Raadsvoorstel Aan Raadsvergadering Agendanummer Datum collegebesluit Onderwerp 0.
: : : : :
Raad van Geertruidenberg 27 november 2014 09 9 september 2014 Evaluatie beleidsuitgangspunten en vervangingsplannen openbare verlichting
Samenvatting
Voor u liggen de evaluatie van de beleidsuitgangspunten en de vervangingsplannen openbare verlichting. De evaluatie wordt gebruikt voor het in 2015 op te stellen beheerplan openbare verlichting. De vervangingsplannen voor masten en armaturen zijn noodzakelijk om het beheer veilig en duurzaam te kunnen uitvoeren. Er is een investering voor nodig om met de vervangingsplannen aan de doelstellingen van het energieakkoord te kunnen voldoen. Een investering die op termijn terug loopt door besparing op onderhoud en energiekosten. Met dit voorstel vragen wij de raad een voorkeur uit te spreken voor de mate waarop deze investeringen gaan plaatsvinden. De definitieve afweging hierover zal plaatsvinden bij de kadernota 2016. 1.
Aanleiding
Evaluatie Het evalueren van de beleidsuitgangspunten is de opmaat voor het nieuwe beheerplan openbare verlichting. Dit nieuwe plan wordt in 2015 opgesteld voor de periode 2016 t/m 2020. Op verzoek van de gemeenteraad is de evaluatie op de agenda geplaatst. Het gaat om het evalueren van de "Beleidsuitgangspunten Openbare Verlichting 2012-2015". Vervangingsplannen In de raadsvergadering van 1 maart 2012 zijn de "Beleidsuitgangspunten Openbare Verlichting 2012-2015" vastgesteld. Tevens is een motie aangenomen om voor de kadernota van 2014 met vervangingsplannen te komen, zodat deze in de begroting van 2014 zouden worden meegenomen. Het opstellen van vervangingsplannen is echter niet eerder dan in 2014 gepland. Reden hiervoor is een aantal additionele werken op de planning van het cluster Buitenruimte en het feit dat de bestanden van de openbare verlichting in 2013 nog niet voldoende waren bijgewerkt. Het eerste jaar dat er gewerkt kan worden met een eventueel hoger budget voor structurele vervanging van masten en armaturen is 2016. 2.
Motivering
Evaluatie Hierbij wordt op de volgende vragen een antwoord gegeven: 1. Hoe is beleid vertaald in het onderhoudsbestek, vervangingsplannen en in- en uitbreidingen op de openbare verlichting? 2. Hoe is het toepassen van beleid geborgd en het toezicht georganiseerd? 3. Conclusies en aanbevelingen. De evaluatie treft u aan in de bijlage. Gezien de verdeling van de groene, gele en rode stippen zijn we op de goede weg met het beheer van de openbare verlichting. Een aantal aanbevelingen is meteen opgepakt en inmiddels van geel naar groen gegaan. Meer ingrijpende aanbevelingen worden meegenomen
in het nieuwe beheerplan openbare verlichting. Zie paragraaf 4 voor de planning per aanbeveling. Vervangingsplannen Zoals aangegeven is er later gestart met het opstellen van vervangingsplannen. Uiteraard hebben er wel vervangingen plaatsgevonden. Binnen het huidige budget is projectmatig aan vervangingen gewerkt zoals in de Koestraat en Emmaweg (2012), Prins Hendrikstraat (2013), Kasteellaan (2012), Zuidwal (2014), Dordtsestraat (2014) en Fort Lunet (2014). Daarnaast zijn binnen het beschikbare budget 35 stuks verouderde armaturen vervangen. Tussentijds defect geraakte armaturen en door aanrijding of vandalisme vernielde armaturen zijn vervangen door een gelijkwaardig en gelijkvormig armatuur met LED verlichting. Naar aanleiding van meldingen en inspecties zijn onveilige, zogenaamde “rotte” masten, vervangen. Sinds 1-1-2012 zijn er 310 armaturen en 289 masten vervangen op een totaal van ca. 5.800 lichtpunten. De vervangingsplannen moeten inzicht geven in de benodigde investeringen om de openbare verlichting veilig en duurzaam in stand te houden. Hierbij is naast de benodigde investeringen ook de besparing aangeven door invoering van nieuwe technieken. De vervangingsplannen omvatten een periode van 30 jaar. Er zijn vier varianten doorgerekend. Alle varianten gaan uit van de theoretische levensduur. Alle varianten leveren een energiebesparing en besparing op onderhoud op. De besparing verloopt echter niet rechtlijnig in tijd, omdat er naast diverse types masten en armaturen ook diverse lampen in omloop zijn met een divers verbruik. Variant A, huidig budget Omschrijving: Uitgangspunt is het huidige budget. In deze variant financieren dalende energie- en onderhoudskosten enigszins de vervanging. Kosten: geen extra kosten Effect: De verlichting is bij deze variant in 2045 voor minder dan 50% op orde. Vertraagd vervangen levert een beperkte energiebesparing op van ca. 12% in de periode tot 2030. Achterstallig onderhoud zal aanwezig blijven. De veiligheid in relatie tot het omvallen van masten en uit elkaar vallen van armaturen kan in het geding komen. De bedrijfszekerheid van de verlichting, het wel of niet branden van de lampen, is bij deze variant lager. Dit omdat er met verouderde armaturen en voorschakelapparaten wordt gewerkt. Momenteel ligt het storingspercentage vrij hoog op ca. 10% en zal nog verder oplopen. In een vergelijkbare gemeente is het storingspercentage 5%. Voordelen: geen extra kosten Nadelen: - De verlichting komt niet op orde. - Beperkte energiebesparing. - Veiligheidsrisico’s. - Meer kans op storingen. Beoordeling: Dit is geen realistisch uitgangspunt. Variant B, reguliere vervanging Omschrijving: Een budget om het beheer veilig en duurzaam te kunnen uitvoeren. Op termijn worden de kosten lager door besparing op energie en onderhoud. Kosten: Circa € 81.000 extra investering per jaar. Investeringskosten zullen op termijn dalen vanwege dalend energieverbruik en minder benodigd onderhoud. Effect: In 2045 zijn nagenoeg alle armaturen vervangen door energiebesparende versies. Na 15 jaar een besparing op energie van ca. € 22.000 en een besparing op onderhoud van ca. € 10.000 per jaar. Na 30 jaar zijn deze besparingen respectievelijk ca. € 39.000 en ca. € 20.000 per jaar. De benodigde investering wordt dus op termijn lager. De doelstellingen van het energieakkoord worden gehaald, jaarlijks 1,5% besparen op energieverbruik. Voordelen: - Een lager energieverbruik, ca. 25% in 2030 en ca. 45% in 2045. Behalen doelstelling energieakkoord. - Achterstallig onderhoud wordt weggewerkt, waardoor de veiligheid en bedrijfszekerheid
gegarandeerd zijn. De onderhoudskosten worden beperkt. Het storingspercentage zal teruglopen richting de 5% hetgeen de lichtbeleving ten goede komt. Nadelen: Jaarlijkse investering benodigd. Beoordeling: Met ‘beperkte’ investering worden doelstellingen behaald. -
Variant C, energieakkoord Omschrijving: Een budget om het beheer versneld veilig en duurzaam te kunnen uitvoeren. Op termijn worden de kosten lager door besparing op energie en onderhoud. Kosten: Circa € 191.000 extra investering per jaar. Investeringskosten zullen op termijn dalen vanwege dalend energieverbruik en minder benodigd onderhoud. Effect: In 2030 zijn nagenoeg alle armaturen vervangen door energiebesparende versies. Na 15 jaar een besparing op energie van ca. € 41.000 en een besparing op onderhoud van ca. € 20.000 per jaar. De benodigde investering wordt dus op termijn lager. De doelstellingen van het energieakkoord worden ruimschoots gehaald, jaarlijks 3% besparen op energieverbruik. Voordelen: - Een lager energieverbruik, ca. 47% in 2030. Behalen doelstelling energieakkoord. - Achterstallig onderhoud wordt weggewerkt, waardoor de veiligheid en bedrijfszekerheid gegarandeerd zijn. - De onderhoudskosten worden beperkt. - Het storingspercentage zal teruglopen richting de 5% hetgeen de lichtbeleving ten goede komt. Nadelen: Grote jaarlijkse investering benodigd. Beoordeling: Het versneld behalen van doelen afwegen tegen kosten. Variant D, korte termijn Omschrijving: Met een beperkte investering het achterstallig onderhoud wegwerken en het geplande onderhoud in de periode tot en met 2019 uitvoeren Kosten: Circa € 50.000 extra investering per jaar. Na 2019 zal een grotere investering nodig zijn. Effect: De verlichting is bij deze variant in 2030 voor iets meer dan 50% op orde. Op deze wijze vervangen levert een beperkte energiereductie op. Momenteel ligt het storingspercentage vrij hoog op ca. 10% en zal nog verder oplopen. In een vergelijkbare gemeente is het storingspercentage 5%. Voordelen: - Beperkte investering Nadelen: - De verlichting komt niet op orde. - Beperkte energiebesparing. - Veiligheidsrisico’s. - Meer kans op storingen. Beoordeling: Uitstel van een benodigde grotere investering. Kijkende naar de langere termijn zal bij deze variant het investeringsbedrag na 2019 omhoog moeten om bij te blijven. Advies Het college spreekt de voorkeur uit voor variant B. Dit is ook de voorkeurs variant van onze adviseur, Nobra. Met deze variant wordt voldaan aan de doelstellingen van het energieakkoord. De investering loopt terug van ca. € 81.000 per jaar per 2016 naar ca. € 22.000 in 2045. Dit alles gebaseerd op theorie. Proces, van theorie naar praktijk. De voorgestelde varianten zijn gebaseerd op de theoretische levensduur. Uit onderzoek moet blijken of de masten en armaturen ook inderdaad vervangen dienen te worden in de geplande jaren. Deze onderzoeken worden komende tijd uitgevoerd. Zodat bij behandeling van de kadernota 2016 de hoogte van de daadwerkelijk benodigde investering bekend is en er een betere financiële afweging gemaakt kan worden. Geadviseerd wordt om de hoogte van de investering per vijf jaar te herzien. De hoogte wordt namelijk positief beinvloed door:
- een langere levensduur van de masten; - een langere levensduur van armaturen; - besparing in het storingsonderhoud; - besparing op de remplace kosten. Daarnaast is het voordeel van nog in te plannen reconstructies en herinrichtingen niet meegenomen. Hierbij wordt de vervanging van de verlichting namelijk vanuit het projectbudget betaald. Tenslotte blijven we kijken naar innovaties in de openbare verlichting. Er komen regelmatig verbeteringen in led-lampen en armaturen op de markt en ook alternatieven voor led. Met al deze voordelen kan de investering in de toekomst mogelijk gelijk blijven of naar beneden bijgesteld worden, ondanks toekomstige prijsstijgingen. 3.
Financiële consequentie(s)/risico('s)
Financiële consequentie bij de keuze voor variant B is een investering van ca. € 81.000 per jaar voor de periode 2016 t/m 2019. Bij de behandeling van de kadernota voor 2016 zijn de volledige financiële consequenties bekend en wordt een definitieve keuze gemaakt. 4.
Juridische consequentie(s)/risico('s)
Bij variant B wordt er enigszins vertraagd vervangen. Hierdoor is er een risico op omvallen van masten of defect gaan van armaturen. Dit risico is echter goed te beheersen door tijdige inspectie van masten en armaturen. Het storingspercentage ligt momenteel nog vrij hoog. 5.
Communicatie
Goede communicatie over openbare verlichting is essentieel om de burgers te betrekken bij de openbare verlichting. Middels communicatie kan de gemeente burgers informeren over werkzaamheden en wijzigingen. De gemeente spant zich in om de visie op de openbare verlichting onder de aandacht te brengen van de inwoners. Dit doen we door informatie te plaatsen over het vastgestelde OVL beleid op de gemeentelijke website, in de digitale nieuwsbrief en op de gemeentepagina. Tevens wordt er bij de realisatie van vervangingsprojecten aandacht besteed aan energieverbruik en duurzaamheid. Interne communicatie draagt bij aan het effectief plannen van projecten om te komen tot integrale uitvoering en daardoor een goede kostenefficiëntie bij de voorbereiding en uitvoering van de projecten. 6.
Bijlagen
1. Overige bijlagen 7.
: - Evaluatie beleidsuitgangspunten openbare verlichting - Vervangingsplannen openbare verlichting
Voorstel
Wij stellen u voor 1. Kennis te nemen van de evaluatie beleidsuitgangspunten. 2. De aanbevelingen te verwerken in het beheerplan openbare verlichting 2016-2020. 3. Kennis te nemen van de vervangingsplannen. 4. De voorkeur uit te spreken voor de vervanging volgens variant B. 5. Bij de behandeling van de kadernota 2016 een definitieve keuze te maken op basis van de concrete financiële gevolgen. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van Geertruidenberg, de secretaris, de burgemeester,
R.C.J. Nagtzaam
drs. W. van Hees
Nummer 09 De raad van de gemeente Geertruidenberg; gelezen het voorstel van het college van; 9 september 2014
besluit: De raad besluit 1. 2. 3. 4. 5.
Kennis te nemen van de evaluatie beleidsuitgangspunten. De aanbevelingen te verwerken in het beheerplan openbare verlichting 2016-2020. Kennis te nemen van de vervangingsplannen. De voorkeur uit te spreken voor de vervanging volgens variant B. Bij de behandeling van de kadernota 2016 een definitieve keuze te maken op basis van de concrete financiële gevolgen
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 27 november 2014 De raad van Geertruidenberg, de griffier,
de voorzitter,
drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere
drs. W. van Hees