Rapport
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen
februari 2010 Wij hebben de grootst mogelijke zorg besteed aan deze uitgave. Aan de inhoud hiervan kunnen echter geen rechten worden ontleend. Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die het gevolg is van het gebruik van de informatie die door middel van deze uitgave is verkregen. Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder vooraf verkregen toestemming. Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik Postbus 3089, 3502 GB Utrecht Churchilllaan 11, 3527 GV Utrecht tel 0888 800 400 fax 030 296 29 12
[email protected] www.medicijngebruik.nl
Inhoud
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen 4 4 4 4 5 10 10
Samenvatting Wat is een onafhankelijke artsenbezoeker? Wat is de Benchmark Voorschrijven? De uitvoering van een pilot artsenbezoek door het IVM Het effect van de onafhankelijke artsenbezoeken op de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven Wat is het effect van het artsenbezoek op de kosten van het voorschrijven? Wat vinden huisartsen ervan?
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen
3
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen Samenvatting De kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven door huisartsen verbetert door het inzetten van een onafhankelijk artsenbezoeker. De onafhankelijke artsenbezoeker bespreekt met de huisarts zijn scores op de indicatoren van de Benchmark Voorschrijven en stelt met de huisarts een verbeterplan op. In een pilot van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik verbeterde de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven voor de indicatoren die vóór de interventie laag scoorden, met gemiddeld 7,5% bij het bezoeken van huisartsen(praktijken) en met gemiddeld 4,9% bij FTO-groepen. Dit levert een besparing op van de geneesmiddelkosten van duizenden euro's per jaar per huisartsennormpraktijk. Wat is een onafhankelijke artsenbezoeker? Een onafhankelijke artsenbezoeker is een (huis)arts of apotheker van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) die huisartsen bezoekt om over farmacotherapie te praten. Een onafhankelijke artsenbezoeker is goed op de hoogte van de aanbevelingen in de NHG-standaarden en in staat om prescriptie-indicatoren toe te lichten. Hij bezit gespreksvaardigheden om mogelijke weerstanden en knelpunten met de huisarts of FTO-groep te bespreken en maakt met de huisarts of FTO-groep een concreet verbeterplan. Wat is de Benchmark Voorschrijven? De Benchmark Voorschrijven van het IVM bestaat uit een set van 24 indicatoren waarmee de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven door de huisarts van de meest voorgeschreven geneesmiddelen kan worden vastgesteld. De indicatoren zijn gebaseerd op de NHG-standaarden. Het IVM heeft de Benchmark Voorschrijven in opdracht van het ministerie van VWS ontwikkeld. De Benchmark Voorschrijven is bedoeld om eigen prestaties van de huisarts te spiegelen aan die van anderen om verbetermogelijkheden te identificeren en zo verbeteringen te implementeren. Het IVM heeft samen met de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) een webrapportage ontwikkeld voor apothekers, waarin de uitkomsten op de indicatoren van de Benchmark Voorschrijven berekend zijn voor de huisartsen en de FTO-groep van de apotheek. De uitkomsten worden gespiegeld aan landelijke referentiewaarden. De uitvoering van een pilot artsenbezoek door het IVM In 2008 en 2009 heeft het IVM ervaring opgedaan met bezoeken bij 40 huisartsen en 20 FTO-groepen. De onafhankelijk artsenbezoeker van het IVM bezocht huisartsen individueel, in praktijkverband of als FTO-groep. Voorafgaand aan het bezoek nam de artsenbezoeker (na toestemming van de arts(en)) contact op met de apotheek om de scores van de huisarts(en) op de indicatoren van Benchmark Voorschrijven in kaart te brengen.
4
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen
Het bezoek duurde ongeveer een half uur per arts of praktijk. Bij de FTOgroepen vond een voorbereiding plaats met een huisarts en een apotheker van de FTO-groep. Daarna volgde een FTO-bijeenkomst van anderhalf uur. Tijdens het bezoek besprak de artsenbezoeker de scores op alle indicatoren met de huisarts(en), de knelpunten die huisartsen met de NHG-standaard ervaren en mogelijke oplossingen. Bij ieder bezoek selecteerde de huisarts of FTO-groep enkele verbeterpunten om aan te gaan werken in de komende periode. Hiervoor gaf de artsenbezoeker praktische tips. Na een half jaar nam de artsenbezoeker telefonisch contact op om de voortgang en eventuele knelpunten te bespreken. Na een jaar bezocht de artsenbezoeker de huisarts of FTO-groep opnieuw. Tijdens dat bezoek presenteerde de artsenbezoeker de verbeteringen in de scores van de huisarts of FTO-groep op de indicatoren van de Benchmark Voorschrijven en besprak de knelpunten waar de huisarts(en) tegenaan liep bij het realiseren van de verbeterpunten. Het effect van de onafhankelijke artsenbezoeken op de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven Bij de analyse van het effect van het artsenbezoek bleek dat de bezochte artsen en FTO-groepen gemiddeld beter scoorden op de indicatoren na de bezoeken. De individueel bezochte huisartsen verbeterden zich gemiddeld met 1,6% en de FTO-groepen met 2,7% op alle indicatoren (het betreft in de pilot 21 indicatoren). De verbetering treedt vooral op bij indicatoren waar de huisartsen voor het artsenbezoek door het IVM onder het landelijke gemiddelde scoorden: daar verbeterden de huisartsen zich met 7,5% en de FTO-groepen zich met 4,9%.
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen
5
In tabel 1 staat vermeld in hoeverre de indicatoren verbeterden bij individueel bezochte huisartsen en bij FTO-groepen. De tabel bevat ook hoe de indicatoren van de benchmark voorschrijven zich in de periode 2008-2009 landelijk ontwikkelden. De tabel laat zien dat de bezochte huisartsen zich gemiddeld 1,6% verbeterden, de FTO-groepen 2,7% en het landelijke niveau 2,0%.
Tabel 1 Verbetering van de scores op de indicatoren van de Benchmark Voorschrijven na interventie Indicator
Huisartsen %
FTO-groepen %
Landelijk %
Voorkeursmiddelen antibiotica
0,8
0,5
0,1
Behandeling astmapatiënten met ICS
0,9
1,1
-0,2
Dosering temazepam bij ouderen
0,2
-2,3
-1,0
Overbehandeling bij startende gebruikers slaapmiddelen
3,4
3,7
2,3
Dosering statines
4,9
8,3
4,4
Voorkeursmiddelen statines
2,9
8,3
11,7
Voorkeursmiddelen RAS-remmers
2,7
-0,9
2,4
Behandeling HVZ-patiënten met statines
1,5
0,8
0,9
Behandeling diabetespatiënten met statines
1,6
1,5
1,5
Generieke SSRI's
0,5
1,3
0,8
-5,2
0,9
-1,5
Behandeling diabetespatiënten met metformine
0,9
2,7
2,1
Terughoudend voorschrijven thiazolidinedionen
2,0
3,7
2,4
Behandeling eczeempatiënten met indifferente middelen
2,2
1,5
1,9
Overbehandeling sterk werkende dermatocorticosteroïden
0,9
0,6
0,2
Generieke protonpompremmers
4,8
12,2
8,5
-3,7
-2,1
-1,6
Therapietrouw bisfosfonaten
1,9
0,5
0,9
Overbehandeling met triptanen
8,8
9,8
0,0
-0,1
0,7
0,4
Behandeling NSAID-gebruikers met maagmiddelen
2,6
3,9
6,2
Gemiddelde verbetering indicatorscore
1,6
2,7
2,0
Therapietrouw antidepressiva
Voorkeursmiddelen bij maagklachten
Voorkeursmiddelen NSAID's
6
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen
Om de gemiddelde verbeteringen van huisartsen en FTO-groepen in een juist perspectief te kunnen plaatsen, zijn in tabel 2 de scores van de indicatoren vóór de interventie weergegeven. Hieruit blijkt dat de bezochte huisartsen gemiddeld 4,4% hoger scoorden dan de landelijke cijfers. De FTO-groepen scoorden gemiddeld 0,5% hoger. We kunnen dan ook concluderen dat de bezochte artsen en FTO-groepen een verbetering lieten zien in kwaliteit en doelmatigheid van voorschrijven ondanks dat zij een hogere gemiddelde score vóór de interventie hadden dan het landelijke niveau.
Tabel 2 Gemiddelde scores op de indicatoren van de Benchmark Voorschrijven voor interventie Indicator
Huisartsen %
FTO-groepen %
Landelijk %
Voorkeursmiddelen antibiotica
83,3
81,5
80,4
Behandeling astmapatiënten met ICS
80,9
80,6
81,7
Dosering temazepam bij ouderen
84,2
74,7
71,0
Overbehandeling bij startende gebruikers slaapmiddelen
66,8
50,2
50,0
Dosering statines
46,1
43,7
44,0
Voorkeursmiddelen statines
78,2
74,4
70,6
Voorkeursmiddelen RAS-remmers
78,4
65,9
62,5
Behandeling HVZ-patiënten met statines
65,7
64,2
62,9
Behandeling diabetespatiënten met statines
67,5
68,8
65,8
Generieke SSRI's
91,2
91,4
90,8
Therapietrouw antidepressiva
58,9
55,5
55,2
Behandeling diabetespatiënten met metformine
88,7
82,1
83,0
Terughoudend voorschrijven thiazolidinedionen
93,6
91,3
92,5
Behandeling eczeempatiënten met indifferente middelen
26,8
25,4
23,5
Overbehandeling sterk werkende dermatocorticosteroïden
82,4
82,7
82,6
Generieke protonpompremmers
52,4
47,3
49,6
Voorkeursmiddelen bij maagklachten
26,9
23,2
16,6
Therapietrouw bisfosfonaten
80,5
78,7
77,2
Overbehandeling met triptanen
70,3
65,6
78,5
Voorkeursmiddelen NSAID's
95,1
92,0
93,7
Behandeling NSAID-gebruikers met maagmiddelen
85,0
82,9
80,1
Gemiddelde indicatorscore
71,6
67,7
67,2
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen
7
In tabel 3 is per indicator gekeken bij welke artsen de uitgangswaarde (nulmeting) onder of boven het landelijk gemiddelde scoorde. Hieruit blijkt dat waar artsen vóór het onafhankelijke artsenbezoek lager scoorden dan het gemiddelde, het effect van de bezoeken op de benchmark duidelijk positief (7,5% verbetering gemiddeld per indicator) was. Bij FTO-groepen is de verbetering op indicatoren die voor de interventie onder het landelijk gemiddelde scoren 4,9%. ). De verbetering treedt dus vooral op bij indicatoren waar de huisartsen voor het artsenbezoek door het IVM onder het landelijke gemiddelde scoorden. We concluderen dat het loont bij het artsenbezoek te focussen op die indicatoren waarop de huisartsen en FTOgroepen duidelijk onder het gemiddelde scoren.
Tabel 3 Verbetering van de scores op de indicatoren van de Benchmark Voorschrijven opgesplitst naar score voor interventie Huisartsen > landelijk %
Huisartsen < landelijk %
Voorkeursmiddelen antibiotica
-0,1
3,1
0,3
0,8
Behandeling astmapatiënten met ICS
-2,2
3,8
1,2
0,9
Dosering temazepam bij ouderen
-5,3
21,4
-3,2
-0,8
Overbehandeling bij startende gebruikers slaapmiddelen
-1,2
18,1
-0,1
6,4
2,0
8,0
5,0
10,4
-0,9
13,9
4,4
19,2
Voorkeursmiddelen RAS-remmers
0,6
18,4
-3,5
7,1
Behandeling HVZ-patiënten met statines
0,8
3,1
1,3
-0,1
Behandeling diabetespatiënten met statines
1,1
2,6
-0,5
5,4
Generieke SSRI's
0,1
1,4
0,2
2,4
-10,7
2,3
-0,6
2,5
Behandeling diabetespatiënten met metformine
-0,1
6,5
1,1
3,8
Terughoudend voorschrijven thiazolidinedionen
0,9
5,0
1,6
5,3
Behandeling eczeempatiënten met indifferente middelen
1,6
3,2
1,1
2,2
Overbehandeling sterk werkende dermatocorticosteroïden
0,5
1,1
-0,4
1,8
Generieke protonpompremmers
1,7
10,7
9,3
14,4
Voorkeursmiddelen bij maagklachten
-6,0
6,9
-2,8
-0,4
Therapietrouw bisfosfonaten
-2,0
7,6
-0,5
2,2
0,3
11,8
0,7
10,4
Voorkeursmiddelen NSAID's
-0,4
1,4
-0,7
2,6
Behandeling NSAID-gebruikers met maagmiddelen
-0,3
8,0
2,5
7,2
Gemiddelde indicatorscore
-0,9
7,5
0,8
4,9
Indicator
Dosering statines Voorkeursmiddelen statines
Therapietrouw antidepressiva
Overbehandeling met triptanen
8
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen
FTO-groepen FTO-groepen > landelijk < landelijk % %
Het IVM wilde ook weten of we vooraf kunnen bepalen op welke huisartsen en FTO-groepen we ons moeten richten om het grootste effect van het artsenbezoek te realiseren. Daarvoor hebben we gekeken naar de gemiddelde indicatorscore voor het artsenbezoek. Tabel 4 en 5 spitsen zich toe op het effect van artsenbezoek bij huisartsen en FTO-groepen gerelateerd aan het gemiddelde uitgangsniveau voor alle indicatoren. Ook geven tabel 4 en 5 het effect weer op drie doelmatigheidsindicatoren.
Tabel 4 Effecten op gemiddelde indicatorscore bij huisartsen Gemiddelde score voor interventie op alle indicatoren
n
Voor
Na
Verschil
57-70%
8
64,9%
69,4%
4,5%
70-73%
8
71,2%
72,5%
1,2%
73-74,5%
8
73,8%
74,9%
1,0%
74,5-80%
8
76,8%
77,0%
0,2%
Gemiddelde score voor interventie op drie doelmatigheidsindicatoren
n
Voor
Na
Verschil
15-68%
8
49,6%
60,2%
10,6%
68-74%
8
70,8%
76,2%
5,5%
74-81%
8
76,5%
76,2%
-0,3%
81-89%
8
83,8%
81,5%
-2,3%
Gemiddelde score voor interventie alle indicatoren
n
Voor
Na
Verschil
61-67,5%
8
65,1%
68,2%
3,1%
67,5-75%
8
70,4%
72,5%
2,1%
Gemiddelde score voor interventie drie doelmatigheidsindicatoren
n
Voor
Na
Verschil
40-64%
8
57,0%
67,0%
10,0%
64-74%
8
68,4%
70,4%
2,0%
Tabel 5 Effecten op gemiddelde indicatorscore bij FTO-groepen
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen
9
Tabel 4 en 5 laten - niet onverwacht - zien dat het grootste effect op het voorschrijven bij huisartsen en FTO-groepen wordt bereikt die relatief slecht presteren op alle indicatoren. Hetzelfde is zichtbaar voor de drie doelmatigheidsindicatoren. Verder is het effect op individueel bezochte huisartsen groter dan op bezochte FTO-groepen. Hier staat tegenover dat bij artsenbezoek van FTO-groepen meer huisartsen tegelijk worden bereikt. Wat is het effect van het artsenbezoek op de kosten van het voorschrijven? Het verbeteren van sommige indicatoren geeft naast de kwaliteitswinst ook een duidelijke financiële besparing. Er zijn drie indicatoren waar grote kostenbesparingen mogelijk bleken: generiek voorschrijven protonpompremmers, voorkeursmiddelen statines en voorkeursmiddelen RAS-remmers. We hebben berekend dat een verbetering van 10% op deze indicatoren door een huisartsennormpraktijk, een besparing inhoudt van 4000 euro per jaar per indicator. Bij onze artsenbezoeken verbeterden de scores op deze indicatoren bij de praktijken die onder het gemiddelde zaten met gemiddeld 14% (zie ook tabel 3). Hieruit concluderen we dat het kosteneffect van de interventie bij huisartsen of FTO-groepen die op therapiekeuze protonpompremmers, statines en/of RAS-remmers onder het Nederlands gemiddelde zitten, minimaal 4000 euro per jaar per normpraktijk is. Dit weegt ruimschoots op tegen de investering (kosten IVM en kosten tijd huisartsen en FTO-groepen) zoals het hiernavolgende laat zien. Per individuele huisarts of FTO-groep bedragen de kosten van het artsenbezoek door het IVM in 2010 2600 euro exclusief BTW). Verder besteden de individuele huisartsen en FTOgroepen tijd. Met betrekking tot de FTO-groep betreft het twee bijeenkomsten, die toch gehouden worden. Verder mag worden verwacht dat het effect van het artsenbezoek langer dan een jaar blijft bestaan. De interventie is dus kosteneffectief. Wat vinden huisartsen ervan? Al sinds 1980 zijn er experimenten gedaan met regionaal klinisch farmacologen, academische of onafhankelijke artsenbezoekers. Meerdere malen is het positieve effect hiervan op rationele farmacotherapie aangetoond en zijn belangrijke kenmerken van dergelijke bezoeken uitgebreid onderzocht. Hieruit blijkt dat een onafhankelijke ervaren collega het meeste effect heeft in vergelijking tot iemand die de alledaagse praktijk van de huisarts niet kent. Ook uit het onderzoek van IVM blijkt dat de deelnemende huisartsen vinden dat een dergelijk artsenbezoek vanuit een onafhankelijke organisatie moet worden verzorgd, zonder financieel belang. De deelnemende huisartsen willen bijvoorbeeld niet door de zorgverzekeraar worden bezocht. De meeste huisartsen geven aan het prettig te vinden met een collega (huis)arts die de benchmark goed begrijpt van gedachten te kunnen wisselen. Alle huisartsen vonden de aanpak van IVM zinvol. De meeste huisartsen hebben bewust aandacht gegeven aan de gekozen indicatoren. De resultaten op deze indicatoren zijn besproken evenals eventuele knelpunten bij het volgen van de NHG-standaard. Bijna alle huisartsen zouden dit gesprek ook aan collega's aanbevelen en willen zelf ook volgend jaar nogmaals meedoen.
10
Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen