIPIDES en CELTIC. In totaal werden 11 projecten gesteund met M€ 11,8. Globaal bleef daarmee de inspanning binnen EUREKA constant. Duurzame technologische ontwikkeling In 2006 voldeden 60 projecten aan de voorwaarden voor extra steun in de context van de duurzame technologische ontwikkeling. De impact op het bedrag van de toegekende steun bedroeg M€ 3,6. Innovatiesamenwerkingsverbanden VIS-technologische dienstverlening: eind 2006 waren er 71 technologische adviseerdiensten actief in 31 kenniscentra (waarvan 9 collectieve centra). In totaal betreft het een 115-tal technologische adviseurs die vol- of deeltijds werkzaam zijn. De KMO’s vormen meer dan 80% van de klanten; VIS-thematische innovatiestimulering: in 2006 waren er 66 projecten voor thematische innovatiestimulering in uitvoering; VIS-subregionale innovatiestimulering: via 6 lopende projecten in de verschillende provincies worden in totaal 27 adviseurs gefinancierd. Hun opdracht bestaat erin om in een bepaald geografisch gebied alle bedrijven te helpen bij het ondersteunen van hun innovatieproces en het nastreven van concrete synergie tussen de bedrijven onderling en tussen bedrijven en de technisch-wetenschappelijke wereld. De specifieke doelgroep wordt gevormd door bedrijven met een sluimerend innovatiepotentieel. Collectief onderzoek In 2006 werd aan 15 projecten van collectief onderzoek een bedrag van M€ 3,9 toegekend.
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie 1. Uitgaven Basisallocatie EF1290B – Allerhande uitgaven door de Participatiemaatschappij Vlaanderen in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest (pro memorie) Begroting 2007: PR 51.10 BA 12.90 – Allerhande uitgaven door de Participatiemaatschappij Vlaanderen in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest (pro memorie) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
NGK GVK GOK VRK MACH
Zoals in 2007 wordt deze basisallocatie nog pro memorie voorzien op de uitgavenbegroting 2008 in afwachting van eventuele verdere initiatieven. Basisallocatie EF3301B – Subsidies aan de VZW IMEC Begroting 2007: PR 71.40 BA 33.01 – Subsidies aan de VZW IMEC Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI)
4UVL m/S#
NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 39.016
470
2008 (krediet) 43.976
De jaarlijkse werkingssubsidie aan de VZW IMEC gebeurt conform een vijfjarige beheersovereenkomst. Op basis van een grondige evaluatie in 2006 werd op 11 januari 2007 een nieuwe beheersovereenkomst (inclusief eerste addendum) afgesloten voor de werkingsperiode 2007 – 2011. Deze evaluatie was bijzonder positief. IMEC heeft aan bijna alle in de beheersovereenkomst 2002 – 2006 gedefinieerde performantieindicatoren ruimschoots voldaan. IMEC heeft zijn positie als industriegericht onderzoeksinstituut nog weten te versterken en heeft daarnaast duidelijke spill-overs naar het Vlaamse maatschappelijke en economische weefsel gegenereerd die verschillende malen hoger liggen dan de steun van de Vlaamse overheid. Wat de omvang van de jaarlijkse werkingssubsidie vanwege de Vlaamse overheid betreft, stelt artikel 5 van het eerste addendum bij de beheersovereenkomst 2007 – 2011 het volgende:
Bijgevolg bedraagt de werkingssubsidie 2008 aan IMEC K€ 39.016 (finaal toegekende subsidie 2007) + K€ 585 (verhoging met de vigerende gezondheidsindex) + K€ 4.375 (subsidieverhoging vanaf het werkingsjaar 2008). Basisallocatie EF3302B – Subsidie aan de Vlaamse Interuniversitaire Instelling voor Biotechnologie Begroting 2007: PR 71.40 BA 33.02 – Subsidie aan de Vlaamse Interunivesitaire Instelling voor Biotechnologie Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 38.198
2008 (krediet) 38.771
De jaarlijkse werkingssubsidie aan de VZW Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) gebeurt conform een vijfjarige beheersovereenkomst. Op basis van een grondige evaluatie in 2006 werd op 11 januari 2007 een nieuwe beheersovereenkomst (inclusief eerste addendum) afgesloten voor de werkingsperiode 2007 – 2011. De conclusies van de doorlichting van het VIB waren zeer positief. Er werd vastgesteld dat het VIB in de werkingsperiode 2002 – 2006 (looptijd vorige beheersovereenkomst) de kwantitatieve doelstellingen met gemiddeld 25% heeft overschreden en dat de instelling goed werd beheerd. Wat de omvang van de jaarlijkse werkingssubsidie vanwege de Vlaamse overheid betreft, stelt artikel 11.1 van het eerste addendum bij de beheersovereenkomst 2007 – 2011 dat de subsidie aan het VIB voor een bepaald werkingsjaar de finaal toegekende subsidie in het voorgaande werkingsjaar bedraagt, vermeerderd met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EF3303B – Dotatie aan het Interdisciplinair instituut voor BreedBand Technologie (IBBT)
471
4UVL m/S#
Begroting 2007: PR 71.40 BA 41.07 – Dotatie aan het Interdisciplinair instituut voor BreedBand Technologie (IBBT) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 23.098
2008 (krediet) 23.476
De jaarlijkse dotatie aan de VZW Interdisciplinair instituut voor BreedBand Technologie (IBBT) gebeurt conform een vijfjarige beheersovereenkomst. Uit artikel 5 van de beheersovereenkomst 2007 – 2011 volgt dat voor het werkingsjaar 2008 de in 2007 finaal toegekende subsidie aan het IBBT wordt vermeerderd met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EF3540B – Dotatie aan de Nederlandse Taalunie voor de uitvoering van het “STEVINprogramma” Begroting 2007: PR 71.40 BA 35.40 – Dotatie aan de Nederlandse Taalunie voor de uitvoering van het “STEVINprogramma” Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 760
2008 (krediet) 760
Conform de beslissing van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 wordt door de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks een dotatie toegekend aan de Nederlandse Taalunie voor de uitvoering van het meerjarige Vlaams/Nederlandse onderzoeks- en stimuleringsprogramma “Spraak- en Taaltechnologische Essentiële Voorzieningen In het Nederlands (STEVIN)”. De financiering door de Vlaamse overheid bedraagt jaarlijks K€ 760, en dit vanaf de uitgavenbegroting 2004 tot en met de uitgavenbegroting 2008. Basisallocatie EF4101B – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor projecten op initiatief van bedrijven en innovatiesamenwerkingsverbanden Begroting 2007:
PR 71.30 BA 41.01 – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor projecten op initiatief van bedrijven en innovatiesamenwerkingsverbanden Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 108.870
2008 (krediet) 102.421
4UVL m/S#
472
Deze basisallocatie omvat het geheel aan middelen waarmee uitvoering wordt gegeven aan de betalingsverplichtingen resulterend uit de verbintenissen aangegaan voor steunverlening aan O&O- en innovatieprojecten op vrij initiatief van bedrijven en de innovatiesamenwerkingsverbanden. Bij het berekenen van het benodigde krediet 2008 is rekening gehouden met: de geregistreerde betalingsverplichtingen te vereffenen op basis van de uitstaande verbintenissen op 01/01/2007; de betalingsverplichtingen op basis van de in 2007 aangegane verbintenissen; de vereffening op de machtiging 2008 bij volledige benutting. Op basis van deze basisassumpties werd het uitgavenbedrag voor 2008 geraamd op K€ 103.421 als volgt verdeeld:
Op basis van de op 01/01/2007 uitstaande verbintenissen Op basis van de in 2007 aangegane verbintenissen De vereffening op de machtiging in 2008 bij volledige benutting TOTAAL:
Betalingsverplichtingen 2008 97.195.000
Uitgaven 2008
54.913.000 30.965.000
31.727.000 18.579.000
183.073.000
103.421.000
53.114.000
De vereffening van deze uitgaven gebeurt deels door middel van de voorziene dotatie, deels door het aanwenden van de inkomsten verkregen uit terugstortingen van het teveel aan uitbetaalde steun (voor 2008 geraamd op K€ 1.000). Basisallocatie EF4102B – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse Regering Begroting 2007:
PR 71.30 BA 41.02 - Dotatie aan het IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse Regering Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 7.857
2008 (krediet) 25.893
Uitgaande van: de geregistreerde betalingsverplichtingen te vereffenen op basis van de uitstaande engagementen op datum van 01/01/2007; de betalingen in functie van de machtigingen voorzien voor 2007; de vereffeningen op de machtigingen 2008; werd het totaal aan betalingsverplichtingen voor 2008 berekend op K€ 38.433 als volgt verdeeld:
Op basis van de op 01/01/2007 uitstaande verbintenissen Op basis van de in 2007 aangegane verbintenissen De vereffening op de machtiging in 2008 bij volledige benutting
Betalingsverplichtingen 2008 16.797.000
Uitgaven 2008
8.305.000 13.330.000
5.705.000 9.892.000
10.296.000
473
TOTAAL:
4UVL m/S# 38.433.000
25.893.000
Hiervan zal op basis van het huidige betalingsritme een bedrag van K€ 25.893 effectief worden uitbetaald in 2008. Basisallocatie EF4103B – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen Begroting 2007: PR 71.30 BA 41.03 – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 11.453
2008 (krediet) 11.848
Om de nodige continuïteit te verzekeren en blijvend uitvoering te kunnen geven aan de huidige opdrachten en doelstellingen van het IWT-Vlaanderen werd het werkingskrediet 2008 vastgesteld op K€ 11.848. In onderstaande tabel wordt over de periode 2004 – 2007 de evolutie geschetst voor wat betreft de belangrijkste uitgavencategorieën. Personeelskost Werking Wervingskost Huur en huurlasten Studie- en expertiseopdrachten Investeringen TOTAAL UITGAVEN:
2005 na BC 9.030.100 1.587.022 50.000 1.570.700 580.150 243.000 13.060.972
2006 na BC 9.938.909 1.500.581 85.834 1.599.000 517.098 109.000 13.750.422
2007 na BC 10.022.610 1.754.215 70.000 1.657.808 672.626 181.000 14.358.259
2008 10.363.000 1.754.000 50.000 1.684.000 416.000 150.000 14.417.000
Het totaal van de werkingsuitgaven dat voor 2008 wordt geraamd op K€ 14.417, wordt voor ca. 82% of K€ 11.848 gefinancierd met de ontvangsten uit de dotatie. Het saldo van 18% (K€ 2.569) wordt gedragen met de extra middelen uit de beheersvergoedingen en de eigen ontvangsten. Basisallocatie EF4104B – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor e-mediaprojecten Begroting 2007: PR 71.30 BA 41.04 - Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor e-mediaprojecten Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 11.465
2008 (krediet) 13.553
Bij het vaststellen van de kredietbehoefte 2008 werd rekening gehouden met: de uitgaven resulterend uit de engagementen aangegaan tijdens de vorige beheersovereenkomst (2002 – 2006) tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap; de uitgaven ten behoeve van de toegevoegde opdrachten van de VRT in het kader van de nieuwe beheersovereenkomst (2007 – 2011) met de Vlaamse Gemeenschap.
4UVL m/S#
474
Dit komt erop neer dat wat de betoelaging uit de vorige beheersovereenkomst betreft, ervan wordt uitgegaan dat de eindafrekening volledig in 2007 is gebeurd met dien verstande dat de laatste schijven van november en december 2007 (geraamd op een totaal van K€ 2.845.000) pas in januari 2008 zullen worden uitbetaald. Volgens de bepalingen voorzien in de nieuwe beheersovereenkomst en de hieraan gekoppelde performantiemaatstaven dient een bedrag van K€ 3.901.000 te worden voorzien. Het resterende bedrag wordt gereserveerd voor de financiering van onderzoek en ontwikkeling van nieuwe activiteiten op het vlak van de media. Daarbij wordt verstaan als: onderzoek: het bestuderen hoe ontwikkelingen of uitvindingen nieuw kunnen worden toegepast in Vlaanderen; ontwikkeling: het creëren en verspreiden van nieuwe toepassingen, en het bestuderen hoe het brede publiek hierop reageert. Basisallocatie EF4106B – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor studie- en expertiseopdrachten t.b.v. van het VIN (Vlaams Innovatie Netwerk) Begroting 2007:
PR 71.30 BA 41.06 – Dotatie aan het IWT-Vlaanderen voor studie- en expertiseopdrachten t.b.v. van het VIN (Vlaams Innovatie Netwerk) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 502
2008 (krediet) 814
Sinds 2006 beschikt het IWT-Vlaanderen over een nieuwe kredietlijn voor studie- en expertiseopdrachten t.b.v. het VIN, het Vlaams Innovatie Netwerk. Deze studieopdrachten dienen een duidelijke collectieve dimensie te hebben voor het gehele VIN, of toch voor een meerderheid van het VIN. Deze opdrachten worden in principe door het IWT-Vlaanderen geïnitieerd in het kader van zijn coördinatie-opdracht van de innovatie-actoren en ter goedkeuring voorgelegd aan de Centrale Overleggroep. De VIN-actoren kunnen ook eigen initiatieven nemen via de zogeheten “VIS-Samenwerkingsprojecten”. Om te kunnen voldoen aan de betalingsverplichtingen die zijn ontstaan vóór en tijdens het begrotingsjaar 2008 werd het noodzakelijk geachte betalingskrediet vastgesteld op K€ 814 (i.e. het op onderhavige basisallocatie beschikbare krediet 2007 voor begrotingscontrole). Basisallocatie EF4113B – Dotatie aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) Begroting 2007:
PR 71.40 BA 41.03 – Dotatie aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 30.222
2008 (krediet) 26.801
De werkingsdotatie aan VITO omvat de financiering van de referentietaken en de basistoelage.
475
4UVL m/S#
Voor de financiering van de referentietaken is in 2007 een bedrag van K€ 6.182 voorzien. Hiervan wordt in 2008 K€ 5.537 getransfereerd naar de nieuwe basisallocatie EF4114B. Het saldo (K€ 645) wordt toegevoegd aan de basistoelage (onderhavige basisallocatie). De werkingsdotatie omvat naast de financiering van de referentietaken ook de basistoelage. Die bedraagt in 2007 K€ 24.040. Dit bedrag wordt verhoogd met de financiering van het Lasercentrum (K€ 272) en de KMO-werking (K€ 373), wat in totaal neerkomt op K€ 645. Voor de voormalige referentietaak “KMOwerking” is er een onderfinanciering van 44% vastgesteld. Daarenboven wenst men de werking uit te breiden naar geheel Vlaanderen en dit zowel voor energie- als milieutechnologiegerelateerde KMO-projecten, waardoor in 2008 een bijkomend bedrag van K€ 1.746 benodigd is. De som van dit alles resulteert in een kredietbehoefte in 2008 van K€ 26.431 (voor indexatie). Basisallocatie EF4114B – Dotatie aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) voor de financiering van de referentietaken Nieuwe basisallocatie in 2008 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) -
2008 (krediet) 7.864
De werkingsdotatie aan VITO omvat de financiering van de referentietaken en de basistoelage. Voor de financiering van de referentietaken is in 2007 een bedrag van K€ 6.182 voorzien. VITO wenst een deel hiervan (K€ 645) te behouden op de basisallocatie EF4113B. Dit bedrag heeft betrekking op twee taken, te weten “KMO-werking” (K€ 373) en “Lasercentrum” (K€ 272). Het saldo (K€ 5.537) wordt getransfereerd naar onderhavige nieuwe basisallocatie EF4114B. Twee referentietaken zijn ondergefinancierd, namelijk de referentietaak “BBT/EMIS” (voor K€ 185) en “Milieu en Gezondheid” (voor K€ 89). Er wordt voor alle referentietaken een overheadpercentage toegepast van 40% (K€ 1.128), met uitzondering van de referentietaken “Benchmarkconvenant” en “Auditconvenant”, waarvoor een percentage van 20% (K€ 333) wordt gehanteerd. Het totaal wordt verhoogd om rekening te houden met een winstmarge van 7% (K€ 509). Het resultaat van al deze bewerkingen is dat voor de financiering van de referentietaken in 2008 een bedrag van K€ 7.781 (voor indexatie) wordt gevraagd. Basisallocatie EF6102B – Dotatie voor investeringen aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) Begroting 2007:
PR 71.40 BA 61.02 – Dotatie voor investeringen aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 5.014
2008 (krediet) 5.089
476
4UVL m/S#
De investeringsdotatie aan VITO voor het werkingsjaar 2008 komt onder constant beleid overeen met de in 2007 toegekende investeringsdotatie, te vermeerderen met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EF9911B – Vastleggingsmachtiging IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse Regering Begroting 2007: PR 71.30 BA 99.11 – Vastleggingsmachtiging IWT-Vlaanderen ter ondersteuning van acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse Regering Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
24.073
44.434
Binnen de budgettaire middelen voor het wetenschappelijk en innovatiebeleid zijn er een reeks belangrijke ad hoc initiatieven van de Vlaamse Regering die niet aan bod kunnen komen in het kader van reglementaire steunbesluiten, of die budgettair te zwaar doorwegen op de binnen deze reguliere kanalen beschikbare financiële middelen. Hierbij wordt in eerste instantie gedacht aan de financiering van nieuwe competentiepolen en strategische onderzoekscentra. De op onderhavige basisallocatie beschikbare middelen worden voornamelijk aangewend voor de verdere uitbouw van de competentiepolen, waarbij enerzijds nieuwe middelen zullen worden gereserveerd ten behoeve van de eerste generatie competentiepolen (na evaluatie), en anderzijds ook zal worden geïnvesteerd in nieuwe excellentiepolen (momenteel lopen in dit verband 6 haalbaarheidsstudies, waarvan er 4 mogelijk nog in 2007 tot een nieuwe competentiepool kunnen leiden). Daarnaast wordt ook uitvoering gegeven aan de aanbevelingen van de lopende rondetafel “chemie” en het platform van de “ Life Sciences Industrie”. Om hieraan te kunnen voldoen en de financiering van nieuwe competentiepolen en strategische onderzoekscentra in de toekomst mogelijk te maken, werd het op onderhavige basisallocatie beschikbare beleidskrediet t.o.v. vorig jaar (inclusief index) met K€ 20.361 verhoogd tot K€ 44.434. Basisallocatie EF9912B – Vastleggingsmachtiging IWT-Vlaanderen voor projecten op initiatief van de bedrijven en innovatiesamenwerkingsverbanden Begroting 2007: PR 71.30 BA 99.12 – Vastleggingsmachtiging IWT-Vlaanderen voor projecten op initiatief van de bedrijven en innovatiesamenwerkingsverbanden Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
122.030
123.860
Het budgetvoorstel 2008 omvat het totaal aan vastleggingsmachtigingen die overeenkomstig de artikels 5 en 6 van het Innovatiedecreet van 18 mei 1999 worden toegekend aan wetenschappelijk-technologische innovatieprojecten die tot stand komen op initiatief van de bedrijven of van innovatiesamenwerkingsverbanden.
477
4UVL m/S#
Hieronder wordt verstaan: de O&O-steunaanvragen op vrij initiatief van in Vlaanderen gevestigde bedrijven met valorisatie van het onderzoeksresultaat in Vlaanderen. Buiten de basissteuntarieven dient hierbij tevens rekening gehouden te worden met de extra-steunmodaliteiten in een reeks van regelingen beslist door de Vlaamse Regering, zoals de KMO-toeslag, de lucht- en ruimtevaartregeling, EUREKA en de DTO-regeling (waarbij DTO staat voor “Duurzame Technologische Ontwikkeling”); de postdoctorale onderzoeksmandaten (Besluit van 11 december 1991 en het Reglement van de Raad van Bestuur van het IWT-Vlaanderen, in voege vanaf 01/03/2003); de projecten behandeld in het kader van de economische netwerkvorming inzake innovatiestimulering (sinds 2002 op basis van het VIS- besluit); Er dient ook rekening te worden gehouden met de impact van het KMO-programma dat eind 2000 door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd. Dit programma biedt vooral een reeks procedurele voordelen voor de KMO’s. In een eerste fase werd hiertoe M€ 19,8 (800 miljoen BEF) provisioneel vastgelegd op de basisallocatie EF9911B (initiatieven Vlaamse Regering). In april 2003 was deze enveloppe volledig uitgeput en werd vervolgens (zoals initieel ook de bedoeling) de onderhavige basisallocatie EF9912B aangewend voor de verdere budgettaire onderbouw van deze projecten. Dit alles resulteert in een bedrag aan vastleggingsmachtigingen dat voor onderhavige basisallocatie werd vastgesteld op K€ 123.860, wat overeenstemt met het geïndexeerde bedrag van 2007. Er is bovendien voorzien in de mogelijkheid tot overdracht van vastleggingsmiddelen tussen de basisallocaties EF9911B, EF9912B, EF9913B en EF9914B. Basisallocatie EF9913B – Vastleggingsmachtiging IWT-Vlaanderen voor e-mediaprojecten Begroting 2007: PR 71.30 BA 99.13 – Vastleggingsmachtiging IWT-Vlaanderen voor e-mediaprojecten Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
11.097
11.263
Sinds 2007 wordt voor de innovatieve projecten in het domein van de e-media eenzelfde beleidskrediet voorzien als de vorige jaren. De projecten die hiermee worden gehonoreerd zullen het resultaat zijn van een open procedure (bijvoorbeeld een openbare oproep voor projecten of innovatief aanbesteden van projecten). Daarnaast zullen maatregelen worden genomen om de in het kader van het project “e-VRT” opgebouwde competenties te consolideren, en wordt een masterplan uitgewerkt voor de digitalisering van de Vlaamse archieven en wetenschappelijke collecties. Met het oog op het uitvoeren van deze beleidsintenties, en conform de doelstellingen verwoord in de beheersovereenkomst 2007 – 2011 tussen de Vlaamse gemeenschap en de VRT, werd het bedrag aan vastleggingsmachtigingen 2008 na indexatie vastgesteld op K€ 11.263. Basisallocatie EF9914B – Vastleggingsmachtiging IWT-Vlaanderen voor studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het VIN (Vlaams Innovatie Netwerk) Begroting 2007: PR 71.30 BA 99.14 – Vastleggingsmachtiging IWT-Vlaanderen voor studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het VIN (Vlaams Innovatie Netwerk) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI)
478
4UVL m/S#
NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
829
841
De invoering van deze nieuwe begrotingslijn naar aanleiding van de begrotingscontrole 2006 biedt het IWTVlaanderen de mogelijkheid om, in uitvoering van artikel 11 van het Innovatiedecreet van 18 mei 1999, met minder complexe administratieve procedures een aantal welomschreven studie- en expertiseopdrachten uit te voeren ten behoeve van het Vlaams Innovatie Netwerk (VIN). Het Vlaamse Innovatiebeleid kiest voor taken van innovatiestimulering en –begeleiding, waarbij actoren voor deze taken worden gesteund die afdoende zijn ingebed in bedrijfsnetwerken of kennisinstellingen. De desbetreffende ondersteuning verloopt onder meer via het VIS-Programma, de steun aan universitaire interfacediensten (cf. basisallocatie EE4115B), en de steun aan competentiepolen en strategische onderzoekscentra. Deze gedecentraliseerde aanpak dient echter gepaard te gaan met onderlinge netwerking en samenwerking, om als coherent geheel te kunnen optreden als een Vlaams Innovatie Netwerk (VIN). Dit vereist coördinatie, wat één van de basisopdrachten vormt van het IWT-Vlaanderen, met tot op heden slechts een bescheiden personeelsinzet (ca. 3 VTE adviseurscapaciteit). De slagkracht van het VIN vereist echter ook steeds meer de uitbouw van gemeenschappelijke kennis en expertise en het uitwerken van gemeenschappelijke “tools”. Om de hiervoor noodzakelijke studie- en expertiseopdrachten verder te kunnen ondersteunen geldt voor 2008 eenzelfde kredietbehoefte als in 2007, oftewel 829 +12 (indexatie) = K€ 841.
479
4UVL m/S#
DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER EN VAN DE VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN, IVA OF EVA o
IWT-VLAANDEREN;
o
VLAAMSE INSTELLING VOOR TECHNOLOGISCH ONDERZOEK (VITO).
480
4UVL m/S#
PROGRAMMA’S EC, EE en EF IWT-VLAANDEREN VOI INITIEEL 2008
IWT- VLAANDEREN (in 1000€)
ONTVANGSTEN ESR 95 COFO Omschrijving code G 0 08 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.21 08.22 08.22 08.22 08.22 08.22 08.3 08.30 08.30 08.30 08.30 08.30 08.30 08.30 08.30 08.30 1 10 16 16.00 16.13 2 20
ONTVANGSTEN DIE NIET OF NIET ONMIDDELLIJK OVER DE HOOFDGROEPEN 1 T/M 9 WORDEN VERDEELD Interne verrichtingen 00000 Verrekeningen met andere dienstjaren Begrotingsoverschot werking Begrotingsoverschot Studie-en expertiseopdrachten VIN Begrotingsoverschot decretale opdracht Begrotingsoverschot acties Vlaamse regering Begrotingsoverschot EFRO (in min) Begrotingsoverschot SB Begrotingsoverschot TETRA Begrotingsoverschot GBOU Begrotingsoverschot Landbouwonderzoek Begrotingsoverschot SBO Begrotingsoverschot IRC Begrotingsoverschot IRC-Lean Begrotingsoverschot Universitaire Interfacediensten Begrotingsoverschot IBBT Begrotingsoverschot Interactieve Mediaprojecten Begrotingsoverschot Discomap Begrotingsoverschot ERA-netten Over te dragen tekort van het boekjaar Era- en Innonetten Over te dragen tekort van het boekjaar IRC-staketool Over te dragen tekort van het boekjaar Erikplus Over te dragen tekort van het boekjaar Impactscan Over te dragen tekort van het boekjaar Efro Overige interne verrichtingen Overdracht van SATI/Cornet naar Werking Overdracht van Cornet naar Werking Overdracht van SATI naar Werking Overdracht van DM naar Werking Overdracht van DM naar Werking Overdracht van ERA-Enmattsa naar Werking Overdracht van ERA-Enmattsa naar Werking Overdracht van IRC naar Werking Overdracht van IRC naar Werking LOPENDE ONTVANGSTEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEVE BESTEDINGEN) Niet verdeeld Verkoop van niet-duurzame goederen en van diensten Niet verdeeld Aan het buitenland INKOMSTEN VAN RENTE, PACHT EN ANDERE RESULTATEN VAN VERMOGEN EN VAN ONDERNEMINGSACTIVITEIT Niet verdeeld
Initieel 2007
BC 2007
1
Initieel 2008
0 0 124 0 0 0 0 0
1.053 948 717 73 664 199 7 417 32 9.089 2 617 -135 -6 -6 -89 -57
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 165 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 2 -2 2 -2 47 -47
0 0 0 0 0 0 0 0 0
108 0
43 0
56 0
1 0 1 1 1 0 1 97 1
337 312 535 7.985
481
26 26.10 26.20 3 38 38.10 38.30 38.40 39 39.10 39.11 39.20 4 46 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.40 46.40 46.50 46.60 6 66 66.41 7
4UVL m/S#
Rente van overheidsvorderingen Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheid Rente-ontvangsten binnen de sector overheid INKOMENSOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. gezinnen en de gezinnen Van bedrijven Van verzekeringsinstellingen Terugbetalingen privaatr.instell. zonder winst Inkomensoverdrachten van het buitenland Van E.G.-instellingen Ontvangst EFRO Ontvangsten partnerlanden Impactscan INKOMENSOVERDRACHTEN VAN DE SECTOR OVERHEID Inkomensoverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Werkingsmiddelen IWT (EF 41.03 B)
160 0
160 0
395 0
1.005 0 10
1.005 57 10
1.005 0 10
2.423 0
2.309 57
1.268 0
11.780 11.453 Aanvullende dotatie IWT (EF 41.03 B) 0 0 Projecten op initiatief v/d bedrijven (EF 41.01 B) 113.004 108.870 Acties van technologische innovatie Vl. Regering (EF 19.406 7.857 41.02 B) Specialisatiebeurzen (EE 41.14 B) 24.255 22.918 TETRA-fonds (EE 41.17 B) 7.334 6.421 GBOU (EE 41.26 B) 2.378 1.638 Landbouwkundig onderzoek (EE 41.13 B) 8.993 9.171 SBO (EE 41.25 B) 20.321 19.181 Innovatieve Mediaprojecten (EF 41.04 B) 10.477 11.465 Universitaire Interfacediensten (EE 41.15 B) 2.717 2.723 Aanvullende dotatie Univ.Interfaced. Hasselt (EE 41.15 B) Onderzoek voor Breedbandtechnologie (EF 41.07 B) 23.046 23.098 Ontvangsten/dotaties CFO 215 177 Dotatie toegepast biomedisch onderz. (EE 41.08 B) 5.000 3.600 Studie- en expertiseopdrachten VIN (EF 41.06 B) 814 502 Dotatie VCP-werking (EC 41.07 B) 0 220 Hermes-fonds 6.190 5.779 Terugbetalingen AION 0 0 Van een onderwijsinstelling v/d institutionele overheid 0 0 Terugvordering werkingskosten vrije universiteiten 0 0 KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID Kapitaaloverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Investeringsbijdragen 0 0 DESINVESTERINGEN
11.848 0 102.421 25.893
77.2 8
Verkoop van overig materieel KREDIETAFLOSSINGEN EN VEREFFENINGEN VAN DEELNEMINGEN
86.1
Kredietaflossingen door bedrijven TOTAAL ONTVANGSTEN
UITGAVEN 0
NIET-VERDEELDE UITGAVEN
259
26.019 7.810 904 10.068 23.030 13.553 2.762 0 351 5.161 814 283 2.200 0 0 0
0
259
598
260.123 261.667
236.614
4UVL m/S# 03 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 03.22 1 11 11.1 11.11 11.12 11.20 11.3 11.31 11.40 12 12.00 12.10 12.11 12.12 12.30 12.50 2 23.00 3 30 30.00 31 31.00 32 34 34.4 34.41
482
Interne verrichtingen Over te dragen overschot van het boekjaar WE Over te dragen overschot van het boekjaar AU Over te dragen overschot van het boekjaar SATI Over te dragen overschot van het boekjaar EFRO Over te dragen overschot van het boekjaar VIN Over te dragen overschot van het boekjaar IM Over te dragen overschot van het boekjaar SB Over te dragen overschot van het boekjaar IRC Over te dragen overschot van het boekjaar LEAN-TTT Over te dragen overschot van het boekjaar IRC-STAKE Over te dragen overschot van het boekjaar WTOLD Over te dragen overschot van het boekjaar GBOU Over te dragen overschot van het boekjaar TETRA Over te dragen overschot van het boekjaar SBO Over te dragen overschot van het boekjaar Interfaces Over te dragen overschot van het boekjaar IBBT Over te dragen overschot van het boekjaar Discomap Over te dragen overschot van het boekjaar Impactscan Over te dragen overschot van het boekjaar ERIKPLUS Over te dragen overschot van het boekjaar Era&Innonetten Over te dragen overschot van het boekjaar PREKL LOPENDE UITGAVEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEVE BESTEDIGEN) Lonen en sociale lasten Eigenlijk loon (+ vakantiegeld) 04800 Bezoldiging volgens salarisschaal 04800 Overige bezoldigingselementen 04800 Sociale verzekeringspremies ten laste van de werkgever, afgedragen aan instellingen of fondsen Overige sociale lasten van de werkgever 04800 Directe toelagen (zonder vakantiegeld) 04800 Loon in natura Aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten Niet verdeeld Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheid 04800 Algemene werkingskosten (bureau, huisvesting, reiskosten, vervoer, enz.) 04800 Huur van gebouwen 04800 Specifieke aankopen bij andere sectoren dan de overheid
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 20
0 0 0
0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0
0
0
165
165
0
6.088 814 2.448
6.369 786 2.292
6.581 814 2.384
152 426
173 403
176 408
2.019 1.276
1.982 1.273
1.963 1.299
1.377 61
1.659 55
1.402 55
Toegerekend debetrentes 0 0 INKOMENSOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN Niet verdeeld Niet verdeeld Exploitatiesubsidies Niet verdeeld 04800 Inkomensoverdrachten, geen exploitatiesubsidies 119.014 105.313 zijnde, aan bedrijven en financiële instellingen Inkomensoverdrachten aan gezinnen Overige uitkeringen aan gezinnen als consument 04800 Geldelijke uitkeringen 23.021 23.047
0
04800 Indirecte belastingen betaald aan sub-sectoren van de overheid RENTES EN HUURGELDEN VAN GRONDEN
109.563
24.876
483
35 35.20 35.30 35.60 4 41 41.10 41.40
41.50 41.60 43 43.40
44 44.30 45 45.33 5 6 61 61.41 63 63.41 7 74 74.2 74.22 8 81 81.12
4UVL m/S#
Inkomensoverdrachten aan het buitenland 04800 Aan EG-overheden 04800 Aan EG-landen (niet-overheden) 04800 Inkomensoverdrachten aan niet-EG-landen INKOMENSOVERDRACHTEN AAN DE SECTOR OVERHEID Inkomensoverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Aan de institutionele overheid - Terugstorting a/d Vlaamse Gemeenschap/BBB regularisatie CC 00000 Aan een AOIN (Administratieve Instelling van Openbaar nut) Inkomensoverdrachten OZM/VITO Inkomensoverdrachten AGIV Uitgaven AION VLAO - RIS-werking Uitgaven AION SBO-projecten VITO Uitgaven VRT - Innovatieve mediaprojecten Uitgaven AION SBO -VITO Uitgaven AION -ILVO (Landbouw) Uitgaven AION -VITO (Landbouw) Uitgaven AION -ILVO (1e kredietlijn) Uitgaven AION - VITO (1e kredietlijn) Inkomensoverdrachten AION-UGENT 00000 Aan een onderwijsinstelling van de institutionele overheid Pro memorie [Aan bijzonder/vrije universiteiten en hogescholen van de institutionele overheid] Inkomensoverdrachten aan de regionale en lokale overheden 04800 Aan instellingen zonder winstoogmerk die op regionaal of lokaal gebied werkzaam zijn voor de overheid, dan wel door de overheid in overwegende mate worden gefinancierd (incl. de 6.807 keuro O&O middelen voor nieuwe e-mediaprojecten) Inkomensoverdrachten aan het autonoom gesubsidieerd ondewijs 09600 Bijdrage voor overige werkingskosten van het onderwijs Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen … 04800 Inkomensoverdrachten aan de gewesten KAPITAALOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID Kapitaaloverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Investeringsbijdragen Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden 04800 Investeringsbijdragen INVESTERINGEN
1.018 0 0
1.363 256 28
149 0 0
0 700 0 0 10.477 500 0 0 0 0 0
0 500 500 0 20.554 280 3.303 0 414 0 0
9 700 0 122 6.746 112 1.530 109 75 37 100
22.139
19.708
22.234
39.179
45.278
26.748
29.048
25.785
28.272
0
0
0
0
0
0
0
0
0
181
181
150
0
0
0
260.123 261.667
236.614
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder onlichamelijke zaken Verwerving van overig materieel 04800 Vervaardigd door andere sectoren dan de overheid Kredietverleningen en deelnemingen Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen 04800 Kredietverleningen aan privé-ondernemingen TOTAAL UITGAVEN
4UVL m/S#
484
TOELICHTING BIJ ALLE WIJZIGINGEN OP NIVEAU VAN DE BEGROTINGSPOSTEN Het begrote krediet aan ontvangsten en uitgaven voor de uitvoering van de beleidsdoelstellingen en de operationele taken van het Instituut werd voor 2008 geraamd op 236.614 keuro. Dit ligt 25.053 keuro lager dan het begrotingsjaar 2007. Hierna volgt de verklaring voor de meest significante wijzigingen. A. Aan de ontvangstzijde: In vergelijking met 2007 is er nog de verrekening met de andere dienstjaren waarin voor een totaal van 22.694 keuro aan extra middelen werd geregistreerd uit de overgedragen begrotingsoverschotten 2006. Voor 2008 wordt uitgegaan van een saldo-overdracht vorig dienstjaar ten belope van 165 keuro. De stijging met 235 keuro van de rente-ontvangsten vanuit andere sectoren dan de overheid is het gevolg van de terugbetaling door KMO’s van intresten uit achtergestelde leningen die in de periode 2002-2005 door het IWT werden toegekend. De minderinkomsten uit de inkomensoverdrachten van het buitenland (1.041 keuro) zijn het gevolg van de daling van de beheersvergoedingen voor de actieve deelname aan Europees gesteunde projecten en acties waarvan sommige eindigen in 2008. Het budget voor de werkingsmiddelen (EF 41.03B) stijgt ten opzichte van vorig jaar met 395 keuro. Deze stijging stemt overeen met het begrotingsoverschot 2006 (337 keuro). Dit overschot werd n.a.v. de begrotingscontrole 2007 in mindering gebracht op het initiële dotatiebedrag 2007 en vermeerderd met de index (43 keuro) in 2007, het bijkomend budget (van 15 keuro) voor de N-2 functies en de expertenloopbaan in uitvoering van het sectoraal akkoord 2005-2007. Deze budgetaanpassing is noodzakelijk om de nodige continuïteit te verzekeren en blijvend uitvoering te kunnen geven aan de huidige opdrachten en doelstellingen van het Instituut. De dotaties voor het uitvoeren van de decretale opdrachten van het Innovatiedecreet bestaan uit: -
“Dotatie voor projecten op initiatief van de bedrijven en innovatieve samenwerkingsverbanden”: Deze basisallocatie groepeert de middelen welke volgens art. 5 en 6 van het Innovatiedecreet worden toegekend aan de Raad van Bestuur van IWT (EF 41.01B). De verlaging van deze kredietlijn met 6.449 keuro t.o.v. het dotatiebedrag 2007 is gerelateerd aan de daling van het bedrag aan openstaande betalingsverplichtingen en de noodzaak om het krediet maximaal te doen aansluiten bij de reële betalingsnoden.
-
“Dotaties voor acties van technologische innovatie op initiatief van de Vlaamse regering”: Dit zijn de middelen die binnen de krijtlijnen van het Innovatiedecreet door de Vlaamse regering worden beslist en waarvan het administratief en financieel beheer aan het IWT is toevertrouwd (EF 41.02B). De stijging met 18.036 keuro tot het voorziene dotatiebedrag van 25.893 keuro volgt de stijging van het beleidskrediet dat ten opzichte van 2007 met 20.361 keuro werd verhoogd.
Het krediet van 13.553 keuro voor de actie “e-mediaprojecten” (EF 41.04B) stemt overeen met de kredietbehoefte voor de afronding van het e-VRT contract en het thesaurieplan dat als addendum aan de beheersovereenkomst tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap 2002-2006 van 1 augustus 2003 werd toegevoegd. Hiernaast dekt dit krediet de verwachte uitgaven ten behoeve van de toegevoegde opdrachten van de VRT in het kader van zijn nieuwe beheersovereenkomst 2007-2011 en in het algemeen de financiering van de nieuwe activiteiten op het vlak van onderzoek en ontwikkeling van de media.
485
4UVL m/S#
Het dotatiebedrag voor de financiering van de dienstverlening vanuit de universitaire interfacediensten werd door indexatie verhoogd tot 2.762 keuro; Het dotatiebedrag voor het uitvoeren van de “Studie- en expertiseopdrachten ten behoeve van het VIN (EF 41.06B)” blijft ten opzichte van het beschikbare krediet 2007 onveranderd vastgesteld op 814 keuro. Voor het geheel van de acties ter ondersteuning van de Vlaamse deelname aan de Europese Programma’s (de VCP- werking, EC 41.07B) wordt het dotatiebedrag 2008 verhoogd tot 283 keuro (inclusief indexatie). Met het oog op het verzekeren van de continuïteit van het Landbouwkundig Onderzoek werd het vereffeningskrediet 2008 (EE41.13B) met 897 keuro verhoogd tot 10.068 keuro. De dotatie Specialisatiebeurzen (EE41.14B) werd ten opzichte van het beschikbare krediet 2007 na indexatie (344 keuro) met 1.705 keuro verhoogd tot 26.019 keuro. De stijging van de dotatie voor het TETRA –fonds (het vroegere HOBU-fonds, EE41.17B) tot 7.810 keuro is het gevolg van de beleidsuitbreiding met 1.500 keuro. Wat het Strategisch Basisonderzoek betreft (EE 41.25B) werd het vereffeningskrediet van 2007 met 3.849 keuro verhoogd tot een bedrag van 23.030 keuro. Dit stemt overeen met de reële kredietbehoefte in 2008. De kredietverlaging met 734 Keuro tot 904 keuro voor het actieprogramma “Generisch Basisonderzoek Universiteiten (GBOU)” (EE 41.26B) wordt verklaard door het lager bedrag aan openstaande betalingsverplichtingen na de stopzetting van dit programma in 2003. Met een dotatie van 5.161 keuro voor het Toegepast Biomedisch onderzoek met een primair Maatschappelijke finaliteit (TBM) (EE 41.08B) wordt in de structurele financiering voorzien van dit in 2006 opgestarte onderzoeksprogramma. De daling van de ontvangsten uit het Hermesfonds staat in direct verband met de voorziene financiering van de Vlaamse Excellentie- en Competentiepolen. Wat het dotatiebedrag voor het IBBT betreft wordt, conform de nieuwe beheersovereenkomst, de jaarlijkse toelage vanaf 2008 uitbetaald door het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie. Tenslotte wordt een stijging van 339 keuro verwacht van de kredietaflossingen door KMO’s waaraan tijdens de periode 2002-2005 een achtergestelde lening werd toegekend. B. Aan de uitgavenzijde: Aan de uitgavenzijde stijgen de lopende uitgaven voor lonen en sociale lasten met 340 keuro in vergelijking met 2007 (na BC). Deze stijging is noodzakelijk om de nodige continuïteit te verzekeren en blijvend uitvoering te kunnen geven aan de huidige opdrachten en doelstellingen van het Instituut. Tegenover deze verhoging staat een daling met 250 keuro aan uitgaven voor de ‘aankoop van niet duurzame goederen en diensten’ en min 31 keuro aan investeringsmogelijkheden. De uitgaven voor de inkomensoverdrachten aan bedrijven en innovatieve samenwerkingsverbanden stijgen met 4.250 keuro tot 109.563 keuro. Terwijl deze aan de gezinnen met 1.829 keuro stijgen tot 24.876 keuro. Dit hangt samen met de uitbreiding van de voorziene beleidsruimte. De uitgaven aan Administratieve Instellingen van Openbaar Nut (AION) dalen met 16.011 keuro. De verdere financiering van de opdrachten van de VRT in het domein van de nieuwe mediadiensten daalt. Terwijl de uitgaven aan het ILVO ( Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek) in het kader van de toegekende projectsteun voor Landbouwkundig Onderzoek ook afnemen. Het uitgavenkrediet voor de inkomensoverdrachten aan de sector overheid binnen de groep onderwijsinstellingen van de overheid stijgt met 2.526 keuro. En het krediet voor het autonoom
4UVL m/S#
486
gesubsidieerd onderwijs neemt met 2.487 keuro toe. Dit dient gezien te worden in het licht van de budgetwijzigingen voor het TETRA-fonds, de Specialisatiebeurzen, de Universitaire Interfacediensten en de financiering van het programma voor het Toegepast Biomedisch Onderzoek met een primair Maatschappelijke finaliteit (TBM). Het uitgavenkrediet voor de ‘inkomensoverdrachten aan de regionale en lokale overheden inzonderheid aan de vzw ’s die op regionaal of lokaal gebied werkzaam zijn voor de overheid en er overwegend worden door gefinancierd’ daalt met 18.530 keuro. Het IBBT ontvangt zijn jaarlijkse dotatie immers voortaan vanuit het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie. Terwijl de openstaande betalingsverplichtingen t.a.v. de Vlaamse Excellentiepolen eveneens afnemen.
487
4UVL m/S#
PROGRAMMA EF VLAAMSE INSTELLING VOOR TECHNOLOGISCH ONDERZOEK (VITO) BEGROTING VITO 2007 (in kEUR) COFOG: 04810 ONTVANGSTEN 0 08 08.2 08.21 08.22 1 16 16.1 16.11 16.12 16.13 16.2 16.20 2 26 26.1 3 38 38.5 4 46 46.1 46.1 46.4 47 47.6 47.8 49 49.4 49.43 6 66 66.1 66.11 7 77.1 77.2 8 86 86.4 89 89.0
NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN Interne verrichtingen Verrekeningen met andere dienstjaren Over te dragen overschot vorige boekjaar Over te dragen tekort van het boekjaar LOPENDE ONTVANGSTEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEVE BESTEDINGEN) Verkopen van niet-duurzame goederen en diensten Verkopen van niet-duurzame goederen en diensten aan andere sectoren dan de overheid Aan bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen Aan Privaatrechterlijke instellingen zonder Winst, gezinnen Aan het buitenland Verkopen van niet-duurzame goederen en diensten binnen de sector overheid Verkopen van niet-duurzame goederen en diensten binnen de sector overheid: contracten RENTES EN BIJDRAGEN IN TOEVALLIGE EXPLOITATIEVERLIZEN VAN OVERHEIDSBEDRIJVEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOMMEN Rente-ontvangsten van overheidsvorderingen Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheid INKOMENSOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, privaatrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. de gezinnen en de gezinnen Van de gezinnen INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID Inkomensoverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Inkomensoverdrachten van de institutionele overheid Vergoeding financieel beheer (CFO) Interrelatie met IWT Inkomensoverdrachten van de sociale verzekeringsinstellingen Arbeidsongevallen en beroepsziekten Andere inkomensoverdrachten van de RSZ Inkomensoverdracht van andere institutionele groepen Inkomensoverdracht van de federale Overheid Andere KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID Kapitaaloverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep Kapitaaloverdrachten van de institutionele overheid Investeringsbijdragen DESINVESTERINGEN Verkoop van vervoermateriaal Verkoop van overig materieel KREDIETAFLOSSINGEN EN LIQUIDATIE VAN DEELNEMINGEN Kredietaflossingen en liquidatie van deelnemingen Vereffeningen van deelnemingen in bedrijven Kredietaflossingen binnen de sector overheid Niet verdeeld TOTAAL ONTVANGSTEN:
Herziene Begroting 2007
Initiële Begroting 2008
2.907 2.907 2.907 2.907 0 27.092
6.459 6.459 6.459 6.459 0 25.661
27.092 8.561
25.661 8.621
6.529 108 1.924 18.531
6.191 599 1.831 17.040
18.531
17.040
4
4
4 4 20 20
4 4 21 21
20 33.122 30.502 30.222 0 280 53 40 13 2.567 2.567 2.567 5.998 5.998 5.998 5.998 30 0 30 10.638
21 37.704 35.054 34.665 0 389 50 36 14 2.600 2.600 2.600 5.089 5.089 5.089 5.089 35 5 30 10.652
10.552 10.552 86 86 79.811
10.552 10.552 100 100 85.625
4UVL m/S#
488
BEGROTING VITO 2007 (in kEUR) COFOG: 04810 UITGAVEN 0 03 03.2 03.21 03.22 1 11 11.1 11.11 11.2 12 12.1 12.11 12.12 12.3 12.5 4 41 41.1 45 45.4 7 72 72.1 73 73.4 73.41 74 74.1 74.2 74.22 74.23 74.4 8 85
Herziene Begroting 2007
Initiële Begroting 2008
NIET-VERDEELDE UITGAVEN Interne verrichtingen Verrekeningen met andere dienstjaren Overgedragen tekort vorige boekjaren Over te dragen overschot van het boekjaar LOPENDE UITGAVEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN (CONSUMPTIEVE BESTEDINGEN) Lonen en sociale lasten Eigenlijk loon (+vakantiegeld) Uitkeringen vervroegde pensioneringen Sociale verzekeringspremies ten laste van de werkgever, afgedragen aan instellingen of fondsen Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheid Algemene werkingskosten Huurgelden van gebouwen Specifieke aankopen bij andere sectoren dan de overheid Indirecte belastingen betaald aan sub-sectoren van de overheid INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE SECTOR OVERHEID
6.459 6.459 6.459 0 6.459 59.320
9.010 9.010 9.010 0 9.010 64.855
40.146 30.186 255 9.960
43.053 33.303 365 9.750
19.174 19.124 19.039 85 0 50 145
21.802 21.742 21.617 125 0 60 110
Inkomensoverdrachten aan centrale overheid Vergoeding financieel beheer Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale Overheid, Gemeenschappen, Gewesten) Inkomensoverdrachten aan de federale Overheid INVESTERINGEN EN DESINVESTERINGEN Nieuwbouw van gebouwen Uitgevoerd door andere sectoren dan de overheid Aanleggen van water- en wegenbouwkundige werken Overige werken Uitgevoerd door andere sectoren dan de overheid Verwervingen van overige investeringsgoederen, waaronder onlichamelijke zaken Aankopen van vervoermaterieel Verwervingen van overig materieel Gewone investeringen Buitengewone investeringen Verwervingen van patenten, octrooien en andere onlichamelijke zaken KREDIETVERLENGINGEN EN DEELNEMINGEN Kredietverlengingen binnen de sector overheid TOTAAL UITGAVEN:
98 98 47
50 50 60
47 13.721 3.921 3.921 231 231 231 9.569
60 11.500 3.000 3.000 60 60 60 8.440
70 8.621 3.621 5.000 878 166 166 79.811
70 8.200 3.200 5.000 170 150 150 85.625
TOELICHTING BIJ ALLE WIJZIGINGEN OP NIVEAU VAN DE BEGROTINGSPOSTEN C. Aan de ontvangstzijde Voor de ontvangsten in 2008 wordt uitgegaan van een verhoging van de werkingstoelagen (34.665 kEUR, basisallocaties EF 4113 B en EF 4114 B, rubriek 46.1) en van een stijging van de investeringstoelage (5.089 kEUR, basisallocatie EF 6102 B, rubriek 6). Hiernaast wordt gerekend en op een financiële inbreng door de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen van 10.552 kEUR (rubriek 8). De eigen inkomsten (rubrieken 16, 2, 3, 47 en 5) uit onderzoeksopdrachten en aanverwante prestaties worden geraamd op 28.471 kEUR.
489
4UVL m/S#
De werkingsdotatie wordt in 2008 uitgesplitst in twee basisallocaties, m.n. de werking van VITO en de financiering van de referentietaken. De dotatie voor de werking van VITO stijgt van 24.685 kEUR naar 26.801 kEUR. De stijging wordt enerzijds verklaard door de indexatie (1,5% of 370 kEUR). En anderzijds door de verhoging met 1.746 kEUR ten behoeve van de concernfinanciering van de KMO-werking en de uitbreiding van de activiteit naar de vijf Vlaamse provincies. De dotatie voor de financiering van de referentietaken stijgt van 5.537 kEUR naar 7.864 kEUR. Enerzijds als gevolg van de indexatie (1,5% of 83 kEUR) en anderzijds om de onderfinanciering van bepaalde referentietaken weg te werken. De investeringsdotatie stijgt in 2008 enkel en alleen omwille van de voorziene indexatie van 1,5% met 75 kEUR. Aldus bedraagt de investeringsdotatie in 2008 5.089 kEUR. Het bedrag aan eigen ontvangsten wordt geraamd op 28.471 kEUR, exclusief de opbrengsten afkomstig van het IWT (389 kEUR). VITO heeft in het verleden reeds bewezen de vooropgestelde doelstellingen inzake inkomsten steeds te realiseren. De (buitengewone) uitgaven voor het UAV-project en het MIP worden gefinancierd met de middelen die VITO toegewezen heeft gekregen van de Vlaamse overheid in 2004 (17.989 kEUR). De ParticipatieMaatschapij Vlaanderen heeft in 2005 reeds ingeschreven op een kapitaalverhoging t.b.v. 7.437 kEUR. Het saldo zal de ParticipatieMaatschapij Vlaanderen in 2008 ter beschikking stellen. Het bedrag dat VITO in de begroting 2007 had ingeschreven (10.552 kEUR) wordt aldus verschoven naar de begroting 2008. D. Aan de uitgavenzijde De personeelsuitgaven bedragen in totaal 43.053 kEUR tegenover 40.146 kEUR in de begroting 2007. Hierbij gaat men uit van een gemiddeld personeelsbestand van 454 VTE’s tegenover 449 VTE’s in de begroting 2007. Er wordt rekening gehouden met de structurele verplichtingen, met name de indexatie van de wedden, de baremieke verhogingen en de CAO. VITO raamt het effect in 2007 van al deze elementen op 5 %. Ook de uit te keren bedragen aan de personeelsleden die geopteerd hebben om VITO vervroegd te verlaten zijn een element van de personeelsuitgaven voor 2008 (365 kEUR). De gewone personeelsuitgaven (rubriek 11 zonder rubriek 11.11) evolueren van 39.891 kEUR in 2007 naar 42.688 kEUR in 2008. De andere uitgaven (werking laboratoria en diensten in de rubrieken 12, 4 en 85) zijn gestegen van 19.485 kEUR in de begroting 2007 naar 22.062 kEUR in de begroting 2008. Dit is het gevolg van de gestegen geraamde inkomsten waarvoor onderaannemers worden ingeschakeld, een seismologisch onderzoek (3.000 kEUR) en de uitvoering van een aantal MIP-projecten (3.000 kEUR). Bij de gewone investeringen (6.500 kEUR) wordt rekening gehouden met een aantal belangrijke bouwprojecten met het oog op een optimale huisvesting van het personeel alsook met de aankoop van een nieuwe stookinstallatie. In 2004 heeft de Vlaamse overheid 17.989 kEUR toegewezen aan VITO voor de financiering van twee specifieke projecten, m.n. het UAV-project (High Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle) en het milieu- en energietechnologie- innovatieplatform (MIP). Voor het UAV-project is een buitengewone investering voorzien van 5.000 kEUR in 2008 voor de aanschaf van het vliegtuig. Voor het MIP is een uitgavenpakket voorzien van 3.000 kEUR.
490
4UVL m/S#
PROGRAMMA EG SENSIBILISERING EN SAMENLEVING DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VOOR DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN 2007 (begrotingscontrole) 0 0
AO TO
2008 (raming) 0 0
2. UITGAVEN NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet) 21.577 3.450 4.345
2008 (krediet) 23.370 3.477 3.238
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. Omschrijving van de strategische doelstellingen 1. Stimuleren van het ondernemerschap: de ontwikkeling van het Vlaams economisch weefsel op een proactieve en geïntegreerde wijze aanzwengelen, en het – creatief en innovatief – ondernemen stimuleren en aantrekkelijker maken voor bestaande en nieuwe doelgroepen, waarbij het vigerende overheidsoptreden permanent wordt geëvalueerd en bijgestuurd; 2. Wetenschapsvoorlichting: het maatschappelijk draagvlak van het wetenschappelijk en technologisch innovatiebeleid in Vlaanderen versterken. B. Omschrijving van de operationele doelstellingen Teneinde de realisatie van de strategische doelstellingen dichterbij te brengen, worden de hiernavolgende operationele doelstellingen vooropgesteld. 1. Direct of indirect inwerken op de vraag- en aanbodzijde van het economische beleidsdomein, teneinde het marktfalen pro-actief op te vangen; 2. Stimuleren van creativiteit en innovatie bij het grote publiek en ondernemers in het bijzonder; 3. Het wetenschappelijk en technologisch potentieel van de bevolking verhogen door levenslang leren te stimuleren en te faciliteren; 4. Informeren en sensibiliseren van het brede publiek over wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. C. Omschrijving van de instrumenten Het Vlaams Agentschap Ondernemen – VLAO (operationele doelstelling 1) Het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO) werd bij decreet opgericht op 7 mei 2004. De missie van VLAO is dat alle ondernemingen/ondernemers met hun vragen terechtkunnen bij één centraal aanspreekpunt in de schoot van VLAO, en dat VLAO op haar beurt de ondernemingen/ondernemers op een efficiënte en
491
4UVL m/S#
bedrijfsvriendelijke manier tegemoetkomt en/of naar de juiste kanalen binnen de Vlaamse overheid doorverwijst. Sleutelwoorden in het ganse gebeuren zijn vereenvoudiging en transparantie. De – decretaal vastgelegde – taken van VLAO zijn de volgende: ondernemerschap sensibiliseren en stimuleren; eerstelijns advies en doorverwijzing; accountmanagement; samenwerken met actoren op het vlak van ondernemerschap; managen van een kwaliteitsvol netwerk van laag- en breeddrempelige contactpunten voor kandidaatondernemers, ondernemers en ondernemingen; promotie van vormgeving; speciale taken inzake bedrijfsbegeleiding. Met het oog op het uitbouwen van een kwaliteitsvol netwerk van laag- en breeddrempelige contactpunten voor kandidaat-ondernemers en ondernemers zal een samenwerking met private partners worden opgezet. De dienstverlening van VLAO waarborgt te allen tijde een pro-actief of preventief bedrijfsbeleid dat ondernemingen aanspoort tot een beleid gericht op het voorkomen van faillissementen. Flanders District of Creativity (operationele doelstelling 2) Er is in Vlaanderen nood aan een coördinerende structuur waarbinnen de overheid, kennisinstellingen en ondernemingen samenwerken rond het stimuleren van creatief en innovatief ondernemen binnen een internationale context. De VZW Flanders District of Creativity (Flanders DC), opgericht bij notariële akte van 2 juli 2004, is belast met het versterken van de regionale concurrentiekracht door het stimuleren van creativiteit, innovativiteit, ondernemerschap en internationaal ondernemen, via het creëren van een gestructureerd netwerk waarbinnen de Vlaamse overheid, kennisinstellingen en ondernemingen hun krachten bundelen. Als deel van zijn werking wil Flanders DC het grote publiek warm maken voor creativiteit en innovatie. De jaarlijkse subsidiëring door de Vlaamse Gemeenschap van de VZW Flanders DC werd verankerd in een meerjarige beheersovereenkomst (werkingsperiode 2004 – 2009). De taken van Flanders DC omvatten onder meer: het uitwerken van een netwerk waarbinnen ideeën en initiatieven rond creatief en innovatief ondernemen elkaar ontmoeten; het verhogen van de kennis rond omzetting van creativiteit en innovatie in economische output binnen een internationale ondernemingsomgeving; het coördineren van projecten rond interregionale samenwerking; het sensibiliseren rond het belang van een creatieve en innovatieve economie in relatie met internationaal ondernemen. Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie (operationele doelstellingen 3 en 4) Het beleid rond wetenschapsinformatie en –popularisering blijft een belangrijk aandachtspunt binnen het wetenschappelijk en technologisch innovatiebeleid. Dit beleid wordt jaarlijks gegroepeerd in het “Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie”. Dit actieplan omvat alle acties en evenementen die de overheid zelf organiseert of die uitbesteed worden aan derden, de structurele partners. De VZW Flanders Technology International (FTI), de expertisecellen voor de popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie in de schoot van de associaties, de organisatoren van de vijf wetenschappelijke olympiades, de zes Vlaamse Volkssterrenwachten, de twee wetenschappelijke jeugdverenigingen (de VZW Jeugd, Cultuur en Wetenschap en de VZW Natuur en Wetenschap) en de Roger Van Overstraeten Society zijn daarbij de belangrijkste voorbeelden. Met deze structurele partners heeft de Vlaamse overheid een meerjarige overeenkomst afgesloten. De middelen betreffende wetenschapsinformatie en –popularisering zijn hoofdzakelijk gegroepeerd in twee basisallocaties, namelijk EG1203B en EG3301B. Daarnaast zijn ook nog de jaarlijkse subsidies aan de VZW FTI (basisallocatie EG3303B), de expertisecellen voor de popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie in de schoot van de associaties (basisallocatie EG4001B) en de Vlaamse Volkssterrenwachten (basisallocatie EG5201B) belangrijke financieringskanalen in dit verband. In 2002 werd een overkoepelende overleggroep opgericht die de aansluiting tussen de beleidsdomeinen wetenschap en innovatie enerzijds en onderwijs anderzijds bewaakt. In het verlengde hiervan is een werkgroep aan de slag die goede praktijkvoorbeelden en goede implementatiemethodes betreffende technologische opvoeding zal opzoeken, analyseren en doorvertalen naar de onderwijspraktijk, bijvoorbeeld
492
4UVL m/S#
via netwerken. In dit kader situeert zich het project TOS21, wat staat voor “Techniek Op School in de 21ste eeuw”. D. Omschrijving van de prestaties, prestatiedrijvers en budgettaire parameters Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO) Prestaties: de taken vermeld in het oprichtingsdecreet van VLAO worden geconcretiseerd in de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en VLAO; Prestatiedrijvers: het oprichtingsdecreet van VLAO van 7 mei 2004, de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en VLAO, en het jaarverslag en het jaarlijkse ondernemingsplan van VLAO; Budgettaire parameters: de jaarlijkse werkingsdotatie aan VLAO (basisallocatie EG4104B) en de subsidies voor de uitbouw van het kwaliteitsvol laagdrempelig netwerk (basisallocatie EG3001B). Flanders District of Creativity (Flanders DC) Prestaties: uitvoeren van de taken zoals vermeld in de beheersovereenkomst 2004 – 2009 tussen de Vlaamse overheid en Flanders DC; Prestatiedrijvers: de doelstellingen en prestatie-indicatoren zoals geformuleerd in de beheersovereenkomst 2004 – 2009 tussen de Vlaamse overheid en Flanders DC; Budgettaire parameter: de jaarlijkse werkingssubsidie aan Flanders DC (basisallocatie EG3304B). Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie Prestaties: algemene sensibiliseringsacties evenals gerichte acties naar de onderscheiden cruciale doelgroepen toe (cf. startonderzoek) zijn concreet uitgewerkt (en worden jaarlijks geactualiseerd) sinds de editie 2002 van het Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie; Prestatiedrijvers: op basis van de jaarlijkse nulmeting en de gedetecteerde cruciale doelgroepen in de schoolloopbaan; Budgettaire parameters: basisallocaties EG1203B, EG3301B, EG3303B, EG4001B en EG5201B.
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie 1. Uitgaven Basisallocatie EG1203B – Popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie Begroting 2007: PR 71.10 BA 12.03 – Popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
2.232 3.131
2.257 2.035
De kredieten op onderhavige basisallocatie worden, samen met de kredieten op de basisallocaties EG3301B, EG3303B, EG4001B en EG5201B, aangewend voor de uitvoering van het jaarlijkse Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie. De strategische en operationele doelstellingen in dit actieplan worden jaarlijks vertaald in een reeks concrete initiatieven gericht naar verschillende doelgroepen. De belangrijkste doelgroepen zijn de jongeren en het grote publiek. Het actieplan bestaat in hoofdzaak uit twee types van acties: gerichte acties en brede “awareness” acties. Gerichte acties hebben vooral betrekking op het verhogen van de in-, uit- en doorstroom van jongeren in de wetenschappelijke en technische studierichtingen, m.a.w. deze hebben een specifieke doelstelling en richten zich tot een specifieke doelgroep. Brede awareness acties richten zich vooral tot het grote publiek en
493
4UVL m/S#
ondersteunen hoofdzakelijk de meer algemene doelstellingen zoals informeren, sensibiliseren en verantwoording afleggen. Daarnaast wordt ook geïnvesteerd in een degelijke onderbouwing van het actieplan door het uitvoeren van wetenschappelijke studies en effectmetingen (binnen een monitoringfunctie), terwijl anderzijds ook de internationale dimensie van het actieplan niet wordt verwaarloosd, zoals de deelname van Vlaanderen in internationale initiatieven. De raming van de benodigde beleidskredieten voor de realisatie in 2008 van het Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie gaat uit van constant beleid. De benodigde betaalkredieten totaliseren de verdere financiële afhandeling van de initiatieven uit voorgaande jaren (2007 inbegrepen) en het gedeelte van de initiatieven 2008 dat in hun opstartjaar (2008) moet worden vereffend. Basisallocatie EG3001B – Uitgaven m.b.t. de lokale aanspreekpunten voor het VLAO Begroting 2007: PR 51.10 BA 30.01 – Uitgaven m.b.t. de lokale aanspreekpunten voor het VLAO Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 0
2008 (krediet) 1.500
De kredieten op onderhavige basisallocatie kaderen in de oprichting van een kwaliteitsvol netwerk van laagen breeddrempelige VLAO-aanspreekpunten voor kandidaat-ondernemers, ondernemers en ondernemingen. Deze contactpunten realiseren een eerstelijns advies en verzorgen de doorverwijzing van alle vragen die verdere opvolging nodig hebben naar de provinciale VLAO-antennes. De aanspreekpunten hebben echter geen loketfunctie in de administratieve betekenis van het woord. Dit betekent dat zij de verplichte formaliteiten van de overheid niet kunnen afleveren. De adviesverlening van het lokale VLAOaanspreekpunt is zonder kosten voor de vragende partij. Voor de gedeeltelijke financiering van de werking van de erkende VLAO-aanspreekpunten wordt – onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting door het Vlaams Parlement – jaarlijks een bedrag toegekend dat ten hoogste K€ 30 bedraagt en voor elk erkend VLAO-aanspreekpunt gelijk is. Dit bedrag wordt uitgekeerd aan de erkende inrichter van het erkend VLAO-aanspreekpunt. Deze betoelaging mag door de inrichter enkel en alleen worden aangewend voor de financiering van de werking van het erkende aanspreekpunt. Het niet-bestede saldo moet aan het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) worden terugbetaald. Het Departement EWI kan beslissen een lager bedrag aan elk erkend aanspreekpunt toe te kennen. Aan het begin van het werkjaar wordt 70% van het totale steunbedrag ter beschikking gesteld. Het saldo van het totale steunbedrag wordt ter beschikking gesteld na de evaluatie zoals bedoeld in artikel 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007 inzake de erkenning en de subsidiëring van de (inrichters van) VLAO-aanspreekpunten. Basisallocatie EG3301B – Subsidies allerhande met betrekking tot de bekendmaking van het wetenschapsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek aan structurele partners Begroting 2007: PR 71.10 BA 33.01 – Subsidies allerhande met betrekking tot de bekendmaking van het wetenschapsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek aan structurele partners
494
4UVL m/S#
Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
1.098 1.086
1.098 1.081
De kredieten op onderhavige basisallocatie kaderen in het Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie, en zijn hoofdzakelijk gericht op de ondersteuning (via subsidies) van acties die worden opgezet door intermediairen en die een belangrijke meerwaarde opleveren m.b.t. het actieplan. Het betreft hier specifiek meerjarige verbintenissen met een aantal structurele partners die (mee) instaan voor de realisatie van een (deel van) het actieplan, meer bepaald de Vlaamse Volkssterrenwachten, de Vlaamse Olympiades, de Roger Van Overstraeten Society, de wetenschappelijke jeugdverenigingen Natuur en Wetenschap VZW en Jeugd, Cultuur en Wetenschap VZW, het Vlaams Instituut voor de Zee VZW (VLIZ) en de Scriptie VZW. De raming van de kredietbehoefte in 2008 op onderhavige basisallocatie vloeit voort uit de verdere uitvoering (via ministeriële besluiten of besluiten van de Vlaamse Regering) van de vermelde verbintenissen in 2008 onder constant beleid. Daarbij totaliseren de benodigde betaalkredieten de verdere financiële afhandeling van de initiatieven uit voorgaande jaren (2007 inbegrepen) en het gedeelte van de initiatieven 2008 dat in hun opstartjaar (2008) moet worden vereffend. Basisallocatie EG3303B – Subsidie aan de Flanders Technology International VZW (FTI) Begroting 2007: PR 71.10 BA 33.03 – Subsidie aan de Flanders Technology International VZW (FTI) Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
3.915
3.974
De kredieten op onderhavige basisallocatie kaderen in het Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie, en betreffen meer bepaald de subsidiëring van twee opdrachten van de VZW Flanders Technology International (FTI): de kernopdracht (i.e. de uitbating van het doecentrum Technopolis in Mechelen) enerzijds en aanverwante opdrachten (i.e. de uitvoering van een aantal andere acties binnen het actieplan) anderzijds. De jaarlijkse subsidiëring door de Vlaamse Gemeenschap van de VZW FTI wordt verankerd in een meerjarige beheersovereenkomst. Conform artikel 5 §1 van de lopende beheersovereenkomst (werkingsperiode 2003 – 2007) is de subsidie aan de VZW FTI voor een bepaald werkingsjaar gelijk aan de in het voorgaande werkingsjaar toegekende subsidie vermeerderd met de vigerende gezondheidsindex. In afwachting van een nieuwe beheersovereenkomst met de VZW FTI wordt dan ook voorgesteld om voor de subsidie 2008 aan deze VZW uit te gaan van de finaal toegekende subsidie 2007, vermeerderd met de bij de begrotingsopmaak 2008 gehanteerde gezondheidsindex (1,5%). Basisallocatie EG3304B – Subsidie aan de VZW Flanders DC Begroting 2007: PR 71.10 BA 33.04 – Subsidie aan de VZW Flanders DC Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI)
495
NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 2.374
4UVL m/S#
2008 (krediet) 2.410
De VZW Flanders DC is belast met de opdracht om bij te dragen tot het sensibiliseren en stimuleren van ondernemerschap, creativiteit en innovatie. De jaarlijkse subsidiëring door de Vlaamse Gemeenschap van de VZW Flanders DC wordt verankerd in een meerjarige beheersovereenkomst. Conform artikel 4.2 van de lopende beheersovereenkomst (2004 – 2009) is de subsidie 2008 aan de VZW Flanders DC gelijk aan de finaal toegekende subsidie in 2007, vermeerderd met de vigerende gezondheidsindex. Basisallocatie EG4001B – Subsidies voor de expertisecellen voor de popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie in de schoot van de associaties Begroting 2007: PR 71.10 BA 40.01 – Subsidies voor de expertisecellen voor de popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie in de schoot van de associaties Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 1.725
2008 (krediet) 1.744
De kredieten op onderhavige basisallocatie kaderen in het Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie, en zijn specifiek bedoeld voor de financiering van de expertisecellen voor de popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie aan de universiteiten en hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap. De jaarlijkse subsidiëring door de Vlaamse Gemeenschap van deze expertisecellen wordt verankerd in meerjarige beheersovereenkomsten. Basisallocatie EG4104B – Dotatie aan het VLAO Begroting 2007: PR 51.10 BA 41.04 – Dotatie aan het VLAO Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 13.563
2008 (krediet) 13.742
Voor meer informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de VLAO-begroting. Basisallocatie EG5001B – Subsidies voor projecten ter begeleiding en financiering van flexibele mechanismen Begroting 2007: PR 51.20 BA 50.01 – Subsidies voor projecten ter begeleiding en financiering van flexibele mechanismen
496
4UVL m/S#
Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
50 50
51 51
Door het Vlaamse Gewest werd een project opgezet rond de CDM/JI-mechanismen. In het najaar van 2004 werd vanuit het bevoegdheidsdomein economie een oproep gelanceerd naar nationale en internationale ondernemingen om voorstellen voor CDM/JI-projecten in te dienen. Het doel van deze oproep is in een eerste fase een aantal projectvoorstellen te begeleiden tot een volwaardig en geregistreerd project, zodat in een tweede fase de gegenereerde emissiekredieten kunnen worden aangekocht door de Vlaamse overheid (cf. VR/PV/2004/35 – punt 18 + REG-decreet artikel 21). De procedure werd tot nu toe door omstandigheden al driemaal verlengd, met extra kosten voor de opdrachtnemer tot gevolg. Voor de verdere opvolging van de oproep en de projecten in 2008 dient K€ 51 (inclusief indexering) te worden voorzien. Basisallocatie EG5201B – Investeringssubsidie aan de Vlaamse Volkssterrenwachten Begroting 2007: PR 71.10 BA 52.01 – Investeringssubsidie aan de Vlaamse Volkssterrenwachten Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
70 78
71 71
De kredieten op onderhavige basisallocatie kaderen in het Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie, en betreffen meer bepaald het toekennen van investeringssubsidies aan de Vlaamse Volkssterrenwachten. De raming van de kredietbehoefte voor de realisatie in 2008 van het Actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie gaat uit van constant beleid.
DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER EN VAN DE VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN, IVA OF EVA
PROGRAMMA EG VLAAMS AGENTSCHAP ONDERNEMEN VLAO Begroting 2008
ESR 08.21 08.21 16.10 16.10 38.00 38.00
Ontvangsten Overgedragen saldo Overgedragen saldo vorige boekjaren Verk. v. niet duurz. goed. & dienst. aan andere sectoren Verk. v. niet duurz. goed. & dienst. aan andere sectoren Inkomstenoverdrachten van privaatrechtelijke instellingen Inkomstenoverdrachten van privaatrechtelijke instellingen
BO 2007 BO 2008 BC 2007 € (Initieel) € (Initieel) € 0 0 250 250 0 0
0 0 100 100 0 0
1.259 1.259 100 100 100 100
497
39.10 39.10 39.10 39.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.10 46.40 46.40 46.4 48.00 48.00 48.00 76.30 76.30
Inkomstenoverdrachten van EU instellingen Inkomsten overdrachten van EU- Inst. (EFRO-Limburgplan) Inkomsten overdrachten van EU- Inst. (Design-Vlaanderen) Inkomsten overdrachten van EU- Inst. (EFRO-Projecten) Dotaties van het VLAO Dotaties aan het VLAO Dotaties uitvoering sectoraal akkoord 05-07 Dotaties aan het VLAO (eenmalig) - RCH Uitvoering Limburgplan Loondrift Overdracht dotaties regeringscommissarissen Bijk. Opdr.: Preventief Bedrijfsbeleid, EFRO, Brownfields, … Inkomstenoverdrachten van een AOI Inkomstenoverdrachten van een AOI-IWT Inkomstenoverdrachten van een AOI-FIT Inkomstenoverdrachten van een AOI Andere Inkomstenoverdrachten van lokale overheden Ink.overdr. van een AOI-eigen vermogen 10 % (éénmalig) Ink.overdr. van lokale overh. - prov. soc. passief GOM (éénmalig) Verkoop van gronden en gebouwen Verkoop van gronden en gebouwen
Totaal
ESR 03.21 03.21 03.22 11.11 11.11 11.11 12.11 12.11 12.11 12.11 12.11 12.12 12.12 74.22 74.22 74.22 74.22 74.40 74.40 Totaal
Uitgaven Overgedragen tekort van vorige boekjaren Overgedragen tekort van vorige boekjaren Over te dragen saldo Lonen en sociale lasten Bezoldigingen volgens salarisschalen Bezoldigingen volgens salarisschalen (RIS) Algemene werkingskosten Algemene werkingskosten Uitgaven RCH Uitgaven werking Design Vlaanderen Bijzondere opdrachten Huur van gebouwen Huur van gebouwen Investeringsgoederen Investeringen in inrichting van gebouwen Antwerpen Investeringen in inrichting van gebouwen Andere Locaties Investeringsgoederen Software Software
4UVL m/S# 150 0 0 0 13.358 13.358 0 0 PM 0 0 0 PM 0
264 56 63 145 13.663 13.373 0 125 100 0 65 PM 600 500 100 0 1.645 1.400
264 56 63 145 13.842 13.742 PM 0 100 0 0 PM 100 0 100 0 0 0
0 0 0
245 500 500
0 0 0
13.758
16.772
15.665
0 0 PM
BO 2007 BO 2008 BC 2007 € (Initieel) € (Initieel) € 0 0 0 9.999 9.999 0 2.337 2.337 0 0 0 1.025 1.025 274 0 0 274 123 123
168 168 1.259 10.429 9.979 450 2.944 2.179 125 640 PM 1.025 1.025 824 250 300 274 123 123
0 0 954 9.832 9.832 0 3.381 2.741 0 640 PM 1.025 1.025 150 0 0 150 323 323
13.758
16.772
15.665
4UVL m/S#
498
Toelichting bij alle wijzigingen op niveau van de begrotingsposten Aan de ontvangstzijde Ten opzichte van de begroting 2007 (na begrotingscontrole) wijzigen de bedragen van de volgende ESRcodes. ESR-code 08.21 Het saldo op de begroting 2007 wordt integraal overgedragen naar 2008. ESR-code 16.10 De inkomsten uit verkopen aan derden werden ten overstaan van 2007 niet aangepast. In eerste instantie werden met een aantal andere agentschappen protocols afgesproken. Deze zullen in 2008 volledig in werking zijn. Deze houden onder meer in dat een aantal van de medewerkers van deze agentschappen blijvend gehuisvest zullen worden binnen de provinciale antennes van VLAO. De overeenstemmende huurkosten en werkingskosten voor deze medewerkers zullen door de betrokken agentschappen aan VLAO worden terugbetaald. Deze inkomsten komen op diverse plaatsen in de begroting terug. De rechtstreekse inkomsten van VLAO dalen verder omdat bij activiteiten ondermeer het volgen van infosessies, geen vergoeding aan de deelnemers wordt gevraagd. Tevens worden een aantal vergoede taken niet verder uitgevoerd omdat zij niet passen binnen de beheersovereenkomst. ESR-code 38.00 Voor 2008 voorziet het VLAO inkomsten uit de ondersteuning van de 5 provinciale innovatiecentra. Het gaar hier om 5 vzw’s die in de loop van 2007 werden opgericht. ESR-code 39.10 De uitgaven op deze ESR-code blijven voor 2008 ongewijzigd. ESR-code 46.10 Om begrotingstechnische redenen werd ervoor geopteerd om alle dotaties van VLAO onder eenzelfde code in te brengen. Deze dotatie bevat zowel de weddekredieten als de apparaatskredieten. De dotatie van 2007 werd, ten overstaan van het initiële begrotingsvoorstel met een beperkt aantal correcties aangepast. In de dotatie van het VLAO voor het begrotingsjaar 2008 wordt geen rekening meer gehouden met de eenmalige dotatie Research Campus Hasselt, die in 2007 werd toegekend. Er werd een raming gemaakt van het aandeel van de Vlaamse gemeenschap in de uitvoering van het Limburgplan. Een deel van de uitvoering van het Limburgplan wordt ten laste genomen van de EFRO middelen. Deze inbreng wordt vermeld onder ESR-code 39.10. Hiernaast werd rekening gehouden met de weddedrift binnen het agentschap. Een raming werd gemaakt op basis van de in het agentschap beschikbare gegevens. Uiteraard zullen deze aan de hand van diverse parameters verder worden verfijnd. Uiteindelijk wordt pro memorie rekening gehouden met de nieuwe opdrachten die decretaal aan het VLAO worden toegewezen. Meer in het bijzonder heeft dit betrekking op de taken rond het preventief bedrijfsbeleid, brownfields e.d. ESR-code 46.40 Onder deze ESR-code werden de middelen opgenomen, die door FIT aan VLAO worden ter beschikking gesteld. Aan de lokale FIT-medewerkers wordt immers huisvesting en logistieke ondersteuning verleend. ESR-code 48.00 Het VLAO genereert in 2007 aanzienlijke inkomsten uit het eigen vermogen van de vroegere GOM’s. Het gaat hier om 10 % van het eigen vermogen. Daarnaast werden er voor 2007 inkomsten ingeschreven uit provisies aangelegd door de GOM’s voor de gedeeltelijke terugbetaling van het vakantiegeld en de eindejaarspremie 2006 van het ex-GOM-personeel dat muteerde naar het VLAO. Deze inkomsten zijn voor 2008 niet meer aan de orde. ESR-code 76.3 Er worden voor 2008 geen patrimoniale transacties in het vooruitzicht gesteld.
499
4UVL m/S#
Aan de uitgavenzijde Ten opzichte van de begroting 2007 (na begrotingscontrole) wijzigen de bedragen van de volgende ESRcodes. ESR-code 03.21 Het overgedragen tekort van het begrotingsjaar 2006, wordt in het begrotingsjaar 2007 volledig weggewerkt. Er zal in 2008 geen overgedragen tekort van het vorige boekjaar zijn. ESR-code 03.22 Ten gevolge van de uitvoering van het POM-decreet kreeg VLAO 10 % van het vermogen van de GOM’s toegewezen. Deze middelen dienen om een reservefonds op te bouwen. Dit fonds moet aanpassing en huisvesting van de bestaande directies financieren. Zoals bij de begrotingscontrole van 2007 in het vooruitzicht gesteld, wordt het over te dragen saldo verminderd door éénmalige investeringskosten die in het jaar 2008 worden uitgevoerd. Er moet een financiële ruimte blijven om verder te zoeken naar een definitieve huisvesting voor een aantal directies. De middelen van het reservefonds zullen hiervoor worden aangewend. Hiervoor wordt een reserve aangelegd in de vorm van een over te dragen saldo. ESR-code 11. 11 Ten overstaan van de begroting 2007 is het bedrag van de lonen en sociale lasten (bezoldigingen volgens salarisschaal) aanzienlijk verminderd. De reden moet worden gezocht in het wegvallen van de contracten met de RIS-medewerkers. Hun lonen worden in 2008 niet meer in de begroting opgenomen. Daarenboven worden de kosten van het personeel eigen aan de werkgever overgedragen naar de werkingskosten. ESR-code 12.11 De werkingskosten stijgen tegenover vorig jaar ten gevolge van de overdracht van de kosten eigen aan de werkgever. Voorts worden in de werkingskosten bijkomende uitgaven voor de vorming van het personeel opgenomen. Het is de bedoeling van het VLAO om 1,7% van de loonkost te besteden aan vorming van het personeel. De naambekendheidscampagne voor het VLAO zal tijdens 2008 worden verder gezet. ESR- code 12.12 Deze uitgavenpost blijft ongewijzigd. ESR-code 74.22 Conform de richtlijnen werd een apart bedrag voorzien voor de verdere uitbouw van de informatica. Meer bepaald zullen er vervangingsinvesteringen doorgevoerd worden. Het gaat hier om de vervanging van oudere PC’s en portables, nog afkomstig van het VIZO. ESR-code 74.40 Er wordt een beperkt bedrag voorzien voor de aankoop van informaticasoftware en licenties. Bovendien worden er middelen voorzien voor de uitbouw van een intranet en de verdere integratie van het VLAOnetwerk.
500
4UVL m/S#
PROGRAMMA FA APPARAATSKREDIETEN DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN 2007 (begrotingscontrole) AO TO
2008 (raming) 12 800 (in duizend euro)
2. UITGAVEN
NGK GVK GOK
2007 (krediet) 52.240 5.120 4.098
2008 (krediet) 54.397 5.189 4.149 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. De omschrijving van de strategische doelstellingen 601 – Departement Het departement Onderwijs en Vorming zorgt als kenniscentrum voor de samenwerking met de agentschappen van het beleidsdomein, voor het faciliteren en waarborgen van kwaliteitsvol onderwijs en vorming voor een verscheidenheid aan actoren, dit om iedereen volwaardige kansen op een evenwichtige ontwikkeling aan te bieden maar evenzeer om duurzame maatschappelijke ontwikkelingen blijvend mogelijk te maken. Dit gebeurt door: • het ontwikkelen en beheren van kennis • studies/onderzoeken op te starten, uit te voeren en te evalueren en dit zowel op regionaal als internationaal niveau • concepten te realiseren en/of regelgeving op te stellen, te evalueren, bij te sturen en te vernieuwen • advies, in al zijn aspecten, over het huidige en voorgenomen beleid te verlenen • te communiceren • ondersteunende diensten te leveren aan het beleidsdomein Onderwijs en vorming 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) Vanuit de algemene doelstellingen, de visie en de missie zorgen voor optimale communicatie en stimuli voor onderwijspersoneel, ouders, leerlingen en samenleving via online communicatie, offline communicatie, acties en crossmediale aanpak. Het bevorderen van de cultuurparticipatie en –educatie door en voor allen Door middel van acties, onderzoek de expertise over de onderwijs- en cultuursector verhogen om op die manier de leerkrachten te ondersteunen op het gebied van cultuureducatie. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) Het agentschap zorgt er via een tijdige en correcte toekenning van omkadering en werkingsmiddelen voor dat de scholen permanent beschikken over de nodige middelen om kwaliteitsvol onderwijs te verstrekken.
501
4UVL m/S#
Het agentschap draagt via een tijdige en correcte salarisverwerking, het efficiënt beheren van personeelsdossiers, een correcte toepassing van de wetgeving en de sectorale akkoorden, bij tot een algemene tevredenheid bij de personeelsleden in het onderwijs zodat deze zich kunnen toeleggen op hun kerntaken Gelijke Onderwijskansen: Het agentschap draagt via het ondersteunen van het inschrijvingsrecht en faciliteren van gelijke onderwijskansen bij tot een succesvolle schoolloopbaan van alle leerlingen. Via een modern en adequaat personeelsbeleid en een innovatieve werking streeft het agentschap er naar verder uit te groeien tot een dynamische, toekomstgerichte en lerende organisatie. Meewerken aan de realisatie van een nieuw financieringssysteem leerplichtonderwijs Via een proactieve en klantgerichte informatieverstrekking dragen wij er toe bij ouders en leerlingen te ondersteunen, het beleidsvoerend vermogen van de scholen te versterken en de professionalisering van de schoolleiding te ondersteunen Het agentschap fungeert als betrouwbare partner en aanspreekpunt over alle aspecten van onderwijsadministratie Het agentschap streeft er naar om als voortrekker te fungeren van administratieve lastenverlaging en vereenvoudiging voor de scholen om er op die manier toe bij te dragen dat hun beleidsvoerend vermogen versterkt wordt 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) Het agentschap levert een bijdrage aan het beleid van de Minister B. De omschrijving van de operationele doelstellingen Enkel de doelstellingen werden vermeld die in 2008 een weerslag hebben op de apparaatskredieten 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) Het voorzien van kwaliteitsvolle, gedifferentieerde en complementaire communicatiekanalen (on- en offline) en actievormen voor het onderwijspersoneel, de ouders en de leerlingen. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) Gelijke onderwijskansen: Het agentschap zorgt voor een degelijke opvolging en sturing van de deskundigenondersteuners van de LOP’s Het agentschap garandeert de bedrijfszekerheid van het weddensysteem en verzekert het onderhoud van en de nodige aanpassingen aan het systeem: analyseren van de wetgeving, overleg met de outsourcingspartner, indienen en accepteren van werkaanvragen, organiseren en uitvoeren van testen, versterking van de vraagzijde in onze relatie met de outsourcingspartner, optimale besteding van de informaticamiddelen. Het agentschap kent de omkadering tijdig en correct toe Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte realisatie van de terugvorderingen en recuperaties van salarissen die worden geprefinancierd (detacheringen met terugbetaling, Tivoli) Het agentschap zorgt dat de nodige randvoorwaarden (technische en andere) vervuld zijn voor de implementatie van een nieuw financieringssysteem Het agentschap informeert het onderwijsveld via gecoördineerde informatie, opleidingen en cursussen Het agentschap stelt via het ontsluiten van databanken de gevraagde informatie maximaal ter beschikking
502
4UVL m/S#
Het agentschap streeft er naar om via een maximale informatisering van de communicatie tussen het agentschap en de verschillende overheidsinstanties de administratieve lasten voor de scholen en personeelsleden zoveel mogelijk te verminderen, meer bepaald inzake:* het elektronisch pensioendossier * overname aangifte sociaal risico (ASR) voor RSZ (RIZIV en RVA) Streven naar een maximale informatisering van de communicatie tussen scholen en het agentschap Het agentschap initieert en ondersteunt E-govprojecten Het agentschap zal een individueel raadpleegbaar elektronisch personeels/schooldossier uitbouwen 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) Het mee realiseren van het beleid van de Minister (invoering nieuwe financiering HO en VO en de invoering van een nieuw stelsel voor de schooltoelagen. C. De omschrijving van de instrumenten De apparaatskredieten worden in de begroting ingeschreven voor het hele beleidsdomein Onderwijs en Vorming en worden beheerd door de MOD. De instrumenten gelden zowel voor het departement, als voor de IVA’s AOC, AHOVOS en AgODi. Deze middelen worden aangewend voor aanwerving van personeel met alles wat erbij hoort (woonwerkverkeer, hospitalisatieverzekering, …), inrichten van werkplekken, ter beschikking stellen van tools, materiaal en benodigdheden om de taken te kunnen uitvoeren.
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Ontvangsten Artikel FA0671B - Diverse andere ontvangsten m.b.t. de bestaansmiddelen OV Begroting 2007: OAPR 90.60 artikel 06.71 Departement Onderwijs en Vorming 2007 (raming begrotingscontrole) AO
2008 (raming) 2 ( bedragen in duizend euro)
Op deze basisallocatie worden ontvangsten ingeschreven van ten onrechte uitbetaalde werkingsmiddelen (reiskosten die door een andere organisatie worden gedragen, annulaties van studiedagen, …) Artikel FA1171B - Diverse andere ontvangsten m.b.t. de bestaansmiddelen OV Begroting 2007: OAPR 90.60 artikel 11.71
503
4UVL m/S#
Departement Onderwijs en Vorming 2007 (raming begrotingscontrole) AO
2008 (raming) 10 ( bedragen in duizend euro)
Op deze basisallocatie worden ontvangsten ingeschreven van ten onrechte uitbetaalde salarissen Artikel FA1271B – Salarissen en toelagen van personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering met verlof voor opdracht en/of waarvan het salaris ten laste wordt opgenomen door andere overheden of vakorganisaties Begroting 2007: OAPR 90.60 artikel 11.90 Departement Onderwijs en Vorming 2007 (raming begrotingscontrole) TO
2008 (raming) 800 ( bedragen in duizend euro)
Op deze basisallocatie worden ontvangsten ingeschreven van salarissen en toelagen van personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering met verlof voor opdracht en/of waarvan het salaris ten laste wordt opgenomen door andere overheden of vakorganisaties 2. Uitgaven Bestaansmiddelen Basisallocatie FA1170B – Uitgaven m.b.t. wedden en toelagen beleidsdomein OV Begroting 2007: OAPR 90.6 BA 11.00 – Uitgaven m.b.t. wedden en toelagen beleidsdomein OV Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 42484
2008 (krediet) 44.468 (in duizend euro )
Met deze kredieten worden de wedden en toelagen uitbetaald aan het personeel van het Beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Het budget wordt centraal beheerd door de MOD. De meerkost in constant beleid bedraagt 809.000 euro en is te verklaren als gevolg van het toekennen van mandaattoelagen en maaltijdcheques en als gevolg van de vergrijzing. Voor het uitbouwen van de gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk werd een deel van het budget (-54.000 euro) gecentraliseerd bij het Beleidsdomein BZ.
Een krediet van 1.175.000 euro wordt extra ingeschreven. Deze middelen zullen gebruikt worden voor het extra personeel dat voorzien is voor 2008 in de ontwerpen van beheersovereenkomst van AHOVOS, AOC en AgODi. Basisallocatie FA1230B – Informaticakredieten beleidsdomein OV Begroting 2007:
4UVL m/S#
504
OAPR 90.6 BA 12.99 – Informaticakredieten beleidsdomein OV Departement Onderwijs en Vorming GVK GOK
2007 (krediet) 2.195 1.756
2008 (krediet) 2.220 1.776 (in duizend euro )
De kredieten die worden vrijgegeven op basisallocatie FA1230B worden aangewend voor prestaties m.b.t. gebruikersinfrastructuur, het ‘beschikbaar houden van’ gebruikersinfrastructuur en telewerkinfrastructuur en uitgaven voor onderhoud aan toepassingen in productie (het zogenaamde ‘klein werk’). De prestaties m.b.t. gebruikersinfrastructuur omvatten kosten voor installaties van software, reparaties, verhuizen of herconfiguratie van nieuwe en bestaande gebruikersinfrastructuur. Het beschikbaar houden van gebruikersinfrastructuur omvat diensten voor het beschikbaar houden van alle desktops, laptops, netwerkprinters, randapparatuur en breedbandverbindingen (antivirus, beschikbaar houden van dienstencatalogus, up-to-date houden van softwarebuild,…) De middelen voor klein werk dienen voor allerhande aanpassingen en onderhoud van IT applicaties in productie. Basisallocatie FA1270B – Algemene werkingskosten beleidsdomein OV Begroting 2007: OAPR 90.6 BA 12.00 – Algemene werkingskosten beleidsdomein OV OAPR 90.6 BA 34.70 – schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest op grond van artikelen 1382,1383 en 1384 lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 7099
2008 (krediet) 7310 (in duizend euro )
De kredieten van basisallocatie FA1270B worden gebruikt om de algemene werking van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming te garanderen. Hieronder inbegrepen zijn o.a. de kosten voor het gratis woonwerkverkeer voor de personeelsleden, de verzendingskosten, de exploitatiekosten van het reprocenter, de energiekosten van het gebouw, bewaking van het gebouw, het beheer van het wagenpark, het aankopen van kantoormateriaal, papier en enveloppen, drukwerk, hospitalisatieverzekering, kosten gebonden aan welzijn op het werk, catering, verplaatsingonkosten van het personeel voor dienstopdrachten, … Ook de vorming van de personeelsleden wordt sinds 2007 op deze kredieten betaald, net als de selectieprocedures. Deze kosten zijn onderhevig aan de indexering. Door BBB werd het interdepartementale budget ‘schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest op grond van artikelen 1382, 1383 en 1384, lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking’ verdeeld over de verschillende beleidsdomeinen/entiteiten. Het budget is nu zodanig versnipperd dat het geen zin heeft dit op een afzonderlijke basisallocatie te laten staan. Het is veel logischer om het beperkte budget samen te voegen met de algemene werkingsmiddelen. De specifieke b.a. (FA3470B) blijft p.m. bestaan. Indien er nood is aan het betalen van een schadevergoeding, kan een herschikking gebeuren vanuit de algemene werkingsmiddelen. Het budget diende de vorige jaren door Onderwijs nooit aangesproken te worden. Er zijn dus geen historisch relevante gegevens te bepalen.
505
4UVL m/S#
Het herschikte budget bedraagt 62.000 euro. In kader van de politieke besprekingen wordt 68.000 euro toegekend. In de ontwerpen van beheersovereenkomst van AHOVO, AOC en AgODi is extra personeel voorzien voor 2008. De rugzakjes wegen 2.500 euro/persoon recurrent. Basisallocatie FA3470B – schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest op grond van artikelen 1382,1383 en 1384 lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking (pro memorie) Begroting 2007: OAPR 90.6 BA 34.70 – schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest op grond van artikelen 1382,1383 en 1384 lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet BC) NGK
62
2008 (krediet) 0 (in duizend euro )
Zie de verklaring bij FA1270B : de 62.000 euro wordt toegevoegd aan de algemene werkingsmiddelen.
Basisallocatie FA4171B – Dotatie aan de Vlaamse onderwijsraad Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 4101 - Dotatie aan de Vlaamse onderwijsraad VLOR
NGK
2007 (krediet BC) 2.422
2008 (krediet) 2.443
Met deze dotatie van 2.443.000 euro worden de loon- en werkingskosten, en de investeringen van de Vlaamse Onderwijsraad vergoed. Het verschil tussen het dotatiebedrag 2008 t.o.v. BC 2007 wordt verklaard door de index van de werkingsmiddelen. De index voor het loongedeelte wordt niet in de dotatie opgenomen, maar zal via een herverdeling van de indexprovisie in 2008 uitbetaald worden. Basisallocatie FA7430B – Aankopen en investeringen informatica beleidsdomein OV Begroting 2007: OAPR 90.6 BA 74.99 – Aankopen en investeringen informatica beleidsdomein OV Departement Onderwijs en Vorming GVK GOK
2007 (krediet) 2.925 2.340
2008 (krediet) 2.969 2.373 (in duizend euro )
De kredieten die worden vrijgegeven op basisallocatie FA7430B dienen enerzijds voor investeringen in ITinfrastructuur en anderzijds voor ontwikkelingsprojecten.
506
4UVL m/S#
Investeringen in IT-infrastructuur omvatten de update van overkoepelende licenties, het voorzien van printerfaciliteiten, de aankoop van gebruikersinfrastructuur en het uitvoeren van infrastructuuracties m.b.t. telewerken, security en collaboratief werken. De ontwikkelingsIT-projecten omvatten alle investeringen in de verschillende projectfasen (behoeftendefinities, analyses en ontwikkelingen) van een IT-project met als doel het ondersteunen van beleidsbeslissingen en alle doelstellingen van het beleidsdomein Onderwijs & Vorming. Basisallocatie FA7470B – Overige investeringsgoederen beleidsdomein OV Begroting 2007: OAPR 90.6 BA 74.00 – Overige investeringsgoederen beleidsdomein OV Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet BC) 173
NGK
2008 (krediet) 176 (in duizend euro )
Met dit budget worden logistieke vermogensgoederen aangekocht: meubilair voor het inrichten van de werkplaatsen, machines of dienstwagens. Het budget bij constant beleid groeit met 3keur als gevolg van de indexering. DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER EN VAN DE VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN, IVA OF EVA
PROGRAMMA FA VLAAMSE ONDERWIJSRAAD (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR code 0 08.21
COFOG code
Omschrijving NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN Overgedragen overschot vorige dienstjaren
1
LOPENDE ONTVANGSTEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
16.1
Verkoop van niet-duurzame goederen aan andere sectoren dan de overheid
16.12 16.20
Diverse verkopen aan gezinnen Verkoop van niet-duurzame goederen binnen de sector overheid (projecten)
4
INKOMSTENOVERDRACHTEN VAN DE SECTOR OVERHEID
BC 2007
BO 2008
128
128
40 68
40 138
507
46 46.10.1
4UVL m/S#
46.10.2
Inkomsten van de centrale overheid Dotatie VLOR inzake projecten (FC4102B): conventionele opdrachten Werkingsdotatie VLOR (FA4171B)
46.10.3
CFO-vergoeding
1
1
7 77
Desinvesteringen Verkoop van duurzame roerende goederen waaronder onlichamelijke zaken Verkopen van overig materieel
2
2
3.132
3.227
77.20
Totaal ontvangsten
471
475
2.422
2.443
(in duizend euro) UITGAVEN ESR code 0 0 00.01
COFOG code 09600 09600
00.02 03.22
09600 00000
1
Omschrijving NIET-VERDEELDE UITGAVEN Niet verdeeld Uitgaven conventionele opdrachten Uitgaven overige projecten Over te dragen overschot naar volgend begrotingsjaar
BC 2007
BO 2008
471
475
68 128
138 128
1147 808 74 117
1171 810 77 104
17 130
32 147
1
1
LOPENDE UITGAVEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN
11 11.11 11.12 11.20
09600 09600 09600 09600
Lonen en sociale lasten Bezoldigingen volgens salarisschaal Overige bezoldigingselementen Verzekeringen ten laste van de werkgever
11.31 11.33
09600 09600
Overige sociale lasten: directe toelagen Overige sociale lasten: pensioenen van overheidspersoneel
11.40 12
09600 09600
Loon in natura Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
12.1
09600
Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheid
12.11
09600
Algemene werkingskosten (bureau, huisvesting, reiskosten, vervoer, enz.)
397
444
12.12 12.13 12.21
09600 09600 09600
Huur van gebouwen Operationele leasings Werkingskosten binnen de sector overheid: gedetacheerde personeelsleden
391 11 326
341 11 338
12.50
09600
Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheid
59
65
508
4UVL m/S# 3
INKOMENSOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN
34 34.4
09600 09600
Inkomensoverdrachten aan gezinnen Overige uitkeringen aan gezinnen als consument
34.41
09600
Geldelijke uitkeringen
7 74.2
09600
INVESTERINGEN Verwerving van overige investingsgoederen
74.22
09600
Vervaardigd door andere sectoren dan de overheid
Totaal uitgaven
43
45
91
71
3.132
3.227
Toelichting bij de wijzigingen
Ontvangsten 16.20 Verkoop van niet-duurzame goederen binnen de sector overheid (projecten) Het budget op dit artikel stijgt met 70 dEUR t.o.v. BC 2007: het budget voor het project gezondheidsbevordering wordt met 32 dEUR verhoogd (tot 100 dEUR). Hiermee kan het aantal studiedagen uitgebreid worden. Daarnaast wordt er voor het project leerkracht – veerkracht 63 dEUR voorzien voor het schooljaar 20072008. 40% van dit budget wordt in 2007 uitbetaald, de resterende 60% in 2008 (38 dEUR). 46.10.2 Werkingsdotatie VLOR (FA4171B) Het verschil tussen het dotatiebedrag 2008 t.o.v. BC 2007 wordt verklaard door de index van de werkingsmiddelen. De index voor het loongedeelte wordt niet in de dotatie opgenomen, maar zal via een provisie in 2008 uitbetaald worden.
Uitgaven 00.02 Uitgaven overige projecten Zie toelichting bij 16.20 (ontvangsten) 11.20 Verzekeringen ten laste van de werkgever Deze kost daalt met 13 dEUR doordat twee contractuele personeelsleden statutair benoemd werden. Hierdoor daalt de patronale RSZ-bijdrage. 11.31 Overige sociale lasten: directe toelagen Het aantal rechthebbenden op kinderbijslag steeg reeds in de loop van 2007: drie personeelsleden ontvangen vanaf 2008 voor een volledig jaar kinderbijslag waardoor de kost met 15 dEUR stijgt. 11.33 Overige sociale lasten: pensioenen van overheidspersoneel Door de statutaire benoeming van twee contractuele personeelsleden in 2007 worden de bijdrages voor de pensioenen verhoogd met 17 dEUR.
509
4UVL m/S#
12.11 Algemene werkingskosten (bureau, huisvesting, reiskosten, vervoer, enz.) De verhoging van het budget met 47 dEUR op dit uitgavenartikel vloeit voort uit drie factoren: de kost voor het onderhoud van het gebouw (vnl. schoonmaak) wordt overgeheveld vanuit uitgavenartikel 12.12 naar 12.11. Deze kost wordt op 33 dEUR ingeschat. Daarnaast heeft de verhuis van het Leuvenseplein naar het Artemisgebouw tot gevolg dat de huurlasten stijgen met 26 dEUR. Tenslotte werden de werkingskosten voor het personeelsbeleid naar beneden gecorrigeerd met 12 dEUR. Het gaat hier over wervings- en selectiekosten die eenmalig in 2007 gemaakt werden. 12.12 Huur van gebouwen De daling met 50 dEUR is voor een deel het gevolg van de overheveling van de onderhoudskosten van het gebouw (33 dEUR) uitgavenartikel 12.11. Een tweede factor die het budget op dit uitgavenartikel neerwaarts beïnvloedt, is de verhuis van het Leuvenseplein naar het Artemisgebouw. Ten opzichte van BC 2007 daalt de huurprijs met 17 dEUR. 12.21 Werkingskosten binnen de sector overheid: gedetacheerde personeelsleden Het budget voor dit uitgavenartikel stijgt met 12 dEUR door het in rekening nemen van de kinderbijslag van één gedetacheerd personeelslid, evenals het loon van een gedetacheerd personeelslid voor de maand september. 12.50 Indirecte belastingen betaald aan subsectoren van de overheid Ingevolge de verhuis dienen we ook het budget voor de onroerende voorheffing te verhogen met 6 dEUR. 74.22 Verwerving van materiaal (andere sectoren dan de overheid) Het investeringsbudget wordt met 14 dEUR verminderd nadat deze in 2007 eenmalig verhoogd werd om vnl. nieuw kantoormeubilair aan te kopen voor het Artemisgebouw.
510
4UVL m/S#
PROGRAMMA FB PROVISIES DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN NIHIL 2. UITGAVEN
NGK
2007 (krediet) 26.142
2008 (krediet) 85.454 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING
Hoofdstuk 2 : Toelichting per basisallocatie 1. Ontvangsten Nihil 2. Uitgaven Lonen Basisallocatie 11.11C – Provisioneel krediet voor het dekken van de uitgaven voor salarissen en salaristoelagen voor het onderwijzend personeel die in het lopend jaar met betrekking tot prestaties van het voorgaand begrotingsjaar verschuldigd zijn Begroting 2007: PR 39.10 BA 1111 – Provisioneel krediet voor het dekken van de uitgaven voor salarissen en salaristoelagen voor het onderwijzend personeel die in het lopend jaar met betrekking tot prestaties van het voorgaand begrotingsjaar verschuldigd zijn Agentschap voor onderwijsdiensten NGK
2007 (krediet BC) 8.563
2008 (krediet) 4.380 (in duizend euro )
Deze provisie dient om de structurele achterstallen (d.w.z. achterstallen m.b.t. voorgaand begrotingsjaar) te financieren. Het krediet omvat het verschil tussen de geraamde behoeften en de verrekenbare middelen. Deze verrekenbare middelen zijn afhankelijk van de uitvoering/raming nauwkeurigheid van het lopend begrotingsjaar en derhalve slechts exact te bepalen bij de budgetcontrole. T.o.v. budgetcontrole 2007 daalt het structureel bijblad met 4,183 mio euro. Bij de raming 2008 dient de relatie gelegd tussen het structureel bijblad en de eindejaarsvastlegging 2007. Theoretisch zijn er voor 2007 224 BFT's teveel geraamd. Hiervan dienen er 100 verrekend te worden zodat de overdrachten t.o.v. 2007 met 4,183 mio euro stijgen en het structureel bijblad met hetzelfde bedrag daalt.
Andere
511
4UVL m/S#
Basisallocatie FB0103B – Provisioneel krediet voor CAO onderwijs Begroting 2007: niet van toepassing (stond nog niet op de onderwijsbegroting) Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 12.827
De middelen, die de meerjarenbegroting bestemt voor de invulling van CAO II voor het hoger onderwijs en voor CAO VIII voor alle andere onderwijsniveaus, wordt overgeheveld van de algemene interdepartementale provisie, naar de onderwijsbegroting. Bij de initiële begroting 2008 wordt een groot deel van het CAO-budget overgeheveld naar basisallocaties op de onderwijsbegroting. Heel wat maatregelen uit CAO VIII en CAO II – HO zullen immers starten op 1 september 2007 en komen dus op kruissnelheid in 2008. Het resterend bedrag blijft op de CAO-provisie staan en zal bij budgetcontrole 2008 verdeeld worden. Het is bestemd voor de volgende initiatieven. - Resterend gedeelte opleiding en nascholing directeurs - Bijkomende middelen mentorschap - Meer middelen voor zorgcoördinatie in het Bao - Subsidiëring vrije internaten - Verbetering van de arbeidsomstandigheden busbegeleiders - Verbetering van de arbeidsomstandigheden MVD-personeel en onderhoudspersoneel - Verder uitbouwen inspraak Basisallocatie FB0104B – Provisioneel krediet vrije beleidsruimte Begroting 2007: OAPR 39.10 BA 0104 – Provisioneel krediet vrije beleidsruimte Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 1.670
2008 (krediet) 2.758 (in duizend euro )
Bij de initiële begroting 2008 wordt een gedeelte van de middelen dat in 2007 nog op deze provisie stond, overgeheveld naar verschillende basisallocaties. Het resterende krediet op deze provisie zal in 2008 aan de hand van de begrotingsruiter verder verdeeld worden over diverse basisallocaties om nog een aantal maatregelen zoals de economische boekhouding te financieren. Basisallocatie FB0105B – Provisioneel krediet toegekende middelen bij regeringsvorming Begroting 2007: OAPR 39.10 BA 0105 – Provisioneel krediet toegekende middelen bij regeringsvorming Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet) 66.331
2008 (krediet) 65.489 (in duizend euro )
Een gedeelte van de middelen voor 2008 wordt reeds verdeeld naar verschillende basisallocaties. Het resterende krediet op deze provisie zal in 2008 aan de hand van de begrotingsruiter of bij budgetcontrole 2008 verder verdeeld worden over diverse basisallocaties om onder andere de volgende maatregelen te financieren.
4UVL m/S#
512
Nieuw financieringsmechanisme Bao en SO – werking De nieuwe financiering wordt gefaseerd worden ingevoerd. In een eerste fase wordt gefocust op een verhoging van de werkingsmiddelen, gebaseerd op vier indicatoren. Kleuterparticipatie Er wordt voor het kleuteronderwijs meer ondersteuning en omkadering voorzien nl. voor uitbreiding van zomerklassen , bijkomende zorguren, GOK+ voor het kleuteronderwijs, tweedelijnstaalondersteuning en sensibiliseringscampagne. Een gedeelte van de voorziene middelen op deze provisie wordt bij deze begrotingsronde verdeeld, de rest zal bij herverdelingsbesluit of bij budgetcontrole 2008 overgeheveld worden. Decreet volwassenenonderwijs De hervormingen in het volwassenenonderwijs worden stapsgewijs ingevoerd. Er zijn reeds een aantal besluiten goedgekeurd, noodzakelijk voor de werking van de centra en de consortia zodat een gedeelte van de middelen, voorzien op deze provisie, reeds wordt verdeeld naar de desbetreffende basisallocaties. De rest van het beschikbaar budget in het kader van het decreet volwassenenonderwijs, zal verdeeld worden bij budgetcontrole 2008. Voltijds engagement DBSO Kaderend in leren en werken “voltijds engagement” zal het deeltijds beroepssecundair onderwijs vanaf 1 september 2008 modulair georganiseerd worden. Om iedereen in een voltijds engagement te kunnen voorzien voor DBSO, wordt een decreet uitgewerkt met toepassing vanaf 1 september 2008. Daarin zal geopteerd worden voor een uniforme coëfficiënt wat betreft de berekeningswijze van het onderwijzend en ondersteunend personeelskader. Om de veralgemening van de modularisering te begeleiden in de 37 centra die nog niet deelnemen aan het experiment worden bovendien gedurende de eerste drie jaar supplementaire middelen voorzien. Onthaalonderwijs voor kinderen in asielcentra Vanaf 1 september 2008 wordt onthaalonderwijs voorzien voor kinderen die in asielcentra verblijven. Vlaams Centrum Onderwijsgebonden Sport (VCOS) Deze maatregel betreft de uitvoering van het engagement dat genomen werd in het kader van CAO VI om de gesco’s onderwijsgebonden sport om te zetten naar contractuele personeelsleden. Rationalisatie Hoger Onderwijs De invoering van een nieuw financieringssysteem voor hogescholen en universiteiten creëert een uniek momentum om de rationalisatie van het opleidingsaanbod ernstig aan te pakken. De rationalisatie van het aanbod moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek, een grotere maatschappelijke relevantie en een sterkere doelmatigheid van het hoger onderwijs. Een rationeler aanbod moet ook bijdragen tot een reducering van de werkdruk en het leefbaar houden van de werkomstandigheden voor het personeel. In het nieuwe financieringssysteem is een kader gecreëerd om deze rationalisatie op gang te brengen. De instellingen en de opleidingen zullen worden gevraagd om vanaf het begrotingsjaar 2008 rationalisatieplannen uit te tekenen. Om de uitvoering van deze plannen financieel mogelijk te maken wordt jaarlijks in een bedrag van 5.000.000 euro voorzien (dit bedrag wordt ter beschikking gesteld in het kader van de politieke besluitvorming).Op basis van de specifieke inhoud van hun rationalisatieplannen zullen de instellingen daarop kunnen intekenen.
513
4UVL m/S#
Eigenaarsonderhoud Hogere Zeevaartschool Met het oog op de verzelfstandiging van de Hogere Zeevaartschool worden ook de nodige middelen voor het eigenaarsonderhoud van de infrastructuur apart geplaatst. In het kader van de politieke besprekingen worden 189.000 euro bijkomende middelen hiervoor voorzien. De Universiteit Antwerpen Management School (UAMS) De UAMS is een instituut van de Universiteit Antwerpen en heeft als opdracht huidige en toekomstige managers - zowel in het bedrijfsleven als in de publieke en non-profitsector - te helpen en te ondersteunen bij hun zoektocht naar wetenschappelijk gefundeerde en praktijkrelevante kennis en kunde, die hen in staat moet stellen om beter te functioneren in hun organisatie en in de maatschappij in het algemeen. De UAMS zal verzelfstandigd worden en krijgt als autonome instelling ook een decretale verankering, naar analogie met de regeling die bijvoorbeeld ook geldt voor een gelijkaardige instelling als de Vlerick Leuven Gent Management School. Die verzelfstandiging laat toe - en is tegelijk een noodzakelijke voorwaarde - om de UAMS ook financieel op een gelijkwaardige manier te behandelen als de Vlerick School. In het kader van de politieke besprekingen wordt voor dit initiatief 1.000.000 euro supplementaire middelen voorzien waarvan 500.000 euro te financieren door Van Mechelen. Hoger Kunstonderwijs Het nieuwe financieringssysteem geldt voor alle opleidingen in het hoger onderwijs, ook de kunstopleidingen (studiegebieden Audiovisuele en Beeldende Kunsten en Muziek en Podiumkunsten). In tegenstelling tot alle andere opleidingen kunnen de kunstopleidingen echter nauwelijks of geen bijkomende middelen in dit op groei gerichte systeem genereren, aangezien het aantal financierbare studenten in deze opleidingen geplafonneerd is. Naarmate het aantal studenten in de andere opleidingen toeneemt, zal het aantal studenten in de kunstopleidingen relatief gezien zelfs afnemen ten opzichte van het totale aantal. Het aandeel van de kunstopleidingen in het totaal van de financiering dreigt door deze plafonnering ongewild te dalen. Met 1.000.000 euro bijkomende middelen, die specifiek bestemd zijn voor de hogescholen die kunstopleidingen aanbieden, kan dit ongewilde effect gecompenseerd worden.
514
4UVL m/S#
PROGRAMMA FC ALGEMEEN DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN
AO TO
2007 (begrotingscontrole) 4.804 42.692
2008 (raming) 2.321 43.444 (in duizend euro)
2. UITGAVEN 2007 (krediet) NGK GVK GOK VRK BVJ
105.957 6.178 6.360 42.692 35
2008 (krediet) 96.812 4.354 5.136 43.444 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. De omschrijving van de strategische doelstellingen 601 - Departement De middelen die in het programma voorzien worden, richten zich op de financiering van onderwijsactiviteiten die niet niveaugebonden zijn en die algemeen de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen. Hieronder vallen diverse onderwijsondersteunende activiteiten zoals: - de inrichting van de nascholing op initiatief van de overheid. - de werking van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. - de ondersteuning van het TOS-project (technologische opvoeding op school). - het flankerend lokaal onderwijsbeleid. - het stimuleren van een gezonde levenstijl bij schoolgaande kinderen en jongeren. - de samenwerking tussen onderwijs en welzijn met o.a. de time-out projecten en de ondersteuning van integrale jeugdhulp. - de werking van de vzw NICO. - de dotaties voor de werking van de verschillende VOI’s binnen Onderwijs. - de werking van het Steunpunt Ongewenst Gedrag op School.
515
4UVL m/S#
- het creëren van een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. - het verbreden en verdiepen van het onderwijsbeleid door te zorgen voor talentontwikkeling voor alle jongeren. - een kwaliteitsvol internationaal beleid voeren. De toenemende impact van de internationale beleidsontwikkelingen op het Vlaamse beleid noopt de overheid ertoe pro-actief in te spelen op beslissingen en afspraken die op internationale fora worden gemaakt. De belangrijkste internationale context voor het onderwijsbeleid is de EU, maar daarnaast zijn ook de OESO, de Raad van Europa, de Unesco en de VN, de WTO en de ILA relevante multilaterale organisaties. De doelstellingen van het internationale beleid zijn immers de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, het creëren van een kwaliteitsvolle onderwijsruimte die de landsgrenzen overstijgt, het uitdragen en bevorderen van de Vlaamse expertise, het bekend maken van het Vlaamse onderwijs in het buitenland en het bijdragen tot de internationale solidariteit en de duurzame ontwikkeling. Het internationale onderwijsbeleid richt zich zowel naar het onderwijsveld (onderwijsinstellingen, scholieren, studenten, leraren en professoren) als naar de beleidsmakers . - Versterken van de beleidsvoorbereiding. In de kennismaatschappij worden de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de beleidsvoorbereidende kennis steeds belangrijker. Beleidsinstrumenten zoals de strategische planning vergen niet alleen een ruime en stevige kennisbasis, maar ook een goede integratie van het onderwijskundig onderzoek en het onderwijsbeleid en een systematische ontwikkeling van indicatoren die toelaten het beleid te evalueren en eventueel bij te sturen. Internationale ontwikkelingen (OESO, EU) sturen eveneens aan op het ontwikkelen van indicatoren en 'benchmarks' die erop gericht zijn de evoluties in de vooropgestelde beleidsresultaten nauwgezet op te volgen. Een degelijke beleidsvoorbereiding veronderstelt werken op de langere termijn en ruimt een grotere plaats in voor zowel evaluatiestudies als verkenningen en proeftuinen. De beleidsvoorbereiding is in eerste instantie gericht op de ondersteuning van het beleid van de bevoegde minister. Het streven naar een verbetering van de kwaliteit ervan komt uiteindelijk ten goede van het onderwijsveld en alle betrokken actoren. - ICT-competenties in het onderwijs integreren. In de kennismaatschappij is het belangrijk dat iedereen over ICT-basiscompetenties beschikt. Daarom werden deze competenties geïntegreerd in de eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor het lager onderwijs en de eerste graad SO. Ook in het volwassenenonderwijs staat een ICT-integratie via eindtermen op het programma. Onder meer in het kader van het Strategisch Plan Geletterdheid heeft de Basiseducatie een belangrijke opdracht in het bijbrengen van elementaire ICT-vaardigheden bij lager geschoolde volwassenen. - Een informatierijke omgeving creëren voor overheid en scholen Kwaliteitsbewaking impliceert dat de overheid op landelijk niveau (op het niveau van het onderwijssysteem) moet nagaan in welke mate de eindtermen en ontwikkelingsdoelen daadwerkelijk worden geïmplementeerd. Daarom moet de overheid beschikken over een betrouwbaar systeem van periodieke peilingen van de mate waarin leerlingen de Vlaamse eindtermen en ontwikkelingsdoelen bereikt hebben en waarmee de realisatie van “kwaliteitsonderwijs voor allen” kan worden nagegaan. De scholen kunnen - op basis van de peilingresultaten nagaan hoe ze hun kwaliteit kunnen versterken of verbeteren. - Het Nederlandstalig onderwijs kwantitatief en kwalitatief op peil houden. Instellingen en leerlingen van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel/Vlaamse rand hebben specifieke kenmerken: groot aandeel niet-Nederlandstaligen, stedelijke bevolking en in de Rand ook een veranderend socio-economisch profiel. Daarom is het nodig een gecoördineerd specifiek beleid te voeren ten aanzien van deze scholen en leerlingen.
4UVL m/S#
516
- Versterken van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Met de competentieagenda 2010 wordt dit beleid verder geconcretiseerd. De Competentieagenda bevat tien actiepakketten die letterlijk iedereen mobiliseren om competenties te ontdekken, te ontwikkelen en in te zetten. Competenties zijn een geheel van kennis, vaardigheden en houdingen die men kan gebruiken in bepaalde contexten. Vlaanderen heeft, mede dankzij het onderwijs, een ongelooflijke hoeveelheid competenties in huis. Maar een pak daarvan spelen we niet uit. Daar zou deze agenda geleidelijk aan verandering in moeten brengen. Hij bevat tien prioriteiten die, over de grenzen van onderwijs, werkgevers- en werknemersorganisaties heen, de competenties van zowel studenten, werkzoekenden als werknemers zullen erkennen, ontwikkelen én inzetten. De voorbije jaren werkten we reeds hard aan de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Er werden daarom ook tal van projecten opgestart die verband houden met de samenwerking tussen de beleidsdomeinen onderwijs en werk. Zo wil de Vlaamse Regering in de sector van de autoassemblagebedrijven komen tot activiteiten op het vlak van vorming en opleiding (automotive) en zal aan de opleiding logistiek in de derde graad van het beroepssecundair onderwijs een nieuw elan worden gegeven (heftruck). Het project Will's Kracht, bestaat eruit de arbeidsattitudes bij jongeren aan te scherpen. Tal van taalprojecten worden georganiseerd om de aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt vlot te laten verlopen. Zo is een van deze projecten het Opbouwwerk dat opgestart is in het kader van het Limburgplan. 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) Overheidscommunicatie heeft verschillende functies in de maatschappij. Informeren, kennis overdragen en leren; aanzetten tot actie; preventief werken en sensibiliseren; dialoog, maatschappelijk debat stimuleren; participatie verhogen; gedragsverandering bewerkstellingen; stimuleren om zichzelf te ‘willen’ informeren en engageren. Het Agentschap voor Onderwijscommunicatie heeft als belangrijkste strategische doelstelling het ontwikkelen van een communicatiebeleid dat gebaseerd is op de onderwijsbeleidsprioriteiten en de behoeften van de doelgroepen. Vanuit de algemene doelstellingen, de visie en de missie van het agentschap wordt gezorgd voor optimale communicatie en stimuli voor het onderwijspersoneel, ouders, leerlingen en samenleving. En dit via online communicatie, offline communicatie, acties en crossmediale aanpak. Het agentschap stippelt een communicatieplan uit, in samenspraak met het kabinet, het departement en de agentschappen binnen Onderwijs en Vorming, stoelend op de prioriteiten zoals die vastgelegd zijn in de beleidsnota en de jaarlijkse beleidsbrieven. De verschillende entiteiten van het beleidsdomein worden ondersteund, geadviseerd en gedocumenteerd in hun communicatieprojecten. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) 1. Het agentschap zorgt er voor dat de nodige middelen permanent ter beschikking worden gesteld om kwaliteitsvol onderwijs te verstrekken. 2. Het agentschap draagt bij tot algemene tevredenheid bij de personeelsleden in het onderwijs zodat ze zich kunnen toeleggen op hun kerntaken. 3. Het agentschap draagt bij tot een succesvolle schoolloopbaan van alle leerlingen. 4. In het kader van het bevorderen van gelijke kansen voor jongeren en de aanpak van antisociaal gedrag in de scholen, laaggeschoolde jongeren aan een baan helpen in het onderwijs. 5. Het agentschap zal ouders en leerlingen ondersteunen, het beleidsvoerende vermogen van de scholen versterken en de professionalisering van de schoolleiding ondersteunen. 6. Het agentschap fungeert als betrouwbare partner en aanspreekpunt over alle aspecten van onderwijsadministratie.
517
4UVL m/S#
604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) Het structureren van de werking van het agentschap en het coördineren van de werking van de afdelingen. B. De omschrijving van de operationele doelstellingen 601 - Departement 1. Nascholing Vanaf 2007 worden opnieuw nascholingsprojecten op initiatief van de Vlaamse regering georganiseerd. In het kader van de talenbeleidsnota “De lat hoog voor talen in iedere school. Goed voor de sterken, sterk voor de zwakken.” werden nascholingsprojecten binnen drie thema’s goedgekeurd: 1. Schooltaal Nederlands: Taaldidactische competentie van lerarenteams verhogen (alle vakken), in het secundair onderwijs. 2. Frans in de overgang van basis- naar secundair onderwijs. 3. Taalversterking bij kleuteronderwijzers en leerkrachten eerste graad basisonderwijs. 2. Dienst voor onderwijsontwikkeling Binnen het kader van de beleidsvoorbereidende opdracht van het departement Onderwijs, heeft de Dienst voor Onderwijsontwikkeling tot opdracht het uitbrengen van wetenschappelijke onderbouwde adviezen ten behoeve van de Vlaamse regering en de minister bevoegd voor onderwijs. Dit omvat in hoofdzaak: - het formuleren van voorstellen betreffende de ontwikkeling van de opleidingenstructuur; - de ontwikkeling van criteria voor het goedkeuren van leerplannen en handelingsplannen; - het formuleren van voorstellen op het gebied van ontwikkelingsdoelen, eindtermen en basiscompetenties. 3. Technologische opvoeding op school Het protocol van samenwerking betreffende het project TOS21, afgesloten tussen de Vlaamse minster van Werk, Onderwijs en Vorming en de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, heeft tot doel: - voor wetenschappen, techniek en technologische innovatie een degelijke inhoudelijke basis te voorzien in het onderwijs; - de onderwijspartners toe te laten dit onderwerp pedagogisch-didactisch en wetenschappelijk verantwoord aan te pakken; - een visie op techniek en wetenschap (op school) te ontwikkelen; - de essentiële bouwstenen aan te leveren voor een degelijke curriculumontwikkeling; - een referentiekader uit te werken dat kan worden gehanteerd voor de validering, screening en ontwikkeling van projecten die betrekking hebben op de popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie. 4. Flankerend lokaal onderwijsbeleid Het flankerend onderwijsbeleid ligt in het verlengde van het Vlaamse onderwijsbeleid en versterkt het. Door samenwerking tussen alle onderwijsactoren op lokaal vlak te stimuleren creëert een flankerend onderwijsbeleid extra mogelijkheden voor het lokale onderwijsgebeuren. Sommige lokale problematieken zijn immers moeilijk aan te pakken op een centraal niveau. Zij vergen lokale hefbomen. Het stimuleren en financieel ondersteunen, via projectsubsidies, van een sterk flankerend onderwijsbeleid in de centrumsteden en in sommige gemeenten moet elke centrumstad, respectievelijk gemeente in staat stellen lokaal antwoorden te zoeken op specifieke problemen.
4UVL m/S#
518
5. Gezonde scholen In haar Regeerakkoord beschouwt de Vlaamse Regering preventieve gezondheidzorg en gezondheidsbevordering als één van haar prioriteiten. Op 27 januari 2006 werd er een intentieverklaring ondertekend tussen de ministers bevoegd voor Onderwijs, de minister bevoegd voor Welzijn en gezondheid, de minister bevoegd voor Jeugd en Sport en de minister bevoegd voor Landbouwbeleid en Zeevisserij waarbij er werd afgesproken een gezamenlijke bijdrage te leveren tot de gezondheidsbevordering in het lager en secundair onderwijs. In samenwerking met de VLOR wordt een actieplan uitgewerkt dat scholen moet ondersteunen in het creëren van gezonde schoolomgevingen. Op termijn dient elke school in staat om vanuit haar eigen context en behoeften een gezondheidsbeleid te voeren met concrete streefdoelen op maat van hun leerlingen. Operationele doelstellingen voor 2008 zijn: - het versterken van de deskundigheid van schoolteams en toekomstige leerkrachten op vlak van gezondheidsbevordering; - het ter beschikking stellen van een analyse-instrument om de beginsituatie van scholen in kaart te brengen; - het verder informeren en sensibiliseren van de scholen (onder meer via de website); - het uitwerken van acties om de participatie van leerlingen en ouders aan het schoolgezondheidsbeleid te bevorderen en te ondersteunen. 6. Samenwerking met andere beleidsdomeinen De samenwerking met andere beleidsdomeinen concentreert zich op dit ogenblik vooral op de samenwerking met welzijn en de samenwerking met gezondheid. De algemene doelstelling van de samenwerking tussen onderwijs en welzijn is het creëren van voorwaarden om te komen tot preventieve en curatieve vormen van leerlingenbegeleiding waarbij selectie/uitsluiting, voortijdig schoolverlaten en vertraging van schoolloopbanen wordt voorkomen. Vanuit dit oogpunt zal het departement Onderwijs en Vorming de CLB’s blijven ondersteunen bij hun opdracht in integrale jeugdhulp. Ook zullen voortdurend de linken worden gelegd naar de opvolging van de leerplicht binnen onderwijs en de mogelijke rol die de sectoren uit de welzijnswereld en justitie hierbij kunnen spelen. Daarom zal de opdracht van het projectteam voor een groot deel ook dit jaar blijven liggen op de implementatie van het actieplan rond spijbelen en schoolverzuim. De nadruk zal hierbij liggen op het verder maken van samenwerkingsafspraken met die belendende sectoren (oa justitie en welzijn) die in het kader van leerplicht/leerrecht voor onderwijs zeer belangrijk zijn. Ook de verdere opvolging van de thematiek antisociaal gedrag (geweld, pesten) op school zal door het projectteam opgenomen worden in functie van samenwerking met andere sectoren. De afspraken die vorig jaar werden gemaakt (o.a. met welzijn en de medische wereld) moeten dit schooljaar ook nog verder geïmplementeerd worden. 7. Time-out projecten Time-out is een methode waarbij jongeren tijdelijk uit het secundair onderwijs worden genomen met de bedoeling hen opnieuw in het secundair onderwijs op te nemen. Om voldoende te kunnen inspelen op de wijze waarop time-out op dit ogenblik op het terrein wordt georganiseerd door diverse initiatiefnemers en op de noden van scholen en leerlingen worden subsidies verleend aan twee verschillende vormen van time out: een langdurend time-outprogramma en een kortdurend timeoutprogramma. Deze projecten gebruiken bepaalde methodieken waaronder hergo (herstelgericht groepsoverleg) om schooluitval van jongeren te bestrijden door hen een periode schoolextern te begeleiden.
519
4UVL m/S#
8. vzw NICO Het NICO-project (Netoverschrijdend ICT-project voor CLB-gegevensverwerking in samenwerking met het Onderwijsdepartement) is opgestart om middels informatieautomatisering de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s), in het kader van het decreet van 1 december 1998 op de centra voor leerlingenbegeleiding, efficiënter en effectiever te laten functioneren en tevens het werk van de CLBmedewerkers te ondersteunen en te vergemakkelijken. Vanaf het schooljaar 2008-2009 zal via een raamcontract tussen de Vlaamse Overheid en EDS-Telindus een nieuw project opgestart worden dat zo veel mogelijk afgestemd wordt met en voortbouwt op de huidige gegevensverzameling binnen het beleidsdomein. Het departement Onderwijs en Vorming staat in voor de ontwikkeling en de coördinatie van dit nieuwe systeem. 9. Steunpunt Ongewenst Gedrag op School Voor de organisatie van het Steunpunt Ongewenst Gedrag op School worden jaarlijks subsidies vrijgemaakt voor de vzw Limits. De subsidie dient voor de uitvoering van 3 opdrachten: - de permanente dienstverlening van het Steunpunt - het afhandelen van minimum 15 klachten in tweede lijn over ongewenst gedrag op school - het uitbouwen van samenwerkingsverbanden met de onderwijsnetten. 10. Veiligheidsproblematiek op school De maatschappelijke aandacht voor veiligheid is de laatste jaren –terecht- sterk toegenomen. Dit resulteerde ook in het feit dat leerling-stagiairs een arbeidsgeneeskundig onderzoek moeten ondergaan voor de stage. We regelden dat de kosten, verbonden aan dit onderzoek, gedragen worden door het Fonds voor Beroepsziekten. Maar ook de toepassing van andere aspecten van de welzijnswetgeving binnen onderwijs verloopt vaak wat moeilijk: soms omdat de regelgeving onvoldoende gekend is, soms omdat de regelgeving erg weinig rekening houdt met de specifieke onderwijssituatie. In de voorbije jaren deed ik daarom beroep op een externe vereniging van preventieadviseurs om me te adviseren over aan aantal aspecten en de scholen te ondersteunen in de uitbouw van hun veiligheidsbeleid. Gezien de steeds stijgende aandacht voor deze problematiek, acht ik het nu opportuun om de nodige know-how hiervoor uit te bouwen binnen het Departement Onderwijs en Vorming zelf. 11.Proeftuinen In de beleidsbrief wordt het gedachtegoed van Accent op Talent op verschillende domeinen geïntegreerd. Om die onderwijsvernieuwingen gestalte te geven opteert het beleid voor proeftuinen. Dit zijn projecten met een beperkt aantal scholen/scholengemeenschappen die binnen een beperkte regelluwte de kans krijgen innovaties uit te testen. Evaluatie van die projecten kan leiden tot een aanpassing van de regelgeving of het creëren van alternatieve regelgeving die voor alle scholen geldt. De proeftuinen rond onderwijsinnovatie werden inhoudelijk afgelijnd rond volgende thema’s: talentontwikkeling, technologie, beleidsvoerend vermogen en leren en werken. Er kunnen proeftuinen in alle scholen van het leerplichtonderwijs worden georganiseerd, zodat ook basisscholen aan bod kunnen komen. De proeftuin in de scholengemeenschappen van het secundair onderwijs moet uitwijzen of vervangingen voor leerkrachten, technisch adviseurs en coördinatoren die op bedrijfsstage gaan haalbaar zijn en stimulerend. Die proeftuin loopt nu het tweede schooljaar. Tijdens het derde jaar zal hij worden geëvalueerd en zullen beleidsconclusies geformuleerd moeten worden. Eventueel moet de proeftuin worden bijgestuurd en/of uitgebreid naar andere personeelsleden en/of andere onderwijsniveaus. 12. Internationalisering van het onderwijs De subsidiëring van de implementatie van de Europese onderwijsprogramma’s, die het stimuleren van
4UVL m/S#
520
internationale samenwerking en mobiliteit als doelstelling hebben. Sinds 1 januari 2007 gebeurt de uitvoering door de vzw Epos, die hiervoor een subsidie ontvangt van het departement Onderwijs en Vorming. 13. Bilaterale onderwijssamenwerking Om de impact van de bilaterale onderwijskundige samenwerking te vergroten, is het noodzakelijk dat deze zich toespitst op een beperkt aantal prioritaire landen en thema’s. De buurlanden en de andere gemeenschappen van België blijven uiteraard prioritair. Nederland is uiteraard de meest bevoorrechte partner voor de samenwerking inzake het onderwijs- en vormingsbeleid.. De ambtelijke onderwijssamenwerking met Nederland wordt geregeld via de GENT-akkoorden. Belangrijke thema’s waarrond samengewerkt wordt, zijn talenonderwijs, de follow-up van de Verklaring van Bologna, de (her)waardering van de leraren en de samenwerking tussen onderwijs- en onderzoeksinstellingen, beroepsonderwijs en beroepsopleiding. De samenwerking met ontwikkelingslanden en landen in transitie wordt verder gezet, meer bepaald met ZuidAfrika, Rusland, Marokko, Cuba en India. 14. Zorgen voor kwaliteitsvolle en relevante onderzoeksresultaten en degelijke onderwijsindicatoren. Het programma voor het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (OBPWO/BVR 7 september 1994) levert een belangrijke bijdrage tot de kennisbasis voor de beleidsvoorbereiding. De prioritaire thema’s en hun uitwerking vormen de concretisering van de beleidsvragen waarop de overheid een antwoord wil. Het is de bedoeling dat het onderzoek dat wordt betoelaagd informatie en gegevens oplevert die zowel een degelijke wetenschappelijke waarde hebben als beleidsrelevant zijn. Naast het OBPWO moeten we ook flexibel kunnen inspelen op ad hoc kennisvragen waarvoor we op kleinere schaal soms kortlopende onderzoeksopdrachten uitschrijven. Verdere input voor de beleidsvoorbereiding wordt geleverd vanuit de resultaten van onze deelname aan internationaal vergelijkend onderzoek en aan reviews van de EU en de OESO. 15. Een informatierijke omgeving creëren voor overheid en scholen De informatie uit peilingen wordt gebruikt om de minimumdoelen te evalueren en eventueel te herzien. De resultaten van het peilingonderzoek kunnen ook worden gebruikt om het onderwijsaanbod en de gebruikte leeren onderwijsmethodes bij te sturen en een idee te krijgen van de behoefte aan begeleiding en nascholing van leerkrachten. Peilingen bieden ook de scholen leerkansen. Daarnaast levert peilingonderzoek een bijdrage aan de wetenschappelijke kennis inzake leerlingenprestaties: inzicht in de factoren die prestaties beïnvloeden, inzicht in mogelijke verklaringen voor verschillen tussen scholen op vlak van leerlingenprestaties. Dergelijke kennis kan een belangrijk element vormen in het proces van zelfevaluatie door scholen zelf. Scholen zelf zijn vragende partij voor meer feedback over hun leerlingenresultaten. Meer bepaald willen ze valide en betrouwbare toetsen die op grote schaal genormeerd zijn en waarmee ze zichzelf kunnen positioneren. 16. ICT-competenties in het onderwijs integreren. Om de ICT-competenties in te voeren, wordt een flankerend beleid gevoerd om de scholen te ondersteunen. In de eerste plaats ondersteunen we leerkrachten via de financiering van ICT-coördinatoren en via het expertisecentrum REN Vlaanderen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling, inventarisatie en beschrijving van digitale leermiddelen (commerciële en vrije educatieve software, freeware, enz). Voorts worden een aantal projecten ondersteund en wordt ingezet op ICT ikv. leerzorg. 17. Het Nederlandstalig onderwijs kwantitatief en kwalitatief op peil houden. De leerlingresultaten in het Brussels Nederlandstalig onderwijs/Vlaamse Rand liggen/blijven op het Vlaamse gemiddelde door specifiek aandacht te besteden aan de kennis van het Nederlands als schooltaal.
521
4UVL m/S#
Het onderwijsaanbod TSO/BSO in Brussel verruimt. De instroom van personeel in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel verbetert. De pedagogische inspectie bij Franstalige basisscholen in de faciliteitengemeenten wordt uitgevoerd. 18. Versterken van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt De vier eerste van tien prioriteiten van de Competentieagenda hebben betrekking op onderwijs en werk: 1. Competenties verwerven in het onderwijs. Omdat loopbanen starten in het onderwijs, investeren we meer in het begeleiden van studie- en beroepskeuze voor leerlingen. 2.
Competenties verwerven via leren en werken. De sociale partners mobiliseren bedrijven en nonprofitorganisaties om meer stages of werkplaatsen aan te bieden voor leerlingen uit het tso en bso, voor leerkrachten, voor jongeren uit het deeltijds onderwijs en voor werkzoekenden in opleiding. We versterken tegelijkertijd de kwaliteit het werkplekleren.
3.
Actieplan zelfstandig ondernemen voor het onderwijs. Meer informatie, betere sensibilisering en dialoog en partnerschappen tussen onderwijs en onderneming maken Vlaanderen meer ondernemend.
4.
Erkennen van verworven competenties. Zowel in onderwijs en vorming als op de arbeidsmarkt krijgen mensen de mogelijkheid hun competenties te laten erkennen, ongeacht de wijze waarop ze die hebben verworven. Een samenhangend EVC-beleid zal de nodige procedures daarvoor ondersteunen en versterken.
602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) 1. Communicatievragen van andere agentschappen en het departement worden beantwoord via advies en overleg. 2. De centrale, actuele collectie onderwijsdocumentatie wordt beheerd en up to date gehouden. 3. Interne klanten attenderen op onderwijsnieuws en onderwijsinformatie. 4. De intranetsite van het beleidsdomein wordt uitgebouwd. 5. Technische ondersteuning van het internet en het intranet. 6. Het organiseren van in het communicatieplan voorziene evenementen zoals Rondes van Vlaanderen. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) 1. Kwaliteitsvol onderwijs Het agentschap zorgt er via een tijdige en correcte toekenning van omkadering en werkingsmiddelen voor dat de scholen permanent beschikken over de nodige middelen om kwaliteitsvol onderwijs te verstrekken en toelagen tijdig en correct toe te kennen. 2. Algemene tevredenheid bij de personeelsleden in het onderwijs Het agentschap draagt via: x een tijdige en correcte salarisverwerking, het efficiënt beheren van personeelsdossiers, een correcte toepassing van de wetgeving en de sectorale akkoorden, x het tijdig en correct opvolgen van het administratieve personeelsdossier x het tijdig en correct verwerken van het geldelijk personeelsdossier. x tijdig en correcte betalingen in overeenstemming met de onderwijs- en aanverwante regelgeving. x tijdige en correcte realisatie van de terugvorderingen en recuperaties van salarissen die worden gefinancierd (detacheringen met terugbetaling). x tijdig en correcte aanrekening van de lonen op de onderwijsbegroting
4UVL m/S#
x
522
tijdig voldoen aan alle sociale en fiscale verplichtingen en de sectorale akkoorden
bij tot algemene tevredenheid bij de personeelsleden in het onderwijs. 3. Succesvolle schoolloopbaan Het agentschap zorgt voor het ondersteunen van het inschrijvingsrecht en faciliteren van gelijke onderwijskansen via: x degelijke opvolging en sturing van de deskundige ondersteuners van de LOP’s. x het leveren van gegevens rond gelijke onderwijskansen en het ondersteunen van LOP’s bij het opmaken van omgevingsanalyses. x het waarnemen van het secretariaat van de Commissie Leerlingenrechten en de opvolging van de klachtenbehandeling door de Commissie te ondersteunen. x de organisatie van de Centrale Examencommissie. 4. Laaggeschoolde jongeren aan een baan helpen in het onderwijs In het kader van het bevorderen van gelijke kansen voor jongeren en de aanpak van antisociaal gedrag in de scholen zal het agentschap laaggeschoolde jongeren helpen aan een baan in het onderwijs: x via het uitwerken van de nodige modaliteiten van het project ‘scholen voor jongeren/jongeren voor scholen’, de scholen bijstaan om te werken aan antisociaal gedrag op school en zo bij te dragen tot het bevorderen van de gelijke onderwijskansen. AgODi engageert zich om de projectplanning/ uitvoering te volgen. x via het uitwerken van de nodige modaliteiten van het VEVE-project de lokale besturen bijstaan om de verkeersveiligheid in de schoolomgeving te verbeteren. x via het uitwerken van de nodige modaliteiten van het schoolspottersproject de betrokken actoren bijstaan om te werken aan het antisociale gedrag in de schoolomgeving en op het traject van en naar school. 5. Ouders en leerlingen ondersteunen, het beleidsvoerende vermogen van de scholen versterken en de professionalisering van de schoolleiding ondersteunen Via een proactieve en klantgerichte informatieverstrekking x steunpunten uitbouwen waar ouders en leerlingen met hun vragen terecht kunnen. x de scholen proactief duidelijke informatie over de toe te passen regelgeving aanbieden via de meest relevante kanalen x de scholen ondersteunen in hun elektronische communicatie met het agentschap x het onderwijsveld informeren via gecoördineerde informatie, opleidingen en cursussen. 6. Aanspreekpunt onderwijsadministratie Het agentschap wil: x een signaalfunctie vervullen, de vinger aan de pols houden, de verwachtingen van het veld verzamelen, hun belangen behartigen en deze naar het beleid toe vertalen. x de scholen maximaal ondersteunen met al hun vragen over onderwijsadministratie x via het ontsluiten van databanken, de gevraagde informatie, voor zover beschikbaar, maximaal ter beschikking stellen x op de hoogte blijven van de evolutie in het onderwijsveld.
523
4UVL m/S#
604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) Het agentschap wil de werking van het agentschap structureren en een systeem van integrale kwaliteitszorg uitwerken. C. De omschrijving van de instrumenten 601 - Departement Gelet op de grote verscheidenheid binnen dit programma, zijn ook de ingezette instrumenten zeer verschillend: - lonen; - subsidies; - werkingstoelagen; - werkingskosten; - dotaties. De Vlaamse overheid participeert aan internationale indicatorenprojecten en internationale onderwijsreviews teneinde het Vlaams onderwijs op te volgen, te positioneren en te vergelijken met andere EU- en OESO-landen. Stimuleringsbeleid voor de internationalisering van het onderwijs (onder andere implementatie van de onderwijsprogramma's van de EU) De Vlaamse overheid stelt middelen ter beschikking om mobiliteit van individuen mogelijk te maken (mobiliteitsbeurzen), subsidieert of cofinanciert diverse internationale samenwerkingsprojecten, cofinanciert de bi– en multilaterale samenwerking tussen scholen, stimuleert het vreemdetalenonderwijs, organiseert studiebezoeken voor buitenlandse gasten en informeert en sensibiliseert de Vlaamse onderwijswereld inzake het EU-onderwijsbeleid en de mogelijkheden tot internationale samenwerking, financiert allerhande publicaties (brochures, vergelijkende rapporten, vademecums, …) en de deelname van experten aan belangrijke internationale conferenties en discussies. Culturele akkoorden, gemeenschapsakkoorden en specifieke onderwijsakkoorden De bilaterale onderwijssamenwerking met partnerlanden is gebaseerd op culturele akkoorden, Vlaamse gemeenschapsakkoorden en onderwijsakkoorden. Om de impact van de bilaterale onderwijskundige samenwerking te vergroten, is deze toegespitst op een beperkt aantal prioritaire landen en thema’s. Deze landen werden bepaald in nauw overleg met het buitenlandse beleid. Vooreest zijn de buurlanden prioritaire partners en daarnaast wordt de keuze van de andere landen gemaakt op basis van criteria zoals bijdragen tot de internationale solidariteit of duurzame ontwikkeling. OBPWO en andere onderzoeks- en studieopdrachten. Het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (OBPWO) wordt van nabij opgevolgd door een stuurgroep van wetenschappelijke deskundigen, onderwijspractici en beleidsverantwoordelijken. Op continue basis wordt de terugkoppeling van de resultaten zowel naar het beleid als naar de onderwijspraktijk gestimuleerd onder de vorm van publicaties, studiedagen, contacten. De resultaten vormen een kennisbasis om de beleidsvoorbereiding te ondersteunen en het gevoerde beleid te evalueren. Kortlopende onderzoeks- en studieopdrachten dienen ingezet voor dringende kennisbehoeften die niet met de middelen van het OBPWO ingelost kunnen worden. Ook die opdrachten worden opgevolgd via stuurgroepen. Een Steunpunt Loopbanen doorheen Onderwijs naar Arbeidsmarkt is bedoeld om aan het beleid informatie op te leveren over schoolloopbanen van leerlingen en de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt. Met het Steunpunt LOA is een beheersovereenkomst gesloten. Een interdepartementale stuurgroep volgt de werkzaamheden van nabij op.
4UVL m/S#
524
Peilingonderzoek Om het bestaande systeem van de peilingen verder uit te bouwen en te verfijnen werd vanaf 2006 een overeenkomst afgesloten met een universitair onderzoekscentrum voor de duur van 5 jaar. Het tempo van de toetsontwikkeling wordt opgedreven en moet het mogelijk maken peilingen periodiek te herhalen. De uitbreiding van de toetsontwikkeling zal een rijke variatie aan toetsen voor verschillende leergebieden en vakoverschrijdende eindtermen mogelijk maken. Om de peilingsresultaten aan te kunnen wenden binnen het aanbieden van een informatierijke omgeving voor scholen zullen peilingen met een aangepast steekproefdesign moeten werken. Om meer verfijnde analyses uit te voeren, waarbij gezocht wordt naar verklaringen voor verschillen tussen scholen, moeten een aantal extra variabelen in het onderzoeksopzet opgenomen worden. De onderzoekers die het peilingonderzoek uitvoeren zullen complexere statistische analysetechnieken moeten aanwenden. Participatie aan internationale indicatorenprogramma's De Vlaamse overheid participeert aan internationale indicatorenprojecten, vergelijkend onderzoek en internationale onderwijsreviews op initiatief van internationale organisaties als de EU en de OESO. Dit laat toe het Vlaams onderwijs internationaal te positioneren en te vergelijken met andere EU- en OESO-lidstaten. De valorisatie van de onderzoeksresultaten en de indicatoren via verschillende kanalen (regelgevend werk, sensibiliseringsacties, informatierondes, seminaries, studiedagen …) vormt een bijzonder aandachtspunt. Om de nieuwe regelgeving uit te testen, de implementatie ervan na te gaan of het onderwijsveld voor vernieuwingen te sensibiliseren, worden proeftuinen opgezet. ICT-competenties in het onderwijs integreren -
-
-
ICT-eintermen. Middelen voor de ondersteuning van ICT-coördinatoren in het onderwijs. Via een puntensysteem ontvangen scholen uit het basis- en secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs extra middelen voor ICT-coördinatie. De overheid verwacht dat scholen samenwerken om een grotere puntenenveloppe te bekomen. Via deze personeelsmiddelen kunnen de samenwerkingsverbanden een ICT-coördinator aanstellen.. Leerkrachten professionaliseren via het expertisecentrum REN Vlaanderen. De beheersovereenkomst met REN Vlaanderen loopt af eind augustus 2007. M.a.w. gedurende het schooljaar 2006-2007 voorziet REN-Vlaanderen opnieuw in een kwalitatief aanbod aan nascholing voor het educatief gebruik van ICT. Een grotere vraagsturing van hun aanbod moet de nascholing beter afstemmen op de behoeften van de scholen en leerkrachtenteams. Op 1 september 2007 wordt een nieuwe beheersovereenkomst van kracht, desgevallend met aangepaste functie- en prestatie indicatoren. Hiervoor wordt € 1.500.000 voorzien op de begroting van 2007. Sensibiliseringsacties. Projectondersteuning. Verzamelen en verspreiden van goede praktijk op vlak van ICT.
Het Nederlandstalig onderwijs kwantitatief en kwalitatief op peil houden. Brussel: - In samenwerking met de VGC wordt een ondersteuningsstructuur opgezet voor scholen van het SO te Brussel (BROSO). Een gelijkaardige structuur bestaat al enige tijd voor het Basisonderwijs (VBB) en is ondertussen structureel voorzien op de onderwijsbegroting. - Het oprichten van TSO/BSO-richtingen wordt gefaciliteerd door aanvangsondersteuning te voorzien. Uren-leerkracht worden gesubsidieerd in het eerste jaar van programmatie. Rand- en taalgrensgemeenten: - In samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant wordt een ondersteuningsstructuur opgezet voor Nederlandstalige scholen in de Rand.
525
-
4UVL m/S#
Projectondersteuning (1 project basisonderwijs en 2 projecten secundair onderwijs). Scholen in de Rand krijgen aanvullende lestijden.
Versterken van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt De tien prioriteiten van de competentieagenda worden telkens via verschillende actielijnen uitgewerkt. Voor elk van die actielijnen werd een projectteam opgezet. Relevante bestaande instrumenten worden versterkt en meer bekend gemaakt en nieuwe maatregelen en dienstverlening worden ontplooid. 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) x
Werkingskosten
603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) 1. Kwaliteitsvol onderwijs Het agentschap wil dit doen door tijdige en correcte toelagen te verstrekken en tijdig en correct de omkadering mee te delen. 2. Administratieve ondersteuning Het agentschap wil dit doen door tijdig en correct het personeelsdossier te beheren en de salarissen tijdig en correct uit te betalen. 3. Succesvolle schoolloopbaan Het agentschap zorgt voor een degelijke opvolging en sturing van LOP-deskundigen. Het agentschap neemt het secretariaat waar van de Commissie Leerlingenrechten en ondersteunt de opvolging van de klachtenbehandeling door de Commissie. Zij staat in voor de organisatie van de Centrale Examencommissie. 4. Laaggeschoolde jongeren aan een baan helpen in het onderwijs Het agentschap wil dit verwezenlijken via eerste werkplekervaring – startbanen. Het agentschap zorgt dat de nodige randvoorwaarden (technische en andere) vervuld zijn voor de implementatie en verdere uitbouw van het JOJO-project. 5. Ouders en leerlingen ondersteunen, het beleidsvoerende vermogen van de scholen versterken en de professionalisering van de schoolleiding ondersteunen Het agentschap bouwt steunpunten uit waar ouders en leerlingen met hun vragen terecht komen. 6. Aanspreekpunt onderwijsadministratie Het agentschap wil via een proactieve en klantgerichte informatieverstrekking het aanspreekpunt zijn over alle aspecten van onderwijsadministratie. 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) Het agentschap wil bij de start van elk academiejaar voldoende werkingsmiddelen beschikbaar hebben om haar operationele doelstellingen te kunnen realiseren, zodat zij haar missie als agentschap, nl. de best mogelijke dienstverlening voor haar klanten (instellingen, personeelsleden, cursisten, studenten, leerlingen en ouders), optimaal kan uitvoeren.
4UVL m/S#
526
D. De omschrijving van de prestaties, de prestatiedrijvers en de budgettaire parameters 601 - Departement De activiteiten verschillen uiteraard per onderdeel. Voor meer details wordt verwezen naar het statistisch jaarboek van het departement Onderwijs en Voming. Internationalisering van het onderwijs De toekenning van beurzen in het kader van bilaterale akkoorden gebeurt op basis van de werkprogramma's die uitvoering geven aan deze akkoorden. Zij bepalen het aantal toe te kennen beurzen en de algemene en financiële voorwaarden waaronder dit kan gebeuren. De algemene en financiële voorwaarden zijn voor alle landen gelijk en werden vastgelegd in een besluit van de Vlaamse regering van 27 maart 1991. Het aantal toe te kennen beurzen varieert van land tot land. Specifieke onderzoeksakkoorden bepalen welke projecten gezamenlijk met het partnerland worden ondernomen. De (co)financiering van internationale samenwerkingsprojecten is afhankelijk van specifieke overeenkomsten met de Europese Unie wat betreft het Een Leven Lang Leren- programma. Deze afspraken kunnen variëren naargelang het programmaonderdeel. Indien er geen specifieke reglementering bestaat, worden beslissingen genomen geval per geval. Beleidsvoorbereidend onderzoek De ingediende projectvoorstellen voor het OBPWO en andere onderzoeksopdrachten worden afzonderlijk door beleidsverantwoordelijken en wetenschappers (deskundigen op vlak van de onderwijskunde) beoordeeld op beleidsrelevantie en wetenschappelijke kwaliteit. De projecten worden betoelaagd binnen het budget dat daarvoor op de begroting is ingeschreven. Idealiter zou dit budget een functie moeten zijn van de behoefte aan beleidsvoorbereidende kennis. Een stuurgroep van beleidsmakers en deskundigen waakt over de kwaliteit en de effectiviteit van het lopend onderzoek. De onderzoekers moeten in hun beleidsaanbevelingen concrete suggesties formuleren om de resultaten te valoriseren. De gunning van onderzoeksopdrachten om internationaal vergelijkend onderzoek te implementeren in Vlaanderen dient steeds rekening te houden met de internationaal gestelde eisen. Het Steunpunt LOA (longitudinaal loopbanenonderzoek) sloot een beheersovereenkomst voor 5 jaar. De meerjarenplanning krijgt vorm via jaarplannen die door de stuurgroep en de minister worden goedgekeurd. Het Steunpunt licht de stuurgroep op regelmatige basis in over de vordering van de inhoudelijke werkzaamheden. Ook het nieuwe Steunpunt zal moeten werken met een meerjarenplan en opeenvolgende jaarplannen en – verslagen en regelmatige verslaggeving over de inhoudelijke resultaten. Peilingonderzoek De uitvoering van de kaderovereenkomst wordt opgevolgd door een stuurgroep en dient te verlopen volgens de daar afgesproken kalender. ICT-competenties in het onderwijs integreren Met het oog op evaluatie van het ICT-beleid werd een onderzoek gegund dat een monitoringinstrument moet ontwikkelen dat informatie aanlevert over 4 soorten indicatoren: - ICT-infrastructuur (computer/leerling ratio’s, PCinternet/leerlingratio’s, type en ouderdom PC’s, internetfaciliteiten, ICT-bestedingspatroon, … - het gebruik en de integratie van ICT in de leercontext (intensiteit en aard van ICT-gebruik, gebruik van elektronische leeromgevingen, … - ICT-vaardigheden van leerkrachten, leerlingen en cursisten - percepties over het educatieve ICT-gebruik bij relevante actoren
527
4UVL m/S#
De beheersovereenkomst met REN Vlaanderen bevat een apart luik indicatoren en meetfactoren in functie van de kwaliteitsopvolging en opvolging van het bereik van dit nascholingsproject. Het Nederlandstalig onderwijs kwantitatief en kwalitatief op peil houden. Brussel: - BROSO zal financiële steun ontvangen. Een begeleidingscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van BROSO, het departement Onderwijs en de VGC bewaakt en begeleidt de werking van de vzw. - De oprichting van TSO/BSO-richtingen verloopt in uitvoering van art 7, §1, tweede lid van het decreet secundair onderwijs van 14/7/1998 (ingevoegd bij OD XVI van 7/7/2006). Rand- en taalgrensgemeenten: - De ondersteuningsstructuur voor Nederlandstalige scholen in de Rand zal een subsidie ontvangen en eveneens aangestuurd worden door een begeleidingscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de ondersteuningsstructuur, het departement Onderwijs en de provincie Vlaams-Brabant. - De bestaande projecten worden verder gezet. Eventuele nieuwe projectvoorstellen zullen door het departement Onderwijs beoordeeld worden op hun aansluiting bij de operationele doelstellingen. - De aanvullende lestijden voor scholen in de Vlaamse Rand zijn in hoofdzaak lonen die worden toegekend in uitvoering van het decreet basisonderwijs. Versterken van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt De uitvoering van de competentieagenda zal worden nagegaan in Vesoc en via overleg met de sociale partners en de onderwijsverstrekkers. 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) Via de Balanced Score Card wordt de kwaliteit van de dienstverlening gegarandeerd en bevorderd. Parameters zijn o.a. wijze van uitvoering, accuraatheid, snelheid en samenwerking met andere diensten. Het Agentschap voor Onderwijscommunicatie laat daarnaast ook een onderzoek uitvoeren naar de tevredenheid over de producten van het agentschap. Op basis van de resultaten hiervan worden indicatoren geformuleerd die gehaald moeten worden tegen het einde van de beheersovereenkomst. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) 1. Kwaliteitsvol onderwijs Het agentschap stelt permanent haar elektronisch schooldossier en eigen controlebestanden ter beschikking. 2. Algemene tevredenheid bij de personeelsleden in het onderwijs Het agentschap maakt daarvoor gebruik van de databank TBS + codering Elektronisch Personeelsdossier, databank pensioenen, EPD en Robin &Marianne. De salarissen worden tijdig en correct uitbetaald door middel van het Elektronisch Personeelsdossier + manuele verwerking. Het meten gebeurt op basis van een steekproef die opgesteld wordt in overleg met IAVA en/of het Rekenhof. 3. Succesvolle schoolloopbaan Het agentschap heeft daarvoor Databanken inschrijvingen, lerende mens, verificatie, Rijksregister en maakt ook gebruik van Personeelsdossiers, van het verslag GOK-overleg, het CLR bestand en het
4UVL m/S#
528
jaarrapport CLR. 4. Laaggeschoolde jongeren aan een baan helpen in het onderwijs Het agentschap maakt hiervoor gebruik van een eigen applicatie/projectbevraging om na te gaan of: x de projectplanning/uitvoering gerespecteerd wordt en de vooropgestelde doelstellingen gehaald worden x de projectplanning/uitvoering niet gerespecteerd wordt (vertraging), maar de vooropgestelde doelstellingen gehaald worden x de projectplanning/uitvoering niet gerespecteerd wordt (vertraging), en de vooropgestelde doelstellingen niet gehaald worden. 5. Ouders en leerlingen ondersteunen, het beleidsvoerende vermogen van de scholen versterken en de professionalisering van de schoolleiding ondersteunen Het agentschap maakt daarbij gebruik van schriftelijke nota’s, brieven, mails en Robin & Marianne. 6. Aanspreekpunt onderwijsadministratie Om het aanspreekpunt te zijn over alle aspecten van onderwijsadministratie moet het agentschap beschikken over de nodige communicatiemiddelen (zowel intern als extern). 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) School- en studietoelagen - prestaties en budgettaire parameters: aanvraagprocedure AHOVO zal voor school-/academiejaar 2008-2009 het drukken van 400.000 aanvraagformulieren bekostigen. Deze aanvraagformulieren moeten voor de start van het schooljaar beschikbaar zijn. Naast een papieren aanvraag indienen, kunnen leerlingen en studenten ook online een aanvraag indienen. Door de combinatie van deze twee manieren om een aanvraag voor studiefinanciering in te dienen, wil AHOVO elke burger (van het kleuteronderwijs tot en met het hoger onderwijs) in staat stellen om een aanvraag in te dienen, waardoor financiële drempels voor de toegang tot het onderwijs weggenomen worden. Het agentschap voorziet hiervoor 68.000 euro. - prestaties en budgettaire parameters: informatieverstrekking aan intermediairs Het agentschap financiert de gebruikerslicentie voor een informaticasysteem van de KULeuven (Berta), dat intermediairs van AHOVO (sociale sectoren, vakbonden, CLB’s, …) toelaat om te bepalen of leerlingen en studenten in aanmerking komen voor een toelage. Door deze software aan te bieden, kan het agentschap haar doelgroep opsporen. Het agentschap voorziet voor de ontwikkeling van deze software 10.000 euro.. - prestaties en budgettaire parameters: informatieverstrekking aan de burger De samenwerking met het gratis nummer 1700 van de Vlaamse overheid betekent een belangrijke dienstverlening naar de burger toe. Een van de kritieken die onder meer uit het klanten tevredenheidonderzoek, uitgevoerd door DIMARSO bleek, en uit het jaarverslag van de Vlaamse Ombudsdienst, betrof de bereikbaarheid van de afdeling Studietoelagen. Ingevolge de forse toename van het aantal te behandelen aanvragen (uitbreiding schooltoelagen secundair onderwijs en invoering schooltoelagen basisonderwijs), en het belang om deze aanvragen zo snel mogelijk te verwerken opdat de burger die een volledig dossier indient tijdig zijn toelage moet krijgen, is het voor de dossierbehandelaars niet mogelijk permanent telefonisch bereikbaar te zijn. Door de samenwerking met 1700 kan de burger elke dag van 9 tot 19 uur terecht met algemene vragen over de wetgeving inzake studietoelagen en met concrete vragen betreffende zijn dossier. Enkel te complexe vragen worden door 1700 geëscaleerd naar AHOVO. Daarnaast heeft 1700 een inzagerecht in de applicatie die door AHOVO gebruikt wordt om de aanvragen te behandelen, zodat 1700 de burger kan antwoorden op alle dossiergebonden vragen. Hierdoor kan
529
4UVL m/S#
AHOVO zich in optimale omstandigheden concentreren op haar kerntaak, nl. de toekenning van school- en studietoelagen. Nieuw is ook dat 1700 de beantwoording van mails van burgers op zich neemt. Het mailverkeer neemt immers, mede door de digitalisering van het aanvraag- en verwerkingsproces, fors toe. De operatoren worden jaarlijks voor de start van het nieuwe school-/academiejaar opgeleid door AHOVO. Door deze samenwerking is het voor AHOVO mogelijk om kwaliteitsvol en sneller de dossiers te behandelen. Bovendien is de bereikbaarheid voor de burger van de dienst enorm uitgebreid. AHOVO voorziet 641.000 euro voor deze samenwerking met 1700. De budgettaire parameter is het aantal telefonische of elektronische oproepen van burgers en de afhandeltijd ervan door 1700. - prestatiedrijver: het aantal aanvragen Gelet op de overname van de gunstigere inkomensgrenzen van het HO voor het SO in schooljaar 2007-2008 en de invoering van schooltoelagen voor het basisonderwijs, zal er een sterke toename zijn van het aantal te verwerken aanvragen. Verwacht wordt dat het agentschap in totaal afgerond 400.000 aanvragen te verwerken zal krijgen, wat ten opzichte van 2006 bijna een verdrievoudiging is. - prestatiedrijver: maximaal bereiken van doelgroep Teneinde de doelgroep maximaal te bereiken, blijft het agentschap zoeken naar manieren om de drempel voor het indienen van een aanvraag te beperken, door intermediairs in te schakelen bij het invullen en bezorgen van aanvraagformulieren aan de doelgroep. Deze aandacht is belangrijk omdat er in het BaO en het SO een geheel nieuwe doelgroep bereikt moet worden. Hoger onderwijs - prestaties en budgettaire parameters: Het Vlaams hoger onderwijs profileren Ondersteunen NARIC activiteiten Uitbouw precedentendatabank - prestatiedrijver: maximaal bereiken van doelgroep Begeleiden van de herstructurering van de instelling, operationeel ondersteunen van de NARIC-werking, en het verder uitbouwen van de precedenten databank In 2008 gaat de UA, de jaarlijkse EAIE conferentie organiseren, vanuit het beleidsdomein Onderwijs gaat men deze organisatie aanwenden, om het Vlaams hoger onderwijs te profileren. Volwassenenonderwijs - prestaties en budgettaire parameters: De organisatie van informatiesessies aan de secretariaten van de centra voor volwassenenonderwijs, over de nieuwe reglementering (o.a. inzake personeel) en het elektronisch personeelsdossier - prestatiedrijver: het aantal informatiesessies
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Ontvangsten Artikel 06.01B – Diverse andere ontvangsten Begroting 2007: OAPR 30.10 artikel 06.01 – Diverse andere ontvangsten Departement Onderwijs en Vorming 2007 (raming begrotingscontrole)
2008 (raming)
530
4UVL m/S# AO
250
272 ( bedragen in duizend euro)
De ontvangsten op dit begrotingsartikel zijn moeilijk op voorhand in te schatten. Het gaat hier in hoofdzaak over ‘toevallige’ ontvangsten. Voor de raming van het bedrag gaan we uit van de ontvangsten van voorgaande jaren. Bijkomend voor 2008 : de middelen ten bedrage van €22.047,42 op rekening 091-2223021-04 van de afdeling hogescholen die niet meer kunnen uitgekeerd of aangewend worden wegens het ontbreken van enige rechthebbenden. Artikel 16.04B – Entreegelden, inschrijvingsgelden en schoolgelden – diverse opbrengsten der inrichtingen en diensten Begroting 2007: OAPR 35.40 artikel 16.04 – Entreegelden, inschrijvingsgelden en schoolgelden – diverse opbrengsten der inrichtingen en diensten Departement Onderwijs en Vorming AO
2007 (raming begrotingscontrole) 2.000
2008 (raming) 2.000 ( bedragen in duizend euro)
De ontvangsten op dit begrotingsartikel zijn moeilijk op voorhand in te schatten. Men kent het aantal deelnemers aan de verschillende examens en studiedagen niet op voorhand, noch het aantal arbeidsongevallen. Voor de raming van het bedrag gaan we uit van de ontvangsten van voorgaande jaren. Artikel 11.02C - Terugbetaling van salarissen en salaristoelagen Begroting 2007: OAPR 35.50 artikel 11.02 – Terugbetaling van salarissen en salaristoelagen Agentschap voor Onderwijsdiensten TO
2007 (raming begrotingscontrole) 42.692
2008 (raming) 43.444 ( bedragen in duizend euro)
Fonds aanwending van terugbetalingen van salarissen en salaristoelagen, art 21 decreet 21.12.1990 Artikel 16.01E - Verkoop publicaties Begroting 2007: OAPR 35.40 artikel 16.01 – Verkoop publicaties Agentschap voor Onderwijscommunicatie 2007 (raming begrotingscontrole) AO
45
2008 (raming) 47 ( bedragen in duizend euro)
De verkoop van publicaties en de daaraan gekoppelde inkomsten vormen geen doel op zich. Het instellen van een prijs wordt eerder gebruikt als afremmiddel voor ongemotiveerde aanvragen en om verspilling tegen te gaan. De prijsbepaling gebeurt op basis van parameters (die gewogen worden): doel van de publicatie,
531
4UVL m/S#
doelgroep, soort exemplaar, soort drager, oplage, aanmaakprijs. Deze werkwijze zorgt ervoor dat een objectieve beslissing kan genomen worden over het al dan niet betalen voor een publicatie. De ontvangsten schommelen sterk van jaar tot jaar afhankelijk van het soort en het aantal verschillende publicaties die gemaakt worden. Artikel FC3840B - Stortingen van de vzw EPON Begroting 2007: OAPR 39.20 artikel 38.40 – Stortingen van de vzw EPON Departement Onderwijs en Vorming AO
2007 (raming begrotingscontrole) 1.884
2008 (raming) 0 ( bedragen in duizend euro)
De formule waarmee de eventuele terugstorting van de vzw EPON wordt berekend, bevat gegevens die op de toestand op het einde van het boekjaar 2007 betrekking hebben. Indien er een bedrag moet worden teruggestort, kan dit pas in de aangepaste begroting worden ingeschreven. 2. Uitgaven Lonen
Agentschap voor Onderwijsdiensten NGK VRK BVJ
2007 (krediet BC) 14.690 42.692 30
2008 (krediet) 14.272 43.444 (in duizend euro )
NGK De daling van de personeelskost is vooral te wijten aan een minimale wijziging van de personeelsformatie van de ‘Nederlandstalige peutertuinen en kinderdagverblijven aan de scholen van de gemeenschap in Brusselhoofdstad’. Bovendien is er een minimale daling van het kindergeld. De inhaalbeweging om het RSZ-voorschot december tijdig te betalen in 2007 valt weg in 2008.
VRK Bij de initiele begrotingsopmaak blijft de aanpassing van het middelenfonds in grote lijnen beperkt tot een aanpassing aan de gestegen loonkosten. Dit verklaart de beperkte stijging. Andere 2007 (krediet) NGK GVK GOK BVJ
59.644 5.128 5.329 5
2008 (krediet) 51.876 4.354 5.136 (in duizend euro )
Basisallocatie 11.02C – Salaristoelage tijdelijke werkonbekwaamheid van contractuele personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs
532
4UVL m/S#
Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 11.02 – Salaristoelage tijdelijke werkonbekwaamheid van contractuele personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet)
42
42 (in duizend euro )
Wettelijke basis: artikel 3bis van de wet van 3 juli 1967 Basisallocatie 11.03B – Salarissen vzw DIVA Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 11.03 – Salarissen vzw DIVA Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 486
486 (in duizend euro )
De vzw DIVA doet een beroep op personeel van het departement onderwijs. De personeelsleden zijn geaffecteerd bij de IVA Onderwijsdienstencentrum Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen. Basisallocatie 11.32B – Lonen in verband met voorbereiding geïntegreerd onderwijs- en vormingsbeleid Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 11.32 – Lonen in verband met voorbereiding geïntegreerd onderwijs- en vormingsbeleid Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 432
505 (in duizend euro )
Op deze basisallocatie worden lonen aangerekend voor een gedeelte van het personeel dat wordt tewerkgesteld op het project strategisch onderwijs- en vormingsbeleid. Het geraamde bedrag voor 2008 is € 397.000 voor 5 personeelsleden (€ 282.000) en 2 gedetacheerden (€ 115.000, incl. detacheringstoelage). Vanaf 1 september 2007 tot 31 augustus 2008 zullen vijf centra voor volwassenenonderwijs het tijdelijk project Opleiding voor Opleiders van Volwassenen (OOV) inrichten volgens de principes van een duaal project. De opleiding is ingedeeld in zes modules. Daarvoor werden middelen voorzien op de begroting van 2007 op pr39.20 ba1232. Door het afstappen van de projectfinanciering ten voordele van een derdebetalersysteem, werd 3/12 van de totale loonkost (september – oktober – november 2007) voor zes extra halftijdse betrekkingen (€ 35.000) eenmalig overgeheveld naar deze loonallocatie (pr39.20, ba1132). Om de opleiding in zijn totaliteit te kunnen inrichten, dienen de resterende 9/12 van deze totale loonkost (december 2007 – januari/augustus 2008) op de begroting 2008 voorzien te worden. Het geraamde bedrag van € 107.000 (106.924,05 euro) wordt eenmalig gecompenseerd op FC1232B. De overige verhoging is het gevolg van indexatie. Basisallocatie 12.03C – Allerhande uitgaven met betrekking tot de integratie van personen met een handicap in het onderwijs
533
4UVL m/S#
Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.03 – Allerhande uitgaven met betrekking tot de integratie van personen met een handicap in het onderwijs Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 1.080
2008 (krediet) 1.415 (in duizend euro )
Met dit programma wordt de ondersteuning beoogd van de werking van gewone scholen van het kleuteronderwijs, het lager onderwijs, het secundair onderwijs, het hoger en het academisch onderwijs en vanaf 2008 ook voor het volwassenenonderwijs in de opvang van leerlingen en studenten met een handicap. Deze ondersteuning gebeurt via rechtstreekse aankopen en het ter beschikking stellen van technische hulpmiddelen en prestaties. De hulpmiddelen en prestaties zijn nodig om het onderwijsleerproces in de gewone school te kunnen volgen. Concreet gaat het om : - technische hulpmiddelen zoals brailleapparatuur, leesloepen, aangepast meubilair, enz.; - aanpassingen van leerboeken en lesmateriaal in braille, grootletterdruk, vergroting door kopie, reliëfdruk, gesproken vorm, enz.; - herstellingen van apparatuur; - prestaties van doventolken. Budgettaire weerslag 2008. De loonsverhoging voor de doventolken wordt doorgevoerd in 2 fasen. In 2007 werd er een eerste verhoging van 3 euro per uur toegekend, vanaf 1/9/2008 wordt er nog een bijkomende verhoging van 1 euro per uur toegekend. In totaal zijn er 16.860 tolkuren. Uitbreiding tolkuren. De doventolkondersteuning is sinds 1997 een groeipool binnen de speciale onderwijsleermiddelen. Jaarlijks groeit het aantal dove leerlingen/studenten die integreren in het gewoon onderwijs. Deze jaarlijkse aangroei leidt er toe dat de financiële inspanningen die de opeenvolgende ministers hebben gedaan zich nauwelijks of niet uiten in het aantal tolkuren dat een leerling/student op jaarbasis ontvangt. Reeds enkele jaren is de doelstelling het realiseren van twaalf tolkuren Vlaamse gebarentaal per week en per leerling. Momenteel ontvangen de gebruikers 6 tot 9 tolkuren per week en dit in overeenstemming met het gevolgde onderwijsniveau. Aangezien uit de prognoses blijkt dat het aantal dove leerlingen de volgende schooljaren zou toenemen, en een daling van het aantal toegekende tolkuren per leerling niet de bedoeling kan zijn, wordt het volume tolkuren Vlaamse gebarentaal per schooljaar en met ingang van 1/09/2008 opgetrokken met 1.500 eenheden tot 11.560 tolkuren. Basisallocatie 12.06B – Allerhande uitgaven in het kader van de bilaterale samenwerking Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.06 – Allerhande uitgaven in het kader van de bilaterale samenwerking Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet BC) 977
2008 (krediet) 988 (in duizend euro )
534
4UVL m/S#
Op deze basisallocatie staan kredieten ingeschreven die dienen om engagementen in het kader van bilaterale samenwerking (culturele akkoorden, bilaterale verdragen, specifieke onderwijsakkoorden) uit te voeren. Ook de zendingen van ministers, ambtenaren en onderwijsexperts in het kader van deze akkoorden worden op deze allocatie aangerekend. Verder is er op deze basisallocatie ook een budget voorzien voor de internationalisering van het Vlaams hoger onderwijs. De wijziging in het krediet betreft een indexaanpassing. Basisallocatie 12.07B – Allerhande uitgaven voor samenwerking tussen de 3 gemeenschappen Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.07 – Allerhande uitgaven voor samenwerking tussen de 3 gemeenschappen Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 20
2008 (krediet) 90 (in duizend euro )
De samenwerking tussen de drie gemeenschappen van België beoogt de kennis en het onderwijs van elkaar talen (Nederlands, Frans en Duits) en het respect voor elkaars culturele verscheidenheid te bevorderen. Op deze basisallocatie worden de kredieten voor de samenwerking met de andere Gemeenschappen van België ingeschreven. Daarmee worden de bijdragen van het departement Onderwijs en Vorming aan de programma’s Klavertje Drie en Trialoog betaald, die uitgevoerd worden door het Prins Filipfonds. Vanaf het schooljaar 2007-2008 werd Klavertje Drie hervormd en uitgebreid. Niet enkel klassen kunnen een uitwisselingsproject uitvoeren, er wordt ook de mogelijkheid geboden aan leerkrachten om een ‘post-to-post’ uitwisseling aan te gaan. Directies kunnen een korte ‘jobshadowing’ bij een collega uit een andere gemeenschap doen. Daarnaast zal de mogelijkheid worden geboden aan 40 leerkrachten om 1 week een nascholing Frans te volgen aan een gespecialiseerde instelling in de Franse Gemeenschap. Basisallocatie 12.08B – Allerhande uitgaven voor multilaterale samenwerking Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.08 – Allerhande uitgaven voor multilaterale samenwerking Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 464
2008 (krediet) 481 (in duizend euro )
De multilaterale onderwijssamenwerking gebeurt in het kader van de Europese Unie (Eurydice, Studiebezoeken ondewijsspecialisten en - beleidsmakers, Ryckevelde en Alden Biesen, Het European Agency for Development in Special Needs Education, European Schoolnet, eTwinning) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Op deze basisallocatie worden hiervoor kredieten ingeschreven. Verder zijn de weddes van 4 personeelsleden, die gedetacheerd zijn naar de vzw Epos op deze allocatie begroot. Voor onderwijskundige samenwerking in Europees verband worden ook nog middelen ingeschreven op basisallocatie FC3302B en FC3405B. Verder besliste de Algemene Vergadering van het European Agency for Development in Special Needs Education over een indexatie van het lidgeld. ( + 2.000 euro).
535
4UVL m/S#
Daarnaast wordt er 8.000 euro overgeheveld van FC3316B voor studiebezoeken onderwijsspecialisten en – beleidsmakers. 15.000 euro wordt overgeheveld naar FC3302B voor verlenging van het project Lingu@tic. Basisallocatie 12.13B – Allerhande uitgaven in verband met stimulering en ondersteuning van ICT in het onderwijs. Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.13 – Allerhande uitgaven in verband met nieuwe stimulering en ondersteuning van ICT in het onderwijs Departement Onderwijs en Vorming
GVK GOK
2007 (krediet) 1.649 2.388
2008 (krediet) 1.651 2.168 (in duizend
euro)
Met de gevraagde kredieten worden allerhande uitgaven gedaan om het ICT ondersteuningsbeleid uit te voeren. Nascholing Het Decreet van 20 oktober 2000 betreffende het Onderwijs XII en het Besluit van 20 februari 2004 regelen de procedure voor het voorzien van ICT-nascholing door REN Vlaanderen. Met REN Vlaanderen werd een beheersovereenkomst gesloten die afloopt op 31 augustus 2008. In 2008 wordt een nieuwe beheersovereenkomst gesloten met een looptijd van 1 jaar, nl. van 1 september 2008 tot 31 augustus 2009 met aangepaste taak en prestatie indicatoren. Daarvoor wordt op de begroting 2008 € 1.500.000 voorzien. Het bedrag bestaat uit een budget voor beheer, centrale werking en regionale organisatie (€ 375.000 euro) en een budget voor de uitvoering, d.w.z. de kosten van de nascholingen (€ 1.125.000). Het budget voor uitvoering gaat voor 60% naar het kernaanbod en voor 40% naar themawerking. De prestatie-indicatoren zijn berekend op basis van tegemoetkomingen door de overheid van: - € 515 per nascholingssessie; - € 12.500 voor een studiedag binnen de themawerking; - € 45.000 voor materiaalontwikkeling binnen de themawerking; - € 20.000 voor disseminatie binnen de themawerking. De prestatie indicatoren die hiermee gerealiseerd moeten worden zijn de volgende: - Kernaanbod 1/ Het aantal te organiseren reeksen bedraagt minstens 262. 2/ Een reeks dient bij voorkeur uit minstens 3 sessies te bestaan. 3/ Het aantal te realiseren sessies bedraagt 1310. 4/ Het aantal te bereiken leden van de doelgroep bedraagt minstens 3144. 5/ Het gemiddeld aantal deelnemers bedraagt 12 deelnemers per reeks. - Thema-werking 1/ Het aantal te organiseren reeksen bedraagt minstens 144. 2/ Een reeks dient bij voorkeur uit minstens 3 sessies te bestaan. 3/ Het aantal te realiseren sessies bedraagt 723. 4/ Het aantal te bereiken leden van de doelgroep bedraagt minstens 1728. 5/ Het gemiddeld aantal deelnemers bedraagt 12 deelnemers per reeks. Deze indicatoren kunnen via een vaste verdeelsleutel verdeeld worden over maximaal drie thema’s die door een resonansgroep worden voorgedragen.
536
4UVL m/S#
Projecten Om de invoering van de nieuwe ICT-eindtermen te ondersteunen werd een nieuw ICT-beleidsplan opgesteld. In 2007 zullen de krachtlijnen en acties van dit beleidsplan verder vorm krijgen, zodat ze vanaf 2008 op kruissnelheid zullen zijn. Specifieke acties voor 2008 zullen o.a. betrekking hebben op gerichte sensibiliseringscampagnes, leermiddelenbeleid, standaardisering, de introductie van kosteneffectieve softwarebenaderingen, waaronder educatieve freeware en “open source software”. Het totale budget voor projectfinanciering bedraagt € 149.000. De kredietbehoefte voor de verschillende campagnes en projecten wordt concreet bepaald aan de hand van een offerte of planning en begroting van de uit te voeren opdrachten, met aanduiding van de te behalen resultaten. De verhoging is het gevolg van indexatie. Basisallocatie 12.15B – Allerhande uitgaven voor samenwerking met andere beleidsdomeinen Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.15 – Allerhande uitgaven voor samenwerking met andere beleidsdomeinen Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 349
2008 (krediet) 403
De samenwerking met andere beleidsdomeinen concentreert zich op dit ogenblik vooral op de samenwerking met welzijn en de samenwerking met gezondheid. 1) samenwerking onderwijs-welzijn : 303 dEUR De voorziene middelen zullen vooral gebruikt worden voor het implementeren van de initiatieven rond Integrale Jeugdhulp en het realiseren van initiatieven van het spijbelactieplan (sensibilisering- en informatieactiviteiten, zowel binnen de sector onderwijs als naar de andere betrokken sectoren). 2) samenwerking onderwijs-gezondheid : 100 dEUR Voor het uitbouwen van gezonde scholen werkte de gezondheidscoördinator aangesteld binnen de VLOR aan een strategisch en operationeel plan. De voorziene middelen zullen vooral gebruikt worden voor acties ten aanzien van de lerarenopleiding (studiedagen, allerhande drukwerk, …) en het verder opvolgen van acties die in 2006 en 2007 zijn opgestart (onderhoud website, vormingspakketten voor scholen, …). De stijging van het budget is het gevolg van een herschikking van basisallocatie FC3324B (subsidies ter bevordering van gezondheid op school). Compensatie op FC3324B : 50 dEUR. Basisallocatie 12.17C – Werkingskosten administratieve organen en beroepsinstanties Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.17 – Werkingskosten administratieve organen en beroepsinstanties Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet) NGK
10
2008 (krediet) 13 (in duizend euro )
537
4UVL m/S#
De werkingskosten van de kamers van beroep zijn geregeld in het BVR van 22 mei 1991 dat de tuchtregeling bevat in het gesubsidieerd onderwijs. De werkingskosten van de commissie zorgvuldig bestuur is geregeld in het BVR van 27 september 2002. De werkingskosten van elk van deze organen hebben een invariabel luik (vergoeding voorzitters en secretarissen) en een variabel deel dat afhangt van het aantal behandelde zaken (verplaatsingsonkosten leden). De laatste jaren is het aantal behandelde zaken bij de kamers van beroep relatief stabiel gebleven. De berekening van de kredietbehoefte vloeit voort uit decretale regelingen over de rechtspositie van het personeel en in het mozaïekdecreet. Prestatie- en effectenmetingen zijn bij dit soort bij decreet geregelde beroepsinstanties nauwelijks mogelijk. Het gaat om beroepscolleges met een werking zoals een rechtscollege waar principes van recht van verdediging en tegensprekelijk debat gelden, waarvoor geen alternatief bestaat. Middelen commissie zorgvuldig bestuur (volgens BVR 27.9.2002): - 2.480 euro vast voor de voorzitter - 500 euro vast voor de secretaris - ongeveer 200 euro per zitting verplaatsingskosten voor de leden, afhankelijk van het aantal zittingen, in principe 6 à 7 zittingen per jaar, zijnde 1.400 euro in totaal Middelen kamers van beroep (volgens BVR 22.5.1991): - 2.480 euro vast voor de 2 voorzitters - 50 euro per zitting voor plaatsvervangende voorzitter - 25 euro per zitting voor de 2 secretarissen - verplaatsingskosten voor de leden van de zitting, afhankelijk van het aantal leden en van het aantal zittingen, aantal zittingen afhankelijk van hoeveel personeelsleden een beroep indienen
Basisallocatie 12.18B – Allerhande uitgaven in het kader van beleidsvoorbereiding, beleidsondersteuning en beleidsevaluatie Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.18 – Allerhande uitgaven in het kader van beleidsvoorbereiding, beleidsondersteuning en beleidsevaluatie Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 458
1.320 (in duizend euro )
Aanvullend aan de middelen bestemd voor het Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek, voorziet deze basisallocatie middelen voor de professionalisering van de beleidsvoorbereiding via: Valorisatie van wetenschappelijk onderzoek Met de middelen voorzien op deze basisallocatie worden onderzoeksresultaten publiek bekendgemaakt en verspreid d.m.v. studiedagen, nascholingsinitiatieven, gerichte seminaries, redactie teksten voor diverse doelgroepen. De kwaliteit en de relevantie van het geleverde onderzoeksresultaat vormen hiervoor belangrijke criteria. Wat de opvolging van deze initiatieven betreft fungeren parameters als ‘aantal deelnemers’, ‘oplage’, mate waarin resultaten gebruikt worden binnen beleidsvoorbereiding. Voor dit begrotingsjaar gaan we uit van een raming van 14 valorisatie-initiatieven voor een totaal bedrag van ca. 92.000 euro. Uitbesteding van kortlopend wetenschappelijk onderzoek en consultatie van externe wetenschappelijke expertise Er wordt een budget van € 141.000 voorzien voor consultaties en kortlopend onderzoek.
4UVL m/S#
538
Wetenschappelijke ondersteuning en evaluatie van de CLIL-projecten In 2007, 2008, 2009 zal een budget van € 66.000 worden besteed aan de wetenschappelijke ondersteuning (versterken en ondersteunen van de pedagogische begeleiding en de leerkrachten) en evaluatie van de 10 CLILproeftuinen. Dit budget is afkomstig van pr3910, ba0105. De schatting is gebaseerd op 1 vte onderzoeker per jaar en een beperkt bedrag aan werkingsmiddelen. Peilingen Vanaf 2006 is voor de duur van 5 jaar een kaderovereenkomst gesloten met een universitair onderzoekscentrum. Op kruissnelheid wordt in de kaderovereenkomst € 1.000.000 op jaarbasis voorzien. De kaderovereenkomst bevat een indicatieve planning die kan gewijzigd worden indien de behoefte zich voordoet. De subsidie ivm de kaderoverenkomst 'peilingen' kadert in het beleidsproject rond “Informatierijke omgeving creëren voor scholen”. De operationele doelstelling van dit project is de realisatie van eindtermen en ontwikkelingsdoelen op systeemniveau na te gaan. De verwachte outcome van het project is dat de kwaliteit en de effectiviteit van het onderwijs verbeteren. De verwachte output omvat de analyse van de leerprestaties m.b.t. eindtermen en ontwikkelingsdoelen conform de kaderovereenkomst van het peilingonderzoek en de jaarlijkse overeenkomsten. In uitvoering van de kaderovereenkomst, worden de middelen overgeheveld van FC3318B naar FC1218B. Door de herindexering bij BC2007 is € 1.002.000 beschikbaar. Overige verhoging is een gevolg van indexatie. Basisallocatie 12.20C – Fietsvergoeding en terugbetaling kosten openbaar vervoer Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.20 – Fietsvergoeding en terugbetaling kosten openbaar vervoer Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 12.867
2008 (krediet) 14.260 (in duizend euro )
Uitvoering van de sectorale sociale programmatie voor de jaren 1999 en 2000 van de sector "onderwijs" van de Vlaamse Gemeenschap. De volledige tenlastelegging op de werkgever van de vervoerskosten voor het openbaar vervoer naar en van het werk. Toekenning van een fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer. Cao V Onderwijs. De stijging van het krediet voor de fietsvergoedingen en kosten openbaar vervoer is het gevolg van: - de stijging van de abonnementskosten NMBS met 3,75% (+ 315.000) - een indexaanpassing (+ 193.000) - een verhoging van het krediet met extra eenmalige middelen om het voorschot op peil te kunnen houden. Basisallocatie 12.22 – ICT-coördinatoren Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.22 – ICT-coördinatoren Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 1.035
2008 (krediet) 1.023 (in duizend euro )
539
4UVL m/S#
De middelen moeten tegemoet komen aan de acute nood aan ondersteuning op vlak van informatie- en communicatietechnologie. N.a.v. overheidsinitiatieven als PC/KD kende de integratie van ICT immers een enorme groei. De scholen beschikken over een adequate infrastructuur. Op de begroting van 2002 en 2003 werden middelen voorzien voor de ondersteuning van ICT-coördinatoren die naast pedagogische taken moeten instaan voor het onderhoud en beheer van de computerparken in scholen. De ondersteuning is bedoeld voor het basis- en secundair onderwijs (gewoon en buitengewoon), het deeltijds kunstonderwijs en voor het volwassenenonderwijs (de CVO). De regelgeving is in het Decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV (art. X52 tot X56) opgenomen en uitgewerkt in het ministerieel besluit dd. 5 december 2003 betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs. De middelen voor ICT-coördinatie worden via een zgn. puntenenveloppe toegekend aan de scholen. De aanwending gebeurt via de scholengroepen of scholengemeenschappen of samenwerkingsverbanden tussen scholengemeenschappen, scholengroepen en/of instellingen van DKO en CVO. De punten moeten aangewend worden voor personeelsomkadering. Deze middelen (personeelsmiddelen werden tot de begroting 2004 opgenomen onder deze BA. Vanaf de eerste budgetcontrole 2005 worden deze personeelsmiddelen (lonen) opgenomen in het ‘loonmodel’. Daarnaast is nog een budget werkingsmiddelen voorzien voor de (infrastructurele e.a.) ondersteuning van de ICT-coördinator. De punten en werkingsmiddelen worden berekend a.d.h.v. het aantal gewogen leerlingen. Schooljaar 2005-2006 en 2006-2007
Aantal lln /lesuren cursist
wegingsfactor
coëfficient
budget
Jaartotaal (afgerond)
1) Basisonderwijs
652.317
1,25
0,7163
584.068
588
2) SO BSO/1e graad B/BUSO 3) SO 1e graad A/ASO/KSO/TSO 4) OSP
127.813
1,25
0,7163
114.441
117
336.200
1
0,7163
240.820
242
45.359.415
0,00136
0,7163
44.188
45
165.309
0,25
0,7163
29.603
31
1.013.119
1.023
5) DKO Werkingsmiddelen totaal
46.641.054
Basisallocatie 12.26 – Allerhande uitgaven projecten onderwijs Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.26 – Allerhande uitgaven project onderwijs Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 559
333 (in duizend euro)
Een bedrag van € 32.000, bestemd voor de overeenkomsten i.v.m. de olympiades, wordt definitief overgeheveld naar FC1235B. Een bedrag van € 50.000 wordt overgeheveld naar FC3326B Een bedrag van € 150.000 wordt overgeheveld naar FC3328B “subsidies aan de Koning Boudewijnstichting voor burgerschapsvorming” De verhoging van het restbedrag is een gevolg van indexatie. Basisallocatie 12.29B – Veiligheidsproblematiek in het secundair- en volwassenenonderwijs
540
4UVL m/S#
Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.29 – Arbeidsgeneeskundig onderzoek stagairs Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK BVJ
41 5
2008 (krediet) 143
(in duizend euro ) Binnen de cel beroepskolom, wensen we expertise op te bouwen in die domeinen die des te sterker voelbaar zijn in scholen met technische opleidingen (binnen het secundair en volwassenen-onderwijs). In bijzonderheid expertise opbouwen op vlak van veiligheid ten einde de scholen te ondersteunen in hun uitbouw van een eigen veiligheidsbeleid. Tot nog toe werd voor dit soort expertise beroep gedaan door de overheid op de externe organisatie (vzw COPRANT). Gezien de omvang van het probleem en de invloed op andere beleidsvoorbereidende activiteiten (bv. de heruitrusting van technische scholen) wordt er voor gekozen deze expertise te integreren binnen de werking van de overheid. Basisallocatie 12.30B – Technologische Opvoeding op School Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.30 – Technologische Opvoeding op School Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 187
2008 (krediet) 188
Dit project betreft een gezamenlijk initiatief van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie en het departement Onderwijs en Vorming. Elk van hen voorziet de helft van het nodige budget, zijnde - de loonkost van de 5 projectmedewerkers; - en de werkingsmiddelen. De stijging van het krediet is het gevolg van indexaanpassingen. Basisallocatie 12.31B – Ondersteuning proeftuinen Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.30 – Ondersteuning proeftuinen basisonderwijs OAPR 39.20 BA 12.31 – Ondersteuning proeftuinen secundair onderwijs Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 237 119
2008 (krediet) 415
BVJ (in duizend euro )
De proeftuinen gaan hun laatste projectjaar in vanaf 1 september 2007. Ze moeten voor het einde van deze regeerperiode worden geëvalueerd, met het oog op mogelijke organieke inbedding. De proeftuinen werken rond uiteenlopende thema’s: talentontwikkeling, anders leren, anders kiezen, beleidsvoerend vermogen, technologie, leren en werken, …
541
4UVL m/S#
Vanaf 2008 worden de aparte basisallocaties samengevoegd, het is immers juist de bedoeling van de proeftuinen om samen te kunnen werken over de verschillende niveau’s (in casu basis en secundair). De opdeling van de proeftuinen in basis en secundair is in de feiten niet echt relevant. In de feiten is het trouwens zo dat heel wat projecten niveauoverschrijdende samenwerkingen zijn, Het krediet op deze basisallocatie is bestemd voor de terugbetaling van de gedetacheerde leerkrachten die de proeftuinen ondersteunen en een werkingsbudget voor het organiseren van vormingen, netwerkdagen, … Samenstelling krediet Het krediet voor basisonderwijs en secundair onderwijs wordt samengevoegd daar er geen duidelijk onderscheid meer is tussen beide. Met het krediet worden enerzijds salarissen van de gedetacheerde leerkrachten en anderzijds werkingskosten betaald. De salarissen van de gedetacheerde leerkrachten worden geraamd op 171.775 euro door de cel terugvorderingen. Daarnaast wordt er ondersteuning geboden ten bedrage van 191 dEUR. De indexatie op dit werkingskrediet bedraagt bijgevolg afgerond 2 dEUR. Verder wordt er een krediet overgeheveld van basisallocatie FC1206B van 50.000 euro voor de financiering van de ondersteuning proeftuinen met een detachering RVO-Society. Het basisbedrag komt dus op: 413 dEUR ( = 171.775 + 191.000 + 50.000) en de indexatie bedraagt 2 dEUR. Basisallocatie 12.32B – Voorbereiding van het geïntegreerd onderwijs- en vormingsbeleid Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.32 – Voorbereiding geïntegreerd onderwijs- en vormingsbeleid Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet) 1.232
2008 (krediet) 1.174 (in duizend euro )
Het project strategisch onderwijs- en vormingsbeleid staat in voor de ondersteuning van het geïntegreerde beleid op het snijvlak van de bevoegdheden werk, onderwijs en vorming en dat gericht is op: - het stimuleren van levenslang en levensbreed leren; - het versterken van de aansluiting tussen enerzijds onderwijs, opleiding en vorming en anderzijds de arbeidsmarkt. Die beleidsdoeleinden werden geconcretiseerd in de beleidsprojecten afgesproken in de competentieagenda 2010. Het verschil tussen 2007 en 2008 is te wijten aan het project OOV. Door het afstappen van de projectfinanciering ten voordele van een derdebetalersysteem, werd in 2007 3/12 van de totale loonkost (september – oktober – november 2007) voor zes extra halftijdse betrekkingen (€ 35.000) eenmalig overgeheveld naar deze loonallocatie (ba1132). Om de opleiding in zijn totaliteit te kunnen inrichten, dienen de resterende 9/12 van deze totale loonkost (december 2007 – januari/augustus 2008) op de begroting 2008 voorzien te worden. Het geraamde bedrag van € 107.000 (106.924,05 euro) wordt eenmalig gecompenseerd op FC1232B. Het budget is als volgt samengesteld: Het ontwikkelen van een overkoepelende kwalificatiestructuur:
4UVL m/S#
542
In het volgende werkjaar wordt vooral ingezet op het vastleggen van de procedure om kwalificaties te beschrijven en in te schalen. Om het draagvlak voor de kwalificatiestructuur te verruimen en de werelden van werk en onderwijs ermee vertrouwd te maken, investeren we ongeveer € 120.000 in projecten om proefkwalificaties te maken. Om de kwalificatiestructuur ruim publiek ruim toegankelijk te maken, wordt een digitale kwalificatiedatabank uitgebouwd. In 2007 werd een prototype opgeleverd, dat ter evaluatie wordt voorgelegd aan een gebruikersgroep. In 2008 wordt een analysetraject uitgewerkt en zal de definitieve toepassing worden ontwikkeld voor ongeveer € 150.000 aan personeelskosten. Een bijkomend bedrag van € 150.000 moet worden voorzien voor de aankoop van een productieomgeving. Het gaat dus om een totale kost van € 300.000. Op deze basisallocatie voorzien we € 150.000 en we rekenen op € 150.000 co-financiering vanuit het informaticabudget (bestaansmiddelen). In de competentie-agenda (fiche 4) werd afgesproken dat er vanaf het najaar 2007 een expertisenetwerk zal worden ontwikkeld voor de ondersteuning van EVC-processen. In dat kader wordt gewerkt aan gemeenschappelijke criteria voor portfolio’s en we voorzien daarvoor in € 150.000. In 2008 plannen we een seminarie en pear learning activiteiten rond de resultaten van de door de OESO uitgevoerde landen-reviews van de erkenning van non-formeel en informeel leren. We trekken daarvoor € 10.000 uit. Verder worden er ook middelen voorzien voor de evaluatie, uitwisseling, verspreiding, inventarisatie van assessment-instrumenten, € 26.000. Een kwaliteitsvol kader voor werkplekleren ontwikkelen Tijdens het schooljaar 2007-2008 wordt werkplekleren extra in de kijker gezet. Daarvoor trekken we € 16.000 uit (geschatte kosten: € 8.000 (studiedag) en € 8.000 (publicatiekosten)). Het afstandsleren in Vlaanderen herpositioneren Tegelijk met het wegwerken van de drempels rond de organisatie van e-leren wordt geïnvesteerd in een stimuleringsbeleid. Hiervoor wordt beroep gedaan op de voortrekkers in onderwijs en vorming op het vlak van e-leren. Aan de hand van de verspreiding van goede praktijkvoorbeelden willen we deze leervorm meer ingang doen vinden en de samenwerking tussen de opleidingsverstrekkers stimuleren. Daarvoor wordt € 60.000 voorzien (= 10 VTE-onderzoekersmaanden + werkingskosten). Geletterdheid bevorderen Binnen het actieplan van de Vlaamse regering om de geletterdheid van de bevolking te bevorderen wordt de ontwikkeling van een screeningsinstrument vooropgesteld. Op basis van de kostprijs voor de ontwikkeling van toetsen in het kader peilingen van de eindtermen schatten we de kosten daarvan op € 250.000. Op 8 september 2008 wordt opnieuw een dag van de geletterdheid georganiseerd. Daarvoor voorzien we € 8.000. Momenteel wordt een project rond de bestrijding van laaggeletterdheid voorbereid dat zich op het raakvlak bevindt van de werking van de basiseducatie, de bibliotheekwerking en de verhoging van de werkzaamheidsgraad. € 50.000 voor honoraria en werkingskosten. Gegevensregistratie Centra voor leren en werken Bij de implementatie van het nieuw beleid rond leren en werken in september 2008 zal een monitor van het voltijds engagement van deeltijds lerenden operationeel zijn. Dit betekent dat de gegevensverzameling met betrekking tot de systemen Leren en Werken binnen Onderwijs en Vorming moet worden gerationaliseerd (administratieve vereenvoudiging) en geïntegreerd. De ontwikkeling van het geïntegreerd systeem werd begroot op € 340.000, waarvan € 70.000 wordt voorzien op de begroting 2008. Wetenschappelijke onderbouwing van de beleidsondersteuning Binnen de OESO is afgesproken dat in 2008 wordt gestart met PIAAC ('Programme for the International Assessment of Adult Competences'). Dit is een onderzoeksprogramma dat aan de hand van grootschalig survey volgende doelstellingen betracht: (a) identificeren en meten van verschillen in competenties tussen landen en individuen die geacht worden relevant te zijn voor maatschappelijk en persoonlijk succes, (b) de impact schatten van deze competenties op sociale en economische uitkomsten op individueel en geaggregeerd niveau, (c) de performantie van systemen van onderwijs en vorming op het vlak van de ondersteuning van competenties te meten. We voorzien € 70.000 voor de internationale jaarlijkse fee (2008-2011) die elk deelnemend land (ministeries onderwijs en werk) aan het internationaal consortium moet betalen.
543
4UVL m/S#
Verder voorzien we € 180.000 voor kortlopend beleidsondersteunend onderzoek, 3 onderzoeken van ongeveer 6 à 8 maanden, gemiddelde kost per onderzoek € 60.000. De resterende middelen werden geïndexeerd! Basisallocatie 12.33B – Versterken Brusselbeleid Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.33 – Versterken Brusselbeleid Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 174
75 (in duizend euro )
In uitvoering van de beleidsnota onderwijs moet door middel van een reeks maatregelen uitvoering worden gegeven aan een resolutie van het Vlaams parlement betreffende het Nederlandstalig onderwijs in Brussel (26 november 2003; Stuk 1874 (2003-2004)). Dit beleid wordt gerealiseerd samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Een aantal maatregelen veronderstelt een budgettaire inspanning. In de meerjarenbegroting is tot en met het begrotingsjaar 2009 een krediet van € 250.000 (excl. index) ingeschreven om specifieke maatregelen voor het onderwijsbeleid in Brussel te financieren. Deze middelen werden in 2007 overgeheveld naar pr3920, ba1233. Om ook maatregelen die subsidie vereisen mogelijk te maken, is bij de budgetcontrole 2007 op pr3920 een ba3333 gecreëerd. De middelen voor de subsidie aan BROSO werden bij die budgetcontrole meteen overgeheveld. Om meer ruimte te voorzien voor subsidies werd vanuit deze basisallocatie een bijkomende € 100.000 definitief overgeheveld naar FC3333B. Verdere concrete engagementen zullen worden ingevuld in functie van het resultaat van een rondetafelconferentie. De resterende middelen werden geïndexeerd. Basisallocatie 12.35B – Allerhande uitgaven voor internationale projecten Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.35 – onbestaand Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) /
2008 (krediet) 32 (in duizend euro )
De Vlaamse Overheid komt jaarlijks tussen in de kosten van het vervoer van de delegatie van leerlingen en begeleiders die deelnemen aan een internationale olympiade. De ter beschikking gestelde som dient te worden aangewend voor de financiering van de verplaatsingskosten en de nodige verzekeringen. Dit budget stond tot en met 2007 op basisallocatie FC1226B en wordt omwille van het internationale karakter overgedragen aan de Afdeling Internationale Relaties vanaf 2008. Basisallocatie 12.35C – Ondersteuning en lokaal overleg Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.15 – Ondersteuning en lokaal overleg Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 1.633
2008 (krediet) 1.784
544
4UVL m/S#
(in duizend euro )
De middelen op deze basisallocatie hebben betrekking op de ondersteuning van het gelijke onderwijskansenbeleid. Centraal hierbij staat de uitbouw en begeleiding van het lokaal overleg. (zie decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I). Eén van de belangrijkste krachtlijnen van bovenvermeld decreet is de oprichting van 70 lokale overlegplatforms. Deze lokale overlegplatforms hebben ter ondersteuning van hun lokale werking een Lopdeskundige toegewezen gekregen. De Lop-deskundigen worden bijgestaan door een Lop-coördinator en een centrale ondersteuner. Het grootste deel van het budget (60,5%) gaat naar de loonkosten van de gedetacheerde Lop-deskundigen. Daarnaast hebben ze recht op een detacheringsvergoeding. De coördinator heeft recht op een bijkomende vergoeding in een niet-verworven salarisschaal. Deze Lop-deskundigen hebben een aantal kosten die eigen zijn aan hun functioneren zoals GSM, reis –en verblijfskosten, opleidingskosten, ICT, e.d. Ook de ondersteuningscel heeft een aantal kosten zoals papier, klein bureauticamateriaal, e.d. Uiteraard zijn er ook de kosten die eigen zijn aan de lokale Lop-werking zelf. Het gaat hier ondermeer om onkosten voor vergaderingen, verzendingskosten, organiseren van allerlei activiteiten zoals infodagen en studiedagen, huur van lokalen, folders, enz… Op basis van het BVR betreffende de lokale overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen van 28 juni 2002 worden aan de Lop-voorzitters een forfaitair bedrag toegekend. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Daarnaast zijn er een aantal kosten voor de werking van de Commissie Leerlingenrechten wat ook bij BVR werd vastgelegd (BVR betreffende de “Commissie inzake leerlingenrechten” van 27 september 2002). Basisallocatie 12.40C – Betaling facturen controle ziekteverzuim Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.40 – Betaling facturen controle ziekteverzuim Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 718
2008 (krediet) 726 (in duizend euro )
De ziektecontrole van het onderwijspersoneel wordt sinds 1994 uitbesteed aan een privé controleorgaan. Vanaf 2001 worden de ziektecontroles uitgevoerd door de firma Gecoli met zetel in Hasselt. Voor de periode 2005 – 2008 (2 jaar + 2x met één jaar verlengbaar) werd de opdracht door de Vlaamse Regering opnieuw gegund aan Gecoli, vanaf 01/01/2006 Encare genaamd. Met het huidige budget kunnen ongeveer 14.500 controles uitgevoerd worden. De wijziging van het krediet betreft een indexaanpassing. Basisallocatie 12.42C – Opleiding schoolsecretariaten Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.42 – Opleiding schoolsecretariaten Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet)
2008 (krediet)
545
NGK
44
4UVL m/S# 44 (in duizend euro )
De dienstverlening aan de scholen en de leerkrachten door het ministerie van onderwijs en vorming kan slechts efficiënt en correct gebeuren, wanneer de schoolsecretariaten de vereiste gegevens snel en correct meedelen. De invoering van de elektronische communicatie (Edison-project) tussen de scholen en het ministerie van onderwijs en vorming heeft de behoefte aan goed opgeleide schoolsecretariaten nog vergroot. Onderzoeken hebben uitgemaakt dat 2/3 van alle klachten wegens foutieve betalingen hun oorsprong vinden in foutieve of laattijdige mededelingen vanwege de school. Ook uit de invoering van de elektronische communicatie tussen school en ministerie van onderwijs en vorming voor personeelsgegevens blijkt duidelijk dat veel secretariaten dringend behoefte hebben aan bijkomende vorming. Het voormalige departement Onderwijs heeft reeds verscheidene initiatieven genomen om dit probleem bij de bron op te lossen: - door het principe van de werkstations weten de scholen bij welke ambtenaar ze terecht kunnen voor meer informatie. - alle briefwisseling vermeldt duidelijk naam en telefoonnummer van de ambtenaar met hetzelfde doel. - geregeld worden “infosessies” gehouden om de reglementering ter plaatse toe te lichten. - via schoolbezoeken wordt gewerkt aan een betere relatie met de schoolsecretariaten. Desondanks blijven er problemen. Het Agentschap voor Onderwijsdiensten wil ondersteuning leveren via opleiding. Hoewel de afgelopen jaren het uitvoeringspercentage laag was, wordt voor 2008 het krediet van 44.000 euro behouden op basis van volgende overwegingen: - AgODi neemt in zijn ontwerp van beheersovereenkomst als strategische doelstelling op dat het “via een proactieve en klantgerichte informatieverstrekking zal bijdragen om het beleidsvoerend vermogen van scholen te versterken en de professionalisering van de schoolleiding te ondersteunen.” Het agentschap zal deze doelstelling ondermeer kunnen realiseren via gecoördineerde informatie, opleidingen en cursussen. Daarbij is het aantal deelnemers aan de opleidingen en infosessies een belangrijke indicator om af te toetsen of deze doelstelling werd bereikt. - In de lijn van dezelfde doelstelling zal AgODi het kennisinformatiesysteem Weetulex ter beschikking stellen van de scholen. - De opleidingen schoolsecretariaten voor het niveau secundair onderwijs vonden in het verleden plaats in het Consciencegebouw te Brussel. Om de drempel voor scholen nog meer te verlagen zullen de opleidingen vanaf het schooljaar 2007-2008 in de provincies plaatsvinden. Hierdoor zal de kostprijs (verhuur van de locatie) stijgen. Basisallocatie 12.58B – Allerhande uitgaven in het kader van diversiteit Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.28 – Allerhande uitgaven in het kader van diversiteit Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 46
47 (in duizend euro )
Sinds 2004 werden de kosten (vooral werkingskosten) verbonden aan het Diversiteitsproject ingeschreven op pr3920, ba1228. Voor begrotingsjaar 2008 wordt het project geheroriënteerd. De middelen zullen worden aangewend voor bijkomende ondersteuning van de diversiteitsprojecten van de expertisenetwerken van lerarenopleidingen. De middelen worden gebruikt voor een tegemoetkoming in een deel van de onkosten van de scholen die mee willen werken met de projecten van de expertisenetwerken.
546
4UVL m/S#
De verhoging van het budget is een gevolg van indexatie. Basisallocatie 12.63B – Uitgaven voor buitenlandse zendingen niet-ambtenaren en voor de ontvangst van buitenlandse delegaties Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.63 – Uitgaven voor buitenlandse zendingen niet-ambtenaren en voor de ontvangst van buitenlandse delegaties Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet BC) NGK BVJ
2008 (krediet)
72
72 (in duizend euro )
Op deze basisallocatie wordt een bedrag ter beschikking gesteld voor de buitenlandse opdrachten van nietambtenaren (o.a. minister) en voor het ontvangen van buitenlandse delegaties door het departement Onderwijs en Vorming. Basisallocatie 12.71B – Specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de overige basisallocaties in verband met de onderwijsorganisaties – departement onderwijs en vorming Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.71 – Specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de overige basisallocaties in verband met de onderwijsorganisaties – departement onderwijs en vorming Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 2.273
2008 (krediet) 1.884
Op deze basisallocatie zullen de volgende uitgavenposten aangerekend worden: - Uitgaven personeel en werking deelneming Vlaanderen aan internationale activiteiten i.v.m. het academische beleid en allerhande uitgaven in het kader van de herstructurering BAMA en de rechtspositieregeling voor studenten: o lidmaatschappen internationale organisaties (OESO/IMHE, ACA, EAIR, SRHE, …); o reiskosten erkenningcommissie/raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen; o forfaitaire vergoedingen en honoraria erkenningcommissies/raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen; o onkosten zendingen – colloquia, commissies, raden en delegaties; o kosten m.b.t. de evaluaties van de bijzondere instituten, de evaluatieprocedures van de universiteiten en de hogescholen, de transnationale Universiteit Limburg; o de cofinanciering van het team van Bolognapromotoren; o kosten ivm OESO rapport ‘Thematic Review of Tertiary Education’ en project ‘The future of Higher Education’; o uitvoering voortgangstoets; o kosten ivm de stocktaking Bologna 2007 (raadplegen van experten); o overeenkomsten met de VLIR; o permanent secretariaat erkenningscommissie (loonkost Beatrijs Craps); o proefproject inzake ranking van opleidingen en instellingen. - Werkingskosten in het kader van internationaal vergelijkend onderzoek: o lopende contracten internationaal vergelijkend onderzoek; o valorisatie-initiatieven; o aankoop relevante internationale publicaties;
547
-
4UVL m/S#
o internationale overhead. Werkingskosten in het kader van Centra Leerlingenbegeleiding: o studies en advies; o netoverschrijdende ICT projecten. Werkingskosten m.b.t. gegevensbeheer en onderwijsindicatoren: o informatiemanagement; o lidmaatschappen internationale organisaties.
Basisallocatie 12.72E – Specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de vorige basisallocaties i.v.m. de onderwijsorganisaties – Agentschap voor Onderwijscommunicatie Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.72 – Specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de vorige basisallocaties i.v.m. de onderwijsorganisaties – Agentschap voor Onderwijscommunicatie Agentschap voor Onderwijscommunicatie
NGK
2007 (krediet) 160
2008 (krediet) 95 (in duizend euro )
N.a.v. BBB en de nieuwe begrotingsstructuur hebben we beslist om vanaf 2008 enkel nog de volgende kredieten op de nieuwe FC1272E te zetten: 1) Documentatiecel en werking 15.000 euro (= op 35.40.1272) 2) Rondes van Vlaanderen 55.000 euro (= 15.000 euro op 35.40.1272 en 40.000 herschikking vanuit 35.40.1221) 3) Talenbeleid 24.000 euro (zijn in juli 2007 vanuit de provisie 01.05, pr 39.2 naar 35.40.1272 overgezet en worden constant beleid in 2008) Totaal
94.000 euro (+ index)
De overige kredieten, die sinds de herstructurering n.a.v. BBB dienen voor publicaties komende van de andere agentschappen en van het departement, zetten we vanaf 2008 op de FL1222E (= zelfde soort uitgaven als traditioneel al op 35.40.1222 stonden). Achterliggende logica: is dat FC1272E wordt gereserveerd voor werking (documentatiecel) en evenementen die we organiseren ter ondersteuning van het departement en de andere agentschappen van het Ministerie van Onderwijs en Vorming. 1) De afdeling Informatie en Communicatie blijft instaan voor de documentatiebehoeften van de personeelsleden van het ministerie en van het kabinet Onderwijs. Om hun werk – het uitwerken, opvolgen en evalueren van het onderwijsbeleid – goed te kunnen doen, hebben zij behoefte aan onderwijsdocumentatie onder de vorm van abonnementen (tijdschriften, losbladige werken, jaarboeken), boeken en lopende reeksen, digitale media, het persoverzicht. 2) Het beleidsdomein Onderwijs en vorming hecht ook veel belang aan rechtstreeks contact met haar doelgroepen omwille van de mogelijkheid tot face to face communicatie, directe feedback en interactie. Via rondes van Vlaanderen en andere evenementen worden de verschillende doelgroepen geïnformeerd over: x het gevoerde beleid, wat dat in concreto voor hen betekent, hoe zij kunnen bijdragen aan de realisatie van dat beleid; x de beleidsplannen van de minister en de nieuwe maatregelen.
4UVL m/S#
548
3) In uitvoering van de talenbeleidsnota wordt er een gedetacheerde leerkracht aangeworven om de website talenbeleid uit te bouwen, vooral wat leermiddelen en good practice betreft. Basisallocatie 12.73C – Specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de overige basisallocaties in verband met de onderwijsorganisaties – agentschap voor overheidsdiensten Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.73 – Specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de overige basisallocaties in verband met de onderwijsorganisaties – agentschap voor overheidsdiensten Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 714
2008 (krediet) 935 (in duizend euro )
Op deze basisallocatie van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) worden de volgende uitgavenposten aangerekend: x kosten verbonden aan de geneeskundige dienst voor het basisonderwijs, secundair onderwijs, DKO, CLB, HO en VW x werkingskosten commissie getuigschriften x werkingskosten TOAH, CABO x onkosten examencommissie (incl. detacheringvergoedingen) x specifieke personeelskosten tengevolge van detacheringen De wijziging van het krediet is het gevolg van een verhoging (213.000 euro) van de presentiegelden van de leden van de examencommissie, en van een indexaanpassing (8.000 euro). Basisallocatie 12.74D – Uitgaven m.b.t. specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de overige basisallocaties in verband met de onderwijsorganisaties – agentschap hoger onderwijs, volwassenenonderwijs en studietoelagen Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.74 – Uitgaven m.b.t. specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de overige basisallocaties in verband met de onderwijsorganisaties – agentschap hoger onderwijs, volwassenenonderwijs en studietoelagen AHOVOS NGK
2007 (krediet BC) 1.123
2008 (krediet) 1.051 (in duizend euro )
De daling tegenover begrotingsjaar 2007 heeft te maken met het feit dat het budget dat vrijgemaakt is voor de organisatie van het examen arts-tandarts, vanaf begrotingsjaar 2008 op een afzonderlijke basisallocatie (FG12.07D) wordt geplaatst. Vanuit de structuur van de begroting is het immers logisch om deze uitgaven onder het programma Hoger Onderwijs te plaatsen . De daling werd in grote mate tenietgedaan door enerzijds de opname van een budget voor de financiering van het EAIE. Dit is een jaarlijkse conferentie van het hoger onderwijs. In 2008 is de Universiteit Antwerpen de gastheer voor deze conferentie. NARIC- Vlaanderen werd gecontacteerd met de vraag of het beleidsdomein Onderwijs zou willen instaan voor de representatiekosten, daarnaast zal er ook een brochure gemaakt worden, gadgets, een aantrekkelijke stand enz… (budget: 45.000 euro).
549
4UVL m/S#
Anderzijds is er ook een stijging van de noden door de toename van het aantal leerlingen in het basis- en het secundair onderwijs dat recht heeft op een schooltoelage. De stijging van het aantal toelagegerechtigde leerlingen heeft een budgettaire impact op de samenwerking met 1700 van de Vlaamse overheid. In 2007 kon 1700 dankzij een rationalisatie en ondanks een toename van het aantal taken (beantwoording mails, stijging toelagegerechtigde leerlingen in het secundair onderwijs) de noden van 638.000 euro laten dalen tot 401.000 euro. In 2008 zullen evenwel leerlingen in het basisonderwijs in aanmerking komen voor een toelage, zodat het aantal oproepen ongeveer zal verdubbelen. Dankzij verdere inspanningen van 1700, kan de budgettaire nood ongeveer gehouden worden op het niveau van 2006, en blijft de meerkost t.o.v. 2007 beperkt tot 240.000 euro. Door de stijging van het aantal toelagetrekkers zijn er ook meer aanvraagformulieren nodig. Ondanks een verdubbeling van het aantal aanvragers, neemt het benodigde budget voor aanvraagformulieren van 48.000 in 2007 maar toe met 19.000 euro. Deze beperkte toename van het budget is mogelijk dankzij de mogelijkheid om een online aanvraag in te dienen, waardoor het drukwerk beperkt kan worden. Basisallocatie 12.75C – Forfaitaire vergoedingen Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO) Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.75 – Forfaitaire vergoedingen Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO) Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet) NGK
29
2008 (krediet) 30 (in duizend euro )
Forfaitaire vergoedingen zijn vergoedingen voor reis-, verblijf- en werkingskosten die maandelijks met de wedde mee wordt uitbetaald. De bedragen liggen vast in het besluit van de Vlaamse regering en worden zo overgenomen in de begroting. De stijging van het krediet is het gevolg van indexaanpassingen. Basisallocatie 12.76B – Algemene werkingskosten Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO) Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.76 – Algemene werkingskosten Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO) Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 137
2008 (krediet) 144
De Dienst voor Onderwijsontwikkeling fungeert als adviesorgaan op onderwijskundig vlak en dit binnen het kader van de beleidsvoorbereidende taak van het departement Onderwijs. Deze dienst brengt ten behoeve van de minister/regering wetenschappelijke onderwijskundige adviezen uit. In het decreet betreffende de inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en Pedagogische Begeleidingsdiensten van 17 juli 1991, gewijzigd door het decreet van 13 april 1999, staan in artikel 9 de taken van de DVO opgesomd. De werkingskosten van de DVO bestaan vooral uit: - nascholingskosten: lidgelden internationale organisaties zoals CIDREE, studiedagen, deelname aan colloquia, congressen, kostenvergoedingen voor sprekers, een jaarlijks seminarie, ... - kosten allerlei werkgroepen: reis- en verblijfkosten voor deelname aan werkzaamheden in werkgroepen door de DVO georganiseerd (bv. rond eindtermen); - buitenland: kosten voor opdrachten in het buitenland; - bibliotheek: kosten voor de uitbouw van een beperkt wetenschappelijk boeken- en tijdschriftenbestand, dat erg gespecialiseerd is naar specifieke vakgebieden; - gedetacheerden: reis- en verblijfskosten voor de gedetacheerden bij de DVO, detacheringsvergoedingen.
550
4UVL m/S#
-
redactie: kosten voor de redactie van brochures over de eindtermen tweede en derde graad, kosten voor de redactie van de website.
De stijging van het budget is tweeledig: - 5.000 euro voor de onkostenvergoedingen van de voorzitters en de deelnemers van de werkgroepen “talenbeleid”; - 2.000 euro tengevolge van indexaanpassingen. Basisallocatie 33.01B –Subsidie aan de vzw 'epon' (decreet VII 8.07.1996) Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.01 – Subsidie aan de vzw 'epon' (decreet VII 8.07.1996) Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 1.832
2008 (krediet) 1.832 (in duizend euro )
Overeenkomstig onderwijsdecreet VII draagt de Vlaamse regering jaarlijks bij in de financiële middelen van de vzw EPON. De middelen worden gebruikt als pre- en cofinanciering voor de verderzetting van lopende projecten ingediend onder een bepaalde doelstelling van het Europees Sociaal Fonds, het Communautair Initiatief Equal en het Leonardo da Vinci-programma. Basisallocatie FC3301C – Subsidie voor opleiding startbaners verkeersveiligheid. Begroting 2007: OAPR 31.10 BA 3301 - Subsidie voor opleiding startbaners verkeersveiligheid Agentschap voor onderwijsdiensten 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 25
25
Met het project "Verkeersveiligheid naar en van school" richt de Vlaamse Gemeenschap zich tot jongeren die de school voortijdig verlaten hebben of de studies na het secundair onderwijs hebben stopgezet. Doelgroepen zoals jongeren van allochtone afkomst en jongeren uit kansarme gezinnen worden in het bijzonder aangemoedigd om te solliciteren. De startbaners worden toegewezen aan een gemeente, het is de gemeente die instaat voor de opleiding van deze startbaners. Deze 25.000 euro zijn een tegemoetkoming in de opleidingskosten voor de gemeenten. Bij volledige opvulling zijn er 100 startbaners verkeersveiligheid aan het werk. Basisallocatie 33.02B – Subsidies voor Europese en internationale samenwerking Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.02 – Subsidies voor Europese en internationale samenwerking Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 15
2008 (krediet) 30 (in duizend euro )
Het onderwijs Nederlands als vreemde taal in het buitenland is hoofdzakelijk een bevoegdheid van de Nederlandse Taalunie, waarbij Vlaanderen en Nederland zoveel mogelijk gezamenlijk optrekken. De Taalunie-
551
4UVL m/S#
activiteiten op dit vlak worden gesubsidieerd via de globale enveloppe die sinds het begrotingsjaar 2003 volledig bij de administratie Cultuur wordt beheerd. Dit belet niet dat Vlaanderen eigen accenten en prioriteiten wil leggen. Dit is onder meer het geval voor wat betreft het onderwijs Nederlands in Nord – Pas-de-Calais, een prioritaire buurregio voor bilaterale samenwerking. In dit kader, besliste minister Vandenbroucke eind 2004 om aan het Interreg-IIIa project LINGU@TIC een Vlaamse subsidie toe te kennen van in totaal 90.000 €. Met het project LINGU@TIC wordt een tweetalig (Frans-Nederlands) multimediaal zelfstudiepakket (Franel) uitgewerkt, met volgende resultaten: - het bevorderen van de taalvaardigheid (Nederlands in Nord – Pas-de-Calais en Frans in Vlaanderen) en dit zowel voor algemeen als zakelijk taalgebruik als gebruik in klassen; - de interculturele communicatie tussen de beide regio’s bevorderen; - bijdragen tot de innovatie van het taalonderwijs; - de tewerkstellingskansen van de populaties verhogen. Op dit ogenblik maken al 200 scholen gebruik van Franel. Dit project loopt af op 31 december 2007, maar de partners dienen een nieuwe aanvraag in binnen het Interreg-kader. Hierbij zal het project worden uitgebreid zowel met partners uit Wallonië (overheid, universiteit, lokale televisie), als op inhoudelijk vlak (nieuwe technologieën en didactieken, meer nascholingen). Bij goedkeuring van dit project wordt per jaar een budget van 30.000 euro voorzien. Het bijkomend budget van 15.000 euro wordt gecompenseerd vanuit FC1208B. Basisallocatie 33.02 – Subsidie voor onderwijs aan zieke kinderen – instellingen met onderwijsbehoeften Begroting 2007: OAPR 31.20 BA 33.01 – Subsidie voor onderwijs aan zieke kinderen – instellingen met onderwijsbehoeften Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 795
2008 (krediet) 890
(in duizend euro ) Kinderen en jongeren, die omwille van een psychiatrische behandeling in een instelling zijn opgenomen, worden momenteel slechts in beperkte mate door de onderwijsreglementering gevat. De K-diensten van Antwerpen en Leuven worden bediend door de al daar gevestigde ziekenhuisschool en in een enkel geval zal de reglementering rond Tijdelijk Onderwijs Aan Huis (TOAH) spelen. Het is duidelijk dat de (re)integratie in het gewone schoolmidden of in de maatschappij, die door de stoornis van het kind of de jongere op zich al problematisch is, door de onderbreking van de ontwikkelingsbegeleiding nog beduidend meer wordt gehypothekeerd. De zeven andere K-diensten hebben dan ook met eigen middelen zelf initiatieven genomen om op één of andere wijze onderwijs te verstrekken. Zorgen voor het recht op onderwijs voor alle zieke kinderen en meer bepaald voor jongeren die in psychiatrische instellingen zijn opgenomen, is een kerntaak voor onderwijs en bijgevolg is een essentieel punt in de beleidsnota 2000-2004 m.b.t. onderwijs en vorming. De totale populatie binnen de kinderpsychiatrische diensten bedroeg in 2001 volgens gegevens van de sector zelf 711 kinderen en jongeren. Van dit totaal behoort 3 % tot de leeftijdscategorie van het kleuteronderwijs, 20 % tot het lager onderwijs en 74 % tot het secundair onderwijs. Drie percent behoort niet tot deze categorieën of is onbekend. Het is duidelijk dat we hier met een erg heterogene doelgroep hebben te maken: van een relatief eenvoudige problematiek tot een zeer complexe, van een korte opnameduur tot een zeer langdurige opname. Sommige van
552
4UVL m/S#
deze kinderen en jongeren blijven tijdens de behandeling onderwijs volgen in hun school van herkomst of in een school in de omgeving van de instelling. Zij vallen uiteraard buiten de doelgroep van dit decreet. Het is voor de kinderen en jongeren die omwille van hun problematiek binnen de instellingsmuren moeten blijven dat met de nu voorziene extra middelen onderwijs zal kunnen worden georganiseerd. Omwille van de grote heterogeniteit en de steeds wisselende samenstelling van de doelgroep dient het onderwijs te worden verstrekt op maat van de individuele leerling. ‘Vraaggestuurd’ is in deze een kernbegrip. Dit gegeven, samen met de kleinschaligheid van de instellingen, het streefdoel van de regering om regelgeving en procedures tot hun essentie te herleiden en de ervaringen binnen het huidig ziekenhuisonderwijs hebben ertoe geleid dat de regeling die nu voorligt de instellingen een maximum aan autonomie verleent met een minimum aan administratieve verplichtingen. Deze autonomie slaat zowel op de organisatie van het onderwijs zelf als op de aanwerving van het educatief personeel. Onder meer doordat het onderwijs wordt georganiseerd in samenspraak met de thuisschool van de leerling en het onderwijsaanbod door de onderwijsinspectie zal worden gecontroleerd, is een kwaliteitsgarantie verzekerd. In het decreet betreffende het onderwijs XIV stelt de Vlaamse regering een budget ter beschikking via een subsidie-enveloppe voor het verstrekken van onderwijs. Het bedrag per bed bedraagt 3000 euro (ongeïndexeerd). In totaal zijn er 257 bedden Het bedrag per bed bedraagt dus (index 2008): 3.132 euro Uitbreiding aantal K-diensten: Het departement welzijn heeft laten weten dat er vanaf 1 januari 2008 een bijkomende erkenning wordt gegeven voor 27 nieuwe bedden in K-diensten. Het gaat om de oprichting van een nieuwe K-dienst in Sint-Niklaas met 20 bedden en een uitbreiding van de dienst in Genk met 7 bedden. De kostprijs per bed bedraagt 3.132 x 27 = 85.000 euro bijkomend Basisallocatie 33.03B – Subsidie vzw DIVA Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.32 – Subsidie vzw DIVA Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 1.056
2008 (krediet) 1.065 (in duizend euro)
De globale doelstelling van DIVA vzw is in de statuten als volgt verwoord: “§ 1. De vzw stelt zich tot doel de coördinatie en de afstemming tussen de inrichters van onderwijs, vorming en opleiding aan volwassenen te ondersteunen overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomsten die zij daartoe met de Vlaamse Regering afsluit”. De DIVA vzw staat in voor: x het verhogen van de transparantie van de publiek gefinancierde leermogelijkheden; x objectief: kandidaat-lerenden hebben vlot toegang tot leermogelijkheden die aan hun leervragen tegemoet komen, via begrijpelijke, overzichtelijke, toegankelijke en kwaliteitsvolle informatie en instrumenten;
553
4UVL m/S#
het aanzetten van individuen en specifieke doelgroepen tot levenslang en levensbreed leren; objectief: informatieverstrekking, sensibilisering, stimulering en begeleiding brengt meer personen er toe hun leervragen zinvol tot uiting te brengen, en te vertalen naar een passend leertraject; x het verhogen van het maatschappelijk rendement van de publiek gefinancierde leermogelijkheden door het creëren van grotere effectiviteit en efficiëntie van deze leermogelijkheden; x objectief: er is afstemming en samenwerking tussen de leden van DIVA vzw inzake infrastructuur, personeel, aanbod, diensten, doelpubliek en/of ontwikkeling van methoden en instrumenten van competentieontwikkeling en begeleiding, met een verbetering van het bereik en de leerresultaten op macro niveau tot gevolg. DIVA vzw concretiseert deze doelstellingen elk kalenderjaar in een jaaractieplan. Een eerste samenwerkingsovereenkomst is opgesteld voor de periode 1 mei 2006 tot 31 december 2009. x x
De middelen voor deze subsidie aan de vzw DIVA bedragen € 1.056.000 (exclusief index). De verhoging is een gevolg van indexatie. Basisallocatie 33.05B – Subsidies aan time-out projecten Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.05 – Subsidies aan time-out projecten Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 920
2008 (krediet) 931
Deze basisallocatie financiert time-out projecten. Er worden subsidies verleend voor twee soorten time-out programma’s: een langdurend programma en een kortdurend programma. Dit gebeurd is samenwerking met het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Voor het korte programma betreft het leerlingen (jongens en meisjes) tussen 12 en 18 jaar die zijn ingeschreven in het gewoon of buitengewoon voltijds onderwijs, het deeltijds onderwijs, de erkende vormingen of de leertijd. Aanleiding zijn ernstige gedragsproblemen of demotivatie bij de leerling of een ernstig conflict op school waarbij de leerling betrokken is. Voor het lange programma betreft het leerlingen (jongens en meisjes) tussen 12 en 18 jaar die zijn ingeschreven in het gewoon, buitengewoon voltijds en deeltijds secundair onderwijs, erkende vormingen en de leertijd. De school overweegt voor de leerling een tuchtprocedure op te starten -of heeft deze procedure reeds opgestart - en meldde dit ook aan het CLB. Het moet duidelijk zijn dat school en/of CLB aangeven dat schoolinterne interventies maximaal benut werden en dat de mogelijkheden uitgeput zijn. Het betreft dus een ernstigere problematiek met reeds een historiek van schoolinterne hulpverlening. Basisallocatie FC3306C – Subsidie voor de opleiding van startbaners voor de preventie van anti-sociaal gedrag Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 3306 – Subsidie voor de opleiding van startbaners voor de preventie van anti-sociaal gedrag Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 112
112
Dit krediet is bestemd om de opleidingskosten van de startbaners in de secundaire scholen te betalen. Het Jongeren voor scholen en scholen voor jongeren (JoJo)- project werd in 2006 met 200 extra startbanen
554
4UVL m/S#
uitgebreid. Nu kunnen er ook startbaners tewerkgesteld worden als klusjes- en onderhoudsman en dit zowel binnen de scholengemeenschappen van het secundair onderwijs als van het basisonderwijs. Voor deze functie komen ook leerlingen DBSO uit de rubrieken onderhoud, land- en tuinbouw en decoratie in aanmerking. Zij komen dan in een systeem van alternerend leren terecht, waarbij ze via een startbaan praktijkervaring kunnen opdoen in een school. Het JoJo-project geeft bij een volledige invulling van de startbanen jaarlijks 350 laaggeschoolden de kans bieden om werkervaring op te doen in een schoolse omgeving. Basisallocatie 33.07B – Subsidie aan de vzw Nico Begroting 2007: OAPR 35.20 BA 33.07 – Subsidie aan de vzw Nico Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 537
2008 (krediet) 298
Het NICO-project (Netoverschrijdend ICT-project voor CLB-gegevensverwerking in samenwerking met het Onderwijsdepartement) is opgestart om middels informatieautomatisering de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s), in het kader van het decreet van 1 december 1998 op de centra voor leerlingenbegeleiding, efficiënter en effectiever te laten functioneren en tevens het werk van de CLBmedewerkers te ondersteunen en te vergemakkelijken. Ondermeer via deze subsidie wordt het NICO-project ondersteund. Binnen het raamcontract tussen de Vlaamse Overheid en EDS-Telindus is een nieuw project opgestart dat zo veel mogelijk afgestemd wordt met en voortbouwt op de huidige gegevensverzameling binnen het beleidsdomein. Het departement Onderwijs en Vorming staat in voor de ontwikkeling en de coördinatie van dit nieuwe systeem. Vanaf het schooljaar 2008-2009 wordt deze toepassing operationeel en kan de gegevensverzameling van start gaan. De daling van het budget is het gevolg van het verdwijnen van 239.000 euro éénmalige middelen in de begroting. Basisallocatie 33.11B – Subsidies allerhande inzake onderwijs en vorming Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.11 – Subsidies allerhande inzake onderwijs en vorming Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
70
2008 (krediet) 70
Voor de organisatie van het Steunpunt Ongewenst Gedrag op School worden jaarlijks subsidies vrijgemaakt voor de vzw Limits. Het Steunpunt Ongewenst Gedrag op School heeft als doel iedereen die bij het onderwijsgebeuren betrokken is (directie, leerkrachten, CLB, leerlingenbegeleiders, ouders, leerlingen, ...) rond pesten en ongewenst seksueel gedrag telefonisch te informeren, adviseren en responsabiliseren. Basisallocatie 33.12B – Nascholing overheid
555
4UVL m/S#
Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.12 – Nascholing overheid Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet) 1.500
2008 (krediet) 1.406
De Vlaamse regering stelt ten behoeve van de personeelsleden van het onderwijs beleidsprioriteiten vast voor nascholingsinitiatieven die noodzakelijk zijn om de implementatie van onderwijshervormingen te ondersteunen en om behoeften te dekken die ontstaan door marktdeficiënties. De Vlaamse regering wijst de uitvoering van de nascholingsinitiatieven toe in nascholingsprojecten volgens de door haar vast te stellen regels (zie besluit van de Vlaamse regering van 22 oktober 1996 tot regeling van de procedure voor de toewijzing van nascholingsprojecten op initiatief van de Vlaamse regering). De wijziging van het budget is dubbel: - enerzijds een daling van 120.000 euro: op basis van artikel 12 van het BVR van 22 oktober 1996 wordt 120.000 euro herschikt naar basisallocatie FC1271B voor de inhoudelijke en administratieve kwaliteitscontrole van de nascholingsprojecten. - anderzijds een stijging van 26.000 euro tengevolge van indexaanpassingen. Basisallocatie 33.13B – Allerhande subsidies in het kader van onderwijs - werk Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 33.13 – Allerhande subsidies in het kader van onderwijs - werk Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 855
2008 (krediet) 867 (in duizend euro )
Deze subsidies zijn bestemd voor projecten die verband houden met de samenwerking tussen de beleidsdomeinen onderwijs en werk. Deze zijn onder andere: automotive (om in de sector van de autoassemblagebedrijven te komen tot activiteiten op het vlak van vorming en opleiding in het kader van industriebeleid); nieuwe vormen van samenwerking met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling; het project Will's Kracht (vzw LOOA) met betrekking tot het aanscherpen van arbeidsattitudes schoolverlaters; ter ondersteuning mag COFEP rekenen op een voltijdse detachering vanuit onderwijs ter ondersteuning van de oefenfirma's en verlenging van succesvolle projecten en projecten met lange duur. Basisallocatie 33.14B – Allerhande subsidies in het kader van taalprojecten Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 33.14 – Allerhande subsidies in het kader van taalprojecten Departement Onderwijs en Vorming
NGK BVJ
2007 (krediet) 149
2008 (krediet) 211
Voor de subsidiëring van de taalprojecten uit het Limburgplan is een krediet voorzien van 151.000 euro. Dit budget wordt in de loop van 2008 verhoogd met middelen uit de provisie voor het Limburplan. Dit plan omvat
556
4UVL m/S#
o.a. een taalproject van de vzw Opbouwwerk in Maasmechelen met als doelstelling de leerlingen door een betere beheersing van de onderwijstaal opnieuw in de eigen mogelijkheden leren geloven. CLIL staat voor Content and Language Integrated Learning en betekent onderwijs in meer dan één instructietaal. Het onderwijs van één of meer niet-taalvakken, bv. Aardrijkskunde of economie verloopt in een andere taal dan het Nederlands. Vakinhoudelijk leren en leren van talen gaan samen. Voor werkingssubsidies in het kader van het CLIL-project werd een krediet voorzien van 60.000 euro. Basisallocatie 33.16B – Subsidie aan de vzw Epos Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.16 – Subsidie aan de vzw Epos Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 136
2008 (krediet) 851 (in duizend euro )
Op deze basisallocatie wordt vanaf 2008 de volledige subsidie aan de vzw Epos ingeschreven. Voorheen stond deze voor een deel op basisallocatie FC3323B (overheadkosten) en FC3423B (subsidies). De verhoging van het budget ontstaat bijgevolg door de overdracht van 57.000 euro van FC3323B en 666.000 euro van FC3423B. Daarnaast wordt er 8.000 euro overgeheveld naar FC1208B voor studiebezoeken onderwijsspecialisten en –beleidsmakers, die door het departement Onderwijs en Vorming worden begeleid. Basisallocatie 33.18B – Allerhande subsidies in het kader van beleidsvoorbereiding, beleidsondersteuning en beleidsevaluatie Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.18 – Allerhande subsidies in het kader van beleidsvoorbereiding, beleidsondersteuning en beleidsevaluatie Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet) 1.002
2008 (krediet) 0 (in duizend euro )
In uitvoering van de kaderovereenkomst 'peilingen', worden de middelen overgeheveld van FC3318B naar FC1218B. In 2008 wordt de basisallocatie terug op 0 geplaatst. Basisallocatie 33.23B : Subsidies voor het Actieprogramma Levenslang Leren (P.M) Het bedrag op deze basisallocatie maakt deel uit van de subsidie aan de vzw Epos en wordt overgeheveld naar de basisallocatie FC3316B. Basisallocatie 33.24B – Subsidies ter bevordering van gezondheid op school Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.24– Subsidies ter bevordering van gezondheid op school Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 100
2008 (krediet) 50
557
4UVL m/S#
Op basis van het strategisch plan “Op uw gezondheid!” uitgewerkt door de gezondheidscoördinator van de VLOR worden in 2008 een aantal sensibiliseringsacties bij leerlingen en ouders voorzien. Hiervoor zal met de Vlaamse Scholierenkoepel en/of de ouderkoepelverenigingen een overeenkomst worden gemaakt. De werkgroepen van de commissie gezondheidsbevordering bij de VLOR zullen hiervoor de nodige stappen ondernemen. De daling van het budget is het gevolg van een herschikking naar basisallocatie FC1215B (allerhande uitgaven voor samenwerking met andere beleidsdomeinen). Compensatie voor FC1215B : 50 dEUR. Basisallocatie 33.25B – Subsidies brede school. Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.23– Subsidies communicatie Brede school Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 253
2008 (krediet) 257
‘Brede scholen’ hebben wel een gemeenschappelijk basisprincipe: partners uit verschillende sectoren - cultuur, jeugdwerk, sport, welzijn, onderwijs, arbeid, enzoverder - slaan de handen in elkaar om tegemoet te komen aan de uiteenlopende behoeften en wensen van kinderen, jongeren en hun ouders en om kansen en mogelijkheden ten volle te benutten. De wijziging van het budget is enkel een gevolg van de indexering. Basisallocatie 33.26B – Subsidie inzake projecten onderwijs Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.26– Subsidie inzake projecten onderwijs Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 386
309 (in duizend euro)
Op deze basisallocatie worden diverse onderwijsprojecten gesubsidieerd. Door het toekennen van subsidies kan het Departement Onderwijs ondersteunend en stimulerend optreden Basisallocatie 33.27B – Subsidie aan Unicef België voor het uitvoeren van onderwijsprojecten in ontwikkelingslanden Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.27 – Subsidie aan Unicef België voor het uitvoeren van onderwijsprojecten in ontwikkelingslanden Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) /
2008 (krediet) 2.500 (in duizend euro )
4UVL m/S#
558
In 2006, in de nasleep van de tsunami in Zuid-Oost-Azië, besliste de Vlaamse regering in overleg met Unicef een project op te zetten in de Indische deelstaat Orissa, in plaats van in de getroffen gebieden. Hier gingen de (internationale) aandacht en noodhulpmiddelen immers al in ruime mate naartoe. Het project zet in op een structurele verbetering van het onderwijs in het district Koraput, met het uitzicht op een latere uitbreiding naar de hele staat Orissa. Vooral meisjes en kinderen uit achtergestelde kasten en stammen vormen de doelgroep van de interventies. In Koraput bereikt het project in totaal zo’n 80.000 kinderen en 688 basisscholen. Unicef voert activiteiten uit op de volgende domeinen: ontwikkeling en aanpassing van schoolmateriaal (in de taal van de minderheden), vorming van leraren om hun lessen aantrekkelijker te maken voor alle kinderen, sensibilisatieacties om de drempel tot het onderwijs te verlagen voor alle kinderen, het betrekken van lokale gemeenschappen bij het onderwijsgebeuren enz. Er werd 250.000 euro vrijgemaakt voor dit project voor ‘samenwerking met landen in ontwikkeling’ voor het begrotingsjaar 2005. Bovenvermeld project is het eerste project dat wordt uitgevoerd door Unicef. De contacten gebeuren via Unicef België, maar de uitvoering op het terrein gebeurt door het landenkantoor van Unicef in India. Hier werken veelal lokale mensen die het veld en de problematiek goed kennen. De voorlopige resultaten van dit project zijn veelbelovend. Er valt dus veel te zeggen voor een schaalvergroting van dit project (waarbij op termijn 3,2 miljoen kinderen kunnen betrokken worden in de hele deelstaat) en het opzetten van soortgelijke projecten in India en andere landen. Unicef is hiervoor een geschikte partner. Binnen het VN-systeem vertolkt Unicef de stem van de kinderen in de wereld, met een sterke nadruk op het recht op onderwijs ("Education for All"); een onderwijsdoelstelling waar de hele wereldgemeenschap zich in 2000 in Dakar achter geschaard heeft. In het district Koraput is men al op de goede weg, en als de uitstekende resultaten zich door zetten bij het aflopen van het project, zal dat een voorbeeld vormen voor de hele staat Orissa. Hier zal Vlaanderen met beperkte middelen het verschil gemaakt hebben. Om de samenwerking met Unicef te bestendigen en voor meerdere jaren te verzekeren zal een structureel samenwerkingsverband (partnerschap) tussen Vlaanderen en Unicef worden opgericht. Naar het voorbeeld van Koraput kunnen dan nog meer onderwijsprojecten, op een grotere schaal, worden ondersteund, in India en elders in de wereld. Er zijn gesprekken gaande over projectvoorstellen in bijvoorbeeld Malawi en Mozambique. Als welvarende regio heeft Vlaanderen immers de verantwoordelijkheid te investeren in internationale samenwerking. De morele belofte om 0,7% van het BNP aan ontwikkelingssamenwerking te spenderen staat nog steeds overeind, maar weinig landen hebben die ‘fatsoennorm’ ook effectief gehaald. Ook België niet. Deze subsidie aan Unicef vanuit Vlaanderen wil hieraan tegemoet komen. Een thematische invulling van de projecten die met deze subsidie zullen worden uitgevoerd kan best onderwijs en vorming zijn. Er is op dat vlak immers al een pak ervaring: van bij de eerste stappen op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking, zijn we actief geweest in het domein onderwijs. En niet alleen de Vlaamse Regering, maar ook tal van andere actoren uit het Vlaamse onderwijs hebben in de afgelopen jaren de blik zuidwaarts gericht: scholen en universiteiten, hun leerlingen en studenten, steden en gemeenten, nietgouvernementele organisaties, de VVOB, wetenschappelijke instellingen zoals het wereldvermaarde Instituut voor Tropische Geneeskunde, enz. Op grond van bovenstaande argumenten, willen we voor het begrotingsjaar 2008 2,5 miljoen euro extra vrijmaken voor ontwikkelingssamenwerking, onder de vorm van een subsidie aan Unicef. Er zal een kaderovereenkomst opgesteld worden om de samenwerking te bestendigen Basisallocatie 33.28B – Subsidies aan de Koning Boudewijnstichting voor bugerschapsvorming Begroting 2007: / Departement Onderwijs en Vorming
559
NGK
2007 (krediet BC) /
4UVL m/S#
2008 (krediet) 150 (in duizend euro)
Op deze basisallocatie worden de personeels- en werkingskosten aangerekend die gemaakt worden in het kader van het uitbouwen van het Knooppunt Democratie van de Koning Boudewijnstichting tot een ondersteuningsstructuur op het vlak van burgerschapseducatie. Hierbij gaat bijzondere aandacht naar moeilijk bereikbare doelgroepen. Basisallocatie 33.31B – Subsidies lokaal onderwijsbeleid Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.31– Subsidies lokaal onderwijsbeleid Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 2.001
2008 (krediet) 2.001
De beleidsoptie om lokale overheden en besturen een duidelijke verantwoordelijkheid te geven in het uittekenen en coördineren van een lokaal sociaal beleid, houdt ook mogelijkheden in voor onderwijs. Om de lokale besturen op termijn een rol te laten opnemen in initiatieven waarbij onderwijs en andere beleidsdomeinen op lokaal vlak gecoördineerd moeten samenwerken, dienen bijkomende middelen toegekend te worden zodat hinderpalen worden weggenomen, engagementen aangegaan en samenwerkingsverbanden op centraal niveau geïnstalleerd. Deze subsidies moeten het lokaal flankerend onderwijsbeleid versterken in de centrumsteden en ook in sommige niet-centrumsteden die kampen met specifieke lokale problemen. Basisallocatie 33.32B – Allerhande subsidies in het kader van de voorbereiding van een geïntegreerd onderwijs- en vormingsbeleid Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.32– Allerhande subsidies in het kader van de voorbereiding van een geïntegreerd onderwijs- en vormingsbeleid Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 250
400 (in duizend euro)
Betreft middelen voor de leerondernemingen (€ 250.000), een subsidie aan het Beroepenhuis (€ 100.000) en voor (een) subsidie(s) ivm studie- en beroepskeuze (€ 50.000). De leerondernemingen en het beroepenhuis maken deel uit van respectievelijk de actielijn ondernemend onderwijs en de actielijn studie- en beroepskeuze van de competentieagenda. Basisallocatie 33.33B – Allerhande subsidies in het kader van versterken Brusselbeleid Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.33– Subsidie aan de vzw BROSO Departement Onderwijs en Vorming
560
4UVL m/S# 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 80
183 (in duizend euro )
Door middel van een reeks maatregelen moet uitvoering worden gegeven aan een resolutie van het Vlaams parlement betreffende het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Dit beleid wordt gerealiseerd samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Om subsidies in het kader van het Brusselbeleid mogelijk te maken, wordt € 100.000 extra overgeheveld van FC1233B naar deze basisallocatie. Deze middelen werden geïndexeerd (3000 euro). Basisallocatie 33.34B – Subsidies voor de Vlaamse Rand Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.12– Subsidies voor de Vlaamse Rand Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 1.411
2008 (krediet) 1.437 (in duizend euro )
In de regeringsverklaring van 18 mei 2005 kondigde de Vlaamse regering heel wat nieuwe maatregelen aan voor de Vlaamse Rand. 5 miljoen euro kan worden ingezet om de kennis van het Nederlands te vergroten, zodat iedereen kan deelnemen aan de samenleving. Concreet zullen in 2008 volgende projecten gefinancierd worden met deze middelen. Subsidie aan vzw SNPB voor ondersteuning van de schoolteams van het basisonderwijs voor hun opdracht taalvaardigheid. Naast de extra lesuren taalvaardigheid, zal de vzw. de Nederlandstalige basisscholen in de Vlaamse Rand ook op maat ondersteunen voor hun taalonderwijs. Dit kan gaan van lesmaterialen, over ervaringsuitwisseling tot intensieve oudercontacten. Voor 2008 wordt een bedrag van € 1.187.000 en bestaat uit € 803.438 lonen voor detacheringen, € 169.006 lonen voor administratieve medewerkers, € 155.000 voor materiaalontwikkeling, publicaties en de organisatie van studiedagen en € 34.000 voor werkingsmiddelen. Proeftuin Vilvoordse secundaire scholen – “Taalachterstand wieden in de Rand” Vilvoorde kent een migratiesaldo dat bijna 4 maal meer is dan het Vlaams-Brabants gemiddelde. Vooral jonge Franstalige gezinnen met kinderen stromen in vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarom hebben alle Vilvoordse secundaire scholen samen (over de netten heen) een proeftuinproject met de volgende doelstellingen: - leerlingen sensibiliseren voor het belang van het Nederlands; - realiseren van een beter beheersing en een correcter en consequenter gebruik van het Nederlands bij leerlingen; - onderwijzend personeels sensibiliseren en bewust maken van hun voortrekkersrol bij de bewaking van de positie van het Nederlands in de Vlaamse rand, het belang van taal als hefboom bij het leerproces en het ontwikkelen van een strategische aanpak bij het wegwerken van taalachterstand; - realiseren van een taal-krachtige leeromgeving; - ouders sensibiliseren voor het belang van het Nederlands; - verbeteren van de communicatie met ouders en verhogen van de ouderbetrokkenheid. Voor dit project wordt minstens € 190 497 voorzien, bestemd voor de loonkost van 4,5 vte detacheringen en werkingskosten. Proeftuin onderwijsopbouwwerk basischolen Vilvoorde (Houtem): “SOEK – Schoolpoort Op Een Kier”. De voornaamste doelstelling van dit project is de betrokkenheid van de ouders te verhogen. Vaak is de betrokkenheid van anderstalige ouders bij de school en de lokale gemeenschap beperkt, voornamelijk omwille van hun beperkte taalkennis. Het SOEK-project wil hieraan verhelpen. Dit project is gestart in 2006 en heeft een looptijd van drie jaar. Daarom wordt voor 2008 een bedrag van minstens € 26.304 voorzien.
561
4UVL m/S#
Het resterende bedrag van ongeveer € 7.000 kan gebruikt worden voor kleine, nog niet geplande initiatieven of voor het opvangen van eventuele verschillen met de definitieve projectbegrotingen voor 2008. Ongeveer 80% van de middelen op deze basisallocatie gaan naar verloning van personeelsleden. Daarom werd een indexaanpassing van € 26.000 toegepast. Basisallocatie 33.51B – Subsidie ‘Steunpunt voor Recht en Onderwijs’ Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.51– Subsidies ‘Steunpunt voor Recht en Onderwijs’ Departement Onderwijs en Vorming
GVK GOK
2007 (krediet) 800 200
2008 (krediet) 0 183 (in duizend euro)
Het Steunpunt Recht en Onderwijs wordt opgericht om het departement Onderwijs en Vorming met juridische expertise te versterken. In toepassing van het universiteitendecreet van 12 juni 1991 (art. 169bis) zal in 2007 een steunpunt Recht en Onderwijs worden opgericht. In de begroting 2007 is op pr3920 ba3351 een GVK van € 800.000 (excl. index) ingeschreven voor een beheersovereenkomst van 2007 t.e.m. 2010. De wijze waarop deze middelen worden aangewend wordt verduidelijkt in het meerjarenplan en in de jaarplannen van het Steunpunt. De activiteiten van het Steunpunt betreffen zowel onderzoek, dienstverlening als gegevensverzameling. Basisallocatie 33.55B – Subsidies aan de VZW Voorrangsbeleid Brussel Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.05– Subsidies aan de VZW Voorrangsbeleid Brussel Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 1638
2008 (krediet) 1660
De vzw voorziet in extra ondersteuning voor Brusselse scholen. Deze ondersteuning moet tegemoetkomen aan de specifieke noden van de Brusselse scholen door de zeer diverse populatie van deze scholen (anderstaligen, zeer veel nationaliteiten, moeilijke communicatie met ouders, enz.). De verhoging van het budget is het gevolg van een indexaanpassing. Basisallocatie 33.56B – Subsidie cofinanciering ‘Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen’ Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.06 – Subsidie cofinanciering ‘Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen’ Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 663
2008 (krediet) 672 (in duizend euro )
Op de Vlaamse Regering van 15/12/2006 werd de nieuwe beheersovereenkomst 2007- 2011 met het ”Steunpunt studie- en schoolloopbanen” goedgekeurd. In deze beheersovereenkomst (art. 28) wordt voor 2008
562
4UVL m/S#
een cofinanciering van 663.000 euro voorzien vanuit het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Er werd een indexaanpassing doorgevoerd. Het Steunpunt Loopbanen doorheen Onderwijs naar Arbeidsmarkt voert onderzoek uit naar de loopbanen van leerlingen in het onderwijs en de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt in opdracht van de Vlaamse regering. De beheersovereenkomst en meerjarenplanning van het Steunpunt bevatten een concretisering van de afgesproken meerjarenbegroting, bestaande uit lonen, werking en uitrusting. De verhoging is een gevolg van indexatie! Basisallocatie 33.61B – Subsidies in verband met gelijkekansenbeleid Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.11 – Subsidies in verband met gelijkekansenbeleid Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet) 2.039
2008 (krediet) 2.189 (in duizend euro)
Dit krediet maakt deel uit van het globale budget voor de realisatie van het gelijke onderwijskansenbeleid. Naast het toekennen van extra middelen aan scholen, voor de werking van de lokale overlegplatforms, voor netgebonden begeleiding, … opteert de overheid ervoor de implementatie wetenschappelijk te ondersteunen via onderzoek en materiaalontwikkeling en via vorming van leerkrachten, begeleiders, … m.b.t. de verschillende inhoudelijke actieterreinen waarrond de GOK-scholen werken. Op deze wijze kunnen leerkrachten en begeleiders zich verder professionaliseren. Het krediet bevat een subsidie voor de vzw Werkgroep Immigratie in uitvoering van het decreet van 7 mei 2004 houdende het Nederlandstalig onderwijs in Brussel-Hoofdstad. Voor deze subsidie adviseert de administratie de minister of de investering in verhouding staat tot de geleverde prestaties. De te bereiken resultaten worden zoveel als mogelijk gekwantificeerd of omschreven en in de vorm van een artikel opgenomen in het subsidiebesluit. Betalingen worden slechts gedaan in zoverre de nodige verantwoordingsstukken zijn ingediend. 96% van de subsidie gaat naar lonen. Het krediet bevat daarnaast een subsidie voor het geïntegreerd Steunpunt Gelijke Onderwijskansen. In afwachting van een vernieuwd beleid betreffende kwaliteitsondersteuning en de invoering van een overkoepelende ondersteuningsstructuur voor de begeleiding van scholen, zoals opgenomen in de beleidsnota onderwijs, wordt het steunpunt GOK op basis van jaarlijkse subsidiebesluiten gefinancierd. Een stuurgroep adviseert de minister of de investeringen in verhouding staan tot de te leveren prestaties. De te bereiken resultaten worden zoveel als mogelijk gekwantificeerd of omschreven en in de vorm van een artikel opgenomen in het subsidiebesluit. De uitgaven worden slechts gedaan in zoverre de nodige verantwoordingsstukken worden ingediend. 90% van de subsidie gaat naar lonen. Via een herverdelingsbesluit is in 2007 het bedrag voor de subsidie van het geïntegreerd Steunpunt Gelijke onderwijskansen definitief verhoogd met € 116.000 voor bijkomend ontwikkelings- en vormingswerk rond onthaalonderwijs (afkomstig van FB0105B). De verhoging is het gevolg van indexatie. Basisallocatie FC3380C – Subsidies voor projecten gefinancierd met de netto-opbrengst van de winst van de Nationale Loterij Begroting 2007:
563
4UVL m/S#
OAPR 35.40 BA 3380 – Subsidies voor projecten gefinancierd met de netto-opbrengst van de winst van de Nationale Loterij Agentschap voor Onderwijsdiensten NGK
2007 (krediet) 749
2008 (krediet) 533 (in duizend euro)
Er werd voor het schooljaar 2007-2008 een subsidie van 616.000 euro toegekend voor leerlingen met autismespectrumstoornissen. Met deze subsidie zullen de betrokken scholen en begeleidingsdiensten de stages van leerlingen met autismespectrumstoornissen begeleiden en evalueren en zal gepoogd worden de kansen op tewerkstelling van deze leerlingen te verhogen. Daarnaast werd in 2007 aan de vzw Bednet een werkingssubsidie en een subsidie voor ICT-coördinator toegekend. Deze vzw heeft als doelstelling de leerachterstand bij langdurig zieke kinderen zoveel mogelijk te voorkomen en het contact met de klasgenootjes en de omgeving te behouden. Het is de bedoeling deze subsidies (deels) te continueren. Verder zijn er in 2008 ook middelen voor de czw d’ies-lekti-kus voorzien. Basisallocatie 34.01B – Subsidies in het kader van ‘Erasmus Belgica’ Begroting 2007: OAPR 33.30 BA 34.01 – Subsidies in het kader van ‘Erasmus Belgica’ Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 75
2008 (krediet) 80 (in duizend euro )
In 2004 werd, op initiatief van het Prins Filipfonds, een samenwerkingsproject ‘Erasmus Belgica’ opgezet tussen de drie gemeenschappen van België om universiteitsstudenten of hogeschoolstudenten de mogelijkheid te geven om een gedeelte van hun opleiding aan een universiteit of een hogeschool in een andere Gemeenschap door te brengen. In navolging van het Europese ERASMUS programma kunnen ERASMUS Belgica studenten nu ook stage lopen in een bedrijf in een ander Gewest. Hiervoor is een toename van het budget gewenst nodig van 5.000 euro. Dit bedrag komt van de vrijgekomen kredieten op de technische bilaterale. De toekenning gebeurt via subsidies aan de hogescholen en de universiteiten Basisallocatie 34.05B – Subsidies in het kader van Europese en internationale samenwerking Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 34.05 – Subsidies in het kader van Europese en internationale samenwerking Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 163
2008 (krediet) 165 (in duizend euro )
Op deze basisallocatie worden co-financieringskredieten ingeschreven die gebruikt worden als subsidies ten behoeve van de Vlaamse onderwijsinstellingen en hun studenten of leerkrachten voor EU-programma’s
564
4UVL m/S#
mobiliteit buiten Europa in het hoger onderwijs, buurlandenbeleid in het basisonderwijs en klasuitwisselingsprojecten in het secundair onderwijs. De verhoging van 2.000 euro is een indexatie omwille van de verhoging van de reiskosten die op deze basisallocatie aangerekend worden Basisallocatie 34.23B : Subsidies in het kader van het actieprogramma Levenslang Leren (P.M.) Het bedrag op deze basisallocatie maakt deel uit van de subsidie aan de vzw Epos en wordt overgeheveld naar de basisallocatie FC3316B Basisallocatie 35.51B – Subsidies voor samenwerking met ontwikkelingslanden en landen in transitie Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 35.51 – Subsidies voor samenwerking met ontwikkelingslanden en landen in transitie Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) 1.050 1.031
GVK GOK
2008 (krediet) 1.050 1.050 (in duizend
euro)
Op deze basisallocatie worden meerjarige projecten gesubsidieerd die uitvoering geven aan de afspraken die de minister van Onderwijs en Vorming maakt met buitenlandse collega’s van bepaalde prioritaire landen in ontwikkeling of in transitie of die kaderen in het Vlaams beleid inzake ontwikkelingssamenwerking. Via deze basisallocatie wil het departement Onderwijs en Vorming zijn bijdrage leveren aan het realiseren van de 0,7%norm inzake ontwikkelingssamenwerking. Basisallocatie 38.41B – Subsidie aan de sociale dienst gemeenschapsonderwijs vzw Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 38.41– Subsidie aan de sociale dienst gemeenschapsonderwijs vzw Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 749
2008 (krediet) 754
De sociale dienst heeft tot doel aan de personeelsleden onder elke vorm materiële en niet-materiële hulp te verschaffen die zij zowel in hun beroepsleven als in hun privaat leven mochten nodig hebben. De activiteiten van de sociale dienst omvatten individuele en collectieve hulpverlening, zowel op materieel als op niet-materieel vlak. Tevens stelt de sociale dienst voor de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs zich tot doel om de sociale en financiële noden van haar begunstigden, te wijten aan ernstige persoonlijke moeilijkheden, te lenigen. De vzw is bevoegd voor de personeelsleden, in welke hoedanigheid ook, die vallen onder de bevoegdheid van het gemeenschapsonderwijs met inbegrip van de personeelsleden aangeworven door de scholengroepen met uitzondering van de personeelsleden van de administratieve diensten bedoelt in het Bijzonder Decreet ven 19 december 1988 betreffende de A.R.G.O. De werking van de sociale dienst strekt zich uit tot de hierboven vermelde personeelsleden, in welke hoedanigheid ook, de gepensioneerden, de personen ten laste en de personen die het overleden personeelslid ten laste had, de echtgenoten of samenwonende van de personeelsleden en van de overleden personeelsleden, voor zover de personen in deze opsomming niet onder het werkingsveld vallen van een andere sociale dienst.
565
4UVL m/S#
Bij BC2007 werd de subsidie voor de Sociale Dienst van het Gemeenschapsonderwijs vzw verhoogd met 220.000 euro, de kostprijs van 4 contractuele C’s en 2 contractuele B’s met 15 jaar anciënniteit. De stijging van het budget is het gevolg van indexaanpassingen op dit deel van de subsidie. Basisallocatie 41.43B: Subsidie aan het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (obpwo) Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 41.43 – Subsidie aan het onderwijskundig beleids- en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (obpwo) Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet ) 1.629 1.710
GVK GOK
2008 (krediet) 1.653 1.735
(in duizend euro) Het onderwijskundig wetenschappelijk onderzoek uitbesteed aan universitaire onderzoekscentra vormt een essentiële bron voor zowel de kennisontwikkeling als voor de planning van het ministerie. De themazetting spoort met de strategische en operationele doelstellingen van het Vlaamse onderwijsbeleid zoals geëxpliciteerd in de beleidsnota en –brieven van de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs. Op die manier ondersteunen de resultaten van dat onderzoek de voorbereiding en de uitvoering van de beleidsopties. De verhoging is het gevolg van indexatie. INSTELLINGEN Basisallocatie C4102B : Projecten VLOR Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 41.02 – Projecten VLOR VLOR 2007 (krediet BC) 471
NGK
2008 (krediet) 475
In de initiële begroting 2008 wordt de werkingsindex van 1,125% toegepast op het toegekend bedrag voor projecten in 2007. Met deze projectdotatie van 475 dEUR worden de werkingskosten vergoed die de Vlor maakt in het kader van haar overeenkomsten met de Vlaamse overheid (oa. GOK, sector-commissies). Basisallocatie FC4110B– Dotatie aan het GO: vormingsfonds MVD-personeel Begroting 2007: OAPR 35.4 BA 41.10 – Dotatie aan het Gemeenschapsonderwijs: vormingsfonds MVD-personeel Gemeenschapsonderwijs 2007 (krediet BC) NGK
0
2008 (krediet) 204 (in duizend euro)
4UVL m/S#
566
Binnen CAO VIII werden middelen voorzien voor de vorming van MVD personeel Er wordt een vormingsfonds gecreëerd dat moet voorzien in opleiding van MVD-personeel en busbegeleiders in het gemeenschapsonderwijs. Basisallocatie FC4112B– Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs - uitstapregelingen Begroting 2007: OAPR 35.4 BA 41.12 – Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs - uitstapregelingen Gemeenschapsonderwijs NGK
2007 (krediet BC) 3.185
2008 (krediet) 3.185 (in duizend euro)
De grondslag voor deze dotatie vormt het “ Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 houdende toekenning van een verlof voorafgaan aan de pensionering aan de ambtenaren van de administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs” dd 28 mei 2004. Voor de berekening van deze dotatie werd uitgegaan van de dotatie van de begrotingscontrole 2007 verhoogd met de index zoals berekend door Abafim De middelen zijn nadien verlaagd tot het niveau bctrl 2007 ingevolge desindexatie. Basisallocatie FC4113B– Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs - algemene werking - administratie Begroting 2007: OAPR 35.4 BA 41.13 – Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs - algemene werking - administratie Gemeenschapsonderwijs NGK
2007 (krediet BC) 18.465
2008 (krediet) 18.529 (in duizend euro)
Deze dotatie is gebaseerd op de volgende overeenkomsten: - Bijzonder Decreet van 14 juli 1998 - art. 79 § 2 - politiek akkoord van 18 juni 1998 - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de personeelsformatie van de administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs van 2 april 2004 - 3 besluiten gepubliceerd op vrijdag 23 juli 2004: 1. Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de personeelsformatie van de administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs 2.Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de overgangsregeling voor het personeel van de administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs. 3.Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 houdende toekenning van een verlof voorafgaand aan de pensionering aan de ambtenaren van de
567
4UVL m/S#
administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs Op 1 november 2005 vond de implementatie van de 218 plaats waardoor de volledige uitvoering van het Bijzonder Decreet van 14 juli 1998 wat betreft de centrale diensten van het Gemeenschapsonderwijs een aanvang kon nemen De verhoging van het budget is het gevolg van een indexaanpassing en bijkomende middelen voor de mandaattoelage (20.000 euro). Basisallocatie FC4117B– Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs - personeelsleden in overtal Begroting 2007: OAPR 35.4 BA 41.17 – Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs - personeelsleden in overtal Gemeenschapsonderwijs NGK
2007 (krediet BC) 2.736
2008 (krediet) 2.397 (in duizend euro)
Op 1 november 2005 vond de implementatie van de 218 plaats. Na de selectie werden 103 personeelsleden toegewezen. Sedert november 2005 werden 9 personeelsleden (situatie 4/5/2007) bijkomend opgenomen in werkwijzer. Het betreft het onderhoudspersoneel, dat door de reorganisatie van de centrale diensten niet langer noodzakelijk was. 68 personeelsleden verlieten werkwijzer (uitstap, herplaatsing, ontslag). Op 04 mei 2007 bedroeg het aantal personeelsleden in overtal 44. Overtallige personeelsleden die bij werkwijzer terechtkomen blijven immers financieel ten laste van het Gemeenschapsonderwijs tot op het moment dat ze effectief in een andere dienst van de Vlaamse Gemeenschap zullen worden tewerkgesteld. Definitief herplaatsten is eigenlijk een voorlopige term. Deze personeelsleden zitten in een herplaatstingstraject, maar onder een stagecontract, zodat het Gemeenschapsonderwijs nog steeds hun wedden betaalt. Voor de berekening van de dotatie werd rekening gehouden met deze 44 personeelsleden. De kostprijs voor deze personeelsleden is 1,668,432.44 EUR. Hierbij wordt de loonkost bepaald exclusief de personeelsleden die reeds een aanvraag tot uitstap indienden. Er wordt geen rekening gehouden met potentiële uitstappers. Indien ook de zogenaamde rugzak wordt meegeteld zorgt dit voor een extra kost van 721,592.09 EUR, of een totaal van 2,390,024.54 EUR. Volgens het principe van de rugzak wordt in het eerste jaar na toewijzing aan een andere Vlaamse instelling 70 % van de loonkost door de vertrekkende instelling doorgestort aan de ontvangende instelling. In het tweede jaar 60 % en in het derde jaar 50 % percent. begrj2008 70.00% 93,307.66 60.00% 610,774.67 50.00% 17,509.76 Totaal 721,592.09 Het resterend bedrag is index. Basisallocatie C4122B : Dotatie AGIOn - algemene werking – administratie
4UVL m/S#
568
Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 41.22 – Subsidies in het kader van Europese en internationale samenwerking Agentschap AGIOn NGK
2007 (krediet BC) 4.844
2008 (krediet) 5.624
De stijging van deze dotatie wordt deels veroorzaakt door de invoering van de mandaattoelage voor de leidend ambtenaren van de Vlaamse overheid, de uitvoering van het sectoraal akkoord 2005-2007 en de toenemende personeelskosten tengevolge de functionele loopbaan en de pecuniaire verhogingen. Een volgende factor die de verhoging van de dotatie veroorzaakt is de opstart van de inhaaloperatie voor schoolinfrastructuur. In 2008 zal er samen met een geselecteerde private partner een vennootschap, de zogenaamde DBFM-vennootschap, worden opgericht voor het beheer van de infrastructuurdossiers die via deze weg zullen worden gerealiseerd. Hiervoor zijn zowel werkingsmiddelen voor het agentschap te voorzien als middelen voor het inschakelen van gespecialiseerde juridische ondersteuning. Daarnaast is er de uitvoering van de beheersovereenkomst die voorziet in de totale uitbreiding van het agentschap met 28 VTE gespreid over vier jaar: 11 VTE in 2008, 7,5 VTE in 2009, 6 VTE in 2010 en 3,5 VTE in 2011. Deze wervingen zijn noodzakelijk om de taken en opdrachten die in het oprichtingsdecreet zijn opgenomen en die vertaald zijn in de beheersovereenkomst als strategische en operationele doelstellingen, te kunnen uitvoeren. In het eerste jaar van uitvoering is er dus een uitbreiding met 11 VTE waarvoor bijkomende personeels- en werkingskredieten noodzakelijk zijn. Voor 2008 wordt 716.000 euro toegekend in het kader van de politieke besprekingen.
569
4UVL m/S#
PROGRAMMA FD BASISONDERWIJS DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN Niet van toepassing 2. UITGAVEN
NGK BVJ
2007 (krediet) 2.679.531 1.442
2008 (krediet) 2.686.061 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. De omschrijving van de strategische doelstellingen Doelgroep en structuur van het gewoon basisonderwijs Het gewoon basisonderwijs omvat kleuter- en lager onderwijs: Het kleuteronderwijs is voor kinderen vanaf 2,5 jaar en loopt tot de aanvang van het lager onderwijs. Het lager onderwijs vangt aan met het begin van de leerplicht. Het is bestemd voor kinderen na het kleuteronderwijs en loopt tot de aanvang van het secundair onderwijs. Het lager onderwijs duurt zes jaar. Het basisonderwijs is in principe verantwoordelijk voor het onderwijs aan alle leerlingen van bedoelde leeftijdscategorie. Het moet door blijvende aandacht en verbreding van de zorg zoveel mogelijk leerlingen blijvend begeleiden. Deze begeleiding moet zo kwaliteitsvol mogelijk zijn. Doelgroep en structuur van het buitengewoon basisonderwijs Het buitengewoon basisonderwijs richt zich tot kinderen van 2,5 tot 13 jaar. Het is het onderwijs dat op grond van een pedagogisch project, aangepast onderwijs, opvoeding, verzorging en therapie verstrekt aan leerlingen waarvan de persoonlijkheidsontwikkeling tijdelijk of permanent niet of onvoldoende door het gewoon basisonderwijs kan verzekerd worden. Er worden acht types van buitengewoon onderwijs onderscheiden die aangepast zijn aan de opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen die een bepaalde problematiek gemeenschappelijk hebben. Type 1: aangepast aan opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met een licht mentale handicap. Type 2: aangepast aan opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met een matige of ernstige mentale handicap. Type 3: aangepast aan opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met ernstige emotionele en/of gedragsproblemen. Type 4: aangepast aan opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met fysieke handicap. Type 5: aangepast aan opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis of op medische gronden zijn opgenomen in een preventorium. Type 6: aangepast aan opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met een visuele handicap. Type 7: aangepast aan opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met een auditieve handicap. Type 8: aangepast aan opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen met ernstige leerstoornissen.
570
4UVL m/S#
Bovendien wordt in het kader van het geïntegreerd onderwijs aan leerlingen met een handicap in het gewoon onderwijs additionele hulp verstrekt vanuit het buitengewoon onderwijs. 601 – Departement De belangrijkste strategische doelstellingen zijn de volgende: -
Kwaliteitsvol onderwijs bieden aan alle kinderen van 2,5 tot 13 jaar (ook aan kinderen die bedreigd zijn in hun ontwikkeling en aan kinderen die langdurig ziek zijn of gehandicapt zijn). De scholen brengen tot een hogere autonomie. Het stimuleren van de samenwerking tussen scholen. Het onderwijsaanbod richten op de ontwikkelingsdoelen in kleuteronderwijs en de eindtermen in het basisonderwijs die vanaf 1 september 1998 in de scholen ingevoerd worden. De nodige verzorging en therapie verstrekken aan kinderen met een handicap. Alle kinderen, ongeacht hun afkomst of achtergrond, de nodige kansen bieden om te genieten van kwaliteitsvol basisonderwijs. Kwaliteitsvol onderwijs garanderen voor alle kinderen waarbij wordt uitgegaan van het principe dat dit onderwijs kosteloos moet zijn. Kwaliteitsvol personeelsbeleid voeren Beleidsvoerend vermogen van scholen versterken
Deze beleidsdoelstellingen hebben als voornaamste bronnen het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, en het besluit van de Vlaamse regering van 27 mei 1997 betreffende de ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs en de eindtermen voor het basisonderwijs. Om deze strategische doelstellingen te bereiken zullen volgende thema’s prioritair zijn in 2008: -
Kostenbeheersing van het basisonderwijs (vanaf 1/9/2007).
-
Bevorderen van de kleuterparticipatie.
-
Gelijke kansen bevorderen: meer mogelijkheden bieden aan de basisscholen voor de begeleiding van de anderstalige nieuwkomers die verblijven in een asielcentrum (vanaf 1 september 2008).
-
Maatregelen die moeten leiden tot werkdrukverlaging, inzonderheid in het kleuteronderwijs en maatregelen die ertoe moeten leiden dat meer kinderen sneller en regelmatiger naar de kleuterschool gaan.
-
Onderwijsvernieuwing stimuleren o.a. via een extra toelage voor het aanschaffen van ICT-materiaal.
-
Nieuw financieringsmechanisme basisonderwijs.
wat
betreft
de
werkingsmiddelen
voor
het
(gewoon)
603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) -
Het agentschap zorgt er via een tijdige en correcte toekenning van omkadering en werkingsmiddelen voor dat de scholen permanent beschikken over de nodige middelen om kwaliteitsvol onderwijs te verstrekken.
-
Het agentschap draagt via een tijdige en correcte salarisverwerking, het efficiënt beheren van personeelsdossiers, een correcte toepassing van de wetgeving en de sectorale akkoorden, bij tot een algemene tevredenheid bij de personeelsleden in het onderwijs zodat deze zich kunnen toeleggen op hun kerntaken.
-
Door doelgerichte acties en gegevensverzameling draagt het agentschap bij tot de verhoging van de kleuterparticipatie aan onderwijs.
571
-
4UVL m/S#
Meewerken aan de realisatie van een nieuw financieringssysteem leerplichtonderwijs.
B. De omschrijving van de operationele doelstellingen 601 - Departement Effectief en doelmatig bestuur in onderwijs en vorming stimuleren: Om te garanderen dat de publieke investeringen in het onderwijs effectief en efficiënt worden besteed, moet op alle niveaus van vorming en onderwijs goed bestuur verzekerd zijn. Het effectief en doelmatig bestuur in een school bevorderen draagt bij tot het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van de school. Dit betekent het vermogen of de capaciteit om beleid te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren. Beleidsvoering dient uiteindelijk gericht te zijn op het kernproces van de school: het ondersteunen van het leren van de leerlingen. Krachtige scholen met een effectief en doelmatig bestuur bieden de meest aangepaste perspectieven aan kinderen en jongeren met specifieke talenten en behoeften. De beleidskracht van scholen is de hefboom om aan alle leerlingen kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. De professionalisering van de schoolleiding bevorderen: Het leiden van een goede school veronderstelt heel wat competenties. Hoewel de financiële en juridische eindeverantwoordelijkheid bij de schoolbesturen berust, staan de schoolleiders in voor de loopbaanontwikkeling van hun personeel, moeten ze zorgen voor een goede besteding van de financiële middelen en voor de uitrusting en het onderhoud van de schoolgebouwen. Ze moeten samenwerken met het schoolbestuur, zorgen voor goede relaties met de ouders van de leerlingen en een netwerk rond de school uitbouwen. Steeds meer wordt van hen verwacht dat ze deskundigheid en bezielend leiderschap combineren. De verdere professionalisering van de schoolleiding moet ertoe bijdragen dat deze taken op een professionele manier kunnen uitgevoerd worden. Leerkrachten in hun professionalisering ondersteunen: Goede leerkrachten vormen de spil van het onderwijs en zijn de belangrijkste garantie voor onderwijskwaliteit. Ze moeten hun job in goede omstandigheden kunnen uitoefenen. Ze zijn professionals, die goed moeten worden opgeleid. De kwaliteit van de schoolloopbaan verbeteren: Leerkrachten moeten hun job in goede omstandigheden kunnen uitoefenen. Optimale arbeidsvoorwaarden en een aantrekkelijk loopbaanperspectief zijn dan ook essentieel. Moderniseren van het personeelsbeleid: Een modern personeelsbeleid draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van het onderwijs en het realiseren van onderwijsvernieuwingen. De scholen de nodige budgetten verschaffen zodat ze kwaliteitsvol onderwijs kunnen verstrekken. De scholengemeenschappen basisonderwijs worden blijvend ondersteund. De scholen beginnen duidelijk de meerwaarde van deze scholengemeenschappen in te zien. Door middel van het gelijkeonderwijskansen en een zorgbeleid bijzondere aandacht schenken aan leerbedreigde en kansarme kinderen. De scholen de ruimte laten om zelf hun onderwijs te organiseren. Dit moet bijdragen tot een grotere autonomie en zin voor verantwoordelijkheid. De integratie van anderstalige leerlingen bevorderen door het geven van extra-uren en extra-middelen voor anderstalige nieuwkomers. Voorzien in voldoende middelen voor nascholing zodat de directies en leerkrachten hun taak goed kunnen blijven uitoefenen.
4UVL m/S#
572
Voorzien in de nodige middelen om de kinderen vertrouwd te maken met de nieuwe media van de informatie- en communicatiemaatschappij. Extra-ondersteuning voorzien voor Brusselse scholen door middel van het ‘Voorrangsbeleid Brussel.’ 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) 1.1 Het agentschap kent de toelagen tijdig en correct toe. 1.2 Het agentschap kent de middelen tijdig en correct toe. 1.3 Het agentschap kent de omkadering tijdig en correct toe. 2.1 Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte opvolging van het administratieve dossier van het personeel. 2.2 Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte verwerking van het geldelijke dossier van het personeel. 2.3 De betalingen gebeuren tijdig en correct in overeenstemming met de onderwijs- en aanverwante regelgeving. 2.4 Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte realisatie van de terugvorderingen en recuperaties van salarissen die worden geprefinancierd (detacheringen met terugbetaling, Tivoli). 2.5 Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte aanrekening van de lonen op de onderwijsbegroting. 2.6 Het agentschap verzekert dat er tijdig voldaan wordt aan alle sociale en fiscale verplichtingen en de sectorale akkoorden. 3.1 Het agentschap zorgt dat de nodige (technische en andere) randvoorwaarden vervuld zijn om de gegevens te verzamelen zodat aan alle betrokken actoren voldoende informatie kan worden verstrekt. 3.2 Het agentschap sensibiliseert en informeert scholen voldoende rond het belang van kleuterparticipatie. 4.1 Het agentschap levert een actieve bijdrage aan het tot stand komen van een nieuw financieringssysteem. 4.2 Het agentschap zorgt dat de nodige randvoorwaarden (technische en andere) vervuld zijn voor de implementatie van een nieuw financieringssysteem. C. De omschrijving van de instrumenten A.
Personeelsbeleid
In uitvoering van de strategische doelstelling met betrekking tot de kwaliteit van de schoolloopbaan werd in cao VIII overeengekomen om de koopkracht te verhogen. Tussen 2006 en 2011 krijgen alle personeelsleden uit het onderwijs meer vakantiegeld. De verhoging gebeurt stapsgewijs. Er worden niet-verworven salarisschalen toegekend voor het bezit van bijkomende diploma’s of getuigschriften voor zorg en de nietverworven salarisschaal Frans wordt uitgebreid tot de rand- en taalgrensgemeenten. Een aantal personeelsleden met lagere lonen genieten eveneens een belangrijke loonsverhoging. Ook voor het onderhouds- of MVD-personeel worden een aantal maatregelen genomen met het oog op de verbetering van de arbeidsomstandigheden van het contractueel MVD- personeel en onderhoudspersoneel: harmonisering van de lonen gemeenschapsonderwijs – gesubsidieerd vrij onderwijs, het optrekken van het vakantiegeld tot 92% voor de contractuele personeelsledenmogelijkheid tot het afsluiten van contracten van een volledig schooljaar of contracten van onbepaalde duur voor contractueel MVD-personeel in het gemeenschapsonderwijs en het onderhoudspersoneel in het gesubsidieerd onderwijs. Om een goed onderbouwd en vernieuwend beleid te voeren in de scholen zijn bekwame directeurs nodig. Maar om bekwame directeurs aan te trekken en te behouden is een goede verloning nodig. Daarom kregen directeurs van het basisonderwijs vanaf 1 september 2007 een loonsverhoging, oa. afhankelijk van de grootte van de school. Directeurs van kleine basisscholen zien hun lesopdracht tot vier uur per week dalen en krijgen dan ook vier uur extra administratieve omkadering
573
4UVL m/S#
Vanaf dit schooljaar worden er in het basisonderwijs functiebeschrijvingen en vanaf 1 september 2009 evaluaties ingevoerd. Functiebeschrijvingen en evaluaties zijn essentiële instrumenten voor scholen om een constructief personeelsbeleid te voeren. Tijdens de evaluatiegesprekken overlopen directeurs zowel de sterke als de te verbeteren punten in het functioneren van hun personeel. De functieomschrijving dient als leidraad bij dit gesprek. Tijdens het schooljaar 2007-2008 wordt het tijdelijk project verlengd waarbij projectscholen een eigen beleid kunnen voeren betreffende vervangingen van korte afwezigheden van personeelsleden, afhankelijk van eigen lokale behoeften en prioriteiten. Aan de projectscholen worden extra middelen toegekend in de vorm van vervangingseenheden. Om de begeleiding van stagiairs, startende leerkrachten en leraren in opleiding verder uit te bouwen, worden de middelen voor het mentorschap verhoogd. B.
Kostenbeheersing van het basisonderwijs.
De principes inzake de kostenbeheersing van het basisonderwijs liggen vervat in het Vlaamse regeerakkoord “Voor alle materies die stricto sensu gekoppeld zijn aan het bereiken van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen in het basisonderwijs, kunnen geen bijdragen gevraagd worden van de ouders. Wel zal de overheid duidelijkheid creëren over wat hieronder moet begrepen worden. Zo maken we het basisonderwijs stapsgewijs kosteloos…” Absolute prioriteit moet gaan naar de effectieve realisatie van een reeds eerder decretaal verankerd principe, namelijk het feit dat aan ouders geen bijdragen gevraagd kunnen worden voor alle materies die gekoppeld zijn aan het bereiken van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. Om hieraan tegemoet te komen worden de werkingsmiddelen van de basisscholen verhoogd. In tegenstelling tot de in het regeerakkoord voorziene stapsgewijze invoering zal de kosteloosheid in het basisonderwijs voor alle leerjaren samen onmiddellijk van kracht worden vanaf 1 september 2007. Er wordt een bedrag voorzien van ongeveer 45 euro per leerling. Dit betekent een totale verhoging van de werkingsmiddelen met 29,5 mio euro. Naast de absolute kosteloosheid voor wat betreft de materies gekoppeld aan eindtermen en ontwikkelingsdoelen, worden er met de scholen duidelijke afspraken gemaakt over de materies waarvoor nog wel een bijdrage aan de ouders gevraagd kan worden, nl. die materies die zorgen voor een verlevendiging van de eindtermen en ontwikkelingsdoelstellingen, en eveneens over hoe hoog deze bijdrage de dan wel mag zijn. Hiervoor wordt voorzien in een scherpe maximumfactuur, deze wordt van kracht vanaf 1 september 2008, deze maximumfactuur is gekoppeld aan het nieuwe financieringssysteem voor het leerplichtonderwijs. Voor meerdaagse extra-muros activiteiten zullen bijkomende afspraken gemaakt worden. De bijdrage voor deze meerdaagse activiteiten zal eveneens geplafonneerd worden via een maximumfactuur, maar een minder scherpe maximumfactuur dan deze voor het verlevendigen van de eindtemen en de ontwikkelingsdoelen eveneens gekoppeld aan het nieuwe financieringssysteem voor het leerplichtonderwijs C.
Onthaalonderwijs voor kinderen die in asielcentra verblijven.
Kinderen in asielcentra zijn een kwetsbare groep in het onderwijs. Door hun gebrekkige taalkennis, door hun vaak traumatische achtergrond (oorlog, armoede, …) en hun leefsituatie hebben ze moeite om zich aan te passen aan onze maatschappij. Om deze kinderen zoveel mogelijk kansen te bieden is het belangrijk dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om Nederlandse lessen te volgen. Daarom wordt er voorzien dat deze kinderen ook onthaalonderwijs kunnen krijgen. Het toegepaste systeem zal aansluiten aan bij het bestaande systeem van onthaalonderwijs: nl. 1,5 u per anderstalige nieuwkomer gedurende het eerste jaar en 2 bonuslestijden voor de school waar ze deze lessen volgen. Daarnaast een toelage van 12,5 euro per maand per anderstalige nieuwkomer voor aankoop aangepast didactisch materiaal.
4UVL m/S#
574
Het tweede jaar hebben de leerlingen recht op 1 u onthaalonderwijs. (geen bonuslestijden meer voor de school en geen toelage meer). Op basis van cijfers van binnenlandse zaken weten we dat er 342 kinderen (basisonderwijs) in deze asielcentra verblijven. De startdatum is voorzien op 1/9/2008 en de kostprijs in 2008 bedraagt 198.000 euro. D.
Kleuterparticipatie.
Er is een impulsplan opgesteld, met verschillende initiatieven gericht op de scholen. Scholen moeten meer inspanningen leveren om meer kleuters (regelmatig) school te doen lopen en daarvoor krijgen ze meer mensen en middelen. Het plan bestaat uit zeven assen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Efficiënt gegevens verzamelen; De kleuterschool sterk ondersteunen; Financiële drempels wegwerken; Een opdracht voor de CLB's; Een opdracht voor de LOP's; Een naadloze overgang van opvang naar onderwijs; Een sensibiliseringscampagne die motiveert.
1. Efficiënt gegevens verzamelen Momenteel zijn er geen volledige gegevens beschikbaar over hoeveel kleuters niet naar school gaan. Daarom zal de overheid proberen die gegevens te verzamelen zodat ze met de ouders in contact kan komen. Mogelijk worden de gegevens van het rijksregister vergeleken met de inschrijvingen in de scholen. Dat systeem wordt nu al gebruikt voor het leerplichtonderwijs. 2. De kleuterschool sterk ondersteunen - Scholen zullen sneller recht hebben op bijkomende lestijden voor hun 'zomerklassen', zodat het probleem van de groeiende peuterklassen na elke instapdatum opgelost wordt. Op basis van dat 'zomerklassensysteem' kunnen er in de loop van het schooljaar ongeveer 800 extra kleuteronderwijzers aan de slag – dat zijn ongeveer 300 fulltime equivalenten. Ouders die hun kleuter nog niet laten instappen wegens overvolle klasjes, kunnen met deze maatregelen over de brug gehaald worden. - Alle scholengemeenschappen krijgen een aantal uren zorg om een actief en geïntegreerd beleid rond verhoogde kleuterparticipatie uit te tekenen en uit te voeren. Voorbeelden van zo'n beleid zijn: gezinnen met kleuters die niet ingeschreven zijn contacteren, alert zijn voor kleuters die veel afwezig zijn … - Scholen met een hoge concentratie GOK-kleuters krijgen bijkomende lestijden vanaf 1 september 2007. Daarvoor wordt een bedrag van 5,465 miljoen euro uitgetrokken. Dat zijn ongeveer 160 fulltime equivalenten. Scholen moeten geen nieuw plan indienen. Daarnaast zullen ook kleuteronderwijzers die veel niet-Nederlandstalige kleuters in hun klas hebben, intensieve begeleiding krijgen. Dat initiatief gaat van start in alle LOP-gebieden met een concentratiegraad van minstens 25 procent GOK-leerlingen. 3. Financiële drempels wegwerken - Het kleuteronderwijs wordt volledig kosteloos voor alles wat samenhangt met de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. Er komt bovendien een maximumfactuur voor alles wat de eindtermen en ontwikkelingsdoelen verlevendigt. - Gezinnen die financieel zwak staan, zullen vanaf de eerste kleuterklas in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Die 'schooltoelage' wordt gekoppeld aan een minimumaanwezigheid van de kleuter, afhankelijk van zijn leeftijd.
575
4UVL m/S#
4. Een opdracht voor de CLB's Scholen moeten kunnen rekenen op het CLB om de afwezigheden van kleuters mee op te volgen. CLB's hebben ook een belangrijke draaischijffunctie tussen onderwijs en het bredere welzijns- en gezondheidsveld. 5. Een opdracht voor de LOP's De LOP's krijgen een centrale rol in de informatiedoorstroming rond kleuterparticipatie. Mogelijke taken zijn: scholen en ouders sensibiliseren, gegevens over inschrijvingen en aanwezigheden verzamelen, afspraken maken met Kind en Gezin … 6. Een naadloze overgang van opvang naar onderwijs De overgang tussen opvang en onderwijs is nu vaak vrij bruusk. Een aantal ouders zouden hun kind wel vroeger naar school willen sturen als er meer welzijn in de school zou zijn: kleine groepjes, meer mogelijkheid om te slapen … Maar ook voor de kleuters die al naar school gaan, kan de overgang tussen de opvang voor en na de school zachter. Voor jonge kinderen kan de opvang in de school zelf geherwaardeerd worden, zodat de kleuters niet van de éne plaats naar de andere gebracht moeten worden. 7. Een sensibiliseringscampagne die motiveert De overheid zal een campagne voeren om - vooral kansarme en allochtone – ouders ervan te overtuigen om hun kinderen vroeg genoeg naar de kleuterschool te sturen. Het kleuterparticipatieproject is opgestart vanaf 1/9/2007 en in 2008 komen al deze maatregelen dus op kruissnelheid. In totaal wordt hiervoor 20 mio euro voorzien (in 2007 4 mio euro). E.
Nieuwe financiering.
Vanaf 1 september 2008 wordt er gestart met een nieuwe financiering van het leerplichtonderwijs wat betreft de werkingsmiddelen. De financiering van scholen zal niet meer afhankelijk zijn van het net, maar wel van de kenmerken van de leerlingen en de kenmerken van de school. De berekening van de werkingsmiddelen voor het gemeenschapsonderwijs is nu immers niet dezelfde als de berekening van de werkingsmiddelen voor het gesubsidieerd onderwijs. Berekening en toekenning van de omkadering en de werkingsmiddelen op basis van leerlingen- en schoolkenmerken betekent dat scholen die relatief veel kinderen over sociaal-culturele barrières moeten helpen, daarvoor relatief meer werkingsmiddelen en meer personeel zullen krijgen. Scholen met de moeilijkste opdrachten zullen de nodige middelen krijgen om die opdrachten uit te voeren. In de discussie over de werkingsmiddelen moeten we ook de ‘objectiveerbare verschillen’ betrekken. Tussen de netten zijn er objectiveerbare verschillen die de toekenning van extra werkingsmiddelen verantwoorden. We denken hier o.m. aan de kostprijs verbonden aan de organisatie van meerdere cursussen erkende godsdiensten en niet-confessionele zedenleer. De inrichtende machten van het officieel onderwijs die de grondwettelijke verplichting hebben meerdere erkende godsdiensten en niet-confessionele zedenleer aan te bieden hebben naast extra omkadering ook recht op bijkomende werkingsmiddelen. De werkingsmiddelen voor schooljaar 2008-2009 worden volledig in 2009 uitbetaald. Hiervoor is 85,234 mio euro voorzien. Dit komt neer op gemiddeld 130 euro per kind bijkomende werkingsmiddelen per jaar. Om reeds tegemoet te komen aan de extra noden ingevolge de kostenbeheersing vanaf september 2008 zal eenmalig 21,309 mio euro over het gewoon en buitengewoon basisonderwijs verdeeld worden.
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Uitgaven Lonen Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
4UVL m/S# NGK BVJ
2.329.125 1.442
576
2.324.528 (in duizend euro )
De loonkredieten 2008 worden bij de initiële begroting geraamd o.b.v. de gekende loonuitgaven 2006. De raming van het aantal te betalen personeelsleden (uitgedrukt in budgettaire full-time equivalenten) is gebeurd o.b.v. de betalingen t.e.m. april 2007 zoals deze gekend zijn in mei 2007. De lonen in het gewoon & buitengewoon basisonderwijs dalen ten opzichte van 2007 met 4,597 mio euro. In de eerste plaats worden de lonen aangepast aan de vergrijzing. Onder vergrijzing wordt verstaan: ‘…de budgettaire effecten van alle componenten en effecten binnen de stijging van de eenheidsloonkost die binnen de evolutie van een personeelsformatie verantwoordelijk zijn voor een stijging of daling van de uitgaven en die bovendien niets te maken hebben met wijzigingen in index en/of CAO. De twee belangrijkste componenten van vergrijzing zijn enerzijds het effect van baremieke verhogingen en anderzijds de vervanging van oudere personeelsleden door jongere en goedkopere. De geraamde meerkost die hieruit voortvloeit komt neer op 2 mio euro. De leerlingenevolutie is licht dalend in het gewoon basisonderwijs (-0,21% in schooljaar 07/08) en stijgt licht in het buitengewoon (+0,27%). Beide evolutie heffen elkaar op. Desondanks dalen de BFT’s in het basisonderwijs met 240 FTE. Enerzijds waren de BFT’s bij budgetcontrole 2007 met 120 FTE (0,23%), overraamd, anderzijds is er een verdere daling van het aantal terbeschikkinggestelden voorafgaand aan het pensioen (-114 FTE). Daarnaast is er de jaarlijkse daling (1,8 mio euro) van de rekenplichtig correspondenten en het meester-, vaken dienstpersoneel van het gemeenschapsonderwijs (dit is een uitdovend kader). Dit is echter een budgettair neutraal verhaal daar de vrijgekomen middelen in de werkingsmiddelen van het basisonderwijs worden ingebracht. De meerkost van CAO VIII betekent voor het basisonderwijs een toename van de middelen met 16,4 mio euro. (zie infra : C omschrijving van de instrumenten – A personeelsbeleid) Het kleuterparticipatieproject (zie infra : C omschrijving van de instrumenten – D kleuterparticipatie)is opgestart vanaf 1/9/2007 en in 2008 komen al deze maatregelen dus op kruissnelheid. In totaal wordt hiervoor 20 mio euro voorzien. Hiervan werd reeds 9,8 mio ingeschreven op de basisallocaties van het basisonderwijs, het resterende bedrag staat op een provisie. De uitbreiding van het onthaalonderwijs komt volledig op kruissnelheid. Deze uitbreiding betrof het mogelijk maken van het tellen van het aantal anderstalige nieuwkomers op het niveau van de scholengemeenschap ipv op schoolniveau en de uitbreiding om een tweede jaar onthaalonderwijs te voorzien voor ‘gewezen anderstalige nieuwkomers’. Op jaarbasis is hiervoor 2,228 mio euro voorzien. In 2006 en 2007 is er een inhaaloperatie geweest mbt de voorschotten RSZ die in november en december volgens de RSZ-regelgeving dienden betaald te worden. Deze inhaaloperatie is in 2008 achter de rug waardoor de benodigde middelen dalen met 24,125 mio euro.
Werking Agentschap voor Onderwijsdiensten NGK BVJ
2007 (krediet) 345.495
2008 (krediet) 354.788 (in duizend euro )
In 2008 is er een globale toename van de werkingsmiddelen met 9,29 mio euro.
577
4UVL m/S#
De inflatie 2008 zorgt voor de grootste toename, namelijk 4,935 mio euro. In uitvoering van CAO VIII wordt een bedrag van 3,901 mio euro toegevoegd aan de werkingsmiddelen van het basisonderwijs om het verschil m.b.t. de lonen weg te werken tussen enerzijds het contractuele MVDpersoneel van het gemeenschapsonderwijs en anderzijds het MVD-personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs. De leerlingenevolutie zorgt voor een daling van de werkingsmiddelen met 714.000 euro. De geraamde natuurlijke afvloei van het administratief, meester-, vak- en dienstpersoneel zorgt voor het resterende verschil. Andere Basisallocatie 12.25C – Werkingskosten kunstinitiatie Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.25 – Werkingskosten kunstinitiatie Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 142 (in duizend euro )
54 scholen gaan zich gedurende 3 schooljaren extra inspannen om kansarme leerlingen te leren omgaan met muziek, beeldende kunst, theater,… Ze willen zo het zelfbeeld verhogen van leerlingen die risico lopen op schoolse achterstand. De kunstinitiatie verloopt via 25 projecten, die ook de buurt en de ouders meer bij de school betrekken. De werkingskosten van deze projecten zijn 142.000 euro. De verhoging naar 2008 toe is het gevolg van een indexaanpassing. Basisallocatie 12.30B – Ondersteuning proeftuinen basisonderwijs Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.30 – Ondersteuning proeftuinen basisonderwijs Departement
NGK
2007 (krediet) 237
2008 (krediet) (in duizend euro )
Deze basisallocatie wordt samengevoegd met de basisallocatie proeftuinen secundair onderwijs, omdat heel wat van deze proeftuinen niveau-overschrijdende samenwerkingen zijn. Het krediet wordt dus op nul gezet. Basisallocatie 33.09C – Subsidie voor onthaalonderwijs anderstalige nieuwkomers (basisonderwijs) Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 33.09 – Subsidie voor onthaalonderwijs anderstalige nieuwkomers (basisonderwijs) Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 200
2008 (krediet) 160 (in duizend euro )
578
4UVL m/S#
Het onthaalonderwijs heeft tot doel de anderstalige nieuwkomer voor te bereiden op instromen in het gewoon onderwijs in het schooljaar volgend op de onthaalperiode. Het onthaalonderwijs zal de anderstalige nieuwkomer in staat moeten stellen op een efficiënte manier te functioneren in de klas, die in overeenstemming is met zijn leeftijd, als lerend individu en als lid van de klas/-scholengemeenschap. De toelage per anderstalige nieuwkomer bedraagt 12,5 euro per volledige maand dat deze anderstalige nieuwkomer is opgenomen in de onthaalklas. De laatste jaren wordt een daling van het aantal anderstalige nieuwkomers vastgesteld. Daarom wordt er voor begrotingsjaar 2008 160.000 euro voorzien, wat een daling van 40.000 euro betekent ten opzichte van vorig jaar. Basisallocatie 33.39D – Subsidie voor kleuterparticipatie Begroting 2007: niet van toepassing Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 1.700 (in duizend euro )
Met de tweedelijnsondersteuning wordt geïnvesteerd in begeleiding van kleuteronderwijzers die meer dan anderen geconfronteerd worden met niet-Nederlandstalige kleuters. Zij krijgen in grote mate te maken met de problematieken rond anderstaligheid en taalvaardigheid Nederlands. Kleuteronderwijzers van scholen die gelegen zijn in LOP-gebieden met minimum 25% GOK-leerlingen zullen kunnen gebruik maken van deze ondersteuning omdat zij geconfronteerd worden met een grote concentratie doelgroepleerlingen. Vermits er een duidelijk verband bestaat tussen het niet gebruiken van de Nederlandse taal thuis en de leerachterstand en schoolse vertraging, is het van het grootste belang om de taalvaardigheid van de kleuters te verhogen via de meest geschikte onderwijskundige aanpak. De tweedelijnsondersteuning zal dan ook vooral bestaan uit een intensieve begeleiding van de kleuteronderwijzer en gericht zijn op hun pedagogisch didactisch handelen. Basisallocatie 40.47C – Nascholing op initiatief van de scholen: basisonderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 40.47 – Nascholing op initiatief van de scholen: basisonderwijs Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK BVJ
2007 (krediet) 4.474
2008 (krediet) 4.743 (in duizend euro )
Om een optimale uitoefening van het lerarenambt mogelijk te maken, binnen een vernieuwde taakinvulling als vak- en of als klasleraar, maar vooral als lid van een schoolteam, wordt naast een opleidingskader ook inservice en schoolgerichte navorming georganiseerd. De keuze en de beslissing over de aard van de nascholing, de doelgroep en de nascholingsaanbieders ligt bij de scholen. De scholen van het kleuter- en lager onderwijs krijgen rechtstreeks financiële middelen die ze kunnen besteden voor noodzakelijke geachte nascholing. Via CAO VIII is er een verhoging van de nascholingsmiddelen voor de directeurs voorzien. Het basisonderwijs krijgt van deze middelen 190.000 euro. Daarnaast werden de werkingsmiddelen geïndexeerd.
579
4UVL m/S#
PROGRAMMA FE SECUNDAIR ONDERWIJS DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. UITGAVEN
NGK BVJ
2007 (krediet) 3.447.290 3.792
2008 (krediet) 3.468.613 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten Doelgroep en structuur van het secundair onderwijs Het secundair onderwijs is leerplichtonderwijs voor jongeren van 12 tot 18 jaar. Het secundair onderwijs vormt en leidt deze jongeren op om verder te studeren in het hoger onderwijs of om volwaardig deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven en te kunnen participeren in het arbeidsproces. Het gewoon secundair onderwijs omvat het voltijds secundair onderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs. Het voltijds secundair onderwijs bestaat uit vier graden. De eerste drie graden tellen elk twee leerjaren. De tweede en de derde graad omvatten vier onderwijsvormen : - het algemeen secundair onderwijs (ASO) ; - het technisch secundair onderwijs (TSO) ; - het kunstsecundair onderwijs (KSO) ; - het beroepssecundair onderwijs (BSO). De structuur van drie graden van twee leerjaren kan worden aangevuld met een derde leerjaar in de derde graad van het ASO, het TSO, het KSO en het BSO. Dit derde leerjaar is een voorbereidend jaar op het hoger onderwijs (in het ASO en het KSO) of een specialisatiejaar (in het TSO, het KSO). Het specialisatiejaar voor BSO laat ook toe een diploman secundair onderwijs te behalen, samen met een beroepsgerichte kwalificatie. Het derde leerjaar in de derde graad BSO kan ook worden georganiseerd als een "naamloos" jaar dat louter de mogelijkheid biedt het diploma secundair onderwijs te behalen. Ook kan er een derde leerjaar in de tweede graad van het BSO georganiseerd worden (vervolmakingjaar). De vierde graad van het secundair onderwijs wordt alleen in het beroepssecundair onderwijs georganiseerd en omvat naargelang van de specialiteit 2 of 3 leerjaren. Het deeltijds beroepssecundair onderwijs omvat een combinatie van leren en werken. Het wordt georganiseerd enerzijds voor jongeren van 15/16 tot 18 jaar die niet meer voltijds leerplichtig zijn en anderzijds voor jongeren van 18 tot 25 jaar die een industrieel leercontract of een deeltijdse arbeidsovereenkomst afgesloten hebben. Doelgroep en structuur van het buitengewoon secundair onderwijs Het buitengewoon secundair onderwijs (BUSO) richt zich tot jongeren tussen 13 en 21 jaar. Het is erop gericht deze jongeren, waarvan de ontwikkeling en sociale aanpassing wegens een handicap en/of leer- of opvoedingsmoeilijkheden belemmerd wordt en die door het gewoon secundair onderwijs niet kunnen begeleid worden, tijdelijk of permanent aangepast onderwijs en zo nodig verzorging en therapie te geven.
4UVL m/S#
580
Het BUSO is onderverdeeld in vier opleidingsvormen. Het streefdoel gaat van gewone sociale aanpassing in een beschermd leefmilieu tot onderwijs met dezelfde programma's en structuren als in het gewoon secundair onderwijs. Daarenboven wordt in het kader van het geïntegreerd onderwijs vanuit het buitengewoon secundair onderwijs additionele hulp verleend aan gehandicapte jongeren die in het gewoon secundair onderwijs les volgen. A. De omschrijving van de strategische doelstellingen 601 - Departement Gelijke onderwijskansen creëren door een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het onderwijsbeleid verbreden en verdiepen door te zorgen voor de talentontwikkeling van alle jongeren. Een kwaliteitsvol personeelsbeleid voeren. Het beleidsvoerend vermogen van de scholen versterken. 603 - Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) 1. Het agentschap zorgt er via een tijdige en correcte toekenning van omkadering en werkingsmiddelen voor dat de scholen permanent beschikken over de nodige middelen om kwaliteitsvol onderwijs te verstrekken. 2. Het agentschap draagt via een tijdige en correcte salarisverwerking, het efficiënt beheren van personeelsdossiers, een correcte toepassing van de wetgeving en de sectorale akkoorden, bij tot een algemene tevredenheid bij de personeelsleden in het onderwijs zodat deze zich kunnen toeleggen op hun kerntaken. 3. Het agentschap draagt via het ondersteunen van het inschrijvingsrecht en het faciliteren van gelijke onderwijskansen bij tot een succesvolle schoolloopbaan van alle leerlingen. 4. In het kader van het bevorderen van gelijke kansen voor jongeren en de aanpak van antisociaal gedrag in de scholen, laaggeschoolde jongeren aan een baan helpen in het onderwijs (via eerste werkplekervaring – startbanen). B. De omschrijving van de operationele doelstellingen 601 - Departement De aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt verbeteren door de Regionale Technologische Centra, de Centra leren en werken en de uitrusting van de nijverheidsscholen. Talentontwikkeling van elke jongere beklemtonen aan de hand van proeftuinen die zich hierop gaan toeleggen. Personeelsbeleid Effectief en doelmatig bestuur in onderwijs en vorming stimuleren: Om te garanderen dat de publieke investeringen in het onderwijs effectief en efficiënt worden besteed, moet op alle niveaus van vorming en onderwijs goed bestuur verzekerd zijn. Het effectief en doelmatig bestuur in een school bevorderen draagt bij tot het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van de school. Dit betekent het vermogen of de capaciteit om beleid te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren. Beleidsvoering dient uiteindelijk gericht te zijn op het kernproces van de school: het ondersteunen van het leren van de leerlingen. Krachtige scholen met een effectief en doelmatig bestuur bieden de meest aangepaste
581
4UVL m/S#
perspectieven aan kinderen en jongeren met specifieke talenten en behoeften. De beleidskracht van scholen is de hefboom om aan alle leerlingen kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. De professionalisering van de schoolleiding bevorderen: Het leiden van een goede school veronderstelt heel wat competenties. Hoewel de financiële en juridische eindverantwoordelijkheid bij de schoolbesturen berust, staan de schoolleiders in voor de loopbaanontwikkeling van hun personeel, moeten ze zorgen voor een goede besteding van de financiële middelen en voor de uitrusting en het onderhoud van de schoolgebouwen. Ze moeten samenwerken met het schoolbestuur, zorgen voor goede relaties met de ouders van de leerlingen en een netwerk rond de school uitbouwen. Steeds meer wordt van hen verwacht dat ze deskundigheid en bezielend leiderschap combineren. De verdere professionalisering van de schoolleiding moet ertoe bijdragen dat deze taken op een professionele manier kunnen uitgevoerd worden. Leerkrachten in hun professionalisering ondersteunen: Goede leerkrachten vormen de spil van het onderwijs en zijn de belangrijkste garantie voor onderwijskwaliteit. Ze moeten hun job in goede omstandigheden kunnen uitoefenen. Ze zijn professionals, die goed moeten worden opgeleid. De kwaliteit van de schoolloopbaan verbeteren: Leerkrachten moeten hun job in goede omstandigheden kunnen uitoefenen. Optimale arbeidsvoorwaarden en een aantrekkelijk loopbaanperspectief zijn dan ook essentieel. Moderniseren van het personeelsbeleid: Een modern personeelsbeleid draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van het onderwijs en het realiseren van onderwijsvernieuwingen. 603 - Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) Het agentschap kent de toelagen tijdig en correct toe. Het agentschap kent de middelen tijdig en correct toe. Het agentschap kent de omkadering tijdig en correct toe. Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte opvolging van het administratieve dossier van het personeel. Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte verwerking van het geldelijke dossier van het personeel. De betalingen gebeuren tijdig en correct in overeenstemming met de onderwijs- en aanverwante regelgeving. Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte realisatie van de terugvorderingen en recuperaties van salarissen die worden geprefinancierd (detacheringen met terugbetaling). Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte aanrekening van de lonen op de onderwijsbegroting. Het agentschap verzekert dat er tijdig voldaan wordt aan alle sociale en fiscale verplichtingen en de sectorale akkoorden. Het agentschap zorgt voor een degelijke opvolging en sturing van de deskundigenondersteuners van de lokale overlegplatforms (LOP’s). Het agentschap levert gegevens aan rond gelijke onderwijskansen en ondersteunt de LOP’s bij het opmaken van omgevingsanalyses. Het agentschap neemt het secretariaat waar van de Commissie Leerlingenrechten en ondersteunt de opvolging van de klachtenbehandeling door de Commissie.
4UVL m/S#
582
Het agentschap staat in voor de organisatie van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. Via het uitwerken van de nodige modaliteiten van het project 'scholen voor jongeren/jongeren voor scholen’, staat het agentschap de scholen bij om te werken aan antisociaal gedrag op school en zo bij te dragen tot het bevorderen van de gelijke onderwijskansen. Via het uitwerken van de nodige modaliteiten van het verkeersveiligheid-project staat het agentschap de lokale besturen bij teneinde de verkeersveiligheid in de schoolomgeving te verbeteren. Via het uitwerken van de nodige modaliteiten van het schoolspottersproject staat het agentschap de betrokken actoren bij om te werken aan het antisociaal gedrag in de schoolomgeving en op het traject van en naar school. C. De omschrijving van de instrumenten 601 - Departement Om de scholen de mogelijkheid te bieden aan te sluiten bij de technologische ontwikkelingen en de evoluties in de beroepspraktijk, werden in samenwerking met het bedrijfsleven regionale technologische centra (RTC) opgestart. Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Centraal in het concept staat dat de technologische centra de scholen netoverschrijdend (hoog)technologische infrastructuur en opleidingsonderdelen moeten aanbieden. De regionale technologische centra werken met zowel gespecialiseerd personeel vanuit de bedrijven als leerkrachten van de betrokken scholen en werken in samenwerking met de scholen gemeenschappelijke leerplannen uit. In totaal zijn er 5 centra operationeel. Vanaf januari 2008 werden met deze RTC’s een tweede beheersovereenkomst voor een periode van 3 jaar afgesloten. De invulling van de component ‘werk’ in het kader van deeltijdse leersystemen is enorm belangrijk. Ook de vorige schoolverlatersenquete van VDAB toonde dit voldoende aan. Vandaar dat ik in mijn conceptnota over leren en werken reeds erg veel aandacht besteed aan de invulling van deze werkcomponent. Hierbij zie ik een werking op twee lijnen. In de eerste lijn is elk centrum zelf verantwoordelijk voor het vinden van werkervaringsplaatsen. In tweede instantie kunnen ze hiervoor steun vinden bij de op te richten overlegplatformen op het niveau van het Regionaal economisch-sociaal overlegcomité (RESOC). Fase 4 van leren en werken voorziet ondermeer in de organisatie van persoonlijke ontwikkelingstrajecten voor jongeren. Het is de bedoeling om met een aantal pilootregio's te komen tot een voltijds engagement voor alle leerplichtige leerlingen. De basisuitrusting in onze technische scholen is sterk verouderd. In een aantal gevallen hebben scholen het bovendien moeilijk om hun uitrusting aan te passen aan de nieuwste normen rond veiligheid. Daarom werd in het schooljaar 2005-2006 begonnen met een investeringsprogramma voor drie schooljaren. Na overleg binnen de onderwijszone konden de scholen een investeringsplan voorleggen dat beoordeeld wordt door een commissie die bestond uit leden van de administratie, de inspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten. In de beleidsbrief wordt het gedachtegoed van Accent op Talent op verschillende domeinen geïntegreerd. Om die onderwijsvernieuwingen gestalte te geven opteert het beleid voor proeftuinen. Dit zijn projecten met een beperkt aantal scholen/scholengemeenschappen die binnen een beperkte regelluwte de kans krijgen innovaties uit te testen. Evaluatie van die projecten kan leiden tot een aanpassing van de regelgeving of het creëren van alternatieve regelgeving die voor alle scholen geldt. De proeftuinen rond onderwijsinnovatie werden inhoudelijk afgelijnd rond volgende thema’s: talentontwikkeling, technologie, beleidsvoerend vermogen en leren en werken. Er kunnen proeftuinen in alle scholen van het leerplichtonderwijs worden georganiseerd, zodat ook basisscholen aan bod kunnen komen. Vanaf 1 september 2008 wordt er gestart met een nieuwe financiering van het leerplichtonderwijs wat betreft de werkingsmiddelen. De financiering van scholen zal niet meer afhankelijk zijn van het net, maar wel van de kenmerken van de leerlingen en de kenmerken van de school. De berekening van de werkingsmiddelen
583
4UVL m/S#
voor het gemeenschapsonderwijs is nu immers niet dezelfde als de berekening van de werkingsmiddelen voor het gesubsidieerd onderwijs. Berekening en toekenning van de werkingsmiddelen op basis van leerlingen- en schoolkenmerken betekent dat scholen die relatief veel kinderen over sociaal-culturele barrières moeten helpen, daarvoor relatief meer werkingsmiddelen zullen krijgen. Scholen met de moeilijkste opdrachten zullen de nodige middelen krijgen om die opdrachten uit te voeren. In de discussie over de werkingsmiddelen moeten we ook de ‘objectieve verschillen’ betrekken. Tussen de netten zijn er objectieve verschillen die de toekenning van extra werkingsmiddelen verantwoorden. We denken hier o.m. aan de kostprijs verbonden aan de organisatie van meerdere cursussen levensbeschouwelijke vakken. De inrichtende machten van het officieel onderwijs die de grondwettelijke verplichting hebben meerdere levensbeschouwelijke vakken aan te bieden hebben recht op bijkomende werkingsmiddelen. De werkingsmiddelen voor schooljaar 2008-2009 worden volledig in 2009 uitbetaald. Hiervoor is 40 mio euro voorzien. Dit komt neer op gemiddeld 84 euro per kind bijkomende werkingsmiddelen per jaar. Voor 2008 zal eenmalig 10 mio. euro over het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs verdeeld worden. Vanaf het schooljaar 2007-2008 stijgt het aantal uren voor gelijke onderwijskansen (GOK) in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Alle scholen die nu over GOK-uren beschikken krijgen een evenredige verhoging. De kostprijs van deze maatregel bedraagt 2 miljoen euro per schooljaar. Hierdoor krijgen scholen met veel kansarme leerlingen extra aandacht. In het secundair onderwijs wordt tijdens het schooljaar 2007-2008 een tijdelijk project gevoerd waarbij vervangingen van personeelsleden van het onderwijzend personeel mogelijk worden voor afwezigheden van minimum zes dagen en maximum negen dagen. Tijdens het schooljaar 2007-2008 loopt het tijdelijk project af waarbij leerkrachten die op bedrijfsstages gaan vervangen kunnen worden. Leerkrachten in het secundair onderwijs moeten zich voortdurend bijscholen om bij te blijven op hun vakgebied en moeten ook de ontwikkelingen in onze kennismaatschappij op de voet volgen. Daarenboven is het in het kader van verdere professionalisering van zeer groot belang dat zij op de hoogte blijven van de diverse evoluties in een arbeidsmilieu. In het schooljaar 2007-2008 wordt het tijdelijk project inzake modulair onderwijs verlengd. Hiervoor wordt in extra omkadering voorzien in het experimenteel modulair beroepssecundair onderwijs voor de conceptuele voorbereiding en implementatie van het project. In uitvoering van de strategische doelstelling met betrekking tot de kwaliteit van de schoolloopbaan werd in cao VIII overeengekomen om de koopkracht te verhogen. Tussen 2006 en 2011 krijgen alle personeelsleden uit het onderwijs meer vakantiegeld. De verhoging gebeurt stapsgewijs. Een aantal personeelsleden met lagere lonen genieten eveneens een belangrijke loonsverhoging. Ook voor het onderhouds- of MVDpersoneel worden een aantal maatregelen genomen met het oog op de verbetering van de arbeidsomstandigheden van het contractueel MVD- personeel en onderhoudspersoneel: harmonisering van de lonen gemeenschapsonderwijs – gesubsidieerd vrij onderwijs, het optrekken van het vakantiegeld tot 92% voor de contractuele personeelsleden, mogelijkheid tot het afsluiten van contracten van een volledig schooljaar of contracten van onbepaalde duur voor contractueel MVD-personeel in het gemeenschapsonderwijs en het onderhoudspersoneel in het gesubsidieerd onderwijs. Om een goed onderbouwd en vernieuwend beleid te voeren in de scholen zijn bekwame directeurs nodig. Maar om bekwame directeurs aan te trekken en te behouden is een goede verloning nodig. Daarom kegen directeurs van het secundair onderwijs vanaf 1 september 2007 een loonsverhoging. Directeurs van kleine scholen zien hun lesopdracht tot vier uur per week dalen en krijgen dan ook vier uur extra administratieve omkadering. Vanaf dit schooljaar worden er in het secundair onderwijs vernieuwde functiebeschrijvingen en evaluaties ingevoerd. Functiebeschrijvingen en evaluaties zijn essentiële instrumenten voor scholen om een constructief personeelsbeleid te voeren. Tijdens de evaluatiegesprekken overlopen directeurs zowel de sterke als de te verbeteren punten in het functioneren van hun personeel. De functieomschrijving dient als leidraad bij dit gesprek.
4UVL m/S#
584
Ook voor sommige middenkaderfuncties werd vanaf 1 september 2007 in een loonsverhoging voorzien, namelijk voor de adjunct-directeur secundair onderwijs, de coördinator deeltijds beroepssecundair onderwijs en voor de technisch adviseur coördinator. De bijzondere competenties betreffende zorg en remediëring worden vanaf 1 september 2007 gehonoreerd met een niet –verworven salarisschaal. In het secundair onderwijs wordt 13 miljoen euro geïnvesteerd voor functie- en taakdifferentiatie. Daarmee kan een school andere opdrachten dan de lesopdracht aan haar personeelsleden toewijzen waarvoor ze tot nog toe uit haar pakket uren-leraar of lesuren moest putten. Op deze manier kan de werkdruk verminderd worden van leerkrachten die dergelijke taken moesten combineren met lesgeven. Om de begeleiding van stagiairs, startende leerkrachten en leraren in opleiding verder uit te bouwen, worden de middelen voor het mentorschap verhoogd De bijkomende begeleiding en ondersteuning van gewezen anderstalige nieuwkomers in het regulier onderwijs gebeurt vanaf 1 september 2006 door de toekenning van een extra ambt (22 uren-leraar) per scholengemeenschap die onthaalonderwijs organiseert. Met de extra steun moet een takenpakket worden uitgevoerd dat onder de noemer vervolgcoördinatie kan worden geplaatst. Concreet kan dit gaan van coaching van leerkrachten in het regulier onderwijs tot het begeleiden van leerkrachten en leerlingen in verband met specifieke taalproblemen (vaktaal en abstract taalgebruik, problemen met tweede en eventuele derde taal). Er dient ook per scholengemeenschap met een onthaalklas een systeem te worden uitgebouwd, waarbij het vervolgtraject van elke onthaalleerling nauwkeurig wordt opgevolgd. Het is logisch dat de extra uren-leraar aan de onthaalklas worden toegekend en dat de begeleiding van daaruit gebeurt. De onthaalleerkrachten zijn immers de enige personeelsleden die over de nodige expertise voor het uitvoeren van deze taak beschikken. Om de nieuwe maatregelen in het onthaalonderwijs te kunnen ondersteunen krijgt het steunpunt GOK twee bijkomende voltijdse ambten voor de begeleiding van de leerkrachten en de trajectbegeleiders en voor de ontwikkeling van nieuwe materialen. In het buitengewoon secundair onderwijs worden vanaf 1 september 2007 bijkomende ambten van het ondersteunend personeel voorzien. 603 - Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) Personeelsbeleid Aan alle scholen worden vanaf het schooljaar 2007-2008 extra-middelen in de vorm van een puntenenveloppe toegekend om een beleid inzake taak- en functiedifferentiatie te kunnen voeren. Met deze middelen beschikt de school over meer mogelijkheden om andere opdrachten dan de lesopdracht toe te kennen aan haar personeelsleden, zodat hiervoor niet uitsluitend het pakket uren-leraar moet worden aangewend. In het basis- en secundair onderwijs werd tijdens de schooljaren 2005-2006 en 2006-2007 een tijdelijk project georganiseerd waarbij projectscholen van het gewoon en/of buitengewoon basisonderwijs of scholen van het gewoon en/of buitengewoon secundair onderwijs (33% van de scholen), een eigen beleid konden voeren betreffende vervangingen van korte afwezigheden van leden van het onderwijzend personeel (minder dan 10 aaneensluitende werkdagen) in functie van eigen lokale noden en prioriteiten. Aan de projectscholen werden extra middelen toegekend in de vorm van vervangingseenheden. In het schooljaar 2007-2008 wordt het project verlengd en tot alle scholen uitgebreid. Tijdens de schooljaren 2005-2006 tot en met 2007-2008 worden middelen vrijgemaakt voor de vervanging van leerkrachten die op bedrijfsstage gaan. Leerkrachten in het secundair onderwijs moeten zich voortdurend bijscholen om bij te blijven op hun vakgebied en moeten ook de ontwikkelingen in onze kennismaatschappij op de voet volgen. Daarenboven is het in het kader van hun verdere professionalisering van zeer groot belang dat zij op de hoogte blijven van de diverse evoluties in een arbeidsmilieu. Met bedrijfsstages worden, naast
585
4UVL m/S#
stages in een bedrijf/onderneming, ook stages bedoeld in private en openbare instellingen. De doelgroep van dit project zijn de leerkrachten technische vakken, praktische vakken en beroepsgerichte vorming. Onderwijs aan huis voor zieke jongeren bestaat sedert 1 september 1997 in het lager onderwijs De nood eraan bestond ook in het secundair onderwijs. Vanaf het schooljaar 2005-2006 werd deze maatregel in het secundair onderwijs ingevoerd. Om voor tijdelijk onderwijs aan huis in aanmerking te komen, moeten alle voorwaarden gezamenlijk worden vervuld: het moet gaan om regelmatige leerlingen in het secundair onderwijs (uitgezonderd derde leerjaren van de tweede graad BSO, derde leerjaren van de derde graad ASO, TSO en KSO, de leerjaren van de vierde graad BSO en het DBSO en het deeltijds zeevisserijonderwijs, en de alternerende beroepsopleiding in het BuSO) die meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig zijn op school wegens ziekte of ongeval. Vanaf 1 januari 2007 werd het onderwijs aan huis uitgebreid tot chronisch zieke leerlingen en werd de afstand waarbinnen onderwijs aan huis mogelijk is, uitgebreid. Gelijke onderwijskansenbeleid Vanaf het schooljaar 2002-2003 werd gestart met een geïntegreerd beleid inzake gelijke onderwijskansen, in de plaats van het onderwijsvoorrangsbeleid en het project bijzondere noden. Het gelijke onderwijskansenbeleid omvat drie krachtlijnen: recht op inschrijving, lokale overlegplatforms en een geïntegreerd ondersteuningsaanbod. De eerste twee luiken traden in werking vanaf het schooljaar 2003-2004; het derde luik inzake het geïntegreerd ondersteuningsaanbod is in werking getreden in het schooljaar 20022003. Het decreet betreffende gelijke onderwijskansen-I heeft als doel blijvende inspanningen te leveren om de onderwijsachterstand van kansarme allochtone en autochtone leerlingen weg te werken en de integratie te bevorderen. Concreet krijgen scholen extra uren-leraar indien zij respectievelijk 10% of 25% leerlingen uit de doelgroep hebben in de eerste/tweede en derde graad. De doelgroep werd bepaald aan de hand van gelijkekansenindicatoren waaraan gewichten werden toegekend. De extra uren-leraar blijven voor een periode van drie opeenvolgende schooljaren gelijk. Op 1 februari 2005 heeft een nieuwe bevraging plaatsgevonden voor de toekenning van extra uren voor de periode 2005-2006 tot en met 2007-2008. Modulair onderwijs Het experiment betreffende het modulair onderwijs in het TSO en BSO en de vierde graad van het secundair onderwijs begon in het schooljaar 2000-2001 en eindigde in het schooljaar 2006-2007. Het onderwijsdecreet XVII van 22 juni 2007 heeft dit experiment met een schooljaar verlengd. De conceptuele voorbereiding is reeds achter de rug. In de loop van dit schooljaar zullen alle evaluatierapporten, bevragingen van het werkveld en de resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden gebundeld. Dit moet een basis leveren om - in overleg met de betrokken actoren – na te gaan of, in welke mate en hoe we een flexibel modulair secundair onderwijs kunnen uitbouwen. Nascholing Ingevolge het gewijzigde decreet van 16 april 1996 betreffende het mentorschap en de nascholing in Vlaanderen worden aan de secundaire scholen kredieten voor de nascholing van hun personeel ter beschikking gesteld. Voor het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs is voor 2008 een geïndexeerd krediet van 6.508.000 euro in de begroting ingeschreven. Dit krediet wordt op basis van het aantal voltijdse organieke ambten per school verdeeld en is tot 2003 elk jaar gevoelig gestegen. Vanaf het begrotingsjaar 2004 wordt het indexeringsmechanisme van het decreet van 16 april 1996 toegepast. Om de professionalisering van de directeurs te bevorderen worden er voor de nascholing van directeurs in CAO VIII in bijkomende middelen voorzien. Opleidingen die voor erkenning in aanmerking willen komen, zijn gericht op het versterken van de professionele competenties voor het schoolleiderschap. Deze opleidingen leiden tot een certificaat of diploma. Topsportscholen
4UVL m/S#
586
Over de verschillende netten en provincies gespreid, zijn er in Vlaanderen 6 voltijdse secundaire scholen met één of meer studierichtingen topsport. Jongeren die door de sportautoriteiten zijn geselecteerd als beloftevolle topsporters, krijgen een topsportstatuut en kunnen tot deze studierichtingen worden toegelaten. Ze genieten bepaalde faciliteiten om hun sportcarrière uit te bouwen en tegelijkertijd een opleiding te volgen die tot een diploma van secundair onderwijs leidt. Onder meer op het vlak van leerplanafwerking, begeleiding, training en afwezigheden op school zijn bijzondere maatregelen getroffen die zijn opgenomen in een convenant afgesloten tussen de betrokken partners. Het Vlaamse topsportactieplan doet een aantal aanbevelingen om het topsportonderwijs te consolideren en te versterken. De aanstelling van een topsportcoördinator per instelling kadert hierin. Het personeelslid dat met deze opdracht wordt belast zal de volledige afstemming op zich nemen tussen het onderwijs en de participerende sportfederaties, onder andere wat het gebruik van de infrastructuur, het transport, de internaatsopvang, de planning van bij- en inhaallessen en de stages betreft. De nodige kredieten zijn beschikbaar om met ingang van het schooljaar 2007-2008 in elke secundaire topsportschool een organiek ambt met de functie van topsportcoördinator te financieren of te subsidiëren. Internaten Vanaf 1 september 2008 worden in de gesubsidieerde internaten 2 of 2,5 ambten van opvoeder gesubsidieerd: 2 ambten indien in het internaat uitsluitend leerlingen uit het secundair verblijven en 2,5 ambten indien in het internaat ook leerlingen uit het basisonderwijs verblijven. ‘Projecten’ buiten personeelsbeleid Examencommissie van de Vlaamse gemeenschap Om een voldoende aantal examinatoren te kunnen blijven vinden, is het noodzakelijk de bedragen van de presentiegelden te verhogen. De huidige vergoedingen bedragen 4 euro per zitdag van 6 of 7 uur of 6 euro per zitdag van 8 uur of meer. De nieuwe bedragen zijn vergelijkbaar met de vergoedingen die de leden van de taalexamencommissies ontvangen. Er zal bij de vaststelling van de vergoedingen een onderscheid worden gemaakt tussen actieve en gepensioneerde leerkrachten. Ook de duur van de aanwezigheid zal worden verrekend. De kostprijs van deze maatregel wordt op 213.000 euro per jaar geraamd. Graag naar school gaan (startbanen) De overheid wil jongeren die geen diploma hoger secundair onderwijs hebben, ervaring laten opdoen in het onderwijs en hen stimuleren om toch hun diploma hoger secundair onderwijs te behalen. Zo kunnen ze hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. De overheid richt zich daarbij in het bijzonder tot allochtonen, laaggeschoolden en kansarmen. Jongeren die aan het JoJo-project deelnemen, werken in een startbaanovereenkomst in een secundaire technische of beroepsschool. Daar staan ze in voor de goede relaties tussen leerlingen, ouders en school. Ze proberen het schoolklimaat aangenamer te maken en zijn een vertrouwenspersoon voor de leerlingen. Tijdens hun tewerkstelling worden ze gestimuleerd om een opleiding te volgen. Die moet een eerste aanzet vormen om een diploma secundair onderwijs te behalen of bekwaamheden te verwerven die hen kunnen helpen bij uitvoeren van het takenpakket. Het JoJo project wordt in 2006 met 200 extra startbanen uitgebreid. Voor het eerst kunnen er ook startbaners tewerkgesteld worden als klusjes- en onderhoudsman en dit zowel binnen de scholengemeenschappen secundair onderwijs als basisonderwijs. Voor deze klusjesmannen komen ook leerlingen DBSO uit de rubrieken onderhoud, land- en tuinbouw en decoratie in aanmerking. Zij komen dan in een systeem van alternerend leren terecht, waarbij ze via een startbaan praktijkervaring kunnen opdoen in een school. Het JoJo project zal bij een volledige invulling van de startbanen jaarlijks 350 laaggeschoolden de kans kunnen bieden om werkervaring op te doen in een schoolse omgeving.
587
4UVL m/S#
Vormingsprogramma’s die voor het vervullen van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komen Artikel 2 van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht biedt de Vlaamse Regering de mogelijkheid vormingsprogramma’s te erkennen, waardoor ze voor het vervullen van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komen. Deze erkenning wordt verleend op eensluidend advies van een paritaire commissie die uit acht leden bestaat. Drie leden vertegenwoordigen de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs. De Vlaamse ministers, bevoegd voor de cultuur, het economisch beleid, het beleid inzake maatschappelijk welzijn en het tewerkstellingsbeleid hebben ieder één vertegenwoordiger in deze commissie (Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005). De organisatie, de financiering en de normering van de erkende vormingen wordt geregeld door een besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005. Vanaf 1 september 2003 zijn de vormingsprogramma’s die voor het vervullen van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komen, van het departement WVC overgeheveld naar het departement Onderwijs. Hierdoor werd het departement onderwijs ook voor de financiering van deze vormingen verantwoordelijk. Centra voor leren en werken uitbouwen De drie deeltijdse leersystemen die nu nog naast elkaar bestaan, namelijk het deeltijds beroepssecundair onderwijs, de deeltijdse vorming en de leertijd zullen in regionale platforms worden gebundeld. Tussen de drie systemen zal met behoud van een zekere eigenheid zoveel mogelijk worden samengewerkt, zodat voor elke leerling een traject dat het best bij hem of haar past, kan worden uitgewerkt. Er wordt gewerkt aan een geïntegreerd beleid rond een zinvolle invulling van vijf dagen op maat van de jongeren. Van de jongeren wordt een voltijds engagement gedurende vijf dagen geëist. Dit wordt ingevuld met werken, leren op de werkvloer, brugtrajecten, voortrajecten of werken aan arbeidsattitudes op maat van de jongere. De doelstelling is het bereiken van een kwalificatie voor iedere jongere of ten minste een deelkwalificatie waar het volwassenenonderwijs, de VDAB of het bedrijfsleven kan op voortbouwen. ICT In 2007 werden nieuwe eindtermen in het basis- en secundair onderwijs en in de basiseducatie ingevoerd. Een nieuw ICT-infrastructuurprogramma, waarbij in 2007 in gekleurde middelen voor de aankoop van ICTinfrastructuur werd voorzien, moest de invoering van de nieuwe eindtermen ondersteunen. In 2008 zullen aan de scholen opnieuw middelen voor de aankoop van ICT-infrastructuur worden toegekend. D. De omschrijving van de prestaties, de prestatiedrijvers en de budgettaire parameters 601 – Departement De Regionale Technologische Centra (RTC) werkten de vorige jaren hard aan de uitvoering van hun beheersovereenkomsten. We leerden in de voorbije jaren, dat deze RTC's erg interessante platformen zijn om de wereld van leren en die van werken dichter bij elkaar te brengen, en dat niet enkel op het vlak van technologie en infrastructuur waarbinnen ze nu voornamelijk werken. Er komt eerstdaags een nieuwe decreettekst. Het moet de basis vormen van een beheersovereenkomst waarin de RTC’s nog meer autonomie krijgen om de scholen en bedrijven binnen hun werkingsgebied beter te kunnen dienen. Zo wens ik hun de kans te geven om véél ruimer te werken op het snijvlak tussen leren en werken, bijvoorbeeld op het vlak van de navorming van leerkrachten, leerkrachtenstages of het uitbouwen van de platformfunctie. In de onderhandelingen over de beheersovereenkomsten voor de periode 2008-2010 zullen dan ook de andere RTC-doelstellingen meer aan bod komen. Om op het terrein de RTC’s, waarin het ter beschikking krijgen van hoogtechnologische infrastructuur en apparatuur centraal staat, ook meer armslag te geven om hun beheersovereenkomsten uit te voeren, versterken we eveneens hun personeelskader met een drietal personeelsleden per RTC met middelen voorzien in het kader van de competentieagenda (beleidsdomein werk). Om hun regionale werking verder uit te bouwen, wens ik het regelgevend kader op een aantal plaatsen aan te passen. Naast een versterking van de
4UVL m/S#
588
lokale autonomie, is de voorbije jaren ook gebleken dat voor een beperkt aantal aspecten een meer centrale werking zinvol kan zijn, bv. om het gesprek aan te gaan met sectoren die niet provinciaal georganiseerd zijn of om een aantal zaken te organiseren over alle provincies heen. Ik denk hierbij aan het Veiligheid Checklist Aannemers (VCA)-certificaat. In de loop van dit jaar gaan we na op welke wijze we best komen tot een overkoepelende structuur. Eventueel kan gedacht worden aan een samengaan met bestaande organisaties die reeds op Vlaams niveau opereren. De nodige middelen voor de RTC's bedragen 2 299 000 euro en 900.000 euro voor de bemiddelaars. Het schooljaar 2007-2008 is het derde schooljaar van het investeringsprogramma basisuitrusting voor de studiegebieden in het nijverheidsonderwijs. Intussen moet onderzocht worden op welke wijze we scholen instrumenten kunnen aanreiken om hun uitrusting op peil te houden. De kredieten van de investeringsoperatie in uitrustingsgoederen bedragen 10 500 000 euro Ook centraal worden de inspanningen van de centra leren en werken gesteund: via de sectorconvenanten worden er tussen onderwijs en de sectoren bindende afspraken gemaakt over het ter beschikking stellen van werkervaringsplaatsen. Op die manier moeten voor alle jongeren, die arbeidsrijp en arbeidsbereid zijn, passende werkervaringsplaatsen gevonden worden. Op 1 september 2005 zijn er 41 proeftuinen voor een periode van drie schooljaren gestart. Hierbij zijn méér dan 200 scholen betrokken. De opvolging van de proeftuinen is cruciaal en moet leiden tot een beter inzicht in de bijdrage die sommige maatregelen voor een beter onderwijs kunnen leveren. Daarom worden de projecten gecoördineerd door 3 gedetacheerde personeelsleden op het departement onderwijs en begeleid door 4 gedetacheerde leerkrachten bij de pedagogische begeleidingsdiensten. Dit team biedt ondersteuning, begeleiding op schoolniveau, gemeenschappelijke vormingssessies en netwerkdagen. Daarnaast helpen zij de projectscholen bij een duidelijke afbakening van hun projectdoelstellingen en bij het vastleggen en bijhouden van meetbare indicatoren. Ter ondersteuning van de proeftuinen voor onderwijsinnovatie werd vanaf het schooljaar 2005-2006 per project een ½ of een ¾ ambt toegekend. Er is een oproep gedaan voor kandidaturen voor 41 nieuwe proeftuinen. Voor de begeleiding van deze nieuwe proeftuinen kunnen 3 personeelsleden uit het onderwijs worden gedetacheerd. Ook kan bij het Departement Onderwijs en Vorming een personeelslid uit het onderwijs worden gedetacheerd voor de ondersteuning en de begeleiding van de projecten. Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties UITGAVEN Lonen
Agentschap voor onderwijsdiensten NGK BVJ
2007 (krediet BC) 3.026.337 3.789
2008 (krediet) 3.036.953 (in duizend euro)
De loonkredieten 2008 worden bij de initiële begroting geraamd o.b.v. de gekende loonuitgaven 2006. De raming van het aantal te betalen personeelsleden (uitgedrukt in budgettaire full-time equivalenten) is gebeurd o.b.v. de betalingen t.e.m. april 2007 zoals deze gekend zijn in mei 2007. De lonen in het gewoon & buitengewoon secundair onderwijs stijgen ten opzichte van 2007 met 10,616 mio euro. In de eerste plaats worden de lonen aangepast aan de vergrijzing. Onder vergrijzing wordt verstaan: ‘…de budgettaire effecten van alle componenten en effecten binnen de stijging van de eenheidsloonkost die binnen de evolutie van een personeelsformatie verantwoordelijk zijn voor een stijging of daling van de uitgaven en die bovendien niets te maken hebben met wijzigingen in index en/of CAO. De twee belangrijkste
589
4UVL m/S#
componenten van vergrijzing zijn enerzijds het effect van baremieke verhogingen en anderzijds de vervanging van oudere personeelsleden door jongere en goedkopere. De geraamde meerkost die hieruit voortvloeit komt neer op 4 ,6 mio euro. De leerlingenevolutie is licht dalend in het gewoon secundair onderwijs (-0,02% in schooljaar 07/08) en stijgt sterk in het buitengewoon (+2,03%). Beide evolutie samen betekenen een toename van ongeveer 100 FTE. Desondanks stijgen de BFT’s in het secundair onderwijs t.o.v. budgetcontrole 2007 maar met 10 FTE. Net zoals in het basisonderwijs werden de bft’s licht overraamd met een 90 FTE (0,13%). Daarnaast is er de jaarlijkse daling (1,2 mio euro) van de rekenplichtig correspondenten en het meester-, vak- en dienstpersoneel van het gemeenschapsonderwijs (dit is een uitdovend kader). Dit is echter een budgettair neutraal verhaal daar de vrijgekomen middelen in de werkingsmiddelen van het secundair onderwijs worden ingebracht. De meerkost van CAO VIII betekent voor het secundair onderwijs een toename van de middelen met 29,5 mio euro. (zie infra : C omschrijving van de instrumenten – 601 departement). Het project waarbij de scholen een eigen beleid konden voeren betreffende vervangingen van korte afwezigheden van leden van het onderwijzend personeel (minder dan 10 aaneensluitende werkdagen) in functie van eigen lokale noden en prioriteiten wordt in het secundair onderwijs uitgebreid van 33% van de scholen naar alle scholen in het schooljaar 2007-2008. Dit komt neer op een extra budget van 2,160 mio euro. Vanaf schooljaar wordt er in de 8 instellingen met een studierichting topsportschool een topsportcoördinator aangesteld. De meerkost in 2008 is hiervoor 0,336 mio euro. ONTHAALONDERWIJS ATOMA 1.001.000 ??? In 2006 en 2007 is er een inhaaloperatie geweest mbt de voorschotten RSZ die in november en december volgens de RSZ-regelgeving dienden betaald te worden. Deze inhaaloperatie is in 2008 achter de rug waardoor de benodigde middelen dalen met 31,141 mio euro. Werking Agentschap voor onderwijsdiensten NGK BVJ
2007 (krediet) 388.640
2008 (krediet) 399.203 (in duizend euro )
Werking secundaire scholen De berekening van de werkingsmiddelen voor het gewoon secundair onderwijs verloopt volgens het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen m.b.t. het secundair onderwijs. De leerlingenevolutie zorgt voor een stijging van 4 duizend euro. De index brengt een verhoging met zich mee van 4.832 duizend euro In uitvoering van de CAO VIII wordt een bedrag van 3.701 duizend euro toegevoegd aan de werkingsmiddelen van het secundair onderwijs om het verschil m.b.t. de lonen weg te werken tussen enerzijds het contractuele MVD-personeel van het gemeenschapsonderwijs en anderzijds het MVDpersoneel van het gesubsidieerd vrij onderwijs. De natuurlijke afvloei van het meester-, vak- en dienstpersoneel verklaart het resterende verschil.
590
4UVL m/S#
Werking internaten De berekening van de werkingsmiddelen voor de internaten gebeurt eveneens volgens het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II. Dit decreet werd bij het programmadecreet van 20 december 2002 gewijzigd in die zin dat het berekeningsmodel van de internaten volledig conform het model van het secundair onderwijs wordt opgebouwd. De stijging van de middelen wordt verklaard door de leerlingenevolutie en door de inflatie. Werking buitengewoon secundair onderwijs De berekening van de werkingsmiddelen voor het gewoon secundair onderwijs verloopt volgens het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen m.b.t. het secundair onderwijs. De indexstijging verklaart een toename van 291 duizend euro. De wijziging in de leerlingen zorgt voor een stijging van 168 duizend euro. In uitvoering van de CAO VIII wordt een bedrag van 213 duizend euro toegevoegd aan de werkingsmiddelen van het buitengewoon secundair onderwijs om het verschil m.b.t. de lonen weg te werken tussen enerzijds het contractuele MVD-personeel van het gemeenschapsonderwijs en anderzijds het MVDpersoneel van het gesubsidieerd vrij onderwijs. De natuurlijke afvloei van het meester-, vak- en dienstpersoneel verklaart het resterende verschil. Andere Basisallocatie FE1204B – Opvolging proeftuinen: pedagogische begeleiders Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 1204 – Opvolging Accent op Talent Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 256
2008 (krediet) 204 (in duizend euro )
Op 1 september 2007 startten de 41 proeftuinen hun laatste projectjaar. De opvolging van deze proeftuinen is cruciaal en moet leiden tot een duidelijk inzicht in de bijdrage die sommige maatregelen voor een beter onderwijs kunnen leveren. De 41 projecten worden begeleid door 4 leerkrachten die bij de pedagogische begeleidingsdiensten zijn gedetacheerd. De kredieten van deze basisallocatie zijn bestemd voor de terugbetaling van de salarissen van deze 4 leerkrachten. Basisallocatie FE1205B – Allerhande uitgaven met betrekking tot het project studiekeuzebegeleiding Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 1205 – Allerhande uitgaven met betrekking tot het project studiekeuzebegeleiding Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK BVJ
75 3
2008 (krediet) 75 (in duizend euro )
591
4UVL m/S#
Voor het schooljaar 2007-2008 voorzien we een project inzake de begeleiding van de studiekeuze (de opvolger van het SOHO project). De kredieten zijn bestemd voor de werkingskosten van het project, zoals organiseren van informatiedagen, drukkerijkosten, transport, en voor de terugbetaling van het salaris van de ambtenaar verantwoordelijk voor het project. Basisallocatie 12.06 – Opvolging proeftuinen met voortrekkersbedrijven (pro memorie) Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 12.06 – Opvolging proeftuinen met voortrekkersbedrijven Departement Onderwijs en Vorming
NGK BVJ
2007 (krediet) 152
2008 (krediet) 0 (in duizend euro )
Dit project werd stopgezet waardoor er in 2008 geen kredieten meer in de begroting zijn ingeschreven. Basisallocatie FE1220C – Ter beschikking stellen van oefeninstallaties voor de zeevisserijscholen Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 1220 – Ter beschikking stellen van oefeninstallaties voor de zeevisserijscholen Agentschap voor onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 315
2008 (krediet) 315 (in duizend euro )
Deze basisallocatie omvat de huur van een oefenschip en de bijdrage voor het gebruik van simulatieapparatuur voor het zeevisserijonderwijs. Basisallocatie 12.34 – Allerhande uitgaven voor initiatieven in het kader van leren en werken Begroting 2007: Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK BVJ
0
2008 (krediet) 70 (in duizend euro )
Deze werkingsmiddelen zullen ondermeer aangewend worden voor: -het coördineren van (de voorbereiding van) de implementatie van de conceptnota leren en werken; -het opvolgen van de experimenteerfase voor het uitwerken van persoonlijke ontwikkelingstrajecten voor jongeren in de deeltijdse leersystemen; -het verzorgen van interne en externe communicatie en contacten; -het organiseren van overleg met andere beleidsdomeinen teneinde te komen tot samenwerking rond de thematiek; de uitbouw van thema-deskundigheid; -het ondersteunen van de werking van een stuurgroep/reflectiegroep op Vlaams niveau met experten van het terrein (die op beleidsniveau willen meedenken) en experten uit de wetenschappelijke wereld, … ; -het ondersteunen van de werking van regionale werkgroepen met betrokkenen in de pilootregio’s (CLB’s, CDV’s, CDO’s, VDAB, … ).
592
4UVL m/S#
70.000 euro wordt herschikt van FE3312B naar deze basisallocatie. Basisallocatie FE3303C – Subsidie aan leerlingenkoepelverenigingen – secundair onderwijs (decreet van 30 maart 1999) Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 3303 – Subsidie aan leerlingenkoepelverenigingen – secundair onderwijs (decreet van 30 maart 1999) Agentschap voor onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 314
2008 (krediet) 318 (in duizend euro )
De subsidies worden toegekend voor werkings- en personeelsuitgaven. Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2000 regelt de procedure voor de subsidiëring van de leerlingenkoepelverenigingen. Naast de opdracht die in het decreet van 30 maart 1999 is omschreven wordt vanaf het begrotingsjaar 2005 aan de Vlaamse Scholierenkoepel gevraagd aan de scholen een bijkomende ondersteuning te geven om de leerlingenparticipatie te stimuleren. Dit aanbod zal moeten voortbouwen op de vormingsexpertise die door het steunpunt leerlingenparticipatie (waarvan de subsidiëring niet meer wordt voortgezet) werd ontwikkeld. Verhoging budget door indexaanpassing. Basisallocatie FE3307B – Subsidies voor de Regionale Technologische Centra Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 3307 – Subsidies voor de Regionale Technologische Centra Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 2.273
2008 (krediet) 2.299 (in duizend euro )
Technologische bedrijven hebben nood aan goed geschoold personeel en aan continue nascholing van werknemers in het kader van levenslang-leren. Een samenwerkingsverband tussen onderwijs, vorming en de bedrijfswereld kan deze problematiek verhelpen. Het is de bedoeling om via dergelijke samenwerkingsverbanden didactische en technologische knowhow uit te wisselen, technologische en opleidingsinfrastructuur gezamenlijk te gebruiken en leerlingengroepen een betere kans op tewerkstelling te bieden. Er waren 6 RTC’s operationeel. Dit aantal wordt in 2008 tot 5 (1 per provincie) gereduceerd. Met de RTC’s worden in januari 2008 nieuwe beheersovereenkomsten voor drie jaar afgesloten. Voor 2008 zal er gebruik gemaakt worden van een nieuw verdelingsmechanisme. De subsidies zullen worden berekend op basis van het aantal leerlingen dat per provincie in de derde graad van de nijverheidsstudierichtingen is ingeschreven. Basisallocatie FE3308B – Subsidie ter bevordering van de werkgelegenheid van deeltijds leerplichtigen Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 3308 – Subsidie ter bevordering van de werkgelegenheid van deeltijds leerplichtigen Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
52
2008 (krediet) -
593
4UVL m/S# (in duizend euro )
De kredieten op deze basisallocatie werden voor 2008 herschikt naar de basisallocatie van de VDAB (JD4104B). Basisallocatie FE3309C – Subsidies aan jeugdverenigingen voor het organiseren van deeltijdse vorming Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 3309 – Subsidies aan jeugdverenigingen voor het organiseren van deeltijdse vorming Agentschap voor onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 5.196
2008 (krediet) 5.312 (in duizend euro )
De wet van 29 juni 1983 op de leerplicht biedt aan het sociaal-cultureel (jeugd)werk de mogelijkheid om vormingsprogramma’s te organiseren die voor het vervullen van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komen. In 2006 werd voor de deeltijdse vormingen een nieuw financieringsmechanisme ingevoerd dat een aanzienlijke vereenvoudiging t.o.v. het vroegere systeem inhoudt (BVR van 8 juli 2005). Het beschikbare krediet wordt op basis van een puntensysteem verdeeld. Met deze subsidie moeten zowel de personeelsuitgaven, de werkingskosten als de infrastructuur worden betaald. Aan het krediet werd het overblijvend gedeelte van de VIA-middelen (41.000 euro) toegevoegd dat voor de deeltijdse vormingen bestemd is. De indexering van het krediet bedraagt 75.000 euro. Basisallocatie FE3312B – Subsidie voor uitbouwen centra voor leren en werken Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 3312 – Subsidie voor uitbouwen centra voor leren en werken Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 2.268
2008 (krediet) 2.198 (in duizend euro )
De diverse systemen voor afwisselend leren en werken dienen vandaag een dubbel maatschappelijk doel: 1° In de opvang voorzien voor jongeren die om een veelheid van redenen niet meer passen binnen het voltijds onderwijs. De betrokken leerlingenpopulatie geeft blijk van een matige tot vaak zeer ernstige zorgproblematiek. 2° Afwisseling en aansluiting realiseren tussen een (zo weinig mogelijk schoolse) opleidingsgedeelte en een periode van deelname aan de arbeidsmarkt en zo bijdragen tot het dichten van de kloof tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. De combinatie van beide doelstellingen is niet vanzelfsprekend: het realiseren van de tweede doelstelling veronderstelt een stabiele leef- en leeromgeving. Het gaat echter vaak om jongeren die absoluut niet klaar zijn om voltijds de combinatie leren en werken op te nemen. Fase 4 van leren en werken voorziet vier categorieën in persoonlijke ontwikkelingstrajecten voor jongeren. Deze trajecten zijn minimaal noodzakelijk en worden gehouden in samenwerking met het vormingswerk en andere actoren.
Het budget wordt verlaagd met 70.000 euro dat overgeheveld wordt naar FE1234B
4UVL m/S#
594
Er zijn jongeren die nog niet arbeidsbereid of arbeidsrijp zijn en voor hen zijn onvoldoende alternatieven voorhanden zoals voortrajecten en brugprojecten. Wel is de financiering, coördinatie en begeleiding van voortrajecten en brugprojecten voor verbetering vatbaar. In sommige gevallen kiezen jongeren zelfs bewust voor deeltijdse leerwegen, omdat dit voor hen minder belasting betekent. Een beperking tot 15 uur deeltijds leren zonder deeltijds werken is als invulling van de deeltijdse leerplicht niet langer aanvaardbaar. Zo bereiken jongeren de nodige startkwalificaties niet. De systemen voor afwisselend leren en werken, moeten de afwisseling effectief realiseren, zodat de jongeren een volwaardige kwalificatie kunnen behalen. Vertrekkende van de talenten, de interesses en de noden van de leerplichtige jongeren reiken zij de jongeren een waaier van competenties aan waarmee ze de diversiteit en de complexiteit van de samenleving aankunnen. Trajectbegeleiding wordt cruciaal. Werken aan attitudes en het behalen van een volwaardige beroepskwalificatie zijn hierbij essentieel. Hiervoor is een voltijds engagement en inzet gedurende de hele week noodzakelijk. De jongere kan een beroepskwalificatie halen door een combinatie van leren en werken, vorming in het centrum, een opleiding op de werkvloer of het verwerven van vaardigheden en technische kennis in de context van een arbeidsmidden. Bij maatschappelijk kwetsbare jongeren die nog niet aan werken toe zijn, moeten in samenspraak met deskundige organisaties werkattitudes worden ontwikkeld en moet hun maatschappelijke weerbaarheid worden versterkt. Voor sommige jongeren zal er vooraf scholing nodig zijn rond absolute basisvaardigheden en taalvaardigheid. Basisallocatie FE3321B – Subsidies uitrusting nijverheidsscholen Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 3311 – Subsidies uitrusting nijverheidsscholen Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 9.785
2008 (krediet) 9.785 (in duizend euro )
Basisallocatie FE3341B – Subsidies uitrusting nijverheidsscholen Begroting 2007: OAPR 32.20 BA 3311 – Subsidies uitrusting nijverheidsscholen Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 715
2008 (krediet) 715 (in duizend euro )
In het nijverheidstechnisch onderwijs zijn de middelen ontoereikend om het aanwezige machinepark te beveiligen en te moderniseren. Door de verhoogde maatschappelijke aandacht voor milieu en veiligheid op het werk moeten de machines beveiligd worden. Bovendien moet ook de basisinfrastructuur gemoderniseerd worden om de kwaliteit van de opleidingen niet in het gedrang te brengen. Deze operatie werd met succes in 2006 en 2007 gevoerd en, aangezien de noden groot zijn, zal deze herhaald worden in 2008 (een deel hiervan ook in het buitengewoon onderwijs). Basisallocatie FE4001C – Bijkomende subsidies voor de gesubsidieerde internaten Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 4001 – Bijkomende subsidies voor de gesubsidieerde internaten Agentschap voor onderwijsdiensten
595
NGK
2007 (krediet) 3.133
4UVL m/S#
2008 (krediet) 3.175 (in duizend euro )
Artikel 32 van de wet van 29 mei 1959 bepaalt dat de gesubsidieerde internaten naast de gewone werkingsmiddelen, bijkomende werkingsmiddelen ontvangen. Dit gebeurde een eerste maal tijdens het schooljaar 1998-1999. Dit bedrag wordt per internaat verdeeld op basis van het aantal interne leerlingen uit het secundair onderwijs die tijdens het vorige schooljaar een studietoelage ontvingen. Het bedrag van de bijkomende werkingsmiddelen wordt jaarlijks vermenigvuldigd met de coëfficiënt A2 die in artikel 2 van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II is vermeld en die ook voor de indexering van de gewone werkingsmiddelen wordt toegepast. Deze bijkomende werkingsmiddelen zijn bedoeld voor de werking en uitrusting van de gesubsidieerde internaten. Ook kunnen hiermee de salarissen van de opvoeders worden betaald. Stijging van het budget wegens indexaanpassing. Basisallocatie FE4048C – Nascholing op initiatief van de scholen: secundair onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 4048 – Nascholing op initiatief van de scholen: secundair onderwijs Agentschap voor onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 6.316
2008 (krediet) 6.508 (in duizend euro )
Het decreet van 16 april 1996 betreffende het mentorschap en de nascholing in Vlaanderen bepaalt dat er kredieten voor nascholing op initiatief van de scholen, van de koepelorganisaties en van de Vlaamse Regering in de begroting worden ingeschreven. Elke directeur kan gedurende zijn loopbaan een beroep doen op deze middelen ten bedrage van 1.500 euro om de kosten verbonden aan het volgen van de opleiding te dekken. Er wordt een voorrangsregeling uitgewerkt waarbij er éénmaal per jaar een aanvraag kan worden ingediend en nieuw aangestelde directeurs voorrang krijgen. Hiervoor wordt vanaf 2008 jaarlijks in een bedrag van 490.000 euro voorzien. Directeurs kunnen daarenboven ook een beroep doen op de nascholingsgelden om hun professionele competenties op peil te houden en bij te schaven. In het kader van CAO VIII werd hiervoor een totaalbudget van 300.000 euro voorzien, waarvan 79.000 euro gaat naar de nascholingsmiddelen secundair onderwijs. De kredieten vermeld in de tabel van artikel 44 van het decreet van 16 april 1996 worden gekoppeld aan de gezondheidsindex. Er wordt 113.000 euro index voorzien. Basisallocatie FE4131B – Dotatie aan de EVA Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming Syntra Vlaanderen Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 4141 – Dotatie aan het EVA Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming Syntra Vlaanderen. Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 195
2008 (krediet) 198 (in duizend euro )
4UVL m/S#
596
Het deeltijds beroepssecundair onderwijs en in de centra voor deeltijdse vorming krijgen middelen voor trajectbegeleiding. Aan het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming wordt hiervoor een dotatie ten bedrage van 198.000 euro toegekend. Deze kredieten zullen aangewend worden voor de trajectbegeleiding van jongeren in de leertijd (leerplichtige jongeren die hun opleiding niet voltooid hebben). De verhoging van het budget is het gevolg van een indexaanpassing. Basisallocatie FE4404C – Forfaitaire werkingssubsidie internaat Koninklijk Werk IBIS Begroting 2007: OAPR 32.10 BA 4404 – Forfaitaire werkingssubsidie internaat Koninklijk Werk IBIS Agentschap voor onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 1.268
2008 (krediet) 1.285 (in duizend euro )
Op 17 juli 1991 werd er tussen de Vlaamse Gemeenschap en de vzw Koninklijk Werk IBIS een overeenkomst gesloten waarbij deze vzw de algemene opdracht kreeg zeevisserijonderwijs te organiseren voor leerlingen van wie de ouders vissers, zeelieden of binnenschippers zijn en een internaat in te richten. Voor deze opdracht werd de vzw in overeenstemming met de decreten en besluiten zoals elke andere school gesubsidieerd. Het Koninklijk Werk IBIS kreeg ook de bijzondere opdracht de volledige opvang en opvoeding van de leerlingen op zich te nemen indien de ouders dit wensen. Hiervoor ontving het IBIS een bijkomende subsidiëring voor ten hoogste 100 internen. Om aan het Koninklijk Werk IBIS rechtszekerheid voor zijn werking te geven, worden de bepalingen uit de overeenkomst die op de subsidiëring betrekking hebben, in het decreet van 7 juli 2006 betreffende het onderwijs XVI opgenomen. De stijging van het budget is het gevolg van een indexaanpassing.
597
4UVL m/S#
PROGRAMMA FF DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN
TO
2007 (begrotingscontrole) 13.168
2008 (raming) 13.848 (in duizend euro)
2. UITGAVEN
NGK VRK BVJ
2007 (krediet) 164.066 12.528 320
2008 (krediet) 168.934 13.168 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. De omschrijving van de strategische doelstellingen 601 - Departement Kwaliteitsvol personeelsbeleid voeren. Beleidsvoerend vermogen van scholen versterken. Het stimuleren van de samenwerking tussen scholen en schoolbesturen. Het realiseren van bestuurlijke en inhoudelijke vernieuwingen. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) De scholen tijdig en correct voorzien van middelen zodat ze permanent kwaliteitsvol deeltijds kunstonderwijs kunnen aanbieden. Zorgen voor algemene tevredenheid bij de personeelsleden van het deeltijds kunstonderwijs zodat de leerlingen hun schoolloopbaan in zo goed mogelijke omstandigheden kunnen afwerken. B. De omschrijving van de operationele doelstellingen 601 - Departement Effectief en doelmatig bestuur in het deeltijds kunstonderwijs stimuleren: Om te garanderen dat de publieke investeringen in het onderwijs effectief en efficiënt worden besteed, moet op alle niveaus van vorming en onderwijs goed bestuur verzekerd zijn. Het effectief en doelmatig bestuur in een school bevorderen draagt bij tot het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van de school. Dit betekent het vermogen of de capaciteit om beleid te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren. Beleidsvoering dient uiteindelijk gericht te zijn op het kernproces van de school: het ondersteunen van het leren van de leerlingen. Krachtige scholen met een effectief en
4UVL m/S#
598
doelmatig bestuur bieden de meest aangepaste perspectieven aan kinderen en jongeren met specifieke talenten en behoeften. De beleidskracht van scholen is de hefboom om aan alle leerlingen kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. De professionalisering van de schoolleiding bevorderen: Het leiden van een goede school veronderstelt heel wat competenties. Hoewel de financiële en juridische eindeverantwoordelijkheid bij de schoolbesturen berust, staan de schoolleiders in voor de loopbaanontwikkeling van hun personeel, moeten ze zorgen voor een goede besteding van de financiële middelen en voor de uitrusting en het onderhoud van de schoolgebouwen. Ze moeten samenwerken met het schoolbestuur, zorgen voor goede relaties met de ouders van de leerlingen en een netwerk rond de school uitbouwen. Steeds meer wordt van hen verwacht dat ze deskundigheid en bezielend leiderschap combineren. De verdere professionalisering van de schoolleiding moet ertoe bijdragen dat deze taken op een professionele manier kunnen uitgevoerd worden. Leerkrachten in hun professionalisering ondersteunen: Goede leerkrachten vormen de spil van het onderwijs en zijn de belangrijkste garantie voor onderwijskwaliteit. Ze moeten hun job in goede omstandigheden kunnen uitoefenen. Ze zijn professionals, die goed moeten worden opgeleid. De kwaliteit van de schoolloopbaan verbeteren: Leerkrachten moeten hun job in goede omstandigheden kunnen uitoefenen. Optimale arbeidsvoorwaarden en een aantrekkelijk loopbaanperspectief zijn dan ook essentieel. Het realiseren van bestuurlijke en inhoudelijke vernieuwingen: Om het deeltijds kunstonderwijs voor te bereiden op een nieuw decreet is het uitproberen van onderwijsvernieuwende initiatieven van groot belang. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) Garanderen van kwaliteitsvol onderwijs Het agentschap streeft naar een volledig correcte en tijdige uitbetaling van de werkingsmiddelen en lonen. Op die manier beschikken de scholen steeds over geschoold en tevreden personeel en de nodige middelen om aan jonge en volwassen leerlingen hoogstaande artistieke opleidingen te geven. Inning van de inschrijvingsgelden Het agentschap streeft naar een volledige inning van de inschrijvingsgelden vó ór 1 januari van het lopende schooljaar. Correcte en tijdige inning vereist een goede verstandhouding met de administraties van de scholen, scholengroepen en de gemeentebesturen. C. De omschrijving van de instrumenten 601 – Departement Juridische instrumenten Via de genummerde onderwijsdecreten (ODX VI, ODX VII, …) kan de regelgeving van het deeltijds kunstonderwijs aangepast worden en speelt het departement vlug in op de noden van het onderwijsveld. De uitvoering van de in CAOVIII gemaakte afspraken leidt tot een beter personeelsbeleid en minder werkdruk in de scholen. De rechtsgrond voor onderwijsvernieuwende projecten zit in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 2007 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs en het besluit van de Vlaamse regering van 15 juni 2007 betreffende de goedkeuring van tijdelijke projecten in het deeltijds kunstonderwijs vanaf het schooljaar 2007-2008.
599
4UVL m/S#
Nieuw personeelsbeleid Om de werkdruk te verlagen, krijgt het deeltijds kunstonderwijs voortaan een administratieve omkadering die gelijkloopt met de systemen in basis- en secundair onderwijs. In uitvoering van de strategische doelstelling met betrekking tot de kwaliteit van de schoolloopbaan werd in cao VIII overeengekomen om de koopkracht te verhogen. Tussen 2006 en 2011 krijgen alle personeelsleden uit het onderwijs meer vakantiegeld. De verhoging gebeurt stapsgewijs. Een aantal personeelsleden met lagere lonen genieten eveneens een belangrijke loonsverhoging. Een aantal personeelsleden met lagere lonen genieten eveneens een belangrijke loonsverhoging. Er zijn functiebeschrijvingen en vanaf 1 september 2009 evaluaties ingevoerd in het deeltijds kunstonderwijs. Functiebeschrijvingen en evaluaties zijn essentiële instrumenten voor scholen om een constructief personeelsbeleid te voeren. Tijdens de evaluatiegesprekken overlopen directeurs zowel de sterke als de te verbeteren punten in het functioneren van hun personeel. De functieomschrijving dient als leidraad bij dit gesprek. Om de begeleiding van stagiairs, startende leerkrachten en leraren in opleiding verder uit te bouwen, worden de middelen voor het mentorschap verhoogd. Nieuwe tijdelijke projecten Heel wat scholen organiseren een tijdelijk project om vernieuwingen uit te testen. Er zijn de projecten die betrekking hebben op de inhoud, organisatie van de opleidingen zelf; daarnaast bestaan ook de doelgroepspecifieke projecten die de bestaande vakken en/of opties en/of lessenroosters aanpassen aan de specifieke noden van doelgroepen; ten slotte ook de organisatorisch vernieuwende projecten die ingrijpen op de bestuurlijke organisatie van instellingen en hun filialen (bvb. intergemeentelijke samenwerking met minder strenge regels voor programmatie). 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) Juridische instrumenten De voornaamste regelgevende teksten zijn het decreet betreffende het onderwijs-II van 31 juli 1990; het decreet van 16 april 1996 betreffende het mentorschap en de nascholing in Vlaanderen; de organisatiebesluiten van 31 juli 1990 voor de studierichtingen muziek, woordkunst en dans en voor de studierichting beeldende kunst; de besluiten van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, voor de studierichtingen muziek, woordkunst en dans en voor de studierichting beeldende kunst. Financiële instrumenten Lonen Ongeveer 98 % van het beschikbare krediet gaat naar lonen voor het personeel in de scholen. Werkingsmiddelen De scholen van het officieel en vrij gesubsidieerd onderwijs ontvangen jaarlijks werkingstoelagen ten bedrage van ongeveer 2 % van het totale begrotingskrediet. De werkingstoelagen voor het deeltijds kunstonderwijs van het gemeenschapsonderwijs zijn geïntegreerd in de dotatie van het secundair onderwijs aan de scholengroepen.
4UVL m/S#
600
De werkingstoelage van een school is het product van het aantal toegekende leraarsuren met een basisbedrag per studierichting. Het basisbedrag voor de studierichting beeldende kunst (BK) bedraagt 75,21 €, voor de studierichtingen muziek, woordkunst en dans (MWD) bedraagt het 25,07 €. Die bedragen worden jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de consumptie-index van februari. De basisindex is die van september 2002. Nieuw vanaf het schooljaar 2007-2008 zijn de toegekende extra middelen voor de nascholing van leraren en directeurs. Inschrijvingsgeld In het deeltijds kunstonderwijs betaalt elke leerling inschrijvingsgeld per gevolgde studierichting. De 4 basistarieven van het inschrijvingsgeld werden vastgesteld in hoofdstuk V bis van onderwijsdecreet-II: 158 € voor volwassenen (vanaf 18 jaar); 91 € verminderd tarief voor volwassenen; 48 € voor jongeren; 31 € verminderd tarief voor jongeren. Deze tarieven worden jaarlijks aangepast aan de consumptie-index van februari. In het schooljaar 2007-2008 bedragen de geïndexeerde tarieven 173 €, 100 €, 53 € en 34 €. Voor het daaropvolgende schooljaar 20082009 bedraagt de prognose 176 €, 101 €, 54 € en 35 €. Het door de leerlingen betaalde inschrijvingsgeld moet door de scholen geïnd worden vó ór 1 oktober en doorgestort worden naar het agentschap uiterlijk 15 november. De ontvangsten komen terecht in een begrotingsfonds (het inschrijvingsfonds DKO) waaruit geput wordt om lonen te betalen. Organisatorische instrumenten Het beleid van het agentschap is erop gericht de dienstverlening steeds te verbeteren en een uitstekende verstandhouding met het onderwijsveld op te bouwen. Dat is immers van groot belang voor een correcte en snelle uitwisseling van data en informatie tussen agentschap en scholen. Wat op zijn beurt een essentiële voorwaarde is voor goed beheer van school- en personeelsdossiers met een correcte toekenning en uitbetaling van middelen tot gevolg. Andere instrumenten zijn de inzet van een team gemotiveerde en verantwoordelijke medewerkers, een efficiënt gegevensbeheer en een goed werkende begroting en boekhouding. Ten slotte is ook het voeren van een modern ICT-beleid zeer belangrijk. D. De omschrijving van de prestaties, de prestatiedrijvers en de budgettaire parameters 601 - Departement Ongeveer de helft van 167 scholen organiseren een onderwijsvernieuwend tijdelijk project in het deeltijds kunstonderwijs. Voor tijdelijke projecten wordt jaarlijks een bepaald budget voorzien dat komt uit de middelen voor nieuw beleid. Dat budget bestaat zo goed als volledig uit loonkredieten. 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) Prestaties Het belangrijkste eindproduct in het deeltijds kunstonderwijs is de artistieke scholing van leerlingen onder de vorm van individuele en groepsgerichte lessen. Het begrotingskrediet voor deeltijds kunstonderwijs wordt dan ook voor het grootste deel besteed aan het uitbetalen van lonen van het onderwijspersoneel.
601
4UVL m/S#
Andere prestaties zijn van organisatorische aard: besturen van een school, uitbouw en onderhoud van infrastructuur en accommodatie, verzorgen van de schooladministratie. Hiervoor dienen kredieten voor lonen van bestuurs- en administratief personeel, en kredieten voor werkingsmiddelen. Recent is daar de begeleiding van stagiairs en beginnende leraren bijgekomen en de nascholing van leraren en directeurs. Hiervoor worden lonen voor mentorschap en werkingsmiddelen voor nascholing begroot. Budgettaire parameters Het loonvolume is afhankelijk van de grootte van het urenpakket voor de personeelsomkadering. Dat urenpakket bestaat uit ambten directeur, uren-leraar, uren voor ICT-coördinatie, uren voor mentorschap en uren voor administratieve ondersteuning. De voornaamste budgettaire parameters voor de berekening van dit pakket zijn het aantal financierbare leerlingen geteld op 1 februari, de omkaderingscoëfficiënten en de aanwendingspercentages. Bij de uiteindelijke berekening van de loonkost zijn weddenschalen en anciënniteit van het personeel de voornaamste factoren. Daarnaast spelen ook loonindexeringen een rol. De gewone werkingsmiddelen worden berekend aan de hand van het aantal uren-leraar. De nieuwe middelen voor nascholing zijn decretaal ingeschreven. Bepalend voor de inkomsten uit inschrijvingsgelden zijn de verwachte inschrijvingen op 1 oktober 2008 in de 4 tarieven 176 €, 101 €, 54 € en 35 €.
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Onvangsten Artikel FF1690C - Ontvangsten m.b.t. het inschrijvingsfonds DKO Begroting 2007: OAPR 34.10 artikel 16.90 – Ontvangsten m.b.t. het inschrijvingsfonds DKO Agentschap voor Onderwijsdiensten TO
2007 (raming begrotingscontrole) 13.168
2008 (raming) 13.848 ( bedragen in duizend euro)
De stijging van de inkomsten is te verklaren door een verwachte verhoging van het aantal inschrijvingen op 1 oktober 2008. De middelen van het inschrijvingsfonds in 2008 worden aangewend voor financiering van loonuitgaven in het begrotingsjaar 2009. 2. Uitgaven Lonen
Agentschap voor Onderwijsdiensten NGK VRK BVJ
2007 (krediet BC) 161.370 12.528 320
2008 (krediet) 165.841 13.168 (in duizend euro )
Door een toename van leerlingen bij de telling van 1/2/2007 stijgt de toegekende personeelsomkadering met ongeveer 2% in het schooljaar 2007-2008. Het loonvolume is afhankelijk van deze omkadering en vergroot met 62 budgettaire fulltimes. Andere factoren zijn verhoging van anciënniteit en indexering. Door de uitvoering van CAO VIII stijgt het vakantiegeld en worden de lage lonen opgetrokken.
602
4UVL m/S#
Daarnaast zijn er ook middelen die worden toegekend voor nieuwe tijdelijke projecten of de verlenging van bestaande tijdelijke projecten. De weerslag op het budget 2008 van de tijdelijke projecten is bepaald op 320.000 euro. Bovendien werden 588.000 euro middelen herschikt van de provisie – toegekende middelen bij regeringsvorming naar de desbetreffende BA’s van de lonen voor experiment Ronse, verhoging administratieve omkadering en verlenging van bestaande projecten. Werkingssubsidies Agentschap voor Onderwijsdiensten NGK
2007 (krediet) 2.696
2008 (krediet) 2.786 (in duizend euro )
Het grootste deel van de kredietstijging in 2008 ontstaat door leerlingentoename. Een andere factor is de indexering van de basisbedragen per leraarsuur. Andere Basisallocatie FF4051C – Uitgaven m.b.t. de nascholing in het deeltijds kunstonderwijs Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 307 (in duizend euro )
Voor het eerst zijn ook in het deeltijds kunstonderwijs middelen beschikbaar voor de nascholing van leraren en directeurs. Deze middelen zijn toegekend via wijziging van het decreet van 16 april 1996 betreffende het mentorschap en de nascholing in Vlaanderen.
603
4UVL m/S#
PROGRAMMA FG HOGER ONDERWIJS DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN AO TO
2007 (begrotingscontrole) 15.839 2.760
2008 (raming) 16.148 959
(in duizend euro) 2. UITGAVEN NGK GVK GOK VRK BVJ
2007 (krediet) 1.388.173 100.726 102.726 2.758 694
2008 (krediet) 1.435.019 102.161 104.161 961 (in duizend euro)
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten Het hoger onderwijs wordt als cruciaal beschouwd voor het bereiken van de Lissabondoelstellingen en voor het creëren van welvaart en welzijn. Daarom moet Europa de drie polen van de kennisdriehoek: onderwijs, onderzoek en innovatie versterken. De universiteiten en de hogescholen spelen in de drie polen een essentiële rol. Daarom is investeren in de modernisering en in de kwaliteit van het hoger onderwijs een investering in de toekomst van de Europese samenleving. Deze doelstelling wordt gerealiseerd met de medewerking van de hogescholen en universiteiten. De rol van hogeronderwijsinstellingen, universiteiten en hogescholen, kan als volgt worden samengevat: x een plaats van hoger onderwijs en hoger leren: opleiding en vorming van professionals, academici en onderzoekers; x kenniscreatie: de productie van kennis door onderzoek, van fundamenteel tot toegepast onderzoek; x kennistransfer: overdracht van kennis naar het bedrijfsleven met het oog innovatie van producten en processen; x kennisdisseminatie: verspreiden van kennis via publicaties en zo een forum bieden voor discussie over culturele, sociale, politieke, ecologische en economische, …kwesties Het doel van het hoger onderwijs is ook meervoudig: x individuen inspireren en in staat stellen om hun eigen bekwaamheden en talenten tot op het hoogst mogelijke niveau te ontwikkelen met het oog op hun persoonlijke ontplooiing, maar ook zodat ze goed toegerust op de arbeidsmarkt komen, intellectueel verder kunnen groeien en bijdragen aan de welvaart en welzijn; x bijdragen aan een groei van kennis en inzicht zowel als doel op zich als met het oog op toepassing ervan; x voldoen aan de behoeften van een duurzame kennissamenleving en kenniseconomie; x een belangrijke rol spelen in de vormgeving van een democratisch, beschaafde en inclusieve maatschappij. Met betrekking tot het hoger onderwijs zijn er voor de overheid vijf kerntaken: x het instandhouden en faciliteren van de verdere ontwikkeling van het bestel; x het garanderen van de toegankelijkheid onafhankelijk van de sociaaleconomische positie van de student;
4UVL m/S# x x x
604
het stimuleren van vernieuwing en innovatie; het garanderen van de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek; het bewaken van de doelmatigheid van de onderwijsverstrekking en het onderzoek op het niveau van het bestel en van de individuele instellingen.
Samen met de hogescholen en de universiteiten werkt de overheid aan een doelmatig, betaalbaar en kwalitatief hoogstaand hoger onderwijs. Daarbij wordt getracht om een aanbod aan te bieden dat beantwoordt aan de huidige en toekomstige behoeften van de studenten en de samenleving. De Vlaamse overheid blijft daarbij vasthouden aan een open toegang tot het hoger onderwijs en aan het principe dat de opleidingskosten grotendeels met gemeenschapsgelden moeten worden gedekt. Aan de hogescholen en de universiteiten worden de middelen ter hand gesteld zodat zij op een adequate wijze kunnen reageren op de vele veranderingen die zich mede onder invloed van die maatschappelijke ontwikkelingen voordoen op wetenschappelijk, technologisch en sociaaleconomisch gebied: de versnelde ontwikkeling van de kennissamenleving en de kenniseconomie; het toenemende belang van Europa, de internationalisering; de toenemende complexiteit van maatschappelijke vraagstukken A. De strategische doelstellingen 601 – Departement I II III IV V
verhogen van het aantal hoger opgeleiden; continue verbetering van de kwaliteit van het onderzoek; continue verbetering van de kwaliteit van het onderwijs; versterken van de internationalisering van het hoger onderwijs; versterken van het innovatieve vermogen van het HO bestel.
604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVOS) De beheersovereenkomst, gesloten tussen de Vlaamse regering enerzijds en het Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen anderzijds, heeft als opzet een volwaardig opvolgingsinstrument te creëren, waarin de focus ligt op een doelmatige uitvoering of dienstverlening, opvolging en evaluatie. Deze beheersovereenkomst gaat in op 1 januari 2008. Zeer in het bijzonder is het agentschap gevat door de volgende strategische beleidsbeslissingen uit de beheersovereenkomst: -
Het verzorgen van een kwaliteitsvolle, transparante en toegankelijke financiële dienstverlening voor het personeel uit het hoger onderwijs Het verzorgen van een kwaliteitsvolle, transparante en toegankelijke financiële dienstverlening voor de instellingen uit het hoger onderwijs
Het personeel van het agentschap moet alles in het werk stellen om tijdige en correcte betalingen aan het personeel van de hogescholen te realiseren. Ook de instellingen moeten de financiële middelen waarop ze recht hebben tijdig en correct ontvangen. Jaarlijks wordt een jaarkalender opgesteld waarin de verschillende data van betalingen opgenomen worden, conform de regelgeving. Ook de communicatie daarover dient op een tijdige en correcte manier, en volgens een geijkte procedure te verlopen via de postbus. Bij eventuele klachten van het personeel of de instelling moet dit op een tijdige en correcte manier behandeld worden, na onderzoek moet zo snel mogelijk een gefundeerde mededeling gecommuniceerd worden -
Het erkennen van buitenlandse diploma’s
Om de procedure voor de erkenning van diploma’s te verbeteren, wordt een project opgestart waardoor de aanvragers via het internet met een eigen paswoord informatie zullen krijgen over de fase waarin hun aanvraagdossier zich bevindt. Verder zal een precedentendatabank worden uitgebouwd. Die databank zal buitenlandse diploma’s bevatten die bij minstens twee eerdere aanvragen al gelijkwaardig werden verklaard
605
4UVL m/S#
(en zo een precedent vormen voor de beslissing over een nieuwe geljkaardige aanvraar) en via het internet raadpleegbaar zijn.. -
Het agentschap formuleert vanuit haar expertise van de beleidsuitvoering en het betrokken beleidsveld, relevante voorstellen aan het beleid
Vanuit het agentschap, grotendeels via output uit de Databank Hoger Onderwijs (DHO, momenteel in ontwikkeling) moeten adequate gegevens aangeleverd worden die een antwoord kunnen geven over de doelmatigheid van de beleidsmaatregelen. DHO zal daarom een belangrijke uitbreiding zijn op de bestaande DTO. Vanuit het agentschap zal de nodige input gegeven worden naar de haalbaarheid van beleidsinitiatieven. Het agentschap zal zich daarbij toespitsen op de factor gegevensinzameling. Eventuele knelpunten, insteek van gegevens en analyses moet het agentschap zo snel mogelijk naar het departement doorsturen. -
Het voeren van een innovatieve dienstverlening m.b.t. ICT Het doorvoeren van administratieve vereenvoudiging en e-government.
Enkele belangrijke maatregelen daarin genomen zijn in eerste instantie de invoering van het elektronisch personeelsdossier waardoor aanpassingen sneller en adequater uitgevoerd kunnen worden en de resultaten daaruit sneller geïmplementeerd kunnen worden in de uiteindelijke uitbetaling van de wedde. Om het nieuwe financieringssysteem optimaal van input te voorzien wordt een databank hoger onderwijs ontwikkeld die de nodige gegevens kan aanleveren, om vervolgens als parameter gebruikt te worden voor de verdeling van de werkingsmiddelen B De operationele doelstellingen 601 – Departement I De evolutie naar de kennissamenleving en de doelstellingen die onder meer in de Lissabon-agenda van de Europese Unie zijn overeengekomen, nopen ons te streven naar een verhoging van het aantal hoger opgeleiden. Dit gebeurt door: het verhogen van de participatie aan het hoger onderwijs, in het bijzonder van jongeren uit groepen die momenteel minder goed vertegenwoordigd zijn in het hoger onderwijs; het verhogen van het studiesucces; het handhaven van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs; het stimuleren van het levenslang leren; II Kwaliteitsindicatoren spelen, in de vorm van bibliometrische parameters, al een rol in de allocatie van de middelen van de tweede en derde geldstroom voor het onderzoek aan de universiteiten. Voor de verdeling van het onderzoeksgerelateerde deel in de eerste geldstroom worden er ook kwaliteitsindicatoren mee in rekening gebracht. De eerste geldstroom vormt immers een structurele basis in de financiering van het wetenschappelijk onderzoek aan de universiteiten. Door de expansie van de onderzoeksmiddelen is deze basis aan erosie onderhevig. Om de kwaliteit van het onderzoek te verbeteren wordt daarbij bijzondere aandacht geschonken aan het het belonen van kwaliteit en het vormen van kritische massa. III
De continue verbetering van de kwaliteit van het onderwijs wordt gegarandeerd door: het garanderen van de basiskwaliteit van de opleidingen; de academisering van de vroegere twee-cycliopleidingen in de hogescholen; een betere taakverdeling over de instellingen heen en concentratie van het aanbod.
Voor het hoger onderwijs is de basiskwaliteit gegarandeerd door het accreditatiestelsel. Enkel geaccrediteerde opleidingen kunnen worden gefinancierd. Er zijn vooralsnog geen betrouwbare indicatoren om onderwijskwaliteit boven de basiskwaliteit in de financiering mee te nemen. Niettemin is er de verwachting dat het nieuwe financieringsmodel de instellingen ook zal aanmoedigen om de kwaliteit van onderwijsprocessen permanent te verbeteren. Er wordt ook verwacht dat zij de initiatieven die ze genomen
4UVL m/S#
606
hebben in het kader van de onderwijsontwikkelingsplannen en de aanvullende middelen zullen voortzetten en structureel verankeren. Het is de bedoeling om via een rationalisatieproces verder te werken aan een afstemming van het opleidingaanbod in de Vlaamse hogeronderwijsruimte in kwantitatieve zin op het optimale aantal opleidingen in kwalitatieve zin op de aanwezige kennisinfrastructuur. Daartoe wordt een rationalisatiefonds ingesteld. IV De overheid wenst het internationale aspect van het hoger onderwijs en onderzoek te bevorderen. Het komt in de eerste plaats aan de universiteiten en de hogescholen toe een netwerk van internationale contacten uit te bouwen; dit vormt een belangrijk element in de profilering van elke instelling. Binnen haar eigen beleidsprioriteiten kan de overheid hiervoor echter wel een aantal incentives voorzien: het versterken van de internationale aanwezigheid van het hoger onderwijs; het verhogen van de mobiliteit. V
Het versterken van de innovatieve kracht van het hoger Onderwijs door het verhogen van de efficiëntie; het stimuleren van Human Ressources Development aan de hogeronderwijsinstellingen.
604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVOS) Alle cellen binnen het agentschap hoger onderwijs hebben als operationele doelstellingen: -
Tijdige plaatsing van de gegevens en analyses als insteek voor de beleidsbrieven Het leveren van beleidstoetsen waarin knelpunten regelgeving- uitvoering zijn opgenomen Zorgen voor tijdige haalbaarheidstoetsen Het actief mee realiseren van het beleid van de minister
Operationele doelstellingen van de cel gegevensbeheer - Creatie databank hoger onderwijs De cel gegevensbeheer heeft als operationeel doel het verzamelen van gegevens, teneinde een goede kwalitatieve input van gegevens te genereren die gebruikt zal worden, enerzijds voor de correcte verdeling van de financiële middelen en anderzijds voor gebruik als beleidsindicator naar uitvoering van beleid toe. Operationele doelstellingen van de cel personeel
-
Tijdig betalen van de lonen van het personeel van de hogescholen Het correct betalen van de lonen van het personeel van de hogescholen Invoering van het Elektronisch Personeelsdossier HO
De cel personeel heeft als operationeel doel het coderen van betaalopdrachten in het weddesysteem, daarbij gebruik makend van het nieuwe elektronisch personeelsdossier. Verder zal de cel personeel instaan voor het beheer van dossiers van de personeelsleden op het vlak van wachtgelden, pensioenen,…. Operationele doelstellingen van de cel financiering
-
Het tijdig toekennen van financiële middelen aan de instellingen hoger onderwijs Het correct toekennen van financiële middelen aan de instellingen hoger onderwijs
De cel financiering heeft als operationeel doel een correcte berekening van de werkingsuitkeringen, dit zowel van het huidige als toekomstig begrotingsjaar, verder heeft de cel financiering een tijdige en correcte betaling van de instellingen, verenigingen en instituten als prioriteit. Daarover moet naar de instellingen op een eenduidige manier gecommuniceerd worden. Operationele doelstellingen van de cel arts - tandarts De cel arts - tandarts heeft als taak het organiseren van het toelatingsexamen arts -tandarts
607
4UVL m/S#
Operationele doelstellingen van de cel NARIC -
Tijdige afhandeling van academische gelijkwaardigheden Tijdige afhandeling van conformiteitsattesten en niveaubepalingen
De cel NARIC heeft als operationeel doel het opmaken van gelijkwaardigheidsbesluiten, conformiteitsattesten en niveaubepalingen in het waarderingsproces van buitenlandse diploma’s van het hoger onderwijs. Zij stelt ook de gelijkwaardigheidsbesluiten op voor de getuigschriften uitgereikt in het volwassenenonderwijs. Daarbij moet op een gemotiveerde basis naar de aanvragers en andere betrokken partijen gecommuniceerd worden. C. De instrumenten 601 – Departement I Het bevorderen van de participatie aan het hoger onderwijs en het verhogen van het studiesucces. Eén van de problemen van het huidige financieringsmodel, zowel bij universiteiten als bij hogescholen, is dat de groei van de studentenaantallen niet in voldoende mate wordt beloond en dus eigenlijk eerder wordt ontmoedigd. Er is nood aan een financieringsmodel dat sterker dan vandaag studentafhankelijk is, zowel wat de evolutie van het globale budget als de verdeling daarvan betreft. Voor het verhogen van het aantal hoger opgeleiden wordt in het nieuwe financieringsmodel gebruik gemaakt van onder andere volgende parameters: input: de inputgegevens zijn het aantal studiepunten waarvoor een student een inschrijving heeft genomen in een academisch jaar voor een bacheloropleiding tot de student in een opleiding 60 studiepunten heeft verworven; output: financiering op basis van verworven studiepunten; diplomabonus: elk uitgereikt diploma genereert een extra aantal studiepunten; financieringsbonus voor beursstudenten, werkstudenten en studenten met een functiebeperking. financiering van schakelprogramma’s en creditcontracten; Gelijke kansen garanderen. Er dient zich voor het hoger onderwijs in Vlaanderen een zeer belangrijke maatschappelijke uitdaging aan, namelijk het aanboren van talenten in sociale en culturele delen van de bevolking die verhoudingsgewijs te weinig aan het hoger onderwijs participeren en er succesvol uitstromen. Ook in het hoger onderwijs is er nood aan een dynamisch beleid van gelijke kansen waarbij de financiering uiteraard een belangrijk instrument is. De studentgedrevenheid van het nieuwe model zal instellingen uitnodigen om nieuwe doelgroepen aan te boren. Voor zover mogelijk zullen wegingen worden toegepast die instellingen met een verhoudingsgewijs grotere instroom uit kwetsbare doelgroepen, compenseren voor de inspanningen om studenten uit deze groepen tot succes te leiden. Daarbovenop komt er een aanmoedigingsfonds. De instellingen zullen de middelen uit dit fonds kunnen inzetten voor heel concrete acties op het vlak van diversiteit en gelijke kansen op deelname en succes in het hoger onderwijs. Bijkomende ondersteuning van studenten met een functiebeperking. In 2008 wordt een steunpunt voor leren en werken met functiebeperkingen in het hoger onderwijs opgericht. Dat moet instellingen helpen bij het uitstippelen van een zorgbeleid. Handhaven van de toegankelijkheid door het verhogen van het budget sociale voorzieningen. De werking van de studentenvoorzieningen wordt door de Vlaamse overheid ondersteund door de sociale toelagen. Deze toelagen dragen bij tot de dekking van de personeelskosten, de werkings- en uitrustingskosten en financiële kosten met betrekking tot de sociale voorzieningen voor studenten, evenals de kosten voor de werving, oprichting, uitbreiding, verbouwing en instandhouding en herstelling van onroerende goederen bestemd voor sociale voorzieningen van studenten (zoals studentenrestaurants, studentenverblijven,…). Het is de bedoeling het groeipad voor de sociale voorzieningen verder te verhogen, zodat de financiering van de sociale voorzieningen tgen 2009 op een gelijk niveau komt als de financiering van de studentenvoorzieningen aan de universiteiten. Het stimuleren van levenslang leren via het verlenen van subsidies aan de studiecentra open hoger onderwijs.
4UVL m/S#
608
Op grond van een overeenkomst inzake samenwerking met de Open Universiteit Nederland kunnen Vlaamse studenten een inschrijving nemen voor de cursussen van de Open Universiteit Nederland. Dit gebeurt onder dezelfde voorwaarden als de Nederlandse studenten. De Vlaamse universiteiten hebben in Vlaanderen zes studiecentra opgericht voor de begeleiding en de tentaminering van Vlaamse studenten. Het beschikbaar stellen van het onderwijsaanbod van de Open Universiteit Nederland aan studenten in Vlaanderen is een efficiënte en effectieve vorm van levenslang leren. Het systeem van de studiecentra is op dit ogenblik de enige alternatieve piste voor het behalen van een diploma hoger onderwijs buiten het regulier hoger onderwijs. Bovendien is dit één van de meest succesvolle vormen van levenslang leren en blijkbaar ook één van de enige die veel bijval krijgt én dan bijna uitsluitend van beroepsactieve mensen. II Verhoging van de kwaliteit van het onderzoek en het belonen van kwaliteit. Het nieuwe financieringsmodel voorziet in een variabel onderzoeksdeel dat de verhoging van de onderzoekskwaliteit moet belonen. Dit onderzoeksdeel wordt verdeeld onder de universiteiten op basis van: het aantal academische en academisch gerichte bachelor- en initiële master diploma’s; het aantal diploma’s van doctor uitgereikt door de universiteit; het aantal publicaties en het aantal citaties zoals berekend in d e BOF-sleutel. Een samengetelde indicator die o.a. de internationalisering bij en de vervrouwelijking van het onderzoekspersoneel aangeeft. Voor de hogescholen bevat het nieuwe financieringsmodel geen separate onderzoeksfinanciering. De academiseringsmiddelen en de nieuwe middelen voor de onderzoeksgebondenheid van academisch gerichte hogeschoolopleidingen, die buiten het nieuwe model worden gehouden, blijven uiteraard wel bestaan. Het groeipad voor de nieuwe middelen wordt aangehouden.Deze middelen dienen om de onderzoeksverwevenheid van de academische opleidingen in de hogescholen te ontwikkelen en zo het academiseringsproces te ondersteunen. De academisering van de academisch gerichte hogeschoolopleidingen in de hogescholen is ook een grote verantwoordelijkheid van de universiteiten. Vanuit het onderzoeksdeel van de universiteiten moet ook het onderzoeksgebeuren in de hogescholen worden ondersteund. In het nieuwe model wordt daaom in het variabel onderzoeksdeel van de universiteiten het aantal academische én academiserende bachelor en initiële masterdiploma’s van de gehele associatie als parameter meegenomen, om deze verantwoordelijkheid in de ondersteuning van het academiseringsproces uit te drukken. III Verhoging van de kwaliteit van het onderwijs Het huidige stelsel van kwaliteitszorg, zoals uitgetekend in de decreten op de universiteiten en de hogescholen - de interne kwaliteitszorg als verantwoordelijkheid van de instellingen, de externe kwaliteitszorg via de visitaties - beantwoordt in zijn fundamenten het best aan de hedendaagse opvattingen over de verhouding tussen autonome instellingen voor hoger onderwijs en de overheid. Het bestaande stelsel van kwaliteitszorg is door middel van opeenvolgende decreetswijzigingen verder geoptimaliseerd. Inzake kwaliteitsbewaking en invoering van de BAMA-structuur zit Vlaanderen in de Europese kopgroep. Het invoeren van de BAMA-structuur in het hoger onderwijs is gekoppeld aan het invoeren van een systeem van accreditatie. Accreditatie heeft een dubbele functie: - garanderen dat de geaccrediteerde opleidingen voldoen aan de eisen van standaardkwaliteit; - kwaliteitsverbetering op stelselniveau door het elimineren van ondermaatse opleidingen. Op het vlak van de “Europese” accreditatie verricht Vlaanderen pionierswerk. Samen met Nederland is er reeds een gemeenschappelijk Nederlands Vlaams Accreditatie Orgaan (NVAO) in het leven geroepen. Dit is een onafhankelijk orgaan dat,op basis van de externe visitatierapporten, aangeeft of een bepaalde opleiding voldoet aan de opgelegde minimum standaarden. Door deze accreditatie (inter)(trans)nationaal te organiseren verhoogt dit de onafhankelijkheid, de transparantie en de geloofwaardigheid van de beoogde opleidingen. Deze procedure plaatst Nederland en Vlaanderen in een sterke positie om in de toekomst in te spelen op de internationale ontwikkelingen inzake kwaliteitszorg in het hoger onderwijs. In het kader van de European Standards and Guidelines voor kwaliteitszorg in het hoger onderwijs, die de ministers van onderwijs van 43 landen in het Noorse Bergen hebben aangenomen, en die niet alleen criteria en voorschriften met betrekking tot de interne en externe kwaliteitszorg bevatten, maar ook criteria en
609
4UVL m/S#
voorschriften waaraan kwaliteitszorgagentschappen en accreditatieorganen moeten voldoen, werd de NVAO, als één van de eerste accreditatieorganen aan een externe review onderworpen. Uit het rapport blijkt dat de NVAO dit externe assessment op uitstekende wijze heeft doorstaan. Het Review Team kenmerkt de NVAO als een goed functionerende professionele organisatie. Een van de belangrijkste doelstellingen van rationalisatie is de oprichting van een rationalisatiefonds. IV Versterking internationalisering hoger onderwijs Het London Communiqué, dat werd uitgebracht tijdens de tweejaarlijkse ministeriële conferentie in het kader van het Bolognaproces, benadrukt het belang van mobiliteit als de kern van het Bologna proces en van de externe dimensie van het Bolognaproces. De ministers hebben afgesproken dat ze in 2009 zullen rapporteren over acties op het nationale vlak om de mobiliteit te verhogen. Tegelijk worden de instellingen opgeroepen om een grotere verantwoordelijkheid te nemen voor de mobiliteit van studenten en personeel, onder meer door de ontwikkeling van meer gezamenlijke curricula en van meer flexibele curricula. Tegelijk is er het engagement om de bestaande instrumenten volledig te implementeren: het gebruik van ECTS, diplomasupplement, een faire erkenning van studieperiodes aan buitenlandse instellingen e.d.. Hierbij zijn alle belanghebbende partijen betrokken: overheid, instellingen, docenten en studenten. Concrete acties zijn: - opvolgen en becommentariëren van internationale initiatieven; - het Vlaamse hoger onderwijs Europees en mondiaal bekendmaken en sterker positioneren ondermeer door deelname aan het verspreiden van informatie (zoals Study in Flanders) en aan Educational - het voorbereiden van achtergrondstudies over internationale aspecten van het hoger onderwijs; - het Vlaamse hoger onderwijs vertegenwoordigen op relevante internationale fora en conferenties; - deelname aan de OESO Thematic Review of Tertiary Education en de verspreiding van de conclusies van het eindrapport. Op de ministeriële conferentie in Londen werd ook besloten dat de volgende bijeenkomst van ministers zal doorgaan in Leuven en Louvain-la-Neuve op 28 en 29 april 2009. De Beneluxlanden (Franse en Vlaamse Gemeenschap, Nederland, Luxemburg) treden hier als gastheer op. Dit impliceert ook dat de Beneluxlanden geacht worden gedurende twee jaar de administratieve ondersteuning van het Bolognaproces en de voorbereiding van de volgende conferentie op zich te nemen onder de vorm van een zogenaamd "Bolognasecretariaat". Samen met Nederland is een project opgestart om de methodologie voor ranking van disciplines van het Centrum für Hochschulenentwicklung (CHE) uit te testen. Dit Duitse rankingsysteem leidt tot gedifferentieerde en meerdimensionale rankings volgens disciplines. Op basis daarvan kan de student zelf beslissen welke criteria voor hem belangrijk zijn. De studenten kunnen zich laten leiden door de bijzondere kwaliteitskenmerken van een opleiding en door de klemtonen die de opleidingen leggen. Met dit project wil de overheid de Vlaamse instellingen kennis laten maken met een rankingsysteem en langs die weg de discussie over de voor- en nadelen van internationale rankingsystemen verdiepen. V Versterken van de innovatieve kracht van het Vlaams Hoger Onderwijs 1° Stimuleren van samenwerking In het kader van het decreet betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen kunnen de universiteiten en/of hogescholen met centra voor volwassenenonderwijs een overeenkomst sluiten over de organisatie van de lerarenopleidingen, met name onderwijs- en studieactiviteiten, de kwaliteitszorg en het gebruik van infrastructuur. Zo een expertisenetwerk omvat één universiteit, ten minste één hogeschool en ten minste één centrum voor volwassenenonderwijs. De Expertisenetwerken en de daartoe verwante regionale platformen vormen een cruciale schakel in het professionaliseren van de specifieke lerarenopleidingen, rekeninghoudend met de sterktes van elk niveau. Voor de financiering van de Expertisenetwerken en regionale platformen stelt de Vlaamse Gemeenschap middelen ter beschikking, die o.m. verdeeld worden op basis van de in de expertisenetwerken of regionale platformen uitgereikte diploma’s. De financiering gebeurt op basis van beheersovereenkomsten waarbij de realisatie van de kaderovereenkomsten wordt gemeten aan de hand van outputindicatoren. Daarnaast worden aan projecten in de schoot van een expertisenetwerk of regionaal platform middelen toegekend om op experimentele basis de in-, door- en uitstroom van specifieke doelgroepen te bevorderen.
4UVL m/S#
610
2° Het subsidiëren van vorming voor de personeelsleden van het hoger onderwijs. In de cao I Hoger Onderwijs is het recht op bezoldigde vorming voor de personeelsleden van het hoger onderwijs erkend. Met het oog daarop is een centraal paritair beheerd fonds in oprichting dat wordt gespijsd door de overheid en door de instellingen. De overheid voorziet in een gelijkwaardige inbreng als deze van de instellingen. Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de overheid, de instellingen en de vakbonden zal o.m. de werkingsmodaliteiten, de relatie tussen het eigen vormingsbeleid van de instellingen en het vormingsfonds, de criteria voor toekenning van de vormingsmiddelen en de eigen organisatie van de vormingsactiviteiten vastleggen. Het vormingsfonds moet leiden tot bijkomende opleidings- en vormingsinitiatieven bovenop de bestaande initiatieven van de instellingen. 3° Het verhogen van de efficiëntie van het HO bestel door het wegwerken van de overlap van opleidingen en het wegwerken van onderbezette opleidingen door ze stop te zetten of door een fusie of samenwerking met andere opleidingen. (zie ook hierboven: rationalisatie) 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVOS) 1.HET ELECTRONISCH PERSONEELSDOSSIER Per 1 september 2007 is binnen de Afdeling Hoger Onderwijs een heel ambitieus project in werking getreden: het elektronisch personeelsdossier. Gegevens met betrekking tot het weddensysteem van de instellingen worden voortaan elektronisch doorgestuurd. De voormalige HOP - formulieren zijn vervangen door een elektronische tegenhanger. De centrale doelstellingen binnen dit systeem zijn enerzijds een tijdige en correcte betaling van de personeelsleden garanderen en anderzijds de administratieve dossier van de personeelsleden correct bijhouden. De grote voordelen tegenover de vroeger werkwijze zijn de volgende: -
voor een groot deel van de dossiers is er geen menselijke tussenkomst meer tussen het verzenden van gegevens en de uitbetaling van het personeelslid door de bankinstelling
-
bij het verzenden van de gegevens kan men meteen ingrijpen in de wedde van het personeelslid
2. DATABANK HOGER ONDERWIJS Tegelijk met de goedkeuring van het voorontwerp van decreet betreffende de financiering van het hoger onderwijs heeft de Vlaamse Regering er mee ingestemd om een structurele samenwerking tussen de hoger onderwijsinstellingen en de overheid op te zetten om de gegevens en indicatoren, o.a. nodig voor de uitvoering van het decreet, uit te wisselen op een kwaliteitsvolle manier. Voor de berekening van de nieuwe financiering en het flankerende principe van het leerkrediet beschikt de overheid immers nog niet over alle nodige gegevens om dit naar behoren uit te voeren. Een herdenking van de bestaande DTO drong zich dus op. Over welke functionaliteiten de verschillende betrokken partners daarbij willen gerealiseerd zien, bereikten de vertegenwoordigers van de associaties en de overheid dit voorjaar een consensus binnen een strategische werkgroep. Doel en strategisch belang Het nieuwe financieringsmodel is zeer sterk parametergedreven. Daarnaast wordt er een compleet nieuw gegeven in het leven geroepen: het leerkrediet. De parametergevoeligheid van het nieuwe systeem en het leerkrediet zijn de oplossingen die het beleid in Vlaanderen uitgewerkt heeft om een flexibel hoger onderwijs te kunnen financieren op basis van objectieve criteria. Dit betekent echter dat de gegevensverzameling in de toekomst veel dynamischer zal moeten gebeuren. Mobiliteit van studenten, studievoortgang en het behalen van resultaten zijn immers kritieke elementen waarmee het nieuwe systeem aan de slag gaat. De manier waarop we vandaag aan gegevensverzameling doen, met bulkzendingen via EDISON, zal niet volstaan om deze nieuwe financiering te kunnen uitvoeren. Een centrale databank zal alle gegevens rond de studieloopbaan van een student moeten registreren in hun historische context. Veel meer gegevens zullen veel sneller beschikbaar moeten zijn (bijvoorbeeld een student die geheroriënteerd wordt). Er wordt dus een datamodel ontwikkeld, dat een dynamische verwerking van gegevens toelaat. En dit datamodel zal binnen een vernieuwde architectuur geplaatst worden om toe te laten dat dit ganse proces snel, efficiënt en met de nodige garanties op het gebied van kwaliteit verloopt. Daarnaast is er vanuit het beleid een duidelijke nood gesignaleerd aan kwaliteitsvolle beleidsondersteunende informatie. Enerzijds bestaat deze uit de wens om te
611
4UVL m/S#
beschikken over de nodige tools om de effecten van het huidige beleid te kunnen evalueren. Anderzijds zou het mogelijk moeten zijn om elementen aan te leveren om antwoorden te kunnen formuleren op diverse beleidsmatige vragen. D De prestaties, de prestatiedrijvers en de budgettaire parameters 601 – Departement -
-
Door middel van de werkingsuitkeringen hoger onderwijs, de sociale voorzieningen voor studenten en de investeringskredieten tracht de overheid de door de hogescholen en universiteiten te leveren prestaties en de beschikbare middelen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen; Het sluiten van beheersovereenkomsten waarin de strategische en operationele doelstellingen worden opgenomen, evenals de bijhorende resultaatsindicatoren; Maximaal bereiken van de doelgroep en het mee realiseren van het onderwijsbeleid. Informeren van universiteiten en hogescholen.
604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVOS) AHOVOS staat in voor de salarissen van het personeel van het zeevaartonderwijs en voor de personeelsuitgaven voor de hogescholen. Deze betalingen moeten op een tijdige en correcte manier gebeuren om de kwaliteit van het onderwijs optimaal te ondersteunen. AHOVOS staat in voor de berekening en betaling van de werkingsuitkeringen aan het hoger onderwijs. De begroting van de effectieve werkingsmiddelen is gebeurd op basis van het voorontwerp van decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen. AHOVOS staat in voor de organisatie van het toelatingsexamen arts-tandarts. V anaf 2008 worden de kosten voor de organisatie van het examen, op een afzonderlijke basisallocatie geplaatst. Dat gaat gepaard met een verhoging van het budget om de stijging van het aantal kandidaten op te vangen. AHOVOS staat in voor de betaling aan het UZ Gent. Deze dotatie kadert in de uitvoering van art10bis van het Koninklijk besluit nr. 542 houdende de organisatie, de werking en het beheer van de rijksuniversitaire ziekenhuizen van Gent en Luik. De financiële middelen van het UZ Gent worden aangevuld met een dotatie van de Vlaamse Gemeenschap noodzakelijk voor de betaling van de verhoogde loonlasten en andere in geld waardeerbare voordelen die voor het UZ Gent voortvloeien uit akkoorden die door de Vlaamse Regering worden afgesloten inzake de sectoriële programmatie en die op het UZ van toepassing zijn. AHOVOS staat in voor de betaling aan studentenkoepelverenigingen. Deze subsidie kadert in de beleidsoptie om in de school - benaderd als leefgemeenschap - de betrokkenheid van alle actoren te stimuleren door hun participatie en inspraak te verhogen. Als decretale basis wordt vertrokken van het decreet betreffende de subsidiëring van leerlingen- of studentenkoepelverenigingen van 17 maart 1999. Deze subsidie kadert ook in de centrale missie van het agentschap om de dienstverlening aan de klanten van het agentschap, waarin de studenten een prominente plaats hebben, optimaal te ondersteunen. AHOVOS staat in voor de betaling aan de hogere instituten. Op basis van het hogescholendecreet draagt de Vlaamse regering jaarlijks bij in de financiering van de hogere instituten voor schone kunsten en van instellingen die excellente kunstopleidingen organiseren. Hiervoor werden in 2007 nieuwe beheersovereenkomsten afgesloten met deze hogere instituten. Deze beheersovereenkomsten hebben een looptijd van 5 jaar. AHOVOS staat in voor betaling aan de associaties. Het voorontwerp van decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en universiteiten in Vlaanderen kent in artikel 41 een jaarlijkse toelage van 100.000 euro toe aan elke associatie. AHOVOS staat in voor de betaling met betrekking tot de terbeschikkingsgestelden. Op deze basisallocatie worden zowel de wachtgelden van de personeelsleden in de traditionele en bonusstelsels TBS aangerekend als de terugbetaling aan de hogescholen van de vorig jaar gefinancierde wachtgelden van de personeelsleden
4UVL m/S#
612
in het overgangsstelsel. Vanaf 2008 is enkel nog het bonusstelsel TBS van toepassing. Op basis van een raming van de toekomstige wachtgelden in het bonusstelsel wordt de behoefte in 2008 gebudgetteerd op 13.542.240,21 euro. Deze daling is te wijten aan het volledig uitdoven van het traditionele stelsel in 2007. AHOVOS staat in voor de betaling van de bijkomende werkingsmiddelen voor de geïntegreerde lerarenopleiding. Dit betreft de financiering van de geïntegreerde lerarenopleidingen die leiden tot de graad van bachelor in onderwijs, respectievelijk kleuteronderwijs, lager onderwijs en secundair onderwijs. De hogescholen kennen aan de afgestudeerden de betreffende graad toe en reiken het diploma van leraar uit. De hogescholen stellen zelf een verdeelsleutel voor. De forfaite extra werkingsmiddelen worden ter beschikking gesteld teneinde een succesvolle transitie van drie naar twee vakken te bewerkstelligen. AHOVOS staat in voor de betaling van de sociale voorzieningen aan de hogescholen en de universiteiten. De beheersovereenkomst van AHOVOS met de Vlaamse regering stipuleert als strategische doelstelling: “het leveren van een gelijke kansenbeleid en de democratisering van het onderwijs via het wegnemen van financiële drempels”. Op decentraal niveau dragen de studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs eveneens bij aan de democratisering van het hoger onderwijs. Bovendien leveren de studentenvoorzieningen een bijdrage tot de verbetering van de randvoorwaarden voor alle studenten, zoals huisvesting, voeding, psycho-sociale-medische begeleiding. AHOVOS staat in voor de betaling van de dotatie aan de Hogere Zeevaartschool. De werkingsmiddelen voor de Hogere Zeevaartschool zijn niet in de enveloppe voor het hoger onderwijs geïntegreerd (basisallocatie 40.02), maar worden vanop een afzonderlijke basisallocatie toegekend. Tot en met 2007 kende het oude systeem aan de hogere zeevaartschool een academiserings- elektron en aanvullende middelen bijdrage toe. Vanaf 2008, is dit met het nieuwe financieringssysteem niet meer het geval. Om die reden worden de betaalde bijdragen in 2007, aan de dotatie aan de hogere zeevaartschool toegevoegd. AHOVOS staat in voor de betaling van de subsidie aan de UA ten behoeve van het IOB en IJOS. Op basis van artikel 169quater van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd bij decreten van 20 april 2001, 7 december 2001 en 24 februari 2003, draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de financiering van het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en –beheer (IOB) en van het Instituut voor Joodse Studies (IjoS), die in de schoot van de Universiteit Antwerpen zijn opgericht. De opdracht van het IOB is het organiseren en verschaffen van postinitieel onderwijs, verrichten van wetenschappelijk onderzoek en verstrekken van wetenschappelijke dienstverlening op het gebied van de economische, politieke en sociale aspecten van het ontwikkelingsbeleid en –beheer.In de beheersovereenkomst die met het IOB is gesloten zijn de decretale verplichtingen nader ingevuld en werden er concrete uitvoeringswijzen opgenomen. Het IJoS heeft als opdracht het uitbouwen van een interdisciplinair en internationaal ingebed studiecentrum voor de studie van het Jodendom in de breedste betekenis van de term en vanuit een veelheid van benadering: historisch filosofisch, cultureel, literair, religieus filologische en sociologisch. De toegekende subsidies strekken tot dekking van de personeels- en werkingsuitgaven ten behoeve van het postinitieel onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke dienstverlening op het vlak van de Joodse studies. Ook met het IJoS is een beheersovereenkomst afgesloten. AHOVOS staat in voor de betaling van de aanvullende werkingsmiddelen in het kader van een aanmoedigingsfonds voor beleidsspeerpunten. Naast de werkingsuitkeringen, voorziet de Vlaamse overheid in het kader van de nieuwe financiering van het hoger onderwijs in de financiering van een Aanmoedigingsfonds voor beleidsspeerpunten. Die middelen worden door de hogescholen en de universiteiten aangewend om gelijke kansen en diversiteit in het hoger onderwijs aan te moedigen. AHOVOS staat voor de betaling van de subsidie aan de VUB ten behoeve van het IES. Op basis van artikel 169quater van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de financiering van het Instituut voor Europese Studiën (IES) dat in de schoot van de Vrije Universiteit Brussel is opgericht. Het IES biedt een internationaal masterprogramma
613
4UVL m/S#
aan voor een streng geselecteerd hoofdzakelijk buitenlands studentencorps. Deze masterstudie heeft een internationale reputatie en uitstraling op het domein van internationaal, vergelijkend en Europees recht. Naast het verbeteren van de bestaande onderzoeksactiviteiten wil men ook een ruime samenwerking met binnenlandse en buitenlandse instellingen voor academisch onderwijs realiseren. AHOVOS staat in voor de betaling van bijdragen wettelijke en conventionele werkgeverbijdragen universiteiten. In het kader van het nieuwe decreet op de financiering van het hoger onderwijs, werd, in samenspraak met de instellingen, een herinschatting gemaakt van de nodige overheidsbijdrage inzake wettelijke en conventionele werkgeversbijdragen aan de vrije universiteiten. Het decreet legt de bedragen vast. AHOVOS staat in voor de betaling van de subsidies aan het bijzonder onderzoeksfonds. Het BOF is het kanaal dat aan de universiteiten toelaat een eigen onderzoeksbeleid uit te bouwen en op langere termijn onderzoek te financieren dat wort voorgesteld door leden van het eigen academisch personeel. De subsidie is gebaseerd op artikel 168 van het universiteitsdecreet van 12 juni 1991 en op het Besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000. Het budget voor het Bijzonder Onderzoeksfonds wordt verdeeld onder de universiteiten op basis van de omvang van eerste geldstroom, het aantal tweeciclydiploma’s, het aantal diploma’s van doctor en het aanal publicaties en citaties in wetenschappelijke tijdschriften opgenomen in de Science Citation Index Expanded Version. Deze koppeling van bekostiging aan prestaties is een middel om de universitaire onderzoeksfinanciering te dynamiseren: execellente prestaties in wetenschappelijk onderzoek en de valorisatie ervan worden beloond. AHOVOS staat in voor de betaling van de subsidies aan de Faculteit der Protestantse Godgeleerdheid.Op basis van artikel 169 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de financiering van de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid te Brussel. In het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993 houdende de voorwaarden tot de financiering door de Vlaamse Gemeenschap van de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid zijn nadere regelingen uitgewerkt voor de subsidiering van dit instituut. AHOVOS staat in voor de betaling van de subsidies aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Deze uitgaven strekken tot dekking van de personeelskosten en werkings- en uitrustingsuitgaven van het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Deze instelling verstrekt postinitieel onderwijs en wetenschappelijke dienstverlening en verricht wetenschappelijk onderzoek op het vlak van de tropische (dier) geneeskunde. Deze uitgaven vinden een decretale grondslag in het decreet van 18 mei 1999 betreffende sommige instellingen van postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening. In de beheersovereenkomst, gesloten tussen de Vlaams minister van Onderwijs en Vorming en de instelling, zijn nadere voorwaarden uitgewerkt met betrekking tot de werkzaamheden van deze instelling. Er zijn eveneens controlemaatregelen getroffen, zoals de afvaardiging van een regeringscommissaris die de raden van bestuur opvolgt en advies verleent bij de begrotingen, de jaarverslagen en de jaarrekeningen, zij moeten een beleidsplan en een systeem van interne kwaliteitszorg ontwikkelen. Deze instelling heeft ondertussen met positief gevolg een externe audit doorloopen. De vernieuwde beheersovereenkomst bevat nu o.m. meer garanties inzake rapportering en duiding van de activiteiten. AHOVOS staat in voor de betaling van de subsidies aan de Vlerick School. Deze uitgaven strekken tot dekking van de personeelskosten en werkings- en uitrustingsuitgaven van de Vlerick Leuven Gent Management School. Deze instelling verstrekt postinitieel onderwijs en wetenschappelijke dienstverlening en verricht wetenschappelijk onderzoek op het vlak van management wetenschappen. Deze uitgaven vinden een decretale grondslag in het decreet van 18 mei 1999 betreffende sommige instellingen van postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening. In de beheersovereenkomst, afgesloten tussen de Vlaams minister van Onderwijs en Vorming en de Instelling, zijn nadere voorwaarden uitgewerkt met betrekking tot de werkzaamheden van deze instelling.
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Ontvangsten Basisallocatie FG1102D – Teruggevorderde wedden
4UVL m/S#
614
Begroting 2007: OAPR 33.10 BA 1102 – Teruggevorderde wedden Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen AO
2007 (krediet BC) 5.123
2008 (krediet) 0
(in duizend euro)
Het betrof hier de storting in de algemene middelen van het resterende niet toegewezen budget op de financiële rekening 091-2223003-83 van de Administratie AHOWO – Afdeling Hogescholen (voormalig bestuur beheer personeel gesubsidieerd onderwijs). Op deze rekening werden in het verleden de terugvorderingen van de wedden van het personeel HOBU en de inschrijvingsgelden opgelegd aan studenten hoger onderwijs geïnd. In totaal ging het op 31/12/2006 over € 5.123.597,04. Het is de bedoeling deze rekening in de loop van 2007 af te sluiten met een nulsaldo. Basisallocatie FG1190D – Terugvorderingen enveloppe hogescholenonderwijs Begroting 2007: OAPR 33.10 BA 1190 – Terugvorderingen enveloppe hogescholenonderwijs Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen TO
2007 (krediet BC) 2.760
2008 (krediet) 959
(in duizend euro) De totale ontvangsten worden geraamd op 959 duizend euro (zijnde 569 duizend euro voor de terugvordering enveloppe en 390 duizend euro voor de terugvorderingen kiné) voor 2008. Het krediet lag in 2007 hoger omdat ook de middelen van het voormalige kiné-fonds waren overgedragen. Basisallocatie FG4601D – Gebruiksvergoeding te betalen door UZ Gent. Begroting 2007: OAPR 33.20 4601 – Gebruiksvergoeding te betalen door UZ Gent. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen AO
2007 (krediet BC) 15.839
2008 (krediet) 16.148
(in duizend euro) Ditzelfde bedrag wordt ook ingeschreven op artikel FG3143D , “dotatie aan het uz gent voor terbeschikkingstelling van gebouwen van het uz gent” van de uitgavenbegroting, waardoor het effect op de begroting nihil is. 2. Uitgaven Lonen Basisallocatie FG1107D – Salarissen en toelagen van het personeel van het zeevaartonderwijs Begroting 2007: OAPR 33.10 11.07 – Salarissen en toelagen van het personeel van het zeevaartonderwijs
615
4UVL m/S#
Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK BVJ
2007 (krediet BC) 2.919 1
2008 (krediet) 2.855
(in duizend euro) De daling van de loonkredieten wordt verklaard door verschillende factoren. In de begroting 2008 daalt de personeelsformatie met 1 FT t.o.v. 2007. In 2007 was er nog een inhaalbeweging om het RSZ-voorschot december te betalen. Deze meerkost valt weg in 2008. In uitvoeren van de cao wordt in 2008 wel het vakantiegeld opgetrokken. Andere Basisallocatie FG1108D – Centrale personeelsuitgaven voor de hogescholen Begroting 2007: OAPR 33.10 40.02 – Enveloppe hogescholenonderwijs Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen 2007 (krediet BC) NGK
2008 (krediet) 8.782
(in duizend euro) Binnen de vroegere hogescholenenveloppe waren 2 centrale voorafnames voorzien die dienden om een beperkt aantal personeelsleden centraal mee te betalen. Het gaat om het zongenaamde Meester-, vak- en dinestpersoneel (MVD) en om de personeelsleden van het Centraal Fonds. In het kader van de nieuwe financieringsregeling voor hogescholen en universiteiten is ervoor gekozen om deze middelen niet meer als voorafname van de werkingsmiddelen te beschouwen. Dit werd gedaan om de werkingsuitkeringen van universiteiten en hogescholen zo nauwgezet mogelijk op elkaar af te stemmen. In 2007 worden deze kosten, als centrale voorafname van de hogescholenenveloppe, geraamd op 8.958.000 euro. Voor 2008 moet daar 134.370 euro index aan toegevoegd worden. De kost van de vakbondsopdrachten in het kader van cao I 310.851,11 euro(zie verder),, moet hiervan in mindering gebracht worden. Dit brengt het totaal van deze basisallocatie op 8.781.515,89 of 8.782 duizend euro. Basisallocatie FG1205D – Terugbetaling vakbondsopdrachten in het kader van CAO I. Begroting 2007: OAPR 33.20 12.05 – Terugbetaling vakbondsopdrachten in het kader van CAO I. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK BVJ
2007 (krediet BC) 43 27
2008 (krediet) 355
(in duizend euro) In het kader van cao I neemt de overheid de personeelskost op zich voor een beperkt aantal personeelsleden die vrijgesteld worden voor vakbondsopdrachten de personeelskost op zich te nemen. In het verleden werd dit op een andere manier geregeld voor de hogescholen dan voor de universiteiten. De vrijgestelden aan de hogescholen werden centraal betaald binnen de hogescholenenveloppe (die hiervoor verhoogd was,zie hierboven). Voor de universiteiten werd er een afzonderlijke basisallocatie gemaakt en werden de loonkosten terugbetaald aan de instelling op basis van facturen.
616
4UVL m/S#
Het is de bedoeling om dit in de toekomst op een uniforme manier op te volgen. Dit zal gebeuren door het systeem dat eerder al voor de universiteiten van toepassing was ook voor de hogescholen door te voeren. De oorspronkelijke instelling betaalt het betreffende personeelslid, via de cel personeel van de afdeling Hoger Onderwijs, en vordert daarna deze loonkost terug van de overheid. Deze regeling zorgt ervoor dat beide soorten instellingen op dezelfde manier behandeld worden en zorgt voor de nodige transparantie in de begroting met betrekking tot deze middelen. Het oorspronkelijke bedrag van 300000 euro wordt uit de hogeschoolenveloppe gehaald en op basisallocatie 12.05D ondergebracht Dit budget wodt verhoogd met 43.000 euro. De rest van de verhoging van het budget is het gevolg van de indexaanpassing. Basisallocatie FG1207B – Uitgaven in het kader van de lerarenopleiding Begroting 2007: OAPR 33.30 BA 12.07 – Uitgaven in het kader van de lerarenopleidng Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 130
2008 (krediet) 130 (in duizend euro)
Project Islamitische godsdienst. Sinds het schooljaar 1998-1999 wordt in de initiële lerarenopleiding secundair onderwijs, groep 1 van de Erasmushogeschool het vak "islamitische godsdienst" op experimentele basis ingericht. Er wordt daarvoor een voltijdse coördinator aangesteld met de volgende opdrachten: - verhogen van de instroom van studenten in de opleiding - verhogen van de doorstromingskansen van studenten van allochtone afkomst - interculturalisering van de lerarenopleiding Het is de bedoeling deze projectmatige ondersteuning in de loop van het academiejaar 2007-2008 uit te breiden naar een bijkomende lerarenopleiding. Daarom werden de middelen bij de begrotingsopmaak I2007 verhoogd tot 130.000 euro. Het is de bedoeling deze ondersteuning in 2008 te continueren. Basisallocatie FG1207D – Werkingskosten voor de organisatie van het toelatingsexamen arts-tandarts Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.74 - Specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de overige basisallocaties in verband met de onderwijsorganisatie – agentschap hoger onderwijs, volwassenenonderwijs en studietoelagen Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen 2007 (krediet BC) NGK
2008 (krediet) 496
(in duizend euro) In 2007 werden ook de werkingskosten voor de organisatie van het examen arts-tandarts op de basisallocatie FC1274D gedragen. Vanaf 2008 worden deze middelen op een afzonderlijke basisallocatie geplaatst. Vanuit de structuur van de begroting is het immers logisch om deze uitgaven onder het programma Hoger Onderwijs te plaatsen. Oorspronkelijk was binnen deze basisallocatie 384.000 euro voorzien. Voor 2008 is daar 112.000 euro bijgekomen. De budgetvermeerdering dient om het stijgend aantal kandidaten, wat een autonome parameter is, op te vangen Basisallocatie FG1243B – Allerhande uitgaven in het kader van de voorbereiding van de ministeriële conferentie ‘Bologna 2009’ Begroting 2007: niet van toepassing
617
4UVL m/S#
Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet BC) NGK
2008 (krediet) 275 (in duizend euro)
Op de vergadering van de Europese ministers bevoegd voor hoger onderwijs in het kader van het Bolognaproces, Londen, 17-18 mei 2007, is besloten dat de volgende bijeenkomst van ministers zal doorgaan in Leuven en Louvain-la-Neuve op 28 en 29 april 2009. De Beneluxlanden (Franse en Vlaamse Gemeenschap, Nederland, Luxemburg) treden hier als gastheer op. Voor de voorbereiding van de ministeriële conferentie in Leuven en Louvain-la-Neuve in 2009 dienen voor 2008 voldoende middelen beschikbaar te worden gesteld voor de werking van het Bologna secretariaat, de inhoudelijke voorbereiding van de conferentie en de uitgave van het boek ‘Flemish Higher Education in an international perspective’. Basisallocatie FG33.03D – Subsidie aan studentenkoepelverenigingen – hoger onderwijs (decreet 30.03.1999) Begroting 2007: OAPR 33.30 33.03 –Subsidie aan studentenkoepelverenigingen – hoger onderwijs (decreet 30.03.1999) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen 2007 (krediet BC) 202
NGK EJT
2008 (krediet) 204
(in duizend euro) De stijging met betrekking tot begrotingsjaar 2007, betreft een indexaanpassing. Basisallocatie FG3304B – Subsidie aan het Vlaams expertisenetwerk Handicap en Hoger Onderwijs Begroting 2007: OAPR 33.30 BA 33.04 – Subsidie aan het Vlaams expertisenetwerk Handicap en hoger Onderwijs Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 150
2008 (krediet) 0
(in duizend euro) Vanaf 1 januari 2008 wordt het VEHHO niet verder gesubsidieerd maar wordt een beheersovereenkomst voor vijf jaar gesloten met een steunpunt voor leren en werken met functiebeperkingen in het hoger onderwijs. Zie ook basisallocatie FG3311B Basisallocatie FG3305B – Subsidie aan het sectoraal vormingsfonds hoger onderwijs Begroting 2007: OAPR 33.30 BA 33.05 – Subsidie aan het sectoraal vormingsfonds hoger onderwijs Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet BC) 1.070
2008 (krediet) 1.094 (in duizend euro)
In de cao I Hoger Onderwijs is het recht op bezoldigde vorming voor de personeelsleden van het hoger onderwijs benadrukt. Met het oog daarop is een centraal paritair beheerd fonds in oprichting, dat wordt
618
4UVL m/S#
gespijsd door de overheid. De instellingen besteden met hun eigen middelen minstens eenzelfde bedrag aan vorming als het bedrag dat zij daartoe specifiek van de overheid ontvangen. Voor 2008 wordt een bedrag van 1.094.000 euro voorzien. Basisallocatie FG3306B – Subsidies voor de financiering van expertisenetwerken en regionale platformen in het kader van het decreet op de lerarenopleiding in Vlaanderen Begroting 2007: OAPR 33.30 BA 33.06 – Subsidie voor de financiering van expertisenetwerken en regionale platformen in het kader van het decreet op de lerarenopleiding in Vlaanderen Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 2.940
2008 (krediet) 2.973 (in duizend euro)
In het kader van het decreet betreffende de lerarenopleiding kunnen de universiteiten en/of hogescholen met centra voor volwassenenonderwijs een overeenkomst sluiten over de organisatie van de lerarenopleidingen, met name onderwijs- en studieactiviteiten, de kwaliteitszorg en het gebruik van infrastructuur. Een expertisenetwerk omvat één universiteit, ten minste één hogeschool en ten minste één centrum voor volwassenenonderwijs. Daarnaast kunnen een universiteit, hogescholen en verschillende associaties en centra voor volwassenenonderwijs een regionaal platform voor lerarenopleiding oprichten en sluiten hiervoor een kaderovereenkomst. Een universiteit, hogescholen en centra voor volwassenenonderwijs kunnen slechts in één regionaal platform participeren. De stijging is het gevolg van de indexaanpassing Basisallocatie FG3307B – Subsidies voor specifieke projecten in het kader van de lerarenopleiding Begroting 2007: OAPR 33.30 BA 33.07 – Subsidies voor specifieke projecten in het kader van de lerarenopleiding Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 500
2008 (krediet) 506
(in duizend euro) Artikels 11-12bis §3 en 16-55ter §3 van het decreet van 15 december 2006 betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen bepaalt dat in de academiejaren 2007-2008, 2008-2009 en 2009-2010 middelen toegekend zullen worden aan projecten in de schoot van een Expertisenetwerk of regionaal platform om op experimentele basis de in-, door- en uitstroom te bevorderen van doelgroepen. De voortzetting van deze financiering hangt af van een evaluatie die in het bijzonder zal nagaan welke tijdelijke maatregelen omgezet kunnen worden door middel van een aanmoedigingsfonds. De stijging is het gevolg van de indexaanpassing Basisallocatie FG3308D – Subsidies voor hogere instituten schone kunsten en andere instellingen voor schone kunsten. Begroting 2007: OAPR 33.10 33.03 – Subsidies voor hogere instituten schone kunsten en andere instellingen voor schone kunsten Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 3.202
2008 (krediet) 3.248 (in duizend euro)
619
4UVL m/S#
Op basis van het Hogescholendecreet draagt de Vlaamse regering jaarlijks bij in de financiering van de hogere instituten voor schone kunsten en van instellingen die excellente kunstopleidingen organiseren. Hiervoor zijn in 2007 nieuwe beheersovereenkomsten gesloten. Deze beheersovereenkomsten zijn in werking getreden op 1 januari 2007 en eindigen op 31 december 2011. De stijging van het bedrag tegenover begrotingsjaar 2007 betreft een indexaanpassing. Basisallocatie FG3309D – Subsidies ter ondersteuning van allerhande samenwerkingsprojecten tussen hogescholen Begroting 2007: OAPR 33.10 33.04 – Subsidies ter ondersteuning van allerhande samenwerkingsprojecten tussen hogescholen Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (Pro Memorie) 2007 (krediet BC) 140
NGK
2008 (krediet) PM
Het desbetreffende protocol (van 13.03.2002) neemt een einde per 01/01/2008. Bijgevolg worden geen bedragen meer ingeschreven op de uitgavenbegroting. Basisallocatie FG3310B – Subsidies voor het versterken van de internationalisering van het Vlaams Hoger Onderwijs Begroting 2007: Niet van toepassing: nieuw in 2008 Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet BC) NGK
0
2008 (krediet) 100
(in duizend euro) In 2009 organiseren de Benelux landen de tweejaarlijkse ministeriële conferentie in Leuven en Louvain-laNeuve. In die context past het dat de overheid de internationalisering van het Vlaamse Hoger Onderwijs extra stimuleert. Doel van de subsidie: - opvolgen en becommentariëren van internationale initiatieven; - het Vlaamse hoger onderwijs Europees en mondiaal bekendmaken en sterker positioneren ondermeer door deelname aan het verspreiden van informatie (zoals Study in Flanders) en Educational Fairs - het voorbereiden van achtergrondstudies over internationale aspecten van het hoger onderwijs; - het Vlaamse hoger onderwijs vertegenwoordigen op relevante internationale fora en conferenties. Basisallocatie FG3311B – Subsidie aan het steunpunt voor leren en werken met functiebeperkingen in het hoger onderwijs Begroting 2007: Niet van toepassing: nieuw in 2008 Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet BC) NGK
0
2008 (krediet) 250
(in duizend euro)
620
4UVL m/S#
In 2008 wordt een steunpunt voor leren en werken met functiebeperkingen in het hoger onderwijs opgericht. Daarmee zal de overheid een beheersovereenkomst van vijf jaar sluiten. Het steunpunt zal de opvolger zijn van het VEHHO. Het steunpunt zal de volgende taken kunnen opnemen : x op vraag beleidsadviezen verstrekken aan de overheid x forum bieden voor discussie/uitwisseling tussen de instellingen x stimuleren van materiaalontwikkeling en aanmaak van beleidsinstrumenten ten behoeve van de instellingen x intermediair tussen instellingen en andere stakeholders (Fevlado, Grip, Dyskus, etc). x adviezen/vorming verstrekken aan de instellingen zowel omtrent praktische problemen (naar studentenbegeleidingsdiensten en sociale voorzieningen toe) als over de manier waarop een beleid kan opgezet worden (naar instellingsbesturen toe) x advies verstrekken aan studenten met functiebeperkingen x onderzoek stimuleren of zelf opzetten/coördineren Zie ook basisallocatie FG3304B Basisallocatie FG3315B – Subsidies in het kader van het versterken van de studentenmobiliteit Begroting 2007: Niet van toepassing: nieuw in 2008 Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet BC) NGK
0
2008 (krediet) 150 (in duizend euro)
Het London Communiqué dat werd uitgebracht tijdens de tweejaarlijkse ministeriële conferentie in het kader van het Bolognaproces, benadrukt het belang van mobiliteit als de kern van het Bolognaproces en van de externe dimensie van het Bolognaproces. De ministers hebben afgesproken dat ze in 2009 zullen rapporteren over acties op het nationale vlak om de mobiliteit te verhogen. Deze middelen zijn daartoe een eerste aanzet. Basisallocatie FG3326B – Subsidie aan de Evangelische Theologische Faculteit Begroting 2007: OAPR 33.20 BA 33.26 – Subsidie aan de Evangelische Theologische Faculteit Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 100
2008 (krediet) 150
(in duizend euro) Het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen erkent de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) als ambtshalve geregistreerde instelling en geeft haar de onderwijsbevoegdheid voor het verlenen van de graden van bachelor, master en doctor in het studiegebied godsdienstwetenschappen en godgeleerdheid. Buiten de eenmalige facultatieve financiering van 100.000 euro in 2007 ontvangt het ETF in tegenstelling tot de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid in Brussel geen overheidstoelage niettegenstaande het EFT moet voldoen aan dezelfde voorwaarden als de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid. Aangezien er geen enkele redelijke grond is om de ene instelling wel en de andere niet te financieren wordt deze ongelijkheid rechtgezet in het voorontwerp van decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen. In dit voorontwerp is een bepaling (art. 57) opgenomen die de decretale grondslag voor de financiering van de ETF zal regelen. Onder de voorwaarden, vermeld in een besluit van de Vlaamse Regering, zal de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks bijdragen in de financiering van de ETF.
621
4UVL m/S#
Basisallocatie FG4002D – Werkingsuitkeringen hoger onderwijs Begroting 2007: OAPR 33.10 4002 – Enveloppe hogescholenonderwijs OAPR 33.20 4120 – Werkingsuitkering aan de universiteit Gent OAPR 33.20 4127 – Werkingsuitkering aan de Transnationale Universiteit Limburg (tUL) ter beschikking gesteld aan de Universiteit Hasselt OAPR 33.20 4179 - Werkingsuitkering aan de universiteit Antwerpen OAPR 33.20 4185 – Werkingsuitkering aan de universiteit Hasselt OAPR 33.20 4481 – Werkingsuitkering aan de vrije universiteit brussel OAPR 33.20 4482 – Werkingsuitkering aan de katholieke universiteit in leuven OAPR 33.20 4486 – Werkingsuitkering aan de katholieke universiteit brussel OAPR 33.20 4463 – Aanvullende werkingsmiddelen betreffende de universiteiten – BAMA Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK BVJ
2007 (krediet BC) 1.221.226
2008 (krediet) 1.253.322
(in duizend euro) Het decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen gaat, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring, in op 1 januari 2008. De verschillende financieringsregelingen die tot 2007 van kracht waren, worden door dit decreet op elkaar afgestemd. Voor de structuur van de begroting betekent dit dat verschillende basisallocaties samengevoegd of uitgesplitst worden. In de aangepaste begroting 2007 gaat het om de volgende basisallocaties: Benaming Enveloppe HS Werkingsuitkering aan de universiteit Gent Werkingsuitkering aan de tUL Werkingsuitkering aan de universiteit Antwerpen Werkingsuitkering aan de universiteit Hasselt Werkingsuitkering aan de VUB Werkingsuitkering aan de KUL Werkingsuitkering aan de KUB Aanvullende Middelen Universiteiten stijging vakantiegeld hogescholen (index 2007)
A2007 606.947.000,00 192.658.000,00 7.768.000,00 84.901.000,00 16.431.000,00 77.331.000,00 219.057.000,00 5.459.000,00 12.196.000,00 2.708.405,23
oude ba 3310 4002 3320 4120 3320 4127 3320 4179 3320 4185 3320 4481 3320 4482 3320 4486 3320 4463
Daarnaast voorziet de Vlaamse Regering in een aantal bijkomende investeringen in het hoger onderwijs, met name: een versterking van het budget bestemd voor het hoger professioneel onderwijs, een aanpassing van het puntengewicht van de academische opleidingen van het studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde aan de hogescholen van 1 naar 1,1 over 3 jaar, de realisatie van de bijkomende middelen ingevolge het arrest van de Raad van State met betrekking tot de financiering van de UGent; een bijkomende onderzoekssokkel van 5 miljoen voor de UGent ter compensatie van de historische achterstand inzake onderzoeksoutput en een bijkomende investering om een geleide groei van het budget te verzekeren in een overgangsfase. Concreet gaat het om volgende investeringen: Extra PHO HWBK ac groeipad UG Sokkel UG groeipad VE
5.000.000,00 642.000,00 3.600.000,00 5.000.000,00 2.323.000,00
4UVL m/S#
622
Tenslotte voorziet de Vlaamse Regering in een tijdelijk budget dat de afbouw van een aantal opleidingen aan de KUB mogelijk moet maken. Deze middelen zullen dienen om de transitie van personeelsleden naar andere instellingen te faciliteren. Het voorontwerp van decreet voorziet hiervoor volgende bedragen: 2008 2.150.000
2009 1.550.000
2010 1.230.000
2011 1.230.000
2012 1.140.000
In totaal gaat het over 1.241.063.000 euro, op indexniveau 2007, dat herverdeeld zal worden op basis van het nieuwe decreet. Het bedrag dat op deze basisallocatie geplaatst wordt, is als volgt samengesteld (op indexniveau 2008): effectieve werkingsmiddelen hogescholen 11/12 effectieve werkingsmiddelen universiteiten 1/12 werkingsmiddelen universiteiten 2007 bevallingsverlof hogescholen academiseringsmiddelen hogescholen extra werking HoGent kinderbijslag hogescholen SLO Hogescholen SLO Universiteiten VLO Hogescholen
589.100.678,95 579.379.775,37 50.300.000,00 356.866,88 14.043.520,42 14.066,69 12.171.000,00 1.542.682,36 4.397.287,97 1.615.479,82
Totaal: 1.253.321.358,47 euro. Basisallocatie FG4003B – Werkingsuitkering aan de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) Begroting 2007: OAPR 33.30 BA 40.03 – Werkingsuitkering aan de Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 2.253
2008 (krediet) 2.279
(in duizend euro) Op 3 september 2003 ondertekenden de Vlaamse en de Nederlandse minister bevoegd voor hoger onderwijs het verdrag inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs. Met dit verdrag wordt de Nederlands Vlaams Accreditatie Organisatie (NVAO) in het leven geroepen. Nederland en Vlaanderen verbinden er zich toe om deze accreditatieorganisatie te belasten met de taak om zowel de Nederlandse als de Vlaamse opleidingen te accrediteren. Bij decreet van 2 april 2004 werd het verdrag goedgekeurd. Verdragsrechtelijk is vastgelegd dat de werkingskosten van de NVAO in een 60/40 verhouding worden gedragen door respectievelijk de Nederlandse en de Vlaamse overheid. Dit begrotingsvoorstel is gebaseerd op de conceptbegroting 2008 van de NVAO.
Hierbij dient ook opgemerkt te worden dat, indien de inkomsten uit toetsing en accreditatie hoger of lager zouden uitvallen dan geraamd, de dotatie vanwege Vlaanderen zal moeten aangepast worden om de 60/40 verhouding ten opzichte van Nederland te respecteren. Bovendien kan de subsidie aan de NVAO aangepast worden indien er ondertussen extra taken door de Vlaamse overheid aan de NVAO zouden worden opgedragen. De stijging is het gevolg van de indexaanpassing Basisallocatie FG4003D
– Toelage associaties
623
4UVL m/S#
Begroting 2007: Niet van toepassing: nieuw in 2008 Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen 2007 (krediet BC) NGK
2008 (krediet) 508 (in duizend euro)
Het decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en universiteiten in Vlaanderen kent een jaarlijkse toelage van 100.000 euro toe aan elke associatie. Het decreet voorziet ook een jaarlijkse indexering van deze bedragen. Dit betekent dat in 2008 elke associatie een toelage van 101.425 euro ontvangt. Er zijn 5 associaties in Vlaanderen, waardoor er een behoefte is van 507.125 euro. Basisallocatie FG4004D – Uitgaven m.b.t. de terbeschikkingsgestelden voorafgaand aan het pensioen. Begroting 2007: OAPR 33.10 BA 4004 – Uitgaven met betrekking tot de terbeschikkingsgestelden voorafgaand aan het pensioen. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 24.457
2008 (krediet) 13.542 (in duizend euro)
Op deze basisallocatie worden zowel de wachtgelden van de personeelsleden in de traditionele en bonusstelsels TBS aangerekend als de terugbetaling aan de hogescholen van de vorig jaar gefinancierde wachtgelden van de personeelsleden in het overgangsstelsel. Vanaf 2008 is enkel nog bonusstelsel TBS van toepassing. Op basis van een raming van de toekomstige wachtgelden in het bonusstelsel wordt de behoefte in 2008 gebudgetteerd op 13.542.240,21 euro. Deze daling is te wijten aan het volledig uitdoven van het traditionele stelsel in 2007. Basisallocatie FG4006D – Bijkomende werkingsmiddelen voor de geïntegreerde lerarenopleiding. Begroting 2007: BA 33.10 4006 – Bijkomende werkingsmiddelen voor de geïntegreerde lerarenopleiding. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 117
2008 (krediet) 583 (in duizend euro)
De Vlaamse regering kent in begrotingsjaar 2008, een forfaitair bedrag toe van 583.332 euro. Het betreft een bijkoomende financiering van de geïntegreerde lerarenopleidingen die leiden tot de graad van bachelor in onderwijs, respectievelijk kleuteronderwijs, lager onderwijs en secundair onderwijs. De forfaitaire extra werkingsmiddelen worden ter beschikking gesteld teneinde een succesvolle transitie van drie naar twee vakken te bewerkstelligen. Basisallocatie FG4007D – Subsidie voor sociale voorzieningen in het hogescholenonderwijs en de hogere zeevaartschool Begroting 2007: BA 35.10 4007 – Subsidie voor sociale voorzieningen in het hogescholenonderwijs en de hogere zeevaartschool
624
4UVL m/S#
Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen
NGK
2007 (krediet BC) 20.258
2008 (krediet) 24.222 (in duizend euro)
Historisch gezien bestaat er een discriminerend onderscheid tussen de studentenvoorzieningen van de hogescholen en die van de universiteiten. Ondanks het feit dat alle studentenvoorzieningen dezelfde opdracht delen, ontvangen de studentenvoorzieningen van de hogescholen van oudsher een sociale toelage die merkelijk lager ligt dan deze van de universiteiten Om tegen het einde van de legislatuur een gelijkschakeling te bereiken, is er een additioneel bedrag voor de hogescholen voorzien van 3,7 miljoen euro. Verder werden de bedragen van de hogescholen geïndexeerd aan 50% werking en 50% loon. Basisallocatie FG4009D – Enveloppe personeel en werking regeringscommissariaat hoger onderwijs. Begroting 2007: OAPR 33.10 1208 – Allerhande uitgaven voor personeel, uitrusting en werking ten behoeve van de commissarissen van de Vlaamse regering OAPR 33.20 0106 – Commissarissen van de Vlaamse regering (allerlei personeels, uitrustings- en werkingsuitgaven) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK BVJ
2007 (krediet BC) 1.265 264
2008 (krediet) 1.283 (in duizend euro)
De regeringscommissarissen van de Vlaamse Regering waken erover dat de universiteits- en hogeschoolbesturen geen enkele beslissing nemen die strijdig is met het bij of krachtens de wet of decreet bepaalde of die het financieel evenwicht van de instelling in het gedrang brengt. Zo staan zij onder andere in voor: -
de controle op de wettelijkheid van alle beslissingen van het universiteitsbestuur. de controle op de juistheid van gegevens. controle op het financieel evenwicht van de universiteiten en hogescholen toezicht op de naleving van de regelgeving van toepassing op de universiteiten en hogescholen en op de tijdige uitvoering van de decretale en reglementaire voorschriften door het universiteits- of hogeschool bestuur.
Deze basisallocatie betreft allerhande uitgaven voor personeel,uitrusting en werking ten behoeve van de commissarissen van de Vlaamse regering belast met het toezicht op de hogescholen: Het budget van 2007 voor BA 1208 was voorzien op 497 duizend euro Het budget 2008 bij constant beleid wordt bekomen door het budget 2007 te indexeren à rato van 80% lonen en 20% werking. Dit levert een totaal budget 2008 op van 504 duizend euro. Het geraamd bedrag voor 2008 wat betreft de universiteiten omvat: 1e 532,34 duizend euro (raming loonmassa 2007 op basis van de reële loonmassa 2006 en de reeds beschikbare gegevens van 2007) x 101,5% = 540.33 duizend euro indexweerslag lonen: 7,99 duizend euro 2e 227,54 duizend euro (raming op basis van uitgaven 2006 en aandeel werking 2007) x 101,125% = 230,10 duizend euro
625
4UVL m/S#
indexweerslag werking: 2.56 duizend euro Verder wordt er nog een bedrag voorzien van 8 duizend euro voor wat betreft de regularisatie van diverse personeelsleden die vandaag door de hogescholen of universiteiten betaald worden. Basisallocatie FG4010B – Subsidiëring Open Hoger Onderwijs Begroting 2007: OAPR 33.30 BA 40.10 – Subsidiëring open hoger onderwijs Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 632
2008 (krediet) 632 (in duizend euro)
De subsidiëring van het open hoger onderwijs wordt op het peil van de vorige jaren gehouden. Basisallocatie FG4073D – Subsidie voor sociale voorzieningen in het universitair onderwijs (Art.140bis en ter van het decreet van 12 juni 1991) Begroting 2007: OAPR 35.10 4073 – Subsidie voor sociale voorzieningen in het universitair onderwijs (Art.140 bis en ter van het decreet van 12 juni 1991) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 15.240
2008 (krediet) 15.441 (in duizend euro)
Overeenkomstig artikel 140bis van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap draagt de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks bij in de sociale voorzieningen van de studenten. Deze toelage dient ter uitvoering van de engagementen die de studentenvoorziening heeft aangegaan overeenkomstig de beheersovereenkomst die met de overheid gesloten werd. Artikel 140ter, §2, zoals gewijzigd door het programmadecreet van 23 december 2005, bepaalt dat de basisbedragen vanaf 2007 geïndexeerd worden aan 50% werking en 50% loon. Basisallocatie FG4090D – Terugvorderingen enveloppe hogescholenonderwijs Begroting 2007: OAPR 33.10 4090 – Terugvorderingen enveloppe hogescholenonderwijs Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen VRK
2007 (krediet BC) 2.758
2008 (krediet) 961 (in duizend euro)
De terugvorderingen op lonen en wedden die door het Ministerie van Onderwijs en Vorming uitbetaald worden ten laste van de hogescholenenveloppe moeten terugstromen naar die hogescholen op wier enveloppe zij oorspronkelijk uitbetaald zijn. De daling tegenover begrotingsjaar 2007, wordt verklaard doordat in 2007, een openstaand saldo op de middelenbegroting van 1773 duizend (kiné fonds) éénmalig ingebracht werden op de uitgavenbegroting 2007.
4UVL m/S#
626
Basisallocatie FG4110D – Dotatie aan de dienst met afzonderlijk beheer “hogere zeevaartschool”. Begroting 2007: OAPR 33.10 4110 – Dotatie aan de dienst met afzonderlijk beheer “hogere zeevaartschool”. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 1.109
2008 (krediet) 1.199 (in duizend euro)
De dotatie aan de DAB Hogere Zeevaartschool werd bepaald door de dotatie 2007 te indexeren a rato van 100% werkingsmiddelen. Daarnaast wordt de dotatie verhoogd met de middelen die de Hogere Zeevaartschool tot 2007 ontving uit de Hogescholenenveloppe. De Hogere Zeevaartschool ontving uit de vroegere hogescholenenveloppe aanvullende middelen, academiseringsmiddelen en een Elektron bijdrage. In het voorontwerp van decreet dat de financiering van de hogescholen en universiteiten regelt valt deze constructie weg. Basisallocatie FG4122D – Subsidie aan de Universiteit Antwerpen ten bate van het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en – beheer (IOB) Begroting 2007: OAPR 33.20 4122 – Subsidie aan de Universiteit Antwerpen ten bate van het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en – beheer (IOB) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 1.996
2008 (krediet) 2.025 (in duizend euro)
Op basis van artikel 169quater van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd bij decreten van 20 april 2001, 7 december 2001 en 24 februari 2003, draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de financiering van het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en –beheer (IOB), dat in de schoot van de Universiteit Antwerpen is opgericht. De opdracht van het IOB is het organiseren en verschaffen van postinitieel onderwijs, verrichten van wetenschappelijk onderzoek en verstrekken van wetenschappelijke dienstverlening op het gebied van de economische, politieke en sociale aspecten van het ontwikkelingsbeleid en –beheer.In de beheersovereenkomst die met het IOB is afgesloten zijn de decretale verplichtingen nader ingevuld en werden er concrete uitvoeringswijzen opgenomen. De stijging betreft een indexaanpassing Basisallocatie FG4128D – Subsidie aan de Universiteit Antwerpen ten behoeve van het Instituut voor Joodse Studies (IJOS) Begroting 2007: OAPR 33.20 4128 – Subsidie aan de Universiteit Antwerpen ten behoeve van het Instituut voor Joodse Studies (IJOS) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 161
2008 (krediet) 163 (in duizend euro)
627
4UVL m/S#
Op basis van artikel 169quater van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de financiering van het Instituut voor Joodse Studies (IJoS) dat in de schoot van de Universiteit Antwerpen is opgericht. Het IJoS heeft als opdracht het uitbouwen van een interdisciplinair en internationaal ingebed studiecentrum voor de studie van het Jodendom in de breedste betekenis van de term en vanuit een veelheid van benadering: historisch filosofisch, cultureel, literair, religieus filologische en sociologisch. De toegekende subsidies strekken tot dekking van de personeels- en werkingsuitgaven ten behoeve van het postinitieel onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke dienstverlening op het vlak van de Joodse studies. Bij wijze van controle moet de instelling jaarlijks een begroting, een jaarrekening en een jaarverslag opstellen en aan de bevoegde minister overmaken. Ook met het IJoS is een beheersovereenkomst gesloten. De stijging betreft een indexaanpassing. Basisallocatie FG4406D – Aanvullende werkingsmiddelen in het kader van een aanmoedigingsfonds voor beleidsspeerpunten Begroting 2007: niet van toepassing: nieuw in 2008 Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen 2007 (krediet BC) NGK
2008 (krediet) 3.043 (in duizend euro)
Het nieuwe financieringsdecreet voorziet naast de de werkingsuitkeringen, in de financiering van een aanmoedigingsfonds voor beleidsspeerpunten voor de hogescholen en de universiteiten die voldoen aan de minimale instellingsnorm voor de onderwijssokkel. Die middelen moeten door de hogescholen en de universiteiten aangewend om gelijke kansen en diversiteit in het hoger onderwijs aan te moedigen. Voor het begrotingsjaar 2008 bedraagt de financiering voor het Aanmoedigingsfonds 3 miljoen euro. Basisallocatie FG4407B – Subsidies in het kader van de versterking van de onderzoeksbetrokkenheid van de academische opleidingen aan de hogescholen Begroting 2007: OAPR 33.10 BA 44.07 – Subsidies in het kader van de versterking van de onderzoeksbetrokkenheid van de academische opleidingen aan de hogescholen Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 2.800
2008 (krediet) 5.275 (in duizend euro)
De Vlaamse overheid draagt bij in een ondersteuning van de versteviging van de onderzoeksbetrokkenheid van academische gerichte hogeschoolopleidingen, waaronder begrepen wordt de versterking van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit, het bewerkstelligen van de interdisciplinariteit van het gevoerde onderzoek, de bevordering van de valorisatie van onderzoeksresultaten, en de samenwerking met het bedrijfsleven. In het begrotingsjaar 2008 wordt daartoe een bedrag vastgelegd van 5,20 miljoen euro. Voor het begrotingsjaar 2009 wordt dit bedrag 8 miljoen euro. Basisallocatie FG4426D – Subsidie aan de Vrije Universiteit Brussel ten behoeve van het Instituut voor Europese Studiën (IES) Begroting 2007:
4UVL m/S#
628
OAPR 33.20 4426 – Subsidie aan de Vrije Universiteit Brussel ten behoeve van het Instituut voor Europese Studiën (IES) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 1.496
2008 (krediet) 1.517 (in duizend euro)
Op basis van artikel 169quater van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de financiering van het Instituut voor Europese Studiën (IES) dat in de schoot van de Vrije Universiteit Brussel is opgericht. Het IES biedt een internationaal masterprogramma aan voor een streng geselecteerd hoofdzakelijk buitenlands studentencorps. Deze masterstudie heeft een internationale reputatie en uitstraling op het domein van internationaal, vergelijkend en Europees recht. Naast het verbeteren van de bestaande onderzoeksactiviteiten wil men ook een ruime samenwerking met binnenlandse en buitenlandse instellingen voor academisch onderwijs realiseren. De stijging van het budget betreft een indexaanpassing. Basisallocatie FG4460D – Bijdrage wettelijke en conventionele werkgeversbijdragen universiteiten Begroting 2007: OAPR 33.20 4460 – Bijdrage wettelijke en conventionele werkgeversbijdragen universiteiten Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK BVJ
2007 (krediet BC) 20.333
2008 (krediet) 23.429 (in duizend euro)
Bij de opmaak van het decreet op de financiering van het hoger onderwijs, werd, in samenspraak met de instellingen, een herinschatting gemaakt van de nodige overheidsbijdrage inzake wettelijke en conventionele werkgeversbijdragen aan de vrije universiteiten (het vroegere ‘artikel 136’). Het decreet legt de bedragen vast. Die indexering is gelijk aan 346.000 euro. Basisallocatie FG4464D – Subsidie aan het Bijzonder Onderzoeksfonds voor de universiteiten Begroting 2007: OAPR 33.20 4464 – Subsidie aan het Bijzonder Onderzoeksfonds voor de universiteiten Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen GVK GOK
2007 (krediet BC) 100.726 102.726
2008 (krediet) 102.161 104.161 (in duizend euro)
Het BOF is het kanaal dat aan de universiteiten toelaat een eigen onderzoeksbeleid uit te bouwen en op langere termijn onderzoek te financieren dat wort voorgesteld door leden van het eigen academisch personeel. De subsidie is gebaseerd op artikel 168 van het universiteitsdecreet van 12 juni 1991 en op het Besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000 Het budget voor het Bijzonder Onderzoeksfonds wordt verdeeld onder de universiteiten op basis van de omvang van de eerste geldstroom, het aantal tweedecyclusdiploma’s, het aantal diploma’s van doctor en het aantal publicaties en citaties in wetenschappelijke tijdschriften opgenomen in de Science Citation Index Expanded version, geproduceerd door ISI (Institute for Scientific Information). Deze koppeling van bekostiging aan prestaties is een middel om de universitaire onderzoeksfinanciering te dynamiseren: excellente prestaties in wetenschappelijk onderzoek en de valorisatie ervan worden beloond. De stijging tegenover 2007 betreft een indexaanpassing.
629
4UVL m/S#
Basisallocaite FG4480D – Subsidie aan de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid in Brussel Begroting 2007: OAPR 33.20 4480 – Subsidie aan de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid in Brussel Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 315
2008 (krediet) 319 (in duizend euro)
Op basis van artikel 169 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de financiering van de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid te Brussel. In het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993 houdende de voorwaarden tot de financiering door de Vlaamse Gemeenschap van de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid zijn nadere regelingen uitgewerkt voor de subsidiering van dit instituut. In het besluit is een basisbedrag opgenomen dat jaarlijks aan de hand van de indexformule die overeenkomstig artikel 130 van het eerder vermeld decreet van toepassing is op de werkingsmiddelen van de Vlaamse universiteiten. De stijging van het budget betreft een indexaanpassing. Basisallocatie FG4487D – Subsidie verleend aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde ‘Prins Leopold’ in Antwerpen Begroting 2007: OAPR 33.20 4487 – Subsidie verleend aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde ‘Prins Leopold’ in Antwerpen Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK BVJ
2007 (krediet BC) 9.776
2008 (krediet) 9.915 (in duizend euro)
Deze uitgaven strekken tot dekking van de personeelskosten en werkings- en uitrustingsuitgaven van het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Bij de opmaak van de begroting I2007 is beslist de werkingsdotatie aan het ITG substantieel te verhogen met 870 Keuro. Deze verhoging van de werkingsmiddelen moet het ITG is staat stellen haar internationale rol op het vlak van de tropische geneeskunde verder te blijven vervullen. De huidige stijging betreft een indexaanpassing. De 25.000 euro die eenmalig in 2007 werd gecompenseerd voor de bijkomende werkingsmiddelen in het kader van cao II (ITG comformeert zich aan de regelingen die van toepassing zijn op de Vlaamse universiteiten), wordt in 2008 structureel toegekend. Basisallocatie FG4489D – Subsidie aan de Vlerick Leuven Gent Management School Begroting 2007: OAPR 33.20 4489 – Subsidie aan de Vlerick Leuven Gent Management School Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 1.794
2008 (krediet) 1.819 (in duizend euro)
630
4UVL m/S#
Deze uitgaven strekken tot dekking van de personeelskosten en werkings- en uitrustingsuitgaven van de
Vlerick Leuven Gent Management School. Deze instelling verstrekt postinitieel onderwijs en wetenschappelijke dienstverlening en verricht wetenschappelijk onderzoek op het vlak van management wetenschappen. Deze uitgaven vinden een decretale grondslag in het decreet van 18 mei 1999 betreffende sommige instellingen van postinitieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening. In de beheersovereenkomst, gesloten tussen de Vlaams minister van Onderwijs en Vorming en de Instelling, zijn nadere voorwaarden uitgewerkt met betrekking tot de werkzaamheden van deze instelling. De stijging is het gevolg van een indexaanpassing. Basisallocatie FG5210B – Eenmalige subsidie aan het Europacollege Begroting 2007: OAPR 33.30 BA 52.10 – Eenmalige subsidie aan het Europacollege Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet BC) 300
2008 (krediet) 0 (in duizend euro)
Om het Europacollege als ‘center of excellence’ met internationale uitstraling haar rol verder te kunnen garanderen, is in 2007 een eenmalige subsidie van 300.000 euro voorzien om de kost van de infrastructuur gedeeltelijk te dragen. Basisallocatie FG6012D – Kapitaaloverdrachten voor onroerende investeringen universitair onderwijs Begroting 2007: OAPR 33.20 6012 – Kapitaaloverdrachten voor onroerende investeringen universitair onderwijs Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK BVJ
2007 (krediet BC) 25.013
2008 (krediet) 25.898 (in duizend euro)
Overeenkomstig de beschikkingen van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten voorziet de Vlaamse regering een jaarlijkse toelage ter financiering van de onroerende investeringen aan de universiteiten.Verhoging als gevolg van indexatie Basisallocatie FG6417D – Kapitaaloverdrachten voor onroerende investeringen I.T.G. Begroting 2007: OAPR 33.20 6417 – Kapitaaloverdrachten voor onroerende investeringen I.T.G. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK BVJ
2007 (krediet BC) 591
2008 (krediet) 612 (in duizend euro)
Volgens art15§4, van het decreet van 18 mei 1999, draagt de Vlaamse regering bij in het dekken van de investeringskosten van het Instituut voor Tropische Geneeskunde.Verhoging als gevolg van indexatie
631
4UVL m/S#
DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER EN VAN DE AGENTSCHAPPEN / VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN o
UZ GENT
o DAB – HOGERE ZEEVAARTSCHOOL
4UVL m/S#
632
PROGRAMMA FG UZ-GENT Basisallocatie FG3141D – Dotatie aan het UZ Gent – verhoging vakantiegeld. Begroting 2007: OAPR 33.20 3141 – Dotatie aan het uz gent – verhoging vakantiegeld. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 1.951
2008 (krediet) 1.951 (in duizend euro)
Deze dotatie kadert in de uitvoering van art10bis van het Koninklijk besluit nr. 542 houdende de organisatie, de werking en het beheer van de rijksuniversitaire ziekenhuizen van Gent en Luik. De financiële middelen van het UZ Gent worden aangevuld met een dotatie van de Vlaamse Gemeenschap noodzakelijk voor de betaling van de verhoogde loonlasten en andere in geld waardeerbare voordelen die voor het UZ Gent voortvloeien uit akkoorden die door de Vlaamse Regering worden afgesloten inzake de sectoriële programmatie en die op het UZ van toepassing zijn. Basisallocatie FG3142D – Dotatie aan het UZ gent – cao eindejaarstoelage. Begroting 2007: OAPR 33.20 3142 – Dotatie aan het uz gent – cao eindejaarstoelage Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK EJT
2007 (krediet BC) 2.334 400
2008 (krediet) 2.734
(in duizend euro) Deze dotatie kadert in de uitvoering van art10bis van het Koninklijk besluit nr. 542 houdende de organisatie, de werking en het beheer van de rijksuniversitaire ziekenhuizen van Gent en Luik, ingevoegd bij het decreet van 21 december 1990; De financiële middelen van het UZ Gent worden aangevuld met een dotatie van de Vlaamse Gemeenschap noodzakelijk voor de betaling van de verhoogde loonlasten en andere in geld waardeerbare voordelen die voor het UZ Gent voortvloeien uit akkoorden die door de Vlaamse Regering worden afgesloten inzake de sectoriële programmatie en die op het UZ van toepassing zijn. Basisallocatie FG3143D – Dotatie aan het UZ Gent voor terbeschikkingstelling van gebouwen van het UZ Gent. Begroting 2007: OAPR 33.20 3143 – Dotatie aan het UZ Gent voor terbeschikkingstelling van gebouwen van het UZ Gent. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK EJT
2007 (krediet BC) 15.893
2008 (krediet) 16.148 (in duizend euro)
Ditzelfde bedrag wordt ook ingeschreven op FG4601D, “gebruikvergoeding te betalen door UZ Gent”, van de middelenbegroting waardoor het effect op de begroting nihil is. Basisallocatie FG4140D – Dotatie aan het UZ Gent voor loonlasten voortvloeiend uit akkoorden met de Vlaamse regering inzake sectorale programmatie
633
4UVL m/S#
Begroting 2007: OAPR 24.70 4140 - Dotatie aan het UZ Gent voor loonlasten voortvloeiend uit akkoorden met de Vlaamse regering inzake sectorale programmatie Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK BVJ
2007 (krediet BC) 285
2008 (krediet) 289 (in duizend euro)
In artikel 10bis van het KB nr. 542 van 31 maart 1987 houdende de organisatie, de werking en het beheer van de rijksuniversitaire ziekenhuizen van Gent en Luik is vastgelegd dat de Vlaamse Gemeenschap instaat voor het dekken van de verhoogde loonlasten en andere in geld waardeerbaar voordelen die voor het UZGent voortvloeien uit akkoorden die door de Vlaamse regering worden gesloten inzake de sectorale programmatie en die op het UZ van toepassing zijn, meer specifiek de extra vergoeding voor informatici. De stijging betreft een indexaanpassing Basisallocatie FG5115D – UZ Gent: wetenschappelijke en technische uitrusting en installatie van zware medische apparatuur Begroting 2007: OAPR 33.20 5115 – UZ Gent: wetenschappelijke en technische uitrusting en installatie van zware medische apparatuur Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 889
2008 (krediet) 902 (in duizend euro)
Betreft de uitvoering van het KB nr.542 van 31 maart 1987, artikel 13, van de investeringstoelage voor wetenschappelijk en technische uitrusting en zware medische apparatuur aan het UZ Gent De verhoging is het gevolg van een indexatie. Basisallocatie FG5116D – Dotatie aan het UZ Gent voor het door het UZ Gent op te richten investeringsfonds Begroting 2007: OAPR 33.20 5116 – Dotatie aan het UZ Gent voor het door het uz Gent op te richten investeringsfonds Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen NGK
2007 (krediet BC) 4.188
2008 (krediet) 4.401 (in duizend euro)
Betreft de uitvoering van het Koninklijk Besluit houdende de organisatie, de werking en het beheer van de rijksuniversitaire ziekenhuizen van Gent en Luik. Daarin staat onder hoofdstuk IV, artikel 13, dat de Vlaamse regering specifieke investeringskredieten toekent. De stijging is een gevolg van een indexatie
4UVL m/S#
634
UZ-GENT BEGROTING 2008 ESR-code 95
47.20 16.12 47.20 47.20 47.20 16.12 46.1 46.1 46.1 46.1 46.1 08.21 26.1
12.11 12.11 12.11 12.11 12.11 12.11 12.11 12.11 12.11
12.11 41.1 12.11 12.11 12.11 12.11 12.11 12.11 12.11 11.0 11.0 11.0 11.0 11.0 11.0 11.0 11.0
Omschrijving
Begroting 2008
Ontvangsten Omzet 1.Verpleegdagprijs 3.Kamersupplementen 4.Forfaits (niet-chirurgisch dagziekenhuis - mini, maxi, A, B, C, D, nierdialyse) 6.Farmaceutische en daarmee gelijkgestelde producten 7.Honoraria (incl.supplementen en conventies) Andere bedrijfsopbrengsten Diverse ontvangsten Dotatie van de Vlaamse Gemeenschap voor terbeschikkingstelling van de gebouwen (3.470.509,34 EUR wordt verrekend via de 'Verpleegdagprijs') Dotatie van de Vlaamse Gemeenschap voor loonlasten voortvloeiend uit CAO Dotatie van de Vlaamse Gemeenschap voor de eindejaarstoelage Dotatie van de Vlaamse Gemeenschap voor het vakantiegeld Uitrusting en installatie zware medische apparatuur Over te dragen winst van het boekjaar Renteontvangsten
451885
Uitgaven Voorraden en leveringen 1.Aankopen Farmaceutische producten Niet-steriele medische producten Diverse leveringen Producten en klein materieel voor onderhoud, reiniging en toiletartikelen Brandstoffen, calorieën, energie en water Bureelbenodigdheden en materieel voor informatieverwerking Linnen, beddengoed, was Voeding en leveringen voor keuken 2.Diversen Diensten en bijkomende leveringen 1.Andere diensten en bijkomende leveringen Huur, huurlasten Gebruiksvergoeding te betalen door het UZ Gent Externe diensten Algemene onkosten Onderhoud en herstellingen Administratie Niet-medische honoraria (bv.advocaten) 2.Uitzendkrachten en personen ter beschikking gesteld van het ziekenhuis 4.Bezoldigingen voor zelfstandigen Bezoldigingen en sociale lasten Medisch personeel artsen Kliniekvergoedingen Geprivatiseerde praktijk Kosten- en wachtvergoedingen Medisch personeel ASO ers Loontrekkend personeel Administratief personeel Verplegend personeel
451885
145088 1323 14461 79559 159479 25050 12677 289 2734 1951 902 8049 323
86859 16505 3 2989 5765 1632 327 3428 -579
1351 16148 2606 4453 16628 7593 589 867 3433 25014 20889 1587 3571 12746 22378 37728 98625
635
4UVL m/S#
11.0 11.0 11.0 11.0 12.11
Paramedisch personeel Ander personeel eW rkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen Andere kosten voor personeel Dubieuze debiteuren
18964 7152 1123 6 1980
12.5 12.11 41.0 21.1 91.1 74.1 74.2
Overige bedrijfskosten 1.Bedrijfsbelastingen 2.Overige bedrijfskosten Afhoudingen op RIZIV-ontvangsten 1,5% Renteuitgaven Aflossing van de schuld Aankoop vervoermaterieel Aankoop overig materieel
0 553 936 1988 1945 2860 93 21150
636
4UVL m/S#
PROGRAMMA FG DAB – HOGERE ZEEVAARTSCHOOL (in duizend euro) Ontvangsten BD
PR
ART
ENT ESR
Omschrijving
F
G
08.21
D
82.1
Overgedragen saldo
F
G
4610
D
46.1
Dotatie FG4110D
F
G
1620
D
16.2
Eigen inkomsten
2007
Totaal ontvangsten
2008
492
0
1.109
1.199
617
610
2.218
1.809
Uitgaven BD PR
ART
E ESR N T-
COFOG Omschrijving
2007
GVK
2008
GOK
GVK
GOK
F
G
1100
D
11.0
09410
Personeelskosten
480
480
480
480
F
G
7422
D
74.22
09410
Investeringen
254
254
120
120
F
G
1211
D
12.11
09410
Werkingskosten
1.45 5
1.455 1.209
1.209
F
G
9300
D
93
00000
Transfer reservefonds
29 2.21 8
Totaal Uitgaven
29
0
0
2.218 1.809
1.809
RESERVEFONDS Ontvangsten ESR code
Omschrijving
2007
2008
Overgedragen saldo
43
72
Toewijzing
29
0
72
72
Totaal ontvangsten
Uitgaven ESR code COFOG
Omschrijving
2007
2008
code GVK
Totaal Uitgaven Saldo
GOK
GVK
GOK
0
0
0
0
0
0
0
0
72
72
637
4UVL m/S#
Toelichting bij de begroting 2008 De vergelijking betreft de aangepaste begroting van 2007 met de begroting van 2008. GVK = gesplitst vastleggingskrediet zijn de sommen nodig voor het aangaan van nieuwe verbintenissen voor 2008 GOK = gesplitst ordonnanceringskrediet zijn de sommen nodig voor het betalen in de loop van 2008 van uitgaven van verbintenissen van het vorig jaar (2007) en nieuwe verbintenissen van het lopend jaar (2008). De dotatie is ten overstaan van 2007 vermeerderd met de index en aangevuld met de toelagen voor aanvullende middelen, elektron en toelage voor academisering. (zie hierboven) De eigen inkomsten worden op hetzelfde peil geschat, op basis van de resultaten voor 2006 en de prognose voor 2007. De uitgaven posten zijn in dezelfde verhouding ingeschat als de vorige jaren, rekening houdende met een lichte verhoging van de personeelskosten.
638
4UVL m/S#
PROGRAMMA FH LEVENSLANG LEREN DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN
TO
2007 (begrotingscontrole) 160
2008 (raming) 25 (in duizend euro)
2. UITGAVEN
NGK VRK BVJ
2007 (krediet) 277.542 20 1.327
2008 (krediet) 297.044 449 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. De omschrijving van de strategische doelstellingen 601 - Departement Gelijke onderwijskansen creëren door een nieuw financieringssysteem in het volwassenenonderwijs. Een geïntegreerd opleidings- en vormingsbeleid door enerzijds het plan geletterdheid en anderzijds het strategisch plan voor dienst- en hulpverlening aan gedetineerden. Kwaliteitsvol personeelsbeleid bevorderen in het Volwassenenonderwijs Beleidsvoerend vermogen van scholen versterken 604 – Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (AHOVOS) Het verzorgen van kwaliteitsvolle, transparante en toegankelijke financiële dienstverlening voor het personeel uit het Volwassenenonderwijs Het verzorgen van een kwaliteitsvolle, transparante en toegankelijke financiële dienstverlening voor de instellingen uit het Volwassenenonderwijs Het formuleren, vanuit haar expertise van de beleidsuitvoering en het betrokken beleidsveld, van relevante voorstellen aan het beleid. Het voeren van een innovatieve dienstverlening m.b.t. ICT Het doorvoeren van administratieve vereenvoudiging en e-government
B. De omschrijving van de operationele doelstellingen
639
4UVL m/S#
601 - Departement De operationele doelstellingen van het plan geletterdheid zijn enerzijds netwerkvorming stimuleren en duale trajecten organiseren door middel van structurele samenwerking te bevorderen en anderzijds voorzien in basiseducatie voor twee specifieke doelgroepen, namelijk laaggeletterde moeders en participanten in verenigingen waar armen het woord nemen. De uitbouw van een kwalitatief hoogstaand aanbod van hulp- en dienstverlening dat op een aangepaste wijze geprofileerd wordt naar de gedetineerden toe en uitgevoerd wordt in geëigende samenwerkingsvormen en organisatiestructuren waarvoor een stevig maatschappelijk draagvlak gecreëerd wordt en een goede personeels- en organisatieontwikkelingspolitiek gevoerd wordt. Personeelsbeleid Effectief en doelmatig bestuur in onderwijs en vorming stimuleren: Om te garanderen dat de publieke investeringen in het onderwijs effectief en efficiënt worden besteed, moet op alle niveaus van vorming en onderwijs goed bestuur verzekerd zijn. Het effectief en doelmatig bestuur in een school bevorderen draagt bij tot het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van de school. Dit betekent het vermogen of de capaciteit om beleid te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren. Beleidsvoering dient uiteindelijk gericht te zijn op het kernproces van de school: het ondersteunen van het leren van de leerlingen. Krachtige scholen met een effectief en doelmatig bestuur bieden de meest aangepaste perspectieven aan kinderen en jongeren met specifieke talenten en behoeften. De beleidskracht van scholen is de hefboom om aan alle leerlingen kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. De professionalisering van de schoolleiding bevorderen: Het leiden van een goede school veronderstelt heel wat competenties. Hoewel de financiële en juridische eindeverantwoordelijkheid bij de schoolbesturen berust, staan de schoolleiders in voor de loopbaanontwikkeling van hun personeel, moeten ze zorgen voor een goede besteding van de financiële middelen en voor de uitrusting en het onderhoud van de schoolgebouwen. Ze moeten samenwerken met het schoolbestuur, zorgen voor goede relaties met de ouders van de leerlingen en een netwerk rond de school uitbouwen. Steeds meer wordt van hen verwacht dat ze deskundigheid en bezielend leiderschap combineren. De verdere professionalisering van de schoolleiding moet ertoe bijdragen dat deze taken op een professionele manier kunnen uitgevoerd worden. Leerkrachten in hun professionalisering ondersteunen: Goede leerkrachten vormen de spil van het onderwijs en zijn de belangrijkste garantie voor onderwijskwaliteit. Ze moeten hun job in goede omstandigheden kunnen uitoefenen. Ze zijn professionals, die goed moeten worden opgeleid. De kwaliteit van de schoolloopbaan verbeteren: Leerkrachten moeten hun job in goede omstandigheden kunnen uitoefenen. Optimale arbeidsvoorwaarden en een aantrekkelijk loopbaanperspectief zijn dan ook essentieel. Moderniseren van het personeelsbeleid: Een modern personeelsbeleid draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van het onderwijs en het realiseren van onderwijsvernieuwingen. 604 – Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (AHOVOS) Het tijdig betalen van de lonen van het personeel van het Volwassenenonderwijs Het correct betalen van de lonen van het personeel van het Volwassenenonderwijs Het tijdig toekennen van financiële middelen aan de instellingen van het Volwassenenonderwijs
4UVL m/S#
640
Het correct toekennen van financiële middelen aan de instellingen van het Volwassenenonderwijs Het tijdig plaatsen van gegevens en analyses als insteek voor de beleidsbrieven Het leveren van beleidstoetsen waarin knelpunten regelgeving uitvoerig opgenomen zijn Het tijdig leveren van haalbaarheidstoetsen Meewerken aan de realisatie van het beleid van de Minister m.b.t. het Volwassenenonderwijs Creatie van de databank Volwassenenonderwijs Invoering van het Elektronisch Personeelsdossier VO C. De omschrijving van de instrumenten 601 - Departement De samenwerking tussen de centra voor volwassenenonderwijs en centra voor basiseducatie werd opgestart door middel van het project "Geletterdheid als sleutel voor verder leren". Het is een samenwerking tussen het centrum voor basiseducatie Hageland en het centrum voor volwassenenonderwijs Diest met als doel om samenhangende trajecten uit te werken en structurele samenwerking mogelijk te maken. Door middel van het project "School en ouders kunnen ouders van schoolgaande jeugd Nederlands als tweede taal volgen binnen de schoolmuren. In het strategische plan dat de Vlaamse Gemeenschap uitwerkte voor dienst- en hulpverlening aan gedetineerden werd er een nieuwe opdracht aan de Centra voor Basiseducatie toegewezen, in het bijzonder de coördinatie van het onderwijsaanbod in de gevangenissen. Deze nieuwe opdracht voor de Basiseducatie werd in decretale bepalingen vastgelegd (OD XIII, Afdeling 3 Basiseducatie, Artikel VI.6). Personeelsbeleid In uitvoering van de strategische doelstelling met betrekking tot de kwaliteit van de schoolloopbaan werd in cao VIII overeengekomen om de koopkracht te verhogen. Tussen 2006 en 2011 krijgen alle personeelsleden uit het onderwijs meer vakantiegeld. De verhoging gebeurt stapsgewijs. Een aantal personeelsleden met lagere lonen krijgen eveneens van een belangrijke loonsverhoging. Om een goed onderbouwd en vernieuwend beleid te voeren in de scholen zijn bekwame directeurs nodig. Maar om bekwame directeurs aan te trekken en te behouden is een goede verloning nodig. Daarom kregen directeurs van het volwassenenonderwijs vanaf 1 september 2007 een loonsverhoging. Een aantal personeelsleden met lagere lonen genieten eveneens een belangrijke loonsverhoging. Ook voor het onderhouds- of MVD-personeel worden een aantal maatregelen genomen met het oog op de verbetering van de arbeidsomstandigheden van het contractueel MVD- personeel en onderhoudspersoneel: harmonisering van de lonen gemeenschapsonderwijs – gesubsidieerd vrij onderwijs, het optrekken van het vakantiegeld tot 92% voor de contractuele personeelsledenmogelijkheid tot het afsluiten van contracten van een volledig schooljaar of contracten van onbepaalde duur voor contractueel MVD-personeel in het gemeenschapsonderwijs en het onderhoudspersoneel in het gesubsidieerd onderwijs. Om de begeleiding van stagiairs, startende leerkrachten en leraren in opleiding verder uit te bouwen, worden de middelen voor het mentorschap verhoogd. Vanaf dit schooljaar worden er in het volwassenen onderwijs evaluaties ingevoerd. Functiebeschrijvingen en evaluaties zijn essentiële instrumenten voor scholen om een constructief personeelsbeleid te voeren. Tijdens de evaluatiegesprekken overlopen directeurs zowel de sterke als de te verbeteren punten in het functioneren van hun personeel. De functieomschrijving dient als leidraad bij dit gesprek.
641
4UVL m/S#
Op dit ogenblik hebben personeelsleden in het volwassenenonderwijs recht op een bepaalde salarisschaal op basis van het bekwaamheidsbewijs dat zij bezitten in relatie tot het ambt en/of het vak dat zij onderwijzen. Dit leidt tot een vrij ondoorzichtige waaier van verschillende salarisschalen, die in vele gevallen verschillen voor eenzelfde prestatie. Van dit principe zal worden afgestapt en de salarisschaal zal gekoppeld worden aan het niveau van het bekwaamheidsbewijs en/of de reeds opgedane beroepservaring (vanaf 1 september 2008). In het volwassenenonderwijs wordt de administratieve omkadering vanaf 1 september 2007 verhoogd. 604 – Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (AHOVOS) De instrumenten waarover het agentschap beschikt m.b.t. de beleidsuitvoering zijn : Reglementering - Decreet Volwassenenonderwijs van 15 juni 2007 - Decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs en bijhorend uitvoeringsbesluit over BIS. - Decreet van 12 juli 1990 en het besluit van de Vlaamse regering van 19 april tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 1990 ter uitvoering van het decreet houdende de regeling van de basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen. Financiële middelen - Lonen Centra voor Volwassenenonderwijs Het krediet voor de personeelsuitgaven wordt gebruikt voor de lonen en wedden van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en voor de wedden van de pedagogische inspectie. - Werkingsmiddelen Centra voor Volwassenenonderwijs De Centra voor Volwassenenonderwijs ontvangen geen werkingskredieten ten laste van de onderwijsbegroting. Hun werking wordt bekostigd via de inschrijvingsgelden die door de cursisten rechtstreeks aan de Centra worden betaald. - Subsidie aan de Consortia voor Volwassenenonderwijs - De werking van BIS wordt gefinancierd met kredieten uit de uitgavenbegroting (FH1290D), die gegenereerd werden via de inschrijvingsgelden (FH1690D). - Subsidies aan de Centra voor Basiseducatie - Subsidie aan het Vlaams Ondersteuningcentrum voor het Volwassenenonderwijs - Extra middelen voor Nederlands als tweede taal ICT - Invoering van het elektronisch personeelsdossier voor de verwerking van de loongegevens van de personeelsleden tewerkgesteld in de CVO’s. - De huidige instellingen- en cursistendatabanken worden systematisch aangepast aan de bepalingen ingeschreven in het nieuwe decreet betreffende het Volwassenenonderwijs. Maximale efficiëntie van het personeel. Het agentschap zet haar personeel met een maximale efficiëntie in. Hiervoor voert ze o;a. een beleid inzake interne mobiliteit binnen en buiten het agentschap, en wordt het personeel regelmatig opgeleid.
D. De omschrijving van de prestaties, de prestatiedrijvers en de budgettaire parameters 601 - Departement
4UVL m/S#
642
De ontwikkelingsfase en testfase van het project "Geletterdheid als sleutel voor verder leren" zullen afgerond worden op 31 augustus 2008. Het loopt nadien nog 1 schooljaar waarna moet bekeken worden hoe het project gedissemineerd kan worden in het gehele volwassenenonderwijs. Ook voor het project "School en ouders" is een verlenging van het project voorzien om de verspreiding van de ontwikkelde methodieken naar de rest van het volwassenenonderwijs mogelijk te maken. Voor beide projecten wordt een krediet uitgetrokken van 171.000 euro. Het project "Dienst- en hulpverlening aan gedetineerden loopt nog een laatste projectjaar, met een krediet van 399.000 euro alvorens het ingebed wordt in het nieuw financieringssysteem van de centra voor basiseducatie als gevolg van het decreet betreffende het volwassenenonderwijs. 604 – Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (AHOVOS) Centra voor Volwassenenonderwijs De belangrijkste prestaties die geleverd worden door de Centra voor Volwassenenonderwijs zijn naast het verstrekken van onderwijs aan de cursisten, de pedagogische en administratieve organisatie van dit onderwijs. -Prestatiedrijver : aantal ingeschreven cursisten in de Centra voor Volwassenenonderwijs -Budgettaire parameter : aantal gegenereerde lesurencursist + aantal vrijstellingen van het betalen van inschrijvingsgeld. BIS -Prestatie: aantal geregistreerde inschrijvingen + aantal verbeterde huistaken -Prestatiedrijver : aantal inschrijvingen van cursisten -Budgettaire parameter : vergoeding van de mentor per verbeterde huistaak, kostprijs ontwikkelde cursus en terugbetaling van inschrijvingsgelden aan cursisten die zich aanmelden bij de Centrale examencommissie. Centra voor Basiseducatie -Prestatie : onderwijs verstrekken aan cursisten, pedagogische en administratieve organisatie van dit onderwijs. -Prestatiedrijver : aantal erkende en gesubsidieerde deelnemersuren -Budgettaire parameter : bedrag dat toegekend wordt per deelnemersuur
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Ontvangsten Artikel FH1690C- Inschrijvingsgelden B.I.S. (decreet 02.03.1999, art.94§2) Begroting 2007: OAPR 34.30 artikel 16.90 – Inschrijvingsgelden B.I.S. (decreet 02.03.1999, art.94§2) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren TO
2007 (raming begrotingscontrole) 160
2008 (raming) 25 ( bedragen in duizend euro)
Op 12 december 2006 werd beslist de activiteiten van BIS geleidelijk af te bouwen. Concreet betekent dit dat de inschrijvingen voor BIS Klassiek werden stopgezet voor het grote publiek op 16 april 2007. Enkel de doelgroepen Examencommissie en gedetineerden kunnen na die datum nog inschrijven voor de schriftelijke cursussen en begeleiding bij BIS. De cursisten die zich inschreven vóór 16 april behouden wel het recht op 3 jaar begeleiding door de mentoren van BIS. De inschrijvingen voor BIS Online worden in het najaar van 2007 stopgezet.
643
4UVL m/S#
Hieruit volgt dat er in 2008 geen inkomsten meer voorzien zijn uit inschrijvingsgelden van reguliere cursisten bij BIS. Er zullen enkel nog inschrijvingen binnenkomen van cursisten die zich inschrijven voor de cursussen die voorbereiden op de Centrale Examencommissie. 2. Uitgaven Lonen Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren NGK BVJ
2007 (krediet BC) 233.048 985
2008 (krediet) 247.136
(in duizend euro ) De loonkredieten 2008 worden bij de initiële begroting geraamd o.b.v. de gekende loonuitgaven 2006. De raming van het aantal te betalen personeelsleden (uitgedrukt in budgettaire full-time equivalenten) is gebeurd o.b.v. de betalingen t.e.m. maart 2007 zoals deze gekend zijn in mei 2007. De lonen in het volwassenenonderwijs stijgen ten opzichte van 2007 met 14,088 mio euro. In de eerste plaats worden de lonen aangepast aan de vergrijzing. Onder vergrijzing wordt verstaan: ‘…de budgettaire effecten van alle componenten en effecten binnen de stijging van de eenheidsloonkost die binnen de evolutie van een personeelsformatie verantwoordelijk zijn voor een stijging of daling van de uitgaven en die bovendien niets te maken hebben met wijzigingen in index en/of CAO. De twee belangrijkste componenten van vergrijzing zijn enerzijds het effect van baremieke verhogingen en anderzijds de vervanging van oudere personeelsleden door jongere en goedkopere. De geraamde meerkost die hieruit voortvloeit komt neer op 4,8 mio euro. De groei binnen het volwassenonderwijs wordt voor 2007/2008 geschat op 2% (+104 FTE). Hierdoor stijgen de behoeften met 3,9 mio euro. De meerkost van CAO VIII betekent voor het volwassenonderwijs een toename van de middelen met 7,4 mio euro. (zie infra : C omschrijving van de instrumenten – 601 departement) Om de lonen van de directeurs op te trekken wordt in 2008 0,201 mio euro ingeschreven. (zie infra : C omschrijving van de instrumenten – 601 departement) Tengevolge het decreet moeten de vroegere GPB-opleidingen van de CVO’s zich omvormen tot specifieke lerarenopleidingen. Deze specifieke lerarenopleidingen dienen 60 studiepunten te bedragen. Dit betekent dat de specifieke lerarenopleiding in het volwassenenonderwijs 720 lestijden moet bedragen. Gelet op het feit dat de het grootste deel van de ingerichte GPB-opleidingen vandaag 600 lestijden bedraagt, is er dus sprake van een uitbreiding van het aantal lestijden met 20%. Om de Centra voor Volwassenenonderwijs in staat te stellen deze uitbreiding te kunnen doorvoeren is het noodzakelijk in het eerste jaar een bijkomende investering in leraarsuren te voorzien die werd aangerekend op het provisioneel krediet toegekende middelen bij regeringsvorming (FB0105B) en thans getransfereerd wordt naar de lonen. Omdat de specifieke lerarenopleidingen van het volwassenenonderwijs over twee jaar gespreid worden, wordt voorzien in een extra omkadering van 10%. Concreet betekent dit een bedrag van 0.770 mio euro. In 2006 en 2007 is er een inhaaloperatie geweest mbt de voorschotten RSZ die in november en december volgens de RSZ-regelgeving dienden betaald te worden. Deze inhaaloperatie is in 2008 achter de rug waardoor de benodigde middelen dalen met 2,953 mio euro. Andere
644
4UVL m/S#
Basisallocatie FH1202D – Ondersteunende projecten gericht op de realisatie van de opdracht van de Huizen van het Nederlands Begroting 2007: OAPR 34.50 BA 12.02 – Ondersteunende projecten gericht op de realisatie van de opdracht van de Huizen van het Nederlands Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 499
499 (in duizend euro )
Uit de eindconclusies van de Rondetafelconferentie NT2 (georganiseerd op 24 mei 2002) was gebleken dat er naast een tekort aan aanbod NT2 ook een behoefte is aan kwalitatieve ondersteuning van het werkveld. De realisatie van deze kwalitatieve projecten houdt een verdere uitvoering van de aanbevelingen en eindconclusies van de RTC NT2 ’02 in. Daarnaast werd de aanwending van deze middelen uitgebreid naar de kwalitatieve ondersteuning van de Huizen van het Nederlands bij de uitvoering van hun opdracht. In 2006 en 2007 werden deze middelen in hoofdzaak aangewend voor de verdere implementatie van de elektronische gegevensuitwisseling in het kader van het Vlaamse inburgeringsbeleid, ook wel ‘Kruispuntbank Inburgering’ genoemd. Dit project is gericht op de realisatie van de elektronische gegevensuitwisseling tussen de onderwijsverstrekkers (CVO’s en CBE’s) van het geïntegreerde samenwerkingsverband, met name de Huizen van het Nederlands, de onthaalbureaus en VDAB. De middelen werden gebruikt voor de hosting van het geautomatiseerde registratiesysteem op een externe server, het onderhoud van het registratiesysteem voor de Huizen van het Nederlands en de onthaalbureaus, de verdere ontwikkeling van het geautomatiseerde registratiesysteem, het optimaliseren van de elektronische communicatie tussen de Huizen van het Nederlands en de betrokken partners (in belangrijke mate de communicatie tussen de Huizen van het Nederlands en de Centra voor Volwassenenonderwijs). Voor 2008 zullen de optimalisaties en vernieuwingen het voorwerp uitmaken van de kredieten. Enerzijds zijn de nieuwe regelgevende initiatieven hiervan een gevolg en anderzijds het wegwerken van de huidige beperkingen in de vlotheid van het automatisch uitwisselen van gegevens. De nieuwe regelgevende initiatieven hebben betrekking op de uitbreiding van de groep inburgeraars en de sociale wooncode. Meer dan vroeger zal er korter op de bal moeten gespeeld worden bij het uitwisselen van gegevens en zullen voor bepaalde doelgroepen aanwezigheids (afwezigheids)codes moeten worden opgevolgd. Dit betekent dat er aanpassingen moeten worden doorgevoerd aan de systemen van de onderwijsaanbieders (er zijn momenteel een 19 tal systemen in gebruik - als referentie wordt een gemiddelde kostprijs voor een aanpassing in het kader van klein werk door EDS genomen – we gaan er echter vanuit dat niet alle aanpassingen gelijktijdig zullen gebeuren en evenveel zullen kosten). Het tweede luik is de aanpassing tengevolge een verbetering in de uitwisseling van gegevens. In de stuurgroep Kruispuntbank Inburgering wordt de piste geanalyseerd of een veralgemeende XML data uitwisselingsformaat voor de partners met wie geen synchrone communicatie mogelijk is en over te gaan naar de programmatie van webservices voor de andere partners. De aanpassing van het matrixsysteem zelf wordt niet op de basisallocatie aangerekend maar wel de aanpassingen van de systemen van de onderwijsverstrekkers. Basisallocatie FH1260B – Levenslang leren Begroting 2007:
645
4UVL m/S#
OAPR 34.50 BA 12.60 – Levenslang leren Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 171
2008 (krediet) 171 (in duizend euro )
Op 13 december 2005 werd een contract voor drie jaar afgesloten met het Centrum voor Basiseducatie Hageland en het Centrum voor Volwassenenonderwijs Diest voor het project "Geletterdheid als sleutel voor verder leren". De ontwikkelings- en testfase van het project worden afgerond op 31 augustus 2008. Het derde projectjaar dat loopt van september 2007 tot augustus 2008 en werd voorzien op de begroting 2007. Om het project te verspreiden naar de rest van het volwassenenonderwijs, dit in het kader van het door de Vlaamse Regering goedgekeurde strategisch plan geletterdheid, wordt voorzien in een verlenging van de overeenkomst in 2008. Met deze middelen wordt ook het project "school en ouders" van het Centrum voor Taal en Onderwijs ondersteund. Het project richt zich op de uitwerking van een concept van lessen Nederlands tweede taal voor ouders van schoolgaande kinderen binnen de schoolmuren. De middelen voor het eerste projectjaar dat loopt van september 2007 tot augustus 2008 zijn voorzien in de begroting 2007. Ook hier is een verlenging van het project voorzien om de verspreiding van de ontwikkelde methodieken naar de rest van het volwassenenonderwijs mogelijk te maken. Basisallocatie FH1263D – Algemene werkingskosten B.I.S. Begroting 2007: OAPR 34.30 BA 1263 – Algemene werkingskosten B.I.S. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 693
0 (in duizend euro )
Op 12 december 2006 werd beslist de activiteiten van BIS geleidelijk af te bouwen. Concreet betekent dit dat de inschrijvingen voor BIS Klassiek werden stopgezet voor het grote publiek op 16 april 2007. Enkel de doelgroepen Examencommissie en gedetineerden kunnen na die datum nog inschrijven voor de schriftelijke cursussen en begeleiding bij BIS. De cursisten die zich inschreven vóór 16 april behouden wel het recht op 3 jaar begeleiding door de mentoren van BIS. De inschrijvingen voor BIS Online worden in het najaar van 2007 stopgezet. In de loop van 2007 wordt het cursusmateriaal van BIS Klassiek en BIS Online afgewerkt en beschikbaar gemaakt voor overdracht naar de betrokken onderwijsactoren. Voor BIS Online betekent dit ook dat het materiaal platformonafhankelijk gemaakt wordt. Aangezien de werking van BIS beperkt zal zijn tot het begeleiden van de uitdovende cursistenpopulatie en de cursistenopvolging van de doelgroepen, zijn de werkingskosten sterk gereduceerd. Deze kosten zullen gefinancierd worden via FH1290D.
Basisallocatie FH1290D – Allerhande uitgaven B.I.S. Begroting 2007: OAPR 34.30 BA 1290 – Allerhande uitgaven B.I.S. Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen
646
4UVL m/S# Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) VRK
2008 (krediet) 20
449 (in duizend euro )
Op 12 december 2006 werd beslist de activiteiten van BIS geleidelijk af te bouwen. Concreet betekent dit dat de inschrijvingen voor BIS Klassiek werden stopgezet voor het grote publiek op 16 april 2007. Enkel de doelgroepen Examencommissie en gedetineerden kunnen na die datum nog inschrijven voor de schriftelijke cursussen en begeleiding bij BIS. De cursisten die zich inschreven vóór 16 april behouden wel het recht op 3 jaar begeleiding door de mentoren van BIS. De inschrijvingen voor BIS Online worden in het najaar van 2007 stopgezet. In de loop van 2007 wordt het cursusmateriaal van BIS Klassiek en BIS Online afgewerkt en beschikbaar gemaakt voor overdracht naar de betrokken onderwijsactoren. Voor BIS Online betekent dit ook dat het materiaal platformonafhankelijk gemaakt wordt. Aangezien de werking van BIS beperkt zal zijn tot het begeleiden van de uitdovende cursistenpopulatie en de cursistenopvolging van de doelgroepen, zijn de werkingskosten sterk gereduceerd. De werkingskosten zullen bestaan uit de kosten van de lonen van de mentoren (420 duizend euro), hosting van de e-takenwebsite (9 duizend euro) en terugstortingen cursisten Examencommissie (20 duizend euro). Basisallocatie FH3301D – Subsidies m.b.t. organisatie en coördinatie van het aanbod Nederlands tweede taal Begroting 2007: OAPR 34.50 BA 33.01 – Subsidies m.b.t. organisatie en coördinatie van het aanbod Nederlands tweede taal Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren NGK
2007 (krediet) 11.478
2008 (krediet) 11.478 (in duizend euro )
De Vlaamse overheid heeft aangegeven een behoeftedekkend aanbod Nederlands als tweede taal (NT2) te garanderen. Dit is ook in het kader van het Vlaamse inburgeringsbeleid een prioriteit, aangezien een opleiding NT2 onderdeel uitmaakt van het inburgeringsbeleid. In het kader van de aanpassingen aan het inburgeringsdecreet, waaronder een uitbreiding van de doelgroep, besliste de Vlaamse overheid een groeipad uit te tekenen met betrekking tot bijkomende middelen NT2. In 2006 was er initieel een bedrag voorzien van 6,2 miljoen euro, bij budgetcontrole werd een bijkomend bedrag van 3,4 miljoen euro geïnvesteerd in extra aanbod NT2. In 2007 gaat het om een bijkomend bedrag van 5,2 miljoen euro zodat vanaf 2007 een totaal van 11,478 miljoen euro voorzien wordt voor de organisatie van bijkomend aanbod NT2 in het kader van het wegwerken van wachtlijsten NT2 en de realisatie van het Vlaamse inburgeringsbeleid. Uit dit krediet kunnen zowel de Centra voor Basiseducatie, alsook in specifieke gevallen de Centra voor Volwassenenonderwijs (bvb. zomeraanbod NT2) putten om aanvullend op het aanbod dat zij reeds organiseren, op contractuele basis NT2 in te richten. In het kader van het nieuwe decreet Volwassenenonderwijs zal dit budget voor NT2 samengevoegd en herverdeeld worden samen met de andere kredieten voor volwassenenonderwijs. Omwille van de omvang en complexiteit zal de implementatie gefaseerd ingevoerd worden.Bij de budgetcontrole 2008 zal de herverdeling van de kredieten over de verschillende basisallocaties uitgevoerd worden. Basisallocatie FH3302D – Subsidies aan de vzw's "Huizen van het Nederlands” Begroting 2007:
647
4UVL m/S#
OAPR 34.50 BA 33.02 – Subsidies aan de vzw's "Huizen van het Nederlands” Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 3.588
4.164 (in duizend euro )
Het decreet van 7 mei 2004 voorziet in een werking van de Huizen van het Nederlands gespreid over gans Vlaanderen en dit op basis van acht Huizen van het Nederlands, met name drie stedelijk en vijf provinciaal georganiseerde Huizen. Artikel 11, § 1 van het decreet van 7 mei 2004 vermeldt het volgende: “De Vlaamse Regering stelt voor de subsidiëring van de Huizen van het Nederlands een globaal krediet ter beschikking. Vanaf het begrotingsjaar 2005 waarborgt de Vlaamse Regering binnen de beschikbare begrotingskredieten telkens drie jaar na elkaar ten minste hetzelfde globaal krediet, dat ten minste gelijk is aan 2.500.000 euro. In het kader van de implementatie van het Vlaamse inburgeringsbeleid werden er belangrijke taken toegekend aan de Huizen van het Nederlands en werd de doelgroep uitgebreid. Samen met de onthaalbureaus en de VDAB, vormen de Huizen van het Nederlands een geïntegreerd samenwerkingsverband gericht op een optimale uitvoering van het inburgeringsbeleid enerzijds en een optimale dienstverlening ten aanzien van de inburgeraars anderzijds. Tot de opdrachten toegekend aan de Huizen van het Nederlands behoren onder meer de taalintake van de nieuwkomers, de adviesverlening aan de onthaalbureaus over het meest gepaste NT2-traject voor deze nieuwkomers en de opvolging van de regelmatige deelname aan het NT2-traject. Om al deze taken naar behoren te kunnen uitvoeren werd de subsidie voor de Huizen van het Nederlands in de begroting 2007 verhoogd met 1.088.000 euro. Bovendien gebeurt de financiering niet langer meer op basis van een vast bedrag per Huis maar ook door een variabele toekenning a rato van de intakes. Het budget voor 2008 voorziet verder in de uitbreiding van de opdrachten tengevolge het Vlaams inburgeringsbeleid en bijkomende nieuwe taken met betrekking tot de sociale wooncode. Basisallocatie FH3305D – Subsidies aan de Universitaire Talencentra in het kader van het Vlaamse inburgeringsbeleid Begroting 2007: OAPR 34.50 BA 33.05 – Subsidies aan de Universitaire Talencentra in het kader van het Vlaamse inburgeringsbeleid Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK BVJ
2008 (krediet) 126 89
126 (in duizend euro )
Op 1 april 2004 is het Vlaamse inburgeringsbeleid ten aanzien van anderstalige nieuwkomers in werking getreden. Dit inburgeringsbeleid bestaat uit twee elementen : enerzijds een geïntegreerd samenwerkingsverband tussen de onthaalbureaus, VDAB en Huizen van het Nederlands, gericht op een herkenbare en efficiënte dienstverlening naar anderstalige nieuwkomers toe; anderzijds het aanbieden van inburgeringstrajecten op maat. In het primaire inburgeringstraject zit o.a. een cursus Nederlands als tweede taal (basisniveau, d.i. Richtgraad 1, niveau 1). Het onthaalbureau verwijst de anderstalige nieuwkomers steeds door naar de Huizen van het Nederlands voor een taalintake. Op basis hiervan wordt de nieuwkomer doorverwezen naar hetzij een Centrum voor Basiseducatie, hetzij een Centrum voor Volwassenenonderwijs of een Universitair Talencentrum.
4UVL m/S#
648
Het volledige aanbod in de Basiseducatie is gratis. In het Secundair Volwassenenonderwijs zijn de cursisten Nederlands tweede taal gedeeltelijk vrijgesteld van het betalen van inschrijvingsgeld, of volledig vrijgesteld als de cursist het statuur heeft van inburgeraar. De Centra voor Volwassenenonderwijs krijgen dit gederfde inschrijvingsgeld terugbetaald door de overheid. De opleidingen georganiseerd door de Universitaire Talencentra zijn ook betalend voor de cursisten Nederlands als tweede taal. De anderstalige nieuwkomers, die behoren tot de doelgroep van het Vlaams inburgeringsbeleid, worden door de overheid actief gestimuleerd – en bepaalde categorieën verplicht – aan een inburgeringstraject deel te nemen. Deze ongelijkheid dient dan ook te worden weggewerkt zodat de ganse doelgroep onder dezelfde voorwaarden een inburgeringstraject kan aanvatten. Met de betrokken universitaire talencentra werd een kostprijs per opleiding basisniveau NT2 (630 euro) afgesproken. Deze kostprijs wordt door de overheid betaald voor de anderstalige nieuwkomers die via een onthaalbureau en op advies van een Huis van het Nederlands worden doorverwezen naar een universitair talencentrum. Basisallocatie FH3331D – Subsidies m.b.t. basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen (decreet 12.07.1990) Begroting 2007: OAPR 34.40 BA 33.31 – Subsidies m.b.t. basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen (decreet 12.07.1990) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren NGK BVJ
2007 (krediet) 20.456 181
2008 (krediet) 20.978 (in duizend euro )
Op 24 juni 2005 keurde de Vlaamse regering het ‘Strategisch Plan Geletterdheid’ goed. De Vlaamse regering beoogt hiermee een verhoging van het bereik van laaggeletterden en een verhoging van de geletterdheid in Vlaanderen en tracht op die manier bij te dragen aan de realisatie van de doelstellingen van het Pact van Vilvoorde. Voor de uitvoering van het ‘Strategisch Plan Geletterdheid’ wordt vanaf 2006 een jaarlijkse cumulatieve stijging van 5% voorzien van het aantal deelnemersuren per centrum. Dit is naast de aanpassing van de bedragen per deelnemersuur aan de nieuwe indexcoëfficiënten, een verklaring voor de stijging van het budget. In het kader van de gefaseerde implementatie van het decreet Volwassenenonderwijs wordt de subsidie aan het Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie vanaf begrotingsjaar 2008 niet meer opgenomen onder deze basisallocatie. Volgens de bepalingen van het nieuwe decreet (art. 43 tot 48) wordt het Vlaams Ondersteuningscentrum voor de Basiseducatie op 01.01.2008 omgevormd tot Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs. Op de uitgavenbegroting 2008 wordt hiervoor een nieuwe basisallocatie voorzien nl. FH3335D – Subsidie aan het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs. Basisallocatie FH3332D – Subsidies m.b.t. basiseducatie specifiek voor Brussel - vesoc Begroting 2007: OAPR 34.40 BA 33.32 – Subsidies m.b.t. basiseducatie specifiek voor Brussel – vesoc Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren
649
2007 (krediet) NGK
4UVL m/S# 2008 (krediet)
729
734 (in duizend euro )
Het Centrum Basiseducatie ‘De Brusseleer’ krijgt jaarlijks een extra contingent deelnemersuren (43.650) bovenop het contingent dat voorzien wordt in FH3331D. De lichte stijging van het krediet is te verklaren door de aanpassing van het bedrag per deelnemersuur aan de nieuwe indexcoëfficiënten. Basisallocatie FH3333B – Subsidie voor dienst- en hulpverlening aan gedetineerden basiseducatie Begroting 2007: OAPR 34.40 BA 33.33 – Subsidie voor dienst- en hulpverlening aan gedetineerden - basiseducatie Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 395
2008 (krediet) 399 (in duizend euro )
Het decreet betreffende het volwassenenonderwijs zal vanaf 1 september 2007 gefaseerd worden ingevoerd. Het nieuwe financieringssysteem voor de Centra voor Basiseducatie wordt ingevoerd op 1 september 2008. Vanaf die datum zullen de middelen voorzien voor het project 'Basiseducatie – Diensten hulpverlening aan gedetineerden' opgenomen worden in de reguliere subsidiëring van de Centra voor Basiseducatie. Tot 31 augustus 2008 zal het project via deze basisallocatie worden verder gezet. De stijging van het budget is het gevolg van de indexaanpassing. Basisallocatie FH3334D – Subsidie aan de Consortia voor Volwassenenonderwijs (decreet VO, artikel 77 – dd. 06.06.2007) Begroting 2007 : Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) -
3.603 (in duizend euro )
Artikel 73 van het decreet Volwassenenonderwijs dd. 06.06.2007 voorziet in de subsidiëring van 1 consortium volwassenenonderwijs per werkingsgebied (13). Artikel 77 van het decreet stelt dat de Vlaamse regering jaarlijks een globale subsidie ter beschikking stelt voor alle consortia. Deze subsidie omvat middelen voor personeelskosten, werkingskosten en investeringen. De consortia volwassenenonderwijs hebben als doelstelling : 1. het aanbod van opleidingen die door de centra georganiseerd worden, optimaliseren en op elkaar afstemmen; 2. de samenwerking en afstemming met andere publieke verstrekkers van opleidingen voor volwassenen nastreven; 3. knelpunten, behoeften en oplossingen inzake opleidingen voor volwassenen signaleren aan de overheid; 4. als intermediair aanspreekpunt fungeren tussen de centra en andere opleidingsverstrekkers en socioculturele en sociaaleconomische actoren; 5. de dienstverlening optimaliseren voor de cursisten in de centra; 6. alle mogelijke vormen van samenwerking tussen de centra stimuleren en ondersteunen.
650
4UVL m/S#
Basisallocatie FH3335D – Subsidie aan het Vlaams Ondersteuningscentrum voor Volwassenenonderwijs Begroting 2007 : Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) -
823 (in duizend euro )
Artikel 43 van het decreet Volwassenenonderwijs dd. 06.06.2007 voorziet in de subsidiëring van 1 Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs. De subsidie omvat middelen voor personeelskosten, werkingskosten en investeringen. Aan het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs worden volgende opdrachten toegekend : 1. agogische en organisatorische ondersteuning bieden; 2. de deskundigheid van de personeelsleden bevorderen; 3. onderwijsvernieuwing en kwaliteitszorg coördineren, stimuleren en faciliteren; 4. centra ondersteunen bij het realiseren van de eindtermen, specifieke eindtermen en basiscompetenties bij de cursisten; 5. samen met de pedagogische begeleidingsdiensten de opdrachten geformuleerd in artikel 49 uitvoeren. Basisallocatie FH4050D – Nascholing voor centra voor volwassenenonderwijs Begroting 2007 : Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) -
502 (in duizend euro )
Op basis van de bepalingen in CAO VIII kent de overheid nascholingsbudgetten toe aan de Centra voor Volwassenenonderwijs, het Deeltijds Kunstonderwijs en de Centra voor Leerlingenbegeleiding. De Centra voor Volwassenenonderwijs krijgen per ambt hetzelfde nascholingsbudget als de scholen voor secundair onderwijs. Basisallocatie FH4111D – Betaling van de inschrijvingsgelden van vrijgestelde cursisten aan het gemeenschapsonderwijs (scholengroepen) Begroting 2007: OAPR 34.20 BA 41.11 – Betaling van de inschrijvingsgelden van vrijgestelde cursisten aan het gemeenschapsonderwijs (scholengroepen) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK BVJ
2008 (krediet) 2.231 8
2.239 (in duizend euro)
651
4UVL m/S#
Artikel 50 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van aangelegenheden van het volwassenenonderwijs legt een inschrijvingsgeld op aan de cursisten van het volwassenenonderwijs. Een centrum kan binnen de decretaal vastgelegde vork - van € 0,37 tot € 0,74 per lestijd (= 50 minuten) - het inschrijvingsgeld vastleggen. Vanaf 1 september 2005 worden de bedragen respectievelijk € 0,38 en € 0,76 en vanaf 1 september 2006 worden de bedragen respectievelijk € 0,39 en € 0,78. Het door de centra geïnde inschrijvingsgeld moet de werking van de centra dekken, daar de centra geen werkingstoelagen ontvangen. Om de participatie van bepaalde doelgroepen aan het levenslang en levensbreed te bevorderen, heeft de decreetgever verschillende categorieën van cursisten vrijgesteld van de betaling van het inschrijvingsgeld. Artikel 50 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van aangelegenheden van het volwassenenonderwijs somt in de paragrafen 1 tot en met 3 de categorieën van cursisten op die vrijgesteld zijn van het inschrijvingsgeld. Men kan twee clusters van vrijstellingen onderscheiden: - Vrijstellingen op basis van de socio-economische status van de cursist: Hiertoe behoren de uitkeringsgerechtigde werklozen, de leefloontrekkers, bepaalde mindervaliden, politieke vluchtelingen, gedetineerden en leerplichtigen. Ook cursisten die een voortraject in de basiseducatie gevolgd hebben zijn onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld. - Vrijstellingen voor bepaalde opleidingen: De cursisten ingeschreven in de richtgraden 1 en 2 van het studiegebied Nederlands tweede taal en de cursisten ingeschreven in het studiegebied algemene vorming moeten geen inschrijvingsgeld betalen. Door de vrijstellingen van het inschrijvingsgeld hebben de centra minder inkomsten. Om dit te compenseren betaalt de Vlaamse Gemeenschap - in uitvoering van artikel 50, § 4 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van aangelegenheden van het volwassenenonderwijs - aan de besturen van de centra voor volwassenenonderwijs jaarlijks na vervallen termijn het inschrijvingsgeld van de vrijgestelde cursisten. De betaling door de overheid is gekoppeld aan het minimumbedrag van € 0,37 per lestijd (= 50 minuten), vanaf 1 september 2005 werd dit minimumbedrag verhoogd tot € 0,38 en vanaf 1 september 2006 wordt het minimum bedrag verhoogd tot € 0,39. Vanaf 01.09.2008 treedt het mechanisme van het “Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs” in werking zoals beschreven in artikel 110 van het nieuwe decreet op het Volwassenenonderwijs. Voor de uitgavenbegroting van 2008 betekent dit concreet dat de referteperiode 01.02.2007 – 31.1.2008 (ten laste van begrotingsjaar 2008) opgesplitst wordt . De terugbetaling van vrijgestelde cursisten uit de periode 01.02.2007 tot 31.08.2007 zal gebeuren met het krediet op artikel FH4111D. Bij de budgetcontrole 2008 zal het restant van het krediet op dit artikel overgeheveld worden naar het ‘Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs’ Basisallocatie FH4347D – Betaling van de inschrijvingsgelden van vrijgestelde cursisten aan de inrichtende machten van de instellingen voor gesubsidieerd officieel onderwijs Begroting 2007: OAPR 34.20 BA 43.47 – Betaling van de inschrijvingsgelden van vrijgestelde cursisten aan de inrichtende machten van de instellingen voor gesubsidieerd officieel onderwijs Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK
2008 (krediet) 1.762
1.762 (in duizend euro)
Artikel 50 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van aangelegenheden van het volwassenenonderwijs legt een inschrijvingsgeld op aan de cursisten van het volwassenenonderwijs. Een centrum kan binnen de decretaal vastgelegde vork - van € 0,37 tot € 0,74 per lestijd (= 50 minuten) - het inschrijvingsgeld vastleggen. Vanaf 1 september 2005 worden de bedragen respectievelijk € 0,38 en € 0,76 en vanaf 1 september 2006 worden de bedragen respectievelijk € 0,39 en € 0,78. Het door de
652
4UVL m/S#
centra geïnde inschrijvingsgeld moet de werking van de centra dekken, daar de centra geen werkingstoelagen ontvangen.
-
-
Om de participatie van bepaalde doelgroepen aan het levenslang en levensbreed te bevorderen, heeft de decreetgever verschillende categorieën van cursisten vrijgesteld van de betaling van het inschrijvingsgeld. Artikel 50 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van aangelegenheden van het volwassenenonderwijs somt in de paragrafen 1 tot en met 3 de categorieën van cursisten op die vrijgesteld zijn van het inschrijvingsgeld. Men kan twee clusters van vrijstellingen onderscheiden: Vrijstellingen op basis van de socio-economische status van de cursist: Hiertoe behoren de uitkeringsgerechtigde werklozen, de leefloontrekkers, bepaalde mindervaliden, politieke vluchtelingen, gedetineerden en leerplichtigen. Ook cursisten die een voortraject in de basiseducatie gevolgd hebben zijn onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld. Vrijstellingen voor bepaalde opleidingen: De cursisten ingeschreven in de richtgraden 1 en 2 van het studiegebied Nederlands tweede taal en de cursisten ingeschreven in het studiegebied algemene vorming moeten geen inschrijvingsgeld betalen. Door de vrijstellingen van het inschrijvingsgeld hebben de centra minder inkomsten. Om dit te compenseren betaalt de Vlaamse Gemeenschap - in uitvoering van artikel 50, § 4 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van aangelegenheden van het volwassenenonderwijs - aan de besturen van de centra voor volwassenenonderwijs jaarlijks na vervallen termijn het inschrijvingsgeld van de vrijgestelde cursisten. De betaling door de overheid is gekoppeld aan het minimumbedrag van € 0,37 per lestijd (= 50 minuten), vanaf 1 september 2005 werd dit minimumbedrag verhoogd tot € 0,38 en vanaf 1 september 2006 wordt het minimum bedrag verhoogd tot € 0,39. Vanaf 01.09.2008 treedt het mechanisme van het “Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs” in werking zoals beschreven in artikel 110 van het nieuwe decreet op het Volwassenenonderwijs. Voor de uitgavenbegroting van 2008 betekent dit concreet dat de referteperiode 01.02.2007 – 31.1.2008 (ten laste van begrotingsjaar 2008) opgesplitst wordt . De terugbetaling van vrijgestelde cursisten uit de periode 01.02.2007 tot 31.08.2007 zal gebeuren met het krediet op artikel FH4347D. Bij de budgetcontrole 2008 zal het restant van het krediet op dit artikel overgeheveld worden naar het ‘Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs’ Basisallocatie FH4467D – Betaling van de inschrijvingsgelden van vrijgestelde cursisten aan de inrichtende machten van de instellingen voor gesubsidieerd vrij onderwijs Begroting 2007: OAPR 34.20 BA 44.67 – Betaling van de inschrijvingsgelden van vrijgestelde cursisten aan de inrichtende machten van de instellingen voor gesubsidieerd vrij onderwijs Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Entiteit Levenslang Leren 2007 (krediet) NGK BVJ
2008 (krediet) 2.366 64
2.430 (in duizend euro)
Artikel 50 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van aangelegenheden van het volwassenenonderwijs legt een inschrijvingsgeld op aan de cursisten van het volwassenenonderwijs. Een centrum kan binnen de decretaal vastgelegde vork - van € 0,37 tot € 0,74 per lestijd (= 50 minuten) - het inschrijvingsgeld vastleggen. Vanaf 1 september 2005 worden de bedragen respectievelijk € 0,38 en € 0,76 en vanaf 1 september 2006 worden de bedragen respectievelijk € 0,39 en € 0,78. Het door de centra geïnde inschrijvingsgeld moet de werking van de centra dekken, daar de centra geen werkingstoelagen ontvangen. Om de participatie van bepaalde doelgroepen aan het levenslang en levensbreed te bevorderen, heeft de decreetgever verschillende categorieën van cursisten vrijgesteld van de betaling van het
653
4UVL m/S#
inschrijvingsgeld. Artikel 50 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van aangelegenheden van het volwassenenonderwijs somt in de paragrafen 1 tot en met 3 de categorieën van cursisten op die vrijgesteld zijn van het inschrijvingsgeld. Men kan twee clusters van vrijstellingen onderscheiden: Vrijstellingen op basis van de socio-economische status van de cursist: Hiertoe behoren de uitkeringsgerechtigde werklozen, de leefloontrekkers, bepaalde mindervaliden, politieke vluchtelingen, gedetineerden en leerplichtigen. Ook cursisten die een voortraject in de basiseducatie gevolgd hebben zijn onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld. Vrijstellingen voor bepaalde opleidingen: De cursisten ingeschreven in de richtgraden 1 en 2 van het studiegebied Nederlands tweede taal en de cursisten ingeschreven in het studiegebied algemene vorming moeten geen inschrijvingsgeld betalen. Door de vrijstellingen van het inschrijvingsgeld hebben de centra minder inkomsten. Om dit te compenseren betaalt de Vlaamse Gemeenschap - in uitvoering van artikel 50, § 4 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van aangelegenheden van het volwassenenonderwijs - aan de besturen van de centra voor volwassenenonderwijs jaarlijks na vervallen termijn het inschrijvingsgeld van de vrijgestelde cursisten. De betaling door de overheid is gekoppeld aan het minimumbedrag van € 0,37 per lestijd (= 50 minuten), vanaf 1 september 2005 werd dit minimumbedrag verhoogd tot € 0,38 en vanaf 1 september 2006 wordt het minimum bedrag verhoogd tot € 0,39. Vanaf 01.09.2008 treedt het mechanisme van het “Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs” in werking zoals beschreven in artikel 110 van het nieuwe decreet op het Volwassenenonderwijs. Voor de uitgavenbegroting van 2008 betekent dit concreet dat de referteperiode 01.02.2007 – 31.1.2008 (ten laste van begrotingsjaar 2008) opgesplitst wordt . De terugbetaling van vrijgestelde cursisten uit de periode 01.02.2007 tot 31.08.2007 zal gebeuren met het krediet op artikel FH4467D. Bij de budgetcontrole 2008 zal het restant van het krediet op dit artikel overgeheveld worden naar het ‘Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs’
DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER VAN DE AGENTSCHAPPEN / VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN
PROGRAMMA FH DAB FONDS INSCHRIJVINGSGELDEN CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS Begroting 2008
F F F
H H H
ONTVANGSTEN BEGR. POST ENTITEIT 08.21 D 08.30 D 16.20 D
F
H
46.10
BD
PR
D
Omschrijving Overgedragen saldo Diverse ontvangsten Ontvangsten uit recuperatie inschrijvingsgelden Dotatie Vlaamse gemeenschap FH4119D
BO 2008 0 0 0 0 0
Totaal ontvangsten
(in duizend euro)
BD F
PR H
BEGR. POST 03.22
UITGAVEN ENTITEIT D
Omschrijving Over te dragen saldo
BO 2008 0
4UVL m/S#
654
F F F
H H H
03.30 40.04 40.03
D D D
F
H
34.02
D
Totaal uitgaven
Diverse uitgaven Gederfde inschrijvingen Toekenning van middelen aan de CVO’s Toekenning van premies aan cursisten
0 0 0 0 0 (in duizend euro)
655
4UVL m/S#
PROGRAMMA FI SYSTEEM ONDERSTEUNING DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN NIHIL 2. UITGAVEN
NGK GVK GOK BVJ
2007 (krediet) 32.198 549 3
2008 (krediet) 33.497 1.016 803 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. De omschrijving van de strategische doelstellingen 601 - Departement Hieronder vallen diverse systeemondersteunende activiteiten zoals: - de nascholing op initiatief van de onderwijskoepels. - de werking van de inspectie en van de pedagogische begeleidingsdiensten, die sinds de inwerkingtreding van het decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, de dienst voor onderwijsontwikkeling en de pedagogische begeleidingsdiensten, instaan voor de externe ondersteuning van de onderwijsinstellingen en voor de bevordering van de onderwijskwaliteit en voor de beroepskwaliteit van de personeelsleden. - de ondersteuning van de ouderkoepelverenigingen. - de middelen voor de financiële controle van het gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd onderwijs. - de werking van de Stichting Vlaamse Schoolsport. Kwaliteitsvol personeelsbeleid voeren. 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) Overheidscommunicatie heeft verschillende functies in de maatschappij. Informeren, kennis overdragen en leren; aanzetten tot actie; preventief werken en sensibiliseren; dialoog, maatschappelijk debat stimuleren; participatie verhogen; gedragsverandering bewerkstelligen; stimuleren om zichzelf te w ‘ illen’ informeren en engageren. Het Agentschap voor Onderwijscommunicatie heeft als belangrijkste strategische doelstelling het ontwikkelen van een communicatiebeleid dat gebaseerd is op de onderwijsbeleidsprioriteiten en de behoeften van de doelgroepen.
4UVL m/S#
656
Vanuit de algemene doelstellingen, de visie en de missie van het agentschap wordt gezorgd voor een optimale communicatie en stimuli voor het onderwijspersoneel, ouders, leerlingen en samenleving. En dit via online communicatie, offline communicatie, acties en crossmediale aanpak. De strategische doelstelling van de Canon cultuurcel is het bevorderen van cultuurparticipatie- en educatie voor en door allen. Door middel van acties wil men de expertise over de onderwijs- en cultuursector verhogen om op die manier de leerkrachten te ondersteunen op het gebied van cultuureducatie. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) Het agentschap draagt bij tot een algemene tevredenheid bij de personeelsleden in het onderwijs zodat deze zich kunnen toeleggen op hun kerntaken. B. De omschrijving van de operationele doelstellingen 601 - Departement 1. Nascholing Het gemeenschapsonderwijs en de nascholingsorganisaties van de koepels krijgen jaarlijks middelen voor het realiseren van nascholingsprojecten voor de personeelsleden van de internaten, van de centra en van de pedagogische begeleidingsdiensten die zij vertegenwoordigen en voor nascholingsinitiatieven specifiek voor het eigen pedagogisch project. 2. Inspectie De inspectie staat in voor de externe ondersteuning van de onderwijsinstellingen, de bevordering van de onderwijskwaliteit en voor de beroepskwaliteit van de personeelsleden. Ze is o.a. bevoegd voor: de controle op de inachtneming van de minimumlessenroosters; het nagaan of de onderwijsinstelling de goedgekeurde leerplannen, met uitzondering van de pedagogische methodes, realiseert; het nagaan of de nodige inspanningen zijn geleverd om de eindtermen te halen; het toezicht op de toepassing van de taalwetgeving, de hygiëne en de bewoonbaarheid van de lokalen, het didactisch materiaal en de schooluitrusting; het uitbrengen van advies over de financiering van instellingen; het uitbrengen van beleidsadviezen over het onderwijs. 3. Inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken Voor de levensbeschouwelijke vakken geldt een afzonderlijk systeem van inspectie en begeleiding. De aansturing van dit korps gebeurd door de erkende instanties en de erkende vereniging. De inspecteursadviseurs staan onder de leiding van de coördinerende inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie. 4. Pedagogische begeleidingsdiensten De pedagogische begeleidingsdiensten ressorteren onder de onderwijskoepels en staan in voor de: de externe ondersteuning van de betrokken onderwijsinstellingen volgens het eigen pedagogisch concept, onder meer bij het opstellen van het schoolwerkplan; het ontwikkelen van initiatieven ter bevordering van de onderwijskwaliteit van de betrokken instellingen; het stimuleren van initiatieven ter versterking van de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden uit de betrokken instellingen; het opstellen van een jaarlijks begeleidingsplan; het opstellen van een jaarverslag van de activiteiten. Behoudens de betaling van de wedde en weddentoelagen toegekend aan de pedagogische adviseurs en adviseurs-coördinatoren, wordt in de begroting jaarlijks een krediet ingeschreven dat aangewend wordt voor
657
4UVL m/S#
de organisatie en de werking van de pedagogische begeleidingsdiensten. Dit bestaat uit een forfaitair bedrag toegekend per betrekking en een bedrag gelijk te verdelen tussen het gesubsidieerd vrij onderwijs, het gesubsidieerd officiële onderwijs en het Gemeenschapsonderwijs. Sinds 1998 krijgen ook de kleine koepels middelen voor de pedagogische begeleiding. Voor deze koepels (Steiner, Freinet, VOOP, Methode, ...) worden de middelen berekend per betrekking. Naar aanleiding van de goedkeuring van het decreet volwassenenonderwijs worden de middelen voor de pedagogische begeleidingsdiensten voor het volwassenenonderwijs verhoogd ter versterking van hun werking. 5. Ondersteuning van de ouderkoepelverenigingen De laatste jaren werd veel aandacht besteed aan het uitwerken van participatiestructuren in het onderwijs. Op 2 april 2004 werd het decreet betreffende participatie op school en in de Vlaamse Onderwijsraad goedgekeurd door het Vlaamse Parlement. Hierdoor wordt het decreet van 20 juni 1996 betreffende de subsidiëring van de ondersteuningcentra van ouderverenigingen en van erkende verenigingen die vorming voor ouders van schoolgaande kinderen organiseren vervangen door het “Decreet betreffende de subsidiëring van ouderkoepelverenigingen”. Ouderkoepelverenigingen worden hierdoor minstens verondersteld: 1°Opinievorming en belangenverdedig ing van ouders van leerlingen uit basis- en secundair onderwijs te organiseren; 2°Ouders in de VLOR te vertegenwoordigen; 3°Ouderverenigingen en ouderraden te informeren en te sensibiliseren; 4°Op verzoek van de Vlaamse Regering advies uit te brengen over en mee te werken aan onderzoeken gericht op deelname aan of evaluatie van het participatiebeleid betreffende onderwijs. Sinds 01/01/2006 wordt gewerkt met driejaarlijkse beheersovereenkomsten per koepel. Dit heeft vanzelfsprekend een gunstige invloed op de administratieve lasten. Daar waar voorheen een jaarlijks activiteitenprogramma diende voorgelegd te worden om de aanvraag van werkingsmiddelen te staven, werd dit teruggebracht tot een driejaarlijkse indiening hiervan. 6. Financiële controle Door het Bijzonder decreet wordt vanaf 01/01/2000 de controle op de werkingsmiddelen extern georganiseerd, namelijk via een college van accountants. Vanaf 1 januari is de vzw-boekhouding operationeel in het hele vrij gesubsidieerde onderwijs. Schoolbesturen die krachtens de vzw-wetgeving omschreven worden als een grote vzw, moeten verplicht een commissaris aanstellen. Voor 2008 voorzien we in de nodige middelen voor de terugbetaling van de facturen aan bedrijfsrevisoren. 7. Stichting Vlaamse Schoolsport De Stichting Schoolsport heeft tot doel initiatieven te nemen ter bevordering van de schoolsport, deze te stimuleren en te ontwikkelen. Om dit mogelijk te maken, biedt de stichting sportieve activiteiten aan en bevordert de samenwerking met alle organisaties die deze doelstellingen op lokaal, provinciaal, nationaal of internationaal vlak nastreven. Onder “schoolsport“ wordt hier verstaan: de georganiseerde sportbeoefening in schools en naschools verband voor de leerlingen uit het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs van de door de Vlaamse Gemeenschap georganiseerde, gesubsidieerde of erkende onderwijsinstellingen. Kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden verhogen met als doelstelling gekwalificeerd en gemotiveerd personeel aan te trekken en te behouden. 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) 1.
Het informeren en sensibiliseren van een breed publiek in onderwijs- en cultuursector via gerichte communicatie door bv. het onderhouden van eigen websites, het uitgeven van publicaties, het bijhouden van een elektronische databank van potentiële externe partners voor scholen…
4UVL m/S# 2. 3. 4.
658
Het vergroten van de expertise van de onderwijs- en cultuursector. Het ondersteunen van cultuureducatie in de onderwijs- en cultuursector. Het stimuleren en voeren van overleg over cultuureducatie tussen verschillende onderwijsentiteiten, beleidsdomeinen, overheden en sectoren.
603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) 1. Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte opvolging van het administratieve dossier van het personeel. 2. Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte verwerking van het geldelijke dossier van het personeel. 3. De betalingen gebeuren tijdig en correct in overeenstemming met de onderwijs- en aanverwante regelgeving. De inspectie staat in voor de externe ondersteuning van de onderwijsinstellingen, de bevordering van de onderwijskwaliteit en voor de beroepskwaliteit van de personeelsleden. Voor de levensbeschouwelijke vakken geldt een afzonderlijk systeem van inspectie en begeleiding. De aansturing van dit korps gebeurt door de erkende instanties en de erkende vereniging. De inspecteursadviseurs staan onder de leiding van de coördinerende inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie. 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) C. De omschrijving van de instrumenten 601 - Departement Gelet op de grote verscheidenheid binnen dit programma, zijn ook de ingezette instrumenten zeer verschillend: - lonen (inspectie, pedagogische begeleidingsdiensten, …) - subsidies/werkingstoelagen (pedagogische begeleidingsdiensten, SVS, ouderkoepelverenigingen, ...) - werkingskosten (inspectie) 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) x x x
Werkingskosten Subsidies en overeenkomsten Lonen gedetacheerden
603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) Voor de onderwijsinspectie en voor de inspectie en begeleiding voor de levensbeschouwelijke vakken worden maandelijks forfaitaire vergoedingen (voor reis-, verblijf- en werkingskosten) met de wedde mee uitbetaald. D. De omschrijving van de prestaties, de prestatiedrijvers en de budgettaire parameters 601 - Departement De activiteiten verschillen uiteraard per onderdeel. Voor meer details wordt verwezen naar het statistisch jaarboek van het departement Onderwijs en naar soortgelijke informatie van de VOI’s. 602 - Agentschap Onderwijscommunicatie (AOC) Via de Balanced Score Card wordt de kwaliteit van de dienstverlening gegarandeerd en bevorderd. Parameters zijn o.a. wijze van uitvoering, accuraatheid, snelheid en samenwerking met andere diensten.
659
4UVL m/S#
Het Agentschap voor Onderwijscommunicatie laat daarnaast ook een onderzoek uitvoeren naar de tevredenheid over de producten van het agentschap. Op basis van de resultaten hiervan worden indicatoren geformuleerd die gehaald moeten worden tegen het einde van de beheersovereenkomst. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi)
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Ontvangsten NIHIL 2. Uitgaven Lonen NGK BVJ
2007 (krediet BC)
24.711 3
2008 (krediet)
25.054 (in duizend euro )
In uitvoering van de strategische doelstelling met betrekking tot de kwaliteit van de schoolloopbaan werd in cao VIII overeengekomen om de koopkracht te verhogen. Tussen 2006 en 2011 krijgen alle personeelsleden uit het onderwijs meer vakantiegeld. De verhoging gebeurt stapsgewijs. De lonen van de inspecteurs en van de pedagogische adviseurs worden vanaf 1 september 2007 opgetrokken, omdat het de bedoeling is voor deze betrekkingen mensen met ervaring aan te trekken, onder wie ook directeurs. Hiervoor wordt in 2008 een bedrag van 360 duizend euro voorzien. Andere NGK GVK GOK BVJ
2007 (krediet) 7.485 549
2008 (krediet) 7.721 1.016 803 (in duizend euro )
Basisallocatie 11.36C – Lonen Vlaams Centrum Onderwijsgebonden Sport (VCOS) Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 11.36 – Lonen Vlaams Centrum Onderwijsgebonden Sport (VCOS) Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 210
2008 (krediet) 0
Het uitstel van de opstart van het Vlaams Centrum Onderwijsgebonden Sport (VCOS) heeft tot gevolg dat de voorziene middelen teruggeplaatst moeten worden op de “oude” basisallocaties. De middelen worden herschikt naar BA 33.34B en BA 33.35B. Compensatie voor BA FI3334B : 87 dEUR. Compensatie voor BA FI3335B : 123 dEUR.
660
4UVL m/S#
Basisallocatie 12.04B – Uitgaven m.b.t. de financiële controle van het gemeenschapsonderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.04 – Uitgaven m.b.t. de financiële controle van het gemeenschapsonderwijs Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 254
2008 (krediet) 0
De middelen op deze basisallocatie worden herschikt naar BA 12.34B, omdat er gewerkt dient te worden met gesplitste kredieten. Compensatie voor FI1234B : 254 dEUR. Basisallocatie FI12.24 - Allerhande uitgaven in verband met culturele projecten - Cultuurcel Begroting 2007: OAPR 35.40 artikel 12.24 – Allerhande uitgaven in verband met culturele projecten – Cultuurcel Agentschap voor onderwijscommunicatie
NGK
2007 (krediet) 597
2008 (krediet) 602 (in duizend euro )
De missie van de Cultuurcel is via kunst en cultuur in ruime zin van het woord een brede, harmonische vorming in het onderwijs te stimuleren in een sterke en creatieve leeromgeving. Dit wordt gerealiseerd door het opzetten van onderzoek, studiedagen en colloq uia, het stimuleren, organiseren en opzetten van overleg, het verzorgen van informatieve publicaties en het uittekenen en onderhouden van diverse informatiewebsites. Voor het realiseren van de projecten onderzoekt de Cultuurcel de markt van organisaties, bedrijven en instellingen die deze opdrachten kunnen uitvoeren, en vraagt offertes aan potentiële, kwalitatief goede uitvoerders. De werking richt zich op het gehele onderwijsveld: alle niveaus van het voltijds en deeltijds onderwijs. Het budget FI1224E bevat 2 componenten: 1) De totale loonkost van de 4 VTE gedetacheerden, zijnde Jan Luyten (1 641007 0279), Jan Staes (1 720808 0286), Dirk Terryn (1 631114 0383), Paul Catteeuw (1 5605260572) en Elke De Swert (27601040105). 2) Te nemen initiatieven in 2008, met name: - opzetten van studiedagen voor het onderwijs en de culturele sector; - het ontsluiten van expertise rond kunst en cultuur; - de uitbouw van een informatiepunt voor leerkrachten en de culturele sectoren; - het opzetten van een internationaal congres in 2009, waarvan de opstart in 2008 gebeurt; - het opzetten en laten uitvoeren van beleidsgericht onderzoek m.b.t. cultuur en onderwijs; - het organiseren van diverse acties en initiatieven m.b.t. de lerarenopleiding. De stijging van het budget is het gevolg van een indexaanpassing. Basisallocatie 12.34B – Uitgaven m.b.t. de financiële controle van het gemeenschapsonderwijs Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) GVK GOK
0 0
2008 (krediet) 1.016 254
661
4UVL m/S#
Decretale opdracht Bijzonder decreet 14 juli 1998 art. 47 en art. 53: Art. 47 §1. De financiële controle op het beheer van de scholengroepen wordt verricht door de regering voor een termijn van vier jaar. §2. Het eerste college van accountants wordt aangesteld voor een termijn van 8 jaar. Art. 53 §1. Het college van accountants is met betrekking to t het financiële toezicht op de Raad belast met dezelfde opdracht als bepaald in afdeling 2 van dit hoofdstuk. De huidige opdracht loopt ten einde op 31 december 2007. Er wordt een nieuwe gunningprocedure opgestart voor een termijn van 4 jaar. Vandaar een gesplitst krediet. Compensatie op FI1204B : 254 dEUR. Basisallocatie 12.38E - Uitgaven dynamo Begroting 2007: OAPR 35.40 artikel 12.38 – Uitgaven dynamo Agentschap voor onderwijscommunicatie
NGK
2007 (krediet) 54
2008 (krediet) 55 (in duizend euro )
De basisallocatie FI1238E wordt gebruikt voor de aanmaak, lay-out, druk en verspreiding van de DynaMo²brochure en bijhorende sites. Daarnaast wordt via deze BA ook een informatiefolder voor alle scholen ontwikkeld en een studiedag rond schoolprojecten opgezet. Basisallocatie 12.77C – Forfaitaire vergoedingen onderwijsinspectie Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.77 – Forfaitaire vergoedingen onderwijsinspectie Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 720
2008 (krediet) 734 (in duizend euro )
Forfaitaire vergoedingen zijn vergoedingen voor reis-, verblijf- en werkingskosten die maandelijks met de wedde mee worden uitbetaald. De bedragen liggen vast in het besluit van de Vlaamse regering en worden zo overgenomen in de begroting. De stijging van het krediet is het gevolg van indexaanpassingen. Basisallocatie 12.78B – Algemene werkingskosten onderwijsinspectie Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.78 – Algemene werkingskosten onderwijsinspectie Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 682
2008 (krediet) 537
4UVL m/S#
662
De werkingskosten van de onderwijsinspectie bestaan grotendeels uit : - de loonkost van de 2 fulltime gedetacheerden; - vorming en seminaries; - doorlichtingen; - ict en communicatie; - rapporten; - … De wijziging van het budget is tweeledig: - enerzijds een daling omwille van 150.000 euro: de middelen bestemd voor visitatiecommissies worden herschikt naar basisallocatie FC1271B en dienen voor de voortzetting van het project kwaliteitszorg en zelfevaluatie CLB’s. - anderzijds een stijging van 5.000 euro omwille van indexaanpassingen. Basisallocatie 12.79C – Forfaitaire vergoedingen inspectie/begeleiding levensbeschouwelijke vakken Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.79 – Forfaitaire vergoedingen inspectie/begeleiding levensbeschouwelijke vakken Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 175
2008 (krediet) 177 (in duizend euro )
Forfaitaire vergoedingen zijn vergoedingen voor reis-, verblijf- en werkingskosten die maandelijks met de wedde mee worden uitbetaald. De bedragen liggen vast in het besluit van de Vlaamse regering en worden zo overgenomen in de begroting. De stijging van het krediet is het gevolg van indexaanpassingen. Basisallocatie 12.80B – Algemene werkingskosten inspectie/begeleiding levensbeschouwelijke vakken Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.80 – Algemene werkingskosten inspectie/begeleiding levensbeschouwelijke vakken Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 171
2008 (krediet) 173
Met dit budget worden werkingstoelagen betaald aan de vereniging en instanties levensbeschouwelijke vakken. De bedragen zijn bepaald in het BVR van 15/12/1993 tot uitvoering van het decreet van 1/12/1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levenbeschouwelijke vakken (3.970,51 euro per organieke betrekking niet geïndexeerd). De stijging van het krediet met 2.000 euro is het gevolg van indexaanpassingen Basisallocatie 33.01 – Subsidies m.b.t. de financiële controle van het gesubsidieerd onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.06 – Uitgaven m.b.t. de financiële controle van het gesubsidieerd onderwijs Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 1.250
2008 (krediet) 0 (in duizend euro )
663
4UVL m/S#
De schoolbesturen van het vrij gesubsidieerd onderwijs die krachtens de vzw-wetgeving gedefinieerd worden als grote vzw, moeten een bedrijfsrevisor aanstellen ter controle van de economische boekhouding. De scholen worden gesubsidieerd in verband met de facturen inzake de verplichte aanstelling van de commissaris. Slechts 90 % van de aantoonbare factuur zal in aanmerking komen voor subsidiëring. Het benodigde krediet zal in 2008 door middel van een herverdelingsbesluit (vanop FB01.04B) op deze basisallocatie worden overgeschreven. Basisallocatie 33.06B – Subsidiëring ouderkoepelverenigingen Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.06 – Subsidiëring ouderkoepelverenigingen Departement Onderwijs en Vorming
GOK
2007 (krediet) 549
2008 (krediet) 549
Vanaf 1 januari 2006 is het D ‘ ecreet be treffende de subsidiëring van ouderkoepelverenigingen’ zoals bepaald in titel V, Hoofdstuk I, artikel 98 van het decreet betreffende participatie op school en de Vlaamse onderwijsraad in werking getreden. Vanaf dan wordt er gewerkt met gesplitste kredieten, omdat er met elke ouderkoepelvereniging een beheersovereenkomst afgesloten wordt voor 3 jaar. Basisallocatie 33.24E - Subsidies ter ondersteuning van culturele projecten binnen onderwijs cultuurcel Begroting 2007: OAPR 35.40 artikel 40.24 – Subsidies ter ondersteuning van culturele projecten binnen onderwijs cultuurcel Agentschap voor onderwijscommunicatie
NGK
2007 (krediet) 100
2008 (krediet) 100 (in duizend euro )
Binnen de strategische doelstellingen van de Cultuurcel, werd in 2007 een subsidielijn voor laboratoriumprojecten en –producten met culturele finaliteit ten behoeve van het onderwijs opgestart. Tot 1 april heeft iedere rechtspersoon in Vlaanderen tijd om, volgens een vast stramien, een project in te dienen dat inspeelt op de in het reglement geformuleerde criteria. Alleen lagere en secundaire scholen kwamen niet in aanmerking, gezien voor hen al de www.dynamo2.be subsidielijn bestaat (FI3338E). Wat komt in aanmerking - Laboratorium. De projecten of producten moeten ontwikkeld en uitgevoerd worden met het oog op het implementeren van een vernieuwende aanpak. - Projecten of producten. Zowel projecten als producten kunnen gesubsidieerd worden. - Met culturele finaliteit. De initiatieven moeten cultuur als hoofdthema hebben. We hanteren hierbij een ruim cultuurbegrip. - Ten behoeve van het onderwijs. Het onderwijs – op beleidsvlak of op praktijkniveau - heeft rechtstreeks baat bij de realisatie van dit initiatief. Bovendien moeten projecten en producten hun relevantie kunnen aantonen voor het brede onderwijsveld.
664
4UVL m/S#
Het budget op deze BA werd berekend naar analogie met de begroting 2007. De budgetten worden aangewend voor subsidies voor een aantal projecten, inspelend op de verscheidenheid van het onderwijsveld. Basisallocatie 33.34B – Subsidie aan de stichting Vlaamse schoolsport – subsidiëring werking Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.34 – Subsidie aan de stichting Vlaamse schoolsport – subsidiëring werking Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
0
2008 (krediet) 480
Rechtsgrond: Decreet van 1/12/93 houdende de erkenning en de subsidiëring van de Stichting Vlaamse Schoolsport. De Stichting Schoolsport heeft tot doel initiatieven te nemen ter bevordering van de schoolsport, deze te stimuleren en te ontwikkelen. Om dit mogelijk te maken, biedt de stichting sportieve activiteiten aan en bevordert de samenwerking met alle organisaties die deze doelstellingen op lokaal, provinciaal, nationaal of internationaal vlak nastreven. Hiervoor worden aan de Stichting Vlaamse Schoolsport subsidies toegekend: - een subsidie van 480.000 euro voor de werking; - een subsidie van 123.000 euro voor de bezoldiging van drie contractuelen. Het uitstel van de opstart van het Vlaams Centrum Onderwijsgebonden Sport (VCOS) heeft tot gevolg dat de voorziene middelen teruggeplaatst moeten worden op deze basisallocatie. Compensatie op BA FI3336B : 393 dEUR. Compensatie op BA FI1136C : 87 dEUR. Basisallocatie 33.35B – Subsidie aan de stichting Vlaamse schoolsport – subsidiëring personeel Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.35 – Subsidie aan de stichting Vlaamse schoolsport – subsidiëring personeel Departement Onderwijs en Vorming 2007 (krediet) NGK
0
2008 (krediet) 123
Rechtsgrond: Decreet van 1/12/93 houdende de erkenning en de subsidiëring van de Stichting Vlaamse Schoolsport. De Stichting Schoolsport heeft tot doel initiatieven te nemen ter bevordering van de schoolsport, deze te stimuleren en te ontwikkelen. Om dit mogelijk te maken, biedt de stichting sportieve activiteiten aan en bevordert de samenwerking met alle organisaties die deze doelstellingen op lokaal, provinciaal, nationaal of internationaal vlak nastreven. Hiervoor worden aan de Stichting Vlaamse Schoolsport subsidies toegekend: - een subsidie van 480.000 euro voor de werking; - een subsidie van 123.000 euro voor de bezoldiging van drie contractuelen. Het uitstel van de opstart van het Vlaams Centrum Onderwijsgebonden Sport (VCOS) heeft tot gevolg dat de voorziene middelen teruggeplaatst moeten worden op deze basisallocatie. Compensatie op BA FI1136C : 123 dEUR.
665
4UVL m/S#
Basisallocatie 33.36B – Subsidie aan het Vlaams Centrum Onderwijsgebonden Sport (VCOS) Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.36 – Uitgaven m.b.t. Subsidie aan het Vlaams Centrum Onderwijsgebonden Sport (VCOS) Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 393
2008 (krediet) 0
Het uitstel van de opstart van het Vlaams Centrum Onderwijsgebonden Sport (VCOS) heeft tot gevolg dat de voorziene middelen teruggeplaatst moeten worden op de “oude” basisallocaties. De middelen worden herschikt naar BA 33.34B. Compensatie voor BA FI3334B : 393 dEUR. Basisallocatie 33.37B – Subsidies ter bevordering van het beleidsvoerend vermogen Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 33.37 – Subsidies ter bevordering van het beleidsvoerend vermogen Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 100
2008 (krediet) 100
De verdere professionalisering van de schoolleiding en de schoolbesturen is één van de doelstellingen opgenomen in de beleidsnota Onderwijs en Vorming 2004-2009. De subsidies op deze basisallocatie dienen om – onder andere via een gedegen vorming en onderwijskundige nascholing – het beleidsvoerend vermogen van de schoolbesturen te versterken. Basisallocatie 33.38E - Subsidies in het kader van dynamo2 Begroting 2007: OAPR 35.40 artikel 40.38 – Subsidies in het kader van dynamo2 Agentschap voor onderwijscommunicatie
NGK
2007 (krediet) 300
2008 (krediet) 300 (in duizend euro )
Uitgaande van de autonomie van de school en van het autonome pedagogische model, wordt erkend dat schoolgebonden activiteiten en projecten die inspelen op soms zeer actualiteitsgerichte maatschappelijke, regionale, culturele, democratische... thema's, tenden sen, invalshoeken etc. van zeer groot belang zijn voor de betrokkenheid van alle participanten in het onderwijsgegeven. Dergelijke projecten bieden de mogelijkheid om theoretische vakgebonden materie een concrete en leerlingbetrokken inhoud te geven. Deze schoolprojecten, die aansluiten bij de verwezenlijking van de Eindtermen en Ontwikkelingsdoelen voor het Vlaamse Onderwijs (decreet 15 juli 1997), worden via FI3338E gesubsidieerd. Gelet op het groter wordend aantal aanvragen naar ondersteuning, werd binnen de stuurgroep van het project gevraagd de budgetruimte voor 2008 minstens te behouden, teneinde scholen de kans te geven projectwerking binnen het onderwijs op te zetten. Uit onderzoek blijkt dat de stelselmatige afkeuring van deze projectaanvragen op midden-lange termijn wel een ontradend effect heeft. CANON wil dit counteren
4UVL m/S#
666
met een betere ondersteuning en coaching. Het uiteindelijke doel is kwaliteitsverbetering bij de realisatie van de VOET in het Vlaamse onderwijs. Basisallocatie 40.49B – Nascholing op initiatief van de koepels Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 40.49– Nascholing op initiatief van de koepels Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 1.579
2008 (krediet) 2.127
Het gemeenschapsonderwijs en de nascholingsorganisaties van de koepels krijgen jaarlijks middelen voor het realiseren van nascholingsprojecten voor de personeelsleden van de internaten, van de centra en van de pedagogische begeleidingsdiensten die zij vertegenwoordigen en voor nascholingsinitiatieven specifiek voor het eigen pedagogisch project. De stijging van het krediet is tweeledig: - een stijging van 510.000 euro op basis van de uitvoering van punt 3.4.1 van CAO VIII; - een stijging van 38.000 euro tengevolge van indexaanpassingen. Basisallocatie 41.16B – Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs – pedagogische begeleiding Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 41.16– Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs – pedagogische begeleiding Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 605
2008 (krediet) 869
Iedere representatieve vereniging van inrichtende machten en het gemeenschapsonderwijs kunnen een pedagogische begeleidingsdienst oprichten. Deze is belast met: - de externe ondersteuning van de betrokken onderwijsinstellingen volgens het eigen pedagogisch concept, onder meer bij het opstellen van het schoolwerkplan; - het ontwikkelen van initiatieven ter bevordering van de onderwijskwaliteit van de betrokken instellingen; - het stimuleren van initiatieven ter versterking van de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden uit de betrokken instellingen; - het opstellen van een jaarlijks begeleidingsplan; - het opstellen van een jaarverslag van de activiteiten. De stijging van het krediet heeft 3 oorzaken: - een stijging met 2.000 euro van het basisbedrag omwille van de stijging van 9 naar 9,5 fulltime betrekkingen bij het organiek kader basis. In ODXVII werden technische wijzigingen aangebracht tav art. 92 van het decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, dienst voor onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten. Deze wijzigingen stellen dat de basis voor de berekening van de toelage het aantal halftijdse betrekkingen is en niet meer het aantal voltijdse betrekkingen. - een stijging van 11.000 euro tengevolge van indexaanpassingen. - een stijging van 251.000 euro tengevolge van de goedkeuring van het derceet volwassenenonderwijs, waarin staat dat er extra middelen vrijgemaakt worden voor het versterken van de pedagogische begeleidingsdiensten voor het volwassenenonderwijs.
667
4UVL m/S#
Basisallocatie 43.83B – Uitgaven m.b.t. de pedagogische begeleidingsdienst gesubsidieerd officieel onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 43.83– Uitgaven m.b.t. de pedagogische begeleidingsdienst gesubsidieerd officieel onderwijs Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 601
2008 (krediet) 813
Iedere representatieve vereniging van inrichtende machten en het gemeenschapsonderwijs kunnen een pedagogische begeleidingsdienst oprichten. Deze is belast met: - de externe ondersteuning van de betrokken onderwijsinstellingen volgens het eigen pedagogisch concept, onder meer bij het opstellen van het schoolwerkplan; - het ontwikkelen van initiatieven ter bevordering van de onderwijskwaliteit van de betrokken instellingen; - het stimuleren van initiatieven ter versterking van de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden uit de betrokken instellingen; - het opstellen van een jaarlijks begeleidingsplan; - het opstellen van een jaarverslag van de activiteiten. De stijging van het krediet heeft 3 oorzaken: - een stijging met 4.000 euro van het basisbedrag omwille van de stijging van 0 naar 1 fulltime betrekkingen bij het organiek kader clb. In ODXVII werden technische wijzigingen aangebracht tav art. 92 van het decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, dienst voor onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten. Deze wijzigingen stellen dat de basis voor de berekening van de toelage het aantal halftijdse betrekkingen is en niet meer het aantal voltijdse betrekkingen. - een stijging van 11.000 euro tengevolge van indexaanpassingen. - een stijging van 197.000 euro tengevolge van de goedkeuring van het derceet volwassenenonderwijs, waarin staat dat er extra middelen vrijgemaakt worden voor het versterken van de pedagogische begeleidingsdiensten voor het volwassenenonderwijs. Compensatie op BA FB0104B : 2 dEUR. Compensatie op BA FB0105B : 197 dEUR. Basisallocatie 44.83B – Uitgaven m.b.t. de pedagogische begeleidingsdienst gesubsidieerd vrij onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 44.83– Uitgaven m.b.t. de pedagogische begeleidingsdienst gesubsidieerd vrij onderwijs Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 944
2008 (krediet) 1.253 (in duizend euro)
Iedere representatieve vereniging van inrichtende machten en het gemeenschapsonderwijs kunnen een pedagogische begeleidingsdienst oprichten. Deze is belast met: - de externe ondersteuning van de betrokken onderwijsinstellingen volgens het eigen pedagogisch concept, onder meer bij het opstellen van het schoolwerkplan;
4UVL m/S# -
668
het ontwikkelen van initiatieven ter bevordering van de onderwijskwaliteit van de betrokken instellingen; het stimuleren van initiatieven ter versterking van de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden uit de betrokken instellingen; het opstellen van een jaarlijks begeleidingsplan; het opstellen van een jaarverslag van de activiteiten.
Voor de betaling wordt een onderscheid gemaakt tussen de grote begeleidingsdiensten en de kleine (met minder dan 425 personeelsleden in de scholen die ze begeleiden) (Art 92 §1 en §2 decreet 17.07.1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten). De stijging van het krediet heeft 3 oorzaken: - een stijging met 17.000 euro van het basisbedrag omwille van: - de stijging van 35 naar 35,5 fulltime betrekkingen bij het organiek kader basis. - de stijging van 2 naar 2,5 fulltime betrekkingen bij het organiek kader clb. - de stijging van het aantal organieke ambten bij de kleine begeleidingsdiensten. In ODXVII werden technische wijzigingen aangebracht tav art. 92 van het decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, dienst voor onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten. Deze wijzigingen stellen dat de basis voor de berekening van de toelage het aantal halftijdse betrekkingen is en niet meer het aantal voltijdse betrekkingen. - een stijging van 11.000 euro tengevolge van indexaanpassingen. - een stijging van 274.000 euro tengevolge van de goedkeuring van het derceet volwassenenonderwijs, waarin staat dat er extra middelen vrijgemaakt worden voor het versterken van de pedagogische begeleidingsdiensten voor het volwassenenonderwijs.
669
4UVL m/S#
PROGRAMMA FJ LEERLING ONDERSTEUNING DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN TO
2007 (begrotingscontrole) 1.202
2008 (raming) 1.202 (in duizend euro)
2. UITGAVEN
NGK VRK BVJ
2007 (krediet) 241.378 1.202 157
2008 (krediet) 254.919 1.202 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. De omschrijving van de strategische doelstellingen 601 - Departement 1. Leerlingenvervoer Om tegemoet te komen aan de vereisten van de regelgeving wordt er leerlingenvervoer georganiseerd. Het Departement Onderwijs en Vorming organiseert vanaf 1 september 2001 geen collectief leerlingenvervoer meer. De Vlaamse Vervoersmaatschappij bedoeld in het decreet van 31 juli 1990 tot oprichting van de Vlaamse Vervoersmaatschappij, zoals gewijzigd bij de decreten van 18 mei 1999 en 8 december 2000 neemt met ingang van 1 september 2001 van de Nationale Dienst voor Leerlingenvervoer volgende taken over: - het vastleggen van de reisroutes; - het vaststellen van de behoeften; - het in eigen beheer of via uitbesteding uitvoeren van de busdiensten. Het Departement Onderwijs en Vorming komt wel nog tegemoet in de vervoerkosten van de leerlingen die gebruik maken van het individueel vervoer (openbaar vervoer of vervoer met voertuigen van minder dan 7 plaatsen). Het departement Onderwijs en Vorming staat eveneens in voor het subsidiëren van de busbegeleiding. Vanaf 01.09.2007 is er budgettaire ruimte voorzien voor een betere verloning van de busbegeleiders. De aanwezigheid van de busbegeleider zorgt voor orde en toezicht op de bus. Het Gemeenschapsonderwijs beschikt tevens nog over een dotatie bestemd voor het vervoer van de leerlingen van het gemeenschapsonderwijs (gewoon onderwijs), voor zover zij geen school bezoeken gelegen in een zone die al is bediend. Dit vervoer wordt uitgevoerd hetzij met voertuigen die eigendom zijn van de scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs, hetzij door beroepsvervoerders onder contract. In uitvoering van het regeerakkoord werden in de schooljaren 2006-2007 en 2007-2008 projecten netoverstijgend leerlingenvervoer in het gewoon basisonderwijs met toepassing van het STOP-principe in
4UVL m/S#
670
een aantal gemeenten uitgevoerd. Vanaf het schooljaar 2008-2009 worden projecten duurzaam naar school in het gewoon basisonderwijs eveneens met toepassing van het STOP-principe in een aantal gemeenten uitgevoerd. Met deze projecten wil de Vlaamse regering een duurzaam woon-schoolverkeer stimuleren en de veiligheid van schoolomgevingen verbeteren. De algemene strategische doelstellingen zijn: - de toegankelijkheid van het Vlaamse basis- en secundair onderwijs garanderen binnen de vastgestelde wettelijke bepalingen; - streven naar een veilig en comfortabel leerlingenvervoer. De doelgroep van het Leerlingenvervoer: - de vrije keuze leerlingen in het gewoon onderwijs: dit zijn de schoolgaande jongeren van het gewoon basisen secundair onderwijs, die rekening houdend met de reglementering betreffende de vrije keuze geen school vinden binnen de redelijke afstand. Hier wordt in de mate van het mogelijke de voorkeur gegeven aan de terugbetaling van vervoerkosten, eerder dan aan het zelf organiseren van het vervoer; - de leerlingen in het buitengewoon onderwijs, voor zover zij de dichtstbijzijnde school van hun vrije keuze bezoeken (aangepast aan hun handicap); rekening houdend met het type waarnaar het attest buitengewoon onderwijs verwijst; - de niet-rechthebbende leerlingen van het gewoon en buitengewoon onderwijs indien zij mee vervoerd kunnen worden in het kader van het vrije keuze vervoer. - voor het schooljaar 2007-2008, de leerlingen die wonen en schoollopen in de geselecteerde gemeenten die zijn ingestapt in de experimenten netoverstijgend leerlingenvervoer in het gewoon basisonderwijs; - vanaf het schooljaar 2008-2009, leerlingen die wonen en schoollopen in de geselecteerde gemeenten die instappen in de experimenten/projecten duurzaam naar school in het gewoon basisonderwijs. De reglementaire basis: Volgens het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 hebben de leerlingen van het gewoon basisonderwijs recht op gratis vervoer indien ze de dichtstbijzijnde school van hun keuze bezoeken, gelegen op minimum 4 km. Volgens de wet van 15 juli 1983 houdende de oprichting van de Nationale Dienst voor Leerlingenvervoer hebben de leerlingen van het secundair onderwijs recht op vervoer indien zij de dichtstbijzijnde school van hun keuze bezoeken die gelegen is op een afstand van 12 km (lager secundair) of 20 km (hoger secundair). Een groot deel van deze diensten worden nu door de Vlaamse Vervoersmaatschappij geleverd (zie hieronder). Volgens de wet op het buitengewoon onderwijs van 6 juli 1970 neemt het departement Onderwijs en Vorming de reiskosten van de leerlingen van het buitengewoon onderwijs ter zijnen laste voor zover zij de dichtstbijzijnde school van hun vrije keuze bezoeken (aangepast aan hun handicap). In de schooljaren 2006-2007 en 2007-2008 subsidieerde de Vlaamse overheid een aantal pilootgemeenten bij de organisatie en de uitvoering van het netoverstijgend leerlingenvervoer in het gewoon basisonderwijs (experimentele basis). Vanaf het schooljaar 2008-2009 kennen deze projecten netoverstijgend leerlingenvervoer een vervolg in de projecten duurzaam naar school. Andere organisaties: Buiten het georganiseerde /gefinancierde leerlingenvervoer, vanaf 1 september 2001 georganiseerd door de Vlaamse Vervoersmaatschappij en het Gemeenschapsonderwijs, zijn er nog andere organisaties die zich tot dezelfde doelgroep richten, het gaat o.a. om de NMBS, MIVB, inrichtende machten van scholen, ouderverenigingen en vriendenkringen, … 2. Arbeidsvoorwaardenbeleid Kwaliteitsvol personeelsbeleid voeren in de Centra voor Leerlingenbegeleiding. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) 1. Het agentschap zorgt er via een tijdige en correcte toekenning van omkadering en werkingsmiddelen voor dat de centra voor leerlingenbegeleiding permanent beschikken over de nodige middelen om kwaliteitsvol onderwijs te verstrekken;
671
4UVL m/S#
2. Het agentschap draagt via een tijdige en correcte salarisverwerking, het efficiënt beheren van personeelsdossiers, een correcte toepassing van de wetgeving en de sectorale akkoorden, bij tot een algemene tevredenheid bij de personeelsleden in het onderwijs zodat deze zich kunnen toeleggen op hun kerntaken; 3. Via een proactieve en klantgerichte informatieverstrekking dragen wij er toe bij ouders en leerlingen te ondersteunen, het beleidsvoerend vermogen van de centra te versterken en de professionalisering van de centrumleiding te ondersteunen; 4. Het agentschap fungeert als betrouwbare partner en aanspreekpunt over alle aspecten van onderwijsadministratie; 5. Uitvoeren van CAO VIII en II; 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) 1. Het tijdig en correct behandelen van de studie- en schooltoelagen. De tijdige en correcte behandeling van de aanvragen voor studie- en schooltoelagen van minvermogende leerlingen en studenten in het kleuter-, lager, secundair en hoger onderwijs. Het verlenen van een correcte en snelle service aan de klanten is één van de belangrijkste doelstellingen van AHOVO. 2. Het agentschap formuleert vanuit haar expertise van de beleidsuitvoering en het betrokken beleidsveld relevante voorstellen aan het beleid. 3. Het voeren van een innovatieve dienstverlening m.b.t. ICT B. De omschrijving van de operationele doelstellingen 601 - Departement 1. Leerlingenvervoer De eerste operationele doelstelling is er voor zorgen dat alle vrije keuze leerlingen de dichtstbijzijnde school van hun vrije keuze bereiken. Dit gebeurt vanaf 1/09/01 voor wat het zonaal leerlingenvervoer betreft door de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn. Het departement Onderwijs en Vorming staat wel in voor het subsidiëren van de busbegeleiding en voor het betoelagen van het individueel vervoer. De aanwezigheid van de busbegeleider zorgt voor orde en toezicht op de bus. In de pilootgemeenten netoverstijgend leerlingenvervoer in het gewoon basisonderwijs wordt het STOPprincipe toegepast: in een stap- en trapzone rijdt de schoolbus niet, omdat men verwacht dat de leerlingen die daar wonen te voet of met de fiets naar school gaan. Veilige fietsroutes, bewaakte oversteekplaatsen, voet- en fietspoolen, … moeten hun veiligheid garanderen. Na het Stappen en Trappen wordt de voorkeur gegeven aan (gratis) georganiseerd vervoer. Het Privé-vervoer wordt zoveel mogelijk ontmoedigd. . In 9 gemeenten startten deze projecten op 1 september 2006. Na het schooljaar 2007-2008 evolueren deze projecten idealiter in het nieuwe kader duurzaam naar school. 2. Arbeidsvoorwaardenbeleid Kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden verhogen met als doelstelling gekwalificeerd en gemotiveerd personeel aan te trekken en te behouden. Permanente professionalisering realiseren. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi)
4UVL m/S#
672
1.1. Het agentschap kent de toelagen tijdig en correct toe 1.2. Het agentschap kent de middelen tijdig en correct toe 1.3. Het agentschap kent de omkadering tijdig en correct toe 2.1. Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte opvolging van het administratieve dossier van het personeel. 2.2. Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte verwerking van het geldelijke dossier van het personeel 2.3. De betalingen gebeuren tijdig en correct in overeenstemming met de onderwijs- en aanverwante regelgeving 2.4. Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte realisatie van de terugvorderingen en recuperaties van salarissen die worden geprefinancierd (detacheringen met terugbetaling, Tivoli) 2.5. Het agentschap zorgt voor een tijdige en correcte aanrekening van de lonen op de onderwijsbegroting 2.6. Het agentschap verzekert dat er tijdig voldaan wordt aan alle sociale en fiscale verplichtingen en de sectorale akkoorden 3.1. Het agentschap bouwt steunpunten uit waar ouders en leerlingen met hun vragen terecht kunnen 3.2. Het agentschap biedt scholen proactief duidelijke informatie over de toe te passen regelgeving via de meest relevante kanalen 3.3. Het agentschap ondersteunt de scholen in hun elektronische communicatie met het agentschap 3.4. Het agentschap informeert het onderwijsveld via gecoördineerde informatie, opleidingen en cursussen 4.1. Het agentschap vervult een signaalfunctie. Zij houdt de vinger aan de pols, verzamelt de verwachtingen van het veld, behartigt hun belangen en vertaalt deze naar het beleid toe 4.2. Het agentschap ondersteunt maximaal de scholen. Zij kunnen bij het agentschap terecht voor al hun vragen over onderwijsadministratie 4.3. Het agentschap stelt via het ontsluiten van databanken de gevraagde informatie, voor zover beschikbaar, maximaal ter beschikking 4.4. Het agentschap blijft op de hoogte van de evolutie in het onderwijsveld 5.1. Uitvoeren van de diverse bepalingen van CAO VIII en II 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) 1. Tijdige betaling van studie- en schooltoelagen 2. Correcte betaling van studie- en schooltoelagen 3. Tijdige plaatsing van gegevens en analyses als insteek voor de beleidsbrieven. 4. Het leveren van beleidstoetsen waarin knelpunten regelgeving uitvoerig opgenomen zijn 5. Het tijdig leveren van haalbaarheidstoetsen 6. Het mee realiseren van het beleid van de minister 7. Verfijning van de applicatie studietoelagen C. De omschrijving van de instrumenten 601 - Departement 1. Leerlingenvervoer Om deze doelstelling te realiseren worden de volgende instrumenten ingezet: - verlenen van een dotatie aan het Gemeenschapsonderwijs; - subsidiëren van de vervoerskosten aan rechthebbende leerlingen (individueel vervoer); - subsidiëren van busbegeleiding; - aan de pilootgemeenten wordt in 2006-2007 en 2007-2008 een subsidie verleend voor het organiseren en uitvoeren van netoverstijgend leerlingenvervoer in het gewoon basisonderwijs; - aan de gemeenten die zullen instappen in duurzaam naar school zal vanaf 2008-2009 een subsidie worden verleend voor het stimuleren van duurzaam woon-schoolverkeer. 2. Arbeidsvoorwaardenbeleid
673
4UVL m/S#
In uitvoering van de strategische doelstelling met betrekking tot de kwaliteit van de schoolloopbaan werd in cao VIII overeengekomen om de koopkracht te verhogen. Tussen 2006 en 2011 krijgen alle personeelsleden uit het onderwijs meer vakantiegeld. De verhoging gebeurt stapsgewijs. Een aantal personeelsleden met lagere lonen genieten eveneens een belangrijke loonsverhoging. Voor de tijdelijke administratief medewerkers en de tijdelijke personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding, wordt de reglementering betreffende het ziekteverlof vanaf 1 september 2007 gelijkgeschakeld met de reglementering die geldt voor de overige tijdelijke personeelsleden in het onderwijs, waardoor zij niet meer na 30 dagen moeten terugvallen op de ziekteverzekering. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) De Centra voor leerlingenbegeleiding krijgen personeels- en werkingsmiddelen. De personeelsmiddelen bestaan uit wedden en weddentoelagen voor het technisch en administratief personeel. De totale personeelsomkadering voor alle centra samen ligt vast bij decreet: 2.898,85 omkaderingsgewichten. Hiermee kunnen verschillende ambten worden ingevuld, die ieder een ander omkaderingsgewicht hebben (van 0,5 tot 1,6 omkaderingsgewicht per ambt). Door het decreet van 7 juli 2006 betreffende het onderwijs XVI steeg het totale omkaderingsgewicht vanaf 1 september 2006 van 2.779 omkaderingsgewichten naar 2.898,85 omkaderingsgewichten voor de schooljaren 2006-2007, 2007-2008, 2008-2009. Sinds 01/09/2006 kunnen binnen de CLB’s ook de ambten van ervaringsdeskundige en intercultureel bemiddelaar worden ingericht. De personeelsformatie wordt vastgesteld op basis van het aan een centrum toegekende omkaderingsgewicht. Daarbij wordt rekening gehouden met twee parameters: - het gewogen leerlingenaantal; - de extra taakbelasting voor de centra die ontstaan door kansarmoede en densiteit. Met gewogen leerlingenaantal wordt bedoeld, het leerlingenaantal vermenigvuldigd met een coëfficiënt die afhankelijk is van de soort, de vorm of het niveau van het onderwijs. De mate waarin doelgroepen geconfronteerd worden met clusters van problematieken op het gebied van sociale achterstelling of van problematieken van somatische, psycho-pedagogische of emotionele aard bepaalt de toegekende coëfficiënt. Een dergelijke gedifferentieerde financiering is essentieel voor de realisatie van de beoogde zorgverbreding. De weging van leerlingen is ook een middel om de beschikbare middelen prioritair en zo doelmatig mogelijk in te zetten voor het daadwerkelijk bereiken van de meest kwetsbare doelgroepen. Het gewogen leerlingenaantal en dus de omkadering voor CLB’s wordt voor drie jaar toegekend, wat de werkzekerheid en werkbaarheid van het personeel in een centrum bevordert. De tweede pijler bij de berekening van het omkaderingsgewicht vormen de begrippen kansarmoede en densiteit. Zij worden beschouwd als elementen die leiden tot een grotere taakbelasting van een centrum. Deze verschillen rechtvaardigen een correctie van het omkaderingsgewicht en bijgevolg van de personeelsformatie. De extra omkadering wordt gerechtvaardigd door de vaststelling dat centra die een groter gebied moeten bedienen, meer scholen met een beperkt aantal leerlingen moeten begeleiden of meer kansarmen in hun leerlingenpopulatie hebben, een ander en zwaarder of complexer takenpakket hebben dan centra die met deze problematieken niet of in mindere mate geconfronteerd worden. De werkingsmiddelen zijn gekoppeld aan de personeelsomkadering. Ieder CLB ontvangt eenzelfde bedrag per lineair omkaderingsgewicht en een ander lager bedrag per bijkomend omkaderingsgewicht. De werkingsmiddelen liggen globaal vast. Zij bedragen niet-geïndexeerd 14.150.000 euro voor alle netten samen. Om de professionalisering van de directeurs te bevorderen wordt er voor de nascholing van directeurs in CAO VIII middelen voorzien voor de Centra voor Leerlingenbegeleiding. 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO)
674
4UVL m/S#
De instrumenten waarover het agentschap beschikt m.b.t. de beleidsuitvoering zijn : 1. Reglementering - Decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap. - Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap. 2. Financiële middelen - Voor 2008 wordt een budget van 90.781.000 euro voorzien voor de toekenning van school- en studietoelagen aan minvermogende kleuters, leerlingen en studenten. 3. ICT - De verwerking van aanvragen voor school- en studietoelagen is in grote mate geïnformatiseerd: de gegevens vermeld op de aanvraagformulieren worden ingescand, en vervolgens verwerkt. De briefwisseling wordt automatisch aangemaakt en verstuurd. Via de linken met externe databanken wordt het grootste deel van de gegevens die nodig zijn om de aanvraag te verwerken, zelf verzameld. Een van deze databanken bevat de aanwezigheidsgegevens van alle leerlingen, zodat het recht op een schooltoelage afhankelijk gemaakt kan worden van het spijbelgedrag van leerlingen. Bovendien kan dankzij deze databank gerichte informatie gestuurd worden naar spijbelaars, in het kader van schooltoelagen. De burger kan eveneens een online aanvraag indienen. 4. Personeel - Het agentschap zet haar personeel met een maximale efficiëntie in, teneinde alle aanvragen voor studiefinanciering tijdig en correct verwerkt te krijgen. Hiervoor voert ze o.a. een beleid inzake interne mobiliteit binnen en buiten het agentschap, en wordt het personeel regelmatig opgeleid. D. De omschrijving van de prestaties, de prestatiedrijvers en de budgettaire parameters 601 - Departement 1.Leerlingenvervoer Prestatie-indicatoren Aantal vervoerde leerlingen (bussen) Aantal leerlingen individueel vervoer (terugbetaling abonnement) Totaal aantal busbegeleiders met opleiding Totaal aantal busbegeleiders
2004 35.959 8.898
2005 36.145 9.399
2006 36.608 10.009
2007 36.389 10.859
780 1.323
780 1.315
880 1.323
1.054 1.338
Tijdens het schooljaar 2006-2007 werden er gemiddeld 47.248 leerlingen binnen het zonaal leerlingenvervoer (vnl. buitengewoon onderwijs) vervoerd, verdeeld als volgt: GO Basis Secundair Totaal
OGO 7.927 4.323 12.250
VGO 4.257 2.799 6.456
Totaal 17.231 11.311 28.542
29.415 17.833 47.248
Op 1/10/2006 waren 46.890 leerlingen (inclusief leerlingen type 5) ingeschreven in het buitengewoon onderwijs, verdeeld als volgt: GO Basis Secundair Totaal
OGO 6.513 4.032 10.545
VGO 4.471 2.402 6.873
Totaal 17.717 11.755 29.472
28.701 18.189 46.890
675
4UVL m/S#
De gegevens m.b.t. het collectief leerlingenvervoer zijn afkomstig van de VVM De Lijn. 603 - Agentschap Onderwijsdiensten (AgODi) Er zijn op dit ogenblik 73 centra voor leerlingenbegeleiding: - 24 centra van het gemeenschapsonderwijs; - 44 gesubsidieerde vrije centra; - 5 gesubsidieerde officiële centra. De grootte van de verschillende CLB’s varieert. Gemiddeld begeleidt een centrum 35.000 gewogen leerlingen. De overeenkomsten met de scholen en de personeelsformatie per centrum ligt vast gedurende 3 jaar. Vanaf 01/09/2006 zijn er opnieuw overeenkomsten met de scholen gesloten. Hiervoor werd de leerlingentelling op 1/02/2005 als nieuwe basis genomen voor de personeelsformatie en de toelagen. Per net is de situatie als volgt: - centra van het gemeenschapsonderwijs 488.962 gewogen leerlingen - gesubsidieerde vrije centra 1.824.477 gewogen leerlingen - gesubsidieerde officiële centra 198.030,5 gewogen leerlingen De 73 centra begeleiden samen ongeveer 3.600 scholen. Gemiddeld begeleidt een centrum 50 scholen. Het aantal scholen dat door een zelfde centrum begeleid wordt, varieert van 19 tot maar liefst 183. De scholen zijn samen goed voor zo’n 1.123.864 leerlingen. In het kleinste centrum worden 4.689 leerlingen begeleid en in het grootste 62.279 leerlingen. Gemiddeld begeleidt een centrum ongeveer 15.505 leerlingen. De meeste centra voor leerlingenbegeleiding hebben naast een hoofdzetel ook nog een aantal vestigingsplaatsen. Gemiddeld heeft een centrum 3 vestigingsplaatsen. Sommige centra hebben enkel een hoofdzetel, één CLB heeft 13 vestigingsplaatsen. 604 – Agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs (AHOVO) School- en studietoelagen - prestatie: tijdige en correcte behandeling en betaling van de dossiers Om de kwaliteit van de afhandeling van de dossiers te garanderen en te bevorderen worden op vastgestelde tijdstippen controles verricht op de wijze van afwerken van de aanvragen, de correcte toepassing van de reglementering, accuraatheid en snelheid. AHOVOS verbindt er zich toe dat minstens 92,5% van de dossiers correct betaald worden. Verder zal het agentschap minimaal 83% van de dossiers die volledig worden ingediend, binnen de twee maanden na ontvangst er van behandeld en desgevallend uitbetaald hebben. Ook wanneer dossiers vervolledigd worden, zal minimaal 83 % van deze dossiers binnen de twee maanden na vervollediging behandeld, respectievelijk 73% uitbetaald zijn. - prestatie: verfijning applicatie studietoelagen Teneinde de aanvrager zo weinig mogelijk administratief te belasten, heeft AHOVOS diverse interfaces met externe databanken gebouwd (FOD Financiën, Rijksregister, databank tertiair onderwijs, databank Instellingen en Leerlingen, woningendatabank, …). Hierdoor moet het agentschap slechts een minimum aan informatie opvragen bij de burger. Gevolg hiervan is dat de aanvraagformulieren sedert schooljaar 2007-2008 ook voor het secundair onderwijs aangepast en sterk vereenvoudigd konden worden. Door de invoering van het gezinsdossier, kunnen vanaf 08-09 alle kinderen uit eenzelfde gezin op hetzelfde ogenblik afgehandeld en betaald worden; dit ongeacht het studieniveau. Bovendien volstaat één aanvraag voor alle kinderen. Bovendien kunnen leerlingen in het SO vanaf schooljaar 2007-2008, net zoals studenten in het HO, een online aanvraag indienen. Vanaf schooljaar 2008-2009 zullen ook leerlingen in het basisonderwijs online een aanvraag voor een schooltoelage kunnen indienen. Ook zullen de papieren aanvragen vanaf 2007-2008 worden ingescand, zodat de behandeling van de aanvragen volledig gedigitaliseerd is. Dankzij deze vernieuwing kan de burger de status van zijn dossier op elk moment online raadplegen.
676
4UVL m/S#
- prestatie: leveren van beleidstoetsen Het agentschap blijft de uitvoering van de reglementering nauwgezet opvolgen inzake beoogde effecten (o.a. bereik van doelgroep, stimulans voor hogere instroom in het kleuteronderwijs, betere doorstroom in het lager en secundair onderwijs, en toename van de instroom in het hoger onderwijs, …), en formuleert relevante voorstellen aan het beleid. - prestatiedrijver: het aantal aanvragen. Gelet op de overname van de gunstigere inkomensgrenzen van het HO voor het SO in schooljaar 2007-2008 en de invoering van schooltoelagen voor het basisonderwijs, zal er een sterke toename zijn van het aantal te verwerken aanvragen. Verwacht wordt dat het agentschap in totaal afgerond 400.000 aanvragen te verwerken zal krijgen, wat ten opzichte van 2006-2007 bijna een verdrievoudiging is. - prestatiedrijver: maximaal bereiken van doelgroep en het mee realiseren van het beleid van de minister. Teneinde de doelgroep maximaal te bereiken, blijft het agentschap zoeken naar manieren om de drempel voor het indienen van een aanvraag te beperken, door gerichte communicatieacties op te zetten en de administratieve lasten voor de burger verder te beperken. Deze aandacht is belangrijk omdat er in het BaO en het SO een geheel nieuwe doelgroep bereikt moet worden. - budgettaire parameter: aantal toelagegerechtigde leerlingen en studenten, en de gemiddelde toelage Als budgettaire parameter geldt uiteraard het aantal toelagegerechtigde leerlingen en studenten als maatstaf. Simulaties wijzen uit dat er in schooljaar 2008-2009 59.000 kleuters, 105.000 leerlingen in het LO, en 3.300 leerlingen in het deeltijds secundair onderwijs extra in aanmerking zullen komen. Rekening houdend met de stijging van het aantal toelagegerechtigde leerlingen in het voltijds SO in schooljaar 2007-2008 (115.000 incl. de stijging), en de gekende aantallen in het HO, wordt er voor 2008 een totaal budget voorzien van 90.781.000 euro.
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Ontvangsten Artikel 38.02D - Terugvorderingen van studietoelagen (Recuperatiefonds studietoelagen, art. 21 decreet 23.12.2005) Begroting 2007: OAPR 35.10 artikel 38.02 – Ontvangsten m.b.t. de terugvorderingen studietoelagen Agentschap AHOVOS 2007 (raming begrotingscontrole) AO TO
1.202
2008 (raming) 1.202 ( bedragen in duizend euro)
Artikel 21 van het decreet van 23 december 2005 houdende bepaling tot begeleiding van de begroting 2006, zoals gewijzigd, bepaalt dat er een fonds wordt opgericht dat gespijsd wordt door de ontvangsten van terugvorderingen in uitvoering van het decreet van 16 februari 2001 houdende regeling van de studietoelagen voor het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, het decreet van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, en het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap. Een parameter die de omvang van de middelen in het recuperatiefonds bepaalt, betreft het aantal dossiers dat jaarlijks herzien wordt ingevolge de herberekening van het vermoedelijk inkomen. Dit aantal schommelt tussen de 8.000 en 10.000 dossiers per jaar. Ongeveer een derde van de herzieningen resulteert in een terugvordering. De omvang van de terugvordering per dossier is moeilijk op voorhand te bepalen, aangezien het afhangt van het verschil in inkomen en kan dus variëren van 50 € tot een integrale toelage.
677
4UVL m/S#
Er worden voor 2008 even veel ontvangsten verwacht dan in 2007 aangezien het aantal herzieningen constant blijft. 2. Uitgaven Lonen
Agentschap voor Onderwijsdiensten NGK BVJ
2007 (krediet BC) 124.241 157
2008 (krediet) 123.859 (in duizend euro )
Tussen het begrotingsjaar 2007 en 2008 is er geen toename van het personeel. De uitvoering van CAO VIII (verhoging vakantiegeld, optrekken lage lonen, ziekteverlof CLB’s) veroorzaakt een meerkost ten opzichte van de begroting 2007. Voor de tijdelijke administratief medewerkers en de tijdelijke personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding wordt de reglementering betreffende het ziekteverlof vanaf 1 september 2007 gelijkgeschakeld met de reglementering die geldt voor de overige tijdelijke personeelsleden in het onderwijs, waardoor zij niet meer na 30 dagen moeten terugvallen op de ziekteverzekering. Daarnaast wordt het vakantiegeld verhoogt en worden de lage lonen opgetrokken(eveneens CAO VIII maatregel). In 2007 was er nog een inhaalbeweging om het RSZ-voorschot december te betalen. Deze meerkost valt weg in 2008. Andere 2007 (krediet) NGK VRK
112.927 1.202
2008 (krediet) 126.803 1.202
Basisallocatie 12.18B – Uitgaven voor individueel vervoer Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.18 – Uitgaven voor individueel vervoer Departement Onderwijs en Vorming NGK
2007 (krediet) 2.002
2008 (krediet) 2.256
1) Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs Op basis van artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon onderwijs en geïntegreerd onderwijs, neemt de Vlaamse overheid de reiskosten van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs te zijnen laste. Dit kan op twee manieren: - via de terugbetaling van individueel vervoer (als de leerling gebruik maakt van openbaar vervoer of op eigen kracht (meestal ouders) naar school gaat: de tussenkomst is gelijk aan een schoolabonnement (bij openbaar vervoer) of aan de tegenwaarde van een treinkaart (bij eigen transport). Het individueel vervoer wordt terugbetaald door het departement Onderwijs en Vorming. - via de organisatie van collectief leerlingenvervoer, vanaf 1 september 2001 georganiseerd onder verantwoordelijkheid van de VVM (De Lijn) (toepassing van de wet van 15 juli 1983). 2) Leerlingenvervoer gewoon onderwijs Op basis van artikel 25 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 voorziet het departement Onderwijs en Vorming in heel Vlaanderen en Brussel (ook buiten het zonaal vervoer) een tussenkomst in de reiskosten van leerlingen die op meer dan 4 km van de dichtstbijzijnde officiële of vrije school wonen die de vrije keuze verzekert. De ouders van een vrije keuze leerling ontvangen een tussenkomst in de kosten van het
678
4UVL m/S#
vervoer van hun kind tot aan de dichtstbijzijnde vrije keuze school, ook al bezoekt dit kind een verder gelegen vrije keuze school. De terugbetaling bedraagt de tegenwaarde van een treinkaart NMBS. Het departement Onderwijs en Vorming staat in voor deze terugbetalingen. De uitgaven voor individueel vervoer omvatten 4 grote posten (= eigen vervoer, De Lijn, NMBS en MIVB/TEC). De toename van het budget is het gevolg van enerzijds de stijging van de leerlingenaantallen, hiervoor werd 144.000 euro extra ingeschreven. Anderzijds worden de prijsstijging van de jaarabonnementen buzzy-pazz van de treinkaarten De Lijn / van de abonnementen MIVB/TEC en de indexaanpassing in rekening gebracht. Basisallocatie 33.03D –Rentelasten door “De Gezinsbond” voor zijn studiefonds, met waarborg van de gemeenschap aangegane leningen Begroting 2007: OAPR 35.10 BA 33.03 – Uitgaven m.b.t. de rentelasten door “De Gezinsbond” voor zijn studiefonds, met waarborg van de gemeenschap aangegane leningen Agentschap AHOVOS 2007 (krediet) NGK
95
2008 (krediet) 93 (in duizend euro )
De interestlasten van de leningen die de VZW “De Gezinsbond” onder garantie van de Gemeenschap uitgeeft voor haar studiefonds, zullen voor het jaar 2008 gedeeltelijk door de Gemeenschap en gedeeltelijk door de VZW “De Gezinsbond” gedragen worden volgens een tussen de minister die bevoegd is voor onderwijs, en de lener overeen te komen verdeelsleutel. Deze verdeelsleutel wordt voor het jaar 2008 vastgesteld als volgt: tweederde van voornoemde interestlasten worden ten laste genomen door de Gemeenschap en één derde door “De Gezinsbond”, zoals bepaald in de nota van 28.04.1982 van de heer Gemeenschapsminister LENSSENS. Voor het begrotingsjaar 2008 wordt hiervoor een krediet voorzien van 93.000 euro. Er wordt voor 2008, 93.000 euro aangevraagd op basis van volgende berekeningen: A. Te betalen interest van vroegere aangegane leningen: 51.647,02 euro. B. Kapitaal in omloop : 1.685.066,92 euro. Het maximale te ontlenen bedrag is bijgevolg (3.098.669 – 1.685.067) 1.413.602 euro. C. Te betalen interesten van nog mogelijke ontleningen aan een verwachte gemiddelde interestvoet van 4,29%, herleid tot 2/3 bedraagt bijgevolg 40.429 euro. D. De noden voor 2008 worden afgerond op 93.000 euro (40.429 + 51.647). Basisallocatie 33.10B – Subsidies voor experimenten leerlingenvervoer Begroting 2007: OAPR 35.30 BA 33.10 – Subsidies voor experimenten leerlingenvervoer Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 1.000
2008 (krediet) 2.400
In 2006 en 2007 werd een bedrag van 1.200.000 euro voorzien voor de opstart van een pilootproject netoverstijgend leerlingenvervoer in het gewoon basisonderwijs. Aan de hand van de evaluatie van deze pilootprojecten (budgettaire implicaties, STOP-principe, busbegeleiding, …) in 2006-2007 en 2007-2008 zal
679
4UVL m/S#
het netoverschrijdend leerlingenvervoer gewoon basisonderwijs worden bijgestuurd in de richting van duurzaam naar school. Het is de bedoeling voldoende middelen te voorzien om gemeenten in het project duurzaam naar school te laten instappen. De stijging van het krediet wordt gecompenseerd op de provisie van de toegekende middelen bij regeringsvorming. In het schooljaar 2008-2009 wordt bij de start van de projecten duurzaam naar school 2.400.000 euro voorzien. Van deze middelen zal er eveneens: x een commissie aan De Lijn worden uitbetaald voor de door hen ingebrachte expertise en know-how m.b.t. een rationele organisatie van leerlingenvervoer; x een aantal reis- en maaltijdvergoedingen worden voorzien voor de ambtelijke commissie in het kader van het project;
x
een aantal werkingsmiddelen worden gereserveerd voor het secretariaat waar de aanvragen terecht komen.
Basisallocatie 34.01D – Studiefinanciering voor het basis-, secundair en hoger onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.10 BA 34.01 – Studietoelagen voor het secundair en hoger onderwijs Agentschap AHOVOS
NGK
2007 (krediet) 79.319
2008 (krediet) 90.781 (in duizend euro )
De noden voor kalenderjaar 2008 worden opgemaakt op basis van de cijfers die gekend zijn voor het academiejaar 2006-2007, aangezien dit het meest recente academiejaar is waarvan volledige cijfers beschikbaar zijn. We stellen een daling vast van het aantal toelagetrekkers in het secundair onderwijs in schooljaar 2006-2007, wat de noodzaak van de nieuwe reglementering onderstreept. In academiejaar 2005-2006 boden de hogere onderwijsinstellingen voor het eerst geflexibiliseerde trajecten aan. Daar de dossiers voor het jaar 2007 werden berekend op basis van standaardtrajecten van 60 studiepunten (en niet voor het aantal studiepunten waarvoor de student zich heeft ingeschreven) werd de behoefte voor 2007 te hoog ingeschat. Dit overschot is opgenomen in een eindejaarsvastlegging op basis van de dossiers. De stijging van het budget in 2008 laat zich verklaren door de invoering van de schooltoelagen voor het basisonderwijs en het deeltijds secundair onderwijs, alsook door de uitgestelde effecten van de versoepeling van de schooltoelagen voor het voltijds secundair onderwijs (meeruitgave voor tweede semester van schooljaar 2007-2008). Basisallocatie 34.31D – Recuperatiefonds studietoelagen (Art. 21 decreet 23.12.2005) Begroting 2007: OAPR 35.10 BA 34.31 – Recuperatiefonds studietoelagen Agentschap AHOVOS
NGK
2007 (krediet) 1.202
2008 (krediet) 1.202 (in duizend euro )
Artikel 21 van het decreet van 23 december 2005 houdende bepaling tot begeleiding van de begroting 2006, zoals gewijzigd, bepaalt dat er een recuperatiefonds wordt opgericht dat gespijsd wordt met de ontvangsten die voortvloeien uit terugvorderingen.
4UVL m/S#
680
Deze middelen worden aangewend om de school- en studietoelagen die toegekend worden voor het basis-, het secundair en het hoger onderwijs, overeenkomstig de wet van 19 juli 1971, het decreet van 30 april 2004 en het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap. Basisallocatie 40.02B – Uitgaven voor busbegeleiding Begroting 2007: OAPR 35.30 BA 40.02 – Uitgaven voor busbegeleiding Departement Onderwijs en Vorming
NGK
2007 (krediet) 15.911
2008 (krediet) 16.260
1) Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs Op basis van artikel 20 van de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon onderwijs en geïntegreerd onderwijs, neemt de Vlaamse overheid de reiskosten van leerlingen uit het buitengewoon onderwijs te zijnen laste. Dit kan op twee manieren: - via de terugbetaling van individueel vervoer (als de leerling gebruik maakt van openbaar vervoer of op eigen kracht (meestal ouders) naar school gaat: de tussenkomst is gelijk aan een schoolabonnement (bij openbaar vervoer) of aan de tegenwaarde van een treinkaart (bij eigen transport). Het individueel vervoer wordt terugbetaald door het departement Onderwijs en Vorming. - via de organisatie van collectief leerlingenvervoer, vanaf 1 september 2001 georganiseerd onder verantwoordelijkheid van de VVM (De Lijn) (toepassing van de wet van 15 juli 1983). Het departement Onderwijs en Vorming betoelaagt de busbegeleiding op het collectief vervoer. De busbegeleiders werken met een arbeidsovereenkomst. De tussenkomst bedraagt het brutoloon + de werkgeversbijdragen (voor gemeenschapsonderwijs houdt dit ook bv. de directe betaling van de kinderbijslag in). Voor het vrij gesubsidieerd onderwijs moet rekening gehouden worden met de werkgeversbijdragen in de privé-sector. Voor alle busbegeleiders zijn de normale wettelijke regels van toepassing (betaling wettelijke feestdagen, vakantiegeld, eindejaarstoelage, CAO’s, …). 2) Leerlingenvervoer gewoon onderwijs Op basis van de wet van 15 juli 1983 houdende de oprichting van de Nationale Dienst voor Leerlingenvervoer, organiseert de VVM (De Lijn) vanaf 1/9/2001 collectief leerlingenvervoer (het zogenaamde zonaal vervoer) voor scholen gewoon onderwijs gelegen in een beperkt aantal zones (gemeenten). Dit vervoer is netoverschrijdend. Van dit vervoer kunnen gebruik maken: - leerlingen van het secundair onderwijs die de dichtstbijgelegen vrije of officiële school bezoeken die de vrije keuze verzekert, gelegen op meer dan 12 km (LSO) of 20 km (HSO) - leerlingen van het basisonderwijs die de dichtstbijzijnde vrije of officiële school bezoeken zoals bedoeld in de artikelen 97, 98 en 99 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, indien de ouders dergelijke school niet vinden binnen een afstand van vier kilometer. Dit vervoer is gratis voor het basisonderwijs, of betalend (remgeld) in het secundair onderwijs (tarief De Lijn voor 12 of 20 km). Hier spreekt men over rechthebbende leerlingen. Het departement Onderwijs en Vorming betoelaagt de busbegeleiding op het collectief vervoer. De stijging van het krediet heeft 2 oorzaken: - de meerkost tengevolge de verhoging van het budget voor De Lijn voor het reduceren van de ritduur, wat een uitbreiding impliceert van het aantal ritten én van het aantal busbegeleiders, hiervoor is een bedrag van 105.000 euro extra ingeschreven. - De rest van de stijging is het gevolg van indexaanpassingen. Basisallocatie 40.52C – Nascholing voor de centra voor leerlingenbegeleiding Begroting 2007: niet van toepassing - nieuwe BA
681
4UVL m/S#
Agentschap voor Onderwijsdiensten 2007 (krediet) NGK
0
2008 (krediet) 217 (in duizend euro )
In uitvoering van CAO VIII (punt 4.7.5) kent de overheid nascholingsbudgetten toe aan instellingen voor Centra voor Volwassenenonderwijs, het Deeltijds Kunstonderwijs en de Centra voor Leerlingenbegeleiding. De Centra voor Volwassenenonderwijs krijgen per ambt hetzelfde nascholingsbudget als de scholen voor secundair onderwijs. Voor het Deeltijds Kunstonderwijs en de Centra voor Leerlingenbegeleiding wordt een geëigende regeling uitgewerkt in overleg met de vakbonden en de inrichtende machten. De overheid stelt vanaf 2008 een bedrag van 995.000 euro ter beschikking om deze maatregel uit te voeren. De concrete verdeling over de verschillende onderwijsniveaus wordt geregeld via het decreet betreffende het onderwijs XVII (artikel 12 van het ontwerpdecreet). Het aandeel voor de Centra voor Leerlingenbegeleiding is 211.000 euro. Daarnaast is via CAO VIII (punt 3.1.4) voorzien in een verhoging van de nascholingsmiddelen voor de directies, in totaal is er daarvoor een budget van 300.000 euro voorzien. De concrete verdeling over de verschillende onderwijsniveaus wordt geregeld via het decreet betreffende het onderwijs XVII (artikel 12 van het ontwerpdecreet). De Centra voor Leerlingenbegeleiding krijgen van deze middelen 6.000 euro. Basisallocatie 41.11C – Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs (scholengroepen) - CLB Begroting 2007: OAPR 35.20 BA 41.11 – Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs (scholengroepen) - CLB Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 3.143
2008 (krediet) 3.185 (in duizend euro )
De centra voor leerlingenbegeleiding ontvangen ieder schooljaar werkingstoelagen voor de werking en de uitrusting van de centra. Deze werkingstoelagen worden berekend zoals beschreven in het decreet CLB. Vanaf schooljaar 2006-2007 is de nieuwe omkadering geldig. Het aantal gewogen leerlingen (geteld op 1 februari 2005) van de scholen waarmee een beleidsplan of -contract is afgesloten, is de basis voor de berekening van het omkaderingsgewicht voor de periode 2006-2009. In het Gemeenschapsonderwijs (GO) worden de budgetten volgens door het GO bepaalde criteria uitbetaald aan de scholengroepen. De stijging van het krediet is het gevolg van indexaanpassingen. Basisallocatie FJ4112C– Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs (scholengroepen) - LLVV Begroting 2007: OAPR 35.3 BA 41.11 – Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs (scholengroepen) Het Gemeenschapsonderwijs NGK
2007 (krediet BC) 4210
2008 (krediet) 4257 (in duizend euro)
Dit krediet voor het leerlingenvervoer moet worden voorzien om de vrije schoolkeuze te kunnen garanderen overeenkomstig de schoolpactwetgeving. Overeenkomstig het bijzonder decreet van het Gemeenschapsonderwijs stelt de Raad de verdeelparameters op over de scholengroepen. De maatschappelijke effecten van deze voorziening kunnen worden gemeten aan de hand van het aantal vervoerde leerlingen.
4UVL m/S#
682
Voor de berekening van deze dotatie werd uitgegaan van de dotatie van de begrotingscontrole 2007 verhoogd met de index. Basisallocatie 43.47C – Forfaitaire subsidies bestemd voor de werkings- en uitrustingskosten van de gesubsidieerde officiële centra voor leerlingenbegeleiding Begroting 2007: OAPR 35.20 BA 43.47 – Forfaitaire subsidies bestemd voor de werkings- en uitrustingskosten van de gesubsidieerde officiële centra voor leerlingenbegeleiding Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 1.181
2008 (krediet) 1.197 (in duizend euro )
De centra voor leerlingenbegeleiding ontvangen ieder schooljaar werkingstoelagen voor de werking en de uitrusting van de centra. Deze werkingstoelagen worden berekend zoals beschreven in het decreet CLB. Vanaf schooljaar 2006-2007 is de nieuwe omkadering geldig. Het aantal gewogen leerlingen (geteld op 1 februari 2005) van de scholen waarmee een beleidsplan of -contract is afgesloten, is de basis voor de berekening van het omkaderingsgewicht voor de periode 2006-2009. De stijging van het krediet is het gevolg van indexaanpassingen. Basisallocatie 44.67C – Forfaitaire subsidies bestemd voor de werkings- en uitrustingskosten van de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding Begroting 2007: OAPR 35.20 BA 44.67 – Forfaitaire subsidies bestemd voor de werkings- en uitrustingskosten van de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding Agentschap voor Onderwijsdiensten
NGK
2007 (krediet) 10.276
2008 (krediet) 10.414 (in duizend euro )
De centra voor leerlingenbegeleiding ontvangen ieder schooljaar werkingstoelagen voor de werking en de uitrusting van de centra. Deze werkingstoelagen worden berekend zoals beschreven in het decreet CLB. Vanaf schooljaar 2006-2007 is de nieuwe omkadering geldig. Het aantal gewogen leerlingen (geteld op 1 februari 2005) van de scholen waarmee een beleidsplan of -contract is afgesloten, is de basis voor de berekening van het omkaderingsgewicht voor de periode 2006-2009. De stijging van het krediet is het gevolg van indexaanpassingen.
683
4UVL m/S#
PROGRAMMA FK INFRASTRUCTUUR DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN NIHIL 2. UITGAVEN
NGK MACH
2007 (krediet) 222.211 220.485
2008 (krediet) 216.700 245.792 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) Hoofdstuk 1 : Beleidsprioriteiten Het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) werd opgericht bij decreet van 7 mei 2004. De operationalisering werd geregeld door middel van het besluit van 31 maart 2006 tot operationalisering van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Vanuit de kernopdrachten wordt een beheersovereenkomst ontwikkeld en afgesloten met de voogdijminister. In deze ontwerpovereenkomst staan de kernopdrachten vertaald in strategische en operationele doelstellingen. Voor 2008 bevat die de volgende elementen : A. strategische doelstellingen Een optimaal beheer verzekeren van de toevertrouwde financiële middelen om een kwaliteitsvolle schoolinfrastructuur te realiseren. Het uitbouwen en onderhouden van een onderwijsnet, beleidsdomein en bestuursniveau overschrijdende samenwerking om te komen tot een efficiënte realisatie en het optimaal gebruik van de onderwijsinfrastructuur, inclusief het multifunctioneel gebruik ervan. Het ontwikkelen van een actieve ondersteunende en adviserende rol ten aanzien van scholen en inrichtende machten teneinde een optimaal concept voor een functionele en duurzame schoolinfrastructuur te kunnen realiseren. Het uitbouwen van een regiefunctie in het licht van het opzetten en beheren van alternatieve financieringsvormen voor het wegwerken van de achterstand inzake de realisatie van aangepaste onderwijsinfrastructuur. Het verder ontwikkelen en in stand houden van een beleidsondersteunende rol, dit in samenwerking met het departement, teneinde de beleidsadvisering en de regelgeving verder te optimaliseren, mede in functie van een maatschappelijk relevant infrastructuurbeleid. Het uitbouwen en permanent beheren van een adequaat monitoringsysteem om de onderwijsinfrastructuur en het infrastructuurbeleid op te volgen, te evalueren en bij te sturen. Het verder optimaliseren van de interne organisatie gericht op een optimale realisatie van de beleidsdoelstellingen.
4UVL m/S#
684
B. Operationele doelstellingen Subsidieaanvragen worden door het agentschap correct afgehandeld. Dit houdt in dat er bij het nazicht een toetsing gebeurt aan de van toepassing zijnde regelgevingen en in het bijzonder aan de volgende wetgevingen: (1) normenbesluit, (2) wetgeving overheidsopdrachten, (3) erkenning aannemers, (4) schoolpactwetgeving. Bovendien zullen de door het agentschap ontwikkelde procedures correct worden toegepast, overeenkomstig de geldende beslissingen en administratieve afspraken. Subsidieaanvragen en dossiers worden door het agentschap tijdig behandeld. Dit houdt in dat minimum 75 % van de dossiers wordt behandeld binnen de per fase na te streven doorlooptijden. Aanvullend wordt een gestandaardiseerd kwaliteitsrapport opgemaakt. Het agentschap communiceert op correcte en heldere wijze met haar klanten over de te volgen regelgeving, processen en procedures en zal de genomen beslissingen te allen tijde afdoende motiveren. Tegen 1 januari 2009 heeft een optimalisering en vereenvoudiging van de bestaande processen, procedures en regelgeving plaatsgevonden, met inbegrip van het goed documenteren en beschrijven ervan. Dossiers in samenwerking met andere instellingen en overheden (VIPA, VGC, Onroerend Erfgoed) worden door het agentschap behandeld overeenkomstig de van toepassing zijnde regelgevingen Bovendien zullen de door het agentschap ontwikkelde procedures correct worden toegepast, conform de geldende beslissingen en administratieve afspraken. In de loop van 2008 wordt, samen met relevante partners binnen de overheid en daarbuiten, een overlegforum opgericht ten einde de beleidsdomein, onderwijsnet- en bestuursniveauoverschrijdende realisatie en gebruik van schoolinfrastructuur mogelijk te maken. Een juridisch kader werd uitgebouwd en samenwerkingsverbanden zijn waar nodig verankerd binnen akkoorden en convenanten. Ten einde een optimaal gebruik mogelijk te maken van schoolinfrastructuur en leegstand te voorkomen, zal tegen 30 juni 2008 een databank ter beschikking zijn die informatie aanlevert over de beschikbaarheid en de behoefte aan ruimte bij onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het agentschap doet tegen 1 januari 2009 concrete voorstellen om de brede school mogelijk te maken op vlak van gebouwen. Inrichtende machten en architecten met bouwplannen worden systematisch en in projectdefinitie- en voorontwerpfase geïnformeerd en begeleid omtrent goede praktijk inzake de planning, programma, ontwerp, realisatie en evaluatie van schoolinfrastructuur. Tegen 1 januari 2011 beschikt het agentschap over een kenniscentrum met het oog op de formulering van informatie, adviezen, richtlijnen en goede praktijken op vlak van kwaliteitsvolle scholenbouw. Om dit te bereiken bouwt het agentschap de noodzakelijke knowhow op op gebied van planning, programma, ontwerp, realisatie en evaluatie van schoolinfrastructuur. Waar nodig gaat het agentschap samenwerkingsverbanden aan met deskundige organisaties en doet beroep op hun expertise. Controles op zakelijke rechten, en DBFM-contracten en de uitbetalingen van DBFM-toelagen worden zonder enige uitzondering behandeld volgens de van toepassing zijnde regelgeving, werkprocessen en – procedures. Het agentschap verleent op vraag van de inrichtende machten advies en ondersteuning bij het opstellen en sluiten van een DBFM-contract tussen de inrichtende macht en de DBFM-vennootschap. Tegen de opstart van de DBFM-dossierbehandeling is een volledige werkwijze voor dossierbehandeling klaar ter ondersteuning van de DBFM-processen, inhoudende het leveren van advies en ondersteuning en het uitvoeren van administratieve controles. Tegen 1 januari 2011 is een kenniscentrum alternatieve financiering scholenbouw uitgebouwd en
685
4UVL m/S#
operationeel. Vanaf 1 januari 2009 publiceert het agentschap vijfjaarlijks een rapport inzake de toestand van het schoolgebouwenpark in Vlaanderen, inhoudende informatie over de omvang, de kwaliteit en het gebruik van de schoolgebouwen. Het agentschap ontwikkelt een schoolgebouwenmonitor die bruikbare gegevens oplevert over de omvang, kwaliteit en gebruik van het schoolgebouwenpark in Vlaanderen. Tegen 1 juli 2008 beschikt het agentschap over een management informatiesysteem ten einde de efficiëntie van de werking in kaart te kunnen brengen. Het agentschap voert 3-jaarlijkse periodieke evaluaties uit naar de tevredenheid van haar klanten. Dit onderzoek richt zich op: (1) de tevredenheid met de wijze waarop de dossiers worden behandeld, (2) de tevredenheid over de informatieverstrekking van het m.b.t. de te volgen regelgeving, processen en procedures (zowel regulier als DBFM), (3) de advies- en informatieverstrekking m.b.t. het realiseren van kwaliteitsvolle schoolarchitectuur bij projectdefinitie en voorontwerp. In het licht van haar aanvullende opdrachten zijn de interne structuur, regelgeving en werkprocedures en –processen van het agentschap uitgebouwd en waar nodig van een solide decretale basis voorzien. In het bijzonder kunnen hier worden vermeld: (1) beheersovereenkomst en strategisch plan, met inbegrip van budget en personeelsbestand (in ontwerpfase), (2) de vereiste structuren, regelgeving en samenwerkingsmodaliteiten, (3) de uitbouw van de EVA-structuur van het agentschap, (4) een actief competentiemanagement.. C. Instrumenten Om de voorgaande doelstellingen te kunnen bereiken is een veelheid van instrumenten nodig. In de eerste plaats dienen de bestaande subsidieregelingen bestendigd te worden zodat de financiële ondersteuning van de ontwikkeling van onderwijsinfrastructuur maximaal en efficiënt blijft. Dit vereist eveneens een doorlichting en mogelijke re-engineering van de gebruikte software. Naast de bestaande, reguliere subsidieregeling zal er werk worden gemaakt van nieuwe processen en procedures met betrekking tot de realisatie van de projecten via de DBFM-vennootschap. Naast het financiële luik is er een uitgebreid communicatieluik. Hierin zit dienstverlening naar de scholen en hun besturen/inrichtende machten vervat. Dit betekent dat AGIOn de bouwprojecten ondersteund door informatie te verstrekken omtrent goede praktijken en dat er adviezen worden verstrekt om de kwaliteit van het proces van ontwerp tot realisatie van het schoolgebouw te optimaliseren. Daarnaast is er voorzien in een uitgebreide klantenbevraging om enerzijds een monitoring ter verzekeren van het beleidsveld en anderzijds de kwaliteit van het geleverde werk van de administratie te onderzoeken. Op die manier kan de focus van de inspanningen op een permanente manier worden bijgesteld. Tenslotte moet er gewaakt worden over de regelgeving. In de eerste plaats moet de bestaande worden gevolgd en aangepast (cfr normenbesluit, E-70 energieprestatienorm) en in de tweede plaats moet er worden gezorgd voor de uitvoering van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur. Na de selectie van de private partner moet er processen en procedures worden uitgeschreven om de rol van en de dienstverlening door het agentschap te bepalen. D. Prestaties Om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen zal er een steekproefsgewijze controle op de uitgevoerde dossiers worden uitgevoerd waarbij er geen van de norm afwijkende dossiers mogen voorkomen. In 2008 zal er manier van controle opgezet worden die dossiers screent op het voldoen aan de regelgeving. Tegen het einde van 2008 moet er een representatief staal van de in 2008 afgehandelde dossiers gecontroleerd zijn. Daarnaast wordt er vanaf 1 januari 2008 een functie gecreëerd die tegen 1 januari 2009 een meetmethode ontwikkelt om doorlooptijden te berekenen en op te volgen. Binnen dezelfde functie wordt ook een sjabloon ontwikkeld voor een gestandaardiseerd kwaliteitsrapport over doorlooptijden.
4UVL m/S#
686
In de loop van 2008 zal er een sjabloon worden ontwikkeld voor de opmaak van een kwaliteitsrapport over de gebruikte communicatiemiddelen en de resultaten ervan. Dit rapport zal vanaf 1 januari 2009 driejaarlijks worden opgemaakt. In 2008 zal er een project opgezet worden om een intern controlesysteem op te zetten. Dit project bevat de volgende elementen : x
Een systematische beschrijving van de bestaande processen, procedures en regelgeving
x
een systematische doorlichting en evaluatie van de bestaande processen, procedures en regelgeving
x
rapporteren over knelpunten en overbodigheden
x
formuleren van een voorstel tot geoptimaliseerde en vereenvoudigde processen, procedures en regelgeving
x
De beschrijving en documentatie van nieuwe processen, procedures en regelgeving
Om tot beleidsdomein-, onderwijsnet- en bestuursniveauoverschrijdende samenwerking te kunnen komen wordt er in 2008 een nieuwe functie gecreëerd die binnen twee maanden na de toewijzing van de opdracht een projectplan zal ontwikkelen. Hierbij zal de aandacht gaan naar volgende deeltaken : x
Contacteren van alle betrokken partners: peilen in aftastende gesprekken naar hun interesse voor deelname a.d.h.v. het uitgeschreven projectvoorstel
x
Bijeenroepen van (een) vergadering(en) met alle geïnteresseerde partners waarop het project wordt toegelicht, de mogelijke inbreng van elke partner wordt besproken alsook de gewenste samenwerkingsmodaliteiten.
x
Verder uitwerken en bespreken van een organisatiestructuur waarin samenwerkingsmodaliteiten worden verankerd in akkoorden en convenanten.
x
Bekrachtiging van akkoorden en convenanten en geven van een eerste aanzet tot inhoudelijke acties binnen het samenwerkingsverband.
Om tot een optimaal gebruik van de onderwijsinfrastructuur te komen en leegstand te voorkomen wordt er een databank samengesteld met daarin de infrastructuurgegevens van de scholen. Dit is een onderdeel van een breder onderzoek naar toestand en omvang van het onderwijspatrimonium. Tegen 1 juli 2008 is de nodige analyse gebeurd en zijn de resultaten gebundeld in een statistisch rapport. In 2008 zal er onderzoek opgestart worden met betrekking tot het realiseren van de ‘brede school’. Vanaf 1 januari 2008 zal een functie beschikbaar gemaakt worden met het oog op het uitvoeren van het onderzoek. Voor de stroomlijning en optimalisering van de informatiedoorstroming wordt er in 2008 een functie gecreëerd met focus op informeren omtrent de goede praktijken inzake de ontwikkeling en realisatie van de bouwplannen van de scholen en hun architecten. Elke drie jaar zal het agentschap een kwaliteitsrapport opstellen over haar activiteiten op dit gebied. In 2008 wordt het kenniscentrum met betrekking tot kwaliteitsvolle scholenbouw opgestart. De bedoeling is een projectplan uit te werken dat tegen 2011 ervoor zal zorgen dat dit kenniscentrum gerealiseerd kan worden. Om de interne organisatie van het agentschap en de doelgerichtheid te bewaken wordt er een managementinformatiesysteem (MIS) ontwikkeld dat tegen juli operationeel moet zijn. Daarnaast wordt er een driejaarlijkse klantenbevraging georganiseerd met het oog op een permanente verbetering van de dienstverlening. In 2008 wordt er een functie uitgebouwd met het oog op de uitvoering van die tevredenheidsmeting. Binnen de twee maanden na zijn/haar aanstelling stelt de functiehouder een projectplan voor met het oog op de organisatie van een tevredenheidsmeting. Dit plan moet er op gericht zijn tegen 1 januari 2009 een eerste maal te kunnen rapporteren over het in 2008 uitgevoerde onderzoek.
687
4UVL m/S#
Voorgaande instrumenten bevatten de in 2008 uit te voeren opdrachten die rechtstreeks voortkomen uit de beheersovereenkomst die loopt van 2008 tot 2010. Het omzetten van de gehele overeenkomst vergt een bijkomende inzet van 28 VTE gespreid over 4 jaar waarvan 11 VTE in 2008, 7,5 VTE in 2009, 6 VTE in 2010 en 3,5 VTE in 2011. De meerkost bestaat enkel uit wedde- en apparaatskredieten teneinde de effectiviteit en de efficiëntie van de werking van het agentschap te optimaliseren. Alleen dan kan worden voldaan aan de afspraken die in de beheersovereenkomst werden vastgelegd en kan de uitvoering van de bepalingen van het oprichtingsdecreet van AGIOn worden gegarandeerd.
Hoofdstuk 2 : Toelichting per basisallocatie Basisallocatie FK4121B – Dotatie AGIOn - rentelast Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 4121 – Dotatie AGIOn – rentelast
NGK
2007 (krediet) 292
2008 (krediet) 530
Bij de oprichting van DIGO in 1989 werd er voorzien in een overgangsregeling waarbinnen scholen konden opteren om nog in het toen bestaande systeem van rentetoelagen te stappen. Voor deze leningen betaalt AGIOn, als rechtsopvolger van DIGO, de rentelast boven de 1,25%. Afgelopen periode zijn de intrestvoeten vanuit een historisch dieptepunt terug aan het stijgen wat bij lage maar stijgende intrestvoeten een relatief sterke invloed heeft op de uit te betalen rentetoelagen. Het krediet wordt hieraan aangepast. Basisallocatie FK4123B - Dotatie AGIOn – eigenaarsonderhoud Vlaamse autonome hogescholen Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 4123 – Dotatie AGIOn – eigenaarsonderhoud Vlaamse autonome hogescholen Agentschap AGIOn NGK
2007 (krediet) 868
2008 (krediet) 868
Voor de Vlaamse autonome hogescholen is er een dotatie voor eigenaarsonderhoud voorzien gebaseerd op artikel 204 §1 4° van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. Dit bedrag is niet geïndexeerd. Basisallocatie FK6121B - Investeringsdotatie AGIOn - gesubsidieerd onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 6121 – Investeringsdotatie AGIOn - gesubsidieerd onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs Agentschap AGIOn NGK
2007 (krediet) 140.034
2008 (krediet) 138.877
De dotatie wordt berekend op basis van een betalingskalender die samengesteld wordt op basis van de historische betalingsgegevens. Door de inpassing van de verhoogde machtigingskredieten in de initiële ramingen kan het nodige ordonnanceringskrediet worden beperkt ten opzichte van de forfaitaire berekening voor 2007. Basisallocatie FK6123B - Investeringsdotatie AGIOn – Vlaamse autonome hogescholen Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 6123 – Investeringsdotatie AGIOn – Vlaamse autonome hogescholen
4UVL m/S#
688
Agentschap AGIOn NGK
2007 (krediet) 9.000
2008 (krediet) 7.705
De berekening van het nodige krediet voor deze uitgaven is gebaseerd op een uitgavenkalender rekening houdend met de realisaties in het verleden. Basisallocatie FK6124B - Investeringsdotatie AGIOn – Gesubsidieerd hoger onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 6124 – Investeringsdotatie AGIOn – Gesubsidieerd hoger onderwijs Agentschap AGIOn NGK
2007 (krediet) 16.090
2008 (krediet) 16.390
De berekening van het nodige krediet voor deze uitgaven is gebaseerd op een uitgavenkalender rekening houdend met de realisaties in het verleden. Basisallocatie FK9921B - Vastleggingsmachtiging AGIOn - Gesubsidieerd officieel onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 9921 – Vastleggingsmachtiging AGIOn - Gesubsidieerd officieel onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs Agentschap AGIOn
MACH
2007 (krediet) 29.397
2008 (krediet) 33.119
De bedragen zijn de geïndexeerde machtigingskredieten 2007 zoals voorzien in de onderwijswetgeving en de verdeling van de bijkomende financiële middelen van 75 miljoen euro voor 2008 zoals voorzien in de meerjarenbegroting. Basisallocatie FK9922B - Vastleggingsmachtiging AGIOn - Gesubsidieerd vrij onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 9922 – Vastleggingsmachtiging AGIOn - Gesubsidieerd vrij onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs Agentschap AGIOn MACH
2007 (krediet) 123.442
2008 (krediet) 139.070
De bedragen zijn de geïndexeerde machtigingskredieten 2007 zoals voorzien in de onderwijswetgeving en de verdeling van de bijkomende financiële middelen van 75 miljoen euro voor 2008 zoals voorzien in de meerjarenbegroting. Basisallocatie FK9923B - Vastleggingsmachtiging AGIOn – Vlaamse autonome hogescholen Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 9923 – Vastleggingsmachtiging AGIOn – Vlaamse autonome hogescholen Agentschap AGIOn MACH
2007 (krediet) 8.365
2008 (krediet) 8.490
689
4UVL m/S#
De kredieten hebben hun grond in artikel 196 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen zoals laatst gewijzigd door artikel 76 van het decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005. Basisallocatie FK9924B - Vastleggingsmachtiging AGIOn - Gesubsidieerd officieel hoger onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 9924 – Vastleggingsmachtiging AGIOn - Gesubsidieerd officieel hoger onderwijs Agentschap AGIOn MACH
2007 (krediet) 1.455
2008 (krediet) 1.477
De kredieten hebben hun grond in artikel 196 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen zoals laatst gewijzigd door artikel 76 van het decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005. Basisallocatie FK9925B - Vastleggingsmachtiging AGIOn - Gesubsidieerd vrij hoger onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 9925 – Vastleggingsmachtiging AGIOn - Gesubsidieerd vrij hoger onderwijs Agentschap AGIOn
MACH
2007 (krediet) 13.535
2008 (krediet) 13.738
De kredieten hebben hun grond in artikel 196 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen zoals laatst gewijzigd door artikel 76 van het decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005.
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Gemeenschapsonderwijs Hoofdstuk 1 : Beleidsprioriteiten 1. Situering van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en haar opdracht Het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is een Vlaamse openbare instelling met rechtspersoonlijkheid, bestaande uit de scholengroepen en het centrale niveau, die samen de inrichtende macht vormen van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap heeft als opdracht de vrije schoolkeuze in Vlaanderen en Brussel te garanderen. Het waarborgt het grondwettelijke recht van de ouders en leerlingen op kwaliteitsvol en open onderwijs met eerbiediging van de rechten van het kind en van de mens, zonder onderscheid van geslacht, afkomst, aard of overtuiging en met eerbiediging van de ideologische, filosofische en godsdienstige opvattingen van de individuele persoon. Het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap richt zich op de ontwikkeling van de totale persoon en tracht met iedere leerling een maximale leerwinst te realiseren. Het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap kiest voor een democratisch bestuur. De opdracht van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is het inrichten van onderwijs binnen de Vlaamse Gemeenschap met uitzondering van de universiteiten, hogescholen, zeevaartonderwijs, onderwijs georganiseerd door gemeenschapsinstellingen voor bijzondere jeugdbijstand en het begeleid individueel studeren.
4UVL m/S#
690
Het actiedomein van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap omvat momenteel naast het basisonderwijs en secundair onderwijs, ook het volwassenenonderwijs, de internaten en opvangcentra, het deeltijds kunstonderwijs, de centra voor leerlingenbegeleiding, de voor- en naschoolse opvang, de kinderdagverblijven en de vervolg- en nevenvoorzieningen. Doelgroep Inrichten van onderwijs over heel Vlaanderen (en Brussel) rekening houdend met de toepassing van artikel 24 van de grondwet. Wettelijke basis Bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap beschikt over een strategische beleidsnota: de ‘Strategische Beleidsnota 2003-2007’. Deze werd goedgekeurd door de Raad van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap op 26 maart 2003. De Strategische Beleidsnota wil een krachtig instrument voor kwaliteitszorg zijn, de eenheid van het net versterken en de betrokkenheid van alle onderwijsparticipanten bij de doelstellingen van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap verhogen. In de opbouw van haar beleidsnota opteerde het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap ervoor eerst zowel de strategische als functionele doelstellingen te bepalen. Vanuit dit gegeven werd nagegaan hoe deze beleidsnota concreet gerealiseerd zou kunnen worden. Dit wordt behandeld onder het item instrumenten. De beleidsplanning maakt deel uit van een cyclisch proces waar implementatie en organisatie enerzijds, en evaluatie en bijsturing anderzijds, integraal deel van uitmaken. 2. Planning: Strategische en functionele doelstellingen De Raad van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap legde op 26 maart 2003 strategische doelstellingen vast in zeven beleidsdomeinen en functionele doelstellingen in zeven organisatiedomeinen. Op 24 juni 2005 legde de Raad van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap vier strategische prioriteiten vast. Strategische doelstellingen beleidsdomein kwaliteit -
Het kwaliteitsniveau van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap behouden en verder uitbouwen. Een positief kwaliteitsbeeld en het imago van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap versterken. De leerwinst van iedere leerling systematisch waarneembaar en meetbaar maken en die verhogen door de betrokkenheid en het welbevinden van alle participanten voortdurend te bewaken en te versterken.
Strategische doelstelling beleidsdomein marktaandeel -
Het marktaandeel van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap vergroten en differentiëren naar alle niveaus en regio’s, met het oog op een voldoende spreiding van het studieaanbod en met inachtname van de principes van het PPGO.
Strategische doelstellingen beleidsdomein synergie en netwerking -
De samenwerking tussen en binnen alle geledingen van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap verhogen en verbeteren. Actief participeren aan een open pluralistisch netwerk. Dat gebeurt door samenwerking met - en indien mogelijk - integratie van de officiële scholen, en eventueel privaatrechtelijke scholen.
691
-
4UVL m/S#
Zowel de synergie aantoonbaar verhogen en verbeteren als de diverse samenwerkingsvormen met brede lagen van het maatschappelijk en socio-cultureel-economisch veld.
Strategische doelstelling beleidsdomein positionering t.o.v. de overheid -
Er naar streven dat de overheid in alle middelen voorziet opdat het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap kwaliteitsvol onderwijs kan inrichten, daarbij in acht nemend dat objectieve verschillen een ongelijke financiering verantwoorden en dat gelijke rechten gepaard gaan met gelijke plichten.
Strategische doelstellingen beleidsdomein positionering t.o.v. de andere netten -
De toegevoegde waarde van het PPGO permanent verduidelijken en waarneembaar maken zowel vanuit zijn maatschappelijke missie, als vanuit zijn specifieke visie op onderwijs en educatie. Een open pluralistisch net realiseren.
Strategische doelstelling beleidsdomein marketing & externe communicatie -
Op alle niveaus van de organisatie een eenduidige, transparante en resultaatgerichte marketingen communicatiestrategie ontwikkelen en implementeren. Dat gebeurt met het oog op een positieve beeldvorming van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Strategische doelstellingen beleidsdomein diensten -
-
Een voldoende gediversifieerd aanbod inzake onderwijs en ondersteunende diensten op het niveau van scholen en scholengroepen vrijwaren en, waar mogelijk en aangewezen, verbreden. De verstrekte diensten, zowel vanuit het standpunt van de afnemers als van de dienstverlener, moeten voor iedereen financieel haalbaar zijn. De maatschappelijk-culturele-sociale functie van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap uitbouwen.
Strategische prioriteit effectieve scholen -Verhogen van de kwaliteit van het onderwijs en kwaliteitsperceptie. Kernhefboom voor deze doelstelling is het verhogen van het beleidsvoerend vermogen: het uitbouwen van een sterk en gemotiveerd team van (algemeen) directeurs en middenkaders, en een participatief beleid. Strategische prioriteit profiel & PPGO Het versterken van een gemeenschappelijke profiel voor het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Het actualiseren en implementeren van deelaspecten PPGO met klemtoon op diversiteit; participatie en gezondheidsbeleid en bewegingsleer (als element van de totale persoonsontwikkeling). Strategische prioriteit imago Versterken van het interne én externe imago van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Strategische prioriteit functioneren centraal Uitbouwen van een professionele en performante centrale organisatie, ten dienste van het veld, en met een sterke toegevoegde waarde voor het veld.
B. De omschrijving van de operationele doelstellingen
4UVL m/S# -
692
De mogelijkheden en kansen geboden door de nieuwe organisatiestructuur maximaal benutten op alle niveaus in de organisatie. De verantwoordelijkheid van de beheers- en ondersteunende taken leggen op dat niveau waar de toegevoegde waarde het grootst is.
Functionele doelstelling organisatiedomein organisatiecultuur -
Een breed intern draagvlak tot stand brengen voor de strategische krachtlijnen en voor het veranderingsproces dat daarmee gepaard gaat, zoals verwoord in de Strategische Beleidsnota 2003-2007, meer bepaald in de missie, de waarden en de toekomstvisie van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap.
Functionele doelstelling organisatiedomein financieel management -
Elke scholengroep streeft ernaar minimum 15% van de werkingsdotatie te besteden aan didactische uitrusting, leermiddelen, schoolbehoeften en pedagogische middelen.
Functionele doelstelling organisatiedomein human resources management -
Een professioneel en modern human resources management uitbouwen, zowel op centraal niveau als op niveau scholengroep en school.
Functionele doelstelling organisatiedomein omgang met onderwijsparticipanten -
Op alle niveaus van de organisatie structuren uitbouwen en instrumenten invoeren die bijdragen tot een permanente vorm van interne en externe betrokkenheid, tot participatie en tevredenheid van alle belanghebbenden.
Functionele doelstelling organisatiedomein interne communicatie -
De interne communicatie binnen en tussen de verschillende organisatieniveaus verbeteren door een efficiënt en effectief beheer van de informatiestromen.
Functionele doelstelling organisatiedomein facilitair beheer -
Een professionele ondersteuning van de schoolactiviteiten realiseren.
Dat op een efficiënte wijze doen met het oog op een betere middelenbeheersing. C. De omschrijving van de instrumenten De concrete uitvoering van de beleidsnota wordt gerealiseerd binnen een gedecentraliseerde omgeving. De scholen, de scholengroepen (als inrichtende macht), en de centrale administratieve en pedagogische diensten worden gevraagd om een eigen beleidsplan op te stellen. De Strategische Beleidsnota geldt hierbij als inspiratiebron maar vooral ook als referentiekader. De ASP-werking op alle niveaus vertrekt vanuit de eigen bevoegdheidsdomeinen en verantwoordelijkheden. De ‘ASP-werking’ is een drieledig proces: - er worden strategische prioriteiten gedefinieerd op basis van een analyse van de knelpunten en voornaamste uitdagingen; - de prioriteiten worden vertaald in beleidsplannen met doelstellingen, acties en waar dit opportuun is, projecten; - de doelstellingen, acties en projecten worden geïmplementeerd, opgevolgd, geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. De resultaatsgerichtheid staat centraal.
693
4UVL m/S#
Hierbij werden voornamelijk twee methodes toegepast, met name strategisch management en projectmanagement. Een overzicht van alle beleidsplannen per entiteit (= afdelingen, diensten en scholengroepen) en de volledige projectenportefeuille waarbij uitvoering wordt gegeven aan de strategische en functionele doelstellingen is terug te vinden op: http://aspecten.rago.be/. D. De omschrijving van de prestaties, de prestatiedrijvers en de budgettaire parameters De beleidsplanning binnen het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap maakt deel uit van een cyclisch proces waarbinnen implementatie en organisatie enerzijds, en evaluatie en bijsturing anderzijds, integraal deel van uitmaken. Momenteel wordt het proces opgestart voor de realisatie van een strategische beleidsnota voor de periode 2007-2011. De eerste fase in dit proces bestaat erin de Strategische Beleidsnota 2003-2007 te evalueren en de resultaten hiervan te gebruiken als insteek voor de nieuwe periode. Op deze wijze wordt de continuïteit in de beleidsvoering in de toekomst gewaarborgd.
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Ontvangsten NIHIL
2. Uitgaven Basisallocatie FK4120C– Uitgaven m.b.t. Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs eigenaarsonderhoud (scholengroepen) Begroting 2007: OAPR 35.4 BA 41.20 – Uitgaven m.b.t.Dotatie aan het gemeenschapsonderwijs - eigenaarsonderhoud (scholengroepen) Gemeenschapsonderwijs NGK
2007 (krediet BC) 7.809
2008 (krediet) 7.809 (in duizend euro)
Er worden geen indexeringen noch des-indexeringen toegepast op het bedrag voor het eigenaarsonderhoud. Zie onderwijsdecreet II dd 31/07/1990 art 4 KIW en eigenaarsonderhoud (jaarlijks recurrente uitgaven) Eens de historische achterstand inzake infrastructuur weggewerkt is kan men stellen dat gelet op de leerlingenevolutie hoofdzakelijk middelen nodig zijn om het patrimonium in stand te houden (eigenaarsonderhoud) en de nodige aanpassingswerken te doen om de gebouwen functioneel te houden in functie van wijzigende pedagogische noden en in overeenstemming te brengen met allerhande nieuwe regelgeving (o.a. veiligheid, milieuwetgeving, toegankelijkheid gehandicapten; …) De globale behoefte aan middelen om het patrimonium in stand te houden ( te onderhouden) en het aan functionele noden aan te passen dient op min. 3% geschat (volgens internationale normen), voor het Gemeenschapsonderwijs komt dit op ongeveer 100 mio euro. Basisallocatie FK6101B– Investeringsdotatie gemeenschapsonderwijs - grote infrastructuurwerken Begroting 2007: OAPR 35.4 BA 61.01 – Investeringsdotatie gemeenschapsonderwijs - grote infrastructuurwerken
4UVL m/S#
694
Gemeenschapsonderwijs
NGK
2007 (krediet BC) 33.918
2008 (krediet) 32.976 (in duizend euro)
Om de betalingskredieten in de volgende jaren te bepalen baseert het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap zich op een theoretische, macro benadering van deze betalingen. Deze macrobenadering leidt tot een totale kost van 24.531.000 EUR voor 2008. Hierbij wordt er abstractie gemaakt van de préfinanciering van het Gemeenschapsonderwijs van uitgaven gedaan in het kader van de machtiging waar het Gemeenschapsonderwijs nog niet over de nodige middelen mocht beschikken. Het bedrag van de préfinanciering bedroeg voor 2004 effectief reeds -14.231.885,10 euro. Op basis van afspraken , gemaakt in het kader van de technische bilaterale van de begroting 2005, om dit tekort van 2004 weg te werken in een periode van 4 jaar wordt voor de begroting 2008 een bijkomende financiering gevraagd van 3.557.971,28 euro. Om aan al de betalingsverplichtingen te voldoen vragen wij m.a.w. 28.088.971,28 euro. Dit geeft een totaal regulier ordonnanceringskrediet van 28.089.000 euro. Na afronding van de budgetcontrole 2007 werd de machtiging van GIW verhoogd met 11,234 miljoen euro. Hiervan wordt 6.315.000 euro geordonnanceerd in 2007 het resterend krediet wordt toegekend in 2008. Hiervoor stijgt de gevraagde dotatie met 4.919.000 euro. Het totaal gevraagd ordonnanceringskrediet GIW 2008 bedraagt bijgevolg 33.008.000 euro. Omwille van begrotingstechnische redenen werd dit budget herleid tot 32.976.000 euro. Dit is een daling met 942.000 euro vergeleken met de BC 2007. Hierdoor ontstaat er een bijkomende prefinanciering die het GO! moet verrichten. Basisallocatie FK6106C– Investeringsdotatie gemeenschapsonderwijs -kleine infrastructuurwerken (scholengroepen) Begroting 2007: OAPR 35.4 BA 61.06 – Investeringsdotatie gemeenschapsonderwijs -kleine infrastructuurwerken (scholengroepen) Gemeenschapsonderwijs NGK
2007 (krediet BC) 14.200
2008 (krediet) 11.545 (in duizend euro)
Op basis van een rondvraag blijkt de doorlooptijd, voor de dossiers i.v.m. KIW, tussen de vastlegging en de betaling 5 maanden te bedragen. Dit betekent dat alle vastgelegde bedragen einde 2007 zullen betaald zijn (of worden) in 2008 evenals 7/11 van de vastleggingsmachtiging van 2008. We gaan ervan uit dat gedurende 1 vakantiemaand noch vastleggingen noch betalingen gebeuren. Op basis van de toegekende machtigingen de voorbije jaren levert dit volgend ordonnanceringskrediet op voor 2008. Effectief verwachte betalingen 2008: 11.659* 7/11= 7.419 euro Nog te betalen op machtiging 2007, en voorgaande 90.949-86.823= 4.126 euro
695
4UVL m/S#
Bepaling noodzakelijk budget 2007 KIW geschatte betalingen vastgelegde bedragen KIW Ordonnanceringskrediet 2000 10402 4,650 2001 10402 8,510 2002 10558 13,802 2003 10716 10,651 2004 9387 10,401 2005 11096 10,474 2006 16901 14,135 2007 11487 14,200 2008 7419 11,545 98368 98368 Dit geeft een totaal regulier ordonnanceringskrediet van 11.545 euro Basisallocatie FK99.10B– Vastleggingsmachtiging gemeenschapsonderwijs - kleine infrastructuurwerken Begroting 2007: OAPR 35.4 BA 99.10 – Vastleggingsmachtiging gemeenschapsonderwijs - kleine infrastructuurwerken Gemeenschapsonderwijs NGK
2007 (krediet BC) 11.487
2008 (krediet) 11.659 (in duizend euro)
Deze middelen zijn noodzakelijk voor het in stand houden van het patrimonium van het Gemeenschapsonderwijs. Binnen het Gemeenschapsonderwijs bestaat er een behoefte aan middelen voor infrastructuur voor: Opvangen historische achterstand inzake infrastructuur ( éénmalig bedrag) Nieuwbouw om tekorten t.o.v. de fysische norm op te vangen Renovatie van bestaande infrastructuur Vervanging van voorlopige paviljoenen Uittreksel uit het memorandum van het Gemeenschapsonderwijs: “…Voor het Gemeenschapsonderwijs stelt zich deze kwestie (wegwerken wachtlijsten in scholenbouw) extra dringend omwille van de leeftijd van vele van onze schoolgebouwen. Vele dateren immers uit de periode na het Schoolpact en werden op een leeftijd berekend die reeds lang verstreken is. Allerhande infrastructurele noden werden voorlopig opgelost door paviljoenen of gehuurde containers, die ondertussen hun tijdelijk karakter allang verloren hebben. Door de gebrekkige infrastructuur moeten scholengroepen erg veel middelen besteden aan dakherstellingen, vochtbestrijding, vervangen van ramen, herstellen van defecte verwarmingsinstallaties, herstellen van betonrot, heraanleggen van onveilige speelplaatsen, enz. Een inhaalbeweging heeft dus ook een indirect gunstig effect op onderwijskwaliteit omdat de scholengroepen dan de middelen kunnen aanwenden waarvoor ze bedoeld zijn … Voor het bepalen van het bedrag van deze dotatie werd het bedrag van de begrotingscontrole 2007 geïndexeerd.
4UVL m/S#
696
Basisallocatie FK99.11B– Vastleggingsmachtiging gemeenschapsonderwijs - grote infrastructuurwerken Begroting 2007: OAPR 35.4 BA 99.11 – Vastleggingsmachtiging gemeenschapsonderwijs - grote infrastructuurwerken Gemeenschapsonderwijs NGK
2007 (krediet BC) 32.804
2008 (krediet) 38.239 (in duizend euro)
Deze middelen zijn noodzakelijk voor het in stand houden van het patrimonium van het Gemeenschapsonderwijs. Binnen het Gemeenschapsonderwijs bestaat er een behoefte aan middelen voor infrastructuur voor: Opvangen historische achterstand inzake infrastructuur ( éénmalig bedrag) Nieuwbouw om tekorten t.o.v. de fysische norm op te vangen Renovatie van bestaande infrastructuur Vervanging van voorlopige paviljoenen Uittreksel uit het memorandum van het Gemeenschapsonderwijs: “…Voor het Gemeenschapsonderwijs stelt zich deze kwestie (wegwerken wachtlijsten in scholenbouw) extra dringend omwille van de leeftijd van vele van onze schoolgebouwen. Vele dateren immers uit de periode na het Schoolpact en werden op een leeftijd berekend die reeds lang verstreken is. Allerhande infrastructurele noden werden voorlopig opgelost door paviljoenen of gehuurde containers, die ondertussen hun tijdelijk karakter allang verloren hebben. Door de gebrekkige infrastructuur moeten scholengroepen erg veel middelen besteden aan dakherstellingen, vochtbestrijding, vervangen van ramen, herstellen van defecte verwarmingsinstallaties, herstellen van betonrot, heraanleggen van onveilige speelplaatsen, enz. Een inhaalbeweging heeft dus ook een indirect gunstig effect op onderwijskwaliteit omdat de scholengroepen dan de middelen kunnen aanwenden waarvoor ze bedoeld zijn … Voor het bepalen van het bedrag van deze dotatie werd het bedrag van de begrotingscontrole 2007 geïndexeerd. Het budget werd tevens enerzijds verlaagd met de eenmalige middelen voor REG (674.000 euro)en anderzijds verhoogd met 5.617.000 euro bijkomende middelen voor schoolgebouwen.
697
4UVL m/S#
DEEL 3: TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGEN VAN DE DIENSTEN MET AFZONDERLIJK BEHEER EN VAN DE AGENTSCHAPPEN / VLAAMSE OPENBARE INSTELLINGEN O
AGENTSCHAP VOOR INFRASTRUCTUUR IN HET ONDERWIJS (AGION)
O
HET GEMEENSCHAPSONDERWIJS
4UVL m/S#
698
PROGRAMMA FK AGENTSCHAP VOOR INFRASTRUCTUUR IN HET ONDERWIJS (AGION) Begroting I 2008 AGIOn Ontvangsten ESR
Omschrijving begrotingsartikel
08.21
Overgedragen overschot vorige boekjaren
16.10
verk. niet-duurz. goed. en diensten a/ n overheid
16.20
BC 2007
INI 2008
28.827.851
32.249.028
0
0
verk. van niet-duurz. goed.& dienst. Binnen de overheid
157.000
157.000
26.10
Rente-ontvangsten van niet-overheid
107.000
107.000
38.30
Inkomensoverdrachten van verzekeringen
38.40
Inkomensoverdrachten van verenigingen tbh de gezinnen
165.000
165.000
46.10
CFO-vergoeding
20.000
20.000
46.10
Werkingsdotatie
4.544.000
5.624.000
46.10
Rentedotatie
292.000
530.000
46.10
Dotatie eigenaarsonderhoud autonome hogescholen
868.000
868.000
46.10
Werkingsdotatie overdracht van pr.39.2 ba 1218
50.000
0
46.10
Werkingsdotatie overdracht van pr.
49.10
Inkomensoverdracht van VGC
66.00
Terugvorderingen subsidies
66.12
overige kapitaaloverdrachten (invest.dot.)
66.12
overige kapitaaloverdrachten (invest.dot.) overdracht van pr 35.4 ba 6117
69.10
Kapitaaloverdracht VGC
80.02
Ontvangst krediet voor oprichting dochtervennootschap
250.000
0
32.000
32.000
0
0
146.793.000
162.972.000
18.331.000
0
5.800.000
6.000.000
12.500.000
0
218.736.851
208.724.028
Uitgaven ESR
COFOG
Omschrijving begrotingsartikel
BC 2007
INI 2008
03.22
00000
Over te dragen overschot van het boekjaar
11.11
09600
Bezoldiging volgens salarisschaal
11.12
09600
Overige bezoldigingselementen
294.000
350.136
11.20
09600
Soc. verzekeringspr. tlv de werkgever
808.000
915.912
11.31
09600
Directe toelagen
108.000
125.604
32.249.028
27.249.028
2.447.000
2.739.955
11.40
09600
Loon in natura
128.000
153.393
12.11
09600
Algemene werkingskosten
974.000
1.156.000
464.000
473.000
21.000
20.000
1.000
1.000
12.12
09600
Huur van gebouwen
12.13
09600
Leasing van roerende goederen en dergelijke
12.21
09600
Alg. werkingskost. betaald binnen adm. Overheid
12.50
09600
Indirecte belast. betaald aan subsect. v/d overheid
41.50 44.40
Subsidies eigenaarsonderhoud autonome hogescholen 09600
61.51 64.10
Bijdrage rentelasten v/h autonoom gesub.onderwijs Autonome Hogescholen investeringssubsidies
09600
Investeringsbijdragen aan het gesubsidieerd onderwijs
19.000
20.000
923.823
868.000
292.000
530.000
11.500.000
7.705.000
168.415.000
166.383.000
74.22
09600
verwerving van overig materieel
53.000
34.000
74.41
09600
verwerving van patenten, octr e.a. onl. zaken
40.000
0
218.736.851
208.724.028
699
4UVL m/S#
PROGRAMMA FK HET GEMEENSCHAPSONDERWIJS Prefiguratie Begroting 2008 ini
ESR code 95
Omschrijving
08.2.1. 16.12 16.2 26.1 28.0 38.0 39.1
Overdracht vorige jaren Diverse ontvangsten Verkopen aan overheid Rente-ontvangsten Overige opbrengsten uit vermogen Sponsoring. schadevegoeding.verzekeringen Projecten gefinancierd door EU-instellingen
46.1
Dotatie aan het GO: vormingsfonds MVD-personeel
46.1
dotatie aan het GO uitstapregeling
46.1 46.1
dotatie aan het GO algemene werking adm. dotatie aan het GO pedagogische begeleiding
46.1 46.1 46.1 46.4 46.5 48.0
dotatie aan het GO personeelsleden in overtal dotatie POC vanuit de middelen CLB's dotatie Nascholing Inkomensoverdrachten v.e. AION Inkomensoverdrachten Projecten gefinancierd door steden/gemeenten inkomensoverdrachten van de Gemeenschapscommissies inkomensoverdrachten van de Gemeenschappen Ordonnanceringskrediet Verkopen van gronden Verkopen van bestaande gebouwen Verkoop vervoermaterieel
49.1 49.2 66.11 76.10 76.30 77.1 77.2
BA
COFO G
FC4110 B FC4112 B FC4113 B FI4116B FC4117 B FJ4111C FI4049C
Totaal ontvangsten
Prefiguratie Begroting 2008 ini
ESR code 95 03.22 11.11 11.12 11,2
BC 2007
2008 ini
in duizend euro
in duizend euro
61.723,24 1.585,18 1.877,69 1.300,00 0,00 0,00 0,00
61.723 1.585 2.000 1.520 0 0 202
0,00
204
3.185,00
3.185
18.465,00 605,00
18.529 869
2.736,00 30,00 281,90 0,00 221,02 22,90
2.397 30 282 0 321 0
0,00 0,00 33.918,00 5.626,83 7.756,20 0,00 0,00
0 0 32.976 3.572 6.928 0 0
139.333,9 6
136.323
BC 2007
2008 ini
Omschrijving
COFO G
in duizend euro
in duizend euro
Over te dragen saldo bezoldiging volgens salarisschalen overige bezoldigingselementen RSZ+BVH+verzekering personeel
00000 09500 09500 09500
61.723,25 9.258,08 1.599,43 7.639,19
60.923 9.665 1.542 8.876
4UVL m/S# 11.31 12.11 12.12 12.21 12.5 34.41 41.3 41.5 45.4 71.10 71.30 72.1 74.1 74.22 82.0
700
Kinderbijslag Werkingskosten allerlei Huurgelden van gebouwen Detacheringen Indirecte belastingen Overige uitkeringen aan de gezinnen Inkomensoverdrachten VAH Overdracht opbrengst uit verkoop Ink.overdr.aan fed.overh. Aankoop gronden Aankoop gebouwen onderwijs Nieuwbouw gebouwen onderwijs aankoop voertuigen Aankoop hardware en meubilair Kredietverlening aan een privaatrechterlijke instelling
Totaal uitgaven
09500 09500 09500 09500 09500 09500 00000 00000 00000 09500 09500 09500 09500 09500 09500
173,57 8.949,46 1.284,00 961,80 36,99 0,00 0,00 2.676,61 167,00 0,00 0,00 41.125,18 0,00 3.419,40 320,00
158 7.847 1.361 965 38 0 0 1.452 167 0 0 40.753 0 2.576 0
139.333,9 6
136.323
ONTVANGSTEN 46.1 Dotatie aan het GO pedagogische begeleiding Dit budget werd verhoogd met 264 K EUR in vergelijking met de BC 2007, tot 869 K EUR. 46.1 Dotatie aan het GO personeelsleden in overtal Naar aanleiding van de begrotingsbesprekingen werd de effectieve kostprijs voor de personeelsleden geraamd. Deze dotatie werd verlaagd met 339 K EUR tot 2.397 K EUR, in afwachting van een definitieve afrekening. 66.11 Ordonnanceringskrediet Om de betalingskredieten in de volgende jaren te bepalen baseert het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap zich op een theoretische, macro benadering van deze betalingen. Deze macrobenadering leidt tot een totale kost van 24.531.000 EUR voor 2008. Hierbij wordt er abstractie gemaakt van de préfinanciering van het Gemeenschapsonderwijs van uitgaven gedaan in het kader van de machtiging waar het Gemeenschapsonderwijs nog niet over de nodige middelen kon beschikken. Het bedrag van de préfinanciering bedroeg voor 2004 effectief reeds -14.231.885,10 EUR.. Op basis van afspraken, gemaakt in het kader van de begrotingsopmaak 2005, wordt dit tekort van 2004 weggewerkt in een periode van 4 jaar. Ook voor 2008 wordt dus een bijkomende financiering ingeschreven. Na afronding van de budgetcontrole 2007 werd de machtiging voor grote infrastructuurwerken verhoogd met 11,234 miljoen EUR. Een deel hiervan wordt geordonnanceerd in 2007. Het resterend krediet wordt ingeschreven in 2008. Hiervoor stijgt de dotatie. 76.10 Verkopen van gronden en van bestaande gebouwen (76.30) In 2008 verwacht GO! minder gronden en bestaande gebouwen te kunnen verkopen dan in 2007. Op basis van de realisaties uit het verleden wordt een totale verkoop van gronden en gebouwen van 10,5 mio EUR nagestreefd.
701
4UVL m/S#
UITGAVEN 11.x lonen De herstructurering binnen het GO! wordt verder voltooid, waarbij alle openstaande functies verder worden ingevuld. Het GO! vergoedt nog steeds de lonen van de overtallige personeelsleden die volgens het overgangsbesluit van 28 mei 2004 in werkwijzer werden geplaatst. Gelet dit het laatste jaar is dat het besluit van 14 april 2000 kan worden toegepast, verwacht men in 2007 een versterkte uitstroom door personeelsleden die een verlof voorafgaand aan hun pensioen zullen nemen. 12.11 werkingskosten allerlei Op basis van de in 2006 gerealiseerde uitgaven voor de algemene werkingskosten, en rekening houdend (CAO VIII), werden de uitgaven voor de werkingskosten 2008 geraamd op 7.847 K EUR, dit is een daling van 1.101 K EUR vergeleken met de begrotingscontrole 2007. 41.5 Overdracht opbrengsten uit verkoop De overdrachten opbrengst uit verkoop bedragen een bepaald percentage van de gerealiseerde verkopen. Gezien aan de ontvangstenzijde de realisatiegraad voor de verkopen lager wordt geschat dan voor 2007, zal ook de overdracht van de opbrengst uit verkoop lager liggen, namelijk 2,1 mio EUR. 72.1 Nieuwbouw gebouwen onderwijs De uitgaven voor nieuwbouw gebouwen onderwijs worden op een gelijkaardig peil gehouden als voor BC 2007. 74.22 Aankoop hardware en meubilair In het voorstel van begroting 2008 is een bedrag van 4.775 K EUR opgenomen voor hardware en meubilair. In deze uitgaven zijn –voor zover haalbaar- de aankoop van een nieuw boekhoudpakket, als de installatie van VPN verbindingen voorzien. OVERDRACHT De overgedragen reserves dalen tot 60.923 K EUR.
702
4UVL m/S#
PROGRAMMA FL ONDERWIJSCOMMUNICATIE DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN 2007 (begrotingscontrole) TO
2008 (raming) 284
284 (in duizend euro)
2. UITGAVEN 2007 (krediet) NGK GVK GOK VRK
2008 (krediet) 3.709
259
1.960 4.017 1.777 284 (in duizend euro )
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten A. De omschrijving van de strategische doelstellingen Overheidscommunicatie heeft verschillende functies in de maatschappij. Informeren, kennis overdragen en leren; aanzetten tot actie; preventief werken en sensibiliseren; dialoog, maatschappelijk debat stimuleren; participatie verhogen; gedragsverandering bewerkstelligen; stimuleren om zichzelf te ‘willen’ informeren en engageren. Het Agentschap voor Onderwijscommunicatie heeft als belangrijkste strategische doelstelling het ontwikkelen van een communicatiebeleid dat gebaseerd is op de onderwijsbeleidsprioriteiten en de behoeften van de doelgroepen. Vanuit de algemene doelstellingen, de visie en de missie van het agentschap wordt gezorgd voor optimale communicatie en stimuli voor het onderwijspersoneel, ouders, leerlingen en samenleving. En dit via online communicatie, offline communicatie, acties en crossmediale aanpak. B. De omschrijving van de operationele doelstellingen Het voorzien van kwaliteitsvolle, gedifferentieerde en complementaire communicatiekanalen en actievormen voor het onderwijspersoneel, de ouders en de leerlingen door: Afdeling Informatie en Communicatie x
Het maken, uitgeven en/of verspreiden van brochures, folders of andere geschreven of elektronische documenten om bepaalde doelgroepen of het brede onderwijsveld te informeren en te sensibiliseren over het gevoerde onderwijsbeleid of om een gedragsverandering te bewerkstelligen of om hen aan te zetten tot maatschappelijk debat en actie. Geregeld maakt een publicatie deel uit van een groter geheel, nl. een campagne waarbij bv. ook advertenties, affiches of (radio)spots worden ingezet. Campagnes worden meestal gevoerd voor nieuwe initiatieven die een belangrijke impact hebben op een of meerdere doelgroepen of voor zaken die de brede samenleving aangaan.
703
x x x x
4UVL m/S#
Infolijn: het zorgen voor duidelijke en actuele informatie ten behoeve van het frontoffice, beantwoorden van mails, aanbieden en onderhouden van website veelgestelde vragen… Het inrichten van netoverschrijdende studie-informatiedagen (SID-in’s). De intranetsite van het beleidsdomein wordt uitgebouwd. Technische ondersteuning van het internet en het intranet.
Afdeling Klasse De bestaande pijlers (Klasse voor eLerkrachten, Kl asse voor Ouders, Maks, eYti, Klasse op Internet, de ebrieven, de leerlingen- en de lerarenkaart) worden op de huidige basis verder uitgewerkt, verbreed en verdiept. Speciale aandacht gaat naar de maandelijkse acties van Klasse op verschillende raakvlakken tussen onderwijs en maatschappij. Daaraan nemen tienduizenden leerkrachten, ouders en leerlingen deel. Er wordt in het bijzonder werk gemaakt van de sterkte-toets : voor alle acties en communicatietoelagen gaat Klasse na hoe de zwaksten van de samenleving er bij betrokken kunnen worden. Klasse werkt aan de groei van recente iniatieven: x de leerlingenkaart voor het secundair onderwijs (i.s.m. cultuur, jeugd en alle actiesectoren van de vakoverschrijdende eindtermen); x de uitbouw van de elektronische nieuwsbrieven (Schooldirect, eLrarendirect) x de pedagogische bijlagen bij Maks!en Y eti; x de e-brieven voor actieve leraren (lerarenkaart) en leerlingen (leerlingenkaart); x de e-brieven voor meerwaardezoekers bij ouders en leerkrachten (klasse.X TR); x de permanente update van de succesrijke internetsite. Klasse streeft naar een optimale samenwerking met het beleid. Dit zijn de krachtlijnen die in de loop van het jaar door alle publicaties worden ondersteund: x talentontwikkeling; x leren uitdagend maken; x brede school uitbouwen; x aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt versterken (leren en werken); x burgerschap stimuleren; x kwaliteitszorg stimuleren; x schoolachterstand, spijbelen en ander antisociaal gedrag bestrijden; x ondersteunen van de professionalisering van de leerkrachten; x effectief en doelmatig bestuur in onderwijs en vorming stimuleren; x aansluiten bij kenniseconomie en permanente vorming; x waardering van de leerkrachten; x participatie van alle doelgroepen; x gelijke kansen; x waardering TSO/BSO; x cultuur als opstap; x internationalisering en Europa; x ICT; x talenbeleid; x leerzorg x kleuterparticipatie x gezondheid x eindtermen en ontwikkelingsdoelen Extra aandacht gaat naar: x ingrepen op alle niveaus en domeinen waardoor we een communicatiebeleid kunnen organiseren dat nog meer de zwaksten in de samenleving ten goede komt (“goed voor de sterken, sterk voor de zwakken”); x activering (“strategische communicatie die niet op zichzelf staat maar leidt tot meer vernieuwing, actie, inzet, participatie, enz.”);
704
4UVL m/S#
x het stimuleren en organiseren van l“eren van elkaar”(schooltips, examples of good practice, aanpak van de schoolcultuur, enz.); x actualisering: de online-krant, uitwerking en versterking e-communicatie; x het in eigen beheer uitbouwen van de grafische vormgeving; x het in eigen beheer uitbouwen van webdevelopment, webdesign en webbeheer; x integratie van informatie en brede vorming voor de doelgroepen via nieuwe en multimediale webtoepassingen; x het ontwikkelen van vernieuwde en geïntegreerde websites voor de doelgroepen. C. De omschrijving van de instrumenten 9 Werkingskosten 9 Het ontwikkelen van eigentijdse media. 9 Het engagement voor een inbedding in de bredere overheidscommunicatie: initiatieven voor interdepartementale contacten en ondersteuning van interdepartementale projecten. 9 L onen (gedetacheerde leerkrachten) 9 Het verwerven van inkomsten voor het eigen fonds D. De omschrijving van de prestaties, de prestatiedrijvers en de budgettaire parameters Afdeling Informatie en Communicatie Via de Balanced Score Card wordt de kwaliteit van de dienstverlening gegarandeerd en bevorderd. Parameters zijn o.a. wijze van uitvoering, accuraatheid, snelheid en samenwerking met andere diensten. Afdeling Klasse De prestaties zijn de maandelijkse tijdschriften, in concreto: Klasse voor eLerkrachten (oplage van 200.000 nummers), Klasse voor Ouders (oplage van 700.000 nummers), Maks (oplage van 200.000 nummers) en Y eti (oplage van 140.000 exemplaren). De internetsite is te vinden op www.klasse.be. (500.000 gebruikers per maand, alle sites van Klasse samen). Door het grote succes is de oplage van de lerarenkaart gestegen naar 173.000 exemplaren. (beginoplage januari 2003 : 120.000 exemplaren). De leerlingenkaart startte in 2004 met 320.000 aanvragen in 2007 zijn het 460.000. Het gebruik van eLrarendirect is si nds de integratie sterk gestegen. De mailings van de eLrarenkaart bereiken (gesegmenteerd) meer dan 50.000 leraren. Het Agentschap voor Onderwijscommunicatie laat daarnaast ook een onderzoek uitvoeren naar de tevredenheid over de producten van het agentschap. Op basis van de resultaten hiervan worden indicatoren geformuleerd die gehaald moeten worden tegen het einde van de beheersovereenkomst.
Hoofdstuk 2. Toelichting per artikel/groep van basisallocaties 1. Ontvangsten Artikel 16.90E: Ontvangsten tijdschrift “Klasse” (Fonds Klasse, art. 47 decreet 21.12.1994) Begroting 2007: OAPR 39.20 artikel 16.90 :
Ontvangsten tijdschrift K “ lasse”(Fonds Klasse, art. 47 decreet 21.12.1994)
Agentschap voor Onderwijscommunicatie
TO
2007 (raming begrotingscontrole) 284
2008 (raming) 284
De ontvangsten zijn gebaseerd op het programmadecreet van 21.12.1994, art. 47.
705
4UVL m/S#
De inkomsten worden gerealiseerd door een actieve werving van advertenties en abonnementen. De publiciteitsregie wordt volledig in eigen beheer gehouden. Dit betekent een stevige besparing. Het resultaat is iedere maand afhankelijk van nieuwe contracten en onderhandelingen en dus moeilijk voorspelbaar. De tarieven die gehanteerd worden voor de publiciteit en de abonnementen zijn gebaseerd op een vergelijkende studie van diverse tijdschriften met een vergelijkbare oplage. De tarieven voor de publiciteit worden jaarlijks aangepast. De tarieven voor abonnementen worden eveneens regelmatig aangepast. 2. Uitgaven Andere Basisallocatie 12.03E - Allerhande uitgaven tijdschrift “Klasse” Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.03 - Allerhande uitgaven tijdschrift K “ lasse” Agentschap voor Onderwijscommunicatie NGK
2007 (krediet) 2.855
2008 (krediet) 1.100 (in duizend euro )
De raming van de kosten voor 2008 is een raming in constant beleid en bedraagt 1.100 duizend euro. Deze raming bevat alle productiekosten van Klasse, exclusief druk, papier en distributie. Vanaf 2008 wordt de overheidsopdracht voor distributie, druk en papier vastgelegd in een gesplitst krediet Basisallocatie 12.21E – Pedagogische manifestaties en studie- en infodagen onderwijs Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.21 – Pedagogische manifestaties en studie- en infodagen onderwijs Agentschap voor Onderwijscommunicatie NGK
2007 (krediet) 200
2008 (krediet) 162 (in duizend euro )
De afdeling Informatie en Communicatie staat al sinds 1996 in voor de organisatie van niet-commerciële netoverschrijdende studie-informatiedagen (SID-in) voor de laatstejaarsleerlingen van het secundair onderwijs. Dit initiatief sluit volledig aan bij een van de beleidsprioriteiten, nl. door juiste studiekeuze uitval en mislukking vermijden. Het bedrag van deze basisallocatie is verminderd omdat we n.a.v. BBB en de nieuwe begrotingsstructuur beslist hebben om vanaf 2008 enkel nog de kredieten voor de SIDin’s op de FL 1221E te zetten. De kredieten voor de Rondes van Vlaanderen (40.000 euro) gaan vanaf 2008 naar FC1272E. Achterliggende logica hierbij is: FL 1221E wordt voorbehouden voor de SID-in’s FC1272E wordt gereserveerd voor werking (o.a. documentatiecel) en evenementen die we organiseren ter ondersteuning van het departement en de andere agentschappen van het Ministerie van Onderwijs en Vorming Tevens is er een stijging van het budget van 2.000 euro als gevolg van indexaanpassing. Basisallocatie 12.22E – Uitgaven m.b.t. communicatie onderwijs
706
4UVL m/S#
Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 12.22 – Uitgaven m.b.t. communicatie onderwijs Agentschap voor Onderwijscommunicatie NGK
2007 (krediet) 648
2008 (krediet) 692 (in duizend euro )
De missie van de Afdeling Informatie en Communicatie is het communiceren met de verschillende doelgroepen via verschillende kanalen (publicaties, campagnes, website, evenementen, infolijn...) met de bedoeling die verschillende doelgroepen te informeren over het onderwijsbeleid, zodat ze zich meer betrokken voelen en kunnen participeren. Deze communicatie gebeurt via verschillende kanalen en media of via een mediamix waarin de verschillende media en kanalen versterkend werken: folders, brochures, websites, elektronische nieuwsbrieven, evenementen, campagnes (spots, affiches, advertenties, boomerangkaarten, infolijn… ). Het budget is vermeerderd ten opzichte van vorig jaar omdat x de uitgaven voor alle publicaties en campagnes (ook die van de andere diensten, die na de budgetcontrole 2007 n.a.v. BBB op de nieuwe gecreëerde basisallocatie 35.40.12.72 terecht gekomen waren), vanaf 2008 terug geconcentreerd worden op 1 basisallocatie: FL 1222E, x een krediet van 26.000 euro voor de website over het talenbeleid (dat in juli 2007 via kredietherschikking werd overgeheveld vanuit de provisie 01.05 van pr 39.1 naar ba 35.40.1222), constant beleid wordt op FL 1222E, x in 2008 moet gecommuniceerd worden over verschillende belangrijke nieuwe initiatieven van de minister (schooltoelagen, nieuwe financiering van het leerplichtonderwijs, ‘verrijkte leerplicht’, leerkrediet in het hoger onderwijs, het jaar van de kleuter), en er moet ook aandacht besteed worden aan de uitbouw van communicatie naar kansarmen. Tevens is er een indexaanpassing van 8.000 euro Basisallocatie 12.81E : overheidsopdracht voor de distributie, druk en papier “Klasse” Begroting 2007: Nieuw vanaf 2008 Agentschap Onderwijscommunicatie 2007 (krediet) GVK GOK
2008 (krediet) 4.017 1.777 (in duizend euro )
Vanaf 2008 wordt de overheidsopdracht voor distributie, druk en papier vastgelegd in een gesplitst krediet Basisallocatie 12.90E: Allerhande uitgaven met betrekking tot het tijdschrift “Klasse” (werkingskosten en promotie) Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 12.90 - Allerhande promotie-uitgaven met betrekking tot het tijdschrift K “ lasse” (werkingskosten en promotie)
707
4UVL m/S#
Agentschap voor Onderwijscommunicatie VRK
2007 (krediet) 250
2008 (krediet) 275 (in duizend euro )
Op deze basisallocatie worden de kosten gedragen van o.a. specifieke vorming en ondersteuning van de medewerkers, aankoop van boeken, kranten en tijdschriften, ondersteuning en aanmoediging participatieve scholen met diverse acties, alle interactieve acties in samenwerking met overheden en andere nonprofitsectoren, organisatie van redactionele werkgroepen, organisatie van enquêtes, reis- en maaltijdvergoedingen, diverse vormen van promoties (o.a. nominaties, deelname van Klasse Vlaanderendag e.d.). Tevens worden alle meerkosten in de productie gedragen door dit artikel (extra redactionele pagina's, bijlagen, extra illustraties, eventuele blisters e.d.). Basisallocatie 74.21E – Aankoop van meubilair en materiaal in het kader van pedagogische manifestaties Begroting 2007: OAPR 35.40 BA 74.21 – Aankoop van meubilair in het kader van pedagogische manifestaties Agentschap voor Onderwijscommunicatie VRK
2007 (krediet) 6
2008 (krediet) 6 (in duizend euro )
Als de Afdeling Informatie en Communicatie het beleidsdomein Onderwijs en Vorming buitenshuis vertegenwoordigt op een manifestatie, vervult het een ambassadeursfunctie en bepaalt het mee het imago van het hele domein. Daarom is het belangrijk dat het herkenbaar en goed zichtbaar is en zich efficiënt en eigentijds presenteert. Om dit te kunnen doen, moet het over aangepast standmateriaal en de nodige apparatuur en hardware kunnen beschikken. Basisallocatie 74.90E : Vermogensuitgaven tijdschrift “Klasse” Begroting 2007: OAPR 39.20 BA 74.90 : Vermogensuitgaven tijdschrift K “ lasse” Agentschap voor Onderwijscommunicatie VRK
2007 (krediet) 9
2008 (krediet) 9 (in duizend euro )
Hierop worden voornamelijk aankopen informatica- en telecommunicatiemateriaal aangerekend. Voor het komende jaar worden slechts enkele kleinere aankopen voorzien
708
4UVL m/S#
PROGRAMMA GA APPARAATSKREDIETEN DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE TOTALEN VAN DE ONTVANGSTEN EN DE UITGAVEN 1. ONTVANGSTEN 2007 (begrotingscontrole) AO TO
0 0
2008 (raming) 10 0
2. UITGAVEN 2007 (krediet) NGK GVK GOK VRK MACH
74.641 2.974 2.387 0
2008 (krediet) 79.851 3.063 4.164 0
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ ELK VAN DE ONTVANGSTENPOSTEN EN BIJ ELK VAN DE BASISALLOCATIES VAN DE UITGAVENBEGROTING Hoofdstuk 1: beleidsprioriteiten 1. Ontvangsten Het programma GA Apparaatskredieten omvat de kredieten met betrekking tot de werking van het ministerie WVG. In dit programma worden enkel ontvangsten voorzien in verband met lonen. Het betreft enerzijds de terugvordering van ten onrechte uitbetaalde lonen of van de lonen van gedetacheerde personeelsleden en anderzijds de ontvangst van eventueel GEKO-premies of premies in het kader van de sociale maribel. 2. Uitgaven Voor wat de uitgaven betreft omvat dit programma de kredieten ter financiering van de werking van het ministerie WVG, in zoverre deze niet zijn toegewezen aan specifieke IVA’s met rechtspersoonlijkheid. In het bijzonder betreft het het departement WVG en de IVA’s zonder rechtspersoonlijkheid Inspectie, Jongerenwelzijn en Zorg en Gezondheid. Voor de vier vermelde entiteiten bevat dit programma de nodige middelen voor de financiering van de eigen werking, in het bijzonder betreft het middelen voor de financiering van het personeel, de werking en het ICTmateriaal dat nodig is om de in de respectieve beheersovereenkomsten vermelde doelstellingen te realiseren. De aanpassingen aan deze kredieten zijn in vergelijking met 2007 beperkt.
Hoofdstuk 2: Toelichting per basisallocatie 1. Ontvangsten Basisallocatie 06.01 – Diverse ontvangsten beleidsdomein WVG (pro memorie) Begroting 2007: Basisallocatie 90.7 06.71 – Diverse andere ontvangsten m.b.t. de bestaansmiddelen WVG (pro memorie) (ex pr 99.1 art 06.01)
709
4UVL m/S#
Basisallocatie 90.7 16.71 – Verkoop van publicaties, drukwerken enz. aangekocht op bestaansmiddelen WVG (pro memorie) (ex pr 99.1 art 16.01) Basisallocatie 90.7 77.71 – Opbrengst verkoop roerende vermogensgoederen aangekocht op de bestaansmiddelen WVG (pro memorie) (ex pr 99.1 art 77.01) Departement WVG 2007 (raming begrotingscontrole) AO TO
0
2008 (raming) 0
Uitzonderlijk heeft het beleidsdomein ontvangsten die niet elders kunnen aangerekend worden. Het betreft diverse, uitzonderlijke of eenmalige ontvangsten. Basisallocatie 11.70 – Terugbetaling van salarissen en toelagen (beleidsdomein WVG) Begroting 2007: Basisallocatie 11.71 – Terugbetaling van salarissen WVG (pro memorie) (ex pr 99.1 art 11.01) Departement WVG 2007 (raming begrotingscontrole) AO TO
0
2008 (raming) 10
Om diverse redenen kan het gebeuren dat de uitbetaling van een salaris niet correct is. De teruggevorderde bedragen worden aangerekend op deze basisallocatie. Op basis van historische gegevens kan worden vastgesteld dat er beperkte terugvorderingen zijn, vandaar de verhoging van de voorziene ontvangsten. Basisallocatie 11.71 – Terugbetaling van GEKO-premies en van premies Sociale Maribel (beleidsdomein WVG) (pro memorie) Begroting 2007: Basisallocatie 11.72 – Terugbetaling van GEKO-premies en van premies Sociale Maribel WVG (pro memorie) (ex pr 99.1 art 11.03) Departement WVG 2007 (raming begrotingscontrole) AO TO
0
2008 (raming) 0
In voorkomend geval dient de terugbetaling van geco-premies en van premies sociale maribel te kunnen geboekt worden. Basisallocatie 11.90 – Salarissen en toelagen van personeelsleden van diensten van de Vlaamse regering met verlof voor opdracht en/of waarvan het salaris ten laste wordt genomen door andere overheden of vakorganisaties (beleidsdomein WVG) Begroting 2007: Basisallocatie 11.90 – Salarissen en toelagen van personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering met verlof voor opdracht en/of waarvan het salaris ten laste wordt genomen door andere overheden of vakorganisaties WVG (pro memorie) Departement WVG
710
4UVL m/S#
2007 (raming begrotingscontrole) AO TO
2008 (raming)
0
0
In voorkomend geval dient de terugbetaling van de vermelde salarissen en toelagen te kunnen geboekt worden. 2. Uitgaven Basisallocatie 11.70 - Wedden en toelagen departement WVG Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 11.70 – Wedden en toelagen departement WVG Departement WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
9.380
2008 (krediet) 10.552
0
Vanuit deze basisallocatie worden de lonen van de personeelsleden van het departement WVG betaald. De toename van het personeelsbudget is grotendeels te verklaren door een stijging van het aantal personeelsleden binnen de integrale jeugdhulp. In deze sector werd in het verleden gewerkt met contractanten die taken uitvoerden die normalerwijze door de overheid moesten uitgevoerd worden. Teneinde gevolg te geven aan de terechte opmerkingen die de Inspectie van Financiën hierover formuleerde worden hiervoor de nodige personeelsleden binnen het departement voorzien. Als gevolg hiervan wordt krediet vanuit basisallocatie GC0103B overgeheveld. Meer toelichting omtrent deze overheveling is eveneens bij deze basisallocatie te vinden. Daarnaast stijgt het budget onder meer als gevolg van de weddedrift, en de uitvoering van het sectoraal akkoord. Basisallocatie 11.71 – Wedden en toelagen IVA Zorg en Gezondheid Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 11.71 – Wedden en toelagen IVA Zorg en Gezondheid Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 10.358
2008 (krediet) 10.623
De apparaatskredieten worden aangewend om de beheersovereenkomst en het ondernemingsplan te realiseren. Om de personeelsformatie te kunnen betalen in het kader van het constant beleid moet het kredietvolume behouden blijven op 10.358.000 euro.
711
4UVL m/S#
Daarnaast stijgt het budget onder meer als gevolg van de weddedrift en de uitvoering van het sectoraal akkoord. In uitvoering van het decreet betreffende het gezondheidsinformatiesysteem wordt de aanwerving voorzien van een A1 voor het secretariaat van de Toezichtcommissie. Het uitvoeringsbesluit houdende de samenstelling van de Toezichtcommissie werd op 21 september 2007 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Voor de berekening van de loonlast worden de bedragen gebruikt van een contractueel A1 met 3 jaar anciënniteit, zijnde 47.000 euro Basisallocatie 11.72 – Wedden en toelagen IVA Jongerenwelzijn Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 11.72 – Wedden en toelagen IVA Jongerenwelzijn IVA Jongerenwelzijn 2007 (krediet BC) 44.220
NGK GVK GOK VRK MACH
2008 (krediet) 47.362
Het krediet voor wedden en toelagen wordt uitgebreid om tegemoet te komen aan volgende evoluties: - uitbreiding van de personeelsformatie van de gemeenschapsinstelling De Kempen met 38 eenheden wegens verhoging van de opvangcapaciteit met 20 plaatsen; - overheveling van kredieten uit het Fonds Jongerenwelzijn voor de opvolging van de Mulifunctionele Centra’s in het kader van het Globaal Plan Jeugdzorg teneinde de personeelskosten op de correcte basisallocatie te kunnen aanrekenen; - kredieten tot financiering van de vervangingen van wegens ziekte of zwangerschap afwezige personeelsleden in de continudiensten; - daarnaast stijgt het budget onder meer als gevolg van de weddedrift en de uitvoering van het sectoraal akkoord. Basisallocatie 11.73 – Wedden en toelagen IVA Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 11.73 – Wedden en toelagen IVA Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin IVA Inspectie WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
4.797
2008 (krediet) 4.916
Het budget 2008 laat het agentschap Inspectie WVG toe om het huidig personeelsbestand in dienst te houden. Het budget stijgt gevolg van de weddedrift en de uitvoering van het sectoraal akkoord. Basisallocatie 11.90 - Wedden beleidsdomein WVG (pro memorie) Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 11.90 – Wedden WVG (ex 11.90 pr 99.10) (pro memorie) Departement WVG
712
4UVL m/S#
2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
0
2008 (krediet)
0
In voorkomend geval worden de salarissen en toelagen van personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering die met verlof voor opdracht zijn, uitbetaald door het ministerie WVG en worden deze vervolgens terugbetaald aan het ministerie. De betaling van deze lonen en toelagen gebeurt vanuit deze basisallocatie. Basisallocatie 12.30 - Werkingskosten informatica departement WVG Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 12.77 – Informaticakredieten departement Departement WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
136 109
2008 (krediet) 138 137
Voor de verdere uitbouw van de informatica-omgeving van het departement en voor het beschikbaar houden, het onderhouden en herstellen van de bestaande omgeving worden de nodige werkingsbudgetten voorzien. De toename van het ordonnanceringskrediet is noodzakelijk om de engagementen uit het verleden te betalen. Basisallocatie 12.31 – Informaticakredieten IVA Zorg en Gezondheid Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 12.78 – Informaticakredieten IVA Zorg en Gezondheid Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
307 246
313 338
De apparaatskredieten worden aangewend om de beheersovereenkomst en het ondernemingsplan te realiseren. Het vastleggingskrediet is nodig om de recurrente kosten van het agentschap te dragen. Dit bedrag wordt o.m. aangewend voor kosten i.v.m. het beschikbaar houden van de hardware, helpdesk en herstellingskosten, onderhoudskosten van de verschillende systemen zoals ORKA, ESRI (Arc View), IZAG, IPAG, eerste installatiekosten die aangerekend worden bij de levering van nieuwe hardware, bijdrage in projecten die door het beleidsdomein worden opgestart en waarin het agentschap een deel moet betalen, de geplande overgang naar VISTA en Office 2007 en de eerste installatiekost voor de adjunct van de directeur bij de Toezichtcommissie in uitvoering van het decreet betreffende het Gezondheidsinformatiesysteem Het ordonnanceringskrediet
713
4UVL m/S#
Uitgaande van een gevraagde vastleggingskrediet van 313.000 euro wordt een ordonnanceringskrediet ingeschreven van 338.000 euro. Basisallocatie 12.32 – Informaticakredieten IVA Jongerenwelzijn Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 12.80 – Informaticakredieten IVA Jongerenwelzijn IVA Jongerenwelzijn NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
969 823
1.013 1.004
Verhoging van het vastleggingskrediet wegens de reeds geciteerde personeelsuitbreiding in de gemeenschapsinstelling De Kempen. Het ordonnanceringskrediet werd opgetrokken om tot een meer evenwichtige verhouding tussen vastleggingen en ordonnanceringen te komen. Basisallocatie 12.33 – Informaticakredieten IVA Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 12.80– Informaticakredieten IVA Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin IVA Inspectie WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
39 30
2008 (krediet) 39 609
In 2007 werd gestart met de informatisering van het Agentschap Inspectie WVG. Deze informatisering moet toelaten dat de diverse personeelsleden van het IVA Inspectie met elkaar kunnen communiceren door gebruik te maken van dezelfde standaarden inzake mail, kalender en andere software. Verder wil het IVA Inspectie WVG vanuit de inspectievaststellingen meer burger- en beleidsgericht rapporteren. Ook dit vraagt een informaticaplatform dat eenduidig beschikbaar is voor alle personeelsleden. Tenslotte beschikken de Vlaamse en Federale overheidsdiensten over een schat aan informatie over voorzieningen en diensten die voor het Agentschap Inspectie bruikbaar is om gerichter te inspecteren bij voorzieningen die mogelijks slecht functioneren. Gerichter inspecteren heeft ongetwijfeld een gunstig effect op de toezichtslast. Een reeks gegevens dient niet langer ter plaatse gecontroleerd te worden en de inspectiefrequentie van goed functionerende diensten kan worden verlaagd. Ook dit vraagt dat het voor het Agentschap Inspectie uitgewerkte informaticaplatform in staat is om de verschillende databronnen te kunnen inlezen. Het IVA Inspectie wil dit platform zo snel als mogelijk realiseren en verwacht in 2008 570.000 euro betalingen vanuit de verbintenissen 2007. Daarnaast werd voorzien in 30.000 euro betalingen vanuit de verbintenissen 2008. Basisallocatie 12.70 - Algemene werkingskosten departement WVG Begroting 2007 Basisallocatie 41.1 12.01 – Specifieke werkingskosten andere dan deze bedoeld in de overige basisallocaties Basisallocatie 41.1 12.70 – Algemene werkingskosten van het departement WVG (ex-CBGS) Basisallocatie 90.7 12.70 – Algemene werkingskosten departement
714
4UVL m/S# Departement WVG
2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
723
2008 (krediet) 750
Voor de betaling van de werkingskosten van het departement WVG worden op deze basisallocatie de nodige middelen voorzien. Als gevolg van de aanpassing van de begrotingsstructuur is de nieuwe basisallocatie de samensmelting van drie basisallocaties die allen gelijksoortige uitgaven financierden. Daarnaast wordt het krediet aangepast in functie van de index en door middel van een overheveling uit basisallocatie GA3470B. Ook wordt een overheveling van 47.000 euro doorgevoerd ter compensatie van de dotatie van de Strategische Adviesraad. Basisallocatie 12.71 – Algemene werkingskosten IVA Zorg en Gezondheid Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 12.71 – Algemene werkingskosten IVA Zorg en Gezondheid Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 887
2008 (krediet) 754
De apparaatskredieten worden aangewend om de beheersovereenkomst en het ondernemingsplan te realiseren. Voor de aanwerving van 1 adjunct van de directeur voor de Toezichtcommissie moet op deze basisallocatie 3.000 euro bijkomende werkingkredieten voorzien worden. Er wordt tevens een overheveling vanuit deze ba voorzien naar de budgetten van Bestuurszaken tbv 103 deuro voor een N-1 functie die vroeger op deze ba betaald werd. Ook wordt een overheveling van 43.000 euro doorgevoerd ter compensatie van de dotatie van de Strategische Adviesraad. Tot slot wordt het bedrag nog verhoogd met de index. Basisallocatie 12.72 – Algemene werkingskosten IVA Jongerenwelzijn Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 12.72 Algemene werkingskosten IVA Jongerenwelzijn NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC) 3.211
2008 (krediet) 3.325
715
4UVL m/S#
Aangroei ingevolge indexatie en de uitbreiding van de personeelsformatie in de gemeenschapsinstelling De Kempen. Daarnaast wordt een overheveling van 17.000 euro doorgevoerd ter compensatie van de dotatie aan de Strategische Adviesraad. Basisallocatie 12.73 – Algemene werkingskosten IVA Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 12.73 – Algemene werkingskosten IVA Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin IVA Inspectie WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
616
2008 (krediet) 702
Het budget wordt aangewend voor de financiering van de werkingskosten van het IVA. De stijging van het budget is het gevolg van volgende factoren: Dit budget wordt verhoogd met 80.000 euro voor het op kruissnelheid brengen van het project ‘accreditering van ziekenhuizen’, waarvoor in 2007 reeds een opstap was toegekend. Basisallocatie 34.70 - Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest op grond van de artikelen 1382, 1383 en 1384, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking – departement WVG Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 34.70 – Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest op grond van de artikelen 1382, 1383 en 1384 lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking - departement Departement WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
11
2008 (krediet) 0
Gelet op het eerder uitzonderlijk karakter van schadevergoedingen voor het departement wordt geen krediet voorzien. In voorkomend geval zal het noodzakelijke krediet ter beschikking worden gesteld. Basisallocatie 34.71 – Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams gewest op grond van artikelen 1382, 1383, en 1384, lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking – IVA Zorg en Gezondheid Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 34.71 – Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams gewest op grond van artikelen 1382, 1383, en 1384, lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking – IVA Zorg en Gezondheid Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid
4UVL m/S#
716
2007 (krediet BC) 12
NGK GVK GOK VRK MACH
2008 (krediet) 12
De apparaatskredieten worden aangewend om de beheersovereenkomst en het ondernemingsplan te realiseren. Constant beleid wordt aangehouden. Te voorzien krediet 12.000 euro Basisallocatie 34.72 – Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams gewest op grond van artikelen 1382, 1383, en 1384, lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking – IVA Jongerenwelzijn Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 34.72 – Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest op grond van de artikelen 1382, 1383 en 1384 lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking – IVA Jongerenwelzijn IVA Jongerenwelzijn 2007 (krediet BC) 61
NGK GVK GOK VRK MACH
2008 (krediet) 61
Constant beleid wordt aangehouden. Te voorzien krediet 61.000 euro Basisallocatie 34.73 – Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest op grond van de artikelen 1382,1383 en 1384 lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 34.73 – Schadevergoedingen aan derden waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest op grond van de artikelen 1382,1383 en 1384 lid 3 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk zijn krachtens een vonnis of arrest of krachtens een minnelijke schikking - IVA inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin IVA Inspectie WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
3
2008 (krediet) 0
Gelet op het eerder uitzonderlijk karakter van schadevergoedingen voor het IVA Inspectie wordt geen krediet voorzien. In voorkomend geval zal het noodzakelijke krediet ter beschikking worden gesteld.
717
4UVL m/S#
Basisallocatie 41.70 – Dotatie aan de Strategische Adviesraad Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 41.70 – Dotatie aan de Strategische Adviesraad Departement WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
0
2008 (krediet) 425
Ieder beleidsdomein dient te beschikken over een Strategische Adviesraad. Voor het beleidsdomein WVG wordt deze georganiseerd binnen de SERV. Het extra budget werd op diverse basisallocaties gecompenseerd. Basisallocatie 74.30 - Investeringen informatica departement WVG Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 74.74 – Aankopen en investeringen informatica departement Departement WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
234 186
2008 (krediet) 238 237
Voor de verdere uitbouw van de informatica-omgeving van het departement en voor het beschikbaar houden, het onderhouden en herstellen van de bestaande omgeving worden de nodige werkingsbudgetten voorzien. De toename van het ordonnanceringskrediet is noodzakelijk om de engagementen uit het verleden te betalen. Basisallocatie 74.31 – Aankopen en investeringen informatica IVA Zorg en Gezondheid Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 74.75– Aankopen en investeringen informatica IVA Zorg en Gezondheid Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
101 81
104 628
De apparaatskredieten worden aangewend om de beheersovereenkomst en het ondernemingsplan te realiseren. Het vastleggingskrediet is nodig om de recurrente kosten van het agentschap te dragen. Dit bedrag wordt o.m. aangewend voor de vervanging van afgeschreven PC’s die buiten het onderhoudscontract vallen, het verder implementeren van het ‘anders werken’ systeem in de buitendiensten en de eerste installatiekost voor
4UVL m/S#
718
de adjunct van de directeur bij de Toezichtcommissie in uitvoering van het decreet betreffende het Gezondheidsinformatiesysteem. Het ordonnanceringskrediet Uitgaande van een gevraagde vastleggingskrediet van 104.000 euro en daar bij rekeninghoudende met de verbintenissen vorige jaren wordt een ordonnanceringskrediet van 628.000 euro ingeschreven. Basisallocatie 74.32 – Aankopen en investeringen informatica IVA Jongerenwelzijn Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 74.76 Aankopen en investeringen informatica IVA Jongerenwelzijn IVA Jongerenwelzijn NGK GVK GOK VRK MACH
2007 (krediet BC)
2008 (krediet)
1.070 817
1.098 1092
Verhoging van het vastleggingskrediet wegens de reeds geciteerde personeelsuitbreiding in de gemeenschapsinstelling De Kempen. Het ordonnanceringskrediet werd opgetrokken wegens een aanpassing aan de indexevolutie en om tot een meer evenwichtige verhouding tussen vastleggingen en ordonnanceringen te komen. Basisallocatie 74.33 – Aankopen en investeringen informatica IVA Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 74.77 – Aankopen en investeringen informatica IVA Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin IVA Inspectie WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK MACH
118 95
2008 (krediet) 120 119
Dit budget voorziet in de middelen voor het IVA inspectie WVG om de noodzakelijke informaticavervangingsinvesteringen te realiseren. Basisallocatie 74.70 - Investeringsgoederen departement WVG Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 74.70 – Overige investeringsgoederen departement Departement WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK GOK VRK
28
2008 (krediet) 28
719
4UVL m/S#
MACH
Voor de uitvoering van de taken van het departement kan het noodzakelijk zijn bepaalde investeringsgoederen aan te kopen of te vervangen. Aangezien voor 2008 geen bijzondere uitgaven voorzien zijn wordt het krediet op een constant niveau behouden. Basisallocatie 74.71 – Overige investeringsgoederen IVA Zorg en Gezondheid Begroting 2007 Basisallocatie 903.7 74.71 – Overige investeringsgoederen IVA Zorg en Gezondheid Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid 2007 (krediet BC) 28
NGK GVK GOK VRK MACH
2008 (krediet) 31
De apparaatskredieten worden aangewend om de beheersovereenkomst en het ondernemingsplan te realiseren. Het constant beleid wordt aangehouden waardoor een krediet van 28.000 euro moet worden voorzien. Dit krediet wordt verhoogd met de eerste installatiekost voor de adjunct van de directeur bij de Toezichtcommissie in uitvoering van het decreet betreffende het Gezondheidsinformatiesysteem. Voor dit laatste onderdeel moet 3.000 euro ingeschreven worden. Dit brengt het totaal benodigde krediet op 31.000 euro. Basisallocatie 74.72 – Overige investeringsgoederen IVA Jongerenwelzijn Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 74.72 – Overige investeringsgoederen IVA Jongerenwelzijn IVA Jongerenwelzijn 2007 (krediet BC) 299
NGK GVK GOK VRK MACH
2008 (krediet) 303
Voor de uitvoering van de taken van het IVA Jongerenwelzijn kan het noodzakelijk zijn bepaalde investeringsgoederen aan te kopen of te vervangen. Aangezien voor 2008 geen bijzondere uitgaven voorzien zijn wordt het krediet op een constant niveau behouden en enkel aangepast aan de index. Basisallocatie 74.73 –Overige investeringsgoederen IVA Inspectie Welzijn Volksgezondheid en Gezin Begroting 2007 Basisallocatie 90.7 74.73 –Overige investeringsgoederen IVA Inspectie Welzijn Volksgezondheid en Gezin IVA Inspectie WVG 2007 (krediet BC) NGK GVK
7
2008 (krediet) 7
4UVL m/S#
720
GOK VRK MACH
Dit budget blijft ongewijzigd ten aanzien van de begroting 2007 en voorziet in de middelen voor het IVA Inspectie WVG om de noodzakelijke vervangingsinvesteringen te realiseren.