Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
Studiegids opleiding Gezondheidszorgpsycholoog 2015 Inhoud 1.
Organisatie en inrichting van het onderwijs 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16
2.
Het cursorisch onderwijs 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3.
Inleiding Doelstelling van de opleiding Eindkwalificaties Inhoud en opzet van de opleiding De toelating Taken en verantwoordelijkheden van de opleidingsinstelling Vrijstelling Opleidingscommissie Examencommissie Kosten Website en elektronische leeromgeving Registratie als gezondheidszorgpsycholoog Registratie als orthopedagoog generalist NVO Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen (NVGzP)
Modules Overleg met RadboudCSW Literatuur en casussen Bibliotheek en testotheek Evaluatie en beoordeling Aanwezigheidsverplichting Locatie
6
7 9 9 9 9 9 10 11
Omvang en organisatie P-opleider en praktijkopleider Werkbegeleider Supervisor Algemeen opleidingplan en individueel opleidingsplan Praktijktoetsen, portfolio en opleidingsplan Evaluatie en beoordelingsprocedure
Studiegids gz-opleiding 2015
2 2 2 3 3 3 4 5 5 5 5 6 6 6 6
7
Het praktijkonderwijs 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
2
1
11 11 12 13 13 14 15
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
1.
Organisatie en inrichting van het onderwijs
1.1
Inleiding De opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (gz-opleiding) is een postdoctorale beroepsopleiding voor psychologen en pedagogen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg. De opleiding kent twee varianten: één gericht op kinderen & jeugdigen en één gericht op volwassenen & ouderen. De minister van VWS heeft met het inwerking stellen van de Wet BIG Nederland in zes regio’s verdeeld en de Stichting Psychologische vervolgOpleiding Nijmegen (SPON) daarbij aangewezen als erkende opleidingsinstelling voor de regio Oost Midden Nederland. De organisatie wordt uitgevoerd door het Radboud Centrum Sociale Wetenschappen (RadboudCSW), onderdeel van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen. SPON participeert in het Landelijk Overleg van GGZ-Opleidingsinstellingen (vereniging LOGO) dat afstemming en samenwerking van de zes opleidingsinstellingen tot doel heeft. In deze studiegids staat informatie over de organisatie en inrichting van de opleiding, over het cursorisch onderwijs en over het praktijkonderwijs.
1.2 Doelstelling van de opleiding De doelstelling van de gz-opleiding is om de basispsycholoog op te leiden tot een competente gz-psycholoog. De gz-psycholoog is een breed opgeleide professional en werkzaam in vele settings waarin cliënten met diverse problematiek zich aanmelden. Ongeveer de helft van de gz-psychologen werkt in de geestelijke gezondheidszorg, de andere helft in de somatische zorg, in forensische instellingen, de verslavingszorg, de jeugdzorg, gehandicaptenzorg of in sectoren buiten de gezondheidszorg. Binnen deze sectoren werkt hij als zelfstandig diagnosticus en behandelaar van psychische stoornissen en psychische aspecten van lichamelijke ziekten, invaliditeit en problemen in de persoonlijke levenssfeer. Hij richt zich in eerste instantie op kortdurende hulpverlening van lichte tot matig complexe problematiek. De gz-psycholoog werkt zowel intra- als interdisciplinair. Het competentieprofiel van de gz-psycholoog is te vinden op Moodle en in het Handboek voor gz-psychologen (pagina 37 en verder).
1.3 Eindkwalificaties Tot het takenpakket van de gz-psycholoog behoren onder meer het verrichten van psychologische en orthopedagogische diagnostiek met behulp van tests, observaties en interviews met als doel de problematiek van de cliënt of het cliëntsysteem in kaart te brengen, te begrijpen en een adequate aanpak te formuleren. Tevens kenmerkend in zijn takenpakket is de indicatiestelling. Het toewijzen van de cliënt aan de meest geschikte behandeling of begeleiding is daarbij het doel. In veel gevallen is de gz-psycholoog ook degene die behandelingen en begeleiding initieert en uitvoert. Dat betreft doorgaans kortdurende en klachtgerichte interventies waarvan een aantal in protocollen en richtlijnen zijn beschreven. Ook het aansturen van anderen in het uitvoeren van (delen van) behandelingen behoort tot de taken, evenals het leidinggeven aan behandelteams. Diagnostiek, indicatiestelling en behandeling richten zich op uiteenlopende problematiek die kan variëren van enkelvoudig tot meer complex, die de gehele levensloop omvat. Te denken valt hierbij aan emotionele en gedragsproblemen, het leren omgaan met verworven aandoeningen en het zich leren aanpassen aan nieuwe levensfasen. Hoewel de gz-psycholoog qua diagnostiek en indicatiestelling zeker het hele veld overziet, behoren meervoudige diagnoses en persoonlijkheidsproblematiek doorgaans minder tot de behandeltaken van de gzpsycholoog. Binnen de beroepsuitoefening werkt de gz-psycholoog met aan het domein aanpalende specialisten, zoals de klinisch psycholoog, psychiater, psychotherapeut en orthopedagoog
Studiegids gz-opleiding 2015
2
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
samen. Daarnaast werkt hij samen met verschillende verpleegkundigen, fysiotherapeuten en maatschappelijk werkers.
andere
professionals
als
1.4 Inhoud en opzet van de opleiding De gz-opleiding omvat tenminste 3600 uur (exclusief literatuurstudie) en is als volgt opgebouwd: CURSUS
PRAKTIJK
Contacturen
Praktijkopdrachten
Werkzaamheden
Supervisie
Diagnostiek
200
100
1116
36
Indicatiestelling
40
20
279
9
Behandeling
200
100
1116
36
Overige taken
40
20
279
9
Totaal
480
240
2790
90
Het cursorisch programma van 480 uur volgt u in 2 jaar. Voor het cursorisch programma geldt een strikte aanwezigheidsverplichting en er wordt intensieve voorbereiding verwacht in de vorm van literatuurstudie en praktijkopdrachten. Daarnaast bestaat de opleiding uit een praktijkdeel van twee tot vier jaar waarin u tenminste 16 uur per week omschreven praktijkervaring moet opdoen onder begeleiding van een erkend praktijkopleider en werkbegeleider en met omschreven supervisie van erkende supervisors. Dit deel van de opleiding vindt plaats binnen een praktijkopleidingsinstelling, waarmee bindende afspraken zijn gemaakt over de inhoud en organisatie van de praktijkopleiding. Onder eindverantwoordelijkheid van de hoofdopleider geven docenten vorm aan het cursorisch programma en praktijkopleiders aan het praktijkprogramma. De opleiding is erop gericht theorie en praktijk zinvol met elkaar te verbinden. Deze opleiding heeft een beperkte opleidingscapaciteit en stelt hoge eisen aan de kandidaten voor de opleiding. Ook zijn er formele toelatingsvoorwaarden.
1.5 De toelating Een doctoraalopleiding of universitaire Masteropleiding in de psychologie, pedagogiek of geestelijke gezondheidkunde is een vereiste voor deelname aan de opleiding. Daarnaast moeten alle kandidaten aan een omschreven aantal onderdelen hebben voldaan (vastgesteld op de LOGO-verklaring). Tot slot dienen kandidaten door een erkende praktijkinstelling te worden voorgedragen voor de gz-opleiding. Praktijkinstellingen worden erkend door SPON. De selectie van deelnemers voor de opleiding vindt in eerste instantie in de praktijk plaats. Soms worden interne kandidaten uit de praktijkinstellingen voorgedragen, in andere gevallen wordt een vacature opgesteld waarna een sollicitatieprocedure wordt gevolgd. De praktijkopleider en sollicitatiecommissie dragen op basis van deze procedure een kandidaat voor aan de hoofdopleider, die in een toelatingsgesprek vaststelt of de kandidaat tot de opleiding kan worden toegelaten. Na toelating tot de opleiding neemt de praktijkinstelling de deelnemer voor de duur van de opleiding in dienst. De verplichtingen van de opleidingsinstelling (RadboudCSW/SPON), praktijkinstelling en deelnemer worden vastgelegd in de opleidingsovereenkomst.
Studiegids gz-opleiding 2015
3
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
1.6
Taken en verantwoordelijkheden van de opleidingsinstelling Het secretariaat is het eerste aanspreekpunt van de opleiding. Hier komen post en telefoon binnen. Alle producten bestemd voor deelnemers, docenten, praktijkopleiders en de diverse commissies komen van het secretariaat. Voor allerlei algemene vragen kunt u hier terecht. De organisatie van de opleiding berust bij de coördinator van het RadboudCSW. De coördinator: • is het aanspreekpunt voor alle individuele kwesties met betrekking tot de opleiding van cursisten, docenten, praktijkopleiders en directies waarvoor de bestaande regelingen en afspraken geen uitkomst bieden; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de werving van opleidingsplaatsen; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de sollicitatie- en selectieprocedure van kandidaten; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor het overleg over de invulling en evaluatie van de opleidingsroutes (praktijk en theorie) met docenten, praktijkopleiders, cursisten en hoofdopleiders; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de studievoortgangbewaking van cursisten; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de noodzakelijke erkenningprocedures van de opleiding en de cursorische onderdelen; • is ambtelijk secretaris van de regionale opleidingscommissie gz; • is (gedelegeerd) verantwoordelijk voor de financiële afhandeling en budgetbewaking van de opleiding tot gz-psycholoog; • participeert in het landelijk overleg van hoofdopleiders en coördinatoren (HCO) van het Landelijke Overleg GGZ Opleidingsinstellingen (vereniging LOGO); • participeert in ontwikkeltaken op het gebied van de postdoctorale GGZ-opleidingen. De inhoudelijke eindverantwoordelijkheid voor de opleiding berust bij de hoofdopleider van de opleiding. De hoofdopleider: • is eindverantwoordelijk voor het geheel van de opleiding en mede verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling van de postdoctorale opleidingen; • is verantwoordelijk voor selectie en aanname van deelnemers; • adviseert de Stichting Psychologische vervolgOpleiding Nijmegen over de aanwijzing van de opleidingsplaatsen en de voordracht van praktijkopleiders; • is verantwoordelijk voor de keuze van docenten; • is eindverantwoordelijk voor de evaluatie en de daarop mede gebaseerde bijstellingen van het cursorisch programma en van individuele praktijkopleidingroutes; • is aanspreekbaar voor individuele opleidingsproblemen wanneer deze niet in overleg met betrokken docenten, praktijkopleider, supervisor of coördinator opgelost kunnen worden; • is voorzitter van de regionale overlegorganen en de examencommissie en is adviseur van de Stichting Psychologische vervolgOpleiding Nijmegen en vertegenwoordigt de opleiding in landelijke organen. De hoofdopleider, coördinator en managementassistent werken in één team samen aan de organisatie van een of meerdere opleidingsgroepen.
1.7
Vrijstellingen In het landelijk overleg van hoofdopleiders en coördinatoren van de gz-opleidingen is een vrijstellingenbeleid vastgesteld. Deze regeling is op Moodle te vinden. Voor het praktijk-onderwijs is geen vrijstelling mogelijk.
Studiegids gz-opleiding 2015
4
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
1.8
Opleidingscommissie De opleidingscommissie adviseert de hoofdopleider gevraagd en ongevraagd over alle zaken met betrekking tot het onderwijs. Ook is het een belangrijk orgaan voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs. In deze commissie hebben de hoofddocenten, een aantal praktijkopleiders en een afvaardiging van de deelnemers aan de opleiding zitting. In de regel komt de commissie vier keer per jaar bijeen. Deelnemers aan de opleiding die graag deel willen nemen kunnen dit bij de secretaris van de commissie kenbaar maken. Voor deelname aan de vergaderingen is vergoeding geregeld.
Opleidingscommissie GZ K&J Voorzitter: Marc Verbraak Secretaris: Jan-Wilm Delicat Opleidingscommissie GZ V&O Voorzitter: Marc Verbraak Secretaris: Nardy Welling
1.9
Examencommissie De examencommissie bewaakt de naleving van het examenreglement en beoordeelt ieder jaar de studievoortgang van alle deelnemers aan de opleiding. Ook beoordeelt de examencommissie aan het eind van de opleiding of een deelnemer zijn of haar diploma in ontvangst kan nemen. De examencommissie bestaat uit dezelfde personen als de opleidingscommissie minus de afvaardiging van de deelnemers aan de opleiding.
1.10 Kosten Het cursusgeld voor de gz-opleiding wordt jaarlijks door het bestuur van SPON vastgesteld en op de website (www.rcsw.nl) gepubliceerd. Het bedrag dient in vastgestelde betalingstermijnen te worden voldaan. In sommige gevallen betaalt de praktijkinstelling naast het salaris ook (een deel van) de opleidingskosten. Hierover maken de deelnemers zelf afspraken met de praktijkinstelling. De afspraken kunnen aan het secretariaat van het RadboudCSW worden doorgegeven. Daarnaast zijn er kosten verbonden aan de benodigde literatuur. Per module wordt aangegeven welke boeken aangeschaft moeten worden. De totale kosten hiervoor liggen om en nabij de € 1.000,- en zijn in principe voor rekening van de deelnemer. De cursuskosten voor de gz-opleiding zijn fiscaal aftrekbaar. Voor de belastingdienst ontvangen de deelnemers een verklaring van het RadboudCSW.
1.11 Website en elektronische leeromgeving Op de website (www.rcsw.nl) vindt men algemene informatie over de opleidingen, antwoorden op veel gestelde vragen, nieuws en contactinformatie. Via de website kan men ook inloggen op Moodle; de elektronische leeromgeving van het RadboudCSW. Moodle (moodle.rcsw.nl) bevat alle cursusinformatie en veel cursusmateriaal, maar ook specifieke opleidingsinformatie, opleidingseisen, roosters, de praktijkopleiding en handleidingen. Voor Moodle ontvangen deelnemers een wachtwoord. Iedereen die toegang heeft tot het systeem krijgt verschillende rechten. Over het hele systeem ligt een rollen- en rechtenbeleid: afhankelijk van uw rol krijgt u bepaalde gegevens te zien. De deelnemer heeft toegang tot Moodle tot het moment waarop hij het getuigschrift ontvangt. Deelnemers onderhouden in Moodle hun persoonlijke portfolio. Alleen de deelnemer, de betreffende praktijkopleider, hoofdopleider en medewerkers van het RadboudCSW hebben toegang tot de pagina waarin dit portfolio is opgeslagen. Om de privacy te beschermen blijft de toegang tot het praktijkdeel van Moodle beperkt tot deze kleine groep gebruikers.
Studiegids gz-opleiding 2015
5
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
1.12
Registratie als gezondheidszorgpsycholoog BIG Twee keer per jaar vindt er een officiële diploma-uitreiking plaats. Diegenen van wie de examencommissie heeft bepaald dat ze hun diploma in ontvangst mogen nemen kunnen aan de uitreiking deelnemen. Met een afschrift van het diploma kunt u vervolgens de BIG-registratie aanvragen. Na inschrijving in het BIG-register mag men zich pas gezondheidszorgpsycholoog noemen. Tot die tijd mogen deelnemers aan de opleiding zich psycholoog of pedagoog of geestelijk gezondheidkundige in opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog noemen. In de opleiding gebruiken we hiervoor de afkorting piog. De term gz-psycholoog in opleiding (GIO) is juridisch niet correct en mag niet gehanteerd worden. Meer informatie over de registratie als gz-psycholoog is te vinden op www.bigregister.nl.
1.13 Registratie als orthopedagoog generalist NVO Voor deelnemers aan de gz-opleiding met variant kinderen & jeugdigen bestaat op dit moment een overgangsregeling om na de gz-opleiding te kunnen voldoen aan de eisen van de NVO voor registratie als orthopedagoog generalist. De meest recente informatie hierover vindt u op www.nvo.nl.
1.14 Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het RadboudCSW een verklaring waarmee bij het NIP tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd (voor deelnemers met psychologie als vooropleiding).
1.15 Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het RadboudCSW een verklaring waarmee bij de NVO tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd (voor deelnemers met pedagogische wetenschappen als vooropleiding).
1.16 Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen (NVGzP) Deelnemers aan de opleiding ontvangen van het RadboudCSW een verklaring waarmee bij de NVGzP tegen een gereduceerd tarief een lidmaatschap kan worden aangevraagd.
Studiegids gz-opleiding 2015
6
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
2.
Het cursorisch onderwijs
2.1
Modules Het cursorisch programma van de Nijmeegse gz-opleiding is opgedeeld in thematische modules. Naast een aantal algemeen inleidende modules over psychodiagnostiek, indicatiestelling en behandeling en een aantal themabijeenkomsten dat valt onder GZpsycholoog in context is het opleidingsprogramma geordend op basis van klachtgebieden. Met behulp van literatuur, casuïstiek, rollenspelen en videodemonstraties gaan docenten per module systematisch in op het proces van diagnostiek, indicatiestelling en behandeling bij de betreffende klachten. Weerkerende aspecten zoals psychopathologie en normaliteit, psychodiagnostiek, etiologie en epidemiologie, behandelmogelijkheden vanuit verschillende psychotherapeutische referentiekaders (o.a. cognitieve gedragstherapie, cliëntgerichte benadering, psychodynamische benadering, waar opportuun), multidisciplinaire richtlijnen en de protocollaire, klachtgerichte en procesgerichte benaderingen komen per module aan bod. Ook is er telkens aandacht voor de specifieke benadering van de verschillende leeftijdscategorieën en het levensloopperspectief. Elke module bestaat uit een aantal bijeenkomsten van elk 3 uur (exclusief pauze). De vaste opleidingsdag voor opleiding GZ V&O is maandag of woensdag en voor de GZ K&J is dat dinsdag of donderdag. De bijeenkomsten vinden plaats op de ochtend en in de middag of middag en avond. Het RadboudCSW behoudt zich het recht voor om gedurende de opleiding uit te wijken naar een ander dagdeel of andere dag, al naar gelang de beschikbaarheid van docenten. Naast het verplicht bijwonen van de bijeenkomsten wordt van de deelnemers verwacht dat ze opgegeven literatuur bestuderen en (praktijk)opdrachten maken. Voor ieder contactuur gaan we uit van één uur voorbereiding in de vorm van literatuurstudie en een half uur in de vorm van (praktijk)opdrachten. De startweek. In de eerste week van de opleiding maakt de piog in vier lesdagen intensief kennis met de opleiding en met elkaar. De aftrap van een aantal cursusvakken vindt dan plaats. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het competentiegericht opleiden en de praktijkopleiding. 1
Het globaal programma voor de GZ K&J ziet er als volgt uit :
1
Periode
Aantal bijeenkomsten
Module (hoofddocent)
1
14
Systemische perspectieven (drs. Bram Oele)
1
14
Psychodiagnostiek (dr. Nicole Krol)
1/2
10
Groepsdynamica (drs. Cor de Haan)
1/2
15
Inleiding gedragstherapie (drs. Frannette Jansen)
1/2
14
Angst- en stemmingsstoornissen (drs. Rowella Kuypers)
2/3
14
Ontwikkelingsstoornissen (mr. dr. Bram Sizoo)
2/3
12
Somatische klachten (vacature)
3
10
Handicaps (drs. Eddie Speelman)
3
10
Cognitieve stoornissen en leerproblemen (dr. Dorine Slaats)
4
10
Hechting en persoonlijkheidsproblemen (drs. Esther van der
4
12
Gedragsstoornissen (dr. Lieke van Domburgh)
Zee)
Op dit moment is het kj-curriculum nog in ontwikkeling. Genoemde onderdelen zijn dan ook onder voorbehoud.
Studiegids gz-opleiding 2015
7
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
1-4
15
GZ psycholoog in context (prof. dr. Marc Verbraak)
Verder worden er verspreid door de opleidingsjaren heen de volgende themabijeenkomsten gegeven die vallen onder Capita Selecta: Aantal bijeenkomsten
Module
1
Psychofarmacologie
4
Wetenschappelijke attitude
3
Psychotische stoornissen
3
Verslaving en stoornissen in de impulsbeheersing
Het globaal programma voor de GZ V&O ziet er als volgt uit: Periode
Aantal bijeenkomsten
Module (hoofddocent)
1-4
20
Proces van diagnostiek en behandeling (drs. Diana Bakker)
1
17
Methodiek van diagnostiek en indicatiestelling
1
10
Inleiding gedragstherapie (drs. Dorine van Driel)
2
20
Somatische klachten (dr. Han Samwel)
2
20
Angst- en stemmingsstoornissen (drs. Wilbert Pieterse)
3
15
Persoonlijkheidsstoornissen (drs. Han Fluitsma)
4
18
Klinische neuropsychologie (drs. Joris van Neijenhof)
(drs. Renate van der Ree)
Verder worden er verspreid door de opleidingsjaren heen de volgende themabijeenkomsten gegeven die vallen onder Capita Selecta: Aantal bijeenkomsten
Module
15
GZ-psycholoog in context
7
Groepsdynamica
2
Psychofarmacologie
4
Wetenschappelijke attitude
4
Verslavingszorg
5
Ontwikkelingsstoornissen
3
Psychose
Bij de programmering van de modules wordt rekening gehouden met de schoolvakanties in de regio Nijmegen. Deelnemers wordt verzocht bij de vakantieplanning hier rekening mee te houden. Zie ook de informatie over de aanwezigheidsverplichting (2.6).
Studiegids gz-opleiding 2015
8
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
2.2
Overleg met het RadboudCSW Tweemaal per kalenderjaar vindt er een overleg plaats tussen de hoofdopleider(s) en vertegenwoordigers uit de opleidingsgroepen. Hierin staat de inhoud van de opleiding centraal. Op initiatief van de coördinator, de hoofdopleider of de opleidingsgroep kan er een groepsoverleg worden ingepland. Dit overleg wordt in de regel ingepland voorafgaande of na afloop van een cursusbijeenkomst.
2.3
Literatuur en casussen Voor elke module wordt een omschreven hoeveelheid literatuur opgegeven die bestudeerd dient te worden. Een deel hiervan wordt door het RadboudCSW aangeboden in de digitale leeromgeving, voor de overige literatuur geldt dat studieboeken dienen te worden geraadpleegd. De literatuur wordt bekend gemaakt in de modulewerkboeken. In de modules wordt o.a. gebruik gemaakt van casussen. Ook de eindopdracht bestaat vaak uit een casusbeschrijving. Bij de planning van de praktijkwerkzaamheden moet men daarom rekening houden met opdrachten vanuit de modules. Gedurende de module angst- en stemmingsstoornissen kan het bijvoorbeeld noodzakelijk zijn om een casus in te brengen.
2.4
Bibliotheek en testotheek Deelnemers ontvangen een verklaring van deelname aan de opleiding waarmee toegang verkregen kan worden tot de Universiteitsbibliotheek. Literatuur opzoeken in de bibliotheek kan via de website van de RU: www.ru.nl. Met een bibliotheekpas van de universiteit kunnen deelnemers diagnostiektesten, die niet op de praktijkplek aanwezig zijn, lenen bij de testotheek van de universiteit.
2.5
Evaluatie en beoordeling Elke module wordt afgesloten met een beoordeling in de vorm van een cijfer (1 t/m 10). Cijfers lager dan een 6 gelden als onvoldoende. De beoordelingscriteria zijn opgenomen in het modulewerkboek. Ook maakt de docent afspraken over een termijn waarbinnen de module moet worden afgerond. Bij een onvoldoende beoordeling mag er één herkansing plaatsvinden. Zie ook het examenreglement. Naast bovengenoemde beoordeling let de docent bij elke deelnemer op zijn of haar inzet en leerbaarheid. Indien een docent problemen signaleert dan zal hij of zij hierover een gesprek aangaan met de deelnemer. De hoofdopleider wordt hiervan op de hoogte gebracht. De inzet en de leerbaarheid wordt besproken in de examencommissie en weegt mee voor het wel of niet behalen van het diploma. De punten waarop de deelnemers worden geëvalueerd en de procedure die hierbij wordt gevolgd zijn opgenomen in een apart document op Moodle. Tenslotte vullen de deelnemers voor elke afgesloten module een evaluatieformulier in. Deze evaluaties worden besproken in de vergaderingen van de opleidingscommissie en kunnen aanleiding zijn tot aanpassingen in het onderwijs voor de groepen die volgen.
2.6
Aanwezigheidsverplichting Voor deelname aan het cursorisch onderwijs geldt een aanwezigheidsplicht. Zij dienen alle bijeenkomsten bij te wonen. Indien een deelnemer bijeenkomsten van een module gemist heeft moet hij of zij met de betreffende docent een afspraak maken voor het maken van een compensatie-opdracht. Deze opdracht is op Moodle te vinden bij de cursus ‘GZ-algemeen’. Indien een deelnemer meer dan 20% van een module gemist heeft, betekent dit dat de module in het geheel moet worden overgedaan. Dit impliceert dat de opleiding niet binnen twee jaar kan worden afgerond. Voor modules van bijvoorbeeld 10 dagdelen wordt de regel als volgt toegepast: Tot en met 2 gemiste dagdelen compenseren Bij 3 of meer gemiste dagdelen module opnieuw
Studiegids gz-opleiding 2015
9
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
Voor de korte modules (capita selecta) geldt de aanwezigheidsregeling over het totaal van alle bijeenkomsten. Bij afwezigheid dient de compensatie-opdracht te worden ingeleverd bij de coördinator. Indien door roostering meer bijeenkomsten van dezelfde module op dezelfde dag plaatsvinden dan wordt er geen uitzondering gemaakt op de regel. Afwezigheid moet altijd gemeld worden aan het secretariaat van de opleiding. Het is niet toegestaan om tijdens cursusbijeenkomsten vakantie te nemen.
Addendum examenreglement Artikel 2: Deelname aan cursorisch onderwijs
Deelnemer heeft de mogelijkheid om per studiejaar eenmalig voor één gemiste opleidingsdag (bestaande uit maximaal twee dagdelen) af te zien van het inleveren van de compensatieopdracht. Deelnemer zet deze mogelijkheid op basis van eigen overwegingen in. Dit besluit wordt door deelnemer kenbaar gemaakt bij zowel docent(en) als ondersteuner van de opleiding. Bij afwezigheid van een bijeenkomst dient de deelnemer het huiswerk van de gemiste bijeenkomst altijd te bestuderen en/of uit te voeren. Een gemiste bijeenkomst waarvoor geen compenserende opdracht wordt uitgevoerd telt wel mee in de absentie van het totale aantal contacturen van een opleidingsonderdeel. Het niet hoeven maken van een compenserende opdracht bij een gemiste bijeenkomst geldt alleen voor modules en niet voor de capita selecta. Het addendum treedt in werking op 1 december 2014
2.7
Leslocatie Het cursorisch onderwijs wordt verzorgd in Nijmegen.
Studiegids gz-opleiding 2015
10
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
3.
Het praktijkonderwijs
3.1
Omvang en organisatie Het praktijkonderwijs van de opleiding vindt plaats bij een erkende praktijkinstelling en heeft een omvang van 2880 uur. Dit is inclusief 90 uur voor supervisie. Verwacht wordt dat tenminste 100 uur aan praktijkopdrachten besteed kan worden tijdens werktijd. Om aan het vereiste aantal uren werkervaring te kunnen voldoen krijgen deelnemers bij de praktijkinstelling een aanstelling als psycholoog of pedagoog in opleiding tot gz-psycholoog (piog) van 32 uur per week gedurende twee jaar (voltijd-variant) of tenminste 16 uur per week gedurende vier jaar (deeltijdvariant). In dit kader wordt voor de duur van de opleiding een opleidingsovereenkomst afgesloten tussen SPON, de piog en de praktijkinstelling. De piog sluit daarnaast een arbeidsovereenkomst met de praktijkinstelling. De taken van de piog worden verdeeld in psychodiagnostiek (40%), indicatiestelling (10%), behandeling (40%) en overige taken (10%). De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de gehele opleiding berust bij de hoofdopleider van het RadboudCSW. De hoofdopleider delegeert de verantwoordelijkheden voor het praktijkdeel aan de praktijkopleider of p-opleider. De praktijkopleider zorgt voor de praktijkbegeleiding van de piog en wijst hiervoor gekwalificeerde werkbegeleiders en supervisors aan. Op Moodle vindt u een uitgave van de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog en College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog aangaande de taken en verantwoordelijkheden in de praktijkopleiding tot gezondheidszorgpsycholoog en gezondheidszorgpsycholoog-specialist. In dit document zijn de regels voor de praktijkopleiding en het tuchtrecht geëxpliciteerd. Ook bevat het document een modelinstructie. U wordt geadviseerd deze bijlage door te nemen. In de paragrafen hieronder worden de aanvullingen vanuit het RadboudCSW genoemd en de kwalificatie-eisen voor praktijkopleiders, werkbegeleiders en supervisors van de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog.
3.2
P-opleider en praktijkopleider De p-opleider/praktijkopleider is een ervaren en geregistreerde gz-psycholoog die er bij de praktijkinstelling voor zorgt dat de piog de opleiding volgens de eisen binnen de gestelde termijn kan afronden. De praktijkopleider fungeert daarbij als mentor, als toezichthouder op de werkomstandigheden en leermogelijkheden binnen de praktijkinstelling en als ‘troubleshooter’ in geval van problemen. Hij of zij ziet ook toe op de arbeidsrechterlijke taken en plichten van de piog en beoordeelt de vooruitgang en de kwaliteit van het praktijkwerk in het licht van de opleidingsdoelstellingen. De p-opleider/praktijkopleider o is verantwoordelijk voor het opstellen van het plan praktijkopleiding, waarin wordt aangegeven welke werkzaamheden plaatsvinden, onder wiens verantwoordelijkheid en supervisie, en hoe evaluatie en beoordeling hiervan zal plaatsvinden. Dit plan dient met instemming van de directie uiterlijk 1 maand na aanvang van de opleiding ter goedkeuring aan de hoofdopleider te worden voorgelegd; o is bij het maken van een plan praktijkopleiding gehouden aan de eisen zoals die ten aanzien van de praktijkopleiding worden geformuleerd in de registratie-eisen van de Wet BIG zoals die zijn uit-gewerkt in de AMVB en de taak- en functie-omschrijving van de piog binnen de instelling. Desge-wenst vindt hierover overleg met de coördinator van de opleiding plaats; o is verantwoordelijk om in overleg met directie en eventueel betrokken afdelingshoofden de randvoorwaarden voor een voldoende differentiatie van werkzaamheden en supervisie daarover te realiseren; o organiseert de inhoudelijke supervisie (90 uur) en werkbegeleiding (minimaal 1 uur per week) en zal zich, voor zover hij de werkbegeleiding niet zelf verzorgt, informeren over het verloop, de evaluatie en de beoordeling van het leerproces; o
Studiegids gz-opleiding 2015
11
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
o
o
o
ziet erop toe dat de piog halfjaarlijks het portfolio ter goedkeuring voorlegt aan de hoofdopleider. In dit portfolio zijn de beoordelingen van alle betrokkenen (werkbegeleiders, supervisors en praktijkopleider) opgenomen en een mede daarop gebaseerd oordeel van de praktijkopleider. Naar aanleiding van dit verslag vindt een evaluatiegesprek plaats tussen de piog en de praktijkopleider. Na afloop van de praktijkperiode vindt er een eindbeoordelings-gesprek plaats; bespreekt indien nodig met betrokken piog en de coördinator van de opleiding over tussentijdse twijfels over het functioneren van de piog en / of over de voortgang van de opleiding. Indien nodig vindt overleg plaats met de hoofdopleider; is geacht aanwezig te zijn op de praktijkopleidersbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan thema's uit de opleiding, ontwikkelingen op het gebied van de opleiding en de registratie-eisen en aan een uitwisseling van ervaringen om zo te komen tot een optimale afstemming van theorie en praktijk binnen de opleiding.
Aan de p-opleider/praktijkopleider worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal vijf jaar geregistreerd als gz-psycholoog en minimaal drie jaar fte werkervaring als zodanig. 2. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding, verworven door ervaring en/of opleiding. 3. Werkzaam zijn bij de praktijkinstelling, bij voorkeur op basis van een arbeidsovereenkomst met een aanstellingsomvang van ten minste 0,5 fte. 4. Actief op het gebied van patiëntgebonden werkzaamheden, voor gemiddeld ten minste 8 uur per week. 5. De rol van de betrokkene als praktijkopleider is expliciet vastgelegd. Daarbij dienen te zijn vastgelegd: - de verantwoordelijkheden van de betrokkene, conform de omschrijving in Taken en verantwoordelijkheden; - de tijd die betrokkene hiervoor beschikbaar heeft; - de bevoegdheid van betrokkene om in te grijpen door de lijn heen, indien het belang van de opleiding dit vereist; - toegang van de betrokkene tot de leiding van de instelling, hetzij rechtstreeks, hetzij via de P-opleider.
3.3
Werkbegeleider De werkbegeleiders zijn de ervaren collega’s die de vanuit de praktijkopleider gedelegeerde verantwoordelijkheid dragen voor de cliënten/patiënten die de piog ziet. Daartoe zijn ze in het dagelijkse werk steun en toeverlaat voor tussentijds intercollegiaal overleg. Tijdens de gesprekken staat het functioneren op de werkvloer centraal. Onder andere omgaan met caseload, behandel- en diagnostische interventies, richtlijnen en protocollen kunnen de inhoud van de besprekingen vormen. Werkbegeleiders kunnen toezicht houden op het handelen van de piog. Werkbegeleiders zijn indien ze als gz-psycholoog de taak van toezicht gedelegeerd hebben gekregen tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen van de piog (zie ook artikel van Heijnen en Verbraak in het Handboek voor gz-psychologen (pagina 527 en verder). Het RadboudCSW heeft bepaald dat de werkbegeleider niet alle taken in het kader van de gzopleiding mag uitoefenen. In het algemeen plan praktijkopleiding is een overzicht van deze taken te vinden. Aan de werkbegeleider worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal drie jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal twee jaar fte werkervaring als zodanig. 2. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding, verworven door ervaring en/of opleiding. 3. Werkzaam in de patiëntenzorg, binnen hetzelfde team als de piog. 4. Tijdens werktijden van de piog voldoende aanwezig binnen de werkeenheid om aantoonbaar de begeleidingstaken adequaat te kunnen vervullen, met een ondergrens
Studiegids gz-opleiding 2015
12
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
van 50% van de werktijd van de piog. Daarbij dient de werkbegeleider zicht te hebben op, en weet te hebben van, de inhoudelijke werkzaamheden van de piog.
3.4
Supervisor De praktijkopleider organiseert de supervisie voor de piog die minimaal 90 uur (= 90 sessies) van de werktijd in beslag neemt. Deze supervisie is in principe individueel en vindt regelmatig plaats. Eén supervisie-uur bestaat uit een sessie van minimaal 45 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te noteren als 1 uur individuele supervisie). Supervisie mag ook in groepjes van twee of drie supervisanten plaatsvinden. In een groepje van twee bestaat een sessie uit minimaal 60 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te rekenen als 1 uur individuele supervisie). In een groepje van drie bestaat een sessie uit minimaal 90 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te rekenen als 1 uur individuele supervisie). Bij supervisie wordt ervan uitgegaan dat er tenminste 15 sessies bij eenzelfde supervisor worden gevolgd om een zinvol leerproces mogelijk te maken. Het methodisch en technisch leren handelen en het procesmatige verloop van diagnostiek en behandeling alsmede de reflectie over de attitude van de piog in relatie met cliënten of andere beroepsmatige contacten vormen de aandachtspunten van de supervisie. De supervisanten houden een verslag bij van de leerdoelen die ook in de halfjaarlijkse praktijkevaluatie wordt meegenomen. Aan de supervisor Psychodiagnostiek en indicatiestelling worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal drie jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal twee jaar fte werkervaring als zodanig. 2. In afwijking van het eerste lid kan supervisie inzake psychotherapeutische deeltechnieken ook worden gegeven door een psychotherapeut of psychiater met minimaal twee jaar fte werkervaring en aantoonbare ervaring op het betreffende gebied van de psychotherapie. 3. Aantoonbare vakinhoudelijke expertise op het terrein waarop de supervisie betrekking heeft. 4. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding (bij voorkeur supervisie), verworven door ervaring en/of opleiding. 5. Substantiële recente werkervaring in de patiëntenzorg. 6. Bij voorkeur niet werkzaam binnen hetzelfde team als de piog. Bovenstaande eisen gelden eveneens voor de supervisor Behandeling en overige taken. Het verdient bovendien de voorkeur dat deze supervisor is geregistreerd bij een specialistische psychotherapievereniging. Er dienen ten minste twee supervisoren bij de opleiding betrokken te zijn, waarbij het aandeel van één supervisor niet meer bedraagt dan 60 uur. Indien de beoogde supervisoren niet aan de bovengenoemde kwalificatie-eis voldoen, kan de praktijkopleider op basis van het curriculum vitae schriftelijk toestemming van de hoofdopleider vragen. Dit dient voor aanvang van de supervisie te geschieden. De hoofdopleider kan op basis van aangetoonde ervaring en deskundigheid een voorgestelde supervisor alsnog bevoegd verklaren. Daarbij dient gespecificeerd te zijn wat het bereik is van de dispensatie, bijvoorbeeld ten aanzien van het domein en de looptijd. De praktijkinstelling dient de functie van praktijkopleider/werkbegeleider en supervisor niet in een persoon te combineren. Dit om te voorkomen dat de beoordelende taak van de praktijkopleider conflicterend wordt met het belang van een veilig en vertrouwd leerklimaat tijdens de supervisie. Indien een dergelijke combinatie noodzakelijk is dient de hoofdopleider hiervan voor het begin van de opleiding op te hoogte te worden gesteld. Bij de begeleiding van de piog dienen tenminste 3 personen betrokken te zijn.
Studiegids gz-opleiding 2015
13
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
3.5
Algemeen opleidingsplan en individueel opleidingsplan De planning van werkzaamheden, van de supervisie en werkbegeleiding wordt voor de opleidingsduur aan het begin van de opleiding in overleg met de praktijkopleider vastgelegd in een algemeen plan praktijkopleiding en voor het eerste half jaar van de opleiding in een individueel opleidingsplan. Deze plannen dienen uiterlijk één maand na aanvang van de opleiding te worden geüpload in Moodle ter goedkeuring. Wijzigingen in het plan, bijvoorbeeld ten gevolge van langdurig verzuim of wisseling van supervisor, dienen zo spoedig mogelijk kenbaar te worden gemaakt. Tevens dient de planning van kenmerkende beroepssituaties halfjaarlijks te worden geüpload. In het individueel opleidingsplan worden leerdoelen opgenomen. Deze moeten SMART worden geformuleerd: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Informatie over het SMART-formuleren van leerdoelen is te vinden op Moodle bij het praktijkprogramma. Om zicht te krijgen op sterke punten en ontwikkelpunten is er een zelfbeoordelingslijst die als hulpmiddel dient bij het formuleren van leerdoelen. Verwacht wordt dat de zelfbeoordelingslijst bij aanvang van de opleiding wordt ingevuld en besproken met de praktijkopleider.
3.6
Praktijktoetsen, portfolio en vervolg opleidingsplan In het opleidingsplan voor de gezondheidszorgpsycholoog is een aantal toetsen vastgelegd dat de piog dient te doen in de praktijk. De toetsen zijn bedoeld om feedback te genereren waarmee de piog zijn competenties in de gewenste richting kan ontwikkelen. De meeste praktijktoetsen zijn dan ook ontwikkelingsgericht van aard. Voor deze toetsen zijn feedbackinstrumenten ontwikkeld waarmee de praktijkopleider, werkbegeleider en supervisor systematisch feedback geven. Ook andere functionarissen die geen deel uitmaken van de opleidingsgroep kunnen gevraagd worden om aan de hand van feedbackinstrumenten feedback te geven aan de piog. Op een aantal momenten wordt er selectief beoordeeld. Deze beoordeling doet de praktijkopleider na 1 jaar en aan het einde van de opleiding (voor deeltijders zal er na elk jaar selectief worden beoordeeld). De praktijkopleider gebruikt hiervoor het formulier ‘geschiktheidsbeoordeling praktijk’ dat in het praktijkprogramma op Moodle te vinden is. Toetstabel
Wie?
Jaar 1
Jaar 2
Voortgangsgesprek (tussentijdse evaluatie) Alle competenties
PO
Na 6 maanden
Na 18 maanden
Geschiktheidsbeoordeling Praktijk (eindbeoordeling jaar 1/ jaar 2) Alle competenties
PO Na 1 jaar
Na 2 jaar
Na 1 jaar
Na 2 jaar
Na 6 maanden
Na 18 maanden
PO/ WB/SV
1x
1x
PO/ WB/SV
Min. 10x
Min. 10x
Geschiktheidsbeoordeling Overall a.d.h.v portfolio (go/ no go) Alle competenties 360° beoordeling Competentiegebieden: samenwerking, organisatie en professionaliteit Referaat Competentiegebieden: kennis en wetenschap, organisatie Praktijkbeoordelingen Alle competenties
Examencommissi e van het opleidings -instituut Zie instructie
Termijnen zijn gebaseerd op een voltijdsopleidingstraject.
Portfolio en vervolg opleidingsplan
Studiegids gz-opleiding 2015
14
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
Het praktijkonderwijs wordt door middel van een portfolio elk half jaar geëvalueerd. Het portfolio bestaat onder meer uit een zelfreflectie, urenregistratie, praktijkbeoordelingen en beoordeling van de praktijkopleider. In het praktijkprogramma in Moodle zijn de formats te vinden van de onderdelen van het portfolio. Voordat het portfolio in Moodle wordt ingestuurd dient de praktijkopleider akkoord te zijn met de inhoud ervan. Na afloop van elke periode wordt samen met het portfolio een nieuw individueel opleidingsplan en de planning van de kenmerkende beroepssituaties te worden ingeleverd. In het nieuwe plan worden leerdoelen geformuleerd op basis van de ontwikkelingen en beoordelingen in het portfolio. De hoofdopleider geeft het uiteindelijke eindoordeel over het praktijkdeel van de opleiding. Deelnemers die hun opleiding afronden en in aanmerking willen komen voor een getuigschrift dienen tijdig het portfolio van de laatste periode te uploaden in Moodle. Voor deelnemers die de deeltijdvariant volgen geldt de regel dat zij de documenten van het portfolio, het bijbehorende individuele opleidingsplan en de planning van kenmerkende beroepssituaties de eerste twee jaar halfjaarlijks uploaden in Moodle en voor het vervolg van de opleiding nog maar eens per jaar. De ervaring leert dat – in verband met de vakantieperiodes – vroegtijdig met de verzameling van gegevens en de bespreking ervan moet worden gestart. Inlevermomenten voor deelnemers aan de januari-opleiding: 1 augustus jaar 1 1 februari jaar 1 1 augustus jaar 2 1 december jaar 2 1 december jaar 3 of eerder indien einde opleiding (deeltijders) 1 december jaar 4 of eerder indien einde opleiding (deeltijders) Inlevermomenten voor deelnemers aan de september-opleiding: 1 maart jaar 1 1 september jaar 1 1 maart jaar 2 1 augustus jaar 2 1 augustus jaar 3 of eerder indien einde opleiding (deeltijders) 1 augustus jaar 4 of eerder indien einde opleiding (deeltijders)
3.7
Evaluatie en beoordelingsprocedure Het diagram op de volgende pagina geeft een overzicht van de portfolio activiteiten en documenten en de rol hierin van de piog, praktijkopleider, werkbegeleider, supervisor en Radboud CSW. Rood en groen geven het onderscheid aan tussen een selectieve toets (rood) en een ontwikkelingsgerichte toets (groen). De onderste laag geeft aan waar de piog gedurende elke periode aan werkt en welke formulieren in Moodle hiermee corresponderen. De formulieren die horen bij de praktijkbeoordelingen (KBS), het referaat en de 360 graden feedback en de bewijsstukken IOP worden gedurende de hele periode geüpload. De zelfreflectie, de urenregistratie en de verklaring werkbegeleider en supervisor zijn documenten die de piog aan het eind van elke periode uploadt. De praktijkopleider bekijkt het portfolio materiaal grondig en betrekt zijn bevindingen hierover elk half jaar in zijn/haar evaluatie of beoordeling (formulier voortgangsgesprek of geschiktheidsbeoordeling). RadboudCSW bekijkt ieder half jaar het formulier voortgangsgesprek of geschiktheidsbeoordeling. RadboudCSW bekijkt ook de voortgang van de opbouw van het portfolio maar zal hier als zodanig in Moodle geen inhoudelijke beoordeling voor geven. De bevindingen zijn immers al door de praktijkopleider meegenomen in zijn/haar beoordeling. Als de evaluatie/beoordeling van de praktijkopleider op het formulier voortgangsgesprek/geschiktheidsbeoordeling er aanleiding toe geeft zal RadboudCSW inzoomen op het portfolio om een beeld te vormen van de exacte voortgang van de piog. De hoofdopleider geeft ieder half jaar in Moodle al dan niet zijn/haar akkoord op het portfolio in zijn geheel.
Studiegids gz-opleiding 2015
15
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
Studiegids gz-opleiding 2015
16
Radboud Centrum Sociale Wetenschappen
Studiegids gz-opleiding 2015
17