RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 1
Datum: Deelsessie: Doel:
31 januari 2012. 19.45 – 20.35 uur in de Calamiteitenzaal Beeldvorming.
Onderwerp: Stand van Zaken doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin. Toelichting: Het college informeert u over de stand van zaken van de doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Op basis van de ervaringen in de pilot CJG in Atolwijk en Zuiderzeewijk is gewerkt aan verbreding voor de gehele stad. Het college concentreert zich op het onderdeel preventieve jeugdzorg (Iedereen doet mee). Het andere onderscheiden onderdeel, de talentontwikkeling (Op weg met talent) valt buiten deze informatieverstrekking. In het kader van de decentralisatie jeugdzorg concentreert het college zich op de jeugdzorg. Het beeld van de aard en omvang van de zorgvraag en de diversiteit van zorgaanbod en zorgaanbieders moet voor Lelystad worden geïnventariseerd en gecompleteerd. De richtinggevende informatie van de rijksoverheid laat lang op zich wachten. Volgens de transitieagenda die onlangs aan de raad werd aangeboden kan in februari 2012 een eerste inzicht worden gepresenteerd in de opgave die op ons afkomt en in maart 2012 een visiedocument op hoofdlijnen. Met de huidige stand van zaken in de doorontwikkeling van de CJG en het aanbod preventieve jeugdzorg als essentiële voorliggende voorziening in de jeugdzorg, beschikken we volgens het college over een stevige basis voor de komst van de jeugdzorg naar de gemeente. Behandeling: De sessie is gericht op het overbrengen van informatie naar de raadsleden en andere belangstellenden. Zowel raadsleden als belangstellenden kunnen vragen stellen en mee discussiëren. Genodigden: Raadsleden, het college, partners in het CJG, overige belangstellenden. Programma: • Inleiding door de voorzitter. • Toelichting door het college. • Gelegenheid tot het stellen van vragen en discussie. • Afsluiting door de voorzitter. Achterliggende stukken: Brief van het college, rapport “Samenwerking in het CJG”. Toelichting Voorzitter Griffier
: wethouder Meta Jacobs. : raadslid Karin Senf : Cees Rijksen
Contactadres:
[email protected]
0320 – 278 544.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin “De oplossing ligt zo ver of dichtbij als je het zelf zoekt”
Lelystad, 12 september 2011
Inhoud 1. Inleiding 1.1 Pilot Centrum voor Jeugd en Gezin 1.2 Doorontwikkeling CJG 1.3 De vraag 1.4 De aanpak
pag 3 3 3 4 4
2. De Droom, het gewenste resultaat
5
3. Belemmeringen
6
4. Ontwikkelen 4.1 De nieuwe overlegstructuur 4.2 Schematisch overzicht CJG 12 - / CJG 12+ 4.3 Overig te ontwikkelen
7 7 11 12
5. Eigenaarschap 5.1 Rol, taak, verantwoordelijkheid ketenpartners 5.2 Zorgcoördinatie 5.3 Procescoördinatie 5.4 Doorzettingsmacht
13 13 13 13 13
6. Relatie
14
7. Conclusie en actiepunten 15 7.1 Advies 15 7.2 Actiepunten 16 Bijlagen: - 1. Oude overleg structuur 12 - (juli 2010) - 2. Oude overleg structuur 12 + (juli 2010) - 3. Primair onderwijs: Toelichting aansluiting en doorontwikkeling CJG - 4. Voorschoolse perio de: Toelichting aansluiting en doorontwikkeling CJG
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 2
Lelystad, September 2011
1. Inleiding Dit plan is de weerslag van een ontwikkeldag op 11 februari jl., waarin de partners van de Stuurgroep Over en Weer en de Projectgroep CJG zich gezamenlijk hebben gebogen over de doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin Lelystad. Aanwezig waren: Wim Hermsen (MDF), Marianne Sprey (Icare), Michel Langereis (Welzijn), Irene Doornbos (MEE), Trudy Wilcke(GGD), Willem Kanbier (Vitree) en Anne Roelofs(BJZ). Tijdens deze dag hebben zij gekeken naar de voorwaarden waaronder een optimale samenwerking en afstemming tussen de partijen gewaarborgd kan worden. De contouren van een overlegstructuur zijn hierbij vastgesteld.In een later stadium zijn de partners vanuit onderwijs en voorschoolse periode betrokken en zijn de contouren verder verfijnd. Dit plan eindigt met een advies en daaraan gekoppeld een tiental actiepunten voor de nieuwe stuurgroep CJG om vorm en inhoud te geven aan een verdere versterking van de samenwerking in het CJG.
1.1 Pilot Centrum voor Jeugd en Gezin In december 2006 heeft het college van de gemeente Lelystad besloten met een pilot voor een Centrum voor Jeugd en Gezin te starten in de Atol- en Zuiderzeewijk. Deze Pilot heeft zijn beslag gekregen over 2008, 2009 en 2010. De doelen zoals gesteld bij de pilot van het CJG in de Atol/ en Zuiderzeewijk blijken nog steeds actueel: • 1 plek voor kinderen, gezinnen en professionals • Sluitende aanpak: 1 kind, 1 gezin, 1 plan • Vergroten van pedagogische kwaliteit in de wijk • Vraaggericht werken op basis van behoeften uit de wijk • Kinderen en gezinnen worden sneller geholpen • Professionals weten elkaar beter te vinden Eind 2010 is deze pilot geëvalueerd door de heer B. van Dekken, interim-manager voor het CJG. Zijn conclusies zijn neergelegd in het Evaluatiedocument 2010. In deze conclusies kwamen een aantal aandachtspunten naar voren waarop we met deze notitie een antwoord willen geven: De functies van zorgcoördinatie en procescoördinatie behoeven implementatie en ook het begrip doorzettingsmacht moet nog meer vorm krijgen. De onderlinge afstemming en het elkaar informeren over de voortgang gebeurt nog onvoldoende. De verhouding tussen het CJG en de ZAT’s moet verder worden verduidelijkt . ook de relatie tot de justitieketen en het veiligheidshuis zal verder moeten worden uitgewerkt. Het integrale zorgaanbod voor 0-4 jarigen verdient meer aandacht. Tot slot blijft de financiering een punt van zorg en ook de professionele eindverantwoordelijkheid.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 3
Lelystad, September 2011
1.2 Doorontwikkeling CJG Tot nog toe is in het CJG vooral wijkgericht ontwikkeld (en daarmee vooral voor de groep jonger dan 12 jaar en hun ouders). Men wil nu deze ervaringen vertalen naar een stedelijk concept, en daarmee ook de verbinding te maken met de groep jongeren van 12 jaar en ouder. Verwoord in een memo aan de Stuurgroep Zorg en Veiligheid voor jeugd op 11 november 2010 is door de gemeente Lelystad gekozen voor het scenario “Het CJG is van ons allemaal”. “Men wil het CJG zoveel mogelijk onderbrengen bij reguliere instellingen, met duidelijke afspraken en voldoende daadkracht naar partners als welzijn, politie en onderwijs.” Richtlijnen in deze Memo: a) Het onderwijs staat centraal: Richt de zorg op kinderen/gezinnen het, zolang mogelijk naar school laten gaan en op de aansluiting richting arbeidsmarkt. b) Breng de zorg zo dicht mogelijk bij de ouders,het onderwijs, korte lijnen en snelheid van handelen. c) Investeer in de 1e lijn professionals’, zoals leerkracht, leidster, trainer, wijkagent, jongerenwerker, die zelf direct met kind (en ouders) te maken hebben d) Organiseer overleg vooral rond de casus: het onderwijs (verplicht ZAT) en daarnaast afhankelijk van de casus met benodigde instellingen. Bovenschoolse/stedelijke overleggen zijn daarom nauwelijks nodig. Bovenstaande richtlijnen hebben gediend als uitgangspunten voor deze notitie.
1.3 Vraag Bovenstaande aanleiding leverde de volgende vraag op: Ontwikkel een plan voor een nieuwe koers voor het CJG in Lelystad, een doorontwikkeling om tot een succesvolle samenwerking te komen.
1.4 Aanpak Om deze vraag te beantwoorden is eerst gekeken naar de huidige situatie en waar men voor staat, om vanuit een gedeeld vertrekpunt te kijken naar de gewenste situatie, de droom. Tot slot is in de 3e fase gekeken naar de kans: hoe komt men van de huidige naar de gewenste situatie en wat is ervoor nodig. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen: • Ontwikkelen: Wat willen we tot stand brengen? • Eigenaarschap: Wie heeft daarbij welke rol? En wie is waarvoor verantwoordelijk? • Relatie: Hoe zorgen we voor echte verbindingen en hoe blijven we elkaar vinden? Wanneer men open staat voor vernieuwing, duidelijk heeft waar men verantwoordelijkheid voor draagt en zorg draagt voor de onderlinge relatie en verbinding, heeft men de O+E+R = OER-kracht van een organisatie, team of samenwerking tot stand gebracht.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 4
Lelystad, September 2011
2. De Droom: het gewenste resultaat “De dromen van vandaag zijn het materiaal van de wereld van morgen.“ Peter Gabriël
Hier wordt een beeld geschetst van hoe het CJG eruit zal zien in de gewenste situatie waarbij uitgegaan wordt dat minimaal het huidige voorzieningenniveau nodig is om aan dit plan uitvoering te kunnen geven. Er is sprake van samenwerking tussen alle partijen die betrokken zijn bij jeugd, waarbij een gezamenlijke frontofficie gecreëerd wordt waar jeugd en ouders terecht kunnen met vragen en voor advies en hulp. Er wordt gewerkt vanuit de vraag en dus ook vanuit de ‘vindplaatsen’. De voordeur is daar waar de vraag is, op school, op de peuterspeelzaal, op het kinderdagverblijf. Daarachter wordt door alle organisaties samengewerkt, waarbij korte lijnen en eenduidigheid in procedures en formulieren het uitgangspunt is. Gezamenlijk worden werkprocessen geoptimaliseerd. Er is sprake van heldere onderlingeafspraken waar men elkaar op aan dient te spreken. Knelpunten worden gedeeld, waarop direct acties worden ondernomen. Ieder heeft in het proces een duidelijk gedefinieerde eigen verantwoordelijkheid maar er is ook sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het gehele proces en het aanbod. 1. Het belang van het kind in de context van het gezin/de omgeving wordt gezien als gemeenschappelijk belang van de samenwerkende organisaties. Organisaties, instellingen en gemeentelijke diensten stellen ouders en jongeren in staat om zo zelfstandig en zo maximaal mogelijk te participeren in de maatschappij.Vanuit deze gezamenlijke visie zijn alle betrokken partijen, partner in het CJG. 2. Dit vraagt een optimaal samenwerken, kennisuitwisseling, elkaar aan kunnen vullen en aan kunnen spreken, het is gewoon om bij elkaar in de keuken te kijken. 3. Er wordt geïnvesteerd in de professionele expertise van de professional, die daadkrachtig is en afspraken nakomt. De professional kent zijn/haar competenties en de grenzen daaraan.Hij/zij weet anderen te vinden en draagt zorg voor tijdige en adequate overdracht. 4. Er wordt extra geïnvesteerd in verbindingen tussen leeftijden (0-4, 4-12, 12-18, 18+), leefgebieden (onderwijs, zorg, vrije tijd) en tussen het niveau van zorg (1e en 2e lijn) 5. Voor deze verbindingen wordt een overlegstructuur georganiseerd op uitvoerend niveau, op tactisch/operationeel niveau en op strategisch niveau. Afspraken worden hierin gemaakt over afstemming, coördinatie en regie 6. De toegankelijkheid van de zorg en het CJG zal worden gemonitord (zie ook 8). Bereiken we de doelgroep voldoende, wordt er voldoende zorg gesignaleerd, weet men het zorgaanbod via het CJG te vinden? De bereikbaarheid wordt vergroot door gebruikmaking van ICT&Sociale Media. Door het samenwerkingsverband voor primair onderwijs is voor de digitale doorleiding van dossiers, samen met wsns Almere een subsidie aangevraagd bij de provincie voor de ontwikkeling van digidoor zorg. 7. De instellingen/organisaties die het CJG vorm geven (zorg-/welzijnsinstellingen, onderwijsinstellingen en instellingen gericht op de voorschoolse periode) richten zich op een samenhangend aanbod waardoor kinderen/jongeren zich adequaat kunnen ontwikkelen naar volwassenheid. De stuurgroep CJG zal hiervoor indicatoren ontwikkelen. Hierbij wordt Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 5
Lelystad, September 2011
aangesloten bij landelijk ontwikkelde CJG indicatoren. De stuurgroep CJG legt deze indicatoren vast, monitort en stuurt bij. 8. Tevens zal worden gemonitord of het zorgaanbod voldoende aansluit bij de vraag en of we kunnen spreken van een sluitend zorgaanbod met een zo kort mogelijke doorlooptijd. Dit is een taak van de stuurgroep CJG en hierin wordt gezamenlijk geïnvesteerd.
3. Belemmeringen Er was in Lelystad sprake van de wet van de remmende voorsprong. Er was al veel geregeld op het gebied van samenwerking en onderlinge afstemming. Die structuur bleek lastig te veranderen. Men heeft geprobeerd de winkel te verbouwen terwijl hij open bleef. Het blijkt voor organisaties nog vrij lastig om voorbij de eigen instelling te kijken omdat men wel binnen die organisatie afgerekend wordt. Een gezamenlijke verantwoording van de samenwerkende organisaties aan de stuurgroep en overheid is een stap in de goede richting. Met bezuinigingen, beperkte middelen en een terugtredende overheid wordt de onderlinge concurrentie tussen zorginstellingen eerder vergroot. Dit kan samenwerking in de weg staan. Verschillende financieringen (gemeente, provincie, rijk, AWBZ) brengt schotten in het aanbod. Onbekendheid met elkaars werkwijze werkt bovendien vooronderstellingen in de hand. Bij elkaar aan tafel zitten en bij elkaar in de keuken laten kijken vergroot het begrip en biedt mogelijkheden beter bij elkaar aan te sluiten. Ouders hebben vaak andere belangen dan kinderen. Er kunnen verschillende benaderingen zijn voor deze belangen. Eén kind, één gezin, één plan is daarom een uitdaging. Ook wordt nog vaak op kind geregistreerd, waardoor niet alle kinderen in een gezin in beeld zijn. Een systeembenadering is gewenst.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 6
Lelystad, September 2011
4. Ontwikkelen 4.1
De nieuwe overlegstructuur (zie ook schematisch overzicht)
Voo ra f: Het C J G i s n i et e en ap a r te in st el lin g n a a st d e in st el lin g en ma ar i s e en s tru c tu u r w aar in d e b et rokk en in st el lin g en / on d e r wij s e tc sa m en w er ken o m d e d o el en t e r ea li s er en . Dit ko mt m et n a m e tot u itd ru kkin g in d e v erb in d in g tu s se n d e str u ctu u r tu s s en zor g, w elz ijn /h u l p ve rl en in g s i n st e lli n g en en h e t on d e rw ij s. In d ez e v er b in d in g staa t h et on d e r wij s c en t raa l en i s h an d el in g s ge ri ch t (z i e ook b ijl ag en ). De o v erl e g str u ctu u r va n d e zor g, w elz ijn /h u l p v e r len in gs in st e ll in g en en d e o v e rl eg st ru c tu u r d i e b e staa t in d e vo or s ch oo l se p e ri od e en t .a. v . h et p ri ma ir o n d er w ij s z ijn ge ën t op d e sp e ci fi e ke s itu at i e d i e b e st aat in d e zor g, d e vo or sc h oo l se p er iod e en h et (p r im ai r) on d er wi j s. In h et C J G wo rd en d ez e st r u ctu r en aan e lkaa r g ek n oop t. Vo or d e vo or sc h oo l se p e ri od e e n h et p r i mai r on d e rw ij s is d it h e t b re ed te zor g o v er le g wa ar d e b et rokk en zor g/ on d er st eu n en d e in st el lin ge n v e rb on d en z ijn . In d it o ve r le g ka n n aa r vo re n ko m en d at in d e s ch oo l z el f h e t p ro b l e e m op g el os t wor d t, d a t d e z org /on d er st eu n en d e in st el l in g en e en a an vu l l e n d e r ol h eb b en (b r e ed t ez or g) of d at v er w ijz in g mo et v ol ge n o md a t d e s ch oo l d i t n i e t z el f k an o p lo s s en , d e b o v en s ch o ol s e zo rg o f d i ep te zorg . J eu gd zo rg en J G Z/ G GD (o n d er wi js lok e t) i s h ie rb i j b etr okk en . Zi e b ijl ag e 3: Pri m air on d er wi js (t oe li ch t in g aan s lu it in g en d o oron tw ikk e lin g C J G) . Ve rg e lij kb aa r i s d e aan s lu it in g in d e v oor s ch o ol s e p er iod e waa rb i j h et “ b re ed t e zor g ov er l eg” v oor kin d e rop v an g/ p eu t erop v an g aan sl u it op d e stru ctu u r van zorg - en on d e r st eu n en d e i n s t ell i n ge n (“ sp r ee ku r en ” ) z i e b ijl ag e 4: Vo or s ch oo l se p er iod e (to el ic h tin g a an slu iti n g en d o oro n t wik ke lin g C J G ). Het b r e ed t ezo rg o ve rl e g i s h et s ch arn i erp u n t in d e on d e r wij s s tru ctu u r e n st aat op ge li jk n i ve au m et d e sp re ek u r en . In d it o v er le g k an to t ee n ron d e t af e l g e sp re k b e slo t en wor d en in d i en d e p r ob l e ma ti ek h ie rto e aan l e id in g ge e ft . Overleg
Niveau
Taak
Aanbieder/deelne mers
frequentie
voorzitter
Breedtezorg overleg/ Spreekuren 12- op instellingsniveau
Uitvoerend
Consultatie/ advies Bespreken van complexe problematiek via ronde tafel gesprekken
Icare (0-4), GGD ( 4-12), + op uitnodiging SMW (PO) en JPW (VO)
1x 4 weken
1 per school of Zorgconsulent JGZ (wordt in relatie tot onderwijs nader ingevuld)
Vangnet en Advies
Uitvoerend
Uitwisseling informatie kindgebonden
Vangnet en advies en JGZ
Geen vast moment
Nvt
Kernteam 12-
Uitvoerend casuïstiek (mogelijk) per stadsdeel
Bespreken van overstijgende complexe problematiek, bewaken afspraken,
BJZ, MDF,Icare, GGD, MEE, + op afroep Welzijn
1 x/14 dagen
Per stadsdeel wordt een vaste voorzitter aangesteld
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 7
Lelystad, September 2011
procescoördinatie
ZAT 12+ VO VSO ROC
Uitvoerend Casuïstiek
Afstemmen bij zorgen op schoolniveau, bespreken van complexe problematiek, bewaken afspraken, procescoördinatie
Zorgcoördinator, leerplicht, BJZ,welzijn, GGD, MDF + op afroep: MEE, Politie, Icare (gezinscoach) Per type onderwijs vaste deelnemer
1x per 4 of 6 weken
Zorgcoördinator is school
ZAT 18+
Uitvoerend casuïstiek
Afstemmen van trajecten
BJZ, ROC, welzijn,MDF, Leerplicht/RMC, Rentray Op afroep MEE Talentmanagers
1x per 4 of 6 weken
Jongerenloket Talentmanager
Ronde tafel gesprekken
Uitvoerend (Is een middel dat op alle niveaus kan worden ingezet)
Afstemmen bij casuïstiek waar meer partijen bij betrokken zijn, zorgcoördinatie
Bij casus betrokken partijen + ouders/jongere
Meestal eenmalig
JGZ of meest betrokken partij
Stuurgroep CJG
Tactisch operatione el
Afspr. bewaken, beleidsadvisering, doorontwikkelen, afstemmen op elkaar en op de vraag, werkwijze en procedures koppelen, verantwoording
PO (WSNS), VO, SKL, GGD, Icare, MDF, Welzijn, BJZ, MEE, vertegenw. JZ aanbieders, + op uitnodiging: Gemeente
1 x/ 6 weken
Door de stuurgroep vast te stellen
Stuurgroep Zorg & Veiligheid
Strategisch
Besluitvorming, Voortgang bewaken
PO, VO, SKL, GGD, Icare, MDF, Welzijn, BJZ, MEE, vertegenw. JZ aanbieders,Politie, Gemeente
1 x/ 2-3 maanden
Weth. M. Jacobs/ weth. W. Jansen
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 8
Lelystad, September 2011
Regiegroep Jeugd
Gemeenteli jk
Bestuurlijke en ambtelijke afstemming
Gemeente
Weth. M. Jacobs/ weth. W. de Jager
Toelichting: Op de plekken waar kinderen, ouders en jongeren komen worden spreekuren/breedtezorg overleg georganiseerd voor iedereen die vragen heeft, zorg heeft over een kind of hulp zoekt. Het breedte overleg staat gelijk aan spreekuren. Daaraan gekoppeld kan ronde tafel overleg gestart worden. Dit geheel is het werkelijke front-office van het CJG, toegankelijk en dichtbij. De spreekuren/breedtezorg overleg vinden plaats op het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal, de basisschool, de VO school, maar ook op het buurthuis of jongerenlokaal. Dit moet nog verder worden uitgewerkt ook als het gaat om het vertalen van de zorgniveaus die gehanteerd worden door het onderwijs en die gehanteerd worden in de hulpverlening (piramide). Frequentie kan wisselen per instelling. Ook het Virtuele Centrum voor Jeugd en Gezin en de site van Jongin fungeren als voordeur voor het CJG. Ouders en jongeren kunnen via de website hun vragen stellen en ook professionals vinden informatie over de ketenpartners op de site. Ronde tafel gesprekken vinden plaats waar meer partijen betrokken zijn bij de zorg rond een kind of gezin, in bijzijn van de ouders of van de jongere. Ook in het Vangnet&Advies en in het Integrale Vroeghulp overleg zitten ouders aan tafel. Kan een casus niet direct met ouders opgelost worden, dan wordt het met toestemming van ouders besproken in het kernteam op stadsdeelniveau (12-) of in het ZAT op schoolniveau. Voor de Zorg Advies Teams op de scholen betekent het dat ook andere organisaties een jongere op dit overleg kunnen inbrengen. Vrijwel ieder probleem waar een jongere mee kampt heeft zijn weerslag op de schoolprestaties en is dus altijd school gerelateerd. Het CJG is ondersteunend aan het ZAT om de uiteindelijke taakverdeling van de verschillende partners, goed in te kunnen vullen zodat de uiteindelijke doelstelling dichterbij komt. Kernteam 12-. De organisaties gaan over tot dezelfde stadsdeel indeling. Per stadsdeel wordt gestart met een kernteam. Na evaluatie wordt gekeken of stadsdelen samengevoegd moeten worden. Voor het ZAT 18+ geldt dat dit niet aan school gerelateerd is, maar dat de ingang hier Werk en Inkomen is. Voor de jongeren die niet een startkwalificatie beschikken, heeft het werkplein: werk, inkomen en zorg een belangrijke functie. De talentmanager worden de consulenten vanuit het CJG op de domeinen werk/zorg/inkomen. Zij trekken samen op met jongerenwelzijn (hulpverlening en jongerenwerk) van stichting Welzijn in het realiseren van trajecten richting werk/inkomen/zorg. Het Justitieel casus Overleg is een vreemde eend in de bijt van het CJG, maar door de uitbreiding van het JCO met BJZ is deze partij de verbindende schakel met de zorg-overleggen van het CJG, zoals de ZAT’s. Bij iedere(IVS (In verzekering stelling) is het de taak van de RvdK om onderzoek te doen naar de cliënt en daarbij het onderwijs/ZAT te raadplegen. Uit hoofde van de functie van BJZ dient zij een uitwerking te geven van de koppeling tussen zorg en straf. Geeft aan wat er nodig is om voor groepen jongeren aan signalerings/afstemming/aanpak en overleg. Wat is de Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 9
Lelystad, September 2011
rol van de samenwerkende partners in het CJG bij de aanpak van probleemgroepen? Zorg dat de verbinding met de veiligheidsketen is gerealiseerd op casus niveau. Veiligheidshuis: Gemeente dient nog nader invulling te geven. Ontwikkeling van het Veiligheidshuis dient niet ten koste te gaan van de invulling van het CJG. Het project “Over en Weer” is een samenwerkingsproject gericht op hulpverlening aan multiproblemgezinnen in Lelystad. Dit project eindigt in 2012. De stuurgroep van dit project zal dan tevens beëindigd worden. De resultaten van het project worden ingebracht in het CJG Lelystad. De Projectgroep CJG wordt omgevormd tot de nieuwe Stuurgroep CJG. De Stuurgroep CJG rapporteert aan de Stuurgroep Zorg en Veiligheid. In beide stuurgroepen zitten dezelfde partijen, maar op verschillend niveau. Op tactisch en operationeel niveau draagt de Stuurgroep CJG zorg voor de afspraken op uitvoerend niveau en zorgt voor optimale afstemming, zowel op elkaar als op de vraag. De stuurgroep CJG draagt zorg voor de ontwikkeling en de uitwerking van het vastgestelde kader van het CJG. Werkprocessen en procedures worden doorontwikkeld en waar mogelijk gekoppeld. Op strategisch bestuurlijk niveau bewaakt de Stuurgroep Zorg & Veiligheid voortgang, resultaten en besluitvorming en stelt het kader van het CJG vast. Getracht is het aantal overleggen waarin over een kind, jongere of gezin gesproken wordt, terug te dringen. In het volgende model wordt een kind/gezin maar op één plek besproken.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 10
Lelystad, September 2011
1. 4.2 Schematisch overzicht
CJG 12-
Basisschool
Peuterspeelzaal
Huisarts
Breedte zorg overleg /Spreekuur PO
Breedte zorg overleg/Spreekuur PSZ -Pedagogisch medew.
Home Team
- JGZ (GGD/Icare) IB'er
- JGZ (GGD/Icare) - MDF
- SMW (MDF) -Ouders
-JGZ (GGD/Icare) -Ouders
GGD
MEE
VANGNET EN ADVIES
Integrale Vroeghulp
Kernteam CJG Kinderdagverblijf
Overigen
breedte zorg overleg/ Spreekuur KDV
-BJZ -Mee
VCJG
-GGD -Icare
Spreekuur
- JGZ (GGD/Icare)
-MDF
Coördinator O&O
CJG 12+
- buurthuis, - politie, -Welzijn - vereniging, - ouders, - consultatiebureau - etc
Politie
VO school
Veiligheidshuis Overigen
ZAT VO
JCO+
Leerplicht, BJZ, GGD, Icare Welzijn,politie
BJZ, OM, RvK Politie
ZAT VSO
ZAT 18+
Leerplicht, BJZ, GGD, Icare,
VSO school
VCJG + Jongin - Welzijn
- buurthuis, - politie, -Welzijn - vereniging, - ouders, - etc
ZAT ROC
Welzijn, Mee,Politie
-Leerplicht
-BJZ, -ROC, LP/RMC,-Mee, VSO, -Rentray
RMC, BJZ,GGD, Icare
Jongerenloket
-Welzijn
Gemeente/ UWV Trajectbegeleiding ROC
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 11
Lelystad, September 2011
4.3 Overig te ontwikkelen Behalve een sluitende overlegstructuur is het van belang ook te investeren in een aantal andere zaken die de doelstellingen van het Centrum voor Jeugd en Gezin ondersteunen. 1. Het monitoren van de vraag met behulp van Flevoscope is van belang om een sluitend aanbod te kunnen ontwikkelen wat steeds meer maatwerk wordt. Voor deze aansluiting is contact met de doelgroep erg belangrijk om optimaal in te kunnen spelen op wat zij nodig hebben. Dat betekent daar zijn waar de klant is. Als jongeren (maar ook ouders) zich vooral bevinden op allerlei Sociale Media, ligt het voor de hand, dat ook de hulpverlener zich op die Sociale Media begeeft. Op diverse internetfora worden uitgebreid ervaringen uitgewisseld tussen lotgenoten. Op www.jeugdzorg20.nlworden veel goede voorbeelden van 2.0 initiatieven uit het land gepresenteerd. Voor het beter bereiken van de doelgroep moet je je werkelijk verplaatsen in hun leefwereld en referentiekaders. 2. Om op de hoogte te zijn van welke partijen zich zorgen maken over eenzelfde kind/jongere en vervolgens onderling tot afstemming te komen, zijn er afspraken gemaakt omtrent registratie in de verwijsindex ESAR. Uit de wet VIR: “De verwijsindex heeft tot doel vroegtijdige en onderlinge afstemming tussen meldingsbevoegden te bewerkstelligen, opdat zij jeugdigen tijdig passende hulp, zorg of bijsturing kunnen verlenen om daadwerkelijke bedreigingen van de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid te voorkomen, te beperken of weg te nemen.” Voor het functioneren van het systeem van ESAR is het van belang dat alle partijen zich conformeren aan de gemaakte afspraken. Ze moeten weten hoe te registreren in ESAR, hoe dit bespreekbaar te maken en het vervolgens ook doen. Afspraken die voortkomen uit een “match” zijn vervolgens bindend. 3. Informatie voorziening en registratie. De betrokken organisaties dienen niet alleen hun informatievoorziening op elkaar aftestemmen, maar ook hun registratie. Het komen tot een integrale registratie. 4. Ook kunnen organisaties zich nog meer toeleggen op transparant zijn zodat voor de hulpvrager het hele hulpverleningstraject begrijpelijk en inzichtelijk gemaakt wordt. Voor de klant moet het niet uitmaken welke organisatie de hulpvraag beantwoord, ze spreken allen vanuit de gedeelde visie van het CJG. Dit is vooral een cultuur vraagstuk. 5. Tot slot is het van belang te investeren in de professionaliteit van iedere medewerker: Kennen van de zorgroute: Medewerkers moeten weten hoe ze zorgen signaleren en welke instrumenten tot hun beschikking staan om te komen van signaleren tot handelen. Ze moeten kunnen werken met Zorgoog en met ESAR. Kennen van de competenties die horen bij de eigen functie: Vanuit betrokkenheid blijven veel medewerkers te ondersteuning bieden, waar overdragen en loslaten wenselijk is. Hier wordt ook wel naar gerefereerd als het ‘hulpverleners-syndroom’. Kennen van het netwerk en de sociale kaart van Lelystad: Men moet elkaar weten te vinden om casussen goed te kunnen overdragen.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 12
Lelystad, September 2011
Een sluitende overlegstructuur staat nog niet garant voor een sluitende afstemming en samenwerking. Hiervoor zijn ook heldere afspraken nodig over eigenaarschap (zie 5.) en investeren in de onderlinge relatie (zie 6.)
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 13
Lelystad, September 2011
5. Eigenaarschap “Het nemen van eigenaarschap is essentieel; focus op je eigen cirkel van invloed; verspil geen energie aan kwesties die buiten je beïnvloedingssfeer en verantwoordelijkheid liggen. Sleutelwoorden zijn ontmoeting en vertrouwen” Leo Cok, CJG-ondersteuner van VNG en VWS
5.1 Rol, taak, verantwoordelijkheid ketenpartners 1. Iedere professional beoordeelt op basis van eigen taakstelling en competenties of er sprake is van zorg en biedt direct antwoord. Indien de vraag de eigen competenties/taakstelling overstijgt, dan wordt de best passende partner uitgenodigd en worden afspraken gemaakt over wie de casusregie voert. Op de vindplaatsen zoals scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven worden zorgen gedeeld met ouders/jongeren in de spreekuren. 2. Wanneer meerdere partijen betrokken zijn bij een kind of gezin treed onderstaande regieboom in werking. De zorgcoördinator kan in dat geval een ronde tafel beleggen met ouders en betrokken partijen om tot afstemming en afspraken te komen. 3. Wanneer sprake is van complexe of meervoudige problematiek wordt ouders toestemming gevraagd om een kind in het kernteam te bespreken. Hierin wordt alleen casuïstiek besproken die actueel is en multidisciplinaire aandacht behoeft. Voor de leeftijd 12+ wordt toestemming gevraagd de casus in het ZAT overleg te bespreken. Het ZAT voor de leeftijd boven 12 jaar functioneert als het Kernteam voor 12-.
5.2 Zorgcoördinatie ja
BJZ heeft regie
BJZ betrokken ?
ja nee
JGZ heeft regie
JGZ betrokken? nee
Afspreken wie de regie heeft
Wanneer er bij een casus meerdere partijen betrokken zijn is het van belang af te spreken wie ‘eigenaar’ is van het geheel, wie de afspraken coördineert en bewaakt. Als noch BJZ noch je JGZ betrokken is wordt onderling bepaald wie het meest betrokken is bij het kind of gezin.
5.3 Procescoördinatie Van procescoördinatie is sprake wanneer een kind/gezin of jongere besproken wordt in het kernteam (12-) of in het ZAT(12+) en er van meerdere partijen een gecoördineerde actie verwacht wordt. Het gaat vaak niet om opeenvolgend aanbod maar wel om onderlinge afhankelijkheid voor het slagen. In de meeste gevallen zal de procescoördinatie liggen bij BJZ of bij de JGZ.
5.4 Doorzettingsmacht De doorzettingsmacht zal nog nader uitgewerkt moeten worden door de stuurgroep CJG. Het is een taak en geen functie. In Lelystad is er voor gekozen dit niet te koppelen aan een hiervoor apart aangestelde functionaris. Wanneer partijen er in het Kernteam of in de ZAT’s niet uitkomen zullen de directies/managers van betrokken partijen erop aangesproken worden binnen de stuurgroep CJG . Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 14
Lelystad, September 2011
Leden van het kernteam kunnen dit niveau rechtstreeks aanspreken. De stuurgroep CJG zal hiervoor criteria ontwikkelen(te denken aan planmatigheid, doorlooptijd, integrale samenhang e.d.). Uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de wethouder zorg en veiligheid, Mw. M. Jacobs.
6. Relatie “Zonder relatie geen prestatie” Samenwerken vraagt om voortdurend onderhoud van de relatie. Men kan nog zulke goede afspraken hebben gemaakt, uiteindelijk draait het om elkaar weten te vinden en te vertrouwen op elkaars expertise. Een open organisatiecultuur is hiervoor randvoorwaardelijk. Men moet bereid zijn elkaar over de schouder mee te laten kijken, bij elkaar in de keuken te kijken en de eigen werkwijze ter discussie te durven stellen. Wanneer men vertrouwd raakt met elkaars werkwijze ontstaat meer begrip waardoor samenwerken gemakkelijker wordt. Daarnaast is lef nodig om elkaar te blijven aanspreken op gemaakte afspraken. Wanneer men samenwerkt vanuit de gezamenlijke visie van het CJG betekent dit dat iedere medewerker zich ook identificeert met het CJG en zich naast medewerker van de eigen organisatie, tevens CJG medewerker voelt. Deze dubbele identiteit is soms lastig. Het is gemakkelijker wanneer medewerkers zelf de voordelen van samenwerken in het CJG kunnen benoemen en ervaren. Het gaat dan niet om moeten samenwerken maar om willen samenwerken. Samenwerken vraagt ook een houding van gunnen. Zorgaanbieders kunnen gemakkelijk elkaars concurrenten worden in tijden van schaarse middelen. Wanneer men elkaar niet beconcurreert maar elkaar versterkt door gebruik te maken van elkaars kracht ontstaan nieuwe mogelijkheden. Samen offreren met elkaar aanvullende pakketten maakt meer kans, dan ieder voor zich. Het zijn mooie intenties, maar hoe investeer je in de relatie? Hierbij enkele ideeën: De kijk-in-de-keuken-van-de-ander-dag Uitwisseling van medewerkers of van management Gezamenlijke multidisciplinaire trainingen Intervisiegroepen Gezamenlijke casuïstiek evalueren (achteraf om lering uit te trekken) Gezamenlijk kenniscafés organiseren (bijv. op thema Sociale Media, klantgericht werken, persoonlijk leiderschap, enz) Een ‘Durf te vragen’ platform creëren
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 15
Lelystad, September 2011
7. Conclusie en actiepunten Om tot een succesvolle samenwerking in het CJG te komen is het van belang om te investeren in de ‘OER-kracht’ van de samenwerking, dat wil zeggen in het Ontwikkelen van een goede structuur, in het Eigenaarschap en in de onderlingeRelatie.
7.1 Advies: 1. Een eenduidige overlegstructuur zorgt voor de nodige afstemming tussen de verschillende partijen op het terrein van jeugd en gezin; 2. Voor een eenduidige toegang wordt door alle partijen gebruik gemaakt van hetzelfde aanmeldformulier. De verschillende formulieren zullen hiervoor samengevoegd worden. 3. De voordeur van het CJG is daar waar kinderen, jongeren en ouders komen. De spreekuren zijn de voordeur waar ouders terecht kunnen met vragen. 4. Er wordt op één plek over casussen gesproken zo dicht mogelijk bij de vindt plaats zoals in het breedtezorg overleg/spreekuren, daar waar dit overstijgt in het Kernteam (12-) of in het ZAT (12+/18+); 5. Er is een duidelijke opbouw in de overlegstructuur van uitvoerend, tactisch/operationeel en strategisch niveau, met bijbehorende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; 6. Er zijn heldere afspraken over ieders rol, taak en verantwoordelijkheid. Er zijn afspraken over zorgcoördinatie en procescoördinatie en de afspraken over de doorzettingsmacht worden verder uitgewerkt. 7. Er wordt geïnvesteerd in het monitoren van de vraag EN DE RESULTATEN en vraaggericht werken waarbij transparantie de norm is. Resultaatgerichtheid speelt een grotere rol en wordt meetbaar gemaakt (doorlooptijd casuïstiek en resultaten hulpverlening). Wederzijdse informatievoorziening zal op korter termijn geregeld worden met behulp van een integrale registratie. 8. Er wordt ingezet op een intensivering van de registraties in ESAR. Een ieder die zich zorgen maakt om een jeugdige zal dit eerst bespreekbaar maken met de jeugdige en/of ouders en zal dit vervolgens registreren in ESAR. 9. Er wordt ingezet op het (gezamenlijk) professionaliseren van medewerkers voor het kennen van de zorgroute, het netwerk en de eigen competenties (handelingsgericht en met benutting van eigen kracht); 10. Er wordt geïnvesteerd in de relatie en in een open organisatiecultuur door te organiseren, dat men bij elkaar in de keuken kijkt. Er komt ruimte voor uitwisseling van kennis en deskundigheid, van werkwijzen en van procedures, zodat men weet wat men aan elkaar heeft.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 16
Lelystad, September 2011
7.2 Actiepunten: De stuurgroep CJG … Ad 1:…geeft opdracht aan ieder overleg om vast te stellen wie voorzitter, secretaris en procesbewaker is. Voor de organisatiestructuur zijn enkele zaken wel en andere nog niet operationeel. Per overleg wordt gekeken wat er moet gebeuren om het overleg optimaal in te richten. De secretaris van ieder overleg besluit met een afsprakenlijst die door de deelnemers wordt bekrachtigd. Ad 2:…geeft opdracht aan een ‘kartrekker’ die het voortouw neemt om de verschillende intake formulieren samen te voegen tot een eenduidig instrument. Er wordt gebruik gemaakt van een algemene pagina met verschillende supplementen per soort instelling.Tevens moet hierbij een privacy reglement verder worden uitgewerkt ook in relatie tot de registratie. Ad 3:…neemt het voortouw om nader uit te werken waar, hoe vaak en door wie de spreekuren uitgevoerd zullen. Enkele spreekuren zijn al operationeel, anderen zullen nog opgestart moeten worden Ad 4: …ziet toe op de uitvoering van de Kernteams per stadsdeel en wie hierover de voortgang bewaakt. Ook ziet de stuurgroep CJG toe op versterking van het breedte overleg/deZAT’s als het centrale punt waar casuïstiek wordt besproken, afstemming plaatsvindt en afspraken worden gemaakt. Deze afspraken zijn bindend. In de meeste gevallen zal de procescoördinatie bij BJZ of bij de JGZ liggen. Ad 5:…benoemt een kartrekker om de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende overlegvormen en van de afzonderlijke deelnemers nader te beschrijven en vast te stellen. Ad 6: …zal voortbouwend op punt 5 ook vaststellen en beschrijven wat er verwacht wordt van de zorgcoördinator , werkwijze en de verantwoordelijkheid. Tevens wie eigenaar is van een casus en wanneer er opgeschaald moet worden. De doorzettingsmacht zal hierbij tevens worden uitgewerkt en belegd. Zorgt voor een duidelijke casusregie, versterkt de verantwoordelijkheid van de ouder en maakt niet vrijblijvende afspraken tussen de organisaties voor uitvoering. Ad 7:…coördineert de acties die horen bij het traject om tot een vraaggerichte manier van werken te komen. Om aan te sluiten bij de vraag en eigen kracht van de klant zal worden geïnvesteerd in contact met de doelgroep, toegankelijk en dichtbij (online) en zal worden geïnvesteerd in opleiding en/of training om vraaggericht te kunnen werken. Er zal tevens gebruik gemaakt worden van Flevoscope. Ad 8:…zorgt ervoor dat ESAR opnieuw en met regelmaat onder de aandacht zal worden gebracht. Stelt het nut en de noodzaak van ESAR vast. De stuurgroep spreekt partijen erop aan om zorgsignalen te registreren in ESAR. Iedere organisatie zorgt zelf voor voldoende toerusting van de eigen medewerkers om te kunnen registreren. De stuurgroep CJG gebruikt ESAR als instrument ter ondersteuning van toewijzen casusregisseur, de beslisboom van ESAR is afgestemd met de afspraken toewijzing casusregisseur. Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 17
Lelystad, September 2011
Ad 9: …stimuleert alle organisaties om wederzijds kennis binnen één van de organisaties te laten delen via deskundigheidsbevordering.Stimuleert het elkaar wederzijds te informeren en monitoort de tevredenheid van clienten en tussen organisaties. Ad 10: …neemt het initiatief tot het (laten) uitwerken van een plan hoe deze cultuurverandering in gang te zetten. Naast de verantwoordelijkheid van iedere organisatie tot openheid en transparantie zullen acties worden uitgezet om kennis te delen en bij elkaar in de keuken te kijken.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 18
Lelystad, September 2011
Bijlage 1 Oude Overlegstructuur 12Basisschool
Basisschool
Basisschool
IJsg
IJsg Preventie en vroeghulp
Preventie en vroeghulp GGD
BJZ
IJsg
GGD
MDF
BP
GGD
Preventie en vroeghulp GGD
MDF
Basisvangnet
IJsselgroep
MDF
REC 4
Breakpoint 12Buurtnetwerk 12Icare Basisschool PSZ Icare
Buurtnetwerk 12-
politie
Icare
MDF
Basisschool
GGD
PSZ Icare
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin,
politie MDF
Buurtnetwerk 12-
Buurtnetwerk 12-
Buurtnetwerk 12-
Buurtnetwerk 12-
Icare
politie
Icare
politie
Icare
politie
Icare
Basisschool
MDF
Basisschool
MDF
Basisschool
MDF
Basisschool
PSZ
GGD
GGD
PSZ
GGD PSZ Icare
GGD
Icare
Lelystad, September 2011
PSZ
Icare
Icare
politie MDF GGD
Bijlage 2 Oude overlegstructuur 12 + VO school
VO school politie
bp
ZAT
leerplicht GGD
bp
BJZ
politie ZAT
leerplicht
WL
MDF
VO school
GGD
MDF
politie
bp leerplicht
BJZ WL
GGD
ROC
VO school
ZAT
BJZ
MDF
politie
bp
ZAT
leerplicht
WL
GGD
MDF
bp
BJZ
leerplicht GGD
WL
politie ZAT
BJZ
MDF
WL
Breakpoint 12+ Signaleringsoverleg VO
NP
VO
LJ&R
WL
Rentray
MDF
leerplicht
bp
BJZ
BJZ
VO
GGD
VO
MEE
Tactus
Tactus CvW
UWV
BJZ
WL
Justitieel Casus Overleg
talentmngrs
MDF
WL
ROC
RMC
MP
politie
MaW
OM LJ&R
Trajectberaad bp
LdH
RvdK
WSG OM
VOS
politie
CJG Veilig – scenario overleg
leerplicht
Afstemmingsoverleg NO
Multidisciplinair overleg
politie
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin,
BJZ
Rentray
Lelystad, September 2011
Afstemmingsoverleg NW WL
LdH
politie
Afstemmingsoverleg ZO WL politie
Afstemmingsoverleg ZW WL politie
Bijlage 3. Primair onderwijs: Toelichting aansluiting en doorontwikkeling CJG Inleiding Handelingsgericht werken en handelingsgericht indiceren en een dekkende en sluitende onderwijszorgstructuur vormen in onderlinge samenhang belangrijke kernen van Passend onderwijs en in de aansluiting van onderwijs met jeugdzorg. Zij dragen bij aan hetzelfde doel: kinderen zo goed en zo snel mogelijk het juiste passende aanbod. In het samenwerken op bovenschools niveau gaat het om de ondersteuning van scholen, leraren en ouders bij het realiseren van een passend aanbod, begeleiding en verwijzing van leerlingen die hiervoor in aanmerking komen. Het gaat dan om kinderen waarvan de problemen niet door de school alleen kunnen worden opgelost. Er zijn verschillende redenen waarom er in Lelystad is nagedacht over een andere aanpak van zorgvragen waarmee scholen of ouders worstelen: In het kader van Passend onderwijs komt de verantwoordelijkheid voor indicering van kinderen voor sboenso bij het swv te liggen. De één-loketfunctie, handelingsgericht werken en beheersing van het zorgbudget zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. In samenhang hiermee komt er nieuwe wetgeving op het terrein van ‘Zorg in en om de school’ (Zios) en de inrichting van ZAT’s gericht op een multidiciplinaire aanpak. Ook de CJG’s vragen nadere afstemming. De huidige situatie heeft het risico dat het eigenaarschap van een ‘probleem’ (een kind die extra hulp nodig heeft) onhelder is of dat dit bij de school wordt ‘weggehaald’. Sinds 2006 neemt Lelystad deel aan het Actieprogramma Aansluiting Flevoland en hebben daarvoor het GAAF-convenant ondertekend. Doel van het actieprogramma is de samenhang in de zorg te versterken en te komen tot een sluitende keten van hulpverlening. Deze samenhangende samenwerking tussen organisaties en instellingen op het terrein van school, gemeentelijke instellingen, jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg en – in sommigegevallen - politie en justitie - vraagt om een concrete vertaling in de zorgverlening in, om en buiten de school. Gewenste situatie Wij willen aansluiten bij de ontwikkelingen c.q. doorontwikkeling van de CJG’s en onderscheiden daarbij: Zorg in de school: leraren en IB-ers lossen een probleem zelf in de school op (basiszorg); Zorg om de school: scholen hebben hulp nodig bij het oplossen van problemen. Daartoe zijn er deskundigen beschikbaar (breedtezorg). Zorg buiten de school: de school kan het probleem zelf niet oplossen en er volgt Verwijzing (dieptezorg).De hulp van buiten is steeds aanvullend op de zorg in de school. Deze hulp is bovendien laagdrempelig, snel en effectief. Zorgniveaus Goede zorg is afgestemd op de onderwijsbehoeften van kinderen, werkt preventief en proactief, vindt zo mogelijk binnen de groep plaats en betrekt leerling, ouders en leraar bij alle stappen. Dit is de kern van handelingsgericht werken. Wij onderscheiden de volgende zorgniveaus:
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 21
Lelystad, September 2011
Niveaus Niveau 1
Zorg om de school
uitwerken) Handelingsgericht /
Verantwoordelijken School: leraar
oplossingsgericht werken door
Zorg in de groep/school BASISZORG
Omschrijving (nader
leraar in de groep Niveau 2
Overleg met collega’s
School: team
Niveau 3
Overleg met IB-er
School: leraar en IB-er
Niveau 4
Schoolnabije zorg
School+:Zorgteam Aansluiting met Over en
BREEDTEZORG
Weer (CJG)
Bovenschoolse zorg
Niveau 5
Bovenschoolse zorg
Onderwijsloket
DIEPTEZORG
Niveau 6
Speciale onderwijsvoorziening
Sbo/so/jeugdzorg
Interne zorgstructuur op schoolniveau en het zorgteam Elke cyclus handelingsgericht werken wordt afgerond met een groepsbespreking. Dit is tevens de start voor een nieuwe cyclus voor de leraar. Tijdens de groepsbespreking wordt het voorafgaande geëvalueerd en wordt het groepsoverzicht besproken en de onderwijsbehoeften van kinderen eventueel aangescherpt en eventueel gekeken naar de clustering van kinderen. Als een kind onvoldoende profiteert van het aanbod, als de onderwijsbehoeften onduidelijk blijven en er andere vragen zijn, kan het kind worden aangemeld voor een kindbespreking. Centraal staat de begeleidingsvraag van een leraar. Voorafgaand aan en na afloop wordt dit besproken met ouders. Binnen de interne zorgstructuur zijn externe partners beschikbaar voor kinderen, waarvoor de school hulp van buitenaf nodig heeft. Door de samenwerking met het CJG wordt de zorgcoördinatie+ op school vorm gegeven. Waarbij we streven naar een vaste contactpersoon per school die de hulp van buiten organiseert. Naar de mate dat de problematiek van een kind complexer wordt, zal de contactpersoon collega’s betrekken of raadplegen, zonder dat dit de kwaliteit en de snelheid van de zorg in de weg staat. De contactpersoon is iemand van JGZ.
Deze zorgcoördinatie+ kan worden uitgebreid met de consultatieve leerlingbegeleider en eventueel schoolmaatschappelijk werk. Samen met de IB-er vormen zij het interne zorgteam, dat de schakel c.q. scharnier is naar de bovenschoolse zorgstructuur.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 22
Lelystad, September 2011
Bijlage 4 Voorschoolse periode. Toelichting aansluiting en doorontwikkeling CJG. Vanuit het plan “Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin” van maart 2011 en het daaropvolgende overleg rondom de aansluiting van de overlegstructuur voor 0-12 jaar (de voorschoolse periode en het primair onderwijs) is vanuit het primair onderwijs een toelichting geschreven op de aansluiting bij het CJG (Bijlage 3). Voor de voorschoolse periode is vanuit een pilot in 2009 een checklist vroegsignalering ontwikkeld waar de verschillende voorschoolse voorzieningen mee kunnen werken. Hierin is voor de peuterspeelzalen het contact met de wijkverpleegkundige (Icare) opgenomen. Voor de kinderopvang is dit niet expliciet geregeld maar wordt er via het netwerk en de verschillende partners (o.a. Icare en MEE), die ook deel uit maken van het CJG, gezocht naar de mogelijkheden die ouders met hun kind hebben. Gezien het feit dat ouders een keuze hebben om wel of niet gebruik te maken van kinderopvang of peuterspeelzaal is de werkwijze erop gericht om zoveel mogelijk samen met ouders af te stemmen. De ouders schakelen in de meeste gevallen de hulp in. De taak van de pedagogisch medewerker is het signaleren, bespreken, signalen opvolgen, stimuleringsplannen op stellen en uitvoeren en ouders ondersteunen in het nemen van de goede vervolgacties. Vanuit het overleg is duidelijk geworden dat de werkwijzen voor de voorschoolse periode en het primair onderwijs wel op elkaar en op de werkwijze van het CJG aansluiten maar dat er organisatorisch gezien aandachtspunten zijn die in een later stadium uitgewerkt moeten worden. Voor het plan is van belang om te weten waar de aansluiting ligt (het scharnierpunt). Het makkelijkste is het om dit aan te vullen vanuit de omschrijving van de zorgniveaus zoals het primair onderwijs deze heeft omschreven. Zorgniveaus Goede zorg is afgestemd op de onderwijs en ontwikkel behoeften van kinderen, werkt preventief en proactief, vindt zo mogelijk binnen de groep plaats en betrekt leerling/kind, ouders en leraar/pedagogisch medewerker bij alle stappen. Dit is de kern van handelingsgericht werken. De volgende zorgniveaus zijn te onderscheiden:
Niveaus Niveau 1
Omschrijving (nader uitwerken) Handelingsgericht /
Verantwoordelijken
Verantwoordelijken
School
Kinderopvang/peuterspeelzaal
( 4-12 jaar):
(0-4 jaar):
School: leraar
Kinderopvang/peuterspeelzalen:
oplossingsgericht
Pedagogisch medewerker
werken door leraar/pedagogisch medewerker in de
Zorg in de groep/school BASISZORG
groep Niveau 2
Overleg met collega’s
School: team
Kinderopvang/peuterspeelzalen: Pedagogisch medewerkers samen met teamleider
Niveau 3
Overleg met IB-er (school) en
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 23
School: leraar en IB-er
Kinderopvang/peuterspeelzalen: Pedagogisch medewerkers +
Lelystad, September 2011
wijkmanager
teamleider + wijkmanager
(opvang/psz) Niveau 4
Schoolnabije zorg
Zorg om de school BREEDTEZORG
School+:Zorgteam
Kinderopvang/peuterspeelzalen:
Aansluiting met Over en
Pedagogisch medewerkers+
Weer (CJG)
teamleider/wijkmanager + deskundigen (CJG)
Bovenschoolse zorg DIEPTEZORG
Niveau 5
Bovenschoolse zorg
Onderwijsloket
Plaatsing extern
Niveau 6
Speciale
Sbo/so/jeugdzorg
Plaatsing extern
onderwijsvoorziening
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 24
Lelystad, September 2011
Bijlage 5. Voortgezet (speciaal) Onderwijs Toelichting aansluiting en doorontwikkeling CJG De scholen van het Samenwerkingsverband VO/SVO in Lelystad willen vanuit gezamenlijkheid komen tot een Meerjaren bovenschools Zorgplan waarin beschreven staat: de visie van het V(S)O op passend onderwijs in Lelystad uitgewerkt in een omschrijving van onderwijsaanbod in Lelystad en de kaders bovenschools voor onderwijszorg op de VO scholen, aansluiting van het onderwijs met netwerkpartners in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Daarbij is: het proces om te komen tot een plan net zo belangrijk als het vastleggen van de afspraken in het plan, er sprake van een pragmatische aanpak. Het uitgangspunt bij het Meerjaren Bovenschools Zorgplan is dan ook: ‘verlenen van de meest passende onderwijszorg in het VO is in Lelystad met name mensenwerk’. Het plan dient dit te ondersteunen en te borgen. Het Bovenschools zorgoverleg (BZO) heeft van het directieoverleg de opdracht gekregen om dit plan te maken en vervolgens als advies voor te leggen aan het directieoverleg. Het voorliggende activiteitenplan is de eerste stap op weg naar een meerjaren bovenschoolszorgplan en is opgesteld op basis van: de missie/visie en uitgangspunten van het samenwerkingsverband de beoogde doelstellingen en resultaten; de opdracht waar het samenwerkingsverband de komende jaren voor staat. Het activiteitenplan is hiermee een werkagenda voor het BZO.
Visie en uitgangspunten van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Lelystad. Visie en ambities, geformuleerd door het directieoverleg van het samenwerkingsverband. Visie/Missie (Bijna) alle kinderen in Lelystad krijgen thuisnabij onderwijs. Het onderwijs is zoveel mogelijk passend en gericht op het behalen van een diploma, arbeidstoeleiding en dagbesteding op een zo hoog mogelijk niveau. Om aantrekkelijk onderwijs voor de leerlingen te realiseren voor kinderen die extra onderwijsbehoefte hebben, heeft het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Lelystad diverse onderwijszorgarrangementen die aanvullend zijn op de arrangementen die door scholen uit eigen bekostiging worden aangeboden. Leerlingenzorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dit vergt nauwe samenwerking. Voorwaarde voor een nauwe samenwerking is een goede professionele relatie. Ambities Leerlingenzorg vindt integraal plaats. Dit vraagt een samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin en ketenpartners (Social Inclusion). Docent, mentor, leerlingbegeleider en zorgcoördinator in de school werken nauw samen en zorgen voor de dekking van pedagogische/didactische onderwijsbehoeften. Ontwikkelen en vastleggen van zorgarrangementen; Uitwerking van de basis-, breedte- en diepte zorg. Er komt een beschrijving van groepsplannen/groepsafspraken die het verschil tussen het regulier VO en het VSO duidelijk maakt. De zorglokalen in de brede scholengemeenschappen ontwikkelen zich als een expertisecentrum voor specifieke didactische en pedagogische onderwijsbehoeften voor
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 25
Lelystad, September 2011
kinderen, en voor ondersteuningsbehoeften van docenten (en ouders) (deskundigheidsbevordering). De dagcoördinatie op het Groenhorst College ontwikkelt zich verder als instrument dat voorziet in rust in de school en opvang voor leerlingen. Scholing richt zich op de ontwikkeling van handelingsgericht/planmatig werken. Er vindt een warme overdracht van leerlingen plaats bij de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs en van het voortgezet onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs. Leerlingenzorg wordt effectiever als we dit in afstemming met de ouders kunnen vormgeven. We willen expliciet aandacht besteden aan de positie en de rol van de ouders. Ouders worden geïnformeerd over en betrokken en ondersteund bij de onderwijs/zorgroute. Hun ervaringen met het kind worden in evaluaties en overdrachten meegenomen. Scholen ontwikkelen onderwijsprofielen die gezamenlijk een dekkend netwerk van onderwijszorgarrangementen vormen. Uitgangspunten In een doorlopende onderwijszorgroute staat afstemming op de onderwijszorgbehoeften van kinderen centraal. Leerlingen verschillen in onderwijsbehoeften. Deze verschillen worden gerespecteerd. Er wordt planmatig gedacht, gesproken en gewerkt vanuit onderwijszorgbehoeften in plaats van het benoemen van de kindkenmerken. In een doorlopende onderwijszorgroute wordt gedacht vanuit proactief denken en handelen. Preventie staat centraal in plaats van het richten op ‘uitvallers’. In een doorlopende onderwijszorgroute is de onderwijszorg op schoolniveau en bovenschoolse onderwijszorgstructuur op elkaar aangesloten. Door duidelijk stappen en beslismomenten uit te werken wordt gestreefd naar eenduidigheid, transparantie en onderlinge afstemming voor alle betrokkenen. Werken met een doorlopende onderwijszorgroute biedt scholen de gelegenheid op een werkbare, handelingsgerichte wijze het onderwijs te bieden voor alle kinderen en in het bijzonder voor kinderen met extra ondersteuningsbehoefte. Daarmee kan naar ouders, collega’s, ZAT, PCL/ CvI of inspectie verantwoording worden afgelegd. De doorlopende onderwijszorgroute van het voortgezet onderwijs sluit aan bij de route van het primair onderwijs. Op deze wijze wordt gewerkt aan een doorlopende onderwijsroute van 4 jaar tot 18 jaar. Indien tussentijds een schoolverandering plaatsvindt –andere basisschool of speciaal (basis) onderwijs- sluit betreffende school aan op de onderwijsroute van de vorige school. Communicatie en overdracht zijn hierbij belangrijke pijlers.
Samenwerken in het Centrum voor Jeugd en Gezin, 26
Lelystad, September 2011
Preventieve jeugdzorg
Lelystad Versie 21 november 2011
Zicht op aanbod Indeling van het overzicht van het preventieve aanbod van min 9 maanden tot 23 jaar: • • • •
Zwangeren Ouders met baby/peuters 0-4 Ouders en kinderen 4-12 Kinderen 12 en ouder
Structuur van het overzicht Korte schets van de context Aanbod per leeftijdsgroep: A. Wat is er voor iedereen B. Wat is er aan extra steun
Context
Context Talentontwikkeling en zorg Talentontwikkeling
Preventieve jeugdzorg WMO
Context Wettelijk: - Vijf preventieve functies WMO 1. Informatie en advies 2. Signalering 3. Toeleiding naar hulp 4. Pedagogische hulp 5. Coördinatie van zorg -Jeugdgezondheidszorg (Wet publieke gezondheid) - Verwijsindex (Wet op de Jeugdzorg)
Regeerakkoord: - Centrum Jeugd en Gezin als werkconcept blijft - Jeugdzorg naar gemeente
Zwanger
Zwanger A. Wat is er voor allemaal: Verloskundige Zwangerschapsgym Huisarts / gyneacoloog
B. Extra zorg met budget gemeente: Prenatale preventie Voorzorg Zij aan zij
Prenatale preventie Omschrijving: Bij zorgen van verloskundigen over de zwangerschap van vrouwen met problemen op meerdere gebieden (schulden, ontbreken sociaal netwerk, psychische problematiek, actueel geweld in het gezin, etc.), wordt een verpleegkundige van Icare ingezet. Met regelmatige huisbezoeken tijdens de zwangerschap wordt gewerkt aan gezonde en veilige omstandigheden voor de moeder en het ongeboren kind. Daarnaast zijn er algemene themabijeenkomsten in samenwerking met de verloskundigen over zwangerschap, bevalling, de start van het ouderschap en over de (komende) baby.
Voorzorg Omschrijving: VoorZorg is een theoretisch onderbouwd effectief programma voor jonge vrouwen tot 23 jaar die zwanger zijn van hun eerste kind en weinig of geen opleiding hebben genoten. Zij krijgen verpleegkundige ondersteuning bij hun zwangerschap en bij de verzorging en opvoeding van hun kind gedurende de eerste twee levensjaren van het kind. VoorZorg bestaat uit een intensief schema van huisbezoeken (40 tot 60 per traject), uitgevoerd door Icare. Met dit programma is er bij een risicovolle situatie in een vroege fase ondersteuning ter verbetering van gezondheid en ontwikkeling van de moeder en het kind.
Zij aan Zij Omschrijving: Zij aan Zij wordt uitgevoerd door het Leger des Heils en is gevestigd in Zeewolde. De voorziening is grotendeels AWBZ gefinancierd. De gemeente geeft subsidie voor de opvang en begeleiding van tienermoeders van 15 tot 23 jaar die geen indicatie hebben voor deze voorziening, maar door hun problemen en omstandigheden (geen eigen netwerk en hulpbronnen, weggestuurd, uitgezet) wel hulp nodig hebben. Zij aan Zij helpt de tienermoeders structuur te brengen in hun leven en aan hun problemen te werken, waardoor moeder en kind een betere startpositie verwerven voor de toekomst.
Zwanger conclusies • Relatie met verloskundigen is ingebed in de preventieketen • Nadruk op individuele ondersteuning voor een betere startpositie voor de toekomst • Aandacht voor kwetsbare groepen • Interventies zijn gekoppeld aan regulier aanbod (wat regulier kan, regulier oppakken)
Van 0- 4 jaar
Van 0- 4 jaar A. Regulier voor alle kinderen Kraamzorg Huisarts Met budget gemeente: Consultatiebureau Minicare/inloop/overdracht
Consultatiebureau Omschrijving: Onderdeel van basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen (wettelijke taak). In Lelystad zijn 3 consultatiebureaus van Icare. Het voorgeschreven schema contactmomenten (15) met jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen, is beschikbaar voor elk kind. Samen met ouders wordt besproken wanneer het volgende bezoek aan het consultatiebureau wordt gepland op basis van behoefte en nut. Digitaal dossier jeugdgezondheidszorg wordt aangemaakt voor hele periode 0-19
Minicare/inloop/overdracht Omschrijving: Minicare: intensivering van het eerste huisbezoek zuigelingen in het kader van de jeugdgezondheidszorg, met toepassing van een signalerings- en bespreek/ondersteuningsmethodiek op risico’s kindermishandeling of zorgwekkende opvoedsituatie. Dit is een vroege investering in de relatie van de verpleegkundige met het gezin.
Inloop bij de wijkverpleegkundige voor vragen en advies als laagdrempelige voorziening voor ouders met opvoed- en opgroeivragen en inzet op casuïstiek. Digitale overdracht bij 4 jaar naar GGD Flevoland
Van 0-4 jaar B. Extra zorg met budget gemeente: Zorgcoördinatie en Bemoeizorg Integrale Vroeghulp Home Start Opvoedingsondersteuning
Bemoeizorg en Zorgcoördinatie Omschrijving: Bemoeizorg wordt ingezet als er zorgen zijn rondom een kind en bij ouders nog geen hulpvraag is. De gesprekken zijn erop gericht ouders inzicht te bieden in de risico’s voor hun kind en ouders te motiveren tot het vragen van hulp. Zorgcoördinatie wordt ingezet om de juiste hulp in te zetten en verergering van de problematiek te voorkomen. Inzet op basis van zorgmeldingen politie, bemoeizorg of bij complexere problematiek, en betrokkenheid van meerdere professionals. Het gaat om actief samenbrengen en afstemmen van hulp, het maken van een integraal zorgplan, zorgen voor voortgang en evaluatie.
Integrale Vroeghulp Omschrijving: Ouders van kinderen van 0-7 die zich zorgen maken over het gedrag en de ontwikkeling van hun kind kunnen zich rechtstreeks wenden tot een multidisciplinair team. Het is gericht op vroege signalering en integrale diagnostiek. Samenwerking van MEE, Triade, Bureau Jeugdzorg en de jeugdgezondheidszorg. Ouders doen een beroep op het team. Vervolgens bezoekt de verpleegkundige van Icare het gezin thuis en inventariseert de vraag. Vervolgens wordt de casus in het team besproken, en de hulpverlening geregeld. Gemeente subsidieert de inzet van de verpleegkundige en de deelname van een jeugdarts in het team.
Home Start Omschrijving: Een theoretisch onderbouwd effectief programma voor opvoedingsondersteuning, gericht op ouders met jonge kinderen tot en met 6 jaar, uitgevoerd door Humanitas. Ervaren en getrainde vrijwilligers bieden 1 jaar ondersteuning, praktische hulp en vriendschap, op basis van de vraag en behoefte van de ouders. Met dit aanbod wordt voorkomen dat alledaagse problemen uitgroeien tot ernstige en langdurige problemen. Het zelfvertrouwen van ouders wordt groter en sociale relaties van ouders sterker.
Opvoedingsondersteuning Omschrijving: Voor de verschillende leeftijdsgroepen worden opvoedcursussen aangeboden: Peuter in Zicht, Opvoeden en zo, Beter omgaan met pubers en Opvoeden in Nederland. De cursussen zijn theoretisch onderbouwde effectieve interventies. De inzet van de cursussen vindt regelmatig plaats in samenwerking met scholen en op de schoollocatie op basis van de behoefte van school en ouders. Bespreking van een thema is ook mogelijk.
0- 4 jaar conclusies • Specifiek gezinsgericht aanbod aanwezig • Aanbod op maat is samenhangend en gekoppeld aan de algemene voorzieningen • Opvoedingsondersteuning richt zich naar de vraag en omstandigheden (individueel of soms in groepen)
Van 4-12 jaar
Van 4-12 jaar A. Regulier voor alle kinderen Huisarts Met budget gemeente: Gezondheidsonderzoeken
Gezondheidsonderzoeken Omschrijving: GGD Flevoland doet in de schoolperiode drie periodieke gezondheidsonderzoeken bij kinderen: in groep 2 en 7 basisonderwijs en klas 2 voortgezet onderwijs. Dit is onderdeel van de contactmomenten volgens het basistakenpakket 4-19 (wettelijke taak). De GGD coördineert de zorg vanuit de resultaten van deze onderzoeken en verricht onderzoeken op indicatie.
Van 4-12 jaar B. Extra zorg: Bureau Jeugdzorg Met budget gemeente: CJG consulent op school Schoolmaatschappelijk werk HALT preventie
CJG consulent op school Omschrijving: Elke basisschool heeft een vaste consulent vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin. De CJG consulent bespreekt signalen en zorgen van de school en van ouders over leerlingen en geeft informatie en advies en verzorgt de toeleiding naar passend aanbod voor het kind of de ouders. De CJG consulent werkt nauw samen met de intern begeleider van de school en het schoolmaatschappelijk werk. In de pilot CJG is deze werkwijze uitgetest en beschreven. Daarna ingevoerd voor alle basisscholen. Vanuit CJG is er een kernteam 12- per wijk wanneer meervoudige problematiek in een gezin bredere samenwerking vereist. Een kernteam kan gebruik maken van gedragsdeskundige advisering.
Schoolmaatschappelijk Werk Omschrijving: Schoolmaatschappelijk werk is beschikbaar voor de basisscholen. De kern van het schoolmaatschappelijk werk is de brugfunctie die het vervult tussen kind, ouders en school. Het ondersteunt zowel ouders als leerkrachten in het vinden van een betere omgang met het kind. Bij meervoudige problematiek wordt doorverwezen. Het schoolmaatschappelij kwerk maakt deel uit van de CJG werkwijze (zie CJG conculent op school)
HALT preventie Omschrijving: Voorkomen of verminderen van jeugdcriminaliteit door voorlichting op school in groep 7 en 8 basisonderwijs en klas 1 en 2 voortgezet onderwijs. De rode draad van de lesmethodiek is: je maakt je eigen keuze en bent zelf verantwoordelijk voor de gevolgen.
4-12 jaar conclusies • Goede zorgstructuur ondersteunend aan het primair onderwijs en aansluitend op de zorgstructuur in school • Aanbod op maat is samenhangend en gekoppeld aan de algemene voorzieningen via de CJG samenwerking • Opvoedingsondersteuning richt zich naar de vraag en omstandigheden (zie Van 0-4 jaar)
Van 12 jaar en ouder
Van 12 jaar en ouder A. Regulier voor alle kinderen Huisarts Met budget gemeente: Gezondheidsonderzoeken (zie Van 4-12 jaar) Lokaal jongerenwerk Jongerenactiviteiten Jongin Lelystad website
Lokaal Jongerenwerk Omschrijving: Vier jongerenlokalen: Atolplaza, Boswijk, Hanzeborg en Zuiderzeewijk Jongerenwerkers zorgen voor ontmoeting en activiteiten. De jongerenlokalen zijn 35 weken per jaar open, 6 dagen per week (Zuiderzeewijk is 2 dagdelen per week open) Elk lokaal heeft 90 uur jongerenwerkers Activiteiten worden voor een deel door de jongeren zelf bedacht en uitgevoerd. Daarnaast zorgen de jongerenwerkers voor een programma.
Jongeren activiteiten Omschrijving: De jongerenwerkers organiseren activiteiten in de stad voor jongeren van 12 tot 23 jaar. Onder meer in samenwerking met bijvoorbeeld het Sportbedrijf.
Jongin Lelystad Omschrijving: Jongin Lelystad is een website speciaal voor jongeren van 12 tot 23 jaar. Zij kunnen daarop terecht voor informatie, uiteenlopende vragen en voor advies. De jongeren kunnen vragen stellen die door een jeugdhulpverlener worden beantwoord.
Van 12 jaar en ouder B. Extra zorg met budget gemeente: Deelname zorgadviesteams Jeugdpreventiewerk Ambulant jongerenwerk Ambulante jeugdhulpverlening Gezinscoaches Kamers met Kansen Nazorg ex-gedetineerden
Deelname Zorgadviesteams De Zorgadviesteams in het voortgezet onderwijs vormen een belangrijk element in de zorgstructuur op school. Met de deelname aan de zorgadviesteams sluiten de zorgpartners aan op de zorgstructuur op school. Zorgen om leerlingen kunnen worden gedeeld en met elkaar worden afspraken gemaakt welke ondersteuning of hulp geboden wordt. Zorgpartners kunnen ook jongeren ter bespreking in het zorgadviesteam inbrengen.
Jeugdpreventiewerk Omschrijving: In opdracht van de afdeling leerplicht wordt onderzoek uitgevoerd en een rapportage opgesteld (advies) over leerlingen die in het voortgezet onderwijs dreigen uit te vallen door veelvuldig verzuim. Jeugdpreventiewerk biedt laagdrempelige hulp aan leerlingen die binnen school (voortgezet onderwijs en ROC) asociaal gedrag vertonen en risico lopen af te gelijden in maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag en waarbij sprake is van ‘zorg’.
Ambulant jongerenwerk Omschrijving: Ambulante jongerenwerkers richten zich op jeugdigen die gebruik maken van de openbare ruimte. Het voorkomen of verhelpen van overlast in de buurt door jongeren aan te spreken op hun gedrag. De jongerenwerkers maken contact met de jongeren en organiseren ook het contact met omwonenden (bewustwording/acceptatie).
Ambulante jeugdhulpverlening Omschrijving: Laagdrempelig hulpverleningsaanbod dat varieert van een kortdurend advies tot langdurende procesmatige hulpverlening. Gericht op onder meer dakloze jongeren en jongeren die (in het verleden) veelvuldig met politie, justitie en de hulpverlening in aanraking zijn gekomen. De jeugdhulpverleners geven ook groepstrainingen in lastige klassen in het voortgezet onderwijs.
Gezinscoach Omschrijving: Gezinscoaches verlenen hulp aan ouders en opvoeders die verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van risicojongeren. Het gaat om gezinssystemen met een kind ouder dan 12 jaar, waar sprake is van multiproblematiek. Binnen de complexe leefsituatie helpt de gezinscoach het zelfoplossend vermogen van ouders of opvoeders te vergroten. De gezinscoaches benaderen gezinnen actief, ook als er nog geen hulpvraag is. Eenmaal werkend binnen het gezin wordt ingespeeld op de behoefte van het gezin.
Kamers met Kansen Omschrijving: Kamers met Kansen biedt begeleiding en huisvesting aan kwetsbare jongeren van 17 tot 27 jaar die de aansluiting met de maatschappij dreigen te verliezen. De jongeren wonen met drie jongeren in een woning van Vitree en krijgen maximaal 1,5 jaar 3 uur per week begeleiding gericht op het zelfstandig wonen en het halen van een startkwalificatie.
12 jaar en ouder conclusies • Goede zorgstructuur ondersteunend aan VO/ROC • Outreachend jongerenwerk van belang voor preventie, gericht op activiteiten, contact en toeleiding • Kiezen voor kwalitatief hoogwaardige hulpverlening aan jongere/gezin
Alle leeftijdsgroepen
Alle leeftijdsgroepen 1. ESAR 2. Bereikbaarheid CJG
ESAR Omschrijving: Signaleringssysteem waarin professionals zichzelf kunnen registreren als zij zorg hebben voor een kind. Wanneer er een 2 zorgverleners een registratie in ESAR hebben gemeld moeten zij met elkaar contact hebben en afstemmen. Wettelijk verplicht voor gemeenten om een aansluiting te hebben met de landelijke Verwijs Index Risico jongeren (VIR).
Bereikbaarheid CJG Omschrijving: Het CJG is bereikbaar voor opvoedvragen en informatie via de website CJG Lelystad, telefonisch en op afspraak. Het aanbod en de inzet van opvoedingsondersteuning wordt afgestemd en Het CJG is in Lelystad een samenwerking van partners, het CJG is van iedereen. Het CJG laat zich zien waar kinderen en hun ouders komen(consultatiebureau, peuterspeelzaal, school). Fysiek is het CJG ondergebracht in Atolplza. Huisvesting, opvoedvragen en informatie (website, telefoon, folders) en coördinatie van het opvoedingsaanbod, ondersteuning
Alle leeftijdsgroepen conclusies Eigen kracht versterken is van belang in de werkwijze van alle professionals binnen de organisaties. CJG bundelt aanbod en is op verschillende manieren bereikbaar. CJG is een goede samenwerking van bestaande instellingen met regie vanuit de gemeente (waarbij wel de afstemming goed geborgd is); er is geen nieuwe organisatie opgezet bovenop de bestaande organisaties (geen manager).