N
Externe nieuwsbrief van OBD Noordwest
O
Februari 2014
NoordWest en’ special ‘Lez
W
Leesprestaties aanzienlijk verbeterd door nieuwe aanpak OBD Noordwest
Racelezen tegen de klok
Z
Het begon allemaal met de constatering op de Prinses Margrietschool dat de gemiddelde leesprestaties van de leerlingen achterbleven bij de verwachtingen. Directeur Jan van Zandwijk: “De school staat in een heel gewone wijk en het opleidingsniveau van de ouders is gemiddeld. Toch zien we al bij de instroom dat de woordenschat van onze leerlingen relatief laag is. We weten dus dat we vanaf het begin flink moeten inzetten op taalonderwijs. Toch bleven we lage scores houden op alle leestesten, zowel voor technisch lezen als voor rijtjes woorden lezen. Daarom hebben we een paar jaar geleden OBD Noordwest in de arm genomen om ons te helpen het leesniveau naar een hoger plan te tillen.” Van lezen leer je lezen Op het toneel verscheen onderwijsadviseur Piet Beemsterboer. Hij stelde voor VNL in te voeren: Veel lezen, Niveau omhoog en Leesplezier. “VNL is de ideale methode om kinderen aan het lezen te krijgen”, licht hij toe. “Vanaf halverwege groep 3 krijgen leerlingen de beste en leukste kinderboeken voorgeschoteld uit een rijke schoolbibliotheek. Op het niveau dat bij ze past. Het gevolg is dat ze er echt plezier aan beleven, en dat de motivatie om te lezen uit henzelf komt. Daardoor gaan ze meer en beter lezen.” Kitty Broers, coördinator VNL, voegt daaraan toe: “Er komt steeds meer wetenschappelijk bewijs dat VNL echt werkt. Wij merken het ook in de praktijk: van lezen leer je lezen. En lezen is belangrijk voor kinderen; de woordenschat neemt toe, kinderen krijgen er een sterker woordbeeld van en het heeft een gunstige invloed op hun sociaal-emotionele ontwikkeling.
Ze leren zich verplaatsen in andere kinderen, andere landen, culturen. Wij zijn dan ook een warm pleitbezorger van VNL. Als organisatie zijn we er heel intensief mee bezig: we keuren alle boeken zelf en delen ze in op niveau. En we begeleiden scholen bij de overstap naar VNL.” Nauwe samenspraak De Prinses Margrietschool nam het advies over, waarna Beemsterboer de school hielp VNL in te voeren. Dit traject verliep in nauwe samenspraak met Jan van Zandwijk, Simone Koster, de interne begeleider die de didactische en pedagogische voortgang binnen de school bewaakt, en Hetty Mellink, de leescoördinator die onder meer de boekencollectie beheert en leesactiviteiten organiseert. Zij hielden de voortgang van de leesprestaties nauwlettend in de gaten. Koster: “Wat we zagen, was dat kinderen inderdaad meer
gingen lezen en daar ook plezier in hadden. De scores op technisch lezen, de AVI-toetsen, gingen ook flink omhoog. Maar op de drie-minuten-test, die toetst hoe snel leerlingen rijtjes woorden kunnen lezen, stegen de scores nauwelijks.” “We waren er dus nog niet”, zegt Van Zandwijk. “Want ook op woordrijlezen rekent de inspectie ons af.”
De scores schieten omhoog Voor Beemsterboer was duidelijk: op deze school moest een aanvulling op VNL komen die leerlingen niet alleen goed doet lezen op tekstniveau, maar ook zorgt dat ze beter worden in rijtjes. Hij zette zijn ideeën hierover op papier, waarna zijn collega Nienke van der Zee deze verder uitwerkte. “Ik heb voor alle groepen vanaf groep 3 weekoverzichten samengesteld, met per dag stappen en activiteiten”, vertelt ze. “Het idee is dat er elke schoolmaand één week extra aandacht aan tempolezen wordt besteed. Daarvoor heb ik verschillende werkvormen beschreven die het afwisselend maken, en ik heb voor alle niveaus leeskaarten opgesteld met 150 woorden waarop de leerlingen in die weken moeten oefenen.” Het hele programma zit per groep in een overzichtelijke map. In mei 2012 heeft de school het lesmateriaal ontvangen en er alvast mee kunnen experimenteren en dit schooljaar is het ‘racelezen’ officieel ingevoerd. Met succes: de scores op de drie-minuten-tests schieten omhoog. Van Zandwijk: “We streven naar 80% op niveau A/B voor alle groepen. In een aantal groepen zitten we daar nu al op. Voor de rest heb ik er alle vertrouwen in dat we dat niveau gaan bereiken.” Naadloos in het programma Het enthousiasme is unaniem. “Belangrijk is natuurlijk dat de kinderen het leuk vinden en oppikken”, zegt Hetty Mellink. “En dat is zeker het geval. Maar wat ik vooral mooi aan deze methode vind, is dat die niet ten koste gaat van het lesprogramma. Voordat
2
OBD Noordwest met racelezen kwam, stonden we op het punt met een andere methode te beginnen, die vier keer per week ongeveer drie kwartier van de lestijd zou vergen. Dat is een zware belasting, en ik was bang dat het vrije lezen hierdoor in de verdrukking zou komen. Terwijl we de kinderen net zo lekker aan het lezen hadden!” Van Zandwijk legt uit: “Dat racelezen niet interfereert met het lesprogramma, komt doordat we elke dag een bepaald aantal minuten reserveren voor automatiseren, uit het hoofd leren. Dat kunnen bijvoorbeeld ook tafels of plaatsen in Nederland zijn. Racelezen kunnen we daar naadloos inpassen.” Overzichtelijke, eenmalige investering Bijkomend, maar zeker niet onbelangrijk voordeel is, dat er aan racelezen zeer weinig kosten zijn verbonden. De kosten zitten in een training voor de docenten en wat begeleiding, maar de materialen zitten er gratis bij. Het gaat dus om een overzichtelijke, eenmalige investering, in tegenstelling tot het aanschaffen van een hele nieuwe methode. “Daarmee hebben we onszelf veel geld bespaard,” aldus Van Zandwijk. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat inmiddels al diverse scholen gekozen hebben voor de combinatie van VNL en racelezen. Van Zandwijk: “Over de samenwerking ben ik zeer tevreden. Dat gaat verder dan het leestraject; we hebben bijvoorbeeld ook onderwijsadviseurs ingeschakeld voor de 1-zorgroute voor groep 3 tot en met 8 en kleuters. Als ik mijn contactpersoon bij OBD Noordwest een vraagstuk voorleg, zorgt hij precies voor de onderwijsadviseur die daarbij past. Wat ik fijn vind, is dat alle onderwijsadviseurs met één mond spreken. Ze weten van elkaar wat er bij ons speelt en houden daar elk in hun eigen traject rekening mee.”
Voor meer informatie over VNL, V&V en Drie Sterren Lezen kunt u contact opnemen met Kitty Broers E:
[email protected] M: 06 116 260 29 of Nienke van der Zee
[email protected] 06 466 461 13 of Piet Beemsterboer E:
[email protected] M: 06 466 461 66
Moet de schildpad toch een haas worden?
Wetenschappelijk congres: ‘De aarzelende lezer over de streep’ Lezen draagt in belangrijke mate bij aan een succesvolle schoolcarrière van kinderen. Maar lezen is voor lang niet alle kinderen vanzelfsprekend, velen hebben een steuntje in de rug nodig. Bij deze kinderen vraagt het leesproces veel energie en verloopt de ontwikkeling moeizaam. Ze lezen vaak aarzelend en traag. Vlot lezen is belangrijk voor het goed begrijpen van teksten. Vlot lezen geeft ook toegang tot de interessante teksten en boeken, wat de motivatie om te lezen bevorderd. Goede lezers kunnen een tekst vloeiend lezen waardoor er meer ruimte in het werkgeheugen ontstaat voor de inhoud van de tekst. Ook het zelfvertrouwen speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van leessnelheid. Het is waarschijnlijk dat zwakke lezers als gevolg van onzekerheid minder lezen en dat de traagheid bij het lezen versterkt wordt. Veel lezen helpt zwakke lezers om de leesvaardigheid te verbeteren. Training in versneld en herhaald lezen kan van een zwakke een gemotiveerde en enthousiaste lezer maken. Wetenschappelijk congres Het wetenschappelijke congres “De aarzelende lezer over de streep” vond 8 november 2012 plaats in Amsterdam. De factoren die bij een goede leesontwikkeling van groot belang zijn en factoren die daarbij kunnen belemmeren zijn tijdens dit congres belicht. Verschillende auteurs gaven hun visie op de aanpak van leesproblemen. Samen met Patrick Snellings van de Universiteit van Amsterdam heeft onderwijsadviseur Petra de Waard een bijdrage geleverd. In hun onderzoek zijn twee effectieve leestrainingen naast elkaar gelegd en de effecten op leestempo zijn vergeleken op woord-, zins- en tekstniveau. Een verslag van dit onderzoek is opgenomen in de bundel “De aarzelende lezer over de streep” van Stichting Lezen. In deze bundel worden verschillende aspecten van de leesontwikkeling van aarzelende lezers belicht.
De aarzelende lezer over de streep / Dick Schram (red.). – 9789059727571 € 32,00. Verkrijgbaar in de boekhandel.
Dit pleit voor een gecombineerde aanpak waarin herhaald-, versnelden veel lezen elkaar aanvullen.” De haas moest altijd lachen wanneer hij de schildpad zag lopen, want het ging zo langzaam. “Ik begrijp niet waarom jij op weg gaat” zei hij pesterig. “Als jij eindelijk aankomt, is het altijd te laat en alles is allang voorbij”. De schildpad laat het er niet bij zitten en daagt de hooghartige haas uit voor een wedstrijdje hardlopen. De haas is natuurlijk veel sneller dan de schildpad maar ook te zeker van zijn zaak. Zijn zelfgekozen hazenslaapje duurt langer dan gepland en tot zijn grote schrik verliest hij de wedstrijd van de trage schildpad. De moraal van het verhaal is dat hardlopers doodlopers zijn en dat langzaammaar-zeker-werk tot goede resultaten leidt. (Aesopus, Jean de la Fontaine).
Petra over haar onderzoek: “Zonder training in vloeiend lezen zal de zwakke lezer een trage lezer blijven en weinig leeskilometers maken. Met name dit laatste is zo belangrijk om de leesontwikkeling te bevorderen. In ons onderzoek hebben we het effect van twee interventies gericht op de vloeiendheid van het lezen met elkaar vergeleken; herhaald lezen en versneld lezen. Beide interventies blijken een positief effect te hebben op het vlot lezen op woord-, zinsen tekstniveau. Herhaling blijkt voornamelijk een goede werking te hebben op het vlot lezen van het getrainde materiaal. Een gevarieerd aanbod van teksten (en woorden) bij leestrainingen is dus heel belangrijk. Bij het Voor meer informatie over versneld lezen is er ook ONL Dyslexie en leesinterventies daadwerkelijk een positief kunt u contact opnemen met effect zichtbaar bij het Petra de Waard lezen van nieuwe zinnen. E:
[email protected] M: 06 523 471 38
3
ONL dyslexiebehandelingen en leesmotivatie
Van leesprobleem naar leesplezier Eén van de grootste problemen van dyslectische kinderen is de leesmotivatie. Door hun negatieve leeservaringen hebben zij vaak het plezier in lezen verloren, weet onderwijsadviseur Daniëlle van der Werf. ‘Je kunt ze dan wel leesvaardigheden aanleren, maar als ze die niet toepassen en geen leeskilometers maken, dan blijven ze moeilijkheden houden. Daarom is bij onze ONL dyslexiebehandelingen de leesmotivatie een belangrijk speerpunt.’ Als partner van Onderwijszorg Nederland (ONL) verzorgt OBD Noordwest diagnostiek en behandeling van dyslexie. Dyslexiespecialist en projectleider Daniëlle van der Werf is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de ONL dyslexiebehandelingen. Zij zorgt voornamelijk voor de coördinatie, maar ze onderzoekt en behandelt zelf ook regelmatig ernstig dyslectische kinderen. ‘Daardoor zie ik ook zelf in de praktijk dat wanneer kinderen het plezier in lezen terugvinden, ze met sprongen vooruit gaan en met stillezen vaak ver boven hun niveau uitstijgen.’ Aansluiting Kinderen die moeite hebben met lezen, lezen vaak op een laag AVI-niveau. ‘Begrijpelijk,’ vindt Daniëlle, ‘maar vaak sluiten die boeken helemaal niet meer aan bij de belevingswereld van het kind. Tijdens onze behandelingen laten we kinderen daarom boeken lezen die ze zelf uitzoeken en die dicht bij hun belevingswereld liggen. Vaak blijken die boeken op een hoger technisch leesniveau te liggen, maar omdat we samen lezen en ze een boek of prentenboek lezen dat ze leuk vinden, zie je dat ze dat niveau toch aankunnen.’ Belangrijk is volgens Daniëlle wel het kind te blijven stimuleren.
4
‘Door het onder andere te prikkelen en uit te dagen. Ik had bijvoorbeeld een jongen in behandeling die zelf de Griezelbus uitzocht. Een boek dat eigenlijk ver boven zijn leesniveau lag. Ik vroeg hem hoeveel pagina’s hij die week dacht te lezen, ik dacht tien. Hij dacht vijfentwintig en uiteindelijk heeft hij die week het hele boek in één keer uit gelezen!’ Heldenlijst Samen met een groep dyslectische kinderen stelde OBD Noordwest de lijst ’80 tips voor en door dyslexiehelden’ op: een lijst met tachtig boeken die kinderen zelf het leukst vinden. Daarop staat ook bijvoorbeeld Dolfje Weerwolfje van Paul van Loon. ‘Het mooie van zijn boeken is dat ze oplopen in niveau; kinderen kunnen ze dus blijven lezen.’ Maar Daniëlle leest niet alleen de boeken van de lijst met de kinderen. We zoeken steeds naar een ingang waarbij het feit dát ze lezen belangrijker is dan wát ze lezen. Soms lees je dan een mooi boek, maar soms ook een moppenboek, een kookboek of een pak hagelslag!’ Daniëlle denkt niet dat de lat te hoog ligt voor de kinderen tijdens de behandeling. ‘Natuurlijk nemen
we ze ook bij de hand en gaan we stap voor stap het technisch lezen verbeteren. We geven veel gerichte instructie en positieve feedback, waardoor ze succeservaringen opdoen. De technisch hoog gegrepen boeken gebruiken we vooral voor het stillezen. Hardop lezen doen we met korte teksten en we doen veel aan herhaald lezen en samen lezen. We maken dan ook een onderscheid tussen ‘precies lezen’ en ‘plezier lezen’. Maar we merken dat door het stillezen op een hoger niveau, in een betekenisvol boek, de leestechniek met sprongen vooruit gaat. Zo’n 90 tot 95% van onze kinderen krijgen wij weer aan het lezen. En lezen is léren lezen!’
De ONL dyslexiebehandelingen worden vergoed door de zorgverzekeraar. OBD Noordwest is een gecertificeerde behandelorganisatie en beschikt over het keurmerk kwaliteitsinstelling Dyslexie.
Voor meer informatie over ONL dyslexiebehandelingen kunt u contact opnemen met Daniëlle van der Werf E:
[email protected] M: 06 461 973 92
Voorbeeld uit de praktijk
Bas en Meester Jaap Renske Wieringa, dyslexiebehandelaar bij OBD Noordwest: ‘Bas zit in groep 6. Hij heeft hardnekkige dyslexie, niveau M3 op de AVI-toets en het plezier in lezen was hij kwijtgeraakt. Dankzij de verhalen van meester Jaap is zijn leesplezier teruggekomen. De vertrouwde context, de duidelijke verhaalstructuur en de herkenbare onderwerpen dragen ertoe bij dat hij deze verhalen op E5-niveau steeds vloeiender leest.’ ‘Omdat het lettertype in de boeken van meester Jaap klein is, worden bij de introductie de verhalen op vergrote kopieën aangeboden. Dankzij de grote letters en de ruimte tussen de regels gaat Bas met zelfvertrouwen met teksten van dit – voor hem – hoge leesniveau aan de slag. Na verloop van tijd lukt het Bas om de verhalen te lezen met het kleinere lettertype. De levendige dialogen in de verhalen van meester Jaap zijn geschikt om hardop herhaald te oefenen. De aandacht voor leestekens, intonatie en leespauzes bevordert het vloeiend lezen.’
Jaap. Deze meester zorgt voor een positieve sfeer in de klas door kinderen te respecteren en ze het gevoel te geven dat ze ertoe doen. Er is aandacht voor kwetsbare kinderen; ook problemen met het leren komen aan bod. Wanneer kinderen buiten de boot dreigen te vallen, komt meester Jaap voor ze op waardoor ze weer in de groep worden opgenomen. Meester Jaap: “Iedereen heeft recht op z’n eigen afwijking; ik ben een hark in gymnastiek”. Waarom zijn deze verhalen geschikt voor kinderen met leesproblemen? • Het zijn korte verhalen van twee pagina’s. • De titel en de illustratie laten de hoofdlijn van het verhaal zien. • Er zit een duidelijke structuur in de verhalen. • Kinderen raken vertrouwd met de aanpak en de humor van meester Jaap. • Kinderen ervaren dat er aandacht is voor problemen met leren, voor emoties en voor de omgang met andere kinderen. • De hoofdpersonen zijn kinderen in de groepen 5, 6 en 7; kinderen herkennen de problemen van hun leeftijdsgenoten in die verhalen.
Laat kinderen lachen met meester Jaap Het boek ‘Meester Jaap’ van Jacques Vriens bevat korte verhalen over gebeurtenissen in de klas van meester Djordy
Pepijn
Max en Jibbe
Per
Dit is wat kinderen het leukst vinden aan de verhalen van meester Jaap: Djordy: “De meester doet gekke dingen. Hij doet een vals zingende zangeres na of hij verkleedt zich als Sinterklaas met een handdoek als baard en een puntmuts op.” Pepijn: “Hij kan soms zo overdrijven!” Max en Jibbe: “Als de meester met de klas op kamp is, moet hij koffie drinken met de directeur, maar stiekem drinkt hij cola.” Per: “De meester lost problemen op een grappige manier op.”
5
de techniek ‘relaties leggen / voorkennis activeren’ behandeld wordt, stopt de leerkracht op een bepaald moment in het boek en vertelt waar dit stukje tekst hem of haar aan doet denken. ‘Die momenten worden in de BLIKSEM handleiding heel nauwkeurig beschreven en er staat letterlijk bij wat je als leerkracht kunt zeggen’, legt Marjolein uit. ‘Dat lijkt in het begin misschien wat geforceerd, maar het geeft veel houvast. Na verloop van tijd geef je daar als leerkracht natuurlijk je eigen draai aan.’
Nieuwe methode begrijpend lezen: BLIKSEM
Hoe een leesstrategie leuk wordt Leerkrachten die de ervaring hebben dat begrijpend lezen niet het favoriete onderdeel is binnen het lesprogramma, moeten vooral even verder lezen. Er is namelijk een nieuwe methode voor groep 5 t/m 8: BLIKSEM, die begrijpend lezen een stuk leuker maakt, aldus de enthousiaste onderwijsadviseurs Marjolein Huiberts en Kitty Broers. ‘BLIKSEM sluit perfect aan bij VNL, waarbij het leesplezier vóórop staat’, vertellen zij. Voor begrijpend lezen zijn in de loop der jaren nogal wat methodes ontwikkeld. Het nadeel van veel van deze methodes is dat ze niet altijd aansluiten bij de andere vakken en te vaak lesjes in begrijpend lezen bieden die niet per se aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Bovendien gebruiken sommige methodes zoveel strategieën dat de kinderen door de bomen het bos niet meer zien. Modeling Bij BLIKSEM is het aantal lees-
6
strategieën teruggebracht naar negen. Deze leesstrategieën worden aangeleerd door middel van “modeling”: al voorlezend in het voorbeeldboek past de leerkracht de techniek toe. Dat voorbeeldboek, waarvan er in iedere groep twee zijn, is een kinderboek dat met zorg door de ontwikkelaars van de methode is uitgezocht. ‘Alle voorbeeldboeken staan ook op onze eigen VNL lijst (Veel lezen, Niveau omhoog, Leesplezier)’, vertelt Kitty. ‘Het zijn boeken die eigenlijk alle kinderen leuk vinden.’ Wanneer bijvoorbeeld
De BLIKSEM-aanpak heeft volgens Kitty en Marjolein belangrijke overeenkomsten met VNL: (Veel lezen, Niveau omhoog, Leesplezier). ‘Bij VNL hechten we veel waarde aan de leesmotivatie. Kinderen moeten kunnen beschikken over teksten die hen aanspreken en die betekenisvol zijn. Wanneer ze verbanden en relevantie zien en zich betrokken voelen bij wat ze lezen, blijft iets veel langer hangen. Daarom worden tijdens het praten over de boeken relaties gelegd, voorkennis opgehaald, gevisualiseerd en samengevat. VNL én BLIKSEM gebruiken daarbij de beste kinderboeken om begrijpend lezen te bevorderen.’ Zelfstandig lezen Een ander belangrijk onderdeel van BLIKSEM is het zelfstandig lezen. ‘De aangeleerde leesstrategieën oefenen de kinderen niet in een losstaande tekst, maar gewoon in hun eigen, zelfgekozen leesboek. Natuurlijk kent de leerkracht niet al die boeken,’ realiseert Kitty zich, ‘maar dat hoeft ook niet. Niet alleen de inhoud of het antwoord op een vraag is belangrijk; het gaat
vooral ook om de vraagstelling en het denkproces dat in gang gezet wordt.’ Een groot voordeel van BLIKSEM vinden Kitty en Marjolein de toepasbaarheid in andere (zaak) vakken. ‘Begrijpend lezen doen kinderen eigenlijk de hele dag. Waarom zou je dat beperken tot het uurtje begrijpend lezen? Juist in hun aardrijkskunde- of geschiedenisboek kun je de leesstrategieën goed oefenen en zorgen dat er transfer plaatsvindt. Als kinderen een stukje tekst in een boek lastig vinden, probeer dan één van de strategieën toe te passen. Je slaat twee vliegen in één klap: je bevordert het begrijpend lezen én de kinderen zijn weer een stapje verder met hun geschiedenisopdrachten!’
Voordelen De voordelen van BLIKSEM liggen volgens Kitty en Marjolein voor het oprapen: ‘Natuurlijk zijn wij blij met de aansluiting op VNL. Daarnaast spreekt de integratie van de methode in alle andere vakken ons erg aan. En omdat kinderen in hun eigen boek oefenen, oefent ieder kind op zijn of haar eigen niveau.’
De negen leesstrategieën van BLIKSEM: 1) Voorspellen 2) Relaties leggen / voorkennis activeren 3) Begrijp je wat je leest? 4) Woorden leren uit de tekst 5) Tekst visualiseren 6) Jezelf vragen stellen over de tekst 7) Hoofdgedachte bepalen in één zin 8) Samenvatting maken in een paar zinnen 9) Oordeel of mening geven
BLIKSEM (Begrijpend Lees Instructie Kan Strategisch en Motiverend) is ontwikkeld door het HCO en het Expertisecentrum Nederlands. Dr. Willy van der Elsäcker, onderwijsadviseur bij het HCO, toonde aan de hand van een wetenschappelijk onderzoek onder veertig basisscholen rond Den Haag aan dat BLIKSEM significant meer leerwinst opleverde. OBD Noordwest is sinds dit najaar gecertificeerd om leerkrachten te trainen in de implementatie van BLIKSEM.
Voor meer informatie over BLIKSEM kunt u contact opnemen met Kitty Broers E:
[email protected] M: 06 116 260 29
7
Beginnende geletterdheid
Betekenisvolle, functionele activiteiten en ruimte om te ontdekken ‘In principe is leren lezen een natuurlijk proces, net als leren praten. Het ‘enige’ wat wij kunnen doen, is kinderen daar de gelegenheid toe geven. Door ze in verschillende situaties te brengen waarbij schriftelijke taal voor kinderen betekenisvol en functioneel is’, aldus onderwijsadviseur Joss Broere. Het formeel lees- en schrijfonderwijs begint wanneer kinderen ongeveer zes jaar zijn. Maar al op jonge leeftijd ontdekken kinderen dat er een hele wereld bestaat van geschreven taal. Ze maken kennis met prentenboeken, voorleesverhalen, beeldverhalen, logo’s, verkeerstekens, letters en woorden. Jonge kinderen vinden boeken interessant. Ze genieten van het verhaal en van de interactie met de voorlezer. Gaandeweg zien ze dat de voorlezer gebruik maakt van de geschreven tekst die in het boek staat. In hun pogingen om het boek zelf te lezen en het verhaal te laten leven, letten kinderen, naast de plaatjes, steeds meer op de geschreven taal. Soms lukt het ze om zelf een paar letters of woorden te herkennen. Bijvoorbeeld de letters van hun eigen naam of de M van McDonald’s. Ze bladeren in boeken, zien aan de voorkant van een boek waar het over zou kunnen gaan en weten soms ook wat de titel van het boek is. Ze kunnen het verhaal zelfs ‘voorlezen’, ‘schrijven’ een verlanglijstje voor Sinterklaas of maken een boodschappenlijstje: prachtige voorbeelden van beginnende geletterdheid.
8
Imiteren ‘Hoewel leren lezen een natuurlijk proces is, gaat het niet vanzelf’, vertelt Joss. ‘Dankzij de nieuwsgierigheid en de ontdekkingsdrang van peuters en kleuters, imiteren zij volwassenen. Maar ons alfabet is een ontworpen tekensysteem met vaste regels en afspraken en dat dient aangeleerd te worden. Ik adviseer om jonge kinderen in betekenisvolle en uitdagende situaties te brengen waarin de geschreven taal een functie heeft. Bied beginnende geletterdheidactiviteiten nooit geïsoleerd aan. Kennis van de ontwikkelingslijnen en tussendoelen van beginnende geletterdheid zijn hierbij van groot belang. Die geven houvast om een volgende stap in het beginnende leesproces te maken of om eventueel een stapje terug te doen.’ ‘En vergeet nooit: kinderen met taal leren omgaan doe je vooral spelenderwijs. Dat kan met prentenboeken maar ook met logo’s, korte rijmpjes of liedjes, pictogrammen of labels. Lees- of schrijfinstructie is in dit stadium nog verboden terrein! Waar het om gaat is dat je al je activiteiten rondom het beginnende lezen
in een relevante context zet. Dat doe je bijvoorbeeld door aan te sluiten bij een thema en bij de belevingswereld van het kind.’ Stimuleren In het stadium van beginnende geletterdheid kun je een kind weliswaar niet instrueren, maar wel stimuleren in zijn of haar nieuwsgierigheid. Je kunt dat doen door: • kinderen kennis te laten maken met geschreven taal in (prenten)boeken. Laat ze zien dat je een boek van voor naar achter leest, dat tekst bij een plaatje hoort en dat je met geschreven taal een mooi verhaal kunt vertellen; • verhaalbegrip te stimuleren. Vooral door veel voor te lezen kun je kinderen laten zien dat een verhaal een begin, een middenstuk en een eind heeft. Kinderen interactief betrekken bij het verhaal, vragen stellen, namen terughalen; hier leren kinderen niet alleen heel veel van, het prikkelt hun fantasie
en het verhaal gaat voor ze leven. Ze raken betrokken; • te laten zien dat taal een functie heeft. Maak bijvoorbeeld binnen het thema De Supermarkt, samen de bewegwijzering voor in de winkel; • de relatie te leggen tussen geschreven en gesproken taal. Bijvoorbeeld door het gebruik van naamkaartjes of door pictogrammen met woorden te combineren; • het taalbewustzijn te stimuleren door onderscheid te maken tussen vorm en betekenis. Welk woordje is langer: reus of kabouter? Een kind dat kabouter zegt, kan het onderscheid tussen de vorm van een woord en de betekenis ervan al goed onderscheiden. Je kunt op deze manier spelenderwijs observeren waar een kind zich op de ontwikkelingslijn bevindt. Daar kun je je volgende stap weer op afstemmen; • uiteindelijk op een speelse manier te laten zien en te laten ervaren dat letters voor bepaalde klanken staan. Je leert ze hiermee de beginselen van het alfabetisch principe.
Bovenstaande tips komen overeen met een langere lijst tussendoelen van de Stichting Leerplan Ontwikkeling (de SLO). Deze tussendoelen zijn zeker niet bedoeld als prestatie-indicatoren, benadrukt Joss. ‘Ze kunnen leerkrachten houvast geven bij het vormgeven van een uitdagende leesomgeving. Je kunt ieder kind in aanraking laten komen met de verschillende aspecten van taal; het kind geeft vervolgens zelf wel aan waar het wel of niet aan toe is
en waar zijn of haar belangstelling ligt. Forceren werkt averechts, het stellen van prestatiedoelen al helemaal’, vindt Joss. ‘Wanneer je zorgt dat er in een lokaal genoeg relevante dingen te zien en te ontdekken zijn op het gebied van beginnende geletterdheid, en
wanneer je klaar staat voor een kind zodra het meer wil weten, dan vindt het kind vanzelf zijn eigen, voor hem of haar motiverende weg naar het lezen. Wij hoeven ze alleen de situaties in de vorm van activiteiten aan te reiken.’
Voor meer informatie over beginnende geletterdheid kunt u kunt u contact opnemen met Joss Broere E:
[email protected] M: 06 116 260 23
9
Informatiemiddag
Lezen zonder Zorgen Onderwijsadviseur Piet Beemsterboer kan het niet genoeg benadrukken: zorg dat kinderen lezen leuk (gaan) vinden. Dan maken ze leeskilometers en dat helpt ze op alle vlakken van het leren. Aan het publiek van de bijeenkomst “Lezen zonder Zorgen”, op 11 september op het kantoor van OBD Noordwest in Hoorn, had hij een gewillig oor. Alle aanwezige leerkrachten werkten al lange of korte tijd met VNL (Veel lezen, Niveau omhoog, Leesplezier). Zij waren vooral gekomen om meer te horen over de groep die éxtra zorg behoeft op het gebied van lezen. Hoe leuk je lezen ook maakt, hoezeer je ook werkt aan een hechte relatie met de leerlingen en hoe aantrekkelijk je de beschikbare boeken ook maakt; er blijven altijd kinderen in een groep die moeite hebben met lezen. Een gemotiveerde leerling is een lezende leerling, beweert Piet Beemsterboer terecht, maar soms is motivatie alleen niet genoeg. Daarom ontwikkelde OBD Noordwest het traject Vloeiend & Vlot (V&V), dat náást VNL loopt en extra ondersteuning biedt aan
10
kinderen op zorgniveau 2. Ook werkt OBD Noordwest met het door HCO ontwikkelde traject Drie Sterren Lezen, geschikt voor kinderen op zorgniveau 2 én 3. Hechte relatie In zijn inleiding gaf Piet Beemsterboer aan dat de relatie tussen leerkracht en leerling de basis is van het leren lezen. Een leerkracht moet weten wat een kind motiveert en daar met VNL op inspringen. Bijvoorbeeld door boeken aan te bieden die
gaan over de hobby van het kind. Vaak is zelfs ‘gewoon’ aandacht geven al genoeg. Sámen met een kind lezen, praten over boeken, interesse tonen; in de praktijk zag Beemsterboer al regelmatig dat dat kinderen het zelfvertrouwen gaf om te gaan lezen. Wanneer er een goede relatie bestaat tussen de leerkracht en de leerling is het makkelijker om echte problemen te benoemen en te beoordelen of een kind gestimuleerd moet worden in zijn enthousiasme om te lezen óf dat het extra ondersteuning nodig heeft. Vloeiend & Vlot Van de leerlingen van groep 3 tot en met 8 kan 75% prima uit de voeten met VNL in de klas. Om de gestelde doelen te behalen blijkt 20% extra steun nodig te hebben. Voor die kinderen is Vloeiend &
Vlot een geschikt traject waarbij de directe woordherkenning centraal staat. Onderwijsadviseur Meindert Deen benadrukt dat V&V gerichte ondersteuning náást het vrije lezen in de klas biedt. Het voordeel van V&V is volgens Deen dat het slechts weinig tijd vergt; per week geeft de leerkracht 15 tot 20 minuten instructie aan een kleine groep. Twee keer een kwartier oefent de groep zelfstandig en één keer in de week is er een evaluatieles van 15 tot 20 minuten. De nadruk van V&V ligt op de voorbereiding op het lezen, intensief lezen, herhaald lezen en feedback. Leerkrachten die willen leren hoe ze náást het vrije lezen in de klas, de zwakkere leerlingen extra ondersteuning kunnen bieden, krijgen in een cursus onder meer uitgelegd welke strategieën kinderen bij het lezen gebruiken. Ook wordt aandacht besteed aan klassenmanagement. Hoe pas je de instructie aan de V&V groep in je klassenmanagement in? Drie Sterren Lezen V&V is erop gericht de groep leerlingen met zware leesproblemen zo klein mogelijk te houden. Toch heeft een kleine groep leerlingen ook aan dit traject niet genoeg. Want 5%
Drie Sterren Lezen vraagt een aantal belangrijke leerkrachtvaardigheden, waaronder: 1) Kunnen observeren, analyseren en benoemen van leesproblemen. 2) Kennis hebben van leesproblemen en remedies. 3) Leerlingen helpen zelfstandig strategieën toe te passen tijdens het lezen.
van de leerlingen blijkt buiten de maken. Overigens is Drie Sterren twee voorgenoemde groepen te Lezen ook op niveau 2 zeer goed vallen. Zij hebben zorgniveau 3 en te gebruiken, zeker in aansluiting hebben behoefte aan intensieve op VNL. ondersteuning op het gebied van lezen. Onderwijsadviseur Enthousiasme Kitty Broers legde uit hoe het Kitty Broers illustreerde tijdens Drie Sterren Lezen deze kinderen de bijeenkomst het werken met kan helpen. Met Drie Sterren Drie Sterren Lezen door een Lezen ga je intensief aan de fragment te laten horen van een slag met individuele kinderen. kind met leesproblemen dat Nadat de leerkracht in drie hardop voorleest. De zaal barstte sessies heeft vastgesteld wat de hierop bijna uit zijn voegen; de leesproblemen van het kind zijn, ideeën, suggesties, voorstellen ontwikkelt die samen met de en conclusies die de aanwezige leerling een strategiekaart die de leerkrachten aandroegen wezen leesproblemen kan verhelpen. in ieder geval op één ding; Met de strategiekaart én een boek enthousiaste en betrokken dat het kind zelf heeft gekozen, leerkrachten. En dan is de doorloop je acht stappen die de belangrijkste stap al gezet! leerling leren goed gebruik te maken van de strategie. Aangetoond is dat leerlingen met zorgniveau Voor meer informatie over VNL, V&V en Drie Sterren Lezen kunt u kunt u 3 die dagelijks 15 minuten contact opnemen met op deze manier aan de slag gaan, binnen 10 tot Piet Beemsterboer 16 weken grote sprongen E:
[email protected] M: 06 46 64 61 66 of Kitty Broers E:
[email protected] M: 06 11 62 60 29 of Meindert Deen E:
[email protected] M: 06 46 64 61 75
11
Groepsplannen in de Praktijk Hoe doe je dat?
Groepsplannen in de praktijk Groep 1-2
Groepsplannen in de praktijk Groep 3 t/m
8 Hoewel deze theorie eenvoudig klinkt, zitten er heel wat ideeën, voorwaarden, gedachten en aannames achter. Boeken vol, kunnen er over de theorie van het werken met groepsplannen geschreven worden. OBD Noordwest besloot dit niet te doen, maar twee boekjes te maken over de praktijk van het werken met groepsplannen. Groepsplannen in de Praktijk gaat over het werken met groepsplannen in de klas. Wat heb je nodig, wat kun je doen en waar kun je aan denken om het werken met groepsplannen tot een succes te maken?
In 2012 publiceerde OBD Noordwest de uitgave ‘Groepsplannen in de Praktijk, groep 3 t/m 8’. In maart 2014 wordt de uitgave ‘Groepsplannen in de Praktijk, groep 1-2’ gepubliceerd (inclusief een voorbeeld groepsoverzicht en een voorbeeld groepsplan Taal). De uitgave voor groep 3 t/m 8 is uitgebreid met een invulhulp begrijpend lezen.
Nieuw Invulhulp groepsplannen begrijpend lezen Na de succesvolle invulhulpen voor spelling, rekenen en technisch lezen bij de uitgave Groepsplannen in de praktijk, groep 3-8 (oktober 2012), is er nu ook een invulhulp voor begrijpend lezen! De invulhulp begrijpend lezen biedt een duidelijk raamwerk om het groepsplan begrijpend lezen voor elke jaargroep vorm te geven. Scholen die bekend zijn met de andere invulhulpen zullen de opbouw direct herkennen. In de praktijk zal echter blijken dat het maken van een groepsplan begrijpend lezen toch enigszins afwijkt van de andere vakgebieden. Dit komt doordat begrijpend lezen in plaats van een lineaire een concentrisch opgebouwde leerlijn heeft. De doelen voor elke jaargroep zijn hetzelfde. De aanpak en organisatie worden natuurlijk wel per subgroep verschillend uitgewerkt in het groepsplan.
12
Het didactisch groepsoverzicht is daarbij een essentieel onderdeel met een grote meerwaarde. Naast de toetsgegevens van het begrijpend lezen, worden hierin ook het technisch lezen en woordenschat opgenomen. Op deze manier worden alle, voor het begrijpend lezen, belangrijke gegevens verzameld en met elkaar in verband gebracht, zodat u de aanpak en begeleiding zo optimaal mogelijk af kan stemmen op uw leerling.
Bestellen Beide uitgaven kosten € 17,95 per set (incl. BTW en excl. verzendkosten). Indien u beide uitgaven tegelijk aanschaft, betaalt u € 30,(incl. BTW en excl. verzendkosten). U kunt de uitgaven bestellen via het antwoordkaartje,
[email protected] of telefoon (0229) 25 93 80.
Voor scholen die de opbrengsten van het begrijpend lezen willen verhogen, kan het invoeren van groepsplannen op dit gebied een goede stap zijn. Voor meer informatie over Daarnaast zal de inzet werken met groepsplannen van de school ook gericht kunt u contact opnemen met moeten zijn op: Natasja Nieuwboer • een goede analyse van de E:
[email protected] toetsresultaten op school-, T: 06 523 460 37 groeps- en leerlingniveau • het versterken van de of kwaliteit van de begrijpend Annemiek Spiekerman leesles (onder andere door ‘modeling’ en transfer naar E:
[email protected] T: 06 466 461 06 de zaakvakken)
VLL op de St. Aloysius in Schagen
Opbrengstgericht werken met Veilig Leren Lezen verhoogt leesresultaten Basisschool de St. Aloysius in Schagen werkte al tijden met Veilig Leren Lezen (VLL), de meest gebruikte methode voor aanvankelijk lezen in groep 3. Maar, vroegen IB-er Caroline Orij en taalcoördinator Suzanne Schouten zich af, halen we er wel alles uit wat er in zit? Of kunnen we de methode nog beter inzetten, zodat het de resultaten ten goede komt? Ze volgden bij OBD Noordwest het traject Opbrengstgericht werken met VLL en sindsdien zit er een duidelijk stijgende lijn in de leesopbrengsten. VLL is een zeer uitgebreide methode met een schat aan instrumenten en ondersteunend materiaal. ‘Eigenlijk,’ vindt onderwijsadviseur en leesspecialist Meindert Deen, ‘biedt VLL een zó uitgebreid aantal instrumenten en materialen, dat scholen het lastig vinden een juiste keuze te maken. Je loopt dan het risico dat niet de goede accenten gelegd worden. Voor het opbrengstgericht werken met VLL is het bijvoorbeeld belangrijk dat de automatisering van de letterkennis en de directe woordherkenning maximale aandacht krijgen. Ons onderwijsverbetertraject richt zich op de professionalisering in de didactiek van het leren lezen, de verdieping van de verschillende leerlijnen, de mogelijkheden tot differentiatie en het analyseren van de opbrengsten.’ Verdieping Volgens Caroline betekende het traject vooral een verdieping van de
methode. ‘We hebben het bijvoorbeeld gehad over hoe je kunt omgaan met verschillende niveaugroepen. Er zit in de methode een uitstekend signaleringssysteem. Dat zetten we nu veel adequater in waardoor de signalering van problemen accurater is. We kunnen Suzanne Schouten, Meindert Deen en Caroline Orij zwakke lezers of kinderen die opvallend achteruit laten duidelijk zien dat de gaan, beter benoemen letterkennis en het woordlezen en er is een goede aanpak verbeterd zijn!’ ontwikkeld voor de risicogroepen. VLL geeft veel mogelijkheden Enthousiasme om in te gaan op de specifieke Het is Suzanne ook opgevallen dat onderwijsbehoeften van kinderen; niet alleen het enthousiasme van het is belangrijk om te leren hoe je de leerlingen is toegenomen. ‘Ook die mogelijkheden optimaal benut.’ ons eigen enthousiasme is groot! Met al die handige, praktische tips Ook de tips voor het omgaan met passen we de methode nu veel de verschillende instrumenten bewuster toe en het is motiverend uit de methode hebben volgens om te zien dat dat resultaat heeft. Suzanne veel bijgedragen aan Ons enthousiasme vergroot dat de effectiviteit van VLL op de St. van de kinderen en andersom. Aloysius. ‘De keuzemogelijkheden Ook de mogelijkheden binnen de met betrekking tot het materiaal methode om ouders actiever bij van VLL is groot; samen met VLL te betrekken heeft veel effect Meindert hebben we de materialen gehad. En wanneer de ouders gekozen die veel opbrengen en betrokken zijn, gaat het lezen thuis hij heeft ons laten zien hoe we gewoon verder. Dat is een enorme die materialen het best kunnen stimulans.’ benutten. We zetten bijvoorbeeld veel in op letterkennis en dat stimuleert tevens het automatiseren.’ Voor meer informatie over Caroline vult aan: ‘Al opbrengstgericht werken met VLL met al gaan we nu veel kunt u contact opnemen met intensiever om met Meindert Deen E:
[email protected] de mogelijkheden van M: 06 466 461 75 VLL en dat werpt zijn vruchten af. De laatste drie herfstsignaleringen
13
Anita de Zeeuw en Thamar Vos
Thematisch werken vanuit Veilig Leren Lezen
Spelenderwijs leren lezen in groep 3 Wanneer kinderen van groep 2 naar groep 3 gaan, verandert er veel voor ze. Niet alleen begint op dat moment het formeel onderwijs; ook de sfeer in de klas is anders. Het spelend leren, dat zo vertrouwd voor ze was, verdwijnt grotendeels. Maar is dat echt nodig, vroegen Anita de Zeeuw en Thamar Vos, groep 3 leerkrachten op basisschool de Regenboog in Alkmaar, zich af. Zij zetten tegenwoordig het thematisch werken in groep 3 door, ter ondersteuning van de leesmethode Veilig Leren Lezen (VLL).
Als ‘raskleuterleidster’, speelde bij Anita al lang het idee dat in groep 3 de nadruk teveel op presteren en te weinig op spel ligt. Haar duocollega in groep 2-3 van de Regenboog, Thamar, deelde dat idee en al snel bleek dat ook alle zeven andere groep 3 leerkrachten ervoor openstonden meer spel in groep 3 te introduceren. Niet alleen omdat dat voor de kinderen een vertrouwde werkwijze is, maar ook omdat het een manier is om het enthousiasme en de betrokkenheid van de kinderen te vergroten,’’ aldus de twee juffen. Ankerverhalen Omdat de school zich op dat moment door OBD Noordwest liet
14
begeleiden bij de introductie van de 2-3 combinatie, lag het voor de hand onderwijsadviseur Tessel van der Linde te raadplegen. We wisten dat er in het cursusaanbod een cursus Thematisch werken met VLL zat en omdat wij het spel in de onderbouw een belangrijke plek wilden geven, zijn we de cursus gaan volgen. De leesmethode Veilig Leren Lezen leent zich uitstekend voor thematisch werken. Thamar: “VLL werkt in kernen van drie weken waarin één of twee ankerverhalen en een aantal kernwoorden centraal staan. Uit die verhalen en woorden kun je vrij gemakkelijk een thema herleiden. Wel is drie weken naar onze mening te kort om een thema goed uit te diepen, dus wij werken in periodes van zes weken. We werken dus met één thema voor twee kernen.” Hoewel VLL een goede basis biedt voor het herleiden van een thema, is het volgens Anita de kunst een góed thema te kiezen. “In de cursus ‘Thematisch werken vanuit Veilig Leren Lezen’ leren we dan ook hoe je een thema kiest waarmee spel interessant wordt voor de kinderen in groep 3. Dat vraagt om rollen waarin gelezen en geschreven wordt. In de cursus ligt daar de nadruk op: in iedere rol wordt op een betekenisvolle manier gelezen en geschreven. Het thema ‘het zwembad’, dat we aan kernen 2 en 3 koppelden, werkte heel goed. In het verhaal bij deze kernen, gaan de kinderen naar zwemles. De woorden die centraal staan zijn onder andere: teen, neus en buik. Door deze te verwerken in een thema en samen met de kinderen een themahoek uit te werken, zijn het geen losstaande woorden meer. Je biedt ze aan in
een relevante context die aansluit bij hun eigen leefwereld.” Loslaten Volgens Thamar is het wel belangrijk een goed evenwicht te vinden tussen het thematisch werken en VLL. “VLL is een methode met een hele duidelijke structuur. Een nieuwe letter wordt bijvoorbeeld steeds op dezelfde manier geïntroduceerd. Dat is goed. Aan de andere kant geeft thematisch werken juist heel veel ruimte aan creativiteit en eigen invulling. We behouden dan ook zeker de vaste structuur van VLL, thematisch werken loopt parallel, die combinatie werkt heel goed.” De diverse groepen 3, al of niet in combinatie met groep 2 of 4, werken sinds begin dit schooljaar met de thematische aanpak van VLL. “De uitdaging is een goed thema te kiezen en dat op een zinvolle, uitdagende manier uit te werken en te linken aan het lezen. Het niveau moet goed zijn én er moeten voldoende mogelijkheden zijn voor leesschrijfactiviteiten en differentiatie”, aldus Anita en Thamar. “Wijzelf en onze collega’s zijn heel enthousiast. Maar belangrijker nog: de kinderen vinden het leuk.” Bovendien merken de leerkrachten dat ouders positief zijn. “Je hoort ouders vaak verzuchten dat hun kind in groep 3 ineens zoveel móet. Het is opvallend dat we dat nu helemaal niet meer horen. Dat komt doordat het ‘moeten’ in een spel is gegoten. En dan leren de kinderen net zoveel, misschien wel meer. De kinderen zijn eigenaar van het thema, zij dragen het. Door die betrokkenheid vergroot je sowieso de motivatie en dan heb je al een grote stap gemaakt.”
Voor meer informatie over Thematisch Werken vanuit VLL kunt u contact opnemen met Tessel van der Linde E: tvanderlinde@obdnoordwest M: 06 523 482 79
15
Spiekschrift
Het Spiekschrift Wassenaar Met illustraties van Bart
Geen enkele spellingmethode is volledig geschikt voor dyslectische leerlingen. Vaak zijn de geboden steuntjes en auditieve oefeningen ontoereikend. Daarom werken wij al een aantal jaren met het Spiekschrift, op veel scholen wel bekend. Het Spiekschrift is methode-onafhankelijk en biedt een rijke vorm van auditieve en visuele ondersteuning naast de methode.
Handleiding Bij het spiekschrift hoort een handleiding waarin de leerkracht mag ‘spieken’! Hierin staat onder andere beschreven hoe je het gebruik van het spiekschrift kunt integreren binnen de eigen spellingmethode. Bovendien staat bij iedere categorie (letters / spellingregels) beschreven hoe je het steuntje kunt aanbieden. Wij kunnen uw school begeleiden bij het implementeren van het Spiekschrift.
Prijzen Spiekschrift
10 Spiekschriften met gratis handleiding Spiekschrift Handleiding
€ 105,- (incl. BTW en excl. verzendkosten) € 10,50 (incl. BTW en excl. verzendkosten) € 8,50 (incl. BTW en excl. verzendkosten)
Om het Spiekschrift succesvol te gebruiken, is het essentieel dat de contactpersoon/school een handleiding heeft afgenomen bij aanschaf van de werkboekjes.
Voor meer informatie over het Spiekschrift kunt u contact opnemen met Daniëlle van der Werf E:
[email protected] M: 06 461 973 92
OBD Noordwest Postbus 80 1620 AB Hoorn T (0229) 25 93 80 E
[email protected] I www.obdnoordwest.nl
Locatie Hoorn (centraal bureau) Blauwe Berg 3A 1625 NT Hoorn Locatie Alkmaar James Wattstraat 4 1817 DC Alkmaar
Redactie: OBD Noordwest / Sandra Dijk (4C Communicatie) Vormgeving & druk Second Opinion
Voor meer informatie over al onze uitgaven en diensten kunt u terecht op onze internetsite: www.obdnoordwest.nl. U kunt ook onze gidsen opvragen per telefoon of per e-mail: T: (0229) 25 93 80 E:
[email protected]. Wij komen op verzoek graag bij u langs voor een adviesgesprek.