Op de fiets over de Wegh der weegen Hoe heerelijck verschiet / Geen’ heuvel in dees’ laen / Soo verr’ als ’t ooge ziet. Wat wil dit worden voor een steeg! Een steeg der steegen./ Een wegh van Appius, jae meer; een wegh der weegen.’ Everard Meyster schreef in 1655 deze dichtregels, waarin hij het laatste pronkstuk van zijn vriend en architect Jacob van Campen verheerlijkt: de Amersfoortseweg, een weg naar klassiek voorbeeld, met een keur aan buitenplaatsen erlangs. De geschiedenis leert echter dat het anders liep. Wat de Via Appia van Nederland had moeten worden, werd uiteindelijk gewoon de N237. Hoe ligt de wegh er nu bij, en wat merk je nog van het oorspronkelijke ontwerp van 360 jaar geleden? Zie hier de vraag waarmee de redactie mij op pad stuurde. Experts genoeg, die er allemaal zinnige dingen over kunnen zeggen, maar ik wilde het zelf zien en ervaren. Daarom gooide ik de vouwfiets achterin de auto en ging op weg. Vouwfiets uitgeladen aan het begin, bij buitenplaats Vollenhoven, en wat zie je dan? In de eerste plaats hoor je vooral iets, en dat is het continu voorbij razende verkeer. Het is een zondagmiddag, dus zou het op een doordeweekse dag wel eens nóg rumoeriger kunnen zijn. Vollenhoven ligt er prachtig bij op deze zonnige dag: witgepleisterd, een vredig weiland ervoor en een vijver. Het huidige huis stamt uit de jaren 1800 – 1810. Draai je je om, dan kijk je de Wegh in vanaf de kopse kant: een vierbaans asfaltweg met auto’s, flitspalen, kantooren bedrijfspanden en hypermoderne oversteekplaatsen. Klassieke idealen In de Gouden Eeuw werd gebouwd volgens de klassieke idealen: symmetrie, rechtlijnigheid en grootschaligheid. Veel (buiten)huizen kregen klassieke gevels mee, maar ook wegen werden naar klassiek voorbeeld aangelegd. Zo ook de Amersfoortseweg, de Wegh der weegen. Hij lag tussen Zeist en Amersfoort, maar liefst 60 meter breed en 11 kilometer lang, omzoomd door een dubbele rij Hollandse eiken. Uniek voor die tijd, zowel door die enorme breedte als door zijn kaarsrechte tracé. Vergelijkbare wegen in Nederland zijn de Maliebaan in Utrecht en de door Constantijn Huygens ontworpen Scheveningseweg in Den Haag, die aanvankelijk Zee-straet heette. Veel beroemder is Unter den Linden in Berlijn, dat eveneens naar het voorbeeld van de Amersfoortseweg is aangelegd. Het voorbeeld dat Jacob van Campen op zijn beurt had, was de Romeinse Via Appia – denk aan de dichtregels van Meyster. Beide beroemde tegenhangers hebben qua voornaamheid de tand des tijds beter doorstaan dan de wegh… [Kader] Unter den Linden Beroemde laan in Berlijn, praalweg van Pruisische koningen en de Duitse Keizers en de flaneerlaan van de bourgeoisie. De weg leidde naar de koninklijke jachtvelden, waar later de dierentuin werd aangelegd. In de 17de eeuw werd hij beplant met lindebomen, waaraan de straat zijn naam dankt. Sinds de hereniging van Duitsland in 1990 zijn er aan Unter den Linden verschillende cafés en restaurants en een groot aantal fraaie winkels geopend. Ook worden er veel evenementen in de openlucht georganiseerd. De laan is 11,5 km lang, vergelijkbaar met zijn Nederlandse voorbeeld, de Wegh der Weegen. Website Al peddelend op mijn vouwfiets probeer ik het geraas van het autoverkeer buiten te sluiten. Ook probeer ik het onvermijdelijke bermafval langs de weg niet te zien: lege colablikjes, verpakkingen, aluminiumfolie. Jacob van Campen zou zich in zijn graf omdraaien. Dan plots ontwaar ik in haar volle glorie, eveneens in de berm, een kring prachtige paddenstoelen. Rood-met-witte-stippen, die had je in de 17e eeuw waarschijnlijk ook al. Een paar honderd meter verderop tref ik een lantaarnpaalsticker met daarop een bloeddorstige pitbull en de tekst FC Utrecht, since 1970. Hoei boei, voetbalfanatici ook hier al! Mijmerend over hoe
het kan verkeren, stuit ik weer iets later op een monument dat de voorbijganger moet wijzen op het feit dat hier ooit een historische weg liep: een hekwerk van 40 meter lang, met daarop in gouden koeienletters de tekst 'Wegh der Wegen'. Als ik het kunstwerk nader bestudeer, zie ik dat het in feite een webadres is: www.weghderwegen.nl. Typ dit in, en je komt op een speciale webpagina van de provincie, waar men gegadigden oproept zich op te geven en in te zetten voor het ‘vergroten van het draagvlak […] voor de beleefbaarheid van de geschiedenis van deze weg.’ De provincie toont historisch besef en wil helpen om een initiatiefgroep Wegh der wegen op te richten. Provinciaal adviseur cultureel erfgoed Roland Blijdenstijn verdiepte zich in de geschiedenis van de Amersfoortseweg en schreef er samen met Jaap-Evert Abrahamse van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een boek over . Een mooie wegh De Amersfoortseweg is in 1655 aangelegd. Daarvóór verbonden slechts enkele kronkelende zandwegen de steden Amersfoort en Utrecht. Amersfoort nam het initiatief in 1647; men wilde aansluiting met de rijkdom in Holland, en Utrecht was met de Rijn- en de Vechtroute interessant als poort naar het westen. Amersfoort wilde niet alleen een goede verbinding tussen beide steden, maar nadrukkelijk ook een mooie weg. Dit mocht uiteindelijk in 1652 van de Staten van Utrecht, op voorwaarde dat de woeste, kale grond langs de weg ook gecultiveerd zou worden. Dat kon: er werd aan weerszijden van de weg bouwgrond aan particulieren uitgegeven. Die mochten er een buitenplaats op aanleggen, maar dan was het onderhoud van de weg wel voor hun rekening. Dat bespaarde niet alleen kosten, maar zorgde ook voor landschapsverfraaiing en economische ontwikkeling. Ontwerper Van Campen zette ruim twintig vakken van ieder honderd roeden (376 meter) uit langs de wegh. Investeerders konden gratis een vak krijgen, op voorwaarde dat zij hun wegdeel zelf zouden aanleggen, beplanten en onderhouden. Langs de randen van de vakken moest een zijweg of ‘sortie’ met een breedte van vijf roeden (18,8 meter) komen, ieder beplant met een enkele rij eiken aan weerszijden. Deze uitgangen moesten de gemeenschappelijk gebruikte heide ontsluiten voor de schapenhouders. [kader] Jacob van Campen was een architect en kunstenaar uit de Gouden Eeuw en een belangrijk vertegenwoordiger van het Hollands classicisme. Bekende werken van Van Campen zijn het Koninklijk Paleis op de Dam, Paleis Noordeinde en het Mauritshuis. Naast huizen en paleizen, ontwierp Van Campen ook een aantal kerken o.a. de Nieuwe Kerk in Haarlem, poorten en torens, o.a. voor de Westerkerk en wegen. McDrive Anno 2012 wil de provincie deze sorties weer duidelijker zichtbaar maken. Zo is de huidige Zandbergenlaan (N238) aangelegd over één van de voormalige sorties. Om dit zichtbaar te maken, heeft men dwars over het huidige fietspad een karrenspoor aangebracht, dat aangeeft waar de oorspronkelijke sortie liep. Halverwege dit karrenspoor tref ik opnieuw een monument: een bronzen “tijdtafel” in de vorm van een boomstam met jaarringen. Daarop staan achter jaartallen historische gebeurtenissen die plaatsvonden langs deze weg en in de omgeving: “1647 ontwerp Amersfoortseweg * 1653 aanleg Amersfoortseweg met sorties * 1654 herberg ’t Huys Ter Heyde” en zo de eeuwen door tot “2010 fietspad Zandbergen”. Kennelijk kan de doorsnee voorbijganger deze historische kennis niet erg appreciëren: het karrenspoor is overwoekerd en de tijdtafel ligt bezaaid met restafval van MacDonald’s. Op de hoek is namelijk een McDrive gevestigd, de eerste van Nederland – inspelend op de behoefte van het Amerikaanse personeel van vliegbasis Soesterberg. Opnieuw draait Jacob van Campen zich om in zijn graf. Fiasco
Terug naar de zeventiende eeuw. De aanleg van nieuwe buitenplaatsen langs de weg werd een fiasco. Slechts op vier plaatsen zijn daadwerkelijk buitenplaatsen aangelegd, waarvan Zandbergen en Beukbergen de bekendste zijn. Het gebied was te droog en te onvruchtbaar. De verbinding over land was slecht. Ook economisch zat het tegen, mede door het uitbreken van de Engelse oorlogen. Investeerders lieten het afweten en het Rampjaar 1672 betekende de doodsteek. De Staten van Utrecht moesten de eigenaren van de vakken dwingen tot onderhoud van de weg en de beplanting. Toen in 1808 de zandweg als rijksweg werd verhard, kwam het onderhoud in handen van de overheid. Vanaf dat moment kon de weg zich ontwikkelen tot de ‘gewone’ rijksweg die hij nu is, de N237. [Quote:] Het wemelt hier van de rust- en verpleeghuizen, psychiatrische ziekenhuizen, conferentieoorden en wellness-centra. Hell’s Angels Een andere oorzaak van het mislukken van de wegh der weegen als chique vestigingsplaats, was de aanwezigheid van roversbenden. Zo in the middle of nowhere was je je leven niet zeker, en dat weerhield rijkelui er ook van zich hier te vestigen. Tegenwoordig zijn het geen roversbenden die de Amersfoortseweg onveilig maken, maar groepen luid ronkende motoren met ruige Hell’s Angels erop. Een groep van zeker zestig motoren dreunt voorbij in tegenovergestelde richting. Niet het beeld dat je als klassiek bouwmeester voor ogen had, 360 jaar geleden. Regelmatig stap ik af om de zo geroemde breedte van de weg te meten. Ervan uitgaande dat mijn passen zo ongeveer één meter bedragen, kom ik op het brede deel van de weg (vierbaans, later wordt het tweebaans) niet verder dan 48 in plaats van 60 meter. Er is in de loop der jaren dus wel wat van afgesnoept. Aan de wegh der wegen hoort natuurlijk ook een elite-sport: golfen. Dat kan bij golfclub U.G.C. De Pan, opgericht in 1894. De club ontleent zijn naam aan herberg De Pan of het ‘Pannenhuijs’, een oeroude herberg die langs de route tussen Utrecht en Amersfoort lag en in 1966 plaats maakte voor de entreegebouwen van Stichting Utrechts Landschap. Toch nog buitenplaatsen De eerstvolgende buitenplaats die ik ontdek, is Dijnselburg op nummer 10. Het valt vooral op door de witte steenlagen in het rode, bakstenen geheel: 'speklagen'. Ze zijn kenmerkend voor de neorenaissancestijl waarin de buitenplaats in 1883 werd gebouwd. Het Aartsbisdom Utrecht is er nu in gevestigd. Al gauw volgt Huis ter Wege aan de overkant op nummer 17. Het is in neo-Hollandse barokstijl gebouwd in 1905: een bakstenen gevel en een zuilengalerij met daarboven een balkon. Anno 2012 is er een psychiatrisch ziekenhuis in gehuisvest – een bestemming die meerdere oude en nieuwe panden aan de Amersfoortseweg hebben gekregen. Het wemelt hier van de rust- en verpleeghuizen, psychiatrische ziekenhuizen, conferentieoorden en wellness-centra. Iets verderop dient zich de oudste nog overgebleven buitenplaats aan de Amersfoortseweg aan: Zandbergen. Precies aangelegd zoals het de Staten van Utrecht destijds voor ogen stond: een met boomsingels omzoomd vak met centraal geplaatst buitenhuis met strakke tuinen en voorzien van een zichtas over de weg. Het ziet er subliem uit, maar wat ik nu zie is al lang niet meer het oorspronkelijke huis. Het huidige huis dateert uit de achttiende eeuw en is sinds 1947 in handen van de Kerk der Zevende-dags Adventisten. Men heeft een vrolijk bordje ‘Verboden toegang’ aan de weg geplaatst. Liever niet betreden dus. De buitenplaats ziet er vanaf de straatweg goed onderhouden uit, een juweeltje dat kennelijk bij de adventisten in goede handen is. Aan de overkant van de weg vind ik het Witte Kerkje uit 1858, dat op voormalige grond van de buitenplaats staat. Eveneens aan de overkant liet de toenmalige eigenaar Johannes Blooker in 1913 het Nieuw Zandbergen bouwen in art deco stijl, waarin nu een verzekeringskantoor zit. Het verkeer raast onderwijl door. Beukbergen
Opnieuw aan de overkant, tref ik de buitenplaats Beukbergen, nadat ik eerst onder het Beukbergen Ecoduct door ben gefietst. Gelegen tussen de bomen springt het woonhuis meteen in het oog, met zijn vier enorme schoorstenen en de witte uitbouwtjes aan de voorkant. Boven het bordes is een tentzeil gespannen, waaronder een aantal tuinstoelen en -tafels. Er zit niemand. De oorspronkelijke buitenplaats Beukbergen (1654) werd in de 19e eeuw afgebroken. Het huidige huis is in 1910 gebouwd in Engelse landhuisstijl. Beukbergen is nu Vormingscentrum van de Diensten Geestelijke Verzorging bij de krijgsmacht. Ik rij het terrein op om het huis wat nader te bestuderen, maar stuit ook hier op borden ‘Verboden Toegang’, ‘Cameratoezicht’ enzovoort. Een schier onneembare vesting, die niet uitnodigt tot bezoek. Zweefvliegtuigjes De bebouwing van de Amersfoortseweg is pas na 1880 op gang gekomen. Aangetrokken door de ruimte en de nog woeste natuur streken hier destijds allerlei instellingen neer waarvoor geen plaats meer was in de stad. Internaten, kloosters, krankzinnigengestichten en gezondheidskolonies vestigden zich langs de weg. In de loop der jaren – we hebben het over het overvolle Nederland – zijn de bouwactiviteiten onverminderd voortgegaan en is het zeker ter hoogte van Soesterberg en Huis ter Heide knap vol geworden. En ook nu nog bieden projectontwikkelaars leuke kaveltjes aan langs de Amersfoortseweg. Zoals in de wijk Sterrenberg van Huis ter Heide, waar ruime herenhuizen vanaf € 321.500,- vrij op naam te koop staan. Behalve druk autoverkeer is er ook vliegverkeer boven de Wegh der weegen. Een stuk rustiger dan vóór de opheffing van de militaire vliegbasis Soesterberg in 2008 – in plaats van F16 straaljagers cirkelt een viertal zweefvliegtuigjes boven me. Het moeten leden zijn van de Amsterdamsche Club voor Zweefvliegen, die al vanaf 1946 op de vliegbasis huist. Opstijgen Voorbij Soesterberg heet de weg Amersfoortsestraat. Het wordt hier smaller, maar niet minder druk. Rechts weer een sortie, die leidt naar een andere voormalige buitenplaats: De Oude Tempel. Het complex bestaat uit een neobarok landhuis met rieten dak, een voormalig jachthuis en een jachtopzienerswoning. Behalve (weer) een zorginstelling, is hier onder meer ook de Dutch Ballooning Bar – Experience Center gevestigd. Natuurlijk vraag ik me af wat dat is. Ik krijg visioenen van een sekshuis, maar nee. Na enig research kom ik op een website en lees daar: Terwijl u geniet van een kopje koffie of glaasje wijn, kunt u vanaf het terras in de zomer de luchtballonnen zien opstijgen. Of wilt u ook mee? Dat kan! Eigenlijk is bij ons niets onmogelijk. Snel fiets ik door, ik word moe en dorstig. Op naar restaurant-barbecue de Spitsheuvel, waar vroeger de paardentrams stopten om hun passagiers en de paarden te laten rusten. En er werd gewaterd – vandaar de vroegere bijnaam ‘Pisheuvel’. Volgens eigen zeggen is dit ‘ een gezellig restaurant waar u terecht kunt voor een drankje, lunch of diner van de allerbeste kwaliteit,en waar uw euro wel de verhouding met de ouderwetse gulden stand heeft gehouden.’ Een vreemd verhaal, maar het bier smaakt best. Als ik op het straatnaambordje kijk, zie ik dat weg hier alweer anders heet: Utrechtseweg. De Wegh der weegen blijft verbazingwekkend, ook anno 2012. [Kader] Literatuur over de Wegh der Weegen: Jaap Evert Abrahamse en Roland Blijdenstijn • Wegh der weegen. De ontwikkeling van de Amersfoortseweg 1647-2010 • Stokerkade cultuurhistorische uitgeverij, 2010 • Boek en DVD • ISBN 97890 79156 115 • € 24,50 Epiloog Ik zei het al een paar keer: Jacob van Campen draait zich om in zijn graf. De Wegh der weegen is immers niet geworden wat hem en zijn opdrachtgevers voor ogen stond. De vergelijking met de Via Appia en Unter den Linden gaat volstrekt mank. De N237 is een drukke verkeersweg, waarlangs anno 2012 slechts een handjevol voorname buitenplaatsen, landhuizen en villa´s te vinden is. Met name
ter hoogte van Soesterberg vind je de megalomane bedrijfspanden van Kwantum, Roobol, Smink Recycling, Securitas Beveiliging, Van Uden Logistics. De moderne tijd, gedreven door een nietsontziende economische motor, lijkt de Wegh der weegen meter voor meter te verslinden. Wellicht dat het historisch reveil van de provincie Utrecht dit proces nog iets kan vertragen.